Gids Slavernijverleden Amsterdam/ Slavery heritage

Page 1


Het stadhuis op de Dam | The City Hall on Dam Square, 1693, Gerrit Adriaensz. Berckheyde. Rijksmuseum

1

Dam nr. 1 Stadhuis en vergaderplaats van de de Societeit van Suriname | City Hall and meeting place of the Society of Suriname

Het Paleis op de Dam is gebouwd als stadhuis in 1648. De architect was Jacob van Campen, de gevel (timpaan) ontworpen door Artus Quellinus. Het gebouw toont dat Amsterdam een machtige handelsstad was. Het koggeschip boven op de toren verwijst naar de scheepvaart en de graanhandel. Op de achterkant staan drie beelden: links Temperantia (matigheid), rechts Vigilantia (waakzaamheid), en in het midden Atlas. De tympaan toont ook de stedemaagd van Amsterdam die de schatten uit Europa, Afrika, Azië en Amerika ontvangt. Slavenhandel en slavernij waren vanaf de vroege zeventiende eeuw verweven met de economie van de stad. De stadsbestuurders waren er

Joost van Nieuw-Amsterdam, Quassie en Coffij

‘De Neger Joost van N. Amsterdam heeft bij herhaling verzogt de Vrijheid te mogen verkrijgen’, staat in deze brief aan oud-gouverneur Crommelin van Suriname, namens de Heeren van de Sociëteit geschreven door JC van den Hoop, 5 december 1770. De Heeren zijn verwonderd dat Crommelin Joost nog niet terug heeft gestuurd naar Suriname, maar hem toestond om voor zijn vrijheid te pleiten. Crommelin moet

GIDS SLAVERNIJVERLEDEN AMSTERDAM_p001_144_DEF.indd 19

1.200 gulden aan de Sociëteit betalen, tenzij hij hem onmiddellijk terugstuurt. Hoe het afgelopen is met Joost weten we niet. Een andere slaafgemaakte met de naam Amsterdam herkreeg wel zijn vrijheid, op 1 april 1794. Hij was afkomstig uit Curaçao. De beroemde kruidendokter Quassie van Timotibo, geboren in Afrika en tot slaaf gemaakt in Suriname, werd in 1755 vrijverklaard als dank voor zijn diensten in de strijd tegen de Marrons. Hij kreeg toestemming voor een bezoek aan Amsterdam in 1776. Bij die gelegenheid stelde hij dat hij onvoldoende was beloond. De voormalige slaaf Coffy kwam juist de Sociëteit van Suriname bedanken voor zijn vrijlating. In 1736 had hij in Suriname de gouverneur De Cheusses tijdens diens ziekbed zo goed verzorgd dat de volgende gouverneur, Raije, hem in vrijheid stelde. In Amsterdam werd Coffy lid van een kerkgenootschap. Hij ging in het vervolg als Jan van Breukelerwaard door het leven, genoemd naar het landgoed in Utrecht van Raije.

Handel en winst | Trade and profit

Paleis Royal Palace

direct bij betrokken. In een mooi gedecoreerde kamer op het stadhuis vergaderde de Sociëteit van Suriname. Via die organisatie was de stad Amsterdam mede-eigenaar van deze door slavenarbeid gevormde kolonie. De Sociëteit van Suriname vormde het bestuur van het land Suriname, vanuit Amsterdam. In 1683 werden de West-Indische Compagnie (WIC), de stad Amsterdam en de rijke familie Aerssen van Sommelsdyck elk voor een derde deel eigenaar en dus bestuurder van Suriname. Vanaf 1770 trok de familie zich terug en werden Amsterdam en de WIC ieder voor de helft eigenaar van Suriname. Ze spraken over ongehinderde handel en transport, militaire zaken en bewapening, ook in verband met tegen de Marron opstanden in Suriname. Af en toe komen er in de archiefstukken slaafgemaakten in beeld.

