INFORMATIEBLAD BOSGROEP LIMBURG
DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT - N`85
JULI, AUGUSTUS, SEPTEMBER 2024
INFORMATIEBLAD BOSGROEP LIMBURG
DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT - N`85
JULI, AUGUSTUS, SEPTEMBER 2024
AFGIFTEKANTOOR: HASSELT 1 3DE AFDELING P3A9010
Van onverwachte erfenis tot passie: de bossen van de familie Gielen
Er stuift wat in het bos
Een netelige kwestie: bramen in het bos
31
woensdag bosbouwbeurs
Demo Forest Libramont
De bosbouwbeurs Demo Forest in Libramont (Bertrix) is hét uitgelezen evenement voor elke bosbeheerder met interesse voor de bosbouwpraktijk. In een bosgebied van 120 ha staan er 200 exposanten. Je kunt er machines en gereedschap kopen en er zijn doorlopende demonstraties.
Ook dit jaar organiseren we op woensdag 31 juli een uitstap naar Libramont. De kostprijs hiervoor bedraagt 40 EUR per persoon. De busreis vanuit Hasselt, het toegangsticket en een versnapering op de bus zijn inbegrepen in deze prijs. Heb je zin om deze dag samen met andere leden van de Bosgroep te beleven, schrijf je dan ten laatste 15 juli in via bosgroep@limburg.be. Je inschrijving is pas definitief na betaling van de kostprijs op het rekeningnummer van de Coöperatieve van de Limburgse Bosgroepen BE48 7795 9073 9027 met vermelding van “Libramont” + jouw naam. Wacht zeker niet te lang met inschrijven, de plaatsen in de bus zijn beperkt.
PROGRAMMA
7.30 u. Vertrek met de bus op de parking van Kinepolis, Via Media 1, Hasselt
9.45 u. Verwachte aankomst in Libramont
16.00 u. Vertrek naar Hasselt
18.15 u. Verwachte aankomst in Hasselt
PRAKTISCH
- 40 euro per persoon (incl. toegangsticket en een versnapering op de bus).
- Inschrijven via bosgroep@limburg.be voor 15 juli.
Nieuws uit de regio
Nieuws uit de regio
Van onverwachte erfenis tot passie: de bossen van de familie Gielen_ 4
Bosbeheer
Er stuift wat in het bos _ 8
Een netelige kwestie: bramen in het bos _ 12
Terreinwerk
Afbakenen van perceelgrenzen _ 14
Welkom en vaarwel _ 11
Bos te koop _ 15
Rechtzetting _ 15
Contactgegevens _ 16
Beste Bosbeheerder
Dat bossen onmisbaar zijn voor de biodiversiteit in Vlaanderen, hoef ik je niet te vertellen. Het is dan ook geen toeval dat we in dit ledenblad regelmatig aandacht besteden aan de fauna en flora van onze bossen. In deze editie hebben we het over stekelige struiken die bij menig beheerder tot kopzorgen leiden: bramen We kijken naar de voor- en nadelen van deze plant, en onderzoeken hoe je je beheer kunt aanpassen om te vermijden dat je bos overwoekerd geraakt.
Verder zoomen we in op bijen en andere nuttige bestuivers zoals hommels, zweefvliegen en wespen. Zonder hen zouden heel wat bomen en planten zichzelf niet kunnen voortplanten. Deze insecten zijn dus onmisbaar voor het bos, maar ze vinden er ook heel wat voedsel en nestgelegenheid. We geven graag tips om het hen nog meer naar de zin te maken.
Dat bossen zoveel meer zijn dan een verzameling bomen, blijkt uit ons regioartikel, waarvoor we spraken met Marie-Laure Gielen. Samen met haar familie beheert ze in Heers enkele bijzondere boscomplexen. Een zoveelste bewijs dat het verhaal van een bos vaak nauw verweven is met dat van de eigenaar.
Veel leesplezier!
Bert Lambrechts gedeputeerde van Leefmilieu en Natuur voorzitter vzw Bosgroep Limburg
De deputatie van de provincieraad van Limburg, Jos Lantmeeters, gouverneur-voorzitter, Inge Moors, Bert Lambrechts, Igor Philtjens, Tom Vandeput, gedeputeerden en Wim Schoepen provinciegriffier I Coördinatie Pascal Vanhees, Bosgroep Limburg I Tekst Leen Raats, Teksttype.be, Pascal Vanhees, Lore Bellings I Taaladvies Yvette Vandormael, Informatie en Communicatie, provincie Limburg I Concept en vormgeving Hilde Winters, Informatie en Communicatie, provincie Limburg I Fotografie Robin Reynders (Informatie en communicatie, provincie Limburg), Luc Daelemans, Lander Loeckx, Mario Mendez (Unsplash), Claudia Töngesa (Pixabay) I Drukwerk Drukkerij Chapo, Hasselt I Oplage 1200 ex. I Verantwoordelijke uitgever Vera Boesmans, Universiteitslaan 1 - 3500 Hasselt I Wettelijk depotnummer D/2008/5857/82 Deze publicatie werd gedrukt op houtvrij gerecycleerd CO2-neutraal papier met EU Ecolabel en FSC certificaat.
