de bosbode 2013 - 4

Page 1

- Dood hout brengt leven in het bos

- Dood hout: onmisbaar voor veel planten en dieren

- Bosgroepnieuws

- Warm de winter door

- Bosbeheer in Lincolnshire (Engeland)

- Wetgeving

- Cursusaanbod

- Brandhoutzoeker s

Driemaandelijks tijdschrift l oktober-november-december 2013 l Afgiftekantoor Gent X l P509065 informatieblad voor alle boseigenaars INHOUD
België - Belgique P.B. GENT X BC 10132 Jaargang 9 l Nr 4 gesubsidieerd door
VU, Jozef Dauwe, p.a. Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord vzw, Woodrow Wilsonplein 2, 9000 Gent

Jaargang 9– nr 4

De bosbode is een tijdschrift van de drie Oost-Vlaamse bosgroepen

Redactie

Hans Scheirlinck, Sylvie Mussche, Maarten

Decoene, Jakob Derks, Kristof De Rous, Karen

Dequidt

Fotografie

Cover: Hans Scheirlinck

Hans Scheirlinck, Sylvie Mussche, Maarten

Decoene, Jakob Derks, Kristof De Rous, Frederic van Haaren, Martin Winnock, Fotolia

Lay-out

Koloriet – Leefdaal

Druk

Parys Printing N.V – Evergem

Papier

Deze publicatie werd gedrukt op kringlooppapier ‘Reprint’

Oplage

9 000 exemplaren

Verantwoordelijke uitgever

Jozef Dauwe

p.a. Bosgroep Oost-Vlaanderen

Noord vzw

Woodrow Wilsonplein 2

9000 Gent

Raad van bestuur BON

Gedeputeerde Jozef Dauwe, Leen

Meersschaert, Frans De Jonghe, Ingrid

Puylaert, Jozef Van Eeckhout, Nicole Van Duyse, Pierre d’Alcantara, Maurits Adriaenssens, Guy Bonsecour, Kristien Dierick.

Raad van bestuur MOV

Gedeputeerde Jozef Dauwe, Jan Verbeke, Marc Dilewyns, Francis De Beir, Geert de Visscher, Kris Janssens, Willy Van Hoey, Dirk Abbeloos,Werner Pycke, Steven Roosen, Jozef Wittouck, Norbert Van Stichel

Raad van bestuur VAD

Gedeputeerde Jozef Dauwe, Willy Bauwens, Johan Detemmerman, Raoul D’Hoossche, Paul Lievens, Pierre Depoorter, Jozef Van Crombrugge, Jan Van Huffel, Peggy Van Laethem, Paul Vanderroost

Uw gegevens werden opgenomen in een databank die wordt beheerd door de Bosgroep. De gegevens in deze databank zullen enkel worden gebruikt in het kader van de werking van de Bosgroep en niet voor andere doeleinden. Indien u niet wenst dat uw gegevens in deze databank zijn opgenomen of indien u uw gegevens wenst te wijzigen, kunt u dit steeds doorgeven aan de Bosgroep.

Uw bos, onze zorg

Maak kennis met de bosgroepen

Een bosgroep heeft als doel u als boseigenaar praktische ondersteuning te bieden bij het beheer van uw bos. In een bosgroep zijn vele boseigenaars uit uw streek verenigd.

Samen met hen kan u vrijwillig meewerken aan een mooie toekomst voor het Vlaamse bos.

“Baas in eigen bos”, dat is het basisprincipe van de bosgroepen. De bosgroepen informeren adviseren en organiseren, maar u beslist steeds zelf over het beheer van uw bos.

Wat heeft de Bosgroep zijn leden te bieden?

GRATIS DIENSTVERLENING

1. Informatie

De bosgroep beantwoordt uw persoonlijke vragen over de technische, wettelijke en financiële aspecten van bosbeheer. U kunt ook deelnemen aan theorie- en praktijkcursussen in verband met bosbeheer.

2. Advies op maat van uw bos

U kunt een afspraak maken voor een terreinbezoek aan uw bos. Het resultaat is een beheeradvies op maat van u en uw bos.

3. Hulp bij uw bosadministratie

De bosgroep helpt u bij het aanvragen van subsidies en kapmachtigingen. Ook het opstellen van een bosbeheerplan kan begeleid worden.

DIENSTVERLENING TEGEN VERGOEDING

1. Betaalbare bosarbeid

U kunt een aanvraag indienen om tegen een voordelige prijs onrendabele werken in uw bos te laten uitvoeren. Voorbeelden zijn: bestrijding woekerende exoten, vrijstellen van jonge aanplantingen, onrendabele dunningen en hakhoutbeheer, aanleg van een bosrand,… De juiste tarievenlijst dient u bij uw bosgroep op te vragen.

2. Organisatie van beheerwerken

De bosgroep coördineert de beheerwerken bij meerdere boseigenaars samen zodat ze voor bos en eigenaar efficiënter en goedkoper worden. Wilt u werken uitvoeren in het bos dan kan de bosgroep die organiseren. U kunt deelnemen aan de gezamenlijke houtverkoop van de bosgroepen indien u hulp wenst bij de verkoop van bomen die u wenst te kappen.

3. Cursussen en excursies

De bosgroepen organiseren jaarlijks tal van cursussen zoals ‘kettingzaag, bosmaaier, houten constructies, enz. Leden kunnen hieraan deelnemen tegen een voordelig tarief.

COLOFON

Word gratis lid

Het feit dat u dit tijdschrift ontvangt betekent niet automatisch dat u lid bent. Iedere boseigenaar die dit wenst kan gratis lid worden van de bosgroep die actief is in zijn streek.

Uw lidmaatschap geeft recht op de dienstverlening van de bosgroep. Het lidmaatschap houdt geen verdere verplichtingen in.

Digitale Bosbode

Wil u graag papier besparen en wenst u de Bosbode enkel nog digitaal te ontvangen? Graag een seintje aan uw bosgroepsecreteriaat!

Wenst u vrijblijvend advies en hulp

bij het beheer van uw bos? Contacteer ons:

• Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord vzw

p.a. Provincie Oost-Vlaanderen

– Dienst Milieubeleidsplanning

Woodrow Wilsonplein 2 - 9000 Gent

Tel. 09/267 78 60

bosgroepnoord@oost-vlaanderen.be

Coördinator: Sylvie Mussche

• Bosgroep Midden Oost-Vlaanderen vzw

p.a. Provincie Oost-Vlaanderen

– Dienst Milieubeleidsplanning

Woodrow Wilsonplein 2 - 9000 Gent

Tel. 09/267 78 60

bosgroepmidden@oost-vlaanderen.be

Coördinator:

• Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender vzw

Veemarkt 27 - 9600 Ronse

Tel. 055/21 62 80

vlaamseardennen@bosgroep.be

Coördinator: Hans Scheirlinck

Woord vooraf

Beste boseigenaars en bosliefhebbers,

In deze periode van het jaar zijn vele onder u bezig met het aanplanten van bomen en leggen zo mee de fundamenten voor een nieuw hoofdstuk in het bosverhaal dat we sinds mensenheugenis aan het schrijven zijn. Ook in de geschiedenis van de Bosgroepen breekt een nieuw hoofdstuk aan. Vanaf begin 2014 zal de Provincie instaan voor de structurele ondersteuning en aansturing van de bosgroepen. Zoals ik u reeds vroeger meedeelde, kunnen de bosgroepen en hun leden-boseigenaars rekenen op mijn volle steun en zal ik mij blijvend inzetten opdat de huidige werking in de toekomst kan worden voortgezet. Alleen door samenwerking kunnen we immers meer en beter bos en natuur in Oost-Vlaanderen realiseren. Verscheidene concrete voorbeelden van geslaagde samenwerkingen tussen Provincie en private eigenaars zijn er onder andere binnen het project ‘Gestroomlijnd Landschap’. In een viertal pilootgebieden in Oost-Vlaanderen worden de krachten gebundeld om, in onderling respect en met professionele ondersteuning, te komen tot een mooier landschap met meer en beter bos en natuur.

Bij het doornemen van deze Bosbode zal u merken dat de Bosgroepen de voorbije maanden niet hebben stil gezeten. Talloze realisaties en deelname aan activiteiten tonen aan dat OostVlaamse boseigenaars zich blijvend inzetten voor ons dierbaar bospatrimonium. Het artikel over ‘Dood hout’ laat u ontdekken hoe u mits in achtname van een aantal kleine aandachtspunten nog meer kunt doen voor de natuur in uw bos. In het verslag over de studiereis naar Engeland leest u hoe ze daar met zeer analoge problemen als de onze te kampen hebben. Steeds leerrijk om te zien hoe ze die daar aanpakken. De Bosgroepen zijn volop aan het bekijken hoe ze ook volgend jaar terug cursussen, zoals het veilig gebruiken van kettingzaag, kunnen aanbieden aan de leden-boseigenaars. Meer concrete info hierover vindt u in een volgend nummer.

Ik wens u veel leesplezier!

Jozef

Voorzitter Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord vzw

Voorzitter Bosgroep Midden Oost-Vlaanderen vzw

Voorzitter Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender vzw

3

Dood hout

én van de meest in het oog springende aspecten van een natuurlijk bos is de grote hoeveelheid dood hout. Het voorbeeld bij uitstek is het oerbos Bialowieza op de grens van Wit-Rusland en Polen, ongeveer 130 m³ dood hout aanwezig per 400 m³ hout. In de Vlaamse bossen was tot voor enkele decennia dood hout zeer schaars. Vrijwel al het gekapte hout werd gebruikt, inclusief de takken. Bovendien paste men overwegend laagdunning toe (= enkel verwijderen van kleine, onderdrukte en afstervende bomen), waardoor er nauwelijks dode bomen in de bossen aanwezig waren. Vandaag wordt de belangrijke ecologische rol van dood hout erkend en zien we een toename ervan.

Dood hout is voor heel wat mensen een doorn in het oog: het oogt slordig, vuil en getuigt van slecht vakmanschap. Op het eerste gezicht lijkt er tevens een lagere houtopbrengst en financieel verlies mee gepaard te gaan. Sommige eigenaars laten dood hout opzettelijk liggen of staan. Want dood hout brengt leven in het bos!

Belang voor biodiversiteit

In ons land is het belang van dood hout uitgebreid onderzocht. Daaruit blijkt dat zo’n 600 soorten paddenstoelen en 1.350 soorten kevers zijn betrokken bij het volledig opruimen van hout. Dood hout bruist dus van leven. Larven van kevers, vliegen, muggen en rupsen van nachtvlinders doen zich te goed aan het rottend hout. Parasitaire wespen gebruiken op hun beurt deze houtkeverlarven om er een ei in te leggen; maar ook vogels, zoals spechten, houden van deze lekkernij. De gangetjes die de larven maken in het hout worden bewoond door bijen en wespen en wanneer er grotere holen in de stam ontstaan, kunnen er zich ook

vogels, eekhoorns, marters en vleermuizen in nestelen. Tenslotte gebruiken ook mossen en korstmossen het dood hout als groeiplaats.

Dood hout is naast voedsel ook een ideale schuilplaats voor veel dieren. Denk maar aan amfibieën zoals de pad en de vuursalamander, die overdag verscholen zitten onder een stuk hout. Ook voor pissebedden en andere kleine beestjes is dood hout levensafhankelijk omwille van de ideale vochtomstandigheden die ze daar vinden. Wetenschappers schatten dat niet minder dan 20% van alle soorten in het bos rechtstreeks van hout leven, en nog eens 20 tot 30% onrechtstreeks (bij-

voorbeeld insecteneters die houtkevers eten). Het opruimen of verbranden van dood hout halveert de rijkdom aan soorten in het bos.

Wetgeving en veiligheid

Voorgaande toont aan dat dood hout een belangrijke woonplaats en voedselbron is voor talrijke levende organismen. Daarom wordt bij bosbeheer meer en meer voorzien dat een minimale hoeveelheid onaangeroerd blijft. De criteria voor duurzaam bosbeheer hanteren daarbij de richtwaarde van 4% van het totale volume, zowel staand als liggend dood hout, of een verdubbeling van de hoeveelheid dood hout binnen de planperiode van een beheerplan. Die criteria zijn verplicht voor alle bossen (openbaar of privé) die in het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) liggen. In bosbeheerplannen wordt dus

4
Holle boom © Eric Vanbeek Onder een stuk rottend hout kan je in de Vlaamse Ardennen wel eens een vuursalamander spotten © Vildaphoto

brengt leven in bos

extra aandacht geschonken aan maatregelen die als doel hebben de hoeveelheid dood hout te verhogen.

Het percentage dood hout in natuurlijke bossen kan 30% bedragen (cfr. Bialowieza). In vergelijking hiermee is 4% weinig.

Beheer van dood hout

Via het vakblad Silva Fennica meldt het INBO (Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek) dat er tegenwoordig meer oude bomen en dood hout zijn in Vlaanderen dan de laatste 500 tot 1000 jaar ooit het geval is geweest. Goed nieuws dus! Het bewijst bovendien dat het op natuurlijke elementen gerichte bosbeheer vruchten begint af te werpen. Als direct gevolg hiervan stijgt het aantal planten en dieren die op of in oude bomen en dood hout leven. De echt zeldzame soorten, die zich dikwijls moeizaam verspreiden, laten echter nog wat op zich wachten. De aanwezigheid van oude bomen in de onmiddellijke omgeving kan een groot verschil maken.

men met rust laten. In het bijzondere de bomen met holtes, veroorzaakt door rotting of spechten, zijn voor de natuur uitermate interessant. Deze holtes bieden gelegenheid aan holenbroeders om een nest te maken. Nadat de stambasis gerot is, vallen ze om en bieden schuilgelegenheid aan insecten en amfibieën. Een andere mogelijkheid is bijvoorbeeld bij het verwijderen van exoten zoals Amerikaanse vogelkers, een deel laten liggen nadat ze zijn geveld. Wanneer er behoefte is aan staand dood hout, worden ze soms geringd: de bast wordt rondom rond weggehaald waardoor de boom sterft. Hou er wel rekening mee dat dit niet kan zonder kapmachtiging!

Rekening houdend met andere aspecten van duurzaam bosbeheer is het niet realistisch om alle bossen in Vlaanderen te beheren als natuurlijke bossen. Ook de andere functies, zoals economische drijfveren en recreatie, moeten in rekening gebracht worden.

Als u dode bomen wilt laten staan uit ecologische overwegingen, dient u rekening te houden met veiligheidsaspecten. Een dode boom langs een openbaar pad is geen goed idee. Tegen een dode boom te midden van uw bos en ver van bestaande wegen daarentegen, kan niemand bezwaar hebben. Onveilige dode bomen worden best gekapt. Hiervoor is steeds een kapmachtiging nodig. Alleen een zeer dringende kapping - om veiligheidsredenen - kan uitgevoerd worden zonder machtiging. Deze kapping moet wel binnen de 24 uur schriftelijk gemeld worden aan het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), samen met bijhorende motivatie.

Hoeveel dood hout is nu eigenlijk nodig voor een positief effect op de biodiversiteit? In zeer oude bosreservaten, waar de natuur zijn gang kan gaan, is tussen de 15 en 20% van het aanwezige hout dood. Voor een duurzaam beheerd bos waar men meerdere doelstellingen nastreeft, volstaat een hoeveelheid dood hout van 5 à 15 m³ per hectare om tot een rijker ecosysteem te komen.

Hoe pakt u nu als boseigenaar de zaken praktisch aan? Een goede start: verwijder niet al het hout uit uw bos. Bij een velling kunnen de takken blijven liggen. Stronken uitfrezen is een overbodige kost en niet meer van deze tijd. Bij het achterlaten van hout is het overigens geen goed idee gericht dood hout te gaan stapelen op schrale plaatsen. De daaropvolgende verrijking van de bodem is funest voor paddenstoelen en organismen die gebonden zijn aan schrale situaties.

Een tweede mogelijkheid is stervende bomen, die bijvoorbeeld overschaduwd zijn door succesvollere soortgenoten, te laten staan. Zij zullen de sterke groeiers toch niet meer hinderen. In bosbouwkundig opzicht mogen ze blijven staan. Zelfs bij een kapping van brandhout kan

Een vierde mogelijkheid is werken met langere bedrijfstijden. Dat wil zeggen dat bomen ouder mogen worden vooraleer ze worden gekapt en het bestand verjongt. Dit zorgt niet alleen voor dikkere bomen met een interessante schors en meer holtes, maar ook voor meer kwaliteitshout dat relatief meer opbrengt dan veel dunne stammetjes.

Conclusie: Dood hout doet leven. Als u de natuur een warm hart toedraagt, tracht in de mate van het mogelijke, te zorgen voor voldoende dood hout in uw bos. Mits enige creativiteit hoeft dit geen extra veiligheidsrisico’s met zich mee te brengen en kan dit perfect samen gaan met duurzame (brand)houtproductie. Het kost nauwelijks iets en uw bosecosysteem zal er wel bij varen.

5
Tekst is gebaseerd op artikel van Jeroen Heyman en Geertje Meire in BOSgROEP nr. 22 (2013) Boomholtes zijn favoriete plekjes voor boommarters © Jan van de Greef

onmisbaar voor veel planten en dieren

Dood hout bevat veel leven en verschillende planten en dieren zijn ervan afhankelijk. In wat volgt wordt dieper ingegaan op een aantal organismen, waarvoor dood hout van levensbelang is voor hun overleven.

Zwammen

Schimmels, waartoe de zwammen behoren, zijn zonder twijfel de belangrijkste houtafbrekers. Ze spelen dan ook een cruciale rol in het bosecosysteem. Het aantal soorten in deze groep is zeer groot, op wereldschaal vermoedelijk meer dan anderhalf miljoen. In Vlaanderen zijn momenteel meer dan 5000 soorten gekend, maar het zijn er waarschijnlijk nog een paar 1000 meer. Veel soorten zijn klein en onopvallend en voer voor specialisten.

De meeste zwammen groeien op stervend of dood hout. Nog geen 100 soorten zijn gekend als parasiet. Deze soor-

ten hebben de mogelijkheid ontwikkeld om gezonde bomen binnen te dringen en deze voedingsstoffen te ontnemen, zodat de boom verzwakt of sterft. De honingzwam is er zo een. Hij verschijnt in de herfst in dichte bundels aan de voet van bomen.

De meeste soorten zullen pas toeslaan als de boom al verzwakt is door bijvoorbeeld droogte of een grotere wonde. Veel soorten blijven op de boom staan, ook als die al gestorven is en veranderen dus van strategie. Soorten die op dood hout of ander afgestorven materiaal leven, worden saprofyten genoemd. De tonderzwam is hier een voorbeeld van. Het is een zwakteparasiet op diverse loofboomsoorten, die na het afsterven van de boom als saprofyt voortleeft.

Zwammen nemen een verscheidenheid aan vormen aan. De eenvoudigste schimmels zijn microscopisch klein. Enkele soorten zwammen vormen een ge-

leiachtige massa. De naam verrast dan ook niet: trilzammen. Gekend bij zowat iedereen zijn houtzwammen die een hoed vormen die zijdelings uit het hout groeit. Voorbeelden zijn het elfenbankje, de tonderzwam en de oesterzwam. Tenslotte zijn er de zwammen die een hoed op een steel plaatsen. Veel soorten groeien op de bodem, maar een aantal komt ook op hout voor, zoals de honingzwam, de bundelzwam en de zwavelkop.

Kevers

Het Instituut voor Natuur en Bos Onderzoek (INBO) heeft in 2010 onderzoek gedaan naar kevers in het Zoniënwoud en Meerdaalwoud. In het Zoniënwoud werden 568 soorten kevers gevonden. Daarvan zijn 236 soorten aan dood hout gebonden. In het Meerdaalwoud werden 495 keversoorten genoteerd, waarvan er 180 houtbewonend en houtetend zijn. Onze bekendste en tevens grootste doodhoutkever is het Vliegend Hert.

6
Bundelzwam en zittende zwammen © Eric Vanbeek en Jeroen Heyman

Deze inheemse kever is zeer zeldzaam in Vlaanderen. Bekend in de oren klinkende kevernamen zijn: de letterzetter, te vinden op de fijnspar en de iepenspintkever. Daarnaast zijn er nog boktorren, houtboorders, boorkevers, prachtkevers, klopkevers,… De lijst is in feite eindeloos. Nog vermeldenswaardig is de wilgenhoutrups, die 10 cm lang kan worden!

Vleermuizen

Dood staand hout met grotere holtes vormt een belangrijke slaap- en overwinterplaats voor diverse vleermuizensoorten. Ook kunnen boomholtes dienst doen als kraamkolonie. De watervleermuis, ruige dwergvleermuis en rosse vleermuis zijn typische boombewonende vleermuissoorten. Ook de franjestaart, baardvleermuis en gewone grootoorvleermuis, worden regelmatig in bomen aangetroffen. Ze maken zowel gebruik van spechtenholtes, als van gewone rottingsgaten. In de regel bewonen

ze bomen van 80 jaar of ouder, maar er zijn altijd uitzonderingen: een populier heeft vaak al na 50 jaar geschikte holtes. Waar holle bomen ontbreken, zijn soorten als de watervleermuis en de rosse vleermuis meestal afwezig.

Uit diverse studies, uitgevoerd zowel in binnen- als buitenland, blijkt dat vleermuizen in ongeveer 90% van de gevallen volgende bomen met holten verkiezen: zomereik, wintereik, beuk en Amerikaanse eik. Als u dergelijke dikkere bomen kapt, hou dan in het achterhoofd dat dit belangrijke bomen zijn voor vleermuizen en dat er op dat eigenste moment een kraamkolonie in de boom aanwezig kan zijn. Zonder bomen met holten is een groot deel van de inlandse vleermuizen tot uitsterven gedoemd. Reden te meer om eens een dikke dode boom te laten staan. En als er nog geen holten aanwezig zijn, dan zullen de spechten de boom wel weten te vinden.

Vogels

Boomholten zijn niet enkel belangrijk voor vleermuizen, ze zijn minstens even belangrijk voor tal van vogelsoorten, zoals de boomklever en verschillende mezen: koolmezen, pimpelmezen, matkoppen en glanskoppen. Zij worden beconcurreerd door spreeuwen. De boomklever probeert deze concurrentie te snel af te zijn door vroeg in het voorjaar een nestholte met modder en klei te verkleinen, zodanig dat de spreeuwen er niet in kunnen. Grotere holten worden dan weer gebruikt door de bosuil, steenuil, holenduif en kauw.

De ultieme holenbroeder is degene die zelf zijn holtes maakt: de specht. Bij ons zijn er een zestal soorten als broedvogel aan te treffen. Vooral de grote bonte specht en de zwarte specht zijn verantwoordelijk voor een groot aantal holtes.

7
Tekst is gebaseerd op artikel van Jeroen Heyman en Geertje Meire in BOSgROEP nr. 22 (2013) De water- en bosvleermuis leven in boomholtes © Bosgroep Noord-Hageland De matkop is een holenbroeder © Bendiks Westerink Het vliegend hert, onze grootste doodhoutkever © Els Brandehorst

Opstart nieuw boscomplex

Vallei Moervaart & Zuidlede

In december organiseert BON een informatievergadering voor de boseigenaars van het boscomplex Vallei van de Moervaart & Zuidlede. Het nieuwe boscomplex is gelegen op grondgebied van Moerbeke en Lokeren. Het is een prachtig gebied met veel afwisseling tussen weilanden & bossen. Grote delen van het boscomplex zijn gelegen in het Vlaams Ecologisch Netwerk en in het Natura 2000 Netwerk omwille van hun grote waarde voor de natuur. Het is de bedoeling om met de geïnteresseerde boseigenaars een gezamenlijk uitgebreid bosbeheerplan op te maken.

Bent u eigenaar in het gebied en bent u geïnteresseerd om naar de informatievergadering te komen? Laat het ons weten en wij bezorgen u een uitnodiging!

OPROEP : Hulp nodig bij het organiseren van een kapping in uw bos?

Is het nodig dat in uw bos bomen gekapt worden? Mogelijks staan de bomen te dicht bij elkaar, en kan een dunningskap verbetering brengen? Of misschien zijn de bomen in uw bos wel kaprijp en mogen ze allemaal gekapt en vervolgens heraangeplant worden? Voor hulp hierbij, kunt u bij de bosgroep terecht.

Waarom bomen kappen?

Om zeer uiteenlopende redenen kan het nodig zijn om bomen in uw bos te kappen. Hieronder een lijstje van de meeste voorkomende :

• Dunningskap : de bomen staan te dicht bij mekaar waardoor de kronen zeer klein zijn. Hierdoor hebben alle bomen te weinig ruimte om te groeien. Door de mooiste bomen te

kiezen en deze meer ruimte te geven om te groeien krijg je een mooier & waardevoller bos op alle gebied. Dit betekent dat een deel van de bomen gekapt moet worden. Dit noemen we een dunningskap

• Eindkap/kaalkap : soms zijn bomen op een leeftijd dat ze niet veel meer bijgroeien en dus kaprijp zijn. De eigenaar kan er dan voor kiezen om alle bomen te kappen en een nieuwe aanplanting te voorzien. Dit noemen we een eindkap of kaalkap.

• Hakhoutkap : sommige bossen bestaan uit bomen die min of meer struikvormig groeien en meerdere stammen op 1 stronk hebben. Deze bomen worden regelmatig (om de 10 à 15 jaar) in de winter afgezaagd en lopen het seizoen erna spontaan terug

uit. Deze vorm van beheer noemen we hakhoutbeheer. Dit beheer wordt ook regelmatig toegepast aan bosranden waar het niet wenselijk is om bomen te laten doorgroeien in de hoogte.

8
Bosgroep Oost-Vlaanderen Noord
Afbakening (rode stippen) van het boscomplex Vallei van de Moervaart & Zuidlede Machinaal kappen van bomen met een harvester

Hoe kun je zo’n kapping organiseren?

Als u zelf tijd en kennis heeft van het vellen van bomen, kunt u de nodige kappingen in uw bos wellicht zelf uitvoeren. Maar mogelijks heeft u die tijd en kennis niet, en wil u beroep doen op een bedrijf om uw bomen te kappen?

In beide gevallen is het startpunt voor een goed beheer steeds om doordacht te beslissen welke bomen gekapt moeten worden en deze aan te duiden en op te meten. Dit noemen we met een vakterm het ‘schalmen’ van de bomen. Kunt u de kapping niet zelf uitvoeren, dan kunt u uw bomen verkopen. Eens u weet hoeveel en welke bomen gekapt moeten worden, kunnen de bomen ‘op stam’ verkocht worden aan een houtkoper of exploitant. De houtkoper koopt de bomen zoals ze in het bos staan, en zorgt na de verkoop dan voor het vellen en afvoeren ervan.

Wat kan de bosgroep voor u doen?

De bosgroep kan u altijd van dienst zijn met een gratis terreinbezoek om advies te geven en met u te overleggen welke werken in uw bos nodig zijn. Tijdens dat terreinbezoek maken we met u concrete afspraken over hoe we u verder kunnen helpen. Hiervoor sluiten we indien nodig ook een overeenkomst met u af.

Boseigenaars die dat wensen, kunnen via de bosgroep hun bomen laten schalmen door een externe firma. Tarieven hiervoor zijn afhankelijk van het type kapping dat zal gebeuren. Het aanduiden van een dunning met toekomstbomen en ruimingspistes bv. kost de eigenaar € 135 per ha incl. btw. Eigenaars die dit wensen kunnen evt. ook zelf schalmen en/of een cursus volgen om dit te leren. Na het schalmen kan de bosgroep voor u berekenen hoeveel hout ongeveer in de te kappen bomen zit (= kuberen).

Jaarlijks organiseert de bosgroep voor de boseigenaars een gezamenlijk houtverkoop op stam. De volgende houtverkoop van BON zal plaatsvinden op het einde

van de lente van 2014. De geschalmde bospercelen worden ingedeeld in houtloten afhankelijk van de boomsoort, de ligging, de hoeveelheid en de afmetingen van de bomen. De houtloten en de verkoopsvoorwaarden worden allen opgenomen in een catalogus, die de bosgroep per post verstuurt aan erkende kopers en exploitanten. Deze kunnen een bod uitbrengen en op de verkoopdag wordt beslist aan wie de houtloten verkocht worden. Na de verkoop volgt de bosgroep samen met de eigenaar de werken op. Voor deelname aan de houtverkoop op stam, betaalt de boseigenaar 10% van de netto opbrengst van de houtverkoop aan de bosgroep. Voor eindkappen van populier van meer dan 100 m³ per lot, betaalt de eigenaar 5%.

Waarom zou u beroep doen op de hulp van de bosgroep?

Er zijn tal van redenen waarom het voor u interessant kan zijn om de hulp van de bosgroep in te roepen voor het organiseren van een kapping. De meest voor de hand liggende :

• Misschien weet u niet goed hoe eraan te beginnen? De bosgroep zet u op weg…

• Het samenvoegen van meerdere, kleine bospercelen tot 1 houtlot zorgt ervoor dat de kapping efficiënter en rendabel kan gebeuren

• De bosgroep helpt u gratis bij het aanvragen van de nodige vergunningen

• Professionele en kwaliteitsvolle ondersteuning bij het uitvoeren van de werken

OPROEP

Moeten in uw bos bomen gekapt worden en heeft u interesse om deel te nemen aan de houtverkoop op stam van de bosgroep? Neem dan voor 20 december 2013 contact op om een afspraak voor een terreinbezoek te maken!

Heeft u een klacht over onze bosgroep?

U hoeft uiteraard niets uit uw mouw te schudden, maar heeft u een klacht over het werk van de bosgroep, dan horen wij het graag van u. Voor ons is een klacht immers de mogelijkheid om iets dat fout loopt te herstellen en te verbeteren. Zo kunnen we onze werking steeds verbeteren en vermijden we dat we in de toekomst terug dezelfde fouten maken. Met klachten kan u bij ons terecht op de volgende manier:

- per post kunt u uw klacht richten aan Meldpunt Bosgroep OostVlaanderen Noord vzw, p.a. PAC Het Zuid, Dienst Milieubeleidsplanning, Woodrow Wilsonplein 2, 9000 Gent.

- een klacht via e-mail kunt u richten aan meldpuntBON@oostvlaanderen.be

U kunt steeds rekenen op een discrete en correcte afhandeling van uw klacht.

Wenst u ons te contacteren ?

Bosgroep oost-Vlaanderen noord VzW Dienst

9
Milieubeleidsplanning
Wilsonplein 2 9000 Gent Tel. 09/267 78 60 bosgroepnoord@oost-vlaanderen.be
Woodrow
Coördinator: Sylvie Mussche
In dit grove dennenbos is een dunning nodig om de mooiste bomen meer groeiruimte te geven.

Hetlaten kappen van bomen uit uw bos is vaak een noodzakelijk beheerwerk. Door uw hout te verkopen verdient u er bovendien ook iets aan. Een goede voorbereiding van de houtverkoop en de exploitatie van de bomen is echter essentieel. Daarom organiseert de bosgroep voor zijn leden jaarlijks een gezamenlijke houtverkoop. De volgende houtverkoop zal georganiseerd worden in de loop van het voorjaar van 2014.

Wat zijn de verschillende stappen van de gezamenlijke houtverkoop?

1. Advies over nut houtkapping

Bij een bezoek aan uw bos informeert de bosgroep u over de kaprijpheid van uw populieren of de voordelen van een dunningskap in een gemengd bos.

Er wordt een eerste inschatting gemaakt van de waarde van uw bomen en de aandachtspunten bij exploitatie.

2. Aanvraag noodzakelijke vergunning

Om uw kaprijpe bomen te mogen kappen, dient u eerst een kapmachtiging aan te vragen bij het Agentschap voor Natuur en Bos (Vlaamse overheid). De Bosgroep

Oproep gezamenlijke houtverkoop 2014

helpt u de kapmachtiging correct aan te vragen.

3. Aanduiden en opmeten te kappen bomen

De bosgroep leert u correct de bomen op te meten en aan te duiden of zoekt contact met een geschikte professionele derde om dit voor u te doen. U ontvangt nadien een overzichtelijk rapport met de berekende volumes te koop aangeboden hout.

4. Opmaken en verspreiden houtcatalogus

Alle gegevens van de bomen die te koop worden aangeboden worden gebundeld in een houtcatalogus die wordt verspreid onder alle houtkopers actief in de streek. De houtcatalogus bevat ook de verkoopsvoorwaarden die de rechten en plichten van koper en verkoper vastleggen. Ze werden uitgewerkt door alle bosgroepen samen en zijn juridisch getoetst om de boseigenaar zo goed mogelijk te beschermen.

5. Houtverkoop

De Bosgroep organiseert een verkoopsdag. Geïnteresseerde houtkopers moeten die dag hun bod op uw bomen bekend maken. Uw bomen worden verkocht aan de hoogste bieder tenzij dit bod niet voldoet aan een vooraf afgesproken minimumprijs.

6. Exploitatie verkochte bomen

De Bosgroep volgt de uitvoering van de exploitatie op en beoordeelt deze op het terrein. Exploitanten storten een schadewaarborg bij de Bosgroep. Deze wordt pas vrijgegeven als de exploitatie correct beëindigd werd.

7. Tarief voor deelname

Deze dienstverlening van de bosgroep wordt u aangeboden tegen een commissie van 5% op de opbrengst van de houtverkoop met een minimum van 150 euro en een maximum van 500 euro (excl.Btw)

Doe mee aan de gezamenlijke houtverkoop en geniet van vele voordelen

• Minder administratieve lasten

• Betere prijzen voor uw bomen

• Duidelijk vastgelegde afspraken met de houtkopers/exploitanten

• Opvolging van de exploitatie met aandacht voor de gemaakte afspraken en kwaliteit van het werk

Contacteer de bosgroep vóór Nieuwjaar voor meer informatie.

10
Midden Oost-Vlaanderen
Bosgroep

Schapenwol: alternatieve wildbescherming?

Ook in ons werkingsgebied kan reewild schade veroorzaken in een jonge bosaanplanting. Er zijn heel wat methodes beschikbaar op de markt om de jonge boompjes te beschermen. Afhankelijk van de gekozen methode zijn deze echter vaak nogal kostelijk, brengen ongemakken met zich mee en ook bij hun effectiviteit zijn er soms vraagtekens te plaatsen.

Tijdens een excursie van de bosgroepcoordinatoren bij onze collega-bosbouwers ten zuiden van de taalgrens kregen we een low-tech alternatief te zien. Daar gebruikten ze, met bevredigend resultaat, schapenwol in jonge naaldhoutaanplantingen, om de boompjes te beschermen tegen reeschade. Er wordt gebruik gemaakt van onbewerkte en ongewassen wol. Het is de geur van het schaap die in de wol hangt die de reeën afstoot. Mensenhaar en hondenhaar blijken ook effectief, alleen zijn deze iets minder vlot verkrijgbaar. Ook heeft schapenwol als voordeel dat het vlotter aan te brengen is. De wol wordt aangebracht in de maand maart, en dit wordt de eerste 3 jaar na aanplanting herhaald. Bij voor-

keur wordt de wol aangebracht op een zijscheut, zodat deze zeker niet kan ingroeien in de stam.

Wat ze in Wallonië kunnen, kunnen wij ook! En daarom heeft de bosgroep in het voorjaar van 2013 geëxperimenteerd op 3 verschillende herbeboste percelen in en rond het Kravaalbos te Aalst. Een ideale locatie voor dit experiment aangezien de reeën hier talrijk voorkomen. In deze percelen werd er telkens voor gekozen om een deel van het plantsoen te beschermen met hoge wildbeschermingsnetjes. Het plantsoen dat geen netje kreeg werd voorzien van een pluk schapenwol. In het begin was het even zoeken hoe je het plukje het best bevestigt aan het boompje. Al snel werd het duidelijk dat het meest efficiënt is om een los knoopje te maken met de pluk wol. Met een beetje oefening ga je op die manier toch redelijk snel vooruit, en komt de wol ook niet los bij een sterke wind. Gewapend met een zak wol om de schouder moet het op die manier mogelijk zijn om ongeveer 200 boompjes per uur te voorzien van een plukje wol.

Net als in Wallonië lijken bij ons de resultaten van dit beperkte experiment positief uit te vallen. Er is in de aanplantingen maar een beperkte hoeveelheid wildschade aan te treffen en dit ondanks het feit dat bij elk bezoek aan de percelen meerdere reeën werden waargenomen in de omgeving. In een van de aanplantingen zijn er heel wat wildbeschermingsnetjes losgekomen van het plantsoen. Opvallend is dat het voornamelijk deze boompjes zijn die veegschade hebben, en in mindere mate de boompjes die nooit een netje hadden, maar wel voorzien werden van een plukje wol. We zijn dus optimistisch, maar het uitgevoerde experiment is niet op voldoende grote schaal uitgevoerd om te kunnen spreken

van echt betrouwbare resultaten. Onze collega’s van de bosgroep Zuiderkempen hebben ook geëxperimenteerd. In hun werkingsgebied lijken de resultaten voorlopig iets minder positief. Zo troffen zij regelmatig boompjes aan die afgebeten waren net boven de wol. Ook de manier van aanbrengen van de wol is belangrijk. Als dit niet goed gebeurt gaat de wol makkelijk vliegen met de wind. In elk geval is het wel het proberen waard! De schapenwol is makkelijk gratis of tegen een beperkte vergoeding te verkrijgen. De enige nodige investering is enkele uren tijd om de wol aan te brengen. En zeg nu zelf, wat is er meer rustgevend dan op een mooie lenteochtend met een zak wol door het bos te lopen om je boompjes te beschermen?

Boseigenaars die na het lezen van dit artikel geïnteresseerd zijn om ook met schapenwol aan de slag te gaan kunnen terecht bij de bosgroep voor meer informatie. Indien u ook schapenwol gebruikt als wildbescherming, hou ons dan zeker op de hoogte van de resultaten!

11
VzW Tel. 09/267 78 60 bosgroepmidden@oost-vlaanderen.be

Bosgroep Vlaamse Ardennen tot Dender

Van

Verslag bezoek Libramont

1 tot 300 pk – van traditie naar spitstechnologie

Op dinsdag 30 juli ging er een delegatie van geïnteresseerde boseigenaars van de Oost-Vlaamse bosgroepen richting Libramont voor de tweejaarlijkse bosbouwbeurs. Voor sommigen was het de eerste keer, voor anderen een vaste traditie. We ontmoetten er de collega’s van Bosgroep Zuidwest Brabant, om gegidst de dag door te gaan. Stevig schoeisel was een vereiste, niet enkel om de boswegen te bewandelen en de demonstraties van dichtbij te kunnen beschouwen, maar vooral om het traject aan 5 kilometer machines vlot te kunnen stappen.

Traditioneel is de Demo Forest een spektakel voor de machineliefhebber; van kleinere modellen voor de huis-tuin-keukengebruiker tot megamodellen voor de industrie. Of het nu om vellen, bodemfrezen, hakselen, chippen of klieven ging, er stonden diverse firma’s met elk hun eigen sortiment en techniek, met bijhorend prijskaartje. Of alles inzetbaar/rendabel is voor de Vlaamse boseigenaar, laten we hier in het midden… Er waren verschillende demo’s, o.a. met de ‘harverster’, een boomoogstmachine, die aantoont dat niettegenstaande de vele paardekracht in combinatie met een zwaar machinegewicht, de bosbodem

in belangrijke mate gevrijwaard blijft van verdichting door o.a. de behendigheid van machine, de vakkennis van de bestuurder en de brede banden met de daarbij horende lage druk per vierkante centimeter. De gevelde (naaldhout)bomen worden vervolgens met een ‘forwarder’ uit het bos gereden, zodat de sporen beperkt blijven tot de uitrijpistes.

Minder lawaai maakten de 1 pk’s, de trekpaarden, die samen met hun menner de strijd aangingen met verschillende collega’s om op een uitgestippeld traject een boom te slepen zonder de hindernissen te raken. Een geluidloos spektakel dat op veel bijval kon rekenen. Wat 50 jaar geleden dagelijkse praktijk was, is vandaag de dag vooral traditie en nostalgie. Alhoewel in sommige gevallen (vb. sterk hellende terreinen en kleinere stammetjes) de moderne technologie nog steeds niet op kan tegen de efficiente behendigheid van het trekpaard. Dat niet enkel de zware pk’s nodig zijn om bomen en bij uitbreiding bossen te beheren bewezen de behendige boomklimmers, die door middel van touw, klimgordel en een carabiner binnen de kortste keren in de boomtop stonden.

De organisaties betrokken in het bosbeheer waren ook van de partij: het Departement de la Nature et Forêt (tegenhanger ANB in Wallonië), de universiteiten, de Koninklijke Belgische Bosbouwmaatschappij en La Cellule d’appui à la petite forêt privé. Deze laatste organisatie werd recent opgericht met als doel betaalbaar advies te geven aan Waalse boseigenaars met beperkte bosoppervlakte. Er kon gepraat worden met de medewerkers en informatie uitgewisseld met de collega’s. Kortom een boeiende en gevarieerde dag voor de bosbouwliefhebber. Geïnteresseerd om eens mee te gaan? Zet het alvast met stip in uw agenda: 2829 juli 2015!

12
Harverster aan het werk Grote ‘chippers’ worden steeds vaker ingezet voor verhakselen van takhout tot biobrandstof

Boseigenaars zetten schouders onder Gestroomlijnd Landschap

Via het project ‘Gestroomlijnd Landschap’ wil de Provincie Oost-Vlaanderen de bestaande initiatieven rond waterbeheer, biodiversiteitsbehoud, landschapsherstel en zachte recreatie beter op elkaar afstemmen zodat deze elkaar versterken. Eén van de pilootgebieden waar gewerkt wordt aan een herwaardering van de waterloop en een versterking van de verbinding van bos- en natuurgebieden is de Maarkebeekvallei in Maarkedal en omgeving. Op 20 oktober namen bijna 300 geïnteresseerden en buurtbewoners deel aan één van de activiteiten om kennis maken met een aantal projecten die in de voorbije periode gerealiseerd werden. Dankzij de steun van de Provincie kon ook de Bosgroep een aantal boseigenaars helpen bij hun ecologisch bosbeheer. Hieronder alvast een tweetal voorbeelden die ook aan bod kwamen op de wandeling die de Bosgroep organiseerde op 20 oktober in de omgeving van de Pauwelsbeek (Etikhove).

Het eerste voorbeeld kadert binnen het ‘Poelenproject’ dat al enkele jaren loopt bij de Bosgroep en ondersteund wordt door de Provincie. In het najaar van 2008 werd in de omgeving van de Waardebroeken op grondgebied Etikhove een poel aangelegd. In samenspraak met de betrokken boseigenaar werd de poel gegraven in een drassige zone van een graslandje grenzend aan de bosrand. Op amper twee jaar tijd ontwikkelde de poel zich tot een prachtig natuurlijk biotoop voor amfibieën en watergebonden insecten. Het aanpalend grasland wordt jaarlijks gemaaid waarbij het maaisel wordt verwijderd. Op die manier verarmt de bodem waardoor de rijkdom aan (bloeiende) planten toeneemt. Het maaibeheer zorgt er echter ook voor dat het landbiotoop voor amfibieën structuurrijker wordt. Dit voorjaar werden, bij inventarisatie van de poel, 30 exemplaren van alpenwatersalamander aangetroffen en meer dan 20 volwassen exemplaren van vinpootsalamander! Een mooi bewijs dat kleine ingrepen de aanwezige natuurwaarden in belangrijke mate kunnen versterken.

Een ander mooi voorbeeld van hoe boseigenaars in de Maarkebeekvallei de aanwezige natuurwaarden helpen versterken is er één van bosuitbreiding. De voorbije jaren legden de boseigenaars uit de regio ruim 15 ha nieuw bos aan en leverden daarmee één van de grootste bijdragen tot een versterking van het bosareaal in de Maarkebeekvallei. Zo besliste begin 2007 een boseigenaar om, met hulp van de Bosgroep, een gemengd loofbos aan te planten van ruim

3 ha. Door het grote hoogteverschil in het terrein (ruim 35 m!) kon een gediversifieerd bos worden aangelegd. Als hoofdboomsoort werd gekozen voor zomereik bijgemengd met soorten zoals beuk en winterlinde op de hoger gelegen plaatsen. De drassige zones werden beplant met soorten zoals zwarte els, wilg, grauwe abeel en es. Deze laatste is inmiddels jammer genoeg aangetast door de essenziekte. Door de aanleg van een poel en het niet beplanten van ruim een kwart hectare werd gekozen voor maximale structuurdiversiteit. Dit werd nog versterkt door de aanplant van bijna een halve kilometer bosranden met soorten zoals Gelderse roos, rode kornoelje, sleedoorn, meidoorn, lijsterbes en hazelaar. Na 7 groeiseizoenen heeft de aanplant zich ontwikkeld tot een waardevol biotoop en toevluchtsoord voor heel wat fauna.

Meer info over het project ‘Gestroomlijnd Landschap’ vindt u op www.oostvlaanderen.be/gestroomlijndlandschap

Wenst u ons te contacteren ?

Bosgroep VlaaMse ardennen tot dender VzW

Veemarkt 27 - 9600 Ronse

Tel. 055/21 62 80

vlaamseardennen@bosgroep.be

Coördinator: Hans Scheirlinck

13
Aanleg van de poel in 2008 – Waardevol biotoop in 2010 Bosaanplant na 1 groeiseizoen (2007) toestand in 2010 – Waardevol jong bos nu

Warm de winter door

De herfst is in het land. Na een schier eindeloze zomer hebben de regenwolken dan toch hun intrede gedaan. Een t-shirt en korte broek volstaan niet meer om je warm te houden tijdens een boswandeling. Bij wijlen is het zo drassig dat de laarzen het moeten afleggen tegen de pantoffels, frisse boslucht tegen een warm haardvuur en regendruppels tegen een warme chocomelk. Kortom: het jaargetijde waarin een mens de voordelen van een huis naar waarde leert schatten.

Niet iedereen heeft echter zo veel geluk. Tal van dieren brengen noodgedwongen de winter door in open lucht. Maar niet allemaal. Sommigen weigeren zich neer te leggen bij een bestaan als dakloze…

De boom in

Zoals op vele vlakken spelen bomen ook hier weer een niet te onderschatten rol. Het leeuwendeel van de holtes die hier aan te treffen zijn, bevinden zich immers in bomen. Afgezien van de grotten van Han zijn er in ons land weinig ondergrondse spelonken te vinden. Dieren die graag binnen blijven, doen dus meestal een beroep op bomen.

Holtes zijn meestal te vinden in kwijnende bomen. Bij sommige soorten treedt holtevorming sneller op dan bij andere. Zachtere houtsoorten als wilg, berk en populier kunnen al na 30-45 jaar gelijkenissen met emmentaler vertonen, eik en beuk na 80-120 jaar en grove den pas na 140-200 jaar.

Holtes in bomen kunnen op vele manieren ontstaan: rotting, afstervende

14

schors, stamschade, plakoksels of spechtengaten.

