SP 1978 6(3)

Page 1


Jaargang

6 - nummer 3 - 1 januari

1978

sportparachutist TWEEMAANDEL1JKSE UITGAVE VAN DE KNVvL AFDELING PARACHUTESPRINGEN Eindredactie, samenstelling Karst Sikkens

RBDAKTIONBBL

en ontwerp:

Redaktie: Hein Cannegieter Bert Wijnands Voor copy en foto's zorgden o. a. deze maand Ben van den Belt, E rust Bode, Jacques Gielen, J enny Hoefnagels, Kamphuis, Rob Klop, Jan Mennink, Mëus van der Poel, Piet Santegoeds, Jos Schrijvers, Jan Sikking, Gerrit van de Veen, Wim Velthuizen, Henk Verbeek, Fred de Waart, Truus Wijnands, André van den Worm. De met name onderschreven artikelen zijn voor verantwoordelijkheid van de schrijvers en behoeven niet altijd de mening van de redaktie weer te geven. Abonnement SPORTPARACHUTIST LEDEN VAN DE AFDELING PARACHUTESPRINGEN ONTVANGEN HET BLAD GRATIS. Advertenties: Advertentietarieven

op aanvraag.

Verschijningsdatum: 1 jan. , 1 mrt, 1 mei, 1 juli, 1 september 1 november.

en

Druk: Van Deventer bv 's-Gravenzande

~

===;$~':'};,~~== KONINKLlJKE NEDERLANDSE VERENIGING voor LUCHTVAART AFDELING PARACHUTESPRINGEN Bestuur: W. A. Velthuizen E. T.H. Wijnands P. Santegoeds H. Cannegieter H. Verbeek H.A.Elias K. Sikkens

-

voorzitter vice-voorzitter algemene zaken voorlichting sport en instruktie algemene projekten algemene projekten secretaris tvs afde lings bureau

1 97 8 - een nieuw jaar komt ons weer tegemoet. Een jaar waarin wij ons weer voor een aantal problemen zien gesteld. Doch - wij vertrouwen er op dat met een ieders medewerking een aantal belangrijke zaken gerealiseerd zullen worden. Wij willen onze dank uitspreken aan een ieder die ons het afgelopen jaar heeft geholpen om SPORTPARACHUTIST op de geplande data te doen verschijnen. De inzenders van artikelen, de fotografen, de medewerkers van de drukkerij Van Deventer en de instoppers HARTELlJK DANK VOOR UW ONMISBARE STEUN. Op onze voorplaat ziet u een "exit" uit de beide openingen van een F-27 Troopship. Deze prachtige foto werd op 2 september 1.1. door Jacques Gielen gemaakt. Voor bewerking (litho's) zorgde Jan Sikking. Ons national relatief-team is weer terug uit Australië. Hein Cannegieter was daar eveneens aanwezig en zijn bevindingen treft u aan op de pagina's 4 tlm 8. Uiteraard is het ons (eindelijk) gelukt om Bert Wijnands "te strikken" voor het artikel "Hein in gesprek met .... ". De springideoloog komt uitvoerig aan het woord. Flying Dutchmen vierde haar twaalf-en-een-half jarig jubileum. Het militaire verkeersleidingscentrum in Nieuw-Milligen (waar wij veel medewerking van ontvangen) vierde haar dertig jarig bestaan. Kortom - deze uitgave weer veel interessant

nieuws.

Met onze beste wensen voor een veilig en gelukkig 1978. KS

Adres secretariaat: p/a KNVvL Jozef Israëlsplein 8, 's-Gravenhage. Privé (uitsluitend in de avonduren): St. Martinuslaan 124, Voorburg. Tel. 070 - 863854. Lidmaatschap Alle leden f 60, -- per jaar, na 1 juli f 33, --. Het inschrijfgeld voor leden bedraagt bij aanmelding f 4, --. Aanmeldingen voor het lidmaatschap Te richten aan het afdelings-secretariaat (d. t. v. de clubsecretaris). Uw copie voor de eerstvolgende uitgave dient vóór 15 januari a. s. bij de eindredacteur te zijn ingelev<,!rd.

2

Exit uit een F-27.

Foto: Jacques

Gielen

sportparachutist


over de drempel Omkijkend bij de jaarwisseling geloven wij te mogen zeggen dat 1977 voor ons allen een goed jaar is geweest. Goed - omdat een aantal programmapunten konden worden verwezenlijkt waarover in het afgelopen jaar al zoveel is geschreven dat we deze nu niet meer noemen. Goed - omdat een al jaren bevredigend leerlingen-materiaal-systeem dit jaar wellicht een wijziging zal ondergaan door eventueel te vervangen voor nog betere (lees: veilige r) lee rling-bag-systemen. Goed - omdat het peil van de wedstrijden toch weer omhoog gegaan is. Omdat we een nationaal team naar de wereldkampioenschappen in AustraliĂŤ konden zenden. Een team - dat ondanks de handicap van het ontbreken van een acht-persoons vliegtuig, toch - dankzij veel opofferingen, doorzettingsvermogen, technisch en mentaal veel bereikt heeft en dat onder de druk van een vierde plaats op de vorige wereldkampioenschappen. Waar wij blij om zijn dat de kontakten tussen de clubs ook wat verstevigd zijn - hoewel de OPEN-WED-

STR1JDEN nog niet altijd hun naam verdienen.

Jammer.

Wat brengt 1978? Net als zijn voorganger: problemen. EĂŠn van de grootste is de negatieve instelling van enkele milieu-groepen tegen alles wat vliegt en dit wel op vaak louter emotionele gronden. Ook springtechnisch zijn er nog enkele "vette kluiven" te verwerken. Nu de Technische Commissie aardig op gang gekomen is willen wij ook aan technische- en materiaalzaken aandacht gaan besteden. Werkgroepen zullen ons daarbij moeten helpen om zodoende belangrijke zaken te kunnen realiseren. Een aantal punten hebben wij reeds toegelicht op de laatste Algemene Ledenvergadering. Wij zijn ook dankbaar voor de steun en bijval van de vergadering. Wij zullen proberen er het beste van te maken met ieders steun zal dit zeer zeker lukken.

inhoud Exit uit een F-27 Redaktioneel Over de drempel Wereldkampioenschappen 1978 Afdelings-nieuws 12t jaar Flying Dutchmen Cone Lock 30 jaar Dutch Mil Hein in gesprek met Bert Wijnands ENPC - /Paraclub Hohne Het stenen tijdperk -/ Hawaii Personalia Stratoflyer Welk touw? Welke indiaan? KNVvL -/Hulpinstrukteurs Diversen

1 2 3 4/8 9 10 11 12/13 14/17 18 19 20 21 22 23 24 Land, water en lucht.

sportparachutist

Foto: Ben van den Belt 3


Afscheid van Nederland(Schiphol) van de Nederlandse Delegatie naar de Wereldkampioenschappen in Australi~. Zittend middenvoor Piet Santegoeds (tear.hleider).,Geknield v.l.n.r. Paul Koudijs(x), Cora Jelgersma, Steven Blietz(x), Janine de Pater, Truus Wijnands, Bert Wijnands(team.captain), Hein Cannegieter(delegatieleider+captain 4-mans-team). Staand v.l .n.f. Rob Klop, Guus Pichel, Jan v.d. Veen(x), Willemijn Cannegieter, Jaap Havekotte(x), Han Luijs(Jurylid), Jacques Gielen(x), Harry Pijnenburg(x), Harry Jansen(x) en Peter Levering(x). Opm.: (x) zijn teamleden. DANK AAN PARA-PILOT~SHOP VOOR DE GRATIS BESCHIKBAAR GESTELDE JACKS EN TASSEN.

wk 1977 De resultaten van ons teambij de WK Relatiefspringen in AustraliĂŤ vallen tegen: Negende in het achtmansonderdeel en dertiende in het viermansonderdeel. Toch niet helemaal een "verloren" wedstrijd: in de achtman hadden we, als we op ons best gesprongen hadden, hoogstwaarschijnlijk niet hoger kunnen eindigen dan de zevende plaats; in de vierman, zoals deze er was, waarschijnlijk niet hoger dan een achtste tot tiende plaats. Waarom? Je zou ve-rschillende redenen kunnen aanvoeren. Elk weekend naar Maubeuge rijden om te gaan trainen is ook niet alles. En dan nog moet je maar afwachten wat het weer doet. Ons team is vrij oud en (wellicht) te lang bij elkaar: het bestaat nog steeds voor een zeer groot deel uit de "eerste generatie" relatiefspringers. Verschillende springers uit het team stoppen nu of

4

gaan het rustiger aan doen. Maar los daarvan in de opkomst van een volgende generatie springers hard nodig. Op basis van de kennis en ervaring opgedaan tijdens deze WK in AustraliĂŤ zal er hard gewerkt moeten worden aan en met die jongere generatie die het nu verloren terrein weer zal moeten te rugwinnen. Dit alles houdt een versnelling in van het verkrijgen van privileges bij de verschillende clubs voor jongere talentvolle springers. Te vaak verstikken zij nu in de leerlingenaantallen en lange wachttijden om werkelijk iets te kunnen opbouwen. Het houdt ook een bijzonder grote aandacht in voor de al geplande weekeinden met relatiefleerlingen volgend jaar. Want op die weekeinden zullen de zaden geplant moeten worden voor een nieuw Nederlands team dat ons land over twee jaar bij de volgende WK Relatiefspringen zal moeten vertegenwoordigen! H.C.

sportparachutist


de relatiefkampioenschappen in australië vreugde en teleurstelling Enkele dingen hebben de wereldkampioenschappen relatiefspringen in Australië zeer duidelijk gemaakt. Relatiefspringen in de sequentialvorm leveren zeer levendige, spannende wedstrijden op; het is een vorm van parachutespringen waar men al erg ver in is, maar waar nog zonder twijfel veel meer nieuwe dingen, technieken in ontwikkeld zullen worden. Het is ook een vorm van springen waarbij het laatste woord over jurering nog niet gezegd is; en het is een wedstrijdonderdeel waarbij teamgeest een doorslaggevende factor is. Om maar meteen met de resultaten van ons eigen land te beginnen: ze zijn tegengevallen. Ons land eindigde op de negende plaats in het achtmansonderdeel en op de dertiende in het viermansonderdeel. In het achtmansonderdeel deden tien landen mee, in het viermansonderdeel negentien. Teleurstellend is niet eens zozeer de plaatsing. Wel teleurstellend was het feit dat ons team sinds juli tijdens haar wekelijkse training op zaterdag en zondag in Maubeuge tussen de twee en drie formaties (en dus punten) maakte tijdens een sprong. Dat voor onze mogelijkheden redelijke gemiddelde haalden we in Australië bij lange na niet. Ons gem iddeldeop de WK lag nauwelijks boven één formatie per sprong. Bij elke sprong was er weer een beetje hoop dat het weer zou gaan lopen als tijdens de trainingen, maar om welke reden dan ook ging het niet, maakte elk teamlid fouten, klikte het niet. Als we ons gemiddelde van zeg twee punten per sprong hadden gehaald, dan waren we maar een, hooguit twee plaatsen omhoog geklommen in de ranglij st, gewoonomdat verreweg de meeste andere landen stukken beter waren dan wij. Maar we waren dan boven de Zwitsers geëindigd en hadden een leuke wedstrijd met de Noren kunnen uitvechten om de zevende plaats. De malaise in het team, die eigenlijk al enkele weken voor de WK inzette, had met name in het begin ook zijn weerslag op het viermansteam dat uit het achtmansteam kwam. In het begin was de score dan ook laag, te laag, pas later wist het viermansteam zich wat los te maken· van het achtmansteam en begon het beter te lopen, de scores stegen aanzienlijk, maar voor een redelijker klassering was het te laat.

