14
|
LANDWERK #5 / 2013
Nu al Eenvoudig Beter
Succesvol uitbesteden vraagt vertrouwen en lef Iedereen zou moeten doen waar hij of zij goed in is, ook als het gaat om natuurbeheer en -ontwikkeling. Dat betekent dat de provincie kaders en doelen stelt, om het praktische werk vervolgens aan terreinbeheerders over te laten. Maar hoeveel regie geef je als provincie daarbij uit handen? Zou je ook een stapje verder durven gaan dan de gebruikelijke projectsubsidies, door taken veel uitgebreider uit te besteden? De provincie Gelderland en Limburg wel. Met als doel het effectiever en goedkoper boeken van resultaat. Door Lotty Nijhuis
“H
et project is geslaagd, als het dorpscafé weer open gaat.” Tijdens de bijeenkomst ‘Uitbesteden door provincies’ van Nu Al Eenvoudig Beter op 31 oktober, zitten de vijfentwintig belangstellenden in het sfeervolle Caféesterij De Toekomst in Hernen er lekker warmpjes bij. We kunnen dus direct aan het begin van dit verhaal al spreken van een succes. Of is dat wat te kort door de bocht? Wat zijn de succes- en faalfactoren van het uitbesteden door provincies?
FLEXIBILITEIT EN ZEKERHEID Met de komst van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG), kregen provincies ineens een grotere verantwoordelijkheid voor het landelijk gebied op hun bordje. Voor de provincie Gelderland het moment om te kijken hoe zij de samenwerking met uitvoeringspartners op een nieuwe manier vorm zou kunnen geven, legt Ton van Vroenhoven, destijds projectleider ILG van de provincie, uit. ILG liep voor een periode van zeven jaar, 2007 tot 2014. Zou de provincie ook voor zo’n langere periode een overeenkomst met partners aan kunnen gaan? Ja, zij wilde de gok wel wagen. En dus werden contracten afgesloten met verschillende partners, voor
in totaal 250 miljoen euro. Onder hen ook Geldersch Landschap. De overeenkomsten die de provincie sloot zijn om twee redenen bijzonder. Ten eerste is er sprake van heel veel flexibiliteit. Er is een programma, er zijn duidelijke afspraken over prestaties voor ontwikkeling én beheer, maar daarbinnen heeft de partner alle vrijheid. Provincie en partner hebben vooraf overeenstemming en zicht op het totaalplaatje. De partner hoeft niet steeds nieuwe aanvragen te doen, kan binnen een programma makkelijk tussen projecten met middelen schuiven en wordt alleen op prestaties afgerekend. Scheelt ook een hoop administratieve rompslomp. Ten tweede is een contract dat langer doorloopt dan vier jaar bij lagere overheden zeker niet standaard. Maar het gaf Geldersch Landschap wel voor zeven jaar een prettige zekerheid. Bovendien was het een overeenkomst mét subsidiebeschikking. Dat gaf een onbedoeld maar zeer prettige bijkomstigheid: de bezuinigingsronde die staatssecretaris Bleker in 2010 oplegde aan de provincies ging aan Geldersch Landschap en de andere partners voorbij. De beschikkingen waren immers afgegeven en die kun je niet zo maar terugdraaien.
ONDERNEMEND IN DE STREEK Meer flexibiliteit en meer zekerheid voor de uitvoerder, wat levert dat op? Dedde Smid van Het Geldersch Landschap neemt ons mee op een rondje Hernen. In het kader van het ILG-contract zette Geldersch Landschap ook hier een programma op. Oorspronkelijk voor het herstel van een dassenburcht, uiteindelijk werd het een breder project voor verbetering van de leefbaarheid in de regio in het algemeen. De belangrijkste rol van Geldersch Landschap was die van regisseur. Aan initiatieven in de streek ontbrak het namelijk niet, maar uiteindelijk kwam er nauwelijks wat van de grond. Geldersch Landschap schreef direct een projectplan, een paar dagen later ging men van start. Inmiddels heeft Leur een nieuw bezoekerscentrum, zijn er allerlei recreatieve verbindingen aangelegd en heeft de gracht van het Middeleeuwse kasteel van Floris een opknapbeurt gekregen. Smid vindt de ondernemende aanpak van Geldersch Landschap een belangrijke factor in het succes. Maar het lijkt ook een groot voordeel dat zij in het gebied geworteld is. Zoals blijkt bij de gang van zaken rond de dassenburcht. Het geitenfokbedrijf dat schade aanrichtte, wil-
LANDWERK #5 / 2013
15
Dankzij de ondernemende aanpak van Geldersch Landschap kreeg Leur in relatief korte tijd een nieuw bezoekerscentrum, werden er recreatieve verbindingen aangelegd en heeft de gracht van het Middeleeuwse kasteel van Floris een opknapbeurt gekregen.
de maar niet verkassen. Uiteindelijk kreeg Geldersch Landschap een vrijwillige verhuizing wel voor elkaar. Geldersch Landschap hoorde dat de buurman zijn bedrijf wilde beëindigen, en naar die overname had de geitenfokker wél oren. Volgens Smid is het bieden van een boerderij en grond niet genoeg. “Je moet ook zorgen voor gordijnen voor de ramen.” De mensen moeten zich wel echt tevreden voelen over een nieuwe plek voor hun bedrijf.
