Winti

Page 1


Winti

© 2024 lm Publishers / Henna Goudzand Nahar

LM Publishers info@LMPublishers www.LMPublishers.nl

Tekst Henna Goudzand Nahar in samenwerking met Marian Markelo

© Illustraties Rossel Chaslie en Renate Siepel, bewerkt door Hedy Tjin

Redactie Margot Reesink

Vormgeving steef liefting

Productie Hightrade bv

isbn 978 94 6022 958 9 nur 224 en 248

Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt dankzij het dnb Fonds.

Henna

Goudzand

Nahar

Marian Markelo

illustraties

Rossel Chaslie

Renate Siepel

Vooraf 7

Inhoud

De geschiedenis 13

Namen 29

Winti 37

Voor je kra zorgen 51

Een Winti prey 69

Voor Mama Aysa zorgen 93

De rituelen op de achtste dag en de eerste verjaardag 109

Slot 119

Belangrijke woorden uit het Wintigeloof 120

Nog dit 126

Vooraf

In dit boek lees je over Winti. Dit geloof bestaat al honderden jaren. Toch is dit het eerste boek over Winti dat er ooit voor de jeugd is verschenen. Hoe dat komt, staat in ‘De geschiedenis’.

Hierna vertellen we je wat het belangrijkste is van het Wintigeloof. Vervolgens lees je hoe Brian Kofi en Hedy Afi, een tweeling, het Wintigeloof beleven, wat ze er al van weten en wat ze er nog over bijleren.

De hele familie van deze tweeling gelooft in Winti en zij ook.

Een ander woord voor geloof is religie.

Belangrijke zaken

In Suriname worden heel veel talen gesproken. Maar de talen die haast elke Surinamer verstaat, zijn het Sranan (Surinaams) en het Nederlands. Het Sranan is ontstaan tijdens de slavernij.

Het Sranan (Surinaams) kent geen ‘s’ voor het meervoud, al hoor je die wel vaak. Je zegt en hoort bijvoorbeeld te schrijven: wan winti (één bovennatuurlijk wezen)

tu winti (twee bovennatuurlijke wezens)

Door het woordje ‘tu’ (twee) weet je dat het gaat om meer.

Andere voorbeelden zijn:

nofo winti (genoeg bovennatuurlijke wezens) bun furu winti (heel veel bovennatuurlijke wezens)

De u in het Sranan spreek je uit als oe. De n aan het eind van een woord als ng.

Bonuman (Wintipriester/Wintipriesteres) spreek je uit als ‘bonoemang’.

Let op: in dit boek schrijven we Winti met een hoofdletter en winti met een kleine letter. Dat is niet volgens de regels, maar wij willen een duidelijk onderscheid maken tussen Winti, het geloof en winti, de bovennatuurlijke wezens.

Schrijven wij hier Winti met een hoofdletter, dan bedoelen we daar dus het geloof, de religie, mee.

Schrijven we winti met een kleine letter, dan gaat het over een of meerdere bovennatuurlijke wezens.

Deze bovennatuurlijke wezens, deze winti, staan tussen de mensen en Anana in. Anana is de Grote Kracht van het Wintigeloof. Anana is de Schepper van de aarde, de mensen, de dieren en de planten.

De winti, de bovennatuurlijke wezens, zijn de boodschappers tussen de mens en Anana. Zij vertellen aan Anana of wij ergens mee zitten. Als het nodig is, doen ze een goed woordje voor ons bij de Grote Kracht.

Religie en geloof

Een ander woord voor geloof is religie. Als iemand je vertelt dat hij nog nooit iets heeft gestolen, dan kun je zeggen:

a ‘Ik geloof je.’

b ‘Ik religie jou.’

jou’ kun je dan niet zeggen, behalve natuurlijk als je iemand aan het lachen wilt maken.

nog een betekenis. Als je tegen iemand zegt ‘Ik geloof je’, betekent dit dat jij denkt dat die persoon de waarheid spreekt. Maar ‘Ik religie

In plaats van geloof kun je dus ook religie zeggen, maar geloof heeft

Het juiste antwoord is a.

Winti en winti

Als iemand het over Winti/winti heeft, moet je goed luisteren. Het kan zijn dat hij de bovennatuurlijke wezens bedoelt, maar hij kan het net zo goed hebben over de religie, over het geloof.

Wij maken daarom een onderscheid tussen:

a Winti met een hoofdletter voor het geloof, winti met een kleine letter voor de bovennatuurlijke wezens.

b Winti met een hoofdletter voor de bovennatuurlijke wezens, winti met een kleine letter voor het geloof.

doen bij Anana, de Grote Kracht, de Schepper, dan schrijven we het woord met een kleine letter: winti.

wij het over de bovennatuurlijke wezens die een goed woordje voor ons

Het geloof, de religie, schrijven we met een hoofdletter, want daar begint het mee. Dat willen we aangeven door een hoofdletter te -gebrui ken. Dit is niet volgens de regels, maar we kiezen er hier voor. Hebben

Wat is goed? Het juiste antwoord is a.

