Lentis Magazine, nr 3 2016

Page 1

hema TThema

HERSTEL

3|16

Geluk vinden na een ongeluk

De vragen van de kindcheck

Magazine


INHOUD KORT 1 OBSERVATIEDWANG 2 HET SPEL ROEPT EMOTIES OP  5 HERSTEL 7 ‘HET ZIT IN ONS DNA OM TE DENKEN VANUIT REHABILITATIE’  9 ‘VAN BESCHERMEN NAAR STIMULEREN OM TE FUNCTIONEREN’  10 HERSTEL DOOR BEL  11 GELUK VINDEN NA EEN ONGELUK   12 POGINGEN TOT HERSTEL  14 ‘JEZELF WEER ZIEN ALS MENS IN PLAATS VAN ALS PATIËNT’  17 HET BLEEF NIET BIJ ÉÉN PSYCHOSE  19 KLEIN BEESTJE, GROTE GEVOLGEN VOOR ROOS  21 PERSPECTIEF BIEDEN IN HET EIGEN SPOOR  22 TERUG NAAR VROEGER  23 CHECK OUDERSIGNALEN, VOORKOM KINDERMISHANDELING  25 LOHUIS EEN GEBAAR IS VEILIGER DAN EEN GESPREK  26 HELMUS ZOEKT SMOKKELAARS 28 KORT  29 Volg Lentis ook via de social media!

Lentis Magazine, tijdschrift voor cliënten en medewerkers van Lentis Correspondenten Petra de Maar, Riek Even, Anke Euverman, Jolanda Valk, Hoofdredactie Jannie Strijk en Ine Paulien Weijer Redactie Anne Helmus, Ellen Dijkstra-Dijkwel, Petra Albertema, Anna de Ruiter, Erik Bies, Bart van der Wende, Jantina Eppinga, Marja Hillenga, Yvonne de Noord Eindredactie Jannie Strijk Fotografie Tom Ennema, Anton Markov, Bob de Vries, Hein Tholen, Dillen van der Molen, Emiel Reinders, Suzanne Posthumus, Anne Helmus Illustraties Anna de Ruiter, Anne Helmus, Kasper Grelling, Hein Tholen Ontwerp en opmaak Klaas van Slooten | bno Druk Grafische Industrie De Marne Redactieadres Redactie Lentis Magazine, Postbus 128, 9470 AC Zuidlaren, telefoon (050) 4097643, magazine@lentis.nl.


KORT Familievertrouwenspersoon Wim Timmermans nam op 1 juni afscheid. Hij is met pensioen gegaan. Het was even zoeken, maar de LSFVP heeft in Jettie Zijlstra een nieuwe Familievertrouwenspersoon gevonden. Jettie Zijlstra is in dienst van de onafhankelijke Landelijke Stichting Familievertrouwenspersonen (LSFVP). Op die manier is een onafhankelijke blik en oordeel gewaarborgd.

Zelfmoord­ gedachten herkennen met app Iedereen kan in contact komen met mensen die aan zelfmoord denken. 113 online lanceerde een app met praktisch advies om zelfmoordgedrag te herkennen en zelfmoord bespreekbaar te maken. Je vindt er ook achtergrondinformatie, feiten, cijfers en misverstanden over suïcidaliteit.

Jettie Zijlstra, Familievertrouwenspersoon Telefoon: 06-51030135 Maandag t/m vrijdag mail: j.zijlstra@lsfvp.nl Landelijke Stichting Familievertrouwenspersonen Maliebaan 87 3581 CG Utrecht (030) 271 23 18 www.lsfvp.nl

Eerste exemplaar van het autismespel Autastica voor ATN Friesland Autastica is een initiatief van het Autisme Kafé Tytsjerksteradiel. Geesje Duursma van het Autisme Kafé overhandigde het spel aan Wilma de Groot, teamleider en Tanja Schreiber, behandelinhoudelijk manager van ATN Friesland. Het spel is bedoeld om mensen op speelse wijze iets te leren over autisme. Geesje Duursma: ‘Wij merken ook dat als mensen een beetje meer weten, zij al beter snappen waarom een kind of volwassene met autisme zich op een bepaalde manier gedraagt.’ http://bit.ly/autismespelautartica

1

Foto: Dillen van der Molen

Jettie Zijl­s tra nieuwe familie-vertrouwens-­ persoon Lentis

V.l.n.r. Geesje Duursma, Wilma de Groot en Tanja Schreiber.


Door Ton van der Linden Illustratie Kasper Grelling

OBSERVAT IEDWA NG Ik we et niet of het in de ps ychiatrische handb oeken ver meld wordt , maar ik word gekenmerkt do or obser v atie dw ang , de ontembare behoef te te obser veren, re gistreren en over we gen. Zo houd ik nauwgezet mijn f inanciën bij en o ok mijn ener gie verbr uik . D at leidt soms tot ver r a ssende re sul taten. Ik had het pl an opgev at om mijn ver w ar ming sther mostaat e en he el verbr uik sjaar een hal ve gr aad l ager te zetten. Dit met de ge dachte dat het in gevoel weinig verschil zou maken. D at v iel in de pr aktijk trouwens beho orl ijk te gen. D e v r aag w as echter: daal t het g a s verbr uik bij een verl aging v an de kamer temper atuur met een hal ve g r aad? Het ant wo ord is ver r assend: nee (1) . Dit al thans vo orl opig , w ant er is slecht s spr ake v an é én meting . Ik moe st het energiebe drijf zel fs bijbetalen.

C a m e r a ’s

Nieuw medicijn

Ik houd niet alleen van cijfers, maar ik observeer ook graag vogels of de ontwikkeling van planten. Sinds kort heb ik mij een camera aangeschaft. Ik wil de dingen die ik mooi vind vastleggen. Tot nog toe blijft dit bij planten en landschappen. Het mooie van onze moderne computertijd is, dat je van je mooiste foto’s een fotoboek kunt maken. De aanschaf van een camera heeft ook geleid tot een andere kijk op mijzelf. In psychoses heb ik vaak het gevoel geobserveerd te worden door camera’s. Dat gaat dan via de televisie, satellieten of hypermoderne straling die nog geheim is. Nu begrijp ik, dat ik mijn psychotische angst doe. Ik moet observeren en registreren. Zelfs toen ik in Zuidlaren opgenomen was, moest ik fotograferen.

Mijn psychiater zal waarschijnlijk wijs glimlachen als ik hem dit vertel. Die houdt zich alleen bezig met het aantal en het soort medicijnen. Overigens is hij daar wel goed in. Ik ben in de overgang naar een nieuw medicijn en dat werkt voor mij bijzonder goed. Ik ben alerter, pak dingen sneller op en kan beter observeren. Het is lastig om alles op de medicijnen te schuiven, want in mijn persoonlijke leven verandert ook het een en ander. Ik hoef binnenkort niet meer te werken en mag terugkijken. Dat is een nieuwe fase, zeker van observatie. Ik ben benieuwd te ontdekken wat mijn werkelijke drijfveren geweest zijn.

Obser vator

In mijn eerste psychose zei ik tot mijzelf: ‘Ik ben mijn eigen autoriteit’, om mijn gevoel van eigenwaarde te bevestigen tegenover psychiaters en verpleegkundigen. Nu zeg ik: ‘Ik ben mijn eigen observator’. Een autoriteit stuurt en dat wil ik helemaal niet. Een observator registreert alleen maar en als hij niet zelf analyseert laat hij de conclusie open. Een observator kan ook naar zichzelf kijken. Als je dit kunt zonder te analyseren of te oordelen heb je een staat van bewustzijn, die tot het Boeddhisme behoort. Dat is niet makkelijk. Ik ben opgevoed met het alziend oog van God en die zag al je misdragingen. Dat alziend oog ben je ook zelf. Je kent je eigen daden en gedachten.

2

Conflict

Maar om terug te komen op mijn observatiedwang, dat is geen aangeleerd gedrag. Ik had het als kind al. Ik kon lang stilstaan als kind om te kijken naar het werk van de stratenmaker. Ik bewonderde het doorzettingsvermogen om steentje voor steentje een ellenlange straat te leggen. Nu heb je daar ook al machines voor, maar veel is nog steeds handwerk. Mijn fascinatie tot het handwerk leidde tot een conflict met mijn moeder. Ze was boos op mij, omdat ik niet onmiddellijk uit school thuiskwam. Ze werd dan ongerust. Van mobieltjes hadden we toen nog geen weet. Het gevolg was dat ze me uit school kwam halen. Tegenwoordig is dat misschien heel gewoon, maar ik was diep beledigd. Geen van de andere kinderen werd van school gehaald door zijn of haar moeder. Uit protest liep ik dan ook meters voor haar uit naar huis terug.


A c h te r d e g e r a n i u m s

Wat ik ook regelmatig doe is voor het raam zitten en kijken wat er allemaal langs komt. Dat gedrag wordt vaak gezien als zielig. Iemand die achter de geraniums zit. Die heb ik niet -geraniums- maar het is een aanduiding voor gedrag. Ik kan genieten van de diversiteit aan mensen die mijn huis passeren. Groepen schoolkinderen op de fiets met fel gekleurde hesjes aan, vrouwen met boodschappen, asielzoekers, een man met ijzerwaren, een donkere man met felrode schoenen, soms een bekende. Ik verbaas me erover dat ik steeds nieuwe gezichten zie. Ook stoppen mensen vaak voor mijn huis. Ze steken een sigaret op, kijken op hun mobieltje, hebben afgesproken met iemand anders of rommelen wat aan hun fiets of bagage. Dat gewone alledaagse maakt me vrolijk. Er bestaan ook nog openbare ruimtes waar geen sprake is van conflicten. Dit alles kan ik met een psychiater niet bespreken. Deze zaken komen bij mij naar boven als ik in alle rust achter mijn laptop zit. Wat al die spinsels opleveren valt nog te bezien. Maar achter mijn dwang schuilt de behoefte te willen begrijpen. Het voldoet mij niet om met behulp van medicatie in het gareel gehouden te worden. Ik wil begrijpen hoe het komt, dat ik soms de controle over mijzelf verloren heb. Zoals ik zoveel zou willen begrijpen. Ton van der Linden

(1) Dit resultaat komt overeen met een onderzoek van de TU Delft. Daaruit bleek, dat mensen wel zeggen energiebewust te zijn en aan energiebesparing te doen, maar dat is niet terug te vinden in het energieverbruik.

3


Door Anne Helmus Foto’s: Kasper Grelling

T he at e rgroe p Fool col or spe e lt dicht op de huid

HE T SPEL ROEP T EMO T IE S OP Vlak na elkaar druppelen de acteurs binnen. Het is één uur donderdagmiddag, de vaste repetitiemiddag van de theatergroep Foolcolor. Er is werk aan de winkel, want de komende tijd staan er vier optredens op de agenda, het zijn allemaal verschillende producties. Heel bewerkelijk deze gelegenheidsopvoeringen, maar ook een uitdaging. Want je kunt het maar één keer spelen en dan moet het wel kloppen. Het spel van dit gezelschap is veel te zien op congressen van Lentis en sluiten aan of illustreren het thema van de dag. Een blik in de agenda: Op 15 november staan ze op het congres ‘Zorg voor het kind’. Fa m i l i e i n h e t t e a m

Het congres waarvoor op deze middag wordt gerepeteerd heet Resourcegroepen Nederland en vindt plaats op 4 oktober. Het gaat om het volgende: onder de afkorting RACT (Resource Assertive Community Treatment) wordt een nieuwe beweging geïntroduceerd waarbij de cliënt en of zijn of haar familieleden en naasten, onderdeel worden van het behandelend FACT-team. De cliënten, familie en naasten worden getraind om beter te communiceren en om te gaan met stress. Ine Paulien Weijer, de regisseur, heeft na een brainstormsessie met de leden van het gezelschap een stuk geschreven waarin duidelijk te zien en te horen is hoe naasten en familie kunnen helpen als de nood aan de man komt. In de spannende opvoering wordt duidelijk wat naasten en familie kunnen betekenen bij een crisis, in dit geval in het leven van

de hoofdrolspeelster. Ook hoe vanzelfsprekend deze manier van werken eigenlijk is.

vertellen de spelers onder andere iets over hun spelplezier en drijfveren.

Dicht op de huid

Maaike Eringa: ‘Emoties die ik in het gewone leven niet kan uiten kan ik wel kwijt op het toneel. Mijn hele leven speel ik al toneel. Ik heb deel uitgemaakt van een aantal gezelschappen. Ook volg ik toneel en workshops om mijn spelvaardigheden te vergroten. Als ik me niet goed voel ga ik me door het toneelspelen beter voelen. Ook vind ik de vertrouwdheid van de groep mensen waar we mee werken erg fijn. We zijn in harmonie met elkaar, we vormen een geheel.’

Voordat het repeteren gaat beginnen wil één van de spelers even kwijt, dat het echt niet goed met haar gaat. Daar is kort even aandacht voor, het hart luchten en dan spelen. Af en toe wordt het spel onderbroken door Ine Paulien, ze geeft aanwijzingen: ‘Als je bij het uitspreken van die zin langzaam naar voren komt’ of ‘Als je die tas in paniek op de grond gooit geeft het een leuk effect als er allemaal damesattributen uitvallen.’ Ook is er regelmatig een inval van de spelers op het vlak van tekst en regie. Door deze samenwerking wordt het stuk alleen maar beter. Het is te zien en te merken dat de acteurs goed op elkaar zijn ingespeeld en zich veilig bij elkaar voelen. Dat moet ook wel want de inhoud van het spel zit ze vaak dicht op de huid. De rollen worden helemaal uitgeschreven. De tekst moet uit het hoofd geleerd worden, dat geeft veel veiligheid. ‘Als iemand de tekst niet uit zijn strot kan krijgen, maken we er wat anders van’, zegt Ine Paulien. Ze vertelt verder: ’Wat me trouwens opvalt bij de acteurs is dat, als het publiek reageert, ze nog beter gaan spelen. Het spel roept vaak emoties op in de zaal variërend tussen een lach en een traan. De lach is nodig om pijnlijke momenten te kunnen verdragen. Ook proberen we als het passend is muziek en zang te integreren in het spel.’ Momenteel zijn er vier spelers, dat mogen er wel een paar meer worden. Zie kader. Hieronder 4

Ruud Poiesz: Ruud heeft net de première meegemaakt van een film waaraan hij had meegewerkt. De film Potsdam had zelfs de aandacht van de landelijke pers. Ruud speelde een man die werd gepest. Voor Ruud is toneelspelen gewoon leuk. Hij heeft in het verleden aan allerlei toneelproducties meegewerkt. De groep mensen waar hij nu mee samenspeelt is voor hem een warm bad. ‘Er wordt serieus met het spelen omgegaan. Ik blijf geboeid. De laatste tijd heb ik wel echt een hele ontwikkeling doorgemaakt. Ik ben er door gegroeid en maak beter sociaal contact. Minpuntje: Het is niet leuk dat het steeds over psychische problemen gaat. Daar ben ik wel een beetje klaar mee.’


Spe l e r s ge zocht ! Roos de Vries: ‘Ik ben er nog niet zo lang bij. Dit is mijn derde repetitie. Ik ben heel gemakkelijk in de groep opgenomen. Spelen is voor mij een creatief proces. Het ontstaat al doende. Ik vind het allemaal wel intensief. Ik kan dingen in de groep uitproberen. De concentratie kost me soms moeite. Van de tekst denk ik al gauw ’Dat ga ik nooit in mijn hoofd krijgen.’ Door het veel hardop te zeggen lukt het dan toch. Ik heb een theatrale persoonlijkheid daardoor gaat het spelen soms vanzelf.’ Het non-verbale spel gaat haar goed af, haar achtergrond is de therapeutische dansopleiding. Ook het zingen trekt haar. Voorafgaand aan de repetities bracht ze een ontroerend lied ten gehore wat opgenomen wordt in een van de voorstellingen. Trees Dam: ‘Voor mij is het spelen ook een manier om emoties te verwerken. Ook vind ik het belangrijk om te laten zien dat er hoop is en dat het niet bij een psychiatrische beperking hoeft te blijven. Toneelspelen voor publiek is voor mij ook iets terug doen voor de maatschappij. Repeteren en spelen met deze groep is voor mij heel vertrouwd. We beginnen altijd even met een jankkwartiertje waarin iedereen even zijn ellende kwijt kan. Dan moet het ook afgelopen zijn. We zijn goed op elkaar ingespeeld en weten wat we aan elkaar hebben. Door mijn concentratieproblemen moet ik misschien wat meer dan een ander mijn best doen om de tekst uit het hoofd te leren.’

Kun je acteren, zingen, dansen? En lijkt het je een uitdaging om met de andere spelers mooie voorstellingen te maken? Ben je in zorg bij Lentis en kan je een indicatie krijgen om aan deze theatergroep mee te doen? Theatergroep Foolcolor repeteert elke donderdagmiddag in Groningen en treedt het hele jaar op! Neem contact op met: Ine Paulien Weijer Regisseur van theatergroep Foolcolor 050 5419511 06 28834689 ip.weijer@lentis.nl

5


40 jaar De Tille! Beschermende Woonvorm De Tille bestaat 40 jaar. Dat is op maandag 26 september gevierd met bewoners, collega’s en genodigden. Bij De Tille, ook wel Wonen Uithuizen genoemd, kunnen cliënten terecht die voor langere tijd zijn aangewezen op psychiatrische zorg. Voor bewoners stond de hele week in het teken van het 40-jarig bestaan. Zo genoten ze samen van een high-tea, maakten ze een boottoch t over het Zuidlaardermeer en werd er genoten van het buffet bij De Butler in Uithuizen. De week werd afgesloten met de jaarlijkse feestavond. Om het 40-jarig bestaan te vieren is er een moo i boekje gemaakt. Dit werd tijdens de feestelijkhede n gepresenteerd.

Geslaagde open monumentendag!

Het boek van Freek Freek van Apeldoorn werkte jarenlang in de geestelijke gezondheidszorg. Binnen GGz Groningen, de voorg anger van Lentis, was hij werkzaam als psycholoog en vestig ingsmanager van het Centrum voor Geestelijke Gezondheid szorg (CGG) in Stadskanaal. Hij is nu alweer een tijd met pensioen. En wat doet zo’n man met de vrije tijd die dan tot zijn beschikking komt? Hij schrijft een roman met de titel De verdwijning van Maria. Volgens de uitgever: ‘Een subtiel en ontroerend portret van twee mannen in het begin van hun volwassenheid, tegen de achtergrond van de bekle mmende jaren vijftig.’ Inmiddels heeft de volgende gener atie Van Apeldoorn zijn intrede gedaan in Lentis. Frans ke van Apeldoorn, gezondheidszorgpsycholoog, cognitief gedragstherapeut en vestigingsmanager bij de ouderenpsy chiatrie, gaf ons deze tip! Benieuwd naar het boek? Het boek is hier verkrijgbaa r: http://webshop.elikser.nl/de-verdwijning-van-maria

Op 10 september was het Open Monumentendag. Die dag was het hoofdgebouw op het Dennenoordterrein toegankelijk voor belangstellenden. In het hoofdgebouw de expositie Kunst van Lentis. De bezoekers werden in groepen rondgeleid door het Hoofgebouw door suppoosten die meer vertelden over het kunstwerk en de kunstenaar. De bijeengebrachte kunstwerken van Lentis zijn uit alle vestigingen bijeengebracht en speciaal voor die dag in het hoofdgebouw tentoongesteld. Ook de expositie Beleving was in de Timmerwinkel te bezichtigen. Ongeveer 200 mensen bezochten het Hoofdgebouw. Minstens 100 mensen brachten een bezoek aan de expositie Beleving.

Re f idé na ar We rk Pro In de vorige Lentis Magazine stond een uitgebreid artikel over het fietsenpro ject Refidé. Inmiddels is Refidé als geheel overgedragen aan WerkPro, via een zogenaamde ‘warme overdracht’. Dat betekent dat het project met deelnem ers en begeleiders als geheel is overgegaan . Door deze manier van overdragen blij ft de deskundigheid van medewerkers voor de Lentisdoelgroep behouden. Refidé blijft als project dan ook steeds nog voor Lentiscliënten beschikbaar. En ook het fietsenplan en de bijbehorende korting voor medewerkers van Lentis geldt in ieder geval ook in 2017 nog!


Thema

Thema

Door: Rense Schuurmans, voorzitter Lentis Erfgoed Foto: Collectie Lentis Erfgoed

HERS T EL

HERS T EL

Herstel ; is dat genezen, of is dat beter worden? Binnen L entis wordt er hard gewerkt aan herstel . Vaak betekent herstel niet genezen. Het g aat om het zetten v an stappen: om in het eigen sp o or e en perspec tief te hebben. Vo or sommigen is dat wonen op het D enneno ordter rein in Zuidl aren, anderen zetten e en stap naar e en ver zorging shuis plus en nog we er anderen wonen

Eens gek altijd gek, enkele reis Dennenoord of enkele reis Groot Bronswijk, het waren bekende gezegden, diep geworteld in het collectieve bewustzijn. Deze hardnekkige opvattingen waren krachtiger dan de realiteit. Bij bestudering van de eerste duizend opnames van het psychiatrisch ziekenhuis Dennenoord, in de periode 1895 – 1905, blijkt dat meer dan 70% van de patiënten na verloop van tijd weer met ontslag ging. Ondanks deze cijfers bleef de beeldvorming bestaan. Hoe is dit te verklaren? In een groot deel van de twintigste eeuw werd herstel uitgedrukt in het gezegde ‘zes dagen werk, één dag kerk.’ In de rapportages is te lezen of de patiënt wel of niet aan het werk was en op de zondag naar de kerk ging. Was dit het geval dan was er sprake van herstel. erfgoed@lentis.nl is blij met reacties

zel fstandig en zetten daar ste e ds nieuwe stappen. D an weer een paar vo or uit en dan weer eentje achter uit . Want herstel g aat met v allen en opstaan. In deze spe cial bundelen we er v aringen met en verhalen over herstel en herstel gerichte zorg .

7


Wer ken aan her stel in de ouderenps ychiatr ie

‘HET ZIT IN ONS DNA OM Het zit in het D N A v an de ouderenps ychiatrie om te denken v anuit rehabil itatie . D at v indt M arjolein B oshuisen, ps ychiater en manager inhoudel ijke zaken v an L entis O uderenps ychiatrie , Te am29 0 en het CNP: ‘ Bij ouderen zijn er v aak naa st de ps ychiatrische problemen w aar voor iemand bij L entis in behandel ing komt ook nog ve el andere levensgebie den w aarop problemen kunnen worden er v aren: wonen, contac ten -verl ie s en rouw- en e en af nemende l ichamel ijke gezondheid. Het is voor ons he el natuurl ijk om ook die gebie den in het oog te houden en me e te nemen in de manier w aarop wij over behandel ing denken.’ D at is niet nieuw binnen de ouderenps ychiatrie: ‘ D at doen we eigenl ijk al tijd al .’ Foto Tom Ennema Tekst Jannie Strijk

In 2009 omarmden Carla Hoogstraten, psychiater, en Wim Batelaan, psycholoog, destijds de managers behandelzaken van de ouderenpsychiatrie in respectievelijk de regio’s west en oost Groningen, de Individuele Rehabilitatiebenadering (IRB-methode). ‘Deze rehabilitatiebenadering bracht als behandelmethode alle terreinen bij elkaar en gaf er een theoretisch kader aan.’ Alle medewerkers van de ouderenpsychiatrie werden getraind in de methode. Nadien zijn ook medewerkers van nieuwe afdelingen binnen de zorggroep, en ook steeds alle medewerkers die nieuw in dienst kwamen geschoold in deze methodiek.

8

De 4 stappen van de De hulpverlening volgens de IRB is verdeeld in vier stappen: S t a p 1 : v e r ke n n e n

Als eerste stap verkent de cliënt met zijn hulpverlener of hij toe is aan een verandering. Welke wensen heeft hij? Is er behoeftevolgens hemzelf om iets in het leven te veranderen? Denkt hij dat een verandering positief kan uitwerken? Welke hindernissen ziet hij? Denkt hij zelf stappen te kunnen zetten? En krijgt hij voldoende steun van belangrijke anderen? Soms komt iemand door dit gesprek op punten die hij wil verbeteren voordat hij aan de verandering begint.

H o e g a a t h e t v e r d e r i n h e t l e v e n?

Patiënten van de ouderenpsychiatrie zijn niet anders gewend dan deze aanpak. ‘ We zijn een afdeling voor specialistische geestelijke gezondheidszorg en behandelen mensen met ernstige psychiatrische problemen, maar de focus ligt nooit alleen maar op de stoornis. Natuurlijk komen mensen hier voor het verminderen van hun klachten. Maar daar gaat het niet alleen om: we willen er ook voor zorgen dat alle patiënten zo goed en zo zelfstandig mogelijk in de maat­ schappij functioneren. We vragen altijd naar meer dan alleen de klachten en problemen. Een vraag is altijd: Hoe gaat het verder in het leven? Het is een andere manier van kijken die misschien niet eens zo opvalt. Ook omdat het zo natuurlijk en vanzelfsprekend is. Het kan eigenlijk niet anders.’


Thema

T E D E N K E N VA N U I T R E H A B I L I TAT I E ’ Individuele Rehabilitatiebenadering Stap 2: kiezen

Stap 3: verkrijgen

De cliënt bespreekt met zijn IRB-coach wat hij in de toekomst precies wil bereiken en op welk terrein, bijvoorbeeld waar wil hij wonen, zelfstandig of in een woonvorm en welke, met wie? Als het doel nog niet duidelijk is helpt de begeleider bij het verduidelijken van dit doel. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren door het aanbod van woningcorporaties of woonvormen te gaan bekijken. Het doel is gesteld wanneer de cliënt precies weet wat hij wil bereiken.

Dan volgt de actie om het doel te behalen. Welke stappen zijn daarvoor nodig? Welke vaardigheden en steun heeft de cliënt nodig om het doel te bereiken? Wat moet hij zoal doen en welke hulp heeft hij nodig om te verhuizen?

W a t k a n d a n w e l?

brandweer te bellen. We beginnen met vijf minuten. Als dat lukt, dan tien minuten en zo verder. Om dat voor elkaar te krijgen moeten we er veel meer mensen bij betrekken: de huisarts, de crisisdienst, eventueel de buurvrouw.’ Het hele proces wordt begeleid door de persoonlijke IRB-coach die de patiënt helpt om zijn of haar wensdoel te realiseren. Deze coaches werken in de Voortgezette Behandeling van de Ouderenpsychiatrie.

‘Bij acute problemen gaat het vaak eerst om verlichting van de klachten. Dat is dan het eerste doel. Als de klachtenverlichting is bereikt, kijken we verder. Hoe bent u eraan gekomen? En dan komen de andere levensterreinen in beeld. Als de klachten niet verminderen met gedragstherapie of medicatie, dan kijken we wat dan wel kan.’ Kleine stappen ‘We zetten steeds kleine stappen. Als iemand bijvoorbeeld graag weer thuis wil gaan wonen, maar steeds in paniek raakt als hij even alleen thuis is en zijn partner de deur uitgaat. Dan formuleren we in overleg met de partner het wensdoel: minimaal een uur alleen thuis kunnen zijn zonder in paniek te raken, dus zonder de crisisdienst, 112 of de

In een netwerk

In de rehabilitatiebenadering speelt de omgeving van de patiënt ook altijd een belangrijke rol. ‘Bij ouderen is het heel gewoon dat ze een netwerk om zich heen hebben. Je werkt dan dus altijd systeemgericht. Als er hier iemand 9

Stap 4: behouden De laatste stap is het leren van vaardigheden die de cliënt nodig heeft om succesvol te komen waar hij wil, en vervolgens tevreden te blijven bij datgene wat hij bereikt heeft. Vaak is daarbij ook steun nodig, in materiële zin of in de vorm van assistentie door anderen. In deze fase zorgt hij ervoor dat hij die ondersteuning krijgt en goed gebruikt. De IRB-coach helpt hem daarbij. De interventie Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB) is in oktober 2014 erkend als Effectief volgens sterke aanwijzingen door de Erkenningscommissie good practices langdurige ggz.

alleen komt, dan zijn we verbaasd. Dan zijn we alert en denken toch: Wat is er aan de hand? Hoe kan dat nou dat deze persoon alleen staat? Bij een jongere volwassene denk je toch al snel: de partner is aan het werk, de kinderen zijn naar school of aan het werk. Maar bij een oudere is het ongewoon als die alleen komt.’ De ouderenpsychiatrie heeft mooie resultaten behaald met de IRB-methode. Een grote groep patiënten bleek in staat te zijn om de stap te nemen van wonen op het beschermde Dennenoordterrein naar meer maatschappelijk wonen in het verzorgingshuis Hamrikheem in Groningen. Lees hierover meer in het artikel Op eigen benen in het Hamrikheem op pagina 10.


Thema

Op eigen benen in het Hamr ik heem

‘VAN BESCHERMEN NA AR STIMULEREN OM MA ATSCHAPPELIJK TE FUNCTIONEREN’ D e herstel benadering in de ouderenps ychiatrie heef t grote ge vol gen gehad vo or een groep patiënten die wo onden op het D ennenoord­ ter rein. D eze patiënten v an Zonneheu vel hebben hun intrek genomen in het H amrikhe em, een ‘gewo on’ ver zorging shuis in Groningen. Sommigen wo onden al wel 4 0 jaar op het be scher mde ter rein. Nu wonen ze in een voor ouderen gewonere maatschappelijke woonsituatie: een verzorgingshuis. Marjolein Boshuisen, psychiater en manager behandelzaken van Lentis Ouderenpsychiatrie, CNP en Team290: ‘Die mensen halen nu zelf de boodschappen voor twee broodmaaltijden per dag. Ze doen hun eigen was. De gewone dingen waar mensen zich mee bezighouden.’ Het was een enorme verandering, want al dit soort gewone dingen hadden deze patiënten jarenlang niet gedaan. Als je bent opgenomen, en zeker als je in een setting als Zonneheuvel woont, wordt dat namelijk allemaal geregeld. ‘We zijn er steeds van uitgegaan dat het voor mensen goed is om zoveel mogelijk zelf te doen en zelf regie te hebben. Het is voor niemand goed om buiten de maatschappij te vallen. ‘

Even wennen

Ve r z o r g i n g s h u i s m e t e x t r a z o r g e n a a n d a c h t

De overgang was een geleidelijk proces. ‘Het was wel even wennen: voor behandelaren, patiënten en hun familie. Als je iets zoveel jaren niet hebt gedaan -niet hebt hoeven doendan geloof je misschien zelf niet meer dat je het kunt.’ Toch lukte het door kleine stappen te zetten. ‘Met de patiënten formuleerden we een wensdoel. In dit geval was dat: niet meer op het terrein wonen, maar in een ‘gewoon’ verzorgingshuis. En dan ga je samen kijken: wat is daar dan voor nodig? Zelf boodschappen doen, bijvoorbeeld. Nou, dan is dat waar je aan gaat werken. Als dat lukt, dan is je doel een stap dichterbij.’

Het Hamrikheem is inmiddels helemaal bevolkt met ouderen met psychiatrische problemen. ‘Het is een tussenvorm tussen een verzorgingshuis en een beschermde woonvorm. In de klassieke beschermde woonvorm, maar ook in het klassieke verzorgingshuis, ligt het accent op zorgen en beschermen in de maatschappij. Bij het Hamrikheem ligt het accent veel minder op zorgen en beschermen en veel meer op stimuleren en uitdagen. Het Hamrikheem is een plek waar bewoners midden in de maatschappij wonen met extra aandacht voor psychiatrische problemen. De patiënten en de hulpverleners van het Hamrikheem vertellen hun bijzondere verhaal graag. Daarom maakten ze er een boekje over met de titel: Hamrikheem: balans in zorg zoeken en vinden. . In het voorwoord wordt er het volgende over gezegd: ‘Er wordt samen met bewoners gekeken naar hoe zij het prettigst leven. Welke doelen hebben zij? En hoe kunnen ze die behalen? Piloot worden lukt niet, een cursus Engels omdat piloten Engels moeten kunnen wel, bijvoorbeeld. Zingeving, plezier en vooral de mogelijkheid om zeggenschap te hebben over het eigen leven: dat willen we allemaal als mens.’

H o o p v o l l e o n t w i k ke l i n g

Het is een hoopvolle ontwikkeling, vindt Marjolein. ‘Voorheen waren Zonneheuvel in Zuidlaren en De Brug in Delfzijl eindplaatsen, waar mensen kwamen en bleven. Nu is dat niet meer zo. Wij hebben er allemaal behandelafdelingen van gemaakt. We kijken welke behandeldoelen er gehaald kunnen worden. Ook voor de mensen die er blijven bekijken we hoe het nog beter kan. De belangrijkste omslag die we gemaakt hebben is die van beschermen naar stimuleren om te functioneren.’

10

Belangstelling voor de uitgave Hamrikheem. Waar iedereen gewoon mag zijn. Het boekje is vanaf 14 oktober digitaal beschikbaar via Lentisnet en de website van Dignis.


Thema

HERS T EL DOOR BEL Bureau Ervaringsdeskundigheid Lentis (BEL) is er voor mensen met psychische kwetsbaarheid en hun omgeving die op zoek zijn naar inspiratie en willen leren van ervaringen van en met anderen. Ervaringswerkers zijn zelf in aanraking geweest met geestelijke gezondheidszorg en bieden nu herstelondersteunende zorg. Op de tegels in deze special vind je uitspraken over herstel van cliënten en ervaringswerkers van BEL.

be

l

r@ BEL 050 522 32 2 5

s

o

r

reau E Bu e n t i rva

heid Len digr g v o o t

Bt Ee L .

is

gsdeskun rin n l z

Meer informatie over BEL vind je op: https://www.lentis.nl/over-lentis/kwaliteit-van-zorg/ervaringswerk/ Medewerkers vinden het laatste nieuws over BEL in: https://www.lentisnet.nl/groups/96-bel-ervaringsdeskundigheid/welcome

11


Door Marja Hillenga Foto Kasper Grelling

GEL UK V INDEN N A EEN ONGEL UK Op 13 juni 2 010 stap ik op mijn f iet s naar mijn werk . Ik werk al s secretare sse bij Jon x . Het is een zonnige dag . Ik geniet v an mijn f iet stochtje . Het is een puinho op bij de stopl ichten v l ak vo or de br andwe erkazer ne. Omdat het zo’n chaos is, be sluit ik om vo or zichtig te f iet sen. Met mijn ogen in mijn achterho ofd, w ant de auto’s r azen v l ak l ang s me. En dan gebeur t het . Mijn leven ver ander t in e en paar se conden…

De vuilnisauto die afslaat naar de brandweerkazerne ziet me niet en dan lig ik met mijn fiets onder twee wielen van de vuilnisauto. Ik schreeuw alles bij elkaar dat de vuilnisauto van me af moet gaan. De chauffeur verroert geen vin. Hij beseft dat er iets ergs is gebeurd, maar is niet in staat om te handelen. Ik blijf bij bewustzijn, er komt hulp. De vuilnisauto wordt eindelijk verplaatst. Men trekt mij eronder weg, dan verlies ik het bewustzijn. I n te n s i e v e r e v a l i d a t i e

Na vier dagen kom ik bij op de intensive care. Alles is vaag, dagen verstrijken. Ik zweef tussen korte periodes van bewustzijn, dokters en verpleegkundigen die me vreemde vragen stellen, operaties en bezoek. Ik begrijp niet alles, omdat ik onder de morfine zit. Achteraf blijkt dat ik een delier heb, waardoor ik vreselijk verward ben. Gelukkig mag ik na een week van de intensive care naar de verpleegafdeling. Ik krijg een kamer voor mezelf omdat mijn letsel te traumatisch is. Mijn dag- en nachtritme raakt verstoord. Ik lig vaak wakker in het donker, slaap slecht en voel me verschrikkelijk. Het is erg onzeker of ik mijn beide benen zal houden. Ik weet het niet meer. Dan volgt er een huilbui, waarbij de tranen blijven komen. Er is geen oplossing. De enige oplossing is dat ik me eraan moet overgeven, er is geen weg terug. Vanaf dat moment word ik rustiger. Na acht weken op de verpleegafdeling ga ik naar Beatrixoord voor een intensieve revalidatie. Ik heb nog veel pijn en krijg hiervoor methadon. Nooit gedacht dat ik nog moest afkicken van methadon.

