Hortus Leiden 2023

Page 1

Hortus Leiden

MAGAZINE VAN DE HORTUS BOTANICUS LEIDEN 2023
THEMA Waterschap, biologie en biodiversiteit Maarten Schrama ONDERZOEKT WATERBEESTJES Water GROENE OASE SINDS 1590 DE wilde KANT VAN DE LEIDSE HORTUS Bladbloemen In heldere ets

Voorwoord

Wat was het prettig dat we het afgelopen jaar veel minder te maken hadden met coronabeperkingen! In 2022 wisten bezoekers hun weg naar onze botanische tuin gelukkig weer goed te vinden: we mochten dit jaar meer dan tweehonderdduizend bezoekers verwelkomen, waarmee we recordjaar 2019 ruimschoots hebben overstegen!

We konden gelukkig ook weer, naast al onze andere activiteiten zoals Science Cafés, Wintermiddagen en Zomeravonden, ook weer de altijd populaire Plantenmarkt en Midzomernacht organiseren voor een groot publiek. En wat te denken van de enorme publiciteit en lange rijen in juli en augustus, toen er maar liefst twee exemplaren van de gigantische Amorphophallus titanum gingen bloeien. Een imposant gezicht en een geurervaring die we niet snel zullen vergeten. Voor de jeugd organiseerden we leuke bijeenkomsten, zoals de populaire Kleuterdans en allerlei educatie-activiteiten rondom het stoepplantjesproject.

Naast de activiteiten voor het publiek hebben we afgelopen jaar ook extra ingezet op de ontwikkeling van onze collectie. Collectiebeheerder Roderick Bouman is samen met de groene vakmensen van de Hortus aan het werk om de informatie over onze collectie voor het publiek beter toegankelijk te maken in onder meer de Garden Explorer, die via de Hortuswebsite te raadplegen is.

Een lange, hete en droge zomer was het wel. Gelukkig hebben we in de vorige winterperiode een beregeningssysteem aangelegd dat de hele tuin van water uit de Singel kan voorzien. Zonder dit systeem hadden we in een jaar met meer dan 120 ‘warme dagen’ (temperaturen van 20 graden of meer) onze collectie nooit zo goed kunnen beregenen. Bovendien scheelt het enorm in de belasting van onze groene vakmensen. In 2023 schenken we in de Hortus aandacht aan het thema ‘water’. Het is belangrijk aandacht te geven aan het belang van water voor planten, de natuur, en uiteindelijk de mens. Het thema zal vooral zichtbaar zijn in onze nieuwe vijver, die afgelopen jaar volledig gerenoveerd is. De aanblik van de vijver is een plaatje geworden! Natuurlijk moet de begroeiing eromheen, waaronder veel inheemse planten, nog tot volle wasdom komen, maar wij zijn trots dat de renovatie zo goed geslaagd is en dat er mooie en informatieve borden bij staan.

Het activiteitenpalet van de Hortus en de Vrienden breidt zich steeds verder uit. Rondom burgerwetenschap, ook wel bekend als citizen science, waren we al aan de slag met het populaire stoepplantjesproject. Sinds oktober 2022 is daar een tweede project bijgekomen: het vier jaar durende onderzoek naar ‘verborgen stadsnatuur’, als onderdeel van het HiddenBiodiversity-project dat door Naturalis getrokken wordt. Niet alleen gaat het over onderwerpen dichtbij huis, maar ook kunnen mensen van alle

achtergronden en leeftijden erbij worden betrokken en een actieve bijdrage leveren, zoals het doen van waarnemingen. Deze projecten passen goed binnen de beoogde wetenschappelijke ontwikkeling van de Hortus: het doen van wetenschappelijk onderzoek dat bijdraagt aan kennis over leefbaarheid, duurzaamheid en biodiversiteit. Met genoegen kijken we terug op de eerste Leidse Kunst- en Natuurshow in de Stadsgehoorzaal. De diversiteit aan artiesten en sprekers maakte het een sfeervolle en bijzondere avond. In 2023 gaan we samen met de Vrienden van de Lakenhal aan de slag met de organisatie van de volgende show, die in 2024 plaats zal vinden. Het initiatief om in samenwerking met de Clusiusstichting drie botanische lezingen per jaar te organiseren, valt in de smaak. De avonden genieten grote belangstelling en geven Vrienden en Adoptanten de kans telkens meer te leren over de fascinerende plantenwereld.

In 2023 gaan wij voort op de ingeslagen weg. Extra leuk is dat we onze openingstijden hebben verruimd. Sinds 1 januari zijn wij elke dag van het jaar open: in de lente- en zomermaanden van 9:00 tot 18:00, in de herfst en winter van 10:00 tot 17:00. Heel graag zien wij u in onze fraaie Hortus dit jaar. Bij één van de vele activiteiten, bij Vrienden- of Adoptantenbijeenkomsten of om gewoon lekker van al het moois en de rust in de tuin te genieten.

Tot snel in de tuin,

Paul Keßler, prefect Hortus botanicus Leiden

Peter Inklaar, zakelijk directeur Hortus botanicus Leiden

John van Ruiten, voorzitter Stichting Vrienden van de Leidse Hortus

v.l.n.r. Peter Inklaar, Paul Keßler, John van Ruiten 4 Hortus botanicus Leiden 2023

Water

Water is dit jaar het thema in de Hortus. Door de klimaatverandering is water in toenemende mate van belang op tal van terreinen. Denk aan wateroverlast door stortregens en smeltwater, verzilting door een stijgende zeespiegel, maar ook droogte. Natuurlijk heeft het een en ander invloed op hoe wij mensen leven, maar ook planten moeten ermee zien om te gaan. In deze editie van ‘Hortus Leiden’ is er derhalve veel aandacht voor water. Hoofd kassen Rogier van Vugt beschrijft de ‘Tuin voor de Toekomst’. Een deel van de zuidkant van de Hortus bij de Sterrewacht zal worden ingericht als mediterrane tuin met planten die bestand zijn tegen het veranderende klimaat zonder dat er water gegeven moet worden. In een ander artikel vermeldt Rogier hoe diverse planten omgaan met water, veel of juist weinig, een fascinerend spel. Maarten Schrama, universitair docent bij het Centrum voor Milieuwetenschappen in Leiden, doet samen met zijn medewerkers en studenten veel onderzoek met waterbeestjes onder meer als indicatoren voor de mate van vervuiling in oppervlaktewater. Lees hoe hierbij in een studie in de Hortus ook planten van pas komen. In Leiden en wijde omgeving is het Hoogheemraadschap van Rijnland verantwoordelijk voor de waterkwaliteit en nog veel meer in verband met waterwegen en oevers. Mia Buma heeft twee biologen van het Hoogheemraadschap geïnterviewd, die veel interessants vertellen over hoe het waterschap bezig is met ecologie en biodiversiteit. Het waterschap heeft waterplanten gedoneerd voor de herinrichting van de recent gerenoveerde vijver in de Hortus. Heel leuk is het te lezen hoe de bijen in de Hortus omgaan met water. Als het warm is gaan ze naar de ‘kroeg’. In een themanummer over water mogen natuurlijk de diverse soorten waterlelies die in de Hortus worden gekweekt, niet ontbreken. Deskundige Theo Teske vertelt erover. Sommige waterplanten kennen een interessante geschiedenis. Rinny Kooi is nagegaan hoe de reuzenwaterlelie, de Victoria amazonica, in Zuid-Amerika is ontdekt en hoe de plant, nu zo’n 150 jaar geleden, in de Hortus is beland. Nog langer geleden beschreef Dodoens al waterplanten in zijn beroemde kruidboek. Gerda van Uffelen heeft er een verhaal aan gewijd.

De Hortus gaat met ingang van 2023 meer nadruk leggen op de verschillende seizoenen. U treft daarom in dit nummer niet meer de vertrouwde agenda aan, maar een beschrijving van wat er in de verschillende seizoenen aan bijzonders in de Hortus is te zien. Welke planten in bloei staan en ook natuurlijk welke activiteiten er plaats vinden. Tevens belichten we een aantal projecten die zijn gesteund door de Vrienden van de Leidse Hortus. Projecten die het bezoek aan de Hortus veraangenamen en die de tuinlieden het werken gemakkelijker maken. Rogier van Vugt zet vrijwilliger Rudmer Postma in het zonnetje. Rudmer verzorgt al jaren intensief de collectie ‘penisplanten’,

onder meer Amorphophallus titanum en A. decus-silvae Met als fantastisch resultaat dat de Hortus de afgelopen jaren enorm veel belangstellenden mocht ontvangen op het moment dat deze bijzondere planten in bloei stonden. Terecht kreeg Rudmer als blijk van waardering voor zijn inzet bij de Winterlezing in 2023 de ‘Jaarring’ uitgereikt.

In september 2022 is een veelomvattend project van start gegaan: Verborgen Stadsnatuur (Hidden Biodiversity). De Nationale Wetenschapsagenda heeft dit project, waaraan ook de Hortusvrienden hebben bijgedragen, gehonoreerd. De Hortus werkt hierin samen met Naturalis. Tim Claerhout, die in de Hortus als promovendus op dit project is aangesteld, zal gedurende vier jaar mossen en korstmossen onderzoeken op verschillende plaatsen in de stad. Tim legt zelf uit wat zijn onderzoek inhoudt. Harold Timans heeft als honoursstudent al korstmossen geïnventariseerd in de Hortus, ook hiervan wordt verslag gedaan.

Gelukkig is botanisch filosoof en Hortusvriend Norbert Peeters elk jaar bereid een bijdrage aan ‘Hortus Leiden’ te leveren. In juni komt een facsimile van de Flora Batava uit, waarvan Norbert tot de redacteuren behoort. Hij belicht enkele bijzondere planten en paddenstoelen: die toentertijd ook tot het plantenrijk werden gerekend. Ook vertelt hij hoe planten uit tuinen, inclusief de Hortus, zijn ontsnapt: de wilde kant van de Leidse Hortus. Benjamin Plomp is student klassieke talen en Russisch aan de Universiteit Leiden. Hij houdt zich onder andere bezig met planten in de antieke literatuur en is fervent bezoeker van de Hortus. Hij geeft een originele kijk op het geslacht Nepenthes, waarvan in de Hortus veel soorten worden gekweekt.

Uiteraard ontbreekt de kinderpagina niet. Margot Lodewijk heeft weer de van haar bekende kwaliteit geleverd, een bron van inspiratie voor uw kinderen of kleinkinderen. Annemarie Broersma is op bezoek geweest in het atelier van kunstenares Jops Jacobs. Jops heeft uitvoerig verteld over hoe zij van bladeren, ook afkomstig uit de Hortus, etsen maakt, met schitterend resultaat.

Zeer de moeite waard zijn in deze editie de vele prachtige foto’s en afbeeldingen. In dit verband wil ik speciaal noemen: Jan Meijvogel, die vanwege het thema water erg zijn best heeft gedaan op waterlelies en Rob van Es, die waterplanten tot in wel heel kleine details belicht. Hartelijk dank aan allen die hebben meegewerkt!

Hortus botanicus Leiden 2023 5

Mid zomer nacht

woensdag 21 juni 2023

vanaf 19.30 uur

tickets via hortusleiden.nl

Plantenmarkt Museumkaart vrijentree

zaterdag 13 mei 2023

10 - 17 uur

Onderzoek waterbeestjes

[foto cover] Rogier van Vugt: Ludwigia sedioides Ludwigia sedoides is een prachtig drijfplantje uit dezelfde familie als de fuchsia en teunisbloem. Van oorsprong komt het net als de reuzenwaterlelie uit de warme, zoete wateren van Zuid-Amerika.

[foto’s pag. 2/3] Jan Meijvogel: Waterlelies

10
Inhoudsopgave
Flora Batava
gaatjeszwam ©KB Hoogheemraadschap Rijnland Etsen van Jops Jacobs 56 50 44 THEMA Water Themajaar ‘water’ (Hanneke Jelles) 08 Maarten Schrama onderzoekt waterbeestjes (Adri Mulder) 10 Fascinerend spel (Rogier van Vugt) 14 Historie van de Victoria amazonica (Rinny Kooi) 16 Tropische waterlelies in een Hollands klimaat (Theo Teske) 18 Bijenkroeg (Jack Sluijs) 22 Waterplanten in kruidboek Dodoens (Gerda van Uffelen) 26 Tuin voor de toekomst (Rogier van Vugt) 28 Waterschap, biologie en biodiversiteit (Mia Hopperus Buma) 50 En verder: Voorwoord (John van Ruiten, Paul Keßler en Peter Inklaar) 04 Kids in de Hortus (Margot Lodewijk) 24 Seizoenspagina’s (Mathilde Simons) 30 Steun de Hortus 34 Projecten (Susan den Dulk, Hanneke Jelles en Mathilde Simons) 36 Verborgen Stadsnatuur (Tim Claerhout en Adri Mulder) 39 Korstmossen (Adri Mulder) 42 Flora Batava (Norbert Peeters) 44 Rudmer Postma: Amorphophallus (Rogier van Vugt) 48 Helena’s Nepenthes (Benjamin Plomp) 54 Blad en bloem in heldere ets (Annemarie Broersma) 56
Behaarde
[foto] Sam Boerlijst
2023 7
Hortus botanicus Leiden

Jaarthema

Water

Het jaar 2023 staat voor de Hortus in het teken van water. Een onderwerp dat niet alleen op wereldschaal van belang is, maar ook voor Nederland, de Hortus en voor tuinbezitters in het algemeen. Directe aanleiding om voor dit thema te kiezen was de renovatie van onze vijver. Zo langzamerhand komt deze weer in evenwicht, zowel wat het waterleven als de beplanting betreft. Stadsnatuur is en blijft een belangrijk onderwerp voor de Hortus en ook hierbij speelt water een grote rol. Waar te beginnen...

8 Hortus botanicus Leiden 2022
[tekst] Hanneke Jelles [foto’s] Simone Both, Rob van Es, Mathilde Simons [illustratie] Iris van den Akker Watergentiaan (Nymphoides peltata) in de vijver © Simone Both

Voor u, lezer van dit blad en Hortusvriend, is het nieuwe lessenaartje bij de Natuurvijver (het voedselarme deel van de vijver) een goede start. Ga er kijken en ontdek de mooie nieuwe illustraties die Iris van den Akker maakte. Illustraties van haar hand zult u in de toekomst meer tegenkomen in de Hortus. De afbeeldingen en korte teksten leiden de bezoeker via QR-codes naar meer informatie.

Natuurvijver

U las al eerder in dit blad over de vernieuwde vijver. Wat één grote vijver lijkt, zijn in werkelijkheid twee vijvers, want onder de brug loopt het water niet door. Aan de ene kant bevindt zich de natuurvijver met voedselarm water. Aan de andere kant van de brug leven de karpers en is het water voedselrijk: dit is de karpervijver. De planten die in en rond de natuurvijver groeien, zijn afkomstig uit natuurgebieden in Nederland. Ze zijn daar verzameld met toestemming van de terreinbeheerder. U leest hier meer over in het interview met het Hoogheemraadschap van Rijnland op pagina 50. Dat de planten uit het wild afkomstig zijn maakt ze waardevol voor wetenschappelijk onderzoek.

Waterrijk land

In Nederland is veel water te vinden, alleen al zo’n 330.000 kilometer aan slootjes. Verder zijn er meren, vijvers, kanalen, rivieren, beekjes en nog veel meer. Soms zijn die min of meer natuurlijk, zoals meren en rivieren. Soms zijn ze door mensen gemaakt, zoals vijvers en sloten. Al die waterplekken zijn nodig,

niet alleen omdat anders veel land onder water zou komen te staan, maar ook om reservoirs te hebben in tijden van droogte. Het is goed voor de biodiversiteit als de oevers geleidelijk in het water overgaan en niet steil naar beneden lopen; dat is ook in onze vijver zo gedaan. Als het langzaam dieper wordt, is er voor veel soorten waterplanten een plek. Al die verschillende planten bieden weer aan allerlei dieren voedsel en een schuilplaats.

Programmering

Er gebeurt in de Hortus in 2023 van alles om van water te genieten en om er over te leren. Vanaf april is er een nieuwe kinderspeurtocht: wat doen planten met water, hoe overleven ze droogte of juist overstroming. Maar nog veel meer onderwerpen komen aan bod. De tentoonstelling met microscopiefoto’s van de liggende vetmuur (Sagina procumbens), dat net als zoveel stoepplanten een ‘droogtekunstenaar’ is, loopt nog tot 26 maart. Als alles gaat zoals gepland worden de foto’s vanaf 17 april, vervangen door een tentoonstelling over waterplanten uit de Flora Batava. Van deze flora verschijnt in april een facsimile-uitgave bij uitgeverij Lannoo in samenwerking met Esther van Gelder van de Koninklijke Bibliotheek en botanisch filosoof Norbert Peeters. U leest er meer over in Norbert’s artikel op pagina 44. Ook in de programmering van de Hortus komt het waterthema op allerlei manieren terug. We hopen u op zonnige dagen in de Hortus te zien en op voldoende regen om ons mooie land groen te houden.

[illustratie] Iris van den Akker De vernieuwde vijver [foto] Mathilde Simons
Hortus botanicus Leiden 2023 9
Liggende vetmuur onder de microscoop [foto] Rob van Es

Maarten Schrama onderzoekt Waterbeestjes

Hij heeft biologie gestudeerd in Groningen, maar de wieg van Maarten Schrama stond nabij Leiden. Als kind kwam hij al graag in de Hortus. Nu is hij verbonden aan de Leidse Universiteit als universitair docent bij het Centrum voor Milieuwetenschappen (CML). De aanwezigheid van de Hortus in Leiden beschouwt hij als een pre bij zijn werkzaamheden. De Hortus heeft nauwe banden met wetenschap en is een inspirator voor nieuwe ideeën. Bij het nadenken over onderzoeksplannen wordt altijd aan de Hortus gedacht. Maarten is bij een groot aantal projecten betrokken waarin waterkwaliteit en waterbeestjes onderzocht wordt. In dit artikel wordt een aantal voorbeelden belicht.

