de bosbode 2021 - 2

Page 1

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT BOSGROEPEN OOST-VLAANDEREN JAARGANG 17 NR 2 – JUNI 2021 AFGIFTEKANTOOR AALST | P509065
Het natuurrapport Tips voor beheer van jong bos Bodemverdichting en het ecosysteem De troeven van iepenhout gesubsidieerd door V.U. RIET GILLIS, BOSGROEP OOST-VLAANDEREN NOORD VZW, W. WILSONPLEIN 2, 9000 GENT Is dit jouw laatste bosbode? Meer info op de achterflap!
de bosbode

colofon

de bosbode is een tijdschrift van Bosgroepen Oost-Vlaanderen

redactie

Simon Brandt, Cédric De Noyette, Kristof De Rous, Karen Dequidt, Sylvie Focke, Sylvie Mussche, Hans Scheirlinck, Sofie Van Brussel, Lene Van Langenhove, Klaartje Van Loy, Lotte Van Nevel

fotografie

cover: Visit Brabant

Simon Brandt, Bram Coupé, Cédric De Noyette, Kristof De Rous, Lene Van Langenhove, Klaartje Van Loy, Lotte Van Nevel, Bosgroep Kempen Noord, Bosgroep Limburg

lay-out

Koloriet - Leefdaal

druk

Drukkerij Arijs - Kluisbergen gedrukt op houtvrij gestreken FSC-papier op 9000 exemplaren

verantwoordelijke uitgever

Riet Gillis

Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord vzw

W. Wilsonplein 2, 9000 Gent

BE 0865 959 877 RPR Gent

raad van bestuur

BON | Riet Gillis, Leen Meersschaert, Yoke Van Riet, Maurits Adriaenssens, Jozef Van Eeckhoudt, Kristien Dierick, André Bosmans, Pieter Dhollander, Jurgen Bauwens, Jan Van Dooren, François de Looz-Corswarem, Jan

Spaas

MOV | Francis De Beir, Hans Mestdagh, Marc Dilewyns, Theo Vitse, Nele Cleemput, Kris Janssens, Steven Roosen, Jef Wittouck, Bruno Verstraeten, Dominiek Declercq, Jan Verbeke, Geert De Visscher, Werner Pycke

VAD | Laurens de Cock, Véronique De Bleeker, Marc De Bock, Raoul D’Hoossche, Nele Meersman, Dirk Otte, Koen Roman, Wouter Stockman, Jozef Van Crombrugge, Dirk Vanderpoorten

Als je dit nummer per post ontvangt, betekent dit dat jouw gegevens zijn opgenomen in een databank beheerd door Bosgroep Oost-Vlaanderen. Deze gegevens worden enkel gebruikt in het kader van onze werking en niet voor andere doeleinden. Indien je niet wil dat jouw gegevens in onze databank zijn opgenomen of indien je jouw gegevens wil wijzigen, kan je dit doorgeven aan bosgroepen@oost-vlaanderen.be.

Een voor bos

De Bosgroepen ondersteunen particuliere boseigenaars bij het duurzaam beheer van hun bos. Wie zich aansluit krijgt advies, informatie en hulp bij de bosadministratie. De Bosgroepen coördineren ook beheerwerken en organiseren opleidingen en excursies. Naast het gezond houden van bestaande bossen zorgen De Bosgroepen ook voor bosuitbreiding want bomen zijn onmisbaar voor onze gezondheid, voor het klimaat en voor een evenwichtiger fauna en flora!

In Oost-Vlaanderen zijn drie vzw’s actief: Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord, Bosgroep Midden Oost-Vlaanderen en Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender. Samen met meer dan 2000 boseigenaars beheren ze 7000 hectare bos, naar schatting de helft van het privébos in deze provincie.

Waarom lid worden?

J e kan rekenen op gratis dienstverlening:

- informatie over technische, wettelijke en financiële aspecten van bosbeheer

- advies op maat van jouw bos na terreinbezoek

- hulp bij bosadministratie zoals aanvraag subsidies en kapmachtigingen en opstellen bosbeheerplan.

J e geniet van voordelige tarieven voor:

- bosarbeid zoals bestrijding van woekerende exoten, vrijstellen van jonge aanplantingen, onrendabele dunningen, hakhoutbeheer, aanleg van bosrand,…

- beheerwerken: door de noden van boseigenaars te bundelen kunnen we beheerwerken efficiënter en goedkoper maken; leden kunnen ook deelnemen aan de gezamenlijke houtverkoop van De Bosgroepen

- cursussen (werken met kettingzaag of bosmaaier, houtconstructies,…) en excursies die boseigenaars en bosliefhebbers samenbrengen

Elke boseigenaar kan gratis lid worden van de Bosgroep in zijn/haar regio. Het lidmaatschap geeft recht op onze dienstverlening en houdt geen verdere verplichtingen in. Ook niet-leden ontvangen de bosbode. Als je twijfelt of jouw lidmaatschap al in orde is, kan je dit navragen via bosgroepen@oost-vlaanderen.be.

2

Woord vooraf

Beste bosliefhebber,

Tree of life

Langzaam groeit je stam ver omhoog de lucht in Het bouwt een stevige bast vol met pure levenszin

Je zorgt voor jezelf en de ander

Eén geworden met de aarde hef je je hoofd vol trots de hoogte in Gevoed door dromen die nooit bedaren

De Oost-Vlaamse Bosgroepen kunnen trots terugblikken op 2020. De cijfers liegen er niet om: er werden 122 280 bomen & struiken geplant, dat is bijna de helft van het aantal dat door alle Bosgroepen in Vlaanderen werd gerealiseerd. Daarbij haalde Bosgroepen Oost-Vlaanderen een zeer hoog cijfer: er werd maar liefst 12 ha nieuw bos aangeplant bij de Oost-Vlaamse leden. Ook in 2021 ondersteunt de Provincie de Oost-Vlaamse Bosgroepen zodat ze dit jaar een nóg beter resultaat kunnen neerzetten.

In deze bosbode lees je meer over de effecten van bodemverdichting op het bosecosysteem. Voor dunningen worden vaak grote machines ingezet die jammer genoeg schade berokkenen aan de bodem. Gelukkig kan je de gevolgen beperken als je de juiste maatregelen neemt.

Heel wat boseigenaren stellen zich de vraag welk onderhoud hun jonge bos nodig heeft. We helpen hen op weg met enkele tips & tricks om de natuurwaarde en houtkwaliteit van hun bos op te krikken.

Want je takken vertikken het om hun passie op te geven

Jij bent nu aan zet Om te leven

Naar aanleiding van de publicatie van het natuurrapport door het INBO bespreken we de stand van zaken in Vlaanderen op vlak van biodiversiteit en boshabitats. Vooral de versnippering door ontbossing en het verlies van ruimtelijke samenhang vormen een bedreiging, die kunnen worden aangepakt met de aanbevelingen die in het Natuurrapport worden geformuleerd.

Ten slotte nemen we je de komende nummers mee in de wondere wereld van houtsoorten. We starten met de iep, waarvan het hout een mooie structuur heeft en hard en buigzaam is. Hierdoor wordt het gebruikt voor meubels en in de bouw.