12

E e r s te s t a p j e

Ik wil weer op mijn eigen benen staan. Steeds afhankelijk zijn van anderen is verschrikkelijk. Op een po je behoefte doen in bed, dat past niet bij mij: ik wil mijn eigen bonen doppen. Dit geeft me een enorme drive. De operaties en de genezing lopen wonder boven wonder voorspoedig. Ik leer opnieuw lopen, en als ik drie weken op Beatrixoord heb gelegen mag ik een dag naar huis. Ik ben zo blij. Ik mag naar man, dochter en schoonzoon. Wat klein begint, groeit. Ik doe mijn eerste stapje met een looprek. Ik ben zo trots op mezelf. Als ik zes weken op Beatrixoord heb gelegen mag ik definitief naar huis. Ik slaap op een bed in de kamer. Thuis, in mijn eigen omgeving. Ik moet leren met mijn beperkte energie om te gaan. Ik wil van alles in mijn hoofd, maar mijn lichaam protesteert. Het gaat niet. Na vierenhalve maand begin ik weer met werken. Dit is goed geregeld. Ik word met een busje gehaald en gebracht. Als secretaresse heb je een spin-in-het-webfunctie. Mensen helpen bij de balie en de telefoon opnemen. Het hele administratieve proces in goede banen leiden. Er komt van alles op me af, het is druk. Ik kan maar weinig prikkels hebben en moet regelmatig lopen, anders worden mijn knieën stijf. Spin in het web

In een periode van twee jaar lukt het me om zestien uur te werken, verspreid over vier ochtenden. Ik heb aangepaste werktijden. Er wordt vaak rekening met me gehouden. Het werken kost me zoveel energie dat ik als ik thuis kom maar weinig meer kan. Ook kan ik me moeilijk concentreren. Door reorganisatie krijg ik een andere ad-hoc-secretaressebaan. Ik plak overal gele notitieblaadjes om maar vooral niets te vergeten. Het lukt me niet meer. Na


Thema

twee jaar ziektewet moet ik worden gekeurd door het UWV. Ik krijg een uitnodiging. Het UWV keurt me volledig af en mijn werkgever heeft geen geschikte baan meer voor me. Ik krijg ontslag. Het is alsof ik een klap in het gezicht krijg. Wat moet ik nu? De bodem zakt letterlijk onder me weg. Ik besluit mijn netwerk in te zetten voor vrijwilligerswerk. Zo kom ik terecht bij InspireMedia als vormgever. InspireMedia is een werk- en leerproject voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Ik duik in boeken en software-programma’s om een nieuw vak te leren. Er zijn leuke begeleiders die me helpen met gesprekken als het even niet gaat en collega’s waar ik op terug kan vallen. Het zonnetje begint weer te schijnen. Dan volgt er weer een periode van tegenslag: ik krijg een muisarm door het grafisch werk. Het is te zwaar. Nooit last gehad. Wat moet ik nu? Kan ik wel blijven? Er gaat van alles door mijn hoofd. Het blijft maar doorgaan, ik ben het zat. Uiteindelijk krijg ik van de huisarts pijnstilling en een verwijsbrief voor de fysio. Vormgeving lukt even niet. Mijn begeleiders denken mee. Misschien is tijdelijk administratief werk een oplossing, dingetjes uitzoeken en regelen. Dit was ook mijn vak. De laatste herinneringen waren echter heel negatief, maar ik probeer het. Langzamerhand gaat het beter. Ik kom erachter dat ik het administratieve werk toch heel leuk vind. Van het een komt het ander. Ik krijg weer een spin-in-het-web-functie. Ik ontdek mezelf als het ware opnieuw en leer ondanks alle tegenslagen te relativeren. Waar draait het om? Wat is belangrijk? Ik ben dankbaar met alles wat ik nog kan en richt me op mijn mogelijkheden.

13


Door: Erik Bies Illustratie: Kasper Grelling

POGINGEN T O T HERS T EL Is het hele le ven niet één g rote , verge e fse p oging tot herstel , tot rev al idatie , die uiteindel ijk onver mijdel ijk eindig t met de do o d? Dit dacht ik toen ik ho orde dat het thema v an dit najaarsnummer v an L entis M ag azine ‘herstel’ zou zijn. M aar misschien is er na de do od o ok wel zoiet s al s leven, of al thans een vo or tbe staan.

H e r s te l v a n a l l e z i e k te n

Ik heb veel boeken gelezen over de ervaringen van mensen die klinisch dood zijn geweest. Iets wat mij opgevallen is aan de verslagen van deze mensen is dat er bij veel van hen tijdens hun bijna-doodervaring sprake is van het terugzien van overleden dierbaren, meestal familieleden, en dat het met deze mensen goed gaat, en dat zij heel gezond, helder en gelukkig zijn, al waren zij bij hun dood heel erg ziek of dement. Dit zou betekenen dat je na de dood meteen herstelt van alle ziekten, zowel lichamelijk als geestelijk, en het zou dus waarschijnlijk ook betekenen dat datgene wat doorleeft na de dood, en wat meestal ‘ziel’ genoemd wordt, en wat je ook ‘essentie’ zou kunnen noemen, onaantastbaar is voor pijn en lichamelijke en geestelijke ziekten. Het lijkt erop dat dat waar is. Misschien bestaat reïncarnatie ook wel. Volgens Boeddha reïncarneer je zo vaak tot je uiteindelijk opgaat in het nirvana, waar geen pijn meer is. Je bent dan opgenomen in zoiets als de kosmische ziel. Hierover zijn ook veel boeken geschreven. Nu gaan we terug naar de aarde. L i c h a m e l i j ke o f p s yc h i s c h e k l a c h te n

Er zijn natuurlijk veel vormen van herstel. (Ik hou meer van het woord revalidatie). Soms is herstel simpel en dat is vaak het geval bij lichamelijke aandoeningen. Je breekt een arm en moet met de arm in het gips wachten tot het bot weer aangegroeid is. Ieder mens overkomt dit soort dingen, ieder mens krijgt in zijn leven wel eens te maken met herstel. Klein of groot. 14

Ingewikkelder wordt het bij aandoeningen waarvan het niet altijd duidelijk is of ze psychisch of lichamelijk zijn. Zo kan een hersenbloeding er bijvoorbeeld voor zorgen dat je niet meer samenhangend kunt praten. Er zijn ook mensen die uit een (langdurige) coma ontwaken en van alles opnieuw moeten leren, zelfs ogenschijnlijk simpele dingen als lopen en iets vastpakken. Vaak is herstel dan een lange en moeizame weg. Met hulp van anderen

En dan zijn er de psychische aandoeningen zoals een trauma. Kun je herstellen van een trauma? Ik denk dat het heel moeilijk is, maar dat je met hulp van psychiaters, psychologen en (psychiatrisch) verpleegkundigen misschien uiteindelijk een trauma kunt accepteren en verwerken. Het lijkt mij wel een lange en moeizame weg. Niet alleen voor de patiënt, maar ook voor de omgeving. Ikzelf heb, alweer een tijdje geleden, een psychose gehad. Ik zou denken dat dat een psychische aandoening is, maar er zijn wel medicijnen die de psychose onderdrukken en zelfs doen verdwijnen. Je zou dan dus eerder denken dat het een lichamelijke aandoening is. Een psychose wordt veroorzaakt doordat er iets fout gaat in je hersenen en is dus wat dat betreft lichamelijk. Maar de psychose is ook psychisch omdat zij veel angst en waanideeën met zich meebrengt en je hele, gewone leven ontwricht. Ben ik hersteld van de psychose? Voor een groot deel wel, denk ik, maar niet helemaal.


Thema

D e e e r s te s t a p

Toen ik al een tijd psychotisch was, in 2004, dacht ik op een helder moment dat de stemmen die ik in mijn hoofd had een aandoening, een ziekte was die wel bij meer mensen voorkomt. Ik denk dat met dat besef mijn eerste stap naar herstel was gezet. Ik ging naar mijn huisarts en vertelde wat er aan de hand was, en een paar uur later zat ik op de gesloten afdeling van een kliniek in Groningen. Ik vertelde de psychiater zo goed en zo kwaad als het ging wat er allemaal aan de hand was en kreeg meteen medicatie. Ook belangrijk was dat ik mij op die gesloten afdeling veilig voelde voor invloeden van buitenaf en ook dat werkte herstel in de hand. Na die opname ben ik nog een paar keer opgenomen geweest. Ik kreeg toen ook, samen met medepatiĂŤnten, psycho-educatie van een psychiater. Hierdoor krijg je inzicht in je eigen ziektebeeld en ook dat werkt mee aan herstel. Veel mensen hebben zich ingespannen voor mijn herstel en ik ben ze natuurlijk allemaal dankbaar. Te r u g k u n n e n v a l l e n

Toch ben ik nog steeds bang dat ik weer een psychose krijg en ik ben daarom bang om ver van mijn huis weg te gaan. Hiervoor ben ik het afgelopen jaar behandeld door een psychologe. Met haar hulp ben ik al grotendeels van deze angst afgekomen en men kan mij nu weer aantreffen ver van huis, in stad en land. Ik weet nu, dat als het weer fout gaat, ik een beroep kan doen op Lentis en dat er, wonderbaarlijk genoeg, mensen klaarstaan om mij te helpen. Meer herstel is, dunkt mij, bijna niet mogelijk.

15


Door Jannie Strijk Foto Anton Markov

Her stelproces weer in beweg ing met A RT

‘JEZELF WEER ZIEN ALS MENS IN ‘Ongeve er t we e en e en hal f jaar gele den k w am een g rote groep mensen ( ps ychiaters, ps ychol ogen, ver ple e gkundigen, ac ti v iteitenbe geleiders, er v aring sde skundigen, f amil iele den en onder zoekers) bij el kaar om met el kaar te br ainstor men hoe we de zor g vo or mensen met er nstige ps ychische aandoeningen die l angdurig intensieve kl inische zorg nodig hebben, beter kunnen maken. T ijdens de bije enkomsten werd al snel duidel ijk dat er bij ie dere en dezel fde ge dachte leefde , namel ijk: “deze groep verdient beter ”.

