3 minute read

BIJENWERKGROEP

BEHANGERS

Vaak zijn distels een doorn in het oog voor de mens, maar voor heel veel bijensoorten zijn dit uiterst belangrijke planten. Tijdens een inventarisatie in 2020 op het provinciedomein Bergelen was ik op zoek naar de dikbekbehangersbij (Megachile genalis). Deze bijensoort broedt in stengels van planten, zoals distels en engelwortel, en knaagt zijn nest uit met zijn dikke bek/kaken. Enerzijds moeten er dus voldoende distels aanwezig zijn in een gebied en anderzijds moeten de stengels met broedcellen bijna één jaar blijven staan zodat de volgende generatie bijen kan uitvliegen. Je zou voor minder zeer zeldzaam zijn in België!

Advertisement

YVES GEVAERT

De term behangersbij slaat op de manier waarop de nestbouw plaatsvindt. De meeste behangersbijen maken hun nest bovengronds zoals in kevergangen in zon beschenen dood hout, spleten en holtes in muren of in holle plantenstengels. Deze nesten bestaan uit achter elkaar geplaatste nestcellen die volledig behangen worden door bladeren of bloemkronen die het vrouwtje uit planten en bloemen knipt. Sedert 2020 zijn er negentien soorten behangersbijen bekend in België en één extra soort die de komende jaren wordt verwacht door het veranderende klimaat. Tijdens de zoektocht naar de dikbekbehangersbij ving ik een eigenaardig mannetje uit dezelfde familie. In het veld kon ik er niet onmiddellijk een naam op kleven. Het mannetje was behoorlijk groot en leek zeer hard op de kustbehangersbij (Megachile maritima). Deze mannetjes hebben ook verbrede voortarsussen en enorm gezwollen achterschenen, maar zoals zijn naam het doet vermoeden klopt het habitat niet. De kustbehangersbij is terug te vinden in warme en zanderige gebieden, droge heide en kalkgraslanden.

Na overleg ’s avonds met het kernteam van Aculea (werkgroep van wilde bijen en wespen) werd mijn gedocumenteerde waarneming met foto’s onmiddellijk enthousiast onthaald door één van de admins van www.waarnemingen.be. Ik had een mannetje grote behangersbij of Megachile lagopoda gevonden! Zoals de naam het doet vermoeden is de grote behangersbij een zeer forse bij, maar wat deze waarneming speciaal maakt, is dat de laatste waarnemingen in Vlaanderen dateren van voor 1950. Het geluk ligt in een klein hoekje, want de volgende dag ving ik opnieuw een mannetje grote behangersbij op het provinciedomein Bergelen. Moeilijk te zeggen of dit hetzelfde mannetje was, maar dit keer was de waarneming wel aan de andere kant van het domein. Ondanks het feit dat bepaalde bijensoorten zwerfgedrag kunnen vertonen, lijkt het er toch op dat de grote behangersbij aanwezig is in de ruime regio.

De twee waarnemingen waren dus telkens een mannelijk exemplaar die patrouilleerde langs bloeiende distels, op zoek naar een vrouwtje om te paren. De bloemvoorkeur van deze bij is polylectisch, wat betekent dat deze soort stuifmeel verzamelt op plantensoorten uit verschillende families. Uit de literatuur blijkt dat de grote behangersbij vier plantenfamilies bezoekt nl. Asteraceae (distelachtigen, knoopkruid, bitterkruid,...), Campanulaceae (grasklokje), Fabaceae (rolklaver, kattendoorn) en Plantaginaceae (weegbree) met een duidelijke voorkeur voor Asteraceae. Beide waarnemingen bevestigen deze bloemvoorkeur, want op dag één werd de soort teruggevonden rond speerdistels en op dag twee langs de andere kant van het domein langs kruldistels. In Zweden werden verschillende studies uitgevoerd waaruit blijkt dat de achteruitgang van de grote behangersbij in direct verband kan gebracht worden met het grootschalig verdwijnen van begroeiingen rijk aan knoopkruid. Ook in Vlaanderen is het dus van groot belang om niet alles klakkeloos te maaien zeker als je weet dat er soorten zijn die hun nesten bouwen in uitgebloeide planten zoals distels. Monitoring, sensibilisatie en communicatie met de verschillende instanties blijven dus van uiterst groot belang! Meer info op: www.aculea.be

← Het mannetje van de grote bladsnijder is een algemene soort met gezwollen voortarsen, maar ook met enorm gezwollen en gebogen achterschenen. De buitenzijde van de voorfemur is overwegend oranje.

↙ Mannetje grote behangersbij: Kenmerken: forse bij, zwarte ogen, buitenzijde van de voorpoten overwegend zwart en enorm gezwollen achterschenen © Yves Gevaert

This article is from: