a y a M
KIT Publishers Voorjaar 2011
Sl agschaduw en Erfe nis va n een ko lo n i a a l verled en Colet van der Ven & Adriaan Backer (foto’s)
Curaçao heeft een geschiedenis achter de rug van 200 jaar slavernij gevolgd door bijna 100 jaar kolonisatie. Hoe wordt er momenteel in de Curaçaose gemeenschap gedacht over de doorwerking van dat verleden? Welke slagschaduwen worden zichtbaar in de samenleving van vandaag? Colet van der Ven vroeg het een veertigtal Curaçaoënaars, van scholier tot oudministerpresident, en van psychiater tot kunstenaar. Hun antwoorden leverden een bont palet aan meningen op, bijeengebracht in dit boek. Slagschaduwen wil de lezer uitnodigen om in samenspraak met al die verschillende stemmen een eigen standpunt te formuleren en hoopt zo een inhoudelijke bijdrage te leveren aan een hoogst actueel debat
Erfenis van een koloniaal verleden Colet van der Ven April 2011 ISBN 978 94 6022 136 1 € 24,50 | A-titel | NUR 680/740 | 144 pagina’s | 16 × 25 cm | Paperback met flappen
2
c u r açao
H o e b lijf i k gezo nd i n de tro pen Piet Kager
In kort bestek worden voorbereiding, ziekten, vaccinaties, te gebruiken medicijnen en eventuele problemen bij terugkeer in Nederland uiteengezet. In deze volledig geactualiseerde twintigste druk is de informatie nóg beter gerangschikt. Extra informatie over het voorkomen van ziekten is toegevoegd per land. Kaartjes en schema’s geven een duidelijk overzicht van de verschillende ziekten en de daarbij horende vaccinaties. Nieuw is informatie over zon, hygiëne, kleding en zeedieren. Inhoud 1
Voorbereiding op de reis
2
Na aankomst
3
Malaria
4
Darminfecties
5
Wormen
6
Huidziekten
7
Koortsende ziekten en geslachtsziekten
8
Het voorkómen van aids
9
Slangen en andere enge beesten
Januari 2011
10 Klachten na terugkeer
20e druk, geheel herziene editie
ISBN 978 94 6022 135 4
Trefwoordenregister
€ 14,50 | A-titel | NUR 860 | 142 pagina’s
De eerste editie van Hoe blijf ik gezond in de tropen verscheen al in 1969. De jarenlange expertise van het KIT op het gebied van tropische ziekten garandeerde de kwaliteit van informatie. Het boekje beleefde herdruk na herdruk, altijd weer geactualiseerd. Voor deze laatste druk werkte het KIT nauw samen met de Onderafdeling Infectieziekten, Tropische Geneeskunde en Aids van het Academisch
10 × 16 cm | Paperback
Medisch Centrum in Amsterdam. Hier is ook een advies- en vaccinatiebureau voor reizigers gevestigd. Piet A. Kager, internist, werkte in Zaïre en Kenia. Van 1981 tot 2008 was hij verbonden aan het AMC (Universiteit van Amsterdam).
g ez o n d hei d
3
D e ontdekking van t i n o p h et e il and Bi lli t o n Bert Manders
Bert Manders
De ontdekking van
De ontdekking van
Tin
Bert Manders
Tin op het eiland Billiton
Dit verhaal gaat over de ontdekking van tin op Billiton, een eiland tussen Sumatra en Borneo. Dit verhaal gaat over de ontdekking van tin De hoofdpersonen zijnSumatra pioniers John Loudon, op Billiton, een eiland tussen en De hoofdpersonen zijn pioniers John baronBorneo. Van Tuyll en ingenieur Cornelis de Groot. Loudon, baron Van Tuyll en ingenieur Cornelis de Groot. Over expeditie 1851 begin van de Over de expeditie inde1851 eninhet en het begin van de mijnbouw publiceerde Loudon een boek. Maar omdatLoudon hij een heer een boek. Maar mijnbouw publiceerde van stand was, had hij zijn eigen verhaal omdatzwaar hij gecensureerd. een heer van stand was, had hij zijn In werkelijkheid had Loudon zich in die jaren eigen mateloos verhaal zwaar gecensureerd. In geërgerd. Niet alleen aan de eigenwijze baron, maar vooral aan de brutale werkelijkheid had Loudon zich in die jaren ingenieur. Dit blijkt uit zijn aantekeningen en zijngeërgerd. originele dagboek die Loudon in een aan de mateloos Niet alleen speciale trommel had opgeborgen. Die eigenwijze baron, aan de brutale trommel bevindt zich maar sinds 1987vooral in het Nationaal Archief in Den Haag. ingenieur. Dit blijkt uit zijn aantekeningen en In dit boekje, dat verschijnt ter gelegenheid van het zijn originele dagboek die Loudon in een 150-jarig bestaan van de NV Billiton Maatschappij, gaat de trommel definitief open. Na achtergronden over speciale trommel had opgeborgen. Die trommel Loudons leven leest u over de spannende beginjaren op Billiton. Loudon laat zien hoe moeilijk dat het ging, maar bevindt zich sinds 1987 in Nationaal Archief vertelt ook smeuïge details over de personen met wie in DenhijHaag. te maken heeft gehad.
op het eiland Billiton
ISBN 978-9460221309
In dit boekje, dat verschijnt ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van de NV Billiton 9 789460 221309 Maatschappij, gaat de trommel definitief open. Na achtergronden over Loudons leven leest u over de spannende beginjaren op Billiton. Loudon laat zien hoe moeilijk dat ging, maar vertelt ook smeuïge details over de personen met wie hij te maken heeft gehad.
Omslag Billiton_HT.indd 1
REEDS V ER SCHE NE N ISBN 978 94 6022 130 9
€19,50 | A-titel | NUR 680 | 160 pagina’s | 15 × 21 cm | Paperback
8
>
Loudons rode dagboek en zijn geannoteerde uitgave van De eerste jaren der Billitononderneming.
4
n e de r l and
Tandjong Brikat (Banka, 1854) Door J.J. Geelhoed. 1821-1880.
02-11-10 14:07
>>
Voorbeeld van de aantekeningen van Loudon in de kantlijn van het zwarte bandje.
op een zeker moment een deel van zijn belang in Billiton aan Loudon verkocht en vervolgens het geld binnen een jaar in Duitse casino’s verspeelde. Ook doet Loudon ontboezemingen die hij bij zijn leven als heer van stand blijkbaar liever voor zich hield. Zo beschrijft hij hoe de heren op Billiton er lokale dames op na hielden. Van Tuyll had gezelschap van Tina, “mooi en makkelijk”, en Loudon liet “de schoonste maagd van Banka” naar het eiland komen. Over ingenieur De Groot is Loudon in zijn aantekeningen nog negatiever. Hij beschrijft hem als “een brutale ploert” die steeds maar pretendeert de ontdekker van het tin te zijn. “Dat De Groot een grote snoever is, die zonder blozen zijn onwaarheden durft publiceren,” stelt Loudon onomwonden in zijn manuscript. “Dit een en ander te bewijzen, is het doel van dit schrijven.” Na Loudons dood kwam zijn trommel terecht in de archieven van Billiton, het mijnbouwbedrijf dat in 1860 in Den Haag als de NV Billiton Maatschappij was opgericht om de tinvoorraden op het eiland te exploiteren. In jubileumboeken over Billiton werden de geschriften en opmerkingen van Loudon wel aangestipt, maar ze bleven verder ongepubliceerd. In 1970 werd Billiton een onderdeel van Shell, dat in 1987 het archief waar de trommel deel van uitmaakte overdroeg aan het Algemeen Rijksarchief in Den Haag. In dit boekje, dat verschijnt ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van Billiton, gaat de trommel definitief open. De hoofdmoot van deze publicatie vormt de tekst van De eerste jaren der BillitonOnderneming, aangevuld met selecties uit Loudons dagboek- en andere aantekeningen (gezet in een blauw lettertype tussen ¶ ¶). Minder interessante passages uit de 1884 publicatie zijn weggelaten. Toegevoegd zijn tussenkopjes, illustraties en korte toelichtingen van anderen (met blauwe achtergrond). Omwille van de leesbaarheid is het Nederlands omgezet in hedendaagse spelling, afgezien van de geografische namen. Als introductie op dat verhaal volgt nu echter eerst een korte geschiedenis van Loudons levensjaren voor en na de Billiton-onderneming. Een kort overzicht van de opeenvolgende Billiton bedrijven vormt het slot van deze uitgave.
