LAD-magazine nummer 7, oktober 2014

Page 1

Magazine Rol VMSD in nieuwe AMS

Stagevergoeding coassistenten?

De LAD gaat Europa in

Nummer 7 - Oktober 2014 Kwartaalmagazine van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD)

AIOS upgrade 7 november


Voorwoord

Wie is toch die man...

4

Na ruim drie maanden geleden Gert van Enk te zijn opgevolgd als voorzitter van de LAD, vind ik het nog wat vroeg om in die rol nu al stellig en stevig uit te pakken. Ik ben wel voor ´duidelijk´, maar daar komt het vanzelf van - als ideeën wortels nodig hebben en woorden daden moeten worden. Attendeer mij er zeker op als u vindt dat ik al werkend best wat meer stelling zou kunnen nemen. Of als u zich afvraagt ‘Wie is toch die man….’. Ik start in een heel boeiend verenigingsjaar. Onze samenwerking met de OMS krijgt vaster vorm en zal met ingang van 2015 uitmonden in het lidmaatschap van alle medisch specialisten (in dienstverband) van beide organisaties. Dat vind ik winst, want de belangenbehartiging kan hierdoor nog meer body krijgen. Daarnaast zijn we bezig met verandering van de verenigingsstructuur. We bespraken dit al oriënterend in de Ledenvergadering van mei en hopen er in dit gezelschap eind oktober over te kunnen besluiten. Ook ‘in Europa’ zullen we ons meer gaan manifesteren.

De LAD gaat Europa in Met enige regelmaat vertegenwoordigen voorzitter Christiaan Keijzer en directiesecretaris Therèse van ‘t Westende de LAD in Europees verband. Wat horen ze over artsen die in de ons omringende landen in loondienst werken? En waarom is het belangrijk dat de LAD internationaal actief is?

8

Doet zich in de ledenfamilie van de LAD ooit de vraag voor ‘Wie is toch die Keijzer?’. Dan hoop ik op ’t antwoord: “Dat is de voorzitter die onze positie scherp in de gaten houdt én verdedigt.”’ Daar doe ik dus m’n uiterste best voor! Christiaan Keijzer, voorzitter LAD

Jeugdarts/arts Maat­­schap­ pij gezondheid in beeld “Jeugdarts zijn was eigenlijk mijn eerste liefde, het preventieve karakter van de functie sprak mij aan. Bovendien vind ik de omgang met baby’s, peuters en hun ouders boeiend. Maar toen ik in het midden van de jaren ‘80 afstudeerde, was er geen werk.” Inmiddels is Gea Vrieze al 23 jaar actief als jeugdarts. Op enig moment is ze, naast haar werk, de opleiding voor arts maatschappij en gezondheid gaan doen. Die verdieping en verbreding vond ze interessant. lad magazine | 2


In dit nummer 6

Managen en besturen kan iedereen? Eigenlijk is iedereen het er wel over eens dat de veranderingen in de zorg vragen om inten­­ sieve betrokkenheid van de zorg­profes­sional. Zijn ze daar klaar voor? Wat biedt de Leer­gang management en bestuur voor jonge zorg­ professionals van VvAA?

16

10

Stagevergoeding coassistenten? Al jaren speelt de discussie over dit onder­werp. De NFU en het Studentenplatform staan lijn­ recht tegenover elkaar. Een van de belang­rijk­ ste punten: leveren de coassistenten output?

12

AIOS Upgrade 7 november Het thema van de bijeenkomsten voor dit jaar is ‘Spreekkamer 2025’. Er is een plenair program­ma en een uitgebreid aanbod aan work­shops. Ook wordt de opleidingsprijs uitgereikt.

14

Terugvordering onterecht betaalde management toeslag Een LAD-lid heeft jarenlang een toelage gekregen voor zijn managementtaken. Als hij stopt met deze taken vervalt de toelage. Zijn werkgever vergeet, ondanks meerdere meldingen, de toelage stop te zetten. Na een jaar houdt de werkgever zonder overleg of waarschuwing een bruto maandsalaris in. Kan dat zomaar?

15

Column Schapen

18

Het bureau in beeld

Een kwestie van plannen “Ik werk binnen kantoortijden en heb daarnaast regelmatig weekenddiensten. Dan kunnen we niet weg. Maar ik kan de diensten compenseren in geld maar ook in uren. Mijn collega’s vinden het lastig die op te nemen. Ik niet, het is een kwestie van plannen.”

post@lad.nl Rol VMSD in nieuwe AMS Welke taken en bevoegdheden heeft een Vereniging Medisch Specialisten in Dienstverband (VMSD) op grond van de nieuwe AMS, die op 1 januari 2015 in werking treedt? Hoe richten we een VMSD op? Welke ondersteuning kunnen de LAD en OMS hierbij bieden? We krijgen veel verzoeken binnen voor informatieve presentaties over dit onderwerp. De nieuwe AMS regelt dat ziekenhuizen naast een vereniging medische staf ook een VMSD hebben. De vereniging vertegenwoordigt de medisch specialisten in dienstverband op instellingsniveau. Ze behartigt hun belangen en is gesprekspartner van onder meer raad van bestuur, raad van toezicht en medische staf. Met de oprichting van een VMSD wordt de positie van de medisch specialist in dienstverband versterkt en krijgt de medisch specialist meer verantwoordelijkheid voor en inspraak in het (strategisch) ziekenhuisbeleid en de afspraken met de zorgverzekeraars. Uit de verzoeken om informatie die de LAD en OMS ontvangen, blijkt dat er nog veel vragen leven over de nieuwe taken en bevoegdheden van de VMSD. Reden om regiobijeenkomsten over dit onderwerp te organiseren voor besturen van bestaande VMSD’s en VMSD’s in oprichting. Vertegenwoordigers van de LAD en OMS beantwoorden uw vragen en u heeft de mogelijkheid om ervaringen uit te wisselen met collega’s uit andere ziekenhuizen. OMS en de LAD ontwikkelen ook een informatiebrochure over de VMSD. Verder zijn er voorbeeldstatuten ten behoeve van de oprichting van de VMSD in de maak. Meer informatie over de (aanmelding voor de) regiobijeenkomsten VMSD, de brochure en de voorbeeldstatuten publiceren we binnenkort via www.amsvernieuwing.nl, www.oms.nl en www.lad.nl. Ook via de gemeenschappelijke nieuwsbrief wordt u op de hoogte gehouden. Oktober 2014 | 3


Tekst: Sonja Huising Fotografie: Corneel de Wilde

Met enige regelmaat vertegenwoordigen voorzitter Christiaan Keijzer en directiesecretaris Therèse van ‘t Westende de LAD in Europees verband. Wat horen ze over artsen die in de ons omringende landen in loondienst werken? En waarom is het belangrijk dat de LAD internationaal actief is?

De LAD gaat Europa in “Het is goed dat we informatie krijgen uit andere landen. Ik ben al een tijdje inter­na­ tio­naal actief voor de LAD dus we krijgen lang­zamer­hand een beeld van hoe dokters in andere landen functioneren. Hoe gaat men elders met arbeidstijdenwetgeving (bij ons de Arbeidstijdenwet) om? En ook interessant zijn onderwerpen als salariëring en secun­ daire arbeidsvoorwaarden. Een recent ge­ houden enquête onder artsen uit 16 landen geeft een beeld van hoe dat soort dingen op verschillende plekken zijn geregeld”, vertelt de voorzitter.

In Roemenië is het gebruikelijk dat de dokter zelf de telefoon- en internetkosten betaalt die hij maakt in het kader van de behandeling van patiënten

Therèse van ‘t Westende geeft aan dat er grote verschillen zijn met landen die eigen­ lijk heel dichtbij zijn. “Het ‘landschap’ is on­gelijksoortig. In een land als Slovenië hebben artsen te maken met corruptie. De oud-communisten maken de dienst uit; connecties zijn essentieel voor je carrière. En in Slowakije bijvoorbeeld kan de minis­ ter een arts z’n registratie afnemen zonder dat daar regels voor zijn. Verder merk je lad magazine | 4

dat, als de basale voorwaarden voor het uitoefenen van het vak niet geregeld zijn, artsen zich ook niet druk maken over dingen als verstelbare operatietafels of agres­sie en geweld. Terwijl dat toch ook voor hen belangrijke issues zijn als het gaat om gezond blijven werken.” Budget

“Je ziet dat de economische crisis z’n weer­slag heeft op de gezondheidszorg. In veel landen wordt het zorgstelsel volledig door de overheid gefinancierd. Dus zijn er in zo’n situatie direct bezuinigingen aan de orde; op salarissen maar ook op ziekenhuisbudgetten. Er zijn voorbeelden van halvering daarvan. Veel dokters emi­ greren en gaan ergens anders werken. Daardoor is er in sommige landen sprake van een leegloop. Ik denk dat het belangrijk is dat we ons als LAD, namens de leden, solidair tonen. Bijvoorbeeld door te gaan vertellen hoe wij het georganiseerd hebben en daarmee de dokters daar ideeën aan te reiken”, aldus Christiaan Keijzer.

In Oostenrijk is men blij dat de overheid heeft afgekondigd dat artsen maximaal 25 uur achter elkaar mogen werken

In Nederland maken we ons druk over de stijging van de kosten, met name voor de care. Door te overleggen en afspraken te maken (denk aan de zorgakkoorden) proberen we daar een rem op te zetten. We zijn goed in ‘polderen’. We zijn in gesprek met de overheid maar dragen als zorg­professionals en -bestuurders ook zelf verantwoordelijkheid. Christiaan Keijzer: “Daarover vertellen maakt je trots. Er is ontzag voor ons systeem en voor het feit dat de dokter daarbinnen mee kan praten. We zitten natuurlijk relatief ruim in de -deels publieke, deels private- middelen. Hier geven we 12,0 % van het bruto binnenlands product uit aan zorg. In Polen bedraagt dat percentage 5,6.”

Wij hebben het hier heel goed en dat willen we ook zo houden; binnen ons stelsel betekent dat onder meer dat dokters intensiever moet meepraten over beleid en randvoorwaarden

Zichtbaar

“In het buitenland vindt men het wonderlijk dat patiënten niet weten of een arts vrij gevestigd is of in dienstverband. In andere


Internationale (koepel-) verenigingen Fédération Européenne des Médecins Salariés FEMS - Vertegenwoordiging van Europese vakbonden voor artsen in dienstverband. - Opgericht in 1964 door Frankrijk en in eerste instantie gericht op de Zuid Europese landen. - Richt zich op de domeinen arbeidsvoorwaarden (inkomensontwikkeling), arbeidsmarkt, arbeidsomstandigheden en persoonlijke en professionele ontwikkeling van artsen. - LAD is nu ‘observer’ maar wordt per 1 januari 2015 lid van de FEMS. World Medical Asscociaition WMA - Vertegenwoordiging van artsenorganisaties (wereldwijd). - KNMG is lidorganisatie. Comité Permanent des Médiciens Européens CPME - Vertegenwoordiging van Europese artsenorganisaties (Europese KNMG). - KNMG is lidorganisatie; de LAD helpt bij de voorbereiding van vergaderingen. - Richt zich op de domeinen standaardisatie en opleidingen en medische beroepspraktijk, om de hoogste kwaliteit van patiëntenzorg te bereiken. European Junior Docters EJD - Vertegenwoordigt 300.000 aios op Europees niveau. - Richt zich op de domeinen werkomstandigheden, mobiliteit en kwaliteit van opleidingen. - LAD is lid en organiseert en wordt tijdens de vergaderingen vertegenwoordigt door een bestuurslid van De Jonge Specialist. - De board meeting van januari 2015 vindt plaats in Nederland.

landen is dat onderscheid vaak heel zicht­ baar. Een ziekenhuisarts is in loon­dienst, een vrijgevestigd arts werkt vanuit een privékliniek. De zorg die hij of zij biedt is niet verzekerd. De tweedeling in de gezondheidszorg is fors. Ons voordeel

De FEMS zit dicht op de Europese lobby. Ook wij kunnen daardoor over belangrijke informatie beschikken. Een goed voorbeeld

daarvan is het vrije patiëntenverkeer dat ook voor artsen consequenties heeft. En verder is het in Europees verband registreren van de bevoegdheden van artsen relevant. Op verzoek van het Europees Parlement heeft de Europese Commissie daar een voorstel voor gedaan. Binnen dit dossier hebben we, in samenspraak met de KNMG, een rol te vervullen”, zo stelt Therèse van ‘t Westende.

In een volledig publiek georganiseerd systeem gaat de overheid op de budgetten zitten; maar een helemaal private situatie heeft ook nadelen zoals bijvoorbeeld het probleem van onverzekerden

Oktober 2014 | 5


Het podium

Managen en besturen kan iedereen?

Eigenlijk is iedereen het er wel over eens dat de veranderingen in de zorg vragen om intensieve betrokkenheid van de zorgprofessional. Zijn ze daar klaar voor? Wat biedt de Leergang management en bestuur voor jonge zorgprofessionals van VvAA?

lad magazine | 6


Tekst: Sonja Huising Illustratie: Ronald Slabbers

Monique Heeren is bestuurslid bij de LAD en werkt bij een zorg­verzekeraar als manager van projectleiders en adviseurs

“Toen ik de aankondiging van de leergang zag, dacht ik meteen: “Dat past helemaal bij mij.” Na mijn studie geneeskundige ben ik geswitcht en bij een zorgverzekeraar gaan werken. Het bedrijfskundige aspect van de zorg trok me toch meer dan de inhoud. Vanuit die functie heb ik me in algemene zin in management verdiept. Pluspunt van deze leergang is het zorgspecifieke en de aanwezigheid van meerdere disciplines. Ik heb vooral veel geleerd van hoe het in andere besturen werkt. Hoe gaan ze daar om met vraagstukken die je tegenkomt? Managen en besturen is echt een vak. Het vergt bepaalde vaardigheden, kennis en kwaliteiten. Ik zie dat professionals uit de zorg erg op hun eigen wereld gericht zijn. Dat moet ook; zij zijn gepassioneerd en verantwoordelijk voor de dagelijkse patiëntenzorg. Maar doordat ze weinig tijd hebben voor strategie en beleid ontstaat er soms een ‘wij-/zij-gevoel’. Professionals vinden beslissingen van managers - met name over geld - ondoordacht. Om écht de dialoog te kunnen voeren moeten beide partijen met ideeën komen en die gezamen­ lijk uitwerken. De mensen die de leergang volgen, zijn denk ik bruggen­bouwers. Zij kunnen de zorg en het besturen verbinden en zo aandacht vragen voor ieders inbreng.”

Debby van Sleeuwen werkt als hidha (huisarts in dienst van een huisarts) in huisartsenpraktijk Marepark in De Meern en is lid van het LAD-bestuur

“Door deze leergang te volgen, wilde ik meer kennis opdoen ten behoeve van mijn bestuurslidmaatschap. Je bent daar als arts tenslotte niet specifiek voor opgeleid. Daarmee spreek ik me meteen uit over de stelling: managen en besturen kan niet iedereen. Natuurlijk zijn we als artsen geschoold in communicatie. Maar dan met name in de communicatie met patiënten; we passen wat we geleerd hebben vooral toe in de spreekkamer. Als je actief bent op bestuurlijk niveau komt er nog een laagje bovenop. Met de leergang heb ik meer zicht gekregen op mijn eigen ‘kenmerken’ en op die van een ander. En dat is heel nuttig in de dagelijkse praktijk, onder andere in de samenwerking in de huis­artsen­­ praktijk, maar ook in het bestuur. Wat mij verder aansprak, was de informatie die we kregen over de achtergronden van de zorg. Daarnaast verbreedt de gedachte­wis­seling met professionals uit andere sectoren je blik. Kortom, ik kan deze leer­­gang aan iedere jonge bestuurder of manager aan­ raden. Maar ik vind wel dat er daar­naast in de opleiding meer aandacht moet komen voor de kerncompetenties die nodig zijn om als arts constructief mee te kunnen praten.”

