SP 1982 11(3)

Page 1

jaargang

Hein

11 - nr. 3 - december

in gesprek met

Jan de Poot alles over

en

FriendshipsprOng

officieel orgaan van de Afdeling

Parachutespringen

Koninklijke

Nederlandse

Vereniging

voor Luchtvaart

1982


=

DEZE VERENIGINGEN ZIJN AANGESLOTEN BIJ DE AFDELING PARACHUTESPRINGEN VAN DE KÖNINKLIJKE NEDERLANDSE VEREN INGING VOOR LUCHTVAART Jaargang

11 - nummer

3 - december

1982

TWEEMAANDELIJKSE UITGAVE VAN DE KNVvL AFDELING PARACHUTESPRINGEN

Redaktie

: Ronaid van den Boogaard, Chudiak, Arnold Collenteur Roodenburg.

Vaste medewerkers:

Michel Bizot, Hein Cannegieter,· Henk Kuizenga, Karst Sikkens en Bert Wijnands.

De met name onderschreven artikelen zijn voor verantw~ordelijkheid van de schrijvers en behoeven niet altijd de mening van de redaktie weer te geven. Zonder schriftelijke toestemming van de redaktie van de inhoud worden overgenomen. Abonnement Sportparachutist Leden van de afdeling Parachutespringen blad gratis.

Vereniging

Adres

EERSTE NEDERLANDSE PARACHUTISTEN CLUB

Moriondijk 35, 4706 LG Roosendaal.

CADETTEN PARACHUTISTEN VERENIGING

Kasteelplein 10, 4811 XC Breda.

SKYDIVING CLUB FL YING DUTCHMEN

Bingleystraat 96b, 3025 RL Rotterdam.

PARACLUB

ICARUS

de Grote Weer 120, 1383 BG Weesp.

PARACLUB COLONNES

MOBIELE

Waverstraat 34-3, 1079 VM Amsterdam.

VERENIGING TEUGE

PARACENTRUM

NOORD

Postbus 567, 7900 AN Hoogeveen.

NEDERLANDSE TU-ZEVEN

PARAVERENIGING

NAPO 880, 3509 VP Utrecht-Veldpost

ontvangen

het

AFCENT

PARACHUTE

PARACLUB

b.v., 's-Gravenzande.

KONINKLIJKE NEDERLANDSE VERENIGING VOOR LUCHTVAART AFDELING PARACHUTESPRINGEN

-

Lidmaatschap Alle leden '70,Het inschrijfgeld

FLEVO

Van Hallstraat 29, 8072 BA Nunspeet.

MARINIERS SPORT PARACHUTE CLUB

Mariniersweg 7, 3941 XL Doorn.

PARAVERENIGING KORPS COMMANDOTROEPEN

Commandobaan 4, 4706 CL Roosendaal.

PARACLUB

NAPO 875, 3509 VP Utrecht-Veldpost.

HOHNE

Postbus 1587, 9701 BN Groningen.

NOORD NEDERLANDSE PARACHUTISTENCLUB

voorzitter vice-voorzitter sekretaris penningmeester sekretaris sport sport en instruktie algemene projekten algemene projekten

Hoofd Bureau Parachutespringen Michel Bizot, Jozef Israëlsplein 8, 2596 AS 's-Gravenhage. Telefoon: 070-245457.

P.rämienstrasse 12, 5100 Aken/BRD.

CLUB

STICHTING NATIONAAL PARACHUTISTENCENTRUM

Bestuur W. A. Velthuizen E. T. H. Wijnands vakature P. Santegoeds H. Cannegieter C. A. T. Pellens H~ Verbeek H. A. Elias

Bolkskamp 25, 7576 GH Oldenzaal.

mag niets

De SPORTPARACHUTIST verschijnt in de eerste week van februari, april, juni, augustus, oktober en december. Druk: Van Deventer

PARACENTRUM

TEUGE

Advertentietarieven

de Zanden 15, 7395 AP Teuge.

SPORTPARACHUTIST

hele pagina f 500,halve pagina f 275,derde pagina f 185,zesde pagina f 95,negende pagina f 65,ot f 0,72 per mm kolombreedte

KNVvL

per per per per per

nummer nummer nummer nummer nummer

Per3 nummers 7,5% en per6 nummers 15% korting. Toeslagen

per jaar, na 1 juli '38,-. voor leden bedraagt bij aanmelding

steunkleur

en t.e. op aanvraag.

'8,-.

Aanmeldingen voor het lidmaatschap te richten aan het afdelings-sekretariaat (d.t.v. de klubsekretaris).

Uw kopij gaarne voor 24 december

1982 Inleveren

Sekretariaat Afdeling Parachutespringen KNVvL, Jozef Israëlsplein 8, 2596 AS 's-Gravenhaqe.

2 SPORTPARACHUTIST

bij:

De rubrieken leden.

te koop en te koop gevraagd zijn gratis voor


Redaktioneel

Hein Cannegieter Jan de Poot

in gesprek met

9

Alles over de Friendship Jos Wery/Michel Bizot

11

Aan weerskanten spring-schoolbank

12

van de

Van rond naar vierkant Karel Lamboo

15

Bananenlanding Arnold Collenteur

17

E茅n ding heb je niet verteld . . . Tom Roodenburg

18

M'n

eerste sprong Dies van Welsem

19

Paravaria

4

Afdelingsbestuursnieuws

5

Ingezonden brieven

6

Algemene Ledenvergadering Afdeling Para Arnold Collenteur Boekrecensie Peter Jan Hoogerwerf en Jan Ernest

7

Video Wim Ernest

8

Ins en Outs van de 4-lijnen-release Ronaid van den Boogaard

18

Springers, bedankt! Onno van der Zee

21

NNPC Rob Jongkees

22

Zoals jullie gemerkt hebben, worden de redaktionelen bij toerbeurt gemaakt. Lekker terugblikken, riep ik nog enthousiast toen er gevraagd werd wie het deze keer wilde doen. Nu ik met de zevende poging bezig ben, ben ik er inmiddels achter dat terugblikken helemaal niet leuk is. Immers, alle mooie, leuke, bedroevende, tragische en enerverende momenten kun je allemaal terug vinden in de jaargang '82 van dit blad. Behalve natuurlijk je eigen mooiste sprong. Het schrijven van dit artikeltje gaat me bijna even moeizaam af als het verschijnen van dit nummer. Op de laatste algemene ledenvergadering haalde een beslissing om dit decembernummer uit te laten komen het maar met de hakken over de sloot. Door een aantal onvoorziene zaken was de geldpot heel erg leeg geworden. Vandaar dat je maar 24 pagina's voor je hebt in plaats van de 28 waaraan je inmiddels gewend was geraakt. Maar hij ligt er dan toch. Toch gaan we volgend jaar weer proberen om zoveel mogelijk pagina's uit te brengen (en binnen het budget te blijven). De advertentieacquisitie begint er goed uit te zien, dus ik ben behoorlijk positief gestemd.

'

In dit nummer proberen we wat meer aandacht te schenken aan zaken die speciaal de leerlingen onder ons interesseren. In hoeverre we daarin geslaagd zijn, is aan jullie om te beslissen. Het geeft in ieder geval de lijn aan, waarin we willen gaan werken. Er zijn nog veel gebieden waar we aandacht aan willen schenken. '83 wordt wat dat betreft een spannend jaar. Ik denk dat het ook een spannend jaar wordt voor de ontwikkeling van CReW in Nederland. Op meer plaatsen wordt intensiever gekoepel-relatiefd dan ooit tevoren. Ik ben er dan ook heilig van overtuigd dat de diamonds niet alleen meer boven Texel zullen vliegen. Ik ben tegelijkertijd zo arrogant om te vinden dat de SPORTPARACHUTIST daarin een niet onbelangrijke rol speelt. Ik hoop dat we in ieder geval die lijn kunnen doorzetten en hopelijk in 1984 op de nationals 4-man/vrouw rotatie en sequential kunnen zien als officieel wedstrijdonderdeel. En zo heeft het terugblikken dan een 1800 draai gemaakt. Het verleden is goed om van te leren maar lang niet zo spannend als de toekomst. Rest mij nog om jullie namens (in alfabetische volgorde) Arn贸ld, Nathalie, Tom en mijzelf prettige kerstdagen en een uitstekend '83 toe te wensen.

PCN Nieuws Henk Kuizenga Cone Lock Te koop

23

Wedstrijd kalender

de voorplaat: een static-line exit uit een DC-3. foto: Max Dereta.

SPORTPARACHUTIST 3


Het heeft eiqenlijk I laten wachten ~: veel te lang op zich r gewerkt aan ni'euw: nu wordt er druk de handleidt uitgaven van zowel I Ing voor db' als het handboek v e asisopleidinq chutist. oor de sportparaPeter Jan Hoogerwerf . we uitgave voor de .bereldt de nieuInmiddels is aan al~a~~SOPlei?ing voor. een vragenlijst verzond struktieqroepen doeling deze handleidi en. Het IS de bevan het nieuwe s ri mg voor aanvang klaar te hebben. p nqseizoen gebruiksOnder koördinatie van J aan een aantal m an van Male is ensen op un eerdere mede ki van h wer mg aangrond het vroe-

gere handboek, artikel . .. ten, instrukteursk en m tijdschntursus en de I"k verzocht bepaalde d rge IJ e, ven of daarop k on erdelen te schrijHet wordt niet é~nm;:;taar te geven. het vorige handbo k e uitgave zoals . e , maar een v me Img van op . h erzadelen, ongevee~l~n!~~ staande onderDoctrines Naar 9 aan de USPA . verwachting k di 1983 voor elkaa" an It Juli ideeën willen aanrdr~IJ~'n Degenen die de basisopleiding ter~ch' k.~nnen voor Hoogerwerf Kapitt I t bij Peter Jan Hilversum e'n voor ~ ~~g 128, 1216 JJ j vanMale, Postbus ~15~~d~~;~ AbiM J~n ' sG ravenhage.

.__ ---.

\

Tel.: 02_4784784. Wij wensen beterschap aan: J. B. E/ger, RonaId Heg, peter Ketting, peter Leegstra, C. H. van der pol, R. van Dam.

deerde bii impact, volgens ?oggetuI~~~ Alle ~3 springers en de piloot I<wa om. Hoewel er speculatieS ziin over ee~ mogeliil<e oorzaal<, is de zaal< nu nog onderzoel< bii de National Transport SateW Board en I<unnen we nog. geen mededelingen doen" , aldus Al Klng van de U S.P A in een teletoOngesprel< met de SPORTPARACHUTIST. Andere, door ons betrOUWbaar geachte bronnen, meiden dat alle sl<ydiverS en de piloot at.I<omstig waren uit net Perris \/alley/ElSI-

no re gebied.

'\1 0en ~983 oP nei e , 9 o\Jer S cenilUf("\ ,,"edeo ,OOI "'i'"""\j ergoderSo'iOnoOI .I'l .\ . al scnal<elingsmoge 1\ n maar ter tatel ge-

poropersono\iO AdreswiiZiging: Johan van Stappen, Dil<l<e Beul<la~.~ le 22/B2 (bUS 28), B ~090 Brussel, Belg .

Zondag ~7 ol<tober werden w~ weer opeschril<t door een vliegtUIgongeiuI<, g b" '3 springers om het leven I<wawa~ql . A . men Het gebeurde in Taft In de. m~n~ I<aa~se staat calitornië. "Het vliegtuig. de een Twin Beech BN-~8, stall na tal<e~ oH op een hoogte van ~00- ~50 tt., draaide weg over de linl<ervleUgel en explo-

-:.-::

op net Natlona

l OP 15 i' ." ":.:eo besple,,09 o,e ou ceo"u",wTeu9 MI o,eu,"e se,zoeO

t~:::'"',""

en alles wat beome

"eb Oe ,elg.del'Og

delS oede"i' lS '0 oe z., ,el'" Mde el

de al<tivltelten In ar belangstelling 11<.•'orden genouden. . n die er ma ra- \No .met lederee lIe er zal<en ter.sP . P net centrum. n voor neett. ooI< ZU als organisatie, In- 0., --------\<.eI<unnen I<omen

S ",elkla<eode WOOldeoUisl"le gaa n .1- af En nu 0goo' Ik zoodel p'ochec' m'n d!U"eo, wat 005 be\left hetl'elst '0 ééo "g op rn' IUg, stel de swoopcold .1, keel. Oom'sba<e ,ololm.tle 'OOI 005 ,elgeet d.tlk een step-'o heb, kl'ig een h'elb'i '5 te weten welke wooldeo men flo.telspl aa ts toebedeeld '0 de d'lt-d',e, niet beg"ipt! We zijn maar .1 te b.09 toop I.ogs het m.olfesl, stap '0 de wooldeo over te slaan. Oaa rorn spOleo "dl'e", stel m'n p'epel .1, cooceo\leel (,oom.meUi degeMO, die nou een- '"ti ooze lezers aa 0 'OOI de ,algeode me op de sequeoMls, p''''' me up '0 de maa oog nlet zo I.og sp"oge ) moelie kop'islull'ogsd.tum Uisteo met niet- Uoe-Up,swoop uil de deur en dock 00k u hebbeo somm'ge .rtlkel te obegl'ipeo. begmpeo wOOldeoop te stuleO, e,eot momeotum, zie p'etie Ile.keo, doe oog 1 e Dat '5 niet leuk. Als i meel effe een st.od-uP VOOIde sepa<.tIe, eo "0 [e sport eel aa ogevutd met SUggesties. eleo ook zoek een gaati , pak m'n hOodelul, ooP w,lt teren. maar het lukt e niet omd.t i de Oe le.ktles op dil velzoek luog e gebeZ'gde ,"oolde o'et beg"ipt (veel als een ma<ketlOg-oodelZoek. Als nle- m'n "g, k"ig tloestletch, conoer uil m'n Eogelse ulld!Ukkl0g b'i .), Is dat namand gelolemsseeld Is, hebbeo wi] el hamess en klik oog even naar de blue o tuultli heet l!Us\le eo - vO.alO heeft ook geeo lol meel '0 en dan d!Ukkeo we skv, waama sen black death votgt. m leod k ::::r==-_d_e_r-ed-a-l<-t-ie----:-h-e-t _id_e_e---:o-:p-g-e-v-at_o_m_ere_n __ w_e_e_r _g_ew __o-o_n_h_é_é_é-le-m_o_e_il-iik_e-a_rt_ik-e_lern-------_..!~~. pa<.b.c.d.blO W'S e'geol'i' 00' wel een leu,e Illel geweest. 0" slu'ie gaa t o.meUi' over moe'Ui,e wo , die he"as ook '0 dil blad maar .1 te vaak Oldeo staa n .lged!Uk\. Oe led.ktle le.tls eelt ztcn dat glOte gwepeo "0 onze lezels

~.;-=-

.>jt

couPE z., DE. o.c.

\\N\::UZ. IS ,At'lE.L.\)\<. PUR\5TI~<-\\

IN H~T

"TAALGE.B9.Ult'

4 SPORlPl\RI\CHUlIST


Ook dit winterseizoen zal ons platteland weer v~rtegenwoordigd zijn bij de serie para-sklcompetities in de Alpenlanden omdat INTERSPORT het team Dutch Conne~tlon heeft gesteund door Sponsonn~ In de vorm van het modernste ma~enaal. .,Ze stelde o.a. Fischer RC4 ra~lng ski s beschikbaar. Schoenen ski s en kleding zorgen ervoor dat in elk gev~' de presentatie van het team keung In rood/wit/blauw zal zijn, wanneer de Du~c~ Connection, na voorbereiden_ de trainingen en wedstrijden in januari en februari, eind maart acte de présence zal g~ven bij de World Cup in Bad HOfgast~1n(A). Hier zullen Voor het winnende tr~o van de Nationals '82 zeker k~nse~ liggen bij het onderdeel precislespnn.gen, waardoor uitzicht op een goed eindresultaat in het combinatieklassement bestaat. We wensen Bram L~sschuijt Jr., Henk Nijhuis en Michel Blzot veel succes en hopen u in het volgende nummer over "victorie" te kunnen berichten. ~

~

Zoals u in de In en Om van oktober heeft kunnen lezen, is in ma~rt .'82 de Stichting Dutch Dakota Associatlon opgericht. De DDA heeft tot doel een liefst Nederlandse DC-3 Dakota operatione~' te maken. Twee leden van de redaktie hebben na een aantal telefonische kontakten de eerste bijeenkomst van ~e Stichting bijgewoond. Tijdens deze biJeenkomst hebben wij onze belang~telling voor een flink aantal enkele reizen boven de 10.000 ft kenbaar gem.aakt. Een eerste afspraak is gemaakt I.n ~e vorm van een regelmatige nieuwsuitwrsseling. Zodra de beslissing .is gevallen of het projekt levensvatbaar IS(da~.b~tekent o.a.: genoeg geld), zullen WIJhierop uitgebreid terugkomen. Intussen houden wij u op de hoogte van de ontwikkelingen en houden wij ons (voor de nieuwsbrieven van de DDA) aanbevol~n voor een mooie DC-3 foto (met springers natuurlijk!).

Weer ligt er een jaar achter ons. Veel van de plannen is gelukt. Weliswaar is ook wat blijven liggen, maar de basis voor de toekomst is duidelijk versterkt. Eén van de facetten is het Witboek, dat nu bij de overheid (C.R.M., N.S.F., R.L.D., Rijks Politie Dienst Luchtvaart) gepresenteerd is. Ons gezicht en onze plannen raken bekend en we hebben er vertrouwen in dat er rekening mee wordt gehouden. Een volgende stap is de aanbieding samen met een concrete situatieschets bij de provinciale overheden. Dat is jullie werk: wie ook maar enige relatie heeft met de provinciale sportraad of vergelijkbare instanties MOET nu contact opnemen met zijn/haar clubbestuur. Het is van het grootste belang dat de

provincie ons (lees mijn club) in hun toekomstplannen voor recreatie en sportbeoefening inpast. Als dat niet gebeurt, zal er in de toekomst ook geen ruimte voor die club zijn. Over enkele jaren zal slechts rekening worden gehouden met de plannen die nu opgezet worden. Nu de boot missen, betekent straks de boot missen. Niets gaat vanzelf. Werk hieraan mee als je kunt, vraag je bestuur hoe het ermee staat. Wij als Afdelingsbestuur gaan graag mee naar zo'n bespreking om onze belangen toe te lichten. Dan hebben we niet alleen een goed 1983, maar ook een goede toekomst ver daarna. Dat wens ik ieder van harte toe. Happy landings, many! Wim Velthuizen

K.N.V.v.L. in nieuwe fase De Algemene Vergadering van de K.N.V.v.L. op 22 oktober te Utrecht gaf twee bijzondere ontwikkelingen te zien. De afdeling Para kon zich niet verenigen met de f 5,- contributieverhoging voor de bijdrage aan het Algemeen Secretariaat als daar niet een aantal duidelijke voorwaarden tegenover stonden. Misschien ging door de discussies het uitgangspunt wat verloren. Hoe het ook zij: bij de stemming waren de modelbouwers en para's tegen. Omdat zij de meerderheid vormen in ledental ontstond een groot probleem, waarbij de penningmeester zijn funktie ter beschikking stelde omdat volgens hem zonder de verhoging een verantwoord beleid voor '83 niet mogelijk is. Door een voorstel van de afdeling Ballonsport werd de zaak aangehouden tot de volgende Hoofdbestuursvergadering. Dat was één. Dan nam de heer Vogely afscheid als voorzitter en werd de heer Wijting als zijn opvolger gekozen. De heer Vogely heeft de afgelopen jaren een geweldige hoeveelheid energie in de K.N.V.v.L. gestoken, veel meer dan eigenlijk van iemand mag worden gevraagd. Steeds stond hij klaar om bij problemen in te

springen en zijn persoonlijke inzet was bijna grenzeloos. In "In en Om" hebben we daarover gelezen en over zijn zeer verdiende onderscheiding. De nieuwe voorzitter is met voortvarendheid aan zijn taak begonnen. Hij heeft een uitbouw gegeven aan het beginsel dat klaar lag en dat belooft veel voor de toekomst. Binnen zeer afzienbare tijd worden beleidsplannen van alle afdelingen ingewacht, ongeveer als ons witboek, echter met een aantal punten speciaal uitgewerkt. Een belangrijke beslissing is om overal een prijskaartje aan te hangen, waardoor een inzicht ontstaat in de kosten van verschillende werkzaamheden en serviceverlening binnen de gehele K.N.V.v.L. Met dergelijke realistische cijfers moet het mogelijk zijn een efficiënt toekomstbeleid op te zetten. Met dergelijke plannen en toezeggingen tot medewerking heeft Wim Velthuizen namens de afdeling Para ingestemd met de contributieverhoging onder voorbehoud dat dit jaar de doorberekening naar de leden van de afdeling Para niet zal plaatsvinden, doch binnen de afdelingsbegroting zal moeten worden verwerkt.

De nieuwe voorzitter van de K.N.V.v.L. Vanaf begin september heeft Wim Velthuizen zich bezig gehouden met de nieuwe bestuurssamenstelling van de K.N.V.v.L. Als een soort cabinetsformateur hield hij een gesprek met de heer Wijting in opdracht van het Hoofdbestuur. Samen met twee andere HBleden werd een voorstel opgesteld. Dat de heer Wijting gekozen werd, is reeds elders vermeld. Wie hij is, zullen we hierbij nagaan. In 1942 ontsnapte hij uit Nederland,

volgde in Engeland een vliegeropleiding en nam deel in oorlogsvluchten. Na de oorlog kwam hij uiteraard bij de Klu, waar hij tal van rangen en functies bekleedde. Als Adjunct Opperofficier Personeel werkte hij o.a. aan het rapport "De Mens in de Klu in de Zeventiger Jaren" en in de "Commissie Rijckevorsel". Als voorzitter van het Comité Verenigde Chefs Staven was hij nauw betrokken bij de herstructurering van het Ministe-

SPORTPARACHUTIST 5


rie van Defensie in de huidige vorm in de rang van Generaal. In 1978 werd hij benoemd tot Adjudant van de toenmalige Koningin Juliana. Hij is al ruim 10 jaar lid van de Raad voor de Luchtvaart. Ook is hij drager van tal van onderscheidingen. Dit alles speelde geen rol bij de aanbeveling die bij monde van Wim Velthuizen in het Hoofdbestuur werd gedaan door de commissie. Daarbij waren de voorstellen vooral gebaseerd op de houding van de heer Wijting ten aanzien van de K.N.V.v.L.: zijn vastberadenheid de moeilijkheden onder ogen te zien en zich daarvoor te willen inzetten, ondanks de moeilijke positie van dit moment. We hopen dat hem dat zal lukken. Onze steun zal hij daarbij voor 100 % krijgen.

ontzenuwen. Voor eventuele inlichtingen kunt u zich wenden tot de vliegcoördinator André van den Worm of tot ondergetekende. Hopelijk is hiermee de discussie in de SPORTPARACHUTIST over deze zaak tot een einde gekomen. Frank Surink VPCT Vliegergroep

interview met Max Dereta

Brieven van lezers zijn ons bijzonder welkom. Wij nemen de vrijheid uw brief indien noodzakelijk in te korten en te ontdoen van taal- en stijlfouten.

clubgebeuren Velen hebben ongetwijfeld in de SPORTPARACHUTIST van 2 november 1982 de ingezonden brief van Hans Keiler gelezen. Deze brief is volgens hem bedoeld als "discussiestuk". Het past mij dan ook niet hierop verder in te' gaan. Wat ons dwars zit, ik spreek namens alle vliegers van de VPCT, is de opmerking in het naschrift van zijn brief en ik citeer nogmaals de letterlijke tekst: "Een laatste ontwikkeling op Teuge: op zondag 19 september staakten de Cessna-vliegers, wat resulteerde in een blue-sky-middag zonder springen. Eén ding stond vast: een VPCT-dag, maar de springers waren de dupe". Einde citaat. Deze zaak, die kennelijk voor hem zo geweldig belangrijk is, wordt afgedaan in een simpel naschrift. Waarschijnlijk is het zo, dat hij de ware toedracht niet duidelijk wil omschrijven. Het is dan ook een direkte aanval op de vliegers. Wij vinden dit een ongenuanceerde opmerking van iemand die beter zou moeten weten!! Het zou ons té ver gaan de SPORTPARACHUTIST te gebruiken voor een kat en muis spel. Wij kunnen ons echter voorstellen dat er springers zijn, die naar aanleiding van dit stuk de angst om het hart slaat. Wij zouden daarom het volgende willen opmerken: in tegenstelling tot deze opmerking van Hans Keiler is het zeker niet onze bedoeling het paragebeuren, waar en wanneer dit ons zou passen, te stoppen. Voor diegenen, die de juiste toedracht willen weten, zijn wij gaarne bereid een en ander toe te lichten om deze zaak te

6 SPORTPARACHUTIST

een getekende

reaktie van Peter Liemberg.

algemene ledenvergadering Op 6 november jongstleden werd in Amersfoort de Algemene Ledenvergadering van onze afdeling gehouden. Direkt na de opening splitste de groep clubvertegenwoordigers en enkele individuele leden zich op in twee groepen (Financiën en Sport) om op effektieve wijze de besluiten van de plenaire vergadering voor te bereiden. Bij Financiën deed eerst de kascommissie bij monde van Alphons Broekman verslag van haar controle. Na commentaar op enkele punten, waaronder de NKP en de Sportparachutistwerc voorgesteld de penningmeester te déchargeren, wat later plenair ook gebeurde. Vervolgens werd uitgelegd hoe men in de toekomst meer aan promotie wil gaan doen (bijv. door de verkoop van kleine artikelen). Miny de Rijk werd bereid gevonden hier haar schouders onder te zetten en zij zal ook de elektrische schijf en de films gaan beheren. Michel Bizot kon overigens melden dat het erg goed loopt met de films en hij vroeg dan ook om suggesties voor de aanschaf van nieuwe. Hierbij moet ook gedacht worden aan video-mogelijkheden.

Verslag werd gedaan van de Algemene Ledenvergadering van de KNVvL. Daar werd generaal b.d. Wijting gekozen als nieuwe voorzitter. Ook werd daar besloten tot een verhoging van de basisafdracht aan de KNVvL (f 5,- per lid) ondanks tegensputteren van de afdelingen parachutespringen en modelbouw. Aangezien deze afdelingen de verhoging niet meer op hun leden kunnen verhalen, fourneert onze afdeling daarom zelf dit bedrag ten laste van haar begroting. In de voorjaarsvergadering zal daarom gestemd moeten worden over een kontributieverhoging. Op die voorjaarsbijeenkomst zal ook een nieuw bestuur ter stemming voorgesteld worden. Onze voorzitter Wim Velthuizen heeft vorig jaar reeds aangekondigd te willen stoppen met zijn bestuurswerkzaamheden. Hij verklaarde nadrukkelijk dat de reden van zijn vertrek pertinent niets met de afdeling te maken heeft, maar dat hij zo langzamerhand de prioriteiten eens dient te verschuiven, met name in de richting van zijn gezin. In het kader van de sekretariaatswerkzaamheden meldde Michel Bizot dat er nog steeds gezocht wordt naar een kollektieve ongevallenverzekering. In de groep Financiën kwam ook ons blad, de Sportparachutist, ter sprake. In het algemeen vond men het blad verbeterd. Inhoudelijke kritiek uitte zich in het vraagstuk of op ingezonden brieven betrokkenen in hetzelfde nummer gelegenheid tot weerwoord moeten krijgen. Dit probleem zal samen met het bestuur nader uitgewerkt worden. Wat echter veel erger is, is de aanzienlijke begrotingsoverschrijding van de Sportparachutist. Na wikken en wegen werd uiteindelijk door de voorzitter in de plenaire vergadering voorgesteld om de redaktie een extra bedrag van f 5000,toe te zeggen, opdat er een decembernummer zou kunnen verschijnen. Aldus geschiedde. In de groep Sport werd eerst verslag gedaan van de WK stijl en precisie (zie vorige Sportparachutist) door teamleider Henk Verbeek. Daarna werd er gesproken over het voornemen van het bestuur om de belangstelling voor deze disciplines te vergroten. Jan de Bruyne en Jan Vijfvinkei zijn als trainingsleiders voor deze "jeugdselektie" aangewezen. Een oproep voor deelname hieraan verscheen reeds in een vorige Sportparachutist. De bedoeling is om zo'n 10 tot 20 jonge springers "aan te pakken", voornamelijk op het gebied van precisie. Hiervoor komt ook buiten de afdeling om subsidie ter beschikking, zodat serieuze selektieleden waarschijnlijk maar 50 % van de kosten zelf te betalen. Eén en ander dient niet verward te worden met het "Waldie-fonds". Wel zal erop gelet worden dat niemand sprongen zal maken die uit twee bronnen tegelijkertijd gesubsidieerd worden.


Overigens werd gemeld dat er nog steeds niet veel aanvragen voor een bijdrage uit het Waldiefonds binnenkomen. Meer informatie hierover is te verkrijgen bij de clubbesturen. Door Wim Ernest werd verslag gedaan over het videogebeuren. Hieruit blijkt wel dat het allemaal niet zo makkelijk is. Treurig feit daarbij is vooral dat de Mercedes het onlangs begaf. De aanschaf van een nieuwe is een zware post voor de nieuwe begroting. De andere lasten zouden verlicht kunnen worden als nog meer mensen nog meer inzet voor dit projekt zouden willen opbrengen. Een uitgebreid schriftwerk over de video van Wim Ernest is verkrijgbaar via het afdelingssekretariaat. (Een verslag over dit onderwerp vindt u elders in dit blad. Red.) Belangrijk was natuurlijk ook de bespreking van de NKP, welk onderwerp ingeleid werd met de waarschuwing van Bert Wijnands dat deelnemers in het vervolg rekening moeten gaan houden met prijzen, die de kosten van de hele organisatie realistischer weergeven. Vergelijkingen met de prijzen van buitenlandse Nationals duiden overigens aan, dat Nederland zeer goedkoop is. Het is zo goed als zeker dat de NKP 1983 gehouden worden van 25 juni tot en met 3 juli op het vliegveld Teuge. Gelet op het succes van voorgaande jaren, zal nu in alle onderdelen gesprongen worden in een nationale en een internationale categorie. Bij klassiek ook voor beide categorieën een overall-prijs. Het aantal rondes per onderdeel (met daarachter de minimum aantallen voor een geldige wedstrijd) is als volgt: precisie 10 (6), stijl 4 (2), relatief vierman 10 (4) en relatief achtman 6 (2). In principe moeten de achtmanteams samengesteld worden uit twee viermanteams of met mensen, die geen vierman sprin-

gen, zodat beide onderdelen tegelijkertijd gesprongen kunnen worden. Daarna volgde een exposé van Bert Wijnands over de relatief WK 1983, waarvoor Zuid-Afrika zich als' organisator aangedi.end heeft. Dit feit levert vanzelfsprekend wel wat haken en ogen op voor een Nederlandse uitzending. Hoewel de toezegging van Zuid-Afrika "keihard" is, wordt er misschien toch nog aan gesleuteld bij de volgende CIPvergadering. In verband met de politieke gebeurtenissen (lees de kranten er maar op na) in Den Haag huldigt de KNVvL het standpunt dat het de taak van de overheid is om het beleid in te vullen en dat de politieke bal niet aan de sportbonden toegespeeld moet worden. Onze afdeling verklaart voorlopig slechts dat zij het betreurt dat geen enkel ander land een reëel aanbod heeft gedaan. Tenslotte mag nog ver. meld worden dat Canada min of meer aan het lobbiën is of er interesse is voor een alternatieve WK. In principe wordt er weer een viermanen een achtmanteam uitgezonden naar de WK. Voor wat betreft de vierman is de selektie heel eenvoudig: de winnaars van de NKP. Voor de achtman luidt het voorstel echter om dit team samen te stellen uit de eerste twee viermanteams of eventueel (tenzij er te grote verschillen zijn) uit het tweede en derde team. Subsidie zal pas na de NKP uitbetaald worden. Serieuze teams zullen dus het volgende moeten meenemen naar de NKP: een kostenverslag van de afgelo- . pen periode en een kostenplan voor ná de NKP. Na de NKP valt er overigens niet veel meer te trainen, omdat de WK van 7 tot 17 juli worden gehouden. Twee nieuwe leden werden gekozen in de Sportcommissie, die als taakgebied heeft: alles wat met wedstrijden te maken heeft. Jos Wery, een bekende uit de

relatieftop en Jan de Bruyne, die het op de één of andere manier altijd weer voor elkaar kreeg om net niet in een WKselektie uit te komen, zullen zich hiervoor inzetten. Natuurlijk kwam ook het Nationale Centrum aan de beurt. Op zijn typische dramatische manier deed Bert Wijnands één en ander omtrent cijfers en organisatie uit de doeken. Hieruit blijkt dat op het verlies, dat vorig jaar geleden werd, ingelopen wordt. Bert constateert een naïeve houding van de springgemeenschap ten aanzien van de problemen, waar de stichting mee kampt. Hij maakt zich daarbij vooral ongerust om de verkommercialisering van de sport ("Ik wil het wel doen, maar wat levert het op?") Dit is een prijsopdrijvende faktor. Zo'n verschijnsel is natuurlijk inherent aan een centrum in tegenstelling tot een clubgebeuren, waar ieder clublid zijn steentje bijdraagt. Beleid in deze verdient de nodige aandacht. Aangekondigd werd dat de bijdrage voor het Nationaal Centrum verhoogd zal worden van f 35,- naar f 47,50, indien voldaan met de acceptgiro. Betaalt men pas ter plekke, moet men f 57,50 meebrengen. Gedacht wordt verder over een andere rechtsvorm dan een stichting in verband met subsidies en dergelijke. Bert besloot zijn verhaal met de waarschuwing dat het bestaan van het Nationale Centrum tegelijkertijd een bestaansverzekering voor het springen in de toekomst betekent en dat men daarom de nodige "effort" erin zal steken. Voor diegenen, die geïnteresseerd zijn in een uitgebreider verslag, wijs ik erop dat de clubbesturen binnenkort zullen beschikken over een officieel afdelingsverslag.

parachutespringen voor geïnteresseerden, beginners en gevorderden door Hein Cannegieter

twee recensies Mag ik me even voorstellen? Ik ben Jan Ernest en sportparachutist bij de ENPC. Ik ben 37 jaar, gehuwd en vader van drie kinderen. Ik ben nu voor het derde seizoen als para aktief. Op het moment dat ik dit schrijf, heb ik 55 sprongen gemaakt. Ik hang onder een heerlijke UT 15 en ben met nog enkele sprongen voor me bijna in het bezit van het B-brevet. Ik kan me dus scharen onder de groep onervaren springers. Vanuit deze laatste discipline heeft Nathalie mij verzocht een persoonlijke reaktie te geven op het nieuwe boek van Hein Cannegieter en aan dat verzoek voldoe ik gaarne.

Een persoonlijke reaktie kan eigenlijk met één woord worden afgedaan. Je kunt zeggen: goed, slecht of matig. Als ik uit deze drie woorden moet kiezen, kies ik het eerste. Bere-goed zelfs. Maar met dat ene woçrd weet je nog niet waarom. Daarom is een wat uitgebreidere omschrijving noodzakelijk. Alleen wordt het nu pas echt moeilijk. Een echte "recensist" ben ik niet, dus ik weet niet, waarop een boek beoordeeld moet worden. Daarom verzin ik dat zelf maar. Ik denk dan aan drie dingen: eerste indruk, uitvoering en "boodschap".

Eerste indruk Toen ik het boek kreeg (per post), had mijn vrouw het al uitgepakt (zij was ook

nieuwsgierig) en haar eerste reaktie was: Joh, een mooi boek, zeg! Nou heeft zij weinig verstand van springen, maar wel oog voor schoonheid. Ze is namelijk estheticiënne, dus is zo'n eerste reaktie bijzonder veelzeggend. Ze had naar mijn (wat meer bescheiden) mening volkomen gelijk. De kombinatie van voornamelijk hoofdkleuren uit het kleurenspectrum doet het bijzonder goed. Sterker nog, ze geeft gewoon aan hoe de boodschap in het boek verder is uitgewerkt. Als dit boek in een etalage van een boekwinkel tussen andere boeken over sport zou liggen, springt het er, in figuurlijke zin natuurlijk, gewoon tussen uit. En dat voor een boek over springen! In één woord dan weer terug te brengen: geweldig.

SPORTPARACHUTIST 7


Uitvoering Hierbij denk ik gewoon aan: hoe is het gebracht. Als je kennis wilt overdragen aan anderen, is het van groot belang, tijdens de "instruktie" aandacht te krijgen en te blijven krijgen. Dat kan je bereiken, door variatie aan te brengen en middelen te gebruiken die attraktief zijn. In een onderwijssituatie bereik je dat door leermiddelen te kiezen, maar in een boek blijft het altijd beperkt tot afbeeldingen en foto's. Het is dan de kunst afbeeldingen en foto's zo te kiezen, dat ze aansluiten op het onderwerp dat wordt behandeld. Ook moet de kompositie van een foto zo zijn, dat het onderwerp waar het om gaat, aandacht trekt. Hoe zit dat nou in het boek van Hein? Wel, ik kan niet anders zeggen dan dat de tekeningen goed en duidelijk zijn. De foto's zijn attraktief, soms zelfs spektakulair en goed en eenduidig gekozen bij de onderwerpen die worden behandeld. Je hebt soms van die boeken, waarin je begint te lezen en dan niet meer van ophouden weet. Dit boek is er in ieder geval voor mij één van. Het boek heeft bij mij enige tijd op de salontafel gelegen en steeds als ik even tijd had, las ik erin. Niet vanwege de "must" voor dit artikel, maar gewoon omdat het me boeide. Iets dergelijks heb ik meegemaakt toen ik "De Drie Musketiers" van Alexander Dumas las. Ik wist van geen ophouden. Bij het boek van Hein was dat precies hetzelfde. Ik vind het altijd knap van een schrijver, als zijn boek zo gelezen wordt. Dus, Hein, in dit opzicht zéér geslaagd.

De boodschap Iedere schrijver van een boek heeft een boodschap voor de lezer. Bij de een is dat een stukje filosofie, bij de ander een stuk levensvisie en ga zo maar door. De boodschap van Hein is duidelijk, namelijk het overdragen van kennis over de para-sport. De vraag is in hoeverre dat Hein is gelukt. Wel, ik ben nog slechts een beginnend springer en vind het daarom moeilijk de technische kwaliteit te beoordelen. Ik kan me alleen afvragen: heb ik er wat van opgestoken? Mijn gevoel zegt me van wél, maar afgelopen zondag gebeurde er niets toen ik de beweging maakte om een draai rechts te maken. Dus zondagavond het boek erop nageslagen en jawel, Hein beschrijft precies dat dit gewoon gebeurt in het begin en wat je fout doet. Kijk, dan zie je dus dat tussen "weten hoe het moet" en "doen" een levensgroot gat zit. Dat is aan vele mensen bekend. Zwemmen kun je immers ook niet uit een boekje leren! Ik bedoel alleen maar, dat weten en doen niet in dezelfde lijn liggen. Dat het zondag mis ging, lag dus zeker niet aan het boek van

8 SPORTPARACHUTIST

Hein. Ik heb ook een puntïje) van kritiek. Bij het hoofdstuk over PA wilde ik gretig gaan lezen, hoe ik met mijn UT15 een aanval op de bak moest maken, maar helaas. Natuurlijk, Hein heeft gelijk. Het aanvallen met een PC komt alleen in het leerlingenstadium nog voor. Gelukkig wordt er wèl een alternatief geboden, namelijk een bepaalde uitgave van de sportparachutist. Met deze opmerking wil ik natuurlijk iets aangeven, namelijk dat het boek alternatieven biedt voor elk onderdeel dat wordt behandeld. Althans voor zover ik dat kan beoordelen. De inhoud van de verschillende hoofdstukken is net als de voorplaat. Géén "mengkleuren" van theorie en hoogdravende beschouwingen, maar een korte en krachtige behandeling van de onderdelen; een wijze, die velen zal boeien.

Conclusie Dit boek is er een, dat thuis hoort op de boekenplank van iedere sportparachutist. Regelmatig ontstaat er in mijn nabijheid een diskussie of parachutespringen nou een sport is, ja of nee. Hierover heb ik in ons klubblad "jumpeleur" eens een artikeltje geschreven. (Als u geïnteresseerd bent, wil ik het ook in dit blad publiceren.) Ik geef daarin de tip het (oude) boekje van Hein eens te laten lezen door de "nietsport" -denkers. Ik denk dat het een goede zaak is, deze mensen het nieuwe boek te laten lezen. Het geeft een goed en eerlijk beeld van wat onze SPORT is. Houd wel een register bij aan wie je het leent, anders ben je het zo kwijt! Mijn boodschap? a. Dit boek is eigenlijk noodzakelijk leesvoer voor iedere para (nee, ik heb géén aandelen). b. Hein, proficiat met een pracht boek!

De eerste indruk van het nieuwe boek Parachutespringen van Hein Cannegieter is: een totaal boek op niveau. Elk facet van het parachutespringen komt in het boek uitgebreid naar voren met duidelijke en eenvoudig leesbare teksten. Of het nu gaat over het begin van de vrije-val of RW, de foto's, tekst en tekeningen geven een overzichtelijk beeld van het betreffende onderdeel. Bij de uitleg van RW is uitgegaan van de laatste ontwikkelingen in de techniek. Eén van de positieve gevolgen hiervan kan zijn dat de rest van de RWspringers ook die grote hangglideroveralls aan de kapstok gaat hangen. Dan kunnen we allemaal meedoen aan, wat we met een mooi woord noemen "precision sequential RW". Buiten de klassieke onderdelen komt het Canopy-

RW uitgebreid aan de orde met enkele voorbeelden van de WK-sets, zoals die in het begin van dit jaar zijn vastgesteld door de C.I.P. Enkele kanttekeningen mogen naar mijn mening worden gesteld ten aanzien van de invloed van bepaalde delen/centra van springend Nederland op het boek, die zo herkenbaar zijn dat ik mij afvraag of dat niet minder had gekund. De eenvoud, waarmee sommige procedures zijn beschreven, zoals bijvoorbeeld de break-away procedure, is aardig om te lezen, maar gelet op de veiligheid van het parachutespringen, voor enige discussie vatbaar. Bij het lezen van de tekst: "voor geïnteresseerden, beginners en gevorderden" dacht ik, hoe kan je nu voor zoveel verschillende doelgroepen tegel1); één boek schrijven. Na het lezen van het boek ben ik dat blijven denken. Ik moet echter toegeven, dat er voor de meeste springers erg veel in is te vinden. De geïnteresseerden en beginners zullen overtuigd worden van de vele mogelijkheden in het parachutespringen. Mijn conclusie blijft gelijk aan mijn eerste indruk: een totaal boek over het parachutespringen. Het boek krijgt dan ook een eigen plekje op mijn boekenplank bij de andere springboeken.

Video Het zal intussen wel voldoende bekend zijn bij iedereen, maar er is voor iedere vereniging, aangesloten bij de K.N.V.v.L., video-apparatuur ter beschikking. Voor diverse zaken kan 'men er een beroep op doen, zowel voor wedstrijden als voor trainingen. Als men bij een aanvraag de wedstrijdkalender in de gaten houdt, is de kans op teleurstelling bij eventuele niettoewijzing gering. Als er dan in de club nog mensen zijn die een bedieningscursus gevolgd hebben, is er érg weinig kans op teleurstelling. In andere gevallen ben je afhankelijk van het feit of er iemand te vinden is ene mee wil komen. De huidige kwaliteit van onze relatiefspringers is van dien aard dat video bij wedstrijden onontbeerlijk is geworden om een juiste beoordeling van de sprongen te kunnen geven. En wil men aan wedstrijden meedoen, moet er ook nog getraind worden. Dan kan het ook erg gemakkelijk zijn als je opnieuw kunt zien wat er fout ging en dat gaat met video. Dit geldt overigens niet alleen voor relatief, maar ook voor style en tegenwoordig ook voor canopy relatief. Samenvattend: iedere vereniging kan een aanvraag indienen bij de video-


coördinator of de sportcommissie (Hein Cannegieter) voor wedstrijden en trainingen voor RW, style en CRW. Bij dubbele aanvragen beslist de sportcommissie waarheen het spul gaat. Is de wagen echter vrij en is er een PAwedstrijd waarbij een Centrale Post (voor communicatie of iets dergelijks) nodig is, kan ook gerust een aanvraag worden ingediend. De volgende vraag is wat het de vereniging kost om de video te krijgen. Wel, huur wordt niet gevraagd aan clubs, aangesloten bij de K.N.V.v.L. Alleen het gebruik van dieselolie, motorolie en reparaties, voortvjoeiend uit het gebruik, dient men als vereniging te betalen. Het streven is de videobus met volle tank, olie- en koelvloeistofpeil in orde, banden, verlichting en de apparatuur gecontroleerd, naar de aanvrager te laten gaan. Alleen personen, die de bedieningscursus gevolgd hebben en dus bevoegd zijn om de apparatuur te bedienen, kunnen de wagen echter komen ophalen. Dit is nieuw, maar het blijkt noodzakelijk, omdat de motor het begeven heeft door onoordeelkundig gebruik. (Zonder iemand iets te verwijten overigen's, want het was een optelsom van verkeerde behandelingen die de motor heeft doen sneuvelen.) Het is ook de verantwoordelijkheid van de "geb reveteerde" video-operator om ervoor te zorgen dat wagen + apparatuur in goede staat blijven. Voor die clubs, die geen of niet genoeg bevoegde video-ers hebben wordt op 26 en 27 februari 1983 een cursus gegeven in bediening en alles wat daaraan vast zit. Ook mensen die de cursus al gevolgd hebben, maar geen of weinig gelegenheid gehad hebben om te "oefenen" of zich onzeker voelen, kunnen op deze cursus terecht. Als alle clubsecretariaten de behoefte aan video-operators binnen hun club inventariseren en mij deze inventarisatie vóór 15 januari 1983 doorgeven, kan bij een minimum deelname van 10 en een maximum van 16 man die cursus doorgaan. Blijkt het, dat er te weinig animo is, dan geef ik de cursus bij de vereniging met de qrootste behoefte. De kosten van deelname zullen ± f 25,per persoon zijn, inclusief eventuele overnachtingen. Wat staat deze mensen te wachten? Iemand, die een videocursus heeft gevolgd, moet in staat zijn om die apparatuur op de juiste manier aan te sluiten en te bedienen. Aansluiten wil zeggen: camera aan recorder en monitor, monitors aan recorder, evenals microfoon en antenne aan radioset, windmeter aansluiten, enz. enz. Dit alles met de juiste kabels aan de juiste pluggen enz. Bedienen wil zeggen: camera uitrichten, afstellen en kunnen opnemen, recorder (laten) star-

ten, monitors afstellen, radioprocedures kennen, enz. enz. Ook moeten kleine storingen verholpen kunnen worden, zoals defecte kabels lokaliseren en vervangen. De operator kan dat niet allemaal alleen, maar hij dient dan ook in teamverband te werken. Hij (of zij) heeft te maken met juryleden, recorderbediener(ster), radioman/vrouw, teamcaptains (en soms hele teams), vliegers en last but not least publiek met frutselgrage vingers en kijkgrage ogen. Als de apparatuur opgesteld, uitgericht en getest is, kunnen de para's de lucht in. Door de radio geeft de vlieger op dat hij op hoogte is of op jumprun zit en dan kan het spel beginnen. In overleg met jury en vlieger(s) is bepaald downwind of upwind in te vliegen, rekening houdend met wind(sterkte) en zonnestand. Nu begint het pas echt te draaien. Het vliegtuig wordt via de radio opgelijnd, er worden kleine correcties gegeven en op

60°-80° moeten de springers het vliegtuig verlaten na de commando's STAND BY en (na 10 sec.) EXIT. De recorder is inmiddels gestart, de cameraman(vrouw) concentreert zich op de springer(s) en ja hoor, daar komen ze! Ze doen hun oefeningen en openen. De cameraman(vrouw) zegt: 'STOP VIDEO' en als het goed is, staat de sprong op de band. Denk om de administratie: telIerstanden, teamnamen en/of sticknummers en tijden ën dan kan de jury aan de slag. Er staat een behoorlijke hoeveelheid apparatuur ter beschikking, namelijk: een recorder, een camera, vier kleine monitors, een grote monitor, een extra style kijker, een windmeter, een antenne + windmetermast, een radioset (voor 220 V, 12 V en met eigen batterij) en niet te vergeten, een generator voor 220 V en 2 kVA. Video-coordinator

Wim Ernest

Jan de Poot na drie jaar Nationaal Cenfrumchef

"Fijn om gedaan te hebben" "Het is alles bij elkaar een goede tijd geweest . . . een hoop plezier gehad . . . was fijn om gedaan te hebben ... zo veel resultaten te zien ... maar nu is de accu op", aldus Jan de Poot (27), Centrumchef van het Nationaal Centrum in de eerste drie jaren van het bestaan. Ver y.teg gaat hij niet, want onder De Wolk op Teuge start hij 1 februari 1983 een riggershop. Jan: "Ik ben er het afgelopen jaar misschien niet populairder op geworden. Door de druk die er vaak was, de duizend-en-één-dingen die je vaak tegelijk moest doen, werd ik soms wat aggressief, zeker als iemand weer naar de bekende weg vroeg of dezelfde tourmaakte. Toch heb ik geprobeerd iedereen aan zijn trekken te laten komen, leerlingen, qevorqerde cursisten, relatievers, welke groep dan ook." In het begin van het gesprek zitten we een beetje vreemd tegenover elkaar. Nu dus niet als bestuurslid van het Centrum en Centrumchef, maar als interviewer en (bijna) oud-Centrumchef. Maar al snel zijn we gewend aan onze nieuwe rol en voldoen we opgewekt aan het verzoek van de redaktie van de Sportparachutist.

Hoe is het begonnen? Jan: "Al jaren las ik in de Sportparachutist over een Nationaal Centrum. Na de demo ter gelegenheid van de opening van de Vierdaagse in Nijmegen in 1979 heb ik Bert Wijnands aangeschoten en gezegd dat ik dat wel zag zitten. Ik zou als militair afzwaaien en wilde graag professioneel met springen bezig zijn. Daarna ging het allemaal vrij snel. Door mijn afzwaai premie als Kort-VerbandVrijwilliger kon ik gaan kijken naar goed geleide full-time centra in Engeland en Amerika. In de States haalde ik ook nog mijn riggersbevoegdheid. In 1980 begonnen we: Jan Koenegras werd vlieger/administrateur en Ton Pohlmann ging de riggershop doen. Later kwam Ed Wissink toch als instrukteur? Jan: "Dat was het tweede jaar. Het beste. Ed was fantastisch. Hij deed de opleidingen en ik kon me beter concentreren op het runnen van het springbedrijf, de demo's en de gevorderde leerlingen. Er kwamen echter minder leerlingen dan verwacht en begroot en dus zaten we aan het eind van het jaar met een gat. Het bestuur besliste dat Ed niet kon terugkomen. Het opvallende is

SPORTPARACHUTIST 9


dat we dit jaar wél bijna het begrote leerlingenaantal van vorig jaar hebben gehaald. Echter, nu stond ik dus weer alleen voor alles: meer leerlingen, door de groei van het doordeweekse springen een omvangrijker springbedrijf, meer inschrijvingen voor de cursussen voor gevorderden, de demo's en de duizenden klusjes en klussen van elke dag. Bovendien ging Ton midden in het seizoen weg. Maar toch is het gelukt. En heel redelijk geloof ik. Veel steun heb ik met name van Jan de Bruyne en Henk Verbeek gehad. Jan kwam eens een doordeweekse dag springen. Hij keek om zich heen en zei: zal ik je even helpen? Hij heeft de hele dag gedropt. Henk ook. Die kwam eens, keek, klopte me op m'n schouder en zei: ga jij maar even een kopje koffie drinken." Veiligheid Komt de veiligheid van het springen bij zo'n werkbelasting niet in gevaar? Jan: "Dat was m'n grootste zorg, de veiligheid. En dat was ook vaak de oorzaak van de boze woorden die er soms vielen. Ik wilde alles weten van wat er gebeurde, tot in elk detail. Van elke leerling die omhoog ging, wilde ik precies weten welke fouten hij pleegde te maken. Bij opleidingen was ik geloof ik erg streng. Ook bij de eerste sprongen. Het was dan vaak uithuilen in De Wolk. In de "kwakkel periode", de beginperiode van de vrijeval, bleef ik op zwakke punten hameren. Als je dag in dag uit met beginnende sprihgers bezig bent, weet je op het laatst hoe je allerlei problemen die leerlingen hebben, moet opvangen, hoe je er op moet inspelen. Ik heb zelfs Bert Wijnands eens op z'n flikker gegeven. Opeens zag ik een kist omhoog gaan, zonder dat ik wist wie er inzat. Het bleek Bert met z'n team te zijn. Hij gaf me gelijk en beloofde beterschap. Voor hem - Bert - heb ik een enorm respekt. Hij heeft me springen geleerd. Dat was toen hij met Steven Blietz, Wytze Zijlstra en mij, twee onbeduidende, beginnende relatievertjes op Teuge, oppikte om een .Jeerteam" mee te starten. In die maanden maakte hij springers van ons." (Jan zat bij de WK '79 in de Nationale achtman en vorig jaar in de Nationale vierman.) Stijgende lijn De drie jaren van Jan laten een sterk stijgende lijn van het Nationale Centrum. zien. Het aantal sprongen per jaar was achtereenvolgens 8500, ca. 9000 en dit jaar 12.000. Het aantal opgeleide leerlingen 350, 500 en nu 700. Zijn je verwachtingen uitgekomen? Jan: "Ja, zo ongeveer wel. Alleen dat het zo'n veelomvattende baan zou zijn, had ik niet verwacht. Wat me een beetje

10 SPORTPARACHUTIST

tegenvalt, is dat het Centrum (nog) niet Nationaal genoeg is. Een groot deel van de clubspringers in ons land maakt nog niet of veel te weinig gebruik van de faciliteiten die het Centrum biedt. Wel nam het doordeweekse springen van mensen van clubs met name het laatste jaar sterk toe. Maar toch nog te weinig, vind ik." En de goede dingen? Jan: "Ik kan niet stilzitten en dat hoefde ik hier ook niet! In de zes zomermaanden maakte ik dagen van acht uur 's ochtends tot half elf, elf uur 's avonds. Dan was alles pas aan kant. Zo ging het zes dagen per week. Alleen zondag had je vrij. Maar een keer toen ik op een mooie zondagmiddag in m'n tuintje zat en het vliegtuig hoorde overkomen, heb ik m'n boeltje gepakt en ben ik lekker gaan springen." "Wat ik ook erg leuk vond, waren al die mensen die vóór de dinsdag waarop hun opleiding begon helemaal niets van springen wisten en die zaterdags hun eerste vrije-vallen maakten. En met wie je later de eerste link-up maakt. Datl geeft je een geweldige bevrediging: je hebt mensen iets geleerd, iets nieuws toegevoegd aan hun leven. Er zijn nu verschillende hele aardige springers die ik vanaf het allereerste begin heb begeleid. Ed (Wissink) was trouwens beter dan ik bij de opleidingen. Als het er op aan kwam, voelde ik me toch net iets beter op m'n plaats bij beginnende vrijevalIers, B-brevet-opleidingen, iets gevorderder springers, beginnende relatievers. Dat kostte me wel iets meer, want zoals je weet moest ik m'n eigen sprongen betalen." Problemen Nooit echte problemen gehad? Jan: "Echt onoplosbare niet. Wel zo nu en dan flinke meningsverschillen met het bestuur, zoals je weet. Maar we hadden hetzelfde doel, dus kwam voor alles een oplossing. Maar ik wil het niet over problemen hebben. Ik wil terug naar de leuke dingen. Wat ik erg leuk vond, was het regelen van de NKP's en ook de Internationale 16-mans-wedstrijden. Al deed ik zelf niet mee, toch was het fijn. Na afloop voelde ik me ook een beetje winnaar." Toch wil ik terug naar de problemen. Bert Wijnands zei bij de jaarvergadering van de Afdeling Parachutespringen dat er een slechte mentaliteit opkomt onder springers op het Centrum. Ze willen geen poot uitsteken zonder ervoor betaald te worden, omdat jij er ook voor betaald wordt. Is dat waar? Jan: "In zeker opzicht wel. De mensen die die mentaliteit ten toon spreiden, hebben 100 % ongelijk. Iedereen krijgt geld om te leven, van wie of wat dan

ook, ik ook. Maar mijn werk stond natuurlijk niet in verhouding tot m'n salaris. Daar klaag ik niet over, ik vond het prima, die lange dagen, zes dagen per week. Maar als alles op het Centrum betaald werk zou moeten worden, zouden de springprijzen aanzienlijk hoger worden, misschien wel verdubbelen. En dat kan natuurlijk niet. Daarom: betaalde mensen zijn nodig voor een full-time Centrum, maar om de zaak te laten drááien blijf je veel, erg veel vrijwilligerswerk nodig houden, net als op een club. Als die kwalijke mentaliteit doorzet, kun je binnen de kortste keren het Centrum sluiten." Wensen Wat zouden je wensen geweest zijn als je het volgend jaar had "bijgetekend"? Jan: "Die vraag is niet helemaal eerlijk. Je zou dat m'n opvolger moeten vragen." Na enig aandringen: "Kijk, ideaal zou zijn meer betaalde mensen. Weer iemand voor de opleidingen en iemand voor het springbedrijf. Blijft voor de chef over de organisatie en de gevorderde leerlingen. Maar - helaas - het zou te veel gaan kosten. Helemaal ideaal zou zijn om ook nog een beroep op iemand te kunnen doen voor het droppen en voor de video. Want die zou natuurlijk eigenlijk naar Teuge moeten komen. Maar dan moet je er wel iemand voor hebben. Maar de mensen die Wim Ernest ervoor heeft opgeleid bij de verschillende clubs werken gewoon doorde-weeks. Een andere wens zou zijn de bak aan onze kant van het veld (wat kan) of het hele Centrum naar de kant van de bak." Ongelukken Ernstige ongelukken over die ca. sprongen? Jan: "Nee, goddank niet. Alleen dat meisje deze zomer. Ik was er niet bij, was in Graz. Ik vond het vreselijk. Je pij.nigt je hersens af of het ook gebeurd zou zijn als jij er was geweest en niet naar Graz was gegaan. Maar een van de allerbeste instrukteurs van ons land leidde het springen toen. Leerlingen vragen nu nog naar hem. Het was dus echt toeval. Het meisje is wonderbaarlijkerwijze al bijna weer helemaal in orde. Ze was laatst op Teuge. Echt fantastisch! Je had haar moeten zien in het ziekenhuis met al die slangetjes. Ik heb er wel een klap van gehad. Maar als het zo doorgaat, springt ze over een poosje weer!" En nu voor jezelf beginnen. Lekker gevoel? Jan (brede grijns): "Prima. Het is een geweldige kans. Ik zou gek worden als ik stil zou- moeten zitten. Nu kan ik me hierin helemaal gaan uitleven." Hein Cannegieter


Springen uit de F-27 .Troepship" Bij veel para's gaat het hart sneller kloppen als ze weten dat er uit de F-27 gesprongen gaat worden. Rond het fenomeen F-27 springen bestaan echter nog veel mysteries, vragen en ergernissen. Daarom wat informatie over deze wijze van springen. Toewijzingen van Friendships door de Koninklijke Luchtmacht aan de KNVvL Friendships worden toegewezen voor evenementen waarbij het springen in een strak(!) programma is opgenomen. bijv.: - open dagen van militaire vliegvelden; - luchtvaartshows op burger vliegvelden; - speciale gelegenheden als de Paralympics of de opening van de Vierdaagse van Nijmegen, enz.; - soms via het KCT. Hoe deze Friendshipplaatsen besteed worden, bepaalt de KNVvL. Zij tracht aan iedere club evenredig toe te wijzen. Het verkrijgen van uitnodigingen voor F-27 springen Wordt een Friendship door de KNVvL aan één of meerdere clubs toegewezen, dan lopen de uitnodigingen aan de springers meestal via de secretaris(sen) van de betreffende vereniging(en). Voorwaarden voor deelname aan F-27 springen in clubverband zijn: - KNVvL-lidmaatschap en clublidmaatschap; - eigen materiaal met een square als hoofdvalscherm ; - minimaal C-brevet; - geldige para-papieren. Bij grote manifestaties wijst de KNVvL vaak iemand aan die de organisatie op zich neemt en individuele springers benadert. Belangrijk is vooral de presentatie van de parasport aan het publiek. Wie komt er nu voor een uitnodiging in

aanmerking en wie niet. Dit is ter beoordeling van de organisator. Bedenk altijd dat ook een Friendship een beperkt aantal plaatsen heeft (± 35). De organisator zal een F-27 altijd zo indelen dat naar zijn mening: a. capabele springers aan boord zijn; b. de parasport op positieve wijze wordt uitgedragen. Let wel, in alle gevallen is de organisator de gebeten hond. Want iedere springer vindt zichzelf capabel en toch kunnen er maar 35 springers mee. De Spring"lijder" a. Wie is hij? Een springleider is een aktief springer met een ruime ervaring binnen de para-wereld, vooral op organisatorisch gebied. Tevens moet deze persoon in het bezit zijn van een burger-instruktiebevoegdheid en bekendheid hebben met de procedures verbonden aan het springen uit een F-27. b. Zijn taken zijn: - Verzorgen van de opvang van de springers op het vliegveld; - optreden als kontaktpersoon tussen vliegers en organisatie; - geven van een briefing aan vliegers en springers over stick-indeling, hoogte, exit-procedure (bijv. para's bij de 1e F-27 sprong), windsnelheid, landingsterrein, enz.; - controleren van de springpapieren; - zorg dragen voor de veiligheid in het vliegtuig, vanaf de take-off tot en met de exit. De springleider hoeft niet per se de al eerder genoemde organisator te zijn. Belangrijk is dat er altijd een springleider aan boord van een F-27 moet zijn, die wordt aangewezen door de Koninklijke Luchtmacht. Aankomst op het vliegveld Allereerst is een militair vliegveld (helaas) nog geen dropzone of paraclub.

We zijn er te gast en zo zouden we ons ook moeten gedragen, al was het alleen al voor de goodwill. We zijn toch al "vreemde vogels" in Luchtmacht ogen. Bij aankomst op een militair vliegveld gelden de volgende punten: - Zorg dat je ruim op tijd aanwezig bent; - check je in bij de wacht; - parkeer je auto op de daarvoor gereserveerde plaats; - neem zelf kontakt op met de springleider; - laat je materiaal nakijken inklusief je papieren; - lever je KNVvL afstandsverklaring ingevuld in; (Zijn je papieren of materiaal niet in orde dan wordt er niet gesprongen!!) - breng je materiaal in orde voor de sprong; - eventueel gelijk gaan dirt-diven; - zwerm niet uit over het vliegveld - en dan is er pas KOFFIE! Want in de praktijk blijkt dat we het "doodval" -briefje vergeten zijn, dat ons materiaal nog in de auto ligt of dat we zonodig moeten dirt-diven als het vliegtuig weg moet!! Er volgt een algemene briefing van de springleider aan de springers ± 20 min. voor take-off. Na de briefing worden we geacht gelijk om te hangen en in te stappen. In de Friendship In het toestel plaatsnemen en de safetybeits sluiten als beide motoren draaien. Als het toestel op 1.000 ft. hoogte is, mogen de safety-beits los op teken van de springleider. Blijf dan gewoon zitten, niemand heeft iets bij de deur of de cockpit te zoeken! Controleer bij elkaar de uitrusting en voorkom dat er door bewegen of verplaatsen een container open gaat!! Dat is al eens gebeurd en de piloten krijgen hier grijze haren van (of hebben ze al). Op jumprun moeten we per stick opstaan en laat dan het middenpad vrij, zodat er visueel kontakt gehandhaafd blijft tussen springleider en vliegers. Op aanwijzing van de springleider moeten de springers met vrij korte tussenruimte het toestel. verlaten. Let op elkaar voor wat betreft de opening. De landing Land op de daarvoor bestemde ruimte. Daarna snel vouwen en/of verzamelen, afhankelijk van de situatie. Zorg dat je klaar bent voor de volgende sprong(en) uit de F-27. Waarschijnlijk schept dit stukje wat meer duidelijkheid in het F-27 springen en alles wat daar mee samenhangt. Ik hoop dat er in de toekomst door iedereen nog veel sprongen gemaakt kunnen worden uit de F-27. Groetjes Jos Wery

SPORTPARACHUTIST 11


een enquête onder leerlingen en instrukteurs Niet een enquête van het NIPO, want die zou de "steekproef" vast niet "representatief" noemen, hoewel zes instrukteurs ruim 6 % van het totale bestand uitmaken. Wat de leerlingen betreft, zou 6% een aparte editie van de SPORTPARACHUTIST vergen en daar kunnen we, alleen financieel gezien natuurlijk, niet aan beginnen ... De redaktie vond het echter een leuk idee om eens een paar vragen te stellen aan deze twee uiterste groepen van ons sportgebeuren om de mening over elkaar en elkaars aktiviteiten te peilen. De enquête is voor wat betreft de leerlingen anoniem en getracht is een zo groot mogelijke geografische spreiding te bereiken. Ondervraagd zijn leerlingen rond het A-brevet en aktieve instrukteurs met een behoorlijk aantal "dienst"-jaren. De instrukteurs worden wel met naam en toenaam ten tonele gevoerd en zijn in volgorde van opkomst: Rollo Poth, Ellen Bussemaker, Peter-Jan Hoogerwerf, Bram Lasschuijt jr., Jan Beumer en Hans 't Hart. Herinner je je nog jouw eerste instrukteur en wat vond je toen van hem/haar? RP: Ja. Ik heb een prima opleiding gehad bij de PCN van Joris Hercules. Ik vond het uitstekend. EB: Dat was in Frankrijk, een Engelsman, wat vanwege de taal wel makkelijk was. PJH: Hans van Schooten, een man met kennis van zaken en veel aandacht voor leerlingen. Jammer dat ik hem na de eerste sprong nooit meer heb gezien. JB: Ja, die herinner ik me wel. Ik vond hem positief en gemotiveerd, maar hij maakte wel een militairistische indruk. BL: Om huizenhoog tegenop te zien: jouw leven in zijn handen (geen AAD's in die tijd); de man stond letterlijk en figuurlijk op een voetstuk. Die vergeet je dus nooit meer. later als je zelf instrukteur bent, zie je pas de betrekkelijkheid van zo'n man, maar je kunt dus wel op die manier de gedachtenwereld van je leerlingen binnenstappen. HH: Daarop is het antwoord niet zo simpel. Ik heb erg veel hulpinstrukteurs en instrukteurs om me heen gehad in het begin. Je had nooit een vaste begeleider (Seppe 1972/'73). later ben ik naar Hoogeveen gegaan en toen was het beter. Wat vond je toen van je medeleerlingen? RP: Het was een ontzettend heterogene groep. Er waren veel Engelsen en dus werd de opleiding gesplitst in een Nederlandstalige en een Engelstalige groep. Ik ben zelf in de Engelse groep gaan zitten. Er was een groot saamhorigheidsgevoel. Het was heel duidelijk een samen-werken naar de climax. EB: Verschillend, de opleiding bestond voor het merendeel uit Utrechtse studenten, van wie de meeste niet de interesse hadden om door te gaan. PJH: Redelijk gezellig ploegje. JB: Ik zat in een goede homogene groep. Ik was blij dat ik in een civiele opleiding zat. Bl: Dat waren er maar twee, collega's

12 SPORTPARACHUTIST

van het onderdeel waar ik bij zat; ik zie ze nog wel eens (voor drie man draaide men in '69 nog een aparte grondopleiding met drie instrukteurs erbij!) HH: Ik ben begonnen in militaire dienst. Er was weinig onderscheid onderling. We waren allemaal even fanatiek. Het was toen wel anders als tegenwoordig. Als je 's morgens niet op tijd kwam, kreeg je geen chute meer vóór de middag. Met welke motivatie leid je nu leerlingen op? RP: Om hen enthousiast te maken voor de sport die ik zelf fantastisch vind. EB: Ze enthousiast te maken voor de sport en ze zo veilig mogelijk te laten springen. PJH: Ik vind het leuk om kennis en enthousiasme voor deze sport op anderen over te dragen. Ik hou van het leren kennen van allerlei typen mensen en van de gezelligheid die je daarbij kan meemaken. JB: Ik wil ze op een veilige en positieve manier kennis laten maken met een bijzonder mooie sport. Bl: In mijn geval benut ik de karaktervormende waarde van het sportparachutisme om aan het opleidingspakket van jonge aanstaande officieren een flinke steen te kunnen bijdragen. Ik hoop dan steeds (en dat lukt aardig), dat 10% van mijn leerlingen "gepakt" wordt door de sport, waardoor het wedstrijdgebeuren doorlopend injekties blijft krijgen. "Nachwuchs" -creatie, dus. HH: Mijn motivatie is het doorgeven aan de nieuwelingen van ervaringen in en kennis van het springen. Ik zou niet commerciëel willen opleiden. Leerlingen financieren in het algemeen de clubs. Vind je dat jouw opleiding hun (dure) geld waard is? RP: Zonder meer. We geven hier bij de PCMC een prima opleiding. Het gebeurt met 100 % inzet. De leerlingen hebben altijd voorrang. EB: Ja.

PJH: Ja, een ieder wordt bij Icarus ruimschoots in de gelegenheid gesteld alle sprongen te maken. JB: Ja hoor, alleen vind ik dat de waarde daalt met de tendens naar verkorte opleidingen. Professionele opleidingen hebben het voordeel van uniformiteit, maar brengen ook oppervlakkigheid met zich mee. Bl: Méér dan dat! Het aantal uren dat ik erin steek, staan in geen enkele verhouding tot het bedrag dat leerlingen betalen. HH: Ik ben het niet helemaal met de vraagstelling eens. Elke para moet een keer beginnen, op dat moment is hij/zij dus leerling. Op dat moment is het een forse investering, maar als je daarna doorgaat, blijf je ook betalen. We bestaan niet alleen van leerlingen. Veel leerlingen kappen er na verloop van tijd mee, maar ze dragen natuurlijk wel bij. Verder vind ik dat het niet mijn opleiding is, maar dat de vereniging daar verantwoordelijk voor is. Vanuit dat standpunt is het het geld waard. • Met welke zin c.q. hoofdstuk begin je een opleiding? RP: Met een inleiding over het springen in het algemeen en het springen in Nederland, de verschillende onderdelen van de sport, de gang van zaken op de club en de organisatie van de KNVvL. EB: Ik begin met een rondleiding van terrein en clubhuis en laat ze weten dat zij te gast zijn bij Icarus. PJH: Met twee onderwerpen: de introduktie van de club en de kennismaking met de sport parachutespringen. JB: "Welkom op het Nationaal Centrum Teuge". Daarna behandel ik het vliegveld en vertel een stukje geschiedenis van de sport. Bl: "Goedenavond, jongelui, zoals jullie hier zitten, zijn jullie allemaal hardstikke gek!" HH: Ik begin met algemene zaken, zoals de struktuur van de vereniging, enz. en wat er na de eerste opleiding allemaal mogelijk is.

Heeft jouw eigen opleiding en je leerlingen tijd invloed op je manier van opleiden? RP: Nee. De opleiding is vrij standaard. EB: Weinig, omdat het in een andere taal gebeurde en er sindsdien zeer veel is veranderd. PJH: Ja, ik vond dat er vroeger te weinig aandacht aan de leerlingen werd besteed en ik probeer dat soort zaken nu te voorkomen. JB: Nee. Bl: Nee. Met name het onderwijssysteem is in de loop der jaren veranderd: niet ouwe hoeren voor de klas, maar DOEN! HH: Ja, in het bijzonder omdat ik een militaire opleiding heb genoten. Ik heb


bijvoorbeeld goed onderricht instruktietechnieken.

gehad in

Maak je al een selektie na de eerste sprong wie er dpor zal gaan en wie niet? RP: Nee. Er is niets van te zeggen. De "bravourjongens" verdwijnen bijv. heel snel, terwijl de "angsthazen" doorgaan. Ik kan het niet zien. EB: Onbewust doe je dat tijdens de . opleiding, maar ik laat het niet merken. PJH: Ja, maar wel genuanceerd. Als een leerling enthousiast is en meer interesse toont dan alleen maar voor het Abrevet en als hij om aandacht vraagt, krijgt hij die ook. JB: Ik maak zelfs tijdens de opleiding al een selektie. Uit hun reakties moet je ook kunnen opmaken of je eventueel iemand moet afraden om te springen. BL: Ja, soms er al vóór! HH: Nee. Dit kan ik zelfs na een achtste sprong nog niet zeggen. Veel leerlingen stoppen na hun achtste sprong of eerder. Denk je dat je hier persoonlijk iets aan kan doen of ligt dat aan het opleidingssysteem? RP: Ik doe er zelf zoveel mogelijk aan. Ik probeer ze altijd te overtuigen dat ze niet moeten stoppen. Soms lukt dat en dan blijkt later dat ze je heel dankbaar zijn. EB: Deels aan het opleidingssysteem; er zijn te veel mensen om persoonlijk te begeleiden, maar het ligt ook vaak aan de groep. PJH: Deels aan het opleidingssysteem, deels het Nederlandse weer. JB: Voor een heel klein percentage geldt dat je er persoonlijk als instrukteur' iets aan kan doen; namelijk voor degenen die net dat beetje begeleiding en belangstelling missen om door te gaan. BL: Dat ligt aan het systeem: die achtste sprong geeft de wing, een "onderscheiding" voor militairen. Ik leid alleen militairen op, dus de meesten stoppen bij mij ná de achtste, nooit ervóór. HH: Ik denk dat je daar persoonlijk weinig aan kan doen. Het is voor iedereen een vrije keuze. Je kunt wel proberen mensen enthousiast te maken, maar uiteindelijk beslissen ze zelf. Is je begeleiding van vrije val leerlingen anders dan die van staticliners? Zo ja, waarom? RP: Nee. Iedereen krijgt de aandacht die ze verdienen. EB: Ja, intensiever; elke vrije-valler moet je persoonlijk briefen wat hij de volgende keer moet doen. PJH: Ja, de begeleiding van een vrijevalIer is persoonlijker gericht. Het maakt veel uit welke capaciteiten de leerling bezit. In aantal zijn het er in ieder geval veel minder. JB: Op Teuge draai je zo weinig diensten dat je je leerlingen uit het oog

verliest. BL: Ja, veel persoonlijker. Ik pas het opleidingsprogramma per individu aan, zodat een optimale vordering op weg naar brevetten wordt bereikt. HH: Alleen anders op springtechnisch gebied. Verder geen verschil. Wat vind je van de mentaliteit van de huidige leerlingen RP: Niet anders dan vroeger. Ik heb ooit eens ME-ers opgeleid en dat heb ik vrij hard gedaan. Bovendien vingen die elkaar op. EB: Anders dan jaren geleden. Nu verwachten ze dat alles en iedereen maar klaar staan, meer de mentaliteit van: "wij zijn hier gekomen en jullie zijn hier voor ons". PJH: Ze zijn wat gemakzuchtiger; ze vinden dat alles maar voor hun geregeld moet worden. De bereidheid om te helpen is minder dan vroeger. JB: Zoals in de hele maatschappij verschilt dat erg per individu. Wel heb ik de indruk dat juist mensen met één of ander minderwaardigheidskomplex met springen beginnen om hun prestige op te krikken. BL: Niet allen, doch de meesten hebben de mentaliteit: "wing halen en wegwezen". Ik vind dat niet bezwaarlijk, want door dit verkoopartikel maken we de meeste winst, waardoor de clubs kunnen blijven draaien en wij kunnen blijven springen tegen betaalbare springprijzen. HH: Je moet onderscheid maken tussen militairen en burgers. De eersten zijn tot en met het A-brevet succesvoller, maar haken daarna verhoudingsgewijs in grotere aantallen af. De blijvers zijn vaak burgers. Wat vind je van de houding van de ervaren springers ten opzichte van de leerlingen? RP: Over het algemeen is die goed, soms zijn ze wat betweterig en doen. een beetje betuttelend. EB: Wisselend, meisjes worden er wel snel bij betrokken, terwijl de jongens zich eerst waar moeten maken. Maar meestal laten ze leerlingen vooral aan de bar links liggen. PJH: Net zo beroerd als vroeger. JB: Ook dat verschilt heel erg per persoon. Ik bespeur geen algemene trend. BL: Uitgesproken slecht. Zoals ik al schreef: "als IK maar kan springen". Die kreet geldt voor leerlingen maar ook voor ervaren springers onder elkaar. Een jammerlijke mentaliteit, want juist die ervaren mensen kunnen leerlingen omhoog tillen. Anderzijds: degenen, die doorzetten en "ervaren" worden, zijn wel de meest "harden" met het meeste incasseringsvermogen. HH: Sommigen bemoeien zich met zaken waar ze zich niet mee bezig moeten

houden. Bijvoorbeeld het overdragen van kennis. Dit is toch wel een zaak voor de instruktiegroep (instrukteurs + hulpinstrukteurs). Op deze wijze kan er foutieve kennisoverdracht plaatsvinden. Bij ons valt het nogal mee omdat bijna de gehele vrije-val-sektie in de instruktiegroep zit. Heb jij bereikt wat je als leerling hoopte te bereiken? RP: Ikke wel. Ik zag ooit een driemannetje bouwen en dat wilde ik ook. Het zijn er zelfs meer dan drie geworden. Instrukteur wilde ik eigenlijk niet worden. Omdat ik in het onderwijs werk, ben ik er min of meer ingerold. EB: Ja, ik wilde vanaf het begin al instrukteur worden. PJH: Ik heb meer bereikt dan ik ooit dacht te kunnen bereiken. Omstreeks het B-brevet overwoog ik te stoppen, nu ben ik instrukteur-examinator. JB: Ja, want in eerste instantie wilde ik slechts de vrije val meemaken. BL: Nog niet: ik wil nog een wereldtitel! HH: Ik heb meer bereikt dan ik had verwacht. Heb je nog opmerkingen, wensen of adviezen betreffende leerlingen? RP: Geef het niet te gauw op, ook al zit het tegen, blijf naar de club komen. Het maakt niet uit of het slecht weer is of dat je springen tegen zit. Het is een sport waar je bloot staat aan veel psychische spanningen en daar moet je je overheen zetten. EB: Ik zou het leuk vinden als leerlingen meer in het clubleven betrokken raken. Ik zou het leuk vinden als alle leerlingen een A-brevet halen. PJH: Als leerlingen verder willen in deze sport, moeten ze in korte tijd veel sprongen maken. Voor instrukteurs: kijken naar een geavanceerdere opleiding. In de loop der jaren is het springen veel veranderd en technisch sterk verbeterd, terwijl de opleidingen nauwelijks zijn veranderd. JB: Door een meer persoonlijke benadering kunnen de opleidingen verbeterd worden. Zo heb ik een hele nare ervaring opgedaan toen ik mijn grondopleidingen na de eerste sprong op het veld liet komen om daar gezamenlijk onder het genot van een glas champagne de sprongen te evalueren. De leerlingen vonden dit erg leuk, maar de instrukteur van dienst was woest! Daar baalde ik ontzettend van! BL: Advies aan de K.N.V.v.L.: maak het A-brevet 5 sprongen. Dan: - zijn de leerlingen korter aanwezig; - zijn ze één weekend weg, ze betalen toch wel; - kan je er meer opleiden; - komen er méér "ervaren" springers (immers 10% blijft hangen). HH: Ik zou de vorm van de opleiding willen verbeteren, bijv. door middel van

SPORTPARACHUTIST 13


films, dia's, meer levendige instruktie, een betere begeleiding van het laatste deel van het A-brevet (o.a. met dummy trekken) en er kan nog meer gezelligheid in de vereniging gebracht worden.

SOO-sprongen-type is. Niet met 500, maar toch wel met een hoop. • Ik vond dat hij goed inspeelde op onze situatie.

Heb je je op de hoogte gesteld van het springen voordat je deelnam aan de opleiding? • Nee, ik ben door de buurman gevraagd om mee te gaan springen. • Ik heb veel informatie gekregen van een springend familielid en ben ook gaan kijken bij een club in de buurt. • Ja, mijn vriend sprong al. • Tot op zekere hoogte. Ik wist er weinig van maar ik had ze een keer zien springen in Locarno. Toen was ik nog te jong en had ook geen geld. Later heb ik via een collega meer informatie gekregen. • Ik heb me van te voren niet op de hoogte gesteld, maar ik wou het wel al heel lang gaan doen. Via toevallige kontakten ben ik naar Hoogeveen gegaan.

Veel leerlingen stoppen na hun achtste sprong of eerder. Ligt dat bijvoorbeeld aan de instrukteur, de manier van opleiden of aan het systeem? • Dat ligt aan de mensen zelf. Veel lui hebben niet de wil om door te zetten en dat wordt eigenlijk al in de opleiding verteld. • Volgens mij ligt dat niet zo zeer aan de opleiding. Veel meer aan het lange wachten of vaak voor niets komen in het begin door slecht weer bijvoorbeeld. Ook lijkt in het begin de weg naar het uiteindelijke doel van de vrije-val nog lang en onzeker. • Nee, dat ligt aan andere dingen zoals angst. • Financiën spelen een rol. Velen weten nu wat het is en vinden dat het zo wel leuk is geweest. • Veel leerlingen vinden het te duur om door te gaan, tenminste ik denk dat het daar aan ligt.

Je hebt veel geld betaald voor je opleiding. Kreeg je waar voor je geld? • Ja, ik vond het niet teveel. Ik heb zeker wel waar voor m'n geld gekregen. Ik ben heel tevreden. • Het nettobedrag voor alleen de opleiding vind ik best wel veel als je bekijkt welke informatie je daarvoor krijgt. • Ik vind van wel. • Voor de A-opleiding kreeg ik veel aandacht en dus waar voor m'n geld. • Vergeleken met andere sporten is het niet al te duur. Wat vond je toen van je instrukteur? • Hij was correct, streng en disciplinair. • Hij was minder ernstig als ik verwachtte, maakte veel grapjes en zo. Dat verraste mij, vooral bij de behandeling van de noodprocedures. Hij kwam wel over als de man die het allemaal wist, maar hij had er ook begrip voor als ik het niet meteen allemaal begreep. • Bij de opleiding vond ik hem goed, maar tijdens het springen kregen we een "nummerbehandeling" . • Wel aardig. • Ik heb een prima instrukteur gehad. Merkte je dat je instrukteur ooit leerling is geweest of werd hij geboren met 500 sprongen? • Hij deed normaal en niet afstandelijk. Er moest wel naar 'm geluisterd worden. • Omdat hij vrij jong en joviaal was, had ik wel een goed kontakt met hem. • Ik zou zeggen dat hij het

14 SPORTPARACHUTIST

Hoeveel sprongen

heb je nu?

• 22. • Ik heb nu 16 sprongen en ben aan 10 sec. vrije-val. • Ik heb nu 15 sprongen. • Elf sprongen waarvan één clear and pull. •

Ik heb nu twee sprongen. Ik heb een beetje pech gehad (enkelblessure) waardoor ik nog niet erg ben opgeschoten.

Wat vind je nu van je eerste instrukteur? • M'n mening is wat hem betreft ongewijzigd. Je praat nu iets vrijer met je ·instrukteur dan in de opleiding. Je kent 'rn wat beter. Maar hij is nog steeds correct en hij grijpt op de juiste momenten in. • Het is eigenlijk een gewone springer die meer weet dan de gemiddelde springer maar ook niet alles. • Mijn oordeel is niet veranderd. • Nog steeds wel aardig. Sommige dingen heeft hij iets te overtrokken geïnstrueerd, vind ik nu. • Op deze vraag moet ik nu nog hetzelfde antwoord geven als op vraag drie. Denk je door te gaan met springen? • Ja. • Ja, ik denk het wel. • Ja zeker. • Ik ben het wel van plan, alhoewel het financieel wel een probleem is, maar ik zie het toch niet als hoofdsport. • Nee, ik ga niet door na de achtste sprong. Ik wilde dit gewoon eens

doen. Ik heb verder geen aspiraties. Denk je dat als je vrije val gaat doen de begeleiding beter of slechter zal zijn. Waarom? • Die is 't zelfde. Ik heb van elke sprong geleerd. Altijd goed commentaar en aandacht van de instrukteur gekregen. Je wordt hier goed in de gaten gehouden. • Beter. Ik ervaar eigenlijk nu al dat ik als vrije-valler meer persoonlijke aandacht en begeleiding krijg dan als static-liner. • Ik verwacht daar eigenlijk geen verschil in, maar je hoort natuurlijk steeds meer van andere springers. • Ik zie het bij andere mensen: slechter. Het gebeurt niet meer in groepsverband en gaat vaak via een velletje papier. Wat vind je van de houding van de ervaren springers op de club ten opzichte van jou en je medeleerlingen? • Op deze club wordt er geen onderscheid gemaakt. ledereerris enthousiast voor de sport en de leerlingen krijgen veel aandacht. De ervaren mensen zijn behulpzaam en niet arrogant of iets dergelijks. • Die houding is best positief te noemen. Wel is je eigen houding daarbij erg belangrijk. • Dat verschilt. Sommigen hebben zo'n houding van "wat kom je hier doen", anderen zijn heel behulpzaam. • Die kan je in twee categorieën verdelen: 1e: mensen die je gewoon als leerling niet zien staan en 2e: mensen die belangstellend naar je verrichtingen informeren. De eerste groep word in de loop van het seizoen groter. • Hardstikke leuk en erg gezellig. Alleen jammer dat er niet meer vrouwen springen. Wat vind je van de sfeer in de club? • Heel goed. Ik heb 't er erg naar m'n zin. • De sfeer is in het algemeen erg goed. Vooral als er bijvoorbeeld bij wedstrijden iets georganiseerd wordt, zoals een barbeque, is het enorm gezellig. Verder verveel ik me nooit, want ik help graag mee met vouwen, opruimen enz. • Ik vind het hier gezellig. • Zeer afwisselend, het ene moment gezellig en het volgende moment lijkt het wel een kindertehuis. • Goed en het is gezellig. Het is maar wat je ervan verwacht. Dat ligt voor iedereen anders. Had je dit verwacht voordat je begon met springen? • Ik had nooit gedacht dat het zo ge-


• • •

weldig zou zijn. Zowel het springen als de sfeer! Ik dacht vóór die tijd: je komt voor een sprong en dan ga je weer. Dat er een heel clubleven omheen hangt, had ik niet verwacht. Ja, het komt aardig overeen met mijn verwachtingen. Ik had totaal geen verwachtingsbeeld. Daar had ik van tevoren niet zo'n duidelijk beeld van.

Wat hoop je te bereiken in het springen en hoe denk je dat te realiseren? • Ik wil graag aan een square hangen. Dus gewoon doorspringen. Ik koop binnenkort een PC. Ik heb iedereen in de familie mee en ze stimuleren me fantastisch. • In welke onderdelen ik me later ga specialiseren, weet ik nog niet, maar

Voor het samenstellen van onderstaand artikel is met name een artikel over squares gebruikt dat gepubliceerd werd in "Het handboek voor de Sportparachutist" . De schrijver bedankt de samensteller van dat artikel voor deze ruggesteun.

In een verhaaltje dat hopelijk niet te lang is geworden, wil ik wat vertellen over squares, de vliegende matrassen, de vierkante parachutes en ingaan op hoe iemand moet handelen bij zijn eerste sprong met een square. Eerst zal ik in het kort proberen uit te leggen waarom deze parachute in staat is ons zo zacht op de grond te zetten, Waarom de ronde parachute onze daalsnelheid dermate vertraagt dat wij zonder problemen een sprong uit een vliegtuig kunnen voltooien, begrijpt iedereen. Die halve ronde bol ondervindt gewoon veel weerstand bij het dalen. Vergelijk het maar eens met een paraplu bij veel wind. Een square daarentegen, is slechts een rechthoekig stuk doek met een veel kleiner oppervlak dan een ronde parachute, ongeveer een derde. Als dus de square het alleen van zijn weerstand moest hebben, was de lol er gauw af, maar het is niet zozeer de weerstand die het ding in de lucht houdt, maar de lift, een opwaartse druk. Waarom? Wel, een square bestaat uit een aantal cellen, 5 of 7 (soms 9), kokers als het ware: van voren open en van achteren dicht. Bovendien zijn de lijnen aan de voorkant korter dan aan de achterkant, het hele apparaat staat dus schuin naar voren. Daardoor zal de square naar voren gaan bewegen. Steek maar eens je hand uit het raam van een rijdende auto en kantel hem wat: je hand zal dan naar boven of beneden willen. De square die zich

ik weet nu al wel dat ik het leuk zou vinden instruktie te geven. Daarvoor denk ik wel dat ik alle onderdelen enigszins moet beheersen. • Ik hoop te gaan relatieven en ik denk dat ik daar in de toekomst vrij veel tijd en geld voor over heb. • Ik hoop de nodige brevetten te halen om te kunnen relatieven, hetgeen op langere termijn toch wel gerealiseerd zal worden. Heb je nog opmerkingen, wensen of adviezen? • Ik heb geen duidelijke wensen of adviezen. Ik vind het wel jammer dat zoveel medeleerlingen afgevallen zijn. Leerlingen moeten blijven komen. Gewoon naar de club gaan, ook al heb je last van stress! Veel praten met je instrukteur en met andere springers, dan blijf je enthousiast.

Ik heb eigenlijk maar een duidelijk advies: Als je iets niet begrijpt, doe dan niet alsof je het wel begrijpt en blijf er niet mee rondlopen, maar vraag, vraag, vraag! • Ik vind dat onze club op Teuge (VPCT) meer moet organiseren en vooral voor leerlingen. Bijvoorbeeld precisiewedstrijdjes en dergelijke. • Ik zou graag zien, dat de vrije-val opleiding beter begeleid wordt. Bij mij persoonlijk komt;' door de haast om direkt vanaf het werk naar het vliegveld te komen, het normale beetje gezonde voeding in de knoop. Misschien dat daarvoor op de club wat geregeld kan worden. • Ja, ik zou graag zien dat er meer vouwruimte was in het clubhuis. Nu moet je altijd erg lang wachten voordat je met vouwen kan beginnen.

Van rond naar vierkant naar voren en naar beneden beweegt, komt natuurlijk lucht tegen en deze lucht zal dus àf bovenlangs àf onderlangs de square moeten passeren. Nu zijn de cellen van de square zo gevormd dat de bovenkant boller staat dan de onderkant; zie tekening. Dus, de afstand van A naar C is groter dan de afstand van B naar C. Conclusie: de weg van de lucht bovenlangs is langer dan de weg van de lucht onderlangs. Zodoende zal de lucht die bovenlangs gaat sneller moeten gaan dan de lucht die onderlangs gaat. Nu is het een natuurkundige wet dat de druk van een gas (in dit geval gewoon lucht) afneemt als de snelheid toeneemt. De verklaring van deze wet zal ik de lezers besparen. We krijgen dan ook onder onze square een hogere druk dan er boven. Juist door dit drukverschil ondervindt de matras een kracht naar boven: de lift.

A B

Horizon

Waarom gebruiken alle ervaren springers een square? Ten eerste is de voorwaartse snelheid van een square veel hoger dan die van ronde parachute; halen de leerlingenkoepels 3 meter per seconde, de PC's ongeveer 5 meter, de squares afhankelijk van het type en van het gewicht van de springer 9 tot wel boven de 12 meter per seconde (10 meter per seconde is 36 km per uur). Dan heb je tenminste wat in de melk te brokkelen bij het bepalen waar je gaat landen en ben je niet voornamelijk afhankelijk van vadertje wind. Voor de duidelijkheid: de geno-

_

teerde snelheden zijn luchtsnelheden, geen grondsnelheden. Onze grondsnelheid is een resultante van onze luchtsnelheid en de windsnelheid en windrichting. Ten tweede stelt de lift van de square ons in staat zeer zachte landingen te maken. Omdat de bruikbaarheid van de square echter voornamelijk afhankelijk is van de lift, zal je bij verkeerd gebruik van het apparaat op een onaangename manier met moedertje aarde in aanraking komen. Hoe zit dat nu? Wel, de stuurlijnen van de square zijn aan de achterkant bevestigd. Als je deze aantrekt, trek je de achterkant van de square naar beneden, waardoor de cellen boller worden en het verschil in afstand tussen de weg bovenlangs en de weg onderlangs groter wordt. Daardoor neemt de lift toe en de voorwaartse snelheid door de grotere weerstand af. Het verqroten van de lift houdt een keer op en wel op het moment dat de lucht niet meer netjes langs de bovenkant van de square stroomt. De lift valt dan ineens weg, het hele ding klappert en schudt en je daalsnelheid neemt snel toe. Dit verschijnsel heet in het Nederlands "overtrekken" en in het Engels "to stali" , in het parajargon verbasterd tot stallen (spreek uit stollen). Laat je je stuurlijnen weer wat omhoog komen, herstelt de lift zich gelukkig wel weer, maar het is meteen duidelijk dat je dit nooit laag boven de grond moet doen. Last but not least: Canopy Relatief. Sturen met een square gaat simpelweg door slechts een stuurlijn in te trekken, namelijk die kant waar je heen wilt. Hoe verder je doortrekt, hoe sneller je draait. Het waarom is dat je de weerstand van de betreffende kant groter maakt, je' remt als het ware een kant af.

