Communicatieplan factotum donkere dagen criminaliteit

Page 1

COMMUNICATIEPLAN INBRAAKPREVENTIE Inbraakpreventie in de risicobuurten

LAUREN VISSER LORAN GILSING KOR WIJNJA 1C


Colofon

Titel:

Communicatieplan inbraakpreventie

Ondertitel:

Inbraakpreventie in de risicobuurten

Auteurs:

Factotum Communicatie L.S. Visser L. Gilsing K.J. Wijnja

Opdrachtgever:

Politie Noord-Nederland Rademarkt 12 9711 CV Groningen 088-1671140 communicatie-noord@groningen.politie.nl NHL Leeuwarden Rengerslaan10 8917 DD Leeuwarden 0582512345

Plaats:

Leeuwarden, NHL Hogeschool

Datum:

14 Januari 2013


Samenvatting Tijdens de donkere herfst en wintermaanden is er landelijk een sterke stijging te zien op het gebied van woninginbraak en pogingen daartoe. Deze inbraken kennen een piek net voor de feestdagen. De politie treft extra maatregelen in deze periode door inzet van meer en langere surveillance en communicatie. Deze surveillance vinden vooral plaats in de buurten met een hoog risico factor ook wel ‘hot spots’ genoemd en tijdens de ‘hot times’, tijdstippen waarop inbrekers het meest actief zijn. De communicatie die de politie inzet verloopt via zowel traditionele media als nieuwe media. De communicatie die de politie hiervoor heeft ingezet vinden we terug in een aantal voorgaande campagnes. Voorbeelden hiervan zijn; licht zet inbrekers in het zicht, laat de inbreker in de kou staan en de witte voetjes campagne. Deze campagnes hebben als doel, inbraken te voorkomen. Licht zet inbrekers in het zicht bijvoorbeeld, is een campagne van de poltie die bewoners aanspoort een licht aan te laten tijdens de donkere dagen omdat inbrekers zich hierdoor laten afschrikken. Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid is de beheerder van het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) en ondersteunt politiekorpsen en gemeenten om inbraken te voorkomen. Zij doen dit door de ontwikkeling van campagnes te ondersteunen. Het PKVW en het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid beschikken over een prominente rol op het gebied van inbraakpreventie. Het Centrum voor Criminaliteitsbeheersing (CCV) draagt bij aan de in te zetten communicatie van de politie en het PKVW houdt zich bezig met regelgeving en certificering op het gebied van inbraakpreventie. Daarnaast controleert het PKVW woningen op de veiligheid en adviseren zij bewoners hierover. Gelegenheidsinbrekers geven echter aan zich niet te laten tegenhouden door een PKVW certificaat. Gelegenheidinbrekers laten zich vooral leiden door de mogelijkheden die er in hun eigen woonplaats zijn en gaan daar vaak impulsief en ongeorganiseerd te werk. Een gelegenheidsinbreker heeft vaak last van een drugs- en/of gokverslaving, het merendeel is van Marokaanse afkomst en laag opgeleid. De gelegenheidsinbreker opereert het liefst tijdens de donkere dagen, via achterpaden met slechte verlichting en veel groen waar hij ook de vluchtroutes en het gedrag van de surveillance kent. In de meeste gevallen breekt hij dan ook in bij de achterdeur van een woning, vaak word er met een schroevendraaier geprobeerd het slot van de deur los te wrikken. De uren tussen 20:00 tot 12:00 hebben zijn voorkeur. Een van de zogenoemde hotspots waar de politie steeds vaker en uitgebreider surveilleert tijdens de donkere dagen is de buurt Bilgaard in Leeuwarden. Sinds September zijn hier maar liefst 40 inbraken gepleegd. In deze buurt valt op dat het percentage ouderen erg hoog is. Vaak zijn zij alleenstaand en beschikken zij over een laag inkomen in de vorm van een uitkering of toelage. Het woningtype is verouderd wat het inbraakrisico verhoogt. Een dergelijke buurt is voor inbrekers zeer aantrekkelijk om in te participeren. De buurt beschikt over veel groen, slechte verlichting, verouderde woningen en er wonen veelal relatief kwetsbare bewoners. Het is een gemiste kans van de gemeente om inbraakpreventie niet mee te nemen in haar woningplan, juist omdat Bilgaard de grootste risicobuurt vormt in de stad Leeuwarden. Senioren wonend in oudere buurten zijn vaak kwetsbaar en onderschatten het inbraakrisico dat zij lopen. “Bij mij valt toch niets te halen?” is de meest voorkomende opvatting van de respondenten wanneer hen de vraag wordt gesteld in welke mate zij een inbraak in hun woning verwachten. Daarnaast komt naar voren dat ze van mening zijn, hun geld beter te kunnen gebruiken aan andere zaken dan inbraakpreventie. De respondenten blijken onvoldoende op de hoogte te zijn van goedkope alternatieven op het gebied van inbraakpreventie. Zeer nadrukkelijk komt naar voren dat zij het inbraakrisico onderschatten. Een groot deel van de respondenten geeft aan weinig tot geen waarde te hechten aan een mogelijk PVKW-certificaat voor hun woning. Opmerkelijk is dat de doelgroep zeer verschillend heeft gereageerd op de vraag, hoe ze het liefst voorgelicht willen worden. De respondenten gaven een lichte voorkeur aan voor een persoonlijke benadering. Daarnaast blijken de respondenten het meest actief te zijn met het gebruik van traditionele media, het lezen van regionale kranten is het vaakst genoemd. De strategie die voortgevloeid is uit dit communicatieplan is vertaald naar enkele creatieve middelen. Door de inzet van onder andere een advertentie, persoonlijke voorlichtingsgesprekken, toepassing van anti-inbraak strips en een website zal de kernboodschap krachtig uitgedragen te worden waarmee de communicatiedoelstellingen behaald worden.


Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Voorwaarden 1.3 Leeswijzer 2 Situatie- analyse 2.1 De politie en haar donkere dagen offensief 2.2 Huidige en voorgaande campagnes 2.3 Betrokken partijen 2.4 Profiel van de inbreker 2.5 Inbraakpreventie 2.6 Risicobuurt Bilgaard 2.7 Maatschappelijke ontwikkelingen 3 Conclusies en aanknopingspunten 3.1 Conclusies deskresearch 3.2 Conclusies kwalitatief onderzoek 4 Communicatiedoelgroep 5 Communicatiedoelstellingen 6 Communicatiestrategie 7 Communicatiemiddelen en planning 7.1 Middelenmix 7.2 Toelichting campagnemiddelen 7.3 Kostenberekening Literatuurlijst BIJLAGE 1 – Onderzoeksopzet BIJLAGE 2 – Interviewschema doelgroep BIJLAGE 3 – Interviewschema dader BIJLAGE 4 – Uitgewerkte doelgroep interviews BIJLAGE 5 – Uitgewerkt dader interview BIJLAGE 6 – Debriefing BIJLAGE 7 – Campagnemiddel BIJLAGE 8 – BIG formulieren

1 1 1 1 2 2 2 2 3 4 4 5 5 5 5 6 6 6 7 7 7 8


1 Inleiding 1.1 Aanleiding Naarmate de dagen korter worden neemt traditiegetrouw het aantal overvallen, inbraken en straatroven weer toe. Politie Noord-Nederland organiseert daarom ieder jaar het zogeheten ‘Donkere Dagen Offensief’, een campagne die loopt in de herfst en wintermaanden van dat jaar met als doel; burgers bewust maken van- en aan zetten tot het nemen van maatregelen tegen inbraak. Afgelopen November heeft Politie Noord-Nederland de problematiek van de donkere dagen criminaliteit voorgelegd aan communicatie bedrijf Factotum. 1.2 Voorwaarden In dit communicatieplan wordt onderzoek gedaan naar een effectieve manier waarop Politie Noord-Nederland communicatie kan inzetten om haar doel te bereiken. Op basis daarvan is er een strategie ontwikkeld met verschillende campagnemiddelen. Randvoorwaarde is dat het communicatieplan aansluiting vindt bij het voorgelegde communicatie vraagstuk. Daarnaast moet het communicatieplan passen binnen het kader van de huidige ‘Donkere Dagen Offensief campagne’. Dit communicatieplan uitsluitend bestemt voor de regio NoordNederland. 1.3 Leeswijzer De opbouw dit communicatieplan is als volgt. In het volgende hoofdstuk is een situatie analyse te vinden. Hierin wordt nader ingegaan op de politie als organisatie en de voorgaande campagnes met betrekking tot het donkere dagen offensief. Daarnaast wordt er gekeken naar andere partijen die betrokken zijn met het communicatievraagstuk. Er is onderzoek gedaan naar het profiel van de inbrekers en er is te lezen wat deze inbreker weerhoudt van inbraak. Als voorbeeld van een risicobuurt wordt de Leeuwarder wijk Bilgaard onder de loep genomen. Maatschappelijk ontwikkelingen spelen een rol in deze analyse. In hoofdstuk 3, vanaf pagina 5 staan de conclusies beschreven die afgeleid zijn vanuit het kwalitatief onderzoek. Op basis van het deskresearch is er een communicatiedoelgroep vastgesteld, deze is te vinden in hoofdstuk 4 op pagina 6. Na aanleiding van het onderzoek zijn verschillende communicatiedoelstellingen vastgesteld welke te vinden zijn in hoofdstuk 5 op pagina 6. Om de communicatiedoelstellingen te behalen is er een communicatiestrategie vastgesteld welke nader uitgewerkt is in hoofdstuk 6 op pagina 7. Deze strategie klinkt door in de communicatiemiddelen en planning, te vinden in hoofdstuk 7 op pagina 7. In dit hoofdstuk is een kostenberekening en een middelenmix te vinden. Verder valt er een toelichting te lezen op de gekozen campagnemiddelen.

1


2 Situatie- analyse op basis van het onderzoek 2.1 De politie en haar donkere dagen offensief Politie Noord Nederland is één van de 10 regionale eenheden en is opgedeeld in een drietal districten die in totaliteit bestaan uit 16 basisteams. Een basisteam bestaat uit zo’n 60 tot 200 agenten. Ieder basisteam heeft in ieder geval één districtsrechercheur. Voorlichting over inbraakpreventie is één van de kerntaken van de districtrechercheur (Rijksoverheid, 2013). Verder zijn er de zogehete wijkagenten. Wijkagenten dragen zorg voor de uitvoering van het werk in een bepaalde wijk of meerdere wijken. In Bilgaard, de wijk in Leeuwarden waar de meeste inbraken plaatsvinden is wijkagent Alex Velda actief (Politie, 2013). De wijk Bilgaard zal in dit verslag dienst doen als voorbeeldwijk. Het doel van de politie is: Nederland veiliger maken. Om tot dit doel te komen is niet alleen de missie maar zijn ook de kernwaarden van de organisatie vastgesteld. Het is de missie van de politie om waakzaam en dienstbaar te zijn aan de waarden van de rechtsstaat. Deze missie vervult de politie door afhankelijk van de situatie gevraagd maar ook ongevraagd te beschermen, te begrenzen of te bekrachtigen. Kernwaarden van de politie zijn; moedig, betrouwbaar, verbindend en integer (Politie, 2013). Deze kernwaarden zijn dan ook de rode draad in de communicatie van de politie. Tijdens de donkere herfst- en wintermaanden is er een sterke stijging te zien in criminaliteit. Naast woninginbraken neemt ook het aantal straatroven en overvallen toe. Deze inbraken kennen een piek net voor de feestdagen. De politie treft daarom extra maatregelen in deze periode. Meer en langere surveillance en dan met name rond het tijdstip dat inbrekers het meest actief zijn. Deze tijdsperiode wordt ook wel ‘hot times’ genoemd. De surveillance vinden vooral plaats op plekken waar veel criminaliteit plaatsvindt. Deze plaatsen worden ook wel ‘hotspots’ genoemd. Naast deze extra surveillance geeft de politie ook voorlichting aan ondernemers en burgers. Dit gebeurt zowel via traditionele media zoals radio, televisie en flyers maar ook via nieuwe media als de website, facebook en twitter. In extreme gevallen behoren extra verkeerscontroles en zelfs roadblocks ook tot het donkere dagen offensief (CCV, 2013). 2.2 Huidige en voorgaande campagnes Licht zet inbrekers in het zicht is een inbraakpreventie campagne opgezet door de politie. Het doel van de campagne is bewoners bewust maken van het feit dat het eerder donker word en dat een licht aanzetten of aan laten inbrekers kan afschrikken. De politie heeft tussen 5 November en 9 November steekproefsgewijs verschillende wijken bezocht, bij huizen waar het licht uit was zijn brieven afgeleverd met daarin preventietips. Tevens heeft de politie tijdens de campagne gebruik gemaakt van social media in de vorm van twitter #inbrekersinhetlicht (Licht zet inbrekers in het zicht, 2013). Laat de inbreker in de kou staan is een inbraakpreventie campagne opgezet door het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid, hierna te noemen CCV. De campagne is opgezet met als doel; bewoners bewust maken van hun eigen rol in het voorkomen van inbraken. Het CCV biedt praktische zaken aan gemeenten aan, vooral gericht om de bewoners die in de zogenoemde ‘hotspotwijken’ gevestigd zijn te bereiken. De campagne bevat 3 kernboodschappen die gecommuniceerd worden; doe ramen en deuren op slot, laat verlichting aan, doe nooit zomaar open voor onbekenden. Om deze boodschappen te communiceren zijn er conceptteksten, posters en artikelen te verkrijgen op de website. Gemeenten kunnen hier gebruik van maken. De campagne is op Twitter te volgen via #inbrekerindekou (PKVW, 2013). Witte voetjes is een andere campagne opgezet door het CCV, deze campagne maakt echter geen deel uit van het donkere dagen offensief. De campagne ging van start in februari 2013 en had als doel mensen bewust te maken van de risico’s aangaande woninginbraken. Tijdens een voetstappenactie liet de politie witte voetjes achter bij huizen waar ze geen bewoners aantroffen. De witte voetjes waren voorzien van het PKVW logo, een verwijzing naar de website en de vermelding dat bewoners via de website een PKVW-beveiligingsbedrijf kunnen vinden. Ook stond er vermeld op het voetje dat het een actie is van de regionale politie. Bewoners die de politie wel thuis aantrof zijn van voorlichting en advies voorzien (PKVW, 2013). 2.3 Betrokken partijen De politie werkt nauw samen met gemeentes, het openbaar ministerie, diverse maatschappelijke organisaties, de politieacademie, koninklijke marechaussee, Europol, Interpol en vrijwilligers (Openbaar ministerie Nederland, 2013). Van deze organisaties hebben gemeentes, vrijwilligers, de politieacademie en het openbaar ministerie het meeste betrekking tot het communicatievraagstuk (Nationale politie, 2013). Deze instanties zijn

