LHUMP Quarterly - Cradle to Cradle - februari 2008

Page 1

QL

nr4

- 2008 Jaargang 14

LHUMP Quarterly HĂŠt studentenblad over Duurzame Ontwikkeling

Een uitgave van het Landelijk Hogeschool & Universitair Milieu Platform

Cradle to Cradle


Colofon Jaargang 14, nummer 4,februari 2008 LHUMP Quarterly is het studentenblad over duurzame ontwikkeling in het hoger onderwijs. Het is een uitgave van het Landelijk Hogeschool en Universitair Milieu Platform (LHUMP) en verschijnt vier keer per jaar. Redactie: Licia Jasperse Femke Batterink Deirdre den Hartog Xuezhi Hu Amber van der Lans Michiel van der Velden Vormgeving: WingF Kwok

Inhoudsopgave

Drukwerk: Copyshop de Kopijwinkel, Utrecht Oplage: 300 exemplaren Kopij en adreswijzigingen: LHUMP Quarterly Oudegracht 229, 3511 NJ Utrecht Telefoon: 030 - 223 15 05 E-mail: redactie@lhump.nl

Thema: Cradle to Cradle

Website: www.lhump.nl LHUMP-bestuur: Chris Roorda - voorzitter Licia Jasperse - secretaris WingF Kwok - penningmeester Daphne van den Berg - algemeen bestuurslid Met dank aan alle mensen die een bijdrage hebben willen schrijven of anderszins aan het blad hebben bijgedragen. Bijdragen zijn altijd welkom en kunnen gestuurd worden naar het bovenstaande adres. De redactie behoudt zich het recht voor om bijdragen niet te plaatsen of aan te passen. Wil je een gratis abonnement op LHUMP Quarterly? Of wil je het blad niet meer ontvangen of op een ander adres? Stuur dan een mailtje met je naam en (nieuw) adres naar redactie@lhump. nl. LHUMP Quarterly is gedrukt op 100% gerecycled papier.

4 Het Cradle to Cradle congres

Chris Roorda - voorzitter LHUMP

5 More Cradle to Cradle in Wageningen

Amber van der Lans - WEP

6 Cradle to Cradle

Frank Wijnen - deelnemer C2C-congres

9 Cradle to Cradle: een nieuwe wegwerpcultuur?

Xuezhi Hu - Student UvT

10 Why Cradle to Cradle can change our emotional lives Rembrandt Koppelaar - WEP


LHUMP Quarterly 4 Jaargang 14

5

3

9

Redactioneel Licia Jasperse

10 En verder... 8 Programmamedewerker - Oud vs Nieuw 12 Milieu & Vrede 13 De ecologische voetafdruk is

zóó 2007

15 Overzicht activiteiten

Vaste rubrieken 3 Redactioneel 14 Duurzaam inkopen 15 Column: Het laatste woord 16 Agenda 16 Netwerk-adressen

Deze LHUMP Quarterly staat geheel in het teken van Cradle to Cradle. Zoals Braungart en McDonough bepleiten: ‘volledig nieuwe uitgangspunten voor het ontwerpen en ontwikkelen van producten op basis van veilige en volledig herbruikbare grondstoffen. Zo kan afval voedsel worden in een oneindige kringloop.’ Op 1 en 2 november j.l. is er een Cradle to Cradle-congres gehouden in Maastricht waarvoor het LHUMP in samenwerking met Duurzaam Hoger Onderwijs (DHO) 60 (!) kaartjes beschikbaar stelde voor studenten. De enige voorwaarde was dat de studenten die zo’n kaartje wilden, een essay over het concept schreven. Dit is dan ook gebeurd, en het meest interessante essay is in deze LHUMP Quarterly vermeld op pagina 6 en 7. Ook zullen de voors en tegens van het Cradle to Cradle-concept onder de loep genomen worden (pagina 9 en 10). Daarnaast, als altijd, een inspirerend stukje over een van onze lokale milieuplatforms, een overzicht van de LHUMP-activiteiten (leuk dat jullie daar aan hebben deelgenomen!) en een update van het project Educated Choices dat helaas geen volledig vervolg zal hebben. Let’s cradle!


4

LHUMP Quarterly 4 Jaargang 14

C2C C2C C2C

Het Cradle to Cradlecongres Een eerste stap voor de bewuste student? Tekst: Chris Roorda

ontwerpen en stedenbouw. Studenten uit Wageningen zaten met de vraag hoe Cradle to Cradle te gebruiken bij voedselproductie, studenten uit Eindhoven misten de technische details. Tijdens de koffiepauzes was daarom volop discussie. Diserée Verbeek uit Tilburg: “Ik doe zelf onderzoek naar duurzaam toerisme en wil kijken hoe het ‘Cradle to Cradle’-concept toepasbaar is op de dienstensector. Dit kwam op het congres niet aan bod, maar ik heb wel een afspraak met Braungart om in Hamburg met hem en TUI hierover te spreken!”. Genoeg voedingsbodem voor vervolg is er dus ook. In Enschede, Groningen en Wageningen organiseren studenten lezingen en workshops met als thema Cradle to Cradle en SiB Groningen organiseert in november zelfs een studentensymposium met dit onderwerp. Ook zal Planet Prosperity Foundation op 29 en 30 mei een vervolgcongres organiseren in Rotterdam.

voorzitter LHUMP

Wil je zelf iets doen met dit onderwerp? Organiseer een filmavond met de documentaire “Afval = Voedsel” of nodig iemand uit om een lezing of workshop te geven. Je kunt SenterNovem, Planet Prosperity Foundation natuurlijk altijd contact met ons opnemen en Van Gansewinkel stelden 60 gratis stu- als je vragen hebt of om te helpen met de dentenkaarten beschikbaar, omdat de entree promotie. van 700 euro voor studenten onbetaalbaar was. 31 januari 2008: Uit meer dan 250 gemotiveerde studenten Cradle to Cradle in Venlo: werden door Antoine Heideveld (DHO) en aan de slag met ambities ondergetekende de studenten geselecteerd en ervaringen die dit onderwerp direct konden toepassen (VVM) in hun afstudeerproject of op een interessante manier buiten hun studie konden 1 februari 2008: gebruiken. Workshop over C2C bestuur 2007/2008