SPORTPARACHUTIST 15


I

Nu wat praktijk; je eerste square sprong: vereist een B-brevet, redelijke PC-ervaring en een briefing. Verlaat het vliegtuig op minimaal 4000 ft, maak een seconde of 5 vrijeval en trek het ripcord. De stuurlijnen van de square worden bij het pakken zo vastgezet dat ze tot de helft zijn ingekort. De matras vliegt, zoals dat heet, op halve remmen. Door simpelweg de stuurtoggels naar beneden te trekken, zullen de halve remmen losgaan. Vaak zul je zien dat de buitenste cellen van de matras nog dicht zijn. Diep doortrekken van de stuurlijnen en er dan mee pompen, zal de cellen doen opengaan waarbij ook de slider helemaal naar beneden zal komen. Overigens, de slider, wat is dat?

closed end cells

Meestal een vierkant stuk doek, 40 cm groot, dat met vier ringen tussen je lijnen bevestigd zit. Bij het vouwen wordt hij helemaal naar boven geschoven, zit dus in het begin van de opening ook bovenin een vertraagt de opening doordat hij de lijnen bij elkaar houdt en de square verhindert met een klap open te gaan. Check je parachute nu, berg je ripcord op en daar hang je dan. Nu ga je het vliegen met de square proberen. Laat de matras eerst voluit vliegen en begin daarna beide stuurlijnen langzaam naar beneden te trekken. Schouderhoogte is ongeveer halve remmen, navelhoogte is ongeveer volle remmen. Je zult merken dat de parachute steeds langzamer vooruit gaat vliegen en langzamer gaat zakken. Tot op het moment dat je door de volle rem heen in de stall komt en de matras naar achteren wegvalt waarbij je daalsnelheid drastisch toeneemt. Dit voelt eng aan maar houdt het maar eens rustig 5 secenden vol, dan leer je niet bang te zijn voor je parachute. Laat nu de stuurlijnen met beleid tot ongeveer borsthoogte terugkomen en de lift zal zich weer herstellen en je vliegt weer. Het kan zijn dat er nu weer buitenste cellen dicht gegaan zijn, maar je weet inmiddels hoe je dit op moet lossen. Probeer dan maar eens wat bochten en je zult merken dat helemaal intrekken van één stuurlijn een reusachtige zwaai tot gevolg heeft. Als je de stuurlijn helemaal beneden houdt, zul je steeds sneller spiralerend naar bene-

16 SPORTPARACHUTIST

den gaan, waarbij je kompleet naast je parachute komt te hangen. Op zulke momenten zeggen de toeschouwers soms: kijk, hij maakt salto's. Nooit laag boven de grond dus! Draaien kan ook met de stuurlijnen in remmende positie, simpelweg door er een wat omhoog te laten komen of de ander nog meer naar beneden te trekken, of een kombinatie van beide. Ook aan een van je risers trekken, zal de parachute doen draaien. Vooral aan de voorste riser. Probeer het maar eens door er een tot onder je schouder te trekken. Je daalsnelheid kan dan wel oplopen tot 100 km per uur, goed voor je opvoeding om baas te worden over je parachute. Het sturen met de riser heeft als voordeel dat je kunt sturen met je halve remmen er nog op. Dat kan een uitkomst zijn als je bij relatief springen iemand na je opening moet ontwijken. Onthouden voor later. Ik hoop, waarde springbroeders en zusters, dat ik niet hoef te vertellen dat je zulke dingen als wilde draaien en stallen niet, nee nooit, beneden de 1000 ft moet doen. Bedenk, dat alle bewegingen met je stuurlijnen veel grotere gevolgen hebben dan met je pc. Kalmpjes aan dus. Ook bij deze sprong zal de grond zoals gewoonlijk je plezier weer veel te vroeg bederven, je moet landen. Zoals ik al gezegd heb, is de voorwaartse snelheid vrij groot, praktisch altijd groter dan de windsnelheid, dus je zult net zoals een vliegtuig een cirquit moeten vliegen. Neem voor je eerste sprongen een ruim terrein, vlieg er op ongeveer 1000 ft voor de wind langs en draai afhankelijk van de windsnelheid op een gegeven moment dwars op de wind tot je dwars van je doel hangt en draai dan tegenwind. Als je het een en ander niet overdreven hebt, zal je nu op ongeveer 500 ft zitten. In verband met turbulentie is het nu verstandig om een haartje remmen te geven en vlieg zo rustig naar je doel toe. In het begin zul je zien dat je toch op een andere plaats terecht komt dan je dacht op 500 ft. Vandaar dat je de ruimte moet nemen. Kom je in de buurt van de grond, geef dan ongeveer halve remmen, parahouding, plof, en bier bestellen, gefeliciteerd! Nog een paar wenken. Maak je eerste squaresprongen met een gemiddeld windje, daar zowel bij erg veel wind als geen wind het een en <l:nderwat lastiger wordt. Laat het flaren (dit is het op zo'n 2 tot 5 meter hoogte, afhankelijk van de windsnelheid, het in één keer intrekken van beide stuurlijnen van alles op tot in de stalI) tot je wat meer ervaring hebt met het apparaat. Juist dit tiaren nu bezorgt je de beroemde superzachte landingen, als je het goed doet tenminste. Doe je het te hoog, dan stallt je parachu-

te voor je op de grond bent; doe je het te laag, dan heb je nog een te hoge snelheid als je landt. Nog een laatste woord over storingen met squares. Ik wil het hierbij niet hebben over storingen die niets met het type parachute te maken hebben, zoals Totals, Streamers e.d. - Twist: Fiets de twist er eerst uit vóór je je cellen gaat openpompen, anders loop je het risico dat je stuurlijnen in de knoedel van de twist blijven vastzitten, terwijl je ze helemaal hebt ingetrokken, in de stall dus. - Pilotchute om een van de lijnen: waar dan ook, blijft hij daar zitten: reserveprocedure. - Een hele hoek verfrommeld en de square slingert je hard in de rondte: indien pompen niet onmiddellijk helpt: reserveprocedure. - Gebroken stuurlijn: behalve onder bepaalde omstandigheden zoals bijvoorbeeld een heel grote square en een gunstige wind: resejveprocedure. - Een van de stuurlijnen van de halve rem geschoten: trek de betreffende stuurlijn simpel tot de halve rem in en de draai waarmee je onmiddellijk na de opening begonnen bent, stopt en het probleem is opgelost. - Stuurlijn(en) is niet van de halve rem te krijgen: trek de stuurlijn die je wel los kan krijgen tot de halve rem in en je square vliegt rechtuit. Houd je hem hoger of lager dan de halve rem zul je een dienoyereenkomstige bocht draaien en kun je ook nog met je risers sturen, weinig aan de hand dus. Alleen, volgens de wet van Murphy krijgt je zulke dingen altijd als het niet uitkomt, op demo's bijvoorbeeld, dus kijk een beetje uit dat je de remmen op de juiste manier vastzet. - Vuistregel is en blijft: heb je problemen met het apparaat en kun je ze niet snel oplossen: reserveprocedure. Neem je beslissing altijd boven de 1500 ft. Teveel mensen hebben te laag hun reserve getrokken, of helemaal niet meer. Laat de waarschuwingen aan het eind van dit epistel geen beletsel zijn om square te gaan springen. Een square heeft sowieso al minder kans op storingen dan een ronde parachute en als je eenmaal je square hebt leren kennen, zul je nooit meer wat anders willen. Zoals al eËms gezegd is, het springen is voor jou nog. mooier geworden want je bent behalve springer ook vlieger geworden. En zo is het, een square is een stukje doek met wat touwtjes, maar waarde springfanaten, met de eigenschappen van een vliegtuigvleugel.

Karel Lamboo


------------------=

---------De bananensprong

"0

nïco Ol

o o m

c:: al

"0

c::

co

>

-'.~"

Q;

"0

al

o ài .~ (j)

::::l

Het loopt tegen de avond. De dropzone biedt een rustig beeld. De wind is afgenomen en eindelijk mogen de leerlingen voor hun eerste sprong omhoog. De ervaren springers babbelen onder het vouwen van de laatste sprong en kijken naar de exits op 2000 ft. Vredig dalen de T-10's richting aarde. Daar komt weer zo'n ronde bol op de lappen af. Op 30 meter hoogte beweegt zich een arm naar beneden en draait de parachute keurig tegen de wind in. Dan gebeurt er ineens iets vreemds. In plaats van de bekende stijve parahouding neemt de nieuwbakken para een hele kromme houding aan. Het lijkt wel of hij expres z'n benen opzij buigt! Nog voordat je kan schreeuwen "parahouding!" ploft hij reeds op de grond. Direkt springt hij overeind en begint z'n boeltje bij elkaar te rapen. "Zijn instrukteur is wel ernstig in gebreke gebleven bij het hoofdstuk landingen", denk je dan met gefronste wenkbrauwen. Gelukkig kan ik je geruststellen. Zijn instrukteur heeft wel degelijk aandacht besteed aan de landingen. Alleen heeft hij zijn klas wat anders geleerd over wat al jaren lang over de hele wereld iedereen, die ooit uit een vliegtuig gesprongen heeft, aangeleerd werd: de parahouding. "Wat is dat nou voor onzin!", denk je als overlevende van honderden platte-bek smakken. "Iedereen weet toch dat die parahouding heel belangrijk is. Ik wed dat die instrukteur zelf op z'n bol gevallen is". Ho, ho, ho, luister nog even. Ik heb niet gezegd dat hij ze niets geleerd heeft. Dat je die leerling daarnet zo krom zag landen, komt omdat hij de bananen-Iandingstechniek heeft geleerd. "Jij bent zeker ook over een bananenschil uitgegleden?" Neeeee ... dit is echt serieus. Het is een techniek die ontwikkeld is op een dropzone in Texas, waar ze vonden dat ze teveel leerlingen moesten afvoeren met één of andere voet- of beenverwonding ondanks het gedegen trainen van een parahouding. "Nou, vertel me daar dan maar eens meer van". Oké! De techniek werd daar "ontdekt" toen een meisje zoveel moeite had met de pararol dat een ongeduldige klasgenoot opsprong en zijn versie van een parahouding liet zien. Hij sprong van de verhoging en boog z'n benen zover opzij dat hij daadwerkelijk op de zijkant van z'n benen, dijen en lichaam landde. Het zag er lachwekkend uit, maar niemand kon zeggen dat hij het fout deed, want het werkte prima. In eerste instantie werd deze nieuwe techniek uitsluitend onderwezen aan de probleemge-

=

vallen, maar op een gegeven moment besloten ze daar in Texas geheel over te stappen op deze vereenvoudigde en vooral tijdbesparende methode. Drie argumenten brachten hen tot dit besluit. Ten eerste eist de parahouding van de leerling een stijve vertikale houding, waardoor zijn of haar gewicht geheel boven de enkels komt, die in feite vrij kwetsbare onderdelen vormen. Ten tweede moet de leerling een draai-rol coördineren bij die eerste landingen,

die in het algemeen als komplete verrassingen voorbijgaan. Hoe vaak hebben we niet persoonlijk waargenomen dat een leerling op het laatste moment door een oerreflex zijn stijve houding toch weer "loslaat"? We vragen dus eigenlijk iets heel moeilijks van ze! Het derde nadeel van de parahouding is dat de goede rol op de grond al zo moeilijk onder de knie is te krijgen dat dat de leerling voor de praktijk niet bar veel vertrouwen inboezemt. Omdat de bananentechniek zo eenvoudig is - je hoeft slechts je benen opzij te duwen en daar te houden - geloven de leerlingen dat het ook in de lucht zal werken. Zij hebben er vertrouwen in en daarom kan de instrukteur er ook eerder op vertrouwen dat de aspirant-skydivers de bananenhouding zullen aannemen. Als je het zelf wilt proberen, loop dan eens naar het harnas in de hangaar en trek jezelf op aan de hang riemen. Neem nu eerst de bekende parahouding aan: voeten en knieën stevig tegen elkaar, knieën licht gebogen, kin op de borst. Nu duw je je benen in een bocht opzij, zodanig dat je langs je schouder je tenen ziet (en niet voor of achter je). Laat nu los ... Vervolgens ga je naar de groenteboer en koopt een komkommer en een banaan. Houd de komkommer vertikaal op

ooghoogte en laat 'm op een harde vloer vallen. Zeer waarschijnlijk is de punt van de komkommer een nieuwe soort groentesaus geworden. Doe daarna hetzelfde met de banaan en merk op dat hij niet beschadigd is. (Dit is wat Jan de Poot al een jaar lang deed tijdens zijn grondopleidingen met z'n lunchpakket, als ie dat tenminste nog niet opgegeten had.) Er is een natuurkundige verklaring voor: de energie van de klap wordt verdeeld over het gehele kromme lichaam en over een langere periode. De traditionele pararol beoogt overigens hetzelfde te bereiken, maar levert in de praktische uitvoering veel meer problemen op. Je vraagt van de leerling om zich in een splitsekonde van een komkommer in een banaan te veranderen. Dat is teveel gevraagd. Net zoals met de wijdverbreide parahouding moet je bij de bananenmethode je heup presenteren in de richting, waarin je over het gras scheert en tegelijkertijd je hoofd en voeten achterhouden (zie tekening). Op die manier maak je de beste landing, maar in de praktijk schijnt het niet eens zo nauw te luisteren. Zolang de voeten/benen maar goed naar de zijkant zijn gebogen, zullen andere afwijkingen in de houding niet gauw ernstige gevolgen hebben. De uitvinders in Texas zijn in hun overtuiging van succes gesterkt door uitspraken van een autoriteit op het gebied van paralandingen: C. T. Ellis, voormalig hoofd van de orthopedische chirurgie van de Amerikaanse Luchtlandingstroepen. Toch waarschuwt ook hij ervoor dat er geen enkele methode van parachutelandingen bestaat die het uitblijven van verwondingen voor de volle 100 % kan garanderen. De statistieken van de Austin dropzone in Texas zijn voorlopig echter wel indrukwekkend: zij claimen slechts twee verwondingen bij 1000 opgeleide leerlingen. Daarbij moeten we wel bedenken dat in Amerika met één-sprong opleidingen wordt gewerkt, zodat deze cijfers niets zeggen over het aantal sprongen. Met pas drie jaar ervaring in bananensprongen is het dan ook nog te vroeg om conclusies te trekken, maar het lijkt me zeker een experiment dat door een ieder, die geïnteresseerd is in veiligheid van vooral de nieuwkomers, gevolgd moet blijven worden. Dit artikel verscheen oorspronkelijk in de Amerikaanse "Parachutist" onder de titel "The Banana Landing Technique", geschreven door Kevin Gibson. Bewerking door Arnold Collenteur.

SPORTPARACHUTIST 17 .


Hoewel de 4-line release als besturingssysteem op reserves niet erg populair meer is, zijn er op tweedehands materiaal nog vrij veel te vinden. Persoonlijk vind ik het de mooiste uitvinding sinds het gesneden brood, vandaar dat ik met dit stukje wat dieper in wil gaan op de voordelen die dit systeem biedt. Hoe werkt het? Zoals het woord al zegt, worden bij de 4-line release, 4 lijnen ontkoppeld. De achterste vier om precies te zijn. Hierdoor komt dat gedeelte van de (ongemodificeerde) koepel omhoog en klapt naar achteren. Dit heeft twee gevolgen: - De lucht in de koepel zal door het verhoogde deel naar achteren stromen en zo de koepel voorwaartse snelheid geven. Vergelijk de stuurgaten in LL en TU koepels. Deze voorwaartse snelheid is zeer zeker gunstig te noemen in vergelijking met gemodificeerde reserves. - Het dragend oppervlak vergroot zich en de daalsnelheid neemt af. Dit in tegenstelling tot gemodificeerde koepels, waarbij het dragend oppervlak afneemt door de stuurgaten. Naast het doorsnijden van de lijnen met een hook-knife bestaan er twee elegantere methodes om de lijnen van de links af te halen. - Naast de betreffende lijnen zit ± 15 cm dubbele 550 lijn, die door de loops in de lijnen gedaisychaind worden. Deze zijn vrij makkelijk los te trekken. Omdat ze vaak op de naastliggende lijn zijn vastgenaaid, worden ze vaak als stuurlijnen beschouwd. Dat zijn ze echter niet. - Bij de tweede methode zitten de lijnen om een geborgde pen in een metalen kokertje, dat op de link vastzit. Aan het midden van de pennetjes zit een stukje lijn. Door hieraan te trekken wordt de borging opgeheven en schuiven ze uit de kokertjes. Helaas trekken de lijnen de pennen vaak scheef, waardoor het moeilijk is ze eruit te krijgen. Pak dan met één hand de lijnen en trek ze naar beneden, zodat de spanning eraf is, dan gaat het allemaal vrij eenvoudig. Mocht er slechts één van de twee releases los zijn, ga dan niet door met proberen de andere ook los te krijgen, maar zoek een goede landingspiek op. Daar gaat het tenslotte om en met twee losse lijnen heb je wat drive en je kan sturen.

sturen De algemene klacht met betrekking tot de vier-lijn chops is dat ze slecht sturen.

