Jeannette van Ditzhuijzen & Els Langenfeld
Punda was in de negentiende eeuw een levendige, ommuurde stad. Je vond er winkels, schooltjes, tapperijen, hotels, en natuurlijk woonhuizen. Blank woonde naast zwart, joods naast protestants, slaven naast vrijen.
De Willemstad
Daar tussendoor scharrelden honden en varkens, kookten vrouwen schildpadsoep en verstoorden straatmuzikanten de nachtelijke rust. In de Annabaai vochten pontvoerders om een vrachtje.
Wijlen Els Langenfeld zocht al die feitjes en weetjes over Punda op in oude kranten en archieven. Als geen ander wist ze hoe de bewoners van Punda destijds hun dagen sleten. Jeannette van Ditzhuijzen rondde haar onvoltooide manuscript af en maakte er een boek van dat een goed beeld
Het dagelijks leven in negentiende-eeuws Punda
geeft van het dagelijks leven in het oude Punda.
isbn 978-94-6022-439-3
Jeannette van Ditzhuijzen & Els Langenfeld
De Willemstad Het dagelijks leven in negentiende-eeuws Punda
Willemstad_p001_144_HT.indd 2
30-03-17 21:08
Jeannette van Ditzhuijzen & Els Langenfeld â€
De Willemstad Het dagelijks leven in negentiende-eeuws Punda
Willemstad_p001_144_HT.indd 3
30-03-17 21:08
De Willemstad Het dagelijks leven in het negentiende-eeuwse Punda
LM Publishers Parallelweg 37 1131 dm Volendam 085-8772397 info@lmpublishers.nl www.lmpublishers.nl
© Juni 2017 – LM Publishers
redactie Katerna Tekst & Redactie, Clazien Medendorp grafische vormgeving Ad van Helmond productie Hightrade bv
isbn 978-94-6022-439-3
Dit boek is mede tot stand gekomen dankzij financiële bijdragen van: • het Prins Bernhard Cultuurfonds Caribisch Gebied • de Mongui Maduro Foundation • Maduro Holding bv • Stichting Monumentenzorg Curaçao
Willemstad_p001_144_HT.indd 4
30-03-17 21:08
Inhoud Verantwoording
7
De Punt, de Willemstad, Punda
Illustratie omslag: W.H. Hoogkamer naar R.F. baron van Raders, Gezicht op Willemstad ca 1825 Illustratie titelpagina: ’t Eijland Curaçao anno 1786, anoniem < Tekening van Heerenstraat 35 (uit: Ozinga, De monumenten van Curaçao in woord en beeld)
1
‘Gemeene muren en afdrup van water’ Het ommuurde Punda
2
Een ‘aanzienlijke straat’ en ‘duistere gangetjes’ Straten en stegen van de Willemstad
3
‘Bonte huizen en nadeelige uitwasemingen’ De Willemstad in geuren en kleuren
4
Rijk en arm, blank en donker, slaaf en vrij De bevolking in de Willemstad
5
Paarden, pontjes en paardentrams Verkeer in en rond de Willemstad
6
Baardscheerders en schildpadsoepverkoopsters Neringdoenden in de Willemstad
7
‘Medicijnen te koop in bakjes langs de straat’ Medici en apotheken in de Willemstad
8
Van maderawijn, geheime vertrekken en biljarttafels Drankwinkels, logementen en sociëteiten in de Willemstad
9
‘Eene gesoigneerde opvoeding’ Scholen in de Willemstad
10
Willemstad_p001_144_HT.indd 5
11
William Lee en Agustin Bethencourt Drukkerijen in de Willemstad
13
19
35
47
57
69
93
101
123
133
30-03-17 21:08
Willemstad_p001_144_HT.indd 6
30-03-17 21:08
Verantwoording
Els Langenfeld †
< Het Fort Amsterdam en T Inkoomen Van de Baij St Anna Geleegen Opt Eylandt Curaçao (kaart G. van Keulen, 1715)
De publiciste Els Langenfeld noemde zichzelf een spons. In de 22 jaar dat ze op Curaçao woonde, heeft ze zo veel mogelijk informatie over de geschiedenis van het eiland in zich opgezogen. Daardoor was ze op het laatst net een wandelende encyclopedie, want ze onthield al die feiten die ze verzameld had ook nog. In de eerste plaats ging Els’ belangstelling uit naar het leven van de gewone Curaçaoënaar. Daarover schreef ze menig verhaal dat is verschenen in het Antilliaans Dagblad of in haar boeken Verhalen uit het verleden. Het zijn geschiedenissen over ruziënde kooplieden, dronken burgers die elkaar uitschelden of over diefstal, moord en geweld. Verhalen over een groep burgers die volgens Els altijd wordt verwaarloosd: de middenklasse. “Het zijn dus niet de bekende verhalen over slavernij of over het leven van de protestantse en Joodse elite”, zei ze in 2010 in een interview. “Daarover is veel gemakkelijker informatie te vinden in de archieven. Maar juist de gewone man wordt compleet genegeerd.” Met haar verhalen wilde ze ook bepaalde vooroordelen wegnemen. Bijvoorbeeld dat de strenge en soms wrede straffen niet alleen waren weggelegd voor slaven en kleurlingen, maar dat ook blanken op zweepslagen of vierendeling konden rekenen.
