Lentis Magazine, 1 2017

Page 1

1|17 De laatste knijper

Uitgelicht: de crisisdienst van Lentis

Magazine

Mooi wonen in de Sint Vitusstroat


DE L A AT S T E! DIT IS HET LAATSTE LENTIS MAGAZINE OP PAPIER. WE GAAN ONLINE VERDER IN EEN AFGESLANKTE VORM MET EEN AFGESLANKTE REDACTIE. IN HET NIEUWE ONLINE MAGAZINE WILLEN WE DE VERHALEN VAN LENTIS IN WOORD EN BEELD VERTELLEN. CLIËNTEN, HUN FAMILIE EN MEDEWERKERS LEVEREN HIERVOOR DE INSPIRATIE. HET NIEUWE BLAD BEDIENT EEN BREDE DOELGROEP: NIET ALLEEN CLIËNTEN EN MEDEWERKERS, MAAR OOK FAMILIE VAN CLIËNTEN, VERWIJZERS EN ANDERE RELATIES. HET BLAD KAN EN MAG WORDEN GEDEELD. DE ONLINE VORM MAAKT DAT GEMAKKELIJK. NA DE ZOMER ZIJN WE ONLINE. MEDEWERKERS KRIJGEN HET BLAD TOEGEZONDEN. BEN JE GEEN MEDEWERKER (MEER) MAAR WIL JE HET BLAD WEL GRAAG ONTVANGEN? STUUR DAN JE MAILADRES NAAR MAGAZINE@LENTIS.NL II


KORT 2 ‘INSPIRATIE IS NU EVEN OP, MAAR EEN VIERDE BOEK KOMT ZEKER’ 3 HET MONSTER DAT CRISIS HEET VERSLAAN  4 LOHUIS TWEE WERELDEN  7 HELMUS ZOEKT ZIJN ONGELUK  8 VEILIGE PLEK  9 ‘ALS JE PARTNER DEMENTIE HEEFT EN NAAR HET VERPLEEGHUIS GAAT’ 10 GEBORGENHEID 11 VORMEN VAN VEILIGHEID  12 ONDERZOEK 14 MOOI WONEN IN DE SINT VITUSSTROAT  16 ‘HELP: IK DWANG OVER MIJN PARTNER EN RELATIE!’  18 IN HET HOOFD VAN MIJN ZUSJE  20 VONDST OP ZOLDER  23 ‘NAAST DE MENSEN LOPEN EN ONDERSTEUNEN’  24 OUT OF THE BOX!?  26 RESOURCEGROEP BIEDT MAATWERK AAN MENSEN MET PSYCHOSE 28 KORT III

Volg Lentis ook via de social media!

Lentis Magazine, tijdschrift voor cliënten en medewerkers van Lentis Correspondenten Petra de Maar, Riek Even, Anke Euverman, Jolanda Valk, Hoofdredactie Jannie Strijk en Ine Paulien Weijer Redactie Erik Bies, Yvonne de Noord, Bart van der Wende, Anna de Ruiter, Jannie Strijk, , Anne Helmus, Jantina Eppinga, Ellen Dijkstra-Dijkwel, Petra Albertema, Marja Hillenga, Ine Paulien Weijer, Chantal van de Kolk, Eindredactie Jannie Strijk Fotografie Anton Markov, Bob de Vries, Dillen van der Molen, Emiel Reinders, Anne Helmus Omslagfoto Anne Helmus Illustraties Anna de Ruiter Ontwerp en opmaak Klaas van Slooten | bno Druk Grafische Industrie De Marne Redactieadres Redactie Lentis Magazine, Postbus 128, 9470 AC Zuidlaren, telefoon (050) 4097643, magazine@lentis.nl.


KORT Melle Visser koninklijk onderscheiden Samen met Menzis Dignis gaat samen met zes andere Groningse zorgaanbieders, het zorgkantoor Menzis en de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Volksgezondheid, Welzijn en Sport gaan werken aan een toekomstbestendige inrichting van de ouderenzorg in de provincie Groningen. De zeven samenwerkende zorgorganisaties, het Menzis zorgkantoor en de drie ministeries hebben hiervoor op 10 maart een intentieverklaring getekend. Er wordt gekeken naar wat het best bij de regio past en naar wat dit vraagt. Naast Dignis zijn zorgorganisaties De Hoven, Zorggroep Groningen, Zorggroep Meander, Oosterlengte, Zonnehuisgroep Noord en Woonzorgcentrum Burgmeester Van Julsingha betrokken. Zij willen dat de ouderenzorg ook in de toekomst aan de individuele zorgvraag van de inwoners van Groningen kan voldoen. Daar zijn maatregelen voor nodig.

Op zaterdag 17 december 2016 reikte burgemeester Peter de Jonge van Hoogezand-Sappemeer een Koninklijke Onderscheiding uit aan Melle Visser, werkzaam bij Eugeria. Hij is benoemd tot Lid in de Orde van Oranje Nassau en krijgt de onderscheiding voor zijn inzet voor de vrijwillige brandweer. Melle Visser was tien jaar lang actief bij de bedrijfsbrandweer van Dennenoord. Daarna heeft hij zich ingezet voor de brandweerkorpsen in Tynaarlo, Hoogezand-Sappemeer en Groningen naast zijn baan bij Lentis. We feliciteren Melle van harte!

2

De noordelijke organisaties voor ggz en verslavingszorg willen intensiever samenwerken. Er spelen momenteel in de zorg veel vraagstukken die te complex zijn om als organisatie alleen aan te pakken. Daarom hebben GGZ Drenthe, GGZ Friesland, Lentis/ FPC Dr. S. van Mesdag en Verslavingszorg Noord Nederland veel te winnen bij een intensievere samenwerking. Niet in de vorm van een fusie, maar door een actieve inbreng van professionals, ervaringsdeskundigen, cliĂŤnten en andere betrokkenen. Op het gebied van zorgaanbod is door samenwerking winst te behalen met High & Intensive Care, Ouderenpsychiatrie, Transculturele psychiatrie/traumazorg voor vluchtelingen en kinder- en jeugdpsychiatrie. Bij onderzoek en opleiding wordt gedacht aan een gezamenlijk Onderzoeks- en Opleidingscentrum voor ggz en verslavingszorg in Noord-Nederland, de opleiding van ervaringsdeskundigen en het bundelen van expertise op het gebied van herstelondersteunende zorg.

Foto Klaas van Slooten

Samenwerking ggz en verslavingszorg


‘INSPIRATIE IS NU EVEN OP, MAAR EEN VIERDE BOEK KOMT ZEKER’ A ar t Nieb oer wo ont al 50 jaar op D ennenoord. D at is bijzonder. M aar dat Nieboer e en boek schreef over die af gelopen 50 jaar, is nog zo uniek dat W illemien A f man bij hem l ang s ging .

Willemien Afman

Sanatorium naar Dennenoord om te wandelen. Toen Aart uiteindelijk naar Dennenoord overgeplaatst werd, was dat geen onbekend terrein voor hem.

‘Dennenoord belicht’

We treffen Aart Nieboer in het Zuiderpaviljoen. Eigenlijk heeft Aart een cliëntenraadvergadering, maar hij maakt toch maar even tijd vrij om te vertellen over zijn boek ‘Dennenoord belicht’. Aart is trots op zijn boek. Hij vindt dat andere patiënten en medewerkers mogen weten dat hij het boek geschreven heeft en dat zij een exemplaar kunnen bestellen. Op de vraag waarom Aart Nieboer het boek heeft geschreven, antwoordt hij: ‘Omdat er zoveel veranderd is in de zorg. En ik het nu beter vind gaan dan vroeger. Dat wil ik laten zien’. Aart heeft veel plezier in schrijven. Naast ‘Dennenoord belicht’, heeft hij ook al een autobiografie en een roman geschreven.

‘Je moet mensen op Dennenoord niet zomaar wegcijferen’

Nieboer is openhartig in zijn boek en schetst aan de hand van anekdotes hoe het leven op Dennenoord verliep. Dat het niet altijd leuk was. Hoe blij hij was met bezoek van zijn broers en ouders. Dat Dennenoord in het begin nog een eigen kapper, een pottenbakkerij, een schoenmakerij en een slagerij had. Ook vertelt Aart over de gebouwen die verdwenen zijn, Rozenhof en Veldzicht onder andere. En hoe hij en andere patiënten ervoor gezorgd hebben dat de Watertoren er nog staat. En over zijn contacten met Pim Hoevenaar, Hans de Zeeuw en Frans Diemers.

Wie is Aart Nieboer

Aart is samen met een oudere en jongere broer opgegroeid in Hoogezand. Zijn ouders hadden daar een mooie zaak met witgoed, wasmachines en dergelijke. Aart was ‘goed bij’ en zijn vader zag een opvolger in Aart. Het lot besliste anders. Psychiatrische problemen in combinatie met epilepsie maakten dat Aart (in die tijd) niet zelfstandig kon wonen. Aart was begin 20 toen hij opgenomen werd in het Noorder Sanatorium, aan de overkant van het Lentisterrein in Zuidlaren. Hij maakte vaak de overstap van het Noorder

‘De maatschappij is hard, Dennenoord niet’

Het is een mooi verhaal. Aart neemt je mee door de jaren en noemt de veranderingen die indruk op hem hebben gemaakt. Niet alleen wat nu anders is op Dennenoord, ook hoe het dorp Zuidlaren is veranderd. En wat er in de zorg is gewijzigd. Eigenlijk is het enige dat niet veranderd is, het gevoel dat Aart krijgt als hij in zijn rolstoel over het terrein rijdt. Dennenoord blijft ‘wonderschoon’. Met de kerk, het hertenkamp en de mensen die er verblijven. Aart prijst zich gelukkig. Hij voelt zich thuis en is blij met de wekelijkse bezoekjes van zijn broers. En als Erica Dompeling predikt, dan luistert Aart de dienst op met zijn mondharmonica. ‘Vroeger zeiden mensen, je gaat naar het gekkenhuis. De mensen die dat zeiden praten naar dat ze verstand hadden. Wat ik zie op Dennenoord is dat het totaal niet overeenkomt. De natuur alleen al, tref je nergens anders zo aan. De maatschappij is hard, Dennenoord niet’. (uit Dennenoord belicht, van Aart Nieboer, blz. 35, 2016) B o e k b e s te l l e n?

Dat kan. Aart Nieboer vraagt 5 euro voor een exemplaar. Je kunt een boek reserveren door te mailen naar afdeling Communicatie via communicatie@lentis.nl of door hieronder een reactie te plaatsen. 3


HE T MONS T ER D AT CRISIS HEE T V ERSL A A N De cr isisdienst biedt hier bij hulp en handv at ten Al s je je aanmeldt vo or een behandel ing bij een GGZ- org anisatie , kan het zijn dat je op een w achtl ijst komt te staan. Hierdo or kan je niet al tijd dire c t de hul p krijgen die je nodig hebt . Bij el ke aanmelding wordt er e en inschatting v an de situatie gemaakt: ‘ K an de perso on de w achttijd overbr ug gen of moet er in die tussentijd al iet s gebeuren? ’ Dit kan aan de orde zijn al s er bij vo orbe eld geen stabiele ba sisstr uc tuur is, zoal s daginv ull ing of zel f zor g . Een afdel ing die er dan bij betrokken wordt is de acute zorg , be staande uit de acute de el tijdbehandel ing , de Spit s en de crisisdienst .

Uitgelicht: de crisisdienst van Lentis

Een belangrijk onderdeel van de crisisdienst is de telefonische bereikbaarheid. De cliënten van Lentis kunnen na kantooruren en in het weekend deze bereiken als dat nodig is. Het kan namelijk gebeuren dat je in een situatie terechtkomt, waarbij er gevaar voor jezelf of je omgeving optreedt. Bijvoorbeeld een paniekaanval of verkeerde medicatie inneming. Voor dit soort situaties maakt een behandelaar samen met de cliënt een plan, ook wel een signaleringsplan genoemd. Dit plan wordt in het elektronisch dossier gezet. Het geeft zowel de cliënt als de crisisdienst handvatten om de situatie weer onder controle te krijgen.

