INFORMATIEBLAD BOSGROEP LIMBURG
DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT - N`81
JULI, AUGUSTUS, SEPTEMBER 2023
INFORMATIEBLAD BOSGROEP LIMBURG
DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT - N`81
JULI, AUGUSTUS, SEPTEMBER 2023
AFGIFTEKANTOOR: HASSELT 1 3DE AFDELING P3A9010
Hoe staat het met de natuurbeheerplannen in regio Zuid?
In een vorige editie van het Bosbelang hadden we het er al even over: het PDPO-project ‘Overtollige zaailingen creëren elders nieuw bos.’ Tijdens het volgende plantseizoen, dat loopt van november 2023 tot maart 2024, schakelen we een versnelling hoger met dit initiatief. Daarvoor hebben we jouw hulp nodig.
Plantgoed van kwekerijen neemt bij bosaanplantingen vaak een flinke hap uit het budget. Op andere plekken groeien dan weer zaailingen waar de beheerder niets aan heeft. Door deze ongewenste boompjes en struiken elders te gebruiken om nieuw bos, een haag of houtkant te creëren, verlagen we de plantkosten drastisch.
Heb jij een bos, tuin, akker of een stukje grond waar veel overbodige zaailingen groeien die je graag een tweede kans wil geven? Dan zijn wij op zoek naar jou. Of wil je zelf een bos, haag of houtkant planten met overbodige boompjes en struiken? Ook dat kan. Meld je aan en wij gaan op zoek naar de ideale match.
Geen zaailingen of te bebossen grond in de aanbieding? Ook dan kan je helpen om Limburg bosrijker en klimaatrobuuster te maken. We zoeken namelijk ook vrijwilligers die graag de handen uit de mouwen steken en willen helpen bij het oogsten, planten en vervoeren van de zaailingen.
Voel je je groene handen al jeuken? Meld je aan bij Ilse.Vanhoudt@limburg.be en laat weten hoe jij kan en wil helpen.
Bosbeheer
Grauwe abeel, onterechte underdog _ 7
Regio ZuidHoe staat het met de natuurbeheerplannen in regio Zuid? _ 4
Van nieuwkomer naar redding?
Ingeburgerde bomen als onderdeel van klimaatslimme bossen _ 8
Wetgeving
Nieuwe regels rond
vuur in het bos en overhangende takken _ 12
Bos online _ 14
Zoekertjes bos te koop _ 15
Kalender _ 15
Contactgegevens _ 16
De klimaatverandering dwingt ons tot creatieve oplossingen en gericht onderzoek naar natuurlijke processen in het bos. Neem nu ingeburgerde, uitheemse boomsoorten. Sommige daarvan werden tot voor kort met man en macht bestreden. Zoals enkele topspecialisten uit de bossector betogen in deze editie van het Bosbelang, blijken veel van deze soorten nuttig binnen een klimaatslim bosbeheer. Misschien zijn ze zelfs onmisbaar voor de Vlaamse bossen van de toekomst …
We gaan dieper in op de grauwe abeel en dan vooral op de Limburgse kloon “de Moffart”. Populieren worden nog te vaak verguisd in de natuursector, terwijl het interessante bosbomen zijn. Onder de juiste omstandigheden leveren ze een belangrijke bijdrage aan de biodiversiteit.
We lichten enkele veranderingen in de wetgeving toe en nemen een kijkje in regio Zuid. Daar werkt de Bosgroep niet enkel mee aan het omvormen van bestaande plannen naar natuurbeheerplannen, maar werkt ze daarnaast aan nieuwe gezamenlijke natuurbeheerplannen. Dit blijkt in sommige regio’s een hele uitdaging.
Veel leesplezier!