19 19

Koninklijk paleis op de Dam | Royal Palace on Dam square today

09-06-14 11:53


Tympaan aan de achterzijde van het Paleis op de Dam | Tympan on the back of the Royal palace at Dam square

Handel en winst | Trade and profit

20

What is now the Royal Palace,was designed as the Town Hall in 1648,one of the largest civil structures in Europe. The building by architect Jacob van Campen and Artus Quellinus underlines the newly acquired power of Amsterdam in world trade, illustrated on the backside facing Raadhuisstraat. There are three statues: on the left is Temperantia (Moderation), on the right Vigilantia (Vigilence) and in the middle Atlas carrying the universe. The tympaan shows Amsterdam’s City Virgin with her arms outstretched receiving treasure from Europe and Africa (left) and Asia and America (right). From the early 17th Century slavery and the slave trade were part of the economic fabric of the city. City rulers were directly involved. The “Society of Surinam”, also known as the Surinam Company, met in one of the richly decorated chambers. Through this organization the city was joint owner of the colony, built by slaves.

The Society exploited the colony in the interest of its three owners : the city of Amsterdam, the Van Aerssen van Sommelsdijck family and the West India Company. They discussed free trade, the Maroon rebels and other military issues. Occasionally we get a glimpse of the enslaved in the archives.

from Curaçao, was manumitted on April 1, 1794. The well known herbal healer Quassie, who was born in Africa and enslaved in Surinam, was manumitted in 1755 in appreciation for his services in the conflict with the Maroons, escaped slaves who formed independent settlements in the interiors. He confronted the Lords in person in 1776 to tell them that he had been insufficiently rewarded. The former enslaved Coffy however, came to the Society of Surinam to thank the Lords for his release. In 1736 he had taken such good care of Governor Raije during his illness that he was rewarded with manumission. In Amsterdam Coffy joined a church and changed his name to Jan van Breukelerwaard, after Raije’s Utrecht estate.

Joost of New Amsterdam, Quassie and Coffi

`The Negro Joost of New Amsterdam has repeatedly attempted to obtain his freedom,’ it said in this letter to former Surinam Governor Crommelin, written on December 5, 1770 by J.C. van den Hoop on behalf of the Lords of the Society. The Lords expressed surprise that Crommelin had not sent Joost back to Surinam, but instead allowed him to plead his case. Crommelin was fined 1200 guilders by the Society, unless he sent Joost back at once. We do not know Joost’s fate. However, another enslaved called Amsterdam, originating

GIDS SLAVERNIJVERLEDEN AMSTERDAM_p001_144_DEF.indd 20

Quassie van Timotibo, 1796, John G. Stedman

09-06-14 11:53


De binnenplaats van de Beurs | Interior of the Commodity Exchange, ca. 1689, Job Adriaenzn. Berckheyde

2 Commodity exchange

laatstverkochte aandeel van vijftig gulden staat op naam van de Amsterdamse dienstbode Dignum Jans. De totale waarde is 3.674.945 gulden. De VOC had in alle vestigingen overzee eigen slaven. Ook particulieren in dienst van de compagnie beschikten steevast over tot slaaf gemaakten. De WIC had vanaf 1621 het monopolie op de Atlantische handel. Amsterdam telde kleine en grote investeerders in de slavenhandel.

Poortje naast Dam 19 | Gate next to Dam 19 Aandelen | Shares

Gevelsteen met de beursvloer | Gable stone of Beurs courtyard

The “Exchange Gate” is a remnant of the world’s first commodity exchange, the “Koopmansbeurs”of 1611. Nearly everything was sold here, including such products of enslaved labor as sugar, coffee, tobacco and nutmeg, produced and imported by the United East India Compnay (VOC), established in 1602 at the world’s first publicly traded company with 1143 small and large investors from all walks of life. The last 50 guilder certificate was signed over to Dignum Jans, an Amsterdam

Handel en winst | Trade and profit

Koopmansbeurs

Het Beurspoortje herinnert aan de vroegste Koopmansbeurs ter wereld, geopend in 1611. Bijna alles was hier te koop, ook veel producten van slavenarbeid zoals suiker, koffie, tabak en nootmuskaat. Bijzonder was de handel in waardepapieren, in aandelen. Die vernieuwing is een regelrecht gevolg van de oprichting van de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC). In het huis van Dirk van Os aan de Nes schreven in 1602 maar liefst 1.143 mensen hun naam in het aandelenregister. Het

21 21

maid. The total stock value was 3,674,945 guilders. The VOC owned slaves in all its overseas establishments. Private persons employed by the VOC would also have slaves at their service. In 1621 the West India Company (WIC) was established and obtained

GIDS SLAVERNIJVERLEDEN AMSTERDAM_p001_144_DEF.indd 21

the Atlantic trade monopoly. Amsterdam had small and large investors in the slave trade.