18 SPORTPARACHUTIST

Dat is mijns inziens tegelijkertijd de reden waarom ze zo aan populariteit hebben ingeboet. De meeste instrukteurs zullen je vertellen dat je dient te sturen door aan de lijn naast de ontkoppelde te trekken. Dat werkt inderdaad, maar je chute draait dan heel erg traag, waar dan ook de klacht over het slechte sturen vandaan komt. Neem je drie of vier lijnen tegelijk, gaat het al iets beter. Echt goed gaat het als een groep lijnen aan de voorkant gepakt wordt. Natuurlijk niet middenvoor, maar in het linker- of rechterkwadrant. Je kunt nu redelijk snelle draaien maken. Je draait echter in de tegenovergestelde richting! Trek je aan de lijngroep linksvoor, dan draai je naar rechts en vice versa. Voor het sturen met de voorste lijngroepen is ook minder kracht vereist, dan voor het sturen met de achterste. Reserves zijn vaak gemonteerd op twee risers. Heb je er een die op vier risers zit, kun je sturen met de risers in plaats van met lijngroepen; dit is wat aangenamer voor je (blote) handen. Hoewel het tegengestelde draaien in het begin wat verwarrend is, heb je het zo onder de knie. Dus stuur je met behulp van de voorste lijnen terug naar de DZ, waarna je na het tegen de wind in zetten nog kleine korrekties kan geven met de achterste lijngroepen. Die lijngroepen moet je toch in je handen hebben voor het landen. (Daar kom ik verderop op terug.) Kom je wat snelheid te kort, dan de voorste risers 10-15 cm intrekken. Kijk hierbij naar de skirt aan de voorkant: zolang deze niet naar binnen komt, is het goed. Een en ander hangt uiteraard af van je gewicht. Wil je wat hoogte verliezen, gaat dat heel goed door een voorste riser diep in te trekken en tegelijkertijd de tegenovergestelde achterste riser. Dus bijvoorbeeld linksvoor en rechtsachter of omgekeerd. Een snelle spiraaldraai is het gevolg en je verliest goed hoogte. Ook kunt je hoogte verliezen door de voorste lijngroepen twee armlengtes in te halen. Je koepel zal dan half inklappen en je valt als een baksteen uit de lucht, terwijl je ook nog achteruit vliegt. Vergelijk de stall van een PC. Het ziet er allerminst pleziering uit en dat voelt het ook niet. Deze methode is meer voor noodgevallen bedoeld (een stier in het weiland waar je niet meer overheen kunt komen).

landen De koepel is in zijaanzicht door de inflight modificatie enigszins voorover gekanteld. Door vlak voor het landen de koepel recht te trekken, haal je de voorwaartse snelheid eruit en vergroot je het effektief dragend oppervlak nog iets

meer. Met name landingen op nul-wind dagen worden hierdoor een stuk aangenamer. De koepel "recht" trekken doe je door de achterste lijngroepen zo hoog mogelijk beet te pakken en ze naar je heupen te duwen. Aangezien dit nogal veel kracht kost, gaat dit het beste door het met een harde, korte beweging te doen. De hoogte waarop je dit doet, is niet kritisch, hoewel het op dagen met een redelijke hoeveelheid wind aanbeveling verdient het vrij laag te doen, aangezien je anders erg hard achteruit wordt geblazen. Ik hoop dat je met bovenstaande tips nog een beetje plezier hebt van die toch al zo vervelende reserveritten. "stinkin"

ron van den boogaard

Ronaid maakte ongeveer 70 sprongen op een 26 ft. Navy Conical met een vier-lijn release als hoofd koepel. De kunst werd hem bijgebracht door de Canadees Crusty McLean, een teamgenoot van Ron tijdens zijn vetblijf in de U.S., die toen ± 850 sprongen op een dergelijke koepel had.

Een ding heb je niet verteld! Dat prikt wel even, zo'n opmerking aan het slot van een opleiding. En vooral tegen mij die voor het eerst als hulpinstrukteur, trachtte een ploegje onbezonnen (jonge)lieden zo goed mogelijk te begeleiden bij de eerste schreden op het pad van het parachu-

tisme.

Maar goed, om te beginnen had de hulp-instrukteur enorme pech. Hij had bij de indeling van het dienstrooster door de H.I. niet in de gaten, dat de opleiding zou beginnen direkt na een grandioze happening, waar we al drie jaar naar uitgekeken. Niet dat het festijn van de opening van ons nieuw clubgebouw zo uit de hand liep (dat was wel


het voornemen), maar de week vooraf was zeker niet mis. Beloofd is beloofd, enne ... de hulpinstrukteur kwam ... te laat. Gelukkig dat Ellen, onder wier leiding de opleiding plaatsvond, in de loop der jaren wel enige ervaring heeft opgedaan in het opleiden van aankomende para's, zodat er geen vuiltje aan de lucht was. Na twee haastige koppen bruin brouwsel op de nuchtere maag (nou ja, nuchter) werd ik voor de leeuwen geworpen:

eerste sprong niet zou tellen. Ongelovige gezichten en om kracht bij deze uitlating te zetten de bekende intimidatiemethode: het kost een pilsje als je niet telt!! Grote schrik en ontzetting: de groep liet zich niet zomaar kennen. Geheel spontaan begon de meute in de hangar luidkeels te tellen. Verbaasd en met een gezicht of hij het in Keulen hoorde donderen, keek Peter Jan om en je zag hem denken: "wat hebben we nu voor een zootje in huis"?

lesgeven over sturen. Vertel dat maar eens even aan mensen, die nog nooit onder een parachute hebben gehangen, terwijl je zelf nog diep onder de indruk bent van en wild enlhousiast over je eerste Friendship-sprong van de vorige dag. Even uitleggen wat tegenhangen is, voor de wind, krabben en een windlijn???? lets waarvan je zelf denkt het al lang onder de knie te hebben!!!! Opluchting, allemaal aardig, lieve leerlingen, deden niet moeilijk, ze begrepen het ... dachten ze. Prettig om als instruktiegroep te konstateren, dat er in de pauze's altijd wel leden zijn, die geheel spontaan de moeilijke taak overnemen en tussen de lessen over de eerste beginselen van het parachutespringen de werking uitleggen van een hand deploy pilot chute, het verschil tussen diverse tandem systems met als toegift voor de getoonde belangstelling hoe je moet relatieven en sequentials draaien. Na deze barstens interessante en ongelooflijke dingen moet je de aspirantspringers terug zien te brengen naar de realiteit van de oefening over het tellen: duizendéén, enz .... Tellen is enorm belangrijk en dat beseften ze, want het ging voortreffelijk. Desondanks liet de hulpinstrukteur zich ontvallen, dat helaas toch zou blijken dat zeker 80% van de leerlingen bij hun

Maar voordat dit aan de praktijk kon worden getoetst, moest er eerst even een examentje worden gedaan. Niet te geloven, zo muisstil was het toen. Zelfs onze penningmeester, toegevoegd als toezichthouder, bekend (ofwel berucht) vanwege zijn vaak niet al te bescheiden stemverheffingen, liep op z'n tenen met grote verbaasde ogen rond. Joop bekende toen ruiterlijk, dat het examen echt wel serieus was. Ondanks zijn jarenlange ervaring, moest ook hij over een aantal vragen goed nadenken en dat terwijl het nog vroeg in de middag was. Nuttig bleek het zelf nakijken van het

Daar zitten we dan achter een bak koffie; de één erg stil, de ander luidruchtiger, wachtend op wat er komen gaat. Een paar weken ongedurig zitten wachten, tot je dan eindelijk naar Hilversum mag karren om je licht op te steken over parachutespringen en het dan ook na die twee dagen eindelijk eens echt zèlf mag gaan doen. Ach, denk je, het zal al-

door de cursisten ingeleverde materiaal. Dan blijkt vooral wat niet goed begrepen is ofwel welke lessen er slecht gedoceerd zijn. Sturen: weinig cursisten die een duidelijk antwoord gaven. Dus dat kon de schrijver dezes zogezegd in z'n zak steken en er zat niets anders op dan een herhalingslesje te geven. Hilariteit ofwel misverstand ontstond bij het antwoord van iemand op de vraag hoe het huidige backsystem gesloten wordt. Volgens de cursist gaat dat nl. door middel van een KLIT-systeem. Als je nu de letter L en I dicht tegen elkaar aanschrijft, ontstaat er wel een héél ander woord. Wonder boven wonder bleven de klimatologische omstandigheden stabiel (cavok), zodat Klaas weer een heel stel vreemde namen kon afroepen, gevolgd door de bekende kreet "omhangen". Tja, daarna luister je toch wel nieuwsgierig, belangstellend en vooral terugdenkend aan je eigen eerste sprong, naar de ervaringen van de kersvers opgeleide para's. Toen kwam het: een zeer lieftallige jongedame stormde op me af ... "Tom, helemaal te gek, zoiets mee te maken, ik kan het niet uitleggen, maar het was helemaal te gek!!! Alleen één ding heb je vergeten te vertellen". Een paar qrote, diep-bruine ogen keken zo doordringend en verwijtend, dat mijn zelfvertrouwen ietwat slonk. De reeds weer lichtelijk aangetaste hersencellen moesten koortsachtig werken. Maar nee, niets essentieels kon vergeten zijn. "Ja", en nog steeds die zeer doordringende, verwijtende blik "het ging precies zoals jullie verteld en wij geoefend hebben. Alleen, één ding heb je niet verteld, dat als je wegspringt uit het vliegtuig, je naar beneden valt". Ze had gelijk, dat hebben we niet verteld, maar ik verslikte me wel bijna in een slok bier, worden. Leden, die misschien in zaten over de financiële gevolgen van de weddenschap over het tellen, kunnen gerust zijn. De schrijver ging de twee avonden van de eerste sprongen zeker niet stabiel huiswaarts. Want tellen, ho maar! Tom Roodenburg

lemaal wel meevallen. Leren springen, leren vallen, 'Ieren sturen en leren vouwen, heb je daar nu echt die twee hele dagen voor nodig? Nou, die heb je inderdaad nodig, want wat komt er nog veel bij kijken! Nadat Harry, gezeten achter z'n "burootje" , gecontroleerd had of je inderdaad had betaald en inderdaad was

SPORTPARACHUTIST 19


goedgekeurd, hield hij een welkomstwoordje. Alvorens hij hiertoe kwam, had hij ons de "huisregels" al gegeven, of je je daar dus maar even aan wilde houden. Toen mee naar Ellen, dia's kijken. Leuk, dacht je, lekker ontspannen wat plaatjes kijken over het springen, wat je toch machtig interesseert. Nou, vergeet het maar! Het was wel interessant, maar wat een hoeveelheid informatie! Je kreeg de meest vreemde woorden te horen, van koepel tot skirt, van container tot bag, risers en capeweiis. Modificatie, ook zoiets leuks. Jij maar denken dat die gaten er voor de lol in zitten, blijkt het dat ze nog belangrijk zijn ook. Maar goed, de diaserie was toch vrij duidelijk en wat je niet begreep, kon Ellen je wel vertellen. Na de koffie mochten we gaan vallen. Vreemd hoor, normaal gesproken probeert een mens zich in elke situatie staande te houden, maar nu was het zo, dat je als je stond vriendelijk verzocht werd maar weer om te vallen. Oké, dat doe je dan. Vallen is geen probleem, goed vallen wel. Vooral je knieën en voeten bij elkaar houden is een kunst op zich, om van je ellebogen nog maar niet te spreken. Toch van de bank af, wat ook heel geslaagd was. Vooruit, achteruit, over links, over rechts, met Ellen kan je alle kanten op. Nadat we dit een poosje hadden volgehouden, mochten we weer naar binnen, waar Tom ons het een en ander over sturen zou proberen bij te brengen. Tja, voor Tom allemaal doodeenvoudig, maar probeer een stelletje leken maar eens uit te leggen waar de wind lijn is, hoe je je toggletjes moet bedienen, hoe' je voor- en achterwaarts moet hangen, je kunt zelfs krabben! Nou ja, gooi het maar in m'n pet, denk je dan, ik zie het wel. Maar een paar seconden later denk je, het is toch wel prettig als je het weet, dus maar weer aandachtig verder luisteren (proberen althans). Enfin, na dit alles een uurtje rust. Lekker kuieren in de zon, wat een weertje hè. Een beetje luisteren naar de sterke verhalen van ervaren springers, intussen verlangend dat je ook al zover was. 's Middags kregen we de reserveprocedures. Eerst weer dia's kijken, daarna alles op een rijtje gezet door Ellen. High speed, low speed; reserve er met een klap uitgooien, in het tweede geval reserve eerst eruit pakken en dan pas weggooien, intussen ook nog kijken of en hoe je draait. Heb je daar dan wel tijd voor? Nu, dat heb je en je hoeft het niet snel te doen, als je maar opschiet. En vergeet alsjeblieft niet om eerst je knieën op te trekken. Total, line over, streamer, horse shoe, twist; ja, het kan allemaal. Boomlanding, waterlanding, schuurtjes en hoogspanningsdraden; het is er allemaal om jou in de weg te

20 SPORTPARACHUTIST

staan. Maar volgens Ellen is er overal een oplossing voor, als je maar rustig blijft, dus laten wij ons niet bang maken. Gewoon je kop erbij houden. Oké, na al die toestanden besproken te hebben, mogen we ze samen met de exit gaan oefenen. Bijna niemand weet zich nog te herinneren wat wat is, maar ja, dat komt nog wel. We kunnen in ieder geval allemaal tellen, op de grond dan. In de lucht hingen we allemaal met onze mond vol tanden (bleek later). Terug in het lokaal kregen we een handleiding en het clubblad, met de raad deze

ken, maar ja, dat trekt wel weer weg. Halverwege de middag kregen we wat examentjes, theoretisch en praktisch. Word je aan een ketting opgehangen en dan maar net doen of het dak van de hangar je parachute is. Lachen hoor! En dan maar denken, dat je bij een high speed je reserve geen optater geeft, je mag alleen maar een schijnbeweging maken vanwege het vele vouwen steeds weer opnieuw. (Dit telt dus alleen voor in de hangar, in de lucht is alles anders). Toen nog een aantal vragen, waarbij later bleek dat we nog niet

ö ei

-l

o

3 :0

o o o, CD

::J

0-

c

tè maar door te lezen. De volgende dag kregen we nog eens in het kort een herhaling van de eerste dag. Weer springen, vallen en opstaan, exit oefenen, reserveprocedures doornemen en je parachute leren vouwen. Harnas omdoen, zo stevig dat je het gevoel had nooit meer rechtop te kunnen staan. Dat was trouwens ook bij velen een probleem: spierpijn en blauwe plek-

alles snapten, maar toch wel ruimschoots voldoende. We mochten dus door naar de eerste sprong. Helaas was de groep zo groot (± 25), dat de helft maar kon springen die avond. We kwamen in tijdnood. Wat een doffe ellende voor degenen, die niet mochten. Sta je daar vol spanning, de zenuwen gieren je door je keel, je denkt nu gaat het eindelijk gebeuren en dan hoor je Klaas in-


eens zeggen: "de laatste drie sticks gaan niet door". En natuurlijk zat ik in een van die sticks. Oké, je vloekt een keer (zachtjes), verwerkt de teleurstelling snel en verheugt je op de dinsdagavond. En dan die eerste sprong. Je voelt je de hele dag vrij rustig, maar op weg naar Icarus krijg je het ineens. Je knieën trillen, je weet amper waar je rem en gaspedaal zitten, je handen zijn klam. Dat zakt, nadat je jezelf eens uitgefoeterd hebt, weer af. Bij Icarus aangekomen vlug je naam op het bord zetten. Je wordt ingedeeld bij de eerste stick. Dus vlug omkleden. Daar zijn die trillende benen ook weer. Harnas om, rustig blijven, denk je bij jezelf, alles sal reg kom. Maar je klamme handjes kunnen amper de banden stevig aantrekken. Nou ja, uiteindelijk lukt het toch. Dan met de stick je exit nog een keer oefenen. Dat valt niet mee, met een parachute om. Ellen deelt de plaatsen in, kontroleert ons en dan de Pilatus in. Even passen en meten, maar het gaat. De riemen om en houd je ripcord van de reserve in de gaten. Dan omhoog, dat is nog wel leuk. Er heerst stilte in de kist. En dan is het zover, de eerste "moet" eruit. Dan de tweede en de derde. Ellen haalt de bags binnen, deur dicht. Ik daarna op m'n knieën, handgreep vast, klaar voor de start. Deur weer open, handgreep steviger vasthouden, ik geloof dat ik nog nooit zo hard geknepen heb, alhoewel Ellen ook een harde hand heeft, gezien de knalblauwe plek op m'n arm. En dan buiten gaan staan. Op dat moment dacht ik, wat ga je doen, je bent knettergek om eruit te springen! Was ik maar op de grond gebleven, dan had ik nu rustig een klaverjasje kunnen leggen en een pilsje kunnen vatten. Maar goed, je staat, je kijkt Ellen aan, ready, go en daar ga je. Van tellen had ik nog nooit gehoord en je chute was open voor je er erg in had. Parachute kontroleren, gelukkig, hij heeft me niet in de steek gelaten. Toggles pakken en daar hang je. En dàn pas bemerk en besef je, dat het rustig is om je heen. Geen motoren, geen windsuizen, geen mensen, alleen maar die stilte. Geweldig. Je kijkt om je heen, draait naar links, ziet groene en bruine strepen, waarvan je weet dat het weilandjes en sloten zijn. Je draait naar rechts, ziet al die vliegtuigjes van de zwevers keurig gerangschikt staan, terwijl het op de grond zo'n wanordelijke troep leek. Je ziet de hangar en bedenkt dan ineens dat je ook nog moet landen. Je gaat tegenhangen en wacht op wat er komen gaat. Je ziet Tom staan en probeert bij hem te komen. Je probéért het, want lukken doet het nog niet zo best. Maar dat geeft allemaal niet, je hangt in ieder geval boven het vliegveld.

Dan zie je ineens de grond op je afkomen, je gaat in de parahouding hangen en bedenkt nog snel, dat je je voeten goed bij elkaar moet houden, anders krijg je misschien net zo'n verzwikte enkel als die ene uit je groep. De klap bij de landing valt ontzettend mee. Je staat alweer voor je het weet. Ik vond het in ieder geval gemakkelijker dan van de bank afspringen.

En dan sta je daar, je hebt je eerste sprong gemaakt. Je denkt, dat heb je 'm toch maar gelapt, zonder kleerscheuren terug op Neerlands aarde. Je kijkt nog eens omhoog en denkt, daar ging je net, zo vrij als een springer in de lucht en je hebt spijt als haren op je hoofd dat je er niet jaren eerder aan bent begonnen.

Springers, bedonktl De deur gaat dicht en de vlieger start de motor. De doodse stilte wordt ineens doorbroken door de herrie van de vliegtuigmotor. Twee ogen stellen mij slechts voor een paar ogenblikken op mijn gemak. Toch weer nerveus kijk ik even later naar de piloot, maar deze schenkt geen aandacht aan mij. Naast mij zitten nog twee "slachtoffers", die net als ik vastgebonden zijn aan de staticlijn. Ik kijk naar de hoogtemeter van het vliegtuig en langzaam maar zeker klimmen we naar 2000 ft. Plotseling krijg ik een tik op mijn knie, ik schrik en begin nog nerveuzer te worden. Het is de instrukteur die mij beduidt op mijn knieën te gaan zitten. Na enig worstelen krijg ik dit voor elkaar en heb ik eindelijk wat meer uitzicht. Dan gaat de deur van het vliegtuig open. Ik zie rechts van mij een enorm groot gat. Angstig probeer ik wat naar achteren te schuiven, maar die twee ogen zien het. Voor ik het besef, hangt mijn hoofd buiten het vliegtuig. De wind fluit om mijn oren. Een paar seconden later zit ik weer in de oude stand. Oké! wordt er geroepen en systematisch begin ik te handelen. Daar sta je dan, je kijkt nog eens naar de instrukteur en je wacht op het commando GO! Duizend één ... Even later hang je aan je parachute. Dit is het enige wat ik me nog herinner

van mijn eerste sprong. Mijn naam is Onno van der Zee. Ik spring nu één jaar intensief op het Nationaal Centrum op Teuge. Waarom ben ik met springen begonnen? Ik werk al sinds 1974 op het vliegveld Teuge. Ik begon als freelancer en ben nu "in vaste dienst van Air Service Holland op de afdeling luchtreklame. Dit betekent dat je regelmatig op regionale vliegvelden rondloopt. Je komt in kontakt met veel mensen, ook para's. Deze laatste soort wil je ervan overtuigen dat para-springen méér is dan alleen een sport beoefenen. Ik liet me dus overtuigen en ging ook springen. Na drie sprongen hield ik het voor gezien. Maar ja, elke keer loop je weer para's tegen het lijf. Regelmatig kreeg ik dan te horen: "Waarom spring je niet meer?" Ik wist het zelf wel, ik was gewoon bang! Toch ging ik weer springen en ik heb nu 71 sprongen. Ook heb ik al mogen ruiken aan het "relatieven" met het maken van figuren in de lucht, waaronder mijn eerste vierman. Wat ik eigenlijk kwijt wil, is het volgende: Mede-springers, bedankt dat jullie ook mij zover kregen. Ga zo door en maak van een kleine groep enthousiaste mensen een grote groep. Eén meer is er al! Skydivers do it niet alleen in the air maar ook op de rond!