Bert Lambrechts
gedeputeerde van Leefmilieu en Natuur voorzitter vzw Bosgroep Limburg
De deputatie van de provincieraad van Limburg, Jos Lantmeeters, gouverneur-voorzitter, Inge Moors, Bert Lambrechts, Igor Philtjens, Tom Vandeput, gedeputeerden en Wim Schoepen provinciegriffier I Coördinatie Pascal Vanhees, Bosgroep Limburg I Tekst Leen Raats, Teksttype.be, Pascal Vanhees, Karolien Van Diest, Jolan Wouters I Taaladvies Yvette Vandormael, Informatie en Communicatie, provincie Limburg I Concept en vormgeving Hilde Winters, Informatie en Communicatie, provincie Limburg I Fotografie Robin Reynders, Informatie en communicatie, provincie Limburg, Sim Lukka (Unsplash), Henny Perks (Unsplash), Rudi Mielandt, Jean-Paul Grantmont, Jan den Ouden, Bart Nyssen, Javier Martin, Pascal Vanhees, Ilse Vanhoudt, Matthias Kist I Drukwerk Drukkerij Baillien & Maris, Hasselt I Oplage 4300 ex. I Verantwoordelijke uitgever Vera Boesmans, Universiteitslaan 1 - 3500 Hasselt I Wettelijk depotnummer D/2008/5857/82 Deze publicatie werd gedrukt op houtvrij gerecycleerd CO2-neutraal papier met EU Ecolabel en FSC certificaat.
Natuur en Bos werkt volop aan het omvormen van de oude bosbeheerplannen naar natuurbeheerplannen, waarbij ze de oorspronkelijke einddatum niet uit het oog verliezen.
Bosgroep Limburg werkt samen met Natuur en Bos aan de omvorming van de gezamenlijke beheerplannen waarin bospercelen van haar leden zijn opgenomen. Een hele uitdaging in de drie regio’s van Bosgroep Limburg. Hieronder lees je de stand van zaken in regio Zuid.
De uitgebreide bosbeheerplannen van Tongeren en Gingelom-Sint-Truiden-Nieuwerkerken zitten midden in de omvormingsfase. Wanneer Natuur en Bos een concreet voorstel heeft, contacteren we de eigenaars. Eén plan met drie eigenaars is reeds omgezet na overleg met de eigenaars in kwestie. Daarnaast startten we met de begeleiding van nieuwe natuurbeheerplannen:
• NBP Hardelingen (type 2) in Hoeselt, goedgekeurd in februari 2022
• NBP Broekbos (type 3, deels type 2) in Voeren, verkenningsnota goedgekeurd in juni 2022; momenteel loopt het overleg met eigenaars over beheermaatregelen, afronding voorzien in 2023
• NBP Herk-de-Stad (type 3, eventueel met deels type 2). Het studiebureau startte met de opmaak van de verkenningsnota in het voorjaar van 2023.
Op 23 september 2022 organiseerde Bosgroep Limburg samen met de gemeente Herk-de-Stad een infovergadering voor de opstart van een gezamenlijk natuurbeheerplan, waarbij de stad als trekker fungeert en de Bosgroep als koepel voor de andere boseigenaars binnen de gemeente. Gezamenlijke beheerplannen per gemeente in samenwerking met het lokale bestuur zijn een beproefd concept. Helaas bleek dit niet haalbaar binnen de huidige wetgeving en de specifieke context van de bossen in Herk-de-Stad.
Met minder dan 6 % bos is Herk-deStad een erg bosarme gemeente. De bebossingsindex ligt ruim onder het Vlaamse gemiddelde en het aanwezige bos is sterk versnipperd. Hoewel de nieuwe natuurbeheerplannen eenvoudiger zijn dan de
oude, uitgebreide bosbeheerplannen, steeg de kostprijs voor de opmaak aanzienlijk. Daarbij geldt dat hoe kleiner de oppervlakte per plan is, hoe hoger de eenheidskosten per ha.
Van de deelnemende percelen verdient het oude park-arboretum Olmenhof een bijzondere vermelding. Dit mooie bosgebied naast het huidige stadhuis heeft een grote recreatieve functie. Daarnaast kocht de stad in 2020 een voormalig privébos met vijvers in het hart van Schulen. Hier vonden al heel wat beheerwerken plaats om de hoge natuurwaarde te verzoenen met de functie van buurtbos, maar een beheerleidraad voor de toekomst is welkom.
De grootste oppervlakte die de stad inbrengt in dit beheerplan is de open
natuur van de Vroente. Uit een doorgezette traditie van gemeenschappelijke begrazing en een specifiek maaibeheer ontstonden hier uitzonderlijke graslanden met o.a. kruipend moerasscherm. Dit zou zelfs één van de laatste locaties zijn in Vlaanderen waar deze soort nog voorkomt.