2


op hun eigen manier belangrijk voor het communicatievraagstuk. Zo kan men op de politieacademie trainingen geven over inbraakpreventie en gemeentes kunnen risicobuurten voorlichten over inbraakgevaar tijdens de donkere dagen. Het openbaar ministerie en maatschappelijke organisaties zijn in staat inbrekers aan te klagen. Daarnaast zijn er verschillende organisaties die direct betrekking hebben op het vraagstuk; verzekeraars, beveiligingsbedrijven, PKVW-bedrijven, slachtofferhulp, beveiligingsbedrijven en het CCV. (Politieacademie, 2013). Het CCV is de beheerder van het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) en ondersteunt politiekorpsen en gemeenten om inbraken te voorkomen door de ontwikkeling van campagnes te ondersteunen (Politiekeurmerk.nl, 2013). Na een woninginbraak dient er contact te worden opgenomen met de politie, zij zullen de contactgegevens doorgeven aan de slachtofferhulp, waarna een medewerker contact opneemt met het slachtoffer om te kijken of er behoefte is aan hulp. Daarnaast verleent slachtoffer hulp Nederland ook advies over aangiftes en schadeclaims. Ook kijken zij naar wat er gedaan kan worden om de psychische schade bij de slachtoffers te verminderen. Na een woningbraak moet er contact worden opgenomen met de politie, zij zullen de contactgegevens doorgeven aan slachtofferhulp, waarna een medewerker contact opneemt met het slachtoffer om te kijken of er behoefte aan hulp is. Daarnaast verleent slachtoffer hulp Nederland ook advies over aangiftes, schadeclaims en over wat er gedaan kan worden om de psychische schade bij de inwoners te verminderen en erbij te helpen (Slachtofferhulp Nederland, 2013). 2.4 Profiel van de inbreker Uit onderzoek naar de Modus Operandi (de term die gebruikt wordt om de werkwijze van een inbreker mee te omschrijven), dat in 2009 is uitgevoerd, blijkt dat ongeveer 80% van de inbrekers gelegenheidsinbrekers zijn. Het grootste deel van deze 80% valt in de leeftijdscategorie 21-30 jaar. Ruim 50% heeft een Marokkaanse nationaliteit. Uit andere onderzoeksgegevens over het geslacht van de inbrekers blijkt 84% man te zijn. Ruim 50% van de inbrekers pleegt het liefst inbraken in zijn eigen woonplaats. Ten aanzien van zijn eigen buurt is het tegenovergestelde waar, slechts 17% opereert binnen zijn of haar woonbuurt (van den Handel, Nauta & van Soomeren, 2009). Verslavingsproblemen vormen de grootste motivatie om tot het plegen van inbraken over te gaan. De inbrekers die ondervraagd werden in het onderzoek naar de Modus Operand in 1991 voerden acute geldnood - afkomstig uit verslavingskosten – aan als voornaamste argument om te beginnen met het plegen van inbraken, bij een kleiner aandeel was de reden meer van psychologische aard. Uit dit onderzoek bleek tevens dat ruim 40% van de inbrekers te kampen had met een harddrugsverslaving. Daarnaast bleek dat inbrekers met een verslavingsprobleem significant veel vaker in dezelfde buurt inbreken (Bureau Van Dijk, Van Sommeren & Partners Amsterdam, 1991). Ongeveer 30% van de partners van de inbrekers was niet op de hoogte van de levenswandel van zijn of haar partner. Daarnaast kan worden geconcludeerd dat het overgrote deel aan inbrekers weinig tot geen opleiding heeft genoten. Slechts 2 op de 16 respondenten had een opleiding in het middelbaar beroepsonderwijs afgerond. 60% had alleen het basis onderwijs afgerond, zo blijkt uit onderzoeksgegevens naar de Modus Operandi in 1991 (Bureau van Dijk et al.,1991). De helft van de daders beschikte in 1991 over een legaal inkomen dat onder de 1000 gulden lag. Driekwart ontving destijds een uitkering of toelage. De helft van de daders gaf aan schulden te hebben waarvan 1 op de 10 meer dan 10.000 – destijds – gulden, zo blijkt uit het onderzoek naar de Modus Operandi in 1991. (Bureau van Dijk et al.,1991). Doorgaans plannen gelegenheidsinbrekers hun inbraken niet. Vaak scannen zij eerst de omgeving af op openstaande ramen of deuren. Een gelegenheidsinbreker gaat vaak impulsief en daarmee niet georganiseerd te werk. Hij wil snel zijn slag kunnen slaan. De achterzijde van het huis heeft zijn voorkeur. Het liefst breekt hij via deze zijde in door met een schroevendraaier het slot op de achterdeur los te wrikken. Het liefst breekt hij tijdens de wintermaanden in. Achterpaden met veel groen en slechte verlichting hebben zijn voorkeur omdat hij denkt dat hij hier niet zo snel gezien zal worden. Struikgewas bied beschutting. Zoals eerder vermeld heeft zijn eigen woonplaats zijn voorkeur omdat hij hier het gedrag van de politie en de vluchtroutes kent. Een inbreker kan heel precies nagaan wanneer bewoners thuis zijn of niet. Door de opkomst van sociale media kunnen bewoners makkelijk vooraf gescand worden (Van den Handel et al.,2009).

3


Inbrekers hebben voor hun inbraak nauwelijks voorkeur voor een specifieke dag. Opvallend is ook dat een inbreker het liefst een inbraak pleegt tijdens de avonduren. De avonduren van 20:00 tot en met 00:00 uur scoren significant hoger dan bijvoorbeeld de uren in de nacht. (Bureau van Dijk et al.,1991) 2.5 Inbraakpreventie Uit de verschillende onderzoeksgegevens blijkt dat inbrekers zich snel laten afschrikken door datgene een directe invloed heeft op de betrapkans. Oplettende buurtbewoners, de aanwezigheid van honden, alarminstallaties en infra rood camera´s weerhouden inbrekers het meest van het plegen van de desbetreffende inbraak (Verwee, 2007; Beheersinstituut Politiekeurmerk Veilig Wonen, 2003; K. Veld, 2009). Daarnaast is het opvallend dat een huis met een PVWK-certificaat niet vanzelfsprekend inbraak tegengaat, zo kan worden geconcludeerd uit het onderzoek naar de Modus Operandi in 2009. Anti- inbraak strips zouden volgens de inbrekers zelf het beste een inbraak tegengaan (Van den Handel et al.,2009). Er zijn op dit moment een aantal technologische ontwikkelingen gaande op het gebied van inbraakpreventie. Zo bestaat er tegenwoordig automatische verlichting ,welke je in huis kan plaatsen. Daarnaast bestaan er draaiknopcilinders welke het lastiger maken om een deur te kraken. Ook het toepassen van draadglas bij makkelijk bereikbare deuren en ramen gebeurd steeds meer en is nog steeds in ontwikkeling. Draadglas houdt namelijk al het glas bij elkaar en gaat zodoende inbraak tegen (het ABC van veilig wonen (PVKW), 2013). Ook bestaan er anti-inbraakstrips welke volgens inbrekers zelf, inbraak moeilijk maken (Van den Handel et al.,2009). Een anti-inbraakstrip kost ongeveer €45 (Sloterop,2013). Ook wordt er gebruik gemaakt van lichtkoepels in woningen. Deze zijn nauwelijks open te krijgen vanaf de buitenkant. (Lichtkoepel.nl, 2013). ‘PKVW’ staat voor Politiekeurmerk Veilig Wonen. Sinds 2000 zijn de PKVW bedrijven het aanspreekpunt voor bewoners op het gebied van inbraakpreventie. Dit kan zijn om tips of adviezen te vragen over het juiste hangen sluit werk. Een PKVW- bedrijf voldoet altijd aan de voorwaarden die het PKVW zelf stelt en heeft ook een erkenningsovereenkomst met een certificatie- instelling getekend (PKVW kwaliteitsbeheer werkgroep, 2013). Een PKVW-bedrijf kan advies geven over beveiligingsmaatregelen, de woning van de klant beveiligen en een al beveiligde woning op de veiligheid controleren. Als de woning voldoet aan de eisen van het keurmerk kan het PKVW-bedrijf de bewoners het certificaat “Beveiligde Woning” toekennen (PKVW, 2012). Verschillende sloten worden beoordeeld op de veiligheid door het SKG. Het SKG is een bedrijf dat sloten beoordeeld op de veiligheid ervan en in welke mate deze inbraak bemoeilijken. Sloten worden gekwalificeerd op basis van 1 tot en met 3 sterren waarbij een score van 3 sterren de veiligste is (SKG sterrenwijzer, 2013). Een dergelijk 3 sterren SKG-slot kost gemiddeld zo’n €60 (Slotenshop, 2013). Een goedkoop alternatief in vergelijking met een alarmsysteem, deze kost namelijk al snel enkele honderden euro’s (Waakzaamwonen, 2013). 2.6 Risico buurt Bilgaard Ingezoomd op Leeuwarden valt op dat de meeste inbraken voorkomen in de Noordelijk gelegen buurten en die rechts van het centrum (Inbraken Leeuwarden – politie.nl, 2013). Grootste risicobuurt is Bilgaard (Vindplaats.net, 2013). In dit gebied is 40 keer ingebroken sinds eind September 2013 en er wonen ‘slechts’ een kleine 6000 mensen (Drimble, 2013). In perspectief bekeken ligt het aantal inbraken in deze wijk erg hoog vergeleken met de rest van de Friesland (CBS, 2010). De Buurt Bilgaard kent 50% aan eenpersoonshuishoudens. Verder blijkt dat het inwonersaantal zal blijven stijgen maar het aantal huishoudens zal blijven dalen. Het percentage senioren is zeer hoog terwijl de leeftijdscategorie 25-44 jaar erg slecht vertegenwoordigt is in deze buurt. Als we kijken naar de economische statistieken van de mensen die hier wonen in 2007 dan valt op dat 55% van de mensen een baan heeft en een populatie van 44% afhankelijk was van een uitkering, waarvan 77% langer dan één jaar. De gemiddelde woningwaarde in dit gebied bedroeg destijds €129.000 (ter vergelijking €65.000 in 2004). Naast de wonende bevolking bevindt er zich een hoge concentratie aan winkels, voornamelijk detailhandel en overige winkelpanden (Bestemmingsplan Bilgaard ,2011). Het valt op dat er in Bilgaard erg veel groen voorkomt. Het gebied onderscheidt zich door de vele parken. De hoge concentratie ‘groen’ geeft inbrekers meer kans om daadwerkelijk actief te zijn in een dergelijk gebied (Bestemmingsplan Bilgaard, 2011). In verschillende plannen wordt natuurbehoud aangemerkt als zeer belangrijk. Ook hierdoor zal het gebied voor inbrekers in de toekomst interessant blijven, dit blijkt onder andere

