Bouwbedrijf september 2016

Page 1

bouwbedrijf maandblad van en voor de aannemer | september 2016

Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel Afgiftekantoor Gent X – ₏6

DOSSIER duaal leren

>21

Alternerend leren en werken krijgt nieuw leven > 10

Veiligheid U bent verantwoordelijk

> 30

BouwRadar Ondersteuning voor bedrijfsbeheer

> 46

Ledenvoordelen Profiteer ervan!


Een dag in het VELUX Opleidingscentrum om onze nieuwigheden en handige tips & tricks te ontdekken Neem deel aan onze praktijkopleidingen! Inschrijving mogelijk vanaf

VELUX opleidingen: een ideale tool, voor de uitbreiding van uw activiteit. Schrijf u in voor één van onze modules: Basiskennis Uitgebreide kennis INTEGRA® oplossingen (elektrisch & op zonne-energie) Vervanging van vensters en beglazingen Oplossingen voor platte daken Gratis – Exclusief voor professionelen - Geeft recht op opleidingspremies

© 2016 VELUX GROUP ® VELUX, HET VELUX LOGO, INTEGRA EN io-homecontrol ZIJN GEREGISTREERDE HANDELSMERKEN GEBRUIKT ONDER LICENTIE DOOR DE VELUX GROEP.

5 september

PROGRAMMA EN INSCHRIJVINGEN OP pro.velux.be


EDITO BOUWBELANGEN

Een sociale herfst onder hoogspanning

I

n de komende maanden zullen verschillende sociale dossiers behandeld worden. Ze zijn belangrijk, maar het merendeel roept vragen op. Het risico bestaat dat de discussies ingewikkeld worden.

DOSSIER

Om te beginnen is er de hervorming van de arbeidsmarkt. De federale minister van Arbeid heeft een voorstel voorbereid. Maar een aantal regeringspartners hebben hun stekels opgezet, en de sociale partners zijn om uiteenlopende redenen ontevreden. De vakbonden klagen aan dat er te weinig voorafgaand overleg zal zijn vóór de invoering van een grotere flexibiliteit in bedrijven. De organisaties van de werkgevers zien dan weer een risico dat een aantal bestaande stelsels van flexibiliteit die voor de werkgevers gunstiger zijn, op losse schroeven gezet worden. Daarnaast is er de herziening van de wet van juli 1996 op het concurrentievermogen. Het is de bedoeling om de loonnorm beter te doen functioneren, om te vermijden de Belgische loonkloof met de buurlanden weer begint te groeien. Maar we herinneren ons nog de eerste poging, door de vorige regering in 2013, die op een mislukking uitdraaide.

De begrotingsproblemen en de recente missers in het sociaal overleg maken de zaken niet eenvoudiger

De zaken worden er niet eenvoudiger op door de talrijke missers die het sociaal overleg in de voorbije maanden liet optekenen. De interprofessionele sociale dialoog trappelt tegenwoordig ter plaatse in België. De gesprekspartners slagen er niet meer in om het eens te worden over belangrijke sociale thema’s. Wat zal het dus worden met de sectorale sociale onderhandelingen, die in het begin van 2017 van start gaan? De vakbonden zullen blijk moeten geven van grote nuchterheid, zeker tijdens de gesprekken over het sociaal statuut van de werknemers.

SECTOR & BEROEPEN

De regering moet ook beslissen hoe ondernemingen geresponsabiliseerd zullen worden voor de kosten van de ziekteverzekering voor langdurig zieken. In dit land met zijn hoge sociale lasten zou dat wel eens een explosief dossier kunnen zijn.

Ook de begrotingsproblemen vereenvoudigen de zaken niet. De regering moet de uitgaven beperken, en dat zal misschien gevolgen hebben voor de sociale zekerheid. Maar voor de bouw heeft dat begrotingsdebat nog een extra dimensie. We dringen aan op een verlaging van de loonkosten in de sector. Welke houding zal de regering daartegenover aannemen? In juli kon u het hier nog lezen: het is tijd voor een keuze. De regering moet de knoop doorhakken. Wil ze de bouw wel of niet de middelen geven om de strijd aan te gaan met de deloyale concurrentie van buitenlandse firma’s?

PROJECTEN & BEDRIJVEN

Robert de Mûelenaere Gedelegeerd bestuurder Confederatie Bouw bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

3


IN DIT NUMMER

bouwbedrijf maandblad van en voor de aannemer | september 2016

Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel Afgiftekantoor Gent X – €6

>21

DOSSIER duaal leren

Alternerend leren en werken krijgt nieuw leven > 10

Veiligheid

> 30

U bent verantwoordelijk

BouwRadar Ondersteuning voor bedrijfsbeheer

> 46

Ledenvoordelen Profiteer ervan!

BOUWBELANGEN

Contacten Bouwbedrijf is het maandblad van de vzw Confederatie Bouw, Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel Verantwoordelijke uitgever: Filip Coveliers, Lombardstraat 34-42, 1000 Brussel Afgiftekantoor: Gent X Redactie: fax 02 545 59 02 Marc De Wilde – tel. 02 545 56 27 marc.dewilde@confederatiebouw.be Franstalige uitgave: Construction Druk: Graphius Volgens concept van: Roularta Realisatie: EQUINOX Graphic Design Copyright coverfoto: © Shutterstock Reacties - vragen: communicatie@confederatiebouw.be

10

Met de medewerking van: • de studiediensten van de Confederatie Bouw Secretariaat: Sonia Massart, tel.02 545 56 34 - fax 02 545 59 09 sonia.massart@confederatiebouw.be • Vlaamse Confederatie Bouw Secretariaat: Johan Walewijns, tel. 02 545 57 49 - fax 02 545 59 07 johan.walewijns@confederatiebouw.be • Confederatie Bouw Brussel-Hoofdstad Secretariaat: Morgane Cendoya, tel. 02 545 58 29 - fax 02 545 59 06 morgane.cendoya@confederatiebouw.be • Confédération Construction Wallonne Secretariaat: Catherine Houtart tel. 02 545 56 68 - fax 02 545 59 05 catherine.houtart@confederatiebouw.be

Als u een onderaannemer of een zelfstandige engageert, dan moet u nagaan of hij veilig werkt. Doet hij dat niet, dan draait u misschien mee op voor de gevolgen. We bekijken een case die de rechter haalde, en geven tips om zoiets te vermijden.

Abonnementen: Claude Bernaerts, tel. 02 545 56 88 - fax 02 545 59 00 claude.bernaerts@confederatiebouw.be

INLEIDING 03 Edito

Veiligheid

De sociale onderhandelingen van dit

Reclame: Kristel Dekempeneer, tel. 02 545 56 99 - fax 02 545 59 08, kristel.dekempeneer@confederatiebouw.be of kde@confederatiebouw.be. Prijs jaarabonnement Leden van de Confederatie Bouw: begrepen in het lidgeld Niet-leden: € 137,80 (BTW en portkosten inbegrepen) Buitenland: € 300 (BTW en portkosten inbegrepen)

najaar worden moeilijk.

11 Regionaal standpunt Marc Dillen vraagt dat Vlaanderen PPS opnieuw een kans geeft.

PRIKBORD 06 - 07 Mis dit niet Wie is de klant? – Informatiesessies BIM

Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers De vzw Confederatie Bouw wil met deze publicatie gepaste, betrouwbare, volledige en exacte informatie brengen. Ze kan echter niet aansprakelijk worden gesteld indien ze hierin tekortschiet. Alle elementen van deze publicatie zijn beschermd door het auteursrecht van de vzw Confederatie Bouw. Overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk, is slechts toegelaten mits voorafgaande toestemming en uitdrukkelijke vermelding van de bron.

– Dag van het Bedrijfsvoertuig

BOUWBELANGEN 10 Aansprakelijkheid

Veiligheid en onderaannemers.

12 Hoe veilig werkt u? Vanaf nu wordt Bouwbedrijf gedrukt op papier geproduceerd met hout uit duurzaam beheerde bossen. De duurzaamheid wordt gegarandeerd door de internationale organisatie Forest Stewardship Council (FSC), die niet alleen het bos controleert maar de hele handelsketen tot aan de drukker.

4

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

Check uw benchmarkingverslag.

13 Kort

Verbeterd arbeidsreglement –

Ambachtslui erkend


30

PROJECTEN & BEDRIJVEN

42

Beter bedrijfsbeheer

Bouwen aan mobiliteit

BouwRadar is een nieuw project dat u op weg helpt naar een efficiënter bedrijfsbeheer. Deelnemen is eenvoudig en gratis. BouwRadar spoort knelpunten op en reikt oplossingen aan waarmee een aannemer aan de slag kan gaan.

In 1835 reed de eerste passagierstrein op het vasteland. Bestemming: Mechelen. Een kleine twee eeuwen later is de stad opnieuw het toneel van een ambitieus mobiliteitsproject. Het is gigantisch en onze leden bouwen het.

14 Verlegging van heffing

27 Pilootproject

PROJECTEN & BEDRIJVEN 42 Stationsproject Mechelen

Wie betaalt de btw?

Nog onbeantwoorde vragen.

SECTOR & BEROEPEN

Duaal leren Er zijn signalen dat het bouwonderwijs niet meer aansluit op de wensen van de bouwbedrijven. De Vlaamse regering geeft nu de combinatie van leren en werken een nieuwe start. Maar waarover gaat het precies?

Grootschalig bouwvernuft.

17 350 miljoen

Het Juncker-plan in actie.

SECTOR & BEROEPEN 29 BRFA Nieuwe federatie ziet het levenslicht.

46 Ledenvoordelen Benut uw lidmaatschap ten volle.

18 Kort

Factuurfraude – Eerlijk concurreren –

Juridische twisten met consumenten

30 BouwRadar Bel onmiddellijk naar Freija!

DOSSIER

21

SECTOR & BEROEPEN

BOUWBELANGEN

DOSSIER

49 Bouwmarkt Topkwaliteit van Claerhout – Baanbrekende dekvloeren van

DOSSIER 21 Inleiding

32 Doelgroepen De nieuwe RSZ-kortingen.

PCT – Keramische gevelplaten van Wienerberger

Duaal leren gaat van start.

34 Erfgoed 22 Leren en werken

Pijnpunten en oplossingen.

Wat mensen doen met hun hypothecair

37 WTCB 24 Krachtlijnen De Vlaamse plannen geanalyseerd.

krediet.

Het eerste visierapport voorgesteld - Milieu-impact van steenstrips op buitenisolatie

50 Groot verlies voor de bouw André Dherte is overleden.

26 Aannemers ondervraagd Positieve reacties.

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

5

PROJECTEN & BEDRIJVEN

Goede kansen op de arbeidsmarkt.

MARKANT 50 Cijfer van de maand


PRIKBORD VCB Visierapport 2016

De klant verandert en dat is ook voor u belangrijk Op 11 oktober stelt de Vlaamse Confederatie Bouw haar visierapport 2016 voor. Het onderwerp: de klant. Hij is in volle evolutie, en dat heeft gevolgen op onverwachte domeinen. Wie is de klant, nu en in de toekomst, en wat wil hij? Het is een complexe vraag die raakt aan talrijke aspecten met belangrijke gevolgen voor de aannemer. Enkele voorbeelden … - Consumenten kopen steeds vaker van aannemers-ontwikkelaars die zelf ontwerpers aanspreken, instaan voor de bouw en zelfs de afwerking. - De overheid evolueert van opdrachtgever naar facilitator. Ze definieert bouwprogramma’s, en doet dat steeds vaker via gemeentelijke vastgoedbedrijven of gespecialiseerde gebouwendiensten. Consortia van bedrijven staan dan in voor ontwerp en bouw, desgewenst aangevuld met onderhoud, financiering en exploitatie.

VEELEISEND Bovendien hebben we tegenwoordig de beschikking over meer gegevens, wat betere resultaten mogelijk maakt, maar klanten ook mondiger en veeleisender maakt. De leef- of werkomgeving moet een hoge kwaliteit hebben en flexibel zijn, maar wat betekent dat? En hoe kunnen we garanderen dat het betaalbaar blijft?

Heeft de klant behoeften die nog niet ingevuld zijn? Wat zijn vraag en aanbod, en in welke sectoren ontmoeten ze elkaar wel of niet? En moeten we omwonenden van grote projecten ook gaan beschouwen als klanten, om het draagvlak te vergroten? EREGAST: JOKE SCHAUVLIEGE Het voorgaande is slechts een voorproefje. Het volledige verhaal hoort u op 11 oktober vanaf 18.00 u. in hotel Plaza in Brussel. Eregast is Joke Schauvliege. Goedele Wachter (VRT) presenteert de avond, en zoals de traditie het eist zullen ook de jonge Vlaamse aannemers van het jaar gelauwerd worden.

- In bouwteams ontstaat een nieuwe relatie tussen klant, bouwbedrijf en ontwerper. INFO

- Service providers bieden meer en meer bouwverwante diensten aan, met het risico dat aannemers loutere plaatsers van plug & play-installaties mogen zijn.

Op www.vcb.be vindt u meer informatie. U kunt u nu al inschrijven voor de presentatie van het visierapport 2016.

16 september

Dag van het Bedrijfsvoertuig U hebt een nieuw bedrijfsvoertuig nodig? Kom dan op vrijdag 16 september naar de Dag van het Bedrijfsvoertuig. Organisator is de Confederatie Bouw Brussel Vlaams-Brabant, in samenwerking met Lease-Partners. Het evenement vindt plaats in het bijzondere decor van het kasteel van Horst in Sint-Pieters-Rode (Holsbeek).

Op deze dag kunt onderzoeken welk voertuig het beste bij u past, hoe u de investering voordelig en fiscaal vriendelijk kunt financieren en aan welke regelgeving het voertuig onderworpen is. Bovendien kunt u van 13.00 tot 17.00 u. in alle rust een vijftigtal vrachtwagens, lichte vrachtwagens en andere bedrijfsvoertuigen inspecteren en testen. Hetzelfde geldt voor een aantal bouwmachines. Meer dan twintig merken komen naar de Dag.

6

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

PROGRAMMA 13.00 – 17.00 u.: bedrijfsvoertuigen inspecteren en testritten maken. 16.00 - 17.00 u.: infosessies - Hoe financier ik mijn investering? (Lease-Partners). - Welke fiscale gevolgen heeft het gebruik van een bedrijfsvoertuig voor werkgever en werknemer? (Marleen Porré, studiedienst Confederatie Bouw). - Kilometerheffing, vakbekwaamheid en tachograaf: verplichtingen en vrijstellingen (Marc De Wilde, studiedienst Confederatie Bouw).

De hele namiddag kunt genieten van het gratis Hagelands buffet. Van 17.00 tot 19.00 u. is er een netwerkmoment met receptie. INFO

Nog vragen? Zie www.dagvanhetbedrijfsvoertuig.be. U kunt er gratis inschrijven en op voorhand aangeven welke bedrijfsvoertuigen u wilt testen.


BOUWBELANGEN

PRIKBORD Najaar 2016 – voorjaar 2017

Wat kan Building Information Modeling voor u doen? Bouwen met BIM is bezig aan een opmars. Specialisten denken dat hij onstuitbaar zal zijn. Maar wat is Building Information Modeling? Hoe kunt u er het maximum uit halen? Twee initiatieven van de Confederatie geven het antwoord. WORKSHOPS AAN DE SLAG MET BIM Deze workshops leggen uit hoe u met BIM kunt beginnen en hoe u BIM kunt integreren in uw bouwprojecten. Een ervaringsdeskundige begeleidt de deelnemers. Achteraf krijgen ze een checklist voor hun BIM Stappenplan, het BIM Protocol en het BIM Implementatieplan.

DOSSIER

EEN VOLLEDIGE CYCLUS BESTAAT UIT DRIE WORKSHOPS: - Hoe starten met BIM in uw bedrijf? - Hoe BIM organiseren in de aanloop van een project? - Hoe BIM organiseren na de aanvang van een project? DEZE CYCLUS WORDT DRIE KEER GEORGANISEERD - Donderdag 15 sept, 6 oktober en 20 oktober in het Centrum Duurzaam Bouwen, Schachtplein, 3550 Heusden-Zolder.

- Dinsdag 8 november, 22 november en 6 december in Antwerpen (precieze plaats nog onbekend). - Dinsdag 17 januari, 31 januari en 21 februari in het Huis van de Bouw, Tramstraat 59, 9052 Zwijnaarde.

INFO

www.vcb.be. Deelname is gratis voor leden van Confederatie Bouw. De workshops worden georganiseerd door de Vlaamse Confederatie Bouw in samenwerking met ORI, NAV en het WTCB, en krijgen de steun van VLAIO.

SECTOR & BEROEPEN

Summer University in Brussel op 12 september BIM is ook het onderwerp van de eerste Summer University voor aannemers. Deze wordt georganiseerd door het WTCB en de Bouwacademie van de Confederatie Bouw Brussel – VlaamsBrabant, in samenwerking met ADEB-VBA en Cevora. De focus van de Summer University ligt op de implicaties van BIM voor de bouwbedrijven. Er worden twee trajecten aangeboden. Het ene is eerder gericht op aannemers voor wie BIM nieuw is, het andere is toegespitst op de recente en innovatieve toepassingen van het digitale model. De trajecten worden uitgewerkt in acht workshops waaruit de deelnemers er vier kunnen kiezen.

PROJECTEN & BEDRIJVEN

Tijdens de lunch kunnen de deelnemers de stands bezoeken van de fabrikanten van BIM-software en -producten. Daarnaast zijn er demonstratiesessies van 3D-printeres en drones. Een netwerkmoment met receptie sluit de dag af.

PROGRAMMA 08.30 u.: Onthaal 09.00 u.: Openingssessie 10.15 u.: Demonstratie van een 3D-printer 10.30 – 11.20 u.: Parallelle workshops voor de trajecten 1 en 2 11.30 – 12.15 u.: De tweede parallelle workshops 12.30 u.: Lunch 13.30 u.: Demonstratie van de toepassing van drones in de bouw 14.15 – 15.05 u.: Workshops 15.15 – 16.05 u.: Workshops 16.20 u.: Slotsessie met humoristische afsluiter 17.00 u.: Netwerken

INFO

www.bouwacademie.net. Inschrijven vooraf is verplicht. Deelnemen is kosteloos voor bedienden die vallen onder PC 200. De anderen betalen € 90 (exclusief btw). Plaats van de Summer University is ECAM, Almawandeling 50, 1200 Brussel in Sint-Lambrechts-Woluwe.

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

7


Zondag 7 mei 2017 openwervendag.be

OOK ZO VAN DE T

BOUW?

een initiatief van

8

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be


REGIONAAL STANDPUNT BOUWBELANGEN

VCB hoopt op heropstart van PPS-projecten in Vlaanderen

DOSSIER

Eurostat, het Europees Statistisch Bureau, heeft zopas een voorwaardelijk positief advies gegeven over de nieuwe PPS-formule voor de scholenbouw in Vlaanderen. Dit advies is zeer belangrijk voor de bouwsector. Het maakt het immers mogelijk om nieuwe PPSprojecten te realiseren indien ze juist worden gestructureerd. Met dit advies ontstaan nieuwe perspectieven voor PPS-constructies, niet alleen in de scholenbouw maar ook voor andere projecten, zoals infrastructuurprojecten. Om aan de steeds groter wordende nood aan nieuwe scholen in Vlaanderen tegemoet te komen startte de Vlaamse Overheid in 2013 het programma Scholen van Morgen. Intussen zijn de projecten binnen Scholen van Morgen grotendeels in uitvoering. Maar Eurostat stelde dat de Vlaamse regering deze investeringen niet buiten haar begroting mocht houden. Het programma bleek uiteindelijk dus niet ESR-neutraal te zijn.

Marc Dillen Directeur-generaal Vlaamse Confederatie Bouw bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

9

PROJECTEN & BEDRIJVEN

Naar aanleiding van het positief advies van Eurostat doet de Vlaamse Confederatie Bouw opnieuw een oproep naar de Vlaamse regering om opnieuw werk te maken van andere PPS-constructies die tot nu toe geblokkeerd waren in afwachting van het advies van Eurostat. De VCB denkt daarbij vooral aan de mobiliteitsinfrastructuur. Intussen werden reeds vier missing links via PPS uitgevoerd. Maar in het Vlaams regeerakkoord voor deze legislatuur was nog sprake van een tiental andere prioritaire PPS-infrastructuurprojecten. De VCB hoopt dan ook dat ook die binnenkort een doorstart zullen kennen.