Toen we privéboseigenaars contacteerden voor de infovergadering, werd al snel duidelijk dat dit geen eenvoudig project is. We noteerden veel kritische geluiden en vragen bij de grote ontbossingen in het kader van Europees natuurherstel in de Demervallei, in het noorden van de gemeente. Heel wat lokale eigenaars kijken nu met argusogen naar groene initiatieven en beslisten dan ook om niet deel te nemen aan het beheerplan.
Ook de wetgeving strooit roet in het eten. De huidige wetgeving eist dat in een natuurbeheerplan van type 2 alle deelnemende percelen beantwoorden aan de criteria geïntegreerd natuurbeheer. In theorie horen alle natuurtypes thuis in een natuurbeheerplan, maar in de praktijk is dat niet het geval. Vallen bijvoorbeeld uit de boot: populierenaanplantingen van meer dan 3 rijen op minder dan 12 m tussenafstand met een grasland dat in een landbouwaangifte zit. Hoewel de bomen zelf wel degelijk onder de boswetgeving vallen, kun je dit type niet mee opnemen in een gezamenlijk beheerplan.
Hetzelfde geldt bij een strikte toepassing van de regelgeving voor speelbossen, zoals in bepaalde zones van het gemeentebos in Schulen, aangezien daar de spontane processen in de kruidlaag en qua verjonging evenmin mogelijk zijn.
De meeste eigenaars geven de voorkeur aan een boomsoortensamenstelling met overwegend of deels uitheemse soorten. Zo ontstonden vaak fraaie bomen en bostypes met een ogenschijnlijk goede veerkracht tegen weersextremen. Het is niet altijd wenselijk om hier omvormingen naar (bijna) uitsluitend inheemse soorten voor te stellen. Uit de laatste bosinventarisatie van het INBO (je vindt de link in de rubriek Bos online), blijkt dat nagenoeg alle onderzochte boomsoorten steeds meer gezondheidsproblemen tonen door de klimaatverandering en stikstofdepositie, met uitzondering van de Amerikaanse eik. De huidige opmaaksubsidies voor natuurbeheerplannen zijn aanzienlijk lager voor percelen zonder Europees natuurstreefbeeld.
De deelnamekosten waren uiteindelijk voor de meeste boseigenaars te hoog. Momenteel stapt slechts één privéeigenaar mee in het project. Deze persoon wil graag een boomrijker en groener Herk-de-Stad ondersteunen en kocht een privébos met vijver en graslandzone van een lid van de Bosgroep. De privéboseigenaars die nu niet meedoen, kunnen uiteraard wel een beroep blijven
doen op de diensten van Bosgroep Limburg. Voor beheermaatregelen in hun bossen moeten er afzonderlijke kapmachtigingen aangevraagd worden. Het zal in de toekomst nog slechts op enkele momenten mogelijk zijn om in te stappen in het goedgekeurde beheerplan.
Op heel wat plaatsen is grauwe abeel een interessant alternatief voor de canadapopulier of de (moeilijk verkrijgbare) ratelpopulier. Specialisten beschouwen de grauwe abeel als inheems, net als de ratel- en de zwarte populier. De Limburgse cultivar “de Moffart” verdient daarbij een bijzondere vermelding.
Grauwe abelen groeien trager dan de meeste cultuurpopulieren, kunnen ouder worden en indrukwekkende afmetingen bereiken. Het rijke strooisel van de grauwe abeel zorgt voor kwaliteitshumus. Populieren trekken een grote diversiteit aan insecten aan.
Ook wat schimmels betreft, zijn ze van onschatbare waarde, met heel wat soorten die exclusief aan populieren gebonden zijn. Op de LIKONAcontactdag 2022 gaf mycoloog Ronny Boeykens een interessante lezing over de achteruitgang van boomgebonden paddenstoelen in de Haspengouwse bossen. Daaruit blijkt dat vooral eik, grauwe abeel, ratelpopulier en haagbeuk daar momenteel opvallen met een unieke
ondergrondse biodiversiteit. De grauwe abeel is van groot belang voor zeldzame russula-mycorrhiza’s zoals de op Europees niveau zeldzame Russula pectina. Mycorrhiza’s zijn een groep van bodemschimmels. Vele daarvan leven in symbiose met planten en bomen.
Grauwe abeel is een typische soort voor valleibossen. In Schulen ontstond de kloon ”de Moffart” op het domein van baron de Moffarts. Dankzij zijn grote netwerk kon hij de kloon ruim verspreiden. Je ziet her en der nog indrukwekkende exemplaren in oudere bossen of boomrijen, waaronder die van het Provinciaal Domein Nieuwenhoven.
Via het PDPO-project ”Overtollige zaailingen creëren elders nieuw bos”
kon Bosgroep Limburg op 20 december 2022 en 2 februari 2023 met de bosconsulenten meer dan duizend exemplaren uit een ongewenst verboste zone in Nieuwenhoven oogsten en deze uitplanten op locaties in o.a. Alken, Hoeselt en Sint-Truiden, waar ze kunnen uitgroeien tot volwassen bomen.
Meer weten?
Lees het advies van INBO over de ecologische waarden van grauwe abeel: https://bit.ly/3pIMBCd
Herbekijk de LIKONA-lezing van Ronny Boeykens: www.youtube. com/watch?v=6dm6KN4v1OM
TIP
Lees dit blad online op bit.ly/Bosbelang en klik rechtstreeks door op deze links.
Je leest in ‘t Bosbelang wel vaker over klimaatslim bosbeheer. Daarbij probeer je als beheerder om de soortenrijkdom en ecosysteemdiensten van je bos – zoals houtproductie en het vastleggen van koolstof – te behouden of zelfs te versterken in een veranderend klimaat. Binnen dat klimaatslimme beheer verdienen ”ingeburgerde” boomsoorten een plekje. Veel van onze boomsoorten zijn hier ooit geïntroduceerd en vormen inmiddels een volwaardig onderdeel van onze flora. Vaak zijn het uitgerekend de ingeburgerde soorten die zich goed aanpassen aan het veranderend klimaat.
Het onderscheid tussen ingeburgerd en inheems is niet altijd eenduidig. Alle in Nederland en Vlaanderen aanwezige boomsoorten vestigden zich sinds de laatste ijstijd (circa 12 000 jaar geleden) in bosecosystemen. Tussenkomst van de mens is meestal het criterium om het onderscheid tussen inheems (op eigen houtje) of ingeburgerd (geïntroduceerd) aan te duiden, maar ook veel inheemse soorten kregen hulp van mensen. De hazelaar en de beuk vonden in de steentijd hun weg noordwaarts dankzij de mens. In de Romeinse tijd verspreidden we de walnoot en tamme kastanje en remden de migratie van esdoorns af.
Ingeburgerde boomsoorten gedragen zich meestal onopvallend en spelen hun rol in het bosecosysteem. Sommige boomsoorten verspreiden zich echter snel en worden invasief genoemd. Vaak denken we daarbij meteen aan exoten als Amerikaanse vogelkers, robinia, Amerikaanse eik en de hemelboom. Maar ook inheemse soorten als ruwe berk, grove den en ratelpopulier zijn invasief.
Wanneer we in dit artikel het woord invasief gebruiken, hanteren we de ecologische definitie: soorten die in staat zijn snel uit te breiden. Invasieve ingeburgerde boomsoorten gedragen zich niet structureel anders dan inheemse pionierssoorten. In goed ontwikkelde heidevegetatie zijn grove den en ruwe berk bijvoorbeeld invasiever van aard dan Amerikaanse vogelkers of robinia. Pionierssoorten, zowel inheems als ingeburgerd, creëren de omstandigheden waaronder het bos geleidelijk aan overgenomen kan worden door
opvolgers als beuk, esdoorn en haagbeuk.
Boomsoorten beïnvloeden de habitat van andere boomsoorten, o.a. op het gebied van lichtinval, het bevorderen van vestiging en groei (o.a. via rijk strooisel) of net de productie van stoffen die andere soorten hinderen. Dat laatste is in labo’s vastgesteld bij de Amerikaanse vogelkers, robinia en hemelboom, maar blijkt in de praktijk weinig gevolgen te hebben voor de verjonging van boomsoorten.
Een verandering in boomsoortensamenstelling beïnvloedt ook de lokale soortenrijkdom van de kruidlaag. Onderzoek naar het effect van ingeburgerde boomsoorten op de kruidlaag laat uiteenlopende resultaten zien. Afhankelijk van de boomsoort en de lokale omstandigheden neemt de soortenrijkdom toe of verandert er weinig.