Evelien Crisisverpleegkundige bij de Crisisdienst van Lentis

W i e w e r ke n e r?

Het team is divers, van psychiater tot verpleegkundige. Er zijn twee deskundigen aanwezig die mensen te woord kunnen staan. Dit zijn altijd verpleegkundigen. Daarnaast is er een deskundig hulpteam oproepbaar. Dit team bestaat onder andere uit een psychiater en een arts. De verpleegkundige maakt samen met de persoon die belt een plan om de situatie en jouw paniek te kalmeren. Dit kan zijn door een ventilerend gesprek. Als dit niet voldoende helpt is het ook mogelijk dat er een huisbezoek plaatsvindt of dat de cliënt zelf naar de locatie van de dienst komt. Voor de nazorg kan er ook een afspraak gemaakt worden om de volgende dag langs te komen. K a n i k a l s b u i te n s t a a n d e r o o k b e l l e n?

Als cliënten niet zelf in staat zijn te bellen, kunnen ook mensen in hun omgeving dat doen. Daarbij staat de crisisdienst ook professionals, zoals medewerkers in de kliniek van Lentis bij. Dan bieden zij bijvoorbeeld extra ondersteuning als er oplopende problemen zijn. Buiten kantooruren en in het weekend kunnen huisartsen van de huisartsenpost hier eveneens terecht als zij een cliënt hebben met psychische problemen. Sinds kort maakt ook de politie meer gebruik 4

van deze dienst, nu verwarde mensen niet direct meer in een cel geplaatst mogen worden. Wel wordt er dan eerst vastgesteld dat het gedrag niet door een lichamelijke ziekte veroorzaakt wordt. Als het mogelijk en nodig is, wordt de persoon dan ondergebracht bij een locatie van Lentis. ‘Kortom: de crisisdienst is geen plek waar je alleen komt als alle stoppen doorgeslagen zijn, maar juist om dat te voorkomen. Dit team is er voor jou en voor jouw veiligheid, maar jij houdt de regie. Een persoon die aan de zijlijn staat en met een duwtje in de rug jou ondersteunt om zelf weer de regie te kunnen nemen, zodat je weer kalm en zonder kleerscheuren de moeilijke periode alleen én samen met je omgeving kan doorstaan.’ aldus crisisverpleegkundige Evelien, werkzaam bij de crisisdienst. Crisisdienst Lentis

(050 ) 522 35 55


D o o r : C h a n t al v a n d e r K o l k F o t o : e i g e n b e zi t E v e l i e n M e i n e n

De vrouw achter de telefoonstem

‘Een crisis is een breed begrip.’

Je hebt alle moed bij elkaar gesprokkeld en je aangemeld bij Lentis. Eindelijk durfde je de knoop door te hakken en toe te geven: ‘Het gaat zo niet langer, ik moet hier iets aan veranderen.’ Maar dan word je doorverwezen naar de crisisdienst, omdat er gewoonweg iets moet gebeuren. Of je behandelaar geeft aan dat je bij problemen deze dienst mag gebruiken. Je hart stokt even, want zo erg is het toch niet?! Van ‘normaal’ functionerend mens voel je je ineens ‘een gek’. Maar wie of wat is de crisisdienst nou eigenlijk? En hoe gaan zij met jouw problemen om? En hoe waarborgen zij dan de veiligheid? We vragen het Evelien die daar als crisisverpleegkundige werkt om uitleg. Va n p a n i e k t o t z e l f p i j n i g i n g

‘Een crisis is een breed begrip. Voor de een kan een crisis zijn dat hij helemaal in paniek raakt als hij een brief van de belastingdienst krijgt op een zaterdag. Terwijl de ander belt omdat hij bijvoorbeeld niet meer weet hoe hij het uur door moet komen zonder zichzelf pijn te doen. Maar ook andere factoren kunnen meespelen. Zoals drugs en alcohol die verkeerd vallen,’ legt Evelien uit. Zij is een van de verpleegkundigen die bij de telefoon zit. Hierdoor is zij eerste aanspreekpunt voor mensen die bellen. G e e n a p p e l s m e t p e r e n v e r g e l i j ke n

‘We hebben alle leeftijden en problematiek hier na kantooruren en in het weekend. Maar ik zit hier nooit alleen. Er zijn altijd twee crisisverpleegkundige. Als eerste kijken wij of iemand hier in behandeling is en of we binnen of buiten kantooruren zitten. Binnen kantooruren wordt de beller doorverwezen naar zijn/haar eigen behandelaar of de huisarts. Daarna proberen wij de situatie zo helder mogelijk te krijgen. Dit doen wij door een luisterend oor te bieden en hierop door te vragen. Wat heeft de persoon nodig?’ 5

Evelien legt uit dat ze als hulpmiddel in het patiëntendossier kijken of er een plan is gemaakt wat voor de cliënt in dit soort situaties helpend is. Het zogenoemde signalerings- of crisisplan. ‘Want voor mij kan een warme douche helpen, maar dat kan jou koud laten. Voor jou werkt een wandeling bijvoorbeeld beter. Wat ons doel is en waar wij bij helpen is dat wij jou helpen om weer verder te kunnen, terwijl je zelf de regie houdt. Samen met je omgeving’, legt Evelien kalm en geduldig uit. E e n g e m o e d e l i j k s te u n t j e

‘Als hulpverleenster kijk ik niet alleen naar de betreffende persoon die in een crisis zit. Deze heeft zelf een crisis, maar de omgeving reageert daarop. De omgeving en situatie neem je daardoor ook mee in je overwegingen. Soms kan een omgeving het niet meer aan en heeft die even ademruimte nodig. Ook kan het zijn dat er meer begeleiding nodig is. Dan kan het nodig zijn om de persoon toch uit zijn omgeving te halen. Maar zelf ben ik echt een voorstander van eigen regie en kracht, dat de cliënt zelf weer verder kan en het zelf kan oppakken.’ Evelien legt uit wat de crisisdienst hierbij doet. ‘De kracht van ons als team is dan ook om als buitenstaander in te spelen op elke situatie. Vragen stellen, waarbij de cliënt weer even aan zijn eigen kracht herinnerd kan worden. Bijvoorbeeld door te vragen wat eerder heeft geholpen. Hierin kan je hem steunen en aanmoedigen om, als bijvoorbeeld een wandeling hielp, dit weer te gaan doen. Of om de medicatie toch in te nemen. Een gemoedelijk steuntje in de rug.’

Snel handelen ‘En soms kan een ventilerend gesprek voldoende zijn. Maar soms moet je adequaat ingrijpen. Dan gaat het om leven of


gie

dood. Als bijvoorbeeld iemand belt die bij een trein staat, dan moet je snel handelen. Dan verzoek je eerst die persoon om bij het spoor weg te gaan. Mocht deze persoon dan weigeren en niet weggaan, dan leg je uit dat je genoodzaakt bent om zijn/haar omgeving op te bellen. Als deze niet bekend is of aanwezig, dan moeten wij de politie bellen. Deze gaat dan naar de situatie toe en haalt de persoon dan weg,’ verheldert Evelien.

Scherp houden ‘Maar wat je ook doet, je neemt altijd jezelf mee. Wij zijn ook mensen en iedereen kan een crisis overkomen. Dat zorgt ervoor dat dit werk je scherp houdt. Je moet namelijk ook voor veiligheid opkomen. Daarom gaan we vrijwel altijd met zijn tweeën naar een huisbezoek. We kijken ook altijd wie er wie er naartoe gaat. Zo kan je gebruik maken van elkaars deskundigheid. Maar ook als iemand bang is voor een hond en die is daar aanwezig, dan zoek je daar ook een oplossing voor. Er is altijd genoeg deskundigheid aanwezig om de mensen te helpen.’ E e n n i e u w e r o n d e - m e n t a l i te i t

‘Wij zijn ervoor om de mensen te ondersteunen, zodat ze zelf de regie kunnen herpakken. Om weer even verder te kunnen en ademruimte te krijgen. Elke dag is weer een nieuwe start en elke dag begin je weer opnieuw. Dat is de nuchtere insteek en dat ervaar ik ook zo: je weet nooit wat op je pad komt, alleen dat je jezelf erin mee neemt. Onze kracht is dan dat wij open zijn, er zijn letterlijk geen drempels hier in ons deel. Elke dag geeft je nieuwe inzichten.’

‘Wat je ook doet, je neemt altijd jezelf daarin mee.’ 6

H o e v o o r ko m i k e e n c r i s i s? E v e l i e n s t i p s

‘Een crisis heb je vaak niet alleen en hoef je ook niet alleen te ondergaan. In je hoofd gaan je problemen en je gedachten een eigen leven leiden. Een mug kan dan een olifant worden en de angst groeit dan sneller.’

Maar hoe doe je dat? ‘Probeer het bespreekbaar te maken met je omgeving en durf iemand hierbij te betrekken. Dit kan in stapjes. Als je bijvoorbeeld praten moeilijk vindt, probeer je gevoelens dan eerst eens op papier te zetten. Dan kan je dit aan iemand laten lezen of zelf op een ander moment nog eens rustig doornemen.’ ‘Kijk naar wat bij jou past. Vind je uit huis gaan eng? Forceer jezelf dan niet door een wandeling te maken om jezelf rustig te krijgen, maar probeer eens een warme douche of een kop thee. Verscheur een oud telefoonboek als je veel boosheid voelt. Maar zoek vooral iets wat bij jou past. Niks is vreemd of gek. Zolang het maar voor jou werkt en je jezelf of je naaste niks aandoet.’

‘Hoe moeilijk dit ook is: probeer een persoon mee te nemen naar je gesprekken. Iemand anders kan ook veel over jou vertellen en je hoeft niet alle informatie in een keer alleen te onthouden.’

‘En als laatste en belangrijkste: Wees mild voor jezelf. Veroordeel jezelf niet en gun jezelf ruimte om te zoeken wat bij jou past. Dat hoeft niet in een keer. Onthoud dat gevoel net een golf is in een zee. Het komt op. Het piekt en wordt daarna weer kleiner. Niks is blijvend en jij bent sterker dan je denkt.’


T W EE W EREL DEN W ilco kan niet v inden w at hij no dig heef t . Zijn le ven vol trekt zich al s een zoek proce s, al weet hij zel f niet w aar hij op uit wil komen. Nu is dat op zich niet v re emd w ant wie weet dat nu wel? We be ginnen aan een nieuwe baan, verhuizen omdat die nieuwe plek net iet s meer te bie den heef t en weer e en ander be gint nog maar eens aan e en nieuwe rel atie. Het ho or t bij het le ven, om er iet s v an te kunnen maken. Iet s w at het leven zin geef t of op z’n minst enige betekenis. De laatste jaren lijkt het vinden van geluk daarbij maatgevend, tenminste wanneer we afgaan op allerlei boeken die ons dat proberen uit te leggen. Ga naar een willekeurige boekenzaak en ‘de gelukstitels’ komen op je af. Het is dan ook niet vreemd dat onder jeugdigen, tussen 18 en 25 jaar, een flinke toename in het gebruik van antidepressiva te zien is. Zij verkeren in een fase waarin juist het vinden van een toekomstige bestemming, in de vorm van baan, relatie of een ander na te streven doel, het leven zinvol moet gaan maken. Op die weg liggen een aantal hobbels en op diverse kruispunten moet er de juiste afslag worden genomen. Gecombineerd met de plicht om je gelukkig te voelen, raakt menig adolescent vertwijfeld, want het geluk komt maar niet tevoorschijn. Calvin Russell zong al, staande op zo’n kruispunt, dat de ene afslag naar het paradijs gaat, een andere naar vrijheid, een andere pijn zal opleveren maar genomen moet worden, om te constateren dat al die afslagen verdomd veel op elkaar lijken.

Gerard Lohuis is werkzaam bij Lentis binnen de sociale psychiatrie en als docent en trainer actief in het onderwijs.