C ur aç ao Cl ass i cs Bee ld end e k u n st van a f 1 9 0 0 Felix de Rooy & Jennifer Smit
De eerste westerling die ooit Curaçao op zijn netvlies registreerde was Alonso de Ojeda, die de dualiteit van dit eiland beschreef met de woorden: ”Isla de los Gigantes” (Eiland van de reuzen), maar uiteindelijk bestempelde als “Isla inutil” (Nutteloos eiland). Meer dan een eeuw later erkenden de Fransen, de Engelsen en de Nederlanders het strategisch belang van dit nutteloze eiland als handelsbasis voor de lucratieve transatlantische slavenhandel. Deze dubbele beeldvorming van Curaçao als ener zijds een uniek en anderzijds een nutteloos eiland is door de koloniale eeuwen heen weinig veranderd. Vanuit het monoculturele westerse perspectief heeft de hybride, multiculturele bastaardcultuur van Curaçao, tot op de dag van vandaag weinig respect kunnen genereren binnen het Nederlandse kunstbeleid. Door deze multiculturele bastaardidentiteit is het onmogelijk de Caraïbische kunst uitsluitend vanuit een westers perspectief te beoordelen. De op het eerste gezicht westerse uitstraling van de beeldende kunst van Curaçao verbergt een Caraïbische invulling die wederom een spiegel vindt in de hybride Caraïbische spiritualiteit. Het het spreekwoord: “What you see is not always what you get” illustreert de complexiteit van het Caraïbische beeldidioom. De kunstenaars die in deze catalogus voor het voetlicht komen zijn enerzijds “Yu di tera” (Landskinderen) en anderzijds buitenlandse
Mei 2011 ISBN 978 94 6022 138 5 € 29,50 | NUR 640/646 | ca. 160 pagina’s | 23 × 27,5 cm | Hardcover | Nederlands en Engelstalig
kunstenaars die passanten of migranten zijn gebleken en hun stempel hebben achtergelaten op het culturele erfgoed van Curaçao. De multidisciplinaire diversiteit van het Curaçaose kunstpanorama is een essentieel onderdeel van deze manifestatie en vind zijn neerslag in de selectie van kunstenaars. Catalogus bij de unieke grootsopgezette tentoonstelling Antepasado di Futuro (Voorouders van de toekomst) die van 9 oktober 2010 tot 10 januari 2011 te zien is geweest in het Curaçaosche museum.
cu r açao
5
M aya 2012 M ysterie , g e loof e n w e t e ns cha p Erik Boot, Laura Van Broekhoven en Martin Berger
De Mayacultuur is een van de meest fascinerende ter wereld. Lang werden de Maya geportretteerd als mysterieuze sterrenkijkers, die – ver weg van andere samenlevingen en gebaseerd op oude wijsheid – een superieure cultuur wisten te ontwikkelen. Een cultuur die bovendien om onduidelijke redenen ten val kwam. Ze onderscheidden zich van de hun omringende volken doordat zij als enige Amerikaanse cultuur een volledig schriftsysteem ontwikkelden. Het ontcijferen daarvan heeft vele jaren in beslag genomen en gaat nog steeds voort. De Mayacultuur is een van de meest fascinerende ter wereld. Lang werden de Maya
en gebaseerd op oude wijsheid – een superieure cultuur wisten te ontwikkelen. Een
cultuur die bovendien om onduidelijke redenen ten val kwam. Ze onderscheidden zich van de hun omringende volken doordat zij als enige Amerikaanse cultuur een volledig
en gaat nog steeds voort.
Een belangrijk onderdeel van de Mayakennis is die over de Mayakalender. 2012 is daarin een cruciaal jaar: de Maya zouden hierover een apocalyptische voorspelling hebben gedaan. Volgens de zogenaamde mayanism-beweging zouden de Maya voorspeld
hebben dat op 21 december 2012 de wereld ten einde zou komen. Maar wat hebben de Maya eigenlijk zélf over 21 december 2012 gezegd? En wat vinden de hedendaagse Maya van al deze aandacht?
MAYA 2 0 1 2 – MYSTERIE , G ELO O F EN WETENSC HAP gaat in op al deze vragen. Het geeft een overzicht van de huidige wetenschappelijke kennis over de archeologische Maya en schetst een beeld van het leven van de hedendaagse Maya. Daarnaast gaat het uitgebreid in op de wetenschappelijke en spirituele aspecten van het 2012-fenomeen.
Mysterie, geloof en wetenschap
schriftsysteem ontwikkelden. Het ontcijferen daarvan heeft vele jaren in beslag genomen
Maya 2012
geportretteerd als mysterieuze sterrenkijkers, die – ver weg van andere samenlevingen
Maya 2012
Mysterie, geloof en wetenschap
Erik Boot, Laura Van Broekhoven
en Martin Berger
Het boek is rijkelijk geïllustreerd met prachtige, zeldzame objecten uit de collectie van Museum Volkenkunde in Leiden. De Maya-objecten van het museum kunnen gezien worden als representanten van Mayakunst.
Een belangrijk onderdeel van de Mayakennis is die over de Mayakalender. 2012 is daarin een cruciaal jaar: de Maya zouden hierover een apocalyptische voorspelling hebben gedaan. Volgens de zogenaamde mayanism-beweging zouden de Maya voorspeld hebben dat op 21 december 2012 de wereld ten einde zou komen. Maar wat hebben de Maya eigenlijk zélf over 21 december 2012 gezegd? En wat vinden de hedendaagse Maya van al deze aandacht? ISBN 978-9460221378
9 789460 221378
Omslag Maya_HT.indd 1
M AYA 2012 – MYS TER I E , G E LO O F E N W E TENSC HA P gaat in op al deze vragen. Het geeft een overzicht van de huidige wetenschappelijke kennis over de archeologische Maya en schetst een beeld van het leven van de hedendaagse Maya. Daarnaast gaat het uitgebreid in op de wetenschappelijke en spirituele aspecten van het 2012-fenomeen.
6
01-12-10 22:46
December 2010 ISBN 978 94 6022 137 8 € 19,50 | A-titel | NUR 740 | ca. 120 pagina’s | 20 × 25 cm | Paperback
Het boek is rijkelijk geïllustreerd met prachtige, zeldzame objecten uit de collectie van Museum Volkenkunde in Leiden. De Mayaobjecten van het museum kunnen gezien worden als representanten van Mayakunst.
m e xico en c e nt r a al a m eri k a
De
vrouw met slangen als haar. Jaguarklauwen vor-
zon of dag betekent, op zijn armen en benen.
haar handen valt regen.
Maya
kante ogen en slangachtige krullen aan zijn mondhoeken. Hij heeft een k’in-hiëroglief, dat
men haar handen. Uit de omgekeerde pot in
Ek Chuah
De maangodin
Ek Chuah is de god van de handel en van de
De maangodin is een mooie jonge vrouw, vaak
cacao. Van cacao werd een chocoladedrank
zittend op de halve maan afgebeeld. Meestal
gemaakt en cacaobonen waren een betaalmid-
houdt zij een konijn vast, omdat de Maya in de
del in Midden-Amerika. Delen van het lichaam
maan het profiel van een konijn zien. Volgens
van Ek Chuah zijn zwart gekleurd. Kenmerkend is
sommige verhalen verloor de maangodin een
ook zijn grote
oog tijdens een ruzie met haar man, de zon. Dat
onderlip.
is de reden dat ze minder krachtig schijnt dan hij.
Yum Ixim Yum Ixim is de naam van de Maïsgod in het hedendaagse Yucatán. In de klassieke periode werden verschillende verschijningsvormen van de Maïsgod genoemd: Jun Ixim en Ajan. Deze verschillende vormen waren waarschijnlijk verbonden met verschillende groeistadia van de maïsplant. Yum Ixim betekent letterlijk “de eigenaar van de maïs”. Hij symboliseert leven, vruchtbaarheid, landbouw en overvloed en wordt vaak afgebeeld als een jongeman met een afgeplat hoofd. Bij de Maya is dit een teken van schoonheid: het hoofd heeft zo de vorm van een maïskolf gekregen. Op de kruin van zijn hoofd zijn vaak de bladeren van de maïsplant afgebeeld en in zijn handen houdt hij vaak ook een maïsplant.
K’inich Ajaaw De Zonnegod K’inich Ajaaw heeft een dubbel karakter: als hij ’s ochtends opkomt, is hij goed, de brenger van licht en leven. Als hij ondergaat, neemt hij licht en leven weg. Hij heeft grote vier-
De Zonnegod K’inich Ajaaw heeft een dubbel karakter: als hij ’s ochtends opkomt, is hij goed, de brenger van licht en leven. Als hij ondergaat, neemt hij licht en leven weg
Xibalba, de onderwereld
en de haan, worden hem grafgiften meegegeven. Kleine tortilla’s en jicaras (kalebassen) met pozole
De overledenen reisden naar de onderwereld, Xibal-
(een mengsel van maïs en cacao) worden naast de dode gezet, zodat hij ze kan gebruiken wanneer het nodig is. De reis duurt minstens zeven dagen. Op dezelfde manier werden, in de prekoloniale periode,
Xibalba, grafgiften en begravingen
aan de dode heerser objecten meegegeven die hem konden helpen in zijn reis naar de onderwereld. Aardewerken vazen met cacao erin, schelpen en exotische maritieme objecten, afbeeldingen van goden uit aardewerk of steen, spiegels, boeken enzovoort. In het oorsprongsverhaal van de K’iche’, opgeschreven in de Popol Vuh, worden de obstakels die de hoofdpersonages moeten overwinnen, uitvoerig uit de doeken gedaan. Op uitnodiging van de negen goden van de onderwereld reist de heldentweeling, Hunahpu en Xbalanque, naar Xibalba om daar het balspel te spelen. Enkel gewapend met hun blaaspijp daalt de tweeling de donkere steile trappen af. Na de afdaling moeten zij eerst twee rivieren oversteken, één van modder en één van bloed. Om daar niet in te hoeven zwemmen, gebruiken zij hun blaaspijpen als vlot. Eenmaal aangekomen aan de overkant dienen ze een aantal proeven te doorstaan:
des Doods. Uitzinnig van vreugde spelen de onder-
zo moeten ze de nacht levend zien door te brengen
wereldgoden vervolgens het balspel met het hoofd
in het huis van de duisternis, het huis van de messen
35
ba, waar alle voorouders leefden. Xibalba lijkt heel erg op de wereld van de mensen, alleen zijn sommige dingen net een beetje anders. Zo eten en drinken de doden andere dingen dan de mensen De onderwereld bestond uit een indrukwekkend landschap van bergen, valleien en rivieren. Het was een plaats van gevaar, de plaats van de dood, en een bestemming voor de zielen van de doden, de plek waar hun huizen stonden. In vele Amerikaanse culturen was deze plek verbonden met bepaalde dieren, zoals de gier, de hond, de vleermuis en de uil. De zon, Venus en andere planeten trokken door de onderwereld om zo op een cyclische manier telkens een transformatie te ondergaan. Ze “stierven” als het
als bal. Xbalanque weet echter, met de hulp van een
en het huis van de jaguars. Pas daarna, bij het huis
konijn, net op tijd het hoofd van zijn broer weer
ware om daarna weer in volle glorie tot leven te
van de vleermuizen, wordt het moeilijk. Het hoofd
terug te veroveren om alsnog de goden van de
komen. Venus doet dat als avondster, waarna ze
van Hunahpu wordt afgereten door de Vleermuis
onderwereld te verslaan.
negen dagen niet zichtbaar is, om daarna weer als morgenster op te komen. Een hel was het dodenrijk dus zeker niet: de Maya kenden geen eeuwig brandend hellevuur en dansende duivels die de zondaar op permanente martelingen trakteerden. Net zoals meer dan vijfhonderd jaar geleden vertelt men vandaag de dag in Tamulté de las Sabanas, een aan de Mexicaanse Golfkust gelegen Yokoyinik-Maya dorp, dat de mens wanneer hij sterft een lange reis aanvangt. Tijdens die reis moet hij vele moeizame hindernissen nemen: wilde stromen, een weg met scherpe doornen, en een zeer nauwe bergpas die zich slechts af en toe opent. De dode moet zelf proberen het dodenrijk te vinden, waar zijn voorouders hem opwachten.
De reis naar de onderwereld Om zeker te weten dat de dode op zijn reis kan rekenen op de hulp van bepaalde dieren, zoals de hond
37
39
38
Omdat de site zoveel te lijden heeft gehad onder plunderaars, is het van veel monumenten uit Tortuguero niet bekend hoe en waar zij precies zijn gevonden. Dit geldt ook voor Monument 6. Bovendien is het monument in het verleden in verschillende fragmenten gebroken en is het niet precies bekend hoeveel van deze fragmenten er oorspronkelijk waren. Op het moment zijn er nog zeven fragmenten bekend, geïdentificeerd als fragment A tot en met G. Fragmenten A, B, C en D vormen het centrale deel van Monument 6. Fragmenten E, F en G vormen het rechterzijpaneel. Van het linkerzijpaneel zijn tot op heden geen fragmenten bekend. Op basis van de overgebleven fragmenten is wel duidelijk dat het monument ooit de vorm had van een hoofdletter T. Volgens reconstructies van de Duitse archeoloog Sven Gronemeyer was het monument circa 190 centimeter hoog en circa 131 centimeter breed aan de bovenkant. Het monument had een dikte van ongeveer 13 centimeter. Van de zeven bekende fragmenten van Monument 6 bevinden zich er vier nog in Mexico. Deze fragmenten – A, C, D en G – maken deel uit van de collectie van het museum Carlos Pellicer Camára in de stad Villahermosa in de staat Tabasco. De andere drie elementen – B, E en F – zijn op een bepaald moment via de illegale kunsthandel in de Verenigde Staten terecht gekomen. Van fragment B is bekend dat het deel uitmaakt van de collectie van het Metropolitan Museum of Art in New York. De andere twee fragmenten zijn in de jaren zeventig verkocht aan galeries in Boston, maar waar zij nu zijn is onbekend.
70
71
grotere dorpen bestaan uit een plein met een kerk en daaromheen huizen en een aantal openbare gebouwen (zoals het gemeentehuis en de school). Het plein is de belangrijkste plek van het dorp. Hier worden dorpsvergaderingen gehouden en vinden ook de wekelijkse markt en jaarfeesten plaats. Het is meestal ook de plek waar basketbal en voetbal gespeeld wordt in de avonduren. Belangrijke feesten worden georganiseerd door een groep mensen, de mayordomía. Daarbij wordt het hele dorp uitgenodigd en worden de gasten dus ook geacht iedereen eten en drinken aan te bieden. Het onderhoud van wegen en andere publieke gebouwen is de taak van de hele gemeenschap en iedereen draagt daaraan bij. De dorpsbewoners leven van het verbouwen van maïs, bonen, kalebassen en koffie, en van het houden van kleinvee als geiten en schapen. Daarnaast is er ook altijd een aantal handelaren die hun geld
beschrijving van de verschillende monu-
zelf namelijk weinig meer over. Dit komt
menten opgenomen. Het is dankzij deze
omdat de site grotendeels leeggeroofd is
De eerste publicatie over Monument 6 dateert uit 1962 en is van de hand van de
plattegrond van Tortuguero dat wij onge-
door plunderaars, en daarnaast heeft
Engelse onderzoeker J. Eric S. Thompson.
veer weten hoe de site er vroeger uitzag.
gediend als groeve voor een nabijgelegen
Deze publicatie omvat alleen foto’s van de
Heden ten dage is er van de vindplaats
cementfabriek.
fragmenten A en B. De fragmenten E en F
82
Kom
Beker met hiërogliefen
Beschilderde kom
Op archeologische vindplaatsen zijn
Langs de bovenrand van deze kom loopt
De eerste tekst op deze beker bevat tekens
Deze kom is gebruikt bij rituelen en mee-
ook stenen beschermers voor balspelers
een band met portrethiërogliefen. De
die geen woord- of lettergreepwaarde
gegeven als grafgift aan een overledene.
gevonden. Wetenschappers zijn het er niet
lange, slingerende neus die er telkens in
hebben: het zijn zogenaamde pseudo- of
Op de buitenzijde direct onder de rand is
over eens of die beschermers echt werden
terugkeert, zou kunnen aangeven dat het
sierhiërogliefen. Uit het oostelijke en
een combinatie van verschillende geome-
gebruikt of alleen een functie hadden bij
hier om de regengod Chaak gaat. Chaak
zuidoostelijke Mayagebied zijn veel voor-
trische motieven geschilderd. Het L-vormi-
rituelen en ceremoniën. Aangezien een
heeft vier verschijningsvormen: de Rode,
beelden van deze pseudoteksten bekend.
ge motief is de gestileerde weergave van
stenen heupbeschermer wel twintig tot
Gele, Witte en Zwarte Chaak die elk ver-
De tweede tekst kan wel gelezen worden.
de balspelplaats. Tussen de twee afge-
dertig kilo weegt, is het onwaarschijnlijk
bonden zijn met een van de vier windrich-
Dit is een inwijdingsformule. Er staat
beelde balspelplaatsen is een bladneus-
dat die tijdens het spel gebruikt werd. Een
tingen. Ter ere van de Chaakob, de vier
geschreven:
vleermuis te zien.
