Landwerk 2019-nummer 4 ENERGIEFABRIEKEN

Page 1

28

|

LANDWERK #4 / 2019 2019

HET PLATTELAND VOL ENERGIEFABRIEKEN Een steeds normaler beeld op het platteland: schuurdak wordt vol zonnepanelen gelegd. Foto: Zon&Co

Langzaam maar zeker dringt het tot de samenleving door: uiteindelijk gaan we met z’n allen een gasloze toekomst tegemoet. Misschien duurt het tien jaar, twintig, of dertig, maar binnen afzienbare tijd gaan we over op alternatieven zoals wind- en zonne-energie. Het huidige boerenerf wordt in die gasloze samenleving een heuse energiecentrale, voorspellen deskundigen.

Door Geert van Duinhoven

S

chuurdaken die helemaal vol liggen met zonnepanelen, het is een steeds normaler beeld op het platteland. En dat is ook wel logisch: terwijl de meeste particulieren meestal niet meer plaats hebben voor tien, twaalf, misschien zestien panelen op hun dak, passen er op een beetje grote schuur zo meer dan duizend. En dan gaat het hard met de elektriciteitsopwekking. Gerard de Leede is hoogleraar Practice Smart Cities JADS in Tilburg en heeft daarnaast een bedrijf dat lichte en flexibele zonnepanelen bouwt. Volgens hem liggen veel schuren al vol, maar kan er nog veel meer. Als je nu echt alle schuren voorziet van zonnepanelen, dan geeft dat volgens hem een vermogen van 10-15 gigawatt. Dat is het verbruik van 7.200 tot 8.400 huishoudens. Ter vergelijking: de standaard¬windmolens die vaak langs de snelwegen staan heb-

ben een vermogen van maximaal 3 megawatt. Maar de zonnepanelen zijn veel goedkoper en veroorzaken doorgaans geen overlast bij omwonenden. Waarom hebben nog niet alle boeren al hun daken ‘belegd’? Volgens De Leede heeft dat in de eerste plaats te maken met tijd. Vorig jaar is voor ongeveer 1,4 gigawatt aangelegd. “In dit tempo zijn we over een jaar of tien klaar. Bottleneck is momenteel het gebrek aan personeel dat de installaties kan aanleggen. Een tweede punt is dat lang niet alle daken geschikt zijn voor de huidige panelen omdat volgens LTO en verzekeraars de dakconstructies van stallen er onvoldoende sterk voor zouden zijn. Met ons bedrijf spring ik in die markt door extra lichte zonnepanelen te maken, die inmiddels bijna marktrijp zijn.”


THEMA | ERVEN IN OVERIJSSEL

LANDWERK LANDWERK #4 #4// 2019

“Ik denk dat het buitengebied bij uitstek geschikt is om allerlei opslagen conversietechnieken te gaan uitproberen en testen”

Mestvergistingssilo’s

NIEUWE ZWARE KABELS Een derde punt heeft volgens De Leede te maken met de aansluitingen en de ingewikkelde energiemarkt. Een boer kan vaak veel meer stroom opwekken dan hij zelf nodig heeft. Soms is dat zo veel, dat er extra kabels en soms zelfs transformatorhuisjes bij moeten komen. “Omdat er zoveel aanvragen zijn, groeit het de kabelaars een beetje boven het hoofd: ze kunnen die plotselinge vraag niet aan. Bovendien zijn ze gebonden aan allerlei wettelijke regels. Stel, een boer wil zonnepanelen aanleggen en heeft daarvoor een nieuwe kabel nodig. Grote kans dat de buren ook een keer panelen aanschaffen, en dat er dan weer een extra kabel moet komen of zelfs weer een transformatorhuisje. De kabelaars mogen daar op dat moment niet al op anticiperen en moeten elke aanvraag individueel behandelen. Dat is inefficiënt en tijdrovend.” Daarmee samen hangt het ingewikkelde systeem van stroomtransport. Op een zonnige dag is er opeens heel veel stroom beschikbaar, wellicht meer dan de vraag op dat moment. Het net raakt overbelast. Als je in het buitengebied via zonnepanelen gas zou gaan produceren, bijvoorbeeld waterstofgas of methaangas, dan kun je het gasnetwerk weer gebruiken en zo je opgewekte energie versturen. “Ik denk dat het buitengebied bij uitstek geschikt is om allerlei opslag- en conversietechnieken te gaan uitproberen en testen, omdat er op een erf veel energie kan worden opgewekt en er vaak ruimte is, meer dan in de stad in

ieder geval, om waterstof op te slaan of nu nog grote batterijen te plaatsen. Op die manier zie ik wel voor me dat een boerderij steeds meer een kleine energiecentrale wordt.”

12.000 FABRIEKJES Dat beeld hebben ook Ynte de Vries en René van der Linden van FrieslandCampina. Zij zijn bezig om samen met de 12.000 aangesloten leden de hele melkketen energieneutraal te krijgen: zowel productie, vervoer en verwerking zouden helemaal met duurzame energie moeten kunnen plaatsvinden. Belangrijke eerste stap is de boerderij. De Vries en Van der Linden zien net als Gerard de Leede voor zich dat boerderijen straks allemaal kleine energiecentrales worden, en hebben tegelijkertijd een mogelijke oplossing voor het distributievraagstuk. De Vries: “We zetten deze energietransitie in omdat we een duurzaam bedrijf willen zijn, maar ook omdat we denken dat de boeren hier een aardige cent aan kunnen verdienen. Zeker als we dat als coöperatie gaan organiseren. Dan kunnen we een heel interessante partner zijn voor de energiebedrijven. Met al die leden samen kunnen wij namelijk afspraken maken over hoeveel energie we op een bepaald moment leveren. Als er een overcapaciteit dreigt op het net, kunnen wij installaties afkoppelen. Ons coöperatieve model is hier bij uitstek geschikt voor: omdat je dat samen doet, wordt daar niet een individuele boer of groep boeren de dupe van.”

