3 minute read
Over de bever
from Klimop 2021 - 2
DIRK LIBBRECHT
↓Luchtfoto in zuidelijke richting van overstroomde Heulebeekmeersen-Oost en Ledegemse meersen op 31 januari 2021 © Ignaas Robbe
Advertisement
EEN NATJE IN WINTERTIME
WINTEROVERSTROMING 2021 HEULEBEEK
Terwijl ik dit schrijf, treedt buiten de avondkilte in na een eerste namiddag stralend zomerweer in putje winter. We noteren 15°C in Zuid-West-Vlaanderen, dit volgend op de strengste vorst sinds jaren, naadloos aansluitend op een lange periode met zeer regenachtig weer. De laatste week van januari traden her en der waterlopen buiten hun oevers. In vogelaarskringen wordt dit doorgaans zeer snel opgepikt. Tijd voor een rondje overstromingen.
DE HEULEBEEK…
…scheert in Zuid-West-Vlaanderen alle toppen qua natuurbeleving als ze buiten haar oevers treedt. Dit gebeurt quasi iedere winter, tijdens perioden met hevige neerslag. Het stagnerende water heeft een onweerstaanbare aantrekkingskracht op watervogels die er maar al te graag pleisteren tijdens doortrek of verblijf in de regio. Een greep uit de waarnemingen januari-februari in de Ledegemse en Heulebeekmeersen-Oost: wintertaling, smient, pijlstaart, watersnip, kemphaan, bergeend, slobeend, krakeend,… Het spreekt voor zich dat hoe later de overstromingen plaatsvinden in het voorjaar en hoe langer ze duren, hoe uitgebreider het aantal vogelsoorten dat er waargenomen wordt. Vanaf eind februari kunnen die bvb. al grutto’s aantrekken. Dit geldt nog meer voor de duur van de overstromingen. In de vallei van de Heulebeek, die dwars door landbouwgebied loopt is daar wel plaats doch geen tijd voor. Enkele dagen na overvloedige regenval trekt het meeste water weer weg, daar de valleigebieden niet ingericht zijn op langdurig stagnerend water, wel eerder op versnelde afvoer.
EEN RONDVLUCHTJE
Op 31/01/21 zagen Ignaas Robbe en Antone Vervaeke (Vogelwerkgroep) de kans een rondvlucht te maken boven de overstroomde Heulebeek-tracés. Afbeelding 1 toont een luchtfoto van de overstroomde Heulebeekmeersen-Oost ten zuiden van de weg Moorsele-Dadizele, genomen op het middaguur. Het uiterst oostelijke stuk van de overstroomde Ledegemse meersen zijn nog net te zien rechts op de voorgrond van de foto. Dit was ongeveer de maximale overstromingsperimeter – tot op heden – van 2021 (re: www. waterinfo.be). Afbeelding 2 toont de ligging van de Heulebeekmeersen-Oost en de positie van waaruit de luchtfoto genomen werd. De overstromingsperimeter hier weergegeven, dateert van 2017. Opvallend is dat het Heulebeek-tracé, niettegenstaande volledig overstroomd, toch nog makkelijk te volgen is. Centraal in de massa water valt een kronkelende, donkere lijn op, die boven water uitsteekt. Dit zijn de zg. ruimingswallen. Deze verhoogde oevers ontstaan door herhaaldelijke beekruimingen met achterlaten van het slib. Op sommige plaatsen is de lijn ontdubbeld doordat beide oevers opgehoogd werden.
In het oog springend is ook de koffie-met melk-kleur van het water, zeker op de voorgrond, waar de foto een bijna steile inval heeft op het water in de Ledegemse meersen. Dit wordt veroorzaakt door verhoogde slibgehaltes, die ontstaan door erosie van akkergronden in bovenstroomse gebieden.
HOE ONTSTAAT DIT ALLES?
De overstroombare gronden of valleigronden (ook wel “winterbed” genaamd) zijn ontstaan door slibafzettingen uit langdurige winteroverstromingen, vanaf ca. 6000 jaar geleden. In die tijd begonnen onze voorouders de hoger gelegen gronden tussen beken en rivieren te ontbossen. Dit had tijdens de natte maanden hoge piekafvoeren tot gevolg – zoals we ze nu kennen - beladen met slib. Dit veroorzaakte overstromingen waaruit het slib bezonk à rato van enkele mm per jaar. Doorheen de eeuwen bereikten deze slib- en kleilagen toch enige dikte. Ze zetten zich af op het zand- en grindsubstraat van de laatste ijstijd, ook op de plantenresten (veen) die er nadien waren gekomen, en vormden aldus het bekende beekalluvium. Een boorkern doorheen dit alluvium toont niet zelden een afwisseling op mm-schaal van slib- en veenlaagjes. Deze laatste dateren uit de zomer van toen, terwijl het slib uit de winteroverstromingen afkomstig is. Vergelijk het met de jaarringen van een boom!
WAT WILT U: BLOEMRIJKE HOOILANDEN OF EENDEN?
Ruimingswallen ontstaan doordat de landbouw meer en meer de valleigronden begon te exploiteren. De winterse inundaties moesten zo kort mogelijk gehouden worden, waardoor men de beken zeer systematisch begon te ruimen. Soms hebben die wallen het omgekeerde effect en veroorzaken ze ongewenst stagnerend water op de weilanden, doordat de afvoer gestremd wordt.
Dit laatste is nefast in natuurgebieden, die interessante, grondwatergebonden vegetatietypes bevatten. Hier streeft men naar kortdurende overstromingen met ons typische, van nature voedselrijk water. Zeker in voorjaar en zomer mag de zaak niet verruigen door stilstaand water. Maar iets of wat langdurig en hop: daar zijn de watervogels, met in hun kielzog de vogelaars.
↓ Ligging overstromingsperimeter Heulebeek 2017 (bron: Geopunt) met aanduiding Heulebeeksemeersen-en richting foto-opname Oost © Dirk Libbrecht