Samsam godsdienstwerkboek Jodendom

Page 8

Lesdoel Na deze les weet ik waar en hoe het jodendom is ontstaan en wie daarbij een belangrijke rol gespeeld hebben.

Foto: Shutterstock

Les 2 - Het ontstaan van het jodendom

Het jodendom Volgens joodse verhalen werd omstreeks 1813 voor Christus Abram geboren in Kanaän. Kanaän was het gebied waar nu de landen Israël, Palestina en Libanon liggen. Dit stuk van de wereld wordt door gelovige joden als het door hun god Beloofde Land gezien. Abram trouwde met Sarai, maar ze konden geen kinderen krijgen. Het jodendom is begonnen op het moment dat Abram één god ging aanbidden, in plaats van de vele goden die zijn vader vereerde. Deze god veranderde de namen Abram en Sarai in Abraham en Sara. Hij zorgde ervoor dat ze toch een zoon kregen: Isaak. Sara was toen negentig en Abraham honderd jaar. God vertelde Abraham dat zijn nakomelingen zouden regeren over het Beloofde Land. Abraham wordt dan ook gezien als de aartsvader van het joodse volk.

8

Het Joodse volk Het Joodse volk bestaat uit de nakomelingen van de aartsvader Abraham. De belevenissen van zijn kinderen en daar weer de kinderen van staan beschreven in heilige geschriften. Heel bekend is het verhaal over Jozef die door zijn jaloerse broers als slaaf werd verkocht en in Egypte in de gevangenis belandde. Deze Jozef kon voorspellende dromen uitleggen. Hij deed dat ook voor de Egyptische koning. De farao vond Jozef zo slim, dat hij hem onderkoning maakte. Later kwamen de broers van Jozef ook naar Egypte en was de familie herenigd. Slavernij Joden geloven dat een nieuwe farao na de dood van Jozef zijn hele familie tot slaaf maakte. Ze mochten hun god niet meer aanbidden en ze waren gevangenen van de farao, terwijl ze eigenlijk naar het Beloofde Land wilden. Hun god koos Mozes als nieuwe leider van het volk.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.