Z

estig studenten werden op basis van hun motivatie geselecteerd om deel te nemen aan het Cradle to Cradle congres, 1 en 2 november in Maastricht, over het “ultieme duurzaamheidsconcept” Cradle to Cradle dat sinds de Tegenlicht documentaire “Afval = Voedsel” veel aandacht krijgt. Het congres was bedoeld om het concept een breder publiek te geven onder met name politiek en bedrijfsleven. Belangrijkste spreker was Michael Braungart, met William McDonough grondlegger van het begrip. Basisgedachte van Cradle to Cradle is: niet streven naar efficiëntie maar naar effectiviteit. Niet onze leefomgeving “minder snel” kapot maken, maar deze niet kapot maken of er zelfs iets aan toevoegen. We mogen best een grote invloed op onze omgeving hebben als dit maar een positieve invloed is. Daartoe moeten we opnieuw nadenken over hoe we producten ontwerpen en gebruiken en zorgen dat de grondstoffen, zonder kwaliteitsverlies, na gebruik kunnen worden teruggewonnen. Het gaat een stap verder dan het “integraal ketenbeheer” waar Nederland al jaren mee bezig is, en klinkt ook uitdagender.

Het congres gaf de studenten de gelegenheid om veel kennis op te doen door de grote verscheidenheid aan interessante sprekers. Daarnaast werden er veel contacten opgedaan, sommigen wilden zelf een lezing over Cradle to Cradle organiseren en zochten daarvoor naar sprekers, anderen waren op zoek naar toekomstige werkgevers. Ook de overige congresgangers waren positief over de aanwezigheid van de studenten, omdat juist zij heel enthousiast met het onderwerp bezig zijn. De nadruk van het congres lag op product-

(IRSP Groningen)

januari - juni 2008: diverse activiteiten rond C2C (RUW/WEP Wageningen) 29 en 30 mei 2008: Symposium over C2C in Rotterdam (Planet Prosperity Foundation) 6 november 2008: Symposium over C2C (SiB Groningen)


LHUMP Quarterly 4 Jaargang 14

5

“C2C is a great concept, but the way it will be put into practice will determine the worth of it.”

Petra Rietbergen (WEP)

A

s you can see in this latest issue of the LHUMP Quarterly, Cradle to Cradle is a hot topic in the Netherlands. In Wageningen there is a growing interest in this concept as well. Different sustainable students from the Wageningen Environmental Platform (WEP), wanted to pay more attention to the subject Cradle to Cradle. In September 2007 they organised an evening were they showed the movie Waste = Food with a discussion afterwards. They thought it was a good idea to do more with this subject within the Wageningen University.

Let’s cradle! Congress: Michael Braungart (l) co-author of the book C2C and Petra Rietberg (r) of WEP

More Cradle to Cradle in Wageningen Text: Amber van der Lans WEP Photo: www.letscradle.nl

More info at: www2.wau.nl/psf/wep/index.html and www.stichtingruw.nl

To get a more in depth idea about what the Cradle to Cradle concept can bring forth a visit to the congress ‘Lets cradle!’ seemed a good opportunity for them. Many different interesting people and organisations visited this congress, but most importantly for WEP was the organisation RUW also located in Wageningen. RUW is short for “Stitching Rural Wageningen” and is an organisation that wants to inform students on specific issues from different perspectives and tries to be a link between students and companies. For example last year they organised a lecture about the sustainability of organic food with a speaker from Solidaridad. The organisation RUW was captivated by the cradle to cradle concept as well and they decided to give the subject more attention within their yearly program. Both organisations found the congress interesting, but felt that the congress did not give them the in-depth information they were looking for. Because both organisations wanted to bring this subject under the attention in Wageningen a collaboration was a logical next step. WEP is mostly interested in involving more students in Cradle to Cradle concepts and

showing the possibilities students can take within their own studies. RUW also wants to focus on reaching a broad range of people by showing different sides of a concept like Cradle to Cradle. WEP would focus more on for example present research or internship possibilities. RUW wants to pay attention to for example the issue of waste management next to the Cradle to Cradle concept. Together they decided to organise a week with the central theme of Cradle to Cradle. The common goal of the event would be to give an introduction for people who are new to the concept and to give people with more knowledge a change to see what has already been done with the subject. This week will take place in the second week of February in Wageningen at the Lawickse Allee 13. There will be a opening on Monday the 11th of February with Louise Vet, professor in Evolutionary Ecology who advocates the Cradle to Cradle concept, after this the documentary Waste = Food will be shown to refresh peoples memories or to introduce the subject. On Tuesday the 12th the movie “Story of Stuff” will be shown to introduce the issues concerning waste and material management in a following debate people can discuss this and exchange possible solutions. On Thursday the 14th of February the Cradle to Cradle week will be concluded with an activity focused on Cradle to Cradle in Wageningen. Next to this week there will be other activities about Cradle to Cradle during the year as for example an info market where researchers and companies can show what they do with Cradle to Cradle. The organisers hope that this week will contribute to better understanding of the Cradle to Cradle concept and that people in different areas of expertise can learn from it.


6

LHUMP Quarterly 4 Jaargang 14

CRADLE to CRADLE Tekst: Frank Wijnen

Het boek is van plastic dat oneindig lang gerecycled kan worden.

Inleiding Nederland, en met name de regio Noord Limburg, is in de ban van een nieuwe ontwikkeling van duurzaam denken: Cradle to Cradle genaamd. Congressen en symposia waar over deze visie gecommuniceerd en gediscussieerd wordt, schieten als paddenstoelen uit de grond. Het tot nog toe veruit grootste congres op het gebied van opkomst, tijdsduur en politieke aandacht vond 1 en 2 November jongsleden plaats in het MECC in Maastricht. De organisatie van het congres heeft ruimte kunnen maken voor 60 studenten om kosteloos deel te kunnen nemen aan het congres. Ik ben een van deze 60 studenten. Als tegenprestatie voor deze uitnodiging werden alle studenten verzocht een artikel te schrijven over het duurzaamheidsprincipe: Cradle to Cradle en het congres. De studie die ik momenteel volg, is de studie bouwkunde. Logischerwijs heeft dit artikel dan ook een bouwkundige insteek. Er zal een nadruk gelegd worden op materiaalkeuzen, met aandachtspunten op het ontwerpproces, want C2C ontwerpen is meer dan alleen een geschikte materialisering opstellen. Cradle to Cradle Cradle to cradle is letterlijk vertaald: van wieg tot wieg. Hiermee willen de grondleggers van deze visie op duurzame productontwikkeling zeggen, dat elk gebruikt materiaal zich na zijn gebruik in het ene product, een weg dient te vinden in een ander product. Dit principe is ook bekend, in een iets andere vorm, als een gesloten cyclus. Het doel is om goed te zijn in plaats van minder slecht, omdat minder slecht nog steeds slecht is. Volgens het C2C principe kan het volgen van een cyclus op 2 manieren: volgens de biosfeer en volgens de technosfeer. De biosfeer

is niets anders dan een cyclus zoals deze in de biologieboeken van het basisonderwijs te vinden zijn. Denk hierbij aan een vogel die een kers uit een kersenboom eet, deze gebruikt als voedingstof, en vervolgens de kersenpit uitpoept, waardoor er voedingstoffen zijn voor een nieuwe boom. Deze cyclus kan ook gelezen worden als een waarin een onderdeel gewonnen wordt uit de natuur, zijn dienst doet in een product, en na daarna terug gelegd kan worden in de natuur waar het als voedingsstof kan dienen voor de natuur. De technosfeer is een gesloten cyclus waarin een grondstof dusdanig is ontworpen dat het oneindig lang kan worden gebruikt als grondstof voor een nieuw product. Een goed voorbeeld hiervan is het boek van McDonough en Braungart: Cradle to Cradle, remaking the way we make things. Het boek is van plastiek dat oneindig lang gerecycled kan worden. Door op deze manier de materialisering van je producten te kiezen wordt het concept afval geëlimineerd. De ontwerper is dan goed bezig, in plaats van minder slecht. Voor een ontwerper betekend dit dat hij zijn materialen goed moet uitkiezen en recycling gebruiken volgens de juiste betekenis van het woord, namelijk volledig terug brengen in de cyclus, en het dus niet tolereren dat er uiteindelijk alsnog iets op de vuilnisbelt terecht komt. Er dient tijdens het ontwerpproces rekening gehouden te worden met het moment waarop het product “weggegooid” wordt. Als consument, en dus in vele gevallen niet geheel op de hoogte van de gebruikte grondstoffen, is het soms moeilijk om goed te kunnen beoordelen of een product goed, minder slecht of slecht is. Om toch een inschatting te kunnen maken of je een goed product aanschaft kan je jezelf de volgende vragen stellen: Kan ik het na gebruik terug in


LHUMP Quarterly 4 Jaargang 14

de natuur brengen zonder dat het schadelijk steeds transparanter gehandeld, en zijn de is, kan ik het veilig verbranden, of neemt de grondstoffen te achterhalen. De verschillende fabrikant het terug? grondstoffen dienen beoordeeld te worden op hun recyclegehalte, en geplaatst worden C2C ontwerpen in de bio- of technosfeer. Het is ook belangHet C2C principe geeft randvoorwaarden die rijk om te achterhalen of de grondstoffen door een ontwerper kunnen worden toegepast lokaal gewonnen zijn. Een geweldig product op zijn ontwerpen. Voor een ontwerper in de uit het westen van Amerika dient verscheept bouwkundige sfeer betekent dit dat je zowel te worden naar Nederland. Dit zorgt voor aan de kant van de ontwerper zit, als aan de een grote milieubelasting. De technische kant van de consument. In dit beroepsveld analyse is vooral gericht op wat het product ontwerp je een gebouw met producten die kan en wat de consument er mee wil en van door fabriekanten worden aangeboden, of verwacht. De gezondheidsaspecten van een in samenwerking met een fabrikant worden product zijn cruciaal. Een goed product ontwikkeld. Je bent dus voor elk onderdeel dat zorgt voor een negatieve invloed op de niet de productontwikkelaar, maar je zorgt gezondheid zorgt dat het product van goed, dat het op een bepaalde, slimme manier omslaat in slecht. Denk hierbij aan stralin elkaar wordt gezet. Als ontwerper in de ing van producten, chemicaliën en zware bouwkundige sfeer heb je dus te maken met metalen die middels ge- of verbruik van het materiaal keuzes en met ontwerpkeuzes. product vrijkomen. Is de materialisering van Deze kunnen beide op een C2C manier een gebouw zorgvuldig uitgekozen, voldoet benaderd worden. het aan alle randvoorwaarden? Dan dient er gekeken te worden naar of een product ook Materialisering genoeg voorhanden is. Een voorbeeld is Bij het toepassen van verschillende mate- het gebruik van de houtsoort Robinia. Deze rialen in een gebouw kan een architect of houtsoort groeit in een Europees klimaat, bouwkundige denken als een consument. Een groeit vrij snel, heeft uittekenende technische bouwkundige of architect heeft echter meer eigenschappen maar wordt helaas relatief kennis van zaken en kan dus beter beoordelen gezien weinig verbouwd. Het aspect energieof een product goed, minder slecht of slecht inhoud dient een indicatie te geven van de is. De keuze voor een bepaald constructiema- hoeveelheid energie er verbruikt wordt om teriaal is een goed voorbeeld. Deze wordt het product te produceren. Een goed product traditioneel gezien beperkt tot beton, staal en dat grondstoffen uit verschillende contineten hout. Het enige vernieuwbare constructiema- bevat, heeft een grotere energie-inhoud dan teriaal is hout. De technische eigenschappen een product waar uitsluitend lokale grondvan hout maken het echter niet geschikt voor stoffen in zijn verwerkt. Het productieproces elke constructie. Denk aan een fundering zelf kan ook een groot verschil maken in de of hoogbouw van tenminste 6 lagen. Elk energie-inhoud. Wordt een grote vraag aan gebouwonderdeel van grof naar fijn kan energie echter beantwoord met duurzame beoordeeld worden. Deze beoordeling kan energiebronnen als zonne-energie en/of plaatsvinden middels een bepaald certifi- windenergie, heeft dit vanzelfsprekend een caat, maar ook door de bepaalde producten zelf te analyseren. Een goede methoden hiervoor is om de verschillende producten die hetzelfde onderdeel vertegenwoordigen, met elkaar te vergelijken in een matrix. De gebieden waarop de vergelijking plaats dient te vinden is op: Grondstof analyse, technische analyse, gezondheidsaspecten, zijn de grondstoffen voor het product voldoende voorhanden, energie-inhoud, de levensduur en de kosten. Bij de grondstofanalyse kan het moeilijk zijn om alle gebruikte grondstoffen te achterhalen. Gelukkig wordt er door fabrikanten

