Nu al Eenvoudig Beter
Bestuurlijk verkenner Co Verdaas over de Omgevingswet:
Kernvraag voor de omgevingsvisie is: wat houdt mensen hier bezig? Foto: Norbert Voskens
LANDWERK LANDWERK#3 #3/ /2016 2016
5
6
|
LANDWERK #3 / 2016
Nu al Eenvoudig Beter
Stap voor stap komen we dichter bij de invoering van de Omgevingswet. Oud-gedeputeerde in Gelderland en oud-Tweede Kamerlid Co Verdaas heeft overheden op een lijn gebracht om er voor te zorgen dat zij gezamenlijk de invoering van de wet gaan regelen. Volgens Verdaas gaan nog niet alle overheden ‘even snel’ maar wordt het voor iedereen steeds duidelijker dat de Omgevingswet een grote omslag betekent in de manier waarop overheden, burgers en maatschappelijke organisaties de ruimtelijke ordening organiseren.
Door Geert van Duinhoven
D
eze zomer sluiten de provincies, waterschappen, gemeenten en het rijk een financiële overeenkomst over de Omgevingswet: wie betaalt welk deel van de kosten in de overgangsperiode naar de Omgevingswet? Het jaar daarvoor sloten de vier partijen al een bestuursovereenkomst over de Omgevingswet waarin ze een “gezamenlijke koers afspreken waar het gaat om de implementatie van de Omgevingswet met een duidelijk beeld waar de partijen naar toe werken en afspraken over hoe dit effectief en efficiënt kan gebeuren.” Beide akkoorden zijn tot stand gekomen door de bestuurlijke verkenner Co Verdaas. Hij weet het zelf niet meer precies, maar als lid van de Tweede Kamer (2003-2006) schijnt hij in een debat als eerst het woord ‘Omgevingswet’ te hebben gebruikt. Verdaas: “Dat zou kunnen, maar dat weet ik echt niet meer. Wel weet ik
dat ik me als Kamerlid al wel verbaasde over het feit dat ontwikkelingen in de ruimtelijke ordening vaak bijzonder ingewikkeld zijn en over heel veel schijven lopen. Ik heb me in die tijd dan ook zeker sterk gemaakt om het RO-recht te vereenvoudigen. Mensen snappen het eenvoudigweg niet waarom het allemaal zo ingewikkeld moet en waarom je zo eindeloos veel procedures moet doorlopen. Ik denk dan ook dat we met deze wet iets veel begrijpelijkers hebben gemaakt waar mensen enthousiast van kunnen worden.” Geen haast
In het afgelopen jaar heeft Verdaas als bestuurlijk verkenner met veel bestuurders van waterschappen, rijk, provincies en gemeenten gesproken over de voortgang, mogelijkheden en moeilijkheden die er nog liggen voor de invoering van de wet. Sommige overheden zijn zich al
heel nadrukkelijk aan het voorbereiden en schrijven al vooruitlopend op de wet Omgevingsvisies. Maar er zijn ook overheden voor wie de Omgevingswet iets is wat pas over een jaar of twee drie gaat spelen. De verwachting is dat de wet pas in 2019 in werking treedt. Verdaas: “Ik maak me daar geen zorgen over. Wat dat betreft is ruimtelijke ordening een heel andere problematiek dan bijvoorbeeld de decentralisatie van het sociale domein richting gemeenten. Daar zat een keiharde deadline aan omdat mensen vanaf een bepaald moment van een andere overheid geld moesten ontvangen. Dat kwam heel precies en dan kan een maand te laat of niet betalen, grote persoonlijke gevolgen hebben. Bij de overgang naar de Omgevingswet speelt die druk veel minder. Het duurt nog een paar jaar, er komt overgangswetgeving en tot slot: het is ook geen onderwerp waar je als bestuurder mee
Deze wet biedt de mogelijkheid om op een heel andere manier te gaan werken. En dat is nodig omdat burgers het niet langer meer pikken dat ze op 22 plekken moeten zijn voor een vergunning en dat ze de kans hebben dat ze eenentwintig keer groen licht en een keer rood licht krijgen. Foto: gemeente Den Haag
LANDWERK #3 / 2016
7
Mensen snappen eenvoudigweg niet waarom het allemaal zo ingewikkeld moet en waarom je zo eindeloos veel procedures moet doorlopen. Ik denk dan ook dat we met deze wet iets veel begrijpelijkers hebben gemaakt waar mensen enthousiast van kunnen worden. Foto: Rien Zilvold
kunt of moet scoren. Dus als wethouders zeggen dat ze pas na de gemeenteverkiezingen van 2018 met de Omgevingswet aan de slag gaan, vind ik dat heel legitiem. Ik zie vooral ook veel gemeenten en provincies die nu juist wel nadenken hoe ze bijvoorbeeld de cultuurverandering en de participatie willen gaan vormgeven. Ze denken na over hoeveel ruimte ze willen hebben voor eigen bestuurlijke afwegingen, hoe het ambtelijk apparaat veranderd moet worden en hoe ze regionaal zaken kunnen gaan afstemmen. Ik denk dat de voorlopers al het nodige voorwerk doen voor de overheden die er momenteel nog niet zo mee bezig zijn.� Oefenen met omgevingsvisie
Dat er veel op de overheden afkomt, liet ook een studie zien van een groot aantal adviesbureaus. De adviseurs volgden negen overheden (provincie Groningen, negen gemeenten in de regio Leiden, Vereniging Markdal, gemeente Meerssen, gemeente Oirschot, gemeente Uden, gemeente Utrecht, gemeente Voorst en
Een omgevingsvisie kan bijdragen aan het ontwikkelen van een andere houding en rolopvatting van ambtenaren, politiek en bestuur in het publieke domein.
gemeente Zoetermeer) die op de een of andere manier al bezig zijn met het opstellen van een omgevingsvisie. De omgevingsvisie is een integrale visie waarin strategische hoofdkeuzen van beleid voor de fysieke leefomgeving voor de lange termijn staan. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet in 2019 wordt een omgevingsvisie verplicht voor rijk, provincies en gemeenten. In de pilots is een aantal inhoudelijke thema’s aan de orde gesteld (Participatie, Cultuurverandering, Gerichtheid, Integraliteit en Samenhang, Planvormingsproces en Digitalisering) en bekeken hoe die uitpakken als overheden daadwerkelijk aan de slag gaan met de omgevingsvisie. In het rapport neemt het onderwerp Cultuurverandering een belangrijke plaats in. En terecht vindt Verdaas. De Omgevingswet richt zich volgens het rapport namelijk op het verbinden van denken en handelen tussen burgers, ondernemers en overheden, “niet vanuit (schijn-)tegenstellingen maar vanuit synergie. Dat is van directe invloed op de cultuur van
8
|
LANDWERK #3 / 2016
betrokken organisaties. Het blijkt dat het maken en uitvoeren van een omgevingsvisie een cultuurverandering kan stimuleren. Een omgevingsvisie kan bijdragen aan het ontwikkelen van een andere houding en rolopvatting van ambtenaren, politiek en bestuur in het publieke domein. Een omgevingsvisie vraagt om een andere werkwijze met meer participatie en co-creatie en daarmee om andere competenties en vaardigheden.”
Bestuurlijke ruimte
Terecht een belangrijk onderwerp, meent Verdaas. Want de wet mag dan de intentie hebben om ruimte te geven aan bestuurders om zelf afwegingen te maken, toch vrezen sommigen dat er uiteindelijk weer veel ‘dichtgetimmerd’ zal worden. Sectorale belangen zullen opkomen voor hun belang en willen liever niet dat hun belang ‘speelbal’ wordt van de ‘grillen van bestuurders’. De Omgevingswet zal vergezeld worden door vier Algemene maatregelen van bestuur en uitvoeringsregels. Het is de vraag of we daar met z’n allen toch weer alles gaan vastleggen en zo de bestuurlijke vrijheid gaan inperken. In dit verband sprak de directeur van GGD Nederland in Landwerk eerder dat hij het fijn vond dat gezondheid voortaan onderdeel is van het Omgevingsrecht, maar dat hij niet wil dat er overal normen en regels voor komen. Hugo Backx van de GGD: “Door een sterke focus op normering vanuit milieuwetgeving wordt de omgeving bekeken via ‘centimeters en promillages’. Het gaat in het beleid nu alleen maar over vinkjes zetten, kijken of je net onder of net boven de norm zit. Het gaat helaas helemaal niet om mensen en hun gezondheid. Men veronderstelt dat alles is af te vinken, maar dat is niet waar. Bij gezondheidsrisico’s gaat het om het complex van zaken van perceptie van veiligheid, normen, incidenten en risico’s en dat maakt dat mensen zich vaak onprettig of niet veilig voelen. Niet omdat een norm niet gehaald zou zijn. Meestal gaat het om een optelsom van risico’s en bedreigingen.”
Wat houdt mensen bezig?
