de bosbode 2020 - 1

Page 1

de bosbode

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT BOSGROEPEN OOST-VLAANDEREN JAARGANG 16 NR 1 – MAART 2020 AFGIFTEKANTOOR GENT X | P509065
ringen
is weten
& bodemkwaliteit gesubsidieerd door V.U. RIET GILLIS, BOSGROEP OOST-VLAANDEREN NOORD VZW, W. WILSONPLEIN 2, 9000 GENT
Bomen
Voedselbossen Meten
Strooisel

Colofon

De bosbode is een tijdschrift van Bosgroepen Oost-Vlaanderen

Redactie

Bram Coupé, Karen Dequidt, Sylvie Focke, Jan Goris, Sylvie Mussche, Hans Scheirlinck, Jan Seynaeve, Lene Van Langenhove, Klaartje Van Loy

Fotografie

Yves Adams, Wim Buysse, Sylvie Focke, Jan Goris, Sylvie Mussche, Hans Scheirlinck, Jan Seynaeve, Thomas Sibret, Klaartje Van Loy, Lotte Van Nevel, Rollin Verlinde, Wikimedia

Lay-out

Koloriet

Druk

Drukkerij Lowyck

Gedrukt op houtvrij gestreken FSC-papier op 9000 exemplaren

Verantwoordelijke uitgever

Riet Gillis

Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord vzw

W. Wilsonplein 2, 9000 Gent

BE 0865 959 877 RPR Gent

Raad van bestuur

BON | Riet Gillis, Leen Meersschaert, Yoke Van Riet, Maurits Adriaenssens, Jozef Van Eeckhoudt, Kristien Dierick, André Bosmans, Pieter Dhollander, Jurgen Bauwens, Jan Van Dooren, François de Looz-Corswarem, Jan Spaas

MOV | Francis De Beir, Hans Mestdagh, Marc Dilewyns, Theo Vitse, Nele Cleemput, Kris Janssens, Werner Pycke, Steven Roosen, Jef Wittouck, Norbert Van Stichel, Jan Verbeke, Geert De Visscher.

VAD | Willy Bauwens, Véronique De Bleeker, Marc De Bock, Johan Detemmerman, Raoul D’Hoossche, Dirk Otte, Koen Roman, Wouter Stockman, Jozef Van Crombrugge, Dirk Vanderpoorten, Peggy Van Laethem

Indien je dit nummer per post ontvangt, betekent dit dat jouw gegevens zijn opgenomen in een databank beheerd door Bosgroepen Oost-Vlaanderen. Deze gegevens worden enkel gebruikt in het kader van onze werking en niet voor andere doeleinden. Indien je niet wil dat jouw gegevens in onze databank zijn opgenomen of indien je jouw gegevens wil wijzigen kan je dit doorgeven aan bosgroepen@oost-vlaanderen.be.

Een voor bos

De Bosgroepen ondersteunen particuliere boseigenaars bij het duurzaam beheer van hun bos. Wie zich aansluit krijgt advies, informatie en hulp bij de bosadministratie. De Bosgroepen coördineren ook beheerwerken en organiseren opleidingen en excursies. Naast het gezond houden van bestaande bossen zorgen De Bosgroepen ook voor bosuitbreiding want bomen zijn onmisbaar voor onze gezondheid, voor het klimaat en voor een evenwichtiger fauna en flora!

In Oost-Vlaanderen zijn drie vzw’s actief: Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord, Bosgroep Midden Oost-Vlaanderen en Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender. Samen met meer dan 2000 boseigenaars beheren ze 7000 hectare bos, naar schatting de helft van het privébos in deze provincie.

Waarom lid worden?

J e kan rekenen op gratis dienstverlening:

- informatie over technische, wettelijke en financiële aspecten van bosbeheer

- advies op maat van jouw bos na terreinbezoek

- hulp bij bosadministratie zoals aanvraag subsidies en kapmachtigingen en opstellen bosbeheerplan.

J e geniet van voordelige tarieven voor:

- bosarbeid zoals bestrijding van woekerende exoten, vrijstellen van jonge aanplantingen, onrendabele dunningen, hakhoutbeheer, aanleg van bosrand,…

- beheerwerken: door de noden van boseigenaars te bundelen kunnen we beheerwerken efficiënter en goedkoper maken; leden kunnen ook deelnemen aan de gezamenlijke houtverkoop van De Bosgroepen

- cursussen (werken met kettingzaag of bosmaaier, houtconstructies,…) en excursies die boseigenaars en bosliefhebbers samenbrengen

Elke boseigenaar kan gratis lid worden van de Bosgroep in zijn/haar regio. Het lidmaatschap geeft recht op onze dienstverlening en houdt geen verdere verplichtingen in.

2

Zullen we een bos beginnen?

Graaf een kuil en plant je boom voorzichtig naast de mijne.

Kunnen ze elkaar uit de wind houden

als het stormt of in de zondagzon samen zwijgen.

En als ze ’s avonds door de wimpers van hun twijgen naar elkaar kijken

beginnen ze al op een bos te lijken. Jaap Robben

Woord vooraf

Beste bosliefhebber,

Nu de winter stilaan plaatsmaakt voor de lente kijk ik met plezier terug op enkele geslaagde plantacties van Bosgroepen Oost-Vlaanderen. Samen met de hulp van vele vrijwilligers zorgden we de voorbije maanden in totaal voor ruim 5 hectare jong bos in Horebeke, Evergem en Waasmunster. Niks dat zoveel voldoening geeft dan eigenhandig bijdragen aan meer groen in de buurt! Stilaan krijgt het Fonds voor Bosuitbreiding meer vorm, waarmee we particulieren die hun grond willen bebossen een financiële duw in de rug zullen geven. Informeer bij de Bosgroep van jouw regio als je interesse hebt om zelf een bos aan te planten.