09-06-14 11:53


3 Hoekhuis Sint Nicolaas

22

Cornerhouse Saint Nicholas

In 1564 was dit hoekhuis al naar Sint Nicolaas genoemd. De gevelsteen toont de heilige Sint Nicolaas die drie kinderen beschermt. Zij zijn door een boosaardige herbergier in een vaatje met zout gezet. De sint helpt hen en heeft daar geen knecht bij nodig. Het verhaal van de knecht Zwarte Piet werd voor het eerst met illustraties en al uitgegeven door de Amsterdamse ‘schoolhouder’, onderwijzer Jan Schenkman, geboren in 1806. Schenkman woonde met een groot gezin op de toenmalige Anjeliersgracht, nu een nieuw pand op Westerstraat 71. In 1850 publiceerde Schenkman een prentenboek over Sinterklaas en zijn knecht, ‘die zwart is van kleur’. In die tijd was er veel discussie over

de afschaffing van slavernij. Zo ontstond het beeld van Zwarte Piet. In latere kinderboeken heeft de Sint bijna altijd een knecht, maar die is niet altijd zwart en kon net zo goed Jan heten. Zwarte Piet is sinds 2011 terug in de belangstelling, door de campagne Zwarte Piet is Racisme. Op de Dam werd voor en tegen Zwarte Piet gedemonstreerd in 2013.

Dam 2A Omslag van Sint Nikolaas en zijn knecht | Cover of Saint Nikolaas and his Servant

Musea en archieven | Museums and archives

Sinterklaas zonder knecht | Saint Nicholas without servant

This 1564 corner house is named after Saint Nicholas, the patron saint of sailors and the city of Amsterdam . The gable shows Saint Nicholas protecting three children caught in a salt barrel by an angry inn keeper. The character of Sinterklaas’ servant, ‘Black Pete’, ‘who is black of color’ first appeared in an 1850 illustrated storybook published by, Amsterdam schoolmas-

ter, Jan Schenkman, born in 1806. Schenkman lived with his large family at Anjeliersgracht, now a new building on Westerstraat 71. At the time of his publication slavery was hotly debated, possibly leading to the character of Zwarte Piet. Most later children’s books show Santa with a servant,

GIDS SLAVERNIJVERLEDEN AMSTERDAM_p001_144_DEF.indd 22

but not always a black one and often with a different name. Zwarte Piet became the center of attention again in 2011 with the Zwarte Piet is racism campaign. There were demonstrations against and in favor of Zwarte Piet on Dam square in 2013.

09-06-14 11:53


De Nieuwe Kerk The New Church Dam 12 Prominenten | Prominent people

This early 15th Century church is the place where all the kings and queens are inaugurated. The current building is a 17th Century reconstruction after the original burned down. The inauguration of King William II in this church in 1840 was attended by two African princes, Aquasi Boachi and Kwame Pokoo. They had been `donated’ with the delivery of recruits for the Dutch colonial army by the Ashanti king. The princes received a Western education here. Their story is told in

Deze kerk uit 1400 is in de zeventiende eeuw na een brand verbouwd tot een gebouw met grandeur. Bij de inhuldiging van koning Willem II in deze kerk waren twee Afrikaanse prinsen, Aquasi Boachi en Kwame Pokoo, aanwezig. Ze waren ‘cadeau’ gegeven bij de levering van rekruten door de Ashanti koning aan het

Arthur Japin’s book ‘The Two Lives of Boachi’. Many prominent citizens are buried in this church, including prominent enslavers, such as Solomon du Plessis, father of Susanna du Plessis, one of Surinam’s most cruel slave holders. Her father was banned from Surinam after a conflict with the governor. Her brother is buried here also. Both their tombstones have been removed. Other

GIDS SLAVERNIJVERLEDEN AMSTERDAM_p001_144_DEF.indd 23

graves hold the remains of city rulers and national heroes such as admiral Michiel de Ruyter.

Musea en archieven | Museums and archives

4

Nederlandse koloniale leger. De prinsen kregen alhier een westerse opleiding. Hun verhaal is beschreven in Arthur Japins boek ‘De zwarte met het witte hart’. Alle grote kerken in Amsterdam zijn tevens begraafplaatsen. Hier werden prominente betrokkenen bij de slavenhandel en slavernij begraven, zoals Solomon du Plessis, de vader van Susanna du Plessis, die in Suriname berucht was om haar wreedheid als slaveneigenaar. Haar vader werd verbannen uit Suriname na een conflict met de gouverneur. Ook Susanna’s broer werd hier begraven. Hun grafstenen zijn verwijderd. Verder bevinden zich hier de graven van veel leden van de Vroedschap (stadsbestuur) en zeehelden zoals Michiel de Ruyter.

23

Voor meer informatie | For more information see: www.nieuwekerk.nl

09-06-14 11:53


Koloniale waren: suiker en koffie | Colonial Wares: sugar and coffee Veel gevelstenen verwijzen naar de handel in koloniale producten. Rietsuiker was door slaafgemaakten geoogst, geplet en gestookt en als vloeibare suiker in kegels van ongeveer een halve meter

gestold en in blauw papier verpakt, de zogenaamde Suikerbroden. Dit halffabrikaat werd verder in een suikerraffinaderij verwerkt. Rond 1700 waren er ongeveer honderd suikerfabrieken in

5

Amsterdam. Koffie was een ander populair luxeproduct, dat Amsterdammers van vroeger en nu graag consumeren.

In Drie Boonstruycke | The Three Bean Bushes

Sint Nikolaasstraat 38 Koffie was een belangrijke grondstof, afkomstig uit de koloniën. Hier werd de koffie gebrand en verwerkt | Coffee, another luxury product, which was roastd and processed in this building, was an important colonial commodity

24

De Jonge Saayer (1765) en De Saayer (1752) | De Jonge Saayer (The Young Sower 1765) and De Saayer (The Sower 1752)

39

Bloemgracht 77

40 Handel en winst | Trade and profit

Bloemgracht 81 In de achttiende eeuw was Suikerraffinaderij De Jonge Saayer hier gevestigd. De grondstof kwam van de suikerplantages in Brazilië, Suriname en Nederlands-Indië | In the 18th Century the De Jonge Saayer sugar refinery was based here. Raw sugar came from plantations in Brazil, Surinam and the Dutch East Indies

6

Gevelsteen ’T Sernaemse Koffivat | Gable stone ‘T Sernaemse Koffivat (The Surinamese coffee barrel) Sint Nikolaasstraat 58 Het origineel bevindt zich in het Tabaksmuseum van Joure, waarschijnlijk vanwege de Douwe Egbertsfabrieken aldaar waar koffie wordt verwerkt | The original is kept in the Joure Tobacco Museum, in the Northern Netherlands, which is linked to the Douwe Egberts coffee processing plant there

GIDS SLAVERNIJVERLEDEN AMSTERDAM_p001_144_DEF.indd 24

09-06-14 11:54


7

De drie suikerbroden | The Three Sugar Loaves

Suikerbakkersteeg 25 In 1597 vestigde zich een uit Antwerpen gevluchte suykercierder in Amsterdam, in de Suikerbakkerssteeg. Een suikerbrood woog ongeveer 1,5 kilo. | In 1597 an Antwerp sugar master escaped to Amsterdam and established himself in “Sugar Bakers Alley”, Suikerbakkerssteeg. A sugar loaf weighed about 1.5 kilos (about 3.5 lbs)

Het Groene Wout | 106 The green forest Prinsengracht 226

50 In de Lompen | in lumps Nieuwebrugsteeg 13 Een Lomp suiker woog drie kilo. Net als een suikerbrood werd het verpakt in blauw papier. Hier werd suiker verkocht, later was er een hoedenwinkel | A “lump” of sugar was 3 kilos (about 7 lbs). Like a sugar loaf, it was wrapped in blue paper. There was a sugar shop in this location and later a hat shop

