1 minute read

Alleen maar goeie dingen

Vanaf zijn zeventiende is Marinus Hoogesteger (78) gegrepen door de stem van operazanger Enrico Caruso. Hij volgt Caruso’s pad over de hele wereld en maakt van zijn huis een Caruso-tempel. Dagelijks luistert Marinus naar Caruso, die hem zo dierbaar is dat hij zijn verzameling en de rest van zijn bezit schenkt aan het Leger des Heils.

‘In mijn ogen doet het Leger alleen maar goeie dingen. Als jongetje ging ik naar de zondagsschool, dat was mijn eerste contact met het Leger des Heils. In de bijbel lezen, samen bidden en zingen. Bij het opmaken van mijn testament besloot ik alles aan het Leger na te laten: mijn antieke meubels en mijn Caruso-verzameling. Het is een goede instelling, mijn spullen zijn daar safe. En mijn zoons geven niet om mijn verzameling. Op mijn zeventiende zag ik een film over de componist Verdi, waarin de Napolitaanse operazanger Enrico Caruso zong. Vanaf die dag greep de opera mij, en vooral Caruso’s stem. Ik heb al zijn 261 opnames, de meeste op plaat. Omdat ik meer over hem wilde weten, ging ik naar Napels. Bij toeval ontmoette ik professor Rizzi die alles over de operazanger wist. We werden vrienden, tot aan zijn dood drie jaar geleden. Mijn verzameling telt ook 700 foto´s, vele boeken en al zijn muziek op cd. Op de dag dat Caruso 75 jaar dood was, sliepen mijn vrouw en ik in de suite van Hotel Vesuvio in Napels waar hij overleed. ’s Ochtends vlogen er zes straaljagers in de kleuren van Napels over, dat moet een teken zijn geweest.’

Scheepswerf

‘Enrico Caruso en ik hebben veel overeenkomsten. Ik ben ook een tenor, zing al jaren opera. Op de personeelsfeesten van de scheepswerf waar ik werkte was het altijd: “Rinus, horen we nog van je?” Dan trad ik weer op. Vijfentwintig jaar zong ik bij het Middelburgs Mannenkoor, later bij het Philharmonisch koor. Thuis zing ik ook, al kon ik dat na het overlijden van mijn vrouw en mijn zoon Mario lang niet meer. Ik viel in een diep gat, verdroeg geen muziek. Maar sinds kort heb ik weer zangles en zing ik elke dag, met kerstmis nog voor ex-drugsverslaafden. Op mijn begrafenis zal de aria Qual valutta uit I Lombardi van Verdi klinken, die muziek is zo troostrijk. Na mijn overlijden mag het Leger des Heils met de verzameling doen wat zij wil, ook met het antiek uit Caruso’s tijd. Ik vertrouw de mensen van het Leger, zij zijn eerlijk en oprecht.’

This article is from: