30
|
LANDWERK #5 / 2014
Nu al Eenvoudig Beter
Beheersverordening als alternatief voor dure en lange procedures
Bestemmingsplan buitengebied? Het kan veel simpeler! Door Geert van Duinhoven
Een bestemmingsplan buitengebied maken is vaak een hele tour. Toch is elke gemeente nu eenmaal verplicht om een actueel bestemmingsplan te hebben. Niets nieuws natuurlijk. Onder de nieuwe Omgevingswet zal het bestemmingsplan waarschijnlijk gaan vervallen en plaats maken voor een omgevingsplan. Dat zal voor de meeste gemeenten een grote verandering worden. In de praktijk werkt de Drentse gemeente De Wolden echter al een jaar lang zo. En tot grote tevredenheid. En met veel lagere kosten.
T
wee Twee jaar geleden dacht de gemeente De Wolden na over een nieuw bestemmingsplan. De bestaande was inmiddels verouderd. Althans, formeel was deze aan herziening toe, maar in de praktijk functioneerde het eigenlijk nog gewoon goed. Inhoudelijk was er weinig op aan te merken. Maar een nieuw bestemmingsplan maken betekent een lange, dure ingewikkelde procedure inclusief concept,
inspraak, ontwerp, zienswijzen, beroep etc. En dat misschien maar voor een paar jaar omdat de Omgevingswet er aan komt en het dan misschien weer allemaal over of anders moet. Dus zochten beleidsmedewerkers Jenny Nijzing en Ramon ter Stege van de gemeente hun heil bij de beheersverordening. De beheersverordening is wat juridische status betreft gelijk aan het bestemmings-
plan. Het instrument uit de Wro is bedoeld om bestaande situaties vast te leggen en kan een bestemmingsplan vervangen. Een beheersverordening kan volgens ingewijden interessant zijn voor bestaande gebieden waar geen ontwikkelingen zijn voorzien, zoals woonwijken. Beperkte uitbreidingsmogelijkheden, zoals erfbebouwing of dakopbouwen kunnen wel met een beheersverordening mogelijk gemaakt worden. Na
LANDWERK #5 #5//2014 2014 LANDWERK
31
De gemeenteraad heeft de facetbestemmingsplannen vastgesteld waarin regels staan over onder andere mantelzorg en recreatie. Op deze wijze waarborgt de gemeente de rechtsbescherming. Foto: gemeente De Wolden.
vaststelling van de beheersverordening door de gemeenteraad komen de onderliggende bestemmingsplannen te vervallen. Belangrijk verschil met het bestemmingsplan is dat de beheersverordening vorm- en procedurevrij is, dus ook geen mogelijkheid om reacties, zienswijzen en beroepschriften in te dienen.
Mantelzorg en recreatie Een klein aantal gemeenten heeft de afgelopen jaren geëxperimenteerd met een beheersverordening voor stedelijk gebied. Je regelt dat bijvoorbeeld in een woonwijk iedereen twee of drie meter naar achteren mag bouwen en al dan niet een dakkapel, maar veel spannender wordt het meestal niet in zo’n woonwijk. Een locatie waar de
gemeente nog wel iets verwacht, kun je buiten de verordening houden en daar geldt dan nog het bestemmingsplan. Maar het buitengebied in een beheersverordening lijkt toch wel heel anders. Dat is juist vaak heel dynamisch: veel ontwikkelingen met stoppende boeren, boeren die er een tak (horeca, zorg) bij willen gaan doen. Dat is bepaald niet laagdynamisch. Nee, en toch kregen de wethouder, Nijzing en ter Stege in hun gemeente de handen op elkaar om het bestemmingsplan te vervangen door de beheersverordening. Ter Stege: “Van essentieel belang is dat wij de bestemmingsplannen goed op orde hadden. We hadden alles goed beschreven, geen witte vlekken en het was actueel. Dus hadden we een goed inzicht in het bestaand gebruik en dat leg je vast in de beheersver-
ordening. Omdat we wel een aantal ontwikkelingen verwachten hebben we daar een aantal facetbestemmingsplannen voor gemaakt. De gemeenteraad heeft de facetbestemmingsplannen vastgesteld waarin we regels vastleggen over onder andere mantelzorg en recreatie. Op deze wijze waarborg je de rechtsbescherming behorende bij veranderde regelgeving wel, die bij een beheersverordening dus wegvalt. Op dat moment hadden we dus een actueel bestemmingsplan en dat bestaand beleid kun je in een beheersverordening regelen. Je legt dan vast wat er wel en wat er niet kan en welke afwijkingen er mogelijk zijn binnen de beheersverordening. Zo hebben we geregeld hoeveel een bouwblok uitgebreid mag worden.”