[tekst] Adri Mulder [foto’s] Sam Boerlijst, Adri Mulder, Mathilde Simons
10 Hortus botanicus Leiden 2023
Maarten zoekt geschikte waterplanten uit [foto] Adri Mulder

Muggenlarven uitstekende indicatoren

In het Hortusmagazine van vorig jaar heeft Sam Boerlijst, promovendus bij Maarten, al kort verteld over zijn onderzoek in de Hortus met muggenlarven. Dit onderzoek maakt deel uit van het programma One Health PACT, een groot onderzoekconsortium met diverse partners, geleid door virologe Marion Koopmans. Muggenlarven zijn uitstekende indicatoren gebleken om veranderingen in het milieu door bijvoorbeeld stikstof, zout en temperatuur te onderzoeken. Zo kun je toekomstscenario’s testen in de levende natuur. Er wordt veel gewerkt met modellen om invloed van klimaatverandering te beschrijven, maar voor die modellen heb je parameters nodig. Die moeten komen uit experimenten zoals die met de muggen in de Hortus. Voorbeeld: er wordt qua waterbeheer zowel gewerkt met ‘ruimte voor de rivier’ om overstromingen tegen te gaan, zoals het vasthouden van water in bekkens om droogte te bestrijden. Op zich heel nuttige activiteiten, maar wat doen die met het ecosysteem? Veel stilstaand water levert een explosie aan muggen op en dat kan nooit de bedoeling zijn. Kortom, om een goed toekomstscenario te bedenken, moet je ook bedacht zijn op dit soort mogelijk nadelige aspecten en die in het onderzoek betrekken.

Paard van Troje?

Het afgelopen najaar is in de tropische kas in de Hortus de hypothese getest of invasieve waterplanten een ‘Paard van Troje’ kunnen vormen. Maarten voerde dit onderzoek uit samen met Emily Strange en Isabelle Don. Met de opwarming van het klimaat kunnen tropische waterplanten, zoals watersla

(Pistia stratiotes) en kroosvaren (Azolla filiculoides), steeds beter overleven in de Nederlandse wateren. Muggenlarven zouden zich kunnen verstoppen in deze planten en zo ontkomen aan hun natuurlijke vijanden, zoals kikkers en salamanders. Om te onderzoeken of dit voor de toekomst een probleem zou kunnen vormen, is er een proefopstelling gemaakt in de kas. En daarmee is bekeken of muggenlarven, net als de Grieken in Troje, met behulp van tropische waterplanten van binnenuit onze sloten kunnen veroveren. In maart wordt in de botanische tuin van Grahamstown in Zuid-Afrika ook zo’n proefopstelling gemaakt om te onderzoeken of dit ook op andere plekken in de wereld kan spelen.

De eerste resultaten van het onderzoek in de Hortus inderdaad lijken te wijzen op een lichte bevestiging van de hypothese: in sommige invasieve waterplanten kunnen muggen tot volledige ontwikkeling komen, terwijl dit bij andere planten en in de controles (slootwater + voedsel voor larven) niet het geval lijkt te zijn. Meer in het bijzonder wijzen de eerste resultaten erop dat kroosvaren (Azolla filiculoides) de levenscyclus van muggen lijkt te versnellen, mogelijk door het stikstofbindend karakter ervan, maar dat muggenlarven niet overleven, als er ook natuurlijke vijanden aanwezig zijn. In watersla (Pistia stratiotes) lijken de larven zich niet sneller te ontwikkelen, maar het blijkt dat er wel een aantal aan natuurlijke vijanden kan ontsnappen en tot het volwassen stadium kan komen! Een ontzettend spannend resultaat en uiteraard voer voor vervolgstudie.

Hortus botanicus Leiden 2023 11
Maarten met Martina Vijver bij het Levend Lab [foto] Sam Boerlijst

Levend Lab

Het idee voor Levend Lab is geboren tijdens een drankje op een terras. Maarten en zijn collega Martina Vijver hebben het initiatief genomen voor een proeflocatie met natuurlijke omstandigheden, het Levend Lab, waar je effecten van verontreinigingen op de biodiversiteit beter kunt onderzoeken dan in het laboratorium. Met behulp van crowdfunding kon dit gerealiseerd worden. Leiden Bio Science Park is een aantal slootjes naast elkaar gegraven met een afsluitbare verbinding naar open water. In de slootjes bevinden zich allerlei waterbeestjes die hier van nature voorkomen. Bij het begin van een experiment wordt een nulmeting gedaan om te zien of de aanwezigheid van waterbeestjes in alle slootjes gelijk is. Dan worden er verschillende omstandigheden gecreëerd door toevoeging van bemesting, zout water, bestrijdingsmiddelen: net díe omstandigheden waarvan je het effect wilt bestuderen. Zo is bijvoorbeeld gebleken dat waterbeestjes in sloten met veel meststoffen minder last hebben van bestrijdingsmiddelen, omdat ze door die meststoffen veel voedsel ter beschikking hebben. Het Levend Lab is daarnaast ook een belangrijke onderwijsplek. Leerlingen van alle leeftijden en niveaus zijn betrokken bij het lab, van basisschoolleerlingen tot studenten in het hoger onderwijs. Ze krijgen les op locatie of op basis van één van de lespakketten die in het Levend Lab zijn ontwikkeld.

PolderLab

Land van Ons is een burgerinitiatief waarbij mensen gevraagd wordt een stukje agrarisch land te kopen. Dit land wordt op een milieuvriendelijke manier bewerkt door boeren. Het idee erachter is dat tweederde van Nederland landbouwgrond is en dat hier de sleutel ligt tot herstel van biodiversiteit, ook in de sloten, mits we manieren vinden om een agrarische bedrijfsvoering te vinden die met dit doel te verenigen is. De Vrouw Vennepolder is een terrein van Land van Ons bij Oud Ade. Daarop ligt het PolderLab. Bestuurders van de

universiteit en de organisatie Holland-Rijnland, een samenwerking van 13 gemeenten, hebben zich hard gemaakt om het PolderLab van de grond te krijgen. Net als bij het Levend Lab wordt hier onderzoek gedaan in het veld: via het PolderLab vindt één van ’s werelds grootste onderzoeken naar nieuwe vormen van biodiverse landbouw op veenweiden plaats. Maarten is hiervan projectleider. Samen met collega’s, studenten en burgers doet hij onderzoek naar hoe een biodiverse toekomst van landbouw in het laagveen eruit kan zien. Burgerwetenschap vindt er ook plaats door inventarisatie van oeverplanten. Archeologiestudenten doen er onderzoek naar welke planten hier 3000 jaar geleden voorkwamen. Al met al vormt het een breed scala aan studies. Ook sociale wetenschappen en bestuurskunde zijn betrokken: hoe reageren mensen op onderwerpen als natuurvriendelijke landbouw en allerlei zaken die met een ecologisch verantwoorde toekomst te maken hebben en vooral op wat daarvoor nodig is?

Denken over aanpassingen nodig in verband met klimaatverandering

Veranderingen in het klimaat hebben grote invloed op waterbeestjes. Die reageren erop door te sterven, zich te verplaatsen of toe te nemen in aantal, maar niet door zich aan te passen. Dit ligt heel anders voor mensen. Die beseffen vaak niet hoe verstrekkend de gevolgen ervan zijn, terwijl zij als enigen de optie hebben om zich aan te passen. Aanpassingen zijn dus echt noodzakelijk, maar die gebeuren niet, of in een te laag tempo. Er worden complete wijken gebouwd of gepland in laaggelegen land. Met iedere centimeter zeespiegelstijging komt er meer verzilting. Waarschijnlijk ideaal voor muggen, maar slecht voor de huidige landbouw. De politiek denkt slechts in kleine stapjes vooruit, bovendien met een perspectief van hooguit tien jaar. Maarten heeft een tijd deelgenomen aan een denktank die de regering adviseert

Polderlab in Vrouw Vennepolder [foto] Adri Mulder
12 Hortus botanicus Leiden 2023

over ecologische uitdagingen en bedreigingen voor Nederland identificeert. Echter, de tijdshorizon van deze club was slechts tien jaar. Dat is veel te kort om ons op de echte uitdagingen van de toekomst voor te bereiden.

Perspectief door onderwijs

Jongeren hebben in toenemende mate interesse in ecologie en klimaat. Het CML biedt veel studenten onderdak. Een aantal van hen gaat gebukt onder mentale problemen vanwege zorgen over het klimaat. Door onderwijs probeert men hen perspectief op handelen te geven. Maarten is blij dat hij via het geven van onderwijs veel impact kan hebben. Hij vindt dat er goed geluisterd wordt naar wetenschappers, zij delen hun visie op de problematiek direct met ministeries. De resultaten van het onderzoek, dat onder meer in de Hortus gebeurt, worden niet alleen gepubliceerd in wetenschappelijk artikelen, maar komen ook terecht in beleidsadviezen waarnaar wel degelijk geluisterd wordt.

Maarten Schrama researches water creatures

Maarten Schrama is a university professor at the Institute of Environmental Sciences (CML). He sees the access to the Hortus botanicus Leiden as a bonus in his work. His research is focused most importantly on water creatures. The Hortus has close connections with science, it inspires new ideas. Examples of his research:

- Mosquito larvae have proven excellent indicators for research into environmental changes caused by, for instance, nitrogen, salt and temperature. This way you can test future scenarios in nature.

- Research in the tropical glasshouses in the Hortus: can mosquito larvae hide in tropical water plants which are becoming more prevalent due to climate change? And thus, escape predators?

- Test the effect of fertilization, salt, pesticides on water flora in nature in the Living Lab.

- One of the largest research projects into new forms of biodiverse agriculture on peat meadows is taking place via PolderLab Vrouw Venne. Maarten is the project leader.

He is glad that he can have a big impact by teaching. The results of the research that takes place in the Hortus and elsewhere are not only published in scientific journals, but also find their way into policy recommendations.

Proefopstelling in de kas [foto] Mathilde Simons Waterbeestjes [foto] Sam Boerlijst Watersla (Pistia stratiotes) voor het onderzoek [foto] Adri Mulder
Hortus
2023 13
Muggenlarven [foto] Sam Boerlijst
botanicus Leiden

Planten en water spelen een

fascinerend spel

Water speelt een onmisbare rol in een botanische tuin. Planten hebben immers water nodig - vanzelfsprekend voor zowel de bezoekers als het personeel van de Hortus.

De manier waarop planten met water omgaan is één van de redenen dat zo’n enorme diversiteit aan soorten is. We nemen een kijkje in de collectie van onze Hortus.

[tekst] Rogier van Vugt [foto’s] Jan Meijvogel, Adri Mulder, Rogier van Vugt Epifytische planten zoals deze orchideeën hebben soms een overdaad aan water en dan ineens weken niets
14 Hortus botanicus Leiden 2023
[foto] Rogier van Vugt

Het is natuurlijk een inkoppertje: de waterplanten. In een waterrijk land als Nederland zijn waterplanten iets waar je niet omheen kunt. Kijk maar eens in de singels en grachten van Leiden; overal zie je plompen, waterlelies, sterrenkroos, waterpest en hoornblad. Het lijken allemaal doodgewone planten, totdat u de waterlelieachtigen opzoekt in de Systeemtuin. Dan ziet u dat deze behoren tot een primitieve groep bloeiende planten. De lotus, die uiterlijk overeenkomt met planten uit de waterleliefamilie, is er echter totaal geen verwant van. De planten lijken op elkaar, omdat ze in een vergelijkbaar habitat leven. Een mooi verschil zit hem in hoe ze omgaan met fluctuerende waterstanden. Waterlelies hebben min of meer diagonale stengels, zodat de bladeren mee kunnen buigen met zakkend of stijgend water, terwijl lotusbladeren rechtopstaande stengels hebben die ver boven het water uitsteken, zodat de bladeren hoe dan ook droog blijven voor het geval dat het water stijgt.

Een ander uiterste vinden we in de succulenten. Vooral in de Wintertuin zijn diverse soorten te zien. De planten slaan water op in hun stengels en bladeren om droogte te overleven - een aanpassing aan het weinige water dat ze ontvangen. Dat water kan de planten op allerlei manieren bereiken. Zo hebben cactussen veel oppervlakkige worteltjes die na een fikse bui snel water kunnen opzuigen en opslaan. Tillandsia, een plant uit de bromeliafamilie die in gebieden groeit waar het nauwelijks regent, neemt met haar behaarde bladeren ochtenddauw op en krijgt zo, zonder regen, toch dagelijks water. Veel tropische orchideeën kun je ook beschouwen als vetplant. Ze groeien op takken van bomen en hebben geen toegang tot water in de grond. Dit betekent dat water opgeslagen moet worden voor drogere tijden, maar ook snel opgenomen moet worden als het beschikbaar is. Water loopt tenslotte snel van de takken af. Veel orchideeënwortels hebben daarom een speciaal laagje van dode cellen waar water wel in, maar niet meer uit kan. Heeft u een Phalaenopsis op de vensterbank? Dan kunt u dit goed zien,

omdat de wortels groen worden als ze nat zijn en daarna weer terug verkleuren naar wit. De manier waarop planten met water omgaan is ook voor mensen van groot belang. Denk bijvoorbeeld aan mangroven die zout uit zeewater kunnen filteren en zo bossen kunnen vormen die ons beschermen tegen tsunami’s. Ook vormen ze een kraamkamer voor vissen. Of de laurierbossen op Madeira en de Canarische eilanden, die in de zomermaanden mist veranderen in stromend water en zo mensen van vers drinkwater voorzien tijdens de regenloze zomer.

Hier in Nederland helpen de bomen in onze straten mee om het in de zomer aangenaam koel te houden. Niet alleen vanwege de schaduw, maar ook vanwege de honderden liters water die ze verdampen. Op hun bescheiden wijze dragen zelfs de stoepplantjes aan dit proces bij!

Het spel tussen water en planten is gewoon fascinerend.

Lotusbladeren steken boven het water uit [foto] Jan Meijvogel Conophytum cordatum [foto] Adri Mulder Waterlelies hebben horizontale stengels om zich aan de waterstand aan te kunnen passen [foto] Jan Meijvogel Tillandsia xerographica [foto] Adri Mulder
2023 15
Delosperma echinatum [foto] Jan Meijvolgel
Hortus botanicus Leiden

Hoe voor het eerst de Victoria amazonica in de Leidse Hortus bloeide

‘t Was in het eerste jaar onzer negentiende eeuw dat een kleine kano, door twee inlandsche roeijers voortgestuwd, den Rio Mamoré of Rio grande in Bolivia, één van de voornaamste riviertakken, die zich in den Amazonen-stroom ontlasten, opvoer. In dat brooze vaartuig bevonden zich, behalve het tweetal roeijers, ook twee Europeanen’ (Heinrich Witte in zijn boekje de Victoria regia).

[tekst] Rinny E. Kooi [foto] Jan Meijvogel [historische Hortusfoto’s] eind 19de eeuw gemaakt door J. Goedeljee, Academisch Museum Universiteit Leiden, met dank aan Corrie van Maris

Ontdekking

De Leidse hortulanus Heinrich Witte (1829-1917) moet zeer tevreden zijn geweest toen er voor de eerste keer in de Hortus een reuzenwaterlelie in bloei stond. Hij scheef er in 1872 een boekje over met de titel de Victoria regia. Daarin vertelt hij hoe deze plant werd ‘ontdekt’, hoe deze een officiële wetenschappelijke naam kreeg en uiteindelijk in Leiden terecht kwam en ging bloeien.

De twee Europeanen waar hij over schreef waren T.X.P. Haenke (1761-1816), een Duitse natuurvorser, en de Spaanse pater La Cueva. Zij maakten in 1801 in opdracht van de Spaanse regering een ontdekkingsreis in een gevaarlijke en tropische omgeving in Bolivia. Tijdens hun tocht dachten zij een eiland te zien: een vlak, groen en boomloos gebied omringd door water. Het bleek echter een vlakte te zijn van uitgespreide bladeren van waterlelies. Haenke was volgens Witte ‘de eerste Europeaan, wiens oogen zich op dat heerlijke schouwspel verlustigen mogen’…‘dat zijn blik zich van dit prachtige scheppingsgewrocht oprees en zich rigtte dáárheen, waar ’s menschen zinnelijke voorstelling gewoon is den Schepper te zoeken van al ’t geschapene, om in de taal, waarin zijn moeder hem leerde bidden, dien Schepper voor het groote voorregt hem thans geschonken te danken’. Pas na zijn dood in 1816 werd in zijn wetenschappelijke nalatenschap het bewijs gevonden dat hij als eerste Europeaan deze grote waterlelie had ontdekt. Witte schreef dat in 1832 en 1833 de Duitser E.F. Pöppig (17981868) en de Fransman C.V.M.D. d’Orbigny (1802 – 1857) onafhankelijk van elkaar in het gebied kwamen waar Haenke de waterlelie had gezien. Zij waren echter niet van diens waarneming op de hoogte.

Naar Europa

Omdat het in die tijd erg moeilijk was een ‘onbekende’ waterlelie van dit formaat naar Europa overgebracht kon worden, heeft het lang geduurd voordat dat gebeurde. Uiteindelijk lukte het de twee Britten, Hugh Rodie,

Esq., M.D. en de heer Luckie, Esq., uit George Town, Demerara, zaden in schoon water vanuit Georgetown in Guyana naar Kew Gardens in Londen te sturen. Die kwamen daar op 28 februari 1849 aan en kiemden op 28 maart. Op 8 november van dat jaar vertoonde zich de eerste bloem. Vervolgens werden er zaden naar diverse tuinen in Europa gestuurd.

De naamgeving

Witte heeft uitgezocht welke naam aan de plant is gegeven. Hij heeft niet kunnen achterhalen of Haenke een naam heeft bedacht. Pöppig noemde haar in 1832 Euryale amazonica, in het in 1805 beschreven geslacht Euryale; deze naam staat voor ‘monsterachtig’, omdat er grote stekels op het blad zitten. Vervolgens hebben anderen er ook een naam aan gegeven. De Engelse botanicus J. Lindley (1799 – 1865) vernoemde koningin Victoria in 1837 in het toen nieuwe geslacht Victoria, met de soortnaam Victoria regia. Die naam werd in 1850 door de Duitse botanicus J.F. Klotzsch (1805 – 1860) veranderd in Victoria amazonica. Dat is daarna de naam gebleven waaronder hij nu ook in Leiden bekend is.

Eindelijk bloei in Leiden

In Leiden wilde men graag een kas hebben die geschikt zou zijn voor deze waterlelie. Aanvankelijk was er onvoldoende ruimte in de Hortus en geen geld om een kas te realiseren. Gelukkig vond men uiteindelijk toch een geschikte plek en werden de problemen dankzij financiële bijdragen van minister C. Fock (1828 – 1910) en de curatoren van de Hogeschool opgelost. In 1870 kwam een cirkelvormige kas gereed op de plek waar nu de vijver ligt, waarin plaats was voor Victoria amazonica. Die bloeide hier voor het eerst in 1872. De mooie ijzeren kas werd in 1938 vervangen, omdat het ijzer verroest was en omdat men toe was aan één modern centraal gestookt kassencomplex. Er kwam een nieuwe en hogere kas in het nieuwe kassencomplex gereed die nog altijd in gebruik is en waarin sindsdien nog ieder jaar Victoria amazonica in bloei staat.

16 Hortus botanicus Leiden 2023
Interieur oude Victoriakas De oude Victoriakas Interieur huidige Victoriakas
Tropischewaterlelies in een Hollands klimaat Geweekt in de Leidse Hortus door Theo Teske, horticultureel medewerker 18 Hortus botanicus Leiden 2022 Nymphaea ‘Detective Erika’ [foto] Jan Meijvogel [tekst] Theo Teske [foto’s] Jan Meijvogel , Theo Teske

In het Amazonegebied groeit de reuzenwaterlelie, Victoria amazonica, vaak in brede rivieren of meren. De grote bladeren profiteren zo optimaal van de zon. Hiermee wordt zoveel energie gegenereerd, dat ze met gemak per week drie nieuwe bloemen van 35 cm en drie nieuwe bladeren met een doorsnede van twee à drie meter kunnen produceren. Om deze condities enigzins na te bootsen, is de Victoriakas in Leiden gebouwd op de eerste verdieping van het kassencomplex. Zo voorkom je slagschaduw van gebouwen en bomen die in en rondom de Hortus staan. Maximaal profiteren van het licht in combinatie met een watertemperatuur van 30 ˚C, zorgt ervoor dat de plant in cultuur wel tot vijftig bloemen per jaar kan produceren.

Een iets kleinere reuzenwaterlelie, de subtropische Victoria cruziana, kan met wat minder warmte toe (25˚C). Door de warmere zomers wordt deze de laatste jaren in Nederland steeds vaker buiten gekweekt, in ondiepe vijvers met zwarte folie op de bodem om het water snel te doen opwarmen, maar (nog) niet in de Hortus. Met name in het oosten en het zuiden van Nederland kan men de plant in bloei zien staan.

Waterlelies kun je grofweg indelen in winterharde en tropische waterlelies. Kwekers cultiveren al decennialang tropische waterlelies. Een voorbeeld van een prachtige kruising is Nymphaea ‘Purple Joy’. Rijkbloeiend met zijn schitterende paars-met-witte bloembladeren: tachtig bloemen: per jaar is geen uitzondering.

Sinds een jaar of 15 komen er ook intersubgeneric (ISG) kruisingen op de markt, hybriden tussen winterharde en tropische waterlelies. Veredelaars van over de hele wereld proberen winterharde waterlelies met een tropisch uiterlijk te kweken. Van nature komen blauwe waterlelies alleen voor in de tropen. Maar Nymphaea ‘Detective Erika’, met zijn spectaculaire paarse bloemen, is zo’n succesvolle ISG kruising die ‘s winters gewoon in een Hollandse vijver kan overwinteren.

In pogingen een winterharde blauwe waterlelie te kweken, ontstonden spontaan variaties die iets bijzonders opleverden. Zo zijn er nu waterlelies met een bijna zwarte kleur. Toen bleek dat de nakomelingen hiervan stabiel bleken in deze zwarte kleur, zijn ze in de handel gekomen. Een voorbeeld is Nymphaea ‘Black Princess’.

In een natuurlijke vijver met een rijke doorlaatbare kleiachtige bodem kun je de wortelstok in de volle grond laten groeien. Mocht de vijver een kunststofbodem hebben, dan kun je kweken in korven of potten. De meeste waterlelies willen een zonnige plek. Belangrijk voor een goede bloei is regelmatige bemesting. Organische mest is vaak te scherp voor de wortelstok. Het beste is te werken met kegels van het merk Osmocote, waaruit de mest gedoseerd vrijkomt. Na een maand kun je dit herhalen. In de Hortus kweken we graag met leem, zeer grove klei waardoor de Osmocote-mest zich tussen de grote leemkorrels goed kan verplaatsen richting de wortelstok. Ook hierdoor kan het aantal bloemen per seizoen flink toenemen. Omdat de Victoria-reuzenwaterlelies geen wortelstok hebben, zijn ze in de winter kwetsbaar. Zonder extra licht van groeilampen kan de plant de Hollandse winter niet overleven.

Midden in de winter wordt in Leiden alweer begonnen met het opkweken van nieuwe zaden. Om met goed vers zaad te kunnen werken bestelt de Hortus elk jaar zaden bij Longwood Gardens in Pennsylvania in de VS. Overigens bestaat er achter de schermen van de Nederlandse botanische tuinen altijd een kleine onderlinge concurentie: wie heeft de grootste Victoria en natuurlijk, wie heeft de Victoria als eerste in bloei? Maar belangrijker is de goede onderlinge samenwerking tussen de botanische tuinen. Zodra het in een tuin niet lukt met kweken, bijvoorbeeld omdat de zaden niet kiemkrachtig zijn, dan springt een andere tuin bij. Het afgelopen jaar hadden alle Nederlandse tuinen slechte zaden ontvangen van Longwood Gardens. Gelukkig kwamen in onze tropische vijver spontaan zaden op van verleden jaar, zodat in de meeste tuinen afgelopen jaar toch een ‘Leidse Victoria’ te bewonderen was.

Nymphaea ‘Black Princess’ [foto] Jan Meijvogel Nymphaea ‘Purple Joy’ [foto] Theo Teske Victoria amazonica [foto] Jan Meijvogel
Hortus botanicus Leiden 2023 19

burgmolen uit 1684.

De laatste twee molens staan overigens niet meer op hun oorspronkelijke plek. Zo moest de Meerburgmolen wijken in Zoeterwoude. Na enkele jaren opgeslagen te hebben gestaan, werd de molen opnieuw opgebouwd in Leiderdorp, waar hij sinds 2014 weer draait en maalt. Dat gebeurde tegelijkertijd met de Munnikenmo-

de Leiderdorpse molens kun je gewoon bezoeken. Meestal als de molenaar aanwezig is en de molen draait, maar soms even een afspraak maken. Kijk dus altijd even op de website Rijnlandse Molenstichting, zodat je niet voor een gesloten deur Maar wat wel altijd kan, is genieten van een veilige (je wilt klap van de molenwieken) afstand.

Meer molens? Behalve in Leiderdorp, vind je vooral in Warmond en rond de Kagerplassen nog talloze andere molens. Leuk om ook eens naartoe te fietsen. Leiderdorp is daarvoor een prachtige uitvalsbasis. Een mooie molenroute met maar liefst twintig molens vind je op www.fietsnetwerk.nl, een trip van 34,5 kilometer, maar inkorten kan ook.07 NIEUWS.NL

ontwerpt mee aan bloei Hortus botanicus

Zin in een wijncursus of wijnproeverij?

KIJK OP KAAFTENHAAF.NL

molens? Behalve in Leiderdorp, vind je vooral in Warmond en Kagerplassen nog talloze andere molens. Leuk om ook eens te fietsen. Leiderdorp is daarvoor een prachtige uitvalsbamooie molenroute met maar liefst twintig molens vind je www.fietsnetwerk.nl, een trip van 34,5 kilometer, maar inkorten

wijnproeverij?

Levendaal 98, Leiden. Tel. 071-5121700

leiden@henribloem.nl

architectenbureaugerardsmit.nl

Ga met de microscoop mee op ontdekkingsreis en maak kennis met de fascinerende binnenwereld van planten en bomen.

Tien microscopen met alles er op en er aan staan klaar voor deze expeditie. Voor beginners en gevorderden. Voor jong en oud. Met een rugzak vol hulpstoffen toveren we plakjes plant om tot een kleurig palet. Daardoor kun je heel precies zien hoe een plant of boom groeit, zich voedt en beschermt tegen indringers.

Rob geeft z’n botanische workshops in zijn atelier in Delft (Hooikade 13), maar is ook regelmatig te gast in de Hortus botanicus in Leiden.

Rob van Es botanische microscopie

ONTDEKKINGSREIS NAAR DE BINNENWERELD VAN PLANTEN
www.robvanes.nl 06 54344137 ANDERS KIJKEN
info@robvanes.nl
foto
0016 Advert Hortus Magazine.indd 4 11-11-2022 15:31
Marianne van Es
071
!
Levendaal 98, Leiden. Tel. 071-5121700 leiden@henribloem.nl
tegen.
071 NIEUWS.NL Lettertype: Seravek 071 okaal informatief !
20 Hortus botanicus Leiden 2023
EXCLUSIEFGARDELUXE IEDERSEIZOEN ZIJN EIGENCHARME ONDERHOUDSARM EN WEERBESTENDIGBUITENMEUBILAIR GardeluxeB.V. Gunnerstraat 39 NL-7595 KD Weerselo Tel: +31(0)541 66 9597 info@gardeluxe.com www.gardeluxe.com Grondwerk - Rioleringen Beplantingen - Straatwerk Verhuur wegenbouwmaterieel www.ripbv.nl - Schiedam

Hortusimker Fred Weber vertelt over

de waterhuishouding in een bijenkolonie

Net zoals alle levende wezens hebben bijen water nodig. Honingbijen halen hun water uit de nectar die ze verzamelen.

Maar als dit bij warm weer onvoldoende is, halen ze ook oppervlaktewater op. Bijen zoeken dan een plekje waar stilstaand water gemakkelijk te bereiken is en komen daar soms massaal naar toe. Zulke verzamelplekjes noemen we bijenkroegen. [tekst] Jack Sluijs [foto’s] Jan Meijvogel, Jack Sluijs

Honingbijen gebruiken water op verschillende manieren. Ze drinken zelf een beetje als ze dorst hebben. Ze gebruiken water om een mengsel aan te lengen tot een vloeistof van stuifmeel, honing en voedersappen die ze aan hun larfjes voeren. Als honing kristalliseert, dus eigenlijk uithardt, knabbelen ze die uit de raat en lengen die weer aan met water. En tenslotte speelt water een hoofdrol bij het op peil houden van de luchtvochtigheid en de temperatuur in de bijenkorf of bijenkast. Schoon water is dus heel belangrijk.

In het voorjaar en in de zomer bezoeken bijen bloeiende planten en bomen om nectar te verzamelen. Die nectar

bevat zo’n 30% suikers. Dit suikergehalte geeft een lekkere zoete smaak, maar het gehalte is te laag om te voorkomen dat nectar na een tijdje gaat gisten en bederft. Honingbijen willen juist een voedselvoorraad aanmaken die ze lang kunnen bewaren, zodat de kolonie de winter overleeft. Daarin onderscheiden zij zich van wilde bijen en hommels. Daarom maken honingbijen honing van de nectar. Dit doen ze door de nectar over hun tongetjes te laten rollen waardoor het water eruit verdampt en de nectar indikt. Tijdens dat proces voegen ze voedingsstoffen toe, onder andere koninginnengelei en enzymen, zodat een voedzame massa ontstaat met een suikergehalte van 80%: honing.

De bijenkroeg [foto] Jack Sluijs
22 Hortus botanicus Leiden 2023
Honingbij verzamelt nectar [foto] Jan Meijvogel

Door het hoge suikerpercentage kan honing niet meer bederven.

Honingbijen gebruiken verdamping van water om de luchtvochtigheid en de temperatuur in de kolonie te reguleren. Dit doen ze heel precies. Ze houden de luchtvochtigheid steeds op 55%. In de zomer, als er larfjes zijn, houden ze de temperatuur op 35˚C. Het is wonderlijk dat bijen in staat zijn in hun kolonie een luchtstroom op gang te houden waarmee ze dit exact reguleren. Want dit betekent dat alle duizenden honingbijen in de kolonie precies weten hoe hard en in welke richting ze de luchtstroom met hun vleugeltjes gezamenlijk op gang moeten houden. Bij de uitgang van de korf of kast is die ingaande en uitgaande luchtstroom ook echt meetbaar. Zo houden de bijen in de zomer de temperatuur onder controle, ook als de zon voluit op de korf of kast schijnt. Verdamping van water in de luchtstroom zorgt voor precies de juiste mate van verkoeling op elk gewenst moment van de dag. Wordt het’s nachts koud, dan stopt de verdamping en kunnen de bijen door te ‘rillen’ met hun sterke borstspieren de temperatuur juist laten stijgen, zodat het ook dan constant 35˚C blijft. In de winter, als er geen larfjes zijn, werkt dit systeem net

zo goed, maar dan houden de bijen de temperatuur op slechts 18˚C. In de zomer is het vaak zo warm is dat de honingbijen niet voldoende hebben aan het verdampende vocht uit de nectar. Dan gaan ze naar de kroeg. Ze zoeken bij warm weer massaal naar goed bereikbaar oppervlaktewater. Dat kan niet zomaar elke plas water zijn. Bijen zijn heel hygiënisch en het water moet dus heel schoon zijn. Ze zoeken daarom naar water dat door een hoog zuurgehalte volledig ontsmet is. Zulke plekjes zijn er niet zoveel. Het moet gaan om plasjes water op zure grond, zoals turf. In de Hortus vind je zulke plekjes aan de rand van het moeras naast de vijver. Je kunt bij warm weer zelf zulke bijenkroegjes vinden en dan zie je de bijen drinken. Wil je bijen in een warme periode helpen, dan kun je op een schoteltje met wat turf en een beetje water zelf een bijenkroegje maken en eens zien wat er gebeurt. Op erg warme dagen nemen honingbijen zo veel water mee naar de kolonie in hun honingmaagjes dat ze tijdelijk moeten stoppen met het verzamelen van nectar. Overigens, ook wilde bijen en hommels komen drinken. Zij maken dan wel geen honing, maar ze hebben als het heel warm is zo af en toe wel dorst.

Wij mensen gebruiken water om schoon te maken. Honingbijen moeten hun kolonie ook schoon houden, vrij van bacteriën, virussen en schimmels. Maar daarvoor gebruiken ze geen water. Honingbijen verzamelen plantaardige hars door die af te knagen van blad- en bloemknoppen en uit de bast van bomen. Deze hars, door de bijen gemengd met bijenwas, wordt propolis genoemd. Propolis werkt antibacterieel, antiviraal en tegen schimmels. Hiermee bekleden honingbijen de binnenkant van hun korf of kast. Zo houden ze hun kolonie brandschoon. Honingbijen gebruiken water dus op verschillende manieren, maar voor de schoonmaak hebben ze zelfs nog een betere oplossing gevonden.

‘Wil je bijen in een warme periode helpen, dan kun je op een schoteltje met wat turf en een beetje water zelf een bijenkroegje maken en eens zien wat er gebeurt.’
Imker Fred demonstreert een korf [foto] Jack Sluijs Drinkende honingbij [foto] Jan Meijvogel
Hortus botanicus Leiden 2023 23
Honingbijen bij de ingang van de korf [foto] Jan Meijvogel

Kids in de hortus

Waarom is water zo belangrijk?

Alleen al omdat de aarde voor bijna driekwart bedekt is met water! Het meeste hiervan is zout water, wel 97 procent. Verder zit een beetje, twee procent, vast in ijskappen van Groenland en Zuidpool en maar één procent is zoet water wat wij kunnen gebruiken. Ons lichaam bestaat zelf trouwens ook voor bijna driekwart uit water.

Op Watersafari door de Hortus

Ga je mee op zoek naar waterdieren en waterplanten in de Hortus? Je leert er alles over van Hortusvrijwilliger André. Welke dieren en planten houden van natte voeten? En welke kunnen juist heel goed tegen droogte? De Watersafari wordt gehouden van mei t/m september. Gezinnen met kinderen van alle leeftijden zijn welkom! Kijk voor meer informatie bij ‘agenda’ op de website van de Hortus.

Maak je eigen regenboog

Vind jij een regenboog ook zo mooi? Je hoeft nu niet meer te wachten totdat je er eentje aan de hemel ziet. Je kunt namelijk thuis zelf een regenboog maken. Hoe? Vul hiervoor een glas met water en zet het op een wit papier. Als je het glas bij het raam zet, en het zonlicht schijnt erdoor, dan zie je een regenboogje op het papier. En dan kun je de regenboog meteen inkleuren, met van buiten naar binnen: rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet.

Bomen in de schijnwerper

Vind jij het Singelpark ook zo leuk? Misschien wandel je niet steeds de hele route, want die is wel heeeel lang. Maar je gaat vast wel eens even naar de fontein in het Plantsoen of naar de speeltuin in het Ankerpark. Overal staan bomen: groot, klein, dik, dun, met hele kleine groene blaadjes of juist met donkere naalden... Eefje vindt die bomen zo mooi. Haar moeder heeft daarom een boek geschreven over alle Singelbomen. Voor Eefje én voor jou. Met het boek in de hand kom je bijvoorbeeld alles te weten over de tulpenboom in de Hortus.

GermaineKurstjens JudithSebregts Werners Regenboogvis [tekening] Stephan Timmers Victoria [tekening] Stephan Timmers Axolotl [tekening] Stephan Timmers
24
2023
[tekening] Iris van den Akker
Hortus botanicus Leiden

Kom je ook bij de Jeugdvriendenclub?

Tijdens de clubbijeenkomsten ga je op reis door de Hortus en onderzoek je vleesetende planten, aai je wandelende bladeren en ontdek je hoe cactussen vechten.

Nieuwsgierig? De Jeugdvriendenclub wordt steeds in een reeks van vier bijeenkomsten gehouden. Startdata zijn in februari, april en juni 2023. De kosten zijn 25 euro per vier keer. Kinderen tussen 8 en 12 jaar zijn welkom. Als Jeugdvriend van de Hortus heb je het hele jaar gratis toegang tot de Hortus. Meer informatie en aanmelden bij: www.hortusleiden.nl, klik op ‘Steun de Hortus’.

HEB JE DE NIEUWE HORTUSVIJVER AL GEZIEN?

De vijver is helemaal in een nieuw jasje gestoken. In het midden is een grote brug gemaakt. Aan de ene kant zwemmen grote oranje karpers en aan de andere kant groeien bijzondere waterplanten. De vissen mogen niet overal zwemmen, want die bijten de planten allemaal kapot.

Bekijk het onderwaterleven in de vijver

In de vijver leven talloze waterdiertjes, zoals de alpenwatersalamander, kleine watersalamander, vroedmeesterpad, gewone pad, bruine kikker, bootsmannetje, schaatsenrijder, watervlo, cyclops (piepklein roeikreeftje) en kokerjuffer. Als je geluk hebt kun je zelfs vlokreeftjes zien. Bij de vijver staan prachtige onderwaterkijkers waarmee je naar al die diertjes kunt speuren.

Een watervogel! Hoe kan het dat eenden, futen, meerkoeten en andere watervogels droog blijven tijdens het zwemmen? Dat komt omdat ze hun veren ‘invetten’, dat doen ze met hun eigen snavel. Het vet produceren ze zelf op een plekje op hun lichaam. En door over dat plekje te wrijven met hun snavel, komt het vet op de snavel en dan kunnen ze het vervolgens dus op hun veren smeren.

Vind ze alle zeven!

Zoek de bewoners van de vijver. In de vijver zitten allerlei (onderwater)diertjes. We hebben ze op deze pagina verstopt. Heb je ze allemaal gevonden?

Wat is een schaatsenrijder?

Een schaatsenrijder is een diertje dat niet IN maar OP het water leeft. Een schaatsenrijder heeft haartjes op de poten, die het water afstoten, waardoor het diertje over het water kan ‘roeien’, of misschien beter: ‘schaatsen’. Een schaatsenrijder kan met zijn speciale pootjes trillingen in het water voelen. Hierdoor worden spartelende insecten in het water snel ontdekt en leeggezogen. Mjam! Smakelijk eten!

Het zwemt in het water zonder nat te worden. Rara, welk dier is dat?
Bootsmannetje op water [tekening] Iris van den Akker Sherry Barbeel V [tekening] Stephan Timmers Eendje [tekening] Stephan Timmers Hockeystickbarbeel [tekening] Stephan Timmers
Hortus botanicus Leiden 2023 25
Vijver [foto] Mathilde Simons

Waterplanten in het Cruijdeboeck van Dodoens

Rembert Dodoens of Rembertus Dodonaeus publiceerde zijn Cruijdeboeck in 1554 in het Nederlands, een jaar na de eerste versie ervan in het Latijn. Dodoens, geboren in 1517 in Mechelen, studeerde in Leuven en werd daarna stadsgeneesheer in Mechelen. Daarnaast heeft hij zich altijd beziggehouden met de botanie. Net als de eerste Hortusprefect Carolus Clusius werkte hij een aantal jaren in Wenen. Clusius was daar hofbotanicus en ze zullen er zeker samen naar planten hebben gekeken. Dodoens werkte van 1582 tot aan zijn dood in 1585 als hoogleraar geneeskunde in Leiden. In het Academiegebouw staan de borstbeelden van drie beroemde botanici met Leidse connecties gebroederlijk naast elkaar, Dodonaeus, Clusius en Linnaeus.

[tekst] Gerda van Uffelen [afbeeldingen] Uit het Cruijdeboeck van Dodoens (1554): door Hans Liefrinck ingekleurd exemplaar. Bibliotheek Rijksmuseum

Amsterdam, Kurt Stüber, Rob van der Hoeden, Frank Al-Dabbagh

Wateraardbei (Comarum palustre)
26 Hortus botanicus Leiden 2023
Gele Plomp (Nuphar lutea)

Er zijn waterplanten in alle soorten en maten: drijvend op het wateroppervlak, helemaal ondergedoken of in de bodem wortelend en slechts gedeeltelijk boven het water uitstekend. Nederland was in de 16e eeuw een echt waterland: vóór de eerste grote inpolderingen in de 17e eeuw was een groot deel van wat nu land is, moerassig of zelfs bedekt met water. Moeilijk toegankelijk gebied dus, en dat verklaart dat in het Cruijdeboeck van Dodoens lang niet alle soorten waterplanten staan die nu in Heukels’ Flora van Nederland zijn te vinden. Er zijn trouwens door de eeuwen ook nog soorten bijgekomen, bijvoorbeeld de kalmoes die oorspronkelijk uit Zuidoost-Azië stamt. Hij wordt door Dodoens vermeld vanwege de geneeskrachtige werking, als ‘een wortel ende van een geslachte van riet in Indien wassende’, helaas zonder afbeelding. Het is goed mogelijk dat Dodoens alleen de wortelstok van de kalmoes uit de apotheek kende. Hij wordt nog steeds veel in kruidenbitters gebruikt. Andere nieuwelingen in de Nederlandse flora zijn niet zo’n aanwinst gebleken: er staan nu al zestien soorten waterplanten op een lijst met mogelijke invasieven, vaak hier terechtgekomen als vijver- of aquariumplant, zoals de waterhyacint, grote waternavel, vlotvarens, watercrassula, waterpest en vederkruid.

De in Dodoens afgebeelde waterplanten zijn meestal niet direct als waterplant herkenbaar, verborgen tussen andere soorten die erop lijken. Dit is overigens ook in Heukels het geval, waar alle soorten op verwantschap zijn gerangschikt. Soms wijdt Dodoens een apart hoofdstuk (Capitulum) aan één of meer soorten waterplanten, zoals ‘Van Plompen’ over de witte waterlelie (‘Witte plompen’) en de gele plomp (‘Geel plompen’), mooi afgebeeld met hun dikke wortelstokken en prachtige bloemen. Ook de beschrijving is beeldend, over de vruchten van de gele plomp vermeldt Dodoens: ‘enge hoofdekens ... ghelijck een potteken gefatsoeneerd’. De wortelstokken worden vaak gebruikt, maar ‘Conserve van den bloemen ... doet oock gherustelijck slapen ende

beneempt alle oncuysche droomen’. Er is nog een kort hoofdstuk over waterplanten: ‘Van Swamcruyden’, met fonteinkruid, waterviolier en waterranonkel. Verder zitten de waterplanten verstopt: de wateraardbei als vijfvinghercruyt tussen ganzeriksoorten met 5-tallige blaadjes, de dotterbloem samen met de stinkende gouwe en het speenkruid, krabbenscheer samen met duizendblad omdat Dioscorides (een Griekse legerarts, farmacoloog en botanicus in Alexandrië rond het begin van onze jaartelling) dat zo had beschreven – het zijn vaak heel verrassende combinaties.

De waterweegbree heeft een eigen hoofdstuk, net als zwanenbloem, egelskop, lisdodde, waternoot en waterpeper. Van de slangenwortel dient de werking nog beter te worden onderzocht: ‘Deze Aron es oock heet ende drooch ghelijck Speerwortel ende Aron / ende daer om oock voor alzoo veel als redene bewijst den selven van crachten ende werckingen ghelijck hoe wel tselve by experienrie noch niet bevonden en es’.

Zo valt er nog heel wat te grasduinen in Dodoens! Wilt u zelf eens kijken? Ga dan naar biolib.de/dodoens_3

Gebruik de QR-code om het Cruijdeboeck van Dodoens te bekijken

Titelblad Cruijdeboeck van Dodoens (1554) Rechts: Wateraardbei (Comarum palustre)
Hortus botanicus Leiden 2023 27
Plompen: Witte waterlelie (Nymphaea alba) en Gele plomp (Nuphar lutea)

Een tuin voor de toekomst

Afgelopen jaar was een bijzonder jaar. Een warme, lange zomer baarde veel

tuinliefhebbers grote zorgen. Want, ook al komt er gewoon water uit de kraan, hoe staat de samenleving dan tegenover het feit dat je duizenden liters kostbaar

drinkwater ‘verspilt’ aan de tuin? Maar ja, als je planten eenmaal uitgedroogd zijn, is er meestal geen redden meer aan.

[tekst] Rogier van Vugt [foto’s] Jan Meijvogel, Adri Mulder, Rogier van Vugt
28 Hortus botanicus Leiden 2023
Huidige situatie [foto] Jan Meijvogel

Vervolgens nog een energie- en economische crisis, die ons met de neus op de feiten drukt dat dingen die wij voor lief nemen, helemaal niet zo vanzelfsprekend zijn. De ene na de andere kweker valt om en we moeten daarnaast meer rekening houden met onze ecologische voetafdruk. Met andere woorden: tuinieren moet echt anders.

Omdat de Hortus zijn collectie in leven moeten houden, kan tuinieren daar niet zomaar anders. Maar indien mogelijk doen we zoveel mogelijk aanpassingen die een positieve impact hebben op milieu en klimaat. Tijdens de verbouwing van de kassen in 2013 zijn er bijvoorbeeld enorme verbeteringen aangebracht in de techniek en materiaalkeuze, waarvan we nu de vruchten plukken. Dit zijn aanpassingen die voor onze bezoekers in eigen tuin echter meestal niet te realiseren zijn.

Het tuindeel van de Hortus bij de Sterrewacht willen we attractiever maken. Diverse ideeën zijn langs gekomen, zoals een Nieuw-Zeelandse tuin of een uitbreiding van de Aziatische collectie. Maar de ligging van de tuin, pal op het zuiden, veroorzaakt dat niet alles er wil groeien. Ook moeten we rekening houden met de zichtbaarheid vanaf de singel en het karakter van het Sterrewachtgebouw.

De keuze is uiteindelijk gevallen op een mediterrane tuin.

Honoursstudenten die tijdens hun zomerproject in de Hortus veel met duurzaamheid bezig zijn geweest, hebben hierover ook nagedacht. Qua uiterlijk past zo’n tuin bij het gebouw, en een mediterrane sfeer met olijfbomen, vijgen, granaatappels en cipressen zorgt voor een fijne omgeving rond het terras en de steiger met de vlonder. Inhoudelijk zal deze tuin een versterking voor de collectie zijn. Met veel Europese plantensoorten zal de tuin goed bij het gedeelte met de biotoopbakken en de Nederlandse flora passen. Een wetenschappelijke collectie met cistussoorten en kruiden, die voor de bezoekers een ware geurbeleving creëren, vormt een aanwinst voor wetenschap, educatie en het publiek.

Maar het opmerkelijkste van deze tuin is echter dat ze bestand zal zijn tegen het veranderende klimaat, zonder dat we er water hoeven geven. Mediterrane planten zijn niet alleen van nature bestand tegen milde natte winters en lange droge zomers, maar kunnen ook tegen een incidentele koude, droge winter of natte zomer. De bedoeling is dat deze tuin later alleen nog wat fijn onderhoud zoals wieden en snoeien nodig zal hebben. Bezoekers, tuinontwerpers en hoveniers kunnen zich hier verwonderen en laten inspireren om zelf een vergelijkbare tuin aan te leggen. Want de tijd van het gazon en hortensia’s op plaatsen waar ze zonder intensieve verzorging niet kunnen overleven, is nu echt wel voorbij. Met deze tuin voor de toekomst kan de Hortus mensen laten zien hoe het anders kan.

Cistus ladanifer [foto] Adri Mulder Cistus creticus in een Nederlandse tuin [foto] Adri Mulder Granaatappel (Punica granatum) [foto] Adri Mulder Cistus albidus in het wild op Mallorca. Deze soort heeft ongelooflijk veel tuinpotentie en praktisch geen verzorging nodig [foto] Rogier van Vugt Bloeiende olijf (Olea europaea) [foto] Adri Mulder
Hortus botanicus Leiden 2023 29
De combinatie van wilde bloembollen en natuursteen creëren zowel in het wild als in de tuin een mediterraan gevoel [foto] Rogier van Vugt

De Hortus in alle seizoenen

De tuinen en tropische kassen van de Hortus vervelen nooit, omdat ze elk seizoen weer anders zijn. Of het nu winter, lente, zomer of herfst is: er staat altijd wel iets moois in bloei en de tuinen zijn een heerlijke oase van rust. Bovendien organiseren we elk seizoen een veelzijdige programmering met activiteiten en evenementen, waarmee u de Hortus en de fascinerende wereld der planten beter leert kennen. In dit artikel leest u meer over wat u in elk seizoen kunt verwachten van de collectie en de programmering van de Hortus tijdens dit themajaar ‘water’.

Winter

Hoogtepunten in de tuin

• Hyacinten

• De tropische kassen, vooral de orchideeëncollectie

• De collectie monumentale bomen

• De varencollectie

• Sneeuwklokjes

• Camelia’s

Winteractiviteiten

In de eerste maanden van het jaar een vol programma; nu de eigen tuin weinig werk vraagt, is er veel tijd om aan activiteiten mee te doen. Met het winterse weer buiten is een rondje tropische kassen extra aantrekkelijk. Het jaarthema ‘water’ ziet u al in de programmering terug.

De Hortus is elke dag open van 10.00-17.00 uur.

Tentoonstellingen

t/m 26 maart: Stoepplant onder de loep. In de Hortus komt u tien borden tegen met microscopische opnames van een van de kleinste stoepplanten: liggende vetmuur, Sagina procumbens

23 februari t/m 20 april:

Voorjaarsbloeiers uit de aspergefamilie

Zondagwandelingen

8 januari (Water in de winter)

12 februari (Hortusbomen)

12 maart (Eerste lentebodes)

Winterlezing

26 januari: Ton Denters: Botanisch rijkdom van onze steden; de vele soorten en hun verhaal

De Hortusimker vertelt

5 februari

Stadsnatuur

12 februari, 12 maart

Stadsnatuur Stoepplantjes Safari met extra aandacht voor water en droogte

Microscopieworkshops

Rob van Es

12 februari, 12 maart:

Thema: watertransport in planten

Botanisch schetsen en tekenen

12 februari, 12 maart:

Botanisch schetsen

17 maart, 18 maart: Wetenschappelijk tekenen met Esmée Winkel

Kinderactiviteiten

2 februari: Start Jeugdvriendenclub, serie van vier bijeenkomsten.

12 februari, 12 maart: Wintersprookje, voorlezen en bewegen

12 februari: Start Museum

Jeugd Universiteit, serie van vier bijeenkomsten

Kijk op hortusleiden.nl voor een actueel overzicht van onze activiteiten, meer informatie en tickets.

30 Hortus botanicus Leiden 2023
Sneeuwklokjes [foto] Cunie Sleijpen

Lente

Hoogtepunten in de tuin

• Bloeiende bollen: krokussen, tulpen, hyacinten, keizerskronen en nog veel meer

• Gouden regen

• Kersenbloesem

• Magnolia

• Rhododendron

• Jadevine

• Vaantjesboom

Lenteactiviteiten

De vijver die vorig jaar nog de sporen van de aanleg liet zien, begint meer en meer volgroeid te raken. Kom van het voorjaarsfeest genieten tijdens de Plantenmarkt of een van de rondleidingen, kom u verbazen bij de imker en neem uw (klein/buur-)kinderen mee.

De Hortus is elke dag open van 09.00-18.00 uur.

Tentoonstellingen

23 februari t/m 20 april: Voorjaarsbloeiers uit de aspergefamilie

3 april t/m 22 oktober: Water- en oeverplanten uit de Flora Batava.

De Hortusimker vertelt

2 april, 4 juni

Museumweek

31 maart t/m 7 april: Diverse activiteiten

Zondagwandelingen

9 april (bloeiende bollen), 14 mei (voorjaar), 11 juni (Flora Batava)

Stekjesruilmiddag

11 april, 13 juni

Vriendendag

22 april

Clusiuslezing

25 april Aleid Offerhaus: de Leidse tuin ten tijde van Boerhaave

Plantenmarkt

13 mei

Museumnacht

3 juni

Stadsnatuur

14 mei, 11 juni: Stadsnatuur Waterleven safari

Midzomernacht

21 juni

Kinderactiviteiten

3 april t/m 22 oktober:

Kinderspeurtocht Water in de hortus

6 april, 1 juni: Start Jeugdvriendenclub, steeds serie van vier bijeenkomsten

14 mei, 11 juni: Kleuterdans

Kijk op hortusleiden.nl voor een actueel overzicht van onze activiteiten, meer informatie en tickets.

Jadevine (Strongylodon macrobotrys) [foto] Mathilde Simons
Hortus botanicus Leiden 2023 31
Magnolia kobus [foto] Mathilde Simons

Zomer

Hoogtepunten in de tuin

• Collectie vleesetende planten

• Reuzenaronskelken

• Lotus

• Rozentuin

• Reuzenwaterlelie

Zomeractiviteiten

Het is volop zomer en wat is er fijner dan verkoeling te komen zoeken onder de monumentale Hortusbomen, of juist een zomerse plensbui te ontlopen in de kassen. Kom de Hortus eens met andere ogen bekijken: geniet van kunst en muziek tijdens de Midzomernacht of tijdens het Open Monumentenweekend, tijdens een workshop wetenschappelijk tekenen of met een van onze rondleiders.

Tentoonstellingen

3 april t/m 22 oktober: Water- en oeverplanten uit de Flora Batava

Inlooprondleidingen

Elke donderdag in juli en augustus

Clusiuslezing

23 juni: Esther van Gelder: Flora Batava

Botanisch tekenen

4 juli: Start vierdaagse zomercursus botanisch tekenen door Anita Walsmit Sachs

26 juli: Start driedaagse masterclass Waterplanten tekenen door Esmée Winkel

29 juli: Festijn botanische kunst en waterplanten.

Zondagwandelingen

9 juli (bijen en water)

13 augustus (mediterrane planten)

10 september (Japan in de Hortus)

Bijenactiviteiten

8 en 9 juli: Open Imkerijdagen

Stadsnatuur

9 juli, 13 augustus, 10 september: Waterleven safari

Baby op het blad

19 juli

Science Café

28 juli: Stadsnatuur

Kinderactiviteiten

13 augustus, 10 september: Kleuterdans

Open

monumentendagen

9 en 10 september

Stekjesruilmiddag

12 september

Nacht van Ontdekkingen

September

Kijk op hortusleiden.nl voor een actueel overzicht van onze activiteiten, meer informatie en tickets.

De Hortus is elke dag open van 09.00-18.00 uur.
Herfstpaardenkastanje (Aesculus parviflora) [foto] Adri Mulder
32 Hortus botanicus Leiden 2023
Lotus (Nelumbo nucifera) [foto] Cunie Sleijpen

Herfst

Hoogtepunten in de tuin

• Herfstbloeiende bolgewassen in de tuin: cyclamen, herfsttijlozen, saffraankrokussen

• De bollenkas

Mysore-winde

Paddenstoelen

De monumentale Hortusbomen in bont herfstblad

Herfstactiviteiten

In het winterprogramma 2023-2024 nemen we al een voorproefje op het jaarthema 2024, ‘Leidse Iconen’. Onze Hortusbomen behoren daar zeker toe, maar ook gebouwen als de Sterrewacht, een aantal bijzondere Hortusplanten en de Hortus zelf.

De Hortus is elke dag open van 10.00-17.00 uur. Met uitzondering van 3 oktober en de periode tussen kerst en oud en nieuw.

Tentoonstellingen

3 april t/m 22 oktober: Water- en oeverplanten uit de Flora Batava.

30 oktober 2023 t/m april 2024: Elektronenmicroscopische opnamen van vleesetende planten, gemaakt door Dieder de Frens (onder voorbehoud).

100 bruggenloop

24 september

Botanisch tekenen

13 oktober, 14 oktober: Wetenschappelijk tekenen met Esmée Winkel

24 oktober: Start vierdaagse workshop botanisch tekenen Anita Walsmit Sachs

De Hortusimker vertelt

5 november

Zondagwandelingen

8 oktober, 12 november, 10 december

Hoger Onderwijs voor Ouderen

3 november: Start Hovo najaarsreeks

‘Mossen in kunst, tuin en natuur’

Stekjesruilmiddag

14 november

Ons complete winterprogramma vindt u vanaf augustus op onze website

Kijk op hortusleiden.nl voor een actueel overzicht van onze activiteiten, meer informatie en tickets.

We zien u graag terug in 2024.
[foto] Cunie Sleijpen
Hortus botanicus Leiden 2023 33
[foto] Cunie Sleijpen

Steun de Hortus

You don’t have to speak Dutch to become a Friend of the Leiden botanic garden. See www.hortusleiden.nl/en at ‘Support the Hortus’

Vriend worden?

Houdt u van de natuur en draagt u de Hortus een warm hart toe? Word dan Vriend van de Leidse Hortus. Als Vriend steunt u de oudste botanische tuin van Nederland en kunt u deze het hele jaar door zo vaak bezoeken als u wilt. Met uw steun kunnen we projecten realiseren zoals renovatie van de tuin en kassen, publieksprogrammering en onderwijsprojecten.

Verschillende Vriendschapsvormen

Hortusvriend 1 persoon

Vrije toegang tot de Hortus en Vriendenevenementen voor 1 persoon €27,50 per jaar

Hortusvriend 2 personen (met introducé of partner)

Vrije toegang tot de Hortus en Vriendenevenementen voor 2 personen €40,- per jaar

Hortusjeugdvriend (t/m 16 jaar)

Vrije toegang tot de Hortus en Vriendenevenementen voor 1 persoon €15,- per jaar

Clusiusvriend

Vrije toegang tot de Hortus en Vriendenevenementen voor 4 personen €100,- per jaar

Bij alle Vriendschapsvormen wordt u jaarlijks uitgenodigd voor de Winterlezing, de Vriendendag en drie Clusiuslezingen. U ontvangt één keer per jaar het Hortusmagazine. Zie voor nadere informatie over de verschillende Vriendschapsvormen en overige voordelen https://www.hortusleiden.nl/steun-de-hortus.

Schenken en nalaten

De Leidse Hortus is meer dan een groene oase in de stad. De bijzondere plantencollectie, het onderzoek dat eraan gedaan wordt, het waarborgen van biodiversiteit, de schoonheid ervan, dit alles moet gekoesterd worden. Het spreekt vanzelf dat de eeuwenoude botanische tuin midden in de historische binnenstad van Leiden nu en in de toekomst behouden moet blijven. Door te schenken of de Hortus in uw testament op te nemen draagt u bij aan deze toekomst en blijft u voortleven in onze Hortus. Kijk voor meer informatie over schenken en nalaten op onze website: https://www.hortusleiden. nl/steun-de-hortus/schenken-en-nalaten of neem contact op met Patricia Vandecasteele via p.g.m.vandecasteele@hortus.leidenuniv.nl.

Adopteer een boom

Naast Vriend worden, kunt u de Hortus ook nog op een andere manier steunen, namelijk door uw favoriete plant of boom te adopteren. Veel van de bomen en struiken in de Hortus zijn al eeuwenoud en hebben daarom speciale verzorging en aandacht nodig.

De Hortus stelt u in de gelegenheid voor een bepaalde periode één of meerdere bomen en/of struiken te adopteren. Adopteren kan vanaf € 250,- per jaar. Ook is het tegenwoordig mogelijk een bank te adopteren, zie de pagina hiernaast. Iemand een adoptie cadeau doen kan ook. Een uniek en inspirerend geschenk voor een jubileum of ter nagedachtenis aan een dierbare. U kunt per jaar beslissen of u uw adoptie wilt voortzetten. Als adoptant hebt u toegang tot de Hortus en Vriendenevenementen voor 4 personen.

Voor meer informatie over de te adopteren planten, bomen en banken kunt u terecht op de website van de Hortus: https://www.hortusleiden.nl/steun-de-hortus/ overzicht/adopteer-een-boom. U kunt ook contact opnemen kantoor van de Hortus: op werkdagen tussen 8.30 en 16.00 uur bereikbaar op T 071 5275 144 of via hortusvrienden@hortus.leidenuniv.nl.

De Stichting Vrienden van de Leidse Hortus heeft een culturele ANBI-status. Dit betekent dat er belastingvoordeel kan zijn in het geval dat u een schenking doet aan de stichting. De belastingdienst maakt een onderscheid tussen particuliere giften en giften door bedrijven. Zie voor meer informatie: https://www.hortusleiden.nl/steun-de-hortus/ schenken-en-nalaten.

ANBI
34
Leiden 2023
Hortus botanicus

Bankenadoptie

De banken in de Hortus zijn geliefde plekken om even op uit te rusten en van de natuur te genieten, een boek te lezen of een goed gesprek te voeren. Vanaf 2023 is het mogelijk om een van de banken in de Hortus te adopteren. Een bijzonder gebaar waarmee u niet alleen de Hortus steunt, maar ook de herinnering aan een overleden dierbare, huwelijk, jubileum of geboorte kunt vastleggen. Als u een bank adopteert, bevestigen we een adoptieplaatje met een persoonlijke boodschap aan de zijkant van de bank.

Hieronder vindt u een overzicht van de banken die ter adoptie beschikbaar zijn:

- Bank in Chinese kruidentuin

- Bank bij de karpervijver

- Twee banken voor de Clusiustuin

- Ronde bank in prieeltje onder Lindeboom

- Bank in het Rosarium

- Twee banken langs de systeemtuin

- Bank in Varentuin

U kunt een bankje voor een periode van tien jaar adopteren. De kosten daarvoor bedragen 5.000 euro. Deze schenking kunt u in een keer, of in vijf periodieke schenkingen doen. Deze donatie is fiscaal aftrekbaar, kijk voor de details bij het kopje ‘ANBI’ op de andere pagina.

Met deze donatie voorziet u in het onderhoud van het bankje en steunt u de Hortus botanicus Leiden. Daarmee draagt u bij aan het behoud van de Hortus en de vele projecten die de Stichting steunt, zoals educatie en de verduurzaming van de tuinen en kassen.

Meer informatie

Voor meer informatie over de te adopteren banken nodigt de Hortus u graag uit voor een wandeling langs de banken of neem een kijkje op onze website: hortusleiden.nl/steun-de-hortus/overzicht/adopteer-eenbank. U kunt contact opnemen met het kantoor van de Hortus op werkdagen tussen 8.30 en 16.00 uur. Wij zijn bereikbaar op T 071 5275 144 of via hortusvrienden@hortus.leidenuniv.nl.

Educatiebank ©Simone Both [foto] Cunie Sleijpen
2023 35
Hortus botanicus Leiden

Wist u dat...

veel projecten in de Hortus zijn gerealiseerd met de onmisbare

steun van de Vrienden? Een viertal voorbeelden:

Loopbrug Tropische kas

In 2012 zijn de Tropische Kassen gerenoveerd. Dat was geen overbodige luxe: de gebouwen waren verouderd, veel van de warmte ging verloren en het frame van de kassen was niet bestand tegen harde wind. Tijdens de renovatie is de kas een stuk energiezuiniger gemaakt en is het uiterlijk van het complex prachtig opgefrist, met aandacht voor het behoud van het monumentale karakter van het gebouw. Een belangrijke innovatie was de installatie van de loopbrug, die inmiddels niet meer weg te denken is uit de Hoge kas. Wie de trap omhoog beklimt, waant zich in het kronendak van een tropisch bos. Vanaf boven is de collectie bijna nog imposanter. Wist u dat de realisatie van deze brug mogelijk is gemaakt door de steun van de Stichting Vrienden van de Leidse Hortus?

Lift in de Wintertuin

De lift in de Wintertuin brengt onze bezoekers één verdieping hoger naar het cycasterras. Hierdoor kunnen bezoekers met een beperking toch genieten van de bijzondere plantencollectie die op het cycasterras staat. Daarnaast biedt het hun de mogelijkheid vergaderingen en andere evenementen in de Tuinkamer bij te wonen. Hortusmedewerkers staan klaar om te assisteren in het gebruik van de lift. Kortom, de lift is een mooie voorziening om een bezoek aan de Hortus te faciliteren.

[tekst] Susan den Dulk [foto] Adri Mulder [tekst] Mathilde Simons [foto] Adri Mulder
36
Leiden 2023
Hortus botanicus

Wetenschapsdag Aarde

[tekst] Hanneke Jelles [foto] Stefanie Uit den Boogaard

In 2022 was Leiden de European City of Science. In dat kader en onder de noemer ‘365 dagen nieuwsgierig’ kreeg elke dag van dat jaar een eigen thema. Zaterdag 23 april was de grote dag voor de Hortus. Bezoekers ontdekten meer over de aarde als planeet, over gezonde aarde en haar groene bewoners. Ze luisterden naar lezingen door onder meer groenauteur Romke van de Kaa, keken door de microscoop, leerden determineren, maakten een aards geurtje, deden mee met een klimaatsimulatie en

Beregening

[tekst] Mathilde Simons [foto] Theo Houthoff

wandelden rond de Hortus op zoek naar stoepplantjes. Hortusprefect Paul Keßler in zijn openingstoespraak: ‘Afgelopen zomer heeft een groep Honoursstudenten van onze universiteit nagedacht over wat wij als Hortus zouden kunnen doen in dit wetenschapsjaar. Deze dag is daarvan één van de resultaten. We komen om te luisteren - naar de sprekers maar ook naar elkaar. Een botanische tuin is bij uitstek de plek om mensen met allerlei achtergronden te ontmoeten en te spreken, om je te verbazen, te genieten en te leren.’

Naast het verbeteren van de bezoekersbeleving gebruikt de Hortus giften van de Stichting Vrienden van de Leidse Hortus ook om in duurzaamheid te investeren. Daarom is de Hortus zo blij met de aanleg van een beregeningsinstallatie door de hele tuin. De afgelopen jaren neemt het aantal warme dagen (met temperaturen boven de 20 graden) gestaag toe. Om de planten in alle tuindelen zo gezond en mooi mogelijk te houden, is het van groot belang dat deze voldoende water krijgen. Voorheen deden de groene vakmensen van de Hortus dat altijd met de hand, dag in, dag uit. Van de Stichting Vrienden van de Leidse Hortus kregen we in 2020 een mooie bijdrage voor de aanschaf van een beregeningssysteem, een ingebouwde sproei-installatie die vroeg in de ochtend automatisch aangaat. Dat is duurzamer dan overdag watergeven, omdat er zo veel minder verdamping plaatsvindt. Wat een fantastische investering: onze groene vakmensen hebben veel meer tijd voor gespecialiseerd onderhoud, we gaan verstandiger met water om én de tuin straalt als nooit tevoren.

2023 37
Hortus botanicus Leiden

Verborgen stadsnatuur

Het afgelopen najaar is een groot project van start gegaan: Verborgen stadsnatuur (Hidden biodiversity). De Nationale Wetenschapsagenda (NWA) heeft de aanvraag ervoor gehonoreerd. Dit is te danken aan de vele participanten die allemaal een bijdrage leveren, waaronder de Vrienden van de Leidse Hortus. Het project wordt geleid vanuit Naturalis.

[tekst] Adri Mulder [foto’s] Adri Mulder uit de tentoonstelling ‘Onderkruipsels’ in het Rijksmuseum, Amsterdam

Het doel: ‘Een nieuwe ‘laag’ van biodiversiteit en ecosysteemdiensten toevoegen aan stedelijke planning, ontwerp, beheer en perceptie van stadsbewoners’

De beoogde maatschappelijk impact: ‘Biodiversiteit wordt onderdeel van beslissingen, planning en beheer van de openbare ruimte’ en ‘Stadsbewoners verwelkomen en bevorderen biodiversiteit in hun eigen leefomgeving’

Wetenschappers gaan onderzoeken wat er leeft in de bodem, op de grond en in bomen aan diertjes, plantjes, schimmels en kortmossen. En hoe verschillende omstandigheden in het stadsmilieu daarop van invloed zijn. Daarbij worden ze geholpen door burgers via citizen science-projecten. Daarnaast wordt geprobeerd de stadsbewoners meer bewust te maken van alles wat er leeft in hun omgeving in de hoop dat ze er meer waardering voor krijgen, zodat ze zich meer milieubewust gaat gedragen. Of dit effect wordt gesorteerd wordt onderzocht door psychologen. De aanpak is multidisciplinair.

In de Hortus is Tim Claerhout aangesteld op het project. Hij gaat bomen als bovengrondse habitat onderzoeken. Daarvoor zal hij de diversiteit van op bomen groeiende mossen en korstmossen in kaart brengen. Hij zal verschillende plekken inventariseren, ook in de Hortus. Hij stelt zich graag aan u voor en vertelt wat zijn onderzoek gaat inhouden.

Albrecht Dürer, 1505 Maria Sibylla Merian, 1702 Maria Sibylla Merian, 1702
Hortus botanicus Leiden 2023 39
Pieter Holsteyn, ca. 1650

Tims onderzoek

Mijn naam is Tim Claerhout, 24-jarige bioloog uit Brugge met een groot hart voor natuur, specifieker voor vaatplanten, mossen en korstmossen en nachtvlinders.

Sinds oktober 2022 ben ik aangesteld als promovendus aan de Hortus botanicus Leiden en Naturalis. Hier zal ik de komende vier jaar werken aan het Verborgen

Stadsnatuur-project.

Korstmossen op een linde in de stad [foto] Adri Mulder Mossen en korstmossen op de Noordelijke Japanse magnolia in de Hortus [foto] Adri Mulder [tekst] Tim Claerhout [foto’s] Marie Jans, Adri Mulder, Rosa Santpoort
40 Hortus botanicus Leiden 2023
‘Bepaalde (korst)mossen zijn zeer gevoelig voor de omgeving waarin ze leven.’

Tijdens mijn vierjarig onderzoek duiken we de stad in op zoek naar mossen en korstmossen, die laatste vaak ook wel lichenen genoemd. Het leven in een stad is niet te vergelijken met dat op het platteland. Het is er warmer, droger en jammer genoeg is de luchtkwaliteit er vaak ook niet al te best. Dat is merkbaar voor mensen, maar zeker ook voor andere organismen die in de stad vertoeven. De combinatie van factoren die het leven in de stad dat tikkeltje warmer maakt (gemiddeld 3°C), noemen we het Urban Heat Island (UHI). Hoe epifytische (lees: op bomen groeiende) mossen en korstmossen omgaan met deze hitte-stress, is het uitgangspunt van dit onderzoek.

Tip: benieuwd in welke mate het UHI aanwezig is in uw leefomgeving? Ga dan zeker eens kijken op de UHI-kaart van www.atlasleefomgeving.nl

Bepaalde (korst)mossen zijn zeer gevoelig voor de omgeving waarin ze leven. Daarom worden ze veel gebruikt om bepaalde omgevingsfactoren, zoals stikstofdepositie en vervuiling, in kaart te brengen. Ook in mijn onderzoek zullen zij zo hun nut bewijzen. Door de diversiteit van mossen en korstmossen in kaart te brengen over een gradiënt (geleidelijke overgang) van stadscentrum naar stadsrand, hopen we een duidelijk biodiversiteitspatroon terug te vinden dat gelinkt kan worden aan het UHI. Dit zal de basis vormen voor toekomstige monitoringsprojecten in Nederlandse steden en omstreken.

De aan- of afwezigheid van een bepaalde soort zegt echter weinig over de stress die hij ondervindt. De hitte-stress bij (korst)mossen zullen we onderzoeken door de massa ervan te bekijken over dezelfde gradiënt als hierboven. We denken dat een korstmos onder hittestress dunner zal zijn.

Een wetenschapper zonder een geest die wel eens durft te dwalen, komt niet ver. Daarom zal dit onderzoek niet tot deze twee experimenten beperkt blijven. Zo willen we de diversiteit van mossen en korstmossen op de stam van bomen vergelijken met die in de boomkroon. Aangezien

de kroon een heel ander microklimaat met zich meebrengt, zullen we daar ongetwijfeld andere soorten aantreffen. Verder zijn we enorm benieuwd naar de discrepantie tussen de diversiteit in onze stadsparken en plantentuinen en die in het meer typische straatbeeld.

Wij allen kunnen ons steentje bijdragen om onze dierbare (korst)mossen vooruit te helpen. Daarom is het betrekken van de inwoners van de gemeentes Amsterdam, Leiden en Rotterdam – via burgerwetenschap-projecten – een belangrijk gegeven binnen dit project. Door hen vanaf het begin mee te laten doen met het lopende onderzoek, duidelijk onze resultaten te communiceren en eventueel onderbouwd advies te verlenen over het bevorderen van de verborgen stadsnatuur, hopen we dat we het woord ‘verborgen’ in het Verborgen Stadsnatuur-project niet meer hoeven te benadrukken.

Wilt u meer info over mijn onderzoek, het overkoepelende Verborgen Stadsnatuurproject of stadsnatuur in het algemeen? Neem gerust contact met mij op via t.claerhout@hortus.leidenuniv.nl.

Paul Keßler en Tim instrueren de voorzitter van het CvB, Annetje Ottow [foto] Rosa Santpoort Tim Claerhout [foto] Adri Mulder
Hortus botanicus Leiden 2023 41
Onderzoek in Kirgizië [foto] Marie Jans

Harold Timans, gefascineerd door korstmossen

Als kind tilde Harold al regelmatig stenen op en verwonderde zich over wat daaronder allemaal leefde. Hij keek ook naar vogels en reptielen, maar werd door de belangstelling van zijn vader tot de planten bekeerd. Tot hij op het eind van zijn middelbare school gegrepen werd door korstmossen.

Hij vond een veldgids over korstmossen en raakte geïntrigeerd door de bizarre kleuren en vormen, en door de fascinerende biologie en ecologie. Een excursie onder leiding van Laurens Sparrius van de Bryologische en Lichenologische Werkgroep opende hem letterlijk de ogen voor de vaak zeer kleine korstmossen. Hoewel hij ook interesse had in geschiedenis en filosofie, koos hij voor een studie biologie in Leiden. Voor zijn bachelorscriptie onderzocht hij korstmossen op bomen in Amsterdam.

Een korstmos bestaat uit een schimmel die samenleeft met een alg, een blauwwier (cyanobacterie) of met beide, in een symbiotische relatie. De algen of cyanobacteriën zorgen via fotosynthese voor voedsel, de schimmel biedt een stevige behuizing. Dezelfde alg kan bij verschillende schimmels als partner fungeren. De naamgeving van korstmossen is gebaseerd op de schimmelcomponent. Korstmossen kunnen zich zowel seksueel als vegetatief voortplanten. Bij vegetatieve voortplanting breekt een schubje of wat poeder af, dat zowel de schimmel als de alg bevat. Bij seksuele voortplanting vormt een korstmos sporen. Deze sporen worden uitsluitend gevormd door de schimmel. Om weer uit te groeien tot een korstmos moeten de sporen landen op een plek waar de bijbehorende alg aanwezig is. Korstmossen zijn heel gevoelig voor omstandigheden als groeiplek, microklimaat en luchtverontreiniging. Zij reageren ook sterk op veranderingen daarin. Ze fungeren daardoor uitstekend als indicatoren voor milieuomstandigheden, zoals stikstofbelasting.

[tekst] Adri Mulder [foto’s] Henk-Jan van der Kolk, Adri Mulder, Harold Timans Harold Timans [foto] Adri Mulder Rivierknoopjeskorst ©Henk-Jan van der Kolk Klein Steenschubje ©Henk-Jan van der Kolk
42 Hortus botanicus Leiden 2023
Mosstuifmeelkorst ©Harold Timans

Via het programma voor honoursstudenten heeft Harold in de Hortus een inventarisatie van korstmossen uitgevoerd. Doordat er in de Hortus diverse microklimaten voorkomen, bleken er zeer veel korstmossen aanwezig te zijn. Ook op van buiten aangevoerde materialen, zoals kalksteen in de bollenbak en uit Scandinavië betrokken rotsstenen voor de Von Siebold Gedenktuin, bleken veel korstmossen te huizen. Sommige wellicht meegereisd met de betreffende stenen, andere gevestigd vanuit de Hortus. In de biotoopbak met zinkflora in de Sterrewachttuin vond Harold met ecoloog en lichenoloog Henk-Jan van der Kolk het knobbelig heidestaartje (Cladonia cariosa), een zeer zeldzame soort die normaal alleen in kalkrijke zandverstuivingen, heidevelden en kalkgraslanden wordt gevonden. Ook op de met zink vervuilde oevers van de Geul in Limburg komt het voor. Mogelijk is het meegelift met de zinkhoudende grond die uit België is aangevoerd voor de biotoopbak en houdt het sindsdien stand. De soort is nieuw voor Zuid-Holland.

Er bestaat een soort die alleen als parasiet op Cladonia groeit, de duindaalder (Diploschistes muscorum). Ook deze werd in de biotoopbak aangetroffen. Hij ziet eruit als een soort maanlandschap. Heel bijzonder vindt Harold de diverse korstmossen die leven in spleten van de schors van de oude eiken naast de Vijfde Binnenvestgracht. Er bevinden zich in zo’n spleet diverse niches, afhankelijk van de diepte. Het grijs schorssteeltje (Chaenotheca trichialis) zit diep en vormt daarom zijn sporen op

steeltjes, omdat zij anders niet naar buiten kunnen komen. Al met al heeft Harold tijdens zijn inventarisatie 111 verschillende soorten korstmossen gevonden in de Hortus. Hij heeft daarover gepubliceerd in het gespecialiseerde tijdschrift Buxbaumiella. Voor bezoekers van de Hortus is de korstmossenbingo, die Harold ontwierp naar aanleiding van zijn bevindingen, de moeite waard. Tim Claerhout, de promovendus die is aangesteld op het Verborgen Stadsnatuur-project in de Hortus, zal met interesse van Harolds gegevens kennis nemen.

Inmiddels is Harold bezig met zijn master wetenschapscommunicatie. Maar daarnaast houden korstmossen zijn aandacht. Hij blijft waarnemingen doen die hij deelt met de Nationale database Flora en Fauna. En hij blijft met liefde vertellen over de bijzondere biologie en ecologie van korstmossen.

‘Voor bezoekers van de Hortus is de korstmossenbingo, die Harold ontwierp, de moeite waard.’
Cladonia cariosa ©Henk-Jan van der Kolk
Scandinavische
Hortus
2023 43
Ook op bamboe zitten korstmossen [foto] Adri Mulder] steen [foto] Adri Mulder
botanicus Leiden
Tranende franjehoed © KB 44 Hortus botanicus Leiden 2023

De wilde kant van de Leidse Hortus

In het op één na laatste deel van de Flora Batava (Vol. 27, 1930) neemt redacteur Laurens Vuyck een bijzondere vondst op uit de Hortus botanicus. Twee jaar achter elkaar, eerst in september 1925 en daarna in oktober 1926, ziet ’tuinknecht

J. Lagendijk’ een cluster van saffraangele, koraalachtige vruchtlichamen van een schimmel.

Ze ontspruiten in een kuip met een Amerikaans sporkehoutsoort (Rhamnus alnifolia) in de koude kassen van de Hortus. Nadat de paddenstoelen worden verzameld en onderzocht in het Rijksherbarium, blijkt de Leidse schimmel een niet eerder geziene soort. Het gedroogde herbariummateriaal wordt opgestuurd naar de Verenigde Staten voor nader onderzoek. Amerikaanse mycoloog William Chambers Coker, werkzaam als professor aan de Universiteit van North Carolina te Chapel Hill, stelt vast dat het een nieuwe schimmelsoort betreft en geeft hem de wetenschappelijke naam Lachnocladium pusillum.

Klimopbremraap,

tranende franjehoed & purperrode slijmzwam

Een botanische tuin, zoals de Hortus botanicus, bezit een zorgvuldig gecatalogiseerde collectie levende planten voor wetenschappelijk onderzoek. In bloembedden, potten en kassen vind je soorten uit alle windstreken, elk voorzien van een naamplaatje en een cataloguscode (accessienummer). Maar tussen dit geregistreerde materiaal, vestigen zich ook planten en schimmels zonder naam en rugnummer, voortgekomen uit zaden en sporen die van buiten zijn komen aanwaaien, of zijn meegereisd’ met exotisch plantenmateriaal. Deze spontane vestigingen ontsnappen meestal niet aan de haviksogen van de tuinlieden en andere medewerkers van de Hortus. Enkele van deze vondsten bleken zelfs zo bijzonder dat ze een plek kregen in de Flora Batava (1800-1934), het eerste geïllustreerde overzicht van de wilde flora van Nederland, waartoe destijds ook nog de schimmels werden gerekend. Nu vormen de schimmels een apart rijk, naast het plantenrijk en het dierenrijk. Laten we nog enkele voorbeelden noemen

van vondsten uit de Hortus die de Flora Batava hebben gehaald. Zo is de Leidse Hortus de eerste natuurlijke groeiplaats van de klimopbremraap (Orobanche hederae). Op 3 juli 1911 ontdekt de Custos F.J. Struykenkamp tussen een klimoptapijt in de tuin de opvallende roestbruine bloeikolven van deze parasitaire plant, die zelf geen bladgroen produceert maar zijn voeding aftapt uit de wortels van zijn gastheer. De mycoloog Hendrik Adrianus Abraham van der Lek ontdekt drie nieuwe schimmelsoorten in één jaar, die allemaal een plek krijgen in de Flora Batava. In juni verzamelt hij een purperrode slijmzwam (Arcyria punicea) op vermolmd hout in de orchideeënkas. Op 5 september 1912 vindt hij een behaarde gaatjeszwam (Polyporus velutinus) op een plank van vurenhout en vier dagen later een tranende franjehoed (Lacrymaria lacrymabunda) tussen het gras. Of neem de vondsten van mycologe Catharina Cool. Tijdens een wandeling door de palmenkas, op 15 november 1922, vindt zij op de wortels van een boomvaren (Cyathea medullaris) Clavaria fuscata Zij was niet de eerste die de zwam zag, maar wel degene die wist om welke soort het ging. Volgens de mededeling van tuinknecht Taffyn is de eerste paddenstoel opgekomen na het verpotten en bracht de schimmel elk jaar grotere paddenstoelen voort. Eerder al, in 1916, vond Cool een nieuwe schimmelsoort voor Nederland: de gegroefde vezelkop (Inocybe fastigiata) onder een oude beuk in de Hortus. Ook die kreeg een plaats in de Flora Batava. Zo zie je dat ook een botanische tuin een goede groeiplaats kan zijn voor wilde flora.

Tuinvlieders

Planten en schimmels van buiten de botanische tuin vinden via verschillende routes hun weg naar binnen. Maar er ontsnapt ook wel eens iets van binnen naar buiten. Sommige collectiestukken

[tekst] Norbert Peeters [afbeeldingen] Flora Batava ©Koninklijke bibliotheek
Clavaria fuscata © KB Hortus botanicus Leiden 2023 45

gedijen zo goed dat ze ook opduiken buiten de hagen van de Hortus. Meestal is de verwildering slechts een kortstondig gebeuren. Gedurende één seizoen ontkiemen er enkele exemplaren rondom de botanische tuin. In Vol. 18 van de Flora Batava staat een passend voorbeeld van de ‘Alpische scheefkelk’ (Arabis alpina). In 1840 ontdekt de Leidse architect Theo Molkenboer enkele exemplaren van deze mediterrane soort op de muren in de omgeving van de tuin. De bron van de verspreiding weet hij te herleiden tot de Hortus. Maar uiteindelijk weten deze planten zich niet te handhaven en kwijnen ze weg. Maar er zijn uitzonderingen. In zijn boek Géographie botanique raisonnée (1855) wijst de Frans-Zwitserse botanicus Alphonse Pyramus de Candolle botanische tuinen aan als een belangrijke bron voor de verspreiding

van uitheemse soorten. Dat is volgens hem vanzelfsprekend: hoe meer soorten je introduceert, hoe groter de kans dat er af en toe eentje naturaliseert.

De Candolle noemt enkele voorbeelden van tuinvlieders, zoals de wijdverspreide Canadese fijnstraal (Erigeron canadensis), die in de achttiende eeuw uit de botanische tuin van Parijs ontsnapt. Ook Nederlandse botanische tuinen zijn verantwoordelijk voor enkele ontsnappingen: zo kiepert een medewerker van de Oude Hortus in Utrecht omstreeks 1861 nietsvermoedend een emmer plantenafval in de stadsgrachten. Hiertussen bevinden zich levende delen van waterpest (Elodea canadensis). Al snel liggen de grachten van de Domstad vol waterplanten en verspreidt de plant zich steeds verder. Een vergelijkbaar geval deed zich overzees voor. De waterhyacint (Eichhornia crassipes) is bijvoorbeeld ontsnapt uit de toenmalige plantentuin Buitenzorg, thans de Kebun Raya Bogor, op het eiland Java. De plant werd geïntroduceerd als sierplant voor de vijvers en gedijde zo goed dat ze werd gewied. Zonder enig besef van de gevolgen werd overtollig plantenmateriaal verzameld en gedeponeerd in een nabijgelegen rivier. En ja, ook de Leidse Hortus is verantwoordelijk geweest voor een dergelijke ontsnapping.

‘Hoe meer soorten je introduceert, hoe groter de kans dat eentje naturaliseert.’
46 Hortus botanicus Leiden 2023
Alpische scheefkelk © KB Klimopbremraap © KB

Ontsnapping uit de Victoriakas

Deel 24 (1915) van de Flora Batava bevat een lange beschrijving van ‘varenachtig roode kroos’, thans bekend als de grote kroosvaren ( Azolla filiculoides). De redacteur Vuyck wijdt lang uit over het voorkomen van Azolla in Nederland. Hij schrijft dat planten van dit geslacht vermoedelijk zijn geïntroduceerd kort na 1880. Dat begint overigens niet met de grote maar met de kleine kroosvaren ( A. caroliniana). Ook hierin de Leidse Hortus een sleutelrol. Het lemma meldt dat de kleine kroosvaren in de Victoriakas wegkwijnde, tot de tuin een nieuwe zending planten ontving van de Botanische tuin van de Universiteit van Bonn. Vervolgens schrijft Vuyck:

‘Deze tierden nu zoo welig, dat zij in de Victoria-kas

alles begonnen te overwoekeren, waarom gelast werd

het grootste deel te verwijderen, welke planten in de singelgracht zijn terechtgekomen. Weinig vermoedde men dat zij het daar zouden uithouden en zeker had men niet gedacht dat zij den winter zouden overleven.

Niet alleen geschiedde dit wel, maar de verworpenen namen steeds in aantal toe, vulden weldra de geheele singelgracht en breidden zich van daar met ongekende snelheid over de aangrenzende wateren uit.’

Nadat de kleine kroosvaren is geloosd in de Witte Singel, duurt het niet lang voordat alle Leidse grachten bedekt zijn met een dik tapijt. Spoedig verspreidt deze watervaren zich ook buiten de stadsgrenzen en zelfs tot in de aangrenzende provinciën. Maar de kleine kroosvaren krijgt concurrentie van een andere exoot. Inmiddels is ook de grote kroosvaren de Atlantische Oceaan overgestoken, waarschijnlijk via ballast van Amerikaanse schepen. Deze grote kroosvaren steekt al snel zijn kleine broertje naar de kroon. In Leiden drijven de twee soorten nog een tijdlang gebroederlijk zij aan zij in de grachten. Maar Vuyck vermeldt dat het inmiddels zo lastig was de kleine kroosvaren te vinden, dat het afgebeelde exemplaar is verzameld in Rijnsburg. Zo liep de verwildering van de kleine kroosvaren met een sisser af.

Nog altijd zorgen de oplettende ogen van de medewerkers en vrijwilligers van de Hortus botanicus voor mooie vondsten van schimmels en planten die spontaan opkomen in de tuin. Laten we erop vertrouwen dat ze in de toekomst zullen blijven waken voor eventuele tuinvlieders.

The wild side of the Hortus botanicus Leiden

The botanical garden as a source for the Flora Batava (1800-1934)

A botanical garden, like the Hortus botanicus, has a carefully catalogued collection of living plants for scientific research. But you can also find there all kinds of unlabeled plants and fungi on the lawn, in between the flowers beds, in the pots and the hothouses. These organisms were either unknowingly introduced from abroad, or developed from a spore or seed that drifted in from outside. Throughout the years volunteers, gardeners and professors have been on the lookout for novel wild introductions to the garden. Some of these finds were so special they received a place in the Flora Batava (1800-1934), the first illustrated multi-volume work on the wild flora of the Netherlands (also containing fungi). These volumes also contain several stories of species that escaped from botanical gardens. Most of these escapees were quite harmless, but sometimes these exotic plants caused more serious problems.

Flora Batava (1800-1934)

De wilde planten van Nederland

Esther van Gelder & Norbert Peeters (red.)

• Monumentale inventaris van meer dan 2630 naar het leven geschilderde bomen, struiken, kruidplanten, varens, mossen, paddenstoelen en wieren

• Met 100 nieuwe verhalen van hedendaagse wetenschappers bij evenveel speciaal uitgekozen, iconische plantensoorten

• Nieuwe facsimile in de succesvolle reeks waarin voorheen onder meer de facsimile van de werken van Maria Sibylla Merian is verschenen

Uitgeverij

Lannoo: gepland voor juni 2023
Hortus botanicus Leiden 2023 47
Lachnocladium pusillum © KB Amorphophallus decus-silvae [foto] Jan Meijvogel Rudmer meet de temperatuur [foto] Petra Sonius Rogier van Vugt bestuift de plant met een penseel [foto] Adri Mulder
48 Hortus botanicus Leiden 2023
Resultaat bestuiving [foto] Adri Mulder

Het succes van de Penisplant

De penisplant is één van de absolute toppers van onze collectie. In 2021 bloeide de zeldzame Amorphophallus decus-silvae voor de tweede keer in de geschiedenis van de Leidse Hortus en in 2022 mochten we maar liefst twee keer de gigantische Amorphophallus titanum in bloei bewonderen. De bloei haalt doorgaans het landelijke nieuws en lokt mensen uit het hele land om eens naar de Hortus te komen. De planten zijn daardoor perfecte ambassadeurs om mensen die uit zichzelf nog niet zoveel met planten hebben, toch geïnteresseerd te krijgen in botanie.

Zo bloeide in 1997 onze eerste Amorphophallus decus-silvae. De bloem was zo bijzonder dat deze naar het Rijksherbarium werd getransporteerd om hem te conserveren. Een kleine jongen liep mee. Gebiologeerd als hij was, kreeg hij het zelfs voor elkaar een stuk van de bloeiwijze te krijgen van de onderzoekers. Zo’n 25 jaar later bloeide de soort weer en opnieuw stal hij de harten van het publiek.

Tijd voor een gesprek met Rudmer Postma, vrijwilliger in onze tropische kassen. Hij heeft ervoor gezorgd dat de penisplanten zo prachtig in bloei zijn gekomen!

Hoe ben je hier terecht gekomen?

Dat begon met Amorphophallus decus-silvae. Ik kweekte deze thuis als kamerplant, maar de planten werden veel te groot. Toen heb ik de Hortus benaderd met de vraag of men ze wilde hebben en ben ik eigenlijk met de planten meegekomen.

Sinds jij hier helpt, ziet de collectie er een stuk gezonder uit. Hoe komt dat?

Veel persoonlijke aandacht voor de planten is belangrijk. Ook maak ik zelf een kunstmest die is toegespitst op Amorphophallus. Na lang testen

heb ik deze mest zelf ontwikkeld. Die zorgt ervoor dat de planten zich optimaal kunnen ontwikkelen. De stoffen in deze mest reageren met elkaar en daarom sla ik de bestanddelen van de mest op in twee aparte flessen, net als tweecomponentenlijm. Als ik de mest aanmaak, moet ik hem snel gebruiken. Een dergelijke mest koop je niet in de winkel.

Wat maakt het voor jou leuk om vrijwilliger te zijn in de Hortus?

Dat is simpel. Ik kan hier doorgaan met mijn hobby in een vorm die bij mij thuis niet uitvoerbaar is. Een plant als Amorphophallus titanum in bloei krijgen, kan in Nederland alleen in een grote tropische kas.

Kunnen we in 2023 weer een bloeiende penisplant verwachten?

Ja, dat zou wel eens Amorphophallus gigas kunnen worden. Het is ook zo’n reuzensoort, iets kleiner dan A. titanum en wat groter dan A. decus-silvae. De knol is groot genoeg om volgend jaar te bloeien. Dat zal zeker weer een publiekstrekker worden. De volgende titanum duurt nog wel minstens twee jaar.

We kweken hier tientallen soorten Amorphophallus. Maar wat is jouw favoriete soort?

Dat blijft toch wel A. decus-silvae, want daar is mijn liefde mee begonnen. Toen die in 1997 hier bloeide, heb ik hem als kind gezien. Ik mocht toen Amorphophallus-specialist Wilbert Hetterscheid volgen naar het Herbarium, waar hij mij een stuk van de bloeiwijze heeft gegeven.

Dat stuk heb ik nog steeds!

Een interview met vrijwilliger Rudmer Postma [Tekst] Rogier van Vugt [foto’s] Jan Meijvogel, Adri Mulder, Petra Sonius
Hortus botanicus Leiden 2023 49
Amorphophallus titanum [foto] Petra Sonius

Waterschap, ecologie en biodiversiteit

Het iconische gebouw van het Hoogheemraadschap van Rijnland aan de Plesmanlaan is duurzaam gebouwd en is net van binnen op hybride samenwerken aangepast. Het is daardoor gericht op elkaar ontmoeten en duurzaam samenwerken. Met deze enthousiaste informatie word ik welkom geheten door Anja van Baaren. Zij werkt als adviseur op het gebied van duurzaamheid, circulariteit en biodiversiteit. Ik mag haar en Lucienne Vuister, adviseur ecologie en waterkwaliteit, interviewen. Beiden zijn van huis uit bioloog.

[tekst] Mia Hopperus Buma [foto’s] Anja van Baaren, Adri Mulder, Rijnland, Rogier van Vugt
Aan het werk [foto] Rogier van
50 Hortus botanicus Leiden 2023
Kikkerbeet in emmer [foto] Anja van Baaren
Vugt

Lucienne adviseert bestuur en medewerkers over zaken als visbeleid, exoten, de Kaderrichtlijn Water en de Wet Natuurbescherming. Zij geeft ecologische adviezen voor inrichting, beheer en onderhoud van het watersysteem.

Anja houdt zich naast duurzaamheid en teamcoaching ook bezig met de circulaire waterplantenbank. Dit is een klein circulair initiatief. Biodiversiteit in watergebonden flora en fauna is een belangrijke indicator voor de waterkwaliteit. De waterplantenbank is een initiatief waarbij verwijderd levend wortelmateriaal van één locatie wordt aangeplant op andere locaties. Voorheen werd dit vaak weggegooid en afgevoerd. Op verzoek van de Hortus zijn uit de bank waterplanten gedoneerd voor de herinrichting van de recent gerenoveerde vijver. Anja ging samen met Hortusmedewerkers Rogier van Vugt en Richard Schoenmaker het veld in om de planten te selecteren. Mooie lokale waterplanten zoals heemst, lisdodde, zwanenbloem en kikkerbeet gingen in vijf emmertjes mee, met hopelijk een mooi effect op onderzoek, educatie en voorlichting in de Hortus.

Wat zijn de taak en doelstelling van het Hoogheemraadschap Rijnland?

Heel kort samengevat zorgt het waterschap voor schoon water en droge voeten. Het Hoogheemraadschap is één van de 21 waterschappen die Nederland telt. Het gebied waarin Rijnland zorgt voor het waterbeheer, strekt zich uit van Wassenaar tot Amsterdam en van IJmuiden tot Gouda. De geschiedenis van Rijnland gaat al bijna 800 jaar terug. Nader bekeken heeft het waterschap vier kerntaken. De eerste is waterveiligheid: bescherming van inwoners en bedrijven tegen overstromingen door sterke dijken, waterkeringen en dynamisch kustbeheer. Door de zeespiegelstijging als gevolg van klimaatverandering wordt deze taak steeds moeilijker. Het zorgen voor voldoende zoet water voor inwoners, bedrijven én de natuur is de tweede taak. Stortregens en droge, warme

periodes komen steeds vaker voor. Het waterschap brengt evenwicht: enerzijds gaat het wateroverlast tegen, anderzijds zorgt het voor genoeg water bij watertekort. Taak drie is het zorgen voor schoon en gezond water in onze rivieren, sloten en plassen voor recreatie, bedrijven en natuur. Samen met andere instanties zorgt Rijnland voor het terugdringen van vervuiling en een natuurlijke ecologische inrichting van het watersysteem. Tenslotte zorgt Rijnland voor de waterzuivering. Het zuivert al het afvalwater van huishoudens en bedrijven. Met deze vierde taak draagt Rijnland bij aan een goede volksgezondheid, goede waterkwaliteit en een gezonde, toekomstbestendige leefomgeving.

Wat is het belang van planten bij de taken van Rijnland?

Water- en oeverplanten zijn belangrijk voor de waterkwaliteit. Zij zorgen voor zuurstof in het water. Oeverplanten vangen slibdeeltjes weg en vergroten zo het doorzicht in het water. Hoe meer soorten water- en oeverplanten er voorkomen, hoe beter de ecologische waterkwaliteit is.

De aanwezigheid van planten is van belang voor dieren in het water en op de oever - planten vormen de basis van het ecosysteem in en om het water. Vissen gebruiken oeverplanten om er in te paaien, jonge vissen groeien er in op en vinden er hun voedsel. Grotere dieren en vogels gebruiken de vegetatie als schuilplaats, voedselbron en als nestmateriaal. Waterdieren, zoals libellenlarven, maken er gebruik van om uit het water te kruipen en te verpoppen. Tenslotte is de begroeide oever een belangrijk leefgebied voor verschillende landinsecten, kleine zoogdieren en amfibieën.

Hoe en wanneer worden planten ingezet of juist verwijderd?

Bij neerslag is het belangrijk dat water kan worden afgevoerd richting de polder- en boezemgemalen, zodat Rijnland het waterpeil in sloten en kanalen kan

‘Water- en oeverplanten zijn belangrijk voor de waterkwaliteit. Zij zorgen voor zuurstof in het water.’
Hortus botanicus Leiden 2023 51
Roodoogjuffer [foto] Rijnland

handhaven. Als er te veel waterplanten zijn, duurt het te lang voor het water bij het gemaal is en stijgt het waterpeil.

Daarom haalt Rijnland de overtollige waterplanten weg uit de wateren waar het onderhoudsplichtig is, in verband met een goede waterafvoer. Anja vertelt hierover: ‘Waar de vaarten en sloten breed genoeg zijn, laten we de water- en oeverplanten aan de randen staan. Waar watergangen ‘verlanden’, dus dichtgroeien, verwijdert Rijnland een deel van de oeverplanten om de watergang weer op de oorspronkelijke breedte te brengen en om de water aan- en afvoer te kunnen garanderen. Het riet dat daarbij vrijkomt, gebruiken we onder andere om andere plekken, zoals natuurvriendelijke oevers, te beplanten’.

Wanneer zijn planten een plaag (denk aan exoten) voor het waterbeheer?

Exotische water- en oeverplanten komen steeds meer voor in ons gebied. Een voorbeeld is de grote waternavel, die van nature voorkomt in NoordAmerika. Door de sterke, woekerende groei belemmert deze plant de doorstroming van de watergangen, veroorzaakt zuurstofgebrek in het water en verdringt andere planten. Hierdoor vormt hij een bedreiging voor het overige waterleven. Lucienne roept iedereen die exotische waterplanten spot op dit te melden bij Rijnland via: Exotische waterplanten (rijnland.net)

Wat doet Rijnland aan het behoud van biodiversiteit en ecosystemen?

Het behoud van biodiversiteit en ecosystemen is gezien de genoemde kerntaken heel belangrijk. Rijnland voert samen met andere overheden en samenwerkingspartners, zoals gemeenten, de maatregelen van de Kaderrichtlijn water (KRW) uit. Deze maatregelen richten zich op het verminderen van emissies van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen naar het water, op een goede inrichting van water en oevers (voldoende diepte, begroeide oevers) en op het ecologisch beheer ervan. Bij ecologisch beheer worden de methode en het tijdstip van bewerken zo goed mogelijk afgestemd op de aanwezige flora en fauna. Via het eigen Actieplan Biodiversiteit werkt Rijnland aan de aanleg van natuurvriendelijke oevers en aan ecologisch beheer.

Rijnland heeft met een knipoog naar de Big 5, de Tiny 5 vastgesteld als icoonsoorten. Het zijn de driedoornige stekelbaars, de grote roodoogjuffer, de gewone pad, de huiszwaluw en het knoopkruid. Deze soorten staan symbool voor wat het waterschap wil bereiken: een robuust netwerk waarbinnen water- en landelementen met elkaar verbonden worden. In een filmpje licht Rijnland de Tiny 5 toe. (www.youtube.com/watch?v=nxDwznpyvKE).

Gebruik de QR-code om een filmpje te zien

waarin Rijnland de Tiny 5 toelicht.

52 Hortus botanicus Leiden 2023

Wat willen jullie de Vrienden van de Hortus graag meegeven vanuit jullie kennis en ervaring?

Rijnland wil burgers graag betrekken bij het ecologisch beheer en onderhoud van de sloten en oevers. Burgers behoren de wateren waarvoor zij onderhoudsplichtig zijn, ecologisch te beheren en te onderhouden. Dit staat in de zogenaamde legger oppervlaktewateren, te vinden op rijnland.net/regels-op-een-rij/ legger/legger-oppervlaktewateren. Het melden van exoten en andere ongeregeldheden helpt. Maar denk ook aan: gebruik geen kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen in de tuin; haal tegels uit de tuin, zodat water de grond in gaat en niet naar het riool, en zet er inheemse planten voor in de plaats voor een betere biodiversiteit; leg voor insecten, zoals libellen en juffers, en ook amfibieën een vijvertje aan met wat waterplanten, op te halen bij Rijnland. Anja en Lucienne geven ook andere, minder voor de hand liggende tips: gebruik zo min mogelijk producten waar vervuilende stoffen in worden gebruikt (PFAS in koekenpannen, bakpapier en regenkleding), lever medicijnresten in bij de apotheek en spoel ze zeker niet door de gootsteen of de wc. Maar vooral raden ze aan te genieten van wat er is: zwem, vaar, kano, duik en wandel!

Slotvraag: Waar zijn jullie in relatie tot jullie werk het meest trots op?

Lucienne is er trots op dat het verbeteren van de ecologische kwaliteit in de afgelopen jaren een logisch onderdeel is geworden van het werk van het waterschap. Er is nu veel aandacht voor bijvoorbeeld vismigratie, de aanleg van natuurvriendelijke oevers en ecologisch beheer. Onderhoud van water en oevers is de norm geworden.

Anja antwoordt dat zij met enthousiasme werkt aan biodiversiteit. En de Hortus helpen met een paar kleine emmertjes planten die de bezoekers, groot en klein, nu in de vijver laten zien wat er voor moois er in hun omgeving groeit en bloeit. ‘Dat geeft een gezonde geest in een gezond (water)lichaam.’

Lucienne Vuister Anja van Baaren Rogier van Vugt en Richard Schoenmaker [foto] Anja van Baaren Knoopkruid (Centaurea jacea) [foto] Adri Mulder
Hortus botanicus Leiden 2023 53
Het iconische gebouw [foto] Rijnland

een opmerkelijke plant met een opmerkelijke naam Nepenthes:

Een bezoek aan de Leidse Hortus is nauwelijks compleet zonder de uitgebreide verzameling van vleesetende planten te bezoeken. Eén type vleeseters is in het bijzonder goed vertegenwoordigd in de kassen: soorten van het genus Nepenthes. Dat Carolus Linnaeus de groep Zuidoost-Aziatische planten heeft samengebracht onder de naam Nepenthes is allesbehalve logisch; die naam heeft niets te maken met een uiterlijk kenmerk of het leefgebied. Het is een verwijzing naar de Odyssee, een drieduizend jaar oud epos van de Griekse auteur Homeros. Hoe deze naam bij deze planten is terechtgekomen bespreek ik in dit artikel. [tekst] Benjamin Plomp [foto’s] Jan

Homeros’ Nepenthes

Deze ‘plant’ komt slechts op één plek voor in de Odyssee, het verhaal van Odysseus’ zwerftochten tussen Troje en zijn thuisland Ithaka. Dat het niet gaat om een echte plant is duidelijk:

‘Maar toen bedacht Zeus’ dochter Helena iets nieuws. Ze wierp snel in de wijn, waarvan ze aan het drinken waren, toverkruid dat alle pijnen stilt, de drift verdrijft, de mensen alle kwaad vergeten doet’.1

Patrick Lateur vertaalt het woord nepenthes (νηπενθές) met de woorden ‘dat alle pijnen stilt’. Het woord is ook geen zelfstandig maar een bijvoeglijk naamwoord dat waarschijnlijk is samengesteld uit een voorvoegsel dat ‘niet’ betekent en een woord voor ‘pijn’ of ‘leed’.2 De scène speelt zich af bij Menelaos, pas kort na de Trojaanse oorlog. De wonden zijn nog vers en het gezelschap begint tijdens het delen van oorlogsherinneringen te huilen. Gastvrouw Helena past hier nepenthes toe als een modern antidepressivum om het gezelschap tot bedaren te

brengen. Bedoelt Homeros hier een echte plant of een sprookjesachtig toverkruid? Deze vraag is al in de Oudheid veel gesteld. De bioloog Theophrastus ging ervan uit dat het om een daadwerkelijke plant ging, maar veel andere Griekse en Romeinse schrijvers dachten dat het om een metafoor ging, bijvoorbeeld voor Helena’s welsprekendheid.3

Linnaeus’ Nepenthes

Zowel wetenschappers als schrijvers in de vroegmoderne tijd (eind 15de tot begin 19de eeuw) hielden zich ook bezig met de interpretatie van Homeros’ toverkruid. De Leidse Universiteitsbibliotheek bezit bijvoorbeeld een werk van de Franse arts Pierre Petit uit 1698: Het nepenthes van Homerus, ofwel over het medicijn van Helenae dat alle leed en ziekte van de geest verdrijft.4 Ook sprak het tot de dichterlijke verbeelding: de Engelse zestiende-eeuwse dichter Edmund Spenser noemt het in zijn Faerie Queene5; ook in het Nederlandse liederenboek Leyts Prieeltje (1651) wordt gezongen over ‘Nephente vol juchdich gelaet’. Verder moet niet onderschat worden hoe goed Linnaeus zelf in zijn klassieken zat. Zoals de meeste welgestelde, mannelijke

Nepenthes aristolochioides [foto] Jan Meijvogel Meijvogel, Adri Mulder 54 Hortus botanicus Leiden 2023

Europeanen van zijn tijd was Linnaeus klassiek geschoold en moest hij zich als kind door een fiks curriculum Hebreeuws, Grieks en Latijn werken.6 Daardoor hebben de verhalen uit de Oudheid, die hij tijdens zijn schooltijd in zijn hoofd moest stampen, zijn belevingswereld beïnvloed. Zo merkt classicus John Heller op dat Linnaeus in zijn Systema Naturae de soorten van het genus Papilio namen geeft van onder andere Trojaanse ridders, en ze indeelt volgens mythologische stambomen.7 Met deze kennis is het minder verrassend dat Linnaeus het volgende schreef toen hij voor het eerst een dergelijke plant zag (nu Nepenthes distillatoria):

‘Cum enim si haec non Helenae nepenthes, certe Botanicis omnibus erit. Quis Botanicorum longissimo itinere profectus, si mirabilem hanc plantam reperiet, non admiratione raperetur, totus attonitus, praeteritorum malorum oblitus, mirificam Creatoris manum dum obstupescens adspiceret?’8

‘Als dit exemplaar niet Helena’s nepenthes is, dan zeker wel voor alle botanici. Wie onder hen, een enorme tocht ondernomen, zou niet door bewondering worden gegrepen als hij deze plant vindt; zou niet geheel perplex zijn en eerdere ontberingen vergeten, wanneer hij verbluft de wonderen verrichtende hand van de Schepper aanschouwt?’