SPORTPARACHUTIST 21


r

Zaterdag 24 juli - Ameland beleefde weer zijn para-invasie per veerboot, vliegtuigen en tjalk: de NNPC was haar C-172 boogie 1982 begonnen. Waarschijnlijk vanwege het succesvolle zomerkamp in 1981 waren er dit jaar veel deelnemers, ook van andere clubs. De organisatie had van 1981 geleerd, zodat niets het botvieren van de "good vibes" in de weg stond. Nadat een ieder zich had geïnstalleerd op de camping, kampeerboerderij of op het goede schip Cornelia, begon het bij de manifest al direkt druk te worden. Een drukte die, op tweeëneenhalve winderige dag na, tot de laatste dag (zondag 1 augustus) zou aanhouden. De mogelijkheden van de kist werden volledig benut, waardoor er van menige dirtdive, formatie en CRW genoten kon worden. Ook werd het aantal vrije vallen steeds groter en de groep static-liners kleiner. De laatste dag werd er een 18-mans enterprise formatie georganiseerd, die jammer genoeg mislukte omdat we maar 11 man in de kist konden persen.

Dirt-dive 18 mans enterprise Ook 's avonds werd er flink geboogied. De bonte avond ging niet door, omdat men het elke avond al bont maakte. Meestal me(een start in de kroeg van Nobel, toog de meute dan ingeolied naar disco de Kronkel, waardoor de sfeer daar stukken beter werd en wij er tegen/na sluitingstijd nauwelijks uit te krijgen waren.

Exit op Ameland uit de C-172 Op die ene springer na, die zonodig op de naastgelegen camping direkt na de sprong op de koffie wilde (schijnt ook traditie te moeten worden), zijn er nauwelijks voorvallen geweest. Kortom, de NNPC kan weer terugkijken op een uiterst geslaagd en leuk parakamp. De plannen voor 1983 worden in ieder geval al weer gesmeed, wie weet met een nog grotere kist en met jou? R. Jongkees (Red.: Misschien kunnen jullie volgend jaar de Islander van Teuge wel lenen voor een 24 mans poging!)

22 SPORTPARACHUTIST

N

Nog maar net een jaar geleden ons gehele clubgebouw afgebroken om het daarna aan de andere zijde van de Achteromsedijk weer op te bouwen, zijn we nu alweer met onze PCN midden in de spijkers, latten, splinters en dakteer beland. Als gevolg van de geplande en intussen gerealiseerde uitbreiding van het Fokkerkomplex in Hoogeveen, moesten wij vorig jaar noodgedwongen van ons oude vertrouwde plekje verdwijnen. In de daarmee samenhangende besprekingen, die het Bestuur van de PCN destijds

De eerste fase zat erop. Een kopje koffie of een glas bier en daarna allemaal achter de gebreide broek, behalve Pietje Julsing en ondergetekende, want die moesten nog wèl eventjes de vrachtauto weer wegbrengen. Nou de vlam is toen wel even in de pijp gegaan, ondanks de tachometer, waaruit we bij aflevering wèl eventjes de kaart hadden gehaaid. Die autoverhuurders hoeven ook niet alles te weten, nietwaar? Nu, begin december, staat na vele uren werk, inspanning, chagrijn en slecht springweer en vele koppen koffie en spijkers met koppen het schoolgebouw uit Heereveen aangebouwd aan ons clubgebouw. Er moet nog wel het nodige werk worden verzet voor wat betreft de afwerking zowel van binnen als van buiten, maar omstreeks maart 1983 hopen we de eerste opleidingen

Op de foto: Hans Haandrikman, Piet Julsing, de heer Tuinstra, Rob Millenaar, Paul de Blok, Henk Kuizenga (de rest van de vereniging staat achter het schot).

voerde met de gemeente Hoogeveen, werd nog even gedacht aan een tijdelijk onderkomen in verband met een mogelijke definitieve bebouwing op een plaats in het bestemmingsplan Toekomstige Vliegveldbebouwing. Later gingen deze plannen echter weer in de ijskast met als gevolg, dat ons oude gebouw nu alweer een jaar op de nieuwe plek staat. Een vereniging met toekomstvisie laat het niet alleen bij visie, maar gaat ook aan die toekomst bouwen. In januari 1982 werd op de Algemene Ledenvergadering van de PCN het lijstje met zogenaamde investeringswensen samengesteld. Een zeer belangrijk onderdeel daarvan was de reeds lang gewenste uitbreiding van ons clubgebouw. Redenen waren de te klein geworden vouwzaal c.q.opleidingsruimte enerzijds en anderzijds wilden we graag onze parabus direkt bij het clubgebouw in onderdak hebben. Tot nu toe werd deze steeds ondergebracht in een garagebox in Hoogeveen. Enfin, de plannen werden gemaakt en het wachten was verder op de centjes. Dat wil zeggen, dat we eerst zouden afwachten of ons springjaar goed zou lopen en de kas redelijk gevuld zou zijn. Zoniet, dan zouden we het uitstellen. Nou, ons jaar is goed geweest. De kerncijfers in de begroting werden op alle fronten ruimschoots gehaald en plotsklaps stonden we met een stel fanatieke breek-, hak- en sjouwpara's in Heereveen (Friesland) een stuk van een school af te breken, dat enkele dagen daarvoor door het Bestuur was aangekocht. Dat was in augustus. Tot diep in de avonden werd er doorgewerkt en een week later laadden we alles op een gehuurde vrachtauto, waarvan iedereen zei, behalve enkele betweters, dat het er niet allemaal in één keer op kon. De betweters kregen gelijk en 's nachts om ± 2 uur lag die ene lading schotten, deuren, ramen en nog meer in het gras naast ons vertrouwde clubgebouwtje. Iedereen was doodmoe maar tevreden.

in het nieuwe gedeelte te kunnen houden. Ook hopen we dat vele paravrienden uit den lande dan onze dubbel zo grote bar annex koffiezaal zullen komen bezoeken. Wij werken intussen nog even door tot het echt zover is, nietwaar Rob, Rolf, Kees Jan, Kees, Alphons, Jan, Piet, Hans, Gerrit, Wim, Martin, René (koppie), Robin, Bert, Paul en' vele anderen uit onze vereniging!?!

Voorval: Betrokkene kreeg maincontainer, voorzien van ripcord, niet open. Vervolgens constateerde zij een soortgelijke situatie op het reservesysteem. Na enige tijd slaagde zij er toch in het reservesysteem te activeren (hardpull!) en er volgde een goede, zij het erg lage opening. Oorzaak: Na controle bleek dat er bijzonder veel spanning stond op de sluitloops van de main- en reservecontainer wanneer de uitrusting gevouwen was. Betrokkene had al eens eerder een identieke situatie met deze uitrusting meegemaakt, maar sprong er toch mee door.


Commentaar: Een uitrusting bestaat uit een aantal componenten (main, reserve en harnas/container) die bij elkaar moeten passen voor wat betreft de afmetingen. Het is nu eenmaal niet zo dat elke parachute in elke uitrusting past! Als een container moeilijk (= zwaar) gesloten moet worden, is er veelal ook veel kracht voor nodig om hem te openen. Voorval: Direkt na de landing viel een riser (van een 3-ringsysteem) spontaan los van het harnas. Oorzaak: Na controle bleek dat de sluitkabel van het releasesysteem in bepaalde gevallen uit het borgloopje van de risers kon komen. De oorzaak hiervan was het feit dat de housing van de releasekabel niet voorzien was van een aangeklonken grommet. Commentaar: Alle bezitters/gebruikers van uitrustingen die zijn voorzien van een 3-ring releasesysteem, doen er goed aan door een valschermtechnicus te laten controleren of hun uitrusting voor wat betreft het releasesysteem aan de eisen voldoet.

Wedstrijd- en evenementenkalender 25 december tlm 7 januari Swisstonaria Booqie-a, een groot Zwitsers springgebeuren in Phalaborwa (ZuidAfrika). Instruktie in Duits en Frans voor beginners, gevorderden en ervaren springers. Grote vliegtuigen (o.a. DC-3) beschikbaar, materiaalhuur en -koop mogelijk, reisuitbreiding met 1 week vakantie mogelijk (voor bijv. fotosafari). Prijzen inelusief reis-, verzekertnqsen sprlnqkosten (30 sprongen): SFr 3.900,-. Speciale prijzen voor niet springers. Inlichtingen: Afdelingssecretariaat of Ursula Schurch, Swisstonaria Boogie-4, Postfach, 2604 La Huette, tel.: 032/961673. 26 t/m 30 december Casa 212 Boogie 1982, Gran Canaria Maspalomas. Inschrijving en sprongprijzen $ 10,- voor 10.000-13.000 ft. De inschrijving is inclusief gebruik bar, restaurant, zwembad en bus. Benodigde papieren: logboek, brevet en verzekering. Van 15 december tot 15 januari kan er verder iedere dag uit een Cessna 206 gesprongen worden. Informatie: Francisco Romero, cIM esa Y Lopez, 15-6° C, Las Palmas, tel.: 247393249918. 26-31 december Winterspringen voor iedereen op het Nationaal Centrum Teuge.

28 t/m 31 december Wintersprongen Pijnacker. Inlichtingen secretaris Flying Dutchmen: C. van de Vooren, Bingleystraat 96b, 3025 RL Rotterdam.

Automatische openers Para-Flite Incorporated heeft een nieuwe automatische opener op de markt gebracht. Het apparaat heeft weer de naam Sentinel gekregen, maar nu met de type aanduiding MK 2100. Het wezenlijke verschil met de "oude" MK 2000 is dat dit apparaat instelbaar is op elke gewenste hoogte van 0-22.000 ft AGL in plaats van de 1.000 ft AGL van de MK 2000. Het apparaat werkt weer bij Âą 50 % van de "terminal velocity" en als onder die condities de ingestelde hoogtegrens wordt doorschreden. Indien dat het geval is, wordt er een patroon tot explosie gebracht, waardoor de pin(nen) van de reservecontainer uit hun ligplaats worden gedrukt. De pilotchute op .de reserve drukt dan de container open (bij een borstreserve d.m.v. de pack-opening bands, eventueel geholpen door de pilot-chute). Hieruit mag volgen dat een Sentinel, een HiTek of een KAP eigenlijk geen automatische opener is, immers hij opent niets. Een betere benaming zou zijn: Automatisch Activerings Apparaat.

18-20 maart Cursus B-brevet, Nationaal Centrum. Schriftelijk opgeven: De Zanden 15, 7395 PA Teuge. 19-26 maart Wereldkampioenschappen

PARA-SKI.

2-4 april Internationale RAM-AIR wedstrijd bij Paraclub Flevo. Inlichtingen: Michel Bizot, tel.: 033-721868. 2 en 3 april Open paaswedstrijden PCN, onderdelen: 4-mans gro!,!ps PA en 4-mans SRW (nationaal programma). Inlichtingen: Postbus 567, 7900 AN Hoogeveen, tel.: 05280-68271. 16 en 17 april Uitwijkdata open paaswedstrijden

Nationaal CenDe Zanden 15,

21 mei Stylewedstrijd PCN. Inlichtingen: Postbus 567,7900 AN Hoogeveen, tel.: 05280-68271. 28 mei Uitwijkdatum

stylewedstrijd

PCN.

17-19 juni Cursus B-brevet, Nationaal Centrum. Schriftelijk opgeven: De Zanden 15, 7395 PA Teuge. 26 juni-3 juli Nationale Kampioenschappen 1983 op het Nationaal Centrum. Inlichtingen: Afdelingssekretariaat. 22-24 juli Cursus PA, Nationaal Centrum Teuge. 18-21 augustus Cursus C-brevet (style), Nationaal Centrum. Schriftelijk opgeven: De Zanden 15, 7395 PA Teuge. 18-28 augustus Intparachamp, Canada. lingssekretariaat.

Inlichtingen:

Afde-

26-28 augustus Open clubkampioenschappen Paraclub Flevo. Inlichtingen: J. Bronsveld, tel. 034124991. 27 en 28 augustus Open PCN zomerwedstrijd, onderdelen: 4-mans groeps PA en 4-mans SRW (internationaal programma). Inlichtingen: Postbus 567,7900 AN Hoogeveen, tel.: 05280-68271. 2 en 3 september 40 + -wedstrijden, Nationaal Centrum Teuge. 10-13 september Internationale 16-manswedstrijden met eventueel aansluitend Boogie, Nationaal Centrum Teuge. 10 en 11 september Uitwijkdata open PCN zomerwedstrijd. oktober Nachtspringen,

Nationaal Centrum Teuge.

1 en 2 oktober Open CRW wedstrijd PCN. Inlichtingen: Postbus 567, 7900 AN Hoogeveen, tel.: 05280-68271 . 7-9 oktober

PCN.

20-23 mei Cursus C-brevet (relatief), trum. Schriftelijk opgeven: 7395 PA Teuge.

11 en 12 juni "Vier Uden Sportief". Internationale PA/CRW-wedstrijd. Inlichtingen: J. Verhaar, Vaarzenhof 609, 5403 TE Uden, tel. 04132-64801.

Cursus B-brevet, Nationaal Centrum. Schriftelijk opgeven: De Zanden 15, 7395 PA Teuge. 8 en 9 oktober Uitwijkdata open CRW wedstrijd PCN.

TE KOOP Kompleet container: serve: 26" lichtingen

systeem, 15 sprongen: harnessl Condor, main: Parafoil, 9-cells, reNorth American. Prijs: $ 1.895. Inbij Michel Bizot, tel.: 033-721868.

SPORTPARACHUTIST 23


wit. Prijs: f 975. Zeer goed bruikbaar voor Kompleet systeem, nieuw: harness: kleine lichte personen. Parahelm met opgebouwde Eagle, main: Strato Flyer, reserve: 24" steafilmcamera Fujica Z400, zijkantmontage, inrable. Prijs n.o.t.k. met Arno van Soest, Cuyclusief semi-fisheye lens en afstandsbedieleborg 215, 6228 BG Maastricht, tel.: 043ning. Als nieuw: f 300. Zeer geschikt voor 614569. vrije val filmen. Met of zonder paralert. Para- 1------------------1 lert apart f 200. Te bevragen bij René KlunKompleet systeem, bijna nieuw (70 spronder, Helenastraat 6, Uden, tel.: 04132-68952. gen!): harness/container: the System; main: 200 sq Unit, zwart/wit zebra, reserve: Sac, wit. Prijs: f 3.200. Mogelijkheid voor square Kompleet systeem met UT 15 (geel/blauw/ reserve en ruimte voor grotere main. rood) en 24' reserve (wit); franse paraboots maat 42 (zwart), Barigo hoogtemeter en Kompleet systeem: Chaser (lichtblauw/beirelatief-overall (large, zwart). Te bevragen ge), medio '81; Pegasus (rainbouw/white bij: Roei Stapel, Bleyenbeek 29, 9301 XN top), medio '81, ca. 150 sprongen; Preserve Roden, telefoon: 05908-14539. 111 (rood), medio '81. Prijs f 4.000,-.

Kompleet systeem: Minisystem (rood), PapilIon en 24' reserve; hoogtemeter en stopwatch. Prijs f 1.750,-. Te bevragen bij: Ed van Zuijlekom, Rietgansstraat 29,3853 AH Ermelo, telefoon: 0341754722. Kompleet systeem: Rapid Transit (10 sprongen), Merlin (nieuw), 26 ft. Strong Lopo light. Prijs n.o.t.k. Te bevragen 02233-2445.

bij:

Peter

Stoot,

telefoon:

Kompleet systeem: harness/container: Starlite, rood/blauw, main: Stratostar, cirrus (blauw/wit/zwart), reserve: twill, bestuurbaar,

Het bestuur van de Afdeling Parachutespringen zoekt voor de invulling en. herverdeling van taken, sollicitanten voor de funkties:

Kompleet systeem: rood/wit), sept. '81; white top), sept. '81, (wit). sept. '81. Prijs

A. Hoofd Bureau Parachutespringen, vermoedelijk

werkzaam in Den Haag.

B. Chef-instrukteur

Nationaal Centrum,

werkzaam op Teuge.

c. Free-lance instrukteur

Kompleet systeem: Rapid Transit (marineblauw/wit), september '81; Pegasus (zwart), sept. '81, ca. 250 sprongen; Sac (wit), sept. '81. Prijs f 4.000,-.

Nat. Centrum,

Rapid Transit (zwart! Merlin (tan/oranje/geel/ ca. 200 sprongen; Sac f 4.150,-.

Een kombinatie van parachutes en rigs is ook mogelijk; een nieuwe prijs kan dan besproken worden. Te bevragen bij:~Simon Woerlee, Kasteelplein 10, Breda, tel.: 076223911/2069, (b.g.g. 02220-4820).

werkzaam op Teuge om pieke!l op te vangen. Eventueel zal de wens van deeltijdbaan weging kunnen worden genomen.

in over-

Schriftelijke sollicitaties binnen 14 dagen na verschijning van deze annonce aan de Afdeling Parachutesprinqen K.N.V.v.L., Jozef Israëlsplein 8, 2596 AS Den Haag.

NEDERLAND wordt SKYLARKLAN D Maak een proefsprong met deze nieuwe Nederlandse parachute en beslis pas dan of hij aan uw verwachtingen beantwoordt.

SKYLARK de eerste Nederlandse

Ram-Air parachute

en dat voor nog geen twee mille.

Air Enterprises B.V. (Para Pilot Shop) Karel Doormanweg 12A Breukelen tel. 03462-3522 b.g.g. 020-270088 24 SPORTPARACHUTIST

Gevraagd Wie kan mij helpen aan foto's van de blauw-zilveren DC-3 uit Ski es Call 3 (foto's 5 en 83)7 Frank Koekkoek, Sonatestraat 12, 7323 KP Apeldoorn.

het NL Pa •.afoil tealll en Pa •.a-Ski tealll

Dutch Connection wenst alle v•.ienden en bekenden een

VEILIG 1983


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.