7

positieve uitwerking op de energie-inhoud. Ontwerp consequenties Ontwerpen is meer dan enkel materialiseren. Reeds gerealiseerde C2C producten zoals de bureaustoelen van Herman Miller kenmerken zich ook door hun makkelijke assemblage en demontabel mogelijkheden. Iets wat van groot belang is als een product uit verschillende grondstoffen is opgebouwd die een aparte recycle procedure dienen te ondergaan. Bij het ontwerpen van een gebouw is het dus van belang dat het binnen het zogenaamde IFD kader valt. IFD staat voor industrieel flexibel en demontabel bouwen. Het voordeel hiervan is dat bouwtijden verkort worden, aanpassingen eenvoudig gerealiseerd kunnen worden en hergebruik eenvoudig wordt. IFD en C2C overlappen elkaar vooral in dat laatste onderdeel. Als een gebouw van het grootste onderdeel tot en met het kleinste onderdeel eenvoudig te assembleren en demonteren is, dan zijn gebruikte grondstoffen ook eenvoudig terug te winnen uit het gebouw. Om dit te realiseren dient vanaf de eerste pennenstreek hier rekening mee gehouden te worden. Detaillering en het opzetten van een stramien zijn erg belangrijk hierbij. Conclusie Neem bij het ontwerpen van C2C producten of gebouwen het gehele ontwerpproces mee. Bedenk niet alleen welke grondstoffen goed zijn maar bedenk ook een manier hoe deze grondstoffen teruggewonnen kunnen worden. Kijk verder dan enkel het product maar ook naar het verbruik van verschillende grondstoffen en energie tijdens de productie, en zorg ervoor dat een ontwerp rekening houdt met een bepaalde levensduur.

“Neem bij het ontwerpen van C2C producten of gebouwen het gehele ontwerpproces mee.”


8

LHUMP Quarterly 4 Jaargang 14

Jeske van Vossen S: Wat is het leukste wat je bij het LHUMP hebt meegemaakt? J: Wat ik erg leuk vond aan mijn baan bij het LHUMP is dat je met weinig middelen veel verschillende activiteiten moet organiseren. Om iets voor elkaar te krijgen met weinig middelen moet je vaak je creativiteit gebruiken. Het is erg leuk om met een kleine groep mensen toch een hoop voor elkaar te krijgen. De leukste activiteit die ik heb meegemaakt was de Ekopolitie-actie in Leuven die ik samen met een Vlaamse organisatie voor energiebesparing heb gehouden. We werden tijdens de actie op de voet gevolgd door de pers! S : En het vreemdste wat je hebt meegemaakt ? J: Dat is de “bom” geweest bij DWARS, de jongerenorganisatie van GroenLinks waar het LHUMP de kantoorruimte van huurt. Er werd in de zomer van 2007 een verdacht pakketje gevonden waardoor het hele pand ontruimd moest worden. Doordat dit plaats vond in de komkommertijd kwam er veel pers op af, wat mij eigenlijk wat overdreven leek! S: Hoe zie jij jezelf over 10 jaar? J: Dat weet ik nog niet zo goed. Ik hoop dat ik dan ook een leuke baan heb, waarbij ik via mijn werk iets toe kan voegen aan de maatschappij, aan een mooiere wereld. Ook hoop ik tegen die tijd minstens een half jaar in Latijns-Amerika geweest te zijn om vrijwilligerswerk te doen en rond te reizen. S: Is er nog iets dat je hier kwijt zou willen over het LHUMP? J: Het LHUMP is voor mij een erg goede leerschool geweest. De organisatie biedt een mooie kans voor jonge mensen om werkervaring op te doen en samen te werken met zowel andere jonge mensen, als met grotere, professionelere organisaties. Het LHUMP volgt de juiste koers, hopelijk blijft dit ook zo als de hype rondom duurzame ontwikkeling misschien wel afneemt. S: Welke kennis heb je bij het LHUMP opgedaan die je in je nieuwe baan denkt te kunnen gebruiken? J: Ik heb veel kennis opgedaan over het bereiken van jongeren na anderhalf jaar bij het LHUMP gewerkt te hebben. Ik weet nu goed welke jongeren ik op welke manier kan bereiken. Dit is kennis die ik zal kunnen gebruiken tijdens mij nieuwe baan bij he NJI, ook al is de doelgroep daar wel een stuk breder, van 12 tot 30 jaar. Of wij elkaar nog tegekomen tijdens onze nieuwe banen? Wie weet! Het LHUMP kan altijd een aanvraag indienen bij de internationale subsidieprogramma’s (Xplore en Youth in Action) die het NJi (Nederlands Jeugdinstituut) uitvoert.

Leeftijd: 25 jaar Woonplaats: Utrecht Studie: Taal- en cultuurstudies, Universiteit Utrecht Werk: Programmacoordinator bij het LHUMP van 1 april 2006 tot 1 december 2007. Sinds december werkzaam als Projectmedewerker Communicatie Internationaal bij het NJi.

