de bosbode 2014 - 2

Page 1

-

QD? Wat doe je daarmee?

- Openingszet voor een nieuwe bos- en natuurwetgeving

- Bosgroepnieuws

- Bosweetjes

- Ecologische bosbeheer in Europees beschermde bostypes

-

Het bos culinair

- Boswoordraadsel

- Cursusaanbod

- Boszoekers

Driemaandelijks tijdschrift l april - mei - juni 2014 l Afgiftekantoor Gent X l P509065 informatieblad voor alle boseigenaars INHOUD
België - Belgique P.B. GENT X BC 10132 Jaargang 10 l Nr 2 gesubsidieerd door
VU, Jozef Dauwe, p.a. Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord vzw, Woodrow Wilsonplein 2, 9000 Gent

Uw bos, onze zorg

Maak kennis met de bosgroepen

Jaargang 10– nr 2

De bosbode is een tijdschrift van de drie Oost-Vlaamse bosgroepen

Redactie

Hans Scheirlinck, Sylvie Mussche, Maarten

Decoene, Jakob Derks, Kristof De Rous, Karen Dequidt

Fotografie

Cover: Vilda

Hans Scheirlinck, Sylvie Mussche, Maarten

Decoene, Jakob Derks, Kristof De Rous, Klaartje Van Loy

Lay-out

Koloriet – Leefdaal

Druk

Parys Printing N.V – Evergem

Papier

Deze publicatie werd gedrukt op kringlooppapier ‘Reprint’

Oplage

9 000 exemplaren

Verantwoordelijke

Jozef Dauwe

uitgever

p.a. Bosgroep Oost-Vlaanderen

Noord vzw

Woodrow Wilsonplein 2

9000 Gent

Raad van bestuur BON

Gedeputeerde Jozef Dauwe, Leen

Meersschaert, Frans De Jonghe, Ingrid

Puylaert, Jozef Van Eeckhout, Jan Van Dooren, Pierre d’Alcantara, Maurits Adriaenssens, Guy Bonsecour, Kristien Dierick.

Raad van bestuur MOV

Gedeputeerde Jozef Dauwe, Jan Verbeke, Marc Dilewyns, Francis De Beir, Geert de Visscher, Kris Janssens, Willy Van Hoey, Dirk Abbeloos,Werner Pycke, Steven Roosen, Jozef Wittouck, Norbert Van Stichel

Raad van bestuur VAD

Gedeputeerde Jozef Dauwe, Willy Bauwens, Johan Detemmerman, Raoul D’Hoossche, Paul Lievens, Pierre Depoorter, Jozef Van Crombrugge, Marc De Bock, Wouter Stockman, Peggy Van Laethem, Paul Vanderroost

Uw gegevens werden opgenomen in een databank die wordt beheerd door de Bosgroep. De gegevens in deze databank zullen enkel worden gebruikt in het kader van de werking van de Bosgroep en niet voor andere doeleinden. Indien u niet wenst dat uw gegevens in deze databank zijn opgenomen of indien u uw gegevens wenst te wijzigen, kunt u dit steeds doorgeven aan de Bosgroep.

Een bosgroep heeft als doel u als boseigenaar praktische ondersteuning te bieden bij het beheer van uw bos. In een bosgroep zijn vele boseigenaars uit uw streek verenigd.

Samen met hen kan u vrijwillig meewerken aan een mooie toekomst voor het Vlaamse bos.

“Baas in eigen bos”, dat is het basisprincipe van de bosgroepen. De bosgroepen informeren adviseren en organiseren, maar u beslist steeds zelf over het beheer van uw bos.

Wat heeft de Bosgroep zijn leden te bieden?

GRATIS DIENSTVERLENING

1. Informatie

De bosgroep beantwoordt uw persoonlijke vragen over de technische, wettelijke en financiële aspecten van bosbeheer. U kunt ook deelnemen aan theorie- en praktijkcursussen in verband met bosbeheer.

2. Advies op maat van uw bos

U kunt een afspraak maken voor een terreinbezoek aan uw bos. Het resultaat is een beheeradvies op maat van u en uw bos.

3. Hulp bij uw bosadministratie

De bosgroep helpt u bij het aanvragen van subsidies en kapmachtigingen. Ook het opstellen van een bosbeheerplan kan begeleid worden.

DIENSTVERLENING TEGEN VERGOEDING

1. Betaalbare bosarbeid

U kunt een aanvraag indienen om tegen een voordelige prijs onrendabele werken in uw bos te laten uitvoeren. Voorbeelden zijn: bestrijding woekerende exoten, vrijstellen van jonge aanplantingen, onrendabele dunningen en hakhoutbeheer, aanleg van een bosrand,… De juiste tarievenlijst dient u bij uw bosgroep op te vragen.

2. Organisatie van beheerwerken

De bosgroep coördineert de beheerwerken bij meerdere boseigenaars samen zodat ze voor bos en eigenaar efficiënter en goedkoper worden. Wilt u werken uitvoeren in het bos dan kan de bosgroep die organiseren. U kunt deelnemen aan de gezamenlijke houtverkoop van de bosgroepen indien u hulp wenst bij de verkoop van bomen die u wenst te kappen.

3. Cursussen en excursies

De bosgroepen organiseren jaarlijks tal van cursussen zoals ‘kettingzaag, bosmaaier, houten constructies, enz. Leden kunnen hieraan deelnemen tegen een voordelig tarief.

COLOFON

Word gratis lid

Het feit dat u dit tijdschrift ontvangt betekent niet automatisch dat u lid bent. Iedere boseigenaar die dit wenst kan gratis lid worden van de bosgroep die actief is in zijn streek.

Uw lidmaatschap geeft recht op de dienstverlening van de bosgroep. Het lidmaatschap houdt geen verdere verplichtingen in.

Digitale Bosbode

Wil u graag papier besparen en wenst u de Bosbode enkel nog digitaal te ontvangen? Graag een seintje aan uw bosgroepsecreteriaat!

Wenst u vrijblijvend advies en hulp

bij het beheer van uw bos? Contacteer ons:

• Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord vzw

p.a. Provincie Oost-Vlaanderen

– Dienst Milieubeleidsplanning

Woodrow Wilsonplein 2 - 9000 Gent

Tel. 09/267 78 60

bosgroepnoord@oost-vlaanderen.be

Coördinator: Sylvie Mussche

• Bosgroep Midden Oost-Vlaanderen vzw

p.a. Provincie Oost-Vlaanderen

– Dienst Milieubeleidsplanning

Woodrow Wilsonplein 2 - 9000 Gent

Tel. 09/267 78 60

bosgroepmidden@oost-vlaanderen.be

Coördinator: Klaartje Van Loy

• Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender vzw

Veemarkt 27 - 9600 Ronse

Tel. 055/21 62 80

vlaamseardennen@bosgroep.be

Coördinator: Hans Scheirlinck

Woord vooraf

Beste boseigenaars en bosliefhebbers,

De zomer komt er aan! Hopelijk geeft dit u wat extra tijd om te genieten van de belangrijke dingen in het leven, samen met familie of vrienden en uiteraard ook van de bossen.

Wanneer u dit leest, liggen de algemene vergaderingen van de drie bosgroepen al achter ons. Elke keer zie ik weer een mooie delegatie van leden en sympathisanten die er een boeiende dag in het bos beleven. Ik dank iedereen die zich hiervoor inzet en zijn of haar interesse toont voor het werk van onze bosgroepen.

De wetswijziging die de overdracht regelt van de bosgroepen en regionale landschappen naar het provinciale bestuur is eindelijk in kannen en kruiken. Hiermee kan de stap gezet worden naar concrete overeenkomsten en samenwerking met de provincie Oost-Vlaanderen.

Dit is echter maar één wetsartikel in een veel groter geheel, namelijk de integratie van de bos- en natuurwetgeving. De eerste stappen zijn dus gezet en de komende jaren zal er heel wat veranderen. U vindt de belangrijkste informatie terug in de bijdrage over deze gewijzigde wetgeving. De bosgroepen zullen deze materie uiteraard op de voet blijven volgen en u blijven informeren.

Verder in dit nummer nog heel wat ander interessant nieuws. Een nieuwe bosbouwmethode maakt stilaan opmars, ook in OostVlaanderen. Lees er meer over in het artikel van de QD-methode. Daarnaast maakt Vlaanderen ook werk van de Natura 2000 gebieden. Wat dit kan betekenen bij het beheer van uw bos, leest u in het stukje over ecologisch bosbeheer.

Tot slot gaat de Bosbode ook de culinaire toer op met een recept voor brandnetelpesto. Een idee bij het aperitief op een warme zomeravond?

Veel leesplezier in deze 50e Bosbode!

3
Voorzitter Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord vzw Voorzitter Bosgroep Midden Oost-Vlaanderen vzw Voorzitter Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender vzw

QD?

QUALIFIZIEREN DIMENSIONIEREN

Wat doe je

QDis een nieuwe en tegelijkertijd oeroude bosbouwmethode. Het model werd ontwikkeld door het bosbouwdepartement van de Duitse Deelstaat Rheinland-Pfalz. De twee letters staan voor qualifizieren en dimensionieren, en dat is Duits voor – je raadt het nooit - kwalificeren en dimensioneren. Het basisprincipe is eenvoudig: in plaats van in een nieuwe aanplanting alle boompjes even veel aandacht te geven, ligt de focus op een beperkt aantal erg beloftevolle exemplaren.

Verschil tussen een reguliere dunning (rechts) en een QD-bos in de dimensioneringsfase (links). In het QD-bos staan de toekomstbomen volledig vrij en is de tussenruimte dicht gehouden. In het regulier bos staan de toekomstbomen minder vrij en is de lichtinval overal gelijk.

Hoe werkt de QD-methode?

Zoals elke vorm van bosbeheer start het met een vestigingsfase. QD is uitermate geschikt bij natuurlijke verjonging, maar kan ook vanuit een aanplanting opgestart worden. De aanplanting volgt ech-

ter niet de conventionele methode. Er worden namelijk verjongingsgroepen of kloempen aangeplant met een diameter van 5 tot 7 meter. Per hectare zijn er dat een veertigtal. Tussen het hart van de afzonderlijke kloempen zit er minstens 12 meter. De bomen worden vrij dicht op elkaar geplant. Per kloemp kan men kiezen voor een combinatie van 20 lichten 10 schaduwboomsoorten of voor een homogenere groep van 40 schaduwbomen. Buiten deze kloempen, wat neerkomt op 80% van de oppervlakte, kan de natuur ongestoord haar gang gaan. Dat zorgt meteen voor een structuurrijk en ecologisch waardevol bos maar ook voor relatief lage aanplantkosten.

Wanneer de concurrentiestrijd tussen de jonge boompjes losbarst, begint de kwalificeringsfase. Per hectare worden er in het geval van loofhout een 40-tal

toekomstbomen geselecteerd, bij naaldbomen kan dit oplopen tot 60. Men kiest uiteraard de meest beloftevolle bomen, met een rechte, takvrije stam en een goede groei. Dit zijn de zogenaamde supervitalen. Ongewenste supervitalen of “wolven” worden geknakt of geringd. Deze bomen bedreigen door hun snelle groei de toekomstbomen maar hebben zelf niet de gewenste vorm. Ze worden niet verwijderd, want door de verhoogde lichtinval zouden de goede supervitalen dan lage takken kunnen ontwikkelen, wat niet de bedoeling is.

In QD-bosbouw wordt gestreefd naar een takvrije stamlengte die niet meer dan 25 % van de totale verwachte hoogte van de

4
De QD-methode kent zijn oorsprong in RheinlandPfalz waar ze mooie resultaten oplevert. De verschillende ontwikkelingsfasen van de QD-toekomstboom.

daarmee?

boom bedraagt. De uitverkoren bomen houdt men nauwlettend in de gaten: het is namelijk van groot belang om het omslagpunt tijdig vast te stellen en actie te ondernemen. Wanneer dit punt bereikt is, start de dimensioneringsfase. De toekomstbomen worden dan vrijgesteld zodat hun kroon zich optimaal kan ontwikkelen. Dit heeft dan weer een directe positieve invloed op de diktegroei van de stam.

Het omslagpunt hangt af van de groeidynamiek van de boomsoort. Voor ratelpopulier kan dat al na 9 jaar zijn, voor berk na 12 à 15 jaar, voor grove den en esdoorn 18 tot 22 jaar en voor eik en douglas pas na 25 of 30 jaar. Het is op deze leeftijd dat

de boom zijn maximale groeisnelheid bereikt. Dimensioneren mag dus zeker niet uitgesteld worden! Na de eerste vrijstelling moet de kroon heel zijn levensloop vrij gehouden worden van concurrentie, zodat hij niet naar boven kan opschuiven.

Zodra de boom 75 tot 80% van zijn eindhoogte heeft bereikt, spreken we van de rijpingsfase. De groeisnelheid gaat nu achteruit en de taksterfte vermindert, zelfs met concurrentie in de buurt. Het belangrijkste is om beschadigingen en ziektes te vermijden of te voorkomen. De boom kan stilaan geoogst worden. In de onderetage zal zich al een nieuwe generatie gevestigd hebben, zodat de toekomst is verzekerd.

De topkwaliteit van de stammen die met een doorgedreven QD-beheer bereikt kan worden, vraagt om een hoogwaardige toepassing en een aparte afzetmarkt. Het meest geschikt voor de verkoop zijn rondhoutveilingen zoals die in onze buurlanden bestaan.

Het Agentschap Natuur en Bos ging onlangs met vijf dikke stammen zomereik met FSC-certificaat naar een rondhoutveiling in de Lorraine, Frankrijk. De mooiste stam bracht daar maar liefst 728 €/m³ op. Er is dus wel degelijk een markt voor kwaliteitshout.

Stammen van topkwaliteit vragen een specifieke afzetmarkt

5
je

QD en Amerikaanse

Alternatieve bestrijding

De QD-methode is toepasbaar in ongeveer alle bosbestanden, ongeacht de leeftijd, grootte of samenstelling. Bovendien biedt het strikt toepassen van deze methode nog een onverwacht voordeel: Amerikaanse vogelkers blijkt plots zijn oorspronkelijke functie als verplegende soort weer te vervullen, waarvoor ze ooit werd geïntroduceerd.

Perceel 1:

Voor wie nu lichte paniekaanvallen zou krijgen, deze relativering: het gaat erom dat Amerikaanse vogelkers in bepaalde percelen gebruikt kan worden om de groei van de gewenste bomen te begeleiden. Dit zijn percelen zonder al te grote ecologische waarde, zonder open plekken of heide in de nabijheid én met vooral schaduwsoorten. Illustreren doen we dit aan de hand van een aantal con-

crete voorbeelden van op de studiedag ‘Van bospest tot bosboom’. Aanleiding van deze studiedag was het verschijnen van het gelijknamige boek, geschreven door Bart Nyssen, Jan den Ouden en Kris Verheyen.

Hier werden de dennen in de winter van 2012-2013 gekapt. Momenteel wordt de bodem bedekt door een tapijt van Amerikaanse vogelkers. Met een beetje moeite slagen we erin om 60 zaailingen van zomereik en hier en daar Amerikaanse eik en berk te onderscheiden. De opdracht is nu: niets doen tot de bomen wat groter zijn. Dit perceel bevindt zich volgens de QD-methode nog in de vestigingsfase.

Eventueel kunnen (zeker bij het ontbreken van inheemse soorten) hier en daar wat bomen bijgeplant worden. Meer dan 50 per hectare hoeven dit er echter niet te zijn, en gezien de grote onderlinge plantafstand, kan gekozen worden voor een grote variëteit aan soorten. In het ideale geval worden enkele bomen aangeplant met waardevol hout (eik, beuk), een paar met bodemverzorgende kwaliteiten (linde, esdoorn) en een paar uitgesproken pioniers (berk, lijsterbes) voor natuurlijke verjonging na de eindkap.

Perceel 2:

In dit perceel zijn de dennen twee jaar geleden gekapt. Het gevolg laat zich raden: ook hier een explosie van Amerikaanse vogelkers. Waar de meeste beheerders zouden wanhopen, vervolgens alles kappen en bespuiten met gif, ziet Sus Willems de voordelen van deze uitgangssituatie. Een besproeiing uitvoeren met glyfosaat doodt dan wel (een deel van) de Amerikaanse vogelkers, maar vooral de natuurlijke verjonging van berk en lijsterbes komt zo’n klap niet te boven. Bovendien is een totale bladbehandeling van een volledig perceel met een schadelijk product moeilijk te verantwoorden binnen een duurzaam bosbeheer.

Amerikaanse vogelkers biedt een aantal interessante voordelen: goed verteerbaar strooisel, windbescherming en wildbescherming. De soort creëert snel een bosklimaat en zorgt voor ‘gainage’, een korset van schaduw en beschutting rond de doelboom. Daardoor ontwikkelt die laatste een mooie, rechte en takvrije stam. Sus Willems beschouwt het hele bos als één kloemp: tussen de verjonging van Amerikaanse vogelkers heeft hij een 50-tal berken en lijsterbessen geselecteerd als toekomstboom. We zitten hier al in de kwalificeringsfase. In de onderetage zijn er zaailingen van zomereik aanwezig, die een constante aanvoer kennen dankzij een paar overstaande eiken. De vogelkersen rond een berk of lijsterbes worden geknikt of gekapt om de kroon van de doelsoort vrij te stellen. Meer hoeft er niet te gebeuren en volgens Willems volstaan op die manier twee halve dagen per jaar om volgens de QD-methode aan bosbouw te doen.

Perceel 3:

Hier is tot nu toe een soort nulbeheer gevoerd. De Amerikaanse vogelkersen in de kruinlaag beginnen door lichtgebrek tussen de grove dennen weg te kwijnen. Werkelijk interessante evoluties voltrekken zich in de onderetage. Amerikaanse vogelkers verjongt moeilijk onder soortgenoten en ruimt in dit perceel dus plaats voor meer schaduwtolerante soorten. Zonder enige vorm van beheer komt hier een nieuwe bosgeneratie tot stand bestaande uit beuk, hulst en taxus. Hier wordt het waardvolle bostype Subatlantisch zuurminnend beukenbos met hulst en taxus (Illice-Fagenion) gevormd zonder ingreep van de mens.

Uit deze voorbeelden blijkt dat een uitgangssituatie vol Amerikaanse vogelkers onder bepaalde omstandigheden toch nog tot goede resultaten kan leiden en dit met een minimum aan inspanning. Als vuistregel voor QD-beheer geldt: een uur werk per hectare per jaar!

6 QD? QUALIFIZIEREN DIMENSIONIEREN

vogelkers

Van bospest tot bosboom

In oktober 2013 organiseerde BOS+ in Herentals een studiedag over alternatieve beheersvormen van Amerikaanse vogelkers of Prunus serotina. Wat volgt is een kort verslag van de wandeling die georganiseerd werd door Sus Willems van het Agentschap voor Natuur en Bos en Bart Nyssen van de Bosgroep ZuidNederland.

De wandeling voert ons naar een op het eerste zicht weinig opmerkelijk bos. Het gaat om een privaat dennenbos met ondergroei van Amerikaanse vogelkers. Dit bos lijkt ecologisch oninteressant. Het bestaat hoofdzakelijk uit grove den en is omgeven door akkers. Door het het gebrek aan kwetsbare habitats in de buurt is het een geschikte plek om te experimenteren met alternatieve beheersvormen.

In het bos zijn naast elkaar drie percelen in verschillende levensstadia te onderscheiden. Deze ruimtelijke opvolging van

successiefasen maakt het bos tot een soort groene teletijdmachine. (zie kader)

Zou dit werken in OostVlaanderen?

De Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord overweegt om op een klein perceel met de QD-methode te experimenteren als alternatieve bestrijding van Amerikaanse vogelkers. Het gaat om een stukje bos van ongeveer een hectare groot dat deel uitmaakt van het Roosenbergcomplex in Waasmunster. Het bos in kwestie bestaat voor negentig procent uit Amerikaanse vogelkers, hier en daar aangevuld met wat zomereik, ruwe berk, tamme kastanje, lijsterbes en gewone esdoorn.

Waarom dit bos?

Het bosbestand vormt door een aantal redenen een ideaal testperceel. Het grenst langs de noord- en de zuidzijde aan open plekken waar begrazing met schapen voorzien is. In het westen be-

vindt zich een dicht en donker kastanjebestand, waar verjonging van Amerikaanse vogelkers uitgesloten is. Ten oosten tenslotte, ligt een privébos dat al vol staat met vogelkers. Het risico op verspreiding naar aangrenzende waardevolle percelen is dus minimaal, en er zijn geen kwetsbare vegetatietypes aanwezig die door de bospest bedreigd zouden worden.

De idee

In het beheerplan wordt voor dit bestand een kaalkap met natuurlijke verjonging voorzien. De hoop is hierbij gevestigd op een massale kolonisatie door berk, maar het valt te verwachten dat ook de Amerikaanse vogelkers zich sterk zal verjongen. In plaats van daartegen te vechten moeten we zoals bij judo de kracht van de tegenstander gebruiken om zelf te winnen. Amerikaanse vogel-

7
Amerikaanse vogelkers: van bospest tot bosboom? Volgroeide Amerikaanse vogelkers

kers is dan wel invasief, maar niet onoverwinnelijk en heeft bovendien niet alleen negatieve eigenschappen. We kunnen die positieve eigenschappen inzetten om de groei van de gewenste vegetatie te stimuleren. De vogelkers kan de andere zaailingen beschermen tegen wind, extreme temperaturen en vraat. Daarnaast zal ze de bodem verrijken met haar goed verteerbaar strooisel. We geven de Amerikaanse vogelkers dus terug de rol die haar in het begin werd toegekend, maar dit keer zonder de controle te verliezen!

De planning

Concreet is het plan om na de kaalkap een kijkje te nemen tussen de zaailingen, zoals eerder beschreven bij het verslag van de studiedag ‘Van bospest

tot bosboom’. De waardevolle soorten die we terugvinden, gaan we markeren, bijvoorbeeld door er een felgekleurde stok naast te plaatsen. Dit kunnen eiken, berken of lijsterbessen zijn, maar ook tamme kastanjes en gewone esdoorns zijn zeker interessant. Deze laatste twee soorten hebben een grotere concurrentiekracht en een hogere schaduwtolerantie dan de eerder genoemde soorten. Hiermee kunnen ze de groei van de Amerikaanse vogelkers makkelijker onderdrukken.

In de beginfase worden alle boompjes ongemoeid gelaten. Er worden geen zaailingen uitgetrokken en een bladbehandeling met glyfosaat is al helemaal uit den boze. De inheemse soorten moeten immers de kans krijgen om zich natuurlijk te verjongen.

In een tweede fase, ongeveer vanaf het tweede groeiseizoen, worden de gemerkte toekomstbomen (nog steeds makkelijk terug te vinden dankzij de felgekleurde stok) met een minimale inspanning vrijgesteld. Dit gebeurt simpelweg door de concurrerende vegetatie te breken. Wanneer planten gemaaid worden, schieten ze vaak met dubbele kracht weer uit. Bovendien worden de toekomstbomen dan blootgesteld aan weer en wind en maken ze meer kans op opgegeten te worden. Gebroken boompjes daarentegen blijven in leven maar moeten veel energie gebruiken om zich te herstellen. Hierdoor krijgen ze een groeiachterstand op de toekomstbomen maar blijven ze toch hun beschermende functie uitvoeren.

Naarmate de jaren vorderen en de kroonsluiting in zicht komt, kan overgegaan worden op dunningen volgens de QD-methode. Enkel de bomen die concurreren met het kleine aantal uitverkoren bomen wordt gekapt, de rest van het bos wordt ongemoeid gelaten. Met deze methode zou het mogelijk moeten zijn om in het huidige, door Amerikaanse vogelkers gedomineerde, bestand te komen tot een structuurrijk bos met kwaliteitsvolle toekomstbomen van de meest uiteenlopende soorten. Het extensieve beheer en de ruime tussenafstanden tussen de toekomstbomen maken het mogelijk om in één bestand zowel eiken, berken, esdoorns, als lijsterbessen als toekomstboom te beheren. De teelt van licht- en schaduwsoorten kan op die manier verzoend worden. En misschien komt zelfs een enkele Amerikaanse vogelkers ooit in aanmerking als toekomstboom…

8

Openingszet voor een nieuwe bos- en natuurwetgeving

Debestaande wetgeving over bos en natuur is een complex gegeven. Doordat er een apart Bosdecreet en Natuurdecreet bestaan, blijkt deze wetgeving bovendien vaak inefficiënt. De vraag naar een duidelijke en resultaatgerichte wetgeving drong zich op. Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) werkte de voorbije jaren aan het project ‘wetsintegratie’. Hierbij het de bedoeling om het het Bosdecreet en het Natuurdecreet om te vormen naar één allesomvattend decreet. Dit project vraagt bijzonder veel werk en de aanpassingen in de wetgeving verlopen dan ook stapsgewijs.

Op 25 april 2014 keurde het Vlaams Parlement het decreet tot wijziging van de regelgeving betreffende natuur en bos goed. Dit is een eerste én belangrijke stap in het traject van de wetsintegratie. Er wordt hiermee een nieuwe weg ingeslagen voor de bos- en natuurwetgeving. In dit artikel gaan we dieper in op enkele van de krachtlijnen uit het nieuwe decreet.

Meer uitleg bij enkele begrippen

Terreinen beheerd ten behoeve van het natuurbehoud

Het onderscheid tussen bos en natuur wordt niet langer gemaakt. Ook alle vroegere benamingen zoals bosreservaat, domeinbos, Vlaams natuurreservaat, … bestaan niet meer.

Zowel beboste terreinen als terreinen met open natuur worden samengebracht onder de noemer ‘terreinen beheerd ten behoeve van het natuurbehoud’. Verder in deze tekst verwijzen we hier kortweg naar met de term ‘natuurterrein’. Dit betekent uiteraard niet

dat een bos enkel nog een natuurfunctie heeft! Ook de andere functies blijven bestaan.

Geïntegreerd beheer ten behoeve van het natuurbehoud

In alle natuurterreinen wordt gestreefd naar een duurzaam beheer met een optimale invulling van de ecologische, de sociale en de economische functie. Dit binnen de draagkracht van een gebied. De verhouding tussen de functies

voor het behoud van biodiversiteit, 2/ het voeren van een gepast beheer voor de realisatie van natuurstreefbeelden en 3/de instandhouding van het natuurlijk milieu.

Economische functie

De economische functie van een natuurterrein houdt in dat een terrein beheerd wordt als een hernieuwbare, natuurlijke hulpbron. Die kan zowel grondstoffen als diensten leveren. Voor

wordt bepaald door de doelstellingen van de eigenaar, de terreincondities en de geldende beleidskaders (bijvoorbeeld al dan niet gelegen in het Vlaams Ecologisch Netwerk of in het NATURA 2000 netwerk). De criteria voor dit geintegreerd natuurbeheer zullen verder uitgewerkt worden in een besluit van de Vlaamse Regering.

Ecologische functie

De ecologische functie van een natuurterrein gaat onder meer over 1/de zorg

bossen gaat dat onder meer over de houtproductie, de jacht, de koolstofopslagcapaciteit, de mogelijkheden voor waterberging en waterwinning, verbetering van de luchtkwaliteit en zo verder.

Sociale functie

De sociale functie bestaat onder meer uit de toegankelijkheid van natuurterreinen voor recreatie, natuurbeleving en natuureducatie. De principiële toegankelijkheid voor voetgangers van wegen in natuurterreinen blijft bestaan

9

zoals dit in het bosdecreet stond. De beheerder van een privaat terrein kan dit echter altijd ontoegankelijk maken met een passende aanduiding. Ook het opmaken van een toegankelijkheidsregeling blijft mogelijk.

Natuurbeheerplannen

Vrijwilligheid voor de private natuurterreinen

Voor een terrein dat beheerd wordt ten behoeve van het natuurbehoud (zowel bos als open natuur), kan een natuurbeheerplan opgemaakt worden. Deze natuurbeheerplannen vervangen o.m. de vroegere bosbeheerplannen. Voor openbare natuurterreinen en natuurterreinen aangekocht met overheidsmiddelen is een natuurbeheerplan verplicht. Voor private eigenaars valt de verplichting voor opmaak van een beheerplan weg. Een goedgekeurd natuurbeheerplan is ook bindend voor de opeenvolgende beheerders.

Voor de Vlaamse Overheid houdt de goedkeuring van een natuurbeheerplan – behalve voor type 1, zie verder – een verbintenis in om de maatregelen die voor subsidiëring in aanmerking komen ook effectief te financieren. Een goedgekeurd natuurbeheerplan houdt voor de beheerder de verbintenis in om de maatregelen uit het beheerplan uit te voeren. Uiteraard voor zover de financieringsverbintenis wordt nageleefd. Het natuurbeheerplan is dan meteen ook de vergunning voor uitvoering van deze maatregelen.

Inhoud van een natuurbeheerplan

Een natuurbeheerplan kan opgemaakt worden door één terreinbeheerder of door een groep van beheerders. Een natuurbeheerplan heeft standaard een looptijd van 24 jaar waarbij om de zes jaar een evaluatiemoment door ANB wordt voorzien.

De inhoud van een natuurbeheerplan omvat:

- een beschrijving van de bestaande

toestand;

- een globaal kader voor de invulling van de ecologische, economische en sociale functie;

- beheerdoelstellingen;

- beheermaatregelen voor de realisatie van de doelstellingen;

- de manier waarop opvolging en evaluatie zal gebeuren.

Vier verschillende ambitieniveaus

Bij het opstellen van een natuurbeheerplan, beslist de eigenaar wat de doelstellingen zijn voor de verschillende functies die een natuurterrein kan hebben. Afhankelijk daarvan kunnen vier types terreinen onderscheiden worden:

- Terrein van type 1: het behoud van de aanwezige natuurkwaliteit staat centraal. Dit komt overeen met het ambitieniveau van het vroegere beperkte bosbeheerplan.

- Terrein van type 2 : het beheer heeft tot doel om een verhoogde natuurkwaliteit te bereiken. Dit betekent dat men over ten minste 25% van de oppervlakte ernaar streeft om minstens één natuurstreefbeeld te realiseren. Voor terreinen van type 2 worden ook doelstellingen geformuleerd voor de economische en sociale bosfunctie zonder de ecologische functie te verhinderen.

- Terrein van type 3 : het beheer heeft tot doel om de hoogste natuurkwaliteit te behouden of te ontwikkelen. Dit betekent dat over de volledige oppervlakte minstens één natuurstreefbeeld moet gerealiseerd worden. Andere functies kunnen invulling krijgen als ze de ecologische functie niet hinderen.

- Terrein van type 4 : dit is een terrein van type 3 dat erkend is als natuurreservaat. Deze erkenning kan onder een aantal voorwaarden. De voornaamste voorwaarde is dat er door de erkenning als natuurreservaat een

erfdienstbaarheid tot algemeen nut gevestigd wordt op het terrein.

Vanaf ambitieniveau type 2 geldt voor de sociale functie een minimale toegankelijkheid. Minimale toegankelijkheid houdt bijvoorbeeld in dat een terrein één of enkele keren per jaar of voor een bepaalde doelgroep toegankelijk kan zijn. Elk van de 4 ambitieniveaus voor natuurterreinen kan zowel door private als openbare beheerders nagestreefd worden. Bij de opmaak van een natuurbeheerplan voor private terreinen die in het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) of in het Natura 2000-netwerk gelegen zijn, zal minstens aan type 2 moeten voldaan zijn.

In voorkomend geval, zal het natuurbeheerplan ook in overeenstemming moeten zijn met de Instandhoudingsdoelstellingen (IHD) en de bepalingen uit de managementplannen hiervoor.

Goedkeuringsprocedure

De goedkeuringsprocedure is voorzien in twee stappen. In een eerste stap maakt de beheerder een verkennend gedeelte op dat wordt voorgelegd aan het

10

ANB. Hierin doet de beheerder ook een voorstel voor inventarisatie van het gebied. Na goedkeuring door ANB, kan het ontwerp natuurbeheerplan opgemaakt worden. Als dit ontwerp natuurbeheerplan ingediend wordt bij ANB, start de tweede stap in de procedure. Bij de natuurbeheerplannen vanaf type 2, is in de goedkeuringsprocedure een publieke consultatie voorzien. Een goedgekeurd natuurbeheerplan wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

Opheffing natuurbeheerplan en mogelijkheid tot overname van het beheer

Als het ANB vaststelt dat de beheerder van een terrein de maatregelen uit zijn natuurbeheerplan niet realiseert of andere maatregelen realiseert dan voorzien, dan kan het ANB het natuurbeheerplan opheffen. Dit gebeurt enkel als de realisatie van de doelstellingen in het gedrang komt en nadat het ANB de beheerder heeft gehoord.

Als hierdoor de realisatie van de Instandhoudingsdoelstellingen (IHD) in het gedrang komt, kan het ANB aan de Vlaamse Regering voorstellen dat ANB

het beheer van het terrein overneemt gedurende de resterende looptijd van het natuurbeheerplan. Dit kan enkel nadat de eigenaar werd gehoord en indien er geen andere beheerder het beheer van het terrein kan overnemen. De Vlaamse Regering beslist hierover nadat een nog aan te wijzen adviesinstantie werd gehoord.

In beide gevallen stopt het verlenen van eventuele subsidies en kunnen verleende subsidies zelfs geheel of gedeeltelijk teruggevorderd worden.

En de centen?

Het nieuwe decreet voorziet de mogelijkheid om subsidies te verlenen voor:

- de opmaak van een natuurbeheerplan voor terreinen van type 2, 3 of 4;

- de uitvoering van de beheer- en inrichtingsmaatregelen uit een natuurbeheerplan type 2, 3 of 4;

- de aankoop van gronden om ze te laten erkennen als natuurreservaat;

- de openstelling van een terrein met een goedgekeurd natuurbeheerplan.

De Vlaamse Regering zal de verdere spelregels bepalen over het verlenen van deze subsidies. Het is momenteel nog

niet duidelijk welke subsidiebedragen voorzien worden.

Hoe kan de private beheerder hiermee omgaan?

Om het nieuwe decreet toepasbaar te maken, moet de Vlaamse Regering nog enkele uitvoeringsbesluiten goedkeuren.

Dit gaat onder meer over :

- een besluit over de opmaak van de natuurbeheerplannen en erkenning van natuurreservaten

- een besluit over de subsidiëring

- een besluit over de criteria geïntegreerd natuurbeheer

Zolang deze besluiten niet door de Vlaamse Regering genomen worden, blijft de oude wetgeving nog van toepassing! De goedkeuring van deze besluiten wordt verwacht tegen medio 2015. Momenteel werkt ANB aan richtlijnen voor de private beheerders hoe kan verder gewerkt worden in de huidige overgangsperiode.

Voor meer info kan u steeds uw bosgroep contacteren.

11

Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord

Kwaliteitsverbetering van boshabitats in Realisaties met projectmiddelen van het ANB

Een gezamenlijk bosbeheerplan voor openbare en private bossen

In 2013 werd het bosbeheerplan voor het Drongengoed goedgekeurd. Dit is het grootse bos- en natuurcomplex van Oost-Vlaanderen. Twaalf private eigenaars – ondersteund door de bosgroep – maakten samen met het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) een gezamenlijk uitgebreid bosbeheerplan. Het leeuwendeel van dit bijna 500 hectare grote gebied is in handen van het ANB, maar ongeveer 90 hectare behoort toe aan verschillende private eigenaars. Omwille van zijn unieke natuurwaarde, maakt het Drongengoedcomplex deel uit van het Europese Natura 2000 netwerk. Daarom zijn in het bosbeheerplan heel wat maatregelen voorzien om de natuurwaarden te behouden en te versterken.

Projectmiddelen van het ANB

Om te zorgen dat de voorziene natuurmaatregelen ook uitgevoerd konden

worden, diende Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord een ‘Quick win’ project in bij het Agentschap voor Natuur en Bos. Via dit project kreeg de bosgroep subsidies voor de uitvoering van concrete maatregelen in de private bossen die het vooropgestelde streefdoel dichterbij brengen.

Die maatregelen waren allemaal zogenaamde ‘onrendabele werken’. Voor de eigenaar bieden ze geen economische meerwaarde, maar ze hebben wel een belangrijke impact op de ecologische of cultuurhistorische waarde van het gebied.

Bestrijding van Amerikaanse vogelkers

In een deel van de private bosbestanden in het Drongengoed, is Amerikaanse vogelkers prominent aanwezig. Deze exotische boomsoort kan zich op sommige plaatsen erg invasief gedragen en zo de inheemse vegetatie verdringen. Met de middelen van het Quick Win project werd hij afgelopen winter in 14 ha bos bestreden. Zaailingen werden uitgetrokken en dikkere struiken afgezaagd en

ingestreken met glyfosaat. De moederbomen werden behandeld via de hak- en spuitmethode. Waar de Amerikaanse vogelkers bestreden werd, ontstaan er nu weer nieuwe kansen voor de inheemse vegetatie. Soorten zoals lijsterbes, sporkehout, hazelaar maar ook berk en eik kunnen hierdoor opnieuw verjongen. Op termijn zal dit leiden tot meer gemengde en structuurrijke bossen.

Bosrandbeheer

Samen met de eigenaars, werkte de bosgroep ook aan bosrandbeheer. Mooi ontwikkelde bosranden met inheemse

12
Bestrijding van de Amerikaanse vogelkers met de hak- en spuitmethode Het Drongengoed is een prachtig gebied met unieke natuurwaarde

Dauwtrip in het Heidebos

Op zondag 13 april ging de wekker in een aantal slaapkamers uitzonderlijk vroeg af. Want die dag organiseerde de bosgroep een gegidste wandeling in het Heidebos, een prachtig natuurgebied op de grens van Wachtebeke en Moerbeke.

het Drongengoedbos

boom- en struiksoorten bieden immers een grote ecologische meerwaarde. In het kader van dit project werd een verwaarloosd gaspeldoornstruweel opnieuw vrijgesteld. Deze stekelige struik is een typische soort van zandige heidegebieden en wordt steeds zeldzamer. De bosrand werd dichter en donkerder, waardoor de lichtminnende gaspeldoorn wegkwijnde. De werken geven de gaspeldoornstruiken aanzienlijk meer licht en laten ze mooier uitgroeien en in bloei komen. Hopelijk kan de struik zich daarna lokaal uitbreiden.

Maaien van open plekken

Een andere maatregel om tot een meer structuurrijk bos te komen is het behoud en beheer van kleine open plekken in het bos. Op deze open plekken kunnen andere kruidachtige planten groeien en komen ook veel insecten en vlinders voor. Via dit project werd een verruigd stukje heischraal grasland terug open gemaakt. De typische soorten voor dergelijk heischraal grasland –zoals liggend herts-

hooi, pilzegge en tormentil – waren door de bramen en de spontane boomopslag van berk verdwenen. De bramen en de boomopslag van berken en Amerikaanse vogelkers werden gemaaid. Door het wegvallen van de concurrentie en het verhogen van de lichtinval zullen de typische graslandsoorten zich opnieuw kunnen vestigen.

Een prachtig gebied : ontdek het ook!

Naast de hierboven beschreven natuurbeheermaatregelen, zijn de eigenaars in het Drongengoed ook bezig met reguliere bosbeheerwerken zoals dunningen. Dit gecoördineerde beheer komt de bossen absoluut ten goede. Het Drongengoed is een prachtig gebied : ga zelf maar eens op ontdekking!

Om zeven uur ‘s ochtends startte de wandeling onder leiding van Natuurpuntconservator Daniël Acke. De route bracht ons langs de meest diverse plekjes, en overal wist de gids wel iets te vertellen. Van de geschiedenis van de oude landingsbaan, over de baltsvlucht van de boompieper tot de begrazing met galloways: alles kwam aan bod. Gelukkig was er ook tijd om al die informatie te laten bezinken met een heerlijk ontbijt in de ochtendzon. De boshut midden in het gebied was daarvoor de ideale locatie. Het was het vroege opstaan zeker waard!

Dienst Milieubeleidsplanning

Woodrow Wilsonplein 2

9000 Gent

Tel. 09/267 78 60

bosgroepnoord@oost-vlaanderen.be

Coördinator: Sylvie Mussche

13
Wenst u ons te contacteren ? Bosgroep oost-Vlaanderen noord VzW Bloeiende gaspeldoorn

Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender

Algemene Ledenvergadering

Op 26 april verzamelden een 75-tal leden en sympathisanten van de Bosgroep voor de jaarlijkse ledenvergadering in ‘De Koetse’ in Kluisbergen. Het officiële gedeelte van de Algemene Vergadering begon met een hartelijke verwelkoming van gedeputeerde Dauwe en nadien werd het activiteitenverslag en de planning voor 2014 toegelicht. Aansluitend zijn de jaarrekening van 2013 en de begroting voor 2014 besproken. Daarna verleende de Algemene Vergadering kwijting aan de Raad van Bestuur. Van de acht bestuurders liep het mandaat dit jaar af en zes lieten weten dat ze zich blijven willen engageren in de Raad van Bestuur. De Algemene Vergadering verlengde daarop hun mandaat en stelde bijkomend twee nieuwe bestuurders

aan: privé-boseigenaar Marc De Bock en Wouter Stockman als afgevaardigde van de stad Ronse. De uittredende bestuurder, aanwezig op de Algemene Vergadering, Jan Van Huffel werd gehuldigd voor zijn belangeloze inzet voor de Bosgroep. Jan was er al bij van bij de start van de vereniging, ruim 12 jaar geleden!

Dan was het tijd voor een deugddoende lentewandeling richting Elenebos, op de grens van Nukerke, Zulzeke en Melden. Thomas Vanderbeke en zijn vader Georges beheren daar een prachtig bosdomein en heetten de groep van harte welkom. Acht jaar geleden vormden ze een begraasde populierenaanplant om tot een gemengd loofbos op basis van zomereik en beuk aangevuld met onder andere haagbeuk en boskers. Op de helling komen talrijke bronnen voor en op de vochtige delen werd er zwarte els en es aangeplant. Deze laatste soort heeft –zoals op zoveel plaatsen in de Vlaamse Ardennen- echter sterk te lijden onder de essenziekte. Een bosrand met oa gelderse roos, rode kornoelje en meidoorn zorgt voor een mooie geleidelijke overgang naar de aanpalende weilanden. Ook een poel is in het gebied aan-

gelegd en het kalkhoudend bronwater zorgt voor typische kalkafzettingen op de plantenresten in de bedding (zogenaamde. kalktufbron). In het bos worden de mooiste bomen (de toekomstbomen) opgesnoeid zodat ook de houtproductie van het bos op termijn gegarandeerd is. Dankzij dit geïntegreerd beheer zal dit bosgebied zich kunnen ontwikkelen tot een waardevolle biotoop waar ook aandacht is voor duurzame houtproductie. Het bos maakt ook deel uit van het netwerk van Europees beschermde natuuren bosgebieden.

14
Bedankt Jan !
Van graasweide tot waardevolle biotoop of hoe privé-eigenaars de Natura 2000-gebieden mee vorm geven Een hartelijke ontvangst door Thomas en Georges

Habitatherstel: een praktijkvoorbeeld

Inde Europees beschermde gebieden, de zogenaamde Natura-2000 gebieden, is het nodig inspanningen te leveren om de aanwezige biodiversiteit te behouden en niet verder te laten achteruit gaan. Daarvoor moeten bostypes, waar onze inheemse fauna en flora zich minder goed thuis voelt, een aangepast beheer krijgen. Deze winter ondersteunde de bosgroep een privé-eigenaar om een zo’n herstelbeheer te realiseren.

Het gaat om een bestand met lorken in de omgeving van het Muziekbos. Het bos is bijna 5 ha groot en werd een vijftigtal jaar geleden aangeplant. De voorbije decennia was er weinig of geen beheer meer. De bomen zijn daardoor zeer slank opgeschoten en dunnen, om zo waardevol zaaghout te produceren, was geen optie. Het risico op uitwaaien of ombuigen van de overblijvende bomen is in dat geval te groot. Daarom werd besloten om een eindkap van alle bomen uit te voeren. Om de impact te beperken werd gekozen om het bos in twee fasen te kappen met een tussenperiode van enkele jaren.

Ondertussen is de eerste fase afgerond en is dus ongeveer de helft van het bos gekapt. Voldoende dikke bomen zullen gebruikt worden voor duurzame toepassingen als zaaghout of multiplexlaten. Het resthout en de takken kunnen verchipt worden voor biobrandstof.

Dit voorjaar werd het bos heraangeplant met 5000 nieuwe bomen met een bewuste keuze voor standplaatsgeschikte soorten zoals beuk en zomereik. Deze werden aangevuld met groepjes boskers, haagbeuk en lijsterbes en een bosrand van meidoorn, rode kornoelje en gelderse roos om zo de ontwikkeling van biodiversiteit alle kansen te geven. Onder de aangeplante boomsoorten zal de typische bosflora weer alle kansen krijgen. De salomonszegel en de wilde boshyacint, die hier en daar nog sporadisch op het perceel aanwezig zijn, zullen zich de komende decennia terug kunnen ontwikkelen. En als alles goed gaat zullen onze kleinkinderen er kunnen genieten van een prachtig volgroeid beukenbos op een tapijt van ‘blauwe kouskes’.

Vele privébossen worden al lang op een duurzame manier beheerd. Dit voorbeeld toont aan dat zij, met goede technische en financiële ondersteuning, ook in de toekomst een belangrijke rol kunnen blijven spelen om onze natuurwaarden helpen te beschermen.

Veemarkt 27 - 9600 Ronse

Tel. 055/21 62 80

vlaamseardennen@bosgroep.be

Coördinator: Hans Scheirlinck

15
Bosgroep Vlaamse ardennen tot dender VzW
Wenst u ons te contacteren ?
Een dichte, donkere naaldboomaanplanting maakt een rijk bosleven onmogelijk. De pas aangeplante beukjes staan al mooi in blad Boshyacint en salomonszegel zijn typische planten van deze streek.

Bosgroep Midden Oost-Vlaanderen

Een beheerplan voor 82 ha in de Serskampse bossen

De bosgroep ontwikkelde in samenwerking met het studiebureau Landmax bvba een uitgebreid bosbeheerplan voor het boscomplex Serskampse bossen, gelegen in de gemeenten Wetteren, Wichelen en Lede. Acht privé-eigenaars nemen deel aan dit plan en een groot gedeelte van het bos is gelegen in het Europees beschermde habitatrichtlijngebied ‘Bossen van het zuidoosten van de Zandleemstreek’. 5 tot 15 % van de totale bosoppervlakte krijgt daarom

een beheer gericht op natuurontwikkeling. De komende 20 jaar zullen de natuurwaarde en houtproductie van het gebied beter op elkaar afgestemd worden. Zo evolueren enkele grotere bosdelen naar goed ontwikkelde boshabitats, waarnaast ook houtwinning mogelijk blijft. De kleinere, geïsoleerde bossen in het landschap vormen dan de ecologische verbinding tussen deze grotere complexen. Tijdens een consultatiewandeling, die startte aan het

Sparrenhof kregen de geïnteresseerden meer informatie over het beheer van deze bossen.

Op verschillende plaatsen vormt Amerikaanse eik als exotische soort een knelpunt. Door te voorkomen dat de bomen zaad vormen kan dit binnen de perken blijven zonder echt te moeten bestrijden. Het beheer is gericht op het tijdig afzetten van de hakhoutstoven en het verwijderen van zaadbomen tijdens dunningen.

De meeste plant- en diersoorten profiteren van meer variatie in een bos. Dit wordt mogelijk gemaakt door bosranden en kleine open plekken te creëren. De boomlaag zelf krijgt ook meer variatie door oude bomen te behouden en op sommige locaties hakhoutbeheer toe te passen. Ook poelen komen voor. De bestaande worden behouden en ook aanleg van bijkomende poelen is voorzien.

Poelenplan Merelbeke

De gemeente Merelbeke heeft enkele topgebieden met een hoge recreatieve en ecologische waarde. Vooral voor amfibieën zoals salamanders is de gemeente een hotspot. Er is daarom een poelenplan die de bestaande poelen in kaart heeft gebracht en beheermaatregelen voorstelt. Ook de aanleg van nieuwe poelen krijgt stimulansen onder meer in bossen van particulieren. De gemeente staat daarbij volledig in voor de vergunning, de aanleg en het onderhoud. Heb je interesse en wil je een deel van je bos ter beschikking stellen? Neem dan contact op met de milieudienst via 09 210 32 70 of milieu@merelbeke.gov.be.

Coördinator: Klaartje Van Loy

16
Dood hout herbergt heel wat leven en vergroot de variatie in het bos.
VzW Tel. 09/267 78 60 bosgroepmidden@oost-vlaanderen.be
Massaal veel zaailingen van Amerikaanse eik beperken de verjonging van andere soorten. Behoud van dit soort poelen is nodig om de aanwezige amfibieën en waterinsecten te beschermen.

Wil je bebossen?

Maak tijdig werk van je vergunning en subsidiedossier!

Bosuitbreiding is een must in onze bosarme regio. Jaarlijks ondersteunt ook jouw bosgroep eigenaars die landbouwof andere gronden (her)bebossen. Vaak kan hiervoor subsidie verkregen worden en ook een vergunning kan nodig zijn. Deze procedures vragen echter de nodige tijd. Heb je dus plannen om te (her) bebossen of kun je nog hulp gebruiken bij een bebossingsdossier of het verkrijgen van een vergunning, meld je dan nog voor de zomer bij je bosgroep.

Het Agentschap voor Natuur en Bos werkt momenteel aan een digitale marktplaats waar mensen die ontbossen, partijen kunnen vinden die te bebossen gronden aanbieden. Op deze manier worden vraag en aanbod samengebracht. Meer nieuws volgt binnenkort.

BOSWEETJES

Verzekering Toegankelijkheid voor privébeheerders van bos

Jong en oud, sportfanaten en slenteraars, te voet en te fiets … Velen kiezen bossen en natuurreservaten voor een heerlijk dagje uit. Maar wat als er iets misloopt? Wie is dan aansprakelijk? Zowel openbare als privébeheerders van Vlaamse bossen zijn verzekerd voor (lichamelijke en materiële) schade aan recreanten die op een normale, wettelijk toegelaten manier gebruik maken van de toegankelijke eigendommen. Vanaf 1 januari geldt dat ook voor Vlaamse en erkende natuurreservaten. Deze verzekering is een belangrijk instrument van het Agentschap om privé-eigenaars te stimuleren hun terreinen open te stellen voor recreatie. De polis komt enkel tussen bij gebrek aan of na tussenkomst van de verzekering van de eigenaars. Schade veroorzaakt door dieren is ook gedekt, net als schade aan recreanten als gevolg van werken uitgevoerd door aangestelden van de beheerder of vrijwilligers. De

verzekering dekt geen schade door een jachtongeval of schade bij de organisatie van wedstrijden of door gebruik van motorrijtuigen. De verzekeringspolis werd onlangs opnieuw aanbesteed en wordt beheerd door Ethias Verzekeringen. Meer informatie vind je op www.natuurenbos.be/verzekering_ANB

Aardgasleiding onder uw bos? Opgelet

bij werken!

Boswerkzaamheden zoals kappingen en aanplanten kunnen risico’s inhouden voor de transportleidingen van aardgas in nabijheid van het bos. Fluxys Belgium is eigenaar van dit ondergronds transportnetwerk en garandeert de veiligheid ervan. De wetgever verplicht iedereen die werken wil uitvoeren om vooraf contact op te nemen met Fluxys om beschadiging te vermijden. Wil je dus werken uitvoeren in het bos en ligt er een leiding in de buurt? Contacteer dan eerst Fluxys via infoworks@fluxys.be of bel 0800 94 144.

17

Ecologische bosbeheer in Europees

InVlaanderen vallen vele bostypes onder de habitatrichtlijn van Europa. Het gaat om heel verschillende soorten bossen van oud eiken-berkenbos op arme zandgronden tot vallei- en bronbossen. Wil je meer weten over deze verschillende bossen types dan kan je de website www. ecopedia.be bezoeken. Daar vind je onder www.ecopedia.be/europees_beschermde_ natuur/bossen een beschrijving van alle Europees beschermde bostypes met een opsomming van de kenmerkende en indicatieve soorten. Die laatste groep kan je gebruiken om het type te herkennen.

Belangrijke aandachtspunten

Het natuurbeleid in Vlaanderen heeft als doel de Europees beschermde bostypes in goede ecologische staat te houden of te brengen. Maar wat is een goede ecologische staat? Voor elk type van natuur is deze omschrijving anders. Maar bij bossen zijn er over de verschillende types heen een aantal terugkerende aandachtspunten. Een ecologisch bosbeheer heeft aandacht voor:

- een goede gevarieerde horizontale structuur

- een goede ontwikkeling van boom-, struik-, kruid- en moslaag

- voldoende dood hout

- voldoende dikke en oude bomen

- typische inheemse boomsoorten in de boomlaag

- aanwezigheid van kenmerkende soorten in de kruidlaag

- afwezigheid van exoten en verstoringssoorten

- aandacht voor waardevolle open plekken

- ontwikkeling van goede bosranden.

In wat volgt gaan we dieper in op enkele van deze maatregelen.

Gevarieerde horizontale structuur en typische boomsoorten

Vele bossen hebben een homogene boomlaag wat leeftijd en boomsoort betreft en daardoor een gebrek aan variatie. Dit kan doorbroken worden door kleinere kapvlaktes (minder dan 1 ha) en groepsgewijze verjonging. Bij voorkeur kap je dus niet langer meer bestand per bestand, maar in kleinere groepen. Zo ontstaan er verspreid over het bos kleine vlekken die verschillen in leeftijd. Samen met een voldoende menging van soor-

ten is dit de beste garantie om een gevarieerde structuur te bekomen. Bij dunningen is het van belang te waken over voldoende menging in de boomsoorten. Bij de aanplanting is standplaatsgeschikt materiaal van het juiste bostype aangewezen. Bijvoorbeeld voor de Eiken-Beukenbossen op zure bodems zijn dit beuk, zomereik, wintereik, gewone esdoorn, ruwe berk, haagbeuk en lijsterbes.

Een goed ontwikkelde verticale structuur en typische kruidlaag

Naast een gevarieerde opbouw van de boomlaag streef je naar een goede ont-

18
Bosanemonen in de kruidlaag

beschermde bostypes

wikkeling van de struik- en kruidlaag. Door voldoende te dunnen en te zorgen voor een ijler bovenscherm, neemt de boomlaag niet alle licht weg.

De manier waarop gedund wordt, heeft ook zijn invloed. Neem nu een doorgedreven dunning waarbij een beperkt aantal bomen per hectare (bijvoorbeeld 40 bomen) stevig vrijgezet worden. Hoe stevig, hangt van de boomsoort af. In de tussenzones wordt niet gedund. Naast een groter verschil in dikke en dunne bomen, krijg je zo ook meer licht tot op de kruid- en struiklaag in het bos. Je krijgt zo meer variatie met lichtrijke en donkere plaatsjes.

Ten slotte moet de aanwezige kruidlaag bestaan uit kenmerkende kruiden. Dit laatste is niet zo eenvoudig en ook niet altijd op te lossen met beheermaatregelen. Verzuring en vermesting zorgen namelijk voor de aanwezigheid van verruigingssoorten zoals bramen en stekelvarens.

Voldoende dood hout en dikke oude bomen

Dood hout is belangrijk voor heel wat soorten zoals paddenstoelen, kevers en spechten. Daarom streef je bij eco-

logisch bosbeheer naar minstens 4 % dood hout (in verhouding tot de totale houtige biomassa in het bos). Niet alleen de hoeveelheid is van belang maar ook de variatie in dood hout. Zowel dun als dik dood hout is nodig. Vaak ontbreekt echter het dik dood hout. Dood hout zit trouwens ook al in oude bomen. Je kan het alleen krijgen als je in het bos bomen bewust ‘opzij’ zet voor de natuur. Het kunnen bomen zijn met al vele holtes of merkwaardige bomen die je wilt laten staan. Wanneer je een groot bos hebt, kan je werken met verouderingseilanden. Dit zijn groepen van bomen die je niet meer oogst en oud laat worden. We spreken van dikke bomen als de omtrek groter is dan 250 cm. Wil je onmiddellijk iets doen aan het percentage dood hout, dan kan je een aantal bomen ringen. Daarmee los je echter nog niet alles op. Deze bomen sterven vrij vlug, maar kunnen wel niet meer verder oud worden.

Open plekken

Naast het bos is er ook aandacht nodig voor de meer open biotopen. Dit zijn de open plekken en bosranden. Open plekken kunnen ontstaan als een eindkap plaatsvindt. In grotere bossen heb je zo altijd open plekken, omdat elk jaar wel ergens een eindkap gebeurt. Daarom is het belangrijk om te streven naar grote boscomplexen. Open plekken door een eindkap zijn echter tijdelijk want na een tijd groeien ze terug dicht of worden ze beplant.

Ook permanente open plekken zijn zeer waardevol. Die vragen wel een aangepast beheer (meestal is dit een maai- of begrazingsbeheer) en dus ook meer inspanningen. Daarom leg je ze best op

een locatie met een belangrijke ecologische waarde, zoals een stuk met goede kansen voor soortenrijk grasland of voor heideontwikkeling.

Bosranden

Een bruuske overgang tussen het bos en een andere biotoop of weg komt veel voor. De aanleg van ecologisch interessante bosranden is daarom een grote meerwaarde voor de biodiversiteit. Wanneer er voldoende plaats voor is tenminste, want een goed ontwikkelde bosrand met een mantel (struweel) en zoom (ruigte) heeft best een breedte minstens één boomhoogte. Bosranden hebben een aangepast beheer nodig. Zo moet de mantel een struweel blijven, dit kan via hakhoutbeheer. De zoom moet je elke twee tot drie jaar maaien. Zowel het hakhout- als het maaibeheer doe je best in fasen, zodat planten en dieren de meeste overlevingskansen hebben.

19 19
Dit artikel werd geschreven door Wim Massant – Inverde Verschillende soorten vleermuizen hebben baat bij ecologisch bosbeheer. Dood hout brengt leven in een bos

HET B O S CULINAIR

Demeeste planten uit onze streken zijn eetbaar en zijn dus bruikbaar in de keuken. Maar ook topchefs gaan meer en meer back to basics en gebruiken meer pure en seizoensgebonden ingrediënten recht uit de natuur. Naast een bos heb jij mogelijk dus ook een extra voorraadkamer, vol met lekkers. In deze rubriek stellen we enkele recepten voor waarmee je, na een flinke pluk-wandeling, zelf kan experimenteren.

Brandnetels vind je meestal overal (en meer dan je lief is). Ze zouden ook gezond zijn en zuiverend werken. Waar brandnetels groeien vind je trouwens vaak ook hondsdraf. Deze kruidige plant heeft paarse bloemen en bloeit van maart tot juni. Beiden kan je gebruiken in dit originele recept:

Pesto van brandnetel en hondsdraf

Wat heb je nodig?

- 100 gram brandneteltoppen (de eerste 6 blaadjes van brandnetels)

- 50 gram hondsdraf

- 50 gram pistache pitten (of vervangen door pijnboompitten)

- 50 gram witte hazelnoten (of vervangen door pijnboompitten of walnoten)

- 1 teentje knoflook

- olijfolie (ongeveer 80 ml)

- peper en zout

- parmezaanse kaas (optioneel)

Hoe maak je het?

Pluk de brandnetelkoppen (met handschoenen!) en hondsdraf maar best niet naast een drukke baan of op een plaats

waar kan gespoten zijn. Was ze grondig met koud water. Voeg eventueel een beetje zout toe tegen ongedierte.

Snij de brandneteltoppen (gebruik nog steeds handschoenen!) en hondsdraf fijn. Gooi de brandnetels, hondsdraf, de nootjes, knoflook en olijfolie in de keukenrobot en mix alles fijn. Breng op smaak met peper en zout en voeg er naar eigen smaak wat gemalen Parmezaanse kaas aan toe. Garneer de pesto feestelijk met de paarse bloempjes van de hondsdraf.

Tip: lekker bij pasta met zongedroogde tomaatjes of op toast!

Tip: Heeft de brandnetel toch geprikt? Met de hondsdraf kun je de jeuk verzachten.

Je kan de pesto tot 2 weken in de koelkast bewaren met een laagje olie over (zodat er geen zuurstof bij kan komen). De restjes invriezen kan ook.

Nog wat brandnetels over?

Brandnetel-smoothie

Neem een flinke handvol brandneteltoppen, een banaan en een geschilde en in stukken gesneden sinaasappel. Maak dit alles fijn in de keukenmachine of mix het met de staafmixer tot je een dikvloeibare smoothie hebt. Drink het langzaam op met kleine slokken. Gezondheid!

Heb je zelf ook een succesrecept met ingrediënten uit het bos?

Laat het ons zeker weten!

20
Hondsdraf kun je herkennen aan de paarse bloemen en niervormige blaadjes. Pluk enkel de toppen van de brandnetels.

B O SW OO RDR AAD SE L

In deze rubriek testen we jullie kennis over bos en natuur! Voor de aandachtige lezer van de Bosbode zouden deze vragen geen probleem mogen zijn…

verticaal

1. kleine verjongingsgroepen in QD-bosbouw

2. totaalherbicide, vaak gebruikt in vogelkersbestrijding

3. latijnse soortnaam van amerikaanse vogelkers

4. vliegend zoogdier dat van bossen houdt

7. startplaats van de consultatiewandeling van MOV

horizontaal

5. locatie algemene vergadering BON

6. verzekering ANB geldt vanaf 1 januari ook in...

8. laatste fase in het QD-beheer

9. met deze plant kan je pesto maken

10. ongewenste boom in QD-bosbouw

21
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Cursusaanbod 2014

Jaarlijks organiseren de drie Oost-Vlaamse bosgroepen tal van interessante cursussen die vlug volzet zijn. Dat is ook dit jaar niet anders, er zijn nog maar enkele plaatsjes vrij.

Heb je je kans gemist maar wil je er volgend jaar zeker bij zijn? Of wil je gecontacteerd worden als er annulaties zijn? Plaats je dan op de wachtlijst door te bellen of e-mailen naar je bosgroep. Hieronder vind je een overzicht van alle aangeboden cursussen.

Nog mogelijk om iN te schrijveN voor:

Kettingzaaggebruik: ECS 2 – Basisveltechnieken (max. 6 deelnemers)

Tijdens deze tweedaagse opleiding leer je de basisveltechnieken aan om kleine (diameter < 40 cm) en hellende bomen te vellen en op te werken

Voorkennis ? ECS 1

Wanneer ? Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord Vrijdag 3 en zaterdag 4 oktober 2014

Waar? in het werkingsgebied van de organiserende bosgroep. De exacte locatie wordt later meegedeeld.

Kostprijs? Boseigenaars die lid zijn: € 30, overige deelnemers: € 120

Inschrijven? Neem contact op met bosgroep Oost-Vlaanderen Noord

Zelf brandhout maken (max. 10 deelnemers)

Tijdens deze cursus leer je alle stappen die komen kijken bij het klaarmaken van brandhout, van het verzagen van de boom tot het stapelen van de bruikbare stukken brandhout.

Voorkennis ? Voor deze opleiding is geen voorkennis vereist Wanneer ? Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender

Vrijdag 12 september 2014

Waar? in het werkingsgebied van de organiserende bosgroep.

De exacte locatie wordt later meegedeeld.

Kostprijs? Boseigenaars die lid zijn: € 15, overige deelnemers: € 80

Inschrijven? Neem contact op met bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender

Begeleidingssnoei van jonge bomen (max. 10 deelnemers)

Iemand die bomen heeft staan of bomen beheert, weet dat je soms een aantal takken best verwijdert. Maar is snoeien wel altijd echt nodig? En doen we het op een goede manier? En wanneer is het beste tijdstip om te snoeien? Op al deze vragen krijg je in deze cursus een antwoord.

Voorkennis ? Eventuele voorkennis van boomsoorten is mooi meegenomen, maar niet noodzakelijk.

Wanneer ? Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender

17 oktober 2014

Waar? in het werkingsgebied van de organiserende bosgroep. De exacte locatie wordt later meegedeeld. Kostprijs? Boseigenaars die lid zijn: € 15, overige deelnemers: € 80

Inschrijven? Neem contact op met bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender

Deze cursusseN zijN volzet, maar je kaN je wel op De wachtlijst plaatseN:

Kettingzaaggebruik: ECS 1 – onderhoud en afkorttechnieken

Tijdens deze tweedaagse opleiding maak je kennis met de kettingzaag in al haar facetten, zowel wat betreft onderdelen en werking, als onderhoud en gebruik. Je leert hout met beperkte doorsnede afkorten en hoe je hulpmiddelen veilig gebruikt bij het manipuleren en stapelen van hout.

Voorkennis ? Geen voorkennis vereist

Wanneer ? Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord

Vrijdag 5 en zaterdag 6 september 2014

Bosgroep Midden Oost-Vlaanderen

Vrijdag 17 en zaterdag 18 oktober 2014

22

Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender

Vrijdag 26 en zaterdag 27 september 2014

Waar? in het werkingsgebied van de organiserende bosgroep. De exacte locatie wordt later meegedeeld.

Kostprijs? Boseigenaars die lid zijn: € 30, overige deelnemers: € 120

Kettingzaaggebruik: ECS 2 – Basisveltechnieken

Tijdens deze tweedaagse opleiding leer je de basisveltechnieken aan om kleine (diameter < 40 cm) en hellende bomen te vellen en op te werken

Voorkennis ? ECS 1

Wanneer ? Bosgroep Midden Oost-Vlaanderen

Vrijdag 24 en zaterdag 25 oktober 2014

Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord

Vrijdag 3 en zaterdag 4 oktober 2014

Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender

Vrijdag 24 en zaterdag 25 oktober 2014

Waar? in het werkingsgebied van de organiserende bosgroep. De exacte locatie wordt later meegedeeld.

Kostprijs? Boseigenaars die lid zijn: € 30, overige deelnemers: € 120

Kettingzaaggebruik: ECS 3 – Gevorderde veltechnieken

Deze opleiding richt zich tot de meer ervaren kettingzaaggebruiker die de basistechnieken lichte vellingen perfect onder de knie heeft.

Tijdens deze cursus leer je middelgrote en grote bomen (diameter > 40 cm) vellen aan de hand van gevorderde technieken, grotere takken verwijderen en werken met geschikt handliermateriaal

Voorkennis ? ECS 1 + ECS 2

Wanneer ? Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord

Vrijdag 10 en zaterdag 11 oktober 2014

Bosgroep Midden Oost-Vlaanderen

Vrijdag 28 en zaterdag 29 november 2014

Waar? in het werkingsgebied van de organiserende bosgroep. De exacte locatie wordt later meegedeeld. Kostprijs? Boseigenaars die lid zijn: € 30, overige deelnemers: € 120

Kettingzaag: Liggend hout onder spanning (LHOS)

Tijdens deze eendaagse cursus leer je op een veilige, ergonomische en efficiënte manier omgaan met hout onder spanning. Dit voornamelijk voor het opwerken van kruinhout, stormschade en

wegen vrij te maken van omgewaaide bomen. De aangeleerde technieken zijn zeer nuttig voor het onttakken van gevelde bomen. Ook het werken met de Tophendel kettingzaag komt aan bod.

Voorkennis ? ECS 1

Wanneer ? Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord

Zaterdag 22 november 2014

Waar? in het werkingsgebied van de organiserende bosgroep. De exacte locatie wordt later meegedeeld.

Kostprijs? Boseigenaars die lid zijn: € 15, overige deelnemers: € 90

Kettingzaaggebruik: ECS 4 – Windval en beschadigde bomen

Deze opleiding richt zich tot de meer ervaren kettingzaaggebruiker die goed vertrouwd is met het vellen van bomen die dikker zijn dan de lengte van het zaagblad. Tijdens deze cursus leer je: het veilig opwerken van ontwortelde bomen en beveiligen van wortelplaten, het vellen van potentieel gevaarlijke bomen (beschadigde, dode kruinen), werken met trek- en stuurlijnen

Voorkennis ? ECS 1 + ECS 2 + ECS3 + LHOS of KZ1, 2 en 3 gevolgd hebben

Wanneer ? Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord

Vrijdag 5 en zaterdag 6 december 2014

Waar? in het werkingsgebied van de organiserende bosgroep. De exacte locatie wordt later meegedeeld.

Kostprijs? Boseigenaars die lid zijn: € 30, overige deelnemers: € 120

Houten Constructies

Met een beetje handigheid kan je met hout vele constructies voor verschillende toepassingen in elkaar knutselen. Er zitten echter nogal wat stappen tussen het vellen van een boom en het maken van een schuilhut, zitbank of knuppelpad met het hout van deze boom. Met deze tweedaagse cursus geven we je een aantal handige tips over houten constructies zonder een echte schrijnwerker van je te willen maken

Voorkennis ? ECS 1

Wanneer ? Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender

Vrijdag 21 en zaterdag 22 november 2014

Waar? in het werkingsgebied van de organiserende bosgroep.

Kostprijs? Boseigenaars die lid zijn: € 30, overige deelnemers: € 120

23

Boszoekers

Via deze rubriek zoekertjes brengen we regelmatig verkopers van brandhout, … en geïnteresseerde afnemers met elkaar in contact. Hierbij beperkt de Bosgroep haar inbreng enkel tot het geven van informatie en advies. De verkoop gebeurt rechtstreeks tussen de verkoper en de geïnteresseerde.

Momenteel zijn bij de Oost-Vlaamse bosgroepen volgende zaken beschikbaar gemeld. Meer informatie is beschikbaar bij de respectievelijke bosgroep.

BRANDHOUT

Bosgroep MIDDEN OOST-VLAANDEREN 09/267 78 60

- Aalst (Erembodegem): omgewaaide bomen (na storm) van gemengd loofhout en naaldhout. Gratis in ruil voor het werk

BOS TE KOOP

Bosgroep VLAAMSE ARDENNEN 055/21 62 80

- Haaltert (Denderhoutem): 0,28 ha

- Brakel (Zegelsem): 2 ha (Beuk)

- Haaltert (Denderhoutem): 0,28 ha

- Zwalm: 0,4250 ha (populier)

Bosgroep MIDDEN OOST-VLAANDEREN 09/267 78 60

- Merelbeke: ± 4 ha

- Aalst (Baardegem): 0,25 ha

- Wetteren (Massemen): 0,7 ha

Bosgroep OOST-VLAANDEREN NOORD 09/267 78 60

- Wachtebeke: 0,982 ha

De bosgroepen krijgen regelmatig vraag naar brandhout. Meestal van particulieren die bereid zijn om ervoor te werken. Zoekt u als boseigenaar dus naar een goedkope manier om uw hakhout nog eens af te zetten of om kroonhout te laten opruimen: contacteer ons!

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.