Ze liet zien dat vrijgemaakte slaven huizen en zelfs plantages kochten en soms ook zelf weer slaven hadden. Om al die verhalen te kunnen opschrijven moest de ‘spons’ Els eerst een enorme hoeveelheid kennis ‘opzuigen’. Daarvoor spitte ze alle Curaçaosche Couranten vanaf 1816 tot 1885 door, noteerde wat er zoal gebeurde, wie welk huis te koop aanbood, wie er was overleden, welk bedrijf zich op het eiland vestigde en wie het eiland verliet of er juist aankwam. Ze deed dat in de tijd dat deze krant nog niet op internet stond, wat betekende dat ze de kranten op microfilm vanaf een scherm moest ‘doorbladeren’ en tegelijkertijd notities maken. Daarnaast las ze zo veel mogelijk koop- en verkoopaktes van huizen, plantages en tuintjes. Werd er in een akte verwezen naar een testament, dan zocht ze dat op. Omdat ze toch bezig was, nam ze meteen maar het hele inventarisnummer door. Zo kreeg ze een enorme hoeveelheid informatie over machtigingen, schenkingen en nalatenschappen die ze in haar computer opsloeg. Hetzelfde deed ze met de gegevens uit de rechtbankverslagen, volgens haar veel leuker werk dan die saaie aktes, omdat je daar zo veel in vindt over het dagelijks leven. Ze merkte dat juist deze rechtbankverslagen door onderzoekers vaak verwaar-
7
Willemstad_p001_144_HT.indd 7
30-03-17 21:08
loosd worden. Anderzijds begreep ze dat wel, want hoe leuk ook, het was een ‘heidens karwei’ om ze door te nemen.
Jeannette van Ditzhuijzen (foto Lenneke Lingmont)
Na het overlijden van Els, op 9 juni 2013, kreeg ik van haar man een flinke hoeveelheid van deze kostbare, digitale documenten. Het duurde even voordat ik die allemaal inkeek en op een gegeven moment stuitte ik op het document getiteld ‘Punda boek’. Toen ik het opende, viel mijn oog direct op de titel: ‘Gebouwen in Punda met hun eigenaren tussen 1775 en 1885, geïnventariseerd door Els Langenfeld’. Al bladerend zag ik dat ze niet alleen alle transporten van de huizen in het oude Punda in het genoemde tijdvak had opgenomen, maar ook was begonnen met een tekst over het dagelijks leven in de oude stad. Een ander document, getiteld ‘Punda van alles’, diende kennelijk als basis voor dit boek, want daarin was de informatie over diverse onderwerpen al netjes geordend. Jammer, was mijn eerste reactie. Want een boek over het dagelijks leven in de negentiende-eeuwse stad zou natuurlijk heel interessant zijn. Geleidelijk
aan begon bij mij het plan post te vatten om het dan maar af te maken. Haar man Henk Langenfeld gaf me zijn toestemming, en zo begon ik. Naïef dacht ik toen nog dat het me niet al te veel tijd zou kosten. Maar dat viel natuurlijk enorm tegen. Els had weliswaar erg veel informatie verzameld, het boek was nog lang niet af. Dus begon ik een en ander te ordenen, te redigeren en soms zelfs aan te vullen. Want in het document ‘Punda van alles’ stonden af en toe zinnetjes als: Wat vertellen over Emmabrug? of: Iets over de paardentram? Onderwerpen die ze nog niet echt had uitgewerkt, al vond ik soms elders bruikbare stukken tekst over deze thema’s van haar hand. Die moest ik dan weer verder uitwerken en opschrijven. Over andere onderwerpen had ze al wel een verhaal geschreven, maar dat moest ik wel aanpassen voor dit boek. Waar het kon controleerde ik de bronnen, maar sommige feiten heb ik gewoon geaccepteerd. Ik kon moeilijk nog eens al die koopaktes, kranten en rechtbankverslagen gaan doornemen en vertrouwde op Els’ zorgvuldigheid. Zelf schreef ze daarover in haar boek Plantages, tuinen en ‘kanoek-
8
Willemstad_p001_144_HT.indd 8
30-03-17 21:08
Panorama van Willemstad, ca. 1910 (foto Soublette)
jes’ met hun eigenaren tussen 1780 en 1885: “Helaas zijn diverse afdrukken op microfiche of microfilm van slechte kwaliteit, waardoor de aktes soms niet of moeilijk leesbaar waren. Te allen tijde dient de onderzoeker daarom de vermelde gegevens zelf te controleren.” Al ordenend en schrijvend bleek dat ik een paar beslissingen moest nemen. Uit de titel die Els had klaarstaan en uit het feit dat ze de koop- en verkoopaktes van alle huizen in de Willemstad had toegevoegd, bleek dat ze die gegevens in haar boek wilde opnemen. Wat te doen? Al die feiten nemen een enorme hoeveelheid pagina’s in beslag, waardoor het boek veel duurder zou worden, terwijl alleen de echte onderzoekers hier iets mee doen. Omdat dezelfde gegevens gelukkig in de Mongui Maduro Library (digitaal) zijn in te zien, besloot ik die kale feiten en data weg te laten. Dan was er nog de afbakening in tijd en ruimte. Els noemde de periode 1775-1885, want over die periode had ze de koopaktes opgenomen. Omdat de geschiedenis van de negentiende eeuw haar voorkeur had, heb ik me in dit boek beperkt tot de
negentiende eeuw, met de nadruk op de tijd dat de stad nog ommuurd was, tot circa 1865 dus. Ook ruimtelijk heb ik me beperkt tot het oude ommuurde Punda. In dit boek staat dus geen informatie over de Tempel, het Raadhuis of het Waterfort, gebouwen die buiten de stadsmuren stonden. Terwijl ik bezig was, zocht ik soms krantenadvertenties op die Els noemde en daarbij viel mijn oog af en toe op zulke leuke dingen over het leven in de oude stad, dat ik die heb toegevoegd. Ook stukken tekst over de genoemde periode uit mijn eigen artikelen of boeken pasten soms naadloos in dit boek. Zo is De Willemstad een boek van ons tweeën geworden. Daarmee is voor mij de cirkel rond. Dankzij mij is Els gaan schrijven voor het Antilliaans Dagblad, en dankzij Els ben ik me gaan verdiepen in de historie van Curaçao. We schreven met z’n tweeën al eens artikelen, maar het is heel bijzonder om postuum samen een boek te schrijven. Een boek dat er zonder de enorme gedrevenheid en passie van Els nooit was gekomen.