4


uit het woningplan Leeuwarden 2008-2012 waarin men stelt dat de buurt duurzaam en concurrerend moet kunnen blijven op gebied van wat het te bieden heeft qua natuur. In dit woningplan vormt ecologie een belangrijk aandachtspunt, inbraakpreventie ontbreekt (Woonplan Leeuwarden, 2008). Een gemiste kans. 2.7 Maatschappelijke ontwikkelingen De PKVW-werkgroep kwaliteitsbeheer heeft een aantal belangrijke besluiten genomen over aanpassingen in de huidige woningeis. Het betreft beveiligingsmaatregelen zoals het toepassen van een draaiknopcilinder en de toepassing van verlichtingsarmaturen die op zonne-energie werken. Daarnaast heeft de PKVW het besluit over de klimhoogte naar een galerij (op de eerste etage) uitgebreid. Dit jaar is besloten dat met betrekking tot bereikbare deuren, ramen en elementen, zoals omschreven in de eisen W1, W2 en W3 van het handboek Politiekeurmerk Veilig Wonen Bestaande Bouw 2011, het gebruik van enkelvoudig draadglas is toegestaan. Hierbij wordt aanbevolen om de draadglas ruit in de lijmende kit te plaatsen (PKVW-werkgroep kwaliteitsbeheer, 2013). In 2011 werden 88.761 woninginbraken geregistreerd, afgelopen jaar is dit aantal gestegen met 2,6% tot 91.153. Wel betrof het in één derde van de gevallen een poging tot inbraak. Tevens is het aantal door de politie aangehouden verdachten van woninginbraak toegenomen: van 5.186 in 2010 naar 6.531 in 2012, een stijging van 26 procent. Naar aanleiding van deze ontwikkelingen heeft het kabinet als doelstelling, het aantal inbraken in 2012 (91.000) terug te brengen naar 65.000 in 2017. Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie heeft hierover afspraken gemaakt met politie, het openbaar ministerie, het bestuur en andere partijen. Bij de bestrijding van deze zogenaamde “high impact crimes” kiest men voor een dadergerichte aanpak om zo de pakkans te verhogen (Rijksoverheid, 2013).

3 Conclusies en aanknopingspunten 3.1 Conclusies deskresearch Gemeentes zijn onvoldoende op de hoogte in welke buurten het risico op inbraak het grootst is en spelen hier te weinig op in. In het woningplan van bijvoorbeeld de grootste risicobuurt in Leeuwarden - Bilgaard - speelt inbraakpreventie geen enkele rol. Het is van belang dat gemeentes beter zicht krijgen op de risicobuurten in hun gemeente. Van de inbrekers is bekend dat ze de voorkeur geven aan oudere wijken met veel groen. De meeste inbraken worden gepleegd via de achterzijde van de woning met als hulpmiddel een schroevendraaier. Inbrekers geven aan het meest belemmerd te worden door een anti-inbraakstrip. Een anti-inbraakstrip is in die zin dus het meest effectieve middel om inbraak tegen te gaan. Potentiële slachtoffers van inbraak zijn inwoners van risicobuurten. Met name mensen van 55 jaar en ouder met een uitkering als enige bron van inkomsten zijn vaak het slachtoffer van inbraak. Een laag inkomen kan de reden zijn dat er onvoldoende geïnvesteerd wordt in inbraakpreventie. Het is van belang dat er meer gewezen wordt op betaalbare preventiemiddelen. Opvallend is dat vooral gewezen wordt op het belang van gecertificeerde sloten welke duur in aanschaf zijn. De aanschaf van een anti-inbraakstrip is niet alleen goedkoper, het is tevens een effectiever middel om inbraak te voorkomen. Het PKVW kan met betrekking tot dit probleem een rol spelen als intermediair. 3.2 Conclusies kwalitatief onderzoek De conclusies die getrokken zijn uit de afgenomen interviews zijn gebeurd op basis van 5 kernvragen: - Hoe schat de doelgroep het inbraakrisico met betrekking tot de eigen woning in? - Via welke middelen en media wordt de doelgroep het liefst voorgelicht? - In welke mate is de doelgroep bekend met het PVKW- keurmerk? - In hoeverre is de doelgroep bekend met inbraakpreventie-middelen? - In welke mate is de doelgroep eerder ingelicht en op welke manier is dit gebeurd? 6 van de 9 respondenten gaven aan bekend te zijn met het PKVW keurmerk. Alle 6 respondenten twijfelen over de waarde van zo’n certificaat. Veelal zijn zij in de veronderstelling dat het meer iets is voor rijkere huizen. 4 van de 9 respondenten gaven aan een lichte voorkeur te hebben voor persoonlijke voorlichting, 3 van de 9 respondenten gaven aan liever schriftelijk te willen worden geïnformeerd. 5 van de 9 respondenten gaven aan

5


niet eerder voorgelicht te zijn geweest op gebied van inbraakpreventie. De overige 4 respondenten gaven aan wel eerder te zijn voorgelicht maar door verschillende partijen. 7 van de 9 respondenten gaven aan redelijk bekend te zijn met inbraakpreventie en mogelijk te treffen maatregelen. Als hen gevraagd wordt naar producten op gebied van inbraakpreventie worden veelal sloten en grendels genoemd. 2 van de 9 respondenten gaven aan niet bekend te zijn met inbraakpreventie omdat het hun niet interesseert. 7 van de 9 respondenten verwachten niet dat er ingebroken zal worden bij hun in de toekomst. Alle 7 respondenten beantwoorden de vraag; ‘waarom heeft u de verwachting dat er bij u niet zal worden ingebroken?’ met, ‘omdat er toch niets te halen valt’. De respondenten blijken niet genoeg bekend te zijn met inbraakpreventie en onderschatten het inbraakrisico dat ze lopen. Er is onvoldoende risicobesef. De respondenten geven overeenstemmend aan dat ze het inbraakrisico met betrekking tot de eigen woning klein achten omdat er toch niets bij hun te halen valt. Een kleine meerderheid wordt het liefst persoonlijk voorgelicht, een iets kleiner deel wordt liever schriftelijk voorgelicht in bijvoorbeeld regionale bladen. De respondenten verkeren in de veronderstelling goed bekend te zijn met inbraakpreventie en de werkwijzen van de inbrekers. Goedkopere en alternatieve producten op het gebied van inbraakpreventie, zoals bijvoorbeeld een anti-inbraakstrip worden echter niet genoemd. De respondenten hechten nauwelijks waarde aan een PKVW-certificaat of vinden niet dat het op hun van toepassing is.

4 Communicatiedoelgroep Gelegenheidsinbrekers zijn het meest actief in de risico buurten. Dit zijn buurten waar het inbraakrisico erg hoog is. Een van deze hotspot buurten is de buurt Bilgaard. Het aantal senioren is hier erg hoog, vaak zijn zij alleenstaand en financieel afhankelijk van een uitkering of toelage. Geld om te besteden aan inbraakpreventie hebben zij niet. Vaak zijn de huizen verouderd, is er veel groen en slechte verlichting. Hierdoor is het inbraakrisico erg hoog. Senioren van 55 jaar en ouder die woonachtig zijn in een risicobuurt behoren dan ook tot de primaire communicatiedoelgroep. Inbrekers geven aan het meest belemmerd te worden door anti-inbraakstrips. Een anti-inbraakstrip is in die zin dus het meest effectieve middel om inbraak tegen te gaan. Een uitkomst gezien de communicatiedoelgroep weinig geld ter beschikking heeft voor duurdere anti-inbraak producten. Om senioren te wijzen op dit effectieve en betaalbare middel kan het Politie keurmerk veilig wonen (PKVW) dienst doen als intermediair. Het PKVW dient de communicatiedoelgroep in te lichten over de voordelen van een anti-inbraakstrip. Het PKVW is de secundaire communicatiedoelgroep.

5 Communicatiedoelstellingen 1. 2. 3. 4.

Op 31 November 2014 is 20% van de primaire communicatiedoelgroep persoonlijk voorgelicht over het inbraakrisico dat zij lopen. Op 31 November 2014 heeft 20% van de primaire communicatiedoelgroep de achterdeur voorzien van een anti-inbraakstrip. Op 31 December 2014 heeft 15% van de communicatiedoelgroep informatie opgevraagd over inbraakpreventie via de betrokken partijen. Het aantal gepleegde inbraken onder de communicatiedoelgroep is met 25% gedaald aan het einde van de donkere dagen periode 2014/2015 in vergelijking met de donkere dagen 2013/2014.

6 Communicatiestrategie Daar, de doelgroep een gebrek heeft aan risicobesef zal ze overtuigd moeten worden van het feit dat ook zij het risico lopen om slachtoffers te worden van inbraak. Overtuigen is dan ook de basisstrategie die zal worden toegepast. Daarnaast is gekozen voor een persoonlijke benadering d.m.v. het benoemen van de betreffende wijk waarin de communicatie verspreid wordt. De communicatie zal dus worden aangepast naar lokaal niveau. Voorlichting door de Politie in de maanden Oktober en November zal deze persoonlijke manier van benaderen versterken. De communicatiedoelgroep verwacht dat zij weinig inbraakrisico loopt omdat er weinig te halen valt. Het is van belang dat de doelgroep beseft dat een gelegenheidsinbreker niet kijkt naar de waarde van de potentiele buit maar naar het gemak waarmee hij kan inbreken. Dit is tevens de boodschap die naar de doelgroep gecommuniceerd wordt aan de hand van verschillende campagnemiddelen. Door de doelgroep te benaderen

6


vanuit de inbreker zal ze geconfronteerd worden met het risico dat ze loopt. Met dit creatief concept zal de boodschap uitgedragen worden. De respondenten gaven in het kwalitatief onderzoek aan, veel waarde te hechten aan persoonlijke gesprekken. Daarom wordt gebruikt gemaakt van persoonlijke voorlichting, zowel aan huis als groepsvoorlichting. Het creatief concept is van toepassing op de website, de sociale media, posters en flyers. Uitwerkingen van middelen dient te gebeuren conform de uniforme huisstijl van de politie met diens kernwaarden in acht genomen.

7 Communicatiemiddelen en planning 7.1 Mediaplanning

7.2 Toelichting campagnemiddelen Er zal persoonlijke voorlichting plaatsvinden om de communicatiedoelgroep bewust te maken over het inbraakrisico dat zij loopt. De website dient om de communicatiedoelgroep te informeren en door te verwijzen. De toepassing van sociale media dient om de doelgroep met regelmaat kort en bondig te kunnen informeren en biedt daarnaast de mogelijkheid om het dialoog met ze aan te gaan. Dit creĂŤert ruimte om persoonlijke advies te verlenen. De communicatiedoelgroep leest veelal regionale bladen waarin advertenties zullen worden geplaatst. In deze advertenties wordt de doelgroep vanuit het standpunt van de inbreker gewezen op het inbraakrisisco dat ze lopen. Posters worden ingezet met dezelfde strategie, tevens een relatief goedkoop middel met groot bereik. Posters zullen worden opgehangen in de risicobuurten. Doel is hierbij om op lokaal niveau de boodschap te communiceren. Verder zullen er flyers huis aan huis worden verspreidt om het bereik van de campagne te vergroten en een zo groot mogelijke dekking te kunnen waarborgen. Het creatief concept zal samen met de kernwaarden van de politie de leidraad vormen van alle campagnemiddelen. De advertentie en de website zijn uitgewerkt als campagnemiddel en te vinden in de bijlage. Intermediair PKVW dient op de hoogte gebracht te worden van het belang van voorlichting over het gebruik van een anti-inbraakstrip, zowel met betrekking op het preventieve effect van dit middel als ook het voordelige kostenplaatje dat hier aanhangt. Het PKVW dient aan te worden gezet tot verspreiding/verkoop van inbraakstrippen onder de communicatiedoelgroep.

7


7.3 Kostenberekening Kostenoverzicht is uitsluitend berekend over risicobuurt Bilgaard. Er is geen toegang tot gegevens die de mogelijkheid biedt alle risicobuurten in Noord-Nederland in kaart te brengen. Politie Noord-Nederland heeft wel toegang tot deze gegevens. Het ontwerpen en tot stand brengen van de website kost om en nabij de €500 euro. Het domein en de hosting van de website bedraagt €40 euro per jaar. Twitter en Facebook kunnen kosteloos gebruikt worden. Afhankelijk van de activiteit op sociale media zal er rekening moeten worden gehouden met uurloon. Sociale media biedt ook mogelijkheden m.b.t. adverteren, de kosten hiervan hangen af van meerdere factoren en worden zodoende niet in dit overzicht opgenomen. De totale kosten van de online campagne bedragen dus minimaal €540. Uitgaande van 26 plaatsingen, kost adverteren in een regionaal huis aan huis blad €175 per plaatsing. Het gaat dan om een advertentie van een halve pagina groot. In totaliteit over de gehele campagne berekend bedragen de advertentiekosten dus per regio €4550 euro. De buurt Bilgaard kent 4 centrale bushokjes die kunnen worden voorzien van abri’s. De gemiddelde kosten voor het laten drukken van 4 stuks bedraagt €100 euro. Hetzelfde bedrag wordt door ons bureau in rekening gebracht voor het ontwerp ervan. 10 weken ruimte reserveren kost 1000 euro. De totale kosten voor het adverteren in bushokjes bedragen dus; €1200 De kosten van voorlichting hangen af van de locatie, het geldende uurloon, de verwachte arbeidsintensiteit en kunnen zodoende niet opgenomen worden in deze berekening. De kosten van de campagne in een buurt als Bilgaard bedragen samengevat op zijn minst; Website Advertentie Abri’s Totaal:

€ € €

540 4550 1200 +

6290

Naast de hiervoor genoemde kosten worden er ook kosten in rekening gebracht voor het opstellen van dit plan. De totale kosten hiervan bedragen €650.

8


Literatuurlijst Rijksoverheid.(07-12-2012) ‘Inrichtingsplan nationale politie’ http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2012/12/07/inrichtingsplan-nationale-politie.html Geraadpleegd op 16-12-2013 Nationale politie(30 augustus 2012) ‘inrichtingsplan op weg naar realisatie’ http://www.boxmeer.nl/document.php?m=1&fileid=38795&f=de0f96fc46fa1a4a03f07c9475494c20&attachment=0&c=25389 Geraadpleegd op 16-12-2013 Nationale politie (12-11-13) ‘Licht zet inbrekers in het zicht’ http://www.politie.nl/nieuws/2013/november/12/06-pijnacker-nootdorp-resultaten-campagnelicht-zet-inbrekers-in-het-zicht.html Geraadpleegd op 16-12-2013 Nationale Politie (z.d.) ‘Samenwerken’ http://www.politie.nl/over-de-politie/samenwerken.html Geraadplegd op 12-12-2013 Politieacademie. (z.d.) ‘Opleiding vrijwillige politie 2.0 vernieuwd’ https://www.politieacademie.nl/overdepolitieacademie/nieuws/Paginas/Opleiding-vrijwillige-politie-2.0--vernieuwd.aspx Geraadplegd op 13-12-2013 Weststellingwerf. (2-7-2012) ‘Inbraakpreventie’ http://www.weststellingwerf.nl/sjablonen/1/infotype/webpage/view.asp?objectID=8516 Geraadpleegd op 13-12-2013 Wikipedia. (z.d.) ‘Openbaar Ministerie Nederland’ http://nl.wikipedia.org/wiki/Openbaar_Ministerie_(Nederland) Geraadplegd op 13-12-2013 Politie. (01-11-2012) ‘PKVW’ http://www.politiekeurmerk.nl/keurmerk/keurmerkpartners/pkvw-bedrijven Geraadpleegd op 14-12-2013 Politie. (01-11-2012) ‘inbreker in de kou’ http://www.politiekeurmerk.nl/inbrekerindekou Geraadplegd op 17-12-2013 Waakzaam wonen. (z.d.) inbraakbeveiliging http://www.waakzaamwonen.com/inbraakbeveiliging-c-59.html Geraadpleegd op 16-12-2013 8 Slotenshop (z.d.) cilinder-WLP http://www.slotenshop.nl/cilinder-WLP Geraadpleegd op 16-12-2013 SKG. (z.d.) sterrenwijzer http://www.skg.nl/skg-sterrenwijzer.html Geraadpleegd op 16-12-2013 Politie (z.d.) Woningcorporatie http://www.politiekeurmerk.nl/woningcorporatie Geraadpleegd op 16-12-2013 Verwee, I. & Ponsaers, P. & Enhus, E. (2007) ‘Inbreken is mijn vak’ Den Haag: Boom Lemma uitgevers Geraadpleegd op 11-12-2013 Beheerinstituut Politiekeurmerk Veilig Wonen (2003) ‘”Quickscan” onderzoek naar de werkwijze (MO) van woninginbrekers in 5 politieregio’s in Nederland in 2002’ Beheerinstituut Politiekeurmerk Veilig Wonen. Geraadplegd op 11-12-2013 Veld, K. (2009) scriptie ‘Fysieke omgevingskenmerken en woninginbraak in Enschede’ Universiteit Twente, Geraadpleegd op 11-12-2013 CBS. (19-12-2010) slachtoffers woninginbraak http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/veiligheid-recht/publicaties/artikelen/archief/2012/2012- 12-slachtofferswoninginbraakart.htm?RefererType=RSSItem Geraadplegd op 11-12-2013


Nauta, O. & Van den Handel &van Soomeren & van Amesfoort ‘Hoe doen ze het toch? Modus Operandi Woninginbraak’ (2009) Amsterdam DSP – groep BV geraadpleegd op 10-12-2013 Politie (z.d.) Het ABC van Veilig wonen 2013. http://www.politiekeurmerk.nl/doc/downloads/2012/abc-voor-veilig-wonen-2013.pdf Geraadplegd op 12-12-2013 Politieacademie (10-2012) Rapport woninginbraken https://www.politieacademie.nl/overdepolitieacademie/nieuws/Documents/RapportWoninginbraken_definitief.pdf Geraadpleegd op 10-12-2013 DSP Groep. (12-1991) Rapport woninginbraak http://www.dsp-groep.nl/getFile.cfm?dir=rapport&file=91_32_Woninginbraak_32-19912.pdf Geraadpleegd op 12-12-2013 Politie. (29-10-2013) Inbraken Leeuwarden. http://www.politie.nl/misdaad-in-kaart?geoquery=Leeuwarden&categorie=1&categorie=2 Geraadpleegd op 12-12-2013 Vindplaats.net (z.d.) z.d. http://www.vindplaats.net/postcode/8921/ Geraadpleegd op 13-12-2013 Vindplaats.net (z.d.) z.d. http://www.vindplaats.net/postcode/8918/ Geraadpleegd op 13-12-2013 Drimble(z.d.) Bilgaard http://drimble.nl/buurten/802101/bilgaard.html Geraadpleegd op 13-12-2013 Gemeente Leeuwarden (10-06-2011) Bestemmingsplan Bilgaard, Leeuwarder bos en omgeving http://wro.leeuwarden.nl/leeuwarden/1DCDE551-A0A2-406A-9970-3A39E02EC05D/t_NL.IMRO.0080.03004BP00-OW01.pdf Geraadpleegd op 13-12-2013 LivingLeeuwarden.nl (z.d.) Woon-Plan, http://www.livingleeuwarden.nl/home/woonfestival-leeuwarden/woon-plan/ Geraadpleegd op 13-12-2013 Politie. (13-11-2013) besluiten PKVW-werkgroepkwaliteitsbeheer http://www.politiekeurmerk.nl/nieuws/2013/131113_besluiten-pkvw-werkgroep-kwaliteitsbeheer-pkvw Geraadpleegd op 13-12-2013 Lichtkoepel. (z.d.) z.d. http://www.lichtkoepel.nl/index.php?action=extra&extra=A_faq&lang=NL Geraadpleegd op 13-12-2013 Politie. (14-06-2013) besluit aanvulling beveiliginsrichlijn pkvw versie februari 2013 http://www.politiekeurmerk.nl/nieuws/2013/180613_besluit-aanvulling-beveiligingsrichtlijn-pkvw-versie-februari-2013 Geraadpleegd op 12-12-2013 Politie (1-11-2013) Inbreker in de kou http://www.politiekeurmerk.nl/inbrekerindekou Geraadplegd op 17-12-2013 CVV (01-01-2013) Donkere Dagen Offensief http://www.hetccv.nl/dossiers/overvalcriminaliteit/donkere-dagen-offensief Geraadpleegd 09-01-2014 Sloterop, prijzen anti-inbraak strip (z.d. )z.d. http://www.sloterop.nl/ Geraadpleegd op 10-1-2014


Bijlage 1 – Onderzoeksopzet Methode van onderzoek Deskresearch Kwalitatief onderzoek (diepte-interviews) - Dader interview - Doelgroep interviews * Alle interviews worden afgenomen met mensen uit de doelgroep Groepsleden Factotum Lauren Visser Loran Gilsing Kor Wijnja Hoofdvraag Hoe kan de Politie Noord-Nederland het beste communicatie inzetten om burgers bewust te maken van het belang van inbraakpreventie?

Deelvragen 1 Hoe kenmerkt de sociale situatie van een inbreker zich? Deskresearch, kwalitatief onderzoek. 2 Welke motieven voert een inbreker aan voor zijn daad? Deskresearch, kwalitatief onderzoek. 3 Wat voor soorten inbraak komen er het meest voor? Deskresearch 4 Wat zijn de risico buurten en hoe kenmerken deze zich? Deskresearch, kwalitatief onderzoek. 5 Wat voor ontwikkelingen vinden er plaats op gebied van inbraakpreventie? Deskresearch 6 In hoeverre zijn burgers op de hoogte inbraakpreventie? Deskresearch, kwalitatief onderzoek 7 Op welke manier kan inbraakpreventie het best gecommuniceerd worden naar de burgers toe? Kwalitatief onderzoek

Onderzoeksdoel Vaststellen op welke manier politie Noord-Nederland het beste communicatie kan inzetten om burgers bewust te maken van inbraakpreventie. Validiteit Hoe zorgen we ervoor dat de uitkomst van ons onderzoek valide is? - Reeds bestaande onderzoeksuitkomsten met elkaar vergelijken en elkaar laten ondersteunen om de betrouwbaarheid te laten stijgen. - Het analyseren van bronnen om erachter te komen in welke mate deze betrouwbaar zijn. - Geen suggestieve vragen gebruiken in ons kwalitatief onderzoek. - Doorvragen


Bijlage 2 – Interviewschema van de doelgroep Dit interviewschema heeft betrekking op de deelvragen 4, 6 en 7. 1) Is er bij u thuis ooit ingebroken of is er bij u thuis ooit een poging gedaan tot inbreken? 2) Acht u de kans groot dat er bij u (weer) zal worden ingebroken? 3) Bent u op de hoogte van de werkwijzen die inbrekers er op na houden? 4) -

Heeft u maatregelen getroffen om inbraak tegen te gaan? Welke maatregelen zijn dit? Hoeveel euro heeft u ongeveer uitgegeven aan inbraakpreventie? Hoeveel euro bent u bereid uit te geven aan inbraakpreventie?

5) Bent u bekend met de maatregelen die u kunt treffen tegen inbraak? - Bent u hier op gewezen en zo ja door wie? 6) Bent u bekend met het PVKW certificaat? 7) Als u zelf in een inbreker zou zijn, hoe zou u dan in uw eigen huis inbreken? 8) Bent u al voorgelicht over inbraakpreventie? - Op welke manier is dit gebeurd en door wie? 9) Heeft u er belang bij te worden voorgelicht over dit onderwerp? - Via welk medium zou u het liefst geĂŻnformeerd worden?


Bijlage 3 – Interviewschema van de dader Dit interviewschema heeft betrekking op de deelvragen 1, 2 en 4. 1) Klopt het dat u in het verleden diverse inbraken pleegde? 2) Wat was voor u de reden om in te breken? 3) Is uw sociale situatie van invloed geweest op het inbreken? 4) Had u als inbreker voorkeur voor een bepaald type woning? 5) Plande u vooraf uw inbraken? 6) Op welke manier(en) kwam u een woning binnen? 7) Gebruikte u gereedschap bij het plegen van een inbraak? 8) Zijn er factoren geweest waardoor u een inbraak besloot te staken? 9) Welk type inbraakpreventie schrikt volgens u het meeste af? 10) Is het soort bewoner van invloed geweest op uw keuze om wel of niet over te gaan tot inbreken? 11) Als u één gouden tip zou mogen geven om inbraak tegen te gaan welke zou dat dan zijn?


Bijlage 4 – Uitgewerkte doelgroep- interviews Interview 1 V) Welkom bij dit interview. Zullen we maar gelijk beginnen? A) Dat is is goed hoor. V) Is er bij u thuis ooit ingebroken of is er bij u thuis ooit een poging gedaan tot inbreken? A) Nee, nog nooit. Ik had wel eens een boodschappentas op de fiets liggen met een portemonnee boven op de boodschappen in de tas. Met een inhoud 100 gulden. V) Hoe heeft dit kunnen gebeuren? A) Ik kwam bij de supermarkt vandaan en moest even iets bij de chinees vragen. V) Acht u de kans groot dat er bij u in de toekomst in zal worden gebroken? A) Nee. Maar je weet het nooit zeker, natuurlijk. V) Vanwaar deze veronderstelling? A) Ik heb meestal de achterdeur op slot. Ik heb ’s nachts altijd grendels op de voordeur en op de achterdeur. En op de kozijnen van de ramen zitten kleine slotjes. Dat is van het PVKW. Dat heb ik toen aangeboden gekregen en dat kostte niet zo duur. V) Via wie heeft u dit aangeboden gekregen? A) Via de woningbouwvereniging jaren geleden. V) Bent u op de hoogte van de werkwijzen die inbrekers er op na houden? A) Ja ik ben op de hoogte. V) Vertel eens welke werkwijzen een inbreker er op na houdt volgens u? A) Ze leggen wel eens een papiertje neer onder de voordeur en als deze na een paar dagen nog niet gevonden is weten ze de inbrekers dat er niemand thuis in. Ze bekijken ook wel eens de rouwadverenties, en dan gaan ze bij de familie langs omdat ze veronderstellen dat zij niet thuis zijn. V) U vertelde al dat u maatregelen heeft getroffen op het gebied van inbraakpreventie. Waar liggen de knelpunten voor inbrekers bij uw huis? Wat in uw huis is niet goed beveiligd? A) Dan zou het zomers zijn. Als we buiten zitten dan staat de achterdeur wel eens open. V) Heeft u zomers de ramen open staan? A) Ja. V) Beschikt uw woning over een alarmsysteem? A) Nee, er valt hier niet zoveel te halen. V) Inbrekers breken juist graag in dergelijke woningen, welke veel voorkomen in de buurt waarin u woont. Hoe kan dat volgens u?


A) Omdat ze geen alarminstallaties hebben? Ik denk dat ook wel telt. V) Als u een inbreker was, hoe zou u dan in uw eigen huis inbreken? A) Het raam inslaan. V) Waarom op deze dergelijke wijze? A) Ik zou anders niet weten hoe ik in mijn eigen huis moet komen, als ik alles op slot heb. V) U zegt dat u dat niet goed weet. Komt dat omdat er echt geen verdere manieren zijn om in uw huis in te breken of omdat u niet over genoeg kennis beschikt? A) Ik denk dat dat komt doordat er geen manieren zijn. V) Waar bewaart u uw huissleutel als u van huis gaat? A) De sleutel heb ik altijd bij me. V) Bent u vaak van huis? A) Nee. V) Als blijkt dat uw huis niet inbraakveilig is, zou u dan overwegen om uw huis inbraakveilig te laten maken? A) Ja. V) Hoeveel geld heeft u hier voor over? A) 50₏ V) Is dat niet wat weinig? Een goed alarminstallatie kost al enkele honderden euro’s. A) Ik hoef niet een hele alarminstallatie. Ik heb hier niet veel spullen van waarde in huis. V) Bent u bekend met het PVKW certificaat? A) Ja. Ik lees daar wel veel over. V) Vindt u dat een PVKW certificaat nut heeft en waarom wel of niet? A) Ik denk dat het wel nut heeft. Maar eerder als je in je huis veel waardevolle spullen hebt. V) Bent u al voorgelicht over inbraakpreventie? A) Ja, via de woningbouwvereniging en via boeken. V) Wat voor boeken waren dit? A) Ik bedoel eigenlijk tijdschriften. In de Libelle en Margiet lees je vaak over actuele onderwerpen. Inbraakpreventie hoort dat ook bij. V) Heeft u er belang bij te worden voorgelicht over dit onderwerp? A) Misschien wel. Ik weet het eigenlijk niet?


V) U zegt: “ik weet het eigenlijk niet”, vanwaar deze twijfel? A) Omdat mijn huis wel goed beveiligd is, naar mijn idee. Maar ik ben niet de op de hoogte van veel nieuwe technieken qua beveiliging of voor de inbrekers. V) Vooral (alleenstaande) senioren – waaronder u – wonend in buurten zoals deze zijn het slachtoffer van inbraak. Hebben zij er belang bij om goed hierover voorgelicht te worden? A) Ja, zeker. Mensen die hier wonen zullen ongetwijfeld een makkelijkere prooi zijn. Omdat ze fysiek gewoon minder zijn. V) Via welke mediums kunnen we senioren vanaf 55 jaar woonachtig in oudere buurten in NoordNederland het beste kunnen bereiken? A) Dat verschilt van man tot vrouw denk ik. Zelf lees ik graag bladen (tijdschriften) en kijk ik graag naar de publieke omroep op de avond. Specifiek programma wat ik bijvoorbeeld altijd kijk is Hea! – op omrop fryslan. V) Ik wil u hartelijk danken voor het interviewen. A ) Geen probleem hoor, graag gedaan. Interview 2 V) Is er bij u thuis ooit ingebroken of is er bij u thuis ooit een poging gedaan tot inbreken? A) Nee, ik geloof niet dat er ooit bij is ingebroken. Voor zover ik mij kan heugen is er nooit ingebroken. V) Acht u de kans groot dat er bij u zal worden ingebroken? A) Nee dat lijkt me onwaarschijnlijk. Er valt bij mij helemaal niets te halen. V) Bent u op de hoogte van de werkwijzen die inbrekers er op na houden? A) Ja hoor. Ik ben bekend met meerdere methodes die gebruikt worden om in te breken. V) Kunt u wellicht benoemen met welke methodes u bekend bent? A) Inbrekers kunnen gewoonweg het raam intikken om vervolgens de deur open te maken. Vroeger, ik weet niet of dat nog steeds zo is, konden inbrekers op een simpele manier het schanier uit een deur tikken. Verder zijn er bepaalde sloten die voor een gevorderde dief gemakkelijk zijn open te maken met behulp van een haarspeld of bankpas. En je hebt natuurlijk ook inbrekers die gewoon de boel openbreken met een koevoet. Oja, en natuurlijk zullen er ook genoeg zijn die je huis binnenkomen via die kleine raampjes. Die staan vaak open. V) Heeft u maatregelen getroffen om inbraak tegen te gaan? A) Om heel eerlijk te zijn niet. Zoals ik zojuist al zei; er valt bij mij helemaal niets te halen. V) Hoeveel euro bent u bereid om eventueel uit te geven aan inbraakpreventie? A) Daar heb ik helemaal niets voor over. Ik heb daar simpelweg het geld niet voor. V) Is een woningbouw in uw ogen verantwoordelijk om een gedeelte van de kosten te dragen van inbraakpreventie?


A) Bepaalde soorten inbraakpreventie zou een woningbouw inderdaad moeten bekostigen als je het mij vraagt. V) Wat voor soort inbraakpreventie doelt u dan precies op? A) Een woningbouw zou de openslaande ramen kunnen voorzienen van sloten die je met een sleutel op slot kunt doen. Wat betreft de deuren; daarvoor zijn er speciale pinnen die doorlopen in het kozijn wanneer de deur dicht zit. Zo kan een inbreker nooit de deur er uit lichten. Maar een woningbouw zou ook gerust zorg kunnen dragen voor sensorverlichting buiten. V) Bent u bekend met verdere maatregelen die u kunt treffen tegen inbraak? A) Ja hoor. Ik ben bekend met diverse maatregelen op het gebied van inbraakpreventie. V) Bent u hier op gewezen en zo ja door wie? A) Ik ben er niet zozeer op gewezen maar heb hier en daar - door de jaren heen - wel wat opgevangen natuurlijk. V) Bent u bekend met het PVKW certificaat? A) Ik ben zelfs in het bezit geweest van zo’n certificaat. V) Bent u al voorgelicht over inbraakpreventie? A) Nee ik kan mij niet herinneren ooit voorgelicht te zijn. Zels op het moment dat ik het PVKW keurmerk overhandigd heb gekregen is mij geen verdere tekst en uitleg gegeven. V) Heeft u er belang bij te worden voorgelicht over dit onderwerp? A) In principe niet. Als ik iets wil weten dan ben ik zelfstandig genoeg om daar zelf achter te komen. Ook op dit gebied. Ik kan mij echter wel voorstellen dat er veel mensen rondlopen die er wel bij gebaat zouden zijn. V) Via welk medium zou u het liefst geinformeerd worden? A) Als ik zou moeten kiezen dan zou ik het liefst persoonlijk worden voorgelicht. Via de mail is echter ook prima. Ik kan me echter wel voorstellen dat er veel mensen zijn die de mail niet lezen of oudere mensen die misschien niet eens een mail hebben. In die zin is persoonlijke voorlichting toch het allerbeste. V) Bedankt voor dit interview, uw medewerking helpt ons een eind op weg in ons onderzoek. A) Geen probleem, graag gedaan. Veel succes verder met jullie onderzoek. Interview 3 V) Welkom bij dit interview. Zullen we maar gelijk beginnen? A) Dat is prima hoor. V) Is er bij u thuis ooit ingebroken of is er bij u thuis ooit een poging gedaan tot inbreken? A) Nee, gelukkig niet. V) Is er wel eens bij bekenden van u ingebroken?


A) Nee, ook niet. Oh, ja, nu daagt me er wel iets. Bij een oude jeugdvriend van mij is ooit eens een camera gestolen. V) Acht u de kans groot dat er bij u (weer) zal worden ingebroken? n.v.t. V) Bent u op de hoogte van de werkwijzen die inbrekers er op na houden? A) Ik weet niet precies welke werkwijzen er op na houden want ik heb geen directe ervaring met inbrekers. Maar ik heb wel een idee hoe ze dat doen, dat is niet zo moeilijk‌ V) Vertel eens welke werkwijzen een inbreker er op na houdt volgens u? A) Een raam of een deur forceren met een koevoet of een raam inslaan. Als de deuren of ramen extra vergrendeld zijn is dit met een koevoet moeilijker. V) Maakt het inslaan van een raam niet ontzettend veel herrie? Inbrekers zelf geven aan dat zij veel angst hebben om betrapt of gezien te worden. A) Ze plakken het ook wel eens af met plakband zodat het glas niet op de grond valt. Hierdoor kunnen inbrekers zonder al te veel herrie binnenkomen. Maar dat is al snel te veel werken. V) Heeft u maatregelen getroffen om inbraak tegen te gaan? A) Ja, op de voor en achterdeur hebben wij extra grendels. V) Door welke instanties werden deze grendels verleend en wat kostte dit? A) Door de plaatselijke woningbouw. Kostten hadden we hier niet aan. V) Op welke wijze beveiligd u uw ramen? A) Eigenlijk verder niet. V) Heeft u de ramen vaak open staan? A) Uhm, nee. Ja, alleen boven. Maar daar kunnen ze vaak niet inkomen. V) Waarom kunnen ze daar niet inkomen? A) Omdat ze nergens op kunnen klimmen. Dan moet het met een trap en dat is vrij onwaarsschijnlijk. V) Bent u bekend met de maatregelen die u kunt treffen tegen inbraak? A) Wij kunnen verder geen maatregelen treffen tegen inbraak. Dan mogen we alles wel afschroeven met ijzeren platen. V) Heeft u nooit gehoord van draadglas of anti-inbraak-strips ? A) Draadglas wel‌ maar in deze ramen zet je geen draadglas. En het is ook van de woningbouwvereniging, dat doe je zelf niet. V) Is dat omdat u er zelf geen geld voorover hebt? A) Nee, draadglas in de ramen staat hier niet. En we kunnen ons geld wel beter gebruiken dan aan het aanschaffen van draadglas.


