Inhoud Woord vooraf 7 Inleiding 10 Kune Kune 12 Wat wil het varken? Rusten 16 GĂśttinger 18 Wat wil het varken? Eten en drinken 22 Tamworth 24 Wat wil het varken? Onderzoeken 28 Gasconne 30 Wat wil het varken? Bewegen 34 Duroc 36 Wat wil het varken? Een lekker leefklimaat 40 Husumer 42 Wat wil het varken? Samenzijn met andere varkens 46 PiĂŠtrain 48 Wat wil het varken? Een schone leefomgeving 52 Iberico 54 Wat wil het varken? Zoelen 58 Meishan 60 Wat wil het varken? Zich voortplanten 64 Berkshire 66 Wat wil het varken? Gezond zijn 70 Mangalica 72 Wat wil het varken? Wroeten 76 Hangbuikzwijn 78 Wat wil het varken? Krabben en schuren 82 Bonte Bentheimer 84 Wat wil het varken? Ruimte 88 Nederlands landvarken 90 Wat wil het varken? Veiligheid 94 Nawoord 97 Bronnen 99 Over de auteur en de fotograaf 100
12
Kune Kune
Kune Kune Het Kune Kune varken is geliefd bij hobbyvarkenshouders. Dat heeft vooral te maken met het karakter van dit ras: van nature vreedzaam en zeer gesteld op het gezelschap van de mens. Ze zijn sociaal, intelligent en vriendelijk. Ze kunnen ook goed samen met andere diersoorten. Daarbij komt dat het Kune Kune varken niet al te groot wordt. Daardoor is het wat makkelijker te hanteren. Met een schouderhoogte van 60 tot 80 cm en een gewicht van 60 tot 100 kilo behoort het tot de middelgrote rassen. Veel zeugen en beren hebben ‘’belletjes’’ onder aan de kaak. De Nieuw-Zeelandse Maori’s die deze varkens van oudsher hielden, noemden deze kwastjes ‘’pire pire’’. Het ras kent een grote genetische variatie en komt voor in verschillende kleuren: crème, gember, bruin, zwart en gevlekt. De meeste Kune’s hebben wat langer haar, sommige zelfs met krulletjes.
Kune Kune
13
24
Tamworth
Tamworth Nieuwsgierig, ondeugend, prettig in de omgang en dol op aandacht van mensen. Al die eigenschappen gelden eigenlijk wel voor alle varkens. Zo ook voor de Tamworth. Maar dit ras heeft net iets extra’s. Zijn vacht is rood of gemberkleurig, zijn neus en lichaam zijn lang, de oren staan rechtop en de hoge poten zorgen ervoor dat het varken al wroetend niet met de buik over de grond sleept. Met diezelfde hoge poten kan het varken ook hoge snelheden ontwikkelen. De Tamworth staat bekend als hardloper. Het is ook een sterk ras, dat goed tegen kou en warmte kan. Door de dichte vacht heeft de Tamworth geen last van zonnebrand, hoewel het varken tijdens de rui in juni en augustus wel schaduwrijke plekken en een modderpoel nodig heeft. Dankzij de hardheid en de geringe gevoeligheid voor ziekten kan de Tamworth goed dienst doen als buitenvarken. De zeugen zijn zorgzame moeders, die tomen van zes tot tien
Tamworth
25
Duroc Wetenschappers doen veel onderzoek naar de genetische eigenschappen van varkens. Hun speciale belangstelling gaat daarbij uit naar het Duroc varken, vooral omdat het zo anders is dan andere Europese rassen. De Duroc is eigenlijk van alles wat: een beetje Chinees, een beetje Europees en een beetje Noordamerikaans. De meeste commerciĂŤle westerse varkensrassen hebben voor een deel
een Chinese achtergrond, de Duroc dus ook. Chinese varkens zijn mogelijk indirect van invloed geweest op de Duroc, bijvoorbeeld via Britse varkens. De Duroc verschilt wel van andere Europese rassen doordat er verwantschap is aangetoond met Noordamerikaanse rassen. De Noordamerikaanse fokkers, die in de 19e en vroeg-20e eeuw de Duroc creĂŤerden uit lokaal aanwezige varkens, droegen onbewust bij aan de unieke eigenschappen van dit ras.
