Preview boek 'Kippen, de schoonheid van 26 kippenrassen in de lage landen'

Page 1

KIPPEN de schoonheid van 28 kippenrassen in de lage landen

b

o

e

k

w

e

r

k

&

p

a

r

t

n

e

r

s


KIPPEN de schoonheid van 26 kippenrassen in de lage landen

Jinke Hesterman fotografie Jan Smit

b o e k w e r k

&

p a r t n e r s


INHOUD

Woord vooraf Legrassen - Australorp - Barnevelder - Fries hoen - Groninger meeuw - Lakenvelder - Marans - Orpington - Welsumer

Sierrassen - Brabanter - Brahma - Chabo - Cochin - Hollands hoen - Hollandse kriel - Hollands kuifhoen - Ko-Shamo - Nederlandse baardkuifhoen - Nederlandse sabelpootkriel - Nederlandse uilebaard - Sebright - Serama - Watermaalse baardkriel - Wyandotte - Zijdehoen

Vleesrassen - Chaams hoen - Noord-Hollandse blauwe

7 9 xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx

Australorp Barnevelder Brabanter Brahma Chaams hoen Chabo Cochin Fries hoen Groninger meeuw Hollands hoen Hollands kuifhoen Hollandse kriel Ko-Shamo Lakenvelder

Legrassen Marans Nederlandse baardkuifhoen Nederlandse sabelpootkriel Nederlandse uilebaard Noord-Hollandse blauwe Orpington Sebright Serama

Sierrassen Vleesrassen Watermaalse baardkriel Welsumer Wyandotte Zijdehoen

xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx xx


BARNEVELDER

Fokkers van kippen zijn net schilders: ze brengen een grondkleur aan, zetten een stipje hier en een streepje daar en vervolgens krijgt een ras langzaam vorm. Zo verging het ook de Barnevelder. De Barnevelder zag er aanvankelijk heel anders uit, totdat de fokkers er zich mee gingen bemoeien en het oorspronkelijke boerenkipje – een mengelmoes van patrijsachtig gekleurde dieren – steeds meer het uiterlijk kreeg van een sierkip. Zo ontstond er – bij toeval overigens – aan de uiteinden van de veren van de Barnevelder door kruisingen met diverse andere rassen een brede en een wat smallere, donkergekleurde, vaak groen glanzende rand. Fokkers noemen dat een dubbele zoom. De boerenkip was in de 14e eeuw, toen de Hertog van Gelre eier-exporten op

13


Barnevelder haan met een helderrode, enkele rechtopstaande kam, langwerpige, overlangs gevouwen oorlellen en middellange, goed afgeronde kinlellen

gang bracht naar de Keizer Robrecht van Aken in Duitsland, nog heel gewoontjes. Wel beschikten de hennen al over uitzonderlijke legcapaciteiten. Iets wat later alleen nog maar werd verbeterd, onder invloed van de Aziatische pluimveerassen zoals de Cochin, Maleier, Brahma's en Langshans. De Ma-

rans – legger van koffiebruine eieren zorgde ervoor dat de kleur van de eieren verbeterde. Zo kreeg de Barnevelder, die ondanks alle buitenlandse invloeden, vernoemd bleef naar het dorpje in de Gelderse Vallei, wereldwijd bekendheid en behield het ras met 180 tot 200 grote eieren op jaarbasis lage


ORPINGTON

De Orpington – vriendelijk en fraai om te zien - staat wereldwijd hoog op de lijst van populaire rassen. Beetje groot voor een eenvoudige achtertuin, maar in dat geval kan een kriel evenveel kippenplezier geven.

Het begon ruim een eeuw geleden in Engeland met een stevige zwarte kip. In het graafschap Kent zag ene William Cook in 1886 na diverse kruisingen van een Langshans, Minorca en een Plymouth Rock de eerste Orpington uit het ei kruipen. Door de aderen stroomde Chinees, Spaans en Amerikaans bloed. In datzelfde jaar presenteerde hij zijn creatie op de London Dairy Show: een nieuw ras was geboren, vernoemd naar de woonplaats van de schepper. Niet alleen de Engelsen, ook de Amerikanen zagen het nieuwe ras als een be-


34 Orpington


WELSUMER

De Welsumer, een van de bekendste Nederlandse hoenderrassen – legger van buitengewoon grote, koffiebruine eieren met gespikkelde schaal – is uniek in de wereld. Zeldzaam, dat wel. De naam van de Welsumer is ontleend aan het dorpje Welsum op de westelijke IJsseloever. Daar ergens moet het ras zijn ontstaan. Als een ras zo duidelijk is gelieerd aan een kleine boerengemeenschap, moet de oorsprong ervan eenvoudig te achterhalen zijn. Zou je denken. Toch is het G. van Blaricum, afkomstig uit het gebied en schrijver van het boek “De Welsumers, hun wordingsgeschiedenis, ontwikkeling, teelt en standaard” niet gelukt de herkomst van dit ras te bepalen. Toen hij als pluimveeconsulent in 1911 op onderzoek uitging, trof hij in en rond Welsum dieren aan die op licht gebouwde Maleiers leken. De hennen legden buitengewoon grote eieren,

37


mers de kwaliteit van de dieren verbeteren; de ander maakte gebruik van de patrijskleurige Leghorn om de eierproductie op te voeren. Er werd een commissie ingesteld om de partijen te verzoenen. Tevergeefs. Het menings-

verschil bleef bestaan totdat in 1928 de Nederlandse Vereniging tot Verbetering van het Welsumer Hoenderras werd opgericht. Het doel van deze vereniging was: "Het fokken van raszuivere Welsumers met hooge productie

Welsumer 39

De kleurslag rood-patrijs is voorbehouden aan de Welsumer



De hennetjes hebben een chocoladebruine streep op kop en rug en een donkere oogstreep. De haantjes hebben een minder scherpe streeptekening.