Bossen zijn complexe ecosystemen die lange tijd nodig hebben om zich te ontwikkelen. Om dit beter te begrijpen en om een goed zicht te krijgen op de effecten van beleid en beheer is de verzameling van data een must. In het artikel ‘meten is weten’ bieden we een overzicht van welke gegevens in de Vlaamse bossen worden verzameld en bestudeerd.

Nog in dit nummer kom je te weten welke boomsoorten zorgen voor een goed strooisel om de bosbodem en dus het hele ecosysteem van jouw bos te herstellen. We gaan dieper in op de methode van het ringen, het rondom de stam afschillen van de bast waardoor de boom geleidelijk afsterft, en hoe dat kan zorgen voor een verhoogde biodiversiteit.

Tot slot geven we enkele tips waarop je kan letten bij de aanleg en het ontwerp van een voedselbos. Niks zo fijn als vruchten, zaden en bessen plukken uit je eigen voedselbos!

3

Strooisel en bodemkwaliteit

Sinds de prehistorie zijn onze bossen ingrijpend veranderd. Menselijk gebruik en eenzijdige boomsoortenkeuze zijn hiervan belangrijke oorzaken. Boomsoorten met slecht afbreekbaar strooisel zoals eik, beuk en naaldbomen versterken namelijk de negatieve spiraal van strooiselophoping, verzuring en verarming. Ons bosbeheer bevorderde door de eeuwen heen juist deze boomsoorten. Terugkeren naar de prehistorie is geen optie, maar door de keuze voor soorten met een gunstigere strooiselkwaliteit kunnen we de bosbodem en daarmee het hele ecosysteem herstellen.

Voordelen van rijk strooisel

Door de keuze van boom- en struiksoorten met rijk, goed afbreekbaar strooisel kan de negatieve spiraal doorbroken worden. Goede bodemverbeteraars zijn es (geplaagd door de essenziekte), esdoorn, iep, lijsterbes en hazelaar, maar bovenal linde. Aanplant van deze soorten in de bijmenging kan veel voordelen bieden: grotere biodiversiteit, een aantrekkelijker bos, verzachting van de effecten van luchtverontreiniging en verhoging van de bodemvruchtbaarheid. Deze soorten dienen trouwens nog een doel. Zo is de linde ook een goede voedselbron voor vele insecten zoals honingbij, lindepijlstaart, vuurwants en lindebladwesp. De linde is voornamelijk van belang als nectarbron maar sommige insecten eten van het blad, andere zuigen het sap of eten de zaden. Op hun beurt worden deze herbivore insecten weer door roofinsecten, sluipwespen of vogels belaagd. Een boom is dus als het ware een heel ecosysteem op zich.

de bosbode 4 | 2019
4

Linde heeft een rijk, goed afbreekbaar strooisel.

Verbetering van bosbodem

De keuze voor het aanplanten van alternatieve soorten heeft tal van voordelen. Het ontstaan van een rijkere bovengrond stemt ook de meer traditionele, op houtopbrengst gerichte bosbeheerder gunstig. Bijmenging van een soort met relatief rijk strooisel in opstanden van commercieel interessante soorten als eik en beuk (die zelf een relatief slechte strooiselkwaliteit hebben) kan een zinvolle maatregel zijn. Uit eikenopstanden met bijmenging van hazelaar blijkt niet alleen de basen- maar ook de fosfaathuishouding gunstiger te zijn dan onder monoculturen van eik op vergelijkbare bodems. Ook bijmenging van haagbeuk in beukenopstanden levert, volgens onderzoek, een duidelijke verbetering van de bosbodem op.

Rijke gronden

Er bestaan tussen bossen grote verschillen in humusvorming en –type. Dit is

het gevolg van de diverse samenstelling van het bodemleven en dus andere afbraaksnelheid van het strooisel. Die grote verschillen zijn deels te verklaren door de natuurlijke rijkdom en samenstelling van de bodem. Op rijke gronden wordt het bodemleven in de bosbodems gedomineerd door bacteriën en regenwormen. De strooiselafbraak verloopt hier snel en de gevormde humus wordt door de regenwormen intensief vermengd met de minerale bodem. Aan het bodemoppervlak vindt dan ook geen opstapeling van strooisel plaats. Daarentegen neemt het humusgehalte en daarmee de voorraad nutriënten en basen in de bovengrond gestaag toe, tot op een gegeven moment een evenwichtssituatie is bereikt. Vanaf dat moment verloopt het hergebruik van voedingsstoffen snel en is de bodem uitstekend gebufferd te-

gen verzuring en treedt er weinig uitspoeling naar de ondergrond op.

Arme gronden

Zure zandgronden herbergen weinig wormen. Het bosbodemleven wordt er gedomineerd door schimmels en microfauna. Die kunnen het strooisel slechts traag afbreken, zodat zich in de loop van de jaren een strooisellaag opbouwt bovenop de eigenlijke minerale bosbodem. Het resultaat is dat het hergebruik van voedingsstoffen traag verloopt. Trage afbraak leidt tot vorming van dikke strooiselpaketten. De dominante rol van

Eiken, beuken en naaldbomen hebben relatief slecht afbreekbaar strooisel en werken verarmend op de bosbodem. Vooral linde maar ook es, iep, lijsterbes, hazelaar, esdoorn, zoete kers en populier hebben rijk, goed afbreekbaar strooisel en een positieve invloed op de bodemontwikkeling. Berk en haagbeuk nemen een min of meer intermediaire positie in.

Terug naar het lindewoud?
5

schimmels bij de afbraak leidt tot verdere verzuring en uitspoeling van nutriënten en basen. Het gevolg hiervan is een nog tragere afbraak, nog meer dominantie van schimmelvertering, nog dikkere strooiselpaketten en nog meer verzuring en uitspoeling.

Boomsoortkeuze

Verschillende boomsoorten zijn in staat de basenhuishouding van de bovengrond op peil te houden of zelfs te herstellen. Ook het gebruik van bepaalde struiksoorten, vooral hazelaar, biedt goede perspectieven. Niet alle soorten zijn echter in alle situaties even bruikbaar als bodemverbeteraar. Berk, haagbeuk, zoete kers, populier, esdoorn, iep, lijsterbes, hazelaar, els en vooral linde zijn zowat de belangrijkste bodemverbeteraars die bruikbaar zijn op verzuringsgevoelige zand- en leemgronden.

Wanneer een bosbeheerder een relatief grote oppervlakte ter beschikking heeft voor de aanplant van rijk strooisel gevende boom- en struiksoorten is het beter om meerdere kleine blokken in plaats van één groot blok om te vormen. Daarmee wordt de variatie in strooiselkwaliteit en lichtklimaat vergroot. Verder hebben hierdoor bosplanten met een beperkt verspreidingsvermogen een hogere kans om de nieuwe groeiplaatsen te bereiken.

Inbrengen van soorten

Via een gerichte inbreng van soorten die een bijdrage kunnen leveren aan het ontstaan van rijke humus hebben we de kans om de ontwikkeling van een bosbodem te stimuleren die niet alleen goed groeiende bomen draagt, maar ook een

ecologisch waardevolle en aantrekkelijke ondergroei. De grootste kansen voor deze benadering liggen wat de groeiplaats betreft op de matig voedselrijke, verzuringsgevoelige bodems. Linde, iep, es, hazelaar, esdoorn, haagbeuk, berk en andere soorten kunnen perspectief bieden, afhankelijk van de groeiplaats en het doel van de bosbeheerder. Wil je bijdragen aan het vormen van een gezonde bosbodem door middel van het inbrengen van bodemverbeterende soorten maar weet je niet hoe er aan te beginnen, contacteer dan jouw Bosgroep voor advies.

Tekst samengesteld uit ‘Terug naar het lindewoud’ door Patrick Hommel, Rein de Waal, Bart Muys, Jan den Ouden, Theo Spek, KNNV Uitgeverij, 2007.

Het strooisel van Amerikaanse eik is minder goed afbreekbaar en versterkt zo strooiselophoping en verzuring.

de bosbode 4 | 2019
6

Meten is weten

De uitdrukking ‘meten is weten’ is een beetje een dooddoener, toch is het meestal een logisch basisprincipe. Dat geldt uiteraard enkel als je echt weet wát je meet. Voor complexe ecosystemen als bossen, die lange tijd nodig hebben om te ontwikkelen, helpen meetgegevens ons zeker om het bos beter te begrijpen. Dankzij die inzichten kunnen we nagaan of een bepaald beleid of beheer het gewenste effect heeft. Hier volgt een kort overzicht van het belangrijkste cijfermateriaal dat onderzoekers over het Vlaamse bos verzamelen.

De Vlaamse bosinventaris

Heel wat landen doen aan bosinventarisatie. Hiermee wordt systematisch specifieke data over bossen verzameld over langere periodes zodat veranderingen meetbaar worden. Of onze bossen meer divers worden, welke boomsoort het meest voorkomt, hoe snel onze bossen groeien,… Al deze vragen kunnen hiermee beantwoord worden. Mogelijk ligt ook in jouw bos zo’n meetpunt: van alle punten in een raster van 1 op 0,5 km over Vlaanderen wordt gecheckt of ze in een bos liggen of niet. Dit levert voor Vlaanderen zo’n 3281 meetpunten op. In de periode 1997-1999 werden die voor het eerst allemaal opgemeten door het

Agentschap Natuur en Bos en sinds 2009 worden ze continu opgevolgd aan een tempo van 10% per jaar. Een meetploeg bezoekt hiervoor elk rasterpunt minstens tweemaal. Eerst in de zomermaanden voor de inventarisatie van de kruiden en struiken en later nog eens om opmetingen te doen van onder meer diameter en hoogte van de bomen en struiken.

De Boswijzer

De Boswijzer, een instrument dat het bos meet ‘vanuit de lucht’, baseert zich voor het grootste deel op informatie uit digitale luchtfoto’s van hoge kwaliteit, aangevuld met controles op het terrein. De belangrijkste doelstelling van de Boswijzer is om de Vlaamse bosopper-

vlakte te kunnen volgen op een objectieve en geautomatiseerde manier. Zoals bij elke meetmethode zijn ook hier foutenmarges; bovendien werd de meetmethodiek aangepast doorheen de jaren. Dit gaf in het verleden soms aanleiding tot discussies over het al dan niet toenemen van de bosoppervlakte en over wat als bos werd beschouwd (vb. verhoogde rotondes, villawijken,…). De voorbije jaren bogen diverse experts en stuurgroepen zich over deze data en methodes, maar tot op vandaag is er helaas geen officieel cijfer over de Vlaamse bosoppervlakte (de beste inschatting komt uit op 140000 ha, iets meer dan 10% van Vlaanderen).

Vitaliteitsmeetnet

Al meer dan 30 jaar wordt in dit meetnet de gezondheid van onze bossen opgevolgd en maakt het deel uit van een groter internationaal netwerk. Aanvankelijk was het de bedoeling het effect te me-

7

ten van luchtverontreiniging (zure regen tastte toen heel wat bossen aan) maar intussen houden de onderzoekers ook gegevens bij over de bodem- en bladtoestand, vegetatie, enzovoort. Hierdoor kan dit meetnet ook uitspraken doen over biodiversiteit en klimaatverandering. In Vlaanderen gaat het om een 70-tal proefvlakken waarin de bomen jaarlijks worden opgezocht en van top tot wortelaanzet nagekeken en beoordeeld. Indien mogelijk wordt ook de oorzaak voor mindere vitaliteit bekeken (zoals essenziekte, weersomstandighe-

den,…). Soms komen zo nieuwe ziektes of belagers aan het licht. De lange tijdreeks van de metingen maakt dit meetnet tot een waardevolle dataverzameling.

Meettorens

Zowel in Brasschaat (Antwerpen) als in het Aalmoeseneiebos in Gontrode (Oost-Vlaanderen) staan meer dan 30 meter hoge meettorens in het bos die op verschillende niveaus meteorologische en fysiologische metingen doen en

waar onderzoekers waarnemingen bijhouden over bladkarakteristieken en de nutriëntencyclus. De torens laten ook toe om de koolstof- en waterkringlopen in het bos te bestuderen. Deze detailmetingen geven een goed beeld van de complexe processen in een bos en de interactie van een bos met onder meer weer en klimaat. Het beter begrijpen van deze interacties helpt om betere voorspellingen te doen op grotere schaal. Via de toepassing Het Pratend Bos kun je zelfs in realtime sommige metingen in het Aalmoeseneiebos opvolgen!

In een meettoren worden het hele jaar door temperatuur, luchtvochtigheid en andere weerelementen gemeten op verschillende hoogtes.

de bosbode 4 | 2019
8
Populier met roestziekte in Sint­LievensHoutem.

Meer weten?

Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek is de belangrijkste onderzoeksinstelling voor bos en natuur in Vlaanderen, vaak in samenwerking met overheden, universiteiten en andere organisaties. Heel veel informatie zoals publicaties en data vind je dan ook op www.inbo.be. De Bosgroepen zijn via hun Koepel betrokken bij de onderzoeksagenda van het INBO om voor meer dialoog tussen gebruikers en onderzoekers te zorgen. Op die manier kan enerzijds de vraag naar kennis in kaart worden gebracht en anderzijds kennis naar de praktijk doorstromen.

9

Voedselbossen

Voedselbossen combineren ecologische principes van een natuurlijk bos met duurzame voedselproductie. Bestaande voedselbossen hebben bewezen dat je zonder input van water, meststoffen en pesticiden zeer veel eten kan kweken. Dat maakt ze tot een mooie aanvulling op bestaande landbouwvormen.

Typisch voor een voedselbos is de grote verscheidenheid aan soorten die via een slim ontwerp door elkaar worden geplant, niet enkel in functie van voedselproductie maar ook met het oog op plaagbestrijding, bestuiving, houtproductie of recreatie. Het ontwerp is geïnspireerd op de gelaagde opbouw zoals je die in sommige natuurlijke bossen aantreft.

De 7 lagen van het voedselbos:

1. grote bomen (> 8m) zoals walnoot, linde, kers, tamme kastanje

2. lage bomen (3 - 8m) zoals mispel, appel, pruim

3. struiklaag (1 - 3m) zoals gojibes, jostabes, honingbes, aalbes, appelbes

4. kruidlaag (0,20 - 1m) zoals smeerwortel, brandnetel, varens

5. wortels en knollen zoals aardpeer

6. bodembedekkers (0 - 0,20m) zoals aardbei, postelein, bosbes

7. klimplanten zoals kiwibes, druiven, hop, chocoladerank

de bosbode 4 | 2019
2 3 4 7 5 6 1 10

Veel productie, weinig werk

In een voedselbos maak je de bodem rijker. Dit doe je niet door mest toe te voegen want dan daalt de samenwerking tussen wortels en schimmels. Wel door strooisel te laten liggen, want dit zorgt voor een rijk bodemleven en houdt water goed vast. Het gebruik van pesticiden is uiteraard uit den boze.

Dankzij de verschillende lagen die op elkaar afgestemd zijn is er een grote biodiversiteit. Zo krijgen soorten die veel stikstof nodig hebben een stikstofbindende plant als buur die met zijn afstervende blad en wortels voedsel vrijmaakt dat weer in de kringloop terecht komt.

Een goed ontworpen voedselbos houdt op termijn zichzelf in stand. Hier en daar dient er soms gekapt om licht en ruimte te geven. Een teveel van een bepaalde soort wordt als mulch weer in het systeem gebracht. Opruimen doet de natuur zelf, er wordt in het voedselbos geen blad weggehaald. De basis is dat je met de natuur samenwerkt. De opbrengst is niet enkel voor de mens; het is de bedoeling dat de natuur mee-eet.

Slim ontwerp

Een goed ontwerp start met een studie van de geschiedenis, ruimtelijke bestemming en huidige situatie van je perceel. Je overloopt de oriëntatie, wind, bodem, grond- en oppervlaktewater en nabijheid van eventuele natuurgebieden

of woonkernen. Bepaal goed je doelstellingen: wil je een plukbos, een bosrand met voedsel of wil je de oogst verkopen? Hierbij moet je zeker ook rekening houden met de regelgeving. In een bestaand bos kun je niet zomaar exotische vruchtdragende bomen en struiken aanplanten.

Vervolgens start je met de hoge bomen te schetsen op je plan. Die dienen goed op afstand te worden ingetekend zodat er voldoende licht binnenvalt voor de lagere bomen en struiken. De grote bomen zijn enorm belangrijk want ze zorgen niet alleen voor beschutting maar ook voor organisch materiaal.

De verschillende lagen worden zodanig gerangschikt dat voor alle soorten sa-

11

men een geschikt klimaat ontstaat om in te groeien en vrucht te dragen. Laat je bij je ontwerp inspireren door de successie van een natuurlijk bos: eerst pioniersoorten zoals populier, wilg, berk en els, vervolgens halfschaduwsoorten zoals lijsterbes, meidoorn, Gelderse roos en vlier, en tot slot meer schaduwverdragende climaxsoorten zoals tamme kastanje, eik en beuk.

Welke soorten en waar?

De soortenkeuze en de locatie ervan is de laatste stap in je ontwerp. Hou rekening met de bestuivingsperiode, bodem, diepte van het grondwater en lichtoriëntatie. Noten hebben bijvoorbeeld een diepe grondwatertafel nodig. Veel vruchtdragende soorten hebben licht nodig dus een open bosstructuur is handig. Je kan het voedselgedeelte ook in

de bosrand concentreren. Best start je met inheemse soorten zoals linde, beuk, bramen en aalbessen. Invasieve soorten zijn uit den boze. In onze contreien doen bramen, aalbessen, zwarte en blauwe bosbessen, vlier en beukennoten het goed. Hazelnoten bevatten veel eiwitten, van sleedoornbessen maak je lekkere jenever, berkensap werkt zuiverend en beuk is ideaal om oesterzwammen te telen.

Volgens het ANB is het bosdecreet van toepassing op voedselbossen. Je stelt best een beheerplan op zodat je bent vrijgesteld van machtigingen om voedsel te oogsten (enkel voor openbare bossen) en planten weg te nemen. Zorg er ook voor dat je in orde bent met de toegankelijkheidsregeling om eventuele bezoekers vrij te laten plukken.

Conclusie

Voedselbossen zijn interessant om meer bomen te krijgen op particuliere grond, openbare ruimtes of speelzones in de vorm van plukstraten, eetbare steden en in parken. Door de sterke verwevenheid tussen bos en stad zijn hiervoor wel wat kansen in Vlaanderen. Het onderhoud is miniem en de meeste mensen vinden het fijn om eetbare soorten te leren kennen. Voedselbossen zullen intensieve landbouw niet onmiddellijk vervangen, gezien de oogst zeer arbeidsintensief is. Toch zijn voedselbossen aantrekkelijk, alleen al omwille van het rijke assortiment aan gewassen en vruchten. Er is immers zoveel eetbaars.... en dat wacht om herontdekt te worden.

Met dank aan Bosgroepen Antwerpen die dit artikel eerder publiceerden in de Bosgazet.

de bosbode 4 | 2019
12
Bessen kan je best in de halfschaduw planten

Het ringen van bomen

Ringen is het volledig rondom de stam afschillen van een strook bast waardoor de boom geleidelijk afsterft. Door het maken van een weldoordachte insnijding blijft een rechtopstaan de dode stam achter in het bos. Dit lijkt op het eerste zicht misschien een vreemde werkwijze, maar het ringen van bomen biedt heel wat voordelen. Bosbeheerders passen het dan ook meer en meer toe.

3 redenen om te ringen

Het ringen als beheermaatregel is in de eerste plaats nuttig bij dunningen in jonge bossen. Bij vroege dunningen weegt de houtopbrengst niet op tegen de kost om de bomen te exploiteren. Het ringen zorgt bovendien voor een stabieler bos dan het kappen. Deskundig geringde bomen sterven namelijk traag en worden geleidelijk overgroeid door de nabije toekomstbomen. Er ontstaan dus geen gaten in het bos. Een tweede reden om bomen te ringen is in functie van de bestrijding van invasieve exotische soorten. Meestal gaat het dan om Amerikaanse vogelkers en Amerikaanse eik. Dit zijn soorten die krachtig opnieuw opschieten wanneer ze gekapt worden en dus op die manier moeilijk te bestrijden zijn. Door op de juiste wijze te ringen gaat de boom zich-

zelf uitputten en heb je minder opslag van ongewenste zaailingen. Ten slotte worden bomen soms geringd om het percentage staand dood hout in een bosgebied snel te verhogen. Dit is van groot belang voor de biodiversiteit van een bos. Meestal worden dan dikke bomen geringd omdat deze lang in rechtopstaande fase bewaard kunnen blijven.

De sapstromen

Door het maken van een ringvormige insnijding onderaan de stam wordt de sapstroom tussen wortel en kroon onderbroken. Op de doorsnede van de boomstam zie je het floëem waardoor de neerwaartse sapstroom

Deze Amerikaanse vogelkers werd geringd en draagt bij aan de hoeveelheid dood hout in het bos. Stamdoorsnede van een boom. Als je goed wil ringen verwijder je de schors, het floëem en het cambium.

Spinthout Schors Cambium Floëem Xyleem
13
Kernhout

naar de wortels gebeurt. Dit neergaand sap bevat complexe voedingsstoffen zoals suikers die in de bladeren worden aangemaakt. Schors en floëem samen noemt men de bast. Meer naar de kern toe bevindt zich het dunne cambium of groeiweefsel dat voortdurend nieuwe cellen maakt, zowel naar binnen (xyleem) als naar buiten (floëem). In het spinthout worden water en mineralen opwaarts naar de kroon vervoerd. Het kernhout vervult geen transportfunctie en dient enkel voor steun.

Goed ringen betekent dat alleen de neerwaartse en niet de opwaartse sapstroom wordt geblokkeerd, met andere woorden dat enkel de bast en het cambium worden verwijderd.

De wortels ontvangen geen voedingsstoffen meer van de bladeren terwijl ze wel water en mineralen omhoog blijven pompen. De boom teert dus op zijn reserves, put zichzelf uit en sterft uiteindelijk af na één à vijf jaar.

Stel dat de snede te diep wordt gemaakt en het spinthout wordt doorgesneden, dan stopt niet alleen de neerwaartse maar ook de opwaartse sapstroom. De kroon droogt snel uit en de boom gaat in overlevingsmodus door onmiddellijk stam- en wortelscheuten aan te maken. Bovendien ontstaat een gat in het bos en geniet men dus niet van het stabiliserend effect dat gepaard gaat met traag afstervende bomen bij correct ringen.

Hoe ga je tewerk?

Het grote voordeel van ringen is dat iedereen dit kan doen met eenvoudig handgereedschap en zonder de risico’s van vellingen met een kettingzaag. Ringen kan in elk seizoen maar werkt het gemakkelijkst in de lente omdat de bast dan gemakkelijk los komt. Gebruik bij jonge bomen bij voorkeur een trekmes met twee handvaten, zoals het mes van houtbewerkers. Schil stroken bast in neergaande bewegingen tot je volledig rond de stam bent gegaan. Ring een strook van ongeveer 30 cm hoog.

De bast laat gemakkelijk los maar het cambium blijft vaak achter waardoor er nieuw weefsel wordt gevormd. Dit zie je

14
Gebruik bij voorkeur een trekmes met twee handvaten.

vaak al kort na het ringen door het verschijnen van bruine plekjes. Daarom moet je de ring onmiddellijk met een staalborstel schuren. Het cambium manifesteert zich als een natte, glanzende laag. Door het schuren wordt deze mat en droger. Moet je veel stammetjes ringen, dan kan je de ringwonde schuren met een haakse slijper op accu met daarop een fijndradige komborstel gemonteerd. Controleer nadien regelmatig de evolutie van de ring en verwijder de stamopslag onder de ring in de zomerperiode van de volgende jaren. Via bosbouwwebsites kan je trekmessen kopen met een geïntegreerde schuurborstel. Denk ook aan slijpmateriaal. De bast laat zich in het groeiseizoen ook met andere werktuigen goed ver-

wijderen, zoals een machete, spade, zakmes of de achterkant van een snoeizaag. Vergeet niet het cambium weg te schrapen.

Bezint eer ge begint!

Als je een bepaald beheerdoel voor ogen hebt, is het belangrijk goed na te denken hoe je dit wil bereiken. Ringen kan in een aantal gevallen een goede maatregel zijn. Denk echter wel goed na over de veiligheid in het bos. Een bos met zeer veel dode bomen op stam (bijvoorbeeld na een exotenbestrijding) kan eventuele volgende beheerwerken bemoeilijken. Als je ringt, kies dan ook bomen die ver genoeg van paden en speelzones staan. Anders krijg je dode

Als het cambium onvoldoende wordt weggenomen, kan de boom de geringde zone overgroeien.

bomen die omwille van de veiligheid nadien toch nog moeten worden geveld. Waar het kan en nuttig is, draagt het ringen van bomen zeker bij aan het volume dood hout op stam. En dood hout brengt leven in het bos!

15

Wat te doen tegen invasieve exoten?

Door te reizen en handel te drijven heeft de mens er mee voor gezorgd dat heel wat soorten zich konden verspreiden tot ver buiten hun oorspronkelijke leefgebieden. Vaak zonder grote gevolgen omdat de soort niet is aangepast aan het lokale klimaat. Maar soms loopt het mis.

Het fenomeen van invasieve exoten is niet nieuw, dat illustreert het verhaal van de muskusrat. Dit knaagdier werd begin 20ste eeuw meegebracht uit Noord-Amerika. Door het ontbreken van natuurlijke vijanden groeide ze uit tot een plaag die veel schade veroorzaakte aan dijken en landbouwgewassen. Door een systematische en continue bestrijding is men er in geslaagd deze soort in Vlaanderen quasi volledig in te perken.

Aangezien soorten geen rekening houden met landsgrenzen is een gecoördineerde aanpak uiterst belangrijk. Daarom is sinds 2015 een Europese verordening van kracht waarin een lijst is opgenomen van soorten die niet mogen worden gehouden, gekweekt of verhandeld. Deze verordening voorziet in een

drietrapsaanpak waarbij in de eerste plaats wordt ingezet op het voorkomen van verdere verspreiding van invasieve exoten. Wanneer een dergelijke soort zich toch heeft gevestigd, is het belangrijk om zo snel mogelijk op te treden om verdere uitbreiding te voorkomen. Een goed signaleringsnetwerk is dus de tweede pijler. De laatste stap is het beheren en eventueel proberen terugdringen van de soorten die zich reeds stevig gevestigd hebben. Dit is een gedeelde verantwoordelijkheid tussen overheden en terreinbeheerders. Deze laatste hebben de verantwoordelijkheid na te denken hoe zal worden omgegaan met de invasieve exoten die op hun percelen voorkomen en welke invloed ze kunnen hebben op de omliggende terreinen. In functie daarvan kan dan een zinvolle en haalbare strategie worden opgesteld. Volledig uitroeien van gevestigde invasieve exoten is zelden mogelijk, maar door een goed beheer ervan kan men ze zoveel mogelijk onder controle houden.

Ook boseigenaars krijgen soms af te rekenen met uitheemse woekeraars. Soorten die we vaak aantreffen in bossen en natuurterreinen en die vermeld zijn op de Europese lijst van zorgwekkende soorten zijn onder meer reuzenbalsemien en reuzenbereklauw. De volledige lijst uit de Europese verordening met invasieve planten- en diersoorten en meer info over de bestrijding ervan vind je op www.ecopedia.be/exoten.

Reuzenbalsemien (links) en reuzenbereklauw

de bosbode 4 | 2019 16

Op een bosrijk 2020

Meer dan 350 leden klonken op 28 januari samen met ons op een fantastisch, bosrijk 2020. Kris Verheyen gaf de aftrap met een interessante lezing over boomsoortenkeuze voor de toekomst. Hij is als professor verbonden aan het Forest & Nature Lab van UGent, dat onder meer onderzoek doet naar het verband tussen biodiversiteit en het functioneren van ecosystemen en de impact van wereldwijde veranderingen daarop. Hij wist ons te boeien met een aantal inzichten over het belang van een doordachte boomsoortenkeuze. De keuze van de bomen die je aanplant heeft immers een impact op lange termijn. Het wijzigende klimaat zal bovendien ook onze bossen veranderen. Het advies van professor Verheyen is dan ook om bij de boomsoortenkeuze vooral rekening te houden met de groeiplaats en te zorgen voor een menging aan boomsoorten!

Vervolgens nam Riet Gillis, Gedeputeerde voor milieu, natuur en klimaat, het woord om vooruit te blikken naar het komende jaar. Nadien was het tijd om het glas te heffen en bij te babbelen met bosliefhebbers uit alle hoeken van de provincie.

De presentatie van Kris Verheyen kan je opvragen bij bosgroepen@oost­vlaanderen.be.

Algemene ledenvergaderingen

Alle Bosgroepleden worden komende lente opnieuw uitgenodigd voor de ledenvergadering van hun Bosgroep. Na het officiële gedeelte van de vergadering zullen er boeiende activiteiten zijn om uit kiezen. En afsluiten kan met een gezellige lunch. Veel tijd en ruimte dus voor ontmoeting en uitwisseling, voor het opdoen van kennis over bos en natuur, en uiteraard voor een informele babbel. Op zaterdag 25 april verwelkomen we de leden van Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord in het provinciaal domein Het Leen in Eeklo. Daar zal er o.a. een fietstocht, een wandeling over bosbeheer of een oefening in de marteloscoop mogelijk zijn. Ook op 25 april komen de leden van Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender samen in Kluis bergen. Op zaterdag 16 mei tenslotte is het beurt aan de leden van Bosgroep Midden Oost-Vlaanderen.

Alle leden ontvangen nog een persoonlijke uitnodiging per mail of brief. Mail ons als je geen lid bent en toch graag naar de Ledenvergadering wil komen!

17 Bosgroepnieuws
de bosbode 4 | 2019 18 Bosgroepnieuws

Dag van de Boseigenaar

Met Dag van de Boseigenaar vragen we aandacht en waardering voor de vele particuliere eigenaars die zorgen voor bosuitbreiding en het duurzaam beheer van hun bos. Zoals Ruut en Meyke, die in het pittoreske Horebeke in de Vlaamse Ardennen een stuk grond kochten om te bebossen. De Bosgroepen hielpen hen met het papierwerk en beplantingsplan, het koppel zorgde voor het plantsoen en de plantgaten. De vijfde editie van Dag van de Boseigenaar vond plaats op 8 december 2019. Tachtig vrijwilligers kwamen meehelpen om 2000 bomen te planten bij Ruut en Meyke. Onze leden en buurtbewoners lieten zich niet afschrikken door het gure weer en plantten vol enthousiasme beuken, zomereiken en hazelaars. Mooi om te zien hoe jong en minder jong genoot van het wroeten in de aarde en tussen het harde werk door een praatje maakte. Na het planten kon men een wandeling maken langs enkele gerealiseerde natuurbeheerwerken in de buurt.

19 Bosgroepnieuws

Een vruchtbaar plantseizoen

Winter betekent bomen planten, dus wij hebben niet stilgezeten! Er gebeurden aanplantingen bij heel wat boseigenaars, en voor enkele plantacties nodigden we ook het grote publiek uit. Zo zorgden we op een zonnige zaterdagochtend in januari samen met Gemeente Evergem voor een bufferbos in de Doornzeelsestraat. Het terrein sluit aan bij het koppelingsgebied Kerkbrugge-Oost en de historische tuinwijk. Heel wat jonge helpers kwamen opdagen om in totaal 2600 bomen te planten.

Een andere fijne plantactie was de samenwerking met Jane Goodall Institute voor Forest in 1 Day. Op zondag 2 februari werden, met de steun van Luminus, 18 000 bomen geplant op drie verschillende locaties: Waasmunster, Hoeselt en Tinlot. Bosgroepen Oost-Vlaanderen leverden de nodige expertise en ondersteuning voor de aanplant in Waasmunster. Achter de Abdij van Roosenberg, waar tot voor kort een verzwakt en monotoon naaldbos stond, werden 6200 inheemse bomen en struiken aangeplant. Deze zorgen ervoor dat het bos in de toekomst divers en weerbaar zal zijn. Maar liefst 700 mensen boden hun hulp aan om de klus te klaren. Een leuk extraatje waren de schattenjacht in bos, de workshops insectenhotel of upcycling, een bezoek aan de abdij en de mooie wandelingen in de omgeving.

de bosbode 4 | 2019
Een nieuw bufferbos voor Evergem Plantactie Forest in 1 Day in Waasmunster
20 Bosgroepnieuws

Nieuwe gezichten

We stellen graag drie nieuwe medewerkers voor.

Lotte Van Nevel is sinds september 2019 medewerker bosbeheer en bebossing bij Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord. “Al van jongs af aan ben ik gefascineerd door de natuur. De studiekeuze voor bio-ingenieur bos- en natuurbeheer lag dan ook voor de hand. Na mijn studies ging ik aan de slag bij ForNaLab aan Universiteit Gent als praktijkassistente en wetenschappelijk onderzoekster. Na 15 jaar was het tijd voor verandering en koos ik voor de Bosgroepen. Zoals gehoopt is dit een veelzijdige en ‘hands on’ job en daardoor zeer boeiend. Naast het ondersteunen en adviseren van boseigenaars bij het beheer van hun bos kreeg ik ook het bosuitbreidingsproject ‘Oost-Vlaanderen bebost!’ onder mijn vleugels. Ik geloof steevast in de onschatbare waarde van bossen, niet alleen in de strijd tegen de klimaat- en biodiversiteitscrisis, maar ook voor ons eigen welzijn en gezondheid. Want zeg nu zelf, wat kan er tippen aan een verkwikkende boswandeling om even te ontsnappen aan de hectiek van de dag? De contacten met boseigenaars de afgelopen maanden waren allemaal zeer fijn en leerrijk. Ik kijk uit naar meer van dat!”

Lene Van Langenhove startte eind november als communicatiemedewerker. “Met veel enthousiasme ga ik de uitdaging aan om Bosgroepen Oost-Vlaanderen en duurzaam bosbeheer op de kaart te zetten. Nadenken over hoe de boodschap het beste resoneert bij diverse publieken, content aanleveren voor verschillende kanalen en communicatieprojecten mee vormgeven, dat is wat ik graag doe. En ik ben blij dat te mogen doen voor een organisatie waarvan ik weet dat ze iets goed doet voor de samenleving.”

Cédric De Noyette vervoegde het team in januari als medewerker bosbeheer bij Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender. Hij vervangt er Kristof De Rous, die nu werkt bij Bosgroep Midden Oost-Vlaanderen. “Na mijn bacheloropleiding Biotechnologie optie Groenmanagement volgde ik de masteropleiding Biowetenschappen optie Landschaps- en groenbeheer. De stap naar De Bosgroepen is logisch aangezien deze job mijn opleiding, passie en ervaring combineert, én dit in eigen streek. Ik ben dan ook zeer gemotiveerd om samen met Hans en Bram een stevig team te vormen en professioneel advies en ondersteuning te bieden. Mijn taken richten zich hoofdzakelijk op de organisatie, coördinatie en administratie van boswerkzaamheden alsook op de advisering van boseigenaars. Tot binnenkort in ’t bos?”

21 Bosgroepnieuws

Wat gebeurt er in de bossen rond De Ster?

Op woensdag 8 januari organiseerde Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord een infomoment voor wie meer wou weten over de werken in de bossen rond Provinciaal Domein De Ster op de grens van Sint-Niklaas en Haasdonk. Een dertigtal geïnteresseerde buurtbewoners ging mee op stap en kreeg uitleg over het doel van de kapwerkzaamheden daar. De dunning moet de toekomstbomen meer ruimte geven om te groeien en de eerder monotone naaldbossen meer structuur en diversiteit geven. Dit maakt de bossen weerbaarder tegen klimaatverandering. De firma Norbord voert de werken uit en zorgt voor een duurzaam gebruik van hout. De deelnemers namen ook een kijk achter de schermen van de oogstmachine van de firma Norbord.

22 Bosgroepnieuws Ecosnoei
9890
+32 (0) 490 11 82 98 - info@ecosnoei.be - www.ecosnoei.be • Aankoop van bomen • Demonteren van moeilijk bereikbare bomen • Uitfrezen van stronken • Bosfrezen Vrijblijvend plaatsbezoek en offerte +32 (0) 490 11 82 98 - info@ecosnoei.be
bvba - Haagstraat 63 -
Asper
Advertenties REGISTREER EN PROFITEER: www.wolfswinkel.nl/bosgroepen www.wolfswinkel.nl Bos | Tuin | Fauna | Outdoor VAN 10% TOT 30% KORTING! Bosbouw & Outdoor producten Specialisten in zaagkleding

meer bosnieuws

Volg ons op social media bosgroepenoostvlaanderenen bosgroepenovl

Schrijf je in op de nieuwsbrief via bosgroepen.be/jouwbosgroep

De bosbode enkel digitaal ontvangen? Mail naar bosgroepen@oost-vlaanderen.be.

boszoekers

Hieronder vind je een overzicht van bospercelen die momenteel te koop staan in Oost-Vlaanderen. De inbreng van Bosgroepen Oost-Vlaanderen beperkt zich tot informeren en adviseren; de verkoop gebeurt rechtstreeks tussen verkoper en koper.

GERAARDSBERGEN: Afd. Idegem, Sectie A, nr. 419b. Oppervlakte: 0,46 ha. Perceel bosgrond met enkele populieren en struiken, gelegen aan Kulvestraat te Geraardsbergen. Meer info: 058 51 25 20.

NINOVE, 4e Afd. Meerbeke, Sectie C nrs 55 en 57b. Totale oppervlakte 0,4037 ha. Hakhoutbos op basis van o.a. es, berk, zwarte els, hazelaar, wilg en met voorjaarsflora. Gelegen aan Bultkets te Meerbeke (omgeving Neigembos). Meer info: 0476 60 18 37 (Georges Jacobs).

SINT-NIKLAAS: 8e Afd., Nieuwkerken, Sectie A, perceelnummer 1112/00N000 & 1113/00_000. Oppervlakte +- 1,5 ha. Meer info: 03 766 50 40.

STEKENE: 2e Afd., Sectie D, nr. 850. Totale oppervlakte: 0,625 ha. Bos/bouwland in de Lange Dweerstraat / Bekaf met kapvergunning. Prijs: 14.600 euro. Meer info: 0485 96 80 68 (Simonne Temmerman).

Wil je zelf een zoekertje plaatsen, mail dan naar bosgroepen@oost-vlaanderen.be. We plaatsen geen advertenties voor verkoop van bosplantsoen of tweedehands materiaal. Zoekertjes worden niet herhaald.

brandhoutweb.be

Een overzichtelijk online verkoopplatform waar je het hele jaar door brandhout kan kopen. Bosgroepen Oost-Vlaanderen zorgen voor een up to date aanbod, een vlotte opvolging en een goede prijs-kwaliteitverhouding van lokaal en duurzaam brandhout.

contact

Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord vzw

PAC Zuid | W. Wilsonplein 2 - 9000 Gent | 09 267 78 60 bosgroepnoord@oost-vlaanderen.be

coördinator: Sylvie Mussche

Bosgroep Midden Oost-Vlaanderen vzw

PAC Zuid | W. Wilsonplein 2 - 9000 Gent | 09 267 78 60 bosgroepmidden@oost-vlaanderen.be

coördinator: Klaartje Van Loy

Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender vzw

Veemarkt 27 - 9600 Ronse | 055 21 62 80 vlaamseardennen@bosgroep.be

coördinator: Hans Scheirlinck

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.