In de vorige editie van de Bosbode stond de specht in de kijker. Spechten zijn de projectontwikkelaars van het bos. Geen ander dier creëert even veel woongelegenheid als deze bedrijvige vogels. Vooral de grote bonte specht en de zwarte specht zijn verwoede hakkers. Deze laatste maakt gaten tot 50 cm diep, wat geschikte nestplaatsen oplevert voor grotere dieren zoals marters. De kleine en middelste bonte specht en groene specht hakken vooral gaten in zacht of rot hout. De draaihals is uitzondering binnen de spechtenfamilie, want hij maakt zelf helemaal geen holen

De bouwwoede van de specht betekent nochtans niet dat de mens bij de pakken moet blijven neerzitten. Ook wij kunnen een positieve rol spelen in de immobiliënsector der natuur. Waar er zich weinig geschikte bomen bevinden of waar spechten afwezig zijn, kunnen nestkasten een welkome bijdrage leveren om de krapte op de dierenvastgoedmarkt op te vangen. Hierna volgt een greep uit het gamma van dieren die geen neen zeggen tegen wat menselijk mededogen.

Vogels

De steenuil is een typische holenbroeder. Traditioneel is dit kleine uiltje voornamelijk aan te treffen in oude knotwil-

gen of hoogstamfruitbomen. De beste manier om hem een handje te helpen, is dus om zelf knot- of fruitbomen aan te planten. Als alternatief kan een langwerpige nestkast, bevestigd aan een tak, uitkomst bieden. Ook de bosuil bewoont holle bomen. Zijn ideale nestkast lijkt meer op het klassieke model, maar dan wel in groot formaat. De kerkuil broedt meestal in oude gebouwen, en vereist weer een ander type nestkast, met een grote invliegopening.

Graag geziene nestkastbewoners zijn de mezen: koolmees, pimpelmees, kuifmees, zwarte mees, matkop en glanskop. Zij vinden ook in kleine tuintjes hun gading, en hebben ook genoeg aan een kleine boomholte om in te wonen. Hetzelfde geldt voor de boomklever. Dit vogeltje metst de toegang van de holte dicht met modder tot enkel hijzelf er nog doorkan. Zo beschermt hij zichzelf en zijn familie tegen grotere ongewenste indringers.

Als bescherming tegen marters, katten en andere grote roofdieren kan een nestkast uitgerust worden met een “balkon” (zie figuur verder). Dit type nestkast biedt ook een betere bescherming tegen slagregens.

Zoogdieren

Warme schuilplaatsen zijn uitermate belangrijk voor dieren die een winterslaap houden, zoals vleermuizen, slaapmuizen, egels en amfibieën.

Vleermuizen zijn voor hun bestaan afhankelijk van beschikbare boomholtes. Sommige soorten zijn eerder gebonden aan grotten, oude gebouwen of verlaten ijskelders, maar vele andere soorten gebruiken enkel bomen als verblijfplaats. Dit is vooral het geval bij de rosse vleermuis, bosvleermuis, watervleermuis en bechsteinsvleermuis. Daarnaast zijn er nog zeven soorten die traditioneel bomen gebruiken als zomerverblijfplaats, en vier soorten die sporadisch in boomholten schuilen. Voor vleermuizen zijn er verschillende types nestkasten te verkrijgen in de handel. Wegens het doorgaans kleine formaat zijn deze vaak te zeer onderhevig aan temperatuursschommelingen om echt aantrekkelijk te zijn voor deze diertjes. Een nieuw type nestkast, een kubus van ongeveer 1m3, onderverdeeld met lamellen en hoog in een boom opgehangen, schijnt meer succes te hebben. Iets te groot voor een doorsnee stadstuintje wellicht. Meer informatie over vleermuizen is te vinden in de eerste Bosbode van dit jaar.

Andere zeldzame zoogdiertjes die gebaat zijn bij nestkasten, zijn de slaapmuizen. Slaapmuizen zijn zeer kwetsbaar omdat ze zeven maanden per jaar grotendeels slapend doorbrengen. Kwalitatieve huisvesting is voor hen dus van cruciaal belang.

Bij ons bestaat deze familie uit drie soorten: de eikelmuis, de relmuis en de hazelmuis. De eikelmuis is een cultuurvolger, maar gaat het momenteel niet goed met dit gemaskerde knaagdier. Een deel van de oorzaak is het verdwijnen van oude

15

knotwilgen, houtkanten en vervallen schuurtjes die als schuilplaats kunnen dienen. Voor de kleine hazelmuis zijn hagen en bomen cruciaal om zich door het landschap te kunnen verplaatsen. Wie zelf een nestkast voor slaapmuizen willen installeren in zijn tuin, boomgaard of bos, kan contact opnemen met het zoogdierennetwerk van Natuurpunt, dat hier momenteel een studie rond uitvoert.

Hoogtevrees?

Nestkasten bevinden zich niet altijd bovenin een boom. Ook dichter bij het middelpunt van de aarde kunnen ze van pas komen. Dieren die niet gezegend zijn met vleugels of een uitzonderlijk klimtalent, hebben ook soms graag een dak boven het hoofd.

Sommigen zijn uitgesproken doe-hetzelvers. Konijnen laten zich door niemand vertellen waar ze hun hol moeten graven. Hetzelfde geldt voor vossen, dassen, woelmuizen,…

Andere soorten zijn liever lui dan moe. Ze willen wel liefst droog en warm liggen, maar zonder zich de moeite te getroosten om zelf een schuilplaats te bouwen. Voor die minder handige harry’s kan het nuttig blijken om kasten of andere schuilgelegenheid te voorzien.

om tocht in de kast te vermijden. Voor elk van de drie soorten moet de marterkast een ander formaat hebben.

Ook eekhoorns huizen gewoonlijk in boomholtes, maar staan niet weigerachtig tegen een gezellige nestkast. Deze pluimstaarten zijn trouwens geduchte nestrovers en slaan een eitje of babyvogeltje als middagmaal niet af!

Marterachtigen kraken niet alleen boomholtes en holen van andere dieren, maar zoeken ook graag hun toevlucht in houtstapelplaatsen. Laat dus na een dunning in je bos hier en daar hopen takken of stammen liggen. Hermelijn, bunzing, boom- en steenmarter zullen u dankbaar zijn. De das heeft hier geen boodschap aan, die woont immers in een burcht die al generaties lang in familiebezit is. Voor de kleine marterachtigen –wezel, hermelijn en bunzing- blijken marterkasten zeer goed te werken. Dit zijn houten kisten, aangebracht onder een houtstapel, met vooraan een dwarse toegang

Egels verschansen zich graag onder een stapel snoeihout of bladafval, waar ze lekker warm de winter kunnen doorbrengen. Een huis voor egels bouwen is niet zo moeilijk: een grote kubus van 30 cm3 als woonkamer, een ventilatieschacht een smallere gang die erheen leidt. Om het geheel een natuurlijker uitzicht te geven en om te zorgen voor extra isolatie, is het aan te raden om het egelhuisje te bedekken met een stapel tak- en bladafval. Zorg wel dat de ingang en de ventilatieschacht open blijven! Net als vele soorten (slaap)muizen, nemen egels ook genoegen met een omgekeerde bloempot met een toegangsgat.

Wie blijft er dan nog in de kou staan? Dieren die niet kunnen graven, hakken of kappen en te groot zijn om in een nestkast te wonen. De ree bijvoorbeeld. Betekent dit dat een ree het niet erg vindt om natgeregend of ondergesneeuwd te worden? Tuurlijk wel. Ook reeën zoeken graag een beschutte plek op, enkel zal deze zich niet in een boomtop of een houtmijt bevinden, maar eerder onder het bladerdak van een boom of struik. Hiervoor zijn groenblijvende coniferen natuurlijk uitermate geschikt.

16

Insecten

Ten slotte verdienen ook onze zesvoetige vrienden wat aandacht. Insectenhotels zijn van onschatbare waarde voor tal van nuttige diertjes. Bijenhotels voor solitaire bijen bestaan uit holle rietstengels, bamboe of stro. Bijen zijn van belang voor de bestuiving van de planten in het bos of in de tuin. Houtblokken met gaten er in geboord blijken vooral andere nuttige insecten aan te trekken, zoals lieveheersbeestjes. Bloempotjes gevuld met stro kunnen in een boom opgehangen worden om oorwormen te lokken. De laatste twee soorten zijn uitstekende bladluisverdelgers.

De handen uit de mouwen

Tot zover de theorie, nu wat praktijk. Er zijn in de handel tal van nestkasten te verkrijgen, maar er zelf een bouwen geeft toch meer voldoening. Om de actieve lezer op weg te helpen, staat er hieronder een bouwplan voor eenvoudige nestkast, geschikt voor kleine vogels als mezen, mussen, vliegenvangers en boomkruipers. Mét balkon als roofdierbescherming! Hang de nestkast zo mogelijk beschut op ongeveer 2m hoogte. De ingang richt je best op het oosten zodat het huisje droog blijft.

17
dak balkon voorkant achterkant zijkant links zijkant rechts bodem 11 cm 15 cm 11 cm 21 cm 13 cm 21 cm 11 cm 6 cm 6 cm 6 cm 17 cm 6 cm 11 cm 11 cm 11 cm 30 cm 30 cm 16 cm 11 cm 1 cm 1 cm 1 cm 6 cm 21 cm 17 cm 30 cm 6 cm achterkant bodem dak 1 cm 15 cm dak 11 cm 1 cm 1 cm zijkant links zijkant rechts balkon voorkant

Bosbeheer in Lincolnshire

Begin mei staken een 30-tal leden van de Vlaamse bosgroepen het Kanaal over met bestemming het graafschap Lincolnshire in centraal Oost-England. Onder de deskundige leiding van Inverde konden enkele unieke landgoederen, bosreservaten en jonge stadsrandbossen worden bezocht. Hieronder alvast enkele indrukken en interessante lessen van tijdens deze studiereis.

De eerste dag werd een bezoek gebracht aan het landgoed ‘Morton Hall’ dat 70 ha bos omvat. Bij aankomst werden we reeds geconfronteerd met een typische ‘eiland-quarantaine-maatregel’, namelijk het ontsmetten van laarzen na ieder bosbezoek. Op die manier wil men trachten de verspreiding van de essenziekte te voorkomen of minstens in te perken. Begrijpelijk want 20% van de houtvoorraad in de bossen van het graafschap Lincolnshire bestaat uit es! In dit landgoed streeft men naar een visueel aantrekkelijk, gemengd en ongelijkjarig bos en hanteert men het principe van Continuous Cover Forestry. Hierbij wordt gewerkt met kleine

18
Een bos met eiken van 500 jaar oud, een unicum in Europa!

(Engeland), verslag van een studiereis

verjongingsgroepen waar natuurlijke verjonging aangevuld wordt met aanplanting van kleine groepjes eik, beuk, kastanje en lork. Opmerkelijk is dat er in het licht van klimaatsverandering ook geëxperimenteerd wordt met exoten zoals eucalyptus en nothofagus. In tegenstelling tot de Vlaamse boswetgeving mag in Engeland een inheems bos 20% exoten bevatten en 20% ‘bijna inheemse soorten’ zoals tamme kastanje. In het eengemaakte Europa blijkt het begrip ‘inheems’ dus nogal verschillend te worden ingevuld!

den door onder meer hun kroon selectief vrij te stellen.

Thoresby Estate dat in totaal 900 ha bos omvat bezit ook een eigen zagerij en schrijnwerkerij. Hierin zijn vijf mensen tewerkgesteld en is zelfbedruipend. Om de rentabiliteit te verhogen wordt bijna alle loofhout ter plaatse verzaagd tot planken en gedroogd. Inspelend op nieuwe markten, werd recent een grote hakselaar aangekocht waarmee chips worden aangemaakt die verkocht worden als biobrandstof.

groene omgeving. Bezieler en drijvende kracht achter dit privé-initiatief is de 71-jarige Adrian Isaac die, met hulp van een legertje aan vrijwilligers en sympathisanten, een nieuw standsrandbos uit de grond stampte. Inmiddels werd door de Stichting al meer dan 30 ha landbouwgrond aangekocht en bebost, maar het uiteindelijk doel is een veelvoud hiervan te realiseren. Door aanplant van snelgroeiende soorten zoals berk, zwarte els en trilpopulier heeft men na een paar jaar al een mooi bosbeeld. Dit wordt later aangevuld met schaduwstruiken zoals hazelaar en kunstmatige introductie van voorjaarsflora zoals boshyacinten en sleutelbloemen.

Aansluitend werd een bezoek gebracht aan het landgoed ‘Thoresby Estate’ dat een overblijfsel omvat van het historische Sherwood Forest. Mede dankzij z’n eeuwenlange functie als jachtdomein, konden bomen hier oud worden. Eiken van 500 jaar en meer domineren nu het bos. De volgende generatie bomen in het bos is ‘slechts’ 200 jaar oud en daarom tracht men de ‘veterane bomen’ zo lang mogelijk in leven te hou-

Net zoals in Vlaanderen is er in die regio van England ook grote nood aan bijkomend bos en in het bijzonder aan stadsrandbossen. Een opmerkelijk initiatief dat we in dit kader bezochten was het ‘Boston Woods Trust’. Deze stichting werd in 2001 in het leven geroepen voor de bevolking van het stadje Boston en heeft als doel tegemoet te komen aan de nood aan recreatie: wandelen, fietsen of paardrijden in een natuurlijke

De Stichting kan slechts rekenen op beperkte overheidssteun (oa subsidies voor bebossing en aanleg wandelpaden). De grondaankopen kunnen gebeuren mede dankzij sponsoring door sympathisanten en de inzet van vrijwilligers die helpen met aanplanten, onderhoud en rapen van afval.

19 19
Door het ontsmetten van laarzen na ieder bosbezoek, tracht men in Engeland de essenziekte in te perken. De ‘spaarpot’, een voorraad luchtgedroogd kwaliteitshout Gevarieerd bosbeeld na 10 jaar , aangevuld met hazelaar (kokers) en opgefleurd met aangeplante boshyacinten en daslook

De bezoeken aan de reservaten ‘Snipedales Country Park’ en ‘Chambers Wood’ maakten duidelijk dat bepaalde natuurwaarden samen gaan met specifieke vormen van bosbeheer. Omdat er geconstateerd werd dat een ‘nulbeheer’ of ‘niets-doen-beheer’ leidt tot daling van het vogelbestand heeft de Royal Society for the Protection of Birds, een NGO met meer dan 1 miljoen leden, samen met de Forestry Commision (vergelijkbaar met ANB in Vlaanderen) een pilootprogramma gelanceerd. Dit programma heeft als doel eigenaars te stimuleren en financieel te ondersteunen om hun beheer beter af te stemmen op de (potentiële) aanwezigheid van zeldzame vogels, bijvoorbeeld door hakhoutbeheer, bosranden en structuur in het bos.

Het eeuwenoude winterlinde-bos maakt van ‘Chambers wood’ een gebied met bijzondere wetenschappelijke waarde. Onder meer voor de instandhouding van de populatie slaapmuizen die er aanwezig is wordt het traditionele hakhoutbeheer met overstaanders hier verder gezet. Het werk wordt uitgevoerd door vrijwilligers in ruil voor het brandhout. Ter behoud en versterking van de aanwezige natuurwaarden tracht men de aanwezige boskernen te versterken met bosuitbreiding. Zo werd rond dit reservaat 160 ha bosuitbreiding gerealiseerd en 27 km bosranden aangelegd!

Als afsluiter van de studiereis werd er een bezoek gebracht aan twee private landgoederen. Het eerste, ‘Harrington Estate’ is gelegen in Lincolnshire Wolds Area of Outstanding Natural Beauty (soort beschermd landschap). De eige-

naar heeft drie doelstellingen met zijn landgoed, waarvan de belangrijkste het behoud en waar mogelijk versterking van de schoonheid van het landschap. De jacht staat als tweede op het lijstje, houtopbrengst als laatste. In het kader van deze doelstellingen en ter ere van de 60ste troonjubileum van de Britse koningin Elizabeth II plantte hij in 2012 4 ha nieuw bos aan. De aangeplante boompjes werden allemaal individueel beschermd tegen wildschade. Niet enkel ree, dam- en edelhert vormen een probleem voor jonge aanplantingen, maar ook muntjakken kunnen heel wat schade aanbrengen. Deze soort is oorspronkelijk afkomstig uit China, maar heeft zich inmiddels wijd verspreid in Groot-Brittannië. Bij de jacht op muntjak worden geen honden gebruikt omdat de bovenste hoektanden van mannelijke muntjakken als twee slagtanden naar buiten steken en een gevaarlijk wapen kunnen zijn.

Dit bebossingsproject in ‘Harrington Estate’ werd ook geregistreerd onder de Woodland Carbon Code. Via dit systeem

dat recent werd ontwikkeld in GrootBrittannië, ontvangen eigenaars een bijkomende vergoeding voor de CO2 die ze vastleggen via de bosaanplantingen die ze realiseren op landbouwgronden.

In het laatste landgoed ‘Handby Estate’ maken we kennis met de problematiek van de grijze eekhoorn. Deze uitheemse soort, ingevoerd uit VS en Canada, zorgt voor heel wat schade. In tegenstelling tot de muntjak heeft hij het niet gemunt op jonge boompjes, maar wel op volwassen exemplaren waar de schors over grote oppervlakten wordt afgestript. De stammen van een bestand met mooie toekomstbomen werden tot hoog in de boom aangevreten, waardoor ze nog enkel bruikbaar zullen zijn voor brandhout. De grijze eekhoorn plant zich zeer snel voort en men tracht, door de dieren te vangen met vallen, de populatie op een aanvaardbaar niveau te houden. Alleen al op dit bosdomein worden gemiddeld 10 eekhoorns per week gevangen. De hoop op een volledige terugdringing van deze uitheemse soort heeft men in Groot-Brittannië al lang opgegeven.

20
Ter nagedachtenis van hun dierbaren sponseren sympathisanten het private initiatief van standsrandbos Op de achtergrond het aangeplante bos ter ere van ‘Her Majesty the Queen’ De Engelse bosbeheerders zien liever een dode grijze eekhoorn dan een levende.

Weetjes uit de boswetgeving vrijstelling van successierechten voor bos

De bos- en natuurwetgeving in Vlaanderen is complex. Het gebeurt maar al te vaak dat de bosbeheerders door de bomen het bos niet meer zien. Met deze rubriek willen we daar verandering in brengen.

Regelmatig krijgt de bosgroep vragen van boseigenaars over hoe het precies zit met vrijstelling van successierechten voor hun bos. Hieronder proberen we duidelijkheid te scheppen.

Ligt uw bos buiten het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN)?

Als uw bos buiten het VEN ligt, kunnen uw erfgenamen genieten van een vrijstelling van successierechten indien u beschikt over een goedgekeurd uitgebreid bosbeheerplan (UBP) dat voldoet aan de Criteria voor Duurzaam Bosbeheer. Deze vrijstelling van successierechten betreft de grondwaarde van het bos en de waarde van de houtopstand.

De vrijstelling kan verkregen worden tot maximaal 4 jaar na het openvallen van de nalatenschap.

Welke voorwaarden?

Om van de vrijstelling van successierechten te kunnen genieten, moet aan de volgende voorwaarden voldaan zijn :

1°. U moet beschikken over een goedgekeurd uitgebreid bosbeheerplan volgens de Criteria voor Duurzaam Bosbeheer ten laatste 4 jaar na het openvallen van de nalatenschap.

2°. Het bos moet bos blijven

3°. Het bos moet blijven beschikken over een uitgebreid bosbeheerplan. Als het lopend beheerplan afloopt, betekent dit dat u een nieuw bosbeheerplan moet (laten) opmaken.

4°. Het beheer dat in het goedgekeurde bosbeheerplan is voorzien, moet ook effectief uitgevoerd worden.

5°. Indien u het bos verkoopt, moet u de nieuwe eigenaar op de hoogte brengen van uw genoten voordeel en de voorwaarden die eraan vasthangen.

Wat als u zich niet aan de voorwaarden houdt?

De vrijstelling van successierechten wordt toegekend als een vorm van subsidie voor een periode van 30 jaar. De vrijstelling wordt uiteraard wel in 1 keer

21

toegekend. Bij niet naleving van bovenstaande voorwaarden, kan een deel van het bedrag van de vrijstelling (wordt verrekend in de tijd) teruggevorderd worden door de Vlaamse overheid.

Als de genieter van de vrijstelling van successierechten, het bos verkoopt en de nieuwe eigenaar niet inlicht (zie voorwaarde 5), dan zult u het genoten voordeel mogelijks moeten terugbetalen indien de nieuwe eigenaar zich niet aan de voorwaarden houdt.

Hoe aanvragen?

Om de vrijstelling van successierechten te kunnen genieten, moet in de aangifte van de nalatenschap duidelijk aangegeven worden dat u vraagt om toepassing van artitel 55quater van het Wetboek der Successierechten.

Bestaat er op het moment van aangifte al een goedgekeurd UBP, dan moet u bij de aangifte ook het door ANB uitgereikte attest voegen over het bestaan van het goedgekeurde bosbeheerplan (= het goedkeuringsbesluit van het UBP). In dat geval zal u de vrijstelling onmiddellijk genieten.

Bestaat er op het moment van de aangifte nog geen goedgekeurd UBP, dan kunt u er binnen de 4 jaar nog een (laten) opmaken. In dat geval bezorgt u binnen de 4 jaar het door ANB uitgereikte attest

aan het federaal ontvangkantoor en kan u de reeds betaalde successierechten terugvorderen.

Ligt uw bos binnen het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN)?

Voor bossen gelegen binnen het VEN zijn de voorwaarden enigszins anders. Immers, voor alle onbebouwde onroerende goederen gelegen binnen VEN, geldt :

1°. vrijstelling van successierechten

2°. Vrijstelling van het Vlaams gedeelte van de onroerende voorheffing

Beide vrijstellingen gelden zonder dat hier bijkomende voorwaarden aan gekoppeld zijn.

Hoe vraag u aan?

De erfgenamen of de dossierbehandelaar dienen hun verzoek tot vrijstelling van successierechten in via een aangetekend schrijven gericht aan de Vlaamse Belastingsdienst. Daarvoor gebruik je een specifiek formulier. Het attest dat de Vlaamse Belastingsdienst op basis van dit aanvraagformulier aflevert voeg je toe aan het aangiftedossier voor het federale ontvangstkantoor.

Dit aanvraagformulier is download-

baar via de website van het Belastingportaal Vlaanderen www.onroerendevoorheffing.be (doorklikken op ‘successierechten’ en doorklikken op ‘formulieren’) of via de online formulierensite van de Vlaamse overheid (http://195.207.182.97/formulieren).

Voor het krijgen van de vrijstelling op het Vlaams gedeelte van de onroerende voorheffing, hoeft u niets te ondernemen. Dit wordt automatisch verrekend en is zichtbaar via het formulier van de heffing.

Wat met percelen die door de VENafbakening worden doorsneden?

Het is perfect mogelijk dat een kadasterperceel doormidden wordt gesneden door de VEN afbakening. De Vlaamse belastingdienst werkt in dat geval met een lijst per kadasterperceel waarop het percentage gelegen in VEN wordt vermeld. Enkel voor het gedeelte gelegen binnen VEN kan een vrijstelling verkregen worden.

Belang van de fiscale woonplaats

Het decreet die deze materie regelt en het bijhorende uitvoeringsbesluit zijn enkel van toepassing in het Vlaams Gewest. Het is dus van belang te weten waar de erflater woont en aan welk gewest hij successierechten betaalt. Indien de fiscale woonplaats van de erflater ligt in het Brussels Hoofdstedelijk of Waals gewest, kan hij niet genieten van de Vlaamse vrijstelling van successierechten.

Indien de erflater geen inwoner van België is, dan geldt het voorliggende decreet wel en kan wel om de vrijstelling gevraagd worden.

Meer info? Contacteer uw bosgroep of ga naar www.natuurenbos.be en klik op ‘wetgeving’ en dan op ‘vrijstelling van successierechten’.

22

Cursusaanbod 2014

Zoals

reeds enkele malen vermeld in de Bosbode staan de Bosgroepen voor grote veranderingen. Vanaf begin volgend jaar zal de Provincie Oost-Vlaanderen verantwoordelijk zijn voor de aansturing en financiering van de Bosgroepen. Het Agentschap voor Natuur en Bos zal in de toekomst enkel instaan voor ad hoc ondersteuning door middel van projectfinanciering. Hoe alles verder geconcretiseerd zal worden, dient de komende weken en maanden nog verder uitgeklaard te worden.

Op het einde van het jaar bezorgden wij u traditioneel een overzicht van de cursussen die het komend jaar georganiseerd zouden worden door de Oost-Vlaamse Bosgroepen. Dankzij de vormingssubsidies waarover bosgroepen tot voor kort konden over beschikken, was het mogelijk deze cursussen aan zeer democratische prijzen aan te bieden aan de leden-boseigenaars. Op welke manier bosgroepen in de toekomst opleidingen aan hun leden zullen kunnen aanbieden, is momenteel nog niet duidelijk. Dit alles maakt dat de planning van het cursusaanbod 2014 even op zich laat wachten en pas beschikbaar zal zijn in het volgend nummer van de Bosbode. Wij danken u alvast voor het begrip hiervoor.

23

De bosMarkt

Via deze rubriek zoekertjes brengen we regelmatig verkopers van brandhout, … en geïnteresseerde afnemers met elkaar in contact. Hierbij beperkt de Bosgroep haar inbreng enkel tot het geven van informatie en advies. De verkoop gebeurt rechtstreeks tussen de verkoper en de geïnteresseerde.

Momenteel is bij de Oost-Vlaamse bosgroepen volgende aanbod. Meer informatie is beschikbaar bij de respectievelijke bosgroep.

BRANDHOUTAANBOD

Bosgroep OOST-VLAANDEREN NOORD 09/267 78 60

- Kaprijke (Lembeke), dunning van Grove Den op stam, kostprijs : 5 euro/stère

Bosgroep VLAAMSE ARDENNEN TOT DENDER 055/21 62 80

- Meerbeke (Ninove) te knotten knotbomen. Ervaring vereist. Gratis in ruil voor het werk.

- Strijpen (Zottegem) hakhout af te zetten, gratis in ruil voor het werk

ANDERE

Bosgroep OOST-VLAANDEREN NOORD 09/267 78 60

- Stekene, plantsoen van Berk (± 100 stuks) te koop : Maat 1,25 -1,50 meter : € 0,35 per stuk; Maat 1,50 – 2 meter : € 0,50 per stuk

Afhalen en uitsteken samen met de verkoper

- Stekene, constructiehout

Taxus : maat 0,55m tot 1,80m, prijs 120 euro voor alles.

Amerikaanse Eik : maat 2 m, prijs 75 euro

De balken kunnen ook apart verkocht worden.

Bosgroep MIDDEN OOST-VLAANDEREN 09/267 78 60

- Zaventem, 50 kastanjepalen te koop, 3 m lang, en diameter 8-10 cm Prijs overeen te komen, kan aan huis geleverd worden

BOS TE KOOP

Bosgroep MIDDEN OOST-VLAANDEREN 09/267 78 60

- Erpe-Mere – 0,15 ha in een natuurgebied ‘HolleMeersche’, gelegen langsheen de spoorlijn Denderleeuw-Kortrijk, met bestaande toegangsweg. Contacteer eigenaar : 053/78 37 34

- Dendermonde (Grembergen) – 2 ha, contacteer de eigenaar (zoon) Filip De Blende: 0478/58 27 15.

Bosgroep VLAAMSE ARDENNEN TOT DENDER 055/21 62 80

- Denderleeuw (grens Liedekerke), ter plaatse genaamd “Veldbroeken”, 0,15 ha Wellemeersen

- Geraardsbergen (Schendelbeke) 0,74 ha

- Zottegem (Erwetegem) 0,19 ha

- Haaltert (Denderhoutem) 0,28 ha

Ook uit andere Oost-Vlaamse regio’s krijgen de bosgroepen regelmatig vraag naar brandhout. Meestal van particulieren die bereid zijn om ervoor te werken. Zoekt u als boseigenaar dus naar een goedkope manier om uw hakhout nog eens af te zetten of om kroonhout te laten opruimen: contacteer ons!

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.