Amerika Eén van de grote verrassingen van dit wereldkampioenschap was dat Amerika op het nippertje de achtman won (dat nippertje kwam mede door een zeer discussiabele beslissing van de scheidsrechter) en verloor het met de vierman, viel het zelfs helemaal buiten de prijzen. Het was tot ieders verrassing Canada dat de vierman won, evenals het overalklassement. Tijdens de eerste dagen van de competitie op het terrein van de landbouw-hogeschool van Queensland in Gatton ging het prachtig gelijk op in het achtmansonderdeel tussen Amerika, Canada, Duitsland en Frankrijk. Daarna kwam er een poos niets en dan kreeg je de rest van de achtmansteams. Het verschil tussen deze vier en de rest groeide met elke ronde. Na zes ronden had Frankrijk 25 punten, Canada en Amerika er 26 en Duitsland (ook al tot ieders verrassing) er 27. Het straf militaire team van Walter Lippold dat een beetje buiten het WK-gebeuren stond, was aanzienlijk beter dan iedereen verwacht had. In de zevende ronde ging Duitsland pas in de fout: twee punten, tegen de VS 5, Canada ook 2 en Frankrijk 3. Toch wist Duitsland de twee punten achterstand weer in te halen. Canada had afgehaakt, Frankrijk leek op een sportparachutist

zekere derde plaats af te gaan. Zo stonden Amerika en Duitsland voor de tiende en laatste ronde gelijk, elk 38 punten. Amerika moest eerst sprtngen , maandagavond. Tientallen keren had het Amerikaanse team, Mirror Image van Pope Valley in California, de sprong uitgelopen. In het vliegtuig weer hun yell, nog harder dan anders. Het was een schoonheid van een sprong net als bij de vorige sprongen lag iedereen in de exit al op de juiste plaats. In nauwelijks meer dan vijftien seconden hadden zij de eerste formatie in elkaar geschoven. Zo ging het door, formatie na formatie. Jammer voor hun was de vijfde formatie net buiten de 50 sekonden werktijd. Toch was vier een goede score, want het was een moeilijke sequence, wat men in de scoringslijst kan zien. Volgens hun verhaal sliepen de Amerikanen die nacht goed. Of dat zo is? De volgende ochtend waren ze er vroeg bij om de Duitsers te zien springen. De spanning was, zoals dat heet, te snijden. Toen de Duitsers hun exit maakten sloegen enkele Amerikanen hun ogen neer, ze durfden niet te kijken. Teamlid Curt Curtiss had gezegd: "Als we verliezen gooi ik mijn equipment van de brug over de haven in Sydney en spring nooit meer", waarop velen roeibootjes hadden willen huren in Sydney. Heel soepel maakten de Duitsers de eerste formatie de tweede, maar bij de derde haperde iets. Hij lag er ' tenslotte wel, maar de organisatie was weg, de olie uit de robotmachine. Toen de vijftig seconden werktijd voorbij waren, volgde een glorieus vreugdegehuil uit de groep Amerikanen op. Dansende, huilende, lachende, schreeuwende mensen, terwijl de Duitsers zich inmiddels onder hun koepels hingen te verbijten. Mislukt. Een teamlid zou later zeggen: "De stemming was zo rot geworden, onze teamgeest zo slecht dat dat en alleen dat de oorzaak er van was dat we verloren hebben. Anders hadden we het gemaakt, die sprong met die twee punten en ook de rest. r t Teamgeest lijkt inderdaad van veel groter belang dan sommigen misschien wel aannemen. Natuurlijk, de persoonlijke kwaliteiten van de springers staan op de eerste plaats, maar om een ·"winning team" te zijn is meer nodig. Dat zijn de woorden van Roger Hull, lid van het Amerikaanse team. Het team dat in mei dit jaar bij elkaar gehaald was door B. J. Worth, met wie ik in Warendorf twee jaar geleden tijdens de eerste WK Relatiefspringen een interview voor de SPORTPARACHUTIST had. Van een onbekende sponsor had hij geld gekregen (men sprak van f 75.000, --) om een team te formeren dat de nationale kampioenschappen zou winnen en vervolgens ook de WK in Australië. Acht weken lang, van 20 mei tot de nationals eind juli, sprong het team, waarvan de teamleden elkaar soms wel en soms niet eerder kenden, vijf dagen per week. Banen werden opgezegd, studies naar de avonduren verwezen. Zo gaat dat in Amerika. En in een boel andere landen. V.ast bij het team. was Randy Deluca (van de film "Winga") , die elke sprong f ilmde. Roger Hul.I: "Training zonder film of video op de helm, is zonde van de tijd, moeite en geld. Nu hebben we als team zo'n 200 sprongen in totaal tot de WK gemaakt. Als we Randy niet gehad hadden waren we in 500 sprongen nog niet zo ver geweest. Iedereen in een sprong ziet alleen maar zijn eigen kleine beetje de camera ziet (bijna) alles. t Bij de nationals werd het team net eerste. En dus ging het naar de WK. t

'

Het trainingskamp voor de WK begon voor Mirror Image op 20 oktober, weer in Pope Val ley. Op 9 november . kwam men in Caloundra aan in Australië waar op de plaatselijke dropzone een Twin-Otter stond. Ook daar werden nog een aantal sprongen gemaakt, hoewel veel minder dan gepland door het zeer matige weer aan de Sunshine Coast. Ook verschillende andere teams trainden op geheel andere wijze dan het onze. Zo sprak ik met de Canadezen, Australiers en Engelsen. Al deze teams trainden bepaalde periodes, vaak weken lange periodes in de afge5


lopen maanden. De Australiers trokken vijf weken v贸贸r de WK de woestijn in met een vliegtuig en maakten 150 sprongen in die tijd. Eind vorig jaar hadden ze er voor de nationals ook in een trainingskamp 120 in enkele weken tijd gemaakt. Banen? Allemaal hebben ze banen die ze opzeggen of tijdelijk kunnen opzeggen of ze zijn werkloos. Hetzelfde gold voor de Canadezen en in feite ook voor het Engelse team. Het Canadese team trainde in Arizona, Amerika, deze herfst, omdat het daar veel beter weer is dan in Canada zelf. Het Engelse team, dat eerder dit jaar minder goed was dan het onze, trok er de laatste weken voor de WK ook hard aan, ging begin november naar Australi毛, haalde een Amerikaanse trainer bij het team en sprong een fantastische wedstrijd. Maar het zijn trainingsmethodes die niet naar ons land zijn over te plaatsen met ons soort springers.

2NDV\ORLD~ CHAMPIONSHIPS IN RELATIVE WORK

Vierman Al na de eerste competitiedag tekende zich ook bij het viermansonderdeel een kleine topgroep af: Zweden, Canda en (alweer) Duitsland. De VS waren meteen al op enige achterstand gezet, een achterstand die alleen maar groter zou worden. Canada liep steeds verder weg bij de Zweden, puntje bij puntje. Ook waren zij het die een nieuw wereldrecord vestigden: in de vijfde ronde (voor ingewijden een set sequence van een compressed accordeon, bipole, compressed accordeon, een intermediate waarbij twee iweemans compressed accordeons 180 graden moeten draaien en weer dokken als een viermans accompressed accordeon, biplole, accordeon, twee en twee 180 graden, accordeon, enz.) maakten zij in de 35 sekonden werktijd maar liefst dertien formaties. Onze vierman werd in de eerste helft van de competitie nogal geplaagd door de tegenvallers van het achtmansteam en blessures. Steven Bliets blesseerde bij een landing zijn elleboog en enkele sprongen later blesseerde Harry Jansen het beenweefsel van zijn hielen zo ernstig dat hij tenminste zes weken niet meer kan springen. Steven kon doorspringen, Harry natuurlijk niet. In de achtman sprongen derhalve Harry Pijnenburg en Paul Koudijs nu alle sprongen mee en in de vierman kwam reserve Jan van der Veen in het veld. Dieptepunt was ronde 4. De eerste formatie was een simpele donut. Door een fout in de communicatie meende de ene helft dat de donut er op een bepaald moment lag, hoewel dat niet het geval was. Het team maakte nog verschillende vol gende formaties, maar zij hielden niet: o punten. Iets dergelijks had het Amerikaanse 4-mansteam. In ronde 8 maakte het 8 formaties, maar de vierde was fout geweest: 3 punten. In de top van de ranglijst veranderde er eigenlijk weinig. De posities zoals die er na de eerste dag al waren, bleven tot het eind. Canada won over tien sprongen met 73 punten (dus gemiddeld 7,3 formatie per sprong), Zweden tweede met 71 formaties en Duitsland (ook de vierman uit de achtman) , 58 punten. Er waren trouwens nogal veel blessures tijdens de WK. Dit had zonder twijfel met de vaak zeer verradelijke wind te maken, die van niets opeens tot ver over de tien meter kon aanwakkeren. Het was dan ook voortdurend heet, sub-tropisch weer.

enkele commentaren op de wk '77 Charly Shea-Simonds,

hoofdscheidsrechter,

Engeland:

"Dit onderdeel van parachutespringen vind ik het meest opwindende wat er is. Ik heb dat altijd al gevonden. Nu bij deze eerste WK met sequential relatief-springen is. het voor mij bewezen. Dit is een open soort van wedstrijd. PA en stijl zijn op een dood punt gekomen voor het topspringen. Bij RW haalt een team hoe beter het wordt des te meer formaties per sprong, net als een hardloper steeds minder seconden voor de mijl nodig heeft als hij beter wordt. 6

Afgezien daarvan vond ik het een erg interessante wedstrijd, spannend en fair. De verrassingen waren natuurlijk Canada en Duitsland. Frankrijk viel me een beetje tegen. In Oudtshoorn, 1976, waren ze geloof ik, op hun top. Het is een ouder team en ik heb er grote bewondering hoe Charly Baum het team al die jaren lang bij elkaar heeft weten te houden. Het niveau van jureren vond ik hoog, vooral in aanmerking genomen dat dit wedstrijdonderdeel, sequential relatiefspringen, officieel pas negen maanden oud is. De ervaring er mee was dus laag. Er is hier nogal wat gevraagd naar jureren d. m. v. video. De Australische CIP-afgevaardigde Claude Gillard, heeft me het een aantal maanden geleden voorgesteld, maar ik heb video voor deze WK afgewezen. Hoewel het in de toekomst de enige echt goede wijze van jureren is, leek het me dat die paar maanden die we nog hadden te weinig waren om optimaal bekend te worden met het gebruik van video. Hoeveel moet je er hebben, waar haal je geroutineerde para-video-cameramensen vandaan die voldoende ervaring hebben, waar haal je de apparatuur op zo korte termijn vandaan, enzovoort. Maar, zoals gezegd, over enkele jaren staat er waarschijnlijk niemand meer in de hete zon achter een kijker, maar zitten juryleden achter monitoren. En als ze twijfelen, laten ze de tape opnieuw, vertraagd afdraaien, waarbij het beeld zelfs stilgezet kan worden, om grips te controleren. Een ander controversieel punt vind ik zelf het overallklassement. Dat moet er uit. Het viermansonderdeel was speciaal bedoeld om ook kleinere landen die geen achtmansvliegtuigen hebben deel te laten nemen aan WK relatief-springen. Een overall klassement is oneerlijk, omdat deze landen hier nooit in voor kunnen komen omdat ze geen achtmansteam hebben. "

Bert Wijnands, captain Nederland achtmansteam "Ik vond het een erg interessante wedstrijd, vooral als je ziet wat eigenlijk alle landen in de twee afgelopen jaren er bij geleerd hebben. Al die nieuwe technieken, nieuwe idee毛n die verwezenlijkt zijn. En het is ongelooflijk hoeveel geld en energie vele landen in deze tak van sport gestopt hebben .. Het jureren vond ik wel een beetje een probleem. Zo hebben b. v. de Duitsers twee sprongen gemaakt, waarvan het zeer de vraag is of zij niet te veel punten gehad hebben. (N. B. Er was een video op het te rrein van het Engelse team). Het probleem werd wellicht het probleem, omdat er nogal wat slechte scheidsrechters waren. Vandaar dat de internationale jury tijdens een nachtelijke vergadering besloot het aantal scheidsrechters uit te breiden tot zeven. De score kwam dan ook vaak vier sportparachutist


tegen drie, maar soms ook drie tegen vier. Zo hebben wij een punt gehad voor een formatie die er heel zeker niet gelegen heeft. Een ding is duidelijk er zal in de toekomst met video gejureerd moeten worden. Het Nederlandse team viel natuurlijk nogal tegen. We hadden op meer punten gehoopt. Eigenlijk vanaf de eerste sprong zijn we bezig geweest met het zoeken van

