Nu al Eenvoudig Beter
LANDWERK #1 #2 / 2013
5
Geen gestippelde villa’s in welstandsvrij Boekel Tekst: Geert van Duinhoven
Gemeenten kunnen flinke winst boeken met snelle vergunningen Kunnen procedures in de ruimtelijke ordening sneller geregeld worden? Waarom zou je als burger bijvoorbeeld een week of acht moet wachten op een bouwvergunning? Bij een complexe gebiedsontwikkeling kan de vergunningverlening soms jaren duren. Met de nieuwe Omgevingswet moet dat straks allemaal veel sneller kunnen. Maar is dat nu niet ook al mogelijk? Tijdens de eerst uit een reeks praktijkbijeenkomsten bleek dat procedures nu ook al sneller kunnen. Sommigen stellen daarbij wel de vraag of de kwaliteit dan intact blijft.
D
e Brabantse gemeente Boekel (10.000 inwoners) maakt het volgens sommigen wel heel erg bont: Geen welstand meer. En een omgevingsvergunning is ‘klaar terwijl u wacht’. Dat moet wel tot excessen en chaos leiden. Tijdens de excursie in een nieuwbouwwijk later op de middag moesten veel deelnemers die mening toch bijstellen. Want beleidsmedewerker André van der Vleuten kon in die wijk het verschil laten zien tussen bouwen met welstand en bouwen zonder welstand zien. Hier en daar viel een nokhoogte misschien wat uit de toon, maar excessen zijn dat zeker niet.
Eerder die ochtend legde Van Vleuten uit hoe het beleid tot stand is gekomen. In 2003 kregen de gemeenten vanwege de wijziging van de Woningwet een aanschrijving dat zij op 1 juli 2004 een welstandsnota klaar zouden moeten hebben. Er stond echter niet bij wat er zou gebeuren als je geen welstandnota zou hebben. Van der Vleuten: “Dat vond onze nieuwe burgermeester wel een spannend idee: laten we welstand gewoon afschaffen. Bovendien paste dat precies in de visie van de gemeente namelijk meer verantwoordelijkheid bij burgers en minder regels vanuit de overheid. Welstand was voortaan een zaak van de burgers.
6
|
LANDWERK #2 / 2013
Nu al Eenvoudig Beter
Ook een historische boerderij mag in Boekel welstandsvrij verbouwd worden.
Simpel gezegd: als ze een lelijk of slecht huis bouwen, zullen ze daar vroeg of laat zelf de nadelen van ondervinden. Overigens gelden deze regels alleen voor particuliere bouw en nog niet voor bedrijfsgebouwen of bouwprojecten van projectontwikkelaars.”
Paars De reacties uit de zaal zijn voorspelbaar. Wat nu als iemand een huis paars verft? Wat nu als een huis twee keer zo groot wordt gebouwd als het bestemmingsplan voorschrijft? Wat nu als iemand een raar huis bouwt? “Allemaal goede vragen”, antwoordt Van der Vleuten, “maar het zijn beren op de weg die wij nog niet zijn tegengekomen. Uiteraard hebben we wel regels waar de huizen aan moeten voldoen en dat toetsen we tijdens de bouw en achteraf via een steekproef. En voor een klaar-terwijl-u-wachtbouwvergunning stellen wij als eis dat een gecertificeerd architect meewerkt. Dat kost natuurlijk wat voor de aanvrager, maar daar staat tegenover dat we de leges voor dit soort vergunningen hebben kunnen halveren.” De discussie die hier op volgt is in wezen een discussie over de rol van de overheid. Want wie is er bijvoorbeeld verantwoordelijk voor een slecht gebouwde woning? Meestal is dat de gemeente. Maar Boekel vindt dat dus een verantwoordelijkheid voor de burgers zelf. Net zoals het de verantwoordelijkheid van de burgers is om te
weten of een buurman van plan is om een paars-gestippelde villa te gaan bouwen. Want ook voor een klaar-terwijl-u-wachtbouwvergunning geldt uiteindelijk nog een termijn waarop bezwaar gemaakt kan worden. Maak je daar gebruik van, dan moet je later niet gaan klagen bij de gemeente dat er een gedrocht van een huis naast je gebouwd gaat worden.
“Welstand was voortaan een zaak van de burgers. Simpel gezegd: als ze een lelijk of slecht huis bouwen, zullen ze daar vroeg of laat zelf de nadelen van ondervinden.”