9
Willemstad_p001_144_HT.indd 9
30-03-17 21:08
Willemstad_p001_144_HT.indd 10
30-03-17 21:08
De Punt, de Willemstad, Punda Afteekening Vant Eijlandt Curaçao als ook desselfs Baij St Anna t Fort Amsterdam: en soo als t sig in Zee Vertoont (kaart G. van Keulen, 1715)
Wat nu algemeen bekend staat als Punda, heette aanvankelijk (de) Willemstad en kreeg later de naam Punda. Het begrip Punda duikt pas halverwege de negentiende eeuw voor het eerst in De Curaçaosche Courant op, opvallenderwijs telkens in Spaanstalige artikelen. Aan het einde van de negentiende eeuw komt het woord Punda of Poenda voor in Papiamentstalige en Nederlandse berichten in de Amigoe, vaak in combinatie met het lidwoord ‘de’. Maar nog in 1898 werd gesproken van een brug die Otrobanda met Willemstad verbindt, waarmee dus duidelijk Punda wordt bedoeld. Algemeen wordt aangenomen dat het woord Punda is afgeleid van het Papiamentstalige Punta: De Punt ofwel het schiereiland waarop Fort Amsterdam werd gebouwd. Maar niemand kan de verandering van een t in een d verklaren. Pater Latour merkte in 1936 in de West-Indische Gids op dat volgens een Zuid-Afrikaanse deskundige punda een Afrikaans woord is. Het zou betekenen ‘plaats langs een rivier’ of ‘ommuurde plaats waar het gouvernement gevestigd is’. Hoe toepasselijk voor het Curaçaose Punda.
Vanuit De Punt groeide de stad, die op alle oude kaarten en in vrijwel alle negentiende-eeuwse kranten de Willemstad of de Willem Stad wordt genoemd. Buddingh’ (1994) neemt aan dat (de) Willemstad genoemd is naar Willem III, die in 1672 stadhouder werd. De naam komt volgens hem vóór 1680 in de archieven niet voor en daarom zou vernoeming naar Willem I en Willem II erg onwaarschijnlijk zijn.1 Tegenwoordig behelst Punda het hele stuk vanaf de Annabaai tot aan Pietermaai, inclusief het in de twintigste eeuw gedempte stuk Waaigat waar nu het postkantoor en de markt staan. Volgens Gomes Casseres spraken de inwoners nog tot circa 1929 alleen van Punda wanneer zij het oude stadsdeel bedoelden dat tot 1866 ommuurd was (zie hoofdstuk 2).2
11
Willemstad_p001_144_HT.indd 11
30-03-17 21:08
Kaart Robijn Op deze kaart uit 1676 zijn de eerste twee stadsmuren te zien: van het fort richting Pietermaai, eindigend in Fort Schrikkenburg. De muur buigt dan af naar het Waaigat, waar het Bloedfort ligt. De beschutte baai in het Waaigat is duidelijk te zien. Later werd dit water gedempt
Afteekening van de Stad en Haven van Quiraรงao. met de Baaij S:t Anna. Ca 1737. De stadsmuren en de fortjes zijn nu voltooid
12
Willemstad_p001_144_HT.indd 12
30-03-17 21:08
1
‘Gemeene muren en afdrup van water’ Het ommuurde Punda Hoewel de West-Indische Compagnie (wic) Curaçao al in 1634 veroverde, kwam de kolonisatie van het eiland pas goed twintig jaar later op gang met het verkrijgen van het asiento op de slavenhandel: in ruil voor tabak, suiker en cacao leverde de wic slaven aan de Overkust (Venezuela) en aan eilanden in het Caribisch gebied. Met de opkomst van de handel ontwikkelde de vlakte ten noorden van Fort Amsterdam zich razendsnel tot een stad. Deze vlakte was in 1639 door directeur Tolck met een muur afgescheiden van het overige deel van het schiereiland De Punt. De muur liep van bastion De Kat van Fort Amsterdam naar het Waaigat, dat toen nog veel groter was. Tussen 1650 en 1676 is deze muur in noordoostelijke richting doorgetrokken tot in het Waaigat en zijn de twee stadsfortjes gebouwd: het Bloedfort, op de hoek van de huidige Maduro- en Columbusstraat, en Fort Schrikkenburg, op de hoek van het tegenwoordige Wilhelminaplein en de Columbusstraat. Waarschijnlijk werd voor de bouw ervan een dam in het Waaigat aangelegd, waardoor een kleine, beschutte baai binnen de stadsmuur ontstond.
