2 minute read
VOGELKRONIEKEN
from Klimop 2021 - 3
MIJN IDEE VAN EEN HEMEL
Aan de Place des Cagnards, waar katten vrij spel hebben, rust een kleine sculptuur op een sokkel. Een Belgische beeldhouwer kapte uit harde steen een weke, in zichzelf gekeerde jongen. Hij zit daar eenzaam en eenzelvig met verweerde, opgetrokken knieën in het gezelschap van een rijzige cipres. Hij is de weemoedige bewoner van een voor de rest gelukzalig pleintje waar, zo stel ik het me voor, zelden iets gebeurt.
Advertisement
De zon haalt er verschroeiend uit. Het midden van het pleintje is geflankeerd door vier platanen waaronder men jeu de boules speelt en waar opdondertjes ravotten met fietsjes en poppen. Putters zwiepen zingend over het pleintje en mussen doen wat mussen doen. Ze maken kabaal en vechten hevige ruzies uit tot ze de middagrust van het pleintje danig overstemmen en zelfs niet meer kunnen horen wanneer er gevaar zou dreigen. En precies alsof ze dat plots zelf beseffen valt alles stil, per direct, alsof er nooit mussen zijn geweest. Dan kijken die bazige typetjes het wat aan, kijken ze naar elkaar en wezenstil en welopgevoed. Na een poos kunnen ze het niet meer houden en slaan weer aan het bekvechten. Ze worden het gelukkig nooit moe. De lucht is hier mooier dan het mooiste blauw. Als ik je een kleurstaal zou tonen, dan zou je me niet geloven. De flinke kamperfoelie op ons gehuurd terras wordt met de precisie van een chirurg geïnspecteerd door kolibrievlinders. Welk gezang zouden zij voortbrengen mochten ze kunnen zingen? Zoemende aria’s?
Het ingeslapen pleintje zit in de klauwen van bergmassieven. Het decor smeekt om grote, wapperende roofvogels, maar helaas, gieren zijn hier tijdens ons verblijf taboe. Slangenarenden doen de hoop op gieren vergeten. Je ziet hen hier elke dag patrouillerend, surveillerend, planerend, wiekelend (wiekend?), azend. Slangenarenden werken vaak goed mee en tonen graag hun blanke verenkleed vol spikkels en dwarsbandjes en hun glurende gele ogen komen soms bijna boven je zweven. Slangenarenden hebben branie. ’s Avonds, wanneer we voldaan zijn van spijs en wijn, komt de windepijlstaart langs. Zo’n grote mot is altijd een spektakel.
Saou, waar zelden iets gebeurt, is mijn idee van een hemel. Het is de rust verstoord zien door hyperactieve mussen en gierzwaluwen, kijken naar mensen die metalen ballen laten ploffen onder platanen, de rijpste tomaten en geitenkaas kopen op het marktje verderop, onbelemmerd middagdutjes doen, niet omdat je moe bent, maar omdat het kan, frisse rode wijn slurpen uit onbestemde flessen en bij het flauwe schijnsel van weinig lantaarnpalen wachten op windepijlstaarten en luisteren naar bosuilen, de sterren niet tellen omdat ze in overtal zijn, vergeten welke akkoorden Django Reinhardt speelde en de slappe lach krijgen om hoegenaamd niets. En de dag erna… Ach, wat doet het ertoe.
MATTHIAS DEPOORTER
← slangenarend © Bart Augustijns Augustus 2002, Saou (Drôme)