Elk bos heeft zijn verhaal, dat vaak nauw verweven is met dat van zijn eigenaars. Dat geldt zeker ook voor de bossen van de familie Gielen in Opheers en Mechelen-Bovelingen. Toen de vader van MarieLaure Gielen twintig jaar geleden onverwacht overleed, erfden de drie kinderen zijn geliefde bossen. Op dat moment had dochter Marie-Laure een fulltime job en een gezin met drie kinderen. Van bosbeheer had ze geen kaas gegeten. Toch zette ze haar schouders onder deze onverwachte uitdaging.
Nieuws uit de regio
Marie-Laure: “Mijn vader was een boerenzoon. Mijn grootouders hadden een kleine boerderij. Wanneer een boer vroeger meerdere zonen had, nam een van hen de boerderij over, terwijl de anderen gingen studeren. Mijn vader was een intelligente man en studeerde voor dokter, terwijl zijn broer de boerderij overnam. Het boerenbloed bleef echter door mijn vaders aderen stromen. Als huisarts werkte hij dag en nacht, maar hij koesterde ook een grote liefde voor de natuur. Dus kocht hij beemden, fruitplantages en verschillende bossen, allemaal rond Heers.”
De natuurmicrobe liet hem niet los. “Toen hij met pensioen ging, werd hij meer en meer aangetrokken door de natuur. Als kind kwamen we weleens in de bossen van mijn vader, maar als ik hem vroeg hoe dat allemaal in zijn werk ging, was zijn antwoord: ik zal dat wel regelen. Toen we dat bos plots erfden, wisten we niet waar te beginnen.”
Marie-Laure erfde de bossen samen met haar zus, die een beperking heeft, en haar broer, die als geneesheer net als zijn vader enorm hard werkte en pas sinds zijn pensioen echt betrokken is bij het beheer. De eerste jaren regelde zij alles. “Iemand moest het beheer overnemen. Ik ben er echt ingesprongen. Gelukkig heb ik de liefde voor natuur van mijn ouders meegekregen. Bosen natuurbeheer is ondertussen een echte passie geworden. Een vriendin wees me op het bestaan van de Bosgroepen. Ik werk nu al twintig jaar met hen samen. Ze stonden me vanaf dag één bij met raad en daad.
Af en toe gaan we samen het terrein op om te kijken waar werken, zoals dunnen, vrijstellen of aanplanten, nodig zijn. Vervolgens zorgt Bosgroep Limburg voor alles: zij regelen de administratie en plannen de werken in. Een ploeg arbeiders uit de sociale economie zorgt voor de uitvoer. Als ik en mijn familie naar dat bos gaan, is het om te genieten, te wandelen en rond te kijken.”
Een van Marie-Laures bossen ligt in Mechelen-Bovelingen en maakt deel uit van het Sterbos, dat aansluit op het Hornebos. Hun bos is mee opgenomen in het natuurbeheerplan van Gingelom, Sint-Truiden en Nieuwerkerken, hoewel het dus eigenlijk net in de gemeente Heers ligt. “Mijn broer, mijn zus en ik bezitten elk een stuk van dit voormalig kasteelbos van het helaas afgebrande kasteel van Bovelingen. Onze eigendommen zijn samen goed voor zo’n 9 ha van het Sterbos. De rest is in handen van een andere privé-eigenaar, met wie we een goede band hebben. Ons bos maakt ook deel uit van een groter natuurbeheerplan. Heel handig, want zo ligt het beheer vast voor de komende decennia.”
“De eigenaar die het bos voor mijn vader bezat, was een ondernemer, die het had gekocht om er bouwafval te storten. Die man heeft toen ook een paar heel mooie, oude bomen laten vellen. Het is een buurman die aan de alarmbel trok en mijn vader aansprak. Die kocht het bos om het van de ondergang te redden. Mijn vader was ook ondernemend van aard en plantte heel wat Canadapopulieren aan, met het oog op houtproductie. Hij had ook een
beheerplan, maar daar kwamen we pas vele jaren na zijn overlijden achter. Ondertussen hadden we al een nieuw beheerplan laten opstellen door Bosgroep Limburg.”
Het Sterbos is een divers loofbos, waar es en esdoorn de plak zwaaien. Verder groeien er ook heel wat zomereiken, zoete kersen en andere loofbomen. Een groot deel van het bos was eerst een populierenbestand, maar bij de eindkap van de populieren leverden de beheerders inspanningen om de nevenetage van inheems loofhout zoveel mogelijk te sparen. “Sinds we alle populieren kapten en het hout verkochten, plantten we enkel nog inheemse soorten aan in ons bos.”