Veel leesplezier,

Gedeputeerde voor milieu, natuur en klimaat

3

Invloed van bodemverdichting op het ecosysteem

Houtoogst hoort bij duurzaam bosbeheer: het dunnen geeft ruimte aan toekomstbomen, en bij omvorming naar een klimaatrobuust loofbos worden zieke sparren eerst gerooid. Terwijl bomen vroeger handmatig werden geveld en met paarden uitgesleept, gebeurt dit nu meestal met zware tractoren of bosbouwmachines. Ook al is bodemschade niet altijd zichtbaar, de ongunstige effecten op het bosecosysteem zijn niet te onderschatten.

Bodemschade

Een gezonde bodem bestaat voor ongeveer de helft uit minerale bodemdeeltjes en organische stof en voor de andere helft uit lucht en water. Bij het berijden van de bodem kan door de druk van de banden de bodemstructuur beschadigd worden. Wanneer de bodemdeeltjes samengedrukt worden en de poriën dichtklappen, spreken we over bodemver-

de bosbode 4 | 2019
4
Diepe rijsporen waarin het regenwater blijft staan: een combinatie van instulping en verdichting

dichting. Hierdoor verliest de bodem haar infiltratie- en gasuitwisselingscapaciteit. De meeste verdichting gebeurt al bij de eerste passage van de machine. Daarom wordt beter 100 keer over dezelfde plek gereden dan 100 keer ergens anders in het bestand. Hoewel bodemverdichting doorgaans onzichtbaar is, kan het bosecosysteem er erg onder lijden. Bij instulping - een vorm van bodemschade die wél zichtbaar is - zakt de bodem letterlijk in waar de druk te hoog is.

De textuur en het vochtgehalte van de bodem zijn sterk bepalend voor exploitatieschade. Er is een groot verschil tussen klei- en leembodems en zandbodems. Hoe vochtiger klei- en leembodems, hoe gevoeliger voor verdichting. Bij heel natte bodems is er dan weer meer risico voor instulping. Immers, als alle poriën gevuld zijn met water dan is verdichting niet meer mogelijk. De druk van de machine zorgt dan voor vervorming (instulping). Bij zand-

bodems is het andersom: droge zandbodems worden enkel bij elkaar gehouden door de wrijvingskracht tussen de zandkorrels en hebben daarom weinig draagkracht. Berijden kan ook hier leiden tot verdichting en instulping. Vochtige zandbodems zijn het minst kwetsbaar.

Effecten op bosecosysteem

Samen met het klimaat is de bodem de ‘motor’ van het bosecosysteem. In een verdichte bodem is het totale volume aan poriën kleiner, waardoor de bodem minder lucht en water kan bevatten.

Diepe spoorvorming door machineverkeer in het bos LUCHT WATER BODENMDEELTJES DRUK
5
Bodemverdichting na uitoefenen van druk

Wanneer water blijft staan, is het duidelijk dat het infiltratievermogen beschadigd is. Water en lucht kunnen dan niet meer in of uit de bodem bewegen. Door de vernietiging van het poriënsysteem komt de zuurstoftoevoer naar plantenwortels, bodemfauna en micro-organismen in het gedrang. Dit is problematisch omdat wortels en ander bodemleven zuurstof nodig hebben voor hun groei. Voornamelijk zaailingen en jonge planten zijn hier gevoelig voor. Maar ook regenwormen, die een cruciale rol spelen in de strooiselafbraak en bodemvruchtbaarheid, kunnen niet overleven in verdichte bodems. De groei van plantenwortels kan ook gehinderd worden doordat ze niet voldoende kracht hebben om de bodem te doorwortelen.

Aangezien sommige boomsoorten er beter in slagen om in een verdichte bo-

dem te groeien, kan verdichting ook een invloed hebben op de toekomstige samenstelling van de boomlaag. Zwarte els is bijvoorbeeld een soort die zich in dergelijke omstandigheden kan vestigen. Ook in de kruidlaag zien we een duidelijk onderscheid. Oude rijsporen kan je vaak herkennen aan de aanwezigheid van plantensoorten met heel sterke wortels, die zich thuis voelen op verstoorde bodems en ook in zuurstofarme condities kunnen overleven, zoals pitrus, ijle zegge en waterpeper.

Bodemherstel

Eens een bodem verdicht is, kan het generaties duren vooraleer deze zich kan herstellen. Natuurlijk herstel gebeurt dankzij een actief bodemleven, waarbij regenwormen een zeer grote rol spelen, aangezien zij de bodem loswerken en

hierdoor de bodemstructuur verbeteren. Ook zwel- en krimpprocessen dragen bij tot het herstel, vooral in kleiige bodems: kleikorrels zwellen door het binden van bodemwater en krimpen opnieuw wanneer het water wordt losgelaten. Zwel en krimp wordt bewerkstelligd door vriezen en dooien, maar dit is de laatste jaren beperkt in onze bossen. De meeste Vlaamse bosbodems zijn zand- of leembodems, waar we automatisch aangewezen zijn op een actieve bodemfauna. Helaas heeft de bodemfauna het moeilijk ten gevolge van de algemene verzuring van onze bosbodems. Daardoor wordt het natuurlijk herstel van onze verdichte bodems zeer sterk bemoeilijkt. Op zandbodems, die niet veel water kunnen vasthouden, geen kleipartikels bevatten en gekenmerkt worden door een beperkte biologische activiteit, is natuurlijk herstel soms zelfs totaal afwezig

de bosbode 4 | 2019
6
Oude rijsporen kan je vaak herkennen door de aanwezigheid van typische ‘tredvegetatie’ zoals waterpeper en pitrus

Onderzoek toont aan dat de herstelperiode kan variëren van 10 tot 100 jaar, afhankelijk van de bodem en de initiële verdichtingsgraad. Aangezien de periode tussen twee dunningen gemiddeld 6 à 8 jaar bedraagt, is duidelijk dat de bodem zich in deze periode niet kan herstellen. De negatieve effecten van berijding zullen zich enkel opstapelen. Mechanisch herstel is weinig zinvol, omwille van de kostprijs en het instabiele resultaat. Vaak is het praktisch onuitvoerbaar omdat het teveel levende wortels zou beschadigen.

Hoe voorkomen?

Alleen een gezonde bosbodem kan een gezond bos dragen! Het voorkomen van bodemverdichting is daarom sterk aan te raden. Alles begint bij een doordachte organisatie van de exploitatie.

Zorg voor goede markering van bomen. Duidelijk geschalmde bomen en afgebakende grenzen sluiten vergissingen en discussies uit. In Vlaanderen zijn de standaard markeringen met blauwe en oranje bollen en strepen intussen goed ingeburgerd. Stel duidelijke exploitatievoorwaarden op. Zo weten de kopers op voorhand wat de mogelijkheden en beperkingen zijn en wat een correcte prijs is voor het hout. Bij een moeilijkere exploitatie, met striktere voorwaarden, moet de beheerder zich kunnen neerleggen bij een relatief lagere prijs voor het hout. Op lange termijn is dit rendabeler dan achterblijven met een kapotgereden bos. Organiseer vóór de werken een terreinbezoek met de exploitant. Exploitanten kijken vanuit hun ervaring op een andere manier naar het bos,

eventueel kunnen er nog zaken bijgestuurd worden.

Denk aan regelmatige opvolging tijdens de werken. Uiteraard kan je als beheerder niet constant aanwezig zijn, maar vraag aan de exploitant dat hij duidelijk communiceert wanneer er problemen zouden opduiken.