In tegenstelling tot wat we vaak aannemen, zijn ingeburgerde boomsoorten waardplanten voor veel organismen. Onderzoek naar de ecologische relaties van ingeburgerde soorten staat nog in de kinderschoenen en een grondige analyse van hun biodiversiteitseffecten op verschillende schaalniveaus (boom, opstand, landschap) dringt zich op. Niettemin werden al interessante resultaten waargenomen, o.a. bij Amerikaanse eik en Douglasspar die in Duitse bossen een belangrijke bijdrage leveren aan de keverdiversiteit. In Nederland en Vlaanderen blijkt de bosgebonden soortenrijkdom op Amerikaanse vogelkers
vergelijkbaar met die op inheemse boomsoorten. Verschillende onderzoekers tonen aan dat dit ook geldt voor Douglasspar, robinia, Japanse lariks en hybride populier.
De ecologische inburgering van bomen blijkt snel te verlopen. Zo werden meer insectensoorten waarge-
nomen, zowel generalisten als specialisten, meer vretend van de bladeren van Amerikaanse vogelkers (64 soorten) dan van de Europese (39 soorten). Deze integratie in het voedselweb is de afgelopen 150 jaren gegroeid. De totale vraat aan Amerikaanse vogelkersbladeren bedroeg in de negentiende eeuw nog
maar de helft van die aan Europese vogelkersbladeren, terwijl deze momenteel groter is.
De integratie van ingeburgerde boomsoorten lijkt het gevolg van een relatief lange aanwezigheid over een groot geografisch gebied, waarbij de aanwezigheid van inheemse
boomsoorten van hetzelfde geslacht ook helpt.
Bij een hoge concentratie ingeburgerde boomsoorten zijn mogelijke negatieve effecten groter dan wanneer (groepen van) deze boomsoorten individueel voorkomen. Door het aantal boomsoorten in bossen te vergroten, neemt de concentratie aan ingeburgerde boomsoorten af en daarmee ook hun effect op de bosgebonden soortenrijkdom. Grootschalige negatieve of positieve effecten van ingeburgerde boomsoorten lossen zich na verloop van tijd op in de bossuccessie.
De jonge bomen van nu krijgen in de toekomst waarschijnlijk te maken met hogere temperaturen en minder neerslag tijdens het groeiseizoen. Ook ziekten en plagen zullen toenemen. Het is nog grotendeels onduidelijk welke boomsoorten het moeilijk zullen krijgen of zelfs volledig uitvallen. Verwacht wordt dat fijnspar, grove den, zomereik en beuk in de problemen komen. Van andere soorten verwachten specialisten een grotere robuustheid, onder meer van de inheemse winterlinde, haagbeuk, zoete kers en ratelpopulier en de ingeburgerde zwarte den, zeeden, robinia, tamme kastanje, Amerikaanse vogelkers en Amerikaanse eik.
In overeenstemming met recente literatuur, definiëren wij veerkracht als het vermogen van een bosecosysteem om verstoringen te absorberen en veranderingen op te van-
gen zonder verlies van structuur en functionaliteit, terwijl het bosecosysteem zich aanpast aan de veranderende milieuomstandigheden. Versterken van de veerkracht van bossen tegen klimaatverandering betekent dat we de inrichting en beheer van het bos aanpassen, gericht op het optimaliseren van de ecosysteemprocessen onder de plaatselijke omstandigheden.
Belangrijk hierbij is variatie in soorten, genetisch materiaal en functionele eigenschappen van boomsoorten. Een grotere variatie in boomsoorten verkleint de klimaatimpact, wanneer boomsoorten uitvallen door droogte, hitte, ziekten en plagen en zorgt voor een groter aanpassingsvermogen. Daarnaast is het voor de veerkracht ook belangrijk dat meerdere boomsoorten met vergelijkbare eigenschappen voorkomen voor het geval een boomsoort uitvalt. Zo kunnen de zwarte den en de zeeden de grove den vervangen wanneer die in de problemen komt, de robinia en Amerikaanse vogelkers kunnen de ruwe berk vervangen en de Amerikaanse eik kan een alternatief zijn voor de zomer en wintereik.
Voor de overleving van veel typische bosplanten en diersoorten is behoud van bos noodzakelijk omdat zij afhankelijk zijn van het microklimaat dat in bossen heerst. Deze bosgebonden soorten hebben er dan ook baat bij dat het kronendak snel sluit na verstoringen zoals storm, brand of grootschalige sterfte van bomen. Inheemse en ingeburgerde boomsoorten kunnen daarmee bijdragen aan het behoud van bossoorten.
In het licht van de snelle klimaatverandering kunnen we de ingeburgerde boomsoorten in bosecosystemen maar beter accepteren. Ingeburgerde boomsoorten zouden we niet moeten beoordelen op hun herkomst, maar op hun bijdrage aan de diversiteit en het functioneren van het bos. Ingeburgerde boomsoorten, invasief of niet, blijken een grotere bijdrage te leveren aan bosgebonden biodiversiteit dan vaak wordt aangenomen. Deze bijdrage verschilt tussen boomsoorten en alle ingeburgerde boomsoorten over een kam scheren, heeft weinig zin.
Soms hebben we veel tijd en kosten besteed aan het bestrijden van die boomsoorten, zonder al te veel succes. We weten nu dat ze hier zijn om te blijven. Ingeburgerde boomsoorten gebruiken bij het realiseren van bosdoelen is dan ook (klimaat)slimmer dan bestrijding. Droogte en hittebestendige ingeburgerde boomsoorten kunnen een aanvulling vormen in klimaatslim bosbeheer door hun bijdrage aan een versterkte veerkracht tegen de effecten van klimaatverandering. Er is een grote behoefte aan meer onderzoek naar het ecologisch functioneren van ingeburgerde boomsoorten en hun bijdrage aan de veerkracht van bosecosystemen, evenals naar hun effect op bosgebonden biodiversiteit.
Naar een artikel van Bart Nyssen, Kris Verheyen en Bart Muys, gebaseerd op recent literatuuronderzoek in het kader van LIFE Resilias en op jarenlange waarnemingen van de auteurs in het bos.
De voorbije jaren wijzigden enkele artikelen in de wetgeving die voor boseigenaars belangrijk zijn. Graag gaan we in op twee reglementen waarvan je maar beter op de hoogte bent als je problemen wilt vermijden.
Tot voor kort bepaalde het Veldwetboek (uit 1886) de regels over de afstanden van beplantingen en overhangende takken. Sinds 2021 moeten we er het Burgerlijk Wetboek bijhalen. De nieuwe regels (art. 3.133 en 3.134 van het Burgerlijk Wetboek) bepalen dat jouw buur via een aangetekende ingebrekestelling kan vragen om overhangende takken binnen 60 dagen te verwijderen.
Als je dit niet doet, kan je buur dit zelf doen of laten doen, op jouw kosten. Je buur kan ook eisen dat je
de takken zelf wegsnijdt. Indien je niet akkoord gaat dat jij dit zelf moet doen, kun je dit aanvechten voor de rechtbank. De rechter zal dan oordelen.
Ook de regelgeving rond plantafstanden van bomen en struiken verschuift deels van het Veldwetboek naar het nieuwe Burgerlijk Wetboek. De plantafstanden zelf wijzigen niet. Enkel de vermelding van hoog- en laagstam bomen verdwijnt wegens te onduidelijk. We spreken voortaan over bomen groter dan 2 meter of bomen (2 m afstand), struiken en hagen kleiner dan 2 meter (50 cm af-
stand). Voor de plantafstand met agrarisch gebied geldt wél nog het Veldwetboek (6 m afstand).
Op 8 augustus 2022 lanceerde Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir een algemeen en permanent verbod op roken en vuur maken in bossen, natuurreservaten en natuurgebieden die vallen onder een natuurbeheerplan. Het was al langer verboden om vanaf risicocode geel te roken of vuur te maken in Vlaamse bos- en natuurgebieden, maar dat verbod geldt nu dus algemeen. Dit verbod helpt om de natuur te beschermen tegen brandgevaar.
Bosgroep Limburg mocht recent een nieuwe medewerker verwelkomen. We geven Jolan Wouters, die aan de slag ging als adjunct-coördinator voor de regio Zuid-Limburg, graag zelf het woord.
“Ik ben Jolan Wouters. De liefde voor hout en natuur is er bij mij door beide grootvaders met de paplepel ingegoten. Tijdens mijn opleiding Agro- en Biotechnologie: Groenmanagement in Diepenbeek, leerde ik veel over het beheer van zowel openbaar groen als natuur. Het werd al snel duidelijk dat ik natuurbeheer heel interessant vond.