Programmamedewerker LHUMP Oud vs Nieuw

7

8

9

10

Sanne Reijenga

Leeftijd: 23 jaar Woonplaats: Rotterdam Studie: International Business and Languages, Hogeschool INHOLLAND, Rotterdam Werk: Programmacoördinator bij het LHUMP sinds 1 december 2007 J: Welke woorden komen er het eerste in je op als je aan het LHUMP denkt? S: Duurzaam, studenten, gezelligheid, jonge en frisse organisatie. J: Wat lijkt je nou echt leuk om bij het LHUMP te bereiken? S: Het lijkt me ontzettend leuk om activiteiten op te zetten rond het thema ‘biologische voeding’ omdat ik hier zelf veel affiniteit mee heb en voeding iets is waar iedereen dagelijks mee te maken heeft. Binnenkort begin ik al aan enkele activiteiten op de Universiteit Leiden die in het kader van het project Duurzaam Inkopen al zijn opgestart. Daarnaast wil ik me graag inzetten voor het bereiken van jongeren die nog geen affiniteit hebben met duurzame ontwikkeling. Bijvoorbeeld door het organiseren van activiteiten over eerlijke kleding: mode is een onderwerp dat niet alleen mij, maar ongetwijfeld een heleboel andere studenten zal aanspreken! J: Hoe zie je jezelf over een paar jaar? S: Dan zou ik graag wat internationaler bezig willen zijn, zodat ik ook wat kan doen met de verschillende talen die ik spreek. Wie weet heb ik over een tijdje wel een eigen bedrijfje opgezet samen met mijn broer! Of ben ik verhuisd naar Italië, waar mijn vriend woont. Het kan nog alle kanten op. Maar voorlopig zit ik hier bij het LHUMP op de juiste plek. J: Wat voor dingen doe je nog naast je werk voor het LHUMP? S: Voor Enviu en CNV Jongeren ben ik bezig met het werven van vrijwilligers via het project I Volunteer. Het marketingplan wat ik voor Enviu heb geschreven is succesvol gebleken: inmidels hebben zich al 35 vrijwilligers aangemeld. Daarnaast ga ik binnenkort misschien helpen met het verbeteren van de bedrijfsvoering van een Wereldwinkel, maar dit is nog niet helemaal zeker. Het lijkt me wel leuk om ook werk te doen wat een beetje commerciëel is en me onder andere bezig te houden met marketing en sales, aangezien ik hier voor heb gestudeerd. J: Wat hoop je nog bij het LHUMP te leren? S: Ik wil graag de wereld van subsidies en fondsenwerving beter leren kennen. Ook hoop ik meer vaardig te worden in het bereiken van een brede doelgroep en wil ik graag leren zelfstandig te werken en mijn werkzaamheden goed te kunnen inplannen.


LHUMP Quarterly 4 Jaargang 14

9

Cradle to Cradle: Een nieuwe wegwerpcultuur? Tekst: Xuezhi Hu

D

e auteurs van het boek ‘Cradle to Cradle: Remaking the way we make things’ bieden een perspectief voor hoe je dingen ‘beter’ kunt ontwikkelen. Het grote idee hierachter is om producten te maken die constant te hergebruiken zijn, dus zeg maar ecologisch efficiënter zijn. Het boek heeft voor de implementatie van Cradle to Cradle enkele strategieën opgesteld, en een daarvan is de ‘Life Cycle Development’ (LCD). Het is een proces die de levenscyclus van de natuur probeert na te bootsen in de levenscyclus van producten. Maar kunnen we hier ook te ver in doorschieten? Ook kun je je afvragen of bedrijven echt allemaal zo welwillend zijn om hier aan mee te werken. Of is het voor slechts enkel een marketingtruc om niet slecht over te komen, zoals Nike nu doet? Het is op zich wel goed om verder te kijken dan dat je neus lang is. Maar hoe haalbaar is deze gedachte van constant recyclen volgens een specifieke levensloop? Volgens het ‘Life Cycle Development’ proces moeten producten worden ontwikkeld met de gedachte dat ze een specifieke levensduur hebben en daarna worden

gerecycled. Het gevaar dat hierin schuilt is dat er een nieuwe wegwerpcultuur wordt gecreëerd waarbij we producten afdanken als het product het einde van de levenscyclus heeft bereikt. Het brengt dan in feite geen verandering met de huidige situatie. Producten worden nog steeds afgedankt, maar is het dan niet een marketingtruc van bedrijven als zij bepalen wanneer het product het einde van de levensduur heeft bereikt? Dus dat kan resulteren in de volgende redenering: hoe korter de levensduur, hoe meer omzet en winst voor de producent. Maar stel dat we accepteren dat het LCDproces realiteit wordt en overal toegepast en bedrijven zijn bereid hun oude producten weer in te nemen na het einde van hun levenscyclus. De vraag rest dan tegen welke prijs wordt de inzameling van oude producten gedaan, zowel ecologisch als financieel? Tegen welke prijs is een bedrijf bereid zijn oude product terug te nemen, dus wat krijgt de consument hiervoor terug? En brengt de inzameling van de oude producten niet meer schade aan het milieu dan wanneer dit niet zou gebeuren?

Er zijn fabrikanten als Nike die weliswaar al producten op de markt brengen die ecologisch efficiënter zijn geproduceerd volgens het C2C-principe. Maar dan volgt nog de vraag: doen ze het ook? Het inzamelen van de oude schoenen? Je kunt net als Nike wel een ecologisch efficiënt product op de markt brengen (onder druk van je cliëntèle), maar maak je dan nog wel de hele cyclus compleet: van wieg tot graf? Pas als dit gebeurt kun je echt spreken van C2C, en voor die tijd is het nog slechts enkel marketing. Dus moeten we wel zo gemakszuchtig zijn dat we zo´n consumptieve wegwerpcultuur stimuleren waarin de fabrikant de levenscyclus bepaald? En hoe gedragen we ons dan anders dan normaal? We moeten ook niet het plaatje verdoezelen dat weggooien niet goed is. Cradle to Cradle is een goed principe om volgens te werken, maar niet altijd in elke situatie toepasbaar. Het beste is als we niet een bepaalde levensduur aan een product geven.We zouden dus moeten stimuleren om producten zo lang mogelijk te blijven gebruiken. Bron foto’s: englishrussia.com


10

LHUMP Quarterly 4 Jaargang 14

“Our emotional brains are much stronger than our rational ones.” Tekst: Rembrandt Koppelaar

Why Cradle to Cradle can change our emotional lives Rembrandt Kopperlaar is student at Wageningen University of life sciences in the field of environmental economics specialising in biophysical economies. He is also President of the Dutch chapter of the Association for the Study of Peak Oil & Gas (Peakoil Nederland), a non-profit organisation aimed at studying the depletion of non-renewable energy resources.