de springkermis in een ver, warm land

(Vignet van het Nederlandse team, ontworpen door (Joegoslaaf) Max de Reta, dat op het T-shirt stond. Het was hét WK-teamshirt. Binnen twee dagen was iedereen zijn extra shirts kwijt). Nog nimmer zijn wereldkampioenschappen parachutespringen zo ver uit de buurt geweest als nu in 1977: met alle stops mee zo'n 40 uur onderweg, negen uur tijdverschil, van de koude herfst naar een heet "voorjaar", dat wil zeggen nog zomerser dan juli in Spanje. Gevlogen werd met Singapore Airlines, een maatschappij waarvan de mondreclame hevig werkt. En inderdaad: niets dan lof over deze luchtvaartmaatschappij. Niet alleen het vliegen werd uiteraard geheel door hen verzorgd, maar ook hotels, busjes met extra korting, bustoers door Sydney en Singapore, een fantastisch onderkomen in Caloundra waar het team acclimatiseerde voor de WK begonnen. Overal werden we opgevangen door hun mensen en begeleid. Het was äf en dus ook een hele zorg minder. Om niet alleen het springterrein van de WK te zien, was besloten een dag over te blijven in Sydney, een stad, die, zoals Bert Wijnands het uitdrukte, interessant was omdat er zo weinig interessants is. Maar wat wil je met een land dat nauwelijks 200 jaar "geciviliseerd" is. Toch een erg leuke dag, een eerste kennismaking met de andere kant van de wereld, van Nederland uit gezien. Meteen die dag al viel op hoeveel oud-Nederlanders in Australië wonen. De volgende dag ging weer met een vliegtuig naar Brisbane de hoofdplaats van Queensland. En vervolgens metde door Singapore Airlines gehuurde busjes naar Caloundra aan de Sunshine Coast, waar we een fantastisch onderkomen in keurige appartementjes hadden nog geen honderd meter van het strand en vele honderden meters van Westaway Towers waar alle andere teams via de WK organisatie een onderkomen hadden gevonden. Het was de regentijd, dus veel bewolking en soms regen, maar wel heerlijk warm, lauw warm. En toen sportparachutist

oorzaken waarom het opeens niet meer liep, alles moeilijk ging in de lucht. Maar zoveel teamleden, zoveel ideeën. Iedereen heeft er zijn idee over, maar niemand weet het echt, Ik ook niet. Ik hoop in ieder geval dat het geen terugslag heeft op het springen in Nederland. We moeten verder, deels met nieuwe, jonge mensen, zoals je in verschillende andere ploegen ziet. " een ochtend de zon doorkwam, bleek het ding praktisch recht boven de bol te staan, een vreemd gezicht als je uit bijna winters Nederland komt. Heerlijk zwemmen in zee, proberen te surfen op gehuurde surplanken, wat zonnen, iets wat zwaar tegenviel. In de anderhalf uur gesluierde zon was het hele team tot op het been verbrand. De waarschuwing van de Medische Dienst van de NSF voor de zon in Queensland bleek niet onterecht. Door de bewolking konden slechts drie sprongen die week op de dropzone van Caloundra gemaakt worden. Behalve de eerste confrontatie met de andere teams die er trainde, was het enige andere opwindende feit het zien van wilde kangeroes onderweg van Caloudra naar de dropzone , die midden in de bush lag. Tientallen hebben we er gezien. Ze zijn minder schuw als de herten bij ons en minstens zo nieuwsgierig. Zondag 20 november gingen we naar Gatton, een kleine honderd kilometer landinwaarts bij Brisbane centrum in een zeer vruchtbaar gebied. Doel van de reis was dan ook de landbouwhogeschool, een enorme campus, vol gebouwen, waar je geïsoleerd van de buitenwereld heerlijk kan leven, eten, slapen, zwemmen, tennissen, sporten. En ook is er een airstip, waar de Twin-Otter bij aankomst al klaar stond. Het onderbrengen werd trouwens niet door allen even positief ervaren: echtparen moesten apart slapen, elk op een eigen eenpersoonskamer. De wandeling van de slaapvertrekken naar de dininghall en naar het wedstrijdterrein waar de tenten voor de negentien landen stonden opgesteld, was slechts enkele honderden meters. En van de tenten naar het vliegtuig enkele tientallen meters. Een ideale re plek voor een WK is niet denkbaar. Wat met name in het begin wel tegenviel was het feit dat 's ochtends om vijf uur werd begonnen, maar ook dat wende snel. Het had wel tot gevolg dat het rond tien uur 's avonds doodstil was. Wat niet wende was de overdadige natuur, de palmen, flamboya's, bomen die schuil gaan onder een dek van fel rode bloemen jacaranda 's , bomen vol paarse bloemen, allerlei soorten bloeiende tuinplanten, rijpende tomaten, velden met rijpend graan, en altijd die ongekend fel brandende zon, praktisch recht boven je bol. November 1977. Een' ongekende sensatie. Maar dat alles nam niet weg dat het Nederlandse team met een fikse kater afscheid nam van Australië. Drie kwart jaar praktisch elk weekeinde getraind, financiële problemen, problemen met banen, met "aanhang", driekwart jaar samen lief en leed, pijn en hoop. Om dan naar het andere eind van de wereld te gaan en op het scorebord zo weinig terug te zien van je sociale en financiële investeringen. Maar toch is het iets dat wij niet hadden mogen missen. De dingen die we gezien hebben, overdag het grandioze "skydiven" van de topteams en het uren lang met hen praten over hun technieken, wijze van trainen, 's avonds onder andere de trainingsfilms van Mirror Image, al die nieuwe kennis hebben we teruggenomen naar Nederland om daar uit te dragen. In de clubs, maar volgend jaar ook in de lange weekeinden met relatiefleerlingen, waarover in de vorige Sportparachutist is geschreven. De resultaten in het verre, warme Australië zijn wellicht niet helemaal wat we er van verwacht hadden, maar het heeft ons in ieder geval meer inzicht gegeven in de wijze waarop het relatiefspringen in de toekomst aangepakt moet worden. Hein Cannegieter Delegatiele ide r Nat. Team 1977. 7


de wereldkampioenschappen in beeld

Foto's:

Rob Klop en Hein Cannegieter.

,

~~.:..:.".~ •...••..•"'" .

--~j

De Twin-Dtter vlak na de start achter de wedstrijdtent van Nederland (rechts) en de Nieuwzeelandse.

Het amerikaanse achtmansteam het doorlopeu van een sprong.

8

bezig met

Het nationale team aan het "plooien".

Een lid van het Canadese team verraste bij een landing een zonnende superhagedis. Later klom het beest in hun vlaggemast. sportparachutist


plannen 1978, wedstrijdkalender enz. In de 1 maart editie hopen wij een volledige wedstrijden evenementenkalender te kunnen publiceren.

m(ededeling) a(an) I(uchtvarenden) 28/77 29 jul (1978) Zoals wij in voorgaande publikaties melding maakten van een wijziging in de MAL met betrekking tot de RADIOTELEFONIE PROCEDURE VOOR VLUCHTEN t. b. v. VALSCHERMSPRINGEN hebben wij een aantal verzoeken ontvangen om de wijziging te publiceren. Hieraan geven wij uiteraard gaarne gevolg. De gewijzigde tekst luidt als volgt:

meteo-berichten Vanaf heden zult u op het publikatiebord van uw vereniging dagelijks een METEOBERICHT zien verschijnen. Dit bericht - weergegevens voor de luchtvaart boven Nederland - kan een ieder telefonisch opvragen (020170959). Zie voor wat betreft coderingen - de gegevens van het bericht op "uw publikatiebord".

leerlingen "bag"-systeem Aan elke vereniging is gratis een OPF.NINGSSYSTEEM VOOR LEERLINGEN-PARACHUTES ter beschikking gesteld. Wilt u hieromtrent meer gegevens ontvangen? Neem dan kontakt op met uw chef-instrukteur.

manuals Aan elke ve reniging is door de afdeling GRATIS een complete set van "ALLE MANUALS VAN OP DIT OGENBLIK IN GEBRUIK Z1JND MATERIAAL" overhandigd honderden pagina 's met NUTTIG informatie-materiaal. Dank aan de PARA PILOT SHOP die zorgdroeg voor de samenstelling van deze manuals.

nederlandse kampioenschappen Het ziet er naar uit dat de Nederlandse Kampioenschappen Parachutespringen 1978 in MAUBEUGE (Frankrijk) worden gehouden. In verband met een groot aantal terrein- en organisatieproblemen zijn er geen mogelijkheden aanwezig om dit evenement (welke een week duurt) in eigen land te organiseren. In principe zullen de wedstrijden in de derde week van juni a. s. plaatsvinden. Meer hierover in de eerstvolgende SPORTPARACHUTIST.

verzekeringen Claims - voor wat betreft de verzekering tegen de Wettelijke Aansprakelijkheid jegens derden - dienen binnen 48 uren (na het voorval) te worden gemeld aan het afdelings-secretariaat (v. w. b. clubleden - door tussenkomst van het clubbestuur). De claim dient daarna BINNEN EEN WEEK schriftelijk (middels het daarvoor bestemde formulier) te worden ingediend bij het Afdelings-secretariaat.

contributie 1978 Heeft u uw contributie van: a. uw vereniging; b. de KNVvL-afdeling PARACHUTESPRINGEN al overgemaakt? Zo neen --- regel dit dan graag nog eventjes. Uw clubbestuur ĂŠn uw afdelingsbestuur zullen daarvoor ERKENTEL1JK zijn.

adreslijsten 1978 Zodra alle verenigingen hun nieuwe "1978"-besturen hebben gekozen zullen wij een nieuwe adreslijst vervaardigen. Wij vragen uw medewerking (clubbesturen) door een tijdige inzending van de door ons gevraagde gegevens. sportparachutist

RADIOTELEFONIE PROCEDURE VOOR VLUCHTEN T. B. V. VALSCHERMSPRINGEN . Wanneer voor het gebruik van een valschermspringgebied radio-communicatie met een verkeersleidingsdienst is verplicht gesteld, dienen de volgende procedures te worden nagekomen: a. Radioverbinding dient te zijn bewerkstelligd alvorens het betreffende verkeersgebied wordt binnengevlogen. Indien dit niet mogelijk is, dient de vlucht te worden beĂŤindigd en de betrokken verkeersleidingsdienst te worden ingelicht. b. Voor elke hoogte-verandering dient toestemming van de verkeersleidingsdienst te zijn verkregen. c. Het bereiken c. q. het verlaten, alsmede - op verzoek het passeren van een hoogte, dient onmiddellijk te worden gemeld. d. Voor het springen dient toestemming van de verkeersleidingsdienst te worden gevraagd: "REQUEST CLEARANCE TO START DROPPING". Het voltooien van het springen dient eveneens te worden gemeld: "DROPPING COMPLETED". e. Indien per vlucht met tussenpozen meerdere sprongen zullen worden gemaakt - al dan niet vanaf verschillende hoogten - moet dit bij het eerste radio-contact aan de verkeersleidingsdienst worden medegedeeld, terwijl voor iedere sprong, of serie van gelijktijdige sprongen, het gestelde onder d. geldt. f. Voorzover van toepassing dienen instructies m. b. t. het gebruik van de transponder te worden opgevolgd.

rectificatie artikel tandemsystemen (sportparachutist

dd 1 november

1977)

Blz. 11 North American RW tandem-system tekst en foto doorhalen. Piglet UI Opening wijzigen in handdeployed/ ripcord. Blz. 12 North American Condor wijzigen in Hand deployed Top Secret; opening wijzigen in "handdeployed". Piglet Il system wijzigen in: North American Condor. Hand Deployed Top Secret wijzigen Full Size Condor. Full Size Condor wijzigen in Piglet

-

-

in: Il.

reserve-parachute De leden die bij een sprong gebruik hebben moeten maken van de re se rve=pa rachute (totale storing hoofdparachute) ontvangen - na ontvangst van het ongevallen/ voorvallen - rapport AUTOMATISCH een certificaat en een badge.

inlegvellen bijzondere aantekeningen In de editie van SPORTPARACHUTIST van 1 septemver 1977 hebben wij gepubliceerd dat er een speciaal inlegvel "bijzondere aantekeningen" is ingesteld. Deze inlegvellen zijn GRATIS verkrijgbaar bij uw clubsecretaris (individuele leden: afdeling-secretaris). GRAAG UW AANDACHT S. V. P. 9


Drie F. D. groten bij elkaar. V.l. n. r. : Steve Groff, Koos Verhaar en Peter Peters. (Fairchild PH-NDL - 15 juli 1967).

~

~ 11j;/ngTJufclJmen

.