SECTOR & BEROEPEN

Nieuwe PPS-projecten zijn mogelijk – als ze juist gestructureerd worden

Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits heeft daarop nagedacht over de opstart van een nieuwe inhaaloperatie voor de scholenbouw in samenwerking met de private sector maar dan wel via een klassieke formule van DBFM (Design, Build, Finance & Maintain). Concreet wenst de Vlaamse overheid zogenaamde clusters in de markt te brengen van â‚Ź 30 tot 60 miljoen. Het DBFM-contract omvat het ontwerp, de bouw, de financiering en het dertigjarige onderhoud van de gebouwen door de private partner. Het contract vraagt verder dat de te realiseren gebouwen in hoofdorde gebruikt worden voor onderwijs, maar na de schooluren tevens ter beschikking staan voor het brede publiek, voor bijvoorbeeld sportactiviteiten, cultuurevenementen enzovoort. Op het einde van de duurtijd van de overeenkomst zal het gebouw automatisch in eigendom overgaan naar de overheid. Het voorwaardelijk positief advies van Eurostat stelt de Vlaamse overheid nu in staat deze nieuwe formule effectief op de markt te zetten.


Veiligheid en welzijn op de bouwplaats

Moet u controleren of uw onderaannemer veilig werkt ? U bent als werkgever verantwoordelijk voor de veiligheid van uw werknemers. Dat staat zo in de Welzijnswet van 4 augustus 1996. Maar deze wet zegt ook dat u moet controleren of de onderaannemer of de zelfstandige waarop u een beroep doet, veilig werken. Stel nu dat ze dat niet doen. Kunt u daarvoor opdraaien?

H

et algemene antwoord is “zeer zeker, maar niet in alle omstandigheden”. We schetsen de essentie van de wetgeving en bespreken een verhelderend geval dat voor de rechter kwam. De wet verplicht u om de volgende drie regels te respecteren. 1) VOORAF CONTROLEREN U bent verplicht om vooraf na te gaan of de onderaannemer of zelfstandige de veiligheidsreglementering respecteert. Is dit niet het geval, dan moet u hem weren en mag u geen beroep op hem doen. Maar hoe kunt u weten of iemand veilig werkt? U kunt onder meer het volgende doen:

- de risicoanalyse en het veiligheidsplan opvragen. U kunt aan de hand daarvan nagaan of de onderaannemer of zelfstandige de gepaste preventiemaatregelen heeft gepland en genomen om de risico’s verbonden aan zijn activiteit in te dijken. U hebt best een bewijs dat u de risicoanalyse opgevraagd hebt;

COMMENTAAR

Iedereen is wettelijk verplicht om mee te werken aan veiligheid De Welzijnswet legt de aannemers de algemene verplichting op om in alle omstandigheden samen te werken om de veiligheid van de werknemers op de bouwplaats te waarborgen. Deze verplichting geldt ongeacht of de tips in dit artikel wel of niet gehanteerd werden, ongeacht het aantal onderaannemers in de aannemingsketen, ongeacht of er wel of niet een veiligheidscoördinator aangesteld was enzovoort. Met andere woorden: een aannemer ontloopt zijn verantwoordelijkheid niet door te beweren dat hij niet wist dat er onveilig gewerkt werd “omdat er geen veiligheidscoördinator aangesteld was”.

onderneming met het gemiddelde van de sector en de subsector. U kunt er uit afleiden of ze goed of slecht scoort op het vlak van veiligheid. Als de frequentiemeter of de verletmeter van de onder-

Bij ernstig en dreigend gevaar moet men onmiddellijk ingrijpen en actie ondernemen, zonder eerst de onderaannemer of zelfstandige in gebreke te stellen - nagaan over of de onderneming een kwaliteitslabel zoals VCA of BesaCC heeft. Van zulke onderneming mag worden aangenomen dat zij aan de wettelijke vereisten inzake veiligheid voldoet; - aan de onderneming vragen dat u inzage krijgt in haar benchmarkingverslag van navb Constructiv, het preventie-instituut van de bouw. Dat verslag vergelijkt de arbeidsongevallen in de

10

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

aannemer al enkele jaren fors boven het gemiddelde ligt, dan bestaat het risico dat hij onveilig werkt; - rekening houden met de veiligheidsreputatie van de onderneming. 2) SCHRIFTELIJK MELDEN U moet als hoofdaannemer de volgende zaken schriftelijk melden aan de onderaannemer of zelfstandige:

- hij moet zijn verplichtingen inzake veiligheid en welzijn op de bouwplaats naleven; - u zult op zijn kosten de nodige maatregelen treffen als hij zijn verplichtingen inzake veiligheid en welzijn van de werknemers niet of gebrekkig nakomt. Deze beide bedingen vermeldt u best elke keer opnieuw bij elke opdracht die u uitbesteedt aan een onderaannemer of zelfstandige. Ze vormen een minimum. Indien praktisch haalbaar worden ze best aangevuld met meer specifieke bepalingen en eisen. Hier volgen enkele voorbeelden: - de schriftelijke waarborg vanwege de onderaannemer dat zijn werknemers een passende opleiding en instructies hebben ontvangen voor onder andere het gebruik van steigers, voor het gebruik en besturen van werftuigen en –machines, voor het ruimen van asbestcement met eenvoudige handelingen enzovoort. - het bewijs dat werknemers van de onderaannemer onderworpen werden aan het medisch toezicht;


3) MAATREGELEN NEMEN Als de onderaannemer of zelfstandige de veiligheid op de bouwplaats niet of gebrekkig naleeft, moet u na een ingebrekestelling zélf de nodige maatregelen nemen. Bij ernstig en dreigend gevaar moet u onmiddellijk ingrijpen en actie ondernemen, zonder eerst de onderaannemer of zelfstandige in gebreke te stellen.

HET OORDEEL VAN DE RECHTER Zoals al vermeld moet een hoofdaannemer toezicht houden op de LADDERS – Vaak het theater van gedrag met risicopotentieel. risico’s van de onderaannemer. Maar de rechter stelde meteen in plichting van een werkgever tegenover zijn arrest dat deze verplichting niet gelijkgesteld mag worden met de toezichtsverzijn eigen werknemers. In dit concrete

De les van deze case kan als volgt samengevat worden: de hoofdaannemer moet onveilige aannemers weren. Hij moet de uitvoerders van de werken er schriftelijk op wijzen dat ze de veiligheid moeten respecteren. Hij heeft een zekere toezichtplicht en neemt eventueel zelf veiligheidsmaatregelen op kosten van de onderaannemer. Hij moet tijdsdruk vermijden. Maar de hoofdaannemer hoeft niet in te staan voor het roekeloze optreden van de onderaannemer, en hij draait niet in alle gevallen op voor de onverstandigheid van de onderaannemer. n

INFO Hebt u nog vragen? Stel ze aan marc.junius@confederatiebouw.be. Meer informatie vindt u ook op www.werk.belgie.be, de website van de FOD WASO. Klikken op Welzijn op het werk, Algemene beginselen en Werken met derden.

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

11

PROJECTEN & BEDRIJVEN

In een arrest van 2014 hield de rechter rekening met de tijdsdruk die uitgeoefend werd op een zelfstandige onderaannemer die onveilig werkte

ANALYSE Belangrijk in dit arrest is dat de rechter rekening houdt met het aspect tijdsdruk. Dit zou het volgende kunnen betekenen: mocht gebleken zijn dat de keuze van de onderaannemer voor de onveilige constructie gemaakt was vanwege een te korte en onrealistische uitvoeringstermijn opgelegd door de hoofdaannemer, dan zou deze geheel of gedeeltelijk aansprakelijkheid gesteld kunnen worden.

SECTOR & BEROEPEN

Omdat hij met de stelling van de hoofdaannemer niet hoog genoeg kon reiken, had een zelfstandige onderaannemer zelf besloten om bovenop deze stelling, op ongeveer zeven meter hoogte, losse planken te leggen. Daarop had een vouwladder gezet, waarop hij was gaan staan om planken tegen een muur te plaatsen. Maar hij verloor zijn evenwicht en maakte een val.

Daarnaast argumenteerde de rechter dat de uitvoeringstermijn zodanig ruim was dat men ook niet kon spreken van tijdsdruk uitgeoefend door de hoofdaannemer. De onderaannemer had tegen de hoofdaannemer een vordering ingesteld, maar de rechter achtte die ongegrond en verwierp zijn eis tot schadevergoeding.

DOSSIER

EEN CONCRETE CASE Veel aannemers zullen zich nu afvragen of ze permanent in het oog moeten houden of een onderaannemer of zelfstandige veilig werkt en niet te veel risico’s neemt. Het is interessant om een concrete case te bespreken, een zaak waarover het Hof van Beroep in Brussel zich uitsprak in een arrest van 28 januari 2014.

geval kon de hoofdaannemer niet voorzien dat de onderaannemer dergelijke risicovolle oplossing zou bedenken om het hoogste deel van de muur te bereiken. Daarop kon de hoofdaannemer niet toezien. Het besluit van de rechter: de manier van werken van de onderaannemer was bijzonder roekeloos en stemde niet overeen met het gedrag van een zorgvuldig vakman.

BOUWBELANGEN

- een schadevergoeding of de ontbinding van de overeenkomst (of beide) als de onderaannemer of zelfstandige de veiligheidsverplichtingen niet naleeft.


Benchmarking navb Constructiv

Evalueer de veiligheid in uw bedrijf Wordt er in uw bedrijf veilig gewerkt? De benchmarking van navb Constructiv helpt om de vraag te beantwoorden.

H

ongevallen en arbeidsongeschiktheid. Ze hebben allemaal hun voor- en nadelen. In het jaarverslag van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk moeten de wettelijke paramaters Frequentiegraad en Werkelijke ernstgraad gebruikt worden, en niet de parameters die navb Constructiv berekent voor de benchmarkingverslagen.

et antwoord is belangrijk. Op de eerste plaats voor uw werknemers en voor uzelf. Maar ook omdat een aannemer u kan vragen om aan te tonen dat u veilig werkt als hij u als onderaannemer engageert (zie het vorige artikel op blz. 10). Belangrijk is vanzelfsprekend dat het antwoord zo objectief mogelijk is. Veiligheid is geen impressie maar een feit. Navb Constructiv, het preventie-instituut van de bouw, ontwikkelde enkele jaren geleden al een handige tool om de veiligheid in de onderneming objectief te beschrijven: het benchmarkingverslag.

MINDER ONGEVALLEN, MEER AFWEZIGHEID IN 2015 Eerste het goede nieuws: het aantal ongevallen in bouwbedrijven lag in 2015 lager dan in 2014. Er is zelfs sprake van een daling in rechte lijn sinds 2011. Dat blijkt uit de Frequentiemeter Arbeidsongevallen van navb Constuctiv. Deze is een maat voor het aantal arbeidsongevallen die leiden tot een afwezigheid van meer dan dertig kalenderdagen.

DRIE PARAMETERS Startpunt zijn officiële gegevens uit de DMFA-aangiften van bouwbedrijven. Navb berekent daaruit drie parameters:

- hoe vaak zijn arbeiders gemiddeld het slachtoffer van een arbeidsongeval? - hoe lang zijn ze gemiddeld afwezig door zulk ongeval? (Dat is maat voor de ernst van het ongeval); - hoe lang zijn ze gemiddeld afwezig door ziekte in het algemeen? (Een maat voor het algemene welzijn in de onderneming.)

AFWEZIG DOOR ONGEVAL – Onveilig werken is slecht voor de werknemers en uiteindelijk ook voor het bedrijf.

hij kan dat, en bovendien moet de aanvraag schriftelijk gebeuren. Met het individuele benchmarkingverslag kan hij dan vergelijkingen maken met de bouw in het algemeen en met gelijkaar-

U kunt de vergelijking maken met de hele bouwsector maar ook met gelijkaardige bedrijven VERGELIJKEN MET ANDEREN Navb doet deze berekening voor de hele bouwsector, voor de deelsectoren, voor de verschillende RSZ-kengetallen en bovendien voor de individuele bouwbedrijven. De eerste drie resultaten zijn publiek en kan iedereen zien op de website van navb Constructiv. Maar een bedrijfsleider kan ook het benchmarkingverslag voor zijn individuele onderneming opvragen. Alleen

12

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

dige bedrijven. Zelfs een gemiddelde score is een aansporing tot verbeteringen. Zijn er enkele jaren aan een stuk meer ongevallen of merkelijk meer ziektedagen dan gemiddeld, dan is het hoog tijd om het beleid voor veiligheid en welzijn onder de loep te nemen. VERWARRING VERMIJDEN Er bestaan verschillende maatstaven voor

Maar hoewel zulke ongevallen in 2015 minder voorkwamen, leidden ze wel tot ongeveer evenveel globale afwezigheid als in 2014. Een maat daarvoor is de Verletmeter Arbeidsongevallen van navb Constructiv. Een mogelijke verklaring is dat de ongevallen ernstiger waren in 2015 dan in 2014. Kijken we niet alleen naar de verletdagen veroorzaakt door ongevallen, maar naar alle verletdagen, dan valt op dat die in 2015 toenamen. Er is zelfs sprake van een voortdurende stijging sinds 2011. Dat blijkt uit de Globale Verletmeter. Die geeft aan hoe lang arbeiders gemiddeld een arbeidsongeschiktheid hebben van meer dan 7 kalenderdagen. Opgelet: het voorgaande slaat alleen op de arbeiders die vallen onder paritair comité 124. Bovendien worden uitzendkrachten niet meegeteld. n Info: Meer informatie over de benchmarking staat op www.constructiv.be. Klikken op navb Constructiv – Welzijnsinfo – Statistieken. Daar vindt u ook hoe u het verslag van uw onderneming kunt opvragen.


Al jaren stelt de Confederatie een model van arbeidsreglement ter beschikking van haar leden. Het is zeer degelijk en heeft dus een excellente reputatie. Nu is er een nieuwe versie van dit model, zowel voor arbeiders en bedienden. Vergeleken met de vorige versie zijn er twee aanpassingen. De klachtenprocedure voor psychosociale belasting en pesten is licht gewijzigd. Inspecteurs van Toezicht en Welzijn hadden een opmerking bij de vorige versie: de collectieve aspecten van psychosociale belasting waren onderbelicht. Het gaat dan om dingen als werkprocedures, overmatig lawaai en moeilijke relaties tussen personen op het werk.

Gewijzigd in overleg met de inspectie Toezicht en Welzijn

Er is een ook een clausule toegevoegd over de On Board Unit (OBU) die hoort bij de kilometerheffing. De clausule wijst de werknemer erop dat hij verplicht is om de OBU correct te gebruiken. Is hij nalatig of gebruikt hij deze niet correct, dan kan hij een sanctie krijgen. VERPLICHT De wet verplicht elke werkgever een arbeidsreglement op te stellen, ongeacht of hij één of honderd werknemers heeft. Bij een aanwerving moet hij dit document aan de nieuwe arbeider of bediende overhandigen.

Het arbeidsreglement stelt de algemene arbeidsvoorwaarden vast. Het vult de individuele arbeidsovereenkomst aan. Er staat bijvoorbeeld in hoe in de onderneming gewerkt wordt en hoe de arbeid georganiseerd is: uurroosters, de uitbetaling van het loon, de duur van de jaarlijkse vakantie, opzeggingstermijnen, wat telt als een dringende reden voor een ontslag, de sancties … Daarnaast kan de werkgever bepaalde bijzondere verplichtingen voor zijn werknemers vastleggen in het document.

DOSSIER

Ondanks de wijziging blijft de procedure voor interventies compact en laagdrempelig. Iedere werknemer die overmatige psychosociale belasting of pestgedrag ervaart, vindt in het reglement op een begrijpelijke manier welke mogelijkheden er bestaan om bijstand te krijgen.

BOUWBELANGEN

Aangepast arbeidsreglement beschikbaar voor de leden

INFO

Leden van de Confederatie kunnen het nieuwe arbeidsreglement van www.confederatiebouw.be afhalen. In het ledengedeelte klikken op Modeldocumenten en Personeelsbeheer.

Iedere ambachtsman of -vrouw kan zich voortaan als dusdanig laten erkennen. Daarvoor moeten ze een aanvraag doen bij de federale overheidsdienst Economie. De overheid wil met dit initiatief de ambachtslui een grotere zichtbaarheid geven. Ze mogen bijvoorbeeld een speciaal logo afficheren en worden opgenomen in een register. De FOD Economie heeft een Commissie Ambachtslieden, die onderzoekt of de aanvragers aan de wettelijke voorwaarden voldoen. Ze onderzoekt daarbij vooral het authentieke karakter van de activiteit, het manuele aspect (handenarbeid) en de knowhow van de ambachtsman.

plaatse nodig acht. Dan kan de termijn met een maand verlengd worden. Ambachtslui kunnen alleen een erkenning krijgen als ze ingeschreven zijn in de Kruispuntbank van Ondernemingen voor hun activiteit en als ze minder dan twintig werknemers hebben. ZES JAAR ERKEND De erkenning is geldig voor een periode van zes jaar. Ze begint te lopen vanaf de eerste dag na de gunstige beslissing. Wie een verlenging wil, moet deze aanvragen ten vroegste één jaar en ten laatste drie maanden vóór het einde van de geldigheidsduur. Ten laatste één maand vóór het einde neemt de Commissie Ambachtslieden een beslissing. ERKENNING INGETROKKEN Wie niet meer voldoet aan de voorwaarden van de erkenning, moet dat onmiddellijk melden aan de Commissie Ambachtslieden. Als men meer dan drie maanden niet meer voldoet aan de voorwaarden, wordt men niet meer beschouwd als ambachtsman door de Commissie. Deze trekt de erkenning dan in. Ook deze intrekking wordt vermeld in het ambachtenregister.

PROJECTEN & BEDRIJVEN

REGISTER De FOD Economie neemt de erkende ambachtslui op in een ambachtenregister. Daarin staan naast naam en adres ook het ondernemingsnummer, de activiteit en de datum van erkenning. De aanvraag tot erkenning is volledig gratis, maar de FOD vraagt wel dat men alle documenten meestuurt die nuttig zijn bij de evaluatie. De Commissie neemt normaal gezien binnen de twee maanden een beslissing, tenzij ze een onderzoek ter

SECTOR & BEROEPEN

Ambachtsman en –vrouw hebben nu ook wettelijke erkenning

INFO

Meer informatie staat op economie.fgov.be, de website van de FOD Economie. Klikken op Ondernemingen & Zelfstandigen – Leven van een onderneming – Ambachtsman, een wettelijke erkenning.

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

13


Facturatie medecontractant - verlegging van heffing

Btw wel of niet vermelden op de factuur? In principe moeten het btw-tarief en de verschuldigde btw op een factuur staan. Maar voor de bouwsector bestaat een speciale regeling. In sommige gevallen mogen aannemers noch het btw-tarief, noch de verschuldigde btw op de factuur zetten. Deze regeling wordt vaak “facturatie medecontractant” genoemd. Men zegt ook dat de btw naar de klant “verlegd” wordt. Dit systeem voor de bouw bestaat al lang, maar de toepassing doet vaak twijfels rijzen. We bespreken de belangrijkste punten.

N

ormaal gezien gaat het zo: je maakt een factuur op en vermeldt de btw. De klant betaalt de factuur en dus ook de btw. Vervolgens doe je een btw-aangifte en stort de btw door aan de overheid.

Maar bij “verlegging van heffing” staat de btw niet op de factuur en betaalt de klant deze niet aan de leverancier. De klant stort de btw zelf door aan de overheid. De medecontractant moet dus zelf de verschuldigde btw berekenen en opnemen in zijn btw-aangifte. Hij mag die volgens de gewone regels in aftrek brengen. VOOR WELKE WERKEN? “Facturatie medecontractant” of kortweg “medecontractant” is verplicht als aan twee voorwaarden tegelijk voldaan is (zie kadertekst). Maar uit deze voorwaarden volgt ook dat medecontractant alleen toegepast mag worden voor een specifieke

Wanneer geldt verlegging van heffing? Het basisprincipe is eenvoudig. Verlegging van heffing moet worden toegepast - bij facturen voor werken in onroerende staat; - als de medecontractant een btw-plichtige is die maand- of kwartaalaangiften indient. Deze twee voorwaarden moeten tegelijk vervuld zijn. Anders mag verlegging van heffing niet. Maar dit is enkel het basisprincipe. Dat mag dan eenvoudig zijn, de concrete toepassing is dat heel wat minder. De tekst in dit kadertje beschrijft de situatie dus niet volledig nauwkeurig. Meer uitleg staat in het artikel.

uitvoering van deze werken moet met verlegging van heffing gefactureerd worden. De verkoop van een gebouw daarentegen is géén werk in onroerende staat. Het is de levering van een goed. Op de verkoop van

Vroeger was vereist dat de werken uitgevoerd werden voor de btw-activiteit van de klant. Maar deze voorwaarde is intussen afgeschaft reeks werken. De precieze opsomming staat in de btw-reglementering, maar het gaat onder andere om de eigenlijke werken “in onroerende staat”, zoals een gebouw oprichten, afwerken, inrichten, herstellen, reinigen of afbreken. Onder het toepassingsgebied vallen ook: schilderwerken, de levering met plaatsing van elektrische en sanitaire installaties (of delen daarvan), de levering met plaatsing van alarmtoestellen enzovoort. Ook de terbeschikkingstelling van personeel voor de

14

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

een woning, appartement, kantoor, winkel of een ander gebouw is de verlegging van heffing dus niet van toepassing, ongeacht of het afgewerkt, in opbouw of op plan verkocht wordt. BTW-PLICHTIGE KLANT Verlegging moet toegepast worden wanneer de bovenstaande werken worden gefactureerd aan een btw-plichtige klant die maandelijkse- of trimestriële aangiften indient. Die klant kan een andere aannemer zijn, wanneer werken in onderaanne-

ming worden uitgevoerd. Maar de verlegging van heffing geldt ook bij facturatie aan een btw-plichtige die geen aannemer is. Een kantoor bouwen voor een boekhouder valt bijvoorbeeld onder de verleggingsregeling. Vroeger was ook vereist dat de werken uitgevoerd werden voor de btw-activiteit van de klant. Maar deze voorwaarde is intussen afgeschaft. Werken aan de privéwoning van een boekhouder die eigendom is van de btw-plichtige vennootschap, moeten dus worden gefactureerd met verlegging van heffing. Vroeger gold in zulke situaties geen verlegging van heffing en moest een aannemer hiervoor wél btw aanrekenen. Het ging immers niet om werken aan een gebouw bestemd voor de professionele activiteit van de klant. CONTRACT MET ÉN ZONDER Een contract kan verschillende handelingen tot voorwerp hebben. Het kan voorkomen dat sommige daarvan onder de verleggingsregeling vallen en andere niet. De btw-administratie hanteert in dat geval een bijzondere regeling. Daarin is het hoofdvoorwerp van het contract belangrijk.


BOUWBELANGEN

Vermelding op factuur De aannemer moet op zijn factuur de volgende vermelding aanbrengen: “Btw verlegd”. Dit vervangt de vroegere vermelding “Btw te voldoen door de medecontractant – Artikel 20 KB nr.1”. Het is nu niet meer nodig om naar een wetsartikel te verwijzen.

- Bestaat het hoofdvoorwerp niet uit handelingen die vallen onder de verleggingsregeling? Dan moet je de factuur splitsen. Op het hoofdvoorwerp moet de dienstverrichter btw aanrekenen. Maar hij mag geen btw aanrekenen op de bijkomstige handelingen die vallen onder de verlegging van de heffing.

OPENBARE BESTUREN Enkele jaren geleden werd de verlegging van heffing uitgebreid bij facturatie van werken voor openbare besturen. Daarvóór

Wat als één contract handelingen tot voorwerp heeft mét en zonder verlegging? Dan hanteert de administratie een bijzondere regeling Het is voor een aannemer niet eenvoudig om dat allemaal te achterhalen. Daarom heeft de administratie haar standpunt aangepast. Verlegging van heffing geldt zodra de overheid een btw-nummer heeft en periodieke btw-aangiften indient, ongeacht de bestemming van de werken. TIJDELIJKE VENNOOTSCHAPPEN Voor de uitvoering van werken worden frequent tijdelijke vennootschappen van

De verlegging van heffing werd enkele jaren geleden uitgebreid bij facturatie van werken voor openbare besturen moest de verlegging alleen toegepast worden als het ging om werken voor activiteiten waarvoor het bestuur btw-plichtig is.

- De tijdelijke vennootschap heeft een btw-nummer. Dan past de vennootschap verlegging van heffing toe op de facturen die ze uitreikt aan de klant. De facturen van de vennoten aan de tijdelijke vereniging zijn in principe onderworpen aan hun eigen btw-regime. Voor de huur van een machine of een andere facturatie die niet onder de verleggingsregeling valt, moet dus btw aangerekend worden. Maar dat is het principe. In de praktijk aanvaardt de administratie “medecontractant” voor alle facturaties van de vennoot aan de tijdelijke vennootschap. Op de factuur moet dan wel verwezen worden naar het contract dat een werk in onroerende staat als voorwerp heeft. n

INFO Nog vragen over de verlegging van heffing? Stel ze aan marleen.porre@confederatiebouw.be.

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

15

PROJECTEN & BEDRIJVEN

Om een voorbeeld te geven: vroeger gold verlegging van heffing niet voor werken aan de raadszaal in een gemeentehuis. Gemeenten zijn immers niet btw-plichtig voor vergaderingen van de gemeenteraad. Maar bij heel wat gemeenten kun je een zaal huren, en in bepaalde gevallen maakt hen dat btw-plichtig. Voor werken aan zulke zaal gold de verlegging dan weer wel.

btw-plichtige vennoten opgericht. Hoe verloopt de facturatie tussen zulke vennootschap en haar klant? Tussen de vennootschap en de vennoten? Belangrijk is hier de vraag of de tijdelijke vennootschap een btw-nummer heeft.

- De tijdelijke vennootschap heeft géén btw-nummer. Dan gaat men er van uit dat de vennoten de handelingen van de tijdelijke vereniging zélf verrichten, elk voor hun deel. Elke vennoot moet de uitvoering van de werken rechtstreeks aan de klant factureren en de verlegging van heffing toepassen (indien deze van toepassing is).

SECTOR & BEROEPEN

Soms is zulke splitsing in de praktijk te moeilijk. In dat geval staat de administratie toe dat je op de volledige factuur btw aanrekent.

INGEWIKKELD – Verlegging van heffing kan vermijden dat een aannemer de btw moet voorfinancieren. Maar de toepassing vraagt wel nauwgezetheid.

DOSSIER

- Bestaat het hoofdvoorwerp uit handelingen die vallen onder de verleggingsregeling? Dan mag je op de volledige factuur de verlegging van heffing toepassen. Je mag ze dus ook toepassen op de bijkomstige handelingen die normaal niet onder de verleggingsregeling kunnen vallen.


PRIX WORD LAUREAAT 2016

foundation PRIJS

AEDIFICAS FOUNDATION PRIJS

De bouwsector is een stuwende kracht in onze samenleving. De bouwbedrijven zijn zich bewust van hun maatschappelijke rol. Daarom heeft de Confederatie Bouw de stichting Aedificas Foundation opgericht. Deze stichting reikt jaarlijks de Aedificas Foundation Prijs uit aan vier partnerships die zich belangeloos inzetten voor een betere inschakeling in de maatschappij van kwetsbare groepen door aangepaste huisvesting.

WAT? WIE? HOE?

Aedificas Foundation Prijs 2016 =

5.000

Elk lid-bouwbedrijf dat samen met een vereniging zonder winstoogmerk werkt rond maatschappelijke integratie door betere huisvesting. Informatie en inschrijven online op www.aedificas-foundation.be Kandidaturen moeten ingediend worden vóór 28 oktober 2016.

WAAR? Uitreiking Aedificas Foundation Prijs op vrijdag 25 november 2016

een initiatief van

op de Confederatie Bouw, Lombardstraat 42, 1000 Brussel.

projectoproep ad 210x140 NL.indd 1

2016-april 13:39

© Arch. GroupO - foto A. Nullens

BETON, in het hart van duurzaam bouwen Beton beschikt ontegensprekelijk over talrijke troeven waardoor het heel natuurlijk past in de logica van duurzaam bouwen: goede akoestische isolatie, optimale thermische inertie, het is recycleerbaar, rot niet, is brandbestendig, stevig, het vergt weinig onderhoud, is economisch… Onder alle omstandigheden en over zijn hele levenscyclus zorgt beton voor een gezonde en veilige omgeving. Beton bouwt de toekomst !

Vorstlaan, 68 | 1170 Brussel | Tel. 02 645 52 11 Fax 02 640 06 70 | info@febelcem.be | www.febelcem.be

bouwbedrijf - september 2016 Urbaine 210x140 1 16 fr/nl 2016.indd

www.confederatiebouw.be

partner van

infobeton.be

09/12/15 15:52


BOUWBELANGEN

Investeringen

België kreeg al meer dan € 350 miljoen uit het Junckerplan Het Juncker-plan, dat de Europese investeringen wilde stimuleren, komt op kruissnelheid. België kreeg al meer dan € 350 miljoen voor infrastructuurprojecten. Daarnaast was er ook bijna € 80 miljoen voor steun aan kmo’s en startende ondernemingen.

H

DOEN WE HET GOED? Het Juncker-plan wilde € 315 miljard mobiliseren in de EU. Dat is een enorm bedrag en de verwachtingen waren hooggespannen. Op het eerste gezicht heeft België een aardig bedrag in de wacht gesleept in vergelijking met de andere lidstaten: we staan op

de werkgelegenheid in de EU aanzwengelen. Het startpunt is € 21 miljard die uit de begroting van de Commissie en van de Europese Investeringsbank (EIB) komen. Het geld wordt verzameld in een Europees

DOSSIER

et eerste Belgische project dat steun kreeg van het Junckerplan is Nobelwind. Het gaat om de tweede fase van de bouw van dit windturbinepark in de Noordzee, op 46 kilometer van de Belgische kust. Dit project zal € 100 miljoen krijgen uit het Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI). In april van dit jaar werd een gelijkaardig project goedgekeurd, Rentel Offshore Wind. In dit geval gaat het om het ontwerp, de bouw, de opstart en het onderhoud van de offshore windturbinepark in de Belgische Exclusieve Economische Zone in de Noordzee. Hiervoor trekt het EFSI € 250 miljoen uit. Verschillende leden van de Confederatie, waarbij De Nul en DEME, zijn partners van deze twee projecten.

Via Participatiefonds Vlaanderen kan PMV bijvoorbeeld in de komende twee jaar leningen aan kmo’s verstrekken ter waarde van € 40 miljoen. Als we dit schrijven hebben al 100 Vlaamse en 92 Waalse kmo’s van het Juncker-plan kunnen profiteren dank zij deze akkoorden.

WINDTURBINE – Het grootste deel van de Belgische middelen uit het Juncker-plan gaat voorlopig naar projecten die energie uit de wind halen.

de zevende plaats. Maar dit is deels schijn: als we de rangschikking corrigeren voor het bruto binnenlands product van de lidstaten, zakken we heel wat plaatsen. Ondanks het verzet van Duitsland heeft de Commissie al voorgesteld om het Investeringsplan te verlengen na 2017. Daarbij is sprake van een versterking van het onderdeel gericht op kmo’s. WAT WAS HET JUNCKER-PLAN OOK ALWEER? Dit initiatief, dat officieel Investeringplan voor Europa heet, werd in 2014 voorgesteld door Europese Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker. Het moet de groei en

Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI) en dient als een hefboom voor privébeleggingen. De veronderstelling was dat de hefboom een vermenigvuldigingsfactor 15 zou creëren, wat leidt tot de verwachte € 315 miljard. Innovatie, mobiliteit, energie, onderwijs, sociale huisvesting, zorg en welzijn, kmofinanciering en onderzoek en ontwikkeling zijn voorbeelden van sectoren die een beroep kunnen doen op het Juncker-plan. Er is een belangrijke voorwaarde: het moet gaan om privéprojecten of publiek-private samenwerkingen (PPS) die in staat zijn om ook andere financieringsbronnen te activeren. n

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

17

PROJECTEN & BEDRIJVEN

ZEVEN AKKOORDEN Er zijn ook zeven akkoorden bereikt met Belgische financiële instellingen en fondsen, waarbij Belfius, ING Belgium, Sowalfin en PMV (Participatiemaatschappij Vlaanderen). Samen zijn deze overeenkomsten goed voor € 78 miljoen van het EFSI. Ze zouden moeten leiden tot bijna € 1 miljard aan investeringen en meer dan 2000 kmo’s en startups zouden hiervan moeten kunnen profiteren.

SECTOR & BEROEPEN

Het derde project is Ginkgo Fund II. De Europese Investeringsbank (EIB) participeert aan dit infrastructuurfonds voor de sanering en de herwaardering van brownfields in de Europese Unie. De totale kostprijs van dit project wordt geschat op € 120 miljoen, waarvan de EIB € 30 miljoen voor haar rekening neemt. De saneringsprojecten in België zijn goed voor € 6 miljoen.


Factuurfraude

Vermijdt dat er twee keer betaald moet worden! Factuurfraude is in opmars. Zwendelaars onderscheppen een factuur die onderweg is met de post. Ze veranderen het bankrekeningnummer en sturen de factuur vervolgens naar de originele bestemmeling, de klant. Diens betaling komt bij de criminelen terecht. Er bestaat ook een digitale variant. Daarbij dringt een hacker binnen in het informaticasysteem van een leverancier en onderschept hij facturatiemails of andere boekhoudkundige gegevens.

H

et slachtoffer heeft pech. Het motto “wie verkeerd betaalt, betaalt twee keer” is van toepassing. De klant is juridisch bekeken verplicht om de factuur alsnog aan de juiste persoon te betalen. Deze heeft het verschuldigde bedrag immers nooit gekregen. HOE REAGEREN? De Confederatie raadt slachtoffers van factuurfraude vanzelfsprekend aan om klacht in te dienen bij de politie of het parket. Maar u kunt ook enkele praktische maatregelen treffen om u te beschermen. GEEFT U DE FACTUUR UIT? Vermeld uw rekeningnummer dan op de bestelbon of de offerte, liefst op een heel zichtbare manier, bijvoorbeeld in kleur. Vermeld dat betalingen enkel aan die rekening mogen gebeuren. Vraag dat uw klant van bij de betaling van het voorschot uw rekeningnummer opslaat in de applicatie voor pc-banking.

Stuur de factuur bij voorkeur niet op in een enveloppe die een bedrijfslogo draagt of die op een andere manier aangeeft dat ze van een onderneming komt. En stuur ten slotte een factuur op twee verschillende manieren op, bijvoorbeeld per post en in PDF-format met een e-mail. Zeg de klant dat hij alleen mag betalen als beide versies identiek aan elkaar zijn.

FRAUDE? – Controleer nauwkeurig het rekeningnummer voor u betaalt en neem voorzorgen als het plots een ander nummer wordt.

BENT UZELF KLANT? Check of het rekeningnummer op de factuur hetzelfde is als op de bestelbon of offerte. Sla het juiste nummer meteen op in de applicatie voor pc-banking. En

wees zeer wantrouwig als er op de factuur sprake is van een verandering van rekeningnummer, zeker als er een zelfklever over het originele nummer geplakt is. n

INFO alexandra.carle@confederatiebouw.be. De FOD Economie start binnenkort een bewustmakingscampagne tegen factuurfraude.

Mededingingsregels

Informeer u en vermijdt een risico op boetes

H

et is voor alle ondernemingen belangrijk dat de mededinging niet wordt beperkt. Daarom bestaan er mededingingsregels. Ze proberen een klimaat van eerlijke

18

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

concurrentie te garanderen. Over deze regels is recent een gids voor kmo’s gepubliceerd. Interessant, want in geval van inbreuk zijn de sancties en juridische risico’s niet van de poes.

Een aantal afspraken tussen ondernemingen en andere “onderling afgestemde feitelijke gedragingen” zijn verboden. Ondernemingen mogen geen prijzen afspreken en geen markten verdelen. Ze mogen geen


Ze mogen ook geen misbruik maken hun machtspositie bij het aanbieden van producten of diensten op een markt die relevant is voor het mededingingsrecht. Ze mogen geen onredelijk hoge prijzen hanteren die de klant kunnen benadelen. Ze mogen geen onredelijk lage prijzen – “vechtprijzen” – hanteren die concurrenten van de markt kunnen verdringen. Ze mogen bepaalde transactievoorwaarden ook niet opleggen. ZWARE GEVOLGEN In geval van inbreuken kunnen de gevol-

gen aanzienlijk zijn: zware geldboetes (zowel voor ondernemingen als voor natuurlijke personen), strafrechtelijke sancties, nietigverklaring van contractuele clausules en eventueel vorderingen tot schadevergoeding. Ondernemingen die deelnemen aan overheidsopdrachten kunnen bovendien uitgesloten worden van toekomstige deelnames. GIDS BESCHIKBAAR De Belgische Mededingingsautoriteit heeft onlangs een gids voor kmo’s uitgegeven over de mededingingsregels. Het loont de moeite om deze te raadplegen. Het is immers niet uitgesloten dat bouwbedrijven betrokken zijn bij een inperking van de mededinging zonder het zelf te beseffen.

De gids helpt om na te gaan of een bedrijf een machtspositie heeft op een markt die relevant is voor het mededingingsrecht. Hij legt ook uit welke clausules in overeenkomsten en welke afspraken verboden zijn omdat ze de mededinging beperken of verhinderen. n Info: U kunt de gids afhalen van www.bma-abc.be, de website van de Belgische Mededingingsautoriteit. Achtereenvolgens klikken op Over ons – Publicaties – Mededingingsregels: een gids voor kmo’s.

DOSSIER

Overeenkomst met consumenten

BOUWBELANGEN

gunningsprocedures inzake overheidsopdrachten vervalsen of in onderlinge afspraak de productie beperken.

Geef conflicten geen kans Uit het Jaarverslag van de Consumentenombudsdienst blijkt dat de bouwsector niet in de top 10 staat van sectoren waarover de meeste klachten werden ingediend. Goed nieuws, maar de Studiedienst van de Confederatie vroeg ook welke klachten er dan wel zijn. De naleving van uitvoeringstermijnen en al te hoge verbrekingsvergoedingen vormen de voornaamste juridische twistpunten tussen aannemers en consumenten.

Conform artikel 1794 van het Burgerlijk Wetboek heeft de aannemer recht op vergoeding van de gemaakte kosten en gederfde winst als de consument de overeenkomst verbreekt. Sommige aannemers nemen een forfaitaire vergoeding op in het contract. Dit heeft als voordeel dat ze geen schade hoeven te bewijzen. Maar waak er dan over dat deze vergoeding redelijk, billijk en proportioneel is. Leden van de Confederatie vinden een evenwichtige clausule op de website van de beroepsorganisatie. n

CONFLICT – Een conflict tussen klant en dienstverlener loopt soms zo hoog op dat de Consumentenombudsdienst eraan te pas komt. Maar in de bouw is dit relatief weinig het geval.

INFO www.confederatiebouw.be. In het gedeelte voorbehouden aan de leden vindt u de contractuele clausule voor een verbrekingsvergoeding. In de linkerkolom klikken op Modeldocumenten en Bouwrecht, en dan op Aannemingsvoorwaarden voor werken – compacte versie. Het gaat om artikel 8.

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

19

PROJECTEN & BEDRIJVEN

TWEE PIJNPUNTEN Onlangs publiceerde de Consumentenombudsdienst zijn jaarverslag, met daarin de resultaten van de eerste zeven maanden van zijn bestaan. De dienst verwees 122 klachten van consumenten door naar de Verzoeningscommissie Bouw. Uit verdere bevraging bleek dat er op juridisch vlak twee opvallende pijnpunten zijn. Eén ervan is de uitvoeringstermijn: aannemers die niet op het afgesproken tijdstip beginnen of die de verwachte termijn niet halen. Het tweede pijnpunt is de verbrekingsvergoeding.

REDELIJKHEID LATEN REGEREN Weet dat u volgens de regelgeving niet verplicht bent om u te verbinden tot een exacte uitvoeringstermijn? U moet wel een redelijke termijn opgeven, rekening houdend met de werkplanning. Door rekening te houden met voorgaande regel zullen klanten minder kunnen klagen.

SECTOR & BEROEPEN

S

inds 1 juni 2015 bestaat er een Consumentenombudsdienst. Dat is een rechtstreeks aanspreekpunt voor alle consumenten en voor alle problemen. De dienst probeert om twistende partijen minnelijk met elkaar te verzoenen. Als dat niet lukt – het systeem is vrijblijvend – formuleert hij een aanbeveling. De geschillen tussen aannemers en consumenten die de dienst behandelt, zijn hoofdzakelijk van juridische aard. Technische bouwgeschillen geeft hij door aan de Verzoeningscommissie Bouw, een erkende ombudsdienst specifiek voor zulke problemen.


PUBLIREPORTAGE

Uw Arbeidsongevallenverzekering bij Federale Verzekering? U heeft tijd tot eind september om te kiezen voor de verzekering Arbeidsongevallen van Federale Verzekering. Die werd in april bekroond met de DECAVI Verzekeringstrofee 2016 door een jury van vakmensen als de beste verzekering in haar categorie, net zoals in 2013, 2014, 2015 en 2016. Ontdek de redenen waarom onze polis het verschil maakt; wij regelen de rest!

Al voor de 4de maal op rij wint ze de DECAVI Verzekeringstrofee*! Deskundig advies van onze Preventiedienst De Preventiedienst is ISO 9001-gecertificeerd en bestaat uit ingenieurs van wie de dienstverlening bijzonder op prijs wordt gesteld door onze klanten. Ze houden zich dagelijks bezig met de organisatie van veiligheidscampagnes en vormingen binnen bedrijven en met het uitvoeren van risicostudies met het oog op het afsluiten van specifieke waarborgen.

Onze preventie in de praktijk: zie uw veiligheid in het juiste perspectief! Wil u zelf al ondervinden wat onze preventie in de praktijk inhoudt? U kunt al een voorproefje krijgen via onze PreventieBox! En misschien wint u wel een veiligheidsworkshop door ons preventieteam… voor uw team! Ontdek snel onze actie en wedstrijd op www.veiligophetwerk.be.

Het ISO 9001-certificaat, een kwaliteitsgarantie Sinds 1999 beschikt onze afdeling Schadebeheer Arbeidsongevallen over een ISO 9001-certificaat. Dit label is het bewijs dat het activiteitenbeheer gebeurt volgens een goed omkaderd model, waarbij een constante verbetering van de organisatie een belangrijke

20

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

doelstelling is. Dit systeem van kwaliteitsbeheer vormt een onmiskenbare meerwaarde. Zo kunnen we onze klanten de beste service aanbieden.

Uw contract raadplegen en online aangifte van schadegevallen: efficiëntie en snelheid Federale Verzekering biedt haar klanten met Mijn FEDERALE Verzekering op www.federale.be een beveiligde site. U kunt een schadegeval aangeven en de afhandeling van het dossier opvolgen, maar ook uw verzekeringscontracten raadplegen. Bij een elektronische aangifte van een schadegeval kunnen we het dossier nog sneller afhandelen. Om ons contact met u nog te verbeteren, hebben we het beheer van de meeste schadegevallen gedecentraliseerd naar onze regionale zetels.

Gespecialiseerde begeleiding van zwaargewonde slachtoffers Een arbeidsongeval kan dramatische gevolgen hebben, ook voor de familie. Daarom heeft Federale Verzekering een begeleidingsdienst opgericht voor zwaargewonde slachtoffers. Gespecialiseerde medewerksters informeren het slachtoffer zeer grondig over zijn rechten en de afhandeling van het schadegeval, volgen het medische dossier nauwgezet op, adviseren het slachtoffer tijdens zijn hospitalisering en revalidatie. Indien nodig begeleidt onze dienst het

slachtoffer wanneer hij zijn werk herneemt. De werkgever ontvangt ook de nodige info.

Tarieven en winstverdeling De voorbije 10 jaar is geen enkele prijsstijging doorgevoerd voor deze verzekering. Als onderlinge verzekeraar moet Federale Verzekering geen externe aandeelhouders vergoeden. De maatschappij deelt haar winst met haar klanten. Klanten met een Arbeidsongevallenverzekering ontvangen elk jaar hun restorno’s**, die uitgekeerd worden op hun rekening. Wacht niet langer en maak kennis met ons!

* Meer info op www.decavi.be ** De restorno’s en winstdeelnames evolueren met de tijd in functie van de resultaten van de onderneming en de economische conjunctuur. Ze zijn niet gewaarborgd in de toekomst en variëren voor elk product. De regels inzake de toekenning van de winstdeelnames of restorno’s zijn vastgesteld in de statuten van elkeen van de ondernemingen van de groep Federale Verzekering. De statuten kunnen worden geraadpleegd op www.federale.be.

Redactie: Federale Verzekering

www.federale.be


Dossier duaal leren

Alternerend leren en werken krijgt nieuw leven

De relatie tussen onderwijs en werkvloer is in de bouw soms vruchtbaar maar zelden eenvoudig. In de voorbije jaren is het aantal bouwMinder leerlingen Net terwijl we ze nodig hebben

leerlingen in het secundair onderwijs stelselmatig gedaald, vooral dan 22

in het TSO – terwijl net die richtingen voorbereiden op beroepen waarnaar steeds meer vraag bestaat. Is de uitbouw van het duale leren – de

In de school en op de werf

combinatie van werken en leren – de oplossing? De Vlaamse regering

Nieuwe aanpak duaal leren 24

heeft alvast een stevige aanzet in die richting gegeven met een nieuw

De mening van aannemers

decreet. Analyses door de VDAB suggereren dat jongeren die zowel op

26

de schoolbanken als op de werf kennis opdoen, een voorsprong hebEerst even testen Proefprojecten 27

ben op de arbeidsmarkt. Maar veel is nog onduidelijk. Proefprojecten moeten nagaan of het nieuwe duale leren werkt in de praktijk. En uit enquêtes blijkt dat aannemers positief staan tegenover een duale aanpak, maar dat ze wel hun voorwaarden stellen.


Onderwijs en werk

Levert de school wat de bouwbedrijven nodig hebben? Kort voor de vakantie maakte de Vlaamse Confederatie Bouw een opvallende vaststelling. Het aantal vacatures in de bouw was gestegen. Maar het aantal leerlingen in de bouw- en houtrichtingen daalt, voornamelijk in het technisch onderwijs. Dit roept de vraag op of het onderwijs nog aansluit op de arbeidsmarkt. Is duaal leren de oplossing? Het aantal bouwvacatures bleek met 28 % gestegen te zijn kort voor de vakantie. Dat is een beetje paradoxaal. Het aantal bouwvakkers in Vlaanderen is immers sterk afgenomen. Van februari 2015 tot februari 2016 was er een daling met 1 712 arbeiders. In vergelijking met februari 2012 waren er zelfs 10 907 minder in Vlaanderen. Waarom dan meer vacatures? Wat wellicht meespeelt is dat er een vervangingsbehoefte blijft bestaan. De Vlaamse bouwbedrijven moeten afrekenen met sterk vergrijzende bouwarbeiders. Ongeveer 25 % van hen – samen 23 457 mensen – zijn 50 jaar of ouder. Maar volgens de VCB bestaat er een tweede drijvende kracht voor de vacatures: de vraag naar bouwbedienden. De sector zoekt steeds meer medewerkers voor coördinerende taken. In tegenstelling tot de bouwarbeiders is het aantal bedienden in de Vlaamse bouwbedrijven continu blijven stijgen, van 24 090 in 2012 tot 25 300 midden 2015. Uit eerder onderzoek is gebleken dat ongeveer 60 % van de bedienden in de bouw een technisch profiel hebben. Het gaat voornamelijk om werfleiders, calculators en inkopers.

TSO-opleidingen zijn een pad naar de voorbereidende en coördinerende functies waarvoor bouwbedrijven moeilijk mensen vinden VRAAG, MAAR OOK AANBOD? Hiertegenover staat een daling van het aantal leerlingen in bouwrichtingen (zie verderop). Deze daling is voornamelijk te wijten aan het technisch onderwijs (TSO), en dat is jammer in het licht van de voorgaande analyse door de VCB. Precies deze opleidingen leiden in belangrijke mate op voor voorbereidende en coördinerende functies in de bouw.

Deze tendens in het onderwijs is dus tegengesteld aan de vraag op de arbeidsmarkt. Al jarenlang gelden deze coördinerende en voorbereidende functies bij de VDAB als knelpuntberoepen. STEEDS MINDER BOUWLEERLINGEN Vooral in de derde graad van het gewone secundaire onderwijs daalt het aantal leerlingen dan een bouwrichting kiest. In de

22

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

drie richtingen Bouw, Hout en Koeling en warmte in BSO en TSO samen, zaten in het voorbije schooljaar 7395 leerlingen. Dat is 4 % minder dan in het schooljaar 2011-2012. Dat lijkt op zich geen bijzonder grote daling. Maar opmerkelijk is dat er sinds 2011-2012 sprake is van een trend. Een systematische daling, jaar na jaar. De enige uitzondering is het schooljaar 2014-2015, toen het aantal stabiel bleef.

4 % minder bouwleerlingen dan in het schooljaar 20112012, in het TSO zelfs een daling met 11 % Kijken we naar het BSO alleen, dan valt het nog mee: een achteruitgang met 2 % vergeleken met 2011-2012. Globaal bekeken bleef in de voorbije vijf schooljaren het aantal BSO-leerlingen in het bouwonderwijs vrij stabiel. In het TSO gaat het daarentegen niet goed. Het aantal leerlingen daalde van 1757 in 2011-2012 naar 1558 in 2015-2016: een afname met meer dan 11 %. Specifiek in de richting TSO Bouw was er zelfs een daling van 20 % in die periode, van 621 naar 494 leerlingen.. In het buitengewoon secundair onderwijs (BuSO) blijft het aantal leerlingen stabiel, maar in deze groep zitten slechts ongeveer 240 jongeren in de richtingen Bouw, Hout, Koeling en warmte samen.

Jongeren die de Leertijd afmaakten, vinden ongeveer even vlot werk als academische bachelors – hoewel die een universitaire studie achter de rug hebben Ook in het deeltijds onderwijs is er een daling merkbaar, vooral in de richting Bouw. In het voorbije schooljaar werd deze gekozen door 737 jongeren. Dat is 8 % minder dan in 2011-2012.


BOUWBELANGEN

WERKEN EN LEREN IS SUCCESFORMULE De VDAB bestudeert elk jaar hoe gemakkelijk of moeilijk schoolverlaters werk vinden. In zijn Schoolverlatersrapport 2016 stelt de VDAB dat leren en werken een succesformule is. Dat blijkt uit de goede score die de Leertijd jaar na jaar neerzet. Van de schoolverlaters met Leertijd achter de rug is het restpercentage 11,6 %. Anders gezegd: minder dan één op de acht zoekt na een jaar nog werk. De leertijd doet het gemiddeld beter dan schoolverlaters die alleen binnen de schoolmuren hun secundair diploma of getuigschrift behalen. Binnen de groep van laaggeschoolde schoolverlaters scoort geen enkel studieniveau even goed. En opmerkelijk: zelfs de academische bachelors, die een universitaire studie achter de rug hebben, doen het slechts een fractie van een percentage beter.

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het hier alleen gaat over jongeren die hun Leertijd succesvol voltooiden. Wie niet presteert of het te bont maakt, verdwijnt uit dit traject. De jongeren die de eindmeet halen, horen dus bij de besten uit deze groep.

LEERWERKPLAATSEN GEZOCHT De Vlaamse regering beseft dat de combinatie van werken en leren een troef is en heeft een decreet gestemd over duaal leren (zie blz. 24). De VDAB stelt dat een toereikend aanbod van leerwerkplaatsen daarin een prioriteit moet zijn. De medewerking van bouwbedrijven zal nodig zijn om van duaal leren een succes te maken. Praktijk en stage hebben immers een grote positieve invloed op de overgang van school naar arbeidsmarkt. Dat zie je ook aan de leerlingen die een zevende jaar BSO en TSO gevolgd hebben. Zij vinden gemakkelijker werk. Dat geldt zelfs in hogere mate voor het BSO. Dat laatste heeft wellicht te maken met het feit dat een zevende jaar BSO leidt tot een diploma secundair onderwijs. Op de arbeidsmarkt heeft dat nog altijd meer waarde dan een getuigschrift.

Het zou positief zijn mochten leerlingen in een stelsel van duaal leren een diploma SO halen. Alleen werkervaring opdoen tijdens de opleiding volstaat niet. Dat suggereert een gedetailleerde analyse die de VDAB maakte van de kansen op werk van de schoolverlaters uit Leertijd en DBSO. De combinatie van werkervaring én diploma creëert solide kansen op de arbeidsmarkt. De werkervaring brengt een jongere vakkennis en goede werkattitudes bij. Het diploma bewijst dat hij in staat is om zich nieuwe kennis eigen te maken. ■ Info: www.vdab.be

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

23

PROJECTEN & BEDRIJVEN

In het deeltijds onderwijs zitten het jongerenleerlingwezen (JLW) voor jongeren van 15 tot 18, en de alternerende beroepsopleiding (ABO) voor jongeren van 18 tot 23. Vergeleken met 2011-2012 was er in de ABO was er een stijging merkbaar vorig schooljaar, in alle drie de richtingen Bouw, Hout en Koeling en warmte. In het JLW was er daarentegen sprake van dalingen die soms zeer groot zijn. In 2011-2012 ware er nog 217 leerlingen in de richting Bouw. In voorbije schooljaar waren er dat nog 118, een achteruitgang met 46 %. Nemen we ABO en JLW samen, dan is het resultaat een daling van 14 % sinds 2011-2012 voor de bouwgerelateerde opleidingen.

SECTOR & BEROEPEN

Ook het deeltijdse BSO (DBSO) wisselt leren af met werken, maar doet het veel minder goed op de arbeidsmarkt. Volgens de analyse van de VDAB heeft dat verschillende oorzaken. Deze jongeren zijn soms minder gemotiveerd en arbeidsrijp. Daarnaast wordt vaak geklaagd over de stageplaatsen: het zijn er niet genoeg, of ze passen niet. Dat kan het vinden van werk achteraf bemoeilijken.

DOSSIER

Arbeidsmarkt blijft het op prijs stellen dat leerlingen een echt diploma secundair onderwijs gehaald hebben


Alternerend leren

Bouwopleidingen die werk en klas combineren De Vlaamse regering heeft de combinatie van leren op de werkvloer en in de klas strakker afgelijnd. Twee vragen blijven voorlopig onopgelost. Zal dit de toestroom van gemotiveerde en goed opgeleide jongeren naar bouwbedrijven verhogen? En zijn bouwbedrijven bereid om mee te werken aan deze vorm van opleiding? Alternerend leren en werken is voor de Vlaamse regering een instrument tegen schooluitval en jeugdwerkloosheid. Maar het potentieel bleef om verschillende redenen onderbenut. Zo waren de bestaande systemen behoorlijk onoverzichtelijk geworden, met de leerovereenkomst, leerverbintenis, individuele beroepsopleiding (IBO), Alternerende BouwOpleiding enzovoort. De ene keer was Syntra betrokken, de andere keer de Centra voor Deeltijds Onderwijs (CDO). Daarnaast worstelt alternerend leren met een imagoprobleem. Wie zulke opleiding afmaakt, vindt gemakkelijker werk dan gemiddeld. Maar toch leeft het idee dat leren op de werkvloer minder waard is dan onderwijs in de klas. Om het nog wat ingewikkelder te maken was de bevoegdheid vóór de recentste staatshervorming verdeeld over de federale en de gewestelijke overheid. Zo was een deel van de regelgeving op de component “werkplek” federaal. Maar de staathervorming hevelde dit in 2015 over naar de gewesten. Van belang voor de bouw was vooral de overheveling van de BIO (beroepsinlevingsovereenkomst) en het ILW (indus-

Het potentieel van alternerend leren en werken bleef tot nu toe onderbenut triële leerlingwezen of industriële leerovereenkomt). De Vlaamse regering wil van de overheveling gebruik maken om het systeem te vereenvoudigen. Het nieuwe model voor leren en werken moet transparant zijn, met geharmoniseerde statuten en overeenkomsten. Maar wat betekent het voor bouwbedrijven? NIEUW DECREET Op 1 juni keurde het Vlaams Parlement een nieuw decreet goed over alternerend leren. Het maakt een onderscheid tussen twee situaties. In het ene geval wordt de leerling bezoldigd, in het andere geval niet.

- Als een jongere in een jaar gemiddeld minder dan 20 uur per week op de werkplek vertoeft, dan wordt een stageovereenkomst alternerende opleiding gesloten. Deze is onbezoldigd. Jaar mag geïnterpreteerd worden als schooljaar. - Als een jongere in een jaar gemiddeld 20 uur of meer op de werkplek vertoeft, wordt de overeenkomst alternerende opleiding

24

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

gesloten. Deze is wél bezoldigd. Ook het ILW en de leertijd waren vroeger al bezoldigd. Voor zover nu bekend ligt de vergoeding voor de leerling ongeveer tussen de € 420 en de € 530 per maand naargelang de precieze omstandigheden. In principe moet de werkgever daarbovenop ook nog RSZ-bijdragen betalen. Maar dankzij de bestaande verminderingen en doelgroepenkortingen zal de patronale basisbijdrage zeer laag liggen, voor jongeren onder de negentien zelfs minder dan een procent. Het komt er ongeveer op neer dat alleen het vakantiegeld nog bij de bezoldiging komt, en dat vloeit terug naar de leerling. De jongere zelf profiteert van de werkbonus voor lage lonen, die zijn persoonlijke bijdrage aan de sociale zekerheid vermindert. De bezoldiging is zo laag dat de leerling geen personenbelastingen hoeft te betalen. De onderneming moet de leerling een leervergoeding van een maand betalen als ze de overeenkomst beëindigt “op een manier die strijdig is met de bepalingen in [het] decreet”. Ze hoeft de leervergoeding niet uit te betalen bij arbeidsongeschiktheid door een arbeidsongeval en bij slecht weer. Maar de leerling heeft wel recht op de gewone betaalde vakanties, en daarnaast op twintig nietbetaalde vakantiedagen. Deze laatste kan hij alleen opnemen in de schoolvakanties en na overleg met de onderneming. ERKENNING VERPLICHT Alleen een erkende onderneming mag leren op de werkplek organiseren. Voor een erkenning moet ze aan een aantal logische voorwaarden voldoen. Ze moet voldoende georganiseerd zijn en voldoende uitrusting hebben voor de opleiding van de leerling. Haar continuïteit moet gegarandeerd zijn en ze moet dus voldoende financiële draagkracht hebben. Daarnaast mag ze geen arbeidsrechtelijke veroordeling gekregen hebben, of een veroordeling omdat ze haar verplichtingen tegenover de RSZ niet nakwam. In het algemeen: geen veroordelingen voor zaken die de kwaliteit van de leeromgeving nadelig beïnvloeden.

In het verleden moesten bedrijven ook al een erkenning hebben als ze deelnamen aan het industriële leerlingwezen (ILW), maar was dat niet nodig voor andere vormen van leren op de werkvloer, zoals de individuele beroepsopleiding in de onderneming (IBO) en de beroepsinlevingsovereenkomst (BIO). Bedrijven die hieraan deelnamen en een overeenkomst hadden met een jongere in het schooljaar 2015-2016 worden beschouwd als erkend tot 30 juni 2017. Intussen kunnen ze de verlenging van hun erkenning aanvragen. MENTOREN De onderneming moet ook een mentor aanduiden die de opleiding geeft of de jongere tijdens de opleiding begeleidt. Ook voor hem gelden voorwaarden. Hij moet bijvoorbeeld minstens 25 jaar oud


Bedrijven hebben recht op een doelgroepenkorting voor een mentor. Het gaat om een lastenverlaging van € 800 per kwartaal. Het aantal mentoren dat hiervan kan profiteren, hangt af van de omstandigheden. Heeft een mentor bijkomende opleiding nodig? Als hij onder paritair comité 124 valt, zijn er de gebruikelijke vergoedingen van fvb Constructiv.

zijn en minstens vijf jaar praktijkervaring hebben in het beroep. Als hij een bewijs van bijzondere bekwaamheid kan voorleggen hoeft hij maar 23 jaar te zijn. DRIE PARTIJEN De overeenkomst voor een alternerende opleiding is een tripartite overeenkomst, tussen een leerling, een onderneming én een opleidingsverstrekker.

De bouw blijft een stem hebben in de werking van het nieuwe systeem

De leerling ten slotte verbindt zich ertoe dat hij competenties opdoet onder het gezag en het toezicht van de onderneming. Hij moet de nodige lessen en activiteiten bijwonen, de richtlijnen van de mentor volgen enzovoort. ROL VAN DE SECTOR Vroeger hadden de bouwsector en de andere sectoren een stevige stem in de combinatie van leren en werken. In het geval van het ILW stonden de paritaire leercomités (PLC) in voor de erkenning van de bedrijven en voor het beheer van de overeenkomsten. Deze leercomités vielen onder de paritaire comités, wat de vertegenwoordiging van de sector garandeerde.

Speciaal geval: BIO De beroepsinlevingsovereenkomst of BIO is een speciaal geval. Het gaat in essentie om een stage die niet per definitie aangevuld wordt met een andere vorm van onderwijs. De BIO is intussen de bevoegdheid van de VDAB. Deze zal de BIO beheren voor doelgroepen als deze buiten het eigenlijke stelsel van alternerend leren vallen. Info: Meer informatie over de BIO vindt u op www. vdab.be. Klikken op Werkzoekende en werknemer – Opleidingen – Beroepsinlevingsstage.

HERVORMING SECUNDAIR ONDERWIJS Ook het secundair onderwijs zal in de toekomst gemoderniseerd worden. De implementatie zou in verschillende fases verlopen. Men zou in september 2018 beginnen met de eerste graad (de jongste leerlingen) om dan geleidelijk op te schuiven naar de

SECTOR & BEROEPEN

vloer, en ze moet hem de tijd geven om naar de lessen te gaan. En heel belangrijk: de mentor en de trajectbegeleider moeten nauw met elkaar in contact staan. De communicatie tussen die twee is cruciaal.

De sectorale partnerschappen en het Vlaamse partnerschap zullen samen met Syntra een netwerk van leerondernemingen uitbouwen en beheren. Daarnaast beheren ze samen de overeenkomsten. De sectorale partnerschappen zullen ook beslissen welke sectorale kennis een mentor nodig heeft, en dus ook of hij bijkomende opleiding moet volgen. Bedrijven moeten een erkenning aanvragen bij het Vlaams Partnerschap Duaal Leren. Dat kan deze taak delegeren naar de sectorale partnerschappen.

DOSSIER

De opleidingsverstrekker onderhandelt over de overeenkomst, maakt deze op en begeleidt de uitvoering. Hij staat ook in voor de trajectbegeleiding van de leerling. De onderneming moet verzekeren dat de leerling effectief iets kan bijleren op de werk-

waarin eveneens vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers zullen zetelen.

BOUWBELANGEN

Financiële steun voor mentoren

Er is een voorstel om het “zevende jaar BSO” af te schaffen - maar de sector moet nog een advies geven derde graad. In de toekomst zouden de leerlingen in het BSO ook na zes jaar hun diploma kunnen behalen. Momenteel is dit na zeven jaar. Het befaamde zevende jaar zou dus wegvallen. Maar na behalen van zijn diploma kan een leerling zich nog altijd specialiseren, met een Se-n-Se-jaar (secundair-na-secundair). De duurtijd kan variëren van een half tot anderhalf jaar. Er zullen een aantal richtingen sneuvelen. In het TSO bijvoorbeeld zouden de verschillende bouw- en houtopleidingen vervangen worden door één richting Constructietechnieken.

De regering wil de sectorale werking blijven respecteren. De bestaande PLC’s worden omgevormd tot sectorale partnerschappen, waarin de werknemers en werkgevers van de sectoren zullen zetelen. Syntra gaat deze partnerschappen regisseren. Op 1 september zou dit proces voltooid moeten zijn. Binnen Syntra wordt ook een Vlaams Partnerschap Duaal Leren opgericht,

Maar let op: dit is een voorstel van de regering. De sectorale partners en de andere betrokkenen zoals de onderwijskoepels moeten tegen midden september hun advies geven. Pas daarna valt de beslissing. ■ Info: www.werkplekduaal.be

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

25

PROJECTEN & BEDRIJVEN

Maar er bestonden 24 van die comités, en dus ook 24 verschillende reglementen. De Vlaamse regering wil dit stroomlijnen. Ze wil één uniform kader voor de erkenning van bedrijven en voor de rechten en plichten van de betrokken partijen. Hetzelfde geldt voor de schorsing en de beëindiging van overeenkomsten, de aansprakelijkheid, de vergoeding voor de bedrijven, de vakantiedagen enzovoort.


Aannemers over deeltijds leren en werken

Positieve reacties, maar het kan nog beter Hoe staan aannemers tegenover deeltijds leren en werken? Als ze ooit deelgenomen hebben aan het systeem, erg positief. Dat blijkt uit een recente enquête van de Waalse Confederatie Bouw (CCW) bij haar leden. Even een waarschuwing vooraf: de enquête was niet toegespitst op deeltijds leren en werken in het secundair onderwijs. Ze omvat ook jongeren die langs een andere weg deeltijds leren combineren met opleiding op de werkvloer. 90 % KENT HET Het bestaan van deeltijds leren en werken is geen geheim. Ongeveer negen respondenten op de tien kennen het. Afgerond 70 % heeft al deeltijdse jongeren op de werkvloer gehad, ongeveer 20 % van de aannemers kent het systeem, maar heeft er nooit aan deelgenomen. Slechts ongeveer één op de tien heeft er nooit van gehoord.

Met bedrijfsgrootte heeft dat gebrek aan kennis niets te maken: in deze groep komen evenveel bedrijven voor met 50 of meer werknemers, als bedrijven zonder werknemers. De redenen liggen elders. Deze aannemers hebben nooit informatie over deeltijds leren en werken gezien, ze zijn nooit gecontacteerd door een opleidingscentrum of ze hebben het te druk. Hun onwetendheid wil niet zeggen dat ze tegen het systeem zijn. Bijna 80 % van deze groep zou er meer over willen weten. 70 % vindt dat het gemakkelijker zou zijn, mochten ze voorstellen krijgen van hun beroepsorganisatie of hun sociaal secretariaat. WAAROM NIET DEELNEMEN? De 20 % die deeltijds leren en werken kent maar er niet aan deel-

neemt, heeft daarvoor verschillende motieven. Ze hebben de extra werkkracht niet nodig, ze hebben geen tijd of te veel werk, of ze kennen het systeem wel maar vinden dat ze er toch niet genoeg over weten. Bijna 60 % geeft overigens aan dat meer informatie welkom zou zijn. GOED IDEE! Bij de bouwbedrijven die wél deelnemen aan het systeem valt op dat de helft van deze respondenten een kleine onderneming heeft, met nul tot vier personeelsleden. Iets minder dan 20 % heeft vijf tot negen personeelsleden.

Bijna 90 % van deze respondenten is bereid om opnieuw een leerling in de onderneming op te leiden. De complementariteit van leren op de werkvloer en in een opleidingscentrum is één van de voordelen. Maar ze vinden het ook goed dat dat hun bedrijf de nodige kennis zélf kan overbrengen. Daardoor speelt de opleiding beter in op de noden van de onderneming, en leert de jongere de bedrijfscultuur meteen kennen. Daarnaast zien ze het potentieel voor een eventuele latere aanwerving. Een stage door een lerende jongere drukt ten slotte de loonkosten. Maar ze zien ook problemen. De activiteit in een bouwbedrijf fluctueert, en dus ook de kansen om ervaring op te doen op de werkvloer. Sommige aannemers merken op dat het opleidingsaanbod niet aansluit op de gespecialiseerde werken die ze uitvoeren. ■

Wat kan beter volgens de ervaringsdeskundigen? De aannemers in de enquête hebben een aantal tips die deeltijds leren en werken aantrekkelijker zouden maken voor bouwbedrijven. - Sommige jongeren beschouwen deeltijds leren en werken als een degradatie. Ze zijn niet gemotiveerd en dagen niet altijd op. Betere communicatie is nodig, net als een betere oriëntatie van de jongeren. Ze zouden ook doelstellingen en resultaatverplichtingen opgelegd moeten krijgen.

werkvloer. Ook de docenten zouden stages moeten volgen in bouwbedrijven. - De jongeren hebben te veel verlofdagen. Men zou deze moeten verminderen en concentreren in juli en augustus. - De communicatie tussen de onderneming en het opleidingscentrum moet beter. - De jongeren weten niet genoeg over veilig werken.

- Jongeren kunnen niet genoeg op de werkvloer zijn, onder meer doordat de lessen het werk onderbreken. Men zou deze beter buiten de werkuren geven, of gaan naar een systeem met een aangesloten periode op de schoolbanken, afgewisseld met een aaneengesloten periode op de werkvloer. - De opleidingen sluiten soms niet aan op de realiteit op de

26

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

- De administratieve belasting moet verminderd worden. INFO

benoit.muller@ccw.be


BOUWBELANGEN

Proefprojecten van start

Duaal leren in de praktijk Een van de uitdagingen voor het duale leren is de confrontatie met de praktijk. Daarom zijn er in samenwerking met onderwijsinstellingen proefprojecten opgezet die het systeem in het schooljaar 2016-2017 testen. De bouwsector is er via fvb Constructiv (het Fonds voor Vakopleiding) nauw bij betrokken.

DOSSIER

DE SCHOLEN EN RICHTINGEN DIE MEEDOEN Er werden in totaal zeven richtingen geselecteerd om het duaal leren uit te testen, waarvan er één specifiek op onze sector gericht is: Ruwbouw. Het gaat om de derde graad van het BSO en om het deeltijds BSO en de leertijd. Duaal leren krijgt immers zowel vorm binnen het voltijdse en deeltijdse onderwijs als binnen de leertijd. De andere bouwberoepen komen voorlopig niet aan bod, hoewel er ook proefprojecten lopen voor de richtingen Elektrische installaties en Groen- en tuinbeheer.

De proefprojecten Ruwbouw worden georganiseerd in KTA GITBO Keerbergen, het Centrum Leren & Werken (CLW) Genk en verder TSM Mechelen, CDO Kortrijk, PCDO Eeklo en Syntra Genk. VAARDIGHEDEN – In het pilootproject zal de opleiding verschillen van de bestaande, met ruwbouw verwante bouwopleidingen. Eén van de vragen is of het project de competenties zal aanleren die aannemers vragen.

Voor de proefprojecten zelf is er nog een andere uitdaging. In scholen die de duale opleiding ook voltijds aanbieden, kunnen gemengde klasgroepen ontstaan. De ene volgt het duale, de andere het voltijdse traject, maar ze krijgen allebei een gelijkwaardig diploma. Maar is het in de realiteit ook gelijkwaardig? Niet alleen de leerlingen en de ouders maar ook de aannemers zullen dat willen weten. In het deeltijds onderwijs zou zich een inhoudelijk probleem kunnen stellen. De huidige opleidingen voor metselaar, schrijnwerker, bekister, schilder enzovoort verschillen van de nieuwe duale vorming. Het huidige deeltijds leren is meer gericht op één beroep en het onderdeel Ruwbouw is ruimer. Zullen leerlingen uit het duale onderwijs de competenties hebben die de aannemers zoeken?

Fvb Constructiv heeft dit standaardtraject mee uitgewerkt, wat de functie voor de bouwsector mee garandeert. Wie een specialisatiejaar volgt na de opleiding Ruwbouw duaal kan de beroepskwalificaties ijzervlechter en bekister-betonneerder op beheersingsniveau 2 verkrijgen. ONDERSTEUNING DOOR SECTOR Fvb ondersteunt de scholen bij hun zoektocht naar bedrijven die werkplekken willen aanbieden. Duaal leren biedt voor scholen in principe voordelen. Ze kunnen nauwer samenwerken met bedrijven, de praktijk op de werkvloer wordt in de opleiding realistischer benaderd en ze kunnen hun leerlingen ervaring laten opdoen met moderne technieken.

Voorlopig is nog onbekend hoeveel leerlingen aan de proefprojecten deelnemen. De inschrijvingen voor het schooljaar 2016-2017 zijn nog niet afgesloten. Het ziet er voorlopig wel naar uit dat de ruwbouwrichting op interesse mag rekenen. De leerlingen van de deelnemende scholen worden gescreend op arbeidsrijpheid. Alleen leerlingen die arbeidsrijp of quasi-arbeidsrijp zijn, mogen deelnemen. Een vooropleiding bouw is niet officieel verplicht, maar men gaat er van uit dat deze wel gevolgd is. ■ Info: www.constructiv.be

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

27

PROJECTEN & BEDRIJVEN

INHOUD Met andere woorden: wat moet een duale opleiding de leerlingen bijbrengen? De proefprojecten zochten daarvoor inspiratie bij de Vlaamse Kwalificatiestructuur (VKS). Die bevat een aantal overkoepelende eisen waaraan onderwijs- en beroepskwalificaties moeten voldoen. De geactualiseerde beroepskwalificaties die in samenwerking met fvb Constructiv opgesteld worden en die van groot belang zijn voor onze sector, voldoen aan deze eisen. Het opstelde standaardtraject voor de opleiding Ruwbouw duaal omvat:

- algemene vorming; - de erkende beroepskwalificaties metselaar, ijzervlechter en bekister/betonneerder; - de competenties van de beroepskwalificaties ijzervlechter en bekister-betonneerder (op beheersingsniveau 1).

SECTOR & BEROEPEN

De proefprojecten moeten een eerste antwoord bieden op een aantal vragen. Zo is het bijvoorbeeld niet duidelijk hoe ouders, leerlingen en bedrijven zullen reageren op het nieuwe systeem van duaal leren. De leerlingen in het duale traject krijgen een diploma met dezelfde waarde, maar onbekend zou wel eens onbemind kunnen zijn.


Arbeidsongeval?

Vraag uw gratis PreventieBox En maak kans op een veiligheidsworkshop door ons team… voor uw team!

Zie uw veiligheid en die van uw personeel in het juiste perspectief!

Ga snel naar

veiligophetwerk.be

Een onveilige werksituatie is niet altijd even makkelijk herkenbaar. Elk arbeidsongeval dat u vermijdt, is pure winst. Economisch, en menselijk! Neem een afspraak met de adviseur uit uw streek via www.veiligophetwerk.be. Zo ontdekt u de troeven van onze verzekering Arbeidsongevallen en u verneemt hoe u uw premie kan verminderen met onze restorno’s. Bij een offerte krijgt u uw gratis PreventieBox, samengesteld door onze experts, met o.a. een EHBO-doos en handige tips om het veilig werken binnen uw bedrijf te promoten!

www.federale.be 28

bouwbedrijf - september 2016

De restorno’s evolueren met de tijd in functie van de resultaten van de onderneming en de economische conjunctuur. Ze zijn niet gewaarborgd in de toekomst. De regels inzake de toekenning van de restorno’s zijn vastgesteld in de statuten van de Gemeenschappelijke Kas voor Verzekering tegen Arbeidsongevallen. De statuten kunnen geraadpleegd worden op www.federale.be.

www.confederatiebouw.be

De verzekeraar die zijn winst met u deelt.


“Het brede publiek associeert ons nog te veel met de schilders”

BOUWBELANGEN

Belgium Resin Flooring Association

De cluster van de Complementaire Ondernemingen in de Confederatie, heeft een nieuwe telg in zijn rangen: de Belgium Resin Flooring Association (BRFA). Deze federatie wil de aanleggers van harsvloeren verenigen en hun belangen verdedigen. Aan Bouwbedrijf legde voorzitter Dominique Petta uit waarom de nieuwe groepering nodig was.

“Daarnaast is onze sector technisch bekeken verplicht om permanent vooruitgang te boeken. Het is alweer meer dan twintig jaar geleden dat het WTCB een Technische voorlichting opstelde. Deze nog altijd van toepassing en moet dringend up-to-date gebracht worden. Door ons te verenigen en onze ervaring te delen in de verschillende werkgroepen die opgericht zullen worden, kan onze sector in functie van de wensen van de klanten de technische procedures verbeteren en ontwikkelen. Dit initiatief drong zich op. De gebruikte materialen evolueren en ook de dragers zoals de dekvloeren en de betonsoorten zijn veranderd.”

“Op dit ogenblik vinden we onze arbeidskrachten hoofdzakelijk in sectoren in de buurt van de onze: schilders die willen diversifiëren, betonneerder enzovoort. We zitten nu zelfs in het stadium waarin ondernemingen zelf hun werknemers gaan opleiden.“

DOMINIQUE PETTA – “We ontsnappen niet aan de gevolgen van de sociale dumping.”

“We moeten vooruitgang boeken. De gebruikte materialen evolueren en ook de dragers zoals de dekvloeren en de betonsoorten zijn veranderd” een enorm groeipotentieel aan die zijde. Het is ook tijd dat het brede publiek en de algemene aannemers ophouden met ons te associëren met de schilders. Dat is een compleet ander vak.” “Daarnaast willen we met onze sector het vak promoten. De oprichting van de BRFA is op dat gebied de eerste stap. We hopen dat we samen wat meer druk kunnen zetten op de instellingen en overheden die bevoegd zijn voor opleiding, om de opleidingstrajecten te organiseren die nu nog ontbreken.”

PROJECTEN & BEDRIJVEN

DOELSTELLINGEN Dominique Petta: “De BRFA heeft verschillende doelstellingen. Het eerste is om een adelbrief te geven aan onze specifieke kenmerken. Onze doelgroepen moeten deze herkennen en erkennen, maar dat zal nog veel werk vragen. Het begint met de voorschrijvers: architecten, studiebureaus enzovoort. Het is vaak door een gebrek aan kennis dat zij geen beroep doen op onze bedrijven om de gepaste oplossingen en procedures te bepalen die inspelen op de behoeften van de klant. Er bestaat dus

UNFAIRE CONCURRENTIE Dominique Petta: “We ontsnappen niet aan de gevolgen van de sociale dumping. Dat was een bijkomende reden voor de oprichting van een groepering binnen de Confederatie Bouw. De beroepsorganisatie probeert deze plaag al lang in te dijken. Het inzetten van gedetacheerde arbeidskrachten oefent een neerwaartse druk uit op de prijzen, en dat heeft ons doen beseffen dat de toestand niet houdbaar is op de lange termijn. Superieure kwaliteit leveren is één manier om de strijd aan te gaan, en dat verklaart meteen waarom we willen dat onze werknemers beter opgeleid worden. Maar om sociale dumping tegen te gaan zijn niet alleen ingrepen nodig op regionaal maar ook op nationaal en Europees niveau. Daarom moet de BRFA zo groot mogelijk worden. We moeten representatief zijn voor de Nederlandstalige, de Franstalige en de Duitstalige structuren in dit land.” n

INFO cluster@confederatiebouw.be

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

SECTOR & BEROEPEN

“We zijn ambachtslui zonder weerga maar we zitten in een delicate situatie. Hoe kunnen we nog arbeidskrachten vinden? Het is al zeer moeilijk om jongeren warm te maken voor de bouw. Men kan zich wel voorstellen dat het nog moeilijker wordt als de gepaste opleidingen ontbreken.”

DOSSIER

D

ominique Petta: “De harssector is een zeer grote markt in Europa. Hij vormt op dit moment een aanzienlijk facet van de bouw, met een soms onvermoed belang voor essentiële aspecten zoals de dichtheid, de thermische weerstand enzovoort.”

29


BouwRadar

Op zoek naar efficiënter bedrijfsbeheer? Dan is dit project voor u! BouwRadar, een project van de Vlaamse Confederatie Bouw, helpt u op weg naar een efficiënter bedrijfsbeheer. Deelnemen is eenvoudig en effectief. Uit een doorlichting haalt BouwRadar de knelpunten in de onderneming en formuleert oplossingen. Na een halve dag individuele begeleiding kan de bedrijfsleider hiermee aan de slag gaan.

V

laams minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport Philippe Muyters investeert € 100 miljoen in projecten die meer en ambitieuzer ondernemerschap nastreven. Daarbij twee projecten van de Confederatie. Over BRICS hadden we het al in het vorige nummer van Bouwbedrijf. Maar er

is ook BouwRadar, een partnership tussen de Confederatie en het Agentschap Innoveren & Ondernemen (VLAIO) waaraan de lokale confederaties en Deloitte Fiduciaire meewerken. BouwRadar is de opvolger van Bouwfin, een ander project van de Confedera-

HOE WERKT HET? Het startpunt is een doorlichting. Daarvoor moeten bedrijven hun interne balans overmaken en een aantal vragen beantwoorden over strategie, personeel, rapportering, financiën en juridische zaken. Zo hebben de Confederatie en Deloitte Fiducaire een stevige basis om deze the-

aanmelding

evaluatie

bezorgen vragenlijst jaarrekening

halve dag begeleiding

aanbevelingen

actieplan

STAPPEN – Het hele proces bestaat uit zes stappen, en daarna kan de bedrijfsleider aan de slag.

30

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

tie gericht op een beter bedrijfsbeheer. Waarom verdiende Bouwfin een vervolg? Omdat het tempo dat een ondernemer moet aanhouden, steeds hoger ligt. Hij moet tegenwoordig razendsnel reageren op veranderende marktomstandigheden. Dat is een forse uitdaging, maar BouwRadar staat hem bij.

Deelnemen kost niets, dankzij het partnership met VLAIO ma’s met de zaakvoerders door te nemen. Na een eerste gesprek ontstaat een duidelijke kijk op het reilen en zeilen in de onderneming en kunnen aanbevelingen geformuleerd worden. Een tweede gesprek resulteert in een actieplan. Dat probeert antwoorden te geven op een aantal fundamentele vragen. Welke competenties heeft de onderneming zelf in huis? Welke partners kan de ondernemer inschakelen? Hoe kan hij bepaalde acties financieren? Hoeveel tijd


op BouwRadar een beroep doen: studiebureaus, architecten, producenten van materialen, producenten van recycling granulaten, bodemdeskundigen, energieen milieudeskundigen ...

ONDERSTEUNING Daarna krijgt de ondernemer een halve dag ondersteuning. Deze is het startschot voor de uitvoering van het actieplan, en een aanzet tot de concrete oplossing van

WAT KOST HET? Niets. Dankzij het partnership met VLAIO is BouwRadar kosteloos. Na de afloop van een deelname heeft de onderneming geen verdere verplichtingen. De bedrijfsgege-

Het actieplan beantwoordt de belangrijke vragen: de nodige compententies, financiering, tijd ...

VOOR WIE? BouwRadar is er voor vennootschappen met personeel die hun administratieve of exploitatiezetel in het Vlaams gewest hebben. Dit project is bij uitstek gericht op ondernemingen uit de bouwsector. Dat zijn op de eerste plaats de aannemers, maar ook andere ondernemingen kunnen

vens worden vanzelfsprekend met perfecte discretie gehanteerd. KENNIS INHUREN? BouwRadar houdt bedrijven een spiegel voor, doet hen nadenken en actie ondernemen. Maar actie heeft alleen zin als het

AMBITIEUS ONDERNEMEN BouwRadar sluit aan op de filosofie die de Vlaamse regering hanteert. Ze is van oordeel dat Vlaanderen best wat meer ambitie en ondernemingsgeest mag ontwikkelen. We hebben nood aan meer starters, meer blijvers en meer groeiers. Dat is één van de redenen waarom het Agentschap Innoveren & Ondernemen samen met partners zoals de Confederatie projecten op stapel zet die ondernemers aanzetten tot ondernemen, en hen ondersteunen en begeleiden. BouwRadar is slechts één van de vele initiatieven. U kunt ze allemaal ontdekken op www.sterkondernemen.be. n

DOSSIER

de knelpunten. Zes weken later volgt dan een korte evaluatie, die de impact van BouwRadar op het bedrijf bekijkt. Reken op drie maanden voor het doorlopen van de hele cyclus.

bedrijf er beter van wordt. Na een deelname aan BouwRadar kan het dus nuttig blijven om kennis in te huren, zeker als men veranderingen op de lange termijn wil doorvoeren. Het geeft een bedrijfsleider een zekere gemoedsrust als hij weet dat hij gesteund wordt bij het aanpakken van bedrijfsprocessen. Maar BouwRadar geeft geen financiële steun bij het inhuren van dergelijke kennis.

BOUWBELANGEN

denkt hij nodig te hebben voor de uitvoering? Soms zal dit gesprek dieper ingaan op het zakencijfer en krijgt de bedrijfsleider een duidelijker beeld van de prestaties van gelijkaardige concurrenten.

Het bedrijf moet er beter van worden. Daarom kan het nuttig zijn om kennis in te huren SECTOR & BEROEPEN

INFO Wenst u deel te nemen aan BouwRadar? Of zou u gewoon wat meer info willen? Stuur dan een e-mail naar projectcoördinator freija.jongbloet@vcb.be. Vergeet niet om uw ondernemingsnummer en het aantal personeelsleden te vermelden. U kunt Freija ook bellen op het nummer 0473 904 320. Meer informatie staat op www.bouwradar-vcb.be.

Voor uw borgstellingen maak de sprong naar...

Fideris • marktleider • coöperatieve vennootschap die de winsten deelt met haar vennoten

• hoge ristorno • onze borg verzwaart uw bankkredieten niet

• voor openbare , privé werken en de wet Breyne

Gemeenschappelijke Borgstellingen cv - Ondernemingsnummer 0403.259.880 - RPR Brussel

Groenkraaglaan 5 - 1170 Brussel - T 02 676 19 20 - F 02 513 02 91 - info@fideris.be - www.fideris.be

BOR00104 AdvBouwbedrijf_190x82_dec2015_NL.indd 1

11/01/16 10:43

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

31

PROJECTEN & BEDRIJVEN

• voor hoofd- en onderaannemers in alle bouwsectoren

• expertise sinds 1926


Vlaams doelgroepenbeleid

Afschaffingen en overgangsmaatregelen In het vorige nummer van Bouwbedrijf hebben we de nieuwe Vlaamse maatregelen voor doelgroepen besproken. Maar er is meer: een aantal maatregelen voor doelgroepen zullen afgeschaft worden of zijn dat al. Voorbeelden zijn Activa, Activa Start en de tewerkstellingspremie 50+. We bespreken wat er verdwijnt, of er iets in de plaats komt, en welke overgangsmaatregelen er bestaan.

JONGERE - Vroeger was er een RSZ-vermindering voor de aanwerving van jongeren die nog geen 19 jaar waren. Deze is afgeschaft maar er bestaat een overgangsmaatregel. Bovendien kan men overstappen op de nieuwe vermindering voor laag- en middengeschoolde jongeren.

W

e bespreken eerst de kortingen die in het nieuwe systeem terugkomen, weliswaar in een andere en vereenvoudigde vorm. ZEER JONGE WERKNEMERS Vroeger was er een RSZ-vermindering voor de aanwerving van jongeren die nog geen 19 jaar waren. Tot en met het volledige kalenderjaar waarin de jongere 18 werd, had de werkgever daarop recht. De vermindering bedroeg maximaal € 1 000 per kwartaal.

Sinds 1 juli van dit jaar kun je hiervan geen gebruik meer maken. Wie de jongere in dienst nam vóór deze datum, blijft van

32

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

deze vermindering profiteren tot en met het volledige jaar 2018 (behalve als de periode van de toegekende vermindering vroeger stopt). De werkgever moet in dit geval in de DmfA verminderingscode 6033 invullen op de tewerkstellingslijn.

BEPERKTE SCHOLING Vroeger bestonden er RSZ-kortingen voor de aanwerving van jongeren met een beperkte scholing die nog geen 26 jaar waren. De grootte van de korting hing af van de scholingsgraad.

Wat als zulke jongere in 2017 of 2018 negentien wordt? In het oude systeem moest de jongere een C63-werkkaart aanvragen bij de RVA, zodat de werkgever een andere vermindering kon krijgen.

Zeer laaggeschoold: in de eerste 3 jaar een korting van € 1 500, daarna 1 jaar € 400.

In het nieuwe systeem kan hij overstappen op de nieuwe vermindering voor laag- en middengeschoolde jongeren, ook al gaat het niet om een nieuwe aanwerving.

Middengeschoold: in het eerste jaar € 1 000, daarna 2 jaar € 400.

Laaggeschoold: in de eerste 2 jaar een korting van € 1 500, daarna 1 jaar € 400.

Sinds 1 juli 2016 kun je hiervan geen gebruik meer maken. Maar wie de jongere


in dienst nam vóór deze datum, blijft van de vermindering profiteren tot en met het volledige jaar 2018 (behalve als periode van de toegekende vermindering eerder stopt). De werkgever kan voor deze jongere niet overstappen op de nieuwe vermindering voor laag- en middengeschoolde jongeren. Wie een laag- of middengeschoolde jongere in dienst nam vanaf 1 juli 2016, kan wél gebruik maken van de nieuwe vermindering.

OUDERE WERKNEMERS Werkgevers die een werknemer van 54 jaar of ouder in dienst hebben, konden vroeger een vermindering krijgen op de RSZbijdragen. Het bedrag hing af van de leeftijd. Maar sinds 1 juli 2016 is er een nieuwe regeling, die eveneens een doelgroepvermindering voor oudere werknemers bevat.

- voor de 54-jarigen is er geen vermindering meer vanaf het derde kwartaal van 2016. Maar de werkgever kan de nieuwe vermindering aanvragen in het kwartaal waarin de werknemer 55 wordt; - voor werknemers die 55 of ouder zijn, moet de werkgever vanaf het derde kwartaal van 2016 overschakelen op het nieuwe systeem. Hij moet daarvoor in de DmfA verminderingscode 6320 invullen op de tewerkstellingslijn.

Werd de aanvraag voor deze premie al goedgekeurd, of werd de werknemer in

Werkgevers die een erg laaggeschoolde schoolverlater in dienst namen vóór die

Voor indiensttredingen vanaf 1 januari 2017 is er geen RSZ-vermindering meer. Voor indiensttredingen vóór die datum blijft de vermindering bestaan, ofwel tot ze volgens het oude systeem afloopt, ofwel tot en met het vierde kwartaal van 2018, naargelang de datum die het eerst komt. Voor indiensttredingen vanaf 1 januari 2017 verdwijnt ook het loonvoordeel voor de werkgever. Voor indiensttredingen vóór die datum blijft het bestaan, maar opnieuw nooit langer dan tot en met het vierde kwartaal van 2018. Het voordeel stopt vroeger als de werknemer van het Vlaamse naar een ander gewest verhuist. HERSTRUCTURERING De doelgroepvermindering herstructureringen mikte op werknemers die hun baan verloren door een herstructurering,

De Vlaamse regering wilde een eenvoudiger, meer gestroomlijnd stelsel datum, behouden het voordeel. Het stopt evenwel als de werknemer van het Vlaamse naar een ander gewest verhuist. ACTIVA VERMINDERDE ARBEIDSGESCHIKTHEID Dit leek op Activa Start, maar mikte op niet-werkende werkzoekenden met verminderde arbeidsgeschiktheid. Bij indiensttreding kon de werkgever gedurende 36 maanden € 500 in mindering brengen op het nettoloon. De werknemer kreeg de ontbrekende € 500 onder de vorm van een werkuitkering uitbetaald door de hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen of de vakbond.

Vanaf 1 juli 2016 bestaat dit voordeel niet meer bij indiensttreding van iemand die in het Vlaams gewest woont. Gebeurde de indiensttreding vóór die datum dan blijft het voordeel behouden tot het volgens het

een faillissement, een sluiting of een vereffening van een onderneming. Wie zulke werknemers in dienst nam, kon rekenen op een RSZ-vermindering. Was de werknemer nog geen 45 jaar dan kreeg de werkgever de vermindering gedurende 5 maanden; was hij ouder dan werd dat 21 maanden. Deze vermindering is er niet meer voor indiensttredingen vanaf 1 januari 2017. Wie de werknemer in dienst nam vóór die datum, blijft de doelgroepvermindering genieten, ofwel tot ze volgens het oude systeem afloopt, ofwel tot en met het vierde kwartaal van 2018, naargelang de datum die het eerst komt. Vooral voor 45-plussers kan de periode korter uitvallen dan vroeger. n Info: www.werk.be. Klikken op Online diensten en Doelgroepverminderingen.

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

33

PROJECTEN & BEDRIJVEN

TEWERKSTELLINGSPREMIE 50+ Een aantal maatregelen voor doelgroepen komen niet terug in het nieuwe systeem en verdwijnen of doven uit. Zo is de tewerkstellingspremie 50+ sinds 1 juli 2016 afgeschaft. Nu bestaat er alleen nog de doelgroepvermindering voor oudere werknemers (zie het vorige nummer van Bouwbedrijf).

Activa Start is afgeschaft sinds 1 juli 2016. Werkgevers hebben geen recht meer op het voordeel als ze vanaf die datum een erg laaggeschoolde schoolverlater die in het Vlaams gewest woont, in dienst namen.

ACTIVA LANGDURIG WERKZOEKENDEN Deze maatregel is voor werkgevers die een langdurig werkzoekende in dienst nemen. Hij bestaat uit twee delen: enerzijds een RSZ-vermindering en anderzijds, als de werknemer recht had op een werkuitkering, een bedrag dat de werkgever in mindering mag brengen op het nettoloon.

SECTOR SECTOR&&BEROEPEN BEROEPEN

Er is een overgangsmaatregel voor werkgevers die vóór 1 juli 2016 een doelgroepvermindering voor oudere werknemers toepasten. Er bestaan twee situaties:

ACTIVA START Deze maatregel was er vroeger bij de indienstneming van een erg laaggeschoolde schoolverlater. De werkgever kon dan zes maanden lang € 350 van het nettoloon in mindering brengen als het als ging om een voltijdse arbeidsovereenkomst van minstens zes maanden. De werknemer kreeg de ontbrekende € 350 onder de vorm van een werkuitkering, uitbetaald door de hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen of de vakbond.

Het voordeel stopt hoe dan ook als de werknemer naar een ander gewest verhuist.

DOSSIER

Voor zeer laaggeschoolde jongeren in dienst genomen vóór 1 juli 2016 moet de werkgever in de DmfA verminderingscode 6031 invullen op de tewerkstellingslijn. Voor laaggeschoolde jongeren is de code 6030 en voor middengeschoolde jongeren 6032.

dienst genomen vóór 1 juli 2016? Dan wordt de premie toch uitbetaald gedurende één of twee jaar. Deze premie komt met een hele reeks voorwaarden en de grootte hangt af van het loon van de werknemer. Meer informatie vindt u op de website van de VDAB.

oude systeem afloopt, of tot 31 december 2018, naargelang de datum die het eerst komt.

BOUWBELANGEN

Activa Start, een maatregel voor erg laaggeschoolde schoolverlaters, is afgeschaft sinds 1 juli 2016


Erfgoedacademie

Op weg naar meer opleidingen en kwaliteitszorg in de restauratiesector In 2016 werkt de Erfgoedacademie aan het bekendmaken van restauratie en monumentenzorg bij studenten bouw. Daarnaast stimuleert ze opleidingen in restauratie en ze bouwt haar werking uit tot een kenniscentrum. Leidraad daarbij is onder meer de uitgebreide enquête die de academie uitvoerde bij erfgoedaannemers. Deze legde de lacunes en gebreken bloot.

D

e Erfgoedacademie onderzocht in 2014-15 het profiel van restauratievakmannen en restauratie-aannemers (werf- en projectleiders), hun competenties en de opleidingen. Hieruit konden enkele opmerkelijke vaststellingen afgeleid worden, onder meer over de tekortkomingen in het opleidingsveld.

REACTIE ERFGOEDACADEMIE De Erfgoedacademie stimuleert en ondersteunt de opleidingshoofden van de opleidingen Bouw en Bouwkunde om restauratie meer aan bod te laten komen in het bestaande lesprogramma, bijvoorbeeld

Vorig jaar kon u in Bouwbedrijf van maart 2015 al lezen over de Erfgoedacademie. Dat is een vzw opgericht door de VCB, KAHO Vives en ORI die gesubsidieerd wordt door het agentschap Onroerend Erfgoed en de medewerking krijgt van kabinet van minister-president Geert Bourgeois. OPLEIDING Het onderzoek stelde vast dat jonge werf- en projectleiders vaak een opleiding professionele bachelor Bouw of industrieel ingenieur Bouwkunde achter de rug hebben. Maar in deze opleidingen gaat weinig of geen aandacht naar restauratie en monumentenzorg. Daardoor hebben beginnende werf- en projectleiders hierover weinig kennis wanneer zij in het werkveld terechtkomen.

De bestaande vervolgopleidingen Monumentenzorg trekken dan weer weinig bouwkundige profielen aan. Ze zijn te veel gericht op kunsthistorici en architecten. De meeste vakken zijn meer theoretisch dan praktijkgericht, en bovendien zijn deze opleidingen vrij duur en vragen ze een grote tijdsinvestering (ze duren twee jaar). Uit de bevraging bij de aannemers blijkt dat slechts 10 % van de werf- en projectleiders een dergelijke aanvullende studie gevolgd heeft. Men geeft wel aan dat een medewerker met een bijkomende studie Monumentenzorg een meerwaarde is voor het bedrijf, zeker omdat er op dit moment zo goed als geen (kortlopende) bijscholingsmogelijkheden in de Monumentenzorg bestaan. Daardoor moet alle kennis op de werf of door zelfstudie opgedaan worden.

34

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

inschrijven voor kortlopende vakken of modules, naargelang hun noden en interesses. Verder werkt de academie mee aan een beroepskwalificatiedossier voor de restauratie-aannemer, volgens het kwalificatiesysteem van de Vlaamse overheid. Dergelijke beroepskwalificatie bepaalt wat je moet kennen en kunnen om een bepaald beroep uit te oefenen. De kennis en competenties die werden vastgelegd in de studie van de Erfgoedacademie vormen de basis. Het dossier wordt in de loop van 2016 verder uitgewerkt samen met de Vlaamse overheid (Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen – AHOVOKS). BEROEPSPROFIEL RESTAURATIEVAKMAN Restauratievakmannen hebben meestal een achtergrond in een technische of beroepsopleiding Bouw of Hout. Daarbuiten hebben ze slechts in zeer beperkte mate een opleiding genoten die relevant is voor restauraties. Slechts één middelbare school in Vlaanderen biedt een zevende jaar BSO Restauratie aan.

GROTE BEHOEFTEN – Er staat helaas nog heel wat waardevol erfgoed te verkommeren, zoals deze woning in de Terneuzenlaan in Gent.

door de organisatie van bijkomende vakken en keuzevakken, door het uitnodigen van sprekers en het opzetten van bouwplaatsbezoeken. Daarnaast werkt de academie samen met de hogeschool Howest en de UAntwerpen om een modulaire opleiding in Monumentenzorg op te stellen. Werf- en projectleiders kunnen dan

Een nader onderzoek van de bestaande vakopleidingen voor volwassenen brengt een divers aanbod aan het licht, maar dat behandelt hoofdzakelijk basistechnieken en specialisaties in (ver)nieuwbouw. Eucora is het enige opleidingscentrum in Vlaanderen dat ambachtelijke restauratietechnieken aanleert, en daar merken ze jaar na jaar een dalende belangstelling. Deze is onder andere te wijten aan het feit dat er meer vraag bestaat naar opleidingen op maat. Zo sturen aannemers hun personeel liefst naar opleidingen in periodes met weerverlet, maar door ons variabele klimaat vallen die soms niet samen met de momenten waarop centra een winteropleiding plannen. Bovendien eist de erkenningsregeling geen verdere bijscholing in technieken, waardoor de stimulans om opleidingen te volgen eerder laag ligt.


BOUWBELANGEN DOSSIER

EUCORA - Het enige opleidingscentrum in Vlaanderen dat ambachtelijke restauratietechnieken aanleert.

KWALITEIT EN LABELS Niet enkel opleidingen dragen bij aan een betere kwaliteit in de restauratiesector. Er spelen ook andere factoren mee, zoals de selectie- en gunningscriteria, de mentaliteit en de erkenning. Ook deze werden in het onderzoek van de Erfgoedacademie opgenomen.

Ook de Vlaamse overheid beseft dat er nood aan meer kwaliteit bestaat. Er bestaat een federale erkenningsregeling, maar die steunt voornamelijk op de financiĂŤle draagkracht van een bedrijf. In het erfgoeddecreet staat dat de Vlaamse overheid daarnaast een kwaliteitslabel kan toekennen aan onroerend-erfgoedondernemers (hierover vindt u meer in Bouwbedrijf juli-augustus 2016 op blz. 35). De bevraagde aannemers staan achter een bijkomend kwaliteitslabel, maar onder voorwaarden. De eisen voor het bekomen van het label moeten streng zijn. Er moet frequent gecontroleerd worden of men nog voldoet aan de eisen om het label te behouden: goede uitvoering, verplichte opleidingsuren enzovoort. En indien nodig moeten sancties uitgedeeld worden.

voor een vergelijkbaar erkenningslabel, dat als voorbeeld kan dienen. De aannemers betalen een jaarlijkse bijdrage voor het label en ze worden jaarlijks streng gecontroleerd. Men gaat na of de uitvoering voldoende kwaliteit heeft volgens ERM-richtlijnen, hoeveel opleiding er georganiseerd werd enzovoort. Jammer genoeg is het ontwikkelen van een label in Vlaanderen voorlopig een goed voornemen gebleven. De Erfgoedacademie geeft een eerste aanzet door de opmaak van een beroepskwalificatiedossier. Hierin wordt bepaald over welke kennis en competenties werf- en projectleiders moeten beschikken om het kwaliteitslabel te kunnen krijgen. ONROEREND ERFGOED KENNISPLATFORM De Erfgoedacademie streeft ernaar een platform aan te bieden waar professionelen uit de onroerend erfgoedsector alle informatie kunnen vinden over competenties, opleidingen, studiedagen, publicaties, actualiteit in de sector en vacatures. Alle informatie wordt verzameld en gepubliceerd op de website www.erfgoedacademie.be n

Info: www.erfgoedacademie.be. U vindt daar ook de volledige studie die de Erfgoedacademie liet uitvoeren.

In Nederland bestaat al verschillende jaren de stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg (ERM). Deze staat in

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

35

PROJECTEN & BEDRIJVEN

REACTIE ERFGOEDACADEMIE De academie onderzoekt samen met de opleidingscentra welke nieuwe opleidingen ingericht kunnen worden en hoe bestaande opleidingen beter kunnen aansluiten op de vraag van de vakman.

In het huidige restauratielandschap ligt de nadruk meer op het budget dan op de kwaliteit. Dat zie je onder meer aan de aanbestedingen. De inschrijver met de laagste prijs krijgt bijna altijd de opdracht, met het risico op nefaste gevolgen voor de kwaliteit van de uitvoering. Enkele andere Europese landen gunnen de opdracht aan de mediaan van de prijzen (men rangschikt de prijzen van laag naar hoog en neemt middelste prijs uit deze rij). Dit systeem gaat niet ten koste van de kwaliteit en maakt de prijszetting realistischer.

SECTOR SECTOR&&BEROEPEN BEROEPEN

LACUNES Er bestaan ook lacunes in het aanbod. Het valt op dat er geen enkele opleiding bestaat voor de restauratie van daken en voor de restauratie van vloeren. Sommige andere ambachten zijn zo specifiek dat de doelgroep klein is. Dat maakt het moeilijk om een rendabele opleiding in te richten. De enquĂŞte van de Erfgoedacademie leidt tot de conclusie dat de opleiding van nieuwe werkkrachten voornamelijk op de bouwplaats gebeurt onder leiding van een ervaren leermeester. Maar uit de reacties blijkt ook dat de werkdruk op de bouwplaats op dit moment zeer hoog ligt, waardoor de leermeester niet genoeg tijd heeft om zijn leerling een gedegen opleiding te geven. De academie hoopt op een inspanning van de sector om de doorstroming van kennis te bevorderen binnen het bedrijf, in combinatie met opleidingen in gespecialiseerde centra.


Dag van de Afwerking Dinsdag 29 november 2016 Vakbeurs en netwerkevent van het jaar voor fabrikanten, voorschrijvers, architecten en vakmannen uit de volledige afwerkingsector : schilders, schrijnwerkers, plaatsers van plafond- en wandsystemen, parket-, tegel- en mozaïekplaatsers, stukadoors, glazenmakers,… In de ruime hallen van Brussels Kart Expo in Groot-Bijgaarden van 10u00 tot 20u00. Gratis toegang tot meer dan 140 standen. Gemoedelijke sfeer met gratis buffetten en drank. Wie niet wil ontbreken als standhouder kan terecht bij Steve Caufriez - tel. (02) 545 57 25 of via mail: steve.caufriez@confederatiebouw.be.

Nog slechts enkele standen beschikbaar • www.dagvandeafwerking.be

20–23 September 2016

Inspired by glass Pure inspiratie! De toonaangevende beurs glasstec presenteert oplossingen en producten voor energie-efficiënt bouwen. Gebruik de “industry Guide” in het glasstec-portaal, u vindt er alle informatie uit uw branche om uw bezoek aan de beurs optimaal voor te bereiden.

www.glasstec.de/architectureconstruction glt1602_A2_210x140+5_BE_NL.indd 1

36

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

Voor meer informatie: Fairwise BVBA Hubert Frère-Orbanlaan 213 – B-9000 Gent Tel. +32 (9)245 01 68 – Fax +32 (9)245 01 69 info@fairwise.be

15.06.16 17:27


WTCB

Het WTCB op koers In het jaarverslag 2015 blikt het WTCB terug op de activiteiten van het afgelopen jaar. Er was dan ook veel om over te schrijven, aangezien 2015 ook het jaar was waarin de balans opgemaakt moest worden van het allereerste visierapport ‘Op koers voor 2015’. De opbouw van het visierapport vormde dan ook de rode draad voor het jaarverslag. Met de blik op de vooropgestelde ambitieuze doelstellingen worden de activiteiten van het Centrum voorgesteld aan de hand van vier thema’s: ‘energie en milieu’, ‘comfort, gezondheid, toegankelijkheid en veiligheid’, ‘materialen en bouwsystemen’ en ‘technische installaties’. Elk van deze thema’s is vervolgens nog eens opgesplitst in zes pijlers, die de koers van het WTCB hebben bepaald. Met zijn 248 medewerkers behoort het WTCB tot de grootste collectieve onderzoekscentra van België. De organisatie ervan is gebaseerd op het vaststellen van de problemen meteen op het werkterrein zelf. De jaarlijkse werkplannen van de Technische Comités (TC) vormen dan ook de rode draad in de verschillende projecten waar het Centrum bij betrokken is. Elk TC wordt voorgezeten door een aannemer en bestaat uit een kern van afgevaardigden van het bouwberoep, aangevuld met experten In 2015 verscheen TV 255, gewijd aan de luchtdichtheid van gebouwen. (fabrikanten, studiebureaus …). Deze Comités waken erover dat verslag (activiteiten 2015) blikken direchet Centrum zich buigt over onderwerpen teur-generaal Jan Venstermans en voordie belangrijk zijn voor de mensen op het zitter Johan Willemen terug op de grote terrein. Ze sturen het onderzoek naar lijnen van op ‘Koers voor 2015’. domeinen die interessant zijn voor de sector en verspreiden de onderzoeksresultaten via De opstelling van richtlijnen voor de onder andere de WTCB-publicaties. bouw van energieneutrale gebouwen HET WTCB WORDT GESTUURD DOOR DE met als kenmerk een zo laag mogelijke AANNEMERS milieu-impact, rekening houdend met In 2013 publiceerde het WTCB zijn eerste de economische haalbaarheid van dergelijke woningen, was een van de hoofdvisierapport ‘Op koers voor 2015’. Dit doelstellingen. De vermindering van document is tot stand gekomen op basis onze ecologische voetafdruk is immers van de werkplannen van de Technische een grote uitdaging voor ons allemaal Comités en vormde de drijfkracht voor en zeker voor de bouwsector. Dankzij de activiteiten van het Centrum en lijstte meerdere projecten is er al veel vooruitde prioriteiten op die het centrum zichtzelf had opgelegd om te behalen over gang geboekt in het domein. Zo heeft een periode van drie jaar. De uitdagingen het WTCB in 2015 het eerste Belgische centraliseren zich rond de zes hoofdpijreferentiedocument over luchtdichtheid lers, die binnen de vier basisthema’s van gebouwen gepubliceerd (Technische behandeld worden. In het nieuwste jaarVoorlichting nr. 255).

In 2015 heeft het WTCB zich ook gericht op een zeer actuele vraag: het opstellen van technische details om zo te kunnen beantwoorden aan het steeds grotere eisenpakket dat opgelegd wordt aan gebouwen. Deze steeds strenger wordende eisen veroorzaken immers ook de meeste problemen, meer bepaald daar waar verschillende elementen samenkomen en dus ook verschillende bouwberoepen moeten tussenkomen. De technische details vormen daarmee al het onderwerp van verscheidene projecten, maar de grootste uitdaging bestaat erin om dit probleem aan te pakken op alle niveaus én op hetzelfde moment. Alleen zo kan er efficiënt samengewerkt worden zonder elkaar in de weg te lopen. Het WTCB besloot in 2015 ook volop de kaart van de informatieverspreiding te trekken. Het informeren van de bouwprofessionelen werd een van de grootste projecten van het afgelopen jaar. Na een grondige uitbereiding van zijn informatieaanbod heeft het Centrum ervoor gekozen om zijn website, het informatiemiddel bij uitstek, meer in de kijker te zetten. De inspanningen van de collega’s werden beloond met mooie resultaten (zie kaderstuk over www.wtcb.be). KWALITEIT EN INNOVATIE De opstelling van kwaliteitskaders zet de technische en organisatorische knowhow van de aannemers in de kijker en beloont kwaliteitsvol werk. Op deze manier verhoogt zowel de tevredenheidsgraad bij de klanten, alsook het imago van de volledige sector als merk.

Innovatie behoort zonder twijfel tot de kerntaken van het Centrum. Er zijn echter maar weinig centra die voor het onderdeel innovatie binnen hun werking zo dicht bij de mensen op het terrein staan als het WTCB. De innovaties worden als het ware

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

37


WTCB

www.wtcb.be, boordevol bouwinformatie In 2015 heeft het WTCB zich gestort op een nationaal actieplan om zijn website bekender te maken bij de Belgische aannemers. Vele bouwondernemingen gebruikten immers nog niet voldoende de verschillende hulpmiddelen die het WTCB voor hun online ter beschikking stelt. Het WTCB heeft in 2015 heel België doorkruist om zijn website te promoten in een aangenaam en gezellig kader. In totaal hebben er niet minder dan 8300 mensen deelgenomen aan een van de 28 filmavonden. De ingeschrevenen zijn ondergedompeld geweest in de wereld van wtcb.be aan de hand van een korte film van 10 minuten en enkele live demo’s. Het merendeel van de deelnemers kende de WTCB-website niet of weinig, aangezien 80% van hun achteraf heeft aange-

ontwikkeld rechtstreeks in samenwerking met de ondernemingen. Het Centrum kan ook inspelen op de werkelijke noden van de sector, rekening houdend met de eisen die opgelegd worden aan een bouwplaats. De digitale revolutie is een andere uitdaging die onze manier van ontwerpen, bouwen en gebruiken van gebouwen sterk zal beïnvloeden. BIM (Building Information Model) zal de manier van werken in alle beroepen grondig doorheen schudden. Dit heeft het WTCB er dan ook toe aangezet om een nieuw horizontaal Technisch Comité BIM & ICT op te richten om specifieke vragen rond dit onderwerp te kunnen beantwoorden. Meer informatie over dit Technisch Comité zal binnenkort verspreid worden via de website www. bimportal.be. Een interview met de voorzitter van dit nieuwe Technische Comité kon u lezen in het vorige nummer van Bouwbedrijf.

geven de website niet of weinig te gebruiken, terwijl deze volledig gewijd is aan de verschillende bouwberoepen binnen de sector. Op het einde van de verschillende avonden was meer dan 85% weliswaar overtuigd van het nut van de WTCB-website voor zijn beroepsleven. En de eerste resultaten lieten niet op zich wachten. Het WTCB mocht in 2015 ongeveer 1.600.000 bezoekers op zijn website ontvangen, oftwel een verhoging van 15% t.o.v. 2014. In dezelfde periode is bovendien het aantal gedownloade technische documenten gestegen met meer dan 25 %. Zeer bemoedigende cijfers die aantonen dat de bouwsector toch niet zo weigerachtig staat tegenover digitalisering zoals zo vaak beweerd wordt.

Info: het Jaarverslag 2015 kan gedownload worden van de WTCB-website, net zoals voorgaande jaarverslagen tot in

2007. Onderaan homepage ‘Voorstelling en doelstellingen’. n

Virtuele 3D-foto van een robuuste akoestische bouwknoop in het kader van ‘RaDS II’.

Technisch advies voor aannemers Het gepersonaliseerde advies voor bouwprofessionelen en -ondernemingen door enerzijds de afdeling Technisch Advies en anderzijds de afdeling Beheer en kwaliteit van het WTCB is een van de belangrijkste pijlers van de dienstverlening van het WTCB. Deze aanwezigheid op het terrein geeft het WTCB de mogelijkheid de sector nog beter te ondersteunen met technische en organisatorisch advies dat aangevraagd kan worden als er zich een probleem voordoet op de bouwplaats of bij vragen voor/tijdens/na de werken.

38

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

De ingenieurs van het WTCB kunnen uw vraag telefonisch beantwoorden. (dagelijkse permanentie via 02/716.42.11). Zo beantwoordde het WTCB in 2015 meer dan 11.000 oproepen van aannemers. Voor meer complexe problemen of indien een geschreven advies noodzakelijk is, is de snelste en makkelijkste manier om het online aanvraagformulier (www.wtcb.be/ go/ata) in te vullen, hier kunnen immers ook foto’s en/of bijlagen toegevoegd worden. Vorig jaar werden op deze manier ongeveer 6000 dossiers afgehandeld.


WTCB

BOUWBELANGEN

Milieu-impact van steenstrips op buitenisolatie Het isoleren van gevels door steenstrips aan te brengen op een isolatiemateriaal kent een groeiend succes. De geveldikte blijft immers beperkt, terwijl er toch een goed isolatieniveau behaald wordt. Bovendien blijft het esthetische uitzicht van de gevel bewaard. In dit artikel wordt de WTCB-studie over de milieu-impact van deze techniek besproken.

uitputting van grondstoffen, de klimaatverandering en de verzuring van het water en de bodem ... Deze resultaten worden vervolgens gewogen, genormaliseerd en gegroepeerd in een formule die een ééngetalscore oplevert. OPZET VAN DE STUDIE Als functionele eenheid voor de vergelijking werd er uitgegaan van één vierkante meter van elk systeem, met een warmteweerstand van de buitenwanden die voldoet aan de huidige EPB-regelgeving (U = 0,24 W/m²K) en dit, over een levensduur van zestig jaar. Voor bepaalde varianten werd er ook een vergelijking gemaakt met systemen met een aanzienlijk strengere U-waarde (U = 0,12 W/m².K).

Het referentiesysteem is opgebouwd uit op de buitenisolatie verlijmde steenstrips

van gebakken klei met een dikte van 2,2 cm die tweezijdig uit 9 cm dikke bakstenen verzaagd werden. Dit systeem werd vergeleken met een traditionele geïsoleerde spouwmuur met een luchtspouw met ankers en een afwerking bestaande uit gevelbaksteen, een ETICS met een gewapende grondpleisterlaag en een geschilderd afwerkpleister en de toepassing van keramische en natuursteentegels op een buitenisolatie. UITGANGSHYPOTHESEN Ter bepaling van de isolatiedikte ging het WTCB steeds uit van een draagstructuur met een warmteweerstand van 0,39 m².K/W. Deze waarde stemt bijvoorbeeld overeen met een muur van 14 cm uit snelbouwsteen met een warmtegeleidingscoëfficiënt λ van 0,38 W/m.K of met een volle muur van 38 cm bestaande uit

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

39

PROJECTEN & BEDRIJVEN

VERGELIJKING VAN DE IMPACT In deze studie werd de milieu-impact van steenstrips op buitenisolatie bepaald en vergeleken met een aantal andere gevelsystemen, zoals geïsoleerde spouwmuren en ETICS, alsook met de toepassing van tegels op buitenisolatie. Deze vergelijking gebeurde op basis van een levenscyclusanalyse. Hierbij wordt de milieu-impact van een product of een gebouwelement over zijn volledige levenscyclus (vanaf de productie van de materialen, over de installatie op de werf, tot het gebruik, de afbraak en de uiteindelijke afvalverwerking) beoordeeld aan de hand van een aantal indicatoren: de

Algemene opbouw van de verschillende bestudeerde buitengevelisolatiesystemen.

SECTOR SECTOR&&BEROEPEN BEROEPEN

Om de gewenste isolatieprestatie te bereiken zonder de totale muurdikte te verhogen, kan men onder meer zijn toevlucht nemen tot dunnere gevelstenen of tot steenstrips, tegels en bepleisteringen op een buitenisolatie (ETICS). De toepassing van ETICS – zowel bij nieuwbouw als bij renovaties – is intussen al goed ingeburgerd. Ook de plaatsing van steenstrips op isolatie kent een groeiend succes. Deze werkwijze laat immers toe om het uitzicht van de gevelsteen te vrijwaren, terwijl de dikte van de buitenwand binnen de perken blijft en het thermische-isolatieniveau verzekerd is. Tijdens de WTCBstudie werd de aandacht specifiek toegespitst op de milieu-impact van steenstrips op isolatie.

DOSSIER

De prestaties op het vlak van energieverbruik zijn vandaag de dag belangrijker dan ooit. Dit heeft als logische gevolg dat onze gebouwen thermisch beschermd worden door alsmaar dikkere isolatielagen. Zo zijn isolatielagen van 20 cm dik (en meer) niet langer ongebruikelijk. Dit heeft echter als resultaat dat ook de totale dikte van de buitenmuur toeneemt, wat bijvoorbeeld een belangrijke weerslag kan hebben op de breedte van de funderingen. Ter compensatie moet men dan beginnen te spelen met de dikte van het niet-isolerende deel.


WTCB

tieproces van de afwerking. De bevestigings- en verankeringsmethode en de eventuele aanwezigheid van een wapeningslaag spelen daarentegen slechts een kleine rol in de milieu-impact.

Berekening van de milieu-impact van enkele varianten volgens de zeven CEN-milieu-impactindicatoren voor U = 0,24 W/ m².K over een periode van 60 jaar.

twee volle bakstenen met een λ-waarde van 1,0 W/m.K. Voor elk van de alternatieven werden er een aantal varianten bestudeerd. Hierbij werd er gevarieerd in: * het isolatiemateriaal * de aan- of afwezigheid van een wapeningslaag * het productieproces van de steenstrips: tweezijdig of eenzijdig verzaagd * de dikte van de gevelsteen * de aard van de tegel. Hoewel het eenzijdig verzagen van gevelstenen in de praktijk slechts zelden toegepast wordt, werd deze werkwijze in deze studie wel als variant bestudeerd om een beter inzicht te krijgen in de impact ervan. Bij de productie van steenstrips wordt immers alleen de van de baksteen afgesneden dunne laag van 2,2 cm als gevelafwerking gebruikt. Wat overblijft, wordt verbrijzeld en fabrieksmatig gerecycleerd of gevaloriseerd onder de vorm van granulaten.

Ook de impact van de eventuele vervangingen werd nagegaan: vernieuwing van de verflaag om de tien jaar, vervanging van het buitenpleister ... Wat de varianten met steenstrips of tegels op isolatie betreft, is het door een gebrek aan ervaring vooralsnog niet geweten of ze – net zoals verondersteld wordt voor de muur – over een effectieve levensduur van 60 jaar beschikken. Tot slot werd ook het energieverbruik ten gevolge van de warmteverliezen doorheen de buitenwand onderzocht. RESULTATEN VAN DE STUDIE Uit de gevoerde studie is gebleken dat er aanzienlijke verschillen bestaan in de milieu-impact van de onderzochte buitengevelisolatiesystemen. Toch is het moeilijk om te veralgemenen: geen enkel systeem scoort immers over de hele lijn goed of slecht.

De belangrijkste invloedsfactoren zijn het isolatiemateriaal, de dikte en het produc-

Bij de isolatiematerialen is zowel het materiaaltype als de toepassingswijze ervan van belang. Zo heeft het gebruik van rotswol in systemen met ETICS of steenstrips op isolatie een grotere milieuimpact dan de toepassing ervan in een spouwmuur omwille van de grotere benodigde densiteit. Voor de systemen met steenstrips werd ook het belang van het tweezijdig verzagen van de bakstenen aangetoond. Het eenzijdig verzagen van gevelstenen leidt namelijk tot een minder optimaal materiaalgebruik en bijgevolg tot een hogere milieu-impact. Het lijkt dus aangewezen om meer onderzoek te voeren naar de mogelijkheden van een productie ‘op maat’ met een maximale beperking van het materiaalverlies. Bij de systemen met tegels kwam duidelijk naar voren dat de bijkomende afwerkingsprocessen (zoals het opschuren) de milieu-impact aanzienlijk verhogen. Ook de eventuele vervanging van de steenstrips of de tegels (al dan niet gelijktijdig met de vervanging van de onderliggende wapeningslaag) heeft een nadelige invloed op de milieu-impact. Bij bepaalde materialen springt dit effect duidelijker in het oog dan bij andere. Tot slot is gebleken dat een doorgedreven gebouwisolatie altijd voordelig is voor het leefmilieu. De stijging van de milieuimpact ten gevolge van de plaatsing van een dikkere isolatielaag wordt met andere woorden ruimschoots gecompenseerd door de hieruit voortvloeiende daling van het energieverbruik voor de verwarming. Dit neemt echter niet weg dat men bijzondere aandacht moet besteden aan de keuze van de materialen en de bouwsystemen, temeer omdat de impact ervan groter wordt naarmate het gebouw beter geïsoleerd is. n

Referentie Dit artikel is een verkorte aanpassing van het WTCB-Dossier 2015/3.10 geschreven door de volgende drie auteurs: L. Wastiels, dr. ir.-arch., adjunct-laboratoriumhoofd, laboratorium Duurzame ontwikkeling, WTCB, A. Janssen, dr. wet., projectleider, laboratorium Duurzame ontwikkeling, WTCB, en Y. Grégoire, ir.-arch., afdelingshoofd, afdeling Materialen, WTCB.

40

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

Enkel de originele studie, uitgevoerd in het kader van de onderzoeksprojecten LCBuild en Innov-ETICS van het Innoviris-platform Brussels Retrofit XL (www.brusselsretrofitxl.be) mag aangehaald worden als referentie. Het volledige WTCBDossier kan met een geldige account gedownload worden via www.wtcb.be/go/publicaties.


BOUWBELANGEN

RAM track-and-trace

Geautomatiseerd materiaalbeheer / asset tracking

• Localiseren en inventariseren • Efficiënter gebruik • Beter inzicht • Tijdswinst

DOSSIER

Samenwerking met de Confederatie Bouw sinds 2005 RAM Mobile Data NV  Woluwelaan 148-150  Diegem  Tel. 02 715 2511

www.ram.be

BouwOffice: ERP voor de bouw 30 jaar ervaring Werf-Apps, BI, Big data, BIM Full-time helpdesk

PROJECTEN & BEDRIJVEN

KPD.services NV is Belgisch marktleider in software voor algemene bouw, renovatie, wegenbouw, installatie & aanverwante sectoren. Meer dan 400 bedrijven vertrouwen op onze kennis en expertise. Onze software blijft niet aan de oppervlakte, maar dringt diep door in uw dagelijkse bedrijfsprocessen. Dankzij onze BouwOffice Solutions handelt u alle vaste handelingen voor een project vlot, efficiënt en correct af. U vermijdt dubbelwerk en heeft permanent een volledig overzicht van de stand van zaken.

Contact: verkoop@kpd.be +32 (0)13/460 460 www.kpd.be

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

SECTOR SECTOR&&BEROEPEN BEROEPEN

“De software referentie voor de bouw”

41


Stationsproject Mechelen

Oudste spoorweg op vasteland wordt toonbeeld van mobiliteit

STATIONSGEBOUW - 3D-beeld van de stationsluifel. Voor de golvende vormen haalden de ontwerpers hun inspiratie bij de Vierendeelbruggen over de Leuvense Vaart.