‘Vanuit de vaste overtuiging dat het beter kan en moet is er in de afgelopen jaren gewerkt en nagedacht over hoe die zorg er dan uit zou moeten zien, wat we mogen verwachten van onszelf als professionals, van familie en natuurlijk van cliënten, en wat er dan nodig is om die zorg te verbeteren.’ Het zorgmodel dat daarvoor is ontworpen is ART (Active Recovery Triad). Aan het woord is Lisette van der Meer, psycholoog en onderzoeker bij de Langdurige Rehabilitatie van Lentis Volwassenenpsychiatrie. ‘Patiënten zijn unieke personen, met eigen ervaringen, behoeften en voorkeuren; te vaak is vóór in plaats van mét cliënten besloten en te vaak ontbrak het aan een open dialoog. Mede hierdoor droeg de professionele hulpverlening soms meer bij aan identiteitsverlies en isolement dan aan identiteitsvorming en verbondenheid met anderen. Te vaak werd ingezet op accepteren hoe het is in plaats van kijken naar wat kan en te vaak is mensen de grip op het eigen leven door dit alles eerder ontnomen dan teruggegeven.’ B e h o e f te a a n n i e u w e l a n

‘Juist vanwege hun vaak zeer complexe zorgbehoeften, hebben mensen met ernstige psychische aandoeningen nog maar weinig kunnen profiteren van alle vernieuwingen in de zorg. En eigenlijk geldt dit ook voor hulpverleners in de langdurige psychiatrische zorg. Velen van hen hebben behoefte aan vernieuwing en elan om de kwaliteit van de zorg te verhogen. De ziekenhuisomgeving maakt dat cliënten en hulpverleners als het ware gevangen zitten in een wereld die, ondanks de goede intenties, hen machteloos maakt om de persoonlijke maat voorop te kunnen stellen.’ 16

Opgeven is nooit een optie

‘De totstandkoming van het ART-model was een mooi proces waarin veel passie, ambitie maar vooral ook hart voor de doelgroep naar voren kwam. Uiteindelijk is daar het ART-model, én bijbehorende werkboek, uit ontstaan. ART is een nieuw professioneel zorgmodel voor mensen met een ernstige psychische aandoening (EPA) bij wie het herstelproces is gestagneerd. ART staat voor Active Recovery Triad (ook wel Actieve heRstel Triade). Met ART willen we cliënten, professionals en naasten inspireren en richting geven om het herstelproces weer in beweging te krijgen. De kerngedachte van ART is eigenlijk: herstel is mogelijk voor iedereen, hoe klein de stap ook is. Opgeven is nooit een optie en termen als


Thema

PL A ATS VAN ALS PATIËNT ’ opgegeven en uitbehandeld kunnen we niet meer gebruiken. In het werkboek hebben we onder andere een aantal concrete handvatten beschreven voor zowel cliënten, naasten en professionals die zij kunnen inzetten om deze beweging in het herstelproces te bereiken. Ontzettend belangrijk binnen ART is de Triade. De driehoek cliënt-familie-hulpverlener vormt de basis van handelen op elk niveau: in het primaire proces, in het team en in de organisatie.’ Zorgmodel ART

ART is een zorgmodel zoals er binnen de psychiatrische zorg bijvoorbeeld ook FACT en HIC (High Intensive Care) zijn. Binnen het ART zorgmodel zijn verschillende rehabilitatiemethoden denkbaar die gebruikt kunnen worden om de ART zorg in te vullen. Te denken valt aan bijvoorbeeld de Individuele Rehabilitatiemethode, maar ook methoden als Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen of IMR (Illness Management and Recovery). De herstelvisie is het uitgangspunt van ART, dat betekent dat ART tot op zeker hoogte ook overlap vertoont met andere zorgmodellen in de keten zoals bijvoorbeeld FACT en HIC. ART biedt ook handvatten voor het inrichten van de zorgorganisatie, teamsamenstelling, noodzakelijke competenties voor medewerkers, huisvesting, maar ook methoden voor cliënten zelf en voor naasten waarmee zij aan hun herstel kunnen werken. We hebben ook een ART-monitor ontwikkeld, die nog moet worden getest maar al wel gebruikt kan worden. Met deze monitor kan elk team, kan elke afdeling bekijken in hoeverre zij al werken volgens de ART-principes en waar nog winst te behalen valt.’

Netwerk van zorg functies

‘Lentis heeft in belangrijke mate bijgedragen aan de inhoud en de totstandkoming van ART. Er zijn al veel andere GGz instellingen in Nederland die zich inmiddels ook hebben verbonden aan ART, net als bijvoorbeeld Ypsilon (familievereniging), het landelijk platform GGZ, Trimbos en Phrenos. Het past ook in het bredere verband van specialistische zorg voor mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen, waarin meerdere modellen (Resource Group, FACT, IHT, HIC) samen een geheel kunnen vormen. Zo ontstaat een veelzijdig netwerk van zorgfuncties die het persoonlijk, klinisch en maatschappelijk herstel van cliënten mogelijk moeten maken’ Hoop

‘Ik hoop dat als de passie, overtuiging en ambitie van de groep mensen met wie we ART hebben ontwikkeld, doorsijpelt in de zorg die we binnen Lentis leveren, de cliënt langzaamaan weer meer in zichzelf gaat geloven en zichzelf weer ziet als ‘mens’ in plaats van alleen maar als ‘patiënt’. Eigenlijk hoop ik vooral dat de cliënt weer hoop krijgt. Hoop op een leven buiten de muren van de psychiatrie en een betekenisvolle bijdrage aan de maatschappij. Ik zou het fantastisch vinden als we met ART samen met de cliënt en zijn naasten, de wens(en) van de cliënt boven tafel kunnen krijgen en als het ons lukt om de cliënt te ondersteunen in het bereiken van zijn wensen.’

17

To e t s e n

Er zijn nog geen resultaten bekend van het werken met ART. ‘Lentis is samen met GGZ Breburg pleitbezorger van ART, dus wij zullen ook een belangrijke rol spelen in het verzamelen van de resultaten. De bedoeling is om de ART-monitor die we hebben ontwikkeld te valideren en om te toetsen of de zorg, de mate van herstel, maar ook de mate van werktevredenheid voor de werknemers en de betrokkenheid van de familie/naasten daadwerkelijk verbetert wanneer ART wordt geïmplementeerd. Samen met onder andere de auteurs van het werkboek zijn we een plan aan het maken hoe we dit kunnen onderzoeken. In de praktijk merken we op de afdeling Langdurige Rehabilitatie langzaamaan wel dat de medewerkers na het lezen van het werkboek de omslag in het denken maken die we met ART zo graag willen bereiken, namelijk: wat kan iemand eigenlijk wel, in plaats van wat kan iemand allemaal niet.’


Door Anne Helmus

HET BLEEF NIET BIJ ÉÉN ‘ We zijn geze gend met een heel mo oie plek ,’ ze g t Nettie , de moe der v an B ar t . We zitten in een romantisch prie el tje , gehe el gemaakt v an gere c ycle de materialen. Met uit zicht op de moe stuin en str uiken met v r uchten. B ar t heef t zijn werk broek aan en ro okt een sig aar tje. Hij doet op dit er f re gel matig een klusje . Onl ang s heef t hij nog een str aatje gele gd. B ar t en zijn moe der Nettie ver tellen heel open hoe de ps ychiatrische problemen v an B ar t zich openbaarden en w at vo or inv loe d dit he e f t gehad op hem en het leven v an zijn ouders.

De moeilijkheden lijken nu wat achter hen te liggen. Ze wonen dicht bij elkaar en hebben regelmatig contact. Er gaat een positieve werking uit van de manier waarop ze met elkaar omgaan. O n d e r m at g l a s

Bart:‘In mijn puberteit had ik lang het gevoel onder een matglazen koepel te leven. Dat idee raakte op een gegeven moment weer op de achtergrond. Ik probeerde er niet zoveel aandacht aan te besteden. Ook had ik toen last van smetvrees. Dat ging weer over toen ik een periode inwoonde bij een heel smerige Amerikaanse familie in het kader van een uitwisselingsprogramma van school. Gedurende mijn studie op het Noorderpoortcollege had ik een langdurige depressie. Ik leerde weinig doordat ik me aan mijn lot voelde overgelaten vanwege het feit dat je veel te veel zelf uit moest zoeken. Na het afronden van de opleiding ben ik aan het werk gegaan als CAD-tekenaar. (Een CAD-tekenaar maakt technische tekeningen -AH). Ik wilde dit werk goed doen. Doordat ik het werk van collega’s erbij moest doen kreeg ik last van stress. Dit leidde tot overbelasting. Mede daardoor raakte ik voor het eerst in een psychose en werd ik opgenomen. Na de opname wilde ik een HBO-studie doen. Dit lukte niet omdat ik me heel vlak voelde en moeilijk iets kon onthouden.’

18

Eigen ba as

‘Toen ik op mezelf ging wonen in een naburig dorp voelde dat goed. Ik kon aan het werk als maaltijdbezorger. Ook daar zette ik me weer heel erg voor in. Ze vonden me zo goed dat ik de avonddienst erbij mocht doen,’ zegt Bart lachend. ‘Ik kreeg extreem veel last van stress en last van stijve spieren en raakt in een toestand die de psychiater katatonie noemde. Ik hoorde stemmen en was psychotisch. Ik wist niet wat me overkwam en kon mezelf niet geruststellen. Medicatie bracht uiteindelijk ontspanning. Tot nu toe ben ik drie keer psychotisch geweest. Steeds was er een opname nodig. In computertermen: Het is net of ik dan gereset of geformatteerd moest worden. Mijn laatst poging om aan het werk te komen ging de mist in omdat ik weer heel erg gefocust was om het goed te doen. Ik zat al veel vroeger klaar dan nodig om naar het werk te gaan. Op het werk had ik veel last van de stemmen van collega’s en alles wat op me af kwam. Ik raakte wel wat in een dip maar hoefde niet te worden opgenomen. Inmiddels ben ik verhuisd naar hetzelfde dorp waar mijn ouders wonen. Mijn huis ligt hier nu een paar honderd meter vandaan. We zien elkaar regelmatig. Zowel hier bij mijn ouders thuis, als in mijn eigen woning. Deze situatie geeft me rust, het idee om dicht bij hen te wonen en dat ze mij ook op deze manier gemakkelijk kunnen opzoeken. Nu probeer ik als ZZP’er vanuit huis te werken. Ik bouw websites en kan op verzoek flyers maken. Dat bevalt me goed. Ik ben nu mijn eigen baas.’


Thema

PSYCHOSE Ons le ven viel in duigen

Nettie: ‘Na de eerste opname van mijn zoon voelde we ons behoorlijk alleen gelaten, ook door de hulpverleners. We wisten niet hoe we er mee om moesten gaan. Op het UMCG kregen we te horen dat bij dertig procent van de mensen die een psychose krijgen dit niet terug komt. Wij maar hopen dat Bart bij die dertig procent zou horen bij wie de psychose eenmalig zou zijn, daar klampten we ons aan vast. Niet dus. Het kwam weer terug. Voor ons was dat hartverscheurend, ons leven viel in duigen. We wisten ook wat het betekende, want van zowel van de kant van mijn man als in mijn familie komen psychiatrische ziektebeelden voor. Sommige stellen gaan bij dit soort problemen uit elkaar. Wij niet, we kunnen er goed over praten en uiten ons verdriet en vullen elkaar aan. H u l p va n FA C T-t e a m

In die tijd van de eerste psychose had je nog geen begeleiding van bijvoorbeeld een FACT-team. Via een PGB hebben we toen zelf hulp voor Bart ingekocht. We hadden geluk en troffen een goede begeleider waarmee het klikte en waar we allemaal veel aan hadden. Na de tweede psychose van mijn zoon hebben we thuis een tijd lang hulp gehad van een verpleegkundige van het FACT-team van Lentis. Dat was een heel bijzonder persoon. Met veel compassie en aandacht probeerde hij ons te ondersteunen. Bart krijgt momenteel nog begeleiding van het FACT-team.

Waar ik ook veel van heb geleerd is de cursus ‘Omgaan met psychiatrie.’ Het was een zeer gemêleerd gezelschap. Fijne mensen. De sfeer was veilig en intiem, daardoor kon er veel worden besproken. Een van de onderwerpen was bijvoorbeeld ‘grenzen aangeven’. Geha ak te tompoezen

Door al deze ervaringen heb ik zelf ook veel geleerd. Op een dag vroeg iemand me: ‘Waarom ga je niet iets doen met je eigen capaciteiten.’ Voor de grap zei ik: ‘Wat dan. Een winkeltje in gehaakte tompoezen beginnen? Echt, ik begon roze dingen, waaronder tompoezen te haken. Ik heb toen zes vrouwen hier uit de buurt gevraagd. Allemaal vrouwen die ook zo hun problemen hadden. Het zijn creatieve vrouwen, de een maakt vilten voorwerpen, terwijl een ander porselein beschildert. Hippe handgemaakte dingetjes die in het winkeltje uitgestald worden. Vooral in de zomer komen hier de mensen langs om te kijken en te kopen.‘ Na het bezoek aan het sfeervolle winkeltje van zijn moeder Nettie helpt Bart me om van het erf af te rijden. Na een beetje manoeuvreren lukt het om via het nauwe laantje de doorgaande weg te bereiken. Terugrijdend naar huis denk ik nog even over het interview na. Je zou alle mensen met psychiatrische problemen zulke ouders gunnen.