Deze baai is tussen 1676 en 1682 gedempt waarbij het laatste stuk van de stadsmuur werd opgetrokken: vanaf het Bloedfort, parallel aan de Princestraat (nu Madurostraat) tot aan het nieuw gebouwde Oranjefort op de hoek van de Heerenstraat en het Waaigat. Op de gedempte grond, aan de Hanchi di Snoa, staat nu onder meer de synagoge. De Willemstad groeide vervolgens in een razend tempo: van ruim 70 gebouwen3 tot ongeveer 215 panden in 1705. Rond 1700 verrezen ook de eerste huizen buiten de stad en zo ontstonden de wijken Otrobanda, Pietermaai en later Scharloo. Vanaf circa 1676 was de Willemstad dus aan drie zijden ommuurd terwijl de stad aan de westzijde werd begrensd door het water van de Sint Annabaai. Binnen deze vierhoek, gevormd door de Breedestraat, de huidige Columbusstraat, de huidige Madurostraat (toen Princestraat) en de Annabaai, woonden in de eerste helft van de negentiende eeuw meer dan tweeduizend mensen. De welgestelden aan de Waterkant of de ruime Breedestraat en Heerenstraat, de armen in de smalle, benauwde en stinkende stegen binnen de stadsmuur.
13
Willemstad_p001_144_HT.indd 13
30-03-17 21:08
Een steeg met een waterkar
14
Willemstad_p001_144_HT.indd 14
30-03-17 21:08
< Op deze litho van J.E. van Heemskerk naar een tekening van G.W.C. Voorduin uit ca 1860 is de stadsmuur met het bastion Oranje (rechts) goed te zien. Geheel rechts het originele pand van Banco Industrial de Venezuela (zie pag. 110)
Door de begrenzing van de stadsmuur ontstonden in Punda de karakteristieke hoge gevels en huizen zonder tuinen, in tegenstelling tot Otrobanda waar de bevolkingsaanwas zich kon verspreiden over een groter oppervlak. Maar niet alle huizen in de Willemstad hadden drie of meer verdiepingen, zoals soms wordt gesuggereerd. Sijbrand van Dissel, een dominee die zijn ervaringen op Curaçao in 1857 op schrift heeft gezet, wees erop dat in de stad ook kleine huizen staan, bijzonder kleine zelfs: pracht en luister nevens armoede en behoefte.4
Op deze foto van Soublette uit 1890 is goed te zien hoeveel huizen in de Breedestraat een of meer galerijen hadden
Wijkindeling De Willemstad werd in 1817 verdeeld in vier wijken, de huizen waren opeenvolgend genummerd en als volgt verdeeld over de wijken: – 1e wijk huisnummers 1 t/m 70 (Waterkant, nu Handelskade, Heerenstraat en Keukenstraat) – 2e wijk huisnummers 71 t/m 160 (Breedestraat, Joodestraat, thans Windstraat) – 3e wijk huisnummers 161 t/m 221 (Windstraat, thans Passaatstraat, en Joode Kerkstraat, later Kerkstraat en nu Hanchi Snoa) – 4e wijk huisnummers 222 t/m 267 (Kuiperstraat en Princestraat, thans Madurostraat)
De stadsmuur geprojecteerd op een moderne plattegrond
15
Willemstad_p001_144_HT.indd 15
30-03-17 21:08
De Handelskade
Overigens hadden diverse straten ook Spaanstalige namen: La Calle de la Marina (Waterkant), La Calle Ancha (Breedestraat) en La Calle del Comercio (Heerenstraat). Volgens een publicatie van 18 maart 1816 waren de bewoners verplicht het huisnummer op een zichtbare plaats op de gevel aan te brengen op straffe van een boete van 16 realen (2 pesoâ&#x20AC;&#x2122;s). Gezien het feit dat gedurende de negentiende eeuw met een zekere regelmaat in De Curaçaosche Courant advertenties verschenen waarin de stadsbewoners op deze verplichting werden gewezen, mag worden geconcludeerd dat men zich hier niet al te druk om maakte. Curaçao was klein en men wist toch wel waar iedereen woonde. Winkels
en bedrijven adverteerden dan ook in de meeste gevallen zonder vermelding van het huisnummer, niet zelden ontbrak zelfs de straatnaam. Pas in 1916 werd het systeem van wijkindeling en pandnummer vervangen door een adres bestaande uit straatnaam en huisnummer. Ook daarna zijn er nog verschillende malen aanpassingen geweest in de adresseringen, onder andere als gevolg van de aanleg van het Helfrichplein (nu Da Costa Gomezplein) en de verbreding van de Joode Kerkstraat waarbij alle panden aan de zuidkant werden gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Daardoor is in dit boek slechts bij enkele panden het huidige adres gegeven, soms het adres dat het huis kreeg in 1916.
16
Willemstad_p001_144_HT.indd 16
30-03-17 21:08
Buiten de stadsmuren De panden 86 t/m 94 lagen achter Fort Amsterdam, dus buiten de stadsmuren. Ze zijn na 1740 gebouwd op een plek waar vanwege het schootsveld van de bastions van Fort Amsterdam eigenlijk geen huizen gebouwd mochten worden. In één van de koopaktes van deze huizen is dan ook de bepaling opgenomen dat, mocht per ongeluk het huis door een verdwaalde kanonskogel of een mislukt schot vanaf Fort Amsterdam worden getroffen, de eigenaar geen recht had op een schadevergoeding. Deze negen huizen ten zuiden van het fort zijn rond 1820 gesloopt om plaats te maken voor het huidige Waterfort.5
De panden 86 t/m 94 ten zuiden van Fort Amsterdam staan op deze kaart uit 1751 aangegeven
Rechten en plichten Volgens directeur Jacob Beck, de hoogste ambtenaar op het eiland, was Punda aan het begin van de achttiende eeuw helemaal volgebouwd. De stad telde toen zo’n 220 huizen, ingeklemd tussen de stadsmuren, Fort Amsterdam en de Sint Annabaai; anderhalve eeuw later waren dit er meer dan 260
en woonden er 2.460 mensen, onder wie 636 slaven. Vanwege de stadsmuren kon de stad weliswaar niet verder worden uitgebreid, dat betekende niet dat het een statisch geheel was: gebouwen werden vergroot, gesplitst in twee of meer woningen, panden werden samengetrokken of afgebroken en opnieuw opgebouwd. Punda aan het begin van de achttiende eeuw was dan ook niet gelijk aan het Punda kort voor de sloop van de stadsmuur in 1861. Wanneer mensen zo dicht op elkaar wonen, is het noodzakelijk bepaalde rechten en plichten goed vast te leggen. In de oude transportakten van de huizen in de Willemstad wordt nauwkeurig vermeld wie eigenaar is van de muur tussen twee panden. Een gemeene muur wilde zeggen dat twee huizen een muur deelden en dat beide eigenaren voor het onderhoud ervan moesten zorgen. Lag op deze gezamenlijke muur een goot, dan werd in de koopakte bepaald wie verantwoordelijk was voor het onderhoud en wie recht had op het regenwater uit deze goot. Indien nodig werd ook vastgelegd dat een scheidsmuur niet hoger opgetrokken mocht worden tot voorkoming van beneming der lugt van hetzelfde huis. De meeste panden in Punda hadden een smalle gevel aan de straatzijde en lange zijgevels. Om toch voldoende lucht en licht binnen te krijgen lag er tussen de huizen vaak een smalle gang van circa drie voeten breed, dat is zo’n 95 centimeter. Daardoor konden ook in de zijgevels ramen worden gemaakt. In de koopaktes is nauwkeurig vastgelegd tot welk huis de gang behoorde en welke rechten
17
Willemstad_p001_144_HT.indd 17
30-03-17 21:08
Van boven is goed te zien dat deze huizen in de Heerenstraat aangebouwde galerijen hebben. (foto H. van der Wal, Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
het aangrenzende huis had op die gang. In veel gevallen was dit het recht van vrije opslag van vengsters en afdrup van water der pannen in voornoemde gang. Soms was zelfs nauwkeurig vastgelegd hoeveel ramen er in de muur mochten zijn en wat voor soort openingen. De gang gaf toegang tot een achterplaats, waarop soms een kombuis (kookplaats) of klein pakhuis stond. Niet altijd hield men zich aan die voorschriften. In het midden van de achttiende eeuw werd het gewoonte een galerij aan de verdieping te bouwen alwaar de Bewoners zig, ter verkwikkinge in de hitte, neĂŞrzetten.6 Deze werden met stenen of houten
pilaren gestut en waren via een buitentrap bereikbaar. Zo kon het gebeuren, dat een trap naar de verdieping gedeeltelijk op de grond of in de gang van het buurhuis stond. Van Dissel (1857) beklaagde zich over de hoogte van de onderste trede van dergelijke buitentrappen. Volgens hem moest je je voet met de hand optillen om erbij te komen zodat â&#x20AC;Śer door ongewoonte des avonds bij het afklimmen nog al eens een buitel wordt gemaakt.7 Bij de panden die pas in de negentiende eeuw werden gebouwd, werden de galerijen doorgaans al bij de bouw meegenomen.
18
Willemstad_p001_144_HT.indd 18
30-03-17 21:19
2
Een ‘aanzienlijke straat’ en ‘duistere gangetjes’ Straten en stegen van de Willemstad Aan den waterkant, is eene goede kaai, de Waterkant genaamd, met vele ordelijke huizen en winkels. Hier liggen de schepen en vaartuigen te lossen en te laden, even als in Rotterdam aan de Boompjes,8 aldus de onderwijzer Van Paddenburgh in 1819. Dankzij de steil aflopende kustlijn aan de oostzijde van de Sint Annabaai konden de schepen vrijwel tegen de wal aanleggen zonder een anker te hoeven gebruiken. De vaartuigen werden met touwen aan stenen dukdalven vastgelegd,9 de kadewand was van hout gemaakt. De strook grond langs de waterkant werd gebruikt voor het laden en los-
sen van vracht en wanneer de pakhuizen vol waren, werden de goederen zelfs op de kade opgestapeld. Volgens geschiedschrijver Hering (1779) zijn er tot gemak van de schepen, wanneer deze nieuwe masten moeten inzetten, […] zedert het Jaar 1766, oost- en westwaarts in de Haven, twee Kranen gebouwd. Als er veel schepen waren, moesten die soms aan de overkant aanleggen of bij Scharloo. Vervolgens moesten de goederen met een pontje naar de pakhuizen aan de Waterkant worden vervoerd met alle risico op beschadiging en extra kosten. Sjouwers renden af en aan, terwijl straatverkopers
De Handelskade met zijn houten kadewand (ansichtkaart van A.D. Capriles & Co)
19
Willemstad_p001_144_HT.indd 19
30-03-17 21:08
hun waren probeerden te slijten. De drankwinkels deden intussen goede zaken, net als de koffiehuizen (zie hoofdstuk 8).
Demping Annabaai Het terrein direct langs de oever van de Sint Annabaai was tot het laatste kwart van de zeventiende eeuw eigendom van de West-Indische Compagnie en daarop zullen in eerste instantie waarschijnlijk alleen pakhuizen zijn neergezet. Geleidelijk aan werd het terrein tussen de Annabaai en de Heerenstraat volgebouwd. Om het verlies aan los- en laadplaats voor de schepen te compenseren werd vermoedelijk een deel van het aangrenzende water gedempt. Dit kan gezien worden als de eerste aanpassing van de kade aan de Waterkant. Oorspronkelijk liepen de kavels vanaf de Waterkant door tot aan de Heerenstraat en werden zij later gesplitst. Er is verschil van inzicht of de panden aan de Waterkant de hoofdwoningen waren en de achterhuizen aan de Heerenstraat lagen, of andersom. Teenstra, die rond 1830 op Curaçao verbleef en zijn bevindingen in een boek heeft vastgelegd, schrijft over de huizen aan de haven: Deze huizen staan met het front naar de haven en komen achter aan bovengemelde straat [Heerenstraat] uit.10 Buddinghâ&#x20AC;&#x2122; (1994) concludeert op basis van belastinglijsten uit 1707 en 1715 dat in die tijd juist de Heerenstraat de voornaamste straat was. Op de belastinglijst van 1707 staan geen huizen vermeld aan de Waterkant, wel achttien bewoners (gezinshoofden) aan de Heerenstraat westzijde. Acht jaar later telt de Waterkant tien woningen. Tussen
1707 en 1715 zijn er dus panden gebouwd of losgemaakt van de westzijde van de Heerenstraat.11 Honderd jaar later telde de Waterkant dertien panden (het Penha-gebouw niet meegeteld, dat tot de Breedestraat werd gerekend. Evenmin nummer 4, het enige pand dat toen doorliep tot de Heerenstraat). De naam Waterkant bleef tot ver in de negentiende eeuw gangbaar. Pas in 1883 wordt de Handelskade voor het eerst in een officieel document genoemd. In het straatnamenregister van 1909 wordt gesproken over de Handelskade die van de Breedestraat tot de De Ruyterkade loopt.
De Heerenstraat De Heere Straat, nu Heerenstraat, was de tweede aanzienlijke straat in de Willemstad, vond de predikant Gerardus Balthasar Bosch (1829).12 Teenstra daarentegen meende een paar jaar later dat de Heerenstraat meer van eene steeg, dan van eene straat heeft. De Heerenstraat loopt evenwijdig aan De Waterkant en eindigde tot de sloop van de stadsmuur in 1861 bij Bastion Oranje met een opgang naar de muur. Nu eindigt de Heerenstraat op Plasa Jojo Correa, voorheen het De Ruyterplein.
20
Willemstad_p001_144_HT.indd 20
30-03-17 21:08
De Heerenstraat was door smalle steegjes met de Waterkant verbonden (foto Collectie Stichting Nationaal Museum voor Wereldculturen. Coll.nr. TM-60060843)
Zes steegjes verbinden de Heerenstraat met de Waterkant. De huizen hadden meestal drie verdiepingen, volgens Teenstra met ouderwetsche, bogtige of hoekige gevels, met pilaren en bogen van geelen zerksteen.13 Op de verdiepingen boven de pakhuizen en winkels – waar de wind vrij spel had – lagen de woonvertrekken en dikwijls woonden er meerdere gezinnen. Ook de huizen in andere straten waren vaak onderverdeeld in diverse woningen. Sommige woningen hadden inwendig een kombuis (kookplaats), andere achter op een plaatsje.
Huis van Politie Vanuit de Heerenstraat de Breedestraat in gaand liep je destijds ongeveer tegen het fiscalaat aan (te vergelijken met het huidige openbaar ministerie en huis van bewaring). Dit bevond zich in de Breedestraat tussen de fortmuur en de eerste
huizen. Hier werden gedeserteerde zeelui opgesloten. Meesters die hun slaven voor een vergrijp wilden laten straffen, brachten die eveneens naar het fiscalaat. Bosch (1829) schreef daarover: …het Fiscalaat of huis van Politie, waar voor 2, 3 of 4 schellingen slaag gegeven wordt, naarmate de Meester of Meesteres gelooft, dat er verdiend is.14 De vergrijpen waren doorgaans van dien aard, zoals weglopen, dat er geen rechtszaak aan te pas kwam. Na de bouw van het Raadhuis achter het fort (1860) werden burgers en militairen die waren veroordeeld tot dwangarbeid, kruiwagen, gevangenzetting of detentie en personen die waren aangeklaagd voor een misdaad of wanbedrijf opgesloten in de gevangenis op de eerste verdieping van het Raadhuis. Het oude huis van bewaring bij het fiscalaat werd nog wel gebruikt voor gearresteerde zeelieden, bewoners die wegens schulden werden gegijzeld of
21
Willemstad_p001_144_HT.indd 21
30-03-17 21:08
Een ansichtkaart van fotohandel Sunny Isle L. Reck met de stadsmuur, twee fortjes en de stadspoort
die wegens verkwisting of wangedrag waren vastgezet. Ook wanbetalers van boetes en gerechtskosten vonden hier logies.15 Het oude fiscalaat heeft samen met het pand van de douane begin jaren veertig van de twintigste eeuw plaatsgemaakt voor het knsm-gebouw, dat later in gebruik werd genomen door Korpodeko (Korporashon pa Desaroyo di Kòrsou).