Handel en winst | Trade and profit

Een figuur met een suikerbrood in de hand in een groen woud. Zou hier een plantage-eigenaar gewoond hebben, met de oogst van zijn ver weg gelegen eigendom in het groene woud van Suriname? | A person holding a sugar loaf in a green forest. This is said to have been the home of a plantation owner. Maybe he is shown here in the green woods of Surinam holding his harvest

25 Koloniale waren | 99 Colonial wares

25

Keizersgracht 419 Vijf gevelstenen herinneren aan de verkoop van koloniale waren rond 1800: een balans, een koggeschip, een staand vat, een baal en een suikerbrood | Five gable stones refer to colonial trade in the 1800s: scales, a cog, a barrel, a bale and a sugar loaf

Many gable stones refer to the colonial trade. Enslaved people harvested sugarcane, pressed and boiled it and solidified it as cones of about 50 cms, called sugar loaves.

Wrapped in blue paper, these were shipped to Amsterdam for further processing. In 1700 there were about 100 sugar refineries in Amsterdam.

GIDS SLAVERNIJVERLEDEN AMSTERDAM_p001_144_DEF.indd 25

09-06-14 11:54


8 Abraham Barrau Abraham Barrau Nieuwendijk 198/200

Handel en winst | Trade and profit

26

Keizersgracht 324 (zie kaart | see map nr. 102), Singel 411 (zie kaart | see map nr. 76) Kooplieden, dominees en intellectuelen in discussie over slavernij | Merchants, ministers and intellectuals debating about slavery

On this site merchant Abraham Barrau defended slavery in 1790. At the time slavery was much debated in enlightenment-age circles. On February 22, 1790 Barrau held a fiery plea before the Amsterdam section of the Company for the Common Good. In his speech he deplored the

Op deze plek verdedigde koopman Abraham Barrau in 1790 de slavernij. Verlichte gezelschappen werden aan het eind van de achttiende eeuw een brandpunt voor de discussie over de afschaffing van de slavernij. Ook voorstanders van de slavernij kwamen hier aan het woord. Op 22 februari 1790 hield koopman Barrau een felle rede voor het Amsterdamse Departement van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. In die toespraak

fact that abolitionists painted the slave holders “with the blackest coal”. He quoted the Bible in support of slavery and stressed that slavery was not uncommon in Africa itself. The merchants “by buying and selling them don’t do them injustice, but an often welcome service”,

GIDS SLAVERNIJVERLEDEN AMSTERDAM_p001_144_DEF.indd 26

klaagde hij erover dat abolitionisten de slavenhouders te veel ‘met eene zwarte kool … schetzen’. Hij verwees naar de Bijbel, die het houden van slaven goedkeurde en benadrukte dat slavernij ook in Afrika voorkwam. Hij beweerde zelfs dat de slavenhandelaren de geroofde Afrikanen ‘met hen te koopen en verkoopen, geen onrecht, maar wel dikwijls een aangenaamen dienst’ bewezen. In Suriname zouden zij het namelijk veel beter hebben dan in Afrika. Maar uiteindelijk was zijn hoofdmotief toch economisch. Zonder slavernij zouden de Nederlandse koloniën in West-Indië ‘in zeer weinig jaaren geruïneerd zijn’.

he insisted. Life in Suriname was much better than in Africa. But eventually it was all about the money. With slavery, he said. The Dutch colonies in the West Indies “would be ruined within a couple of years”.

09-06-14 11:54


9 The Old Church

Zijn moeder was ‘de mulattin Betje van Beeldsnijder’, geboren rond 1742. Zijn oma was de Afro-Surinaamse vrouw Adjuba. Jacob Matroos was samen met zijn tweelingbroer Ernst en hun moeder eigendom van hun vader, die hen vrijkocht in februari 1781. De zoons werden naar Nederland gestuurd voor scholing. In 1797 keerde Jacob Matroos terug naar Paramaribo, waar hij trouwde en vijf kinderen kreeg. In 1817 overleed hij in Amsterdam.