Er zijn vele mensen, net als Wilco, in de GGZ beland die er niet in slagen om in zichzelf de rust en vertrouwen te vinden, die nodig zijn om sturing te geven aan hun leven. De een botst net even te vaak met anderen, een ander durft geen keuzes te maken of heeft de lat te hoog gelegd, en weer een ander heeft de botte pech dat symptomen er voor zorgen dat er geen stabiliteit ontstaat. Zo bezien is psychiatrie nodig om mensen te helpen in hun zoekproces om de juiste afslag te nemen en om te gaan met allerlei hobbels die men onderweg moet nemen. Het gekke is dat de samenleving er geen last van wil hebben wanneer iemand daar niet in slaagt en psychiatrie als een dekmantel gaat fungeren om dat op te lossen. Mensen die niet de juiste paden bewandelen, worden met uitsluiting geconfronteerd, waarmee stigmatisering en eenzaamheid vervolgens de problemen nog groter maken of in stand houden.

hem voor hadden. Uiteindelijk kreeg hij van een Spaanse therapeut te horen dat hij beter met therapie kon stoppen. Hij was inmiddels 27 en besloot met zijn fiets over de wereld te trekken. Hij houdt het maanden vol, zwervend door verschillende landen, vechtend tegen zijn depressie, gevoed door wantrouwen en voortdurend op zoek naar iets waarvan hij weet dat het er moet zijn, maar alsmaar niet tevoorschijn komt. Hij komt na maanden fietsen langs, mailt dat hij enige tijd in Nederland zal zijn, om zich vandaar uit voor te bereiden op de volgende fietstocht. In de gesprekken die ik met hem heb, spreken we erover dat de jacht soms mooier is dan de vangst, als perspectief voor zijn leven. Het biedt hem enige troost en geeft hem de moed om vol te houden. Toch komt in ons contact steeds zijn ‘kruispunt-gevecht’ naar boven, iets wat fietsend voor hem geen probleem is, maar wel in zijn bestaan. Er moet toch ergens een afslag zijn, een plek naar innerlijke rust waar hij zichzelf kan zijn?

Een luchtbel

Nieuw kruispunt

Wilco heeft Spaanse ouders en na de scheiding van zijn ouders, toen hij vier jaar was, kreeg hij er flink van langs van zijn stiefvader. Zijn moeder kreeg jarenlang klappen en voor Wilco was er eigenlijk geen plek in het gezin. Zijn eigen vader was naar Nederland verhuisd en voor Wilco was vader zijn grote ideaal, totdat hij vanaf zijn 12e jaar weer contact met hem kreeg en merkte dat het een luchtbel bleek te zijn. Ontheemd en zich niet gezien gevoeld door anderen, bezocht hij jaren erna allerlei therapeuten die het beste met

Afgelopen week sprak ik hem na maanden niet gezien te hebben. Hij is op een nieuw kruispunt aangekomen. Na jarenlang over de wereld gefietst te hebben, heeft hij diverse culturen van binnenuit ervaren. Altijd op de fiets en als tijdelijke passant. Hij denkt dat ergens iets moet zijn, een plek om al die ervaringen in zich op te nemen en waar hij kan gaan leven. Hij vindt dat z’n tijd gekomen is om te beslissen in welke wereld hij wil gaan leven. 58 jaar oud. Of zoals hij het zelf zegt: ‘to be or not to be’.

D e j u i s te a f s l a g

Er moet toch ergens een afslag zijn, een plek naar innerlijke rust. 7


Er komen bezorgd kijkende mensen op me af en ik probeer hun aangeboden hulp af te houden. ‘Dit is toch zo wel weer over’, houd ik mezelf voor. Kruipend en doen alsof er niets aan de hand is bereik ik de kant en trek me omhoog aan een reclamebord. Als ik met veel pijn weer sta ontdek ik dat mijn linkervoet en dus ook been scheef staan. Mijn linkervoet staat bijna haaks ten opzichte van de andere voet. Bijna ga ik van mijn stokje en vraag omstanders om de EHBO-medewerker te halen. Zielige opa

Ontkennen dat er iets goed mis is heeft geen zin meer. Door EHBO’ers word ik in een rolstoel geplaatst en naar hun hulppost gereden. Wat een afgang! Mijn kleinkinderen hebben er ondertussen ook lucht van gekregen dat ik gewond ben geraakt. Bezorgd kijken ze door de halfopen deur. De EHBO’er zegt tegen hen dat ze maar weer verder moet schaatsen. Dat doen ze niet, ze willen bij hun zielige opa zijn.

Door Anne Helmus

HELMUS ZOEKT ZIJN ONGELUK ‘Goh w at g aat het schaat sen lekker.’ N og maar een rondje . Mijn kleinkinderen zijn aan het spelen met hun v riendje s. Met de handen op de r ug verho og ik mijn snel heid. D eze over moe d wordt kor t daarop genadelo os be str af t . Ik g a onder uit en v al vol op mijn l inker zijkant . Een felle pijn trekt do or mijn l ijf. Versuf t l ig ik op het ijs.

We l ko m i n d e d i s co

In de operatiekamer word ik begroet met ‘Welkom in de disco’. De OK met al zijn lampen, beeldschermen en glimmende voorwerpen heeft daar inderdaad wel iets van weg. Er staat een groot aantal mensen klaar om mij onder handen te nemen. Een man in een groene jas geeft me alvast een roesje. Door de ruggenprik en het roesje maak ik de reparatie halfbewust mee en voel me licht euforisch. Behalve wat gekriebel en gemorrel aan mijn zijkant krijg ik niet veel mee, wel hoor ik de geluiden van de boormachine en ander mechanisch gereedschap van de orthopeed om de drie schroeven in mijn heupkop te bevestigen. In de uitslaapkamer komt er weer langzaam leven in mijn benen. Terwijl ik twee dagen in het ziekenhuis verblijf heeft mijn vrouw het samen met schoonzoon M. druk om een slaapplek beneden in achterkamer in te richten inclusief papegaai en urinaal. De echtelijke sponde blijkt de komende zes weken onbereikbaar. Slapen op de zij is er niet bij met een heupfractuur. Ik moet op mijn rug liggen, voelt alsof ik voortijdig opgebaard ben en slaap erg slecht.

U w h e u p i s g e b r o ke n

Gammele beentjes

De ambulance is gebeld en komt er vrij snel aan. Voordat ik er erg in heb lig ik in de ziekenauto en krijg een infuus met een pijnstillend middel. De kleinkinderen worden inmiddels door de moeder van een vriendinnetje opgevangen. Vooral mijn kleindochter van zeven is erg geschrokken. In het ziekenhuis bestudeert de verpleegkundige de pas gemaakte röntgenfoto en zegt: ‘Ik heb slecht nieuws, uw heup is gebroken.’ Daarna volgden de dingen elkaar snel op. Ik word klaar gemaakt voor een operatie. Binnen een uur kan die plaatsvinden en krijg een operatiehemd aan en word ik volgeplakt met electroden om de hartfunctie te meten. Bezorgde familie staat om me heen alsof ik terminaal ben. Een verpleegkundige vraagt: ‘Als u tijdens de operatie een hartinfarct krijgen, wilt u dan ook worden gereanimeerd?’ ‘Natuurlijk moet hij worden gereanimeerd. Jullie laten mijn opa toch niet doodgaan?’ roept mijn kleinzoon van elf verontwaardigd, hij staat inmiddels ook bij mijn bed. ‘Tuurlijk niet, maar we moeten dat vragen’ zegt de verpleegkundige verontschuldigend.

Na drie maanden revalideren passen we weer eens op de kleinkinderen. Ik sta met mijn busje voor de school. Mijn kleindochter stapt in en heeft een vriendinnetje bij zich. We stoppen voor het huis en voordat we uitstappen zegt ze tegen haar vriendin. ‘Mijn opa heeft wel een hinkepoot hoor.’ Mijn hopelijk tijdelijke lichamelijke beperking laat ze niet onbesproken. Eerder zei ze al: ‘Opa hoeft me niet komen ophalen met zijn gammele beentjes.’ Maar verder is ze erg lief en zorgzaam hoor! Herstellen en revalideren valt niet mee. Het is veel oefenen, eerst met de fysiotherapeut en daarna fysiofitness.

8

H e r s te l l e n d o e j e z e l f

‘Herstellen doe je zelf’ is gevleugelde term in de rehabilitatiemethode. Net als bij het herstellen na bijvoorbeeld een psychose is acceptatie belangrijk. Ook moet ik net als degene die een psychose heeft gehad rekening houden met mijn kwetsbaarheid. Bang om weer te vallen ben ik zeker, al lijkt me de angst om weer psychotisch te worden beklemmender. De herstelfase heb ik bijna gehad. Mijn ongecontroleerde hupje, vooral bij het starten is nog een restverschijnsel, wat hopelijk gaat verdwijnen.


A an het verbl ijf in de baar moe der, al s ul tieme veil ige plek , bew aren we ge en herinneringen. In de kinder tijd er v aar je veil igheid bij v ader of moe der op schoot , of onder de dekens met b oek en zakl amp of lezend bij het l icht v an de tele foon of i-pad. Om iemand te worden die te gen een stootje kan is het er v aren v an veil igheid in de jeugd een vo or w aarde . We bl ij ven op zoek naar een veil ige plek w aar we ons kunnen ont spannen zonder be dreigingen v an buiten af. L ekker v anaf de bank tele v isie kijken of achter de computer de wereld be schouwen geef t o ok veel mensen een veil ig ge voel . Vanuit e en comfor tabele situatie ben je in staat spannende avonturen me e te maken zonder dat je de eigen woning hoe f t te verl aten. Ge en wonder dat het leven zich stee ds minder op str aat afspe el t . Ve i l i g h e i d v o o r v e r w a r d e m e n s e n

We verzekeren ons fors om risico’s uit te bannen en kopen bijvoorbeeld auto’s bomvol airbags en elektronische snufjes om de veiligheid te vergroten. Risico’s dienen zoveel mogelijk te worden vermeden. Ondanks alle maatregelen om de veiligheid te vergroten lijkt het gevoel van veiligheid af te nemen. Politici vergroten problemen uit. Door te suggereren dat ze hiervoor oplossingen hebben hopen ze het stemgedrag van de kiezer te kunnen beïnvloeden. Het is moeilijk om iedereen tevreden te stellen. Vluchtelingen die op zoek zijn naar een veilige plek worden als een bedreiging ervaren.

In therapiesituaties is veiligheid een voorwaarde om problemen te bespreken. De hulpverlener is er in getraind om een veilige sfeer te creëren waarin de cliënt zich kwetsbaar op kan stellen. De omgang tussen hulpverlener en cliënt is gebonden aan allerlei regels en codes. De fysieke veiligheid van intern wonende cliënten wordt gewaarborgd door het naleven van allerlei voorschriften. Ook het beleid ten opzichte van verwarde personen heeft de aandacht van Lentis, wat zijn weerslag heeft op de openbare- en de individuele veiligheid van de verwarde persoon zelf.

Door Anne Helmus

Martin Sitalsing, voorzitter van de Raad van Bestuur, schrijft in een blog dat hij blij is om bij een organisatie te werken die de kennis en expertise heeft om te voorkomen dat verwarde mensen in een kille politiecel terechtkomen. ‘Dat we onze zorgzaamheid kunnen inzetten voor mensen die om wat voor reden dan ook het even niet meer zien zitten, die zich uit onmacht onaangepast gedragen en waar openbare orde en veiligheid in het geding is.’ Hij geeft aan samen te willen werken en ook buiten de kaders van de eigen organisatie te kijken en op die manier vanuit een zorgzaam perspectief een bijdrage te leveren aan de openbare veiligheid en een veilige plek voor de verwarde mens.