Buku’s of buku

Naast een groot aantal andere talen worden in Suriname het Surinaams (Sranan) en het Nederlands gesproken. In het Nederlands geef je het meervoud aan door een of meer letters achter het enkelvoud van het woord te zetten. Zo zeg je in het Nederlands bij enkelvoud ‘tafel’ en bij meervoud ‘tafels’.

Maar hoe zit dat in het Surinaams (Sranan)?

Zeg je voor boeken:

a Buku’s?

b Buku?

In het Surinaams verandert een woord niet in het meervoud. Door andere woorden in de zin weet je of het om één ding of meerdere dingen gaat.

Het juiste antwoord is b.

De geschiedenis

Winti is ontstaan uit verschillende geloven, religies, uit West-Afrika. Maar Winti komt uit Suriname, een land dat in Zuid-Amerika ligt. De afstand tussen Zuid-Amerika en Afrika is vrij groot.

Hoe kan Winti dan een Afrikaanse oorsprong hebben?

Noord-Amerika, Midden-Amerika en Zuid-Amerika, samen de Amerika’s, waren de werelddelen waar mensen woonden die we nu inheemsen noemen, vroeger indianen.

Christoffel Columbus, een Italiaan, vertrok in 1492 uit Europa op zoek naar een route naar India. Bij het zien van de Amerika’s dacht hij dat hij in India was aangekomen. Vervolgens gaf hij hij de mensen die hij daar tegenkwam de naam ‘indianen’.

Dat gebeurde dus helemaal buiten deze mensen om.

De komst van Columbus naar de Amerika’s betekende min of meer het einde van de cultuur van de inheemsen in deze werelddelen. Grote groepen Europeanen kwamen Columbus achterna omdat ze rijk wilden worden. Ze gingen op zoek naar goud, maar wilden ook veel geld verdienen met het planten van allerlei gewassen, zoals suikerriet, koffie, katoen en cacao.

Maar zelf hard aan het werk gaan, daar piekerden de Europe-

anen niet over. Eerst namen ze met geweld grote delen van de Amerika’s in bezit en vervolgens dwongen ze de inheemsen om als slaven voor hen te werken. Als je slaaf bent gemaakt, betekent dit dat je niets meer over jezelf te vertellen hebt. Iemand ziet je als zijn eigendom, net als zijn kleren, zijn huis of zijn horloge. Hij doet met je waar hij zin in heeft. En jij moet vooral heel hard voor hem werken. Daar krijg je geen rooie cent voor.

De mensen die anderen als slaaf voor hen laten werken, noemen zichzelf slavenmeesters. Zij houden de mensen die ze tot slaaf maken altijd gevangen. Ze weten dat ze deze mensen anders al gauw nooit meer zien. Wie zou er nog teruggaan naar een persoon en een plek waar je zo slecht wordt behandeld? De inheemsen kwamen hevig in opstand tegen de roof van hun land en het feit dat men hen tot slaaf wilde maken. De Europeanen gingen zo ver dat ze de inheemsen vervolgens op grote schaal vermoordden. Daarnaast droegen zij ziektes bij zich

die onbekend waren voor de inheemsen. Die hadden daar geen weerstand (bescherming) tegen. Er gingen daardoor veel mensen dood. Soms besmetten de Europeanen de inheemsen met opzet om zo van hen af te zijn.

Uiteindelijk kozen de Europeanen eieren voor hun geld. Ze stopten met hun pogingen de inheemsen te onderwerpen. Maar dat betekende nog niet dat ze hun boeltje pakten en teruggingen naar hun landen. Ze wilden nog steeds veel geld verdienen in de Amerika’s.

Bartholomeus de las Casas, een Europese priester, bedacht dat het beter zou zijn om Afrikanen als slaven voor het werk in de Amerika’s te halen en dat gebeurde ook.

In Suriname wisselden groepen Europeanen (Spanjaarden, Engelsen, Hollanders, Fransen) elkaar af. De ene groep kwam aan de macht en werd weer door de andere groep verdreven. Die strijd ging maar door tot de Hollanders de overwinnaars werden. Zij ruilden Nieuw-Amsterdam (nu New York) in 1667 met de Engelsen tegen Suriname.

Marrons

De Europeanen verdreven de inheemse Surinamers uit het kustgebied. Daar wilden zij grote lappen landbouwgrond, plantages noem je die, door Afrikanen laten volplanten met onder andere koffie, cacao en suikerriet. Deze producten verkochten ze in het buitenland en dat bracht veel geld op. Elke munt staken de Europeanen in hun zak. De Afrikanen kregen alleen wat eten en heel af en toe een kledingstuk. Maar ook zij kwamen, net als eerder de inheemsen, in verzet tegen deze uitbuiting. Als het maar even kon, vluchtten de tot slaaf gemaakte Afrikanen vanuit het kustgebied het Surinaamse binnenland, de jungle, in. Ze bleven daar dan ook wonen. Deze in opstand gekomen Afrikanen kregen de naam marrons. De mensen die in Suriname als slaaf werden gehouden, ook de mensen die niet konden vluchten naar de jungle, zijn voor hun vrijheid blijven strijden tot de slavernij ophield te bestaan. Op 1 juli 1863 kwam er eindelijk een einde aan de slavernij.