Oudekerksplein 23 Graf van een Afro-Surinamer | Grave of an Afro Surinamese man

Interieur van de Oude Kerk | Interior of the Oude Kerk

From the 16th Century this church was the burial site for the officers of the VOC, the WIC and the Society of Surinam. It also holds the grave of the manumitted slave Jacob Matroos Beeldsnijder (1779-1817). Beeldsnijder is an ancestor of Amsterdam artist Patricia Kaersenhout, in whose work the African diaspora plays a central role. Beeldsnijder’s father, Wolphert Jacob Beeldsnijder, was a leading civil servant in Surinam (between 1770 and 1785). His mother was `the mulatto Betje of Beeldsnijder’, who was born around 1742. His grandmother was

Zwarte aanwezigheid | Black presence

De Oude Kerk

Vanaf de zestiende eeuw was deze kerk een begraafplaats voor de top van de VOC, de WIC en de Sociëteit van Suriname. Ook ligt hier de vrijgemaakte slaaf Jacob Matroos Beeldsnijder (17791817) begraven. Beeldsnijder is een voorouder van de Amsterdamse kunstenares Patricia Kaersenhout, die de Afrikaanse diaspora centraal stelt in haar werk. De levensloop van haar voorouder is een voorbeeld van die diaspora. Beeldsnijders vader, mr. Wolphert Jacob Beeldsnijder, was tussen 1770 en 1785 een hoge ambtenaar in Suriname.

27 Grafsteen van Jacob Matroos Beeldsnyder | Grave stone of Jacob Matroos Beeldsnyder

African-Surinamese Adjuba. Together with his twin brother Ernst and his mother, Jacob Matroos was his father’s property. Wolphert bought their manumission in February 1781. The sons were sent to Holland for their education. Jacob Matroos

GIDS SLAVERNIJVERLEDEN AMSTERDAM_p001_144_DEF.indd 27

returned to Paramaribo in 1797 where he married and fathered five children. He died in Amsterdam in 1817.

09-06-14 11:54


10

Cornelis Tromp (1621-1691), zoon van zeevaarder Admiraal Maarten Tromp, werd in 1679 bevelhebber van de vloot van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Na een grillige carrière werd hij uiteindelijk kapitein op het vlaggeschip de Gouden Leeuw van de marine of Admiraliteit van Amsterdam. In 1658 werd hij op nonactief gesteld toen bleek dat hij met een oorlogsschip handel had gedreven. Op een van zijn reizen nam Tromp

een jonge Afrikaan mee, die hier staat afgebeeld. Hoe hij heette is nog niet bekend. Deze jongen is ook geschilderd naast Margaretha van Raephorst, de rijke vrouw met wie Tromp in 1667 huwde. Tromp was een aanhanger van de Oranjes. Hij zou Willem III en Mary Stuart in 1689 begeleiden naar hun kroning in Engeland. Daarbij waren volgens een Engels krantenbericht tweehonderd slaven uit Suriname aanwezig.

Tromp en hun zwarte bediende Tromp and their Black servant 28

Oudezijds Voorburgwal 136

Zwarte aanwezigheid | Black presence

Twee beelden van een jonge Afrikaan | Two images of a young African

In 1679, Cornelis Tromp (1621-1691), son of admiral Maarten Tromp, was appointed commander of the fleet of the Republic of the Seven United Provinces. A wayward career had landed him as captain of the Amsterdam Admiralty’s flagship “De Gouden Leeuw” (The Golden Lion). In 1658 he was suspended for using a warship for private trade. From

Gevelsteen met Tromp met zijn zwarte bediende | Gable stone with Tromp his black servant

one of his travels he brought home a young African who is depicted here. His name is unknown. The boy is also shown with Margaretha van Raephorst, the rich woman Tromp married in 1667. A fierce Orangist (a supporter of the Dutch Royal Family of Orange), Tromp accompanied William III and Mary Stuart to their 1689 coronation in England. According to an English newspaper report, that event was also attended by 200 enslaved Surinamese.

GIDS SLAVERNIJVERLEDEN AMSTERDAM_p001_144_DEF.indd 28

Margaretha van Raephorst met zwarte bediende | with black servant,1668, Jan Mijtens

09-06-14 11:54


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.