29


30

|

LANDWERK #4 / 2019 2019

“We zetten deze energietransitie in omdat we een duurzaam bedrijf willen zijn, maar ook omdat we denken dat de boeren hier een aardige cent aan kunnen verdienen”

Het idee is dat FrieslandCampina meerdere opties voorlegt en dat de ondernemers daar zelf een mix van kunnen maken die bij hen past. Zonnepanelen zullen daar meestal wel een belangrijk onderdeel van uitmaken, verwachten ze: de prijzen worden steeds lager en de meeste daken zijn er heel geschikt voor. Maar ook windenergie kan een bijdrage leveren, meent Van der Linden. “Wij noemen dat ‘small wind’. Het gaat dan om molens die tien tot vijftien meter hoog zijn. Die kun je vaak zo bij een boerderij plaatsen dat er weinig mensen last van hebben en er dus wel draagvlak voor te vinden is, in tegenstelling tot veel van de megawindmolens.” Over de aanleg van zonneparken in het veld zijn de twee heel duidelijk: net als boerenorganisaties zijn ze niet voor het gebruiken van goede landbouwgrond voor zonnepanelen.

ENERGIE UIT MELK EN MEST Wel stimuleert FrieslandCampina het al wat langer bestaande systeem om de warmte van de melk te gebruiken. De melk moet immer snel van ongeveer 40 naar 4 graden worden gebracht. Met die warmte kan een boer via een soort warmtewisselaar zijn eigen huis verwarmen. Nieuw, en volgens FrieslandCampina veelbelovend, zijn de mono-mestvergisters. Hierin gaat alleen verse mest van de koeien. Dit is voeding voor bacteriën, die biogas produceren. Biogas is te gebruiken voor een Warmte Kracht Koppeling waarin elektriciteit en warmte worden geproduceerd. Een deel van de warmte wordt gebruikt om de vergister op temperatuur te houden, de rest gaat naar een andere toepassing, zoals het verwarmen van een stal of mestverwerking. De stroom kan op het bedrijf worden gebruikt en op het elektriciteitsnet worden ingevoerd. Of het biogas wordt ermee gezuiverd, waarna je groen gas overhoudt waarvan de kwaliteit vergelijkbaar is met die van aardgas. De Vries: “Er is nog veel scepsis in het veld, en dat is niet zo verwonderlijk gezien de lange geschiedenis van mestverwerking en covergisting. Het gaat ook nog niet overal probleemloos, maar dat zijn kinderziektes. Er draait nu een aantal van deze installaties, ongeveer ter grootte van een gewone mestsilo, en die kunnen in de praktijk nu van 1 kuub mest 30-40 kuub bruikbaar gas maken. Het restproduct wat overblijft, is bruikbaar als een soort kunstmest. Daarmee slaan we meerdere vliegen in een klap.” Van der Linden: “Dit zijn dus allemaal innovaties waaraan we met allerlei partijen samenwerken om uiteindelijk de hele keten energieneutraal te krijgen. We zijn er natuurlijk nog niet, en nog niet iedereen is overtuigd. Maar daar staat tegenover dat er ook boeren zijn die op hun erf al met de verschillende opties aan het werk zijn, en daarmee een belangrijke neveninkomsten verdienen.”

Gerard de Leede: “Het buitengebied is bij uitstek geschikt om allerlei opslag- en conversietechnieken te gaan uitproberen en testen.”

IS DE ENERGIETRANSITIE BETAALBAAR? In opdracht van de provincie Noord-Brabant is Gerard de Leede nagegaan hoe snel en tegen welke kosten de provincie energieneutraal kan worden, zonder daarbij de netcapaciteit te overbelasten. Als je het net oneindig veel verzwaart kom je er wel, maar dat is heel duur. Je kunt ook proberen de opslag van energie te vergroten, maar dat kost weer ruimte en ook geld. De Leede: “Er is dus ergens een optimum, dat afhankelijk is van de technische mogelijkheden. Daarbij heb ik de mogelijke kosten en opbrengsten van de transitie berekend. Of je nu helemaal inzet op extra netcapaciteit of juist op opslag, uiteindelijk gaat de energievoorziening goedkoper worden. Het is dus niet alleen noodzakelijk om van het aardgas af te gaan, maar ook nog eens financieel aantrekkelijk. En dan maakt het dus niet uit of de transitie 1000 miljard kost, de opbrengsten zijn in ieder geval hoger. Een heel belangrijke conclusie is dat decentraal opwekken van energie technisch en financieel slimmer en beter is dan centraal opwekken. Decentraal is flexibel. Het is dus heel verstandig om in te zetten op energieneutrale wijken, maar ook op een energieneutraal buitengebied waar bovendien nog eens extra energie wordt opgewekt.”


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.