uitgevoerd dat bedoeld is om regen op te roepen na een lange periode van droogte. Bij dit ritueel zitten vier kinderen onder een altaar; kwakend als kikkers symboliseren ze de vier Chaaks. Guatemala; laat-klassieke Mayaperiode, 7 -8 eeuw n.C., RMV 5058-11
andere theorie is dat het mallen zijn waar-
El Salvador; 7 -8 eeuw n.C.,
Chaaks, wordt door de Maya een ritueel
‘a-LAY-ya T’AB yi-chi ‘u tz’i ba li yu-[k’i]bi ta yu-ta-la ka[ka-wa]
over leer werd getrokken. De stenen mal-
RMV 5039-1
len zijn mogelijk als grafgift gebruikt om de doden in staat te stellen het balspel te
Model van een balspelplaats met toeschouwers
blijven spelen. Veracruz, Mexico; 7 -9 eeuw n.C., RMV 5443-1
Dit model van aardewerk is gemaakt in Nayarit in noordelijk Mexico. Een van de
oftewel: alay t’abayich
balspelers speelt de overdreven grote bal
utz’ibal, yuk’ib ta yutal
balspel, pitz of ook wel pok ta pok (“muur
Stenen heupbeschermer met drie gezichten
met de heup over de grond. Dit rubber-
Balspeler met heupbescherming
De heupbeschermer (yugo) is een onder-
ho’ kab kakaw:
tegen muur”) geheten bij de Maya, speel-
De heupbescherming (yugo) van deze
deel van de uitrusting van een balspeler.
den de indianen in heel Midden-Amerika,
balspeler is versierd met hoofden en ein-
Het gezicht zou de zon voorstellen. Deze
“hier werd het schrift
Mexico tot in Costa Rica. Hierbij gebruik-
ingewijd, het is de beker
ten zij een bal van massief rubber. Naast
Balspeler met volledige uitrusting
In zijn oren draagt de balspeler schijfvor-
een spelelement had het balspel ook een
Omdat het balspel werd gespeeld met
mige oorhangers.
voor voeding van Ho’
religieuze betekenis: het herdacht het
een zware bal van soms wel drie kilo,
scheppingsverhaal en symboliseerde de
beschermden de spelers hun lichaam. Op
Kab-cacao” (tekening en ontcijfering: Erik Boot)
een gebied dat zich uitstrekte van Noord-
baan van de hemellichamen. Nayarit, Mexico; 4 -6 eeuw n.C., RMV 4819-1
de heup draagt deze balspeler een beschermband (yugo). In de band is een hacha gestoken in de vorm van een jagu-
digt in een slangenkop. De linkerkniebe-
heupbeschermer werd waarschijnlijk als
schermer is versierd met een jaguarkop.
mal gebruikt; nat leer werd over de stenen vorm getrokken en na het drogen had dat dan de vorm van de mal aangenomen. Vervolgens werd het leer met katoen en stro gevuld om de klappen van de zware, massief rubberen bal op te vangen. Deze stenen heupbeschermer is als grafgift gevonden. Waarschijnlijk kreeg een over-
arkop. De balspeluitrusting bestaat verder
leden balspeler de yugo om zodat hij ook
nog uit knie-, pols- en hoofdbanden. De
in de dodenwereld het balspel kon blijven
dat in deze kom zat – waarschijnlijk een
ringen rond de ogen, symbool van de
spelen.
soort drank – gemaakt was van cacao
regengod Tlaloc, geven regen en vrucht-
Deze tekst vermeldt dat het voedsel (yutal)
(kakaw). Meer specifiek: het was bereid
baarheid aan en zijn een typisch symbool
met Ho’ Kab-cacao en Ho’ Kab is de oor-
uit Centraal-Mexico.
spronkelijke naam voor de vindplaats Naranjo, gelegen in de oostelijke Petén in
Dit zeldzame beeld is waarschijnlijk als grafgift meegegeven aan een belangrijke
Guatemala. Na deze inwijdingstekst volgt
balspeler. Het beeld komt niet uit het May-
de naam van de eigenaar van de kom,
agebied, maar uit het aangrenzende
maar die schrifttekens zijn nog niet ontcij-
Veracruz. De Maya onderhielden veel
ferd. Zijn naam is dus nog onbekend.
contact met de volkeren om hen heen.
Naranjo e.o., Guatemala; klassieke Mayaperiode, 4e-8e eeuw n.C.,
Veracruz, Mexico; 4 -9 eeuw n.C., RMV 3574-1
Veracruz, Mexico; 4 -9 eeuw n.C., RMV 4819-2
RMV 5058-4
62
106
me xico e n c e nt r a anledaerl m eri an ka d
107
7
M edicinale en Ri t ue l e P l an ten van Suri na m e Tinde van Andel & Sofie Ruysschaert
Suriname is een land met zowel een grote culturele diversiteit als een hoge biodiversiteit. Het Surinaamse oerwoud herbergt een schat aan medicinale kruiden, maar door de eeuwen heen brachten de Afrikaanse slaven en Aziatische contractarbeiders ook nog tal van nuttige planten met zich mee. Indianen, Creolen, Marrons, Hindoestanen, Javanen: iedere bevolkingsgroep heeft haar eigen religie, taal, rituelen en ideeën over ziekte en gezond heid. Toch vindt er ook veel kennisuitwisseling plaats. Zo komen Indiaanse gebruiksplanten terecht in Creoolse kruidenbaden voor de ingi winti (indianengeest) en duiken er ook Chinese planten op in de Surinaamse farmacopee. Medicinale en Rituele Planten van Suriname is het resultaat van enkele jaren wetenschappelijk onderzoek van het Nationaal Herbarium Nederland en de Universiteit Gent naar het plantgebruik voor geneeskrachtige, magische en religieuze doeleinden. Het boek is gebaseerd op veldwerk in de regio’s Paramaribo, Pará, Wanica, Marowijne en Brokopondo, aangevuld met literatuurgegevens. Deze veldgids bevat wetenschappelijke en lokale namen, botanische en gebruiksbeschrijvingen van meer dan 400 verschillende plantensoorten, en is rijk geïllustreerd met tekeningen en kleurenfoto’s. Ook is er extra aandacht besteed aan de betekenis van de lokale namen en de historische achtergrond van het plantgebruik. Het boek is een must voor iedereen die interesse heeft in de Surinaamse Flora en medicinale kruiden!
8
surin am e
Mei 2011 ISBN 978 94 6022 139 2 € 24,50 | A-titel | NUR 740/910 | ca. 400 pagina’s | 16 × 22 cm | Paperback
B loedmobieltje s Colta n in C on g o Seada Nourhussen (achtergrond verhalen) & Jean-Joseph Stok (fotoverslag)
Kleeft er bloed aan uw mobiele telefoon? Het geweld in Oost-Congo wordt deels gefinancierd met de illegale opbrengst van grondstoffen voor mobiele telefoons, laptops, mp3spelers, spelcomputers en digitale camera’s. Afrika-journaliste Seada Nourhussen (Trouw) vreest, als fervent beller, dat ze bijdraagt aan bloedvergieten in het dodelijkste conflict sinds de tweede wereldoorlog. Dus zocht ze samen met fotograaf Jan Joseph Stok naar de oorsprong van de ertsen in haar mobieltje. De reis bracht Nourhussen en Stok van
Amsterdam-West, via Brussel, Kenia en Rwanda uiteindelijk naar de armoedige, artisanale mijnen in Oost-Congo en de moderne, industriële mijnen in Katanga. Ze ontmoetten kinderen die onder zware omstandigheden in de mijnen werken, vrouwen die door rebellen en militairen op gewelddadige wijze verkracht zijn, kleine en grote handelaren, mijn directeuren, prostituees, activisten en hulpverleners. Al deze figuranten vertellen in ‘Bloedmobieltjes, Coltan in Congo’ over hun rol in de economische oorlog die schuilgaat achter onze gadgets.
Februari 2011
Verschijnt ook als Engelstalige titel
ISBN 978 94 6022 146 0
B lo o d Mobil e s
Ca. € 22.50 | A-titel | NUR 740 | 184 pagina’s |
Coltan in Congo
17 × 22 cm | Paperback met flappen
ISBN 978 94 6022 147 7
a f ri k a
9
HUIZEN MET PRUIK WHIPPED CREAM And other delights of Amsterdam Architecture Nicolaas Biegman (tekst en foto’s) Met bijdragen van Wim Pijbes, directeur Rijksmuseum en Paul Spies, directeur Amsterdams Historisch Museum
Amsterdam is bekend om zijn grachten, de torens en om zijn stadhuis dat bij voltooiing het Achtste Wereldwonder werd genoemd. Maar het unieke van de stad ligt in een bouwstijl die gekenmerkt wordt door hals- en klokgevels versierd met beschilderd beeldhouwwerk dat nog het meest lijkt op slagroom. Wie er op let ziet deze ‘pruiken’ overal in het centrum, soms bij tientallen tegelijk. Niets is Amsterdamser dan deze huizen met pruiken. De gevel met pruik werd bedacht door een Amsterdamse architect, Philips Vingboons, omstreeks het midden van de zeventiende eeuw. Binnen korte tijd was de “Vingboonsgevel” in de stad een ware rage, die in verschillende versies en variaties meer dan honderd jaar stand hield. Dit opmerkelijke fotoboek is in de eerste plaats bestemd voor de toerist, die maar een paar dagen in de hoofdstad kan doorbrengen. Maar het is ook bestemd voor iedere andere bezoeker of bewoner die, wandelend door de smalle straatjes, de architectonische schoonheid boven hem nauwelijks opmerkt. Fotograaf Niek Biegman woonde in Amsterdam, en had ruim gelegenheid om in ieder seizoen door deze merkwaardige stad te
10
ne de rl a nd
Maart 2011 ISBN 978 94 6022 140 8 € 24,50 | A-titel | NUR 901 | 176 pagina’s | 24,5 x 22 cm | Paperback | Nederlands en Engelstalig
lopen, te fietsen en te fotograferen. Tenslotte koos hij de beelden uit die hij het liefste terugzag, en die als geheel de lezer een weliswaar onvolledig maar toch waarheids getrouw beeld zouden meegeven van de Amsterdamse “slagroompruikenarchitectuur”.
The Netherlands East Indies at the Tropenmuseum Janneke van Dijk en Susan Legêne
THE NETHERLANDS EAST INDIES at the Tropenmuseum
the netherlands east indies at the tropenmuseum
Contributors Janneke van Dijk, former Curator of Photography at the Tropenmuseum, is now a freelance photo researcher.
R O YA L T R O P I C A L I N S T I T U T E
R O YA L T R O P I C A L I N S T I T U T E
The first volume of a series of ten books that discuss the collections of the Tropenmuseum The first volume of a series of ten books that discuss the collections of the Tropenmuseum and the histories and stories that accompany them. The books elucidate the often hidden backgrounds of athat museum collection, and the histories and stories accompany discussing objects within their original context, social histories and their contemporary meaning. The main emphasis lies on the history of the specific them. The books elucidate often hidden museum collection, with its different collectingthe and presen tation practices placed in a particular time and place. Each volume is richly illustrated with objects andof photographs from the Tropenmuseum collection. backgrounds a museum collection, discussing In The Netherlands East Indies at the Tropenmuseum, specific sections of the objects within theircollections original context, well-known ethnographic from Indonesia are interpreted as social colonial collections. As such, these objects and images express a specific colonial society in which ethnography, art, applied histories culture andof colonialism theirandcontemporary meaning. The art and crafts from Europe and from South-East Asia merge. For more than a century, these objects and images have played a dynamic role in creating coherence in thelies ethnographic a whole. Through this main emphasis oncollections theashistory ofnewthe specific interpretation of such objects as colonial collections, the contours of the diverging and contradictory social relationships that existed within museum many collection, with its different collecting colonial society become visible. In eight essays, invited authors elaborate on this approach and challenge the Tropenmuseum to extend its policies on the interpretation and presentation of ethnographic collections and presentation practices placed inin a a particular national and international dialogue on art, cultural heritage and the legacies colonial culture. time and ofplace. Each volume is richly illustrated with objects and photographs from the Tropenmuseum collection. In The Netherlands East Indies at the Tropen museum, specific sections of the well-known ethnographic collections from Indonesia are interpreted as colonial collections. As such, these objects and images express a specific culture of colonialism and colonial society in which ethnography, art, applied art and crafts from Europe and from South-East Asia merge. For more than a century, these objects and images have played a dynamic role in creating coherence in the ethnographic collections as a whole. Through this new interpretation of such objects as colonial collections, the contours of the many diverging and contradictory social relationships that existed within colonial society become visible. In eight essays, invited authors elaborate on this approach and challenge the Tropenmuseum to extend its policies on the interpretation and presentation of ethnographic collections in a national and international dialogue on art, cultural heritage and the legacies of colonial culture.
janneke van dijk susan legêne (eds)
Susan Legêne, former Head of the Curatorial Department at the Tropenmuseum, is Professor of Political History at VU University Amsterdam.
Essays by: Margareta Dorilla, David van Duuren, Thomas Lindblad, Elsbeth Locher-Scholten, Pamela Pattynama, Ratna Saptari, Edy Seriese and Harm Stevens.
ISBN 978-9068327519
9 789068 327519
EER D ER A ANGE BOD E N Februari 2011 ISBN 978 90 6832 751 9 € 34,50 | A-titel | NUR 640 | 180 pagina’s | Hardcover, full colour illustraties | 21,5 × 26,5 cm | Engelstalig Contributors
Janneke van Dijk, former Curator of Photography at the Tropenmuseum, is now a freelance photo researcher. Susan Legêne, former Head of the Curatorial Department at the Tropenmuseum, is Professor of Political History at VU University Amsterdam. Essays by
Margareta Dorilla, David van Duuren, Thomas Lindblad, Elsbeth Locher-Scholten, Pamela Pattynama, Ratna Saptari, Edy Seriese and Harm Stevens.
Col le ctie b oe k e n T r op en m u s eu m
11
Oceania at the Tropenmuseum David van Duuren en Steven Vink The second volume of a series of ten books that discuss the collections of the Tropenmuseum and the histories and stories that accompany them. The books elucidate the often hidden backgrounds of a museum collection, discussing objects within their original context, social histories and their contemporary meaning. The main emphasis lies on the history of the specific museum collection, with its different collecting and presentation practices placed in a particular time and place. Each volume is richly illustrated with objects and photographs from the Tropenmuseum collection. Oceania at the Tropenmuseum is not in the first place a book on tribal art, but rather a treatise on the coming of existence and growth of a wellknown Oceanic collection, which started at the beginning of the 20th century with the joining together of the collections of the Colonial Museum in the Dutch provincial town of Haarlem and the ethnographic collection of Artis, the Amsterdam Zoo. The objects were, then and later on, brought together by early explorers, travellers, scientific expeditions, missionaries, Dutch government officials, ethnologists and collectors of tribal art, most of them within the context of Dutch colonial presence in New Guinea, from where the majority of objects originate. During the last hundred years the intellectual approach of the collection changed from evidences of primitive cultures in far-away places to the cultural heritage of world citizens, whose objects of art and material culture has been amassed during the colonial period of Western history. This richly illustrated book emphasizes this historical
12
T ro p e n m u s e u m
EER D ER A ANGE BOD E N Februari 2011 ISBN 978 90 6832 752 6 € 34,50 | A-titel | NUR 640 | 180 pagina’s | Hardcover, full colour illustraties | 21,5 × 26,5 cm | Engelstalig
context and the way the objects were collected and presented to the public till this day. David van Duuren is an anthropologist. He worked at the Tropenmuseum from 1970 to 2010, most recently as the curator for the Oceania and historical collections, and has published work on the history of collections. He is the author of books on the Indonesian kris and co-author of books on the collection of human remains and 18th century Oceanic weapons in the Tropenmuseum.
Par adij svo gels e n k roon dui ven Ind ische Ne d e rl an d e r s i n voorma l i g N i e u w- G u ine a Tjaal Aeckerlin 2571.omsl.NNG.def.drij:Layout 1
15-07-2010
22:55
Pagina 1
Indische Nederlanders in voormalig Nieuw-Guinea
In de jaren 1945 tot halverwege de jaren zestig werden 250.000 Indische Nederlanders
naar Nederland gerepatrieerd. Voor hen was geen toekomst meer in het naoorlogse Indië en de jonge staat Indonesië. Minder bekend is dat vele anderen hun toevlucht zochten in voormalig Nieuw-Guinea.
Toen Nederland op 27 december 1949 het bestuur over Nederlands-Indië overdroeg aan Indonesië was Nieuw-Guinea in die soevereiniteitsoverdracht niet meegenomen.
Enkele duizenden Indische Nederlanders besloten dit ‘laatste kroonjuweel’ tot hun nieuwe thuisland te maken. Het gebied was echter nauwelijks ontgonnen en voorzieningen waren er amper. Ze gingen een uiterst onzekere toekomst tegemoet, maar ze
gingen omdat ze hoe dan ook in vrijheid konden leven. Weliswaar in een on-Indische sfeer en een omgeving waar niets was, maar betrekkelijk dicht bij hun geboortegrond.
Zij konden niet bevroeden dat Nieuw-Guinea inzet zou worden van het almaar oplo-
pende steekspel tussen de Nederlandse en de Indonesische autoriteiten, gesteund door de Verenigde Naties en de VS. Nederland droeg Nieuw-Guinea op 1 oktober 1962 over aan de VN, waarna het een half jaar later alsnog in Indonesische handen overging. De circa 12.000 Indische Nederlanders moesten voor de tweede keer ‘hun land’ verlaten.
Paradijsvogels en kroonduiven bevat persoonlijke vertellingen van betrokkenen. In combi-
natie met het beeldmateriaal (circa 180 foto’s) geeft het een indringend beeld van deze groep.
Tjaal Aeckerlin richt in Paradijsvogels en kroonduiven, evenals in zijn eerdere publicaties, de schijnwerpers op Indische mensen, wier lotgevallen tot dusver onderbelicht zijn gebleven. In dit boek verwoorden zij alsnog hun ervaringen en belevenissen van weleer.