Foto Bob de Vries

Ve i l i g h e i d i s te ko o p

Veiligheid

V EIL IGE PL EK

Lees de hele blog van Martin Sitalsing op de website: https://www.lentis.nl/2016/12/22/blog-veiligheid-en-zorgzaamheid-gaan-goed-samen/

9


Veiligheid

‘ALS JE PARTNER DEMENTIE HEEFT EN NAAR HET VERPLEEGHUIS GAAT’

Al s je par tner dementie heef t bel and je al snel in e en proce s v an rouw en verl ie s. Stukje bij beetje ne em je afscheid v an wie die ander w a s. D at kan gepaard g aan met gevoelens die vergel ijk baar zijn met een rouw proce s na het overl ijden v an een dierbare. Echter dit is anders, immers je (dementerende) par tner is nog in le ven. Door Dick Reijnders Teamleider de Duinstee, Dignis V&V Kleinschalig wonen voor mensen met Dementie in Eelde Foto’s Micha Moes

In de literatuur wordt dit ook wel anticiperende rouw genoemd, het is vaak een ingrijpend en emotievol proces voor degene die achterblijft. • Er is sprake van verlies op veel fronten • Je verliest je partner zoals je hem/haar kende • Het normale contact neemt af, wordt anders • Je verliest wederkerigheid, gelijkwaardigheid in de relatie • De gezamenlijke toekomst ziet er ineens heel anders uit • Sociale contacten kunnen afnemen, verminderen.

Langzaam maar zeker komt er steeds meer op de schouders terecht van de gezonde partner. Er kunnen (onveilige) situaties ontstaan zoals met eten koken, vuur of ’s nachts naar buiten gaan maar ook het niet meer zelfstandig kunnen wassen en aankleden, het niet meer kunnen ophouden van urine en/of ontlasting. Uiteindelijk is er zoveel zorg, nabijheid en toezicht nodig dat dat niet meer op te brengen is voor één persoon, ook niet met alle thuiszorg. M o e i l i j ke b e s l i s s i n g

E e n g e l e i d e l i j k p r o ce s

Het proces van dementie begint geleidelijk, de ander gaat op allerlei gebied merken dat zijn/haar dementerende partner dingen niet meer snapt, onthoudt of herkent.

10

Eén van de moeilijkste beslissingen die dan voor de deur staat is waarschijnlijk een opname in het verpleeghuis. Niet zelden is er sprake van een huwelijk van 40 of 50 jaar en om dan je partner ‘weg te moeten brengen’ is een ingrijpende opgave. Men realiseert zich op zo’n moment dat het een definitieve scheiding is. Het is dan ook begrijpelijk en menselijk dat dit soms pas laat gebeurt of wordt uitgesteld.


Veiligheid

GEBORGENHEID Ook voor de dementerende zelf is het ingrijpend om in een fase van dementie van vertrouwde en veilige omgeving te moeten veranderen. S c h a a m te e n s c h u l d g e v o e l

Dit proces van toegroeien naar opname kan worden bemoeilijkt door onbegrip in de omgeving (als je niet de dagelijkse zorg kent voor iemand met dementie, is het lastig om je hierin te verplaatsen). Bij degene die achterblijft kunnen schaamte of schuldgevoel een rol spelen; doe ik er wel goed aan, kan ik het niet nog een tijdje proberen, zorgen ze wel goed voor hem/haar, het is heel anders dan thuis. C o n f r o n te r e n d

De confrontatie met de andere bewoners in het verpleeghuis kan groot zijn; er verblijven mensen in alle stadia van dementie, je wordt als het ware geconfronteerd met het voorland voor je partner. Naast verdriet en twijfel van een dergelijke beslissing kan er ook sprake zijn van opluchting in verband met het overdragen van alle zorg en start er een periode van het vinden van een nieuw evenwicht. Naast het bieden van goede zorg voor bewoners in het verpleeghuis is het van belang om aandacht te hebben voor de partner en deze een luisterend oor en steun te bieden.

Gerrit Alberts (1947 - 1977), de bekende, veel te vroeg gestorven kunstenaar uit Scheveningen had persoonlijke ervaringen met opnameklinieken en andere onderdelen van de psychiatrie. In een aantal van zijn werken maken we kennis met zijn doorleefde observaties in de psychiatrie. Met humor, zonder ook maar een flard cynisme, etaleert hij een intense beleving treffend, zonder opsmuk. De titel van dit werk is Geborgenheid, een intieme vorm van veiligheid. Kijk zonder veel haast naar deze ets en bedenk een titel. Uw reactie wordt door erfgoed@lentis.nl gewaardeerd. erfgoed@lentis.nl is blij met reacties

Door Rense Schuurmans, voorzitter Lentis Erfgoed Foto Collectie Lentis Erfgoed

11


VORMEN VA N V EIL IGHEID

die kans is namelijk nogal klein, maar het is natuurlijk wel mogelijk dat mensen die mij dierbaar zijn slachtoffer worden van een aanslag. Maar ook die kans is klein. Er zijn verschillende vormen van veiligheid die erg uiteen kunnen lopen. Hierna beschrijf ik vier vormen van veiligheid die voor mijzelf belangrijk zijn en voor de lezer misschien herkenbaar.

Veiligheid is tegenwoordig een hot item en dat komt natuurlijk door alle aanslagen die de laatste jaren plaatsvinden. Ze, de aanslagen dus, komen ook steeds dichterbij, denk maar aan Parijs, Brussel en Berlijn. Wij, in Nederland, hebben nog geen aanslagen gehad, maar menigeen denkt dat het een kwestie van tijd is voor er in een grote stad een bom ontploft. Ik maak mij geen zorgen dat ik een slachtoffer van een aanslag zal worden,

1 In bed

2 Oostum

Als er één plek is waar je je veilig zou moeten voelen dan is het wel je eigen bed, of dat nu een één- of tweepersoonsbed is, of het nu een hemelbed is of een logeerbed. Toch herinner ik mij nog dat ik als kind, als ik ’s nachts wakker werd, het wel voor mogelijk hield dat er een krokodil of een psychopaat onder mijn bed lag. Ik raapte dan al mijn moed bijeen, keek onder het bed en was opgelucht dat er niets aan de hand was. Dan voelde ik mij weer veilig. De laatste tijd heb ik spectaculaire dromen waarin enorme (flat)gebouwen waarin ik mij bevind instorten en ook donder ik geregeld met vliegtuig en al uit de lucht. Mijn dromen zijn niet bepaald veilig. Toen ik opgenomen was in Assen heb ik een tijd met twee andere mensen in een ‘gewoon’ huis gewoond om weer te wennen aan het gewone leven. In mijn slaapkamer bevond zich, precies boven het hoofdeinde van het bed waarop ik sliep, een luchtkoepel van (plexi)glas. Als ’s nachts de regen en soms hagel keihard tegen het glas sloeg in de harde wind op amper twee en een halve meter boven mijn hoofd, voelde ik mij zeer veilig. Het was een heel prettig en veilig gevoel. Helaas heb ik in mijn huis niet zo’n koepeltje boven mijn bed.

In Oostum, een gehucht op enkele kilometers ten noorden van de stad Groningen, ligt op een kleine, maar wel hoge terp een kerkje dat stamt uit het midden van de dertiende eeuw. Het meest wonderbaarlijke aan dit prachtige kerkje is het feit dat op het dak nog steeds de oorspronkelijke dakpannen, die uit het midden van de dertiende eeuw dus, liggen. Elke zomer fiets ik een paar keer naar het kerkje op de terp en kijk dan naar het gebouw en vooral de dakpannen en ik realiseer mij dan dat ik naar dezelfde dakpannen kijk als de mensen die hier zevenhonderd jaar geleden leefden. Dit kerkje, denk ik dan, heeft niet alleen de Tweede Wereldoorlog overleefd, maar ook, om maar iets te noemen, de Tachtigjarige Oorlog. Dit moet wel de veiligste plek van Groningen en misschien wel van heel Nederland zijn. Dat dat kerkje nog steeds bestaat en er over zevenhonderd jaar wellicht nog steeds zal staan, geeft mij een groot gevoel van veiligheid. Als er ooit nog weer eens een oorlog komt waarbij cliënten van Lentis het haasje zijn, dan kun je het beste onderduiken in het kerkje van Oostum. En als ik ooit nog trouw wil ik dat het gebeurt in dit kerkje, maar ik ben inmiddels vijftig en wil helemaal niet trouwen.

12


Veiligheid Door Erik Bies F o t o’s : 1 ) s t o c k ; 2+ 3 ) K l a a s v a n S l o o te n 4 ) E r i k B i e s

3 Opname

4 Spor t

Tijdens een psychose voel je je zeer onveilig. Als je bijvoorbeeld stemmen in je hoofd hoort, voel je je nergens meer veilig want je hebt die stemmen overal, je kunt geen veilige plek vinden en je kunt ook niet goed uitleggen wat er aan de hand is. Toen ik, na langdurig psychotisch te zijn geweest, opgenomen werd, voelde ik mij al gauw een stuk veiliger omdat ik medicijnen kreeg, in een veilig gebouw zat en omringd werd door verpleegkundigen, psychologen en psychiaters, mensen die goed begrepen wat er met mij aan de hand was. Ook ontdekte ik al gauw dat met veel van de mensen die opgenomen waren, min of meer hetzelfde aan de hand was als met mij. Ik voelde mij, door die opname in de kliniek, zowel fysiek als psychisch een stuk veiliger dan tijdens de psychose. Wat ook bijdroeg aan een gevoel van veiligheid tijdens de opname was het feit dat er voor gezorgd werd dat je (weer) een min of meer ‘normaal’ leven ging leiden. Je moest vroeg opstaan en om acht uur ontbijten, iets wat ik al jaren niet meer gedaan had. Ook deed je andere normale en gezonde dingen, zoals creatief bezig zijn en sporten. Dat laatste werd PMT genoemd, psychomotorische training. Ook aan sport had ik al jaren niet meer gedaan, en ik ontdekte al snel dat ik mij vooral tijdens het sporten erg goed en veilig voelde.

Het is al weer lang geleden dat ik opgenomen was, maar aan PMT doe ik nog steeds en het draagt bij aan mijn gevoel van veiligheid. Iedere woensdagmiddag doe ik aan zaaltennis onder de bezielende leiding van Ria Eising, een aardige en sportieve vrouw met een mooie stem die lijkt op die van Heleen van Royen. In de zomer tennissen we ook wel eens buiten, op ‘echte’ tennisbanen. Op woensdag 28 december had Ria een heus tennistoernooi georganiseerd, het ‘Eindejaars zaaltennis-toernooi PMT/Fact Groningen 2016.’ Er was ook een pauze waarin we oliebollen en pasteitjes aten. Het was een zeer geslaagd toernooi waarbij ik eerste werd bij de heren en een ‘Gouden Tennisracket’ won. De nummers twee kregen een gouden bal. Aan het einde van het toernooi maakte Ria een foto van alle deelnemers en ze zei tegen mij: ‘Misschien is het wel leuk als jij voor Lentis Magazine een stukje schrijft over dit toernooi.’ Dat heb ik hierbij gedaan.

13


ONDER Z OEK

Helpt yog a bij depressie? D ecember vorig jaar is een onder zoek naar de e f fe c ti v iteit v an het toevoe gen v an yog a aan de gebr uikel ijke behandel ing bij jonge v rouwen met een depre ssie v an star t ge g aan. Dit onder zoek ‘ Yog a bij depre ssie’ is e en samenwerking v an L entis en de Rijk suni versiteit Groningen en is me de mogel ijk gemaakt do or ZonMw. Soort onderzoek

Vrouwen die voor depressie bij Lentis in behandeling zijn komen in aanmerking. In het onderzoek worden de effecten van het toevoegen van een op yoga-gebaseerde training aan de bestaande behandeling voor depressie onderzocht. Het onderzoek richt zich op vrouwen van 18 tot en met 34 jaar met een depressie. Deze groep loopt het meeste risico op het ontwikkelen van depressieve klachten. Het team bestaat uit onderzoekers, behandelaren en een ervarings­deskundige. Van Lentis zijn dat: • • • • • •

Petri Engelen Nina Vollbehr Rogier Hoenders Agna Bartels-Velthuis Laura van Meijeren Stynke Castelein

Meer informatie vind je op de site: https://www.lentis.nl/2017/04/13/ yoga-bij-depressie-onderzoek-lentis-en-rijksuniversiteit-groningen/. Bron: Lentisnet

14


ONDER Z OEK D e hel f t v an de mensen met een ps ychotische aandoening die l ast hebben v an metabole kl achten al s er nstig verho ogde bloe ddr uk of chole sterol , worden hier niet of onvoldoende vo or behandeld. D at concludeer t ps ycholoog Jojanneke Br uins, verb ondenaan L entis Re se arch en het UMCG .