Zorg dat er geëxploiteerd wordt met geschikte machines: dubbele banden met een laag profiel, rupsen, kettingen of het verlagen van de bandendruk kunnen veel bodemschade voorkomen. Skidders en harvesters wegen gemiddeld 12 tot 15 ton, het gewicht van een geladen forwarder kan oplopen tot 30 ton. Brede banden of rupsen zorgen voor een betere verdeling van het gewicht en dus een lagere bodemdruk. Daarom kan een lichte tractor met smalle banden evenveel bodemschade veroorzaken.

Kies voor vaste ruimingspistes. Op die manier kan je ongeveer 80% vrijwaren van bodemschade. De bodem kan zich hier herstellen en verder ontwikkelen, wat een positief effect heeft op planten- en boomgroei. Deze pistes gebruik je meerdere generaties dus documenteer de locatie ervan goed op de kaart of met GPS. Gebruik hulpmiddelen als een lier of takkenmatten. Een lier om bomen uit het bos te slepen kan aangewezen zijn voor bestanden met zeer gevoelige bodemcondities. In naaldbossen worden vaak op de pistes takkenmatten gelegd die de druk van de machines op de bodem verlagen. Exploiteer in het juiste seizoen. Exploitaties op leem- en kleibodems vinden best plaats in de zomer, wanneer de bodem heel droog is. Op zandbodems wordt best geëxploi-

teerd in vochtige omstandigheden, de dagen na een hevige bui of na aanhoudende regen. Exploiteren op een bevroren bodem is ideaal. Boswegen zijn er om gebruikt te worden. Zorg dat de boswegen in goede staat zijn vooraleer de exploitatie start, en neem in de exploitatievoorwaarden op dat de boswegen in dezelfde staat moeten achtergelaten worden door de exploitant. Duid stapelpaatsen aan op je exploitatieplan. Stapelplaatsen zijn cruciaal maar worden toch vaak vergeten. Voorzie hiervoor voldoende plaats en zorg dat ze goed bereikbaar zijn voor vrachtwagens. Bezorg je exploitatieplan (met boswegen, vaste ruimingspistes, kwetsbare zones …) op voorhand aan de exploitant, samen met de exploitatievoorwaarden.

Hou wat kroonhout in het bos. Het afvoeren van kroonhout gebeurt vaak achteraf door brandhoutkopers. Zij gaan meestal te werk met kleine tractors die een aanzienlijke bodemdruk kunnen uitoefenen. Overweeg zeker om (een deel van) het kroonhout in het bos te behouden. De afbraak ervan draagt trouwens bij tot een gezonde nutriëntenkringloop in het bos.

Door Bosgroepen Oost-Vlaanderen

Bronnen: Ampoorter et al. (2008). Validatie en optimalisatie bosvriendelijke houtexploitatie in Vlaanderen; Jansen et al. (2018). Praktijkboek bosbeheer; Potvliet, G. (2016). Impact van gemechaniseerde houtoogst op de bosbodem & effecten van het werken met dunningspaden

7

Moeten we onze jonge bossen sturen?

Heel wat boseigenaren stellen zich de vraag welk onderhoud hun jonge bos nodig heeft. Is menselijke sturing überhaupt nodig? Een bos heeft geen beheerder nodig om bos te zijn, maar wel als je een bos wenst dat zo goed mogelijk aansluit bij de verwachtingen van jezelf of de maatschappij.

De evolutie van jong tot volwaardig bos kan je opdelen in verschillende fases: de vestigingsfase, dichtwasfase, staakhoutfase, boomhoutfase en tenslotte de aftakelingsfase. Per fase kan je de bosontwikkeling sturen in functie van het doel dat je voor ogen hebt. Hieronder focussen we op de beheerdoelen die het vaakst voorkomen, namelijk het verhogen van de natuurwaarde en het verbeteren van de houtkwaliteit, maar je kan het bos ook beheren in functie van een leuk speelbos of een bufferbos. Nadat je één of meerdere doelen hebt

vastgelegd, is het belangrijk om bij elke ingreep de vraag te stellen of die zal bijdragen aan het eindresultaat. Is daar geen positief antwoord op, dan is het vaak beter voor het bos én je portemonnee om dit niet te doen.

Vrijstellen

De vestigingsfase is het prille begin van een bos. Bomen schieten op uit zaad. Hier gaan we als bosbeheerder al vaak ingrijpen door actief te planten. Jonge boompjes vechten zich een weg naar

het licht tussen onkruiden. In deze fase kan er nog van alles mislopen als we de natuur haar gang laten gaan. Al te vaak zien we dat boompjes volledig overwoekerd worden door ruigtekruiden als braam, distel of berenklauw, met als gevolg dat ze sterven. Het is een echte evenwichtsoefening: je wil de meeste boompjes met hun top boven de kruiden houden maar je wil niet alle kruiden vernietigen. Deze fase bruist immers van het leven! Je gaat best op het einde van het voorjaar de hinderende kruiden rond de bomen plattrappen of neerslaan. Zo loop je geen risico om jonge boompjes

de bosbode 4 | 2019
Bramen kunnen jonge bomen ernstig vervormen
8

weg te maaien. Eventueel herhaal je dit begin augustus. Wanneer het te ruig wordt, is er natuurlijk nog de bos- of klepelmaaier.

Ongewenste soorten

In de dichtwasfase ontstaat een bosklimaat. De kronen van de jonge bomen komen tegen elkaar waardoor steeds minder licht de bodem bereikt. Dat doet de ruigtekruiden verdwijnen. Het proces van stamtalvermindering start: de eerste boompjes verliezen stilaan de strijd tegen sterkere buren en takelen af. In de-

ze fase wordt doorgaans niet ingegrepen, maar toch ga je best eens kijken hoe het met je jong bos gaat, want op het terrein kunnen zich invasieve exoten gevestigd hebben die de gewenste soorten onderdrukken. Ook inheemse soorten zoals wilg, berk en esdoorn kunnen overheersen en bewust ingebrachte soorten verdringen. Stel de vraag welke soorten je er absoluut in wil houden om je vooropgestelde doel te vrijwaren. Als er iets loos is, zul je kijkgangen moeten aanleggen om het bestand te verplegen.

Om de 10 m maai je een smalle gang vanwaar je de ongewenste soorten kan

knikken en breken en de gewenste soorten met enkele gerichte knippen in een goede boomvorm snoeit.

Opsnoeien

In de stakenfase krijg je al een fijn bosgevoel. De onderste takken van de bomen beginnen te verdrogen. Het proces van natuurlijke stamreiniging zet zich verder en je kunt stilaan onder de bomen door wandelen. Dit is hét moment om te zien wat er van je bos geworden is. Welke soorten zijn er nog? Zijn er vanzelf andere soorten tussen gekomen? Welke kwaliteit hebben de stammen? Wie graag brandhout oogst, kan in deze fase al aan de slag. Om het bos gezond en vitaal te houden is het belangrijk de diversiteit erin te houden. Sommige soorten die wat meer licht nodig hebben zullen misschien verdrongen geraken en zal je opnieuw ruimte moeten geven. Als je kwaliteitshout wil, zal je bomen moeten selecteren die jij belangrijk vindt en absoluut wil houden. Bijvoorbeeld omdat het een mooie, dikke boom is, de stam perfect recht is of omdat het een soort is die er niet veel tussen zit. Deze bomen kan je aanduiden met een blauwe of witte band. Het is zeker wenselijk om ook aan houtkwaliteit te werken. Hout blijft immers een duurzame grondstof. Met een goede stamvorm zijn heel wat mogelijkheden. Met ondermaatse kwaliteit kan vaak alleen brandhout ge-

9
In juni kan je best hinderende kruiden rond de bomen plattrappen of neerslaan, zo loop je geen risico om jonge boompjes weg te maaien

oogst worden. Nu komt dus het opsnoeien aan bod, alsook het gelijk vrijstellen van deze bomen. Met de stokzaag kan in één of meerdere keren de boom opgesnoeid worden. Op minder goede gronden zal dit tot 8 m hoog zijn, op de rijkere standplaatsen tot 12 m. Je doet dit uiteraard enkel met de geselecteerde bomen. Concurrenten met minder dan 12 cm stamdoorsnede worden beter geringd. Zo kunnen ze geleidelijk ruimte geven aan de toekomstboom en komt er dood hout in het bos. Grotere diameters worden in functie van de veiligheid beter geveld en kunnen dienen als brandhout.

Uitdunnen

Bij de boomhoutfase bouwen de bomen actief hun kroon verder uit en worden ze steeds dikker. Ook hier blijft het van belang om regelmatig uit te dunnen. Zo blijven jouw voorkeursbomen gezond en sterk. Ze kunnen bewegen in de wind en worden zo stabiel. Regelmatige dunningen zorgen voor licht en dynamiek in het bos, wat de biodiversiteit ten goede komt. Het dunnen stelt evenwel de aftakelingsfase uit, en dan riskeer je te weinig dood hout in het bos te hebben. Het is dus goed om bepaalde zones in het bos wel de kans te geven om in de aftakelingsfase te komen. Deze verouderingseilanden zijn hotspots van biodiversiteit en heel belangrijk voor het bosecosysteem.

Vormsnoei zorgt mee voor een goede houtkwaliteit

Bekijk voor je aan de slag gaat onze technische fiches of de folder ‘Boomgericht bosbeheer in de praktijk’ op bosgroepen.be/folders.

De stokzaag is handig om toekomstbomen tot een bepaalde hoogte op te snoeien

de bosbode 4 | 2019
Door Bosgroepen Oost-Vlaanderen
10

Houtsoorten: de iep

Hout blijft een waardevolle, duurzame grondstof en wordt nog steeds veel gebruikt in de bouw- en interieursector. De verwerking van hout veroorzaakt een veel lagere CO2-uitstoot dan staal of beton. Tijdens het groeiproces neemt een boom CO2 op uit de lucht, die deels wordt opgeslagen in het hout. Een houten meubel of parket bevat nog altijd deze opgeslagen CO2. In deze en komende bosbodes besteden we aandacht aan enkele houtsoorten. De eerste in de rij is iepenhout.

Algemene kenmerken

De iep levert een ringporige houtsoort op, dit wil zeggen dat de groeiringen opvallend zijn door de grote vroeghoutvaten. Dat geeft het hout een aantrekkelijke vlamtekening, maar maakt de nerf grof. Iepenhout is vast, taai, vrij licht en meestal gelijkmatig van structuur. Canadees iepen of rock elm is zwaarder, harder, sterker en taaier dan Europees iepen. Japans iepen komt met Europees iepen overeen, maar is egaler van kleur en heeft meer glans. Het is ook fijner van structuur, iets zachter en gemakkelijker te bewerken.

Het kernhout van Europees iepen is lichtbruin tot donkerbruin, en het spint is geelwit. De Amerikaanse soorten zijn soft elm en red elm. Daar kleurt het kernhout helemaal anders: bij soft elm meestal licht grijsbruin en bij red elm doorgaans roodbruin. Door de iepenziekte (veroorzaakt door een schimmel die de boom na enkele jaren doodt) is het Europese iepenbestand drastisch afgenomen, waardoor iepenhout zeer schaars is geworden. Amerikaans iepen wordt wel af en toe op de markt aangeboden.

Toepassingen

Iepenhout werd vroeger in onze contreien heel veel massief gebruikt voor meubelen, trappen en binnenschrijnwerk. Door de beperkte beschikbaarheid gebruikt men het nu voornamelijk in de vorm van fineer voor meubelen en betimmeringen. Iepenhout wordt gebruikt in specifieke toepassingen waar taaiheid en geringe werking belangrijk zijn zoals bepaalde machineonderdelen, roeiriemen of draaiwerk. Ook voor het maken van gietmodellen wordt iepenhout zeer gewaardeerd. Tot slot nog een historisch weetje: vroeger was het gebruikelijk om iepenstammen (enige jaren) onder water te bewaren, het zogenaamde ‘wateren’. Daardoor werd het hout stabieler en duurzamer.

Bronnen: ‘Houtvademecum’, een publicatie van Stichting Centrum Hout Naarden in samenwerking met het Houtinstituut TNO Delft, en ‘Handleiding hout’ door Hout Info Bois

Iepenhout

Benamingen

iep (B), olm (Nl), Ulme, Rüster (D), elm (GB), orme (F)

Botanische naam

Ulmus spp.

Familie

Ulmaceae

Groeigebied

Europa, Japan, Oost-Noord-Amerika

Volumieke massa

640 kg/m³

Duurzaamheidsklasse

spint: V (niet duurzaam) en kernhout: IV (weinig duurzaam). Zowel het spint- als kernhout kunnen door de larven van de gewone houtworm en grote houtworm worden aangetast. Het spint is zeer gevoelig voor aantasting door spinthoutkevers. Het kernhout is gevoelig voor schimmelaantastingen waardoor iepenhout vooral voor binnentoepassingen wordt gebruikt.

© via antica
11

Natuurrapport 2020: bilan van een decennium werken

Elke twee jaar publiceert het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek (INBO) een Natuurrapport. Het INBO houdt de vinger aan de pols van de biodiversiteit in Vlaanderen en maakt aanbevelingen voor het beleid. 2020 was een belangrijk jaar voor de biodiversiteitsstrategieën op mondiaal en Europees vlak, het Natuurrapport spitst zich toe op de Vlaamse trends.

Als mens zijn we afhankelijk van gezonde ecosystemen want zij bepalen ons leefmilieu en onze gezondheid. Biodiversiteit is de natuurlijke motor van elk ecosysteem. Hoe hoger de biodiversiteit, hoe veerkrachtiger onze leefomgeving. In een dichtbevolkte regio als Vlaanderen is de druk die we op de biodiversiteit uitoefenen al eeuwenlang te hoog. Intussen beschikken we enkel nog over gedegradeerde ecosystemen en gaan we die als normaal beschouwen.

Er werden zes streefdoelen voor 2020 vooropgesteld vanuit de Europese biodiversiteitsstrategie:

- uitvoeren van bestaande vogel- en habitatrichtlijn

- herstellen van gedegradeerde ecosystemen en aanleggen van groenblauw netwerk

- verhogen van bijdrage land- en bosbouw aan het biodiversiteitsherstel

- realiseren van duurzame visserij

- druk van invasieve soorten op biodiversiteit verminderen

- Europese impact op mondiale biodiversiteit verlagen

Van deze doelen werd geen enkele gerealiseerd. Vlaanderen heeft zich de voorbije tien jaar niet als voorbeeldregio kunnen waarmaken op vlak van natuurbeleid. Een inhaalbeweging is hoognodig, vooral omdat vanuit de EU voor 2030 hogere ambities opgelegd worden. In de Green Deal werd vastgelegd dat klimaatdoelen en biodiversiteitsher-

stel geïntegreerd moeten worden in de economische groei. Ook een aantal concrete doelen werden opgenomen, zoals het planten van maar liefst drie miljard extra bomen en het ontsnipperen van 25.000 km rivieren. Als Vlaanderen in 2030 een mooier rapport wil kunnen voorleggen, zal het dus ook regionaal de biodiversiteitsstrategie moeten verweven met alle beleidsdomeinen.

Enkele trends

In vergelijking met andere dichtbevolkte regio’s heeft Vlaanderen het hoogste percentage bebouwing en het laagste percentage bos en natuur. Wat betreft de boordeling van de staat van instandhouding van habitats van Europees belang, scoort Vlaanderen zeer slecht (zie grafiek). De belangrijkste drukfactoren voor habitats van Europees belang op Vlaamse schaal per ecosysteem zijn de

de bosbode 4 | 2019
12
Beoordeling van de staat van instandhouding en trends voor habitats van Europees belang in Vlaanderen © INBO

werken aan biodiversiteit

3 V’s: Vermesting, Verdroging en Versnippering. Deze factoren vormen een netwerk van oorzaak en gevolg, waarbij landgebruik in grote mate de kansen op natuurherstel bepaalt. Door de afname in open ruimte wordt de resterende oppervlakte steeds intensiever gebruikt. Dit resulteert in verregaande versnippering, waardoor verontreiniging diep in alle ecosystemen kan doordringen. De intensivering leidt tot overexploitatie, denk maar aan bodemuitputting en grondwaterdaling. Bovenop deze lokale factoren komen de globale problemen van import van invasieve soorten en de klimaatwijziging.

Bos in natuurrapport

In het Natuurrapport worden verschil lende habitats zoals bos, graslanden en moeras verder uitgediept. Hier richten we ons uiteraard op bos. Vlaanderen is één van de bosarmste regio’s van Euro pa. Toch vormen bossen met ongeveer 10% van de landoppervlakte het groot ste halfnatuurlijke ecosysteem van Vlaanderen. Het belang van bossen wordt in het Natuurrapport benadrukt op twee vlakken: Vlaanderen heeft een hoge diversiteit aan mogelijke boshabi tats: van wilgenvloedbossen tot dro ge dennen-eikenbossen, en ze le veren zeer diverse ecosysteemdiensten. Inzet ten op meer en beter bos is dus een vereiste voor

een hogere biodiversiteit. De oppervlakte bos en houtige vegetatie bleef tussen 2013 en 2016 netto ongewijzigd. Die status quo is het resultaat van enkele duizenden hectare ontbossing en bebossing die elkaar compenseren. Die omzetting hypothekeert de ontwikkeling van oude bossen met een typische en hoge biodiversiteit. De versnippering van het landschap maakt ook dat al die kleine en overwegend jonge bossen functioneren als eilanden waarbij uitwisseling tussen verschillende bossen moeilijk is, met een grotere kans op lokaal uitsterven van populaties tot gevolg.

De functionele diversiteit en de natuur-

dood hout neemt licht toe. Het omvormen van monotone naaldhoutbestanden naar inheems loofbos draagt daartoe bij. Ook de typische oud-bosflora (bosanemoon, hyacinth, daslook…) is aan een voorzichtig herstel bezig, vooral in jongere bossen.

Bijna alle indicatoren van de boskwaliteit wijzen op een positieve evolutie. Bij de kwantitatieve indicatoren blijft de bosoppervlakte dan wel achter, het gemiddeld volume hout in de bossen neemt nog altijd toe, wat erop wijst dat de houtoogst onder de aanwas blijft. Het is echter te vroeg om te besluiten of het bosbeheer via natuurbeheerplannen ook een effect heeft op

13

van de bossen, aangezien die effecten pas op lange termijn meetbaar worden.

We zijn er nog lang niet. De staat van instandhouding van boshabitats van Europees belang is over de hele lijn ongunstig. Vooral de verregaande versnippering door ontbossing en het verlies van ruimtelijke samenhang maken dat de oppervlakte en habitatkwaliteit ondermaats zijn. De trends zijn licht positief voor vijf boshabitats, maar er zullen extra inspanningen nodig zijn om de druk van vermesting, verdroging, invasieve soorten en vooral ontbossing tegen te gaan, willen we die trend behouden. Volgende aanbevelingen worden geformuleerd in het Natuurrapport:

- Zorg voor een betere bescherming van bossen, ook in harde gewestplanbestemmingen zoals woon- en industriegebieden, alsook voor meer ruimte voor bebossing. De ambitie ligt op 10.000 ha tegen 2030. Fundamentele

aanpassingen van het speelveld tussen urbanisatie, landbouw en natuur dringen zich op.

- Versterk de oude bossen en zoneer het bosbeheer. Door het beheer in grotere boscomplexen te zoneren, kan het microklimaat in stand gehouden worden. Centraal in het complex komen de onbeheerde zones en zones met kleinschalige kappingen. Natuurdoelen van meer open vegetaties, open plekken en kapvlaktes worden in de buitenrand van een bos geconcentreerd.

- Maak van duurzaam bosbeheer de norm. In een sterk versnipperd boslandschap is het belangrijk dat de principes van duurzaam bosbeheer algemeen worden toegepast, ook in de kleine privébossen.

- Werk ook buiten bos aan boskwaliteit en zet in op diversiteit. Naast het vergroten van de bestaande boskernen kan meer landschappelijke verwevenheid de effecten van versnippering

milderen. Een verdere verlaging van de stikstofuitstoot is essentieel om de negatieve effecten van vermesting en verzuring op bossen te stoppen.

- Zet verder in op de verfijning van instrumenten om de oppervlakte en kwaliteit van bossen met voldoende hoge frequentie te monitoren.

Veel van deze aanbevelingen overstijgen wat binnen de mogelijkheden ligt van de individuele boseigenaar en dienen te worden aangepakt in het algemeen beleid inzake milieu en ruimtelijke ordering. Waar mogelijk zullen De Bosgroepen zoals steeds hun steentje bijdragen aan meer en mooier bos in Vlaanderen en private boseigenaars ondersteunen bij het duurzaam beheer van hun bos.

14
Naar het artikel door Antwerpse Bosgroepen. Met dank aan de auteurs van Natuurrapport 2020

2020 in cijfers

Op Vlaams niveau

Samen met 14.500 leden/boseigenaars beheren De Bosgroepen zo goed als 60.000 ha bos in Vlaanderen. Dat is bijna de helft van het Vlaamse bosareaal. Het gaat vooral om particuliere eigenaars, maar ook lokale overheden. Van West-Vlaanderen tot Limburg zorgden De Bosgroepen het voorbije jaar voor 249.000 nieuwe bomen en struiken. We deden 2090 terreinbezoeken bij boseigenaars om hen advies op maat te geven. We hielpen hen ook met subsidies, vergunningen en natuurbeheerplannen. Leden kunnen via De Bosgroepen beheerwerken laten uitvoeren zoals het bestrijden van woekerende exoten of de aanleg van een bosrand. Zij kunnen ook meedoen aan de gezamenlijke houtverkoop, want het is een pak voordeliger als je deze werken bundelt. In 2020 werd zo 43.600 m3 hout verkocht. Met de opbrengst kunnen de boseigenaars het onderhoud van hun bos bekostigen.

In Oost-Vlaanderen

De Oost-Vlaamse Bosgroepen zorgden voor bijna de helft van de door De Bosgroepen geplante bomen in Vlaanderen. 122.280 bomen en struiken om precies te zijn. Dat is goed voor 66 ha. De ledenteller is gestegen tot 2330 leden. Samen met hen beheren we nu 7222 ha bos op duurzame wijze. In 2020 legden we 546 terreinbezoeken af om advies op maat te geven aan de eigenaar. We deden 244 aanvragen voor een subsidie of vergunning. We hadden het geluk dat de pandemie ons buitenwerk niet teveel hinderde en we konden heel wat leden bijstaan bij beheerwerken, samen goed voor 89 ha mooi verzorgd bos. We legden zes poelen aan en herstelden er nog eens zes. Tenslotte organiseerden we ook het voorbije jaar een gezamenlijke houtverkoop. Er werd 12.470 m3 hout verkocht, met een opbrengst van 305.400 € voor de leden die hieraan meededen.

15
Bosgroepnieuws

Oost-Vlaamse bebossingstrein is vertrokken!

Vlaanderen trekt volop de kaart van bosuitbreiding en wil 4000 ha bosuitbreiding realiseren tegen 2024. Om dit te kunnen verwezenlijken werd de Bosalliantie opgericht, een samenwerkingsverband van verschillende administraties en ngo’s. Ook De Bosgroepen zijn hiervan partner en zullen eigenaars ondersteunen bij hun bebossingsplannen met als doel 750 hectare nieuw bos. Dat is 150 hectare per provincie. Een stevige uitdaging waarvoor we gelukkig kunnen rekenen op bijkomende ondersteuning van Provincie Oost-Vlaanderen. Enerzijds gebeurt dit via een bijdrage aan het bebossingsfonds BOOST, anderzijds via het Bosloket, een centraal aanspreekpunt om steden en gemeenten te ondersteunen bij hun bebossingsplannen.

De eerste stap van plannen naar planten is inmiddels gezet. Zo hielpen wij onze Bosgroepleden afgelopen winter met de aanplant van ruim 25.000 boompjes op diverse locaties in

Oost-Vlaanderen, goed voor 12 ha nieuw bos. Elke nieuwe aanplant heeft zijn eigen verhaal waarvoor De Bosgroepen ondersteuning op maat aanbieden.

Een Bosgroeplid uit Brakel liet ons weten dat hij bosplannen had. Alleen, het stuk grond dat hij op het oog had was nog niet van hem. We hielpen hem met de aanvraag van een aankoopsubsidie voor te bebossen gronden van het Agentschap Natuur en Bos. Na goedkeuring ervan kon hij rekenen op een tussenkomst van 80% van de aankoopprijs met een maximum van 3,5 €/m3. Dit voorjaar plantte hij met familie en vrienden ruim 3500 bomen aan. Het voorbije jaar kwam er zo 2,5 ha bos bij in Oost-Vlaanderen.

Vaak is de kandidaat-bebosser wel al eigenaar van het perceel dat zal bebost worden. Zo ook een eigenaar wiens perceel in VEN-gebied ligt (Vlaams Ecologisch Netwerk). Hij kon rekenen op de subsidie bebossing van Natuur en Bos, die bedraagt 2,5€/m2. We hebben er afgelopen winter zomereik, haagbeuk, fladderiep en grauwe abeel aangeplant, en een struikrand met Gelderse roos, rode kornoelje, kardinaalsmuts en Europese vogelkers.

Je hoeft niet over een groot perceel te beschikken om voor een mooi en divers bos te zorgen. Zo deden we een aanplant van ongeveer 0,15 ha bij een Bosgroeplid in Berlare. Er werden onder meer wintereik, zomerlinde, tamme kastanje en diverse

de bosbode 4 | Bosgroepnieuws2019 16

bosrandsoorten geplant. Dergelijke kleinere nieuwe bosjes of bosranden kunnen vaak ook genieten van een provinciale subsidie via Beplant het Landschap. Het voorbij plantseizoen zorgden 8 Bosgroepleden zo samen voor 2,6 ha bijkomend bos en bosranden.

Oost-Vlaanderen koppelde nog een extra wagon aan de bebossingstrein: BOOST. Via dit bebossingsfonds krijgen particuliere bebossers een toelage voor een bosuitbreidingsproject op private grond. Zo wordt een deel van het grondwaardeverlies bij bebossing vergoed. Met de steun van BOOST werden deze winter drie pilootprojecten gerealiseerd, samen goed voor ruim 4 ha. Een oppervlakte die we komend plantseizoen minstens willen evenaren en liefst verdubbelen!

Het doet deugd vast te stellen dat heel wat leden willen meewerken aan meer bos. Momenteel verwerken we de tientallen aanvragen en zijn we volop bezig met de voorbereiding van volgend plantseizoen. Het ziet er naar uit dat we dan nóg mooiere resultaten zullen kunnen halen. Als je zelf bebossingsplannen hebt, neem dan zeker contact op met je Bosgroep.

Subsidiesimulator

Natuur en Bos vernieuwde de subsidie voor bebossing. Het gaat om de aanleg van een bos met inheemse soorten, eventueel gecombineerd met populier. De subsidie geldt zowel voor de aanplant als voor natuurlijke verjonging. Ze draagt bij in de kosten van het bosplantsoen en compenseert het grondwaardeverlies. Met de nieuwe online simulator op bosteller.be kan je nu in enkele muisklikken jouw subsidiebedrag te weten komen en de aanvraag finaliseren.

17 Bosgroepnieuws

Klimaatgezonde en weerbare bossen voor het Waasland

Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord, de Provincie

Oost-Vlaanderen, het intergemeentelijk samenwerkingsverband Interwaas en enkele Wase gemeenten slaan de handen in elkaar om het Waasland te wapenen tegen de gevolgen van de klimaatverandering. Met steun van Provincie

Oost-Vlaanderen zal dit hefboomproject de Wase bossen de komende jaren klimaatrobuuster en klimaatgezonder maken.

Wie het Waasland een beetje kent kan er niet omheen: de bossen gaan er zienderogen achteruit. Heel wat bossen in deze regio zijn immers naaldbossen die op zandgronden aangelegd werden om hout te produceren voor mijnbouwschachten of voor kerstboomplantages. De mijnen zijn inmiddels gesloten, de kerstbomen groot geworden en de bossen zijn grotendeels onbeheerd blijven staan.

De combinatie van gelijksoortige aanplantingen met achterstallig beheer op de Wase zandgronden die weinig vocht vasthouden heeft er voor gezorgd dat de klimaatverandering genadeloos hard op deze bossen inhakt. Letterlijk. De kerstbomen (fijnsparren) werden als eerste aangevallen door schorskevers

die de verdrogende bomen vernietigen. Maar ook lorken, grove dennen en andere naaldbomen hebben het met de steeds langer durende droogteperiodes moeilijk om zich te verweren tegen de oprukkende kevers. Heel wat bossen zijn inmiddels gestorven en staan er bruin en verdroogd bij.

#klimaatgezond

Daarom diende Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord het project ‘Klimaatgezonde en weerbare bossen voor het Waasland’ in bij de Provincie. Het project werd geselecteerd en de Bosgroep krijgt nu middelen om gedurende twee jaar actief in te zetten op omvorming van de aangetaste naaldbossen naar standplaatsgeschikte en biodiverse loofbossen die beter bestand zijn tegen de gevolgen van de klimaatverandering.

De komende twee jaar zal de Bosgroep het aanspreekpunt zijn voor de omvorming van de ‘zieke’ bossen in het Waasland. Door het verzamelen en bundelen van de vragen zal er doelgericht en efficiënt gewerkt worden. Deze manier van werken heeft als hoofddoel de boseigenaar te ontzorgen bij het traject naar een meer gevarieerd en biodivers bos. Daarnaast zal er gezocht worden naar een zo economisch mogelijke manier van werken zodat de bosomvorming voor elke boseigenaar een haalbare kaart wordt.

Heb je zelf een aangetast of kwijnend bos gelegen in het Waasland, aarzel dan niet om contact te nemen met Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord via bosgroepnoord@oost-vlaanderen.be. Er werd reeds gestart met het verzamelen van de vragen en het inventariseren van de aangetaste percelen.

de bosbode 4 | 2019
18 Bosgroepnieuws

Van boom tot tafel

Vorig jaar raasde storm Ciara door ons land. In het kasteelpark van Zwalm trof die een bijzonder dikke, 200-jarige es. Wat doe je met zo’n immense omgewaaide boom? Je kon hier eerder al lezen dat wij de eigenaar in contact brachten met Peter Lievens van Ossebos. Hij verzaagde de boom ter plaatse in dikke, lange planken. Inmiddels zijn deze planken getransformeerd tot prachtige tafels.

Ossebos heeft een atelier in Erpe-Mere waar zorgvuldig uitgekozen boomstammen verwerkt worden tot duurzame designstukken. De naam Ossebos verwijst naar het gelijknamige bos in Jabbeke. Het is daar in zijn bos dat Peter een passie voor het maken van boomstamtafels ontwikkelde. “Bomen die oud of ziek zijn, worden meestal verzaagd tot brandhout of gechipt voor bio-brandstof. Maar wij maken van de mooiste en meest bijzondere boomstammen unieke tafels. De boomstammen zijn afkomstig uit Vlaamse bossen. Zo geven we een tweede leven aan bomen die omgevallen zijn door een storm, weg moeten door een verkaveling, of ziek zijn en voor de veiligheid moeten verwijderd worden.”

Het Ossebosteam verzaagt de stammen ter plaatse in boomstamplaten. Dat gebeurt met een speciale zaag die tot 200 cm diameter (625 cm omtrek) kan zagen. Er is zeer weinig bodemschade want er hoeven geen zware machines in het bos te komen. “Iedere boom heeft zijn natuurlijke vorm, zijn eigen ge-

schiedenis, zijn eigen karakter”, vertelt Peter. “De scheuren, barsten, holtes of vergroeiingen maken dat elke boom uniek is. Ossebos laat zich hierdoor inspireren om een passende tafel te maken. Wij kiezen de beste stukken uit en verzagen die tot dikke planken”.

De planken afkomstig van de es uit Zwalm werden een jaar lang gedroogd in de wind. Daarna werden ze nog eens 2 maanden extra gedroogd (kill dried) in een professionele houtdrogerij. Wanneer de planken voldoende vochtigheid verloren hebben, zijn ze klaar om te bewerken. De barstjes en gaatjes werden opgevuld met epoxyhars, de ijzeren poten werden op maat gelast en ingefreesd in het boomblad. De boomstamtafels werd geschuurd en geolied zodat het eigen karakter van het hout volledig tot zijn recht komt. En zo kan de magnifieke es van het kasteelpark nu verder leven in deze mooie tafel.

Meer info op www.ossebos.be
19 Bosgroepnieuws

Een eigen bos, dat is ontspanning en work-out ineen

Toen Philip O’Neill zich aansloot bij Bosgroep

Oost-Vlaanderen Noord zette dat de teller op 1000 leden. We zijn dan ook erg benieuwd naar zijn bosplannen en zijn ervaring met de Bosgroep.

Waarom is bos belangrijk voor jou?

Ten tijde van de klimaatmarsen beslisten we om te investeren in een stukje natuur en zo ons steentje bij te dragen aan een groenere samenleving. Daarnaast wilden we ook graag een plek om te kunnen ontspannen, buiten ons stadstuintje. Ik heb altijd al groene vingers gehad, in het middelbaar ging ik zelfs naar de tuinbouwschool. We vonden een bos in Wachtebeke, niet te ver van Gent. De prijs was haalbaar, ongeveer wat je betaalt voor een grote gezinswagen. Het is een hobby om naar ons bos te gaan. Zeker in deze coronatijden blijkt dat een heel goede investering. Ik zit vijf dagen per week achter een scherm dus geniet enorm van de gezonde buitenlucht en de fysieke activiteit. Onze zoon bouwt kampen in het bos en kan er spelen met andere vriendjes. En bij mooi weer liggen we te lezen in de hangmat.

Op welke manier beheer jij jouw bos?

Ik wil het zo natuurlijk mogelijk. De Bosgroepmedewerker die een terreinbezoek bracht, zei dat 40% van de bomen eruit moet, zoals bamboe en andere exoten. Maar ons eerste doel is het bos afvalvrij maken. De vorige boseigenaar had namelijk een voorliefde voor verzamelen, wat wel wat sporen heeft nagelaten. We hebben er al heel wat uitgehaald: autobanden, bakstenen, golfplaten, plastic, touw, ijzerdraad... Een paar maanden na onze aankoop was er een opruimactie in samenwerking met de Bosgroep. Vrijwilligers, vrienden en de mensen van de sociale tewerkstellingsplaats hebben toen twee grote containers gevuld. Nog steeds stoot ik op afval. Tegen volgende winter hopen we die klus achter de rug te hebben.

Wat is reeds gerealiseerd?

Ik maakte een kronkelend, lusvormig pad in plaats van het rechte pad. Vorige winter heb ik een bosrand aangeplant met spork. Hopelijk heeft die de droge zomer overleefd. Ik zorg er in alle geval voor dat de brandnetels de nieuwe aanplant niet overwoekeren. Het bos dunnen is nog niet aan de orde geweest. Ik weet dat de bamboe eruit moet of we hebben binnen twintig jaar een bamboebos. Maar nu hebben we nog een jong kind dat het heel leuk vindt om in die jungle te lopen. Over een paar jaar zullen we een aantal bomen en struiken vervangen door inheemse soorten. Dan laten we ons zeker adviseren door De Bosgroep.

Een work in progress dus. En intussen ook gewoon genieten. Ja, je mag niet verwachten dat je bos er altijd piekfijn bijligt want dan ga je het zien als een last. Soms kijk ik rond en denk ik: waw, het is toch fantastisch om hier te zijn. Van zodra de maatregelen versoepelden, konden we hier veilig afspreken met familie en vrienden. Het is ook fijn om elkaar eens in een andere setting te zien.

Heb je nog plannen op lange termijn?

Ik zou graag in de toekomst nog voor een nieuw bos zorgen. Intussen kan ik het bestaande bos goed verzorgen en zo inheems mogelijk maken. Dat is ook al heel wat.

de bosbode 4 | 2019 20 Bosgroepnieuws

Onderzoeksproject Scheldemond

Volledige naaldbossen kleuren bruin, zwakke bomen worden aangetast door schorskevers. De oorzaken: klimaatwijziging, onaangepast bosbeheer en een gebrek aan diversiteit. Negen partners uit België en Nederland gaan nu samenwerken aan een onderzoek.