SKYDIVINGCLUB

121/2 jaar "the flying dutchmen" September 1964 in het franse springcentrum Bondues. Tussen de sprongetjes door raakten twee heren, de in Nederland studerende amerikaan Steve Groff en ene Koos Verhaar, met elkaar in gesprek. Een zeer verstandig gesprek, mogen we achteraf konkluderen. Het resultaat was in ieder geval dat op 2 januari 1965 in hotel-restaurant "Ame ricatn" in Amsterdam, 12 enthousiaste jongelingen zich rond de tafel schaarden om te komen tot de oprichting van de Skydivingclub "The Flying Dutchmen". Hetgeen gelukte. Ruim een half jaar later maakten Steve Groff, Koos Verhaar en schrijver-dichter Simon Vinkenoog de eerste sprongen uit de gehuurde PH-MVB. De beginjaren waren niet gemakkelijk. In 1967 ging Steve terug naar de Verenigde Staten, waarna Koos enige tijd alleen stond voor zowel de bestuurlijke als de technische taken. De eerste jaren kon er uitsluitend in de ochtenduren op Zestienhoven worden gesprongen, uurtjes die overigens wel werden uitgebuit. 's Ochtends om 5 uur stonden de mannen omgehangen en wel bij de kist te wachten op sunrise! Er is echter ook een periode geweest, waarin de club over niet minder dan 3 springterreinen beschikte. Jumpmaster Koos Verhaar moest zelfs eens het hele rijtje afvliegen, om uit te vinden waar de grondploeg die dag het kruis had neergelegd. De vlieger, die het tot op de dag van vandaag allemaal heeft meegemaakt, is Koos Schütz. Niet alleen als vlieger, maar ook als adviseur en bemiddelaar in moeilijke zaken was en is hij voor de FD van grote waarde. 10

In 1969 verscheen Peter Peters als voorzitter. Onder zijn leiding groeide de FD van clubje tot vereniging. Hij was het ook, die in 1971 met steun van Koos Schütz, Karel C'romz igt en Koos Groeneveld, de aanschaf van een eigen vliegtuig aandurfde. Door hen gefnspi ree rd , legden de ca. 40 leden en vliegers de eerste aanbetaling, groot f 16.000, -- op tafel. De periode 1971 - 1975 kenmerkte zich door een zekere stilstand, die echter doorbroken werd met de ingebruikname van een eigen clubgebouw. Dit jaar werd een 182 aangeschaft en een springbak gerealiseerd. Bovendien wordt er weer goed en op een behoorlijk niveau gesprongen. Al met al een prima basis voor de volgende 12~ jaar "The Flying Dutchmen "!

... en hoe het werd gevierd De opzet was om het heel gewoon te doen, maar dan wel extra. Dat betekende, zoveel mogelijk springen met een gezellig feestje als toegift. Het leek ook te lukken. Op zaterdagmorgen 22 oktober stonden er 4 vliegtuigen, met elkaar goed voor 17 para"s, onder een stralend herfstzonnetje op het platform. In afwachting van de officiële opening door voorzitter Kees Gouw, werden links en rechts op het droge grote relatiefformaties uitgeprobeerd. Kortom een machtig sfeertje! Maar helaas op het moment dat de DES en de WVB tip aan tip loskwamen van de startbaan voor de openingssprongen op het vliegveld, slopen van achter de Euromast reeds de eerste loodgrijze wolken naderbij. Het werd maar één buitje,

zij het wel 16 uur lang!

Ondanks deze tegenslag geen echt verdriet gelukkig. In de feestelijk opgetuigde hangaar werden parafilms vertoond, toegelicht door Wim Velthuizen. Ook beleefden we de premieres van de eerste echte FD-film, kundig gemaakt door de heer H. Peters (geen familie van de bekende). De dag werd besloten met een in alle opzichten daverend feest. Culinair hoogtepunt was een - door toedoen van Riet Becker geregeld - omvangrijk koud buffet. Toen de laatste feestgangers rond 2 uur in de vroege morgen afdropen, vielen de laatste druppels uit dat ene buitje. . . . . Meüs van der Poel. sportparachutist


Voor verdere informatie over dit soort van complicaties bij ram-air-canopies mogen wij verwijzen naar het artikel "SQUARES-VEIT.,IGHEID"van Bert Wijnands op bladzijde 16 en 17 van de Sportparachulist november '77. 2. De betrokkene opende op 2500 feet zijn ram-aircanopy, een st rato cloud met slide r. De opening was extreem hard en de canopy begon hierna vrijwel ogenblikkelijk te draaien doordat de linkerzijde onder het geopende gedeelte opgerold was. Na enige seconden was de draaisnelheid zo groot dat de betrokkene, door de middelpuntvliegende kracht, zich vrijwel horizontaal in de lucht bevond.

conelock 1. Betrokkene maakte deel uit van een groep ervaren relatiefspringers, die een tweede poging ondernamen een grote sterformatie samen te stellen. Na separatie, opende betrokkene op 2500 feet zijn ram -ai r-canopy, een SLE D uitge rust met een kruisband verbonden aan de pilot-chute (spider) als openingssysteem. In eerste instantie leek de opening, op! brakes, normaal, doch bij het z. g. vlieg-gereed maken bleek dat de pilot-chute om één van de voorste lijnen (de linker middelste) van de canopy te zijn geslagen en zich daar had geblokkeerd. Als gevolg hiervan kwam tevens de kruisband niet volledig naar beneden en bleef iets onder de helft van de lijn-lengte zitten. De betrokkene testte het gedrag van de canopy constateerde geen merkbare veranderingen in de karakterstiek van de canopy. Aan de hand van de hem afdalende collega-springers, werd ook geen me in de daalsnelheid geconstateerd.

uit en vliegmet toena-

De betrokkene besloot geen reserve-procedure uit te voeren, doch aan de canopy af te dalen en te landen. De afdaling vond plaats bij een windsnelheid van 6-8 m/sec. en voerde de springer over het Iandingste r retn dat bestond uit opéénvolgend gras, beton, gras- en bomen. De afdaling vond plaats onder zeer turbulente weersomstandigheden veroorzaakt door sterke termiekvorming boven het landingsterrein. Op ongeveer 50 feet hoogte, op de scheiding van gras en bos, hield de canopy plotseling in. De betrokkene keek omhoog en zag dat de canopy zich sigaarvormig van voor naar achteren oprolde, daarna zonder verder draagvermogen wegviel: Deze situatie was, ondanks pogingen hiertoe, niet meer te verhelpen en de betrokkene raakte de grond met een zeer hoge valsnelheid. Ervaring: Instructeur, met ram-air-canopies.

1330 sprongen,

grote ervaring

Blessures: Een groot aantal ernstige verwondingen, zoals bekkenbreuk, dijbeenbreuk, inwendige bloedingen, nierschade, ontwrichte rechter arm + overige diverse blessures. Zeer waarschijnlijk werd zijn leven gered, doordat ter plaatse een EHBO-bus was gestationeerd en vrijwel onmiddellijk ter plaatse was voor de eerste behandeling en transport naar het ziekenhuis. Conslusie: De storing, veroorzaakt door de vastgeklemde pilot-chute, heeft de vorm, de belasting en daarmee de vliegkarakteristiek ondanks dat dit niet direct visueel zichtbaar was, wel degelijk veranderd. De sterk turbulente weersomstandigheden hebben er ongetwijfeld toe bijgedragen dat dit voorval in een ernstig ongeval resulteerde. sportparachutist

De betrokkene besloot om te proberen deze storing op te lossen (hoogte ± 2000 feet) , door de ! brakes los te maken en hierna de rechter kant van de canopy in stall-positie te trekken. Na enige seconden nam de draaibeweging af en rolde de linker zijkant langzaam uit, waarna de canopy zich volledig opende. .Bij inspectie van de canopy bleken de drie binnenste van de linker stuurgroep (totaal 4 lijnen) van de skirt van de canopy te zijn gescheurd. De canopy "vloog", doch bleek moeilijk bestuurbaar doordat bij enige druk op de linker stuurtoggle de linkerzijde zich weer ging oprollen. De betrokkene besloot geen break-away uit te voeren, doch de canopy met de stuurtoggles op, in full-flight tegen de wind in te laten afdalen. Ervaring:

Instructeur,

730 sprongen.

Schade: hiervoor omschreven. Conclusie: De stuurlijnen zijn van de skirt gescheurd tijdens de opening op! brakes. Een incident en puur pech. Waarschijnlijk is de canopy reeds tijdens de opening volledig geopend geweest, doch door een veranderde symmetrie na het afscheuren van de stuurlijnen aan één zijde weer opgerold. 3. De betrokkene opende zijn st rato star met slider op 2500 feet. Ondanks een stabiele opening ontstond een line-twist tot halverwege de canopy, waardoor de slider tevens op dezelfde hoogte bleef steken en de eind-cellen van de canopy gesloten bleven. De twist was vrij statisch van aard en de betrokkene draaide niet terug ondanks enkele fiets/schaarbewegingen met benen en lichaam. De betrokkene besloot de break-away uit te voeren. Deed dit en landde zonder verdere complicaties aan zijn re se rve -pa rachute. Ervaring:

Springvergunning,

±

300 sprongen.

Conclusie: Betrokkene was enige tijd hiervoor getuige geweest van een bijna-ongeval, waarbij tevens een twist in combinatie met een malfunktie bij een ram-air-canopy het geval was. Hierbij was de twist. de oorzaak van het veel te laat inzetten van een reserve procedure. Hij besloot geen tijd verloren te laten gaan en nam de beslissing een break-away te maken. 4. Betrokkene opende op 2500 feet zijn Strato Cloud met slider. De canopy opende volledig op! brakes. Ondanks een stabiele opening ontstond een kleine linetwist, waar hij na een paar slagen uit was en ontkoppelde vervolgens de! brakes. 11


Er was geen voelbare spanning op de rechter toggle tot ongeveer de positie van t brakes.

stuur-

De canopy begon rechtsom te draaien. De oorzaak werd, ondanks een kort onderzoek niet gevonden. De situatie verontrustte hem en maakte een break-away en landde zonder verdere complicaties. Ervaring:

C-brevet,

± 100 sprongen.

Conclusie: Doordat het draaien van de canopy ontstond na het loskoppelen van de ~ brakes, mag veronderste ld worden dat dit niet het geval geweest is bij de rechter stuurlijngroep, wellicht door obstructie van de rechter stuurlijn als gevolg van de twist.

EINDCONCLUSIE Bij al deze vier voorvallen heeft naderhand een discussie plaatsgevonden over het feit of er nu wel of niet een break-away had moeten worden uitgevoerd. -In de voorvallen 3- en 4 werd door de betrokkenen voor de eerste keer een b reak-away uitgevoerd, de instructeurs in de voorvallen 1- en 2 hadden reeds meerdere keren bij voorkomende malfunkties van koepel verwisseld. Dit kan mede van invloed zijn geweest op de door hen genomen beslissing. Een lering die uit deze voorvallen kan worden getrokken, kan de mogelijke gedachtengang zijn die bij u over dit soort van situaties gaat ontstaan en waarbij u duidelijk voor uzelf vaststeld wat u in dit soort gevallen gaat doen. Een genomen beslissing kan fout of goed zijn, besluiteloosheid is altijd fout. Technische Commissie Henk Verbeek

Zaterdag 15 oktober j.l vond een opmerkelijke landing plaats van een aantal sportparachutisten. Kees Meijer (de echtgenoot van de aktieve VPCT-secretare3se SONJA en instrukteur bij dezelfde vereniging) landde van de zeven para's (die bij NIEUW MILLIGEN sprongen) - op één na - het dichtst bij het dead-centre (alwaar een fles Whisky klaar stond voor de beste para). Echter - de para die het dead-centre het fraaist benaderde was de dienstplichtig soldaat eerste klasse D. M. SKILLY, hoewel de afstand tussen hem en Kees hooguit 1~ centimeter bedroeg. Dezelfde avond werd tijdens een feest in Nieuw Milligen Skilly officieel, namens de Chef Luchtmachtstaf, bevorderd tot korporaal. Tevens ontving hij voor zijn sprong het begeerde parabrevet en de daarbij behorende wing.

"ALERT EN BESCHERMEND"

dertig jaar

duteh-mil Tekst: André van den Worm (verkeersleider

Dutch Mil

en vlieger V. P. C. T.)

Foto's: Gerrit van de Veen (specialist

verkeersleiding

Dutch Mil). korporaal

SKILLY

Ter informatie: D. M. Skilly is de mascotte van DUTCH MIL - deze beer werd tijdens zijn eerste sprong 12

sportparachutist


begeleid door springers van het naburige VPCT. Onze Kees Meijer beleefde tot nog een-aantal Intterne momenten tijdens de sprong waarbij Skilly zich triomfantelijk aan de borst van Kees vastklampte (Red. "Sonja - let op uw saeck"), Waarom sprong de VPCT? Deze vereniging heeft vele kontakten met Dutch Mil en fungeerde (0. a. wegens de afstand) als vertegenwoordiger voor de nederlandse parasport-wereld bij het jubilerende centrum. Wat DOET Dutch Mil ? Onder andere het verzorgen van de NOTAMS (met name A. L. S.) - wie van onze demomensen heeft nog nooit kontakt gehad met de Adjudant-onderofficier SURQUIN of één van zijn medewerkers/sters? Voorts het verzorgen van "clearances" van o. a. de paravliegtuigen en "last but not least" - het leveren van verkeersleidingsfaciliteiten tijdens de Nationale Kampioenschappen 1977.