Stenen Padspoort Een ander belangrijk gebouw in de Breedestraat was de stadspoort, iets verder richting Pietermaai, ook wel de Stenen Padspoort geheten, omdat deze aan de andere kant van de stadsmuur aansloot op het Stenen Pad dat in de richting van Pietermaai
liep. De poort heette volgens de onderwijzer Van Paddenburgh (1819) ook wel Burgerwachtpoort, omdat burgers daar de wacht hielden. De poort werd tussen sluitingstijd â&#x20AC;&#x2122;s avonds om 9 uur en de volgende ochtend alleen tegen betaling geopend. Het doorgangsgeld was bestemd voor zowel de portier als de burgerwacht. Het huis naast de Stenen Padspoort was in gebruik als het Burgerwachthuis. Vanaf ongeveer het midden van de negentiende eeuw werd de Stenen Padspoort overigens niet meer gebruikt. Van Dissel (1857) stelde vast dat er in zijn tijd al geen poortdeuren meer waren. Enkele jaren later verkeerde de poort met het daarbij behorende wachtershuis in slechte staat. Het houtwerk van het dak, de vloeren, trappen, deu-
22
Willemstad_p001_144_HT.indd 22
30-03-17 21:08
ren en vensters waren grotendeels vergaan en aan de achterzijde was met name de verdiepingsmuur zeer bouwvallig. Omdat de poort toch geen functie meer had, besliste het bestuur in 1860 dat poort en woning afgebroken zouden worden omdat het gezicht van de stad eene groote verfraaijing zoude verkrijgen, maar bovendien de communicatie tusschen Pietermaai en de stad veiliger en gemakkelijker zoude worden.16 Al in die tijd werden bouwmaterialen gerecycled: de stenen die vrijkwamen bij de sloop van de poort werden gebruikt voor bouwwerkzaamheden elders in de stad.
Blaauwe Poort Naar het westen toe liep vanaf Fort Amsterdam, min of meer evenwijdig aan de Breedestraat, een
muur tot aan de Annabaai waarin het Waaggebouw was ondergebracht. Daar werden de ingevoerde goederen na het lossen op â&#x20AC;&#x2122;s Lands schaalen gewogen voordat ze naar de pakhuizen werden vervoerd. Voor dit Waaggebouw werden regelmatig openbare veilingen gehouden. In deze stadsmuur, naast de Waag, bevond zich een oude blaauwe poort, aldus Teenstra (1836), waarbij bedacht moet worden dat met blaauw een blauwgrijze kleur werd bedoeld. Deze tweede stadspoort, soms de Waagpoort genoemd, scheidde dus de Breedestraat van het plein voor het gouvernementshuis. De muren aan de binnenzijde ervan werden gebruikt om officiĂŤle mededelingen op te hangen, zoals nieuwe verordeningen, publieke verkopingen en afkondigingen van huwelijken. In 1850 vestigde de net opgerichte Spaar- en Beleenbank
Een prent uit 1864 van het plein voor Fort Amsterdam met het Waaggebouw en daarachter het huidige Penha-pand
23
Willemstad_p001_144_HT.indd 23
30-03-17 21:08
kanonnen, voorraad, paarden en soldaten doorheen, maar het was verboden voor het volk om er gebruik van te maken. Later is de opening onderaan verbreed; niet vanwege de grote kanonnen, maar voor de auto van de gouverneur die deze uitgang gebruikte als hij het paleis verliet.
Princestraat, Keukenstraat en Kuiperstraat
De Spaar- en Beleenbank in het oude Waaggebouw omstreeks 1925 > Een foto van Soublette van de Keukenstraat omstreeks 1885
zich in het Waaggebouw. Pas in 1928 werd dit stuk stadsmuur, dat Punda scheidde van het plein voor Fort Amsterdam, afgebroken. Tot slot was er nog de achterpoort van Fort Amsterdam. Deze werd gebruikt als een uitgang voor de soldaten voor het geval de voorkant van het fort aangevallen werd. Hier gingen dus ook
Vanuit de Princestraat, later Prinsenstraat loopen overal zeer naauwe duistere gangetjes binnenwaarts, welker huizen in het Curaçaosche klimaat zeer ongezond moeten zijn, zo schreef Teenstra.17 Van Dissel vergeleek de Princestraat met de Breedestraat ...doch niet met zulke huizen bezet en slecht bestraat; het is eene achterafbuurt en men weet, hoe die er gewoonlijk uitziet.18 De Princestraat grensde aan de stadsmuur en werd daarom ook aangeduid als Agter de muur. In die muur bevonden zich twee kleine poortjes waardoor onder meer het vuil werd afgevoerd, maar ook het slachtvee. Zo meldde de raad-fiscaal in 1820 dat het vee niet via de Burger Poort naar buiten mocht worden gedreven. Ook deze poortjes werden â&#x20AC;&#x2122;s nachts afgesloten. De Keukenstraat kende tussen 1715 en 1817 een opvallende toename in aantal huizen: van 13 naar 25. Wanneer je deze aantallen uitsplitst naar oosten westzijde, wordt duidelijk wat er is gebeurd. Aan de oostzijde van de Keukenstraat stonden in 1817 veertien huizen, aan de westzijde elf. Daaruit kan geconcludeerd worden dat tussen 1715 en 1817 veel percelen zijn gesplitst die eerst doorliepen van de
24
Willemstad_p001_144_HT.indd 24
30-03-17 21:08
Aantal huizen per straat in 1715 en 1817 1715
1817
Waterkant
10
14
Heerenstraat westzijde
16
16
Heerenstraat oostzijde
17
15
Keukenstraat
13
25
Breedestraat zuid
14
17
Breedestraat noord
18
22
Joodestraat