19


Fotografie: Hein Tholen

Door Tamara Veldman

De ziek te v an Ly me en ps ychische klachten

K L E IN BE E S TJE , GRO T E GE V OL GE N Drie jaar gele den k w am Roos de Vrie s (25) thuis te zitten. Het is het be gin v an een gevecht om gehoord te worden en de juiste hul p te k rijgen. Roos de Vrie s heef t de ziekte v an Ly me , een ziekte die wordt veroor zaakt door de beet v an een teek . Hierdoor is ze v aak moe en ze heef t een ver z w akt immuuns ysteem w aardoor ze v aak ziek is. D aar naa st heef t ze sinds kor t t wee ps ychiatrische diag nose s: b orderl ine en narcistische persoonl ijk heidsstoor nis. Ze ver tel t g r aag haar verhaal , om meer bekendheid te k rijgen voor haar ziekte , die behal ve l ichamel ijke , ook ps ychische kl achten kan geven. Roos: ‘ Ly me g aat op je z w ak he den zitten. Al s je aanle g hebt voor gew richt skl achten, is dat het geen w aar je het mee st l a st v an k rijg t . Ik zel f ben voor al ps ychisch bel a st , hierdoor k w am mijn b orderl ine en narcisme ve el meer tot uiting . D at heef t door de Ly me en de sociale isol atie die dat g af monsterl ijke vor men aangenomen.’

20


Thema

V OOR ROO S Zwart gat

Het begon drie jaar geleden, toen Roos door een burn-out haar studie als danstherapeut op moest geven. ‘Ik zat bij een antroposofische huisarts, die nam mijn klachten totaal niet serieus. Hij stuurde me wel door naar een psycholoog, één die niet vergoed werd door de verzekering. Het had weinig effect.’ Wilskracht zorgde ervoor dat het lukte om op te krabbelen en een bedrijfje als gastouder op te starten. Helaas namen haar klachten toe. ‘In het begin dacht ik nog dat het door de burn-out kwam, ik betrok het ook op mezelf. Totdat ik non-stop griep kreeg. Mijn immuunsysteem werkte niet goed. Ik zag een grote overeenkomst met wat mijn vriendin heeft, die ook lyme heeft en die toen nog in een rolstoel zat, ook doormaakte. Ik dacht op een bepaald moment: ik ga haar achterna als ik niet oppas. Ik heb letterlijk een Lyme-test geëist. Toen de eerste twee testen negatief terug kwamen, heb ik me in Duitsland laten testen. Deze test was positief.’ Na de diagnose Lyme, nu twee jaar geleden, viel ze in een zwart gat. ‘Ik zat de hele dag thuis. Ik was erg moe en vaak ziek. Ik voelde me intens verloren, ik had al moeten stoppen met mijn opleiding en ook mijn bedrijfje was mislukt. Ik had geen uitzicht op een toekomst. Ik was voor die tijd gewend om hard te gaan en dat kon niet meer. Ik voelde me verlaten door mijzelf, mijn lichaam, door de mensen om me heen.’ Ve c h t s t a n d

Roos besloot opnieuw hulp te zoeken. Ze ging bij Lentis creatieve therapie volgen en daarnaast voerde ze gesprekken. ‘De creatieve therapie deed me goed, ik kwam daar altijd een flink stuk lichter vandaan. De gesprekken werkten

niet, mijn therapeute was eigenlijk te soft, praatte te veel met me mee. Ik had ook niet het idee dat mijn hulpverleners door hadden hoe zeer ik worstelde. Ik ben op een bepaald moment tijdens een vakantie op Lesbos in een crisis geraakt; ik kon een dag niet lopen en had angstaanvallen. Pas toen ik aangaf dat ik opgenomen wilde worden, een half jaar na Lesbos, werd ik serieus genomen. Voor die tijd riep ik wel dat ik het niet trok, maar werd ik niet voldoende gehoord. Ik kreeg na mijn opname en second opinion door PsyQ eindelijk een diagnose: borderline en narcistische persoonlijkheidsstoornis. Dit is nu zo’n drie maanden geleden. De diagnose verklaart misschien ook wel waarom hulpverleners niet zagen dat ik hulp nodig had: ik kwam door mijn narcisme heel krachtig over, maar eigenlijk stond ik continu in de vechtstand.’ Omslag

Haar opname bracht een grote ommekeer. De diagnoses maakten dat ze de juiste hulp kreeg voor haar klachten. ‘Juist doordat ik nu kan ervaren dat ik het niet allemaal zelf hoef te doen, kan ik het beter dragen.’ Inmiddels gaat ze elke dag naar een dagbestedingscentrum, waar ze haar creativiteit kwijt kan en tegelijkertijd kan werken aan meer structuur. ‘Ik ben echt verbaasd dat hulpverleners deze plek niet eerder hebben aangeraden. Ze opperden wel vrijwilligerswerk, maar dat durfde ik niet aan, omdat ik nooit weet wanneer ik ziek word. Op mijn dagbesteding voel ik geen druk om te presteren. Ik leer hier dat ook als ik niks doe, ik er mag zijn. Bij narcisme hoort heel erg het idee dat je waarde bepaald wordt door je prestaties. Dat geeft me veel 21

stress. Als ik op een feestje ben en mensen gaan vragen wat ik dagelijks doe, raak ik snel overprikkeld.’ To e ko m s t

Binnenkort start Roos met emotie-regulatietherapie en gaat daarna verder kijken. Ze denkt niet dat het eenvoudig zal worden om haar oude patronen te doorbreken. ‘Ik ben als kind erg voorwaardelijk opgevoed, ik was heel bijzonder in de ogen van mijn ouders, maar kreeg enkel liefde als ik me gedroeg naar het beeld wat ze van mij hadden. De nukken en boze buien die elk kind ook heeft, werden niet geaccepteerd. Dus heb ik me enorm aangepast, om maar die liefde die ik nodig had te ontvangen. In therapie gaan is wat dat betreft zwaar, het is echt de hand in eigen boezem steken, in plaats van steeds naar anderen te wijzen. Onder alle opgeblazenheid zit heel veel kleinheid en onzekerheid, het vergt moed om dat aan te gaan.’ Inmiddels ziet Roos haar toekomst zonnig in. ‘Ik heb, doordat Lyme zich bij mij vooral psychisch uit, het idee dat ik er grip op heb, dat ik kan leren anders met dingen om te gaan. In het begin was ik vooral bezig om maar van die ziekte af te komen, maar nu denk ik: ik ga er het beste van maken. Ik wil naar de zon, minstens twee keer per jaar naar Barcelona of Ibiza, maar dan niet meer dan een paar dagen, want ik gedij ook goed op structuur. Op de lange termijn wil ik in een optimaler klimaat gaan wonen en daar een dagbesteding zoeken. Vocht en kou is niet goed als je Lyme hebt. Mijn droom is iets met dans en zang te doen, het artistieke leven leiden. Ik geloof dat er een mooi pad voor mij ligt, dat voelt heel nieuw en fris’


Thema

PERSPEC T IEF BIEDEN IN HE T EIGEN SPOOR Door Jannie Strijk

D e schrik zat er goe d in toen M arijke hoorde dat e en doel v an herstelondersteunende zor g ter ugke er naar de samenlev ing is. ‘Mijn haren gingen re cht overeind staan.’ En ze w a s niet de enige die zo re ageerde. Haar broer woont nu al we er e en tijd op het D enneno ordter rein en daar he e f t hij gevonden w at hij zocht: r ust . ‘ In de samenle v ing? D at hebben we v ijf tien jaar geprobe erd en dat ging uiteindel ijk niet goe d. Toen hebben we de keuze gemaakt om de stap ter ug naar het ter rein te doen. D at w a s niet gemak kel ijk , maar tenslotte wilde mijn broer dat o ok erg g r aag . Hij voelde zich in de samenle v ing niet meer veil ig . D us ik heb er niet meer zove el zin in om dat e x periment we er aan te g aan.

Het was allemaal heel ingrijpend en het voelde destijds als een stap terug. Zo leek het toen misschien wel, maar dat was het niet: voor hem was het een stap vooruit. Hij beweegt zich nu weer gemakkelijker, voelt zich veiliger. En is dat niet wat de Wet Langdurige Zorg belooft, de garantie van rust?’ Marijke zit vanuit de familieraad in de werkgroep Nieuwe Wegen en herstelondersteunende zorg, waarin gekeken wordt hoe de zorg meer kan normaliseren. En hoe je patiënten hun eigen leven weer kunt laten regisseren. Daarvoor moet je anders leren kijken en denken en oog hebben voor de samenleving. ‘Het lijkt me heel moeilijk om voor ieder individu te bepalen wat goede stappen zijn.’ Destijds betekende de stap terug naar het terrein ook dat ineens alles weer geregeld werd. ‘Hij hoefde niets meer zelf te doen, alles werd verzorgd. En sommige dingen konden ook niet. Een eigen telefoon bijvoorbeeld. Toen hebben we met hem een 06 aangeschaft die veel op een gewone telefoon lijkt.’ In hun eigen spoor

‘Ik vind het belangrijk om mensen in hun eigen spoor perspectief te bieden. Om ze stappen vooruit te laten zetten en niet te laten wegzinken in lethargie. Mijn broer doet nu zelf weer boodschappen bij de Coop. Hij moet er weer over nadenken en dat doet ’m goed. Ik ben blij dat de nieuwe manier van werken dat heeft opgeleverd. Het is mooi als je patiënten respectvol ondersteunt om het leven te leiden dat zij zouden willen leiden.’ Het is niet eenvoudig om aan te sluiten bij de beleving, denkt Marijke. ‘Mensen hebben behoorlijke trauma’s door wat er gebeurd is. Je moet heel 22

goed kijken en weten waar iemands drijfveren liggen: waar ligt de passie? Wat is iemand zijn context? Waar komt de pret uit?’ En je moet het voor zoveel verschillende mensen doen. Bij mijn broer waren zijn talenten en capaciteiten ondergesneeuwd en weggedreven door zijn angsten. ’ M e t o n d e r s te u n i n g

‘Mijn broer heeft ook een aantal dingen afgezworen die niet goed voor hem waren: roken en alcohol bijvoorbeeld. Daar is hij heel blij mee, maar dat had hij zonder ondersteuning niet gered. Hij heeft soms wel het gevoel dat hij door zijn persoonlijk begeleider gedwongen wordt om dingen te doen die goed voor ’m zijn, maar die hij niet leuk vindt. Daar is hij dan achteraf toch heel blij mee. Zo is hij nu bijvoorbeeld mee geweest op vakantie. Daar zag hij heel erg tegenop, maar hij heeft het achteraf heel leuk gevonden.’ Toch lijken goede ervaringen weinig blijvend effect te hebben. ‘Ik hoop steeds dat dat wel komt. Ik probeer hem steeds te verleiden tot uitstapjes naar een schilderende neef of bijvoorbeeld naar een Mayatentoonstelling. Hij is heel geïnteresseerd in kunst en Indianencultuur. Maar ondanks die goede ervaring met de vakantie is het me niet gelukt. Uiteindelijk ben ik zelf gegaan en heb ik een catalogus meegenomen van de tentoonstelling over de Mayacultuur. Daar was hij heel blij mee.’

De term herstel vindt Marijke niet echt passend. ‘Je denkt aan genezing en zo wordt het misschien niet ingevuld; zo vat wel iedereen het op. Dat is verwarrend.’