Sindsdien voerden we meerdere dunningen door, zoals voorzien in het beheerplan. Om de soortendiversiteit van het bosbestand te verhogen, plantten we bovendien verjongingsgroepen aan. Hierbij koos de eigenaar onder meer voor linde en boskers. “We deden al een aantal dunningen en aanplantingen met Bosgroep Limburg. De bomen groeien enorm goed. Het is echt vruchtbare, Zuid-Limburgse grond. Er zitten heel wat reeën en in het voorjaar is het genieten van de vele voorjaarsbloeiers.”
In Mettekoven, pal op de grens tussen Heers en Sint-Truiden, ligt nog een perceel bos van de familie Gielen. Na een eindkap van populieren volgde daar een heraanplant van populier. Tussen de populieren plantten we inheems loofhout in groepen, om zo op termijn een
nevenetage te vormen. Samen met de eigenaar kozen we hier voor zomereik, haagbeuk en zwarte els, met in de bosrand ook sleedoorn, Europese vogelkers en hazelaar. Naast de geplante bomen vind je er - natuurlijke verjonging van meidoorn, vlier en wilg. Eens de bomen volgroeid zijn, vormen deze struiken een mooie onderetage.
En dan is er nog het stukje “niemandsland,” zoals Marie-Laure het zelf omschrijft, op de grens met Wallonië. “Dat bos ligt in Opheers,
tussen de akkers, in een soort niemandsland tussen Heers en Oreye, pal op de taalgrens. Daar kun je echt nog meerdere kilometers rijden zonder een huis tegen te komen. Het bos is zo’n 3 à 4 ha groot en is ook een gemengd loofbos. Dit bos zit nog niet in een overkoepelend natuurbeheerplan, maar met de hulp van de Bosgroep voeren we er wel de nodige werken uit.”
De familie Gielen maakte de bewuste keuze om hun bossen niet open te stellen voor recreatie. “In het verleden zijn er problemen geweest met sluikstorten en vandalisme. In het Sterbos staat een soort tempeltje, een gebouw met zuilen. Daar is vroeger een paar keer ingebroken. Ze hebben het meubilair gestolen en zelfs ooit geprobeerd om een stoel in brand te steken. Toen de gemeente Heers een wandelpad door ons
bos wilde leggen, heb ik dan ook nee gezegd.”
Over de toekomst hoeft Marie-Laure zich alvast geen zorgen te maken, want het lijkt erop dat ze haar liefde voor bossen heeft doorgegeven aan haar kinderen Evelien (40), Anton (38) en Astrid (36). “We hebben echt drie fantastische kinderen en ik ben blij dat ze interesse hebben in onze bossen. Ik heb hen ondertussen al volop ingewijd in de wereld van het natuurbeheer. Ze wilden alle drie
graag een stuk bos erven, dus dat heb ik zo via een schenking geregeld. Mijn jongste zoon en dochter gaan met veel plezier, ook met vrienden naar onze bossen. Mijn zoon woont nu in Schaarbeek, maar als hij naar Limburg komt, gaat hij steevast met de kinderen in onze bossen wandelen. Mijn kleinkinderen spelen enorm graag buiten en hebben een sterke voeling met de natuur.”
Wanneer we haar vragen of ze nog een boodschap heeft voor andere
boseigenaars, hoeft Marie-Laure niet lang na te denken. “Ga door met bosbeheer. Denk daarbij niet enkel aan de economische functie van het bos, maar blijf genieten van de natuur. Dat is ook belangrijk voor onze geestelijke gezondheid. Zit je niet goed in je vel? Kijk naar buiten, geniet van de fauna en flora, ga wandelen.”
De meest ijverige werkkrachten in de Limburgse bossen? Dat zijn niet de privé-eigenaars, niet de overheden of de natuurorganisaties, niet de vele arbeidersploegen die dagdagelijks in de bossen aan de slag zijn. De helden van het bosbeheer zijn bijen en andere nuttige insecten die bomen, struiken en bloemen bestuiven en zo hun voortbestaan mogelijk maken. Reden te meer om het deze gevleugelde helden naar de zin te maken.
Bomen beschikken over verschillende strategieën om zich voort te planten. Sommige soorten doen het gewoon zelf, door zich te vermeerderen via stekken, scheuten of wortelstokken. Dit noemen we ongeslachtelijke voortplanting. Kampioen hierin is de ratelpopulier. Een Amerikaanse ratelpopulier in Utah (VS) groeide via wortelopslag uit tot een superorganisme dat uit 47 000 bomen bestaat en 43 hectare beslaat. Het organisme is duizenden jaren oud en heeft zelfs een naam: Pando.
Ongeslachtelijke voortplanting heeft als voordeel dat het erg snel kan verlopen. In korte tijd kan een plant voor heel wat nakomelingen zorgen. Nadeel is dat de nakomelingen identiek zijn aan de ouderplant. Door de beperkte genetische verandering kan een soort zich niet of moeilijk aanpassen aan veranderingen zoals standplaats, ziekte, context of klimaatverandering
Bij geslachtelijke voortplanting is er uitwisseling van genetisch materiaal tussen mannelijke geslachtscellen (meeldraden) en vrouwelijke geslachtscellen (stamper), wat zorgt voor meer genetische diversiteit bij de nakomelingen. Bevruchting kan enkel plaatsvinden als het stuifmeel van de meeldraden in contact komt met de stamper van een andere bloem. Uitwisseling van stuifmeel is dus cruciaal.
Heel wat bomen maken hiervoor gebruik van de wind. In het voorjaar zie je vaak een laag ‘stof’ (stuifmeel) op het water of op je auto liggen, om nog maar te zwijgen van de vele pluisjes die door te lucht zweven. Wilg en populier zijn beken de windbestuivers, die grote hoeveelheden pluis de lucht in sturen, maar ook beuk, eik, haagbeuk en hazelaar bedienen zich van deze beproefde techniek. “Voor de duidelijkheid, dit pluis is geen stuifmeel, maar zijn de zaden die via de wind verspreid worden. Ze zijn dus het resultaat van de bestuiving die eraan voorafging.
Sommige mensen merken dit ook op een andere manier. Ze beginnen te niezen, krijgen rode ogen of moeten hoesten. Hoewel grassen de grote schuldigen zijn voor hooikoortsaanvallen, kunnen bomen zoals berk en els in onze contreien allergische reacties veroorzaken. Loofbomen die aan windbestuiving doen, herken je aan de katjes die in het voorjaar in trossen aan de bomen hangen, zodat de wind makkelijker zijn werk kan doen. Ook de meeste naaldbomen zijn windbestuivers.
Sommige bomen rekenen niet op de wind voor de verspreiding van hun stuifmeel. Ze wijden hun energie aan de productie van veelkleurige, geurige bloemen vol nectar. Deze trekken insecten zoals hommels, solitaire bijen en honingbijen aan. De suikerrijke vloeistof is hun belangrijkste voedingsbron. Die nectar zit diep in de bloemen verscholen,
zodat er heel wat stuifmeel aan het lichaam van de gulzige eetgasten blijft hangen. Wanneer die naar de volgende bloem trekken, blijft daar een deel van het meegelifte stuifmeel op de stamper achter. De bevruchting is een feit.
De meeste struiken en bosrandsoorten zoals meidoorn, sleedoorn, spork, kornoelje of wilde kardinaalsmuts maken gebruik van insectenbestuiving. De voorjaarsflora in het bos is tevens afhankelijk van bestuivers. Maar ook heel wat hoogstammige bomen zijn afhankelijk van bijen voor hun voortbestaan. Denk maar aan boskers, linde, wilde appel en peer, vogelkers, acacia en paardenkastanje.
De meest vlijtige bosbestuivers zijn insecten. De honingbij (Apis mellifera) kennen we vooral uit de bijenkasten van imkers. Van nature is het echter een rasechte bosbewoner, die kolonies sticht in holle boomstammen. Maar er zijn nog heel wat andere bestuivers aan het werk: solitaire bijen, hommels, vliegen, kevers, vlinders, motten en wespen. Zelfs vogels en eekhoorns nemen soms de rol van bestuiver op zich.
De rol van deze stuifmeeltransporteurs is niet te onderschatten. Veel landbouwgewassen zouden er niet zijn zonder hen. Dit geldt voor fruit zoals appels, kersen, aardbeien en bessen, maar ook voor groenten zoals courgette, tomaat en tuinboon. Ook koolzaad, vooral geteeld voor de productie van olie, is afhankelijk van bestuiving door insecten. In de natuur heeft meer dan 85 % van de wilde planten bestuiving nodig. Insecten zijn daarom niet enkel belangrijk voor de land- en tuinbouw, maar ook voor de biodiversiteit en bosbouw.
Bestuivers helpen bomen en planten om zich voort te planten en dragen bij aan de gezondheid en diversiteit van je bosbestand. Dat doen ze niet voor niets: zelfs in kleine bosjes vinden ze voedsel en nestgelegenheid. Een wederkerige relatie, dus.
Bossen bieden een all-you-can-eatbuffet voor bestuivers. Denk maar aan wilg en hazelaar als eerste stuifmeelbron in de prille lentezon, of de voorjaarsflora waar hommelkoninginnen zich maar al te graag voltanken voor ze hun nieuwe kolonie stichten. Daarnaast zijn er struiken in de bosrand, hoogstambomen en zelfs klimop die voedsel in de aanbieding hebben. De bestoven bloemen groeien uit tot bessen en vruchten, die dan weer als voedsel dienen voor vogels en kleine zoogdieren, net zoals de bestuivende insecten zelf.