32
41
Wintstraat
25
33
Joodekerkstraat
24
28
Kuiperstraat
27
35
Princestraat
8
11
Heerenstraat (oost) naar de Keukenstraat (west) en dus bij de Heerenstraat werden geteld. Vermoedelijk dankt de Keukenstraat haar naam dan ook aan de keukens van de Heerenstraat: oorspronkelijk stonden de kombuizen ofwel keukens van die huizen vermoedelijk als losse gebouwtjes op het achtererf ervan; aan de latere Keukenstraat dus.19 De Kuiperstraat werd ook wel Calle de Tonnelero genoemd, terwijl de naam Calle de BaĂąo eveneens voorkwam. Hierdoor is er twijfel over de herkomst van deze straatnaam: is hij vernoemd naar de kuipers of tonnenmakers die misschien in deze straat woonden, of naar het joodse badhuis in deze straat? In de Engelse tijd heette de straat Cooperstreet, wat weer pleit voor de tonnenmakers. Houten tonnen werden gebruikt voor het vervoer van diverse vloeistoffen zoals olie, wijn en bier. 25
Willemstad_p001_144_HT.indd 25
30-03-17 21:08
Wilhelminaplein Na de Stenen Padspoort werd de Breedestraat merkelijk naauwer, stinkende en vuil,20 aldus Teenstra in zijn beschrijving van het eiland uit 1836. Vroeger liep deze straat door tot de stadsmuur, de huidige Columbusstraat. Dit gedeelte van Punda dat wij nu kennen als het Wilhelminaplein, werd dus aan twee zijden ingesloten door de stadsmuur. Vanuit de Breedestraat kon men via een trap op de stadsmuur komen en zo rond Punda wandelen met uitzicht op vuile, smerige, stankverwekkende gangen en stegen21 tot het Oranjefort op de hoek van het Waaigat en de Heerenstraat.
De Handelskade gefotografeerd door Soublette rond 1900. Tonnen waren erg belangrijk voor het vervoer van goederen
Het Wilhelminaplein na 1929 (ansichtkaart van fotohandel Sunny Isle L. Reck)
26
Willemstad_p001_144_HT.indd 26
30-03-17 21:08
In dit smalle deel van de Breedestraat stonden vroeger aan de noordzijde, tussen de huidige Bloksteeg en de stadsmuur, zeven huizen: de nummers 98 tot en met 104. Nummer 98 tegen de stadsmuur bestond uit twee woningen, die tegen het einde van de achttiende eeuw werden samengetrokken. Op de begane grond lag een pakhuis, de verdieping bood vanaf 1827 onderdak aan de landsschool van Nicolaas Anslijn (hoofdstuk 9). Het pand was in 1811 gekocht voor 3.200 peso’s door Johannes Martijn. Na zijn dood erfden zijn kinderen Samuel François Martijn en Maria Stuylingh Martijn het gebouw. Deze Samuel Martijn moet geen lekkere jongen zijn geweest. Diverse malen werd hij veroordeeld vanwege het gebruik van fysiek geweld tegenover vrouwen. Zo mishandelde hij de vrouw van chirurgijn Gerber in haar eigen woning aan de Breedestraat door haar aan haar haren naar de voorgalerij te slepen, haar met het bovenlichaam uit een venster te gooien en haar vervolgens met de vuisten vol in het gezicht te slaan. Hoewel het al zijn derde veroordeling was voor een geweldsdelict, kreeg hij hiervoor niet meer dan twee maanden celstraf. Kort voor de overgang naar de twintigste eeuw kocht de weduwe van Christiaan Winkel dit huis op nummer 98 voor 11.000 gulden. Het pand bestaat niet meer. Alweer enige tijd geleden werd op deze plaats een geheel nieuw gebouw neergezet, waarin thans Eetcafé De Buren is gevestigd.
Pleincafé Wilhelmina Het huis ernaast, nummer 99, was aan het begin van de negentiende eeuw eigendom van Jan Jacob Beaujon. Als advocaat, boekhouder-generaal en lid van de Raad was hij een vooraanstaand persoon in de Curaçaose samenleving. Beaujon had het pand in 1800 op een publieke veiling gekocht voor 1.720 peso’s. Omdat hij moeite had zijn hypotheekschulden te voldoen, bood hij in 1816 zowel het huis in Punda als een buitenplaats op Pietermaai plus twee jonge negers te koop aan. In de advertentie werd het huis aan de Breedestraat als volgt omschreven: Het is niet groot, doch geschiktelyk ingericht om de onder en boven gedeelten afzonderlyk te kunnen bewoonen of verhuren, zynde een jaar verleden, een compleete nieuw gemetzelde gallery daaraan gebouwd, met een platform hebbende een ruime uitzigt op zee en ook op de weg buiten de poort naar Pietermaay. De nood zat kennelijk hoog. In dezelfde advertentie verzoekt hij ernstig en tevens vriendlyk aan iedereen van wie hij nog uitstaande schulden te vorderen heeft zulks welvoeglyk te komen afmaken.22 Kennelijk slaagde hij erin zijn financiële problemen op een andere wijze op te lossen, want beide huizen werden niet verkocht. Later was Johannes Dam enige tijd eigenaar van het gebouw. Hij verhuurde een gedeelte van het twee verdiepingen tellende pand aan de weduwe Ekker en een ander deel aan Maria Evertsz. Het drie verdiepingen tellende gebouw op nummer 100, nu Pleincafé Wilhelmina, was gedurende de hele negentiende eeuw steeds in dezelfde handen als pand nummer 98. Pas in 1896 kregen de
27
Willemstad_p001_144_HT.indd 27
30-03-17 21:08
28
Willemstad_p001_144_HT.indd 28
30-03-17 21:08