de bosbode 2024-3

Page 1


DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT BOSGROEP OOST-VLAANDEREN

JAARGANG 20 NR 3 – SEPTEMBER 2024

AFGIFTEKANTOOR AALST | P509065

de bosbode

Stikstof tot nadenken Stoppen met houtoogst Zweden, houtland

colofon

de bosbode is een tijdschrift van Bosgroep Oost-Vlaanderen

redactie & fotografie

Jurre Baguet, Jonathan Clerckx, Lode Corluy, Bram Coupé, Cédric De Noyette, Margje Derde, Margot Lenssens, Sylvie Mussche, Hans Scheirlinck, Daan Temmerman, Lene Van Langenhove, Lotte Van Nevel cover: Jonathan Clerckx

lay-out

Koloriet - Leefdaal

druk

Drukkerij Arijs - Kluisbergen gedrukt op houtvrij gestreken FSC-papier op 3300 exemplaren

verantwoordelijke uitgever

Riet Gillis

Bosgroep Oost-Vlaanderen

Ch. de Kerchovelaan 189, 9000 Gent BE0803 977 372 RPR Gent

raad van bestuur

Maurits Adriaenssens, Luc Bekaert, André Bosmans, Jan Coussement, Véronique De Bleeker, Dominiek Declercq, Riet Gillis, Erwin Goethals, Ruut Louwers, Leen Meersschaert, Hans Mestdagh, Steven Roosen, Jan Van Dooren, Yoke Van Riet, Bruno Verstraeten, Theo Vitse, Jef Wittouck

Als je dit nummer ontvangt, betekent dit dat jouw gegevens zijn opgenomen in onze databank. Ze worden enkel gebruikt in het kader van onze werking. Wil je niet in onze databank opgenomen zijn of wil je jouw gegevens wijzigen, geef dit dan door via bosgroep@oost-vlaanderen.be.

Een

voor bos

De Bosgroepen ondersteunen boseigenaars bij alles wat komt kijken bij het hebben of aanleggen van een bos. Samen met onze 15.000 leden beheren we 60.000 ha bos in Vlaanderen. Daarbij bekijken we wat op lange termijn het beste is voor het bos en het ecosysteem. Want bossen zijn onmisbaar voor onze gezondheid, het klimaat en een evenwichtige fauna en flora.

Leden kunnen bij De Bosgroepen terecht voor informatie en hulp bij de bosadministratie. Wij coördineren ook beheerwerken en organiseren activiteiten en cursussen.

- info over technische, wettelijke en financiële aspecten van bosbeheer - advies op maat van jouw bos na terreinbezoek

- hulp bij bosadministratie zoals subsidies, kapmachtigingen en beheerplan

- hulp bij bosbeheerwerken zoals exotenbestrijding, vrijstellen, aanleg bosrand… - organisatie van gezamenlijke houtverkoop

Iedereen kan gratis lid worden. Stuur een mailtje naar bosgroep@oost-vlaanderen.be.

Steun onze werking

Heel wat van onze diensten en activiteiten zijn gratis, net als dit tijdschrift. Met jouw steun aan het fonds Vrienden van De Bosgroepen, dat wordt beheerd door de Koning Boudewijnstichting, kunnen we onze werking verder uitbouwen. Wil je dat jouw centen integraal naar bosuitbreiding gaan, doe dan een gift aan BOOST Giften vanaf 40€ zijn fiscaal aftrekbaar.

Alle info vind je op www.bosgroepen.be/vrienden-van-de-bosgroepen.

Woord vooraf

Beste bosliefhebber

Bomen kunnen niet zonder stikstof, en toch vormt het een grote bedreiging voor de gezondheid van de bosbodem. Verderop gaan we dieper in op de rol van stikstof, en staan we ook stil bij wat je kan doen om stikstofdepositie in bossen terug te dringen.

De Nederlandse bosexpert Simon Klingen brengt nuance in het debat ‘de natuur z’n gang laten gaan versus ingrijpen en sturen’. Hij legt uit waarom stoppen met houtoogst niet altijd het beste is voor de natuur. Onbeheerd bos levert niet vanzelf een hoge natuurwaarde op. Beheerste en zorgvuldig uitgevoerde houtoogst kan de biodiversiteit net versterken.

Enkele medewerkers en bestuurders trokken naar Zweden voor de studiereis bosbeheer en laten ons meegenieten van de mooiste en boeiendste observaties die ze er deden.

Tot slot is er weer heel wat om op terug te blikken én om naar uit te kijken! De herfst komt eraan. Het is niet alleen de tijd van grote veranderingen in de dieren- en plantenwereld, maar ook de uitgelezen periode om het bos in te trekken én het begin van het aanplantseizoen. Geniet ervan!

Riet Gillis

Gedeputeerde voor milieu, natuur en klimaat Voorzitter Bosgroep Oost-Vlaanderen

Deel jouw bosmoment op Instagram met #eenhartvoorbos en wie weet staat jouw foto hier volgende keer te blinken.

Lembeekse bossen @samen.wandelen

Bos in balans: stikstof

Via hun bladeren zijn bomen in staat om licht, water en koolstofdioxide om te zetten in zuurstof en suikers door fotosynthese. Andere voedingsstoffen zoals kalium, fosfor en stikstof halen ze met hun wortels uit de bodem om hun dieet aan te rijken. Zonder deze voedingsstoffen kunnen bomen en planten niet groeien. Hoe kan het dan dat stikstof tot een van de grootste bedreigingen is uitgegroeid in het hedendaagse natuurbeheer? Welke vormen van stikstof kennen we en zijn ze allemaal problematisch? En waar komt al die stikstof vandaan?

Stikstofverbindingen

De lucht die wij inademen bestaat voor 78% uit stikstofgas, een kleur- en reukloos gas dat niet schadelijk is voor mens en milieu. Talrijke chemische reacties zetten dit gas om in een aantal andere stikstofverbindingen die naast stikstof ook zuurstof (stikstofoxiden) of waterstof (ammoniak) bevatten. Stikstofoxiden zijn bijproducten van de verbranding van fossiele brandstoffen en zijn voornamelijk afkomstig van verkeer en industrie. Ammoniak is grotendeels af-

Bosranden vormen een buffer en vangen heel wat stikstof op

tot nadenken

komstig van intensieve veeteelt, en ontstaat door allerlei reacties tijdens de spijsvertering. Het komt vrij in stallen en bij bemesting (ook door kunstmest) van akkers en weilanden.

Overmaat aan stikstof

Stikstof is een noodzakelijke voedingsstof voor planten: als bouwsteen voor eiwitten en DNA, voor de aanmaak van bladgroen als basis voor fotosynthese en als stimulans voor de plantengroei. Van nature is de aanwezigheid van stikstof in natuurgebieden echter vrij beperkt. De meeste planten hebben zich daarom aangepast om stikstof op een heel efficiënte manier te gebruiken. Zo is de stikstofkringloop gesloten, er zijn nauwelijks verliezen. Deze kringloop wordt echter verstoord door een overmatige stikstofaanvoer. Door windwerking (droge depositie) of via neerslag (natte depositie) komt stik-

stof terecht in onze bos- en natuurgebieden. Er valt ongeveer twee keer meer ammoniak dan stikstofoxiden neer. Naast depositie uit de lucht kunnen directe bemesting of overstroming met voedselrijk grond- of oppervlaktewater bijkomend zorgen voor extra aanvoer van stikstof. Op die manier zijn veel ecosystemen geleidelijk aan verzadigd geraakt met stikstof en ontwikkelde er zich een overmaat. Door een teveel aan stikstof groeien bomen sneller, maar daardoor hebben ze ook meer water, fosfor, kalium en calcium nodig en worden ze vatbaarder voor droogtestress of tekorten aan andere voedingsstoffen. Ze worden ook gevoeliger voor stress door ziektes en plagen.

Een teveel aan stikstof kan ook een direct negatief effect hebben op de groei van planten die stikstofarme omstandigheden gewoon zijn. Soorten zoals grote brandnetel, kleefkruid, hondsdraf en

bramen houden van die extra stikstof en gebruiken dit voordeel om de stikstofgevoelige en vaak zeldzamere planten weg te concurreren door hun snelle groei en eventueel ook door de vorming van een ondoordringbare strooisellaag. Als deze soorten zeer talrijk voorkomen in je bos kan je zeker zijn dat er veel stikstof aanwezig is in de bodem. Kleinschalige groeiplaatsverschillen vallen weg en de vegetatie wordt eentoniger.

Het verdwijnen van plantensoorten kan leiden tot een kettingreactie in het ecosysteem. Insecten of vlinders die leven op bepaalde planten of zich ermee voeden verdwijnen, net zoals vogels die zich voeden met deze insecten.

Afhankelijk van het type bodem, heeft de overmaat aan stikstof een groot effect op de zuurtegraad van de bodem, het bodemleven en het bodemwater. De bodem verzuurt, waardoor de voor

planten belangrijke mineralen en metalen oplossen in het grond- of regenwater en uitspoelen naar de diepere grondlagen waar ze voor de planten niet meer bereikbaar zijn. Door de verzuring sterven mycorrhizaschimmels af die wortels helpen mineralen en water op te nemen. Ook bodemdieren zoals regenwormen, die afgestorven plantenresten afbreken waardoor voedingsstoffen terug in de bodem terecht komen, verdwijnen. Op zandgronden, die van nature gevoelig zijn voor verzuring, komt bij heel sterke verzuring aluminium vrij en lost deze op in het grondwater. Dit is giftig voor talrijke soorten. Het resultaat: een gedegradeerd ecosysteem met verstoorde ecologische processen en voedselkringlopen én een lage biodiversiteit.

Hoewel de hoeveelheid stikstofdepositie tussen 2000 en 2015 met 35% daalde, valt in Vlaanderen jaarlijks nog steeds gemiddeld 22,5 kg stikstof per hectare neer. De daling is voornamelijk het resultaat van strengere emissienormen in het wegverkeer en de industrie. Aan de andere kant varieert het aandeel ammoniak afkomstig van de landbouw sinds 2015 weinig. Ongeveer de helft van de stikstofdepositie die in Vlaanderen neervalt wordt uitgestoten in Vlaanderen zelf, de rest komt uit Wallonië, Brussel of het buitenland.

Niet elk vegetatietype is even gevoelig voor een overmaat aan stikstof. Wetenschappelijk onderzoek heeft voor verschillende vegetatietypes bepaald hoeveel stikstofdepositie er maximaal mag neervallen vooraleer het vegetatietype

negatieve effecten ondervindt. Voor bossen en heidegebieden wordt deze waarde overal in Vlaanderen overschreden.

Eerste hulp bij stikstof

Om bossen biodivers, veerkrachtig en klimaatrobuust te maken én te houden, is een daling van de stikstofdepositie nodig. Het Stikstofdecreet van de Vlaamse Overheid bevat maatregelen om de stikstofdepositie terug te dringen. Aangezien de verdere afbouw van de emissie van stikstofoxiden van verkeer en industrie voornamelijk gerealiseerd wordt door maatregelen uit het Vlaams Luchtbeleidsplan, ligt de focus van het Stikstofdecreet grotendeels op het verminderen van de emissie van ammoniak, afkomstig van de landbouw.

Er zijn ook enkele maatregelen die je als boseigenaar zelf kan nemen om je bos beter te beschermen.

• Plant loofbomen aan. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de stikstofdepositie in naaldbossen twee maal hoger ligt dan in loofbossen. Homogene naaldbossen vangen dus meer stikstof en omdat het vaak arme zandgronden betreft die zeer gevoelig zijn aan verzuring, zijn deze bossen extra kwetsbaar.

• Zorg voor een goed ontwikkelde bosrand. Onze Vlaamse bossen zijn enorm versnipperd: meer dan de helft van de bosoppervlakte kan bestempeld worden als bosrandzone. Door die scherpe grens zijn de effecten van verstoringen van buitenaf (zoals stikstofdepositie) tot dieper in het bos voelbaar. Een ideale

bosrand is geleidelijk opgaand en bestaat uit een zoomvegetatie met grassen en ruigtekruiden en een mantelvegetatie met struiken. Dergelijke bosranden bufferen temperatuurextremen, vormen de ideale habitat voor heel wat fauna en flora, leggen koolstof vast en vangen tot wel vier keer meer stikstof op dan de boskern. Dit effect is het grootst bij zuidwestgerichte bosranden. Naast een bosrand aan de buitenkant van je bos zijn ook bosranden aan paden of open plekken in grotere bossen zeer interessant.

• Als je de kans hebt om je bos groter te maken, weet dan dat bosuitbreiding aansluitend op bestaande bossen onze veelal kleine Vlaamse bosjes ontsnippert en boskernen robuuster maakt.

• Meng bij met rijkstrooiselsoorten. Een significante inmenging van rijkstrooiselsoorten zoals linde, kers, esdoorn en populier kan verzuring van de bosbodem tegenwerken. Hun bladeren bevatten namelijk veel mineralen die snel afgebroken worden door bodemdieren en zo terug in de bodem terechtkomen. Sommige van deze boomsoorten kunnen zelfs met hun diepe wortels extra mineralen uit diepere lagen oppompen en deze via hun bladeren in het bosecosysteem brengen.