32
|
LANDWERK #5 / 2014
Uitbreiden mag Het verordeningsgebied is door de gemeente volledig opnieuw geïnventariseerd en op een kaart gezet. De in de regeling opgenomen bestemmingen zijn een weergave van die inventarisatie van de bestaande situatie. Maar natuurlijk gebeurt er ook in De Wolden van alles en willen boeren uitbreiden of stoppen of andere dingen naast het bedrijf gaan doen. Nijzing: “Daarom hebben we een aantal extra regels in de verordening opgenomen. Bijvoorbeeld dat agrarische bedrijven buiten hun bouwblok tot 1500 m2 mogen bouwen (tot aanééngesloten bouwblok van maximaal 1,5 ha). Dan geldt wel dat de bebouwing maximaal 1 bouwlaag mag worden en dat er landschappelijke inpassing plaats vindt volgens het Landschappelijk Ontwikkelingskader (LOK). Zo leg je dus vast wat er is, en wat er eventueel zonder extra bestemmingsplan mag worden aangepast. Maar die aanpassing moet wel in overleg met de gemeente plaatsvinden.” Volgens de toelichting op de beheersverordening zal de gemeente in het algemeen ‘planologische medewerking verlenen aan plannen tot uitbreiding van het bouwblok tot 1,5 ha die voldoen aan de genoemde voorwaarden’. In de praktijk komt dit vol-
Nu al Eenvoudig Beter gens Ter Stege er op neer dat een agrariër die wil uitbreiden naar de gemeente stapt en zijn plan voorlegt. “Vervolgens gaan wij ambtelijk bekijken wat de wensen zijn en in hoeverre dat andere belanghebbenden zou kunnen schaden. Laten we eerlijk zijn, zo heel ingewikkeld is dat vaak helemaal niet. Ook beoordelen wij of de plannen misschien nog beter uitgevoerd kunnen worden. Stel iemand wil uitbreiden naar links, omdat er rechts geen plaats is, terwijl dat voor de omgeving wel een betere richting is. Misschien kunnen wij als gemeente dan planologische ruimte geven om de uitbreiding toch naar de goede kant te realiseren. Wij bespreken dus zo’n uitbreiding met de ondernemer, de omgeving en komen dan samen tot een oplossing. Hier is vervolgens, anders dan bij een bestemmingsplanwijziging, geen uitgebreide procedure voor nodig. Dat zou je een nadeel voor omwonenden kunnen noemen, maar in de praktijk blijkt dat wij als gemeente samen met de initiatiefnemer en de omwonenden tot heel acceptabele voorstellen komen die ook de omgeving prima vindt. Groot verschil is natuurlijk dat niet zoals voorheen elke afwijking van het bestemmingsplan de hele procedure moet doorlopen.”