In bossen vinden insecten ook plekjes om te nestelen en overwinteren. Bestuivers maken nestgangen in de grond, kleine holletjes in het zand of gaatjes in dood hout of holle plantenstengels. Ook holtes van bomen
en oude holen van knaagdieren zijn interessante nestplekken.
Exotische bijen-
De Aziatische hoornaar is in België aan een sterke opmars bezig. En dat zorgt voor flink wat problemen. Deze invasieve exoot neemt de habitat van de Europese hoornaar over en verdringt dit niet-schadelijke insect. Daarnaast valt de Aziatische hoornaar ook inheemse insecten aan. Bijen en libellen zijn de voornaamste slachtoffers. We doen een warme oproep aan bosbeheerders om mee de verspreiding van deze soort tegen te gaan. Zomernesten van de Aziatische hoornaar herken je als een grote, donkerbruine, papieren bol hoog in de boom, met verschillende openingen. Met een verrekijker kun je de hoornaars zien patrouilleren. Als je een nest ziet, meld het via www.vespawatch.be en/of neem contact op met de brandweer via het nationaal wespenloket via www.1722.be.
Maak van
• Plant soorten die veel nectar en stuifmeel produceren. Besteed extra aandacht aan planten die heel vroeg of laat in het seizoen bloeien. Zo zijn wilg, hazelaar en gele kornoelje vroege bloeiers en klimop een van de laatste. Zolang de klimop je boom niet overwoekert, kun je hem dus gerust laten groeien.
• Plant een geleidelijk opgaande bosrand aan, liefst gericht op het zuiden of oosten.
• Leg houtwallen aan of voorzie stukken naakte bodem zoals een zandwal.
• Laat een grote voorraad dood hout liggen in het bos. Zeker staande dode boomstammen zijn erg interessant.
• Gebruik geen (chemische) bestrijdingsmiddelen.
• Aziatische hoornaars gespot? Meld het aan de brandweer.
De afgelopen maanden vonden er wat verschuivingen plaats binnen het Bosgroepteam. Frederik Bollen verruilde zijn stoel van coördinator houtverkoop voor die van algemeen coördinator met terreinwerk in de regio’s Oost en West. Ludo Dams, eerder al bestuurder bij Bosgroep Limburg, neemt zijn plaats in.
Bij regio Oost verwelkomen we adjunct-coördinator Bram Onclin. Helaas nemen we afscheid van vaste waarde Pascal Vanhees.
adjunct-coördinator Regio Oost
“Ik ben geboren en getogen in het groenste snoepje van Vlaanderen. Als Zutendalenaar kan je niet om de bossen heen. Als klein manneke in het bos bij de chalet van mijn ouders spelen, wekte mijn interesse voor natuur op. Dat uitte zich in veel wandelen en fietsen, maar ik volgde ook enkele opleidingen over natuur en milieu. Zo heb ik een diploma natuurmanagement met specialisatie boswachter op zak. Voor ik aan deze job begon, werkte ik 19 jaar als operator. Het was tijd voor een nieuwe uitdaging en die heb ik bij Bosgroep Limburg gevonden!”
coördinator houtverkoop
“Ik groeide op in de Haspengouwse velden rond Sint-Truiden, waar ik op de boerderij van mijn grootvader besmet geraakte met het virus voor natuur en dier. Dat vormde de trigger voor mijn studie bio-ingenieur met specialisatie waters en bossen. Ik heb altijd al aandacht voor milieu gehad en lag destijds mee aan de basis van de ontwikkeling van het natuurgebied Overbroek-Gelinden. Mijn hart voor bos deed me onlangs nog een oude populierenweide kopen, die ik momenteel omvorm tot een biodivers bos.”
“Ik herinner met het telefoontje dat ik 16 jaar geleden kreeg nog levendig. Ik had nog nooit van de Bosgroep gehoord en koesterde geen ambitie om binnen deze sector te werken. Toch ging ik op gesprek. De rest is geschiedenis. De job sprak me erg aan en ik kreeg de ruimte om mij te verdiepen in de mooie, wondere wereld van bomen en bossen. Ik startte als verantwoordelijke houtverkoop, werd later adjunct-coördinator en verzorg nu al 6 jaar de communicatie.
Helaas werd het Bosgroepvuur stilaan een waakvlammetje. Tijd voor iets nieuws, dus. De beslissing om dit grote deel van mijn leven achter te laten, was niet eenvoudig. Ik hou veel mooie, warme herinneringen over aan ontmoetingen, boseigenaars, excursies en natuurlijk de collega’s. Ik wil iedereen bedanken die de voorbije jaren mijn pad kruiste! Misschien komen we elkaar nog tegen in de Limburgse bossen.”
Bosbeheer
Regelmatig krijgen we vragen van boseigenaars over bramen, die soms flink woekeren in het bos en het ontoegankelijk maken. Zijn bramen vervelende, stekelige struiken die ons het leven moeilijk maken, of beschikken ze ook over goede eigenschappen? We banen ons een weg door de voor- en nadelen.
De bramenfamilie bestaat uit zo’n 400 leden, die vaak moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. Ze behoren tot de rozenfamilie en zijn verwant met heel wat fruitbomen. Er zijn zowel kruip- en klimplanten als kleine struiken. De framboos is ook een bramensoort. Bramen komen vooral voor op het noordelijk halfrond. Zowel de twijgen als de onderkant van de bladeren zijn uitgerust met stekels. De twijgen sterven meestal na drie jaar. Ze vormen reukloze witte of roze bloemen in het voorjaar en de zomer. In de maand augustus komen de welgekende bessen tevoorschijn.
Bramen tref je massaal aan op redelijk vruchtbare bodems. Vooral op historische akkers, in valleien en in broekbossen met populier, zwarte els, vlier, brandnetel en kleefkruid kunnen ze massaal voorkomen. Hetzelfde geldt voor bossen waar via beken en grachten voedselrijk water kan binnenstromen. Ook in gedunde dennenbossen op niet te arme zandbodems profiteren bramen van het licht en dragen ze bij aan een microklimaat, waardoor de bodem minder snel uitdroogt.
Bramen vormen niet enkel een indicator voor vruchtbaarheid, maar dragen zelf ook hun steentje bij aan een vruchtbare bodem. Jaarlijks produceren ze meerdere tonnen loof per hectare. Deze bladeren vormen een goede humus. Bramenstruwelen dragen dus bij aan de vruchtbaarheid van de bosbodem. Je zal merken dat bomen en struiken die door bramen zijn omringd goed groeien. Zwarte bramen vormen een lekkernij voor heel wat dieren en lokken ook veel insectensoorten, in tegenstelling tot onder meer varens. Die
insecten trekken dan weer heel wat vogels aan. Een bijzondere verschijning in braamrijke bossen is de mysterieuze, doortrekkende houtsnip. Deze schitterende vogel zal de stekelige struwelen opzoeken om op de bodem voedsel te zoeken. Ook voor mensen vormen braambessen, al dan niet verwerkt in confituur of vlaai, een zoete lekkernij vol vitamine C. Vroeger loofde men de plant omwille van diens geneeskrachtige eigenschappen. Tijdens de wintermaanden vormen bladeren van bramen een van de voornaamste voedselbronnen voor reeën. De struwelen bieden ook een goede schuilplaats aan reeën en ander wild. Braamstruiken bieden bovendien eindeloze nestgelegenheid.
Een braamstruweel kan, net zoals een dicht kruinendak, zorgen dat er weinig licht op het kiembed valt, wat bosverjonging afremt. Zomereik en lijsterbes kunnen zich echter wel in bramenstruwelen vestigen en er uiteindelijk doorgroeien. Als je je dennenbos naar loofbos wil omvormen, is het flink uitdunnen van de dennen een eerste stap. Het nadeel is dat de bramen dan nog sneller groeien. Wanneer je de verjonging plaatselijk vrijstelt, geef je de kleine loofboompjes meer kansen. Dit kun je doen door de bramen plaatselijk plat te trappen of weg te knippen. Let echter op: hoe meer je snoeit, hoe sneller de struik groeit. Bramen verwijderen is pas nodig als ze echt over de eindscheut van de jonge boompjes hangen. Als de bosverjonging zich verder ontwikkelt, zullen de boompjes op termijn de bramen onderdrukken.
Omdat bramen de bodem vruchtbaarder maken, komen vele boomsoorten in aanmerking voor beplantingen op door bramen overwoe-
kerde gronden. Je kunt bij je keuze rekening houden met het bladstrooisel dat je toekomstige bomen produceren. Soorten die een zware schaduw geven zoals beuk, tamme kastanje en Amerikaanse eik, hebben moeilijk verteerbaar strooisel. Voordeel is wel dat deze soorten het struweel sneller onderdrukken.
Soorten zoals gewone esdoorn, boskers, ratelpopulier en haagbeuk geven een minder zware schaduw en produceren een gemakkelijk verteerbaar strooisel.
Ook een combinatie is mogelijk. Zo kun je een groot aantal snelgroeiende tamme kastanjes aan je bomenmix toevoegen om het braamstruweel zo snel mogelijk terug te dringen tot een aanvaardbaar niveau. Na enkele jaren kun je een aantal van die tamme kastanjes verwijderen in het voordeel van soorten met een mildere schaduw. Op gronden waar bramen massaal woekeren, plant je best vlak na een kapping nieuwe bomen. Neem voldoende groot plantgoed en verzorg het goed. Je zal de boompjes moeten vrijstellen. De jonge plantjes moeten binnen de drie jaar op eigen kracht boven de bramen kunnen uitgroeien.
Bramen komen vaak voor tijdens de transformatie van dennen- naar loofbos. Na een tiental jaar verdwijnen de netelige struiken veelal onder de schaduwdruk van de opgroeiende loofbomen en vind je ze meestal enkel nog in bosranden terug. Als bramen massaal aanwezig zijn, kunnen ze de natuurlijke verjonging van een bos belemmeren. Een troost hierbij is dat ze zowel de bodem verbeteren als het microklimaat van je bos ten goede komen. Via aanplantingen kun je zorgen dat de bramen sneller verdwijnen. Een goede opvolging van je plantsoen is hierbij noodzakelijk.
Bij Bosgroep Limburg streven we ernaar om nauwkeurig en efficiënt bosbeheer te realiseren. Een belangrijk onderdeel hiervan is het afbakenen van perceelsgrenzen. Hiervoor gebruiken we nauwkeurige GPStoestellen die een nauwkeurigheid tot op 10 cm kunnen behalen. Onze GPS-toestellen maken gebruik van de Grootschalige Referentiekaart van Vlaanderen (GRB). Deze digitale kaart wordt beheerd en uitgegeven door Digitaal Vlaanderen, een agentschap van de Vlaamse overheid dat werkt aan de digitale transformatie.
Deze GRB-kaart bevat gedetailleerde informatie over gebouwen, percelen, wegen, waterlopen en andere geografische elementen. Sinds kort is er ook een samenwerking met de federale overheid (het kadaster) waardoor er één unieke bron bestaat voor perceelsinformatie in Vlaanderen met, voor elk eigendomsperceel, een benaderde vectoriële voorstelling van de ligging en vorm.
Het is belangrijk te benadrukken dat de perceelsgeometrie in deze kaarten, geen vervanging is voor de juridische landmeters- en afpalingsplannen. Hoewel deze kaarten regelmatig worden geüpdatet en verbeterd, kan er soms nog sprake zijn van onnauwkeurigheden.
De GRB-kaarten zijn een betrouwbare bron van geografische informatie en worden veelvuldig gebruikt voor diverse toepassingen. Ook het Agentschap voor Natuur en Bos gebruikt deze kaarten voor de opmaak van Natuurbeheerplannen. De kaarten zijn toegankelijk voor iedereen en worden constant bijgewerkt om de nauwkeurigheid te verbeteren.
Terreinwerk
We willen jullie graag informeren dat ondanks het gebruik van nauwkeurige GPS-toestellen en de GRB-kaarten, er nog steeds afwijkingen kunnen zijn in de afbakeningen van perceelsgrenzen en de berekeningen van oppervlaktes. Deze afwijkingen kunnen optreden door de beperkingen van de kaarten en de technologie.
Daarom willen we uitdrukkelijk aangeven dat Bosgroep Limburg niet aansprakelijk is voor eventuele verschillen in grenzen en oppervlaktes die later zouden kunnen blijken, of deze nu in het voordeel of nadeel van de boseigenaar zijn. We doen ons uiterste best om zo nauwkeurig mogelijk te werk te gaan, maar kleine afwijkingen kunnen niet volledig worden uitgesloten.
Bij vragen of twijfels over de afbakening van jouw perceel, staan wij uiteraard voor je klaar om verdere uitleg te geven en mogelijke oplossingen te bespreken.
Ben je lid van de Bosgroep en wil je je bos verkopen of ben je net op zoek naar een bos? In deze rubriek vind je een overzicht van percelen privébos die te koop staan. Wij hopen natuurlijk dat andere Bosgroepsleden het bos kopen, zodat de duurzaamheid van het bosbeheer gegarandeerd is.
Afspraken bij de zoekertjes
Voordat het zoekertje gepubliceerd wordt, ondertekent de eigenaar een toelating.
Het zoekertje verschijnt eenmalig in het Bosbelang.
De publicatie van het zoekertje is geen garantie voor de verkoop van het bos.
Als je het bos niet meer zou willen verkopen, breng je de Bosgroep op de hoogte.
Hoe reageer je op een zoekertje?
Je neemt zelf contact op met de boseigenaar.
Bij aankoop geef je de Bosgroep een seintje.