VERTROUWEN MET GRENZEN Uiteindelijk heeft Geldersch Landschap in het kader van ILG 500 hectare natuur ingericht en 29 projecten uitgevoerd. En dat voor lagere projectkosten en minder overhead dan standaard, aldus Smid. Minder bureaucratie en snelheid waren voor de provincie belangrijke redenen om op deze manier met partners in zee te gaan, verklaart Van Vroenhoven. Maar uiteindelijk zijn kwaliteit en continuïteit het belangrijkste. De provincie probeert daarbij bewust een stapje terug te doen. En dat is niet altijd even eenvoudig. Er zijn wel factoren die dat makkelijker maken. Ten eerste moeten partners als Geldersch Landschap kunnen
meefinancieren. Geldersch Landschap is gelukkig financieel gezond, heeft een grote intrinsieke drive en motivatie om er het beste uit te halen, en een verantwoordelijkheid heeft naar haar eigen donateurs. Toch komt het uiteindelijk aan op wederzijds vertrouwen. Hoewel je dat ook weer niet onnodig ver door moet voeren, aldus Smid. Wat versta je bijvoorbeeld onder een recreatieve voorziening? De één gaat uitgebreid aan de slag, de ander zet alleen een bankje neer. Welke keuze maak je dan als provincie? Ga je heel duidelijk definiëren wat je wilt, of ga je in zee met een partner die je vertrouwt? Geldersch Landschap geniet veel vertrouwen, toch is het soms beter alles net wat beter vast te leggen, gelooft Smid. In zeven jaar tijd veranderen mensen van plek en verdwijnt gewoon een stukje collectief geheugen. Door net iets meer vast te leggen, zorg je er juist voor dat partijen vertrouwen in elkaar houden.
RISICO DURVEN NEMEN Ook in Limburg was het ILG de reden om zaken anders te gaan aanpakken. In 2010 werd geconcludeerd dat het nog niet erg wilde vlotten in het landelijk gebied. De
ILG-periode was halverwege en het werd steeds duidelijker dat in dit tempo en deze resterende tijd lang niet alle afspraken nagekomen zouden worden. Twynstra Gudde adviseerde de provincie daarom om zoveel mogelijk decentraal te gaan werken, via partnercontracten, legt Jan-Peter Ruitenberg van de provincie uit. Gedeputeerde Ger Driessen was enthousiast en wist de Staten te overtuigen. Toeval of niet: vlak voor het aantreden van het kabinet met Bleker daarin, wist Driessen een aantal langjarige partnercontracten te sluiten. Dus ook Limburg zat wat dat betreft veilig toen Bleker ging bezuinigen. In een realisatiestrategie in 2012 benadrukte de provincie nogmaals het belang van partners: iedereen mag meedoen – inschrijven op opengestelde gebieden – maar van een partner wordt wel een 15% bijdrage verwacht. Jaarlijks moet verantwoording worden afgelegd en wordt gekeken wat moet en wat kan. Inmiddels zijn er contracten afgesloten met verschillende (terreinbeherende) organisaties over de ontwikkelopgave natuur en landschap en beheer, voor een budget van 10 miljoen euro per jaar, exclusief de afspraken met DLG en waterschappen.
16
|
LANDWERK #5 / 2013
BOERDERIJEN Ook Stichting Ark ontwikkelt op basis van een dergelijk partnercontract nu op twee plekken natuur, mede voor doeleinden van de provincie Limburg. Stichting Ark koopt in een consortium met een rentmeester en een notaris, daarvoor witte grond (grond die niet bestemd is als natuurgebied) op verschillende locaties aan. Anders dan Geldersch Landschap doet Ark dat dus ook buiten het beoogde natuurgebied. Die witte grond gebruikt zij als ruilmiddel om uiteindelijk op de gewenste locatie natuur te realiseren. Ligt de natuur op haar plek, dan doet zij deze voor het beheer en onderhoud over aan een andere organisatie. Net als Geldersch Landschap heeft ARK voelhorens in het gebied, heeft zij geen winstoogmerk en een interne motivatie. En ook Stichting ARK zit er financieel warmpjes bij, dankzij potjes als die van de Nationale Postcode Loterij, legt Ger van den Oetelaar van de stichting uit. Dat geeft de organisatie meer speelruimte. Bovendien hoeft Stichting Ark niet zoals bijvoorbeeld DLG ellenlange protocollen te volgen bij de
Nu al Eenvoudig Beter aankoop of het ruilen van grond. Dankzij de aankoop van een royale hoeveelheid witte grond, het gebrek aan bureaucratische rompslomp en een actieve benadering in het gebied, komt er snelheid in het verwervingsproces. Maar daar staat wel weer een risico tegenover: raakt Ark die grond die als ruilgrond is aangekocht ook weer kwijt? Ark lijkt zich daar geen grote zorgen om te maken. Alleen opstallen zijn nog wel eens een probleem, vertelt Van den Oetelaar. De vraag naar boerderijen, al dan niet om te bouwen tot plattelandswoningen of burgerwoningen is toch wat minder groot dan eerst gehoopt.
VERTROUWEN
gesloten met partners en wacht nu af of die eerste stappen durven te zetten. Andersom ziet provincie Drenthe wel kansen, maar denkt zij dat haar krappe budget de beperkende factor is voor het risico dat genomen kan worden. Is het gezond verstand en financiële ruimte, of vooral de wil, durf, mentaliteit en cultuur? De werkwijze in Gelderland en Limburg zijn waarschijnlijk niet één op één te kopiëren. Vertrouwen en lef kun je niet afspreken, kun je niet ‘kopen’. Dat zit in mensen en als het vertrouwen en lef er zijn, dan is er veel mogelijk, zo bleek vandaag. In ieder geval heeft iedereen weer over een heel andere manier van werken inspiratie opgedaan.
En terugkijkend op de dag, terug in Caféesterij De Toekomst, lijkt lef – van zowel provincie als uitvoerder – het belangrijke ingrediënt voor een succesvolle uitbesteding door provincies. En wederzijdse vertrouwen! Provincies lijken in meer of mindere mate oren te hebben naar deze werkwijze. Overijssel heeft bijvoorbeeld al een akkoord
VOORDELEN VAN EEN LANGDURIG EN FLEXIBEL CONTRACT ZEKERHEID Voor Geldersch Landschap is vooral de zekerheid van het budget een belangrijke winst gebleken. Op deze manier kon Geldersch Landschap immers gaan investeren in een zevenjarig programma: er werden projectleiders aangenomen, specifiek opgeleid voor deze klus, en de organisatie stond voor een groot deel in dienst van het uitvoeren van de projecten. Daarnaast kon Geldersch Landschap veel ‘werk met werk’ maken. Een mooi voorbeeld is het gebruik van grond: in het ene project is er grond over, in het andere project is er grond nodig. Omdat er nu een zevenjarig plan lag met in totaal 60 projecten was er ook een overzicht welke projecten profijt van elkaar zouden kunnen hebben. Er zijn dus nauwelijks kosten gemaakt voor bijvoorbeeld het aankopen van grond of voor het storten van grond. MINDER KOSTEN! De werkwijze bracht veel minder administratieve rompslomp met zich mee. Ten eerste was er door de afspraak tussen provincie en Geldersch Landschap voor de accountant
sprake van slechts één project. Er hoefde dus ook maar één accountantsverklaring te komen. Dit alleen al leverde een besparing op van een kwart miljoen euro over de gehele periode! Dat geld is direct ten goede gekomen aan de natuurprojecten. GOEDKOPERE INKOOP Voor sommige werkzaamheden, zoals een flora- en faunatoets, moeten deskundigen een advies of rapport uitbrengen. Normaal gesproken wordt voor elk project weer een offerte-aanvraag gedaan, offertes bekeken, beoordeeld en geselecteerd, en kan uiteindelijk een bureau aan de slag met de opdracht. In de afgelopen zeven jaar ging dat in het Gelderse heel anders. Hier werden werd telkens een aantal projecten als een grote opdracht ‘in de markt gezet’. Voor de bureaus wordt het dan nog veel aantrekkelijker om in te schrijven en daarom ook voor een veel lagere prijs dan normaal. De selectieprocedure hoefde veel minder vaak gedaan te worden Het geld dat het Geldersch Landschap hiermee uitspaarde, is direct ten goede gekomen aan de natuurprojecten.
OOK VOORDELIG VOOR DE PROVINCIE De overeenkomst heeft evident meer natuur opgeleverd en tegelijkertijd minder werk voor de provincie. Voorheen moest de provincie elk projectvoorstel apart beoordelen, voortgangsrapportages vragen en eindrapportages lezen. Voor elke uitloop van een project of onderbesteding of overbesteding moest de provincie in beweging komen. Dat is allemaal vele malen minder geworden omdat er niet 60 losse projecten waren met procedures, maar slechts een groot project.