H

ouston... we have a problem. Our unsustainable way of consuming resources cannot be continued much longer. This is becoming evident now that we actually see the climate changing rapidly, we watch ecosystems collapse and we experience resources being depleted. One of the recent examples that shocked me are the changes that will take place in Coral Reefs in the 21st century, unless we halt human induced climate change (See BOX 1 – Coral Reefs threatened by Climate Change). There are many such examples which are likely to impair the sustenance of industrial society and the 6.5 billion people living on this earth. The key to prevent this is in reversing the increasingly negative impact human society has on it’s own environment, planet earth.

Many idea’s have been vented in the past on how this can be achieved. Recently the Cradle to Cradle philosophy invented by Braungart & McDonough has gained much attention. It’s positive message, namely that we can continue to consume as long as we radically change our production and consumption cycles, is embraced by a broad circle of people in the Netherlands. In general I agree that the philosophy of Cradle to Cradle is the way forward. Even though some of the underlying principles are partially incorrect and need to be worked out in more detail. In this article I will try to explain how I look at Cradle to Cradle from a consumption perspective. Starting with some history ,followed by describing consumer behaviour, and talking about who

we want to be in the end. Because if we want to know where we are going, we need to know where we came from, what drives us and who we are. Being quite young at only 22 years of age, I have often pondered why our ancestors didn’t take steps to prevent the environmental crisis we are facing? Looking back in time, there was already some realisation in the ’70s that change was needed.....but we didn’t really do anything with sufficient impact. I think this was because over time most people were lulled into a long sleep by false beliefs spread in the ’80s. Beliefs that said technology alone will fix the system and that the market will take care of the problem. Most damaging of all was probably the


BOX 1 – Coral Reefs threatened by Climate Change Bruntland commission’s verdict in 1987 that the present type of economic growth can be made sustainable for an indefinite period of time. Hence the term sustainable growth was coined. Quite clearly this is impossible since we cannot indefinitely increase consumption of limited resources. Slowly this reality is starting to sink in. More and more people are acknowledging that we must change the way in which goods and resources are consumed and produces. But whilst we know this, we are not doing it. The reason why in essence boils down to how our brains work. Our emotional brains are much stronger than our rational ones. This is working against us in solving the environmental crisis ahead. Especially three main keys of our behaviour are important : 1) We vastly value the present over the future; 2) We are led by emotional satisfaction; 3) we are driven to obtain more novelty items not less. If you don’t believe this I suggest to look at your own behaviour. How often do you do something that you think rationally is the good thing to do but emotionally makes you feel bad? And let’s say a good friend of you invites you for a drink in the pub tonight, but instead you really should study since you have an exam in a few days. Huge chance that you would go to the pub anyway, since that would give you satisfaction now instead of later when you get a better grade. And what was the last time you heard someone say he or she would like to earn less money next year then this year? This dominant emotional behaviour has really gotten problematic today because we have become used to a huge amount of product consumption to make us emotionally satisfied. Thanks to the age of cheap fossil fuels, most of us feel worse off emotionally when we can no longer go to Disneyland or are no longer allowed to buy a new car every five years or so. Two generations ago people would derive the same level of emotional satisfaction with much less. But alas, those times came and passed by. So what does that mean for the environmental problems we are facing today? That there is no way that it can be solved by just promoting less consumption due to the way our brain works. Therefore any movement that solely tries to convince people to con-

In an article in Science, Coral Reefs Under Rapid Climate Change and Ocean Acidification, Hoegh-Guldberg, et al. outline that the acidity of the ocean will increase due to rising CO2 levels in the atmosphere*. Leading to decreased calcification of coral so that large scale erosion of the reefs takes place. They argue that a rise in the atmospheric CO2 level beyond 500 parts per million will inevitably lead to the loss of most of the coral reefs in the 21st century.** Potentially causing the loss of one quarter of the fish resources worldwide which presently deliver proteins to 1 billion people. A multitude of studies done so far are confirming that the path we are on is towards a CO2 level that will far surpass 500 parts per million. *The process of acidification described by Hoegh-Guldberg is not dependent on the absolute level of CO2 in the atmosphere, but on the changes in the atmospheric level. It is the rapid change in CO2 in the atmosphere that matters to which the ocean environment responds. **The present level of CO2 in the atmosphere is 380 parts per million, rising with 8 parts per million each annum. This is not to be confused with the CO2 equivalent level in the atmosphere which includes other greenhouse gasses such as methane (CH4). The CO2 equivalent level in the atmosphere currently is 450 parts per million.

sume less in whatever form will ultimately fail. What will work is if we can change the type of consumption that pleases us emotionally. And that is one of the intricate parts of the Cradle to Cradle philosophy. By stating that we can continue to consume as long as we consume products that have very little negative impact up to a positive impact on our environment in their production cycle. Spreading this message in a positive way helps us to become emotionally more satisfied by consuming Cradle to Cradle type products than your average slave made t-shirt from the kingdom of far far away. Especially when the advertising world starts jumping the bandwagon in giving us our daily diet of sound, video and paper commercials. But this time cradle to cradle style.

That is the start of a new era of consumption which can buy us more time. And then I am not talking about time needed to develop better products that provide the same function with less but still keeps us growing. Even Cradle to Cradle as it is promoted today will inevitably lead to a crisis of limited resources, perhaps not in our generation but certainly in one that is to come. No it will buy us the time to start the switch to a different type of emotional satisfaction altogether. One in which we start to value social relationships and resource low lifestyles above getting a bigger car every so many years. They key here... is that we cannot change or drive to want more, but we can change how we define more.