De rijkdom van een plaats schuilt ook in zijn geschiedenis. Dat geldt zeker voor het station van Mechelen. Daar arriveerde in 1835 de eerste stoomtrein van de verbinding Brussel-Mechelen, de eerste passagiersspoorlijn op het Europese vasteland. Op die fundamenten wordt nu een ultramodern nieuw station opgetrokken. Nu al spreekt men over de werf van de eeuw. “De scope van de werken is indrukwekkend�, zegt Koen Versypt van THV MAST.

I

n 2008 ondertekenden de stad Mechelen en haar partners Agentschap Wegen en Verkeer, De Lijn, Infrabel en de NMBS-holding de samenwerkingsovereenkomst voor wat tot op heden het grootste project uit de geschiedenis van Mechelen is. Het stationsproject is veel meer dan het zoveelste infrastructuurproject. Het moet het toonbeeld worden van onze toekomstige mobiliteit. Experts spreken in dit verband ook wel over genetwerkte mobiliteit, waarbij ze de stations van vandaag en morgen beschouwen als knooppunten van verschillende vervoersmiddelen. De reiziger

42

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

zal het juiste vervoersmiddel linken aan de juiste verplaatsing en tussendoor ook nog tijd vinden om te werken of boodschappen te doen. PARIJS TOT AMSTERDAM Aan vervoersmiddelen zal er alvast geen gebrek zijn. Er komen twee extra sporen en perrons dankzij de aanleg van een nieuwe spoorbypass. Deze is 3,2 kilometer lang en omvat in totaal zes bruggen, waarvan twee over water. Tegelijk wordt het spoor rechtgetrokken zodat de hogesnelheidstrein tussen Parijs en Amsterdam met een kruissnelheid van 160 km/u kan passeren.

De bypass wordt gelijktijdig uitgevoerd met een andere belangrijke ingreep: de aanleg van de Tangent. Deze ontsluitingsweg loopt grotendeels bovengronds maar duikt ondergronds tussen de Colomaschool en de Leuvensesteenweg en kruist daarbij het kanaal Leuven-Dijle. Over een lange afstand lopen Tangent en bypass boven elkaar. Op die manier is de tunnelconstructie de fundering van de bypass. De bypass en Tangent worden uitgevoerd door twee verschillende aannemersgroepen (zie kader). De THV Stationsparking (Antwerpse Bouwwerken, Valens & CFEInfra) werkt aan het middelste onderdeel,


BOUWBELANGEN DOSSIER

SPOORBYPASS - De nieuwe spoorlijn reikt zover het oog zien kan. Ze is 3,2 kilometer lang en omvat in totaal zes bruggen, waarvan twee over water.

dat zich uitstrekt over een afstand van 500 meter achter het station. Aan de noord- en zuidkant van het projectgebied is de THV MAST actief, met in onderaanneming de THV STAMechelen (BAM Contractors, Jan De Nul, Besix en Franki Construct) die de feitelijke werken uitvoert. WEEKENDWERK De bouw en de installatie van de bypass vragen heel wat technische kennis. Het traject bevat op verschillende plaatsen

onderbruggingen, een techniek waarbij er een brug onder de bestaande sporen wordt gebouwd. Koen Versypt (projectdirecteur THV MAST) legt uit: Koen Versypt: “Eerst boren we kilometers palen in de grond. Vervolgens plaatsen we vier tijdelijke stalen brugdekken. Daaronder bouwen we de landhoofden van de toekomstige brug. Op een bouwstand bouwen we tegelijkertijd het definitieve, nagespannen dek. Met mobiele platform-

wagens rijden we de brug dan naar haar locatie en vervangen we de tijdelijke constructies. Aansluitend graven we de grond eronder uit en plaatsen we de vloer en wanden, en de onderbrugging is een feit.” Alsof dat alles nog niet complex genoeg is, moeten de treinen wel blijven rijden. Een race tegen de klok. De uitvoering en plaatsing gebeurt in fases, op momenten waarop er zo min mogelijk verkeer is.

Eveneens indrukwekkend zijn de voorbereidende werken aan de tunnel onder de vaart.

WATERKERENDE COMBIWAND - Kokerpalen en tussenplanken splijten het kanaal in twee. De waterweg blijft tijdens de werken in gebruik.

DRIEMAAL DE NEKKERHAL De Tangent mondt ondergronds uit in een enorme parkeergarage met drie verdiepingen, die elk de oppervlakte van een Nekkerhal - 20 000 vierkante meter - hebben.

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

43

PROJECTEN & BEDRIJVEN

Koen Versypt: “Een enorme kraan trilt in een eerste fase ijzeren kokerpalen van bijna 30 meter de grond in. Deze worden verbonden met tussenplanken en vormen zo een waterkerende combiwand die tot middenin het kanaal komt. De kuip wordt vervolgens leeggehaald en opgevuld met dwarsbomen tegen de horizontale druk. Tenslotte verwijderen we de combiwand en herhalen we alles voor de andere helft van het kanaal.”

SECTOR SECTOR&&BEROEPEN BEROEPEN

Koen Versypt: “We werken dus voornamelijk tijdens de weekends, ook vaak ’s nachts. De eerstvolgende maandag moet de trein alweer kunnen passeren. Alles verloopt volgens een strikte planning want we kunnen ons geen vertraging veroorloven.”


COMPLEX KUNSTWERK - Over een lange afstand lopen Tangent en bypass boven elkaar. Op die manier is de Tangent de fundering van de bypass.

Ze biedt plaats aan bijna 2 000 wagens. Er komen elektrische laadpalen en er is een rechtstreekse toegang tot de stationshal. Voor de bouw van de parking, inclusief de diepwanden die de bouwput vormen, is er 130 000 kubieke meter beton en 22 000 ton wapening nodig. De werken voor de ondergrondse parking worden uitgevoerd door THV Mechelen Stationsparking. Voordat ze aan de effectieve betonwerken konden starten, moest er eerst gegraven worden, zegt Hugo Jacobs (projectdirecteur THV Mechelen Stationsparking).

Hugo Jacobs: “In totaal hebben we maar liefst 500 000 kubieke meter grond uitgegraven. De bouwpunt is zo’n 13 meter diep en gaat van niveau + 11 naar niveau -2. Waar ga je met zulke hoeveelheden grond naartoe? Dat is niet vanzelfsprekend. Wij hebben wel een herbestemming gevonden, maar de opties zijn schaars.” DE PIJL De omvang is niet het enige opmerkelijke aan de bouwput. De werkmannen werden bovendien continu vergezeld door een team van archeologen. Elke millimeter grond werd eerst gescand alvorens te graven. De kans was immers zeer reëel dat

de werken op archeologisch waardevolle voorwerpen zouden botsen. Die vermoedens bleken gegrond. Hugo Jacobs: “We hebben zopas potten uit de IJzertijd en een staartvin van een Amerikaanse vliegtuigbom uit WOII- gevonden. Maar interessanter, voor ons team althans, zijn de restanten van de oudste spoorlijn op het Europese vasteland. In 1835 reed hier de eerste trein De Pijl van Brussel naar Mechelen. Toch bijzonder dat we van deze ontdekking getuige konden zijn.” En daarmee lijkt de cirkel rond. Want wie zijn geschiedenis kent, kan aan de toekomst bouwen. En die zal niet zolang meer op zich laten wachten, want de stad Mechelen wil de parking, en de Tangent en de bypass tegen respectievelijk 2017 en 2019 in gebruik nemen. n

ONZE LEDEN

Werken op deze bouwplaats De THV MAST met daarin BAM Contractors & Jan De Nul (algemene aannemers), de THV STAMechelen met daarin BAM Contractors, Jan De Nul, Besix en Franki Construct (onderaanneming) en de THV Mechelen Stationsparking met daarin Antwerpse Bouwwerken, Valens en CFE-Infra. Stationsparking – 60 000 vierkante meter, of driemaal de Nekkerhal. Dat is de omvang van deze ondergrondse parking die plaats biedt aan 2 000 wagens.

44

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be


BOUWBELANGEN

Endura® Ventilatie en verwarming hand in hand Vraaggestuurd ventileren, verwarmen en sanitair warm water gecombineerd in 1 toestel Sensoren meten 24/24

Formalis

de binnenluchtkwaliteit per ruimte

Geïntegreerd

uw springplank naar zorgeloos ondernemen

Compact systeem

boilervat van 300 l

DOSSIER

Tot -43 E-peilpunten met Systeem E+® SmartZone U start of heeft een bouwbedrijf? Vertrouw dan op Formalis:

Hernieuwbare energie via warmtepomptechnologie Energieclassificatie

www.renson.be

XL

> bij de afhandeling van al uw administratieve formaliteiten. > voor de inschrijving en wijzigingen in de Kruispuntbank van Ondernemingen. > voor onze expertise en kennis van de bouw.

formalis.be

ondernemingsloket

FORMALIS A5 VERT-2014.indd 1

rijf_construction_NL_92x118_0716.indd 1

WEDDEN DAT ...

5/02/14 16:20

14/07/16 13:28

SECTOR SECTOR&&BEROEPEN BEROEPEN

uw dekvloer dankzij Retanol geen wapening nodig heeft en toch sterker is!

WEDDEN DAT ... uw dekvloer dankzij Retanol belastbaar is na 2 dagen!

WEDDEN DAT ... uw dekvloer dankzij Retanol tot 30 mm dun gelegd kan worden!

Contacteer +32 89 50 13 50 www.pct-chemie.be

UITMUNTEND IN DEKVLOEREN MET GARANTIE

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

45

PROJECTEN & BEDRIJVEN

NEEM DE PROEF OP DE SOM


LEDENKORTING Promo van de maand september

Opdracht tot het uitvoeren van Bijwerken De bouwheer geeft u de opdracht om een bijkomend werk uit te voeren op de bouwplaats. Omdat hiervoor vaak een schriftelijke opdracht is vereist geeft de Confederatie een handig reçuboekje uit in NCR papier (doorslagpapier) dat u onmiddellijk kunt invullen met de melding van de verlenging van de uitvoeringstermijn, prijsaanpassing … Eenmaal ingevuld kunt u direct ter plaatse een kopie bezorgen aan de architect en bouwheer.

LEDENKORTING Speciale verkoopprijs enkel voor de maand september Ledenprijs voor deze publicatie: € 7, exclusief BTW Niet-ledenprijs voor deze publicatie: € 15, exclusief BTW

Deze uitgave kan besteld worden via de website www.confederatiebouw.be, e-shop, Publicaties, Sociaal-Juridisch, Type-contracten en nuttige documenten. Er kan ook gemaild worden naar bestellingen@confederatiebouw.be

46

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be


LEDENKORTING Promo van de maand september

Arbeidsreglement voor de werkgevers uit het bouwbedrijf Nieuwe aangepaste versie 2016

De wet verplicht elke werkgever een arbeidsreglement op te stellen, ongeacht of hij nu bijvoorbeeld 1 of 25 werknemers tewerkstelt. Het is een document dat de arbeider en bediende verplicht moet ontvangen bij zijn aanwerving. Het arbeidsreglement is een document dat de algemene arbeidsvoorwaarden vaststelt, als aanvulling op de individuele arbeidsovereenkomsten. Het verschaft de werknemers informatie omtrent de werking en de organisatie van de arbeid in de onderneming: uurroosters, wijze van betaling van het loon , de duur van de jaarlijkse vakantie, correct gebruik van de On Board Unit (OBU) in het kader van de kilometerheffing, interventieprocedure in geval van pestgedrag, sancties, … Dit document is eveneens een instrument voor de werkgever om bepaalde bijzondere verplichtingen voor zijn werknemers vast te leggen. Dit modelreglement geniet al jaren een uitstekende reputatie en is gekend voor zijn degelijkheid.

Deze uitgave kan besteld worden via de website www.confederatiebouw.be, e-shop, Publicaties, Sociaal-Juridisch, Type-contracten en nuttige documenten. Er kan ook gemaild worden naar bestellingen@confederatiebouw.be

Bestelformulier Te faxen naar 02 545 59 08, te mailen naar bestellingen@confederatiebouw.be of te bestellen via de e-shop. Ondergetekende (naam en voornaam): Onderneming: Facturatieadres: Postcode:

Gemeente:

Tel.:

Fax:

E-mail: Ondernemings- of btw-nummer: Lidnummer Confederatie Bouw: 1) Bestelt het Arbeidsreglement Arbeiders voor de prijs van:

2) Bestelt het Arbeidsreglement Bedienden voor de prijs van:

- € 10 (excl. btw) x

exempla(a)r(en): leden Confederatie Bouw

- € 9 (excl. btw) x

- € 30 (excl. btw) x

exempla(a)r(en): niet-leden

- € 29 (excl. btw) x

exempla(a)r(en): leden Confederatie Bouw exempla(a)r(en): niet-leden

Ik stort dit bedrag na ontvangst van de factuur. Datum en handtekening bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

47


PRO 27 JANUARI 2017 HET NETWERKEVENT VAN DE BOUWSECTOR

Bent u fabrikant, leverancier, invoerder of product-en dienstverlener in de bouwsector ? Exposeer op BATIMOI Pro Het nieuwe B2B-event. batimoipro@wex.be

batimoi-pro.be 48

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be


Bouwmarkt

WEDDEN DAT ...

Claerhout: WEDDEN DAT ...topkwaliteit als bekroning van uw werk Elk bouwproject is de uiting van deispersoonuw dekvloer dankzij Retanol belastbaar lijke visie en smaak van de architect of bouwna 2 dagen!

heer. Dat betekent dat er voor elk aspect in het bouwwerk een oplossing op maat moet zijn. Zo ook voor het dak en de dakafwerking. Vanuit die bekommernis ontwikkelde Claerhout Aluminium een uitgebreide productportfolio van dakranden uit uw dekvloer dankzij Retanol tot aluminium. Voor elke technische uitdaging werkt het Claerhoutgepaste 30 mmteam dun een gelegd kanoplossing worden! uit. Dit streven naar kwaliteit en degelijkheid uit zich overigens niet

WEDDEN DAT ...

alleen op het vlak van R&D, maar ook in de zorg waarmee de stukken verwerkt en afgeleverd worden. Bovendien kan elke professionele dakwerker rekenen op een uitstekende klantenservice. Zo beschikt Claerhout Aluminium over een uitgebreid gamma dat uit voorraad leverbaar is en over een eigen expresdienst voor de klantentoelevering. n

BOUWBELANGEN

uw dekvloer dankzij Retanol geen wapening nodig heeft en toch sterker is!

Meer weten? www.claerhoutaluminium.be

NEEM DE PROEF OP DE SOM

Door gebruik te maken van Retanol van PCT-Chemie verbetert de dekvloer in alle opzichten. Een dekvloer met Retanol wordt sneller hard en de afwerking hecht zich beter. Dankzij de uitzonderlijke vastheid en sterkte van een dekvloer met Retanol is deze zeer geschikt voor extreem dunne toepassingen tot 30 mm, wapening is zelfs niet nodig. Bovendien is de dekvloer gegarandeerd belastbaar na 2 dagen en overlegbaar na 3 dagen, zelfs met parket. n

Contacteer +32 89 50 13 50 www.pct-chemie.be

DOSSIER

PCT-Chemie: Retanol, baanbrekende oplossing voor dekvloeren

UITMUNTEND IN DEKVLOEREN MET GARANTIE

Meer weten? www.pct-chemie.be

Wienerberger: Koramic keramische gevelplaten SECTOR SECTOR&&BEROEPEN BEROEPEN PROJECTEN & BEDRIJVEN

Bij een hellend dak wordt de isolatie meestal aangebracht tussen de spanten of kepers. In geval van een renovatie betekent dit dat u het bestaande onderdak en de binnenafwerking van de dakvlakken moet weghalen. Een alternatief is dat u de isolatie boven op de draagstructuur laat plaatsen. We spreken dan van een sarkingdak. Als u kiest voor een sarkingdak, moet u wel afrekenen met een afwerkingsprobleem. De isolatie steekt namelijk uit boven de gevel. Het hoogteverschil moet u afwerken met een boordplank en gevelpannen. Wienerberger, fabrikant van keramische bouwmaterialen en concepten, heeft hiervoor een alternatief ontwikkeld in de vorm van een keramische gevelplaat. Het gaat om een gevelafwerking met een extra lange flap (nuttige hoogte 206 mm), die het verschil tussen de topgevel en de hogere isolatie overbrugt. In vele gevallen heeft u geen boordplank meer nodig en kunt u alles keramisch afwerken. Bovendien is deze oplossing duurzaam, aangezien de keramische elementen een lange levensduur en dezelfde kwaliteiten hebben als de Koramic kleidakpannen van Wienerberger. Dit hulpstuk is combineerbaar met de Stormpan 44 en de Stormpan 993 en uiteraard in dezelfde kleuren verkrijgbaar. n Meer weten? www.wienerberger.be

www.onlinebouwmarkt.be

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

49


MARKANT

147 990

In het eerste semester van 2016 werden 147 990 woonleningen afgesloten. De blijkt uit gegevens van de Beroepsvereniging van het Krediet (BVK). Het grootste aantal hypothecaire kredieten wordt genomen voor de aankoop (40,7 %) of de verbouwing (22,9 %) van een woning. 16,6 % is bedoeld voor een herfinanciering bij een andere bank. De bouw van een woning is goed voor 15 124 woonleningen (10,2 %). Slechts 2,6 % wordt afgesloten voor de aankoop mét verbouwing van een woning. De resterende 7 % ten slotte heeft een ander onroerend doel. Afgerond heeft 79 % van de hypothecaire leningen een vaste rentevoet en 10 % een variabele rentevoet met een initiële vaste periode van tien jaar. De rest heeft een variabele rentevoet met een vaste periode van vijf jaar of minder. n

André Dherte is overleden

De bouw verloor een fervent pleitbezorger Op maandag 25 juli heeft Confederatie Bouw opnieuw een van haar boegbeelden verloren: André Dherte. Hij werd 81 jaar. Van maart 2002 tot maart 2005 was hij voorzitter van de beroepsorganisatie. André Dherte werd geboren op 30 oktober 1934 in een schrijnwerkersfamilie, als zoon en kleinzoon van een aannemer gespecialiseerd in de restauratie van beschermde monumenten. Vandaar ook zijn grote passie voor cultuur en in het bijzonder erfgoed. Zo was deze captain of industry jarenlang ondervoorzitter van Prométhéa, een vzw die het bedrijfsmecenaat ondersteunt. In 1983 maakte hij zijn intrede in de Confederatie als bestuurder om vervolgens gestaag aan zijn carrière te bouwen. Van 1986 tot 1988 was André Dherte voorzitter van de Federatie van Algemene Bouwaannemers (FABA) en van 1990 tot 1994 voorzitter van de Waalse Confederatie Bouw (CCW). Van begin 2002 tot begin 2005 ten slotte was hij voorzitter van de Confederatie Bouw. Robert de Mûelenaere (gedelegeerd bestuurder Confederatie) leerde André Dherte kennen als een fervent pleitbezorger van de bouwwereld. Robert de Mûelenaere: “Hij wist als geen ander de bouwbedrijven te inspireren en zag voor de Confederatie hierin een belangrijke rol weggelegd, als unieke spreekbuis en belangenbehartiger van onze sector, zowel op lokaal als op gewestelijk en nationaal niveau.” ONVERMOEIBARE INZET Samen met zijn broer Jean-Claude was hij de grondlegger van het familiebedrijf Dherte te Vloesberg en Dherte Istasse te Namen, een bedrijf dat ze in 1985 overnamen. Zijn drukke bezigheden als aannemer beletten hem evenwel niet om in talrijke andere organisaties een mandaat op te nemen. Zo was hij jarenlang voorzitter van het Vakantiefonds Bouw, was hij actief binnen het WTCB en Federale Verzekering en stond hij

50

bouwbedrijf - september 2016

www.confederatiebouw.be

aan de wieg van bekende Waalse initiatieven zoals CAP2020 en Tradecowall, waarvan hij ook voorzitter was. Confederatie Bouw leeft mee met familie en nabestaanden, en bedankt André Dherte voor zijn onvoorwaardelijke inzet voor de bouwwereld. n


Reken niet op je moeder. Zorg zelf voor een propere werf!

Clean Site System is een voordelige en milieuvriendelijke oplossing voor plastic verpakkingsafval op bouwwerven. Plastic afval is moeilijk te verkleinen en neemt onnodig veel ruimte in je containers gemengd afval in. Terwijl een Clean Site-zak van 400 liter slechts €1,65 kost. Met Clean Site bespaar je gemiddeld €150 per werf!

Meer info en de verkooppunten op www.cleansitesystem.be

LAAT PLASTIC VERPAKKINGEN NIET MEER ZWERVEN OP DE WERVEN.



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.