V) Bent u bekend met het PVKW certificaat? A) Ja, dan komt de politie bij je langs, toch? En dan keuren ze het… je huis. V) Vindt u dat een PVKW certificaat nut heeft en waarom wel of niet? A) Het heeft wel wat nut natuurlijk. Als het gekeurd is heb je toch voorzorgsmaatregelen genomen – met grendels enzo – dat het toch wat moeilijker voor inbrekers is om erin te komen. Maar het is geen garantie dat ze er echt niet inkomen. Als ze er in willen komen, komen ze er echt wel in. Je hoeft tegenwoordig ook niet alles meer te beveiligen, dat heeft geen nut meer. Je kan beter blut zijn. V) Bent u al voorgelicht over inbraakpreventie? A) Via formulieren ben ik wel eens ingelicht. Verder moet je voor jezelf wel weten wat je er aan kunt doen. V) Wat voor formulieren waren dit? A) Van de politie. Wat je eraan kunt doen, in combinatie met de woningbouwverening. Het waren meer wat simpele dingetjes zoals het afsluiten van schuurtjes, doe de achterdeur op slot als je van huis gaat, of bijvoorbeeld tips over meerdere sloten/grendels. V) Heeft u er belang bij te worden voorgelicht over dit onderwerp? A) Nee, nu niet meer. Ik weet nu genoeg. V) U zegt: “nu niet meer”. Was dit eerder wel belang geweest? A) Eerder zou het wel interessant geweest om te horen wat je allemaal tegen inbraakgevaar kunt doen. V) Vooral senioren ouder dan 55 jaar zijn het slachtoffer van inbraken. Vindt u dat deze groep wel belang er bij heeft om goed voorgelicht te worden? A) Dat is een makkelijke prooi, maar ook zij weten wel wat ze op dit gebied er tegen kunnen doen. Misschien is deze groep heel moeilijk bereikbaar. V) Waarom is dit een makkelijke prooi? A) Omdat ze vaak slechter horen en zien. Daarnaast zijn ze vaak slecht ter been. Ze zijn kwetsbaarder. V) Via welke mediums kunnen we senioren vanaf 55 jaar woonachtig in oudere buurten in NoordNederland het beste kunnen bereiken? A) Via TV en kranten. V) Welke zenders en kranten doelt u dan op? A) De provinciale bladen en provinciale TV-zenders en Nederland 1, voor of na het Journaal. V) Mag ik u bedanken voor het interview. A ) Graag gedaan, succes er verder mee.


Interview 4 V) Welkom bij dit interview over inbraakpreventie. Zullen we beginnen? A) Akkoord hoor. V) Is er bij u thuis ooit ingebroken of is er bij u thuis ooit een poging gedaan tot inbreken? A) Ja, jaren geleden is er een poging gedaan tot inbraak bij ons thuis. Mijn man hoorde gesleutel aan de achterdeur omdat hij nog wakker was. Hij slaapt namelijk vaak onrustig. Hij heeft toen het licht op de overloop en in de gang aangedaan. Eenmaal beneden zag hij een schim wegrennen door de achtertuin. V) Om welk tijdstip gebeurde dit? A) Dat gebeurde rond een uur of 1. V) Wat was de reden – denkt u - dat de inbreker deze poging op uw huis ondernam? A) Waarschijnlijk omdat hij ons huis als een makkelijk doelwit aanzag. Veel was en is hier niet te halen. V) Op welke manier probeerde de inbreker in uw huis te komen? A) Hij probeerde met een voorwerp het slot los te wrikken. V) Welke inbraakpreventie maatregelen heeft u hierna getroffen? A) We waren er destijds erg van geschrokken. We hebben extra grendels laten plaatsen en laten nu ’s nachts altijd het licht in de keuken aan. V) Wat hebben deze grendels gekost? A) Dat weet ik zo even niet meer. Dat zal enkele tientjes geweest zijn. Mijn man heeft ze zelf bevestigd. V) Waar heeft u deze grendels gekocht? En waar kwam dit initiatief vandaan? A) Dit was een initiatief van uit onszelf. Mijn man heeft de grendels bij een doorsnee bouwbedrijf gekocht. V) Zijn er eerder inbraken gepleegd in deze buurt of pogingen tot? A) Ik weet van een kleine inbraak enkele straten verderop. Daar is een portemonnee gestolen, een telefoon, en nog meer elektronica. V) Beveiligd u uw ramen ook? A) Nee. V) Bent u op de hoogte van inbraaktechnieken die inbrekers de kans geven om ook hier geruisloos door te komen? A) Nee, ook niet. V) Als u hier goed over voorgelicht zou worden, zou u dan ook uw ramen beveiligen? A) Wij worden nooit voorgelicht. Maar als dat op een goede manier zou gebeuren, waarom niet?


V) Wat zou volgens u een goede manier zijn om voorgelicht te worden? A) Dan denk ik aan persoonlijke voorlichting van een autoriteit/instantie. Of een schriftelijke brief waarin alles verduidelijkt staat. Zodat we alles nog even rustig na kunnen lezen. V) Als u een keuze moest maken tussen persoonlijke voorlichting en schriftelijke voorlichting, welke voorlichtingskeuze heeft dan uw voorkeur? A) Dan zou ik kiezen voor persoonlijke voorlichting. Ik luister eerder naar autoriteit of instantie met verstand van zaken. V) In ons voorlopige onderzoek blijkt vooral dat senioren in ietwat oudere buurten het slachtoffer zijn van inbraak(pogingen). Vaak hebben zij een laag inkomen. Kan het zo zijn dat zij weinig geld willen uitgeven aan inbraakpreventie? En speelt dit in deze buurt ook, denkt u? A) Zeer zeker. Wij hebben het ook niet breed. Wij dachten destijds ook, van ja, bij ons is er weinig te halen? Waarom zouden ze bij ons willen inbreken? Waarom zouden wij hier dan “onnodig” veel geld aan spenderen. Ik snap heel goed dat anderen in deze buurt er ook zo over denken. V) Bent u het PKVW certificaat? A) Ik heb er wel eens iets over gehoord. Maar wat het precies inhoudt… ? V) PKVW staat voor Politiekeurmerk veilig wonen. Het is een veiligheidsinstrument dat de kans verhoogt dat een gelegenheidsinbreker uw woning links laat liggen. Zijn andere buurtbewoners hier denkt u wel mee bekend? A) Dat vind ik lastig om te zeggen. Ik denk wel dat er veel mensen zoals wij zijn die hiervan niet op de hoogte zijn. Maar exact zijn kan ik niet… V) Zou u zo’n PKVW certificaat willen hebben voor uw woning? A) Ja, natuurlijk wel. Maar dat zal zeker heel veel moeten kosten? Ik weet niet of dat het waard is. Het lijkt me meer iets voor grotere duurdere huizen met meer een inboedel die meer waard is. V) Bent u eerder geïnformeerd over inbraakpreventie? A) Zo af en toe gebeurd dat wel ja. V) Op welke wijze gebeurde dit? A) Dat weet ik niet meer eens zo joh. Zal wel via de doorsnee journaals gebeurd zijn? V) Hoe kan het dat u zich dit niet herinnert? Is het dan wel op de goede manier gebeurd? A) Hahaha, nee zeker niet. Dat kun je wel zeggen. Ik heb geen idee. Waarschijnlijk heeft het geen indruk op me gemaakt. V) Op welke wijze zouden senioren vanaf 55 jaar woonachtig in ietwat oudere buurten wel moeten worden voorgelicht? A) Wat feller en directer. Persoonlijk door een autoriteit bijvoorbeeld. V) Kan dit ook gebeuren via de media?


A) Vast wel. Maar dan moet je het ook fel en direct aanpakken. Ik denk dat wij een beetje nonchalant ermee omgaan. V) Welk aspect is volgens u het belangrijkste m.b.t. bewustwording? Op welke manier kan dit het beste worden bewerkstelligt? Confronteren of informeren? A) Zeker confronteren! V) Via welke media kunnen wij u het beste bereiken? A) Regionale bladen (Leeuwarder courant, Makkumer belboei), of op de publieke omroep. V) En op welke tijdstippen bent u actief met deze media? A ) Vaak na mijn werk. Tussen 5 en 8 uur. V) Mag ik u hartelijk danken voor interview. A) Graag gedaan hoor jongen. Interview 5 V) Alvast bedankt voor uw medewerking aan dit interview. Zullen we gelijk van start gaan? A) Prima! Barst los zou ik zeggen. V) Is er bij u thuis ooit ingebroken of is er bij u thuis ooit een poging gedaan tot inbreken? B) Er is wel eens wat gestolen maar mijn deur stond open terwijl ik boven een middagdutje lag te doen. Er is dus niet echt ingebroken. Er is naar binnengewandeld en er is gestolen. V) Inbraakpreventie had in deze dus niet geholpen, heeft u naar aanleiding van het incident wel maatregelen getroffen? A) Mijn huis is en was destijds ook al, redelijk goed beveiligd. Naar aanleiding van de diefstal heb ik niet specifiek iets verbeterd als dat is wat je bedoeld. V) Acht u de kans groot dat er bij u in de toekomst zal worden ingebroken? B) Nee. Absoluut niet. Zoals ik zojuist al zei; mijn huis is redelijk goed beveiligd. V) Mag ik vragen wat u zoal aan beveiliging heeft? B) Ik heb een gecertificeerd slot met drie sterren, anti ibraakstangen bij de kleine raampjes beneden, een lamp met sensor en een hekdeur dat goed op slot zit. V) Duidelijk! Bent u op de hoogte van de werkwijzen die inbrekers er op na houden? B) Het lijkt mij dat inbrekers creatieve mensen zijn. Er is altijd wel een manier om binnen te komen. Zelfs mijn slot met drie sterren is wat dat betreft niet voldoende maar het maakt inbreken wel een stuk lastiger dus in die zin helpt het wel degelijk. V) Als u een inbreker was, hoe zou u dan in uw eigen huis inbreken? A) Als ik een inbreker was dan zou ik natuurlijk niet bij mijn eigen huis inbreken maar bij die van de buurman. Haha! Flauw he... Ik denk dat ik een glassnijder met zuiglap zou gebruiken.


V) Waarom zou u op deze manier inbreken? A) Je ziet dat wel eens in van die James Bond-achtige films, dat is vrij geluidsloos. Ideaal dus! Als inbreker wil je niet gehoord worden lijkt me zo. V) Bent u al voorgelicht over inbraakpreventie? B) Ik ben enigszins wel voorgelicht. Ook heb ik mij laten voorlichten door de winkel. V) Door wie bent u precies voorgelicht? A) Ik ben voorgelicht door foldertjes van de politie, televisieprogramma’s en ik geloof dat ik ook ooit eens een foldertje heb ontvangen van de woningbouw. Oja, de verzekering heeft ook informatie op haar website staan. V) U gaf ook aan voorgelicht te zijn in de winkel, waaroveer bent u toen precies voorgelicht? A) Over de verschillende soorten sloten en anti-inbraak producten; sloten, camera’s etc. Wat de sterren precies inhouden en het PVKW certificaat. V) U bent dus bekend met dit certificaat, is dit certificaat in uw ogen van toegevoegde waarde? A) Ja en nee. Het geeft wel aan hoe veilig een bepaald middel is maar eigenlijk zouden ze alles zo veilig mogelijk moeten maken. Dat vind ik tenminste. Waarom iets maken van 2 sterren als je weet hoe je iets moeten maken van 3 sterren. Dat is een beetje commercieel, dat snap ik wel. Maar ik vind het wel belachelijk. V) Heeft u belang bij verdere voorlichting over inbraakpreventie? A) Ja, zeker. Ook met dit onderwerp blijven er zich nieuwe ontwikkelingen voordoen. Ik blijf graag up to date wat dat betreft. V) Dat waren mijn vragen. Ik wil u graag hartelijk bedanken voor uw medewerking. A) Geen dank. Veel succes met het onderzoek. Ik blijf graag op de hoogte van de uitkomst ervan. V) Die zal ik met u delen wanneer het onderzoek is afgerond. Geen probleem! Interview 6 V) Zal ik maar gelijk beginnen met de vragen? A) Kom maar op met die vragen ik zit er helemaal klaar voor. V) Is er bij u thuis ooit ingebroken of is er bij u thuis ooit een poging gedaan tot inbreken? A) Nooit. Ik hoop ook dat dit nooit zal gebeuren. Lijkt me verschirkkelijk, iemand die in je woning aan het rondneuzen is. V) Acht u de kans groot dat er bij u in de toekomst zal worden ingebroken? A) Ik hoop het niet. Mijn spullen zijn mij dierbaar, daar moeten ze van afblijven. V) Heeft u al maatregelen getroffen als het gaat om de beveiliging van uw woning?