Dit is ruwweg omschreven de taak die natuurlijk uitgesplitst wordt in een groter scala van werkzaamheden zoals het verzorgen van een rendez-vous tussen tankervliegtuigen en naar brandstofhunkerende "klanten" die in de lucht worden voorzien van nieuwe brandstof, het teruggeleiden van de luchtverdedigingsjagers naar de thuisbases en het coördineren van opsporings- en reddingsakties om maar iets spectaculairs te noemen. Daarnaast - minder spectaculair maar .niet minder interessant "het geven van vluchtinformatie aan ongecontroleerd VFR-verkeer (bijv. sportvliegers) met als uitschiet het weer thuis brengen van verdwaalde vliegers. " Het gaat te ver om in een kort bestek alle verdere taken van dit veelzijdige en belangrijke station te belichten dat zijn taken verricht met een - nu vijf jaar operationeel draaiend ultra modern gedualiseerd computersysteem (waarvoor menig verkeersleidingsstation in Europa nog steeds de vingers voor aflikt). Informatie afkomstig van de radar, het peilstation, de meteo en een vliegplansectie worden op moderne "scopes" gepresenteerd in door computers vervaardigde symbolen. Geheel anders dan dertig jaren geleden toen Dutch Mil op Schiphol begon met het "houtje - touwtje - werk".

Adjudant Surquin - hoofd van de afdeling A. I. S. Wat IS Dutch Mil? Dutch Mil is een onderdeel van de Koninklijke Luchtmacht dat zich bezighoudt met de luchtverkeersbeveiliging in het nederlandse luchtruim. Zij doet dit in zeer nauwe samenwerking met de Rijksluchtvaartdienst. Die samenwerking openbaart zich ook in het gezamenlijk gebruikmaken van het radarstation "Herwijnen" bij Leerdam - én het doorgeven van vlieggegevens van "burger"-computers naar "militaire"-computers. Dutch Mil is verantwoordelijk voor het verkeer in de militaire TMA's (naderingsgebieden) - zowel burger als militair alsmede het militaire verkeer in de hogere luchtruimtes (boven de 20.000 ft). Bovendien is zij medeverantwoordelijk voor het burgerverkeer boven de 20.000 ft dit afwijkt van de normaal te vliegen VASTE ROUTES.

Dutch Mil op Schiphol. ....

dertig jaar geleden.

Reden om op 15 oktober 1.1 een feest te bouwen rond dit dertig jaar bestaan van DUTCH MIL - een feest dat klonk als een klok - waarbij de VPCT namens de sportparachutisten "acte de présence" gaf met zeven para 's en dé beer.

Zeven para 's en SKILLY.

DUTCH Dutch Mil met verkeersleidings-specialisten compute r-systemen. sportparachutist

ën moderne

MIL

dank voor de prettige samenwerking.

13


.» ---~2~ in gesprek met bert wijnands

bij de KNVvL terecht en werd voor een opleiding naar E'ranlrrfjk, het toenmalige vliegveld van Lille, verwezen, dat nu is overgeplaatst naar Maubeuge. Voor het springen had ik vele sporten gedaan, maar het springen boeide me zodanig dat ik het nog steeds doe. Ik Ufte in de weekeinden naar Lille. Je maakte dan bij goed weer 2 tot 3 sprongen per weekeinde. Over de 30 toen verplichte static line sprongen deed ik een dik half jaar. Eind '63 was ik op m'n 10 seconden vrije val. Na mijn diensttijd in 1963 heb ik een half jaar op het vliegveld gezeten. Dat betekende opeens veel sprongen er bij, ongeveer 100, toen een hoop voor een half jaar springen. Het betekende in ieder geval dat ik in de toenmalige Nederlandse verhoudingen een topspringer was en dus zou ik mee naar de wereldkampioenschappen in 1964 in Leutkirch, maar een ruzie met captain Steve Groff verhinderde dat.

In 1965 begonnen Tom Verschoor, Charles Pellens en Henk Kok op Seppe in Nederland. Ik sprong er weinig. Dat veranderde toen Tom in 1966 naar Hilversum ging. Het jaar er op ontstond dan eindelijk het eerste echte officiële Nederlandse team. Het kwam tot stand door een selectie tijdens de speciaal hiervoor vroeg in dat jaar gehouden nationale kampioenschappen op de Leusderhei. Het team bestond uit Charles Pellens, J oop Mom, Ad Dijkers, Björn Dirks, Tineke Wuisman en ik. We waren ontzettend onervaren, waren nauwelijks op de hoogte van de reglementen, wedstrijdorganisaties, het wie-watwaar. Eén springonderdeel hadden we helemaal niet getraind de baton pass (het doorgeven van een stokje in de vrije val in een zo kort mogelijke tijd, een onderdeel dat nu helemaal niet meer bestaat.) We eindigden, naar ik me herinner, niet speciaal goed of slecht.

de nederlandse springideoloog van wereldformaat Zonder twijfel is Bert Wijnands één van de meest belangrijke figuren in het Nederlandse sportspringen. Al vele, vele jaren lang. Het springen in Nederland zou er anders uitzien als hij er niet geweest was. In ieder geval het zuivere sportspringen zou op een aanzienlijk lager peil staan en wellicht te vergelijken met een land als België. Hoewel hij de bescheidenheid zelve is, nimmer op de voorgrond treedt en nauwelijks over zichzelf aan het praten is te krijgen (reden waarom er nu pas een interview met hem komt) beseft hij best dat er een gat zou vallen als hij zou vertrekken, iets dat hij na enig er om heen gepraat aan het slot van het gesprek wel toegeeft. Om de functies van Wijnands even op een rijtje te zetten: hij is vice-voorzitter van het KNVvL-Afdelingsbestuur, FAI-'-CIP-afgevaardigde van Nederland en zit ook als zodanig in de Sportcommissie. Bovendien is hij teamcaptain van het Nederlandse relatiefteam dat zojuist terug is uit Australië.

BATON-PASS (Portoroz 1967). V. r. n.l. Charles Pellens, Bert Wijnands en Joop Mom.

In 1968 was het wereldkampioenschap van Graz. Ons team was slecht voorbereid, en slecht van kwaliteit. Er was geen geld, geen faciliteiten, geen goede training geweest. Er moesten demo's gesprongen worden om aan trainingsgeld te komen. De NSF gaf nauwelijks enige subsidie en de KNVvL idem. Het Afdelingsbestuur bestond toen nog uit clubvertegenwoordigers die de sport een zorg zou zijn als hun club maar goed draaide.

serieuze trainingen frankrijk Bert, nu 35 jaar, begon in 1962 (dus toen 20 jaar) met springen. "Gewoon uit nieuwsgierigheid. Ik dacht dat het iets militairs was en wist eigenlijk niet dat het iets met een sport te maken had. Ik informeerde er naar, kwam

14

Pas in 1970 kwam er een serieuze opzet voor trainingen, meer geld (van de NSF), een officiële teamcaptain en nieuwe, veelbelovende springers. Het team bestond uit Jaap Havekotte, Manfred Krooneman, Jan Weick, Hans van Schouten en ik. Teamcaptain was Charles Pellens. Dat had onmiddellijk al resultaat in sportparachutist


1971 in Portoroz waar we tweede werden in groepsprecisie achter de DDR. lil '72 hadden we redelijke resultaten bij de WK in Talequah, Oklahoma, met een team dat bestond uit Charles Pellens, Jaap Havekotte, Jan Weick, Ferdy Thijssens en ik. lil 1973 kwam het (naar ik hoop voorlopige) hoogtepunt in PA en stijl: bij een zeer belangrijke wedstrijd in Lehbach werden we eerste vóór de Duitsers, Fransen, Oostenrijkers, Zwitsers. lil de jaarlijkse wedstrijd van Graz werden we derde in het onderdeel relatief.

Lebach-1973 (eerste plaats PA en Stijl). V.l. n. r. Tom Verschoor, Ben Woltering, en Jaap Havekotte.

Bert Wijnands

lil die tijd kwam er ook het eerste echt serieuze relatiefteam. Dat bestond uit Charles, Jaap, Tom en ikzelf. We trainden regelmatig in Straatsburg, het dichtsbijzijnde centrum toen waar je redelijk kon trainen. Icarus had zijn Porter al, maar de afstand Leusder hei/vliegveld maakte echt trainen natuurlijk onmogelijk. Daarna heb ik tot eind 1974 het springen voor mijzelf op een laag pitje gezet. Naast mijn werk bij Philips was ik sociologie gaan studeren. En daar moest ik serieus iets aan gaan doen. Dit jaar studeer ik af. Wat natuurlijk ook een rem op mijn springactiviteiten zette, was de dood van Tom Verschoor in juni 1974. Het was de springer die mij het meest na stond en met wie ik zovele jaren zoveel had meegemaakt. Door het ongeluk gingen wij ook niet naar de Wereld Cup Relatiefspringen in Zuid-Afrika in 1974. Achteraf gezien was ons viermansteam er zeker derde geworden. Eind 1974 pakte ik de draad weer op: in 1975 zouden de Eerste Wereldkampioenschappen Relatiefspringen in Warendorl gehouden worden. Het PA en stijlspringen ~ liet ik voor mijzelf schieten. We organiseerden selectietrainingen op Seppe met de voor ons ingehuurde Turbo Porter van Jan van Rissigem en selecteerden begin '75 het tien- en viermansteam, dat vierde in Warendorl werd. Het was het meest intensieve trainingsschema dat ooit een Nederlands team tot dan toe had gekend. Hadden we toen nog een enkel vrij weekeinde, dit jaar bij de voorbereiding voor de WK in Australië hebben we vrijwel geen enkel vrij weekeinde gekend. Elke week vrijdagsavonds na het werk naar Maubeuge rijden en zondagsavond weer terug. En om de situatie wat stijl en precisie betreft af te ronden: dat Holland Toernement dat we dit jaar hebben gehad is een enorme stap vooruit, maar zoals in het clubblad van Icarus stond, het zijn toch weer de "oude lullen" die er uit zijn gekomen. Als je mondiaal wil meetellen dan moet je per jaar zo'n 500 trainingssprongen maken. Uitschieters zijn springers met 800 tot 1000_ - sprongen per jaar. Toprelatiefteams maken drie tot vier-

sportparachutist

honderd trainingsprongen per jaar. Het enige dat wij daar tegenover kunnen stellen dat we met zo min mogelijk middelen een maximale uitgangspositie moeten verwerven.

nationaal centrum lil Nederland hebben we aantal handicaps. lil de eerste plaats het weer, al is het wel zo dat als je elke mogelijkheid gebruikt er toch erg veel sprongen gemaakt zouden kunnen worden. En enkelen doen dat ook. Een andere handicap is dat de organisatie binnen alle clubs voor de wedstrijdsport ronduit bedroevend is. Als je bij een club op een dag maar twee sprongen kan maken, omdat het zo druk met leerlingen en funjumpers is, dan kun je natuurlijk niet van een serieuze training spreken. Dat is een van de redenen waarom een relatief- of een PA/stijl team moeilijk in Nederland zelf kan trainen. Een vreemde situatie natuurlijk, maar het is kennelijk niet anders. Volgende handicap in ons land zijn de kosten van het springen. Door een inefficiënt gebruik van de vliegtuigen zijn de kosten één van de hoogste in de wereld. Desondanks is er binnen clubs als men wil best ruimte om serieuze mensen voorrang bij het springen te geven, zowel wat het springen als een tegemoetkoming in de kosten bet reft. De beste oplossing zou zijn: een andere organisatorische opzet van het springen in Nederland of te wel een nationaal centrum, waar natuurlijk ook (week-)opleidingen gegeven zouden kunnen worden, maar waar het sportspringen op de eerste plaats staat. Iedereen is het eens met het idee van een nationaal centrum, alleen, de mensen die organisatorisch zeer actief kunnen zijn, zitten in de verschillende clubs en worden volkomen opgeslokt door de (grote) clubproblemen. (De omzet van alle clubs tezamen is ongeveer een miljoen per jaar). Bovendien hebben ze zo'n affiniteit met hun club, dat ze geen stap verzetten om tot een nationaal centrum te komen. Erger nog, ze zijn er een beetje bang voor, want wat gebeurt er met hun club als er inderdaad zo'n nationaal centrum komt? En dus gaan de clubs door met het doen van grote investeringen en wordt het komen tot een nationaal centrum 'steeds moeilijker. t t Waarom vindt Bert het zo belangd jk dat Nederland zo hard mogelijk traint en zo hoog mogelijk op internationale wedstrijden eindigt? Je kunt toch ook met zo 'n 3000 springers in ons land leuk zo'n 20 tot 30 sprongetjes de man het jaar maken plus een hoop plezier?