Verdaas: “Daar ben ik het helemaal mee eens. En ik heb de indruk dat steeds meer bestuurders die bestuurlijke ruimte wel aandurven. Maar als ambtenaren en bestuurders die veranderingen niet willen, dan zal dat mogelijk zijn, ook onder de nieuwe wet. Het gaat er om dat deze wet de mogelijkheid biedt om op
Nu al Eenvoudig Beter
Ik vroeg of hij het idee had dat drinkwatervoorziening ter discussie stond in het gebied of dat er een probleem mee was. Nee, dat bleek niet het geval.
een heel andere manier te gaan werken. En dat is nodig omdat burgers het niet langer meer pikken dat ze op 22 plekken moeten zijn voor een vergunning en dat ze de kans hebben dat ze 21 keer groen licht en een keer rood licht krijgen. Ik ben momenteel als adviseur betrokken bij een aantal ro-projecten en de vraag die ik de overheden dan stel is: wat houdt mensen hier op dit moment bezig? Dat is in feite de kern van de omgevingsvisie. En daarom vind ik dat zelf ook een logische vraag om vooraf te stellen. Maar het is wel een heel andere benadering dan de gebruikelijke waarin je vanuit verschillende sectoren, verschillende disciplines een beleid gaat samenstellen. Dat dit wel eens lastig is, merkte ik bijvoorbeeld in een aantal gesprekken over een provinciale omgevingsvisie. De drinkwatersector las de visie en protesteerde omdat de drinkwatervoorziening ontbrak in de visie: er werd geen woord over gerept en dat snapte die vertegenwoordiger van de drinkwatersector niet. We zijn het gesprek aangegaan waarbij ik vroeg of hij het idee had dat drinkwatervoorziening ter discussie stond in het gebied of dat er een probleem mee was. Nee, dat bleek niet het geval. En was hij dan bang dat de drinkwatervoorziening geen prioriteit zou krijgen? Nee, ook niet. Kortom, er was geen enkel actueel probleem, en ook voorzag niemand een probleem in de nabije toekomst. Het voorbeeld laat zien dat we de afgelopen decennia allemaal bezig zijn geweest om heel sectoraal te
werken. Maar die manier van werken staat steeds meer los van de werkelijkheid en dat pikken mensen niet meer.”
Digitalisering
Een ander belangrijke verandering vindt Verdaas de digitalisering. Ook in het onderzoek naar de negen pilots werd bekeken hoe ver de overheden daarin zijn. Digitalisering wordt gezien als een oplossingsrichting voor de huidige situatie, waar informatie over de fysieke leefomgeving versnipperd, wisselend van kwaliteit en onvoldoende toegerust op behoeften van de gebruikers wordt aangeboden op verschillende platforms. Digitaal beschikbaar, gebruikersgericht beleid zou kunnen bijdragen aan een levende, up-to-date omgevingsvisie. De omgevingsvisie is echter vormvrij en kan daarmee op verschillende wijzen uiting krijgen, zo concluderen de onderzoekers. Dat ervaren de overheden nu als kracht, hoewel standaardisering en herkenbaarheid daarmee onder druk staat. Partijen die er mee werken zien het niet als blauwdruk die ingevuld moet worden, maar als een instrument dat helpt om vanuit het heden naar de toekomst te kijken. Dat betekent dat ook nieuw opkomende inzichten een plek moeten krijgen en dat vraagt om flexibiliteit die nu nog niet gebruikelijk is. Verdaas: “Ik heb de indruk dat veel mensen de digitalisering niet zien als iets fundamenteels. Zelf denk ik dat digitalisering en daarmee beschikbaar stellen van alle beschikbare informatie juist tot een heel andere dynamiek gaat leiden in de planvorming. Iedereen heeft namelijk dezelfde informatie. Een overheid heeft geen voorsprong meer op burgers, maatschappelijke organisaties of bedrijven. Dat vergt wat van de overheid maar ook van die andere partijen. Ik denk dat er zelfs een ander soort partijen mee gaat doen in ruimtelijk ordening. Sommige burgers of maatschappelijke organisaties zijn de afgelopen jaren afgehaakt om mee te doen omdat het te ingewikkeld is om met de overheid te communiceren. Die mensen of organisaties gaan het nu weer veel interessanter vinden worden om mee te gaan doen, juist omdat de gelijkwaardigheid weer zal kunnen terugkeren. En ja, dat vergt in veel gevallen ook een ander soort bestuurder. Een bestuurder die daadwerkelijk de dialoog aan wil en die samen met bewoners en maatschappelijke organisaties aan de slag wil met ruimtelijke ordening.”