Maar waren de mensen toen echt vrij? Nee, zullen velen roepen. De Nederlanders, die toen de baas waren in Suriname, hadden bij de afschaffing van de slavernij het Staatstoezicht ingesteld. Dat was een periode van tien jaar. Alle mensen die eerder tot slaaf waren gemaakt moesten na de afschaffing van de slavernij nog tien jaar tegen een laag loon blijven werken op de plantages. Alleen mensen die een ambacht uitoefenden, bijvoorbeeld timmermannen, hoefden dat niet.

Het Staatstoezicht, zeiden de machthebbers, was ingesteld om de mensen te leren wennen aan de vrijheid. Het was duidelijk dat dit niet klopte. Ze wilden ook na 1863 nog voldoende goedkope werknemers hebben die op de plantages konden werken. Terwijl Afrikanen nog tien jaar doorwerkten op de plantages, haalden de machthebbers mensen uit Azië. Dat waren eerst Chinezen, later ook Hindostanen (Indiërs) en Javanen. Deze nieuwe groepen mensen, contractarbeiders werden ze genoemd, kregen een contract, een werkafspraak op papier, voor een periode van vijf tot zeven jaar. Dat gebeurde tussen 1853 en 1939. De contractarbeiders kregen wat geld voor het werk op de plantages maar werden, net als eerder de inheemsen en Afrikanen, zeer slecht behandeld. Mishandeling vond regelmatig plaats. Ook de contractarbeiders kwamen daartegen in opstand.

Nu is het wel duidelijk dat de inheemsen, en alle groepen die naar Suriname zijn gehaald, zich tot ver in de twintigste eeuw hebben verzet tegen de slechte behandeling en de overheersing

door de Europeanen. Vele inheemse Surinamers, Afrikanen, Chinezen, Hindostanen en Javanen stierven, niet alleen doordat ze dood werden gemaakt of ernstig werden verminkt, maar ook door ondervoeding, gebrekkige opvang en zeer slechte medische behandeling. Het laatste gebeurde ook met de buru, boeren uit Holland die alleen kwamen voor de landbouw, dus niet als slavenmeesters.

Het Wintigeloof

In Suriname hadden de Afrikanen alleen elkaar en hun religies. Zoals hierboven al verteld is: omdat ze gedwongen werden om dicht op elkaar te wonen, vermengden hun religies zich. Het nieuwe geloof dat zich ontwikkelde, noemden ze ‘Winti’. Winti is het geloof van Surinamers met een Afrikaanse afkomst. Al heel lang noemen we deze groep geen Afrikanen meer, maar Afro-Surinamers.

In Suriname woont een deel van de Afro-Surinamers in het kustgebied en een ander deel in het binnenland, de jungle.

De Afro-Surinamers uit de jungle, de nakomelingen van in opstand gekomen slaven die zijn gevlucht, worden nog steeds marrons genoemd.

Marrons behielden, net als de Afro-Surinamers uit het kustgebied, het Wintigeloof. Natuurlijk zijn er wat verschillen tussen het Wintigeloof van Afro-Surinamers uit het kustgebied en de Afro-Surinamers (marrons) uit het binnenland. Dat is logisch als je zo lang zo ver uit elkaar woont.

Het is heel bijzonder dat we vandaag nog zoveel over Winti weten. Het werd de Afro-Surinamers namelijk heel lang erg moeilijk gemaakt om bezig te zijn met hun religie. Ze moesten regelmatig de bossen intrekken om hun geloof te kunnen beleven.

De Europeanen vonden alleen hun eigen geloof, het christendom, goed en waardevol. Ze noemden Winti afgoderij of heidendom. De enige echte god was hun god.

Verboden religie

Van 1874 tot 1971 was Winti zelfs in het wetboek van strafrecht van Suriname opgenomen als een verboden religie. Je kon in die periode gestraft worden als iemand zag dat je ermee bezig was. Je kreeg een boete of je moest zelfs de gevangenis in.

Het is jammer dat Afro-Surinamers heel lang niet vrij hun geloof mochten beleven. Lastig is ook dat er heel lang verteld werd dat het Wintigeloof minderwaardig was aan andere religies. Hierdoor is niet iedereen trots op deze religie. Maar elk geloof, hoe het ook heet of hoe het ook in elkaar zit, gaat over hetzelfde. Elk geloof vertelt ons hoe een groep mensen de wereld en het leven ziet.

Wat verder erg belangrijk is: een religie is ook deel van de geschiedenis van een groep. Winti is dus deel van de geschiedenis van Afro-Surinamers. En het is voor iedereen goed zijn geschiedenis te kennen. Dan weet je beter wie je bent. Een oud Suri-

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.