"EXIT-SEPPE" Tom Verschoor).

Bert Wijnands (een foto gemaakt door

15


Bert:"dan is het dus geen spo rt maar een recreatief gebeuren, iets waar ik op zich niets tegen heb. Het lijkt een beetje op dat idee van Van Doorn (ex-minister van CRM), dat iedereen moet bewegen, iets moet doen. Wagenladingen miljoenen heeft hij voor dat idee tijdens de vorige kabinetsperiode uitgetrokken. Die miljoenen leverden niets op. De Nederlanders zijn daa rdoo r nauwelijks méér gaan bewegen. Dat krijg je wèl voor elkaar als je aandacht trekt. In de jaren dat Kees Verkerk en Ard Schenk hun t riompfen vierden, was er een gigantische toeloop naar de schaatssport. En overal verschenen kunstijsbanen. Idolen creeëren vele volgers. Daardoor ook blijken er opeens mogel ljk-. heden, financiële middelen en tijd te zijn. Idolen zijn winnaars, topsporters. En dan: prestatiesport heeft zijn negatieven kanten, maar ook heel duidelijk positieve: die mogelijkheden die je in je hebt, er uit halen. Het stukje voldoening dat dat geeft, is onverbrekelijk verbonden met prestatiesport. " i

fai-cip Zonder Bert Wijnands was er hoogstwaarschijnlijk in 1975 geen serieus tienmansteam gekomen en, om willekeurig wat anders te noemen, dit jaar ook geen Holland Toernement, geen breed front van riggers, geen Afdelingsbestuur-nieuwe-stijl, (geen mensen meer die zich al suf werken in de clubs, maar (op één na) mensen die vrij zijn van clubproblemen en zich geheel aan nationale zaken kunnen wijden), geen technische commissienieuwe-stijl, geen aparte sportcommissie, maar ook zou het springen (met name het relatiefspringen) op wereldniveau er best een beetje anders uit hebben kunnen zien. Bert Wijnands is als lid van de sub-comité' relatiefspringen van de FAI-CIP (mede dankzij een wat aflatende voorzitter) naar ik zelf heb kunnen constateren één van de stuwende krachten achter de enorme verandering die het relatiefspringen de laatste jaren heeft doorgemaakt. Be rt . "Door een toeval kwam ik in 1968 bij de jaarlijkse FAI-CIP-vergadering (Fédération Aéronautique International - Commission International de Parachutisme) in Parijs. Toenmalig afdelingsvoorzitter Molhuijsen kon dat jaar niet. Sindsdien bleef ik gaan en werd de officiële vertegenwoordiger van Nederland. De CIP bestond toen uit andere mensen dan nu. Het waren vooral Oostblok-mensen, die ooit vroeger gesprongen hadden" die de dienst uitmaakten. Het voornaamste probleem was: zo veel mogelijk uitstellen tot volgend jaar. Het enige dat gebeurde was het aanwijzen van een I and dat de WK zou organiseren en het aanpassen van het wedstrijdregelement.

WERDOHL 1976 (eerste plaats!) V.l. n. r. Piet SANTEGOEDS, Bert WJJNANDS, Frans HEUVELMANS en Jan van der VEEN. 16

De eerste jaren bij de jaarlijkse februari-vergadering in Parijs had ik vooral nodig om te weten wie wie was en wat wat. Ondertussen kwam er een nieuwe generatie, waar ik mezelf dan ook bij mag rekenen. Langzamerhand begon de CIP te bestaan uit een flink aantal mensen, die wekelijks actief sprongen, die wisten waar ze over praatten. Zo ontstonden er ook andere werkstructuren. Vroeger werden alle besl uiten voorbereid in een besloten voorbereidende vergadering van Amerika, Rusland, Frankrijk en Tjechoslowakije. Nu zijn er verschillende werkcommissies, die openbaar vergaderen en besluiten voorbereiden. Het zijn zeer druk bezochte vergaderingen, waar iedereen meepraat, omdat iedereen weet waar het over gaat. Nu is het zelfs zo dat in plaats van een conserverende organisatie het een richtinggevende organisatie is geworden. Hoewel het Sequential Relative Work nog nauwelijks overal bekend was, heeft de CIP het in 1976 tot de wedstrijdvorm van het relatiefspringen verheven, gewoon omdat zij vóór vele anderen, inzag dat de toekomst van het sterren maken in een zo kort mogelijke tijd zeer snel een puinhoop zou worden. Wat het dan ook is. Amerika, waar de grootste protesten vandaan kwamen, worstelt nu met de problemen van linked-exits en nauwelijks jureerbare tijden van speedstars. Een andere commissie van de CIP heeft van de verouderde Code Sportive een op de huidige praktijk en behoeft afgestemde versie gemaakt. Er is een jurycommissie. De scoringssystemen worden elk jaar aangepast. Het grootste probleem op het ogenblik is het telkens vinden van een organisator van de WK. De PA/stijl WK in Rome vorig jaar hadden een tekort van $275.000. De WK in Australië nu hebben een begroot tekort van f 100.000, --."

sequentia I rw Wat is jouw rol in het Sequential Relative Work geweest dus datgene wat nu het wedstrijdprogramma van de WK in Australië was? "B.J. Worth kwam in 1975 met zijn Exhibition Team naar Warendorf waar hij het SRW liet zien. In Warendorf is tijdens de WK daar een meeting in elkaar gezet over de toekomst van het RW: doorgaan met speedstars of zoiets als het SRW? Er ontstond een enorme spraakverwarring waar niemand meer wijs uit kon. We piekerden alleen door en in de CIP-vergadering van februari 1976 besloten we een switch naar het SRW voor te stellen (niet meer speedstars, maar het maken van zoveel mogelijk voorgeschreven formaties in een vaste werktijd in de vrije val). De vergadering nam ons voorstel over. Het zou uitgeprobeerd worden tijdens de World Cup in Zuid-Afrika eind 1976. Ik was het enige lid van de RW-subcomité in ZuidAfrika. Om de spraakverwarring van Warendorf te vermijden, nodigde ik voor de afgesproken discussie-bijeenkomst de één of twee denkers van elk team uit en niet iedereen. Bovendien had ik een lijstje met vragen gemaakt. Er kwamen heel zinnige aanbevelingen uit die bijeenkomst. In het vliegtuig terug naar Europa verzamelde ik bij alle "denkers" uitgeschreven sequentiais. Terug in Nuenen schreef ik allerlei andere "denkers" aan, die ik in de loop der jaren over de hele wereld had leren kennen. Roger Hull probeerde alle door mij verzamelde sequentials met een team op Pope Valley in California uit. Ik kreeg vier bladen met commentaar: welke niet konden, welke wel. Ook had zijn team verschillende andere uitgedokterd en uitgeprobeerd. Waardevolle informatie kreeg ik ook van Skratch Garrison en Matt Farmer, oude kennissen met wie ik al veel langer uitgebreid correspondeerde. Ik legde bij de CIP-vergadering afgelopen februari alles voor aan de subcommité waar inmiddels ook Curt Curtis (Amerika) en Charly Shea-Simonds (Engeland) lid van waren geworden, actieve en progressieve relatiefsportparachutist


,. I

springers. In twee dagen en de tussenliggende nacht hebben we, aangevuld met Charly Baum (de Franse captain) en de Zweedse team captain het programma voor de WK gemaakt, zoals het nu versprongen is. We stelden Charly Shea-Simonds voor als chef jury: hij maakte geen deel uit van een nationaal team, de ande ren wel. Tijdens een trainingsweek in oktober in Lyon heb ik trouwens weer een meeting in elkaar gezet. Daar waren ook het Franse en Engelse team, dat een Amerikaanse trainer heeft. Veel is er nog niet uitgekomen, maar het was een goede voorbereiding voor de echte meeting in Australië waar dezelfde vraag aan de orde is gekomen: wat nu. (Hierover in het volgende nummer meer.) Mijn idee is dat we het leeraspect, de evolutie van het springen, alle ruimte moeten geven. Een WK is er om de beste "skydivers" te vinden. Het zou dus eigenlijk zo moeten zijn dat er een team per land naai' toe gaat, daar wordt afgesproken hoe men dat beste team moet vinden (bv elk land stelt één sequential voor), waarna er gesprongen wordt. Praktisch is dat natuurlijk niet mogelijk. Iets wat mij erg fascineert zijn de roterende formaties, die Matt Farmer heeft voorgesteld, bv twee sterren, een grote waarin een kleinere, die tegen elkas.r in draaien. Alleen: is het te jureren? Eén punt dat tegen een verdergaande evolutie in het relatiefspringen spreekt, is dat dit de kloof tussen de paar topspringers per land en de rest steeds groter maakt. Alleen: dit geldt niet voor Amerika. Daar kan door de goede faciliteiten iedereen in korte tijd een goed relatiefspringer worden. Een tweede punt dat er tegen pleit is dat dan de Oostbloklanden helemaal nooit meer zullen doen aan RW-WK. Zij willen altijd alles hetzelfde houden om hard en gericht jaren lang te kunnen trainen. Al s we nu hetzelfde programma hadden gehad als in Warendorf (speedstars) dan waren ze wellicht wel naar Australië gekomen. Maar wat mij het meest aantrekt in het relatiefspringen is juist de creativiteit; behalve een zeker niveau van technisch kunnen en ervaring komt er een flinke dosis inventiviteit bij. Zowel Matt als Skratch stellen dat zo gauw iets in een wedstrijdvorm is gegoten het verloedert. De botterikken komen met veel geld en tijd en winnen. De denkers,

uitvinders krijgen geen ruimte meer. Het springen, de vrije valtijd plaatst de mens in een vreemde en heel nieuwe omgeving, waar hij nog lang niet is uitgeleerd. Die hele ontwikkeling is nog in beweging. Zo gauw je een scoringssysteem hebt, is de mogelijkheid tot verder leren, het ontdekken van nieuwe mogelijkheden, afgesneden. Dan gaat het om de punten, niet om het leren en vinden van die nieuwe mogelijkheden. "

en wat nu met je eigen springen na australië? En wat nu met je eigen springen na Australië? Bert: "De training van het team dit jaar is zo intensief geweest (het laatste weekeinde thuis was, meen ik, het weekend voor de nationals in juni), dat ik als ik aan 1979 denk, niet weet, of ik dit allemaal dan wéér kan opbrengen. Er komt nog bij, dat ik als ik nu afstudeer, ik misschien voor een paar jaar naar het buitenland vertrek. En dan zal er, in ieder geval tijdelijk, een abrupt einde aan mijn springen komen. En als ik weg ben, hoop ik dat het afdelingsbestuur een aantal mensen in de verschillende clubs kan vinden die buiten hun eigen kringetje kunnen kijken, waardoor de ontwikkeling voor een natl onaal centrum op gang komt. Want zonder dat lijkt het springen in Nederland nog een beperkte bestaansmogelijkheid te hebben: er zullen op alle vliegvelden en afspringterreinen steeds meer beperkingen komen. Als het springen zich vooral op één plaats richt, kun je veel meer veiligheden voor het voortbestaan inbouwen. " Als je weggaat, ben je dan niet bang dat wat je hebt opgebouwd, afbrokkelt? Be rt: "Dat weet ik niet. " (Na enig aandringen) Het is wel zo dat het PA/stijlspringen in elkaar zakte toen Charles en ik in 1974 stopten met douwen. Misschien zou dat nu ook gebeuren als ik nu met relatief sp ringen stop. Gelukkig kun je dat altijd pas achteraf met zekerheid zeggen. Laten we er van uitgaan, dat het niet zo is. Niemand is onvervangbaar. " Hein Cannegieter

BRUNSSUM- 1972 Bert - nog fanatiek in stijl en precisie. sportparachutist

17


buitenlandse (nationale) para-ervaringen

EERSTE NEDERLANDSE

PARACHUTISTEN

CLUB

parafeest 1977

De Dornier-27

van de Paraclub Hohne. Foto: Kamphuis

Daar ik vrij was besloot ik in te gaan op het verzoek van de PARACLUB HOHNE om een week te fungeren als instrukteur. (Red. zoals u reeds eerder in ons blad heeft kunnen lezen zoekt deze club een vaste instrukteur.) Aangekomen op het vliegveld Lohheide (nabij de duitse plaats Bergen) werd ik eerst in de gelegenheid gesteld om de PCH-stallen te bezichtigen. Men treft aan: een groot aantal merendeels nieuwe uitrustingen, een Dornier-27, een supergrote dropzone (namelijk het gehele vliegveld Lohheide waar de PCH op springdagen de "alleengebruiker" is én een oergezellig clubgebouw waar ik later (na het springen) de hardwerkende bestuursleden en hulpinstrukteurs als een fijn stel mensen heb leren kennen. De eerste springdagen moest de D-27 vele malen het luchtruim kiezen met aan boord nieuw opgeleide springers of met een aantal vrije-vallers (waaronder een aantal gastspringers) . Helaas moest men aldaar ook vaststellen dat een stevige regenbui de springaktiviteiten ook snel kunnen beëindigen. Een belangrijk punt is het ontbreken van de instrukteur. Gast-instrukteurs proberen zoveel mogelijk te helpen. Ik hoop echter dat het probleem snel opgelost is - de PCH-ers verdienen het! Jan Mennink

Met het jaarlijkse parafeest heeft de E. N. P. C. op 19 november j.l het springseizoen afgesloten. Vanaf 19.00 uur was iedereen welkom in de spijkerbar van de K.M.A., waar men een aperatiefje nam (en sommigen wel meer dan één). Om 20.00 uur was het tijd voor de gezamenlijke rijsttafel. Aan deze maaltijd, die weer erg smakelijk was bereidt, werd deelgenomen door ca. 130 para's en genodigden. Na het dessert (pisang) richtte de voorzitter (Jaap Spiering) het woord tot de aanwezigen. Dat het springseizoen financieel goed ve rlopen is, bleek uit de mededeling dat de springtarieven en contributie hetzelfde blijven. Hij bedankte alle medewerkers, die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de vereniging, met speciale vermelding van èn een kleine attentie voor: Jan en Trees Hoefnagels, Charles Pellens en Liesbeth, Jan en Miriam van de Vliet en de scheidende secretaris John Schutterop en echtgenote. Namens de vliegergroep werd Hans-Jan Jongeburger naar voren gehaald. De havendienst van Seppe werd bedankt in de persoon van de heer P. van de Wel. Na enkele wijze woorden van havenmeester P. van de Wel kwam het feest pas goed los. Op de muziek van het orkest Sjook werd er veel gedanst op een paar mensen na die zelfs op zo'n feest het niet kunnen laten, om zwaar te bomen over het springen vliegggebeuren. Tussendoor werden de A-brevetten, dit seizoen behaald, officieel uitgereikt door Charles Pellens. Het was een traditioneel gezellig parafeest en velen hadden spijt, dat het orkest het om twee uur en de mensen achter de bar het om drie uur opgaven. Dat para's de leus "glaasje op, laat je rijden" waarmaken, kon je zien aan het aantal auto's dat de volgende morgen nog op het parkeerterrein stond. Het springseizoen 1977 is voorbij: het centrum is open voor gevorderde springers met eigen materiaal. Een speciaal trainingsprogramma is opgezet voor de komende winte r (P. A., sty le en relatief). J enny Hoefnagels

(Red: Jenny Hoefnagels de nieuwe secretaresse van de ENPC).

De ideale dropzone. 18

Foto: Kamphuis sportparachutist


Een matras hier

springen

(Foto: Ben van den Belt)

in het stenen tijdperk?! Als tamelijk trouw lezer van Erick von Daniken, de schrijver van onder andere "Waren de goden kosmonauten? ", ben ik mij af gaan vragen: als erin de oe rtij d vliegtuigen waren - waarom dan geen para's? Th: nam dan ook onmiddellijk kontakt op met diverse archeologische projekten over de gehele wereld en vroeg hun mij te waarschuwen bij onverklaarbare vondsten, men reageerde positief en dit was het verbijsterende resultaat: In de buurt van Woomera (Australië) vond men het skelet van een reusachtige Archeopteryx (oervogel). Op de rug trof men aan een stevig vastgebonden (doch half vergane) cabine, annex cockpit met een soort schuifdeur. Het bevatte zeven oorspronkelijke zitplaatsen én een later aangebrachte achtste stoel plus een z. g. "pilotseat" (vergelijk dit met de huidige PCI-plannen). De poten van het dier waren gespalkt - dit is m. i. te beschouwen als een versteviging van het "landingsstel". De wetenschappelijk naam van het dier luidt thans: Archespteryk Pilatium Porterix lcarius. Gesterkt in mijn vertrouwen in het bestaan van "oerspringen" liet ik verdere opgravingen verrichten (uiteraard op kosten van de KNVvL). De vondsten waren: 36 stenen vliegbrevetten, vier "oliedrums" met gras (vermoedelijk voor de Archeopteryx, een versteende vliegveldbeheerder (maar dat komt meer voor) en toen een springvergunning - in steendruk - op naam van Botje de Kluiver, captain van het team "The Mammouth Skydivers"! . Vervolgens wezen infrarood-luchtfoto's op de ligging-van een pré-historisch vliegveld en wel compleet met dropzone, bak en clubhuis (NB. de banen waren verhard met schildpadden-schiltjes) . Met een groep primitieve doch enthousiaste inboorlingen groeven we verder op genoemde plek. Eén van deze lieden kwam reeds na tien minuten aanrennen met de volgende voorwerpen: twee lege biervaten, een prijzenkast en twee wimpels waarop stond "Nationals - 40.000" (voor Christus). Dit was dus onomstotelijk het clubhuis annex materiaalhok (volgens een later gevonden stenen naamplaat het clubhuis "The flying brontosaurus brothers Inc. Heel even later kwam Oelo, de schranderste der inboorlingen, aanlopen met een groot bord in oude spelling: "alleen toegang met toestemming van ene instructeure dan wel stiklijder." De brave kerel glom van genoegen - hij had tien extra kraaltjes verdient uit de NSF-kas. Hierna volgden verder vondsten. Allereerst een "sentipiet", dit is een vogeltje klaarblijkelijk afgericht om op ca. 1000 ft bij een te hoge daalsnelheid een reserveparachute open te trekken - de chute was gemaakt van vleermuisvleugeltjes en archeopteryxhuidjes). Het rtpcord bleek van brons te zijn (40.000 v. Chr.). Harnas en pack van een onbekende leersoort. Capewells waren in dit geval twee getrainde kreeften: bij een break-away kietelde men de diertjes gelijktijdig onder hun buikjes waarop zij de leren risers loslieten met hun scharen, geniaal nietwaar? Er werd geen spoor aangetroffen van een RLD of iets aanverwants. Op rigger-gebied werd aangetroffen een aantal naalden gemaakt van visgraat alsmede een bord met: Natuurlijk. Para Primaat Sjop. Oh ja. Pilotchutes bestonden uit een gedroogde opgerolde brilslang met wat huidjes er-om-heen en sleeves uit de huid van een (zeer) grote wurgslang. Na deze vondsten stopten we met graven. Het plan bestaat nu om naar Griekenland te gaan en daar de originele Icarus op te graven als ook zijn vader. Mocht dit ooit lukken dan hoort u dit nog wel. Met een (p)ar(a)c~eologische groet. Fred de Waart TI.

sportparachutist

para-reis naar hawaii Ja, goed gelezen! Er wordt een reis, past aan "parabehoeften" helft

georganiseerd

speciaal aangein de eerste

van 1978. Het is niet nodig dat een heel vliegtuig

volgeboekt wordt (maar wel leuk) want de springactiviteiten worden binnen een bestaande tour ingepland. Een ervaren reisburo waarvan de general manager zelf gesprongen heeft, heeft overlegd met de paraclub

"Mokuleia"

en het is mogelijk om dagelijks te springen (vanaf 3 dollar per sprong).

In het zuiden van het eiland ligt Honolulu

(± 20 km oost van Pearl

Harbour).

van de WK maakten een tussenstop

Het aantrekkelijke

Verschillende

teams

op Hawaii!

van de reis is dat men als tourist

in de watten wordt gelegd (ontvangst met bloemenslingers etc.),

geheel verzorgd is en kan genieten van dit tropisch

paradijs

met zonovergoten stranden en wuivende palmen.

CSP Tours stelt zich voor dat de para 's de eerste week voornamelijk

aan springen besteden en misschien

in de tweede week belangstelling

hebben voor hanggliding,

waarvoor Hawaii ook bekend staat. tijd om met een surfboard De prijs: 14 dagen voor De extra parabagage

f

Uiteraard

is er ook

de huizenhoge golven te tarten. 2.474, -- (superior

f

2.750, --jo

is geen probleem! Carribean

Alle inlichtingen: Cariibean

& South Pacific Tours

Makassarstraat Amsterdam

én een matras

daar!

33

Telefoon: 020 - 945880

. 19


wij steunden ons nationaal team relatiefspringen 1977 oorkonde-stand

geboren november

1977

GEBOREN 1. "PARANOIA"

clubblad van de Paraclub Icarus. De trotse ouders: F red de Waart Tom Roodenburg Marianne de Gier Jan Sikking

Nr. Nr. Nr. Nr.

1 2 3

Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr. Nr.

5

4 6 7

8 9 10

11 12

13 14 15 16 17 18 19 20 21

22 23 24 25

26 27

28

W. A. Velthuizen - Afdelingsvoorzitter Algemene Ledenvergadering Afd. PARA Paraclub FLEVO Instructiegroep AFCENT PARACHUTE CLUB van Doorn, van Lierop, Thijssens, Santegoeds H. Kuipers - Dutch Chute Shop A. Hendriks - VPCT Instrukteursconferentie 19 maart 1977 J.X. Otken - BENECAR Nederlandse PARACLUB TU-ZEVEN Grondopleiding APC Mej. Annemieke van Gessel (ENPC) J. v. d. Krieke (PCI) J. v. d. Krieke (PCI) J. v. d. Krieke (PCI) W. J. Veder - Rotterdam Vereniging Paracentrum Teuge Vereniging Paracentrum Teuge Vereniging Paracentrum Teuge J. v. d. Krieke (PCI) J. v. d. Krieke (PCI) J. v.d. Krieke (PCI) Deltona Japre IPCM Flying Dutchmen VPCT VPCT VPCT

nederlands jongste parachutiste

2.

GEZINA van ESSEN (1 november

1977)

dochter van JAN en ANITA van ESSEN (PCMC)

Margaret Kuipers nog maar drie dagen zestien jaren "jong" maakte haar eerste sprong bij de Eerste Ned. Parachutisten Club in Hoeven (N.B.). Maar ja - wat doe je als je vader ook al zo'n veertien jaren in deze sport zit? Margaret -succesen we hopen dat je nog vele sprongen zult mogen maken.

Van harte gefeliciteerd

20

sportparachutist


de strato-flyer canopy & mini-topsecret piggy-back systeem

Achterzijde

De "Handgreep" is een rolletje doek, wat met klitteband bevestigd zit achter de main webbing. Makkelijk te pakken en vrijwel funnel-risico-vrij. Het totale systeem is zo klein en licht dat het aanvoelt als een oud main systeem. Er is geen belly-band noodzakelijk. -Het systeem is (gelukkig) afstelbaar, draagt comfortabel op de grond, in het vliegtuig en in de lucht. De sluitingsklep van de main-container d. m.·v. velcro, kan beter gemaakt worden, nu wil die nog wel eens in het vliegtuig open gaan. De canopy opende alle keren zeer snel (hand deployed) maar comfortabel zacht. Het vliegen met de Flyer is een beetje anders als met de Strato-Star. Daalsnelheid is een fractie hoger, voorwaartse snelheid ongeveer gelijk en de stall-karakteristiek is beter controleerbaar. Th: had er graag een paar precisiesprongen mee willen maken. Overigens wie serieus precisie wil doen moet niet met een hand-deployed springen aangezien het geflapper van de pilotchute, het vliegen nogal beinvloed en hindert. Een vraagteken is de levensduur. De hele canopy doet nogal fragiel aan, de lijnen zijn dun, het doek erg licht. Th: neem echter aan dat Steve Snyder niet zijn reputatie als Square bouwer op het spel wil zetten en er door een uitgebreid testprogramma wel voor gezorgd zal hebben dat de levensduur redelijk is.