Meer aandacht voor medische klachten psychotische patiënten Onder andere door de antipsychotica die ze gebruiken hebben mensen met een psychotische aandoening een verhoogd risico op metabole ziekten. De geldende richtlijnen hiervoor worden niet voldoende nageleefd, omdat de behandelaren zich vaak niet bewust zijn van het hogere risico dat psychotische patiënten lopen. Dat concludeert psycholoog Jojanneke Bruins, verbonden aan Lentis Research en het UMCG, in onderzoek dat werd gepubliceerd in het Journal of Clinical Psychiatry van 11 april. Het onderzoek trok ook de aandacht van de media. Jojanneke werd geïnterviewd in het programma Nieuws & Co op Radio 1. Voor het onderzoek volgde zij 1259 patiënten met een psychotische aandoening die allemaal 3 keer ROM-screening hebben ondergaan; dit is een jaarlijkse screening onder psychiatrische patiënten. Bekend is dat een verhoogd risico op metabole klachten een bijwerking van antipsychotica is. In haar onderzoek ging Jojanneke Bruins na in hoeverre zij in voldoende mate zijn behandeld voor hun metabole ziekten; zij keek hierbij vooral naar hoge bloeddruk, diabetes en verhoogde vetzuren. Nog niet eerder werd deze groep patiënten zo langdurig gevolgd.

H e l f t m e t a b o l e k l a c h te n n i e t b e h a n d e l d

Uit haar onderzoek blijkt dat iets meer dan de helft van de psychotische patiënten een metabole stoornis heeft. De helft van de patiënten met metabole klachten werd hier na drie metingen nog steeds niet voor behandeld, ook niet als bijvoorbeeld bij hun eerste screening al bleek dat zij een verhoogd risico hadden. Dit geldt niet alleen voor patiënten met een licht verhoogde risicowaarde, maar ook als zij last hadden van ernstige verhoogde bloeddruk of cholesterol-gehalte. Met name jonge patiënten kregen onvoldoende behandeling voor hun metabole stoornis. Richtlijnen niet nageleefd

Er zijn internationale richtlijnen voor de behandeling van metabole risicofactoren. Hierin staan onder andere criteria vermeld op welk moment het risico dusdanig verhoogd is dat medicatie noodzakelijk is. De conclusie van Bruins is dat deze onvoldoende worden nageleefd. Dit komt volgens haar door te weinig aandacht voor en bewustzijn over metabole risico in de psychiatrie, en onduidelijkheid over verantwoordelijkheid voor de behandeling van deze klachten. Bruins: ‘Volgens de richtlijnen zijn huisartsen in principe verant15

woordelijk voor het behandelen van metabole risicofactoren, ook bij psychiatrische patiënten. Maar dit is niet voor iedereen duidelijk en bovendien moeten de patiënten dan wel naar de huisarts doorverwezen worden door de psychiatrie.’ Verder zijn psychiaters en huisartsen zich volgens Bruins niet altijd goed bewust van het extra risico van deze patiëntengroep. R O M - s c r e e n i n g b e te r i n te g r e r e n

Bruins pleit er voor om de uitkomsten van de jaarlijkse ROM-screening beter te integreren in de dagelijkse praktijk. Hierdoor kan volgens Bruins beter de individueel noodzakelijke zorg gegeven worden die nodig is voor het herstel van de patiënt.

Bron: nieuwsbericht UMCG http://bit.ly/2oZJiCg


MOOI WONEN IN DE SINT VITUSSTROAT 16


Door Anne Helmus

Op Faceb o ok deelde ik een tijdje ter ug e en f il mpje met het l ie d Sint V itusstroat . Het l ie d werd ver tol kt do or een man met een schor re , do or ro okte stem. Het werd a c apell a gezongen. Het l ie d had aan het einde een leuke clou en o ok tijdens het l ie d moe st het publ iek v aak even l achen.

Op een dag ben ik in de mooiste bieb van Nederland boeken aan het uitzoeken. Even verderop staat een man met een lange jas hetzelfde te doen. Ik denk: ‘Is dat niet die gast die dat lied zong op You Tube over de Sint Vitusstraat?’ De zanger die ik even later aanspreek heeft zijn tas al gevuld met een aantal dikke pillen. Hij is inderdaad degene die het lied had gezongen op een bijeenkomst van dichters in the House of Sodom, een hippe winkel hier in Winschoten. Ik vraag of ik hem mocht interviewen voor Lentis Magazine. ‘Geen punt kom maar langs’, zei hij gastvrij. In een soort vrije val

Op een mooie zonnige dag loop ik naar de Sint Vitusstraat om Willem Hemmen op te zoeken. Willem woont er zelf. Deze straat, waar hij een loflied over maakte, is een bijzondere straat. Vroeger was er vaak gedoe. Bepaalde families zorgden nogal eens voor overlast en hadden bijzondere gewoonten. Als er bijvoorbeeld een probleem was met een auto dan zetten ze de auto met vereende krachten op de zijkant en gingen er vervolgens, met een flesje bier binnen handbereik, gezellig aan sleutelen.

De bel van Willem doet het niet, hij heeft me al opgemerkt en opent met een sierlijke zwaai de deur. Hij vertelt hoe het is begonnen met het zingen en het dichten: ‘Een tijdlang ben ik heel depressief geweest. Het is al weer een paar jaar geleden. Een aantal dingen kwam toen bij elkaar. Mijn vader kwam te overlijden. Ik had een sterke band met hem en ook drie goede vrienden overleden en ik raakte werkloos. Ik zat echt in een zwart gat en kwam in een soort vrije val terecht. ‘Laat maar gaan’, dacht ik. Ik kende mezelf niet meer. Als je me tien jaar geleden had gezegd dat mij zoiets zou overkomen dan had ik je uitgelachen.’ Het moet wel kloppen

‘In die tijd heb ik hulp van Lentis gehad en een tijd lang medicatie gebruikt. Die medicatie hielp niet echt. Ik werd er agressief van, daar ben ik dan ook vrij snel weer mee gestopt. Wat me ook heeft geholpen is de hulp van de VKB (Volks Krediet Bank). Ze hebben me heel erg goed begeleid om mijn financiën weer op orde te krijgen. Dat was door al die toestanden een behoorlijk grote puinhoop geworden. Heel leuk, stiekem hebben ze ook voor ons wat gespaard. Van dit geld konden we samen een weekje naar Barcelona. Geweldige reis was dat. Vooral het bezoek aan de Sagrada Familia, die bijzondere kathedraal, deed me echt wat. Ik kreeg tranen in de ogen en een brok in de keel. Vanaf die vakantie is het beter gegaan. We konden van het door de gespaarde bedrag zelfs nog een nieuwe computer kopen en ik ontdekte in die tijd ook Facebook. Ik begon er verhaaltjes op te zetten. Bijvoorbeeld over mijn vader, hij had polio en daardoor een stijf been. Hij reed op een speciale fiets en later in een DAF Variomatic. Leuke reacties kreeg ik op mijn verhalen en het stimuleerde me om daar mee door te gaan. Rob Rosenthal, de stadsdichter, nam me een paar keer mee

17

naar bijeenkomsten van dichters om eigen werk voor te dragen. Toen er een keer dichters waren uitgevallen bood ik aan om een paar liederen te zingen. Toen heb ik ook dat lied Sint Vitusstroat gezongen. Het is op de melodie van My neighbourhood, een song van Tom Waits. Inmiddels heb ik er samen met een buurman ook al muziek achter gezet. Het is veel bekeken en ook nog uitgezonden in het RTV Noord programma Twij deuntjes veur ain cent. Het Gronings leent zich goed om in te zingen. Het loopt zo mooi. Je kunt het woord aan het eind mooi inslikken. Dan vloeit het in elkaar over. Niet om je er van af te maken, het moet wel kloppen. In het Gronings dichten is een ander verhaal, dat gaat me het beste af in het Nederlands. Tijdens het maken van de foto’s valt me op hoe gezellig dit huis is, veel kleurige hoekjes en overal boeken. En een ruime tuin achter die uitloopt in een plantsoen. Inderdaad het is mooi wonen in de Sint Vitusstraat. https://youtu.be/b8f2ANVVznQ Filmpje:


Een inter view met Er ik en Ellen over Relatiedw ang

‘HELP: IK DWANG OVER MIJN PARTNER EN RELATIE!’

Erik en Ellen hebben een vorm van OCD: obsessive compulsive disorder *(Uitleg OCD) In het Nederlands ook wel obsessief-compulsieve stoornis. Bij dit stel is het gericht op hun relatie. Als gevolg van een dwangmatige angst (obsessie) reageert men door actie te ondernemen om de angst te reduceren. Dat is de compulsie. Die twee horen bij elkaar. Eerst krijg je de obsessie, en als reactie de compulsie. De compulsie kan bestaan uit controle-handelingen, maar ook uit controle-gedachten. De dwang komt voort uit de eigen geest. De dwang is bij Erik en Ellen specifiek gericht op hun relatie en ze zijn er altijd ermee bezig. Vindt hij mij nog wel aantrekkelijk? Vind ik bruine ogen toch niet leuker dan zijn groene ogen? Is zij wel de ware? En de eindeloze zoektocht om zijn minpunten in een andere te zoeken. Maar hoe kwamen ze er achter dat dit R-OCD is? [ t u s s e n ko p] E e n b l i k s e m s c h i c h t s l o e g o v e r

Ie dereen is wel eens onzeker of men nog wel aantrekkel ijk genoe g is voor zijn (toekomstige) par tner. Onzeker of de ander jou niet verl aat om je onhandige geklungel . M aar bij het stel Ellen (4 4) en Erik (47 ) g aat dit veel verder dan nor male onzekerheid en ang st . Want , v inden zij hun par tner eigenl ijk nog wel aantrekkel ijk? En w at al s hij/zij nou niet de w are is en die ander jou verl aat? Het wordt een dw ang in en op je rel atie: Rel atie - OCD

18

‘Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en ben op hem afgestapt in een café in België, want daar kom ik vandaan, want ik vond hem wel knap en aantrekkelijk.’ stelt Ellen. ‘Tot hij begon te praten en ik dacht ‘O jee, een Nederlander!’ Hij bleek hier te zijn voor zijn werk.’, grapt ze erbij. Of de vonk er dan ook gelijk was? Daar is Erik duidelijk over. ‘Het was geen vonk die oversloeg maar een bliksemschicht’. Hij kijkt even naar opzij naar Ellen met een gemoedelijke blik. Van het één kwam het ander en al snel werden er afspraakjes gemaakt en was een relatie de volgende stap. Het stel is nu zo’n tweeëneenhalf jaar bij elkaar. Tijdens hun relatie hebben ze een onderbreking van vier maanden gehad, nadat Ellen Erik de deur had uitgezet. Dit is ook een onderdeel van haar probleem: controle hebben op dat als de relatie uit gaat, zorgen dat zij het dan in elk geval doet.


B a r t v a n d e r We n d e e n C h a n t a l v a n d e K o l k F o t o : A n t o n M a r ko v

De ontdekking in elkaar

Het duiveltje OCD

Erik: ‘Maar toen wisten we nog niet dat het R-OCD was. Voor mijn werk in de ICT sector reisde ik veel en zat ik ook voor een periode in Amerika. Ik had daar wel contact met Ellen en toen ik een artikel las over deze dwang, stuurde ik het naar Ellen met de vraag of zij mij hierin herkende.’ Een eerste stap voor Erik in de ontdekking wat hij had. ‘Ik heb het gelezen en naast dat ik hem erin herkende, herkende ik mijzelf er ook heel erg in!’, vult Ellen vervolgens aan. ‘Dat opende voor ons beiden de ogen en verklaarde een hoop. Ik zat bijvoorbeeld na de break met Ellen nog geen tien minuten later in de auto op Tinder. Ik moest dan weer met anderen bevestiging zoeken dat ik wel leuk was.’

Het verhaal van Erik en Ellen klinkt als een goed nieuwsshow, maar dat is het niet. ‘Hoewel, de laatste anderhalf jaar wel, maar de 40 jaar daarvoor niet’, vertellen ze open. ‘We hebben heel erg diep in de put gezeten en constant die strijd met je dwang. Maar we hebben elkaar eruit gehaald, en nog steeds doen we dat.’