Paradijsvogels en kroonduiven
In de jaren 1945 tot halverwege de jaren zestig werden 250.000 Indische Nederlanders naar Paradijsvogels en Minder bekend is dat Nederland gerepatrieerd. kroonduiven velen hun geluk zochten in voormalig NieuwGuinea. Toen op 27 december 1949 het bestuur over Nederlands-Indië werd overgedragen aan de Indonesische overheid was Nieuw-Guinea in de soevereiniteitsoverdracht niet meegenomen. Enkele duizenden Indische Nederlanders besloten om dit laatste kroonjuweel als nieuw thuisland te beschouwen. Het eiland was echter nauwelijks ontgonnen en bezat amper voor zieningen. Men ging een onzekere toekomst tegemoet, maar kon, hoe dan ook, in vrijheid leven in een wereld die bekend leek en die betrekkelijk dicht bij hun geboortegrond lag. Zij konden niet bevroeden dat Nieuw-Guinea inzet zou worden in het almaar oplopende steekspel tussen de Nederlandse en de Indonesische overheid, gesteund door de
Tjaal Aeckerlin
Paradijsvogels en kroonduiven Indische Nederlanders in voormalig Nieuw-Guinea
EER D ER A ANGE BOD E N VE R SCHE NE N ISBN 978 94 6022 049 4 € 24,50 | A-titel | NUR 680 | 179 pagina’s | Hardcover, 200 full colour en zwart-wit illustraties | 25 × 22,5 cm (oblong)
Verenigde Naties en de VS. Nederland droeg Nieuw-Guinea (het huidige West-Papua) op 1 oktober 1962 over aan Indonesië. De circa 16.000 Indische Nederlanders moesten voor de tweede keer ‘hun land’ ontvluchten. Het boek bevat persoonlijke vertellingen van betrokkenen die in combinatie met de ruim 200 foto’s een indringend beeld van deze groep geven.
azië
13
D ese rt si lver Nomadic a n d t r a d i t i o n a l s i lver j ewe lle ry f r om t he M i d d le E as t and North A f ri ca Sigrid van Roode 2572.Omsl.Desert.silver.def:omsl.Des.Sil.
20-09-2010
09:21
Pagina 1
Nomadic and traditional silver jewellery from the Middle East and North Africa
Some of the oldest civilizations in the world originated along the fertile banks of the Nile, Tigris and Euphrates rivers, and the countries of the Middle East and North Africa have been cultural melting pots ever since. The trade routes adopted by the region’s nomads linked colourful cultures and time-long traditions like so many beads on a string. And indeed it is in the region’s jewellery that its many-layered history of tribes and empires, nomads and villagers is perhaps best seen. From an archaeological point of view, decorative details and motifs can be traced back centuries, sometimes even millennia. This book, Desert Silver, explores the social, economic and religious background of this jewellery. The traditional silver jewellery of the region combines a variety of aspects of desert life. As the unalienable property of a woman, it has practical, economic value; it serves as a social indicator and reveals where the wearer comes from, how rich she is and her status as a wife and mother. Perhaps more importantly it is frequently worn as a powerful amulet. Jewellery plays a subtle role in everyday society as communicator, messenger and bank account, and all of these aspects are discussed in the book and illustrated with rich examples, from Palestinian wedding necklaces made from fragrant cloves to the brightly enamelled bracelets of the Maghreb. The different functions fulfilled by jewellery are rooted deep within society, so changes within that society inevitably impact its jewellery. Now that traditional societies are changing fast, what does the future hold for the traditional silver jewellery of the Middle East and North Africa, jewellery that has remained unchanged for centuries?
Desert Silver
Desert Silver Nomadic and traditional silver jewellery from the Middle East and North Africa Sigrid van Roode
Sigrid van Roode
Some of the oldest civilizations in the world originated along the fertile banks of the Nile, Tigris and Euphrates rivers, and the countries of the Middle East and North Africa have been cultural melting pots ever since. The trade routes adopted by the region’s nomads linked colourful cultures and time-long traditions like so many beads on a string. And indeed it is in the region’s jewellery that its many-layered history of tribes and empires, nomads and villagers is perhaps best seen. From an archaeological point of view, decorative details and motifs can be traced back centuries, sometimes even millennia.
EER D ER A ANGE BOD E N VE R SCHE NE N
This book, Desert Silver, explores the social, economic and religious background of this jewellery. The traditional silver jewellery of the region combines a variety of aspects of desert life. As the unalienable property of a woman, it has practical, economic value; it serves as a social indicator and reveals where the wearer comes from, how rich she is and her status as a wife and mother. Perhaps more importantly it is frequently worn as a powerful amulet. Jewellery plays a subtle role in everyday society as communicator, messenger and bank account, and all of these aspects are discussed in the book and illustrated with rich examples, from
14
ISBN 978 94 6022 047 0 Prijs: € 19.50 | A-titel | NUR 656 | 96 pagina’s | 21 × 19 cm | Paperback | Engelstalig
Palestinian wedding necklaces made from fragrant cloves to the brightly enamelled bracelets of the Maghreb. The different functions fulfilled by jewellery are rooted deep within society, so changes within that society inevitably impact its jewellery. Now that traditional societies are changing fast, what does the future hold for the traditional silver jewellery of the Middle East and North Africa, jewellery that has remained unchanged for centuries?
Midde n oos t e n e n N oo rd A f ri k a
6-11-2010
C hoc ol at e Fo rever Dutch kn o w le d g e o n s u s ta i n ab l e c ocoa Anna Laven en Pim Pelders
14:29
Pagina 1
The Port of Amsterdam is the world’s largest cocoa harbour and the Region of Amsterdam (Zaanstreek) is home to the most complete cocoa network in the world. The large economic importance of cocoa for the Dutch economy, and the role of the Dutch in the international cocoa chain, demands a strong knowledge infrastructure, one able to support the dynamic character of the Dutch cocoa cluster.
In response to the extremely difficult economic circumstances faced by many cocoa farmers, and driven by the risks of future supply shortages worldwide, the cocoa sector is currently on the move. A multitude of public and private players, together with members of civil society, have joined forces to work on promoting sustainability in the cocoa sector.
This effort to map the knowledge demand and available expertise in the Netherlands is funded by the Dutch Ministry of Economic Affairs, Agriculture and Innovation. It contributes to implementation of the ChocoWorkGroup’s Sustainable Cocoa Actionplan that seeks to achieve sustainable cocoa consumption in the Netherlands within fifteen years and to contribute to the global sustainable economy.
ISBN 978-9460221033
Royal Tropical Institute
KIT Development Policy & Practice
Anna Laven and Pim Pelders
Knowledge is essential for achieving this aim--not only sharing the knowledge required to make the processes sustainable, but also identifying the knowledge requirements of the various stakeholders. In the Netherlands there is limited knowledge infrastructure that supports knowledge development specifically on cocoa. However, there is a strong potential for generating and sharing knowledge connected to sustainable cocoa, in particular due to existence of a vibrant Dutch multistakeholder community involved in cocoa.
Anna Laven and Pim Pelders
Dutch knowledge on sustainable cocoa
This book explores the knowledge needed for achieving a sustainable cocoa chain and the gatekeepers of this knowledge. It tells the story mainly from a Dutch perspective, focusing on the knowledge needs of actors involved in cocoa in the Netherlands, and their knowledge partners.
Chocolate Forever
The Netherlands take up a central position in the international cocoa chain, especially in transporting and processing cocoa beans. Despite the economic importance of cocoa, a solid cocoa knowledge base seems to be lacking. The momentum of sustainability currently present in the Dutch cocoa chain offers a good opportunity to examine the status of knowledge availability, development and applicability. What knowledge do actors working on a more sustainable chain lack? Where do they get their knowledge from and who are their partners? What knowledge is being developed and how is it being applied? By providing the answers to these questions this study aims to identify the strengths and weaknesses of the Dutch knowledge base and provide recommendations on improving it.
Chocolate Forever
Dutch knowledge on sustainable cocoa
9 789460 221033
1
EER D ER A ANGE BOD E N December 2010 ISBN 978 94 6022 103 3 W-titel | € 25 | 144 pagina’s / full colour | 17 × 23,5 cm | NUR 754 | Paperback | Engelstalig
Royal Tropical Institute
15
H e alth E conomic s f o r D ev e lop i ng Co untr ie s A p r actical g u i d e Sophie Witter, Tim Ensor, Matthew Jowett, Robin Thompson
answer sessions between a group of (humorously named) characters in a fictional country, the relevant material is covered in a lively way.
S. Witter, T. Ensor, M. Jowett and R. Thompson
Each chapter introduces a topic then, by the use of question and
Core areas are selected for health economists to The chapter ends with a summary, practice experiences for the reader and list of references andbrief suggestions for further reading. study ina detail, with discussions and There is a glossary of health economics terms to help the reader. suggestions for further reading of linked topics The authors are experienced teachers and consultants in economic more commonly studied under other related health economics, based at the Centre for Health Economics at the University of York.such All fouras teach short courses on health economics disciplines, public health and health for students from developing countries. management. Each chapter introduces a topic then, by the use of question and answer sessions between a group of (humorously named) characters in a fictional country, the relevant material is covered in a lively way. The chapter ends with a 9 789460 221316 summary, practice experiences for the reader and a list of references and suggestions for further reading. There is a glossary of health economics terms to help the reader. The authors are experienced teachers and consultants in economic health economics, based at the Centre for Health Economics at the University of York. All four teach short courses on health economics for students from developing countries. ISBN 978-9460221316
Health Economics for Developing Countries
A practical guide
This book is an introduction to health This book is an introduction to health economics and finance for economics and finance for lower income lower income countries, which is easy to use and read and does not assume previouswhich training in economics. explains countries, is easy Itto usehealth andeconomics read and in an accessible applied way using material from, and relevant to, does notcountries. assume previous training in economics. developing The focus is on practical use. It explains health economics in an accessible Core areas are selected for health economists to study in detail, with brief discussions suggestions for further reading applied wayandusing material from,of linked and topics relevant more commonly studied under other related disciplines, such as to, developing countries. The focus is on public health and health management. practical use.
Health Economics for
Developing
Countries A practical guide S. Wit ter, T. Ensor, M. Jowe t t and R. Thompson
Omslag Health8.indd 1
16
ge zo ndh e id
28-10-10 22:40
VER SC HENE N Eerder uitgegeven door MacMillan ISBN 978 94 6022 131 6 W-titel | ₏ 27.50 | 296 pagina’s | 14 × 21,5 cm | NUR 780 | Paperback | Engelstalig
I mport ed Ski n Di se as e s William R. Faber, Rod J. Hay, Ben Naafs (eds.)
Imported Skin Diseases was written for health professionals to assist in diagnoses and management of patients with skin diseases acquired abroad in different, often tropical, environment. Such patients with ‘tropical and exotic skin diseases’ have been seen more frequently in recent years. This book covers a wide spectrum of imported skin diseases, the majority infectious in nature. These diseases are found not only among Western travellers, but also among immigrant minority groups who may regularly visit their relatives in their countries of origin. Sexually transmitted infections as well as dermatological diseases are discussed. Symptoms of potentially life-threatening systemic infections are described. There are introductory chapters on the influence of environmental factors, on the characteristics of pigmented skin, and on disorders of the pigmentary system. Full-colour of illustrations and clinical conditions, tables and flow-charts –helpful in the diagnoses and management of these patients –are provided in the text.
VER SCHENEN Eerder uitgegeven door Elsevier ISBN 978 94 6022 132 3 W-titel | € 49.50 | 304 pagina’s | 17 × 24 cm | NUR 876/878 | Paperback | Engelstalig
The authors are internationally recognized experts in their field
gez o n d hei d
17
HIV-posi t i ve ado le s c e nt s i n Ken ya Acce s to se x ua l a n d r ep rod ucti ve h e alth s e rv i ce s Francis Obare en Anke van der Kwaak et.al.
programmes in the country. The study was conducted in Nairobi and Nyanza provinces between September and November by Plan InternationalKenya, and the Royal Tropical Institute- Netherlands through funding from Plan International- Netherlands, the Royal Tropical Institute, and the Dutch Ministry of Foreign Affairs. It involved a survey of HIV-positive adolescents who were aware of their sero-status and had a reflective ability to talk about their inner lives. Four focus group discussions comprising eight participants each were also conducted with a subset of the adolescents. Respondents were identified and recruited through a total of HIV/AIDS treatment, care and support centres in the two provinces. This report documents the gaps in the provision of sexual and reproductive health information and services to HIV-positive adolescents in the country and outlines some of the programmatic implications of the findings.
This report is based on findings from a study that assessed the sexual and reproductive health needs of HIV-positive adolescent boys and girls aged 15-19 years in Kenya in order to identify and develop interventions that integrate these needs into the existing HIV/AIDS treatment, care and support programmes in the country. The study was conducted in Nairobi and Nyanza provinces between September and November 2009 by Plan International- Kenya, and the Royal Tropical Institute- Netherlands through funding from Plan International- Netherlands, the Royal Tropical Institute, and the Dutch Ministry of Foreign Affairs.
Bulletin HIV-positive adolescents in Kenya
In Kenya as elsewhere in sub-Saharan Africa, programs to address the sexual and Bulletin reproductive health needs of adolescents aged In Kenya aswho elsewhereare in sub-Saharan programs to address sexual 10-19 years livingAfrica, with HIV are the lacking. and reproductive health needs of adolescents aged - years who are living with HIVthere are lacking.are Moreover, are no systematic studies that identify Moreover, nothere systematic studies that these needs in order to inform programming for this subset of the population. Thisthese report is based on findings from a study that assessed the sexual and identify needs in order to inform reproductive health needs of HIV-positive adolescent boys and girls aged - years in Kenya in order to identify and develop interventions that programming for this subset of the population. integrate these needs into the existing HIV/AIDS treatment, care and support
HIV-positive adolescents in Kenya Access to sexual and reproductive health services
ISBN 978-9460221293
9 789460 221293
Cover kit bulletin-393-d.indd 1
It involved a survey of 606 HIV-positive adolescents who were aware of their serostatus and had a reflective ability to talk about their inner lives. Four focus group discussions comprising eight participants each were also conducted with a subset of the adolescents. Respondents were identified and recruited through a total of 23 HIV/AIDS treatment, care and support centres in the two provinces. This 18
afrik a
22-09-10 15:59
VER SC HENE N ISBN 978 946022 129 3 W-titel | € 25 | 53 pagina’s | 16 × 24 cm | NUR 600/860 | Paperback | Engelstalig
report documents the gaps in the provision of sexual and reproductive health information and services to HIV-positive adolescents in the country and outlines some of the programmatic implications of the findings. Royal Tropical Institute
HIV a nd cult ure co nf l ue nc e : Cro ss - c u ltu r al e xp e r i e nce s o n HIV, g end e r a n d e d u cat i o n f r om J ohan n e sb u rg c on f e r e nce Eliezer Wangulu (editor) In April 2010, Southern Africa HIV/AIDS Information Dissemination Service (SAfAIDS) organised a forum to share experiences on implementing interventions to address HIV and AIDS, sexuality, gender and education. The conference sought to provide a platform for sharing good practices and examining the role of culture in HIV and AIDS prevention and mitigation among participants working in training, home-based care, education, advocacy, lobbying and information production and dissemination, among others. This book is one of the avenues through which key conference outcomes are being shared. It targets professionals involved in an array of projects or programmes in the areas of HIV and AIDS, sexual and reproductive health, gender and education mainly working with NGOs, faith-based organisatiions (FBOs) and community-based organisations (CBOs). It is also aimed at policy makers and programme managers in governmental institutions, international NGOs (INGOs), UN agencies, media personnel, researchers and teachers. The objective of the book is to empower these target readers with skills to improve the way they implement their programmes.