Mini-Top-Secret

Kort voor de afsluitende training in Lyon van het Nationale Team R. W. 1977, kreeg ik door een gewaardeerde geste van de Dutch Chute Shop, de beschikking over zo 'n systeem. 'De vraag was of ik er mee wilde springen en vervolgens mijn reaktie te geven. In de week Lyon heb ik er 23 sprongen mee gemaakt en ben ik er een beetje verliefd op geworden. De omschrijving

van het systeem luidt als volgt:

Een Strato-Flyer. canopy met 3 rijen dacron lijnen, totaal gewicht 9 Ibs, canopy doek 1 oz, soft ripstop , 0-3 CFM. Deze canopy pakt praktisch even klein weg als de gevreesde paradactyl. Het Top-secret systeem, in principe al bekend, maar met container voor 26" lopo reserve (of vergelijkbaar qua volume) en mini container voor de Flyer. Deze main-container heeft een 1-puntssluiting met een hand-deployed pilotchute. Die pilotchute zit gemonteerd op de been-band. Op de wonderhog hand-deployed pilotchute zit/zat een oranje stukje pijp, dat diende als grip. Grote bezwaar is de mogelijkheid van vasthaken van dit oranje stukje in een funnel en vervolgens een vroegtijdige canopy opening. Wat zoiets betekent in een groep van X springers in de vrije val laat zich makkelijk beschrijven. Er worden dus andere oplossingen gezocht, waarbij men bij deze Top Secret een fraaie heeft.

sportparachutist

Frontzijde

met "dé handgreep. "

Kortom, een comfortabel, super licht systeem met alle voordelen van square vliegen. De vraag is enorm, dus wilt u iets hebben, zet u dan maar schrap voor de leveringstijd. Onderstaand ter oriëntatie de prijzen van de Dutch Chute Shop, geheel vrijblijvend, gelet op koerswijzigingen etc. - Strato-Flyer Canopy. - Mini-Top Secret met hand deployed '- 26 ft Strong Lo-po

f f

1. 675,-l. 025,-f1.025,--

Eert Wijnands Nationaal Team Relative Work 1977 21


welk touw?

welke indiaan? en de kosten voor 15000 gereden kilometers. Ik durf dit niet op te tellen. Toch kwam de NSF over de brug als nooit tevoren. Mijns inziens te danken aan onze voortreffel ijke vierde plaats op de WK in 1975 gekoppeld aan een serieus en verantwoord financieel beleid in dat jaar en het tijdig indienen van een gedetailleerde aanvraag fondsen voor 1977. Toen bekend werd dat de WK in Australië zouden worden georganiseerd kregen we er nog f 17.000, -- bij. Daarnaast leverde het oorkonde-project zo'n f 5.000,-op en de Afdeling spijkerde eenzelfde bedrag bij. De reis naar Australië, de inschrijfkosten en het verblijf aldaar slobberde een groot deel van dit totaal van f 55.000, -- op, nl , ongeveer f 43.000, --.

Het nationale relatief-team

tijdens een ster-formatie.

Als ik dit overzicht aan Karst overhandig is het zaterdagmorgen 12 november. Binnen een paar uur bevinden we ons aan boord van de Jumbo op weg naar het doel waarvoor het voorbije seizoen een verbijsterende inzet werd gepleegd en grote financiële offers werden gebracht.

Foto: Jacques Gielen "Welk touw? Welke indiaan?" Nieuwe herkenningscode binnen het nationale relatiefteam 1977. Geihtroduceerd door onze verlate dienstplichtige Harry Jansen. Harry woonde een voorlichtingsavond bij van de VVDM. Onderwerp: "Hoe wapent zich een potentiële dienstweigeraar tegen stupiede vragen van de commissie waarvoor hij moet verschijnen? Oplossing: "Door het geven van stupiede antwoorden". Voorbeeld Commissie:

"D zit in een bos met uw meisje. Er komt een indiaan aan met kennelijk kwade bedoelingen. Wat doet u?" Dienstweigeraar: "Dan klim ik in het touw" Commissie: "Welk touw?" Dienstweigeraar: "Welke indiaan?"

Zaterdagavond 28 mei, acht uur 's avonds. Dezelfde Harry van daarnet arriveert in La Ferté Gaucher, te voet, chute op zijn nek, 20 uur te laat. De ochtend ervoor, vrij gauw na het verlaten van de legerplaats in Seedorf zei zijn eend: "Ik waggel niet meer, ga maar lopen" . Dus overbrugde Ha r ry met een kort hazeslaapje thuis in Driebergen als onderbreking al liftend met zijn equipment op zijn rug in 24 uur tijd de afstand Bremen Parijs. Jaap Havekotte onderbrak zijn zakelijk verblijf in Roemenië om 2 weekenden te komen trainen in Maubeuge. Later reed hij vanuit Roemenië rechtstreeks naar Lyon om een 9-daagse training bij te wonen. Eén kreeg er ontslag omdat hij wel auto's wilde verkopen op maandagmorgen maar persé niet op zaterdag. Een ander kan een met nieuwjaar in het vooruitzicht gestelde loonsverhoging afschrijven op teamperikelen. Over inzet gesproken. Meer afschrikwekkende voorbeelden geef ik niet want we moeten kunnen doorgaan. Via trainingen op Flevo, Teuge, Texel, Hilversum, Zutendaal, La Ferté, Bad Lipspringen, Maubeuge en Lyon werden in totaal 140. 000 km afgelegd, ofwel met vier auto's op en neer naar Australië. We waren meer dan 50 dagen voor training bij elkaar en met Australië mee verbruikte een ieder ongeveer 40 dagen vakantie-verlof. Ook financieel was het een geweldige inspanning. Van februari tot november maakte elk teamlid f 250, -- per maand aan mij over en werd ondertussen nog geprest een nieuwe overall aan te schaffen. Per man komt dit neer op f 2. 500, -- nog afgezien van 50 dagen ve rblijfskosten 22

Wat anderen ervan zeggen laat mij Siberisch. Ongeacht de uitslag, ik vind dat we er alles aan gedaan hebben wat met onze beperkte middelen mogelijk was. Nog meer vergen is mijns inziens irrealistisch en onverantwoord. Zijn we al niet te ve r gegaan? Maanden achte reen elke vrijdagavond op pad tot 's zondags 's nachts is een enorme belasting. Een nationaal centrum met continue springmogelijkheden en geëigende vliegtuigen zou de zaak een stuk vereenvoudigen en de gehele Nederlandse springwereld naar een hoger niveau tillen. Ik dank Karst, Wim en Hein, die meehielpen problemen op te lossen als Bert en ik er niet meer uit kwamen. Ik dank, namens de teamleden de verenigingen en individuele personen die met ons meeleefden of ons financieel steunden in dit gigantische projekt. Tot slot mijn diepgemeende dank aan de teamleden met aanhang die trots kunnen zijn deel uitgemaakt te hebben van dit nationale relatief team 1977 en dat ik als voorbeeld wil stellen voor de komende jaren. Het was een goed team, dit team. Piet Santegoeds

a. uw medische keuring; b. uw materiaal keuring?

te koop Para Commander Mk. I (Spider) 26 ft. LOPO reserve

(gold-black)

Starmaker-tandem (blue -black) zie Sportparachutist november 1977 blz. 13 P. Kersseboom Zwolsestraat 251 Den Haag Telefoon: 070 - 503832

sportparachutist


de k.n.v,vl, Van tijd tot tijd realiseer je je dat de KNVvL voor de gemiddelde springer een totaal andere inhoud heeft dan je denkt. Vandaar bij dit eerste nummer een SPOTLIGHT op de KN.V.v.L. Bij zo 'n eerste editie in het nieuwe jaar is het goed eens een paar facetten uit het overkoepelend lichaam der Luchtvaart clubs te belichten. Het dagelijks bestuur (de heren Vogely, Quist en Kroes) heeft de meest uiteenlopende taken en verantwoordelijkheden. Alles, wat niet routinematig kan of mag worden afgehandeld komt in de Hoofdbestuursvergaderingen, die regelmatig (lof 2 x per maand) in Den Haag worden gehouden. Daar tussendoor is er overwegend schriftelijk contact. Het afgelopen jaar is veel tijd besteed aan Terlet, het nationaal zweefvliegcentrum dat met grote verliezen werkt(e). De afdeling Zweefvliegen heeft ontzettend hard gewerkt aan vele voorstellen voor verandering van structuur en of werkwijze. Ook de overheid toonde hierbij actieve belangstelling. In het komend jaar zullen een aantal structurele wijzigingen worden uitgeprobeerd, waarbij alles neer komt op de kreet: Baas in eigen huis. D. w. z. dat elke afdeling veel vrijheid (dus ook verantwoordelijkheid) krijgt in zijn specifieke werkterrein en met name zorg draagt over een gezonde bedrijfsvoering. Waar bel angen meer dan één afdeling raken wordt het HB of DB er in betrokken. Voor onze afdeling zal dit nauwelijks merkbaar zijn omdat wij al een grote mate van vrijheid en zelfstandigheid hadden. Ik zie dit alles als een vorm van democratische delegering van zaken waar die thuishoren. Mijns inziens een gezonde ontwikkeling binnen de verenigings structuur van de K N. V. v. L. Wim Velthuizen

Materiaal

L. Dankhof Korte Weide 88 Zuid-Scharwoude

Public-Relations

C. J. Adriaanse Langestraat 48 Den Helder

(afgetreden zijn de bestuursleden: en J. Valkenbu rg) .

PARA/F LEV Secretaresse:

J. Pelgrom,

T. Delorie

0 Mevrouw J. Bronsveld - Aling Van Hallstraat 29 Nunspeet Telefoon: 03412 - 4991

(afgetreden is de heer N. Torque) EN PC Secretaresse:

Mevrouw J. Hoefnagels - Luijcks Erasmuslaan 33 Roosendaal (NB) Telefoon 01650 - 40648)

(afgetreden is de heer J. Schutte rop)

FL YING DUTCHMEN Voorzitter: P. C. Peters Vlamenburg 59 Den Haag Telefoon: 070 - 837395 privé overdag 070 - 949340 Secretaris:

J. D. Aij Morielje 18 Alphen aan de Rijn

cursus voor hulpinstructeurs

Penningmeester:

J. Groeneveld (zie adreslijst)

Door verschillende omstandigheden zal de cursus voor hulpinstructeurs dit jaar wat later starten dan normaal. Eén van de redenen ligt in de subsidie aanvraag voor deze kader cursus. De data zijn: 14 januari en 11 februari (weekend na Carnaval). De examens zijn weer gepland voor begin maart. Inschrijving voor de cursus uitsluitend door overmaking van f 25, -- op girorekening 563097 t.n.v. W.A. Velthuizen te Baarn. Inschrijving in volgorde van ontvangst der overschrijvingskaarten.

Lid:

J. Th. Kouwenhoven (zie adreslijst) tel. : 070 - 458858

Lid:

F. Diersen Pahudstraat 65 Den Haag Telefoon: 070 - 830800

Lid:

N.A.M. Streng Jan Dorrekenskade 34 Waddinxveen Telefoon: 01828 - 2296

Belang rijk: In het verleden ontving ik veel gedeeltelijk ingevulde kaarten, waardoor adressen ontbraken. In zo'n geval kwam de post (of bij te late inschrijving de terugbetaling) niet bij de juiste persoon terecht. De juiste plaats en tijd wordt aan de deelnemers meegedeeld na inschrijving. Misschien komen we aan het bedrag te kort en moet u koffie en lunch zelf betalen. Het is beter dit van te voren te weten. De docenten rekenen er op dat u het (blauwe) handboek voor de Sportparachutist geheel hebt doorgelezen, zodat tijdens of na de les zinvolle vragen kunnen worden gesteld. Wie onvoorbereid naar de cursus gaat kan z'n plaats beter aan een ander afstaan. Wim Velthuizen

(afgetreden zijn de heren Gouw, van der Poel, van Dam, de Otter en van Sikkelerus).

PARACLUB MOBIELE COLONNES Voorzitter

E. de Wekker (zie adreslijst)

Secretaris

F. K G. Slobbe M. Nijhoffstraat 50 Weesp Telefoon: 02940 - 10924

Penningmeester

E. Raaymakers (zie adreslijst)

Commissaris

R. Polak (zie adreslijst)

cursus coördinator

adres- en funktiewijzigingen in de verenigingen MSPC Voorzitter:

sportparachutist

A. R. van Willigenburg Heiligharn 142 Den Helder

Lid

materieel

J. van de Meel (zie adreslijst)

(afgetreden zijn: D. Roelofs, mevrouw Becx,· P. op de Beek en A. Willemse). 23


eerste nederlandse parachutisten club cadetten parachutisten vereniging skydiving club "flying dutchmen" paraclub icarus paraclub mobiele colonnes vereniging parachutisten

afd. para-k.n.v.vl,

Jas Frauenrath

I

centrum teuge

(TU-Zeven) op een bezemsteel boven Seedorl (B. R. D.)

Foto: Jas Schrijvers

paracentrum noord nederlandse paraclub tu-zeven

u

afcent parachute club afdeling parachutespringen marine sport parachute club

wij wensen

vliegclub flevo

een voorspoedig

en veilig

1978 ~dividue.le 24

leden spo rtpa rachuttst


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.