Dwang in het kwadraat

Dat dit stel sterk is, komt ook naar voren uit dat ze ook worstelen met andere dwangvormen. Zo was Ellen lange tijd bang dat ze haar kinderen iets zou aandoen en moesten derhalve alle scherpe voorwerpen zoals bijvoorbeeld messen, uit het zicht zijn, en ook had ze kenmerken van smetvrees. Ellen was in feite voortdurend in paniek. ‘Zoiets is niet vol te houden’ zegt zij nu daarover. Dankzij oefeningen (exposure) en medicijnen wist zij de dwang zóver terug te dringen, dat het haar leven niet meer beheerst. ‘Ik zal niet zeggen de dwang weg is, maar het is niet meer in het absurde. Het blijft een valkuil en als ik stress of paniek heb, grijp ik nog wel eens terug naar het opruimen.’ Erik heeft daar geen last van, maar wel van een vorm van Gillette de la Tourette, waarbij hij altijd tikken heeft. Voor deze relatie hebben ze beide wel partners gehad, zo is Ellen drie keer getrouwd geweest en gescheiden. Ook heeft zij drie kinderen. ‘Mijn vorige partners koos ik vanuit de dwang, niet vanuit liefde. Ik moest een soort controle hebben. Ik moest degene zijn die het zou uit gaan maken, als dat aan de orde zou komen.’

‘Na de onderbreking in Amerika, ben ik teruggekomen voor haar en heb ik haar gebeld, zij heeft mij van het vliegveld gehaald en toen begon het. We hebben veel gepraat en wisten dat als we met elkaar doorwilden, we eraan moesten werken.’ De liefde was dus sterk en dat maakt dat ze uitkwamen op regels in hun relatie. Ze mogen elkaar altijd controleren, zoals hun mobiels bekijken. En altijd elkaar aanspreken als iemand weer in de dwang schiet. ‘Het heeft ook voordelen,’ leggen ze uit. ‘De meeste partners lopen aan tegen onbegrip, wij kunnen de dwang bij elkaar juist heel goed herkennen en elkaar daarop aanspreken. Wat de kinderen ook mogen doen. We gaan met elkaar mee naar therapie’ Ellen grapt erbij ‘En ons romantisch momentje! Als we beide weer onze medicatie moeten nemen!’ De medicatie zien ze niet als iets beschamends. ‘Iemand die diabetes heeft en insuline moet spuiten, dat is ook gewoon omdat hij het nodig heeft. Als ik anti-depressiva nodig heb, omdat ik het niet genoeg heb en daardoor functioneer. Waarom zou ik mij daarvoor schamen?’ Erik is erg open en een voorstander.

19

En ons romantisch momentje! Als we beiden weer onze medicatie moeten nemen! Of ze er ooit vanaf komen? ‘Nee, het is als een duiveltje op je schouder, het zal er altijd zijn. Maar je kan er mee leren leven en er goed mee omgaan, zodat het op de achtergrond blijft’, verklaart Erik. Ellen vult aan ‘Wat ik aan de mensen wil meegeven? Het is niet makkelijk en ik weet hoe erg je in de put kan zitten. Maar voor wie hierin zit of hiermee worstelt: Geef niet op, er is echt licht aan het eind van de tunnel.’ En dat liefde en begrip (en een pilletje) de dalen overwinnen kunnen, dat heeft dit stel wel laten zien.

Wo r s te l j e n e t a l s E r i k e n E l l e n o o k h i e r m e e e n h o u d t h e t j e i n j e g r e e p? O f h e e f t j o u w p a r t n e r d i t e n w i l j e g r a a g m e e r e r o v e r w e te n? E r i k e n E l l e n zijn er varingsdeskundige bij het netwerk dwang. eu en staan open voor vragen of uitleg over hun relatie en dwangstoornis. Via Erik@dwang.eu en E l l e n @ d w a n g . e u z i j n z i j b e r e i k b a a r.


IN HE T HOOF D VA N MI JN ZUS JE V i v ian K amerl ing is 2 4 . D e toekomst l acht haar toe , tenminste zo l ijkt het voor de buitenwereld. Een mo oie , energieke , veel bel ovende v rouw die bezig is de wereld te ontdek ken. M aar er is een keer zijde. Haar hoofd is een achtbaan. Van ge dachten, indr ukken en emotie s. H ou v ast is ver te zoeken. Uiteindel ijk spring t zij v an een f l at in Utrecht . Haar zus Ing rid K amerl ing wil weten hoe dit he e f t kunnen gebeuren. In haar zoektocht naar ant wo orden maakt ze de documentaire ‘ In het hoofd v an mijn zusje’. D aarin schilder t zij niet alleen e en l ie fdevol , oprecht por tret v an haar zus, maar o ok haar eigen zoektocht .

Onder jongeren tussen de 20 en 25 jaar neemt het aantal zelfdodingen toe. In deze groep is er een stijging in het aantal zelfdodingen van 76 in 2014 tot 82 in 2015. Ze zijn net afgestudeerd, krijgen verantwoordelijkheid over hun eigen leven en moeten er zelf iets van maken. De maatschappelijke druk om te presteren is groot. Jongeren met hoge ambities en verwachtingen kunnen hierin verstrikt raken. In een zelfgesponnen web met gedachten die piekeren over het heden. De dood lijkt de enige uitweg. Vragen

Zo ook voor Vivian die zelf een einde aan haar leven maakt. Ze is op zoek naar wie ze is en wat haar bijdrage aan een betere wereld zou kunnen zijn. Vivian is van nature vrolijk en levenslustig. Cum Laude afgestudeerd psycholoog, werkt als trainee bij een gerenommeerd adviesbureau. Ze heeft veel vrienden en goed contact met haar familie. Vragen over goede of foute keuzes malen continue door haar hoofd. ‘Als ik het mis heb, de verkeerde keuze maak, leef ik dan in een leugen?’ Die vragen houden haar uit haar slaap, maken haar somber. Haar hoofd draait overuren. Het is duidelijk dat het niet goed met haar gaat. Haar familie ziet dat ze aan het afglijden is en zorgt ervoor dat ze naar de huisarts gaat. Ze geeft niet aan hoe het ten diepste werkelijk met haar gaat. Op 3 september 2010 kan ze niet meer en besluit ze om in een vreselijke vlaag van verstandsverbijstering van een flat in Utrecht te springen.

In de documentaire zie je Ingrid die op het bed van Vivian gaat liggen, haar leren jasje aantrekt. Haar moeder die bij het opruimen van Vivian’s spullen, tranen in haar ogen krijgt bij een voor Vivian typerend jurkje. De beelden van Vivian en Ingrid wisselen elkaar af, smelten samen en gaan uit elkaar. Wie wie nou is wordt steeds vager, maar ook scherper. Een indringend shot van de hoge flat in Utrecht waar Vivian van afsprong, terwijl op de achtergrond de tekst van het politiebericht wordt voorgelezen. Ingrid staat op de plek waar Vivian haar vrijheid tegemoet springt. Ze houdt zich staande aan de reling van het balkon. C a l e i d o s co o p

Archiefbeelden, materiaal dat is gedraaid vlak na de dood van haar zus, interviews met vrienden, ouders en beelden van nabestaanden vormen een liefdevolle caleidoscoop van het leven van Vivian. Grenzen tussen droom en werkelijkheid vervagen. Geven vermoedelijk het proces weer dat zich in het hoofd van Vivian heeft afgespeeld. Uiteindelijk vormt het geheel een beeld van Vivian en Ingrid. Minutieus worden vervolgens de verschillende puzzelstukjes een voor een in elkaar gelegd. Elk stukje is authentiek, maar slechts door de verbinding ontstaat een totaalbeeld. Wat uit de documentaire sterk naar voren kwam, is dat Vivian niet voldeed aan het bestaande risicoprofiel. Ze was niet eenzaam, had vrienden en goed contact met haar familie.

In het hoofd van mijn zusje

De documentaire van Ingrid Kamerling bestaat uit intuïtief vastgelegde sfeerimpressies, interviews over wat er zich in Vivians hoofd kan hebben afgespeeld. Ingrid blijft als nabestaande achter met veel vragen over het waarom van deze daad. Om hier grip op te krijgen gaat ze in gesprek met haar eigen ouders, vrienden, therapeut en een werkgever. 20

In gesprek met de zaal

Na vertoning van haar ‘film’ spreekt Ingrid met de zaal, veel hulpverleners, psychiaters en nabestaanden en ervaringsdeskundigen. Met haar ‘kruistocht’ wil ze het taboe doorbreken dat nog steeds rondom zelfdoding hangt. ‘Er moet een sfeer ontstaan om te kunnen vertellen. Om te delen wat ons


Door Arnold de Meijer F o t o’s : A n t o n M a r ko v

bezighoudt. Iedereen denkt wel eens na over de dood. Met deze documentaire probeer ik betekenis aan haar dood te geven. Voor mij is het hanteerbaarder geworden. Het boek over Vivian is niet dicht, maar ligt open, voor het grijpen op het moment dat ik dat wil.’ ‘Net als ik was ook Vivian perfectionistisch,’ vertelt Ingrid na afloop van de film. ‘Maar waar ik steeds meer achter kom is dat ook het niet-perfecte er mag zijn. Je hoeft niet overal goed in te zijn of controle over uit te oefenen. Ook je kwetsbaarheid is onderdeel van jezelf. Of zoals Viv in haar dagboek schreef: ‘Als je jezelf niet meer bent, waar ben jij zelf dan?’ Het essentiële daarin is dat we leren om te delen. Je bent niet de enige die rondloopt met gedachten over de dood. Door te delen, er over te praten worden dingen toch hanteerbaarder.’ Suïcidepreventie

Ingrid Kamerling pleit dan ook sterk voor systeemtherapie. ‘Iedereen moet er bij betrokken worden: familie, vrienden, werkgevers, professionals moeten met elkaar om de tafel en van elkaar weten hoe het gaat. Iedereen heeft een eigen puzzelstukje en samen maak je er een geheel van. Daardoor creëer je een vangnet.’ Volgens Ingrid zou de psychologische hulp anders opgezet moeten worden. Niet vanuit analyse, maar vanuit verbinding. ‘De gemiddelde hulpverlener is veel te rationeel. Zit te veel in zijn hoofd met protocollen en procedures en vaste denkpatronen. Als iemand in nood, in dit geval Vivian, belt moet ze kunnen vertrouwen op het krijgen van hulp. Op basis van menselijke betrokkenheid, het bieden van een luisterend oor en warmte. Dan mag en kan het niet zo zijn, dat een vergadering, een volle agenda of zwangerschapsverlof belangrijker zijn dan deze hulpvraag.’ De documentaire is te zien op: http://vivianvivian-film.com

Als je jezelf niet meer bent, waar ben jij zelf dan? 21


22


V ONDS T OP Z OL DER ‘Goh, w at v ind ik hier, eens even kijken. Een k nijper op een pl ankje?’ P aul in ’t Veld is zijn zolder aan het opr uimen zoal s pa s gepensione erden dat doen. Hij vond e en pl aatje hout met daarop een w asknijper en daaronder de tek st ‘l aat ste w asknijper ’. Hij herinnerde zich het moment dat e en bewoner hem dit pr aktische gebr uik s voor wer p overhandigde en zei: ‘ Broe der dit is de l aat ste w asknijper, bew aar hem goe d.’ D at heef t P aul dus ge daan. Door Anne Helmus

Paul in ’t Veld werkte in de zeventiger jaren op het psychiatrisch ziekenhuis Groot Bronswijk te Wagenborgen. Voor de jongeren onder ons: Groot Bronswijk heeft bestaan tussen 1873 en 2006. In 2007 zijn bijna alle gebouwen afgebroken. Paul is na zijn niet al te lange loopbaan in de hulpverlening samen met zijn vrouw Anneke een biologische winkel in Winschoten begonnen. Onlangs hebben ze de winkel na 35 jaar verkocht en nu genieten ze van hun pensioen. Paul had wel eens gehoord van een soort museum op het terrein van Dennenoord. Daar zou de knijper misschien een plek kunnen krijgen. Paul had ook zo zijn twijfels: ‘Wat moeten ze met zo’n plastic knijper op een plankje…’ Maar toch, na enig speurwerk kwam hij in contact met Lentis Erfgoed. Ze toonden belangstelling en een afspraak werd snel gemaakt.

