5 minute read

Jacques van Ruiten Henk de Velde over jachthavens

Over jachthavens, planning en rust

In ons waterland zijn er meer dan duizend jachthavens. Van verenigings- tot grote commerciële jachthavens. Iedere haven is weer anders. Havenmeesters zijn het aanspreekpunt voor de vaste ligplaatshouders en passanten. Velen liggen vaak jarenlang met een boot in dezelfde haven. Het is een belangrijk plekje in hun leven geworden. Iedereen heeft zo zijn verhaal. Dat geldt ook voor de passanten die zwervend van haven naar haven trekken.

Ik heb een aantal jaren een heerlijke plek gehad in de haven van de Roggebotsluis. Ik gaf er op havendagen korte lezingen in de botenloods en was zelfs een paar keer een prijs bij een bingomiddag van de camping; een dagje met de Solitario op de Randmeren varen. Ik kan me de familie nog herinneren met jonge kinderen. Op de ruime stukken liet ik ze ook sturen; ik stond er dan naast, niets kon er gebeuren en op de nauwe stukken onder de bruggen door nam ik het even over totdat we op de terugweg weer onder de Elburger brug door moesten en ik tegen het 13-jarige meisje zei dat zij het ook wel kon. Ze keek me zenuwachtig aan maar bleef sturen en op het moment toen we eronderdoor waren had ze een glimlach op haar gezicht om nooit te vergeten.

Maar nu wordt de haven/camping omgebouwd tot een groot vakantiepark en moesten alle boten weg. Ik gebruik liever het woord eerder dan het woord vroeger. Eerder dus was er altijd plaats hoewel de havens kleiner waren. Het plekkie wat in m´n hoofd is blijven hangen is de buitenhaven van Stavoren. Dat was en ik heb het over de 70tiger jaren een oude steiger in de kom naast de sluis waar nu de Buitenhaven van Marina Stavoren is gevestigd. Ik kan me niet herinneren dat we daar liggeld betaalden (1975). Maar waar ik naar toe wil is de enorme toename van onze watersport en dat is wereldwijd.

Op mijn eerste wereldreis lagen we wel met tien andere jachten in Middellandse Zee stijl, kont naar de kade, afgemeerd in de haven van Papeete, Tahiti. Voor op het anker, achter een lijn naar de wal en je moest nog steeds met je bijbootje van boord. Toen we later op Bora Bora lagen zag ik in de lagoon wel drie andere jachten liggen en dacht aan wat Bertus Zijdenbos schreef (de eerste Nederlander die rond de wereld zeilde). Bertus schreef in z’n boek hoe alleen en eenzaam hij hier lag. Bij vertrek kreeg hij meer bananen en cocosnoten mee dan hij in z’n eentje op kon. Moet je er nu komen !

Veel veel later lag ik in San Fransisco en San Diego. Plek was er moeilijk te krijgen en je betaalde de hoogste passantenprijs. Men vroeg soms $ 250 per dag en het goedkoopste wat ik vond was toch nog $ 95. Omdat ik reparatiewerk had ben ik daar gaan liggen. Liefst lag ik ten anker maar dat kon niet overal. Dit soort voorbeelden zijn er ook in Europa en in eigen land.

Overal zijn er gigantische jachthavens ontstaan. De absolute grootste is Marina del Rey en ligt in Los Angeles, Californië. Met acht bassins de thuishaven van ongeveer 6500 boten. De haven is geschikt voor boten van 6 tot 27 meter. Maar voor een superjacht is er ook plaats.

Port des Minimes is de grootste jachthaven van Europa. Met 4500 ligplaatsen, verspreid over een gebied van 50 hectare. De haven bestaat uit 4 bekkens: Lazaretto, Marillac, Bout Blanc en Tamaris, en is gelegen in de baai van La Rochelle (Frankrijk).

Tussen Oostende en Duinkerken ligt Nieuwpoort. Dit is de grootste jachthaven van Noord-Europa. Hier beheren drie jachtclubs tezamen in totaal 2000 ligplaatsen.

In het zuiden van Engeland, bij de stad Brighton, ligt Brighton Marina en die biedt een levendige en veilige haven voor meer dan 1200 ligplaatsen. Twee gigantische golfbrekers zorgen ervoor dat de jachthaven onder alle weersomstandigheden veilig is voor haar gasten.

Jachthaven Biesbosch (Drimmelen) is de grootste jachthaven in zoetwater van Europa, aan de linkeroever van de rivier de Amer, met 1400 ligplaatsen. Jachthaven Naarden in het Naarderbos volgt daar op met ruim 1200 plaatsen.

Twee keer voer ik van de Middellandse Zee binnendoor naar Nederland. Bij Port St Louis ging je de Rhône op, daarna kwam de Saône, toen door Canal de l’Est naar de Moezel en bij Koblenz de Rijn op. Bij Pannerden de IJssel op tot de ene keer Sloten en de andere keer Andijk om de betreffende boot af te leveren. Ik kan me niet herinneren dat ik in heel Frankrijk in een jachthaven gelegen heb of havengeld heb betaald (1974 en 1986). Is nu het leven moeilijker geworden? Nee, eigenlijk niet want in al die havens zijn er ook alle voorzieningen, die waren er eerder niet. Toch zoeken mensen vaak de rustige plekken, maar zijn daarnaast blij een vaste stek te hebben, waar ze terug keren. Ze kennen dan het havenpersoneel of ontmoeten de buurtjes weer om elkaar de verhalen van de zomer te vertellen. De een is naar Frankrijk geweest, de ander naar de Oostzee, het grootste gros blijft dichter bij huis met hetzelfde plezier.

Zo denk ik ook, nu het er op lijkt dat we door de Covid-regels niet maar zo overal heen kunnen. Dan kunnen jullie mij vinden, ten anker in de IJsseldelta van het Ketelmeer. En als ik dan boodschappen moet doen dan lig ik aan de passantensteiger van Ketelhaven. Where are you now, vraagt Ryan Bradley, een Amerikaanse journalist die een stuk over mij schrijft. In de Roggebot antwoord ik. Where is that, it sounds Russian. Nee, vertel ik hem, het ligt dicht bij waar ik geboren ben in het land van mijn vaderen en vandaar uit vaar ik regelmatig uit. Een mooie doorvaart scheidt de Hanzeplaat van het Oog. Men liet het gras en de bomen groeien en door het een vogelbroedplaats te maken, gaf men de vogels een kans. Het is er stil, op het geruis van de bomen na en het getjilp van de vogels.

Henk de Velde a/b MV Solitario www.henkdevelde.com

Vrije foto’s van de diverse havens komen van de desbetreffende havensites.

This article is from: