de bosbode
Poel is cool
Bramen: pest of deugd?
Bosbeheer voor starters Kleurt het bos groener bij onze buren?
DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT BOSGROEP OOST-VLAANDEREN JAARGANG 20 NR 1 – MAART 2024 AFGIFTEKANTOOR AALST | P509065
V.U. RIET GILLIS, BOSGROEP OOST-VLAANDEREN, W. WILSONPLEIN 2, 9000 GENT
colofon
de bosbode is een tijdschrift van Bosgroep Oost-Vlaanderen
redactie & fotografie
Jurre Baguet, Simon Brandt, Jonathan Clerckx, Bram Coupé, Cédric De Noyette, Margje Derde, Margot Lenssens, Sylvie Mussche, Hans Scheirlinck, Daan Temmerman, Lene Van Langenhove, Lotte Van Nevel cover: Jeroen Mentens
lay-out
Koloriet - Leefdaal
druk
Drukkerij Arijs - Kluisbergen gedrukt op houtvrij gestreken FSC-papier op 3300 exemplaren
verantwoordelijke uitgever
Riet Gillis
Bosgroep Oost-Vlaanderen
W. Wilsonplein 2, 9000 Gent BE0803 977 372 RPR Gent
raad van bestuur
Maurits Adriaenssens, Luc Bekaert, André Bosmans, Jan Coussement, Véronique De Bleeker, Dominiek Declercq, Riet Gillis, Erwin Goethals, Ruut Louwers, Leen Meersschaert, Hans Mestdagh, Steven Roosen, Jan Van Dooren, Yoke Van Riet, Bruno Verstraeten, Theo Vitse, Jef Wittouck
Als je dit nummer ontvangt, betekent dit dat jouw gegevens zijn opgenomen in onze databank. Ze worden enkel gebruikt in het kader van onze werking. Wil je niet in onze databank opgenomen zijn of wil je jouw gegevens wijzigen, geef dit dan door via bosgroep@oost-vlaanderen.be.
Een voor bos
De Bosgroepen ondersteunen boseigenaars bij alles wat komt kijken bij het hebben of aanleggen van een bos. Samen met onze 15.000 leden beheren we 60.000 ha bos in Vlaanderen. Daarbij bekijken we wat op lange termijn het beste is voor het bos en het ecosysteem. Want bossen zijn onmisbaar voor onze gezondheid, het klimaat en een evenwichtige fauna en flora.
Word lid
Leden kunnen bij De Bosgroepen terecht voor informatie en hulp bij de bosadministratie. Wij coördineren ook beheerwerken en organiseren activiteiten en cursussen.
- info over technische, wettelijke en financiële aspecten van bosbeheer
- advies op maat van jouw bos na terreinbezoek
- hulp bij bosadministratie zoals subsidies, kapmachtigingen en beheerplan
- hulp bij bosbeheerwerken zoals exotenbestrijding, vrijstellen, aanleg bosrand…
- organisatie van gezamenlijke houtverkoop
Iedereen kan gratis lid worden.
Stuur een mailtje naar bosgroep@oost-vlaanderen.be.
Steun onze werking
Heel wat van onze diensten en activiteiten zijn gratis, net als dit tijdschrift. Met jouw steun aan het fonds Vrienden van De Bosgroepen, dat wordt beheerd door de Koning Boudewijnstichting, kunnen we onze werking verder uitbouwen. Wil je dat jouw centen integraal naar bosuitbreiding gaan, doe dan een gift aan BOOST Giften vanaf 40€ zijn fiscaal aftrekbaar.
Alle info vind je op www.bosgroepen.be/vrienden-van-de-bosgroepen.
2
Woord vooraf
Beste bosliefhebber
De lente komt eraan. In de lente zijn onze bossen en onze natuur echte kraamklinieken vol nieuw leven. Ik hoop dat jullie alvast volop kunnen genieten van de ontluikende natuur.
We kunnen terugkijken op een bijzonder succesvol plantseizoen. De afgelopen maanden plantte Bosgroep Oost-Vlaanderen 126.000 bomen, goed voor 115 hectare bos. Bedankt aan iedereen die bijdroeg aan deze indrukwekkende cijfers!
Het is nog wat vroeg om in een meer te gaan zwemmen, maar wij duiken in dit nummer toch al in de bospoel. Heeft die zon of schaduw nodig, welke soorten trekt het aan en hoe onderhoud je zo’n poel?
We gaan ook gluren bij de buren. Hoe ziet het subsidielandschap eruit in Wallonië en Nederland? Wat kunnen we van hen opsteken?
Ook in dit nummer: een stuk over bramen. Ze worden vaak vervloekt, en toch zijn er ook voordelen aan een bos met bramen. Echt waar!
Tenslotte lees je hier ook het laatste nieuws over onze werking en projecten. Veel leesplezier!
Riet Gillis
Gedeputeerde voor milieu, natuur en klimaat Voorzitter Bosgroep Oost-Vlaanderen
Deel jouw bosmoment op Instagram met #eenhartvoorbos en wie weet staat jouw foto hier volgende keer te blinken.
3
Stuck in the Middle With You @christiaens.jan
Poel is cool
Bospoelen zijn een hotspot voor biodiversiteit. Heel wat boseigenaars willen dan ook een poel aanleggen. Maar waar leg je zo’n poel best aan, en hoe groot en diep moet die zijn?
Poelen komen vandaag de dag vooral ter sprake wanneer het gaat over het beschermen van bedreigde amfibieensoorten. Deze kleine, ondiepe waterpartijen hadden oorspronkelijk echter een heel andere functie. De meeste poelen dienden om water te verzamelen of af te voeren en lagen niet in het bos.
4
Denk maar aan drinkwater voor vee, bevloeiingswater tijdens droge periodes of om branden te blussen. Daarnaast werden ook specifieke poelen aangelegd zoals echelputten waarin bloedzuigers gekweekt werden, of vlasrootputten om linnen of koorden te maken. Poelen en kleine waterpartijen die wel in het bos lagen, werden vaak aangelegd voor de jacht.
Met het verdwijnen van deze functies kreeg de natuur vrij spel om deze waterpartijen ten volle te benutten. Met het oog op de steeds droger wordende zomers zijn poelen cruciale biotopen geworden voor de overleving van de lokale biodiversiteit. De ecologische waarde van poelen is jammer genoeg lang onderschat. Aangezien ze niet meer functioneel waren voor de mens, werden ze dichtgegooid met afval, of verlandden ze spontaan. Nu geweten is hoe waardevol ze zijn, gaat er steeds meer aandacht naar herstel en aanleg van poelen.
Beste poelplaats
Er zijn tal van factoren waarmee rekening moet gehouden worden bij het kiezen van een locatie voor een bospoel, waaronder de bodem- en watersamenstelling, de bezonning en het grondgebruik.
Een put wordt pas een poel wanneer het regenwater niet wegsijpelt in de bodem. Poelen kunnen dus alleen tot stand komen op kleibodems of leemgronden met weinig zand. Beschik je over een bos met plekken die van nature onder water staan, dan heb je al een streepje voor.
De afbraak van dood organisch materiaal (DOM) vraagt veel zuurstof. Als grote hoeveelheden bladeren terecht komen in de poel kan dit leiden tot zuurstofarmoede, wat nefast is voor veel levende organismen. Door een groot deel van de bomen en struiken aan de rand van de poel weg te nemen, verlaag je de hoeveelheid DOM aanzienlijk, wat de waterkwaliteit bevordert. Als je hierbij focust op de bomen die aan de zuidelijke rand van de poel staan, zorg je er direct voor dat de poel meer zonlicht krijgt. Het water in de ondiepe delen en langs de zacht hellende oever kunnen hierdoor makkelijk opwarmen, wat een ideale omgeving creëert voor amfibieën en insecten.
Naast zuurstofarmoede is eutrofiëring van het water een grote boosdoener voor de waterkwaliteit. Eutrofiëring is het proces waarbij meer nutriënten in het water terechtkomen dan oorspronkelijk. Dit gebeurt door deposities uit de lucht, onder meer door verkeer en industrie, en door overbemesting van akkers waarbij de nutriënten wegspoelen en in de poelen terechtkomen. Je kan in het laatste geval je bospoel wat dieper in het bos aanleggen, mits er voldoende licht is, of je kan afspraken maken met de aanpalende landbouwer omtrent het gebruik van bemesting.
Een laatste aspect waar je rekening mee kan houden is de locatie. Veel bedreigde soorten komen voor op specifieke hotspots. Door poelen aan te leggen in en rond deze locaties vergroot je de bestaande habitat en de overlevingskansen van deze soorten. Voor amfibieën is, naast de aanwezigheid van een water-
partij, de omgeving errond zeer belangrijk. De meeste soorten overwinteren namelijk niet in het water maar op land, meer specifiek in bossen waar ze kunnen schuilen onder takkenhopen, liggend dood hout of in de strooisellaag. De vuursalamander heeft doorgaans meer baat bij een poel aan de bosrand. Ben je geïnteresseerd om een bepaalde soort te helpen, kijk dan op www.waarnemingen.be waar deze voorkomt.
Beste poelontwerp
Een goede poel heeft een aantal cruciale elementen die zorgen dat deze leefbaar is voor veel verschillende soorten.
De grootte van je poel is in de eerste plaats afhankelijk van de beschikbare ruimte. De meeste poelen hebben een wateroppervlak tussen 80 en 120 m2. De ecologisch meest optimale grootte is tussen 200 en 250 m2. Je poel groter maken dan dat heeft geen invloed op de soortenrijkdom. Een poel mag een organische vorm hebben, zo creëer je meer gevarieerde oeverzones.
Heb je ooit al eens geprobeerd een steile, modderige helling te beklimmen? Dan weet je dat dit een grote uitdaging kan zijn die niet altijd eindigt in een overwinning. Dit geldt net zo goed voor kleine zoogdieren en amfibieën. Om te voorkomen dat de dieren vast geraken en verdrinken, is het noodzakelijk dat de rand van de poel zacht afhelt. De hellingsgraad moet minstens 10° en max 45° zijn. Idealiter maak je de noordelijke en westelijke rand zacht hellend, op deze randen schijnt de zon het felst en kan het ondiepe water in het voorjaar het
5
snelst opwarmen. De andere zijden mogen steiler zijn om meer variatie te brengen in de poel.
De optimale diepte van een poel is 1,5 à 2 meter. Dankzij de diepte kan je voorkomen dat de temperatuur van het water in de zomer te hoog wordt, of dat de poel volledig dicht vriest in de winter.
De beste periode om een poel aan te leggen is de nazomer (eind augustus-eind september.) Dan is de grondwaterstand het laagst en weet je hoe diep je moet graven om water in de poel te houden.
Hou je poel gezond
Een net gegraven poel ziet er in het begin maar troosteloos uit, maar geen zorgen: de dieren en planten komen gauw vanzelf. Zet dus zelf geen (uitheemse) soorten uit, bij gebrek aan natuurlijke bestrijders gaan deze snel woekeren.
Afhankelijk van de gekozen locatie zal de ene poel sneller beheer nodig hebben dan de andere. Sommige waterplanten zoals liesgras, riet en lisdodde hebben de neiging snel te woekeren. Je
kan deze planten in toom houden door hun wortelstokken weg te nemen wanneer ze nog jong zijn. Het najaar is het beste moment om waterplanten te verwijderen. Dan is de massa het grootst en de verstoring het kleinst. Laat waar mogelijk de uitgetrokken planten een aantal dagen liggen zodat de diertjes verstopt in de planten terug naar de poel kunnen kruipen. Je kan je poel het beste voor de helft vrijhouden van planten. Voedselrijke poelen zijn ideale locaties voor algenbloei. Algen kan je het best wegscheppen, zo geef je andere waterplanten meer kansen.
Het lijkt misschien wat tegenstrijdig, maar in poelen wil je vissen te allen tijde
vermijden. Zo goed als alle vissoorten hebben een negatieve impact op het waterleven. Vissen voeden zich met eitjes en larven van amfibieën, ze eten waterplanten en woelen de bodem om. De omgewoelde bodem zorgt ervoor dat planten zich moeilijk kunnen vestigen, het water troebel wordt en libellenlarven en salamanders het moeilijk hebben met jagen. Daarom kan het voordelig zijn dat een poel aan het einde van de zomer, wanneer de meeste amfibieënsoorten aan land gaan om te overwinteren, droogvalt.
Neem naast het beheren van je poel vooral de tijd om te genieten van de natuur en het leven dat een poel met zich meebrengt.
Wil je meer bijleren over de plant- en diersoorten in onze Oost-Vlaamse poelen, hou dan onze nieuwsbrief of bosgroepen.be/ activiteiten in de gaten.
De Bosgroep zorgde de voorbije maanden voor 7 nieuwe bospoelen in Erpe-Mere, Oosterzele, Merelbeke, Gavere, Brakel en Zottegem, en ruimde ook enkele bestaande poelen
6
Kleurt het bos groener bij onze buren?
Gluren bij de buren kan geen kwaad als het gaat om een blik op het Waalse en Nederlandse bosbeleid. Hoe stimuleert de overheid daar particulieren om voor bos te zorgen? En waarin verschilt dit met de situatie in Vlaanderen?
De bosindex in Vlaanderen en Nederland is met net geen 11% ongeveer even groot. Het bosbezit verschilt wel grondig. Een derde van het Nederlands bos is privaat, terwijl dit in Vlaanderen dubbel zoveel is. Bij ons is het verdeeld over heel veel eigenaren, met vaak minder dan 1 ha, terwijl in Nederland de helft van het private bos beheerd wordt door een kleine groep grootbosbezitters. In het bosrijkere Wallonië is de helft privaat, met ook veel kleine boseigenaren.
Vlaanderen, Wallonië en Nederland hebben elk specifieke bosbeleidsplannen waarbij ook de private eigenaars gestimuleerd worden om deze mee te helpen realiseren. Hieronder geven we een beknopt overzicht van de steunmaatregelen die zij daarvoor ontwikkelden.
Vlaanderen
In Vlaanderen is er financiële ondersteuning voor de aankoop van te bebossen grond, het planten van nieuw bos, heraanplanting na kapping of beheerwerken om natuurdoelen te realiseren.
Grond kopen om te bebossen? Heb je plannen in die zin, dan kan je deze indienen via de jaarlijkse projectoproep. De geselecteerde projecten kunnen rekenen op een tussenkomst in de aankoopprijs van de grond, en dit tot maximaal 35.000 €/ha. Voorwaarden zijn onder meer: opmaak van een natuurbeheerplan na realisatie en gelegen in een groene bestemming op het gewestplan of in een speciale beschermingszone (SBZ).
Nieuw bos aanplanten op je eigen grond? Sinds enkele jaren wordt dit gestimuleerd met een forfaitaire vergoeding van 25.000 €/ha als tussenkomst voor zowel aanplantkosten als grondwaardeverlies. Percelen vanaf 1000 m2 komen al in aanmerking. Als je grond niet gelegen is in een groene bestem-
ming of nog geen 2 jaar uit landbouwgebruik is, kan je in sommige gevallen toch nog rekenen op een lagere vergoeding. Voor aanplantingen die buiten het Vlaamse subsidiebeleid vallen is er soms nog een ondersteuning mogelijk vanuit het BOOST-fonds of via Beplant het Landschap van Provincie Oost-Vlaanderen (kleinschalige aanplantingen), en uitzonderlijk ook door het lokaal bestuur.
Bos herplanten na exploitatie kan rekenen op een tussenkomst tot 3250 €/ha voor de aanplant van inheems en standplaatsgeschikt bosplantsoen met mogelijkheid tot extra steun voor wildbescherming. Voorwaarde is wel dat het perceel nadien in een natuurbeheerplan wordt opgenomen.
Duurzaam bosbeheer wordt in Vlaanderen gestimuleerd via de natuurbeheerplannen. Zo is er een toelage voor de opmaak van een natuurbeheerplan (100-275 €/ha), het realiseren van natuurlijke bossen (63-150 €/ha/j), het omvormen van een niet-inheems bos (840
Bosindex Aandeel privaat bos
Vlaanderen 10,3% (146.000 ha) 60% ±40.000 (gem. 2 ha) Wallonië 33% (563.000 ha) 51% 100.000 (gem. 2,85 ha) Nederland 11% (363.800 ha) 30% 30.000-35.000 (<5 ha) 1500 (>5 ha) 7
Aantal private boseigenaren
€/ha) en habitatbeheer voor beschermde fauna (100 €/ha/j). Tenslotte is er ook nog een tussenkomst voor het openstellen voor publiek (40-120 €/ha).
Nederland
Net als België is Nederland gebonden aan internationale en Europese richtlijnen om onze biodiversiteit te behouden en te verbeteren. Voorbeelden zijn de bescherming van biotopen in Natura2000-gebieden, het soortenbeleid, het agrarisch natuurbeheer en ook de uitbouw van het Natuur Netwerk Nederland. Dit NNN is de tegenhanger van de Vlaamse VEN en IVON. Het is een landelijk netwerk van natuur en agrarische gebieden dat moet bijdragen aan het verbeteren van de Nederlandse biodiversiteit.
Sinds een tiental jaar is het in Nederland de taak van de provincies om deze natuurdoelen te realiseren. Voor boseigenaars die hieraan willen bijdragen is een reeks steunmaatregelen uitgewerkt. Daartoe zijn in de Index Natuur en Landschap 17 natuurtypes en 49 beheertypes nauwgezet beschreven. Ook zijn er 12 provinciale Natuurbeheerplannen met ambitiekaarten, uitgewerkt op perceelsniveau, voor de ontwikkeling van welbepaalde natuurtypes.
Belangrijk is het provinciale Subsidiestelstel Natuur en Landschap (SNL) dat het NNN verder uitbouwt en versterkt. Nieuw bos aanplanten op landbouwgrond wordt tot 100% terugbetaald. Dit gaat over bosplantsoen, wildbescherming, plantkost en inrichting voor openstelling. Meer zelfs: ook de grondwaardedaling, bepaald door een onafhankelijke taxateur, kan helemaal terugbetaald worden. Verder is er ook ondersteuning voor het eenmalig verbeteren van de natuurkwaliteit van bestaand bos, bijvoorbeeld door bijplanten van inheemse boomsoorten, en voor het omvormen van natuurpercelen naar een meer geschikt natuurtype volgens de ambitiekaart.
Voor duurzaam bosbeheer bieden de Nederlandse provincies jaarlijkse subsidies aan. Een uniforme ‘standaardkostprijs per beheertype’ wordt jaarlijks bepaald. In 2024 is dat bijvoorbeeld 146,75 €/ha/j voor droge eiken-beukenbossen. Daarnaast zijn er ook toeslagen voor openstelling en monitoring.
De voorwaarden van de SNL-subsidies variëren licht per provincie. Zo zijn de bebossingstoelagen in Zuid-Holland en het bosarme Groningen substantieel hoger dan in het bosrijke Gelderland. Deze SNL-subsidie hangt ook af van het na-
streven van het juiste natuurtype met bijhorend beheertype volgens de ambitiekaart (10-tal bostypes), van de gewenste ligging in of bij het NNN en van het beschikbaar jaarbudget. Bovendien moet men beschikken over een certificaat voor kwaliteitsvol beheer, organisatie en administratie. Dit laatste is geen probleem voor de Nederlandse natuurorganisaties zoals Natuurmonumenten, maar private eigenaren kunnen dit enkel door zich te groeperen in natuurcollectieven, zoals de Nederlandse Bosgroepen met 1500 SNL-dossiers en 82.000 ha privaat natuurbeheer.
Kenmerkend voor Nederland zijn ook de uitgebreide fiscale voordelen voor een historisch landgoed, gebaseerd op een bijna 100 jaar oude wet. De Natuurschoonwet 1928 (NSW) wil de bossen, natuur, parktuinen en landbouwpercelen rond landhuizen, boerderijen of kastelen beschermen. Dit via fiscale voordelen zoals vrijstellingen voor inkomsten-, vennootschaps-, dividend-, overdrachts-, onroerende zaak-, schenkén erfbelasting. Voorwaarden zijn minimale oppervlaktes (5 ha, of 1 ha mits samenwerking met buren) en minimale percentages aan bos en natuur (30%). Er zijn bijkomende voordelen voor landgoederen die zijn opengesteld voor bezoekers.
Boseigenaars in Natura2000-gebied kunnen intekenen op jaarlijkse projectoproepen voor gebiedsgerichte herstelof inrichtingswerken. Er is ook het Uitvoeringsprogramma Natuur dat de negatieve gevolgen van stikstofdepositie wil opvangen met onder meer 80.000 hectare natuurherstel in NNN en Natura2000 tegen 2030. Verschillende overheden, landbouw- en natuurorgani-
8
saties maken hiervoor samen en telkens op maat van het stikstofgevoelige bos en de omgeving een stappenplan met financiering op.
Wallonië
Een Waalse grondeigenaar krijgt geen steun voor bosuitbreiding. De huidige Waalse regering keurde wel een steunmaatregel goed voor de aanleg van extra hagen en houtkanten. Via dit subsidieprogramma ‘Yes we plant’ werden intussen meer dan 4100 kilometer groene linten gerealiseerd.
Voor heraanplantingen na een exploitatie kunnen eigenaars een steunaanvraag doen via de jaarlijkse projectoproep ‘Fôret résiliente’ (klimaatrobuust bos). Via dit kanaal werd in de laatste 3 jaar ruim 3800 ha herbebossing betoelaagd. Met heraanplant in kleinere groepen tussen overstaanders, en hogere premies
voor loofbomen en natuurlijke verjonging (tot 3000 €/ha) wordt gestreefd naar een meer gevarieerd en standplaatsgeschikt bos. Maar ook de heraanplantingen met Amerikaanse eik of naaldbomen zoals fijnspar, lork en Douglas kunnen op overheidssteun rekenen (tot 2000 €/ha).
De Waalse regering biedt ook rechtstreeks steun aan bosexploitanten. Investeringen in gebouwen of machines zoals terreinbewerking, ontschorsen, versnipperen of duurzame veltechnieken kunnen tot 40% terugbetaald worden.
In Natura2000-gebieden kunnen boseigenaars beheerpremies aanvragen (40 €/ha/j) voor het verbeteren van de biodiversiteit in vastgelegde bostypes.
De eigenaar kiest
Vlaanderen, Wallonië en Nederland hebben een verschillende aanpak om hun specifieke doelstellingen rond bosuitbreiding en -beheer te realiseren. Bij het vergelijken van de ondersteuning door de verschillende overheden komt men dan ook al snel uit bij de gekende appelen en peren. Het is steeds aan de eigenaar om te kiezen wat best past bij de eigen beheerdoelen in functie van het bestaande of nieuw aan te planten bos. Belangrijk hierbij is steeds in gedachten te houden dat met de baten van subsidies ook de plichten komen.
Met vragen kan je zoals steeds terecht bij de Bosgroep die onafhankelijk advies geeft en helpt bij de uitvoering van jouw keuzes.
Bronnen: Natuurenbos.be, vlaanderen.be, rvo.nl, clo.nl, bij12.nl, provincieGroningen.nl, Gelderland. nl, Zuid-Holland.nl, wallonie.be, bosgroepen.be, bosplus.be, bosgroepen.nl
9
© Karel Dedain
Bramen: pest of deugd?
Boseigenaars vragen dikwijls aan de Bosgroep wat ze kunnen doen tegen die vervelende bramen in hun bos.
‘Alles is overwoekerd door gemeen, stekend onkruid waardoor het bos totaal ontoegankelijk is’. Zijn bramen nu enkel storend voor het bos of hebben ze ook goede eigenschappen? Welcome to the jungle!
Er zijn ongeveer 400 moeilijk te onderscheiden soorten braam (Rubus sp.) waaronder ook de framboos. Ze behoren tot de rozenfamilie en zijn verwant met heel wat fruitbomen. Er zijn zowel kruip- en klimplanten als kleine struiken. Bramen komen vooral voor in het noordelijk halfrond. Zowel op de onderkant van de bladeren als op de twijgen staan stekels. De twijgen sterven meestal na het derde jaar. Bramen vormen reukloze witte of roze bloemen in het voorjaar en
10
de zomer. In de maand augustus komen de typische vruchten tevoorschijn.
Wijst op vruchtbaarheid
Bramen tref je massaal aan op iets vruchtbaardere bodems. Vooral op historische akkers, in valleien en in broekbossen met populier, zwarte els, vlier, brandnetel en kleefkruid kunnen ze massaal voorkomen. Hetzelfde geldt voor bossen waar via beken en grachten voedselrijk water kan binnenstromen. Ook in gedunde dennenbossen op niet te arme zandbodems profiteren bramen van het licht en zorgen ze mee voor een microklimaat waardoor de bodem minder snel uitdroogt. Bramen zijn niet enkel een indicator voor vruchtbaarheid, ze maken ook de bodem vruchtbaar. Jaarlijks produceren ze per hectare vele tonnen loof, dat een goede humus vormt. Een braamstruweel heeft dus onmiskenbaar een vruchtbaarma-
kend effect. Als je kijkt naar bomen of struiken omringd door bramen, dan zie je dat deze goed groeien.
Lekker voor dier en mens
In gebieden met overvloedig zwarte bramen komen veel insectenetende vogels voor. Het struweel is immers, in tegenstelling tot bijvoorbeeld varens, bijzonder rijk aan insectensoorten. Daarnaast bieden ze eindeloos nestgelegenheid. Een bijzondere verschijning in deze bossen is de mysterieuze, doortrekkende houtsnip. Deze schitterende vogel houdt van de stekelige struwelen om op de bodem voedsel te zoeken. Natuurliefhebbers en jagers weten dat in struweelrijke gebieden reeën en ander wild in de grootste dichtheden voorkomen. Braambladeren zijn één van de belangrijkste voedselbronnen voor reeën tijdens de winter. En jawel, ook de mens lust wel eens braambessen, al dan niet
verwerkt in confituur of taart. Braambessen bevatten veel vitamine C. De plant werd vroeger al gebruikt omwille van haar geneeskrachtige eigenschappen.
Bosverjonging
Door gebrek aan licht op het kiembed, veroorzaakt door een dicht kroondak of een afschermend braamstruweel, wordt bosverjonging afgeremd. Toch slagen zomereik en lijsterbes erin om zich in het struweel te vestigen en er op de duur door te groeien. Als je een dennenbos wil omvormen naar loofhout is de eerste ingreep het flink uitdunnen van de dennen. Het nadeel is dat de bramen dan sneller gaan groeien, en het bos nog ontoegankelijker wordt. Wanneer je de verjonging plaatselijk vrijstelt, verhogen hun kansen. Dat kan door de bramen plat te trappen of weg te knippen. Let op: hoe meer je snoeit, hoe sneller de braam groeit! Het is pas nodig om de bramen te verwijderen
11
Verjongingsgroepen moeten in de beginfase vaak worden vrijgesteld van bramen, maar van zodra de jonge boompjes boven de bramen uitkomen bieden die bescherming tegen vraat- en veegschade
wanneer ze echt over de eindscheut van de jonge boompjes hangen. Als de bosverjonging zich verder ontwikkelt, zal die op termijn de bramen onderdrukken.
Gelet op de relatief vruchtbare bodem komen vele boomsoorten in aanmerking voor beplantingen op gronden die door bramen overwoekerd worden. Bij de boomsoortenkeuze kun je rekening houden met het bladstrooisel dat je toekomstige bomen gaan produceren. Soorten die een zware schaduw geven zoals beuk, tamme kastanje en Amerikaanse eik, geven ook moeilijk verteerbaar strooisel. Deze soorten hebben wel het voordeel dat ze het struweel sneller onderdrukken. Gewone esdoorn, boskers, ratelpopulier en haagbeuk geven een
minder zware schaduw, en ze produceren een gemakkelijk verteerbaar strooisel. Een combinatie is ook mogelijk. Zo kunnen een flink aantal snelgroeiende tamme kastanjes gemengd worden aangeplant om zo snel mogelijk het braamstruweel tot een aanvaardbaar peil terug te brengen. Na enkele jaren kan je een aantal tamme kastanjes verwijderen ten voordele van soorten met een mildere schaduw.
Op gronden waar bramen massaal woekeren plant je best vlak na een kapping. Neem voldoende groot plantgoed en verzorg ze perfect. Je zal ze immers moeten vrijstellen. De jonge plantjes moeten binnen de 3 jaar op eigen kracht boven de bramen kunnen uitgroeien.
Sterk gedunde naaldhoutbestanden worden vaak - tijdelijk - gekoloniseerd door bramen
Besluit
Bramen komen dikwijls voor tijdens de transformatie van dennenbossen naar loofbossen. Na een tiental jaar verdwijnen deze bramen veelal onder de schaduwdruk van de opgroeiende loofbomen. Als bramen massaal aanwezig zijn, kunnen deze de natuurlijke verjonging van een bos belemmeren. Een troost hierbij is dat de bramen zowel de bodem verbeteren als het microklimaat van je bos ten goede komen. Via aanplantingen kan je zorgen dat de bramen sneller verdwijnen. Een goede opvolging van je plantsoen is hierbij noodzakelijk.
Uit: Bosgazet, oktober 2023
12
Ah, dat wist ik nog niet!
Het gonst van de insecten in het bos. Vlinders, kevers, bijen… allemaal vinden ze voedsel of een schuilplaats in en rond bomen. In deze nieuwe rubriek brengen we dan ook een ode aan deze beestjes, want wie het kleine niet eert is het grote niet weerd.
‘Komt ier iesj zieng’, zei een Ninoofse boseigenaar. ‘Ziet iesj noar diene voet van diene populier, da zit vol me ronde goatses. Wa zou da kunnen zen?’ ‘Ah, dat zal de hoornaarvlinder zijn!’
De hoornaarvlinder behoort tot de familie wesp- of glasvlinders (Sesiidae). Het is een speciale soort nachtvlinder, want hij is uitsluitend overdag actief. De vlinder komt enkel voor bij populieren, en heel soms ook bij wilgen als er geen populier te vinden is. Zijn vleugels met een spanwijdte van 33 tot 48 mm maken hem de grootste wespvlinder van Noordwest-Europa. Hij is even groot en fors als de hoornaar, maar kleurt feller geel.
Cyclus
De vrouwtjes laten eitjes vallen bij de stamvoet. De uitkomende larven kunnen zich door de schors van de stamvoet heen boren. En daar blijven ze een tijdje, want ze leven wel twee jaar in de populierenstam. Na overwintering dringt de larve dieper in de stam door. Na een tweede overwintering verpopt de larve zich tot rups en werkt ze zich half naar buiten.
In juni of juli komt de vlinder dan uit. Dat is het moment dat je nieuwe gaatjes in de stam begint te zien; de oude gaatjes blijven meestal ook nog zichtbaar. De vlinders kan je dus in het begin van de zomer aantreffen op populierenstammen. Vlie-
gen doen ze amper, en ze bezoeken geen bloemen want ze kunnen niet eten. Enkel voortplanten dan maar! De totale ontwikkeling van ei tot vlinder duurt 3 à 4 jaar.
Is het schadelijk?
Bij jonge bomen komen hoornaarvlinders weinig tot niet voor. Oudere bomen kunnen er meer last van ondervinden maar slechts zelden vormt het een echte bedreiging. Het gaatje in de stam is wel een soort van open wonde. Het is een zwakkere plek die een mogelijke toegangspoort vormt voor de wilgenhoutrups of bepaalde schimmels. In zeldzame gevallen leidt de schade tot eventuele groeistagnatie, windbreuk of afsterving.
Komt het veel voor?
Ja, het is een algemene soort die je overal in België kan spotten. Bijna op elke oude populier kan je wel dergelijke uitkruipgaten onderaan de stamvoet terugvinden. Deze gaten hebben een diameter van ongeveer 8 mm. Bij je volgende boswandeling kan je er eens op letten!
Bronnen: bomenbieb.nl, vlinderstichting.nl
13
14
Bosbeheer
voor starters
Je wil het beste voor jouw jonge bos, maar wanneer moet je ingrijpen en wanneer laat je de natuur beter haar werk doen? Hieronder vind je enkele van de belangrijkste beheermaatregelen.
Inboeten
Inboeten is het opnieuw planten van afgestorven bomen. Dit is pas zinvol bij een uitval van minstens 10 à 20 %. Probeer zeker de oorzaak te achterhalen. Is er wildschade? Was het voorjaar uitzonderlijk droog of de zomer zeer warm? Of plantte je minder geschikte soorten of in slechte omstandigheden? Soms loont het om nog een extra groeiseizoen af te wachten om te zien of de bomen alsnog in blad komen.
Snoeien
Een boom zit niet te wachten op jouw snoeischaar. Als de bomen voldoende dicht bij elkaar staan, zullen er vanzelf voldoende kwaliteitsbomen groeien. Wil je toch snoeien, begin dan met vormsnoei. Beperk je in deze fase tot de dubbele toppen en zuigers, dit zijn zware zijtakken die mee met de top omhoog groeien. Snoei ook nooit meer dan 20 % van het kruinvolume weg.
Vrijstellen
Ruigtekruiden zoals kleefkruid, bramen en adelaarsvaren kunnen een jonge aanplant overwoekeren. In het voorjaarwanneer de bomen het meeste groeien - staat het kruid meestal nog niet zo hoog, maar sommige soorten zoals brandnetel en distels kunnen wel snel je
bomen overklassen. Vrijstellen kan door te maaien, maar in droge periodes voorkomt de kruidvegetatie dat er direct zonlicht op de bodem valt en die uitdroogt. Bovendien kan een foute beweging met de bosmaaier grote schade veroorzaken. Een goed alternatief is het kruid plat trappen, of met de machete of snoeischaar temperen. Hardnekkige bramen vereisen wel eerder een bosmaaier. Ongewenste boomsoorten kun je afknakken. De boom leeft nog, maar groeit niet meer voluit. Wanneer de aanplant na 2 à 3 jaar goed is vertrokken, grijp je beter niet meer in. Na de kroonsluiting is soms een zuivering nodig, waarbij je invasieve exoten of dominante, spontaan verkregen soorten verwijdert.
Dunnen
In de natuur staan jonge zaailingen meestal dicht bij elkaar en strijden ze om licht, water en nutriënten. Ze groeien daardoor recht omhoog en de onderste takken sterven snel af. Zo krijg je vanzelf rechte, takvrije stammen. Vroeg of laat ga je best dunnen: selectief bomen kappen zodat jouw toekomstbomen dikker kunnen worden of de soortenmenging behouden blijft. Dunnen kan heel eenvoudig door het ringen van concurrenten, zonder machines of grote kosten. Je brengt ook meteen dood hout in
jouw bos, wat het weerbaarder en biodiverser maakt. Door het dunnen wennen de toekomstbomen eraan om volledig vrijgezet te worden en zo behoud je mooie, diepe kruinen, ook midden in het bos.
Op bosgroepen.be/folders vind je onze Gids voor onderhoud van jouw bos, een praktische handleiding om zelf aan de slag te gaan in jouw bos.
15
De bosteller stijgt
Eind 2019 zag de bosteller het levenslicht, een website waar je de aanplant van nieuwe bossen op de voet kan volgen. Dit initiatief van de Bosalliantie, een partnerschap van de Vlaamse Overheid met verschillende organisaties uit de natuur- en bossector, gaat voor meer bos in Vlaanderen.
Als dit plantseizoen is afgerond zullen De Bosgroepen sinds de start van de bosteller voor maar liefst 406 hectare nieuw bos gezorgd hebben in Vlaanderen. Het merendeel daarvan - 258 hectare om precies te zijn - is bosuitbreiding. De overige 148 hectare is bebossing in het kader van compensatie.
Het voorbije plantseizoen was erg nat maar dat hield ons niet tegen om volop aan te planten samen met particulieren, gemeenten en bedrijven. Bosgroep Oost-Vlaanderen plantte 126.000 bomen, goed voor 115 hectare bos. Het gaat om bijna 30 hectare pure bosuitbreiding, onder meer dankzij BOOST met steun van Provincie Oost-Vlaanderen, en 84 hectare herbebossing, dit laatste vooral om bestaande bossen klimaatrobuust te maken. Ten slotte zit er ook een klein stukje boscompensatie bij, namelijk 2 hectare.
Zo komen we beetje bij beetje dichter bij een bosrijker Vlaanderen. Wil je meer weten over de campagne van de Vlaamse Overheid, neem dan een kijkje op bosteller.be.
16
© Geert Bousard
Bosgroepnieuws
© ILVO
Boslof
Dieter Coppens plantte in 2022 een bos met de hulp van De Bosgroepen in Zoersel. Zijn Coppensbos inspireerde hem om een boek te schrijven. Voor Boslof ging hij op pad met experten en verzamelde hij leuke bosweetjes, maar het is ook een heel persoonlijk relaas over het leven als boseigenaar en de verwondering over alle radartjes in het ingenieuze ecosysteem dat een bos is, vier seizoenen lang.
17 Bosgroepnieuws
Nieuwjaarsbijeenkomst
We houden van de traditie om met onze leden en sectorpartners te klinken op het nieuwe jaar. Op donderdag 8 februari kwamen we samen in De Pinte. Na de nieuwjaarswens door onze voorzitter nam topwetenschapper Valerie Trouet ons mee in de boeiende wereld van dendrochronologie. Zij schreef het boek Wat bomen ons vertellen en liet de aanwezigen ken-
nismaken met wat de studie van jaarringen ons kan vertellen over de geschiedenis van de mens, over de klimaatverandering en over de toekomst. Nadien werd er duchtig bijgepraat bij een hapje en een drankje.
18
Bosgroepnieuws
Populierenveredeling met INBO
Dit plantseizoen werden net als andere jaren verschillende bospercelen van Bosgroepleden herbebost met cultuurpopulier of boomvormende wilg, in samenwerking met het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. Het INBO is bezig met het ontwikkelen van nieuwe cultuurvariëteiten (cultivars) via kruisingen en wil uittesten wat dit geeft in de praktijk.
In dit kader wordt geplant met zowel de gekende variëteiten en soorten - die dienen als controlegroep - als met de nieuwe variëteiten. Het INBO zorgt voor de cultivarkeuze (bij populier) en levert het pootgoed. Ze kiezen voor cultivars die nog niet op de markt zijn. De experimentele aanplantingen worden door het INBO verder opgevolgd. Op deze manier is er een fijne samenwerking tussen privé-eigenaars, de Bosgroep en een Vlaamse onderzoeksinstelling, waarbij wetenschap en praktijk hand in hand gaan, verder bouwend aan de toekomst.
Het veredelingsprogramma van populier, gestart in 1948 door Swedish Match, is het langstlopende programma van het INBO en resulteerde in de loop der jaren in de uitgifte van verschillende cultivars. Sinds 1999 werden negen cultivars op de markt gebracht, zoals Vesten, Oudenberg, Muur, Bakan, Skado, Dender, Marke en de nieuwste Remus. Deze cultivars staan op de lijst van erkend bosbouwkundig uitgangsmateriaal onder de categorie ‘getest’. Stekmateriaal van deze cultivars wordt aangeboden aan erkende boomkwekers in binnen- en buitenland met het oog op productie en verkoop van bomen voor bosaanplant.
De klonale veredeling van populier en wilg is echter in afbouw sinds 2014. De focus ligt nu op het valoriseren van het vroegere veredelingsonderzoek. Het selectieproces (>20 jaar) gebeurt in verschillende fases: uitvoeren van kruisingen, selectie op zaailingniveau, op kloonniveau in de proefkwekerij en op
pre-commercieel niveau waarbij kandidaat-cultivars op verschillende standplaatsen aangeplant en opgevolgd worden. Deze laatste fase gaat nog steeds door. Zo blijft de marktintroductie van nieuwe cultivars in de toekomst mogelijk.
Wilg en populier zijn de soorten bij uitstek die via poten (scheuten zonder wortel) worden aangeplant. Klassiek worden ze aangeplant in een ruim plantverband (8x8m) dus het gaat om ongeveer 160 stuks per hectare. Standaardpootgoed heeft een stamomtrek van minimum 8 à 10 cm en een lengte van minimum 4 meter. Er dient een smal plantgat gemaakt te wor den dat minstens 90 cm diep is.
Populier blijft een interessante soort voor bosaanleg en herbebossing in Vlaanderen om diverse redenen. De aanplant van populieren heeft een duidelijke economische meerwaarde. Populier heeft een korte omlooptijd en een bosbouwkundig snelle installatiefase. In het kader van klimaatverandering kan populier een goede optie zijn omwille van de flexibiliteit. Populier blijft namelijk goed groeien in lange droge periodes en weerstaat zeer goed periodes van intense regen of zelf wateroverlast. Tenslotte is populier door de snelle installatiefase en snelle jeugdgroei een uitstekende boomsoort voor het installeren van een scherm waaronder andere soorten zich kunnen ontwikkelen.
Lees meer: www.vlaanderen.be/inbo/over-ons/onderzoekscentrum-voor-bomen-en-struiken-grimminge
19
Bosgroepnieuws
Hoeveel Wase bossen zijn er al gered?
De winter is bijna ten einde dus we kijken alweer uit naar langere dagen, voorjaarsbloemen en vogels die nesten beginnen te bouwen. In het Waasland zijn er heel wat boseigenaars die dit jaar met extra spanning uitkijken naar het ontluiken van de knoppen, want afgelopen winter werden heel wat aanplantingen uitgevoerd via het project ‘Klimaatrobuuste en veerkrachtige bossen voor het Waasland’. Er werden ongeveer 25.000 boompjes geplant.
Voor 13 hectare ingestorte fijnsparbossen zat er niets anders op dan ze volledig te op te ruimen en plantklaar te maken. Die kale stukken zagen er even troosteloos uit maar werden dus gauw opnieuw beplant. Daarnaast is er ook 50 hectare naaldbos dat we biodiverser maakten door de aanplant met kloempen. Elke kloemp bestaat uit 30 boompjes van dezelfde soort, die dicht bij elkaar (1 meter x 1 meter) aangeplant worden. Het
zijn boomsoorten die nog niet, of nog niet veel, in het bos staan. Ze zorgen voor een meer gevarieerd en gelaagd bos dat beter tegen de klimaatverandering kan. Op je wandel- en fietstocht in het Waasland kan je deze kloempen makkelijk spotten, want rond de boompjes staan biologisch afbreekbare kokers. Die beschermen de boompjes de eerste jaren tegen reeën die knabbelen aan de jonge boompjes of er hun gewei tegen schuren.
De Bosgroep coördineerde de werken: het opruimen van de bomen en plantklaar maken van het terrein. De provincie en gemeenten deden een duit in het zakje om de eigenaars financieel te ondersteunen bij de bosomvorming. Het grootste deel van de aanplantingen werd uitgevoerd door de aannemer, maar we kregen ook hulp van enthousiaste leerlingen en buurtbewoners. In Stekene was er vlakbij Basisschool De Drie Beu-
20
Bosgroepnieuws
ken een stukje fijnsparbos van de gemeente helemaal ingestort. De aannemer kwam al het dode hout opkuisen, waarbij er voor gezorgd werd dat de nog vitale, levende bomen konden blijven staan. Vervolgens werd er een wildraster rond het perceel geplaatst om de toekomstige boompjes te beschermen.
Tijdens deze werkzaamheden ging projectcoördinator Jurre langs op de school om de leerlingen meer te vertellen over bosbeheer en het belang van diverse, klimaatrobuuste bossen. Op 24 november kwam een 60-tal leerlingen de hele voormiddag mee planten. Er werden onder meer eiken, lindes en heel wat struiken aangeplant. Daarnaast hielpen de leerlingen ook om het bos een propere start te geven, want ze verzamelden zes zakken met afval in en rond het bos. In de namiddag staken ook buurtbewoners en sympathisanten een handje toe. Tegen 15u30 zat de laatste boom in de grond en kon men zich warmen aan een tas warme soep.
Op woensdag 24 april organiseren we een opleidingsdag voor boseigenaars. We gaan naar de Kempen om er alles te leren over het beheer en onderhoud van kloempen. Meer info volgt via mail.
Bosgroepnieuws 21
Onze dienstverlening aan de leden
Sinds 1 januari vormen de regio’s Noord, Midden en Vlaamse Ardennen tot Dender samen Bosgroep Oost-Vlaanderen vzw. Zo kunnen we nog beter en efficiënter samenwerken.
Onze werking blijft dezelfde, en je kan je vertrouwde contactpersoon binnen de organisatie bereiken op hetzelfde nummer en emailadres. Wat wel verandert is ons algemeen mailadres, dat is voortaan bosgroep@oost-vlaanderen.be. Het zijn maar twee letters verschil, maar daardoor kan een mail van ons wel in jouw spam terechtkomen. Wil je dus geen nieuwsbrief of uitnodiging missen, voeg ons dan toe aan jouw adresboek!
Voortaan gelden in gans Oost-Vlaanderen dezelfde tarieven en aanpak voor onze dienstverlening. Daarbij hebben we gekeken naar de tarieven die gangbaar waren in de drie regio’s en daarin een middenweg gezocht. Afhankelijk van de regio zijn sommige zaken hetzelfde gebleven en andere aangepast. De diensten die aangeboden worden zijn bedoeld om de boseigenaar kwaliteitsvol en op maat te ondersteunen bij hun bosbeheer, en dit tegen een beperkte (en grotendeels gesubsidieerde) kostprijs. Een terreinbezoek met advies op maat blijft gratis, net zoals het lidmaatschap.
We geven jou hier graag nog eens een overzicht van de diensten waarvoor je bij ons terecht kan.
Aanplantingen:
- zowel herbebossingen als nieuwe bossen
- opmaak beplantingsplan en subsidiedossier incl. nodige vergunningsaanvragen voor bebossing
- ondersteuning bij aanplant: aanbesteding en opvolging werken
- bebossing via boscompensatie
Bosadministratie
- aanvraag kapmachtiging
- aanvraag omgevingsvergunning bij bebossing of een lopend project bij de Bosgroep
- opmaak natuurbeheerplan
- coördinatie en doorstorting beheersubsidies voor gezamenlijke natuurbeheerplannen
Onrendabele beheerwerken
- kleine aanplantingen (bosrand, kloempen, onderetage, inboeten), vrijstellingen, vormsnoei
- bestrijding exoten
- dunnen, snoeien, wildbescherming, opruimen zonevreemde constructies
Projecten soortenbescherming en Beplant het Landschap
- aanleg of ruimen van poelen
- aanplant bosranden
- kleine bosomvormingen (minder dan 0,5 ha)
- kleinschalige bosuitbreidingen
Houtoogst:
- aanduiden, opmeten en kuberen van bomen
- deelname gezamenlijke houtverkoop op stam
- individuele houtverkoop
- verkoop via brandhoutweb.be
Heb jij nood aan onze ondersteuning en wil je meer uitleg? Neem dan contact op via bosgroep@oost-vlaanderen.be voor een persoonlijk gesprek en voorstel.
Heb je nog vragen over jouw lidmaatschap en onze regiowerking, neem dan een kijkje op bosgroepen.be/bov.
22 Bosgroepnieuws
Advertenties
Volg ons op social media bosgroepovl
Schrijf je in op de nieuwsbrief via bosgroepen.be/oostvlaanderen
Wil je de bosbode digitaal ontvangen? Mail naar bosgroep@oost-vlaanderen.be
boszoekers
Hieronder vind je een overzicht van bospercelen die momenteel in Oost-Vlaanderen te koop staan. De inbreng van Bosgroep Oost-Vlaanderen beperkt zich tot informeren en adviseren; de verkoop gebeurt rechtstreeks tussen verkoper en koper. Voortaan hoef je niet meer te wachten tot de bosbode verschijnt en kan je boszoekers ook bekijken op www.bosgroepen.be/bos-te-koop.
STEKENE: Afdeling 2 sectie C 1606B (lot 2 en 3), Hazenhoekstraat/Zijdreef. Oppervlakte 2127 m2. Meer info: 0485 185 303.
WACHTEBEKE: Bosgrond te koop. Afdeling 2 Sectie C Perceel 0512F (Brandstraat). Agrarisch gebied volgens gewestplan Gentse en Kanaalzone. Oppervlakte 0,3337 ha. Vraagprijs: 9900 € (nog bespreekbaar). Meer info: 061 28 99 49 of herasan1@outlook.com.
SINAAI: Afd. 10, sectie B nrs. 1062 en 1063. Opp. 95,5 are. Voornamelijk wintereik , 4 jaar oud en beschermd tegen reeën. Gelegen aan de Kernemelkstraat. Meer info: 0498 46 85 26
Wil je zelf een zoekertje plaatsen, mail dan naar bosgroep@oost-vlaanderen.be. We plaatsen geen advertenties voor verkoop van bosplantsoen of tweedehands materiaal. Zoekertjes worden niet herhaald.
brandhoutweb.be
Een overzichtelijk online verkoopplatform waar je het hele jaar door brandhout kan kopen. Bosgroep Oost-Vlaanderen zorgen voor een up to date aanbod, een vlotte opvolging en een goede prijs-kwaliteitverhouding van lokaal en duurzaam brandhout.
contact
Onze kantoren
W. Wilsonplein 2 - 9000 Gent | 09 267 78 60
Veemarkt 27 - 9600 Ronse | 055 21 62 80 bosgroep@oost-vlaanderen.be