Mijn favoriete stage was het uitwerken van een bosexploitatieplan. Niet zo gek dus dat ik een job zocht in bosbeheer. Ik werk in mijn thuisregio Zuid-Limburg. De broekbossen met hun loofbomen voelen echt als thuis. Ik kijk ernaar uit om een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de Limburgse bossen.”
Als bosgroepmedewerkers lezen we regelmatig interessante berichten die we graag met onze leden delen. Meer artikelen lezen om over door te bomen? Dat kan, op onze website en Facebookpagina.
De resultaten van de jaarlijkse Bosinventaris van het INBO zijn er weer, met enkele opvallende resultaten. Het aantal beschadigde bomen stijgt opnieuw. Bijna één op vier bomen in het meetnetwerk ondervond schade. Ook het bladverlies nam toe in vergelijking met voorgaande jaren, vooral bij de zomereik, grove den en Corsicaanse den. Dit is grotendeels te wijten aan extreme weersomstandigheden en daardoor een grotere impact van insectenaantastingen en schimmelinfecties. Ook verzuring, vermesting, klimaatverandering, nieuwe ziekten en aantastingen laten zich gelden. Nog meer redenen om elk gezond bos te koesteren!
Hier kun je het volledige rapport lezen: bit. ly/3pIYQ1D
Dat insecten achteruitgaan, is geen verrassing. Dat de populaties ook in bossen onder druk staan, is wel opmerkelijk. Toch blijkt uit een recent Duits onderzoek dat meer dan 60 % van de 1 805 onderzochte insectensoorten in Centraal-Europese bossen sinds 2008 afnamen. Nochtans zijn er geen duidelijke oorzaken van verstoring. Mogelijk eisen klimaatverandering en toenemende droogte hun tol. De onderzoekers suggereren dat we de achteruitgang kunnen afremmen door meer inheemse boomsoorten aan te planten en minder te ontbossen. bit.ly/3M3hrwJ
-
Drie miljard. Dat is het duizelingwekkend aantal nieuwe bomen dat de Europese Green Deal voorziet tegen 2030. Bosgroep Limburg maakt deel uit van de Bosalliantie die waakt over de Vlaamse bijdrage aan deze Europese ambitie. Momenteel staat de teller op meer dan 10,6 miljoen. Dat is al heel wat, maar we zijn er dus nog lang niet! Bosgroep Limburg heeft grote ambities op dit vlak met haar project een Hart voor Bos. ontdek hoe jij kunt helpen op www.eenhartvoorbos.be
Ben je lid van de Bosgroep en wil je je bos verkopen of ben je net op zoek naar een bos? In deze rubriek vind je een overzicht van percelen privébos die te koop staan. Wij hopen natuurlijk dat andere Bosgroepsleden het bos kopen, zodat de duurzaamheid van het bosbeheer gegarandeerd is.
Afspraken bij de zoekertjes Voordat het zoekertje gepubliceerd wordt, ondertekent de eigenaar een toelating.
Het zoekertje verschijnt eenmalig in het Bosbelang.
De publicatie van het zoekertje is geen garantie voor de verkoop van het bos.
Als je het bos niet meer zou willen verkopen, breng je de Bosgroep op de hoogte.
Hoe reageer je op een zoekertje?
Je neemt zelf contact op met de boseigenaar.
Bij aankoop geef je de Bosgroep een seintje.
Halen
97,50 are gemengd bos linda_nollet@hotmail.com
013 44 17 84
Ham
20,15 are gemengd bos rogerborremans@msn.com
050 51 76 22
Recht van voorkoop
Hechtel-Eksel
93 are gemengd bos erikrombouts@hotmail.com
0477 97 31 29
Recht van voorkoop
Tessenderlo
20,64 are naaldhout gaston.van.rooy@telenet.be
0474 97 84 55
Recht van voorkoop
zondag Natuurbeheerplan Herk-de-Stad
Op zondag 8 oktober bezoeken we één van de bosjes van de stad Herk-de-Stad, dat wordt opgenomen in het nieuwe natuurbeheerplan Herk-de-Stad (zie artikel pagina 4) en lichten het voorgestelde beheer toe.