Zintuig ac tiver ing bij dementie

T ERUG N A A R V ROEGER Door: Anna de Ruiter Foto’s Emiel Reinders

Ber ti v an der Heijden doet neurops ychol ogisch onder zoek bij Dig nis in Zuidl aren. Ze l aat ons een r uimte zien in het Zuidl aarder ver ple e ghuis D e Enk . D eze kamer is spe ciaal be doeld om de zintuigen v an demente ouderen te ac ti veren. Het wordt o ok wel ‘snoezel r uimte’ genoemd. Bij dat wo ord denk ik zel f aan e en kamer met knuf feldieren en kussens, maar het is er ingericht al sof we ter ug g aan in de tijd: p orseleinen kopje s op de tafel in het midden, in de hoek een naaimachine v an v roe ger en een telefo on uit de jaren zeventig .

Een diversiteit aan voorwerpen kunnen gevoelens, herinneringen en emoties opwekken. Ook geuren kunnen ouderen helpen om tot rust te komen of juist stimuleren om een gebeurtenis van vroeger te herinneren. Berti vertelt dat ze etherische olie gebruikt voor onder andere massage van de handen: ‘Iedere geur heeft verschillende eigenschappen: van sinaasappel worden mensen vrolijk, lavendel geeft ontspanning en pepermuntolie maakt helder. En dat is toch het belangrijkste: het doet iets met ze.’ Zeehond

Op een van de muren in de ‘huiskamer’ zien wij een prachtige projectie van licht in verschillende lavatinten. Deze kleuren hebben ook een rustgevende uitwerking op de bewoners van De Enk. Te veel prikkels zijn niet goed, maar het verschilt per persoon welke voorwerpen en licht zij graag willen voelen en zien. Wat sommige mensen als prettig ervaren, kunnen anderen als storende factor ervaren en vaak is dat al snel merkbaar. Berti verwacht niet te veel en laat het aan hen over hoe ze erop reageren. Mijn oog valt (niet letterlijk natuurlijk) op een bench waarin diverse knuffels liggen: dieren hebben ook een goede invloed op de

23

gemoedstoestand van ouderen, zij vinden vaak de aanraking al bijzonder prettig. Berti haalt een zeehond uit een kast. Deze zeehond heet Paro en is aan de buitenkant zacht en aan de binnenkant zitten verschillende chips. Het is een robot die reageert op geluid en aanraking. De zeehond is in Japan ontwikkeld voor mensen met dementie, maar is ook erg geschikt voor kinderen met een stoornis in het autistisch spectrum. Paro is bovenal een sociale robot: hij kan de communicatie bevorderen tussen mensen. Kleine aandrijvingen onder Paro’s vacht zorgen ervoor dat het knuffeldier reageert op geluid, spraak en licht. Zijn ogen kunnen open en dicht door sensoren die met elkaar verbonden zijn. Hij kan zich ook oprichten en geluiden maken. Paro is een geniale uitvinding, vooral voor mensen die moeilijk kunnen communiceren. Het is bijzonder om hem aan te raken en te merken wat er gebeurt. Ik aai hem en merk direct een respons. Hij doet zijn ogen open en maakt een oergeluid, bijna net als een echte levende zeehond. Door dit interactieve dier wordt een vernieuwende blik geworpen op de prikkeling van zintuigen. Het aanraken en voelen maakt dat mensen zich ook echt beter gaan voelen: fysieke pijnklachten worden minder.


Oude verhalen

Berti zegt dat eenvoudige voorwerpen echter ook prima hulpmiddelen kunnen zijn: boeken voorlezen en samen bekijken geeft ook openheid. Naar muziek luisteren geeft mensen herkenning aan liedjes van toen en vaak gaan ze meezingen: melodieÍn van vroeger geven herinneringen en een bepaalde sfeer en gevoel. Ook hierin spelen smaken een rol: er is een repertoire beschikbaar van New Age tot en met Ede Staal, dus voor elk wat wils! Wat blijkt is dat oude voorwerpen ook helpen: Berti vertelt dat bijvoorbeeld scheerborstels of gereedschap verhalen over vroeger oproepen, waardoor mensen soms opeens heel enthousiast gaan vertellen. Ook voorwerpen of gebeurtenissen gerelateerd aan vroegere tijden, zoals kranten en tijdschriften, doen veel gespreksstof opwaaien. Er komen belevenissen naar voren die ze normaal gesproken niet zouden vertellen, maar de activering van de zintuigen doet hun herinnering herleven. Hun werk was belangrijk. De beroepen timmerman, naaister of andere oude ambachten, die nu nauwelijks meer voorkomen komen veelal naar voren in de verhalen. De geur van zilverpoets roept bij de schrijfster van dit stuk ook bepaalde herinneringen op: mijn ouders hadden verzilverd bestek en dat moest natuurlijk regelmatig gepoetst worden. Mijn moeder legde dan alles op tafel en wij gingen als kinderen gezamenlijk meehelpen. Zilverpoetsgeur brengt mij dus zo’n 45 jaar terug in de tijd. Samengevat: er is heel veel mogelijk binnen het gebied van de zintuigactivering en we danken Berti hartelijk voor haar uitgebreide en vooral bevlogen uitleg hierover. Ze neemt afscheid van mij en ik loop naar buiten. Het regent.

OOG VOOR HET KIND VOORBIJ DE OUDER

CHECK OUDERSIGNALEN,

24


VOORKOM KINDERMISHANDELING K inderen hebben e en veil ige opvoe ding somgev ing nodig om gezond op te groeien. D at is niet v anzel fsprekend. H oe pik je sig nalen op dat het niet goe d g aat met de k inderen v an patiënten die bij ons in behandel ing zijn? Wat zijn signalen bij ouders? En w at moet je dan doen? D at is nog niet al tijd duidel ijk . Op 15 november is er binnen Lentis een minisymposium over dit onderwerp voor medewerkers. Ineke Helder werkt als senior gedifferentieerd verpleegkundige bij Jonx. Zij maakt deel uit van het sociaal team in Hoogezand, ze is aandachtsfunctonaris Kindveiligheid en zit in de voorbereidingscommissie van het symposium. Vanuit haar functie heeft Ineke regelmatig te maken met kinderen van wie de veiligheid in het geding is. ‘Iedere keer opnieuw raakt dat je. En iedere keer opnieuw is het goed afwegen welke weg je gaat bewandelen. Omwille van het kind. De veiligheid van kinderen staat voorop. Altijd. Daar moet je rekening mee houden als je gaat handelen. En dat is eigenlijk altijd ingewikkeld.’ Vaak is het te ingewikkeld om er zelf je weg in te vinden. ‘Als je zoiets tegenkomt bespreek het dan met een collega die er kijk op heeft. Je kunt de casus altijd voorleggen, ook anoniem. En bereid je dan goed voor: wat zie je, wat valt je op, wat wil je bespreken, wat maakt dat je

je zorgen maakt?’ Binnen Lentis zijn er collega’s die kindveiligheid als aandachtsgebied hebben en die je hiervoor gemakkelijk aan kunt spreken. Bij Jonx zijn er zes aandachtsfunctionarissen Jeugdveiligheid en bij volwassenen zijn er de aandachtsfunctionarissen KOPP (Kinderen van ouders met psychiatrische problemen).

D e v r a g e n va n d e k i n d c h e c k

1. WIE MAKEN DEEL UIT VAN UW GEZIN (BENT U ZWANGER?), WAT IS DE LEEFTIJD VAN DE KINDEREN EN WONEN ZIJ DE HELE WEEK BIJ U?

Weten is delen

Ineke: ‘Als je een niet-pluisgevoel hebt, of als je weet dat het niet goed zit, en je wilt stappen gaan zetten, dan heb je een meldcode* als houvast. Onderdeel van de meldcode is de kindcheck. De bedoeling van de kindcheck is om kinderen in risicovolle situaties vroeg in beeld te krijgen. De code geeft aan dat je de volgende stappen zet: je brengt de signalen in kaart, je bespreekt het met de patiënt, je weegt het geweld, je organiseert hulp en dan pas ga je melden. Een veelvoorkomend misverstand over de meldcode is dat het een meldplicht is. Dat is pas de laatste stap. Je begint met je zorgen te delen.’ Het is vaak moeilijk om ouders aan te spreken op hun rol als opvoeder. ‘Mijn ervaring is dat het de toon is die de muziek maakt. Ik probeer ouders rustig en respectvol te benaderen. We zijn allemaal opvoeders. Het gaat er niet om dat je het beter weet, maar dat je signalen bespreekt waar je je ongerust over maakt.’

2. WIE ZORGT ER NOG MEER VOOR DE KINDEREN? 3. LUKT HET U, ONDANKS UW SITUATIE, OM DE KINDEREN VOLDOENDE ZORG TE BIEDEN? 4. WANNEER DIT NIET LUKT, WIE KUNT U DAN OM HULP VRAGEN? 5. WAT MERKEN DE KINDEREN VAN UW SITUATIE EN HEEFT U EEN IDEE WAT UW SITUATIE VOOR DE KINDEREN BETEKENT?

Kijk op Lentisnet voor een overzicht van aandachts­ functionarissen in de groep Zorg voor het kind. Ook vind je hier posters en meer informatie. https://www.lentisnet.nl/groups/560-zorg-voor-het-kind/ welcome

*Wet verplichte meldcode huiselijk geweld

25


Gerard Lohuis is werkzaam bij Lentis binnen de sociale psychiatrie en als docent en trainer actief in het onderwijs.

EEN GEBAAR IS VEILIGER DAN EEN GESPREK Herman heeft enige reputatie opgebouwd in zijn directe omgeving. Drugs en een waardeloze jeugd hebben hem onverschillig gemaakt voor enige vorm van empathie, terwijl hij er om schreeuwt. Hij doet me regelmatig denken aan een puber die zichzelf opblaast en denkt dat hij de wijsheid in pacht heeft. Het kost me weinig moeite om hierbij terug te denken aan mijn eigen jeugd. Als zestienjarige betweter wist ik dat de kernenergie niet deugde en dat de kernbom, en alles wat nucleair was, ongeveer gelijk stond met duivelse praktijken. Menige demonstratie volgde want het moest natuurlijk van de daken worden geschreeuwd, dat de wereld ten onder ging. Ik had een mening en het was volstrekt ondenkbaar dat de overheid daar geen gehoor aan gaf. Met menig zielsverwant sprak ik, onder het genot van een goed glas, welke politieke acties wij wel niet zouden ondernemen wanneer de regering niet wilde luisteren. Die saamhorigheid verbroederde en gaf me het gevoel dat de wereld ons nodig had. Buttons op het vest, klompen aan de voeten en als ik er nu aan terug denk vraag ik me af hoe mijn ouders mij overleefd hebben. Ik zag er niet uit, maar ik zou het meteen weer doen wanneer ik in diezelfde stemming zou verkeren. Gelukkig had ik een vader en moeder die me met enig meededogen aankeken en waarschijnlijk hoopten dat deze periode snel voorbij zou gaan. Misschien hebben ze zich er in de slaapkamer over verkneukeld, zo veel jeugdig elan en naĂŻviteit. Het is over gegaan en precies zoals Stef Bos zong, lijk ik in de loop der jaren meer en meer op mijn ouwelui. Helemaal overgaan doet het echter nooit en ik heb er in de loop der jaren enig creatief rebels gedrag aan

overgehouden maar wel geprobeerd dat met enige mate van constructiviteit te doen. Of dat gelukt is, laat ik graag aan anderen over. Eeuwige puberteit

Maar hoe is het om in die eeuwige puberfase te blijven hangen en voortdurend gedoe te hebben met mensen om je heen. Herman is nu 53 en heeft een levensstijl die anderen moeilijk kunnen volgen. Het brengt hem in een eenzame positie maar dat zal hij natuurlijk niet toegeven. Naast het anti-kernenergie gedoe, probeerde ik nog wel eens een vriendinnetje op te doen en was in zak en as wanneer ik weer eens de bons had gekregen, of deze zelf had uitgedeeld. Dan was ik maar wat blij dat er vrienden of ouders waren die me, ondanks al mijn terreurgedrag, accepteerden. Al was het maar dat ze zagen dat ik het op zo’n moment moeiljk had. Voor Herman is er niemand die een arm om hem heen slaat of troost biedt. Herman heeft het aan zichzelf te danken, en wanneer hij uitgekotst wordt, heeft hij daar toch immers zelf om gevraagd. Wie in de ogen van anderen vervelend is, moet niet verwachten dat hij met open armen wordt ontvangen. Herman wordt in de gaten gehouden door de politie en hij moet niet al te boosaardig gedrag laten zien, of hij krijgt regelrechte agressie terug. Achter zijn rug wordt er over hem gesproken en mensen kijken hem na wanneer hij briesend over straat loopt. Het is een vicieuze cirkel geworden waaraan ontsnappen niet meer mogelijk lijkt.