Tessenderlo (Zichem)
47,69 are gemengd bos 0496 27 96 50 wim.marivoet@telenet.be deels recht van voorkoop
Hechtel-Eksel
1,91 hectare gemengd bos 0474 84 72 49 sweron.bernadette@telenet.be
As
1,64 hectare gemengd bos 0477 13 03 46 Rbullen@skynet.be
Hamont-Achel
1 hectare naaldbos 011 44 82 78 recht van voorkoop
Beringen
53 are naaldbos 0475 78 52 64
johannes.meukens@pandora.be
Oudsbergen
3,02 hectare gemengd bos 0485 523 658 kurt@km-architecten.be
Oudsbergen
35,50 are naaldbos 0495 91 69 79 hubrechts.herman@gmail.com
Maasmechelen
55,60 are naaldbos 0497 41 91 57 eleander@gmail.com recht van voorkoop
Beringen
82,40 are loofbos 0495 70 65 67 christianegeuens@hotmail.com
Dilsen-Stokkem
17,34 are naaldbos 0472 74 80 02 kubbensmeyers@gmail.com
artikel natuurbeheerplannen natuurbeheerplannen
In de vorige editie van het Limburgs Bosbelang is een foutje geslopen in
het artikel rond de omzetting van bosbeheerplannen naar natuurbeheerplannen (pag. 12-14). In de laatste alinea kon je het volgende lezen: “Nadat je gecontacteerd werd door de Bosgroep kon je, behalve in uitzonderlijke gevallen, beslissen om niet langer deel te nemen aan het beheerplan. Als je besloot om niet meer deel te nemen, heb je geen vergunning meer nodig om je bos te
beheren en moet je dus nu geen kapvergunningen meer aanvragen.”
De laatste zin is uiteraard niet juist. Als je als boseigenaar besloot om niet deel te nemen aan het nieuwe natuurbeheerplan, heb je geen vergunning meer. En uiteraard moet je vanaf dan wél een kapvergunning aanvragen om je bos te beheren.
BOSGROEP LIMBURG
p/a provincie Limburg
Universiteitslaan 1
B-3500 Hasselt bosgroep@limburg.be bosgroeplimburg.be
tel. 011 23 73 28
algemene coördinatie
ir. An Pierson
tel. 011 23 83 24
gsm 0473 88 53 95 an.pierson@limburg.be secretariaat
Patricia Rouffa tel. 011 23 83 30 patricia.rouffa@limburg.be coördinator
ing. Frederik Bollen
tel. 011 23 83 71
gsm 0479 19 10 08 frederik.bollen@limburg.be coördinator houtverkoop
ir. Ludo Dams
tel. 011 23 83 14
gsm 0472 92 54 18 ludo.dams@limburg.be bosbouwtechn. medewerker
Liam Van Eyck
tel. 011 23 83 63
gsm 0470 47 37 21 liam.vaneyck@limburg.be administratief coördinator
Ilse Vanhoudt
tel. 011 23 74 26
gsm 0479 54 30 72 ilse.vanhoudt@limburg.be boekhouding
Matty Colla
tel. 011 23 83 63 gsm 0475 29 37 30 matty.colla@limburg.be communicatieverantwoordelijke
Pascal Vanhees
tel. 011 23 83 74 gsm 0478 55 16 14 pascal.vanhees@limburg.be
REGIO WEST coördinator
ir. Lore Bellings
tel. 011 23 83 19
gsm 0471 23 82 14 lore.bellings@limburg.be adjunct-coördinator
Pieter Flamend
tel. 011 23 83 29
gsm 0476 93 11 50 pieter.flamend@limburg.be secretariaat
Evi Ghijsens
tel. 011 23 73 29 evi.ghijsens@limburg.be
De Bosgroep ondersteunt je!
Een bos bezitten en beheren, daar komt heel wat bij kijken. Voor vragen of informatie kun je evenwel altijd te rade gaan bij de Bosgroep. We sommen hier even op waarmee de Bosgroepmedewerkers je van dienst kunnen zijn.
REGIO OOST coördinator
ir. Patrick Meesters
tel. 011 23 83 23 gsm 0475 46 04 42 patrick.meesters@limburg.be adjunct-coördinator
Bram Onclin
tel. 011 23 73 85 gsm 0470 57 67 15 bram.onclin@limburg.be secretariaat
Ine Houbrechts
tel. 011 23 83 15 ine.houbrechts@limburg.be
Vragen en hulp bij bosuitbreiding. Gratis en onafhankelijk advies over het bos en het beheer ervan (bosbouwtechnische, wettelijke, financiële en administratieve aspecten).
Informatie over hoe een duurzaam bosbeheer eruitziet, wat je wettelijke rechten en plichten zijn als boseigenaar en wat de mogelijke subsidies zijn waarop je aanspraak kunt maken.
REGIO ZUID coördinator
ir. Aelyn Van Diest tel. 011 23 83 25 gsm 0473 88 53 94 aelyn.vandiest@limburg.be adjunct-coördinator
Jolan Wouters tel. 011 23 83 89 gsm 0471 85 63 30 jolan.wouters@limburg.be secretariaat
Clara Caradonio tel. 011 23 83 12 domenicaclara.caradonio@ limburg.be
Hulp bij het invullen van kapaanvragen of het opstellen van beheerplannen.
Coördinatie van de samenwerking tussen verschillende boseigenaars.
Ondersteuning bij FSC-certificering, boscompensatie in natura, bedrijfssponsoring voor (her)bebossingen, aanplantingen en ecologische beheerwerken.