Geciteerde werken:

Blunt, W. 2001. The compleat naturalist: a life of Linnaeus. London: Frances Lincoln.

Franzoni, C. 2020. Correggio, the Humanists and the Homeric nepenthes. Journal of the Warburg and Courtauld Institutes, 83(1), 337-347.

Heller, J.L. 1945. Classical Mythology in the Systema Naturae of Linnaeus. Transactions and Proceedings of the American Philological Association, 76, 333-357.

Linnaeus, C. 1737. Hortus cliffortianus etc. Amsterdam: (https:// gallica.bnf.fr/ark:/12148/bpt6k96611k/f429.item)

Montanari, F. (ed.) 2015. The Brill Dictionary of Ancient Greek Leiden: Brill.

οἶνον βάλε φάρμακον, ἔνθεν ἔπινον, / νηπενθές τ᾿ ἄχολόν τε, κακῶν ἐπίληθον ἁπάντων.’ Homeros, Odyssee, 4.219-226.

2. “νηπενθής” in The Brill Dictionary of Ancient Greek, ed. Montanari.

3. Een duidelijk overzicht van auteurs en interpretaties staat in het artikel van Claudio Franzoni (Franzoni 2020).

4. Homeri Nepenthes sive De Helenae medicamento luctum, animique omnem agritudinem abolente, et aliis quibusdam eadem facultate praeditis dissertatio.

5. Boek 4, canto 3.

6. Biografische informatie komt uit Blunt 2001.

7. Heller 1945, 334.

8. Carolus Linnaeus, Hortus Cliffortianus, 431.

Hortus botanicus Leiden 2022 55
1. ‘ἔνθ᾿ αὖτ᾿ ἄλλ᾿ ἐνόησ᾿ Ἑλένη Διὸς ἐκγεγαυῖα· / αὐτίκ᾿ ἄρ᾿ εἰς
‘Bedoelt Homeros hier een echte plant of een sprookjesachtig toverkruid?’
Helena geschilderd door Evelyn De Morgan (1855 – 1919) Linnaeus [foto] Adri Mulder Nepenthes vogelii [foto] Jan Meijvogel

Blad en bloem in heldere ets

56 Hortus botanicus Leiden 2022
Jops bestrijkt een nieuwe etsplaat met vernis-mou [foto] Kees Groen

Kunstenares Jops Jacobs woont temidden van de onderwerpen van haar etskunst: haar voor- en achtertuin zijn een paradijs waarin planten en struiken met verschillende bladvormen groeien. Jops maakt prachtige etsen van bloem en blad: botanische grafiek. Daarin blijft ze zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke vorm, waardoor het lijkt alsof de bladvormen in frisse kleuren herrijzen uit een verborgen herbarium. Haar eigen gevoel brengt ze in door de compositie van bloem, blad en tekst, en door de kleuren die ze toepast. Het resultaat vormt een esthetische eenheid, kunst die ze in verschillende galerieën in binnen- en buitenland exposeert. Daarnaast neemt ze regelmatig deel aan de internationale kunstbeurs Huntenkunst in Ulft en de Nederlands-Duitse grafiekbeurs in Borken (D).

[tekst] Annemarie Broersma [foto’s] Kees Groen en collectie Jops Jacobs met mooie tuinen haar uit om materiaal uit te zoeken. Maar ze verzamelt ook gewoon tijdens wandelingen, langs de kant van de weg. In haar woonkamer ligt een wat opgebold tapijt. Die opbolling blijkt te komen door de tientallen planten die onder dat tapijt tussen kranten liggen te drogen. Al de verzamelde schatten komen dus onder dat tapijt terecht. De bladeren en bloemen worden om de zes tot acht weken ‘geoogst en herontdekt’.

Inspiratiebronnen

Jops verzamelt materiaal waar ze een klik mee heeft. Eén van haar inspiratiebronnen is de Hortus in Leiden. Ze heeft al heel lang contact met kaschef Rogier van Vugt, ooit ontstaan door het verzoek van Rogier etsen te maken van de stadia van verandering van bladvorm door aantasting van een insect. Jops komt regelmatig in Leiden om etsen te brengen en om nieuw bladmateriaal uit te zoeken. Ze heeft ook een keer geëxposeerd in de oude universiteitsbibliotheek in Leiden op uitnodiging van Hanneke Jelles hoofd educatie van de Hortus. Daar heeft ze onder andere haar etsen van het blad van de Victoria cruziana uit de Hortus van Amsterdam tentoongesteld (zie kader). Jops heeft goede contacten met een aantal kwekers bij wie ze bloemen en bladeren kan halen. En verder nodigen vrienden en kennissen

Ontwikkeling

De kiem voor haar ontwikkeling als kunstenaar is gelegd in haar jeugd. Jops’ vader was koperslager en ze leerde dus al vroeg in haar leven dat je stukjes koper of zink kunt bekrassen. Haar vader onderhield ook een prachtige tuin, terwijl haar moeder dol was

Hortus botanicus Leiden 2022 57
Keizerskroon [foto] Collectie Jops Jacobs Afdruk van een blad uit de Hortus in Leiden [foto] Kees Groen

op kamerplanten, vooral groene planten met grote bladeren. Haar ouders zijn jong gestorven, maar ze hadden vast met plezier gezien dat hun dochter haar passie heeft gevonden in het etsen van planten op zink en koper. De zoon van Jops, Tycho Kloeg, maakt met zijn kennis en vaardigheden als boekrestaurateur af en toe een prachtig herbarium voor haar, met de gedroogde planten en de daarvan afgeleide etsen. Drie generaties komen zo samen in de botanische grafiek.

Tijdens haar opleiding kwam Jops via een workshop van Anne Huitema voor het eerst in contact met de vernis-mou etstechniek. Ze wist meteen dat ze hiermee verder wilde. Het maken van een ets van een tijdens een studieweek verzameld exemplaar van Digitalis (vingerhoedskruid) leidde haar definitief naar de plant als onderwerp voor grafische kunst.

Etsproces

Vernis-mou betekent zachte vernis. De zinken of koperen plaat wordt geschuurd, gepolijst, gepoetst en vetvrij gemaakt en dan met de vernis-mou bestreken. Daarop legt Jops de plant en het geheel wordt

onder lichte druk door de etspers gehaald, zodat de nervatuur, grootte en vorm in de vernis-mou zit. Eventueel tekent Jops er extra lijnen of teksten met een etsnaald bij. Daarna gaat de plaat in een zuurbad om de lijnen in te etsen, zodat de lijnen in de plaat zitten. De volgende stap is het ininkten van de plaat met etsinkt. Franse etsinkt bevalt Jops het beste omdat de kleuren hiervan helder, fris en lichtecht zijn. Overtollige inkt wordt ‘afgeslagen’. Tenslotte maakt ze een afdruk en volgt het ‘magical lifting-up’ moment van de prent. Jops bezit een eigen etspers in haar atelier, een uitgebouwde garage bij haar huis. Voor grote etsen moet ze gebruik maken van een grotere pers elders. Het aantal afdrukken dat vanaf één plaat is te maken is beperkt, de plaat gaat door het afdrukken achteruit. Voor grote opdrachten waarbij tientallen afdrukken moeten worden gemaakt, moet de etsplaat eerst worden verstaald. Dat verstalen gebeurt in Parijs bij Les ateliers de Moret.

Bij etskunst worden de afdrukken tentoongesteld en verkocht. De bron, de geëtste plaat, blijft echter in bezit van de kunstenaar.

‘Franse etsinkt bevalt Jops het beste omdat de kleuren hiervan helder, fris en lichtecht zijn.’
Jops draait de etspers [foto] Kees Groen
58 Hortus botanicus Leiden 2023
Keizerskroon [foto] Collectie Jops Jacobs

Ets Victoria cruziana

Een vriendin vraagt Jops mee te gaan naar de Victoria cruziana die die avond zal bloeien in de Hortus van Amsterdam. Samen gaan ze op pad en bekijken de prachtige bloemen, maar Jops is vooral geïntrigeerd door de enorme bladeren. Reinout Havinga, hoofd tuin en collectie planten, zegt haar een blad toe, maar hoe vervoer je zo’n enorm blad zonder het te beschadigen? Niet in het babybadje dat Jops voorstelt. Uiteindelijk wordt besloten het stekelige blad op een laken op een perspex plaat te vervoeren naar Jops’ woonkamer, waar het onder het vloerkleed te drogen wordt gelegd. De opstaande bladrand moet eraf worden gesneden om het mooi te kunnen drogen. Zes weken lang dagelijks kranten verwisselen en dan is het blad gereed. Jops etst het blad in vier kwarten op zinken platen van 65x65 cm. De vier etsen drukt ze tezamen af zodat ze één geheel vormen van 155x155 cm. Dit gebeurt onder de hoogdrukpers van 2.20 m bij atelier Plaatsmaken in Arnhem. Jops heeft afdrukken gemaakt in sepia, rood en grijs. De platen kunnen daarna niet meer worden gebruikt om af te drukken. Ze hangen daarom nu decoratief in de tuin van Jops. Foto’s van dit proces zijn te zien op de website: www.jopsjacobs.com

Leaf and flower in clear etching

Artist Jops Jacobs makes etchings with leaf and flower. She stays as close to the original shape as possible so it looks like the leaf shape rises in fresh colours from a hidden herbarium. Through the colours she applies, she brings her own emotions to the composition of the flower, leaf and text. The result is an aesthetic unity. She works with the soft-ground etching technique and uses French etching ink for its vibrant colours. The etching of the Victoria cruziana is a unique work. The leaf is etched in four parts on separate sheets. The four plates were printed together to create prints of 155 by 155 cm in sepia, magenta and grey. Jops has had expositions in various galleries in the Netherlands and abroad. Additionally, she regularly participates in the international art fair Hutenkunst in Ulft and the Dutch-German Graphic Arts Fair in Borken.

Hortus botanicus Leiden 2022 59
Voorzijde van herbarium gemaakt door Tycho [foto] Kees Groen Jops met een afdruk van de Victoria cruziana [foto] Collectie Jops Jacobs Etsplaten Victoria cruziana [foto] Collectie Jops Jacobs

Op zoek naar een bijzondere locatie voor uw bijeenkomst?

Bel 071 5275229

Colofon

Magazine van de Hortus botanicus

Leiden 2023

‘Hortus Leiden’ is een jaarlijkse uitgave van de Stichting Vrienden van de Leidse Hortus en de Hortus botanicus Leiden. Het magazine wordt kosteloos verspreid onder de Vrienden van de Leidse Hortus.

Redactie:

Annemarie Broersma, Mia Hopperus Buma, Adri Mulder (hoofdredacteur), Jack Sluijs, Rogier van Vugt

Met bijdragen van:

Annemarie Broersma, Tim Claerhout, Susan den Dulk, Rob van Es, Mia Hopperus Buma, Peter Inklaar, Hanneke Jelles, Paul Keßler, Rinny Kooi, Margot Lodewijk, Adri Mulder, Norbert Peeters, Benjamin Plomp, John van Ruiten, Mathilde Simons, Jack Sluijs, Theo Teske, Gerda van Uffelen, Rogier van Vugt, Ton van Zijp

Fotografie:

Anja van Baaren, Stefanie Uit den Boogaard, Simone Both, Sam Boerlijst, Collectie Jops Jacobs, Rob van Es, Kees Groen, Hoogheemraadschap van Rijnland, Theo Houthoff, Marie Jans, Henk-Jan van der Kolk, Jan Meijvogel, Adri Mulder, Rosa Santpoort, Mathilde Simons, Cunie Sleijpen, Petra Sonius, Jack Sluijs, Theo Teske, Harold Timans, Rogier van Vugt

Illustraties:

Iris van den Akker, Stephan Timmers, Laura Teekens

Afbeeldingen:

J. Goedeljee (Academisch Museum Universiteit Leiden), Hoogheemraadschap van Rijnland, Koninklijke Bibliotheek, Bibliotheek Rijksmuseum Amsterdam (Kurt Stüber, Rob van der Hoeden, Frank Al-Dabbagh)

Met medewerking van:

Anja van Baaren, Robbert Folmer, Jops Jacobs, Annette Los, Yara Peterse, Rudmer Postma, Gwendolyn Pronk, Maarten Schrama, Nuala Teerink, Harold Timans, Patricia Vandecasteele, Lucienne Vuister, Ton van Zijp

Vormgeving:

Sandy Klein Gunnewiek, Nathan van Welsenis Lagrouw Communicatie, Nieuwendijk, www.lagrouwsc.nl

Stichting Vrienden van de Leidse Hortus Bestuur

John van Ruiten Voorzitter

Mia Hopperus Buma 1ste Secretaris

Adri Mulder 2de Secretaris

Ton van Zijp 1ste Penningmeester

Gerbrand van den Ban 2de penningmeester

Annette Los PR en Communicatie

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door print-outs, kopieën, of op welke andere manier dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Hoe zijn de donaties van de Vrienden van de Leidse Hortus in 2022 besteed?

In 2022 heeft de Stichting ruim 100.000,- ontvangen aan incidentele en reguliere bijdragen van vrienden en adoptanten. Dat is een vergelijkbaar bedrag t.o.v. 2021. Ten opzichte van de jaren daarvoor betekende dat een flinke stijging. Daarnaast ontving de stichting een aantal extra giften.

Door deze ontvangsten was het mogelijk een financiële bijdrage te geven voor de organisatie van de zomertentoonstelling Planten onder de Loep. Bovendien is een bedrag ter beschikking gesteld voor het jaarlijkse bomenonderhoud en is een bedrag vrijgemaakt voor de administratieve ondersteuning die de Vrienden krijgen van het Hortusbureau. Ook heeft het bestuur in 2022 weer een bedrag ter beschikking gesteld voor de educatieve activiteiten (o.a. lesprogramma Technolab en wetenschapsdagen) georganiseerd in de Hortus. Daarnaast zijn er bedragen verstrekt vooronderzoek en onderwijs (citizen science aan stoepplantjes), de toegankelijkheid van de Hortus en de afwikkeling van het totale project ‘renovatie vijver, beregening en verlichting’. Op onze website treft u het volledige financiële overzicht van de baten en lasten 2021 (2022 volgt z.s.m.) en de balans per 31 december 2021 (2022 volgt z.s.m.) aan.

Ton van Zijp, penningmeester

Contact Vrienden en Redactie: Postbus 9500, 2300 RA Leiden hortusvrienden@hortus.leidenuniv.nl www.hortusleiden.nl onder ‘Steun de Hortus’

Banknummer Vrienden NL68 INGB 0003 9138 13 KvK 41169121

Vriend worden?

www.hortusleiden.nl onder Steun de Hortus

Hortus botanicus Leiden, Rapenburg 73, 2311 GJ Leiden, T.071-527 51 44 hortus@hortus.leidenuniv.nl, www.hortusleiden.nl

Voor openingstijden en programmering verwijzen wij U graag naar de website.

Hortus botanicus Leiden 2023 61

Microjuwelen in het ven

Waterplanten in het water van de Brabantse vennen kunnen wonderschoon zijn. Onder de microscoop zijn ze zo mogelijk nog mooier. Onderstaande microscoopfoto’s zijn van waterplanten in het Peetersven en het Meertjesven, beide in de buurt van Valkenswaard. De preparaten zijn behandeld met speciale kleurstof om contrasten tussen groepen cellen zichtbaarder te maken. [tekst en foto’s] Rob van Es www.robvanes.nl

Fonteinkruid stengel
1

Veenpluis stengel

3 5

Veenpluis detail

Foto 1 is een dwarsdoorsnede van een stengeltje van fonteinkruid. In deze doorsnede zijn grote luchtkanalen te zien; een typisch kenmerk van waterplanten, die door hun groeiplaats in water geen sterke stengels hoeven te maken die de plant overeind houden - ze drijven maar wat rond. Foto 2 is een dwarsdoorsnede van de stengel van veenpluis. Deze plant groeit vooral in het trilveen, de drijvende matten rond de vennen. Ook bij deze plant zijn er luchtgaten te zien, maar ook is een sterkere verhouting van de stengel duidelijk zichtbaar in de vorm van de goudgekleurde cellen. In detailfoto 3 is goed te zien dat ook de vaatbundels door goudkleurig verhout weefsel omhuld worden. Foto 4 is een dwarsdoorsnede van het blad van de waterlelie. Aan de bovenzijde liggen rijen langwerpige cellen waarin de bladgroenkorrels (chloroplasten) liggen, die binnenvallend zonlicht gebruiken om suikers te maken, die als voedsel voor de plant dienen (fotosynthese). Ook hier weer luchtgaten die het drijvend vermogen versterken. In detailfoto 5 is nog iets moois te zien: haren, trichomen genaamd, in de luchtgaten van het lelieblad. Ze doen denken aan sierlijk bewerkt glas met minuscule sierlijke dotjes op het ‘glaswerk’. Deze plantenharen zijn soms gevuld met olie en functioneren dan als klieren. 2 4

Waterlelie blad

Waterlelie detail

DJOSER

De andere manier van reizen

Djoser Rondreizen

Meer dan 250 pagina's prachtige groepsrondreizen.

Djoser Family

Ontdek de wereld met je kinderen.

Djoser Wandel & Fiets Beleef een land op een actieve manier.

Brochure?Scan de code of bel 071-512 64 00

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.