12

LHUMP Quarterly 4 Jaargang 14 Al Gore en IPCC-voorzitter R.K. Pachauri, winnaars van de Nobelprijs voor de Vrede 2007. Bron: Nobelprize.org

M

Milieu & Vrede Tekst: Michiel van der Velden

Milieuvraagstukken vragen om een integrale aanpak, waarbij het gaat om meer dan alleen ‘milieu op zichzelf’. Milieu hangt samen met ontwikkeling, vrede, eerlijke handel, mensenrechten, enzovoorts. Oplossingen voor milieuproblemen vragen onder meer om onderwijs, duurzame technologie en maatschappelijk verantwoord

ilieu en vrede hebben zeker met elkaar te maken. Dit jaar won ‘het milieu’ zelfs de meest prestigieuze vredesprijs. De Nobelprijs voor de Vrede ging naar het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) en Al Gore. Het Nobelcomité uitte daarmee grote waardering voor de wetenschappelijke basis die het IPCC legde voor onze kennis over klimaatverandering en de inzet van Gore om dat onderwerp bij een groot publiek onder de aandacht te brengen (onder meer door de documentaire An Inconvenient Truth). Om de onderlinge verwevenheid van klimaatverandering en vrede duidelijker te maken, wees de voorzitter van het Nobelcomité er bij de presentatie van de prijs op, dat er al een eerste ‘klimaatoorlog’ is ontstaan: “The wind that blows the sand off the Sahara sets people and camels moving towards more fertile areas. The outcome is that nomads and peasants, Arabs and Africans, Christians and Muslims from many different tribes clash in a series of conflicts. There are many dimensions to this, but it is growing increasingly obvious that desertification is a central underlying factor. The pattern from Darfur has now spread to Chad and the Central African Republic. Large parts of the Sahel belt, from the Sudan to Senegal, are coming under threat.”

in Kenia, waardoor meer dan 20 miljoen bomen geplant werden voor natuurbehoud en een betere kwaliteit van leven. Naast het planten van bomen, hield deze beweging zich steeds meer bezig met mensenrechten (in het bijzonder de rechten van vrouwen) en democratisering. De boom werd een symbool van de strijd van de burgers in Kenia tegen machtsmisbruik, corruptie en slecht milieubeheer. Hoewel Maathai tevens grote verdiensten heeft op het gebied van mensenrechten en democratie, koos het Nobelcomité er bewust voor om bij de prijs het accent te leggen op de milieudimensie van haar werk. Het comité heeft altijd voor een brede benadering van vrede gekozen. Eerder al werd de inzet voor onderwerpen als mensenrechten en democratie beloond met Nobelprijzen voor de Vrede. Mensenrechten en democratie zijn inmiddels algemeen geaccepteerd als voorwaarden voor stabiele vrede. Het comité is ervan overtuigd, dat ook de zorg voor het milieu erkend gaat worden als essentiële voorwaarde voor vrede. Schaarste van natuurlijke hulpbronnen, zoals olie, water en vruchtbaar land, spelen immers vaak een belangrijke rol in het ontstaan van gewapende conflicten. Of zoals Wangari Maathai het verwoordde tijdens haar toespraak: “The Norwegian Nobel Committee has challenged the world to broaden the understanding of peace: there can be no peace without equitable development; and there can be no development without sustainable management of the environment in a democratic and peaceful space. This shift is an idea whose time has come.”

De volledige teksten van toespraken, video‘Het milieu’ won de prijs dit jaar overigens opnames en achtergrondinformatie zijn niet voor het eerst. In 2004 kreeg het de te vinden op de site van het Nobelcomité: prijs ook al, toen in de persoon van Wangari Nobelprize.org. Maathai. Zij startte de Green Belt Movement

ondernemen. De samenhang van milieu met andere onderwerpen verdient dan ook bijzondere aandacht. LHUMP Quarterly start daarvoor een nieuwe rubriek: ‘Milieu & …’. Deze eerste aflevering brengt het milieu in relatie met vredesvraagstukken.

“Het comité is ervan overtuigd, dat ook de zorg voor het milieu erkend gaat worden als essentiële voorwaarde voor vrede.”


LHUMP Quarterly 4 Jaargang 14

13

Hoe zat dat ook alweer met de ecologische voetafdruk? De voetafdruk is ontwikkeld om te berekenen wat mensen nodig hebben om te kunnen leven. Hoewel het vreemd lijkt is volgens berekeningen de grens al overschreden: de totale mensheid heeft momenteel een voetafdruk groter dan de aarde. Check je eigen voetafdruk op o.a. http://ecofoot.org

De Ecologische voetafdruk is zóó 2007.. Tekst: Deirdre den Hartog Picture: www.pet-pawz.com

O

f was dit onderwerp al langer passé? Dit leek zeker het geval voor de Wageningse (studenten)populatie die massaal wegbleef uit de ruimte die beschikbaar was gesteld door WEP (Wageningen Environmental Platform ) voor de laatste Groen Café van 2007. Joost van der Bulk, masterstudent milieukunde en in het verleden betrokken bij een project over de vakantievoetafdruk gaf 14 december een interactieve presentatie over de ecologische voetafdruk (zie kader). Misschien niet één van de nieuwste onderwerpen binnen de milieusector of Groene Café’s, maar nog steeds een onderwerp met schokkende cijfers. In Europa is de voetafdruk gemiddeld zo’n vier maal groter dan onze wenselijke voetafdruk, namelijk die van 1,8 hectare die is berekent op de gehele wereldbevolking. De voetafdruk is dus niet hip, maar maakt dat uit? CO2 reductie, het tegengaan van klimaatverandering, energiebesparing, een schokkende film, een duur televisieprogramma , een liedje, een innoverend boek , kleurrijke reclamecampagnes, duurzame kleding…. en er is van alles bedacht en nog steeds in de maak. Tegenwoordig komt dit niet

in de laatste plaats uit de hoek, waar we het vroeger niet zouden hebben verwacht: autofabrikanten, energieleveranciers, who’s next? Enfin, uiteindelijk zijn het allemaal ministapjes in vergelijking met de voetafdrukken van de verschrikkelijke sneeuwman, de medemens. Het zijn allen pogingen om te veranderen of verminderen van de consumptie die anderen juist willen vermeerderen. Puur door geboorte in Nederland zijn wij ‘schuldig’ aan een gemiddelde voetafdruk van 4,4 hectare per persoon per jaar. Met de eerder genoemde 1,8 hectare zouden we de rest van de wereldbevolking hetzelfde gunnen. Wen er maar aan, voor een Nederlander is dit haast onmogelijk drastisch te verminderen. Onze economie draait nu eenmaal niet op reductie, het draait op productie. In het Cradle to Cradle concept zijn schuld en schuldgevoel vieze woorden. De schrijvers erkennen dat met de voetafdruk men prima kan meten hoe het misgaat met de mensheid, het mist alleen de innovatieve en het economisch voordeel dus is het niet Cradle to Cradle. Wat valt er te halen uit een concept wat alleen meet wat we ver-

keerd doen? Kunnen we eindelijk een beetje positief doen, alsjeblieft? Aldus de (zeer goed werkende) filosofie van meneer McDonough en meneer Braungart, maar hoe groot zouden hen voetafdrukken eigenlijk zijn? Terug naar Groen Café. Sinds kort zijn de dames van het kernteam aangesloten bij het samenwerkingsverband ‘Keigroen’, dit is een overkoepelend platvorm voor elke jongere die ‘iets’ heeft met natuur en/of milieu. Precies de doelgroep van Groen Café dus. Er wordt dan ook gehoopt op een vruchtbare samenwerking en een vermeerdering van enthousiast publiek tijdens de altijd gezellige en interessante Groene Cafés. Wat let je om ook eens een biertje te komen drinken? Het volgende Groen Café is in Utrecht. Op de hoogte blijven? Stuur dan een mailtje naar info@groencafé.nl Binnenkort komt er heel veel info op www. keigroen.nl dus hou het in de gaten. In de tussentijd kun je ook nog kijken op www. groencafe.nl Reageren? Mail de redactie.


14

LHUMP Quarterly 4 Jaargang 14

Goede stappen richting bewuste keuzes Tekst: Virginia Sandjojo Photo: Jeske van Vossen - Ontpopfestival

In het kader van het project “Educated Choices – duurzaam inkopen in het hoger onderwijs’ heeft het LHUMP in de afgelopen twee jaren hard gewerkt om duurzaam inkopen binnen het hoger onderwijs te verankeren. We kunnen terug kijken op een succesvol project waarin goede stappen worden richting het maken van meer bewuste keuzes. Twee jaar geleden leek het enkel wachten op de door SenterNovem en het ministerie van VROM te formuleren criteria waaraan duurzame producten moeten voldoen.

T

Educated CHOices

wee jaar later zijn ze nog steeds bezig en blijkt het toepassen van deze criteria helaas niet zo simpel te zijn. Er zijn veel verschillende spelers, op verschillende niveau´s binnen de organisatie, betrokken. En zij blijken elkaar niet allemaal even goed te kennen. Daarnaast is hebben van draagvlak binnen de organisatie van groot belang om duurzaam inkopen ook echt in de organisatie te kunnen verankeren. Het LHUMP heeft met zeven campagnes en een aantal losse activiteiten geholpen dit draagvlak te creëren. Waar voedsel en energiebesparing voor instellingen belangrijke thema’s waren om het eerst op in te zetten, heeft het LHUMP ook aandacht willen besteden aan wellicht minder voor de hand liggende onderwerpen zoals bureaumeubelen en schoonmaak. De laatste campagne staat gepland voor februari 2008. In samenwerking met de UFB Catering van de Universiteit Leiden zullen de universiteitsrestaurants duurzaam cateren en zullen een informatieve koffie- en lunchlezingen worden georganiseerd. Deels door deze campagnes, deels door de huidige trend waarin “duurzaam” een hip woord is geworden gaat het goed met duurzaam inkopen binnen het hoger onderwijs. Dat er vanuit het hoger onderwijs meer welwillendheid komt om zich te committeren aan duurzaam inkopen blijkt ondermeer uit de door Duurzaam Hoger Onderwijs (DHO) georganiseerde landelijke netwerkdag van 5 november 2007, die specifiek gericht was op

de bedrijfsvoering van hoger onderwijsinstellingen. Voor deze bijeenkomst mocht het LHUMP voor een volle zaal, die bestond uit zowel inkopers, als milieucoördinatoren, management, docenten en studenten, de aftrap geven. De boodschap was duidelijk: duurzaamheid leeft wel degelijk onder studenten en instellingen hebben de verantwoordelijkheid om zelf uit te voeren wat ze verkondigen, ofwel, practice what you preach. De beste stimulator van deze bijeenkomst was minister Cramer van VROM. Zij sprak haar wens uit dat de beleidsmakers in het hoger onderwijs zich aansluiten bij de ambitie van de (rijks)overheid om in 2010 100% duurzaam in te kopen. Daarbij spelen de VSNU en de HBO-raad, de brancheorganisaties van universiteiten en hogescholen, een belangrijke rol. Hoewel tijdens deze bijeenkomst eensgezindheid over het belang van duurzaam inkopen de boventoon voerde gaat het allemaal zo snel niet. Helaas kan het LHUMP vooralsnog het project Educated Choices niet voortzetten wegens een tekort aan fondsen, maar desalniettemin zal het onderwerp een grote rol in de activiteiten van het LHUMP blijven spelen. Dankzij de inzet van LMP’s, medewerkers van hoger onderwijsinstellingen en veel externe partijen is het project geslaagd te noemen. De aanzet tot meer draagvlak en verbeterde samenwerking om duurzaam inkopen te starten is reeds gezet, nu de verankering nog.


LHUMP Quarterly 4 Jaargang 14

Overzicht activiteiten van het LHUMP September 2007 4

Duurzame Dinsdag: vijfde prijs in ont-

vangst genomen en andere initiatiefnemers ontmoet en gesproken. De prijs is een aantal uren ondersteuning van Greenwish. 11 samen met Jeugdraad en SNM. Chris als deelnemer, Virginia als begeleider. Interviews door jongeren met kamerleden waaronder Tichelaar (PvdA), Halsema (GroenLinks), Verdonk (toen nog VVD) en Spies (CDA) over bedrijfsvoering. 28 LHUMP Workshopdag: geslaagd; zo’n 30 deelnemers Groen