26

dat ik een rare ben, maar het had beroerder gekund


Oproep

Ingezonden Door: Foppe Oostenbrug

In de volgende Lentis Magazine is het thema ‘De psychiater’. Wil jij een bijdrage leveren? Wat vind jij van je psychiater? Is hij of zij prettig om mee te praten, een begripvol iemand, iemand die je er weer bovenop heeft geholpen of ...? Mededogen

Herman is weer eens opgepakt omdat hij mensen heeft bedreigd. De politie vraagt of ik er nu eindelijk eens iets aan kan doen en ik merk dat ze nog weinig professionaliteit naar hem kunnen opbrengen. Even later zit ik naast hem op het bureau en Herman doet zijn best om me duidelijk te maken dat de wereld niet deugt, dat de politie een maffiose onderneming is en dat de GGZ alleen maar misbruik van mensen maakt. Ik heb geen zin in ruzie en vraag Herman hoe hij het volhoudt om steeds in allerlei gedoe verzeild te raken. Nadat ik te horen heb gekregen dat ik net zo maf ben als de rest, en na nog een aantal gelijksoortige titels geïncasseerd te hebben, valt Herman stil en kijkt me afwachtend aan. Ik voel z’n achterdocht en weet dat alles wat ik doe, voor hem alleen maar meer olie op het vuur is. Toen ik zestien was en ik me niet begrepen voelde, kon ik ook niet tegen begrip of onbegrip. Alles was op zo’n moment te veel en tegelijk te weinig. Ik haal een kop koffie voor hem op en weet alleen enig mededogen tevoorschijn te halen. Wanneer ik even later de cel achter hem dicht doe en een nieuwe afspraak met hem heb gemaakt, mompelt hij ‘dat ik een rare ben, maar dat het beroerder had gekund’. Ik vat het op als compliment en steek m’n duim naar hem op. Ik krijg zo waar een glimlach als dank retour.

Maak deze zin af in een korte quote:

Mijn psychiater is ... Stuur je bijdrage naar magazine@ lentis.nl. Wij zullen dan een aantal mooie of verrassende quotes in het blad plaatsen.

27

Na mijn psychose in het ziekenhuis was ik na anderhalf jaar weleens toe aan vakantie. Mijn moeder en ik gingen naar het huis van mijn zus en hebben het rustig aan gedaan, want ik moet veel medicatie slikken en op bed liggen. ’s Morgens haalde ik de krant en liet het hondje uit en gaf de kippen en schapen eten. Dan lunchen, dan rusten, dan Tour de France, dan weer hondje en dan avondmaaltijd, douchen en op tijd naar het logeerbed een week lang. Mijn moeder kookte en is heel lief. Ik heb heel lang bij haar gewoond, maar ze is nu wat ouder en slechter ter been. Een keer zijn we naar zee geweest en hebben we een patatje gegeten. Ik vond het fijn bij mama te zijn. ’s Morgens moest ik een beetje huilen en dan stopte ze er een kalmerende pil in. Mama neemt zelf ook medicatie voor haar klachten. Zo kon het mooi, al vond ik het toch wel moeilijk. Ik heb ook maar weinig gepraat en veel op bed gelegen in stilte, anders kon ik het niet volhouden de hele dag. Dat was wel wat jammer, maar zo heb ik het toch gered en ik vond het fijn. Hè, hè, eindelijk rust en geen vreemde mensen om je heen en een tuin om in te zitten met uitzicht op een weiland. Groeten van Foppe met schizofrenie. Nu in GGZ Franeker.


HEL MUS Z OEK T SMOKKELAARS

‘ Je bent er gl oeiend bij. Geef de coc aïne hier!’ Ik had me schuil gehouden in het str uik gew as totdat ik e en kleine ge stal te in de duister nis zag opdoemen. Het schijnsel v an mijn zakl antaar n in zijn gezicht maakt hem duidel ijk dat hij de sig aar is. Hij geef t snel de zakje s met het witte spul af. ‘O, u maakt me wel er g aan het schrikken, wil t u dat al stubl ie f t niet weer doen?’ Hij rent snel we er we g op zoek naar zijn me de smok kel aars.

Voordat het spel van start gaat zitten de criminelen in spé nog rustig rond het kampvuur marshmallows aan een stokje te roosteren. Schoonzoon heeft het vuur lekker opgestookt. Het is al bijna elf uur en net donker genoeg om het spel te spelen. Enkele jongens zitten al behoorlijk te gapen en te knikkebollen. Het smokkelaarsspel wordt uitgelegd door schoonzoon: ‘De zakjes cocaïne moeten worden vervoerd van de drugsbarones (mijn oudste dochter vervulde deze rol) naar een geheime plek ( campingstoeltje), diep in het bos. De weg erheen is gevaarlijk want er patrouilleren overal douanes die je kunnen betrappen en de drugs in beslag nemen.’ Tijdens het spel worden de smokkelaars steeds slimmer. Ze laten zich minder door de twee douaniers, schoonzoon en ondergetekende, pakken. Ook zetten ze ons op het verkeerde been door een smokkelaar vooruit te sturen die zich gewillig laat pakken en geen drugs bij zich draagt. Terwijl de anderen door deze afleiding na een sprintje de drugs afleveren op de afgesproken plek. Aan het einde van het spannende spel blijkt dat er meer zakjes naar de geheime plek zijn getransporteerd dan in beslag genomen. De little criminals zegevieren juichend. Kleinzoon is, alweer even geleden, elf geworden. In zijn vriendengroepje is karten of paintball met patat na een veel gekozen optie voor een verjaardagsfeestje. Kleinzoon wilde kamperen met alle tien jongens van zijn klas. Allemaal in de leeftijd van tien en elf. Bij elkaar kunnen ze lekker druk en gek doen. Maar ook heel vertederend zijn. Een paar hadden hun knuffel bij zich en eentje werd nog nagebracht door een moeder. Voor veel jongens was het de eerste keer dat ze gingen kamperen. Simpele zaken als even afwassen bleek voor sommigen ook een nieuwe ervaring. Bij het plannen van het weekend was mijn dochter vergeten dat ze dan net bereikbaarheidsdienst had. Als ze er beroepshalve op uit zou moeten trekken zou schoonzoon alleen achterblijven met het drukke clubje. Voor de de zekerheid en voor de gezelligheid had ze 28

ons uitgenodigd om met ons busje op het kampement te verblijven en ook wat hand- en spandiensten te verlenen. Op het eerste gezicht hebben jongens van tien en elf een leuk leven. Nog geen hele zware verantwoordelijkheden. Ze gaan naar school, voetballen, gamen en spelen buiten. Toch staan er de komende jaren belangrijke dingen te gebeuren. De klas die nu heel vertrouwd aanvoelt zal zeker niet in deze samenstelling blijven bestaan. Naar gelang de scores van de CITO-toets, rapportcijfers en het schooladvies zullen ze hun eigen weg gaan. Ouders volgen de verschillende proeven van bekwaamheid nauwlettend. Het schermgebruik van deze groep kan ouders zorgen baren. De toegestane gametijd kan fors worden overschreden als ook de gezamenlijk opgesoupeerde limiet van naburige vriendjes wordt meegerekend. Vrouwen zwaaien de scepter in het lager onderwijs. Er ontbreekt een manlijk rolmodel. Kleinzoon en zijn vriendjes boffen dit jaar. Ze raken niet uitgepraat over de bijzondere kwaliteiten en gekke invallen van hun meester. Het kampeerfeestje was super leuk. Er werd ook nog gekanood en het spel vlaggenroof met de jongens gespeeld. Soms waren ze zó door het dolle heen dat je denkt dat er bij allemaal wel een steekje los kan zitten. Wat natuurlijk niet zo is! Dit zijn gewone jongens. Jongens lopen tegenwoordig een grotere kans om van etiketten te worden voorzien in de vorm van de bekende afkortingen, zoals bijvoorbeeld ADHD, die overigens al ingeburgerd is in het algemene spraakgebruik en te pas en te onpas wordt gebruikt. Bij Jonx, jeugd ggz en autismehulpverlening, vindt men goede diagnostiek belangrijk en zijn ze vooral ook geïnteresseerd in het kind achter de diagnose. Kinderen, jeugdigen en jong volwassenen kunnen er terecht voor psychiatrische en psychologische problemen. In samenspraak met de betrokkenen kan hiervoor een behandeling worden gestart.


KORT L abor ator ium ac tiviteiten

FACT-MBT is een onderdeel van FACT Groningen. MBT staat voor Mentaliseren Bevorderende Therapie, een vorm van psychotherapie. Het team FACT-MBT is er voor cliënten met een ernstige persoonlijkheidsstoornis die vastlopen op meerdere levensgebieden, zoals wonen, relaties en werk. MBT is een therapievorm waarin het mentaliseren bevorderd wordt, het stilstaan bij eigen gevoelens, verlangens en gedachten en nadenken over wat er in de ander omgaat. Het doel is hevige emoties beter te leren hanteren, gezonde relaties te ontwikkelen en behouden, verminderen van zelfbeschadigend gedrag en alternatieven hiervoor vinden en gezamenlijk nieuwe perspectieven ontdekken. Meer informatie en aanmelden kan via het secretariaat van FACT-MBT. Email: factmbt@ lentis.nl.Telefoonnummer: (050) 5223338. Bekijk ook de folder http://bit.ly/snellerachterhetstuur

Vanaf 1 oktober 2016 neemt Certe alle laboratoriumactiviteiten van Lentis over. Het laboratorium van Lentis sluit dan definitief. Het einde van een tijdperk. Niet in de laatste plaats voor de medewerkers van het laboratorium. Zij gaan per 1 oktober over naar Certe. De afgelopen periode hebben zij hard gewerkt om de overgang naar Certe voor Lentis zo soepel mogelijk te laten verlopen. In het Medisch Centrum blijft wel een prikpoli aanwezig. Medewerkers kunnen meer informatie over de gang van zaken vinden op Lentisnet in de groep Certe. https://www.lentisnet.nl/groups/588-certe/ welcome

III

Tovertafel voor Blauwbörgje! De crowd funding actie voor een tovertafel voor ’t Blauwbörgje is afgerond! Het benodigde bedrag van €6000,- is binnen. Door alle gulle gaven kan de tovertafel nu worden aangeschaft. De tovertafel is een ingenieus computerspel, waardoor bewegende beelden op een tafel worden geprojecteerd. De mensen aan de tafel komen er zelf door in beweging, gaan het spel spelen met hun tafelgenoten en hebben er plezier aan. Aanschaf van de tovertafel past goed bij het doel van ’t Blauwbörgje om het leefplezier van de bewoners te vergroten. Het is de bedoeling, dat de tafel in de hal van de drie verdiepingen komt. Iedereen die het leuk vindt, kan aanschuiven en meedoen. De actie werd gestart rond het 40-jarig bestaan van ’t Blauwbörgje.

Foto: Dillen van der Molen

FACT-MBT van start


Stukje bij beetje Geduldig Weetje Opnieuw beginnen Vergeten zinnen Afgebroken opnieuw Geboren Opgestaan uit brokken Verloren Afgegeven opgegeven Opnieuw beleven Jezelf een nieuwe kans geven Met hulp, ik kan niet zonder En toch, deze stapjes zijn Een wonder

Roos de Vries

Illustratie Anna de Ruiter

Reconstructie


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.