Tr o t s o p h u n w e r k

Voor de overhandiging van dit kleinood was Paul met een klein gevolg naar Zuidlaren gereden. Achterop het terrein vond hij het museum van Lentis Erfgoed. Bijna het voltallige bestuur was aanwezig in hun clubhuis. De overhandiging werd echt een officieel moment. Paul liet het voorwerp van overhandiging tijdens zijn inleidende woorden afgedekt op een fluwelen kussen liggen. Hij zei: ‘Het is nu 2017, de knijper heb ik gekregen in het jaar 1977, dus veertig jaar geleden. In 1976 werd ik aangenomen om meer variatie in het activiteitenaanbod te verzorgen en ook meer aandacht te besteden aan de mensen die waren opgenomen in de afdeling long-stay. Dit deed ik onder andere met creatief spel. Deze toenmalige bewonersgroep van Groot Bronswijk bestond toen uit een mengeling van mensen met psychiatrische problemen en verstandelijke beperkingen. Niet meer van deze tijd

Onder leiding van geneesheer-directeur Piet Houx en hoofd Arbeids-Bezigheidstherapie, de heer Hoeksema, werd de wasknijpertherapie als niet meer van deze tijd beschouwd. Toch ontleenden een aantal bewoners met beperkte mogelijkheden aan de eenvoudige handelingen om zo’n knijper in elkaar te zetten hun eigenwaarde. Eerst waren de knijpers van hout, een aantal bewoners was zo bedreven in het in elkaar zetten van de knijpers dat ze het zonder het gebruikelijk hulpmiddel, het knijperplankje, konden. Met de komst van de plastic knijper was dit handwerk niet meer mogelijk, de knijpers knapten af. Het ophalen van de gereedgekomen knijpers door de Wasknijper-vrachtwagen was voor sommigen een moment van trots: dat is ons werk, dat daar wordt opgehaald. Ook gaf het werk veel voldoening en een gevoel

23

van saamhorigheid. Onder het zingen van ‘Blijf bij mij heer’ en het lied ‘t Hijgend hert der jacht ontkomen’, verrichtten ze hun werkzaamheden. Toch werd de wasknijper-therapie begin 1978 afgebouwd. In mei 1978 stond de laatste wasknijper-werkbank afgedankt in de regen, maar heeft toen nog twaalf jaar dienst gedaan als toonbank voor de biologische winkel De Bascule in Winschoten.’ D e a l l e r - a l l e r l a a t s te k n i j p e r

‘U ziet hier het aller-, allerlaatste exemplaar dat in elkaar is gezet op Groot Bronswijk.’ Na deze woorden onthulde Paul de ingelijste wasknijper en overhandigde hij deze vervolgens met enig gevoel voor ceremonieel aan Rense Schuurmans. In diens rol als voorzitter van Lentis Erfgoed nam hij de knijper glimmend in ontvangst. Als extraatje kreeg Rense er een cd bij met de titel De muzikale fruitmand. Paul had deze CD in een kringloopwinkel gevonden met geestelijke liederen die destijds door het programma van de EO werd uitgezonden. Via de overal aanwezige kastjes van de draadomroep van de PTT waren deze programma’s te horen. Deze klanken fungeerden als arbeidsvitaminen voor de mensen van de knijpertherapie. Na de overhandiging bezocht Paul het museum van Lentis Erfgoed en verbaasde zich over de enorme en interessante collectie.


Inter v iew met Hinke Nicol ai en Ir ma Meerens over hulpver lening aan a siel zoeker sk inderen Door Ellen Dijkstra-Dijkwel

‘ N A A S T DE MENSEN L OPEN EN ONDERS T EUNEN’ Hul p bie den aan asiel zoekerskinderen en hun gezinnen kan f r ustrerend zijn vo or een hul pverlener. Je wil t het kind zo goe d mogel ijk hel pen maar de onzekere situatie v an de gezinnen maakt dat moeil ijk . D e behandel aren v an Jon x Stadskanaal hebben re gel matig te maken met deze comple xe doel g roep omdat er in de omge v ing v an Stadskanaal verschillende asiel zoekerscentr a ( A ZC ) te v inden zijn. L entis M ag azine spr ak met Hinke Nicol ai en Ir ma Me erens over hun er v aring met deze gezinnen.

24

Hinke Nicolai is gezondheidszorgpsycholoog bij Jonx Stadskanaal en werkt al jarenlang met asielzoekerskinderen. Asielzoekerskinderen zijn vaak getraumatiseerd. Ze hebben last van stress als gevolg van de vreselijke dingen die ze hebben gezien en meegemaakt. Ze zijn teruggetrokken of juist agressief, hebben nachtmerries, hoofdpijn, buikpijn, of lange huilbuien. ‘Wanneer het niet goed gaat met een kind wordt de eerste hulp vaak geboden door het AZC zelf.’, vertelt Hinke. ‘Wanneer het Gezondheidscentrum Asielzoekers (GCA) denkt dat er meer aan de hand is met een kind, worden wij ingeschakeld.’ Een veilige basis

‘De behandeling die wij deze gezinnen bieden is vooral gericht op een positief perspectief. Een behandeling heeft een doel nodig en een veilige basis. Maar in onzekerheid leven, zoals deze kinderen, maakt dat vrijwel onmogelijk. Het enige doel dat deze gezinnen hebben is een verblijfsvergunning krijgen en een toekomst opbouwen’, vult Irma Meerens, systeemtherapeut bij Jonx Stadskanaal, aan. Ve n t i l e r e n e n b e g r i p v r a g e n

‘Eigenlijk moet je als behandelaar vooral naast de mensen lopen en ondersteuning bieden waar mogelijk’, vertelt Hinke. ‘Soms is dat opvoedondersteuning. Andere keren ventileren of begrip vragen van een school. We sluiten altijd aan bij wat deze kinderen en hun ouders zelf aankunnen. Soms helpen we met procedures zoals een brief schrijven om te beschrijven hoe ernstig de situatie is. Er kwam hier laatst een gezin met een baby. De moeder sprak niet meer dus ik bood ouderbegeleiding aan om ervoor te zorgen dat de hechting tussen moeder en kind wel goed op gang zou komen. Helaas zijn die mensen weer teruggestuurd naar het land van herkomst voordat ik kon starten met de behandeling. Ik kon alleen nog een ondersteunende brief voor ze


schrijven. Maar daar waren ze al zo dankbaar voor. Terwijl ik zoveel meer had willen doen’, vertelt Hinke. ‘Dat maakt het behandelen van deze doelgroep zo mooi. Je maakt ze ook heel snel blij met het schrijven van een brief of gewoon luisteren naar hun verhaal.’ L e v e n i n o n z e ke r h e i d

Maar het behandelen van deze kinderen kan ook heel zwaar zijn. ‘Sommige mensen hebben een verschrikkelijk vluchtverhaal. Dan hebben ze besloten weg te gaan uit eigen land omdat het daar onveilig is, maar worden onderweg hierheen verkracht en bedreigd. Wanneer ze eindelijk in Nederland komen denken ze de eindstreep te hebben gehaald. Het is gelukt op veilige bodem te komen maar dan begint de onzekerheid juist’, vertelt Hinke. ‘Dat maakt het een hele zware doelgroep’, vult Irma aan. ‘Je weet precies wat goed voor ze is; dat ze in een veilige en stabiele situatie zitten waarin ze een toekomst hebben. Maar dat is er niet, want ze hebben voortdurend te maken met nieuwe vervelende ervaringen. Gezinnen leven naast elkaar in AZC’s. Soms komt de politie langs om een gezin te halen dat uitgezet moet worden. Dat gaat soms met heel veel kabaal. Dat kan heel vervelend zijn voor de kinderen die zelf geweld mee hebben gemaakt en dan ineens herbeleven hoe hun eigen vader onder schot werd gehouden.’ Bewonderenswaardig

‘Maar ook leven in voortdurende onzekerheid werkt slopend. Wanneer je een jongere bent op een middelbare school weten al je klasgenoten wat ze later willen gaan doen of wat ze willen worden. Ik vind het zo bewonderenswaardig van deze jongeren dat ze überhaupt op school blijven’, zegt Irma meelevend. ‘Want ze weten niet of ze de opleiding uberhaupt af kunnen maken. Hun dromen worden ze ontnomen en dat is zo frustrerend.’

S te n e n e n b l o e m e n

Naast ondersteunende gesprekken, de traumabehandeling EMDR en systheemtherapie biedt Jonx Stadskanaal sinds kort een nieuwe vorm van therapie aan. ‘We zijn gestart met Narratieve Exposure Therapie (NET). Dit is een vorm van behandeling die gericht is op het verwerken van nare ervaringen. Je legt je levenslijn uit met stenen en bloemen. Stenen voor de nare gebeurtenissen en bloemen voor de gebeurtenissen die wel plezierig zijn. Het kind legt het zelf neer. De theorie hierachter bij vluchtelingen is dat je een rotleven hebt gehad. Maar door je levensverhaal echt uit te leggen maakt het inzichtelijk dat je ook hele mooie ervaringen hebt gehad die het leven de moeite waard maken’, verklaart Hinke.

25

F ilmpje v an het Rode K r uis ​​​​​​​ e t R o d e K r u i s r o e p t i n d e We e k v a n R e s p e c t H o p to t o nl i n e re s p e c t v o o r v l u c h te l i ng e n . M e t d e v i d e o ‘ We l ko m i n N e d e r l a n d ’ w i l d e h u l p o r g a ni s at i e l ate n z i e n d at o o k w o o rd e n p i j n ku n n e n d o e n . h t t p s://r o d e k r u . is/j i j m a a k t h e t v e r s c h il


OUT OF THE BOX!? D e zon schijnt en het vol k af komstig uit he el het l and en daarbuiten stro omt naar binnen. Het vol tall ige te am v an het Centr um vo or Inte gr ale Ps ychiatrie (CIP), aange v uld met v rijwill igers staan kl aar om de 350 bezoekers te ver wel komen. ‘ Het l ijkt wel rokje sdag ’, hoor ik e en v an de bezoekers ze g gen. Inderdaad ve el dame s v an het CIP en v an de congre sg angers zijn gekle e d in f leurige rok je s. O ok Jacobine Ge el , v andaag de dag vo or zitter en vo or zitter v an GGZ Ne derl and, mag er zijn. Ze schitter t in een sl ank ge sne den kimono en bewe e g t zich ele g ant vo or t op torenhoge stilettohak ken.

In haar inleiding houdt ze een pleidooi om patiënten meer het heft in eigen hand te laten nemen, zodat ze hun leven weer op de rit krijgen. Ze zegt: ‘Vandaag zullen we daar zeker over met elkaar in gesprek gaan.’ Het voorzitterschap is bij haar in goede handen. Ze kan gemakkelijk schakelen van serieus naar luchtig. Dankzij haar speelse talkshowaanpak vindt er veel interactie plaats tussen de zaal en de sprekers. Rogier Hoenders: ‘Het is feest, het CIP bestaat tien jaar.’ Rogier blikt terug op de tijd hoe hij begon in 2005 samen met zijn toenmalige, helaas overleden steunpilaar Wim Bloemers. Dit vormde de aanloop naar oprichting van het CIP in 2007. Het is inmiddels uitgegroeid tot een bloeiend behandelcentrum met allerlei therapeutische mogelijkheden. Er werken ruim 30 medewerkers en er zijn meer dan 2000 patiënten in behandeling (geweest). Eveneens wordt er de mogelijkheid geboden om vaardigheidstrainingen te volgen zoals de Mindfullness-, Yoga- en Therapeutische leefstijl training. Rogier zegt: ‘ We omarmen niet alles wat alternatief is, we maken daarin een zorgvuldig onderscheid.’ Rogier presenteert onderzoek waaruit blijkt dat de aanpak van CIP wel degelijk werkt. Twee instellingen binnen de GGZ hebben vergevorderde plannen om ook een CIP te implementeren in hun organisatie en een toenemend aantal vrijgevestigde therapeuten. W a t i s n o r m a a l e n w a t i s a b n o r m a a l?