Wa t w i l h e t v a r k e n ?
Zoelen In de zomer nemen varkens graag een modderbad om af te koelen. Dit wordt ook wel ‘’zoelen’’ genoemd. Op die manier zorgen ze er zelf voor dat hun lichaamstemperatuur op peil blijft. Hun geringe haarbedekking maakt ze bovendien extra gevoelig voor zonnebrand. Dankzij het modderbad kunnen ze hun huid beschermen. Ook vormt de modder een beschermend laagje tegen parasieten. Er zijn eveneens aanwijzingen dat zoelen een functie heeft bij seksueel gedrag. Zeugen zoelen meer als ze berig zijn. Natuurlijke modderbaden leggen varkens zelf aan in gebieden met vochtige aarde. Het zijn kuilen gevuld met modder, maar ook met water. Ze worden gemaakt door het luieren, rollen en wroeten van de varkens. Gehouden varkens moeten hierbij een beetje worden geholpen, want zeker in een droge periode zal het ze niet lukken om zelf een geschikt modderband te creëren. Laat staan een ‘perfecte’ poel, die tegemoet komt aan verschillende gedragsbehoeften: staan in koel water wanneer het een beetje warm is, zitten, rollen en zichzelf onderdompelen wanneer de buitentemperatuur verder oploopt. Varkens zoelen verschillende keren per dag. Daarom is een modderbad idealiter de hele dag beschikbaar, in ieder geval ook direct na het eten. De modderbaden zijn bij voorkeur tweemaal zo groot als het aantal gehouden varkens, zodat ze er met meerdere tegelijk in kunnen. Gemakkelijke toegang voor alle dieren is belangrijk. Modderbaden moeten eruit zien als een vijver en niet slechts dikke modder bevatten. Modder is wel beter dan water voor het geven van verkoeling. Varkens moeten kunnen graven en wroeten in modder voordat ze de poel ingaan. Het modderbad is liefst niet te diep en heeft in elk geval een gedeelte waar modder en water niet verder reiken dan tot het ellebooggewricht. De varkens gaan graag liggen en weer staan. Voor echte wellness-gevoel is het belangrijk dat de varkens bij de veranderingen van lichaamshouding voldoende grip op de bodem houden en niet uitglijden. Varkens moeten hun gehoorgangen ook boven het wateroppervlak kunnen houden. 58
Iberico
Iberico
59
84
Bonte Bentheimer
Bonte Bentheimer
In Twente liepen na de Tweede Wereldoorlog bij verschillende boeren nog wat bonte varkens rond; sterke, vruchtbare dieren die niet veel eisen stelden en sterk leken op wat we nu Bonte Bentheimers noemen. Het waren naar de destijds heersende maatstaven echter veel te vette, korte, ronde varkens. Ze konden niet concurreren met het Duitse en Ne-
derlandse landvarken en waren gedoemd te verdwijnen. De invoering van de zogeheten berenverordening in 1963 legde de houders van bonte varkens – van oorsprong een product van diverse rassen - extra beperkingen op. Er kwam een verbod op kruisingen. Dat gold voor elke varkenshouder, groot
Bonte Bentheimer
85
90
Nederlands landvarken
Nederlands landvarken Het Nederlands landvarken is geen inheems ras, maar een Nederlands kruisingsproduct van twee landrassen. Het bestaat voor 5/8 uit het Deens Landvarken en voor 3/8 uit het Duits Landvarken. Tot nu toe werd het Nederlands landvarken veel gebruikt voor de zeugenlijn in de vleesvarken productie, de zogeheten N-lijn in het Topigs fokpro-
gramma. Het is een wit, langgerekt varken met opvallend grote, hangende oren (loboren), lange, sterke benen, een iets omhoog staande neus, afgeplatte billen (lange hammen) en een krulstaart. Volwassen weegt het dier zo’n 125-175 kilo. Het heeft een vriendelijk karakter. De zeug is zeer vruchtbaar en heeft goede moedereigenschappen.
Nederlands landvarken
91