Lean Ook de gemeente Epe heeft de vergunningentijd behoorlijk weten terug te dringen: van 12 weken naar 2,5 weken. De start daarvan was de invoering van de Wabo. Ook bij de gemeente Epe lagen altijd stapels dossiers te wachten totdat ze naar een volgend bureau van het gemeentehuis mochten verhuizen. Door de klant centraal te stellen zijn we naar het proces gaan kijken, vertelt Herman Eldering. “Wat gebeurt er nu eigenlijk met een dossier als het binnenkomt? Op wiens bureau belandt het, waarom wacht iemand er mee en op welk moment mag een volgend persoon er naar kijken? Wij hebben dit proces lean gemaakt. Dat betekent dat we proberen om de diverse stappen in dat proces te combineren. Een van de belangrijke stappen daarin is dat alle medewerkers van de afdeling samen verantwoordelijk zijn. Deels doen we dat door op een centrale plaats alle dossiers te verzamelen en iedereen kan zien welk dossier op dit moment aan de beurt is voor een volgende stap. Door het gebruik van gekleurde mappen in een centrale kast, kan iedereen of er een grote voorraad aan aanvragen is of dat we deze dag weer alle aanvragen juist hebben afgehandeld. Daarnaast hebben we afgesproken dat een medewerker maximaal een dossier op zijn kamer mag hebben liggen. Hele simpele afspraken, die een enorme cultuuromslag
LANDWERK #1 #2 / 2013
7
Foto’s: Daan Mulder
“Wat gebeurt er nu eigenlijk met een dossier als het binnenkomt? Op wiens bureau belandt het, waarom wacht iemand er mee en op welk moment mag een volgend persoon er naar kijken?”
teweeg hebben gebracht, en nu wel het gewenste resultaat hebben.” Dat de volgende stap natuurlijk zou moeten zijn om alles digitaal af te handelen, weet Eldering. En dat zal ook wel gebeuren, maar de centrale kast, een grote werktafel in die ruimte om te overleggen met de dossiers bij de hand, is toch ook wel een erg praktische en inzichtelijke manier van werken, meent hij. “Maar een belangrijke doelstelling hebben we nu al behaald. Het gaat veel sneller, mensen zijn veel meer tevreden en we krijgen bijvoorbeeld ook nauwelijks nog status-telefoontjes van mensen die willen weten hoe het met hun aanvraag zit. Ze weten dat een aanvraag nooit langer dan twee of drie weken duurt. Dus ook daar zit weer de nodige winst in werkefficiency.”
Samenwerken In de gemeente Assen was de aanleiding om te gaan werken aan een versnelling van vergunningverlening een grote gebiedsontwikkeling. Deze Florijnas beslaat ongeveer de halve gemeente en zo complex en divers (woningbouw, stationslocatie, natuur, haventerrein, infrastructuur) dat er meerdere ministeries, provincie, gemeente, waterschap en veel bedrijven en particulieren betrokken zijn. Het project heeft een looptijd van ongeveer tien jaar en er is ongeveer 200 miljoen beschikbaar.
Omdat het een project is met nationaal belang, valt het onder de Crisis en Herstelwet. Sander Akkerman van de gemeente Assen is projectleider vergunningen: “Daardoor gelden er deels andere regels waardoor we als overheden gedwongen zijn om met elkaar samen te werken. In andere projecten wil dat nu nog wel eens juist de vertraging opleveren maar hier hebben we allereerst een projectgroep gevormd met alle overheden. Vergunningen die bijdragen aan het gebiedsproces gaan allemaal via een vergunningencoördinator. Die bereidt een gecombineerde bekendmaking van de vergunningen voor en de gecombineerde zienswijzen. Dit alleen al levert heel veel tijdwinst op.” Verder is van belang dat in de FlorijsAs de partijen met elkaar afgesproken hebben wat ze samen willen bereiken en die uitgangspunten kunnen niet bij elke vergunning ter discussie staan. En ook het feit dat we in de uitvoering met elkaar moeten samenwerken, zorgt er voor dat we elkaar niet dwarsliggen bij de vergunningverlening.” Hoewel de aanleiding voor de manier van werken ligt in de Crisis- en Herstelwet, is het volgens Akkerman uitermate zinvol om ook in andere complexe projecten op deze manier te gaan werken. Als je eenmaal weet dat een deel van de vertraging zit in een gebrek aan afstamming tussen
overheden onderling, is dat met een vergunningcoördinator en een projectgroep met overheden relatief eenvoudig op te lossen.” ||
NU AL EENVOUDIG BETER
In 2013 organiseert Landwerk samen met Platform 31 en het ministerie van Infrastructuur en Milieu onder de titel ‘Nu al eenvoudig beter’ een aantal bijeenkomsten naar aanleiding van de nieuwe Omgevingswet. Ook besteedt Landwerk in het tijdschrift aandacht aan dit programma. Voor meer informatie www.landwerk.nl/nual Tijdens de eerste bijeenkomst in de serie werd bediscussiëerd in hoeverre het mogelijk is om procedures te versnellen met behoud van kwaliteit. De gemeente Boekel presenteerde hoe zij welstand heeft afgeschaft. De gemeente Epe vertelde hoe zij de interne procedure lean heeft gemaakt en de gemeente Assen liet zien hoe de Crisis- en Herstelwet heeft geholpen om vergunningen-procedures van verschillende overheden op elkaar af te stemmen en te stroomlijnen.