A) Ik heb daar eigenlijk nooit bij stil gestaan. Ik heb een slot op mijn deur dus in die zin heb ik wel beveiliging. V) Stel nu dat u ervoor zou kiezen om wel bewust wat te doen tegen inbraak. Hoeveel zou u bereid zijn om daarvoor uit te geven? A) Ik heb niet veel geld dus ik zou er ook niet veel aan kunnen uitgeven. Had ik het gehad dan had ik uiteraard een goed beveiligd huis. Maar ik had dan ook spullen gehad die beveiligd zouden moeten worden. V) Bent u op de hoogte van de werkwijzen die inbrekers er op na houden? A) Om eerlijk te zijn niet echt. Ik neem aan dat ze gewoon de deur openbreken. V) Bent u bekend met het PVKW certificaat? A) Het klinkt ergens wel bekend. Heeft dat niet te maken met sloten ofzo? V) Onder andere. Kan ik uit uw antwoord opmaken dat u hierover nog niet voorgelicht bent? A) Nee, dat klopt. Ik heb er wel eens wat van gehoord maar voorgelicht ben ik niet. V) Zou u hierover voorgelicht willen worden? A) Ja natuurlijk. Als ik wat kan leren om te voorkomen dat er bij mij word ingebroken dan graag. V) Wie is er in uw ogen verantwoordelijk om die voorlichting te bieden? A) Ik neem aan de politie. Die is verantwoordelijk voor een veilige samenleving toch? V) Stelt u zich eens voor dat u een inbreker bent, hoe zou u dan in uw eigen huis inbreken? A) Poeh! Uhm... ik ben wel eens door het raampje geklommen toen ik mijn sleutel was verloren. Ik neem aan dat als ik dat kan een inbreker dat ook zou moeten kunnen. Waarschijnlijk komt mijn huis dus niet door de keuring heen. V) Dat waren mijn vragen. Ik wil u hartelijk danken voor dit interview A) Geen dank. Interview 7 V) Dankuwel voor uw tijd ik begrijp dat u uw dochter moet ophalen zometeen moet ophalen, laten we maar snel beginnen . A) Geen probleem hoor, even de buren helpen moet kunnen. V) Om te beginnen, is er ooit bij u ingebroken? A) Inbreken zou ik het niet noemen, wel hebben we meegemaakt met de vorige bewoners in jullie huis dat we ze dronken bij ons in de tuin aantroffen. V) Dat is wel vervelend ja, heeft u toen ook de politie gebeld of het zelf opgelost? A) We hebben het zelf opgelost even duidelijk gemaakt met hun/jullie huisbaas erbij dat dit een woonwijk is met kinderen en dat zulke taferelen echt niet kunnen.


V) Denkt u dat het snel weer gebeurd? A) hahaha nee, jullie zijn wat rustiger dan de vorige bewoners en ik weet dat jullie huisbaas het ook in het contract heeft vermeld. Verder vertrouwen we op jullie fatsoen. V) Dankuwel we zullen u niet teleurstellen. Maar heeft u ook maatregelen gtroffen tegen mogelijke inbrekers? A) Ja, we hebben 2 kinderen dus we willen zorgen dat het huis zo veilig mogelijk is, we hebben een extra slot op de deur. Als we van huis gaan laten we een licht aan en tijdens vakanties komt iemand regelmatig bij ons huis dingen veranderen zodat het er bewoont uitziet V) Dat is wel een handige strategie, heeft u dat van de politie gehoord of hebben die niks laten horen? A) Hier in de wijk heb ik ze nog niet gezien, maar ze zijn wel bij een vriendin van mij langs geweest ze woont namelijk in een minder veilige buurt. V) Vind u dat de politie ook hier in de wijk advies moet gaan geven? A) Ja, ik ben van mening dat veel buurtbewoners er baat bij hebben we hebben hier ook oudere echtparen wonen en die zijn niet op de hoogte van wat er kan gebeuren of wat ze zelf kunnen doen. V) Eigenlijk wel interessant, verwacht u ook dat er ingebroken zou worden? A) Ik denk het zelf niet we letten zelf goed op en nemen maatregelen. Ze zouden eerder bij jullie naar binnen gaan. V) Waarom denkt u dat ze eerder bij ons zullen toeslaan dan bij u? A) Jullie hebben veel computers,laptops en computerspelletjes in huis die hebben veel waarde en het is makkelijker mee te nemen met jullie drukke nachlevens. V) Haha dat is zeker een optie. Maar ik zie dat de tijd bijna op is dus nog 1 laatste vraag, als u in uw eigen huis zou inbreken hoe zou u dat doen? A) Nooit bij nagedacht, maar ik zou denk ik de achterdeur inslaan die is vanuit buiten het best beschut Interview 8 V) Dankuwel voor uw tijd, ik zal het interview maar beginnen. Is er ooit bij u ingebroken? A) Vroeger toen ik bij mijn ouders woonde is dat wel gebeurd, ze hebben toen alleen een deel woonkamer leeggehaald omdat mijn vader mijn trap afkwam en met een golfclub de inbrekers verjoeg. V) Best dapper, maar belden jullie de politie niet? A) Mijn moeder belde de politie natuurlijk ook meteen, maar mijn vader wou graag voorkomen dat ze naar boven kwamen en hij was woest.


V) Ik blijf erbij dapper van hem. Maar bent u daarom nu ook extra aan het opletten op mogelijke voorzorgmaatregelen? A) Nee, ik was er zelf vroeger wel bedacht op maar de moderne inbrekers gaan sneller achter de jongere huizen aan, daar is meer te halen. V) Meer? In studentenhuizen hebben we niet veel dure spullen. A) Klopt, maar jongere gezinnen wel, die hebben vaak duurdere electronica in huis. V) Daar had ik inderdaad even niet aan gedacht, maar wordt u wel ingelicht over mogelijke maatregelen door de politie? A) Ik hoor nooit ergens iets van. V) Zou u het wel willen hebben, zoniet van de politie maar wel van de gemeente? A) Ik zou het niet erg vinden maar zie er weinig baat bij. Mijn vrouw zou wel luisteren maar zou er verder niks mee doen. V) Heeft u ooit gehoord van het PVWK keurmerk? A) Nog nooit van gehoord. V) Als de politie communicatie inzet om burgers bewust te maken van inbraakrisico’s, via welk middel zouden ze dat dan volgens u moeten doen? A) Ze zouden het dan op 2 manieren moeten verspreiden, via het internet voor de jongere generatie en via een brief voor de oudere generaties. V) Een brief en geen flyer of poster? A) Nee, als ik die krijg gooi ik hem ook meteen weg namelijk. V) Dankuwel voor uw tijd. Interview 9 V) Dankuwel voor uw tijd, ik zal maar meteen beginnen. Is er ooit bij u ingebroken? A) Nee, wel bij de buren, maar gelukkig zelf nooit meegemaakt. V) Dat is wel naar, zijn de daders ooit opgepakt? A) Ja, ze waren vrij snel gepakt ze waren dom genoeg geweest een gewone rugzak te gebruiken waar een jongen zijn naam heel groot op had gezet en die hadden de buren gezien. V) Dat is dan gelukkig een goede afloop, maar hebt u daarna zelf maatregelen getroffen? A) Wel hebben we een extra slot laten zetten, verder zijn de Ierse wolfshonden hier in huis vrij goede waakhonden. V) Zijn ze zo waaks dan? A) Ze reageren heel fel op onbekende mensen zonder dat er bekenden van ze bij lopen. V) Dat is dan wel handig. Verwacht u trouwens ook dat er ingebroken zal worden?


A) Ja, ik reken er wel op, de huizen hier staan ver uit elkaar en 's avonds word het hier erg donker dus ik denk dat als mensen niet op de hoogte zijn van de honden ze hier wel proberen binnen te komen. V) En hoe zouden ze dat aanpakken? A) Haha plannen aan het maken jochie? Nee ze zouden dan via de serre binnenkomen, veel glas en weinig hout V) Als er ingebroken zou worden wat zou u dan doen? A) Gelijk de politie bellen en mijn man erop afsturen, haha. V) En bent u ooit voorgelicht over mogelijkheden voor invraakpreventie? A) Ja door de makelaar toen we het huis kochten, verder is de politie hier 2 jaar terug langsgeweest om een foldertje met tips te geven. V) Hebt u daar ook wat aan gehad? A) Jawel, er stonden best handige dingetjes in, alleen luister ik er zelf slecht naar. V) Heeft u ooit van het PVWK keurmerk gehoord? A) Ja, het werd in het foldertje genoemd maar verder heb ik er niks mee, maar ik vind het wel handig dat er mannetjes voor zijn. V) Heeft uw man ooit met inbraak te maken gehad? A) ÉÊn keer in zijn studententijd heeft een huisgenoot bij zijn kamer ingebroken. Paul was zelf toen niet thuis maar een andere huisgenoot gelukkig wel en heeft voorkomen dat er iets is meegenomen. De huisgenoot die inbrak is het huis daarna uitgezet. V) Via welk middel zou u het liefst voorgelicht worden? A) Door een website of een advertentie. Dan kan ik alles rustig doorlezen.


Bijlage 5 – Uitgewerkt dader- interview

1. Klopt het dat u in het verleden diverse inbraken pleegde? A Dat klopt. Ik ben in het verleden een zogenoemde veelpleger geweest. Maar ik wil graag benadrukken dat ik mijn straf uitgezeten heb. Ik heb mijn leven drastisch gebeterd en momenteel werk ik als vrijwilliger in het ziekenhuis. V Dat is goed om te horen. Ik ben erg blij met het feit dat u wilt meewerken aan dit interview. Uw kennis van zaken op dit gebied is voor ons erg waardevol. Wat uw verleden betreft; iedereen verdiend een tweede kans. Zullen we gelijk met de vragen beginnen? A Ik werk graag mee... geen punt bij karwei! Kom maar op met die vragen. 2. Wat was voor u de reden om in te breken? A Achteraf gezien is er geen goede reden natuurlijk. Destijds was het om drank te kunnen kopen, zo af en toe een patatje te eten maar ook voor de kick. Ik was er trouwens van overtuigd dat ik niets verkeerds deed en men mij geen andere keuze liet dan in te breken. V In welk opzicht liet men u geen andere keuze? A Nouja, wie voor een dubbeltje geboren is zal nooit een kwartje worden. Daar was ik van overtuigd. Ik vond toen dat ik het recht had om te pakken waar ik recht op had. Nu weet ik wel beter gelukkig. 3. Is uw sociale situatie van invloed geweest op het inbreken? A Ik denk het wel. Mijn vader was alcoholist en ook niet vies van andermans spullen. In die zin is het inbreken mij met de paplepel ingegoten. Een leuke jeugd heb ik nooit gehad. V Werd u door uw vader aangespoord om in te breken? A Nee, dat geloof ik niet. Maar als kind was het wel duidelijk dat papa bezig was met dingen die eigenlijk niet mogen. Dat voel je als kind. Bovendien vang je wel eens het een en ander op uit gesprekken. Kinderen zijn niet dom. V Wat maakte het dan precies dat u ervoor koos om zelf ook te gaan inbreken? A Dat vind ik een moeilijke vraag. Ik denk niet dat ik daar antwoord op kan geven. V Geen probleem, dat begrijp ik. Ik zal verder gaan met mijn andere vragen.