Bronnen: RIVM, VMM, Ecopedia, INBO, Oecologia

Een rijkstrooiselsoort zoals linde kan verzuring van de bosbodem tegengaan

Natuurwondertjes

In deze rubriek brengen we een ode aan de kleinste bosbewoners: de insecten. Inspiratie halen we uit onze terreinbezoeken.

We treffen een boseigenaar die zich in de haren aan het krabben is. “Ik zit met bollen op de bladeren van mijn eiken, wat is dat, jong?”. Niks ergs, dat zijn gallen, abnormale gezwellen op planten en bomen die worden veroorzaakt door insecten, mijten of andere organismen. Gallen kunnen allerlei vormen aannemen: verdikkingen, omgekrulde bladranden, woekeringen in takken, soms zelfs knikkergrote bolletjes. Alleen al op de inlandse eik zijn er tientallen soorten gallen beschreven. Wij zien vaak de ronde gallen aan eikenbladeren, die worden veroorzaakt door de knikkergalwesp (Andricus kollari).

De vrouwelijke knikkergalwesp legt haar eitjes in de knoppen of bladeren van een eik, en scheidt hierbij ook chemicaliën uit in het plantenweefsel, die de afbraak van hormonen remmen. Daardoor wordt de normale ontwikkeling van de plant ontregeld: de cellen reageren door om het ei heen te groeien. Vervolgens gaan plantencellen woekeren en vormen ze zo een gal, die een beschermde omgeving en voedselbron biedt voor de larve binnenin.

De gallen zijn karakteristiek voor specifieke soorten galwespen, zodat je aan de vorm van de gal kan zien welke soort galwesp erin zit. De gallen van de knikkergalwesp zijn bolvormig en kunnen tot

2 cm in diameter zijn. Ze zijn glad en hard, en variëren in kleur van groen tot bruin, waarbij ze uiteindelijk bruin worden naarmate ze rijpen. Deze gallen lijken op knikkers, hieraan heeft de wesp haar naam te danken.

Schadelijk?

Hoewel ze op het eerste gezicht misschien schadelijk lijken voor de eik, veroorzaken gallen over het algemeen weinig schade aan gezonde bomen. In heel zeldzame gevallen kunnen ze dermate veel voorkomen dat ze de fotosynthese van de bladeren verminderen, maar dit heeft zelden ernstige gevolgen voor de boom.

Vaak voorkomend?

De knikkergalwesp is een vrij algemene soort. Speur eens wat eikenbladeren af, en mogelijks zal je ze (of andere gallensoorten) wel vinden!

Ecologische rol

Gallen spelen een rol in het ecosysteem. Ze bieden een habitat en voedselbron voor andere organismen, zoals parasitaire wespen en vogels, die de larven uit de gallen eten. Kortom, de knikkergalwesp is een fascinerend voorbeeld van de complexe interacties tussen insecten en planten, en illustreert hoe sommige soorten zich hebben aangepast om specifieke niches in hun omgeving te exploiteren.

Gallen van de knikkergalwesp op een zomereikje dat afgelopen winter werd aangeplant
Opinie:
Simon Klingen vraagt zich af: is stoppen met houtoogst het beste voor de natuur?

In discussies over bos en bosbeheer hoor je al eens het argument dat houtoogst ten koste zou gaan van de natuur. Zeker als er in het bos met grote machines gewerkt wordt, is het voor bosbezoekers moeilijk daar de positieve effecten voor de biodiversiteit in te zien. Toch zijn die er wel, stelt de Nederlandse bosexpert Simon Klingen, al zijn ze er meestal niet meteen, en zeker niet meteen zichtbaar.

Het overgrote deel van het Nederlandse en Europese bos wordt beheerd, dat wil zeggen er wordt ingegrepen, er wordt gezaagd en hout geoogst. Met tussenpozen van vele jaren worden bospercelen uitgedund of deels open gekapt om hout te oogsten en het bos te verjongen. ‘Zijn er dan geen bossen waar de mens helemaal niet ingrijpt?’ Jazeker. Op verschillende plekken in de Lage Landen wordt bos ‘met rust gelaten’, dus niet ingegrepen. Sommige terreinbeheerders kiezen ervoor om alle of een deel van hun bossen niet te behandelen, maar daar de natuurlijke processen van ontkieming, groei, concurrentie en afsterven alle ruimte te geven. Vaak gaat het om bossen die ecologisch gezien een gunstige samenstelling en opbouw hebben. Daarnaast zijn er de bosreservaten: daar vinden geen beheeringrepen plaats en wordt de ontwikkeling van het bos gevolgd door onderzoekers.

Loslaten of sturen

Rondom de zorg over de achteruitgang van de mondiale biodiversiteit dook recent opnieuw een oude discussie op: scheiden of integreren van bosfuncties. Sommigen pleiten voor een strikte scheiding: mensen zouden in een deel van de wereld de natuur volledig met rust moeten laten. Het plan uit 2021 om de biodiversiteit te redden heet 30 x 30. In 2030 moet minstens 30% van de aarde beschermd zijn. Beschermd in de zin dat er geen menselijk gebruik meer mag plaatsvinden.

Tegenstanders hebben als fundamenteel bezwaar dat op die manier de mens gescheiden wordt van de natuur. Daarnaast zou het desastreus zijn voor lokale bevolkingen in bijvoorbeeld de afgelegen, min of meer oorspronkelijke bossen; zij zouden hun leefgebied moeten

verlaten, een besluit met onmiskenbaar postkoloniale trekken. Los van de sociale aspecten is het de vraag of ‘niets doen’ de bossen beter zou beschermen dan beheerst gebruik.

Er zijn globaal drie scenario’s om bos te behandelen: A – niets doen, B – beheren en C – ontbossen. Bij scenario A wordt het bos volledig met rust gelaten. Er worden geen maatregelen (meer) uitgevoerd en er vindt dus ook geen houtoogst plaats.

In scenario B wordt het bos beheerd; daarvan bestaan veel varianten, uiteenlopend van maximaal gericht op houtproductie tot optimaal natuurgericht. Er wordt gedund en zo nu en dan bos ver-

Bij het beheer van bossen en natuurterreinen is er altijd een keuze te maken: niets doen of sturen. Anders gezegd: de natuur zijn gang laten gaan en zo maximale ruimte aan natuurlijke processen laten, of gericht ingrijpen met maaien, plaggen, begrazen, kappen en dergelijke. Dat ingrijpen heeft als doel bepaalde ecosystemen met hun specifieke planten- of diersoorten te behouden of te creëren. Beide sporen, zowel loslaten als sturen, zijn vanuit de natuuroptiek goed te verdedigen gezien ze andere vormen van natuur opleveren.

jongd. De methode van bosverjonging kan verschillen: van het oogsten van individuele bomen tot het kappen van een heel stuk in één keer.

Bij scenario C moet het bos ruimte maken voor een andere bestemming, zoals landbouw (vooral in de tropen) of vormen van natuur met korte vegetaties (bijvoorbeeld heide of stuifzand).

In het publieke en politieke debat klinkt nogal eens de wens om bos ‘met rust te laten’, en dus voor scenario A te gaan.

De achterliggende gedachte is dat daarmee de natuur het best gediend is. De vraag is echter wat het effect is van die keuze voor de kwaliteit van de natuur.

Zagen brengt variatie

De meeste van onze bossen kennen een kleinschalige indeling waarbij de boomsoorten elkaar afwisselen per bosperceel: bijvoorbeeld aan een kant van het bospad dennen en aan de andere kant eiken of beuken. Soms is er hoge begroeiing, dan weer lage, en hier en daar vinden we (al dan niet tijdelijke) open ruimtes. Het zijn bossen waar ge-

regeld in gewerkt ofwel gekapt wordt. Door dat kappen, ongeacht of het hout van de gevelde bomen in het bos blijft liggen of staan, dan wel geoogst wordt, ontstaat er ruimtelijke variatie. Zo krijgen bij een dunning de bomen die naast de gekapte bomen staan meer groeiruimte, en kunnen ze dus sneller dikker worden.

De ruimtelijke variatie die ontstaat door de kap, levert plaatselijke verschillen op in temperatuur, luchtvochtigheid en openheid of beschutting. Deze verschillen en hun geleidelijke overgangen (gradiënten) vormen een veelheid aan habitats, en vormen zo de basis voor een hogere biodiversiteit. Veel bospercelen zijn door hun jonge geschiedenis nog vrij eentonig: met één boomsoort en van één leeftijd. Juist daar kan gericht kappen variatie brengen. Naast de ruimtelijke variatie wordt er door de meeste bosbeheerders ook gewerkt aan een menging van boomsoorten, bij aanplant, maar ook bij de selectie bij het uitdunnen van het bos. Een variatie aan boom- en struiksoorten levert altijd een breder spectrum aan diersoorten op. Samengevat: met het zaagwerk neemt de

‘natuurlijkheid’ ofwel ongestoordheid van het bos af, maar neemt de variatie in habitats, en daarmee de biodiversiteit toe.

Relatie mens en bos

Het klinkt op het eerste gehoor best goed, stoppen met houtoogst, de bossen ‘met rust laten’. Fraaie natuurbeelden en natuurverhalen zijn makkelijker te communiceren dan beelden over houtoogst. Het nalaten van houtoogst heeft ook voor de bosbeheerder onmiskenbare voordelen: het scheelt hem of haar veel werk en vooral ‘gedoe’ met het publiek. Want eerlijk is eerlijk, het bos en de bospaden zien er na het zaagwerk en het afvoeren van het hout vaak onaantrekkelijk uit. Het is een voedingsbodem voor een bredere aversie tegen houtkap. En hier dient zich een boeiend dilemma aan.

Los van de positieve effecten van ingrijpen voor de ecologie van het bos, heeft een keuze voor het achterwege laten van houtoogst nadrukkelijk een ongemakkelijke, en zelfs hypocriete kant. Iedereen gebruikt immers hout of houtproducten zoals papier of constructiehout. En voor dat hout zijn dikke, gezonde bomen omgezaagd. Ooit. Ergens.

Door de afstand tussen het product, hout van de bouwmarkt, en de bron van het hout (= het bos) zijn veel consumenten zich niet bewust van de relatie tus-

sen houtgebruik en de kap van bomen. Anders gezegd: persoonlijk houtgebruik wordt niet vanzelfsprekend geassocieerd met het bos waar het hout groeit. Een wandeling in een bos wordt niet in verband gebracht met de aanschaf van een tafel in de meubelwinkel of de schutting voor de tuin. Een interessante paradox: mensen die het sterkst gekant zijn tegen de kap van bomen, verkiezen in hun dagelijks bestaan vaak juist natuurlijke producten boven spullen van kunststof.

Als we als mensen hout willen, en dat willen we, is het de vraag waar we het vandaan halen. Als we stoppen met houtoogst uit onze eigen bossen – not from our backyard! – moet het hout van elders komen. Dat zou kunnen, maar het roept de vraag op of het bosbeheer in het buitenland voor de natuur zorgvuldig verloopt. Op dit punt zijn er veel parallellen met andere producten die we gebruiken. Als we onze staalfabriek sluiten, zal het staal dat we gebruiken elders geproduceerd moeten worden; de kans dat het daar zorgvuldiger gebeurt lijkt niet groot.

De bijdrage die onze bossen aan onze nationale houtbehoefte kunnen leveren is beperkt. Lokaal geproduceerd en verwerkt hout vraagt echter minder vervoersenergie. Aan het gebruik van hout uit ons eigen bos zit nog een andere kant. Ondanks de aversie die het zagen vaak oplevert, zal het benutten van dat hout bijdragen aan het eerlijke beeld: houtgebruik kan niet zonder bomen omzagen. En laat dat zagen – mits het met zorg gebeurt – nu juist de biodiversiteit verhogen!

Bron: Houtfabriek, Simon Klingen, 2022

Natuurlijke verjonging na een dunning

© Adrian Tync

Zweden, houtland

De bosbeheerreis van Inverde bracht ons dit jaar naar Östergötland in het mooie Zweden. We werden ondergedompeld in de Zweedse bosbouwcultuur en de unieke landschappen en natuurelementen. Naast het land van meren en bossen ontdekten we ook een land van bijzondere bomen.

Als eerste bezochten we een biodynamische boer die experimenteert met het gebruik van varkens en koeien om de bosbodem klaar te maken voor natuurlijke verjonging na een kap van fijnspar. Wij zijn alvast benieuwd om over een aantal jaren de resultaten te aanschouwen.

Het Zweedse Agentschap voor Bos (Skogsstyrelsen) gaf ons een inkijk in het Zweedse bosbeheer en hoe ze omgaan met klimaatverandering. Dit is de verdeling van het Zweeds staand volume per boomsoort: 40% fijnspar, 40% grove den, 12% berk en 8% andere loofhoutsoorten. Met de klimaatverande-

ring, aantastingen door de letterzetter, en de vaak arme, droge steenbodems blijkt dat ook daar monoculturen kwetsbaar zijn en met desastreuze gevolgen te kampen hebben.

Bij het Agentschap werken nu ongeveer 800 personen, maar door hogere militaire behoeften zal dit aantal gereduceerd worden naar 700. We kregen er uitleg over een project rond laserscanning van fundamentele bosgegevens (boomhoogte, volume, helling...) voor de opmaak van online bosattributenkaarten.

Die geven veel informatie over de conditie van de bossen en zijn handig bij kapplanningen en voor analyses en automatische detectie van bosbranden, letterzetteraantastingen en kaalkapzones.

Circa 75% van het Zweedse bosareaal bestaat uit naaldhout voor productie. De gangbare bosbouwpraktijk bestaat uit 2 keer dunnen en na 60 à 100 jaar een kaalkap. Heel wat anders dan in België, ook wat betreft de vergunningsaanvraag voor het kappen van bomen. Tot enkele hectaren kaalkap is er enkel een meldingsplicht, voor grotere kappingen geldt wel een vergunningsplicht.

Met het Agentschap bezochten we een kaalvlakte. De bodem werd er reeds machinaal verstoord om zaailingen meer kansen te geven, maar voorlopig waren deze nog afwezig. Wellicht zal hier terug naaldhout worden aangeplant als de spontane verjonging uitblijft. De overheidsmedewerkers waren benieuwd naar onze mening over hun huidige beheer en mogelijkheden naar de toekomst toe. Ze voelen aan dat een duur-

©
Kurt De Meulemeester

zamere aanpak beter zou zijn, maar dat is geen gemakkelijke stap in een systeem dat al jarenlang hetzelfde is.

In de namiddag nam eigenaar en beheerder Hakan Holgersson ons mee naar een uniek natuurreservaat met een open landschap van soortenrijke hooiweides waar oude, knoestige lindes centraal staan. Deze worden geknot in de zomerperiode, om ‘s winters de bladeren te voederen aan de dieren.

Een coöperatieve

We maakten kennis met Södra, de grootste bosgroep van Zweden. Met 53.000 boseigenaars met een gemiddelde bosoppervlakte van 60 à 80 hectare per lid en 3300 medewerkers is Södra één van de belangrijkste partners binnen de Zweedse bosbouw. Tijdens ons bezoek werd duidelijk dat deze coöperatieve een uitgesproken doel voor ogen heeft, namelijk het genereren van inkomsten voor hun leden. De meeste leden kopen aandelen van Södra die op het einde van het

boekjaar een dividend opleveren. De dividenden worden uitgekeerd bovenop de verkoop van de individuele exploitatie bij een eigenaar. Hierdoor primeert de houtkwantiteit vaak op andere overwegingen. Het nagenoeg volledige productieproces is gebaseerd op naaldhout, met spar in het bijzonder. Maar de gebeitelde monocultuur van Noorse sparren of grove dennen is natuurlijk ook onderhevig aan de klimatologische veranderingen. Net zoals bij ons krijg je verzwakkingen van boombestanden die hierdoor ten prooi vallen aan afsterving. De letterzetter is ook in Zweden niet weg te denken. De impact is enorm in de Zweedse bossen en Södra zit gevangen in een economisch model dat weinig of geen marge laat om in te zetten op soortendiversiteit.

En toch zijn er lichtpuntjes. Boseigenaars worden met extra premies aangemoedigd om voor minstens 5% van hun bos een ecologische doelstelling na te streven met meer diversiteit. Daarnaast heeft Södra een applicatie ontwikkeld

die boseigenaars heel gemakkelijk alle data van hun bossen laat zien. Met een druk op de knop heb je toegang tot kadastrale gegevens, beheerplannen of allerhande kaarttoepassingen. En ze streven naar een verdere automatisering van data door gebruik van drones en satelliettoepassingen.

De Zweedse bosgroepen werken helemaal anders dan De Bosgroepen. Het was erg interessant om zo’n organisatie te aanhoren in al haar facetten. De uitgangssituaties zijn totaal anders dan de onze, maar op gebied van diversiteit en het zich wapenen tegen klimatologische verandering staan wij een pak verder.

Oude eiken

Samen met Södra verkenden we Norra Kvills in Vimmerby, een nationaal park van 114 hectare. Het bos is al 150 jaar niet gekapt en sommige dennen zijn 350 jaar oud met een typerende torsiegroei. We waren onder de indruk van het ongerepte bos met omgevallen bomen, enorme

Op stap met Södra

blokken steen begroeid met mos en magische bosmeren (een foto van het meer siert dan ook onze cover). Het park bevat heel wat moerasbos, bijzondere planten en een grove den van maar liefst 580 jaar oud. Hier mag de natuur zich vrij ontwikkelen tot een oerbos.

Het hoogtepunt van de dag was Kvilliken. Deze in 1650 voor het eerst opgemerkte eik zou rond de 1000 jaar oud zijn en heeft een omtrek van 14 meter. Vikki Bengtsson is gespecialiseerd in het beheer van oude bomen en volgt Kvilliken op sinds 2002. Toen was de boom nog in goede conditie. Sindsdien ging de toestand van de boom achteruit, de oorzaak is onduidelijk. De bladeren werden zichtbaar kleiner en er kwamen meer en meer dode takken in de

kruin. Nu is er nog slechts één levende tak aan de boom, ieder jaar opnieuw kijkt men uit naar het ontluiken van de blaadjes.

We verdiepten ons verder in het beheer van oude eiken in natuurgebied Tinnerö eklandskap. Jaarlijks verwelkomt Tinnerö 200.000 bezoekers. Het gebied van 1340 hectare telt ongeveer 800 stuks oude (zomer)eiken met een leeftijd tussen de 550 en 570 jaar. De volgende generatie eiken in het gebied heeft een leeftijd van 50 à 60 jaar. Deze generatiesprong is te wijten aan het feit dat de oude eiken in het verleden steeds opnieuw werden vrijgesteld en jongere exemplaren werden weggekapt om plaats te maken voor hooilanden.

Om de uitzonderlijke biodiversiteit te kunnen bewaren die gekoppeld is aan de oude eiken kwam men in 2011 met een veteranisatieplan. Jongere bomen werden beschadigd om de nodige habitats te creëren die vooral verbonden zijn aan erg oude bomen. Dit deed men op verschillende manieren: explosieven, stamvoet beschadigen, toppen uithalen, takken afkraken, gaten boren, spechtengaten zagen…

Uit opvolging van deze bomen bleek duidelijk dat een enorme biodiversiteit in sneltempo tot stand kwam. De resultaten waren ver boven de verwachtingen. Ook het sterftecijfer bij de behandelde bomen bleef uitzonderlijk laag. In 2018 werd een DNA-analyse gedaan met stalen uit een boom waar schade was ge-

De 1000 jaar oude eik Kvilleken

400

maakt aan de stamvoet. Onverwacht was dat er 200 verschillende soorten schimmels werden gevonden. Van deze 200 soorten was maar liefst 75% onbekend. Het benadrukt nog maar eens de belangrijke rol van oude, dode en beschadigde bomen in onze bossen.

Continuous cover forestry

Het gemeentebos van Linköping stond ook op het programma. Hun visie op bosbeheer sluit aan bij het multifunctioneel bosbeheer dat wij kennen met een focus op ‘continuous cover forestry’ in plaats van kaalkap. Zowel recreatie, natuurbescherming als houtproductie staan centraal, waarbij productie toch iets minder van belang is. Door de ligging van het bos in en naast de grote stad is recreatie hier belangrijk, wat te zien is aan de vele fiets- en wandelpa-

den. Maar ook natuurbescherming is een belangrijk onderdeel van het beheer. Dode bomen blijven er liggen en staand dood hout wordt gecreëerd door stammen op een hoogte van 3 meter af te toppen. Van de 3200 hectare in beheer van Linköping is 700 hectare aangeduid als natuurreservaat. Het Linköpingse bos bestaat uit 40% grove den, 21% fijnspar, 13% eik en 9% berk. Bij dunningen wordt een soort toekomstbomenmethode gebruikt waarbij gestreefd wordt naar een zo divers mogelijk bos, met het idee dat de toekomst van de houtmarkt onvoorspelbaar is en een gevarieerd aanbod meer zekerheid biedt.

Na ons laatste avondmaal werden we verrast met een extra uitstap op het domein van Ingebo Hagar waar we verbleven. Het domein bestaat voor 210 hectare uit bos. Gids Bo Karlsson nam ons mee naar een berkenbestand van 24

jaar oud. Een deel ervan bestond uit krulberken (Betula pendula). Dit is een mutatie in de boom waardoor deze grillig groeit en het hout een decoratief effect geeft voor bijvoorbeeld houtsnijwerk. Het hout is zeer waardevol en wordt in Zweden per kilo verkocht (aan 3 à 4 euro per kilo, dus ongeveer 3000 euro per m2).

We sloten af met een kampvuur en doken pas bij de ochtendschemer ons bed in. Een fantastische reis, heel veel moois gezien, nieuwe dingen leren kennen en heel wat bijgeleerd.

Wist je dat behalve professionele bosbeheerders ook bosliefhebbers, boseigenaars en geïnteresseerden kunnen deelnemen aan de studiereis van Inverde? Via hun website blijf je op de hoogte van het aanbod.

De krulberk in Ingebo Hagar
jaar oude dennen

Meer dan 64 hectare bos op de goede weg

Op 15 juni was er het slotevent van het PDPO-project Klimaatrobuuste en veerkrachtige bossen voor het Waasland, hét moment om stil te staan bij wat we hebben gerealiseerd. In het Waasland hebben vooral naaldbossen enorm te lijden onder de klimaatverandering. De extreme weersomstandigheden maken de bomen vatbaarder voor ziekten en plagen, zoals de schorskever, waardoor ze afsterven. In 2022 startte de Bosgroep daarom samen met de Provincie en 7 gemeenten met het project om de Wase bossen future proof te maken. Het project kreeg steun van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling en Provincie Oost-Vlaanderen. Gemeenten Waasmunster, Stekene, Beveren, Sint-Gillis-Waas, Moerbeke, Lochristi en Wachtebeke sprongen op de kar als copromotor.

Bij de start bakenden we 4 boscomplexen af om het probleem van de afstervende naaldbossen aan te pakken. We organiseerden 4 infomomenten waaruit 133 terreinbezoeken volgden om de situatie te analyseren en advies op maat te verlenen. Vervolgens zorgde de Bosgroep voor het rooien van de bomen en het plantklaar maken van het terrein. Door verschillende percelen te bundelen konden we goede afspraken maken met de aannemers die instonden voor deze werken. Ook de aanplant van de nieuwe bomen gebeurde met een aannemer, volgens een plantplan op maat. Door de juiste boomsoorten op de juiste plaats te planten, creëren we een boseco-

systeem dat beter bestand is tegen de klimaatverandering. Ook veiligheid is een belangrijk punt, want zieke bomen kunnen makkelijk uitwaaien of omvallen. En uiteraard zijn gezonde bossen veel aangenamer om langs te wandelen en fietsen.

Op twee jaar tijd behaalden we indrukwekkende resultaten: we plantten 277 kloempen of verjonginsgroepen, legden 2870 meter bosrand aan en plantten 30.130 bomen. Op die manier hebben we 64,3 hectare bos klimaatrobuuster gemaakt! Daarnaast organiseerden we ook opleidingen, onder meer voor het onderhoud van een jonge aanplant en het beheer van kloempen. We deden plantacties met studenten van HoGent en leerlingen van een basisschool in Stekene. En we informeerden heel wat burgers over de nood aan bosomvorming via laagdrempelige evenementen zoals Expeditie Kloosterbos, Forest Cleanups en Beleef het bos.

Scan de code en bekijk de reportage die TV OOST hierover maakte, of surf naar bosgroepen.be.

2 nieuwe projecten van start

Via Leader subsidies ondersteunen Europa, Vlaanderen en Provincie Oost-Vlaanderen onder meer projecten die zorgen voor een beter landschap en meer biodiversiteit. De Bosgroep diende twee projectvoorstellen in die beide werden goedgekeurd.

In regio Vlaamse Ardennen tot Dender starten we met het project BnB Bossen om de biodiversiteit van bron- en beekbegeleidende bossen te verhogen. Het groenblauwe netwerk in deze regio is een belangrijke schuilplaats voor soorten die zich verplaatsen tussen grotere natuurkernen. Helaas is de kwaliteit vandaag vaak niet voldoende. Met dit project zullen we voornamelijk in de gebieden Denderflanken West en Bovenlopen van de Zwalm zorgen voor de aanleg van bosranden, struiklagen en poelen, en ook inzetten op bloemrijke akkerranden. Deze kleinschalige ingrepen zullen elkaar versterken, wat de globale natuurkwaliteit van deze stapstenen ten goede komt. We voorzien ook een publicatie met tips over hoe dergelijke bron- en beekbegeleidende bossen best beheerd worden en hoe de randzone optimaal ingericht wordt, zowel vanuit ecologisch als vanuit functioneel standpunt. Kortom, we

onderstrepen het belang van deze landschapsbosjes als dragers van het groenblauwe netwerk en hun potenties tot het leveren van verschillende ecosysteemdiensten.

In het Waasland willen we met De Wase bosrenovatie inzetten op het verhogen van de biodiversiteit en het verbeteren van de bosbodem. De naaldbossen - erg kwetsbaar door een samenspel van droogte, ziektes en een verarmde bodem - revitaliseren we met de juiste boomsoorten, plantmethodes en bodemverbeteraars. De bosrenovatie komt neer op de transformatie van naaldje tot blaadje: van eentonig, verschraald naaldbos naar gemengd, biodivers bos dat beter bestand is tegen de klimaatverandering. We kiezen hierbij voor de meest innovatieve technieken, zoals de aanplant van verjongingsgroepen onder scherm, het toevoegen van steenmeel om de bodem te verbeteren, en bio-afbreekbare wildbescherming. Daarnaast willen we via opleidingen en activiteiten de kennis over duurzaam bosbeheer met een zo divers mogelijk publiek delen.

Dag van de boseigenaar

Van 6 tot 13 oktober vindt naar jaarlijkse gewoonte de Week van het Bos plaats. Trek je wandelschoenen aan of neem deel aan een workshop of excursie. Het overzicht van activiteiten vind je op weekvanhetbos.be of op UiTinVlaanderen.be. Op woensdag 9 oktober vieren we de Dag van de Boseigenaar en

Natuurherstelwet

De natuurherstelwet, één van de laatste grote wetgevende luiken van de Europese Green Deal, is dan toch goedgekeurd. In februari was een afgezwakte versie van de wet met veel moeite goedgekeurd door het Europees Parlement, in juni gebeurde dit door de Raad van de EU. Dit is de eerste bindende Europese regelgeving voor natuur sinds de Habitatrichtlijn (1992). Ruim 80% van de Europese natuurgebieden is er slecht aan toe. Met de hulp van de natuurherstelwet zouden er tegen 2030 herstelmaatregelen moeten gelden voor minstens 20% van het Europese grondgebied. Het gaat onder meer om ver-

Wie doet wat?

Het bestuur en team van onze eengemaakte Bosgroep Oost-Vlaanderen boog zich de voorbije maanden over wijzigingen in de taakverdeling binnen het bestaande team. Hoe beter deze op punt staat, hoe efficiënter we boseigenaars kunnen helpen. De Bosgroep werkt in 3 regio’s, gebaseerd op de werkingsgebieden van de oorspronkelijke Bosgroepen. Voor elke regio is voortaan een regiocoördinator het aanspreekpunt. Hans Scheirlinck blijft regiocoördinator voor Vlaamse Ardennen tot Dender, Margje Derde neemt de fakkel over van Klaartje van Loy en wordt regiocoördinator Midden, en Margot Lenssens, voorheen medewerker bebossing, wordt regiocoördinator Noord. Zij neemt hiermee een deel van de taken over van Sylvie Mussche, die algemeen coördinator wordt.

Door de goedkeuring van enkele nieuwe projecten kan het team ook uitbreiden en werd een aantal taken herverdeeld. Zowel Daan Temmerman als Jurre Baguet zijn nu vaste projectmedewerkers. Jurre coördineert het nieuwe project De Wase bosrenovatie, Daan ondersteunt hierbij en neemt ook

zetten wij graag de vele boseigenaars in the picture. En wat is een betere manier om de diversiteit aan bosverhalen te tonen dan op bezoek te gaan bij een boseigenaar? We zijn welkom bij Isabelle d’Ursel voor een rondleiding door het Ettingebos in Oosterzele. Info en inschrijven op bosgroepen.be/activiteiten.

snipperd natuurgebied verbinden, meer natte natuur creëren en het robuuster maken van bossen, met meer dood hout en variatie met jonge en oude bomen. Dit alles moet kwetsbare planten en dieren er weer bovenop helpen. Gezonde, biodiverse bossen kunnen meer koolstof opslaan en zo de klimaatopwarming temperen, ze vormen ook een betere bescherming tegen droogte, hitte en overstromingen. In België verkeert ongeveer 95% van onze natuurlijke habitats in slechte toestand. Voor de mens zijn deze maatregelen ook voordelig, want gezonde natuur zorgt voor gezonde lucht en proper water.

deels basiswerking Noord op zich. Ondersteuning van gemeenten via het Bosloket gebeurt voortaan door projectmedewerker Lode Corluy, een nieuw gezicht bij de Bosgroep sedert juni. Eef Govers tenslotte start in september als projectmedewerker bosbeheer en bebossing.

“Ik ben Lode en neem de Bosloketfakkel over van Daan. Daarmee word ik een van de aanspreekpunten voor gemeentebesturen wanneer zij plannen hebben om te bebossen of bos uit te breiden. Heel recent studeerde ik af als bio-ingenieur bos-en natuurbeheer aan UGent. In mijn vrije tijd maak ik graag muziek en repeteer ik met mijn band. Daarnaast zet ik mijn scoutscarrière na zes jaar leiding graag verder als oud-scout. Ik kijk er enorm naar uit om mijn Oost-Vlaamse horizon te verbreden en samen met jullie de prachtige en veerkrachtige bossen van morgen op de kaart te zetten!”

OVERKOEPELEND

Sylvie Mussche algemeen coördinator

Karen Dequidt administratie

NOORD

Margot Lenssens regiocoördinator Noord

MIDDEN

Margje Derde regiocoördinator Midden

VLAAMSE ARDENNEN TOT DENDER

Hans Scheirlinck* regiocoördinator Vlaamse Ardennen tot Dender

Lene Van Langenhove communicatie

Sylvie Focke administratie

Bram Coupé* natuurbeheerplannen

Marijke De Roose administratie

Lotte Van Nevel medewerker bosbeheer & project BOOST (Oost-Vlaanderen)

Jonathan Clerckx medewerker bosbeheer

Daan Temmerman medewerker bosbeheer & project Wase Bosrenovatie

Sofie Van Brussel project Rodeland

Cédric De Noyette* medewerker bosbeheer & project BnB bossen

*kantoor Ronse Je vindt onze contactgegevens op bosgroepen.be/oostvlaanderen.

Eef Govers* medewerker bosbeheer & project Bosalliantie (bosuitbreiding Oost-Vlaanderen)

Lode Corluy project Bosloket voor gemeenten

Jurre Baguet project Wase Bosrenovatie

Terugblik

Op 15 juni organiseerden we Beleef het bos, het slotevent van het project Klimaatrobuuste bossen voor het Waasland. Hof ter Saksen in Beveren vormde het prachtige decor om de resultaten van het project te delen met onze partners en de pers. In de namiddag was iedereen welkom voor verschillende activiteiten. Er was voor elk wat wils en we zagen - ondanks het wisselvallige weer - alleen maar blije gezichten!

In Horebeke kwamen we op 9 juli samen voor de herdenking van Raoul D’Hoossche. Vorige zomer moesten we helaas te vroeg afscheid nemen van Raoul, die jarenlang bestuurder was van de Bosgroep. Hij bouwde zijn bos uit tot een pareltje en had er enorm veel plezier in om de bezoekers in te wijden in de wonderen van de natuur. Een wandeling door zijn geliefde bos met de wereldboom leek ons dan ook de gepaste manier om Raoul te herdenken. Het bos is nu in handen van Bosgroeplid Eric Desmaele die trouw aan Raouls filosofie het bos en de paalkampeerplaats blijft openstellen voor bezoekers.

Op 11 en 12 juni trokken onze bosmedewerkers Margot en Jurre samen met 8 andere collega’s van De Bosgroepen naar de Utrechtse zandrug voor een opleiding geïntegreerd bosbeheer met Simon Klingen. Een erg leerrijke ervaring omdat Klingen je op een andere manier naar het bos laat kijken. Aan de hand van oefeningen en discussies in kleine groep schatten ze de leeftijden van bomen in en werd nagedacht over de ontstaansgeschiedenis van bos en de onderlinge concurrentie tussen bomen aan de hand van onder meer groeisnelheid en lichtbehoefte. De natuurwaarde van bos enerzijds en de productiewaarde (houtkwaliteit) anderzijds werden steeds grondig beoordeeld. Hoe kunnen deze twee bosfuncties optimaal gecombineerd worden? Klingen heeft twee ultrakorte vuistregels. Eentje voor het aanduiden van toekomstbomen: bij twijfel doorlopen!

En een tweede voor het aanduiden van te kappen bomen bij een dunning rond toekomstbomen: bij twijfel zagen!

Op 26 juni vond in Gent de tweede Buitengewone Algemene Vergadering plaats voor Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord vzw, Bosgroep Midden Oost-Vlaanderen vzw en Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender vzw. Dit met als doel de ontbinding en vereffening van de vzw’s. Tijdens de Algemene Vergaderingen in het voorjaar van 2023 informeerden de drie Bosgroepen hun leden over de fusie van de 3 Oost-Vlaamse Bosgroepen tot Bosgroep Oost-Vlaanderen vzw. De overdracht van de werking en het vermogen van de 3 oorspronkelijke vzw’s naar de nieuwe vzw werd toen door de leden goedgekeurd. Sedert 1 januari 2024 is Bosgroep Oost-Vlaanderen vzw ook operationeel en is de ganse werking overgedragen. Aangezien de oorspronkelijke vzw‘s sinds 1 januari 2024 geen eigen werking en middelen meer hebben, stelden de bestuurders aan de leden voor om de vzw te ontbinden en vereffenen. De leden van elk van de 3 Bosgroepen keurden op 26 juni 2024 de ontbinding en vereffening goed. Het bestuur kreeg kwijting, gevolgd door ontslag en er werden voor elke vzw vereffenaars aangesteld die alles financieel en administratief verder zullen afhandelen. Over deze afhandeling door de vereffenaars wordt na de zomer een derde en laatste Algemene Vergadering gehouden.

Wil jij de regionale werking van Bosgroep Oost-Vlaanderen vzw mee uitbouwen? De Regioraad komt minstens twee keer per jaar samen en peilt naar welke thema’s leven bij de leden. Als lid van de Regioraad zet je mee de lijnen uit voor de jaarplanning en de organisatie van boeiende activiteiten, zoals onze Ledendag. Stel je kandidaat of vraag meer info via bosgroep@oost-vlaanderen.be

Resultaten houtverkoop

Eind mei vond de gezamenlijke houtverkoop van Bosgroep Oost-Vlaanderen plaats. Geïnteresseerden konden bieden op loten uit de drie Oost-Vlaamse regio’s. In de houtcatalogus werden 21 loten opgenomen, goed voor ongeveer 9950 m3. De vermelde volumes betreffen het volume van stam- én kroonhout. De totale opbrengst voor de deelnemende boseigenaars is 478.661€. De opbrengst varieert sterk per lot en is afhankelijk van factoren zoals boomsoort, kwaliteit, grootte van het lot en moeilijkheidsgraad van de kapping.

Volg ons op social media bosgroepovl

Schrijf je in op de nieuwsbrief via bosgroepen.be/oostvlaanderen

Wil je de bosbode digitaal ontvangen? Mail naar bosgroep@oost-vlaanderen.be

boszoekers

Hieronder vind je een overzicht van bospercelen die momenteel in Oost-Vlaanderen te koop staan. De inbreng van Bosgroep Oost-Vlaanderen beperkt zich tot informeren en adviseren; de verkoop gebeurt rechtstreeks tussen verkoper en koper. Voortaan hoef je niet meer te wachten tot de bosbode verschijnt en kan je boszoekers ook bekijken op www.bosgroepen.be/bos-te-koop.

STEKENE: 2e Afd. Sectie D nrs 1245,1246,1247. Oppervlakte: 0,72 ha. Het perceel is gelegen achteraan de Prekerijdreef en bestaat uit een volledig nieuwe aanplant. Meer info: peeters.cyriel@ outlook.com.

HAALTERT: Afd. 1, Sectie C nr. 623 (omgeving Keiberg). Opp. 0,28 ha. Voornamelijk Amerikaanse eik; bron aanwezig op perceel. Meer info: 0478 37 33 19 of nathan.vandermaeten@gmail.com.

Wil je zelf een zoekertje plaatsen, mail dan naar bosgroep@oost-vlaanderen.be. We plaatsen geen advertenties voor verkoop van bosplantsoen of tweedehands materiaal. Zoekertjes worden niet herhaald.

brandhoutweb.be

Een overzichtelijk online verkoopplatform waar je het hele jaar door brandhout kan kopen. Bosgroep Oost-Vlaanderen zorgen voor een up to date aanbod, een vlotte opvolging en een goede prijs-kwaliteitverhouding van lokaal en duurzaam brandhout.

contact

Onze kantoren

Ch. de Kerchovelaan 189 - 9000 Gent | 09 267 78 60

Veemarkt 27 - 9600 Ronse | 055 21 62 80 bosgroep@oost-vlaanderen.be

Algemeen coördinator: Sylvie Mussche

Regiocoördinator Noord: Margot Lenssens

Regiocoördinator Midden: Margje Derde

Regiocoördinator Vlaamse Ardennen tot Dender: Hans Scheirlinck

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.