Uitbreidingen mogen maximaal 1 bouwlaag hoog worden en er moet altijd een mag worden en dat er landschappelijke inpassing plaatsvinden volgens het Landschappelijk Ontwikkelingskader. Foto: gemeente De Wolden
Soms een klein bestemmingsplan Komen er aanvragen voor uitbreidingen of ontwikkelingen die niet meer binnen de beheersverordening passen, dan heeft de gemeente de mogelijkheid om een nieuw (postzegel-) bestemmingsplan maken. Nijzing: “We hebben best ruime afwijkingen mogelijk gemaakt waar geen bestemmingsplan voor nodig is. Dus we hoeven deze bestemmingsplanprocedure waarschijnlijk niet vaak te volgen. Maar de procedure kan bijvoorbeeld nodig zijn als het gaat om verplaatsing van een bestaand intensief veehouderijbedrijf of bestaand bedrijf dat een vergroting wil tot 2 hectare. Zo’n bestemmingsplan zal goed moeten worden gemotiveerd en ook dan geldt dat de bebouwing maximaal 1 bouwlaag mag worden en dat het bedrijf landschappelijk wordt ingepast volgens datzelfde Landschappelijk Ontwikkelingskader (LOK). Als dit vaker voorkomt, krijgen we over een aantal jaar een beheersverordeningkaart met daarover heen enkele kleine bestemmingsplannen. Om de paar jaar zou de gemeenteraad die bestemmingsplannen kunnen opnemen in de beheersverordening. In een aparte beleidsnotitie is verwoord hoe we omgaan met het al dan niet maken van
LANDWERK #5 #5//2014 2014 LANDWERK
een postzegelbestemmingsplan. Voorbeeld: bedrijven tot milieucategorie 3.1 mogen zich in vrijkomende agrarische bebouwing (VAB) met een binnenplanse afwijking (omgevingsvergunning) van het bestemmingsplan vestigen. Wanneer de bestaande bebouwing hiervoor benut wordt, dan hoeft de bestemming dus niet worden gewijzigd. Dit scheelt enorm veel proceduretijd en vooral geld. Wanneer er eventueel wel bijgebouwd moet worden, dan is de impact en verandeirng om de omgeving wellicht wat groter en dient wel een bestemmingsplanprocedure gevolgd te worden. Hier komt dan de genoemde beleidsnotitie weer om de hoek kijken. Zelfde geldt voor de Ruimte-voor-Ruimteregeling (of Rood-voor-Rood). Wordt de compensatiewoning (na sloop van de bedrijfsbebouwing) op het oude agrarische bouwblok terug gebouwd, dan kan dit met een binnenplanse afwijking. Kan dit echt niet, bijvoorbeeld door milieuwetgeving, en moet er elders een locatie gezocht worden, dan moet er gelet op de mogelijke gevolgen voor de omgeving een bestemmingsplan gemaakt worden.
Met meer plezier Is die inspraak, of dus eigenlijk het gebrek daaraan in een beheersverordening, dan niet een groot punt van discussie? Mensen kunnen ervaren dat er van alles gebeurt in het buitengebied zonder dat er inspraak mogelijk is. En de gemeente geeft maar toestemming. Kan dat dan zomaar zonder bestemmingsplan? Ter Stege: “Discussie daarover valt erg mee. Mensen merken dat we wel degelijk naar ze luisteren als er ontwikkelingen zijn. Dan vragen we ze naar hun mening en wensen. Overigens hebben we wel een inspraakronde gehouden, waarbij een ieder opmerkingen/vragen/ wensen in kon dienen. Deze zijn zorgvuldig behandeld en veelal ook naar tevredenheid opgelost. Opvallend was dat we in het begin juist ook veel support van onze aanpak kregen van de boeren en de milieufederaties. Die zagen het wel zitten dat we in de gevallen van uitbreiding als gemeente zorgvuldig gaan kijken of een uitbreiding wel past en geen hinder geeft. We zijn daar juist heel zorgvuldig in en minder afhankelijk van de strikte procedures. In een bestemmingsplan mag je soms iets juist wel of niet toestaan alleen maar omdat het niet past
33
volgens het bestemmingsplan. Een beheersverordening is in ons geval veel flexibeler, werkt in de praktijk ook veel sneller en die twee voordelen zijn natuurlijk goed uit te leggen.” “Door onze manier van werken, duidelijke beschrijvingen en heldere regels functioneert de beheersverordening natuurlijk ook bijna als een bestemmingsplan. Het ziet er overigens ook uit als een bestemmingsplan. Geen vage besluitvlakken met vage regels, maar een verbeelding en regels zoals deze ook in een bestemmingsplan voorkomen. En laten we eerlijk zijn, de gemeente vindt het natuurlijk ook prachtig hoeveel wij hebben kunnen besparen door geen nieuw bestemmingsplan te gaan maken. En zeker ook heel belangrijk is dat wij zelf veel meer plezier in ons werk hebben. We zijn veel meer bezig met de plannen van de burgers en ondernemers en beoordelen hoe we die mogelijk kunnen maken. Het gaat niet meer om de regeltjes, maar om wat we met het buitengebied willen.”