‘Waarom vinden we het normaal om geld te betalen om naar mensen etende zombies op een filmscherm te kunnen kijken, terwijl we rondrennende kinderen die niet naar de juf luisteren, abnormaal vinden?’ Prof. Dr. Damiaan Denys geeft aan dat we een interne radar hebben voor wat normaal is. Hij zegt dat de vraag naar


betrekking tot betere voeding opvolgen kan de suikerziekte worden stop gezet, vooral in het begin van het ziekteproces. Zelf de regie nemen is hier ook weer van belang. Op de vraag van Jacobine wat hijzelf vandaag al had gegeten antwoordt hij :’Nog niets’. Hanno blijkt voor de rest een matige eter die gelukkig, ter opluchting van de mensen in de zaal, wel in is voor een glaasje wijn. Deze lezing vormde de opmaat naar de lunch naar met biologische broodjes en een linzensalade en soep. Iedereen bleek toch een enorme trek te hebben en deed zich tegoed. Na de middag waren er weer allerlei interessante workshops waar de bezoekers de kans kregen wat dieper op de materie in te gaan en te discussiëren. Z i n g e v i n g a l s g e z o n d m a ke n d e f a c t o r

normaliteit abnormaliteit veroorzaakt. Het strikt hanteren van de codes DSM4 het classificatiesysteem voor psychiaters is er mede de oorzaak van dat 42 procent van de bevolking voldoet aan de kenmerken van een psychische stoornis. Als je de criteria veranderd kan het aantal mensen met een stoornis drastisch afnemen. De enorme toename van autisme en ADHD is ook mede de oorzaak van het onnadenkend en klakkeloos hanteren van de DSM.

P a r a d i j s d a t z i c h te g e n o n s ke e r t !

Prof. Dr. Hanno Pijl is internist en hoogleraar Diabetologie. Hij vertelt dat de enorme toename Diabetes Mellitus type 2 veroorzaakt wordt door verkeerde voeding. Met de gemiddelde consumptie van 70 kilo suiker per persoon per jaar is dat ook geen wonder. We zijn zoet erg lekker gaan vinden. We creëerden ons eigen paradijs dat zich in sommige opzichten nu tegen ons keert. In zijn spreekkamer ziet hij regelmatig mensen met diabetes. Als die zijn adviezen met 27

Dr. Machteld Huber ging in het middagprogramma tijdens haar lezing in op wat gezondheid eigenlijk inhoudt en dat het meer is dan de afwezigheid van ziekte. Na veel onderzoek kwam ze uit op het volgende uitgangspunt uit. ‘Gezondheid is het vermogen om je eigen regie te voeren, in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven.’ Leefstijlverandering lukt alleen wanneer men in contact komt met wat echt belangrijk voor je is. Zingeving is de sterkste gezondmakende factor. De begeleiding naar een gezondere leefstijl moet volgens Machteld op maat worden aangeboden, want niet iedereen heeft dezelfde vermogens. De afsluiting van de dag werd verzorgd door Lama Michel Rinpoche. Ook hij legt het accent op zingeving wat volgens hem sterk gerelateerd is aan gezondheid en het kan verbeteren. De act aan het einde van de dag werd verzorgd door Dominique Engers. Onder begeleiding van een gitarist gaf ze een hilarische samenvatting van de dag. Iedereen begon dus met een big smile aan de borrel!


RESOURCEGROEP BIEDT MAATWERK AAN MENSEN MET PSYCHOSE Door Arnold de Meijer Foto: Bob de Vries

In Zwe den zijn re source -g roepen al t wintig jaar dè behandel methode vo or mensen met een ps ychose. In Ne derl and w aait op dit moment een ver nieuwing s wind. Er is een ver andering sagenda w aarin o ok het kostena spe c t een rol spelen. In Ne derl and zijn er sinds kor t een aantal pil ot s ge star t met deze methode. ( P addepoel / We sterk w ar tier, W inschoten en D el f zijl ). Zelfzorg komt ook hier steeds centraler te staan. De tijd was er nu rijp voor. In de pilots wordt ook gekeken of de methode gebruikt kan worden voor mensen met een andere psychische en/of verslavingsachtergrond. Een gesprek met Job Mol, ten tijde van het interview algemeen manager Lang­ durige Behandeling bij Lentis en aangesteld als projectleider Resource-groepen bij Lentis. H e r s te l n e t w e r k

‘De methode richt zich in eerste instantie op het herstellen van het netwerk rondom de ‘patiënt’ om de door hem of haar gestelde doelen te realiseren,’ vertelt Job Mol enthousiast. ‘En het biedt mogelijkheden tot maatwerk. Elke patiënt kiest zelf zijn eigen doelen en bepaalt zelf het tempo. Het idee is oorspronkelijk afkomstig van de Maori in Nieuw Zeeland waarbij problemen met elkaar worden opgelost. Iedereen heeft daarin een eigen verantwoordelijkheid.’

Patiënt leidend

Signaleringsplan

‘De patiënt heeft zelf altijd het heft in handen. Hij is regisseur over zijn eigen traject. Centrale vraag is: Wat heb je nodig, wat wil jij en wie heb je daarbij nodig. Vaak bestaat het netwerk van een patiënt alleen maar uit professionals. Door dit netwerk te verruimen met bijvoorbeeld een vader, een zus, een winkelmeisje dat elke dag aardig tegen hem doet, wordt het draagvlak groter. De eerste stap van de hulpverlener is dan ook het herstellen van het netwerk Daar gaat veel tijd in zitten. In Zweden zit in de Resourcegroep altijd een psychiater en een casemanager. De inzet van de resourcegroep is er volledig op gericht om de patiënt zelf weer de regie over zijn eigen leven te geven. Uitgangspunt daarbij is de inzet van de eigen kracht. Dat vereist een andere rol van de hulpverlener. Die moet geen dingen gaan overnemen, maar de patiënt begeleiden in het zelf doen. De patiënt heeft de leidende rol. Hij moet zelf de mensen bellen die hij in zijn resource-groep wil.’ Mol komt met een voorbeeld: ‘Een patiënt wilde zijn drugsdealer in de resourcegroep. ‘Ik zie hem elke dag en hij weet precies wat ik nodig heb.’ Na overleg hebben we besloten om de man toe te laten, want de patiënt stelt eigenlijk zijn eigen groep samen. Op de eerste bijeenkomst was de dealer er niet. Het nodig hebben was dus niet wederzijds,’ aldus de Lentismanager.

Elke Resourcegroep krijgt van de patiënt een signaleringsplan. Mol: ‘Hierin wordt vastgelegd welke signalen gegeven worden door de persoon, wanneer het mis gaat. Iemand die in tijd van crises altijd een rood petje draagt kan dat signaal in zijn boek opnemen. Tevens staat in het boek hoe een persoon het beste geholpen kan worden. De een heeft aandacht nodig, de ander ruimte. Er worden afspraken gemaakt over wat doen we samen als het niet goed met je gaat.

G r o e p s s a m e n s te l l i n g

Bij de samenstelling van de groep wordt ook gekeken wat de verandering in de patiënt voor de persoon die benaderd is voor het netwerk betekend heeft. De relatie is vaak beschadigd door het gedrag van de persoon in kwestie. Pas als die relatie hersteld is, kan de groep samengesteld worden. Deze groep van betrokkenen en hulpverleners komen vier keer per jaar bij elkaar om te evalueren en te kijken wat eventueel aangepast moet worden. 28

E co n o m i s c h e f a c t o r e n

Natuurlijk spelen economische aspecten ook een rol. ‘Steeds meer mensen hebben zorg nodig en je kunt het geld maar een keer uitgeven. Wij zijn altijd in gesprek over welke zorg we willen verlenen en of de overheid/verzekeringsmaatschappijen dat willen betalen. Het is eigenlijk een economie in een snelkookpan. De financiële kaders liggen redelijk vast, maar daarbinnen heb je speelruimte. Je moet dus keuzes maken. De belangrijkste vraag is dan: hoe organiseren we het zo efficiënt mogelijk. Gezien de resultaten in Zweden waarbij bij duizenden patiënten slechts een handjevol niet succesvol is, blijkt de effectiviteit dus enorm. De kans op een terugval is door deze methode dan ook een stuk kleiner, want er blijft een niet-professioneel netwerk om de patiënt heen, waar hij op terug kan vallen. Weliswaar kost het opstarten veel geld, maar we zijn er van overtuigd dat dit enorm bijdraagt aan het herstel van de patiënt en dus aan het terugdringen van de zorgkosten.’


Per 1 januari 2017 is Willemien Starke de nieuwe onafhankelijke klachtenfunctionaris. De invoering van deze functie is een gevolg van de nieuwe Wkkgz ( Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg ). Het doel van deze functie is openheid creëren over ontevredenheid, klachten en ongewenste gebeurtenissen, om er van te leren en zo de zorg te verbeteren. De klachtenfunctionaris behandelt alle klachten die te maken hebben met beslissingen en bejegening van een medewerker in het kader van de zorgverlening.

Clubhuis ‘De Horizon’ in Winschoten van start Na een periode van hard werken door de leden en stafleden, is de nieuwe locatie van Clubhuis de Horizon aan de Liefkensstraat 67 in Winschoten klaar! In het gebouw is naast het Clubhuis met daarin de computerverkoop,-reparatie en -opleidingen, de repro, een uitgebreide catering en andere werkafdelingen, ook de Ggz-inloop gevestigd. De realisatie van het clubhuis is de kroon op een lange voorbereidingstijd. Dit project kon van start gaan door subsidies van Inloopgelden GGZ en WMO Algemene Voorziening.

Meerjarencontract met Menzis Lentis verzorgt trainingen suïcide­ preventie in de gemeente Groningen Suïcidepreventie is een van de speerpunten in het beleid van Lentis. Binnen Lentis doen we het nodige om suïcides te voorkomen: al onze medewerkers hebben een verplichte basistraining gehad en nieuwkomers krijgen de training alsnog. We proberen ook buiten onze eigen organisatie een bijdrage te leveren aan het voorkomen van suïcides. Zo nemen we deel aan het landelijk netwerk Supranet GGZ. Anne Gietema, onze coördinator suïcidepreventie gaat ook trainingen buiten Lentis verzorgen. ‘We gaan in 2017 11 Wij-teams trainen. Ook mentoren van scholen in het voortgezet onderwijs en medewerkers van Humanitas worden in 2017 getraind in het oppikken van signalen.’ III

Met Menzis sloten we een meerjarencontract. Het is voor het eerst dat er in de geestelijke gezondheidszorg over deze breedte van het zorgaanbod een meerjarencontract wordt afgesloten. Lentis en Menzis willen een innovatieve financiering ontwikkelen, één die beter is toegesneden op de verscheidenheid van cliënten en behandelingen. Corstiaan Bruinsma, psychiater en lid Raad van Bestuur van Lentis: ‘We willen samen met Menzis de geestelijke gezondheidszorg serieus vernieuwen. De samenleving wordt steeds complexer, waardoor psychisch kwetsbare mensen eerder tegen hun grenzen aanlopen. Dit leidt tot een toename van de vraag om zorg. Wij zijn er van overtuigd, dat we in gezamenlijkheid deze toenemende vraag op kunnen vangen door slimme innovaties waardoor de kwaliteit van de zorg verder verbetert en tegelijk toegankelijk en betaalbaar blijft.’

Foto Klaas van Slooten

KORT

Willemien Starke als klachtenfunctionaris van start


Geborgen In armen van ’n ander of als ik mezelf verander... kan ik dit voelen? ja of nee?

ben ik raar? ben ik maf? ben ik anders? ben ik laf? met mijn ogen dicht stel ik mij voor dat ik luister weer echt hoor naar mijn adem in mijn buik wat ik voel en wat ik ruik... dan, heel eventjes maar, voel ik mij ontspannen en wat minder raar... Roos de Vries

Illustratie Anna de Ruiter

veilig? in angst of heimwee...?


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.