Monique Theunissen is senior adviseur kennismanagement en netwerken bij VvAA

“Het idee voor het ontwikkelen van de leergang kwam van een jonge medisch specialist. Hij was al actief als bestuurder en wilde dat blijven. Maar hij zocht naar mogelijkheden om zich verder te ont­ plooien op dit vlak en vond geen passende opleiding. VvAA ontwikkelde daarop, voor deze doelgroep, een beroeps­groep­ overstijgende leergang. Niet alleen medisch specialisten kunnen deelnemen, ook huis­­ artsen, apothekers, tandartsen, fysio­thera­ peuten en dierenartsen. De leergang wordt inmiddels samen met een aantal beroeps­ organisaties georganiseerd. We bieden meer informatie over de organisatie van de zorg, maar ook thema’s als lobbyen en omgaan met de media komen aan de orde. Ook wij vinden het belangrijk dat zorg­ verleners zelf betrokken zijn bij de besluiten die worden genomen op managementniveau en binnen besturen. Er moet inbreng en in­vloed zijn vanuit het medisch perspectief. Daardoor kan een verbinding ontstaan tus­sen de inhoud en de randvoorwaarden. Artsen die actief zijn in het management spreken dezelfde taal als de collega’s, ze kunnen zich verplaatsen in wat de werk­ vloer belangrijk vindt. Met de leergang willen we mensen die daar talent en ambitie voor hebben stimuleren en handvatten bieden. Er zijn heel goede en inspirerende be­stuurders. Maar niet iedereen heeft capa­ citeiten op dat vlak. Dat hoeft ook niet; besturen moet je doen als het je interesse heeft.” Oktober 2014 | 7


De werkplek

Jeugdarts/arts Maatschappij en Gezondheid in beeld Waarom heeft u voor dit werk gekozen?

Gea Vrieze: “Jeugdarts zijn was eigenlijk mijn eerste liefde, het preventieve karakter van de functie sprak mij aan. Bovendien vind ik de omgang met baby’s, peuters en hun ouders boeiend. Maar toen ik in het midden van de jaren ‘80 afstudeerde, was er geen werk. Ik heb overwogen con­sul­ tatie­bureauarts te worden, maar ik wilde - omdat ik kost­winner was - niet parttime werken. En dat hoorde in die tijd in feite bij het vak. Vanwege de omstandigheden heb ik een heel andere movegemaakt. Bijna vijf jaar zat ik in de ziekenhuisautomatisering. Als consultant maakte ik de vertaalslag van het medisch vakgebied naar de IT. Na een paar jaar werd ik zelf moeder, wilde ik wel graag parttime werken en kon gelukkig snel als jeugdarts aan de slag. Het vak heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Als je het scherp stelt, waren consultatiebureau-artsen toen ik begon vooral vrouwelijke dokters met kleine dienstverbanden. Nu zijn het zelfbewuste professionals die staan voor hun vak. Zelf ben ik via de AJN (Artsen Jeugdgezondheidszorg Nederland) betrokken geweest bij onder meer de beroepsbelangencommissie. Het feit dat zo’n commissie ontstond en actief werd, is daar een goede illustratie van.” Gea Vrieze is al 23 jaar actief als jeugdarts. Op enig moment is ze, naast haar werk, toch de opleiding voor arts maatschappij en gezondheid gaan doen. “Ik vond altijd dat er meer was dan de spreekkamer. In de tweede fase van mijn opleiding was er veel aandacht voor onderzoek en beleidsontwikkeling. Deze verdieping en verbreding vind ik interessant. lad magazine | 8

Mij gaat het om de sprokkelmomentjes: iemand die jaren later tegen je zegt dat iets wat jij gezien hebt verschil heeft gemaakt... Wat is er mooi en minder mooi aan het vak?

Als jeugdarts probeer ik samen met kinderen en hun ouders naar oplossingen te zoeken en hun vragen te beantwoorden. Ik wil ze graag iets meegeven, dingen op het spoor te komen die ze zelf nog niet zagen. Preventie in de letterlijke zin van het woord. Een goede vertrouwensband is hierbij een voorwaarde. Natuurlijk heb je daar ook een brede klinische blik bij nodig maar dat is iets anders dan een klinische benadering. Als arts Maatschappij en Gezondheid ben ik meer bezig met de jeugd in zijn algemeenheid; met programma’s en richtlijnen die een bijdrage leveren aan de gezondheid, ontwikkeling en veiligheid van de jongeren.

Het ene deel van mijn werk is dus heel prak­­tisch en betekent intensief contact over ge­zond­heid, opvoeding en ontwikkeling. Het andere stuk is meer beleidsmatig, levert een heel andere blik op de materie op. Zo verbind ik de praktijk met de theorie en het beleid. Dat maakt mijn werk zo leuk en interessant. Wat vindt u van de werkdruk?

De werkdruk van jeugdartsen neemt toe. Bijvoorbeeld omdat je steeds meer contact hebt met ouders en kinderen buiten de spreekkamer. Ook zie je dat de vraag­ stel­ling van ouders nadrukkelijker wordt. Mensen komen met informatie van internet binnenstappen. Jeugdartsen moeten zich bewust zijn van wat er speelt in de samen­ leving. En tegelijkertijd is het nodig dat ze - op basis van hun kennis en kunde inschatten waar een cliënt naar op zoek is. Daarnaast is er meer tijd gemoeid met het deelnemen aan netwerken rond jeugdigen.

Na mijn opleiding tot arts maatschappij en gezondheid ben ik bewust niet helemaal overgestapt; Ik werk binnen kantoortijden maar daar­ ik wil als jeugdarts graag contact naast met enige regelmaat ‘s avonds thuis en in de weekenden. In vergelijking met houden met het werkveld Hoe ziet uw werkdag eruit?

Ik verdeel mijn tijd dus over beide vak­ gebieden, de jeugdgezondheidszorg en maatschappij en gezondheid. Dat betekent dat ik, verspreid over de dag, met allerlei verschillende dingen bezig ben. Zo ben ik betrokken bij het uitvoerende deel van de opleiding van de aios. Daarnaast adviseer ik het management en collega’s over in­houdelijke kwesties. Maar ik zie ook wekelijks jonge kinderen en hun ouders.

de klinische beroepen zijn dat geen lange dagen. Wel vraagt het naast elkaar invullen van twee functies iets. In de praktijk gaan cliënten altijd voor andere afspraken en papierwerk. En dat geldt ook voor adviezen richting jeugd­ verpleegkundigen en -artsen. Het gaat dan om vragen die niet in het team op te lossen zijn en waar ik expertise in heb opge­bouwd. Privacy en het digitale dossier bij­voorbeeld of gespecialiseerde informatie rond het rijksvaccinatieprogramma.


Tekst: Sonja Huising Fotografie: Corneel de Wilde

Binnen de GGD is er georganiseerd overleg. Daar ben ik lid van namens de LAD. Ik vind het belangrijk dat artsen invloed hebben. Het andere uiterste is natuurlijk dat iedereen overal over mee moet praten. Dat hoeft nu ook weer niet. Er leeft een gevoel van gezamenlijke ver­ antwoordelijkheid binnen de organisatie. Dat resulteert er onder meer in dat medische inbreng bij discussies over rand­voor­waar­ den en beleid geaccepteerd is.

Om een idee te geven van de bestuurlijke omgeving waarin ik werk: de voorzitter van het georganiseerd overleg is de wethouder volksgezondheid en vanuit het overleg zitten we met de raad van bestuur aan tafel

Hoeveel vrijheid heeft u binnen uw werk?

In het uitvoerende werk heb ik voldoende vrijheid. Ik ben daarin dan ook medisch gezien eindverantwoordelijk; dat is binnen de GGD heel duidelijk. In het beleids­ matige werk zijn er onderwerpen waar ik me auto­noom in voel. Rond het opleiden van aios en coassistenten bij­voor­beeld en als het gaat om medische vragen rond het rijksvaccinatieprogramma.”

Hoe liggen de verhoudingen binnen de organisatie?

Tijdens mijn opleiding tot arts maatschappij en gezondheid ben ik als stafarts in de thuiszorg gaan werken. Een aantal jaren geleden is de fusie met de GGD tot stand gekomen. Daar ben ik nu adviseur. De jeugd­gezondheidszorg krijgt haar geld van de gemeenten; iedereen weet dat dat minder wordt. Ik neem waar dat er minder kinderen naar de peuter­speelzaal komen. En dat er weer meer dikke kinderen zijn. Ik maak me wel zorgen over de toekomst, zeker nu de gelden van de gemeente niet meer geoor­merkt

zijn en er ook nog eens taken bij komen. Ook landelijk blijven er nog dingen on­ duide­lijk. Daarom is het belangrijk dat we in- en extern goed samenwerken. Binnen mijn beleidswerk heb ik vooral te maken met mijn collega-adviseurs en met mensen van andere afdelingen binnen de GGD zoals infectieziektebestrijding tijdens de mazelen­epidemie. Ook trekken we op met gezond­heidsvoorlichters en epidemiologen. Van­wege mijn twee banen heb ik te maken met twee bazen. Maar door­dat er een logische lijn ligt vanuit mijn respectieve­ lijke vakgebieden loopt dat goed.

Onveilig heb ik me zelden gevoeld; het hoort bij dit werk om ook goed te kunnen omgaan met mensen die boos zijn als er kritiek komt op (de relatie met) hun kinderen

OPROEP Bent u net zoals Gea Vrieze trots op uw werk en werkplek? En wilt u dat delen met de andere leden? Mail daarvoor naar redactie@lad.nl. Wie weet staat u straks met een inter­ view en foto in het LAD-magazine.

Oktober 2014 | 9


Het dilemma

Geen stagevergoeding voor coassistenten: (on)terecht? De discussie speelt al jaren. Waarom krijgen coassistenten geen stagevergoeding? Werkgevers en studenten, gesteund door onder andere de LAD, staan lijnrecht tegenover elkaar. Sanne Wubbels - voorzitter van het KNMG Studentenplatform en Dirk Kramer - arbeidsvoorwaardencoördinator bij de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) - doen hun verhaal.

“Dit thema keert inderdaad terug bij elke onderhandelingsronde voor een nieuwe cao. We hebben hierover een fundamenteel verschil van mening. Wij beschouwen co­ as­sisten­ten als studenten die een deel van hun opleiding in de praktijk volgen. UMC’s houden zich bezig met patiëntenzorg, onder­­ zoek en onderwijs en verzorgen dus dat prak­tijkgedeelte.

Wij zien de coassistent als de aankomend master en basisarts die een korte periode meeloopt in de praktijk; in het kader van vervolgopleiding tot medisch specialist is de arts-assistent, binnen een dienstverband, actief

andere, specifieke groep namelijk medisch ondersteuners en verpleegkundigen die een MBO- of HBO-opleiding volgen. Zij krijgen een vergoeding vanuit het stage­ fonds. Voor coassistenten die ergens anders dan in een UMC coschappen lopen, betalen we de zogenaamde affiliatievergoeding. Dat is een compensatie voor de kosten die gemaakt worden voor praktijkbegeleiding in de algemene ziekenhuizen. Verder is er een regeling voor een tegemoetkoming in reis- en verblijfkostenvergoeding voor co­assistenten die per UMC verschilt”, aldus Dirk Kramer. Beperkte output

De NFU stelt zich formeel op het standpunt dat coassistenten beperkt output leveren. Ze mogen veel voorbehouden handelingen niet verrichten. Dat betekent dat artsen hun werk moeten controleren en tijd moeten maken om instructies te geven en dingen aan te leren. Dirk Kramer: “Dat laatste is ook pas­send; het gaat tenslotte om onderwijs in de prak­ tijk. Patiëntenzorg, onderzoek en onder­wijs worden niet opgeknipt.

Wel

Als werkgevers zijn we consequent. We geven ook geen stagevergoeding aan andere studenten die een wetenschappelijke op­ leiding volgen. Dat doen we wel voor een OPROEP Tegen welke dilemma’s loopt u in uw werk aan? De LAD hoort het graag. Dan kunnen we er aan­dacht aan geven in deze rubriek. Mail daarvoor naar redactie@lad.nl.

lad magazine | 10

Financiering

Het is niet zo dat wij het probleem niet begrijpen. Er zijn continue wijzigingen in het systeem van de studiefinanciering. De mogelijkheden voor studenten om gratis van het OV gebruik te maken zijn ingeperkt. Maar daarbij gaat het om veran­ deringen van buiten af, in dit geval om overheidsingrijpen. Wij voelen niet de verantwoordelijkheid om de consequenties daarvan te financieren.

En bovendien praten we hier wel over écht geld. Er zijn denk ik zo’n 8.500 coas­sisten­ ten in Nederland. Volgens de cao moeten we - als iemand fulltime aan de slag is - een stagevergoeding van 308 euro per maand bruto betalen. Reken maar uit op wat voor bedrag je dan uit komt. Ik zie de studie genees­kunde als een investering in een verdere loopbaan die het perspectief biedt op een goed inkomen.”

Dirk Kramer Coördinator NFU


Het is eigenlijk raar dat de stagevergoeding voor coassistenten niet geregeld is; het lijkt mij zó vanzelfsprekend dat je je als toekomstig werkgever goed wilt manifesteren...

Tekst: Sonja Huising Fotografie: NFU [links] / Theo Captein [rechts]

Ongelijkheid niet uit te leggen

Sanne Wubbels, sprekend namens haar collega-coassistenten ziet het natuurlijk anders. “In 2002 is de stagevergoeding voor MBO- en HBO-studenten in de zorg geregeld. Het fonds dat daarvoor in het leven is geroepen wordt voor een belangrijk deel gefinancierd door de overheid. Wij, maar ook de KNMG en de LAD, zien niet in waarom WO-studenten geen vergoeding vanuit het fonds zouden kunnen krijgen. Het maken van onderscheid op dit punt is niet uit te leggen. Bovendien krijgen WOstudenten die stage lopen bij bijvoorbeeld de overheid wel een vergoeding. Dat wordt toch ook uit publieke middelen gefinancierd? Onmisbare output

Daarnaast is voor ons een belangrijk punt dat coassistenten wel degelijk arbeid ver­ richten. Natuurlijk gebeurt dat in samen­ werking met en onder verant­woordelijkheid van artsen. Maar coassisten­ten houden de statussen van patiënten bij, lopen - voor een deel zelfstandig - visites en schrijven ontslag­brieven. Ook al is er nog controle nodig, artsen zijn gebaat bij het voorwerk dat wij doen. En patiënten ook. Hoe vaak gebeurt het niet dat wij dingen nog eens uitleggen omdat de zaalarts het heel druk heeft? Daarmee leveren ook coassistenten hun bijdrage aan de (kwaliteit van de) zorg.” Verantwoordelijkheid nemen

Het argument van de NFU dat zij niet verantwoordelijk willen zijn voor het financieren van veranderingen die van

buiten af komen vindt de voorzitter van het KNMG Studentenplatform niet onzinnig. Datzelfde geldt voor de redenering dat studenten investeren in hun toekomst. Maar voor een deel nemen de werkgevers in haar optiek hun verantwoordelijkheid niet en ontbreekt het daarmee aan goed werk­­geverschap. “Coassistenten werken al gauw zo’n 50 uur per week; een bijbaantje daar­naast is niet te doen. Ook al vanwege de onregelmatige diensten, die bovendien met zich mee brengen dat je je OV-voor­ deel niet altijd hebt. Daarnaast worden de coschappen, van zo’n twee tot drie maan­ den, niet lang van tevoren gepland. Dus je kunt lastig afspraken maken over werk naast je studie. Er zijn inderdaad UMC’s die een reis­kostenvergoeding bieden. Maar de NFU maakt zich nog niet erg hard voor een uniforme regeling op dit punt”, aldus Sanne Wubbels. Sanne Wubbels Voorzitter Studentenplatform

Waarom wel/geen stagevergoeding? Coassistenten volgen geen stage maar praktijkonderwijs.

Tijdens de stage wordt output geleverd.

MBO- en HBO-studenten krijgen wel een stagevergoeding; WO-ers niet.

Ongelijkheid tussen studenten is niet uit te leggen.

UMC’s betalen niet voor de gevolgen van veranderingen in de studiefinanciering.

Ook UMC’s maken een bijbaantje onmogelijk (werkweken van meer dan 50 uur, onregelmatige diensten en late planning coschappen).

Oktober 2014 | 11


De AIOS Upgrade: 7 november Jenneke Kramer (aios urologie) en Richard Schol (aios kinder­genees­ kunde) zijn lid van het bestuur van De Jonge Specialist. Ze ‘staan’ voor de AIOS-dag nieuwe stijl, die als thema ‘Spreekkamer 2025’ mee heeft gekregen. Wat is er veranderd? Waarom moeten collega’s deze dag beslist vrij houden in hun agenda? Deelname aan de AIOS Upgrade is gratis voor leden van De Jonge Specialist en kan via www.Dejongespecialist.nl/aiosupgrade “De AIOS upgrade is meer van nu. Qua vorm, maar vooral ook als het gaat om de inhoud. Het verbeteren van competenties staat centraal. En dan vooral die die je lad magazine | 12

in de opleiding niet mee krijgt maar wel moet ‘afvinken’. Denk aan managen of het doorgronden van complexe, financiële informatie. Dat zijn dingen die je moet kunnen wil je als dokter daadwerkelijk mee kunnen praten en daarmee invloed krijgen op de randvoorwaarden waaronder je je werk doet. Verandertrajecten in ziekenhuizen en onderhandelingen met zorgverzekeraars zijn de dagelijkse realiteit. Volgens mij wordt je vak leuker als je ook daar bij betrokken bent “, aldus Jenneke Kramer.


Tekst: Sonja Huising Fotografie: Corneel de Wilde

Het is goed het verschil tussen een maatschap en een vakgroep te weten; en iets meer informatie over de wereld achter een DBC is toch ook wel handig

Collega Richard Schol vult aan: “Ik vind patiëntveiligheid een mooi voorbeeld. Het is een belangrijk onderwerp waar je je pas vanuit de praktijk in gaat verdiepen. Waar gaat het precies over? Hoe kun je verbeteringen realiseren? Daarnaast vergt het ook dat je, vaak als voorzitter, deel gaat uitmaken van een werkgroep. Maar niet iedereen heeft ervaring met het opstellen van een verbetertraject of kennis van verandermanagement. Daarom bieden wij daarvoor workshops aan.”

Een commissie wordt leuker als je iets van het onderwerp snapt; dat werkt net zo als bij het onderzoek in het kader van je promotie

“En verder herkent iedere jonge klare specialist het moment waarop je op je eerste werkdag te horen krijgt dat er nog enkele commissies ‘open staan’ en dat jij die gaat trekken. Daarna wordt pas gekeken wanneer je poli gaat doen. Veel aios vinden het niet makkelijk om in zo’n situatie initiatief te nemen; tijdens je opleiding wordt je daar niet op voorbereid..“ Leren op die dag

Jenneke Kramer: “Wij vinden het belangrijk dat aios op de dag zelf echt kunnen werken aan het verbeteren van hun competenties. Daarom is er naast het plenaire gedeelte een uitgebreid workshopprogramma. Iedereen krijgt ook een certificaat en kan dus concreet iets toevoegen aan zijn of haar

portfolio. Het feit dat we naar de vrijdag zijn gegaan illustreert ook iets. Werken aan opleiding en ontwikkeling is onderdeel van je werk.

We horen dat opleiders positief zijn over de AIOS Upgrade en ruimte bieden om (op een vrijdag) te gaan

Workshops - een paar voorbeelden • Parttime dokter, betere dokter? • Excellent onderhandelen. • Straks werken in een algemeen ziekenhuis. • Geldstromen in de gezondheidszorg • CanBetter. • Beroepsgeheim: Top Secret. • Het waarom van werken.

Opleidingsprijs

Op 7 november aanstaande wordt voor de zesde keer de Opleidingsprijs uitgereikt. Zowel aios als opleiders zijn heel enthousiast over de prijs, die een positieve benadering van het thema opleiden uitstraalt. De prijswinnaars zijn mensen die tot de verbeelding spreken, die echt iets neerzetten. De prijs bestaat onder meer uit een geldbedrag waarmee iets bijzonders wordt gedaan. Ook dit keer komt de winnaar van vorig jaar daarover iets vertellen. Dat bedrag komt overigens van het ministerie van VWS dat, met de sponsoring van de prijs, een stimulans geeft voor de verbetering van de kwaliteit van de medische vervolgopleidingen.”

Grappig is dat een paar opleiders zelf berichtjes op Facebook posten dat ze weer genomineerd kunnen worden Gewicht

“We organiseren de AIOS Upgrade samen met OMS, VvAA en LAD. Dat is belang­ rijk. Onder meer omdat ze al ervaring heb­ben met de AIOS-dag. We weten precies welke workshops, gekoppeld aan de speci­ fieke expertise van elk van de organisaties, in de afgelopen jaren goed zijn ontvangen. Maar de verbinding geeft ook -strategisch en inhoudelijk- gewicht”, aldus Richard Schol.

De Jonge Specialist is de zelfstandige beroepsvereniging voor aios, ontstaan uit de fusie tussen De Jonge Orde en de LVAG. De Jonge Specialist staat voor één gezamenlijke aios-stem op landelijk niveau, een sterke onderhandelingspositie voor alle aios en het initiëren, coördineren en stimuleren van initiatieven ter bewaking en verbetering van de opleiding

Oktober 2014 | 13


De reconstructie

Terugvordering onterecht betaalde managementtoeslag Een LAD-lid heeft jarenlang een toelage gekregen voor zijn managementtaken. Als hij stopt met deze taken vervalt de toelage. Zijn werkgever vergeet, ondanks meerdere meldingen, de toelage stop te zetten. Na een jaar houdt de werkgever zonder overleg of waarschuwing een bruto maandsalaris in. Kan dat zomaar?

Tekst: Sonja Huising

Een medisch specialist werkt al jaren bij zijn werkgever. Al enige tijd verricht hij managementtaken waarvoor hij een toelage ontvangt. Door omstandigheden besluit de arts de taken neer te leggen, waardoor het recht op de toelage vervalt. Deze wijziging heeft hij direct doorgegeven aan de salaris­ administratie, maar hij blijft de toelage ontvangen. Ook na herhaaldelijk melden. Na een jaar houdt de werkgever onverwacht in één keer een bruto maandsalaris in, terwijl een netto toelage is uitgekeerd. De medisch specialist neemt contact op met een jurist individuele rechtshulp van de LAD met de vraag of dit allemaal zomaar kan. Fout rechtzetten

De medisch specialist vindt dat hij ervan uit mag gaan dat een werkgever zijn salaris­ administratie op orde heeft. Een werknemer heeft toch niet de plicht om zijn werkgever te controleren door zelf iedere maand na te rekenen of de loonstrook zowel bruto als netto klopt? De jurist begrijpt het standpunt van de arts. Hij heeft als werknemer niet de plicht om de bedragen op de loonstrook na te rekenen. Wel moet hij als werknemer meewerken aan het herstel van fouten in de salarisafrekeningen die in het verleden

lad magazine | 14

door de werkgever -te goeder trouw- zijn gemaakt. Ook als dat een tegenvaller betekent. Er zijn uitzonderingssituaties. Zo speelt het aantal jaren dat verstrijkt voordat een fout hersteld wordt een rol. Hoe langer geleden, hoe onredelijker een terugvordering is. Ook de ernst van de vergissing kan een rol spelen. Beslagvrije voet

In dit geval heeft de werkgever het volledige maandsalaris van de medisch specialist ingehouden. Dat mag niet. Inhouding op het loon mag er nooit toe leiden dat het inkomen van een werknemer onder de beslagvrije voet komt. In het algemeen bedraagt die 90% van de geldende bijstandsnorm. De hoogte van de beslagvrije voet is afhankelijk van de leefsituatie van de werknemer (gehuwd, alleenstaand, kinderen). Bruto

De werkgever heeft het netto uitgekeerde bedrag bruto teruggevorderd. Vindt een terugvordering nog in hetzelfde fiscale jaar van de onverschuldigde betaling plaats dan mag dat netto. Is de terugvordering pas in een volgend fiscaal jaar aan de orde dan kan de werkgever de te veel betaalde loonbelasting en dergelijke van de werknemer vorderen. Dat betekent bruto terugvorderen. In de praktijk laat

de werkgever dat vaak achterwege. De medisch specialist uit dit verhaal kan het te veel terugbetaalde bedrag als negatief inkomen opgeven voor de belastingaangifte en zo het te veel betaalde terugkrijgen. Conclusie

De werkgever heeft een fout gemaakt, namelijk onterecht een toeslag betaald, en wil die herstellen. Goed werkgeverschap vraagt echter wel dat hij dat in goed overleg met de werknemer doet. En de inhouding mag nooit dusdanig groot zijn dat het salaris als gevolg van de terugvordering onder de beslagvrije voet komt. De werkgever mocht in dit geval dus terugvorderen, maar hij heeft dit niet op de juiste wijze gedaan. Hij heeft geen rekening gehouden met de beslagvrije voet. Dit moet hij herstellen. De werkgever heeft wel terecht het bedrag bruto teruggevorderd; de werknemer kan een deel van dit bedrag terughalen bij de Belastingdienst.

WWW.LAD.NL/OVER DE LAD/LID WORDEN Vragen en/of problemen rondom uw (aanstaande) dienstverband? Neem dan contact op met een van onze juristen van de afdeling Individuele Rechtshulp. Klik voor meer informatie en contactgegevens op de button Individuele Rechtshulp.


Column

Schapen “Ik hoop dat tegen die tijd de markt wat is aangetrokken en dat er een leuke baan komt ergens in Midden-Nederland,” antwoord ik op mijn broers vraag wat ik ga doen als ik mijn opleiding tot medisch specialist heb afgerond. “En als die baan er dan niet is? Of ze bieden je aan om voor een assistentensalaris te werken?” Ik schuif wat ongemakkelijk op mijn stoel en haal mijn schouders op. Dit soort gesprekken met mijn broer zijn vaak ongemakkelijk. Hij heeft een eigen bedrijf en gelooft heilig in ‘de markt’. En hij weet -door alle verhalen van mij en mijn andere broer, die ook arts is- net te veel van de medische wereld af.

Marten de Weyde is ervarings­deskundig als student, coassistent, agnio en aios. Hij heeft de academie verkend en zich diep in de periferie bevonden. Hij is geprezen, afgezeken, uitgebuit, herrezen, aangemoedigd en in staat gebleken tot het draaien van ongekende productie. Onder zijn collegae bevonden en bevinden zich nobele dokters, jeugdige idealisten, klaplopers, lafaards, slaven­drijvers, leermeesters, autistische machines en warme, liefdevolle mensen. Wat dat allemaal met hem als mens en als dokter doet, lees je in zijn columns.

Nu krijgt hij een grimmige uitdrukking op zijn gezicht. “Ik denk dat jullie op lafheid worden geselecteerd bij de opleidingen. Ze pikken de meest makke schapen uit de kudde; iedereen doet braaf wat alle anderen al jaren doen: lijdzaam volgen. Maar de realiteit is dat jullie onderaan een kaal heuveltje, te midden van uitgestrekte groene grasvelden, met z’n allen op een vierkante meter grazen en beweren dat er nergens mals gras is te vinden. Zolang er honderden, zo niet duizenden, euro’s zijn te verdienen aan een liesbreuk, pros­ taat, knie- of heupoperatie, er wachtlijsten zijn en er ‘s avonds operatiekamers leeg staan zijn jullie in mijn ogen domme, makke schapen. Ik zou morgen naar de zorgverzekeraar stappen en aanbieden het voor de helft te doen. Huur een paar pensionados als supervisors voor de lastige casus en dan verdien je nog steeds een royaal salaris!” ‘ “Maar ik ben niet opgeleid om commercieel te denken,” mompel ik. Nu heeft hij me waar hij me wil hebben. Hij heft zijn armen ten hemel en zegt op cynische toon: “Oh, wat lastig voor je, dan houdt het natuurlijk op! Ik zou me er bij neer leggen als ik jou was!” Hij haalt even diep adem. “Eigenlijk vind ik dat jij het aan het volk verplicht bent om de grote ommekeer in te luiden. Ik en mijn buren hebben tot nu toe voor die opleiding van jou een half miljoen of meer betaald. En dan ga jij straks werkloos thuiszitten? Terwijl er in het hele land patiënten uren zitten te wachten op de poliklinieken van perifere rakkers, die hun spreekuren zo vol hebben gepropt dat het onmogelijk is de patiënten op tijd te zien?” Ai, deze informatie heb ik hem zelf gegeven. Deze week zaten mijn spreekuren zo vol, dat ik bij de minste of geringste complicatie zou

uitlopen. Om van een ‘lastige’ patiënt maar niet te spreken. Dat gebeurde natuurlijk ook. De spreek­ uren van mijn collega’s zaten ook tjokvol. Het zou wellicht voor iedereen beter en prettiger zijn als de patiënten wat meer verdeeld werden over de dokters. Misschien moet ik mijn broer dit soort informatie niet meer geven, minder transparant zijn. Dat voor­komt lastige vragen en discussies in de toe­ komst. Meteen schrik ik van mijn eigen gedachte. Mis­schien heeft hij wel gelijk en moet ik het initia­tief bij mijzelf en mijn jonge collega’s zoeken. “Of ga jij straks ook gratis ergens werken om je registratie te behouden?” lacht hij nu vriende­­lijk. Ik voel me een mak schaap. Ik adem

Nog beter is het wellicht als iedereen gewoon in loondienst gaat; dan is er zat te grazen voor de hele kudde. rustig in, mijn borstkas zwelt op en ik merk hoe het van binnen rommelt. Even zie ik voor me hoe we luid blatend over de grazige weiden dartelen. Heeft mijn broer een punt? Moeten we het heft in eigen handen nemen? Nog beter is het wellicht als iedereen gewoon in loondienst gaat. Dan is er zat te grazen voor de hele kudde.

Oktober 2014 | 15


Het huishouden

Een kwestie van plannen Tekst: Sonja Huising / Linda Zoon Fotografie: Corneel de Wilde

lad magazine | 16


De situatie: Bart Elffers (56) is AVG, arts voor verstandelijk gehandicapten en woont met zijn partner Wendel (54) in Amsterdam Oost. Bart heeft een dochter van 15, die bij haar moeder woont. Hij is voor 89% in dienst van Amsta Karaad. Zijn vriendin is arbeids- en organisatiepsycholoog en samen met een compagnon eigenaar van een trainings- en coachingsbureau.

Ik heb vooral regulier werk, binnen kantoortijden; maar het aantal diensten is toegenomen en de werk­belasting ook “Arts voor verstandelijk gehandicapten’ is pas sinds 2000 een specialisme; de drie­ jarige opleiding in Rotterdam is ver­gelijk­ baar met die van de huisartsen. Mijn wat oudere collega’s en ik zijn dus ‘bij toeval’ in het vak gerold. Toen ik afgestudeerd was zocht ik werk en ben toen een jaar aan de slag gegaan bij ‘s Heeren Loo-Lozenoord in Ermelo. Dat beviel, de doelgroep sprak me aan”. Mensen met een verstandelijke beperking zijn spontaan, ze laten merken wat er in hen leeft. Maar de juiste zorg verlenen betekent soms een puzzel. Wat is er echt aan de hand? Willen ze wel naar de dokter? Op een bepaalde manier lijkt dit vak op kindergeneeskunde. Als je werkt met kinderen moet je ook verschillende soorten signalen oppakken en goed luisteren naar de verzorgers. Wat ook leuk is aan dit vak is dat je lang met mensen meeloopt en een intensief contact hebt. Specifiek en speciaal

Inhoudelijk is ons werk uitdagend. Onze patiënten hebben vaak specifieke problema­ tiek. Zo brengt Downsyndroom vaak harten/of schildklierproblemen met zich mee maar ook epilepsie en gedragsproblemen. Dat brengt uitdagingen op (psycho-)far­ maceutisch gebied met zich mee. Maar je krijgt ook regelmatig met collega’s in zieken­huizen te maken. De morbiditeit onder verstandelijk gehandicapten is hoog. Er spelen ook moeilijke ethische kwesties, zoals een kinderwens. Dat alles maakt dat een speciale benadering nodig is.” Vast maar ook flexibel Bart Elffers vindt het werken in een multi­ disci­plinair team prettig. Hij trekt onder meer op met GZ-psychologen, team­man­a­gers en groepsbegeleiders. Het stroom­­lijnen van de behandeling richting collega’s die dage­­ lijks met de patiënten optrek­ken, is een be­

lang­rijk onderdeel van zijn vak. Naast arts is hij dus ook een soort manager. “Ik ben al 12 jaar in dienst van Amsta Karaad, een organisatie die 13 woonvormen voor verstandelijk gehandicapten aan­ biedt in Amsterdam. Ik werk met één collega. Vroeger draaiden we samen de week­diensten, wat neer kwam op twee avonden en nachten in de week dienst. De weekenden werden door huisartsen waargenomen. Sinds drie jaar nemen we nu gezamenlijk met nog twee collega-instellingen de diensten in de regio voor onze rekening. Ook de weekenden zitten er nu bij in. Dat betekent dat we één keer in de maand een hele week, inclusief het weekend, dienst hebben. Ondanks het feit dat het meestal niet druk is, heb je toch ruim 350 patiënten onder je hoede. Dit betekent paraat staan en gebonden zijn. Maar goed, je weet dat dat erbij hoort. En ik kan mijn werk heel flexibel indelen; dat biedt een beetje tegenwicht. Tegenover een patiënt zien aan het begin van de avond staat dan weer het uurtje schaatsen ‘s morgens vroeg op de Jaap Edenbaan. Balans

Op zich zijn werk en privé voor mij goed te combineren. Mijn partner heeft een eigen bedrijf; ze geeft managementtrainingen maar werkt ook veel thuis. Dat ik sinds een paar jaar weekenddiensten draai, vindt zij wel eens lastig. We kunnen niet even weg. Maar ik kan die diensten wel compenseren in geld en uren. Dat betekent dat ik elk jaar acht tot negen weken vrij ben. Mijn collega’s vinden het lastig om die uren op te maken. Ik niet, het is een kwestie van plannen. Zo gaan we elk jaar wel samen een weekje naar ons familiehuisje in Frankrijk

of doen we een stedentripje. En ik fiets graag met mijn vrienden, bijvoorbeeld door Italië. In die weken tank ik even bij. Vorig jaar was er een periode waarin de verhouding tussen werken en tijd voor jezelf uit balans was. Een collega AVG ging met pensioen en er was met geen mogelijkheid een vervanger te vinden. Het vak is jong en relatief onbekend. De arbeidsmarkt is, gezien vanuit het perspectief van vragende instellingen, slecht. Ik heb daarom tijdelijk gewerkt met een basisarts. Dat gaf wel wat ruimte, maar tijdens de diensten was ik toch achterwacht. Tegelijkertijd veranderde er veel in de instelling.

Op een advertentie voor een AVG reageren alleen basisartsen; de 10 of 12 vakgenoten die jaarlijks afstuderen hebben meteen een baan

Die combinatie zorgde voor veel druk. Ik was chagrijnig, zowel thuis als op mijn werk. En ik kreeg de dingen gewoon niet af, het bleef teveel, ook al probeerde ik in mijn eigen tijd ´bij te blijven´. Op som­ mige momenten had ik zelfs helemaal geen zin meer in mijn werk. Lichamelijk actief zijn heeft me toen enorm geholpen. En uiteindelijk is er een goede oplossing gekomen. Ondanks die lastige periode vind ik het vak nog steeds leuk. Je kunt als arts voor verstandelijk gehandicapten, in samen­ werking met collega’s, veel betekenen. Het is, ook mondiaal, een uniek vak!”

Oktober 2014 | 17


Agenda 3 oktober

Onderhandelingen Cao GGZ Tijd: 13:30 - 22:00

6 oktober

Onderhandelingen Cao Ziekenhuizen Tijd: 09:00 - 19:00

30 oktober

Algemene ledenvergadering Tijd: 19:30 - 21:00

30 oktober

Centraal bestuursvergadering Tijd: 18:00 - 19:00

Zomer in het teken van nieuwe cao’s

7 november

Aios Upgrade Tijd: 09:15 - 18:30

18 december

Centraal bestuursvergadering Tijd: 19:00 - 20:30

WWW.LAD.NL/AGENDA Voor het actuele overzicht

Hoewel de zomerperiode in de regel ook op ons bureau wat rustiger is, ging het werk deze zomer full-swing door. In juni bereikten we een onderhandelaars­ akkoord voor de Arbeidsvoorwaardenregeling voor Medisch Specialisten (AMS). Samen met de Orde van Medisch Specialisten (OMS) hebben we drie bijeenkomsten in het land georganiseerd om vragen van u, onze leden, daarover te beantwoorden.

In de nieuwe AMS hebben we - op verzoek van de medisch specialisten in dienst­verband - invulling gegeven aan de twee thema’s: ‘gezond en veilig werken’ en meer ‘betrokkenheid en verantwoordelijkheid’. Omdat deze regeling per 1 januari van start gaat zijn medewerkers van LAD en OMS druk bezig samen een aantal producten en diensten te ontwikkelen. Daarmee kunnen leden zich goed voorbereiden. Een speciale roostertool bijvoorbeeld maakt berekening en monitoring van de beschikbare capaciteit van uw vak­groep mogelijk. En er komt een training om goed invulling te kunnen geven aan de verantwoordelijkheden en be­voegd­heden van de vakgroepen in een ziekenhuis. Jeugdzorg en ziekenhuizen

Er is - voor de ruim 30.000 werk­ nemers in de jeugdzorg - een nieuwe cao die loopt tot 1 mei 2015. Dat is belangrijk voor een sector waarin veel gaat veranderen. De transitie van de jeugdzorg naar gemeenten bedreigt de werkgelegenheid. Naast de cao zet de LAD alles op alles om voor zoveel mogelijk mensen hun baan te behouden. lad magazine | 18

Het overleg over de Cao Ziekenhuizen is begin juli opgeschort tot na de zomer. De Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen doet geen reëel loon­bod, wil geen rechten op scholing verlenen en biedt te weinig maat­­regelen om jongeren en flex­werkers aan het werk te krijgen. Wij verwachten dan ook dat een nieuwe cao wel even op zich zal laten wachten. Samen met andere bonden is in­middels een hand­ tekeningen­actie gestart (zie www.lad.nl). Overige ontwikkelingen

Het overleg rond de Cao GGZ liep in de zomer door. Daarnaast zijn er con­­struc­tieve gesprekken gevoerd over de Cao Arbounie. Verder is de LAD al een tijdje in overleg met werk­­­gevers om te komen tot een nieuwe, toekomstbestendige Arbeids­ voor­­­waar­­den­­regeling Huisartsen in Gezond­­heidscentra (AHG). De concrete wensen van beide kanten zijn in­­mid­dels duidelijk. Tenslotte wordt hard gewerkt aan een eerste sakkoord rond­­om de cao voor apothekers in loon­­dienst. Caroline van den Brekel, directeur


Het bureau in Colofon beeld KAMG en LAD De LAD organiseerde, samen met de KAMG (Koepel van Artsen Maatschappij en Gezond­ heid), op 12 juni een thema­mid­dag over de consequenties van alle ver­anderingen in de zorg voor KAMG-artsen. Meer dan 100 collega’s meldden zich aan.

Tijdens deze informatieve middag werden - vanuit het Transitiebureau WMO en de directie Jeugd van VWS - de decen­ tra­lisaties geschetst. Daarna gaven de voorzitters van een aantal weten­schap­pe­ lijke verenigingen hun visie op het onder­ werp. LAD-juristen waren aanwezig om toe te lichten wat wij voor leden doen.

Ook de komende maanden trekken LAD en KAMG gezamenlijk op. Op vrijdag 28 november a.s. organiseert KAMG haar jaarlijks congres met als thema ‘Innoveren op het snijvlak van maat­ schap­pij, gezondheid en zorg’. De LAD is daarbij uiteraard ook aanwezig. Daarnaast verschijnt er een special van het LADmagazine waarin thema’s die beide ver­ enigingen en hun achterbannen bindt, centraal staan.

De LAD zal vooral inbreng hebben rond thema’s als arbeidsmarkt, -voorwaarden en omstandigheden. Wat zijn je rechten als je coschappen loopt? Wat kun je doen als je structureel te veel uren maakt? Hoe onderhandel je over je arbeids­om­standig­ heden? Al ruim 1.500 coas­sistenten hebben voor antwoorden op dit soort vragen de LAD weten te vinden. Het lidmaatschap

De LAD speelt een belangrijke rol binnen de FMSN die op 1 januari a.s. van start gaat. Wij gaan invulling geven aan de collectieve werknemersbelangenbehartiging voor medisch specialisten in dienstverband. Maar de LAD is ook een van de spelers in het Kennis- en Dienstverleningscentrum rondom rechtshulp. Meer informatie daar­ over in het volgende nummer.

In het land….

LAD in Arts in Spe Sinds kort maakt de LAD deel uit van de redactie van Arts in Spe. Het blad voor geneeskundestudenten en coassistenten verschijnt vier keer per jaar. Het is een initiatief van KNMG en VvAA, en staat onder redactie van Medisch Contact.

Federatie van Medisch Specialisten in Nederland (FMSN)

voor hen is gratis en geeft toegang tot indi­ viduele rechtshulp en dienstverlening in samenwerking met VvAA. De LAD is ruim twintig jaar geleden be­gon­nen met de belangenbehartiging van coassistenten. Inzet was toen al onder meer een stagevergoeding voor het lopen van coschappen. Binnen de cao’s Gehandicapten­zorg, Jeugdzorg, Gezond­ heids­centra en GGZ is dat inmiddels gereali­seerd. Op dit moment richt de LAD haar pijlen nog op de umc’s en zieken­ huizen. Een ander punt waar de LAD zich voor inzet zijn het verkorten van de te lange werkweken van coassistenten.

De directeur van de LAD legt regelmatig ledenbezoeken af. Eerder dit jaar was ze op bezoek bij Zorggroep Alliade. Alliade bestaat uit: Talant, Meriant, Reik, Wil, BaanPlus, Zorgkompas en Support & co. Het werkbezoek bestond uit een rondleiding en verschillende gesprekken met onder andere het management en specialisten ouderen­geneeskunde. Daaruit ontstaat een goed beeld van de werksituatie en de arbeids­omstandigheden van een deel van de LAD-achterban.

WWW.LAD.NL/ACTUEEL/NIEUWS Kijk hier voor het volledige nieuwsoverzicht. Uitgave van KNMG en

VvAA, onder redactie

Uitgave van KNMG en

van Medisch Contact

VvAA, onder redactie

van Medisch Contact

Kwartaalblad van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) met nieuws, opinie en achtergrondinformatie. (oplage 16.000)

GESCHIKT T ONGESCHIK

Redactieadres Janssoniuslaan 34-36 Postbus 20058, 3502 LB Utrecht Telefoon (030) 670 27 19 E-mail: redactie@lad.nl

Zelfstandig OF IN loondienst? ROCK ’N ROLL-ARTS DENNIS KOX DIT HEB JE AAN HET SCHAKELJAAR AIS_14_01_cover.indd

1

februari 2014 3

07-02-14 14:17

EEN KIJKJE BIJ DE VERSLAVINGSARTS BAMA-STRUCTUUR WERKT NIET

2

mei 2014

Redactie: Caroline van den Brekel (hoofdredacteur) Therèse van’t Westende (eindredacteur) Linda Zoon (senior communicatieadviseur) Anneke van Strien (LAD-lid en specialist ouderengeneeskunde) Marten de Weyde (LAD-lid en aios orthopedie) Sonja Huising (extern communicatieadviseur) Fotografie Kogelvis Fotografie/Corneel de Wilde, Theo Captein Illustratie Ronald Slabbers Vormgeving Member Since Druk Centrum Drukwerk ISSN-nummer 2213-9923

Oktober 2014 | 19


KOELEN & VRIEZEN

CHIRURGISCHE INSTRUMENTEN SPUITEN

RVS PRODUCTEN

IHEALTH DRAADLOZE PRODUCTEN

DIAGNOSTISCHE TEST APPARATUUR

OPERATIE PROTECTIE

MEDISCHE / EMERGENCY TASSEN

WEEGSCHALEN & MEETINSTRUMENTEN

THERMOMETERS / HULPMIDDELEN

MEUBILAIR, BEDDEN & INRICHTING

Het grootste assortiment medische artikelen nu online! ELEKTROMEDISCHE APPARATUUR

GYNAECOLOGIE

ELEKTROCHIRURGIE

LOEPEN, VISION & ENDOSCOPIE

MEDISCHE VERLICHTING

DIAGNOSTIEK

AUDIOMETERY & SPIROMETRIE

ECG, MONITOREN & ULTRASOUND

EERSTE HULP / EMERGENCY

STERILISATIE

DIERENGENEESKUNDE

ANATOMISCHE MODELLEN

2 JAAR GARANTIE

GRATIS SNELLE LEVERING

DIRECT UIT VOORRAAD

10.000 KWALITEITSPRODUCTEN

WWW.MEDICSTEEL.NL


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.