4. Had u als inbreker voorkeur voor een bepaald type woning? A Ik brak alleen in bij woningen met rode dakpannen. Haha Gekheid! Ik had niet echt een voorkeur, als ik een kansje zag dan greep ik die. V Wat bedoeld u precies met; als ik een kansje zag? A Als ik bijvoorbeeld zag dat er niemand thuis was, er geen buitenverlichting aanwezig was en ik makkelijk kon vluchten zonder gezien te worden dan was dat voor mij een kans die ik niet kon laten liggen. V Duidelijk! Nu begrijp ik wat u met een kansje bedoelde. 5. Plande u vooraf uw inbraken? A Nouja, plannen... kort van te voren wel ja. Zoals ik net als zei, ik keek van te voren goed na welke vluchtroute ik kon nemen. Dus in die zin plande in de inbraken wel. Als je met plannen bedoeld zoals ze dat in de film doen; alles tot in de puntjes voorbereid, dan moet ik je teleurstellen. V U wist dus niet een week van te voren of u wel of niet zou gaan inbreken? A Soms wel. Soms zag ik een woning waarover ik nog even moest nadenken. Maar als je twijfelt dan zegt dat vaak genoeg; niet doen! V Wat maakte het dat u dan twijfelde? A Dat kon van alles zijn; de buren, de onzekerheid over het wel of niet binnen kunnen komen en natuurlijk de vraag is er wel iets te halen of niet. 6. Op welke manier(en) kwam u een woning binnen? A Dat verschilde per woning. Soms zat de deur niet eens op slot, dan klim je natuurlijk niet door een raampje heen. Maar soms dan was het nodig om een raampje in te tikken of de deur te forceren met een koevoet. V Was u nooit bang dat de buren u zouden horen wanneer u een raam aan het intikken was? A Natuurlijk wel. Soms tikte ik een raam in en rende ik eerst weg om van een afstand te bekijken of er iemand alarm had geslagen. Maar soms was ik ook heel snel, dan was ik er zo vandoor met een kleine buit.


7. Gebruikte u gereedschap bij het plegen van een inbraak? A Zoals ik net al aangaf heb ik wel eens een koevoet gebruikt om deuren te forceren. Voor de zekerheid droeg ik ook altijd een mes op zak. Voor het geval iemand je vluchtroute zou blokkeren. Verder had ik ook wel eens een schroevendraaier bij me, altijd makkelijk. V Heeft u het mes wel eens moeten gebruiken?! A Gelukkig niet. De enige die ooit een vluchtroute heeft geblokkeerd is de politie geweest, een mes gebruiken is dan niet echt verstandig. Zo nuchter was ik wel.


Bijlage 6 – Debriefing Kampgras 51 8935 CD Leeuwarden 0615377437 ljgilsing@outlook.com Poltie Noord-Nederland t.a.v. Dhr. P. Boomsma Rademarkt 12 0615377437 9711 CV Groningen Leeuwarden, 21 november 2013 Betreft: debriefing donkere dagen Geachte heer P. Boomsma, Allereerst wil ik u hartelijk bedanken voor uw schriftelijke briefing van 21 november 2013 in de reader van communicatieplanning. Ik spreek namens mijn team wanneer ik zeg dat het communicatievraagstuk ons erg intigreert. Om zorgvuldig met elkaar aan het werk te kunnen gaan, vragen wij u deze briefing goed te doornemen en onduidelijkheden en fouten aans ons door te geven. Zodat wij dit kunnen verbeteren, waarna het communicatievraagstuk ons in ieder detail duidelijk is. We waarderen het vertrouwen dat u heeft in Factotum en we verheugen ons er erg op om met uw communicatievraagstuk aan de slag te gaan. Op termijn zullen we onze bevindingen en aanbevelingen met u delen in een opzichzelfstaand communicatie plan. Met vriendelijke groet, Loran Gilsing Communicatieadviseur 0615377437 ljgilsing@outlook.com

Bijlage: 1. Criminaliteit van de donkere dagen, debriefing


Criminaliteit van de donkere dagen Aanleiding voor de opdracht De wintertijd is weer aangebroken waardoor de dagen korter worden. Hierdoor hebben inbrekers meer tijd om ongezien aan de slag te gaan, ook wel donkere-dagen-criminaliteit genoemd. De politie Noord-Nederland houdt al acties om de veiligheid te verhogen, maar wil dat de burgers zelf ook meer gaan doen. Achtergrondinformatie over de opdracht De huidige campagne is al afgetrapt en heet “Donkere Dagen Offensief�. Uit afgelopen jaren blijkt dat in dit seizoen de criminaliteit stijgt, de opdrachtgever voert zelf al acties uit om de veiligheid te verhogen. Dit doen ze in samenwerking met de gemeenten, het openbaar ministerie en andere partners. De politie is van mening dat burgers ook hun eigen verantwoordelijkheid moeten nemen. Wie is de opdrachtgever De opdrachtgever is de Politie Noord-Nederland, dat zijn de korpsen in Friesland, Groningen en Drenthe. Vraag van de opdrachtgever Hoe kan de Politie Noord-Nederland communicatie inzetten om burgers bewust te maken van en aan te zetten tot maatregelen tegen de donkere-dagen-criminaliteit ? Randvoorwaarden bij de vraag/opdracht - Binnen 24 uur antwoord hebben op vragen van beide kanten. - Het halen van de gestelde deadlines. Doel van de opdrachtgever Burgers door middel van communicatie bewust maken van de maatregelen die ze kunnen treffen om de veiligheid tijdens de donkere-dagen-criminaliteits periode te verhogen.


Bijlage 7 – Campagnemiddel Onderstaande advertentie is opgemaakt als 1/2 pagina en gericht op locactie Leeuwarden.


Onderstaande afbeelding is een screenshot van de ontwikkelde website.


Bijlage 8 – BIG formulieren Naam: Kor Wijnja Studentnummer: 236748 Beoordeling voor de Individuele bijdrage aan Groepsproducten (BIG) Het beoordelingsmodel bestaat uit een zelfevaluatie (A), een evaluatie van je medestudenten (B) en een beoordeling door de docent (C). Het uiteindelijke cijfer wordt door de docent bepaald. Dit formulier is uitgangspunt voor het evaluatiegesprek. A. Zelfevaluatie We gebruiken voor de beoordeling drie dimensies; doelgerichte inzet, beste bewijs en professioneel gedrag. 1.doelgerichte inzet Competentie 1: Analyseren en Onderzoeken Competentie 2: Communicatiebeleid ontwikkelen en erover adviseren Competentie 3: Plannen en organiseren Competentie 4: Creëren en realiseren 2. het beste bewijs Opmaak, samenvatting, inleiding, situatieanalyse, conclusies, doelgroepkeuze, strategie, bronnen, 3 interviews, debriefing, onderzoeksopzet, interviewschema’s. B. 360° feedback Omdat je in deze opdracht samen met anderen hebt gewerkt, vormt de samenwerking een onderdeel van de beoordeling. We noemen dit de 360° feedback. Deelnemers 1: Lauren Visser 2: Loran Gilsing 3: Kor Wijnja S 1. Ik heb voldoende tijd besteed aan de taken 2. Ik heb vaak het initiatief genomen 3. Ik heb evenredig bijgedragen aan de discussies 4. Ik heb mijn werk steeds op tijd ingeleverd 5. Ik kon mijn mening in deze groep voldoende kwijt 6. Ik heb dingen van andere groepsleden geleerd 7. Ik voelde me thuis in deze groep 8. Ik heb, als het nodig was, kritiek gegeven (inhoud en/of proces) 9. Ik vind dat we professioneel samengewerkt hebben 10. Ik ben tevreden met het eindresultaat Deelname groepsleden

Sterk punt

O

V

G x x x x x

x x x x x

Verbeterpunt

Lauren Visser

Zeer creatief met zowel tekst als beeld.

Toepassing van de collegestof gelijk vanaf het begin.

Loran Gilsing

Erg open houding

Meer inzet tonen.

Kor Wijnja

Initiatief tonen.

Meer luisteren naar anderen

Welk cijfer zou je jezelf en je groepsleden geven, gelet op ieders bijdrage? Student Lauren Visser Loran Gilsing Kor Wijnja

Cijfer 8 5 8


Naam: Lauren Visser Studentnummer: 334804 Beoordeling voor de Individuele bijdrage aan Groepsproducten (BIG) Het beoordelingsmodel bestaat uit een zelfevaluatie (A), een evaluatie van je medestudenten (B) en een beoordeling door de docent (C). Het uiteindelijke cijfer wordt door de docent bepaald. Dit formulier is uitgangspunt voor het evaluatiegesprek. A. Zelfevaluatie We gebruiken voor de beoordeling drie dimensies; doelgerichte inzet, beste bewijs en professioneel gedrag. 1.doelgerichte inzet Competentie 1: Analyseren en Onderzoeken Competentie 2: Communicatiebeleid ontwikkelen en erover adviseren Competentie 3: Plannen en organiseren Competentie 4: Creëren en realiseren 2. het beste bewijs Opmaak, samenvatting, inleiding, situatieanalyse, conclusies, doelgroepkeuze, strategie, 3 doelgroepinterviews, 1 daderinterview, onderzoeksopzet, interviewschema’s, advertentieontwerp. B. 360° feedback Omdat je in deze opdracht samen met anderen hebt gewerkt, vormt de samenwerking een onderdeel van de beoordeling. We noemen dit de 360° feedback. Deelnemers 1: Lauren Visser 2: Loran Gilsing 3: Kor Wijnja S 1. Ik heb voldoende tijd besteed aan de taken 2. Ik heb vaak het initiatief genomen 3. Ik heb evenredig bijgedragen aan de discussies 4. Ik heb mijn werk steeds op tijd ingeleverd 5. Ik kon mijn mening in deze groep voldoende kwijt 6. Ik heb dingen van andere groepsleden geleerd 7. Ik voelde me thuis in deze groep 8. Ik heb, als het nodig was, kritiek gegeven (inhoud en/of proces) 9. Ik vind dat we professioneel samengewerkt hebben 10. Ik ben tevreden met het eindresultaat

Deelname groepsleden

Sterk punt

O

V

G x x x

x x x x x X x

Verbeterpunt

Lauren Visser

Creatief denkvermogen, analyserend sterk.

Eerder beginnen.

Loran Gilsing

Prettig in omgang.

Meer initiatief en zelfstandigheid tonen.

Kor Wijnja

Veel! Erg precies in zijn opmaak. Daar hou ik wel van! 

Weinig, ik ben geneigd te zeggen; stijlfouten zijn voor verbetering vatbaar.

Welk cijfer zou je jezelf en je groepsleden geven, gelet op ieders bijdrage? Student Lauren Visser Loran Gilsing Kor Wijnja

Cijfer 8 5 8


Naam: Loran Gilsing Studentnummer: 904017056 Beoordeling voor de Individuele bijdrage aan Groepsproducten (BIG) Het beoordelingsmodel bestaat uit een zelfevaluatie (A), een evaluatie van je medestudenten (B) en een beoordeling door de docent (C). Het uiteindelijke cijfer wordt door de docent bepaald. Dit formulier is uitgangspunt voor het evaluatiegesprek. A. Zelfevaluatie We gebruiken voor de beoordeling drie dimensies; doelgerichte inzet, beste bewijs en professioneel gedrag. 1.doelgerichte inzet Competentie 1: Analyseren en Onderzoeken Competentie 2: Communicatiebeleid ontwikkelen en erover adviseren Competentie 3: Plannen en organiseren Competentie 4: Creëren en realiseren 2. het beste bewijs Opmaak, samenvatting, inleiding, situatieanalyse, conclusies, doelgroepkeuze, strategie, bronnen, 3 interviews, debriefing, onderzoeksopzet, interviewschema’s. B. 360° feedback Omdat je in deze opdracht samen met anderen hebt gewerkt, vormt de samenwerking een onderdeel van de beoordeling. We noemen dit de 360° feedback. Deelnemers 1: Lauren Visser 2: Loran Gilsing 3: Kor Wijnja S 1. Ik heb voldoende tijd besteed aan de taken 2. Ik heb vaak het initiatief genomen 3. Ik heb evenredig bijgedragen aan de discussies 4. Ik heb mijn werk steeds op tijd ingeleverd 5. Ik kon mijn mening in deze groep voldoende kwijt 6. Ik heb dingen van andere groepsleden geleerd 7. Ik voelde me thuis in deze groep 8. Ik heb, als het nodig was, kritiek gegeven (inhoud en/of proces) 9. Ik vind dat we professioneel samengewerkt hebben 10. Ik ben tevreden met het eindresultaat

Deelname groepsleden

Sterk punt

O

V x x x x

G

x x x x X x

Verbeterpunt

Lauren Visser

Erg goed met design.

Je wilt soms iets teveel werk op jezelf nemen.

Loran Gilsing

Op tijd bij besprekingen.

Lage motivatie dreigde het proces te verhinderen

Kor Wijnja

Goed initiatief getoond.

Soms niet erg luisterend naar de gehele groep.

Welk cijfer zou je jezelf en je groepsleden geven, gelet op ieders bijdrage? Student Lauren Visser Loran Gilsing Kor Wijnja

Cijfer 8 7 8



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.