LENTIS SUÏCIDEPREVENTIEKAART
Vijf belangrijke aandachtspunten bij suïcidaal gedrag:
1. CONTACT MAKEN EN HOUDEN
Goed contact houdt in dat de cliënt zich vrij voelt om over zijn/haar suïcidegedachten te spreken. Het begripvolle contact is voor de cliënt belangrijker dan de punten 2 t/m 5 hieronder. Door een goede relatie zal de cliënt sneller mee willen werken aan een eventuele behandeling. Vraag heel open naar suïcidale gedachten en plannen, zoals:
•hoe vaak denkt u aan zelfdoding? (af en toe, dagelijks, voortdurend?)
•heeft u al een plan gemaakt hoe u een eind aan uw leven wilt maken?
•wat zou u bereiken als u zelfdoding zou plegen?
2. VEILIGHEID
Wees je bewust van de manieren waarop de cliënt zichzelf kan beschadigen of doden.
Ontneem indien nodig de middelen waarmee de cliënt zich kan suïcideren. Soms is vanwege de veiligheid een (on)vrijwillige opname nodig. Ook dan is het belangrijk om veiligheids-aspecten in het vizier te houden. Veiligheid wordt o.a. geborgd door het maken en nakomen van secure afspraken met collega’s.
3. CONTINUÏTEIT VAN ZORG
Bij overdracht, overplaatsing en/of ontslag is het suïcide-gevaar groter. Daarom is het erg belangrijk om de overdracht zorgvuldig te regelen. Naast papieren informatie moet er altijd een mondeling contact-moment tussen de elkaar opvolgende hulpverleners zijn.
Afspraken die collega’s van een andere locatie/afdeling met/voor de cliënt gemaakt hebben, blijven gehandhaafd.
4. BETREKKEN VAN NAASTEN
Het is belangrijk om bij elke fase de naasten van de cliënt te betrekken. Zij kennen de cliënt vaak goed en kunnen belangrijke informatie leveren. Professionals motiveren de cliënt om positief te reageren op het verzoek om naasten te (mogen) betrekken. Bespreek met de cliënt waarom het betrekken van naasten belangrijk is.
Naasten hebben vaak behoefte aan ondersteuning en informatie.
5. SYSTEMATISCH ONDERZOEK
Gebruik de beide modellen op deze kaart bij het systematisch onderzoek
Twee modellen m.b.t. suïcide-preventie
Persoonlijkheid
Erfelijke en biochemische factoren
Psychiatrische aandoeningen (inclusief alcohol / drugs)
Levensbeschouwing
Kwetsbaarheid
Stress Beleving van hopeloosheid/ uitzichtloosheid/ “Entrapment”
Suïcidaal gedrag
Maatschappelijk en interpersoonlijk steunsysteem
Psychologische factoren
Ingrijpende levensgebeurtenissen/ verlieservaringen
Ruimere Voorgeschiedenis
Recente Voorgeschiedenis
Actuele gedachten en gebeurtenissen
Directe toekomst
Meer info
www.lentis.nl/zelfdoding www.ggzrichtlijnen.nl (suïcidaal gedrag)
Vragen of opmerkingen?
Mail naar suïcidepreventie@lentis.nl
MATE VAN SUÏCIDALITEIT
Licht
Vluchtige gedachten, niet nagedacht over plan, kan aan andere dingen denken, realiseert gevolgen voor voor familie en vrienden. Impuls onder controle, wil liever leven dan sterven
Ambivalent
Client wil afwisselend suicide en dan weer leven, breuk met anderen, gericht op teleurstellingen in relationele sfeer, impulsiviteit. Uitgebreide voorbereidingen zijn niet gemaakt
Ernstig
Voortdurend gedachten en beelden van suïcide, gevoelens van wanhoop, heeft een duidelijk plan met voorbereidingen, denkt dat het voor anderen beter is als hij of zij er niet meer is, afscheidsbrieven zijn soms overwogen of geschreven
Zeer ernstig
Denkt alleen maar aan suïcide, wanhopig uitgebreid plan klaar, slapeloos, emotioneel ontredderd, geen controle over zichzelf, moeilijk aanspreekbaar, geen energie om door te leven, kan niet langer wachten met suïcide
Acties
Nadruk op behandeling + Consult specialist
Toetsen bij collega
Invullen veiligheidsplan +
Opschalen: Specialist betrekken
Intensivering contact + familie, crisisdienst anders opname
SIGNALERINGSPLAN
Doel van het signaleringsplan: cliënt meer inzicht geven in het proces van oplopende stress en wanhoop en cliënt leren zelfstandig te worden in het doorstaan van (suïcidale) crises.
Wanneer invullen? Zodra er op enigerlei wijze sprake is van suïcidaliteit wordt het signaleringsplan ingevuld.
IN HET SIGNALERINGSPLAN:
> gegevens van contactpersonen die in tijden van crisis geïnformeerd moeten worden
> acties die cliënt zelf kan uitvoeren bij (dreigende) crisis
> informatie/adressen waar cliënt hulp kan inschakelen, binnen en buiten kantoor-uren, inclusief info over www.113.nl en/of www.sensoor.nl
Daarnaast bevat het signaleringsplan een indeling in fases van oplopende spanning, waarbij elke fase omschreven wordt en waarbij per fase acties worden beschreven die cliënt zelf of diens naasten kunnen uitvoeren om spanning en wanhoop te reduceren.
Het signaleringsplan wordt samen met de cliënt en bij voorkeur ook samen met een naaste ingevuld.
Na een eventueel crisis wordt het signaleringsplan samen met cliënt geëvalueerd.
De cliënt ontvangt een afschrift van het signaleringsplan.