Vertrekpunt: afspraak aan de ingang van het Schulensbos (tegenover de apotheek)
Sint-Jorislaan 2, Herk-de-Stad. Start: 10 u. (afronding rond 12.30 u.)
Inschrijven verplicht: via ilse.vanhoudt@limburg.be of via 011 23 83 12
KNIP DEZE KAART UIT, steek het in een envelop en stuur het voldoende gefrankeerd terug naar
Bosgroep Limburg vzw
Universiteitslaan 1
3500 Hasselt
OF GEEF JOUW VOORKEUR ONLINE DOOR VIA
Ik wens het “Bosbelang” in de toekomst op papier te blijven ontvangen!
naam
straat
postcode + gemeente
Ik wens het “Bosbelang” in de toekomst enkel digitaal te ontvangen mailadres
Als wij geen reactie ontvangen voor 31 december 2023, gaan we ervan uit dat je niet geïnteresseerd bent en ontvang je na die datum geen ledenblad meer.
bit.ly/enqueteBBL of via Vink jouw keuze aan en vul aan
BOSGROEP LIMBURG
p/a provincie Limburg
Universiteitslaan 1
B-3500 Hasselt
bosgroep@limburg.be
bosgroeplimburg.be
tel. 011 23 73 28
algemene coördinatie
ir. An Pierson
tel. 011 23 83 24
gsm 0473 88 53 95
an.pierson@limburg.be
secretariaat
Patricia Rouffa tel. 011 23 83 30
patricia.rouffa@limburg.be
coördinator houtverkoop
ing. Frederik Bollen
tel. 011 23 83 71
gsm 0479 19 10 08
frederik.bollen@limburg.be
bosbouwtechn. medewerker
Liam Van Eyck
tel. 011 23 83 63
gsm 0470 47 37 21
liam.vaneyck@limburg.be
administratief coördinator
Ilse Vanhoudt
tel. 011 23 74 26
gsm 0479 54 30 72
ilse.vanhoudt@limburg.be
boekhouding
Matty Colla
tel. 011 23 83 63
gsm 0475 29 37 30
matty.colla@limburg.be
communicatieverantwoordelijke
Pascal Vanhees
tel. 011 23 83 74
gsm 0478 55 16 14
pascal.vanhees@limburg.be
REGIO WEST coördinator
ir. Lore Bellings tel. 011 23 83 19 gsm 0471 23 82 14 lore.bellings@limburg.be
adjunct-coördinator
Pieter Flamend tel. 011 23 83 29 gsm 0476 93 11 50 pieter.flamend@limburg.be
secretariaat
Evi Ghijsens tel. 011 23 73 29 evi.ghijsens@limburg.be
REGIO OOST coördinator
ir. Patrick Meesters tel. 011 23 83 23 gsm 0475 46 04 42 patrick.meesters@limburg.be adjunct-coördinator
Els Kimpe tel. 011 23 73 85 gsm 0470 57 67 15 els.kimpe@limburg.be
secretariaat
Ine Houbrechts tel. 011 23 83 15 ine.houbrechts@limburg.be
REGIO ZUID coördinator
ir. Karolien Van Diest tel. 011 23 83 25
gsm 0473 88 53 94
karolien.vandiest@limburg.be adjunct-coördinator
Jolan Wouters tel. 011 23 83 89 gsm 0471 85 63 30 jolan.wouters@limburg.be secretariaat
Clara Caradonio tel. 011 23 83 12 domenicaclara.caradonio@ limburg.be
Geef jouw voorkeur door via deze uitknipbare antwoordstrook of online
Vier keer per jaar valt dit ledenblad bij jou in de bus. We hopen dat je onze artikelen kunt smaken en dat je het fijn vindt om te lezen over duurzaam bosbeheer.
Misschien ben jij een van de vele mensen die het liefst van al een papieren magazine in handen houdt? Graag willen we onderzoeken of je het magazine ook leest of belandt het bij jou ongelezen in de papiermand? Dat
laatste is natuurlijk jammer, want een papieren tijdschrift maken kost geld en heeft een zekere impact op het milieu.
Daarom bieden we voortaan de mogelijkheid om het magazine digitaal te ontvangen. Geen nood: ook het papieren tijdschrift blijft bestaan, maar we sturen het enkel nog naar leden die dat écht graag willen.