Zowel in Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen als Zeeland is een deel van de naaldbomen aangetast door schorskevers zoals de letterzetter. De bomen zijn verzwakt door de droogte van de afgelopen jaren. Het probleem is ook te wijten aan het beheer. Een soort als fijnspar werd veel geplant, ook op droge zandbodems, terwijl ze daarvoor niet geschikt is. Er komen ook veel homogene dennenbossen voor waarbij de bo-

men vaak te dicht op elkaar staan, wat hen kwetsbaarder maakt voor ziekten.

De partners (EGTS Linieland van Waas en Hulst, Stichting Het Zeeuwse Landschap, Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord, Bosgroep Houtland en Bosgroep Zuid-Nederland) zetten een project op om samen te werken aan klimaatadaptief bosbeheer in de grensregio. Dit doen ze met steun van Euregio Scheldemond, een samenwerkingsverband tussen de provincies Oost Vlaanderen, West-Vlaanderen en Zeeland. De partners zullen met een wetenschappelijke studie het probleem in kaart brengen en

Dit project wordt mogelijk gemaakt door de Scheldemondraad, het overlegplatform van de provincies Oost- en West-Vlaanderen en Zeeland, en de gemeenten in Euregio Scheldemond

alle betrokken boseigenaars informeren. Na de studiefase wil men tot verschillende praktijktoepassingen komen. Deze worden uitgevoerd in drie voorbeeldprojecten, nl. in Stekene, Damme en Hulst. Op basis hiervan hoopt men een concreet advies voor toekomstige aanplantingen te formuleren dat breed inzetbaar is.

Bosgroepenteam breidt uit

Dylan Klous

Via ons nieuwe fonds BOOST kunnen particulieren een toelage aanvragen voor bosuitbreiding op hun grond. Dylan Klous leidt de communicatie van dit PDPO-project in goede banen. Hij is sinds februari halftijds in de weer om het fonds online en offline verder op de kaart te zetten. Naast het ontwikkelen van een website, logo en huisstijl, buigt hij zich over de strategische aanpak rond de communicatie van BOOST. Zo zorgen we ervoor dat BOOST ook na afloop van het project verder leeft. “Pré-corona vulde ik mijn vrije tijd met vrienden, concerten, natuur en sport. In deze minder spannende tijden verken ik voornamelijk de plaatselijke bossen en hou ik me bezig met mijn aanvullende opleiding marketing. Met een doordachte communicatie rond BOOST hoop ik om het draagvlak voor meer bos in Vlaanderen te vergroten.”

Bram Bauwens

In januari lanceerden Bosgroepen Oost-Vlaanderen en Provincie Oost-Vlaanderen het Bosloket. Daar kunnen steden en gemeenten terecht met al hun vragen over bosuitbreiding. Sinds april is Bram Bauwens hiervoor aan de slag als projectmedewerker. Samen met Tijs Decuypere, de nieuwe collega van de Provincie, zal hij zorgen voor begeleiding op maat of doorverwijzen naar de meest geschikte partner. Bram is bio-ingenieur van opleiding. “Bos, natuur en landschap zijn mijn grote passies. Het doet mij plezier dat overheden op regionaal, provinciaal en lokaal niveau een versnelling hoger schakelen op vlak van bosuitbreiding. Ik kijk ernaar uit om met Oost-Vlaamse steden en gemeenten samen te werken aan waardevolle nieuwe bossen in de provincie waar mijn roots liggen!”

21 Bosgroepnieuws

Boszoekers

Boszoekers

Hieronder vind je een overzicht van bospercelen die momenteel te koop staan in Oost-Vlaanderen. De inbreng van Bosgroepen Oost-Vlaanderen beperkt zich tot informeren en adviseren; de verkoop gebeurt rechtstreeks tussen verkoper en koper.

WORTEGEM-PETEGEM/OUD MOREGEMWOUD: Sectie D, nrs. 5i en 6p. Oppervlakte: 59 are. Eventueel uit te breiden met Sectie D, nrs. 5k en 6a met oppervlakte van 53 are. Meer info: sbettens@telenet.be of filiep.bettens@telenet.be.

STEKENE: Afd. 2, Sectie C, nr. 671b. Gelegen in Heistraat. Oppervlakte: 11 are. Prijs overeen te komen.

Meer info: 0472 51 16 17 of 0476 99 44 14.

DENDERMONDE/GREMBERGEN: Sectie A 840a, A639a en A636a. Totale oppervlakte: 1,56 ha. Populierenbos.

Meer info: L. De Mey – 0476 23 38 89.

Wil je zelf een zoekertje plaatsen, mail dan naar bosgroepen@oost-vlaanderen.be. We plaatsen geen advertenties voor verkoop van bosplantsoen of tweedehands materiaal. Zoekertjes worden niet herhaald.

brandhoutweb.be

Een overzichtelijk online verkoopplatform waar je het hele jaar door brandhout kan kopen. Bosgroepen Oost-Vlaanderen zorgen voor een up to date aanbod, een vlotte opvolging en een goede prijs-kwaliteitverhouding van lokaal en duurzaam brandhout.

22
Advertenties

Blijf je de bosbode ontvangen?

Wij versturen de bosbode naar heel wat boseigenaars en geïnteresseerden. Die blijken echter niet allemaal lid te zijn. Met deze actie willen we ons ledenbestand updaten en ervoor zorgen dat de bosbode bij de juiste persoon belandt. Lees hieronder wat je moet doen als je de bosbode wil blijven ontvangen.

Is jouw adresetiket wit?

Dan hoef je niets te doen om de bosbode te blijven ontvangen per post. Schakel je graag over op de digitale bosbode? Mail dan jouw naam en ID-nummer (zie adresetiket) naar bosgroepen@oost-vlaanderen.

Is jouw adresetiket geel?

Dat betekent dat je nog geen lid bent. Lid worden is gratis en kost niet veel moeite.

Als lid krijg je de bosbode toegestuurd en blijf je op de hoogte van belangrijk nieuws uit je Bosgroep.

Wil je de bosbode blijven ontvangen, vul dan het formulier in op www.bosgroepen.be/bosbode. Je kan kiezen of je de bosbode per post of digitaal ontvangt in de toekomst.

!! Als wij niks van jou vernemen, is dit de laatste bosbode die je zal ontvangen.

Geen e-mail? Dan mag je onderstaand strookje terugsturen naar Bosgroepen Oost-Vlaanderen, PAC Zuid, Woodrow Wilsonplein 2, 9000 Gent.

Ik wil de bosbode blijven ontvangen per post

naam:

adres: Bosgroep-ID (zie adresetiket):

❒ Ik heb een bos in gemeente en wens werkend lid te worden van de Bosgroep in deze regio

❒ Ik heb (nog) geen bos en wens toegetreden lid te worden van de Bosgroep in mijn regio

Wij bezorgen jou het gepaste lidmaatschapsformulier. Gezien we vele aanvragen verwachten, kan dit even duren.

contact

Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord vzw

PAC Zuid | W. Wilsonplein 2 - 9000 Gent | 09 267 78 60 bosgroepnoord@oost-vlaanderen.be

coördinator: Sylvie Mussche

Bosgroep Midden Oost-Vlaanderen vzw

PAC Zuid | W. Wilsonplein 2 - 9000 Gent | 09 267 78 60 bosgroepmidden@oost-vlaanderen.be

coördinator: Klaartje Van Loy

Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender vzw

Veemarkt 27 - 9600 Ronse | 055 21 62 80 vlaamseardennen@bosgroep.be

coördinator: Hans Scheirlinck

Volg ons op social media bosgroepenoostvlaanderen bosgroepenovl

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.