Royal Tropical Institute
Januari 2011 ISBN 978 94 6022 141 5 W-titel | ₏ 25 | 92 pagina’s | 16 x 24 cm | NUR 740 | Paperback | Engelstalig en Franstalig
a f ri k a
19
M aking Sense of C a pac it y D ev e lop m ent Exp e rie n ce s w i t h Tec h n i ca l Assistan c e an d Capaci t y Develo p me n t i n th e HIV r e s po ns e Editors: Judith King, Greg Munro, Emily Oro, Dian Zaman, Françoise Jenniskens, Pam Baatsen and Gerard Baltissen 2599.omsl.Unaids.def.1:Layout 1
23-11-2010
10:17
Pagina 1
Making sense of capacity development Experiences with Technical Assistance and Capacity Development in the HIV response
Experiences with Technical Assistance and Capacity Development in the HIV response
ISBN 978-9460221101
Making sense of capacity development
“Making Sense of Capacity Development” documents experiences by those at the forefront of technical support and capacity development. The experiences and lessons learned all originate from technical support and capacity development provided in Asia, Africa and Latin America through the UNAIDS Technical Support Facilities on these continents. The case studies in this book range from very practical experiences on how capacity building was carried out with local consultants working “Making Sense of Capacity Development” documents experiences by those at the forefront of technical support andinjecting capacity development. The experiences on harm reduction for drug users in and lessons learned all originate from technical support and capacity development provided in Asia, Africa and Latin America through the UNAIDS Indonesia, to the analysis of capacity building Technical Support Facilities on these continents. The case studies in this book range from very practical experiences on how capacity was carried with local consultants working on harm reneeds in building relation tooutthe Global Fund -supported duction for injecting drug users in Indonesia, to the analysis of capacity building needs in relation to the Global Fund -supported programs and the programs and the documentation of a successful documentation of a successful South-South cooperation initiative involving countries in Latin America and Africa. “Making Sense ofcooperation Capacity Development” is initiative the result of a writeshop in which South-South involving the authors put on paper the various innovations and approaches they have used, and which can be adapted or adopted by countries, individuals and orcountries in Latin America and Africa. ganizations working in the field of HIV to strengthen national HIV and AIDS responses. “Making Sense of Capacity Development” is the result of a writeshop in which the authors put on paper the variousIIRR innovations and approaches they have used, andInstitute which can be Royal Tropical adapted or adopted by countries, individuals and organizations 9 789460 221101
December 2010 ISBN 978 946022 110 1 W-titel | € 25 | 160 pagina’s | 16 × 24 cm | NUR 600/860 | Paperback | Engelstalig
20
Duurzame ontwikkeling
Royal Tropical Institute
S trengthening So c i a l C apita l The GoBi f o A p p r oac h i n R u r a l Sierr a Le on e Editors: Gerard Baltissen en Morie Manyeh 2615.omsl.Gobifo:Layout 1
23-11-2010
16:18
Pagina 1
Strengthening Social Capital The GoBifo Approach in Rural Sierra Leone
This is the story of the GoBifo project, an integrated rural development project working in two Districts in ofSierra Bombali and This is the story the GoBifo Leone: project, an integrated rural development project working in two Districts in Sierra Leone: Bombali and Bonthe. Set up to the decentralisation process, itthe works by strengthening social capital Bonthe. support Set up to support decentralisation to enhance the capacity of local governments and deprived communities to and implement strategic plans at village and ward levels, and to enhance process,design it works by strengthening social accountability of decision-makers through mechanisms that foster opencapital and transparent governance. To strengthen social capital the GoBifo project pays to enhance the capacity of local governments attention to proxies like trust, collective action, gender and social inclusion, local groups and networks, and information and communication. and deprived communities to design and The project gives communities the chance to open a community development account, manage their own development funds, and make independent conimplement strategic at village and ward tributions towards current plans and future village and ward development. It helps villages and local councils to use participatory tools and approaches to increase community-levelaccountability social capital and enhance community-driven levels, and totheirenhance of monitoring and evaluation. decision-makers that foster Through the projectthrough some of the mostmechanisms deprived communities in Sierra Leone have decreased their dependence on outside donors and begun to develop according to their own needs governance. and priorities. Their increased capital open and transparent Tosocial strengthen results in more inclusive and effective development and enhanced linkages between government and communities strengthen Sierra Leone’s nascent social capital the GoBifo project pays attention democracy and promote more sustainable development. to proxies like trust, collective action, gender and social inclusion, local groups and networks, and information and communication. The project gives communities the chance to open a community development account, manage their own development funds, and make independent contributions towards 789460 221347 current and future village and ward9 develop ment. It helps villages and local councils to use participatory tools and approaches to increase their community-level social capital and enhance community-driven monitoring and evaluation. Through the project some of the most deprived communities in Sierra Leone have decreased their dependence on outside donors and begun to develop according to their own needs and priorities. Their increased social capital results in more inclusive and effective development
Strengthening
Social Capital The GoBifo Approach in Rural Sierra Leone
ISBN 978-9460221347
Royal Tropical Institute
Januari 2011 ISBN 978 94 6022 134 7 W-titel | € 25 | 72 pagina’s | 16 × 24 cm | NUR 740/900 | Paperback | Engelstalig
and enhanced linkages between government and communities strengthen Sierra Leone’s nascent democracy and promote more sustainable development.
a f ri k a
21
D e aling with smal l s cale producers L i nkin g b u ye rs an d pr o d u ce r s Ellen Mangnus & Bart de Steenhuijsen Piters
Both the private sector and the small scale producer have a stake and reap benets from their collaboration in the value chain. This relationship can be coordinated and maintained by a producer organisation. And a producer organisation can play a central role in enhancing this cooperation. In many cases, however, this is not achieved; either the business actor or the producer is not fully satised. There is great diversity in producer organisations and also in their capacities; consequently, there is confusion about which form of organisation is appropriate for a particular business aim. The underlying goal of this publication is to contribute to the understanding of producer organisations and the potential benet that they can bring to enhance particular business relationships.
Linking buyers and producers
Linking buyers and producers
ISBN 978-9460221262
Dealing with small scale producers Dealing with small scale producers
Both the private sector and the small scale producer have a stake and reap benefits from their collaboration in the value chain. This relationship can be coordinated and maintained Dealing with small scale producers by a producer organisation. And a producer organisation can play a central role in enhancing this cooperation. In many cases, however, this is not achieved; either the business actor or the producer is not fully satisfied. There is great diversity in producer organisations and also in their capacities; consequently, there is confusion about which form of organization is appropriate for a particular business aim. The underlying goal of this publication is to contribute to the understanding of producer organisations and the potential benefit that they can bring to enhance particular business relationships. 9 789460 221262
ELLEN KIT boekje cover 01.m.indd 1
22-10-10 11:39
VER SCHENEN ISBN 978 94 6022 126 2 W-titel | € 25 | 80 pagina’s | 16 × 22 cm | NUR 754 | Paperback | Engelstalig
22
Duurzame ontwikkeling
Royal Tropical Institute
Met genoegen presenteren we u de Voorjaarsaanbieding 2011 van KIT Publishers. De boeken zijn ook te vinden op de site: www.kitpublishers.nl. Met dit formulier kan de pers recensie-exemplaren aanvragen van:
…. …. …. …. …. …. …. …. …. …. …. …. …. …. …. …. …. .... ….
Slagschaduwen. Erfenis van een koloniaal verleden – Colet van der Ven Hoe blijf ik gezond in de tropen – Piet Kager De ontdekking van tin op het eiland Billiton – Bert Manders Maya 2012. Mysterie, geloof en wetenschap – Erik Boot, Laura Van Broekhoven en Martin Berger Curaçao Classics. Beeldende kunst vanaf 1900 – Felix de Rooy en Jennifer Smit Medicinale en rituele planten van Suriname – Tinde van Andel Huizen met pruik. Amsterdamse grachtenpanden – Nicolaas Biegman Bloedmobieltjes, Coltan in Congo – Seada Nourhussen, Jean-Joseph Stok The Netherlands East Indies at the Tropenmuseum – Janneke van Dijk & Susan Legêne Oceania at the Tropenmuseum – David van Duuren & Steven Vink Paradijsvogels en kroonduiven. Indische Nederlanders in voormalig Nieuw-Guinea – Tjaal Aeckerlin Desert silver. Nomadic and traditional silver jewellery from the Middle East and North Africa – Sigrid van Roode Chocolate Forever: Dutch knowledge on sustainable cocoa – Anna Laven en Pim Pelders Health Economics for Developing Countries. A practical guide – Sophie Witter, Tim Ensor, Matthew Jowett, Robin Thompson Imported Skin Diseases – William R. Faber, Rod J. Hay, Ben Naafs (eds.) Making Sense of Capacity Development Experiences with Technical Assistance and Capacity Development in the HIV response – Judith King, Greg Munro, Emily Oro, Dian Zaman, Françoise Jenniskens, Pam Baatsen and Gerard Baltissen (eds) HIV-positive adolescents in Kenya. Acces to sexual and reproductive health services – Francis Obare en Anke van der Kwaak et.al. HIV and culture confluence. Cross-cultural experiences on HIV, gender and education from Johannesburg conference - Eliezer Wangulu (ed.) Dealing with small scale producers. Linking buyers and producers – Ellen Mangnus, Bart de Steenhuijsen Piters
Medium: Ter attentie van: Adres: Postcode & plaats: E-mail: Dit formulier s.v.p. retour naar: KIT Publishers, Peter Sanches, Postbus 95001, 1090 HA Amsterdam. Fax: 020 568 8286 / E-mail p.sanches@kit.nl
✁
KIT Publishers
Aanbiedingsbestellingen voor Nederland
Postbus 95001 1090 HA Amsterdam
Gerard Pels Boekdiensten
T (020) 568 82 72 | F (020) 568 82 86
T (073) 6577282
W www.kitpublishers.nl
M (06) 23769142
E publishers@kit.nl
E info@gerardpels.nl
Pers & publiciteit
Aanbiedingsbestellingen voor BelgiĂŤ
Peter Sanches
EPO uitgeverij & distributie
T (020) 568 8330
Lange pastoorstraat 25-27 | 2600 Berchem
E p.sanches@kit.nl
T 03 239 68 74 | F 03 218 46 04 | E orders@epo.be EPO verzorgt ook pers & publiciteit in Vlaanderen:
Verkoop binnendienst
Elisabeth Michiels
Marcel Ficheroux
T +32 (0)3 239 68 74
T (020) 568 8272
E elisabeth.michiels@epo.be
E m.ficheroux@kit.nl Van alle nog te verschijnen titels zijn de genoemde gegevens onder voorbehoud. Grafische vormgeving Ronald Boiten & Irene Mesu