COCHIN KRIEL

Een kip met zoveel donsachtige veertjes dat ze wel op een balletje met poten lijken; dat kunnen niet anders dan Cochinkrielen zijn. Echt een ras voor de liefhebbers van uiterlijk vertoon. De Engelsen en Fransen die in 1860 het keizerlijke zomerpaleis van de Chinese keizer in Peking bezetten, moeten raar hebben opgekeken. Ze troffen er allemaal bijzondere kippen aan. Vooral het koppeltje krielen dat dagelijks bij de officierstent kwam scharrelen om er de etensresten weg te werken, baarde opzien. Als onderdeel van de oorlogsbuit namen de Engelsen dit paar in beslag. De twee kippen gingen als curiositeit mee aan boord voor een lange zeereis richting Enge-

62

De kam mag niet te groot en de kinlellen mogen niet te lang zijn.


64 Cochin kriel


HOLLANDSE KRIEL

De Hollandse krielen stammen af van de boerenkrieltjes die vroeger los op het erf liepen. Vaak sliepen ze in open schuren, in bomen en struiken. Alleen de allersterkste krielen bleven over en plantten zich voort. Deze herkomst heeft de Hollandse krielen lang parten gespeeld. Men vond ze te gewoontjes. Het ras noch zijn voorlopers kwamen voor op schilderijen. De Nederlandse Hoender Club presteerde het zelfs aan het begin van de vorige eeuw om een negatief fokadvies af te geven: ze stonden te hoog op de poten, waren te slank, en de oorlellen waren in de loop van de tijd rood geworden, terwijl ze wit moesten zijn, oordeelden de deskundigen van destijds.

Kam met vijf tanden, een oplopende kamhiel en witte oren

73


twintig kleurslagen. De oudste kleurslag – patrijs – heeft nog steeds de grootste aanhang. Opvallend is dat de broedsheid bij de hennen per kleurslag en stam kan verschillen. Dat geldt

ook voor het aantal eitjes dat een hen legt.

Hollandse kriel 77

Zilver-patrijs


KO SHAMO

Kippen met spierballen. Kippen die weinig ruimte nodig hebben en zo tam zijn als wat. De Ko Shamo beschikt over bijzondere kwaliteiten. De meningen over de schoonheid van dit ras lopen uiteen. Ko Schamo betekent Kleine Vechter. Dat klinkt gevaarlijk, maar in feite is dit ras de vriendelijkheid zelve. Hun uitzonderlijk tamme karakter delen ze met andere Oosterse vechthoenders. De hanen ja, die kunnen elkaar als het moet naar het leven staan. Maar in de hand van de mens verandert deze Aziatische kriel van hooguit een kilo in een vreedzaam diertje. Deze karaktertrek is gedeeltelijk aangeboren, een instinct dat ze van hun voorouders hebben geĂŤrfd. Maar ook de manier

Het lichte oog geeft aan de kop van de Ko Shamo extra expressiviteit


Haan en hen, kleurslag tarwe

trouwens geen incidenteel gebrek. Het is een raskenmerk. De Kleine Vechter laat zijn blote bast zien, alsof veren een teken van zwakte zijn. Dit uiterlijk vertoon wordt nog eens geaccentueerd door de kleur van het zichtbare vel: bij voorkeur felrood.

84 Ko Shamo

Bij dit ras gaat het niet om een weelderig verenkleed of een rijkdom aan kleuren. Het aantal erkende kleurslagen is dan ook beperkt: wit, zwart, tarwe, zilver-tarwe, rood-porselein. Belangrijker vinden de fokkers van de Ko Shamo dat er een paar stevige poten onder



Hen en haan: beide porselein, een van de meest populaire kleurslagen ?hoort dit bijschrift bij de foto?

boven de afzonderlijke eigenschappen. Een goede sabelpootkriel is al van een grote afstand te herkennen.

94 Nederlandse sabelpootkriel



een extra vinger aan de vleugel. Boven de snavel zit een bobbel. Het is de walnootkam, net zo donker als huid en botten. De oorlellen zijn blauw, de ogen donker. De oorspronkelijke kleurslagen wit en zwart komen het meest voor, maar er zijn ook patrijskleurige, rode, blauwe, parelgrijze, koekoekkleurige, zilverpatrijskleurige en buffkleurige hoenders, met en zonder baard of kuif. Witte zijdehoenders met zwarte stippen worden ''platenbont'' genoemd. Ook die kleurslag bestaat al een tijdje en komt voort uit een kruising van een zwart zijdehoen en een Leghorn.

Deze kuikens zitten onder de lamp, maar doorgaans zijn de hennen heel goed in staat hun kuikens zelf uit te broeden en groot te brengen

Zijdehoenders zijn geharde dieren, bestand tegen extreem lage temperaturen. Hun contourveren hebben de structuur van donsveren: ze missen haakjes die in elkaar grijpen. Het zijdehoen heeft aan dat donsachtige verenkleed zijn naam te danken. Ze lijken wel van zijde.

Blz. 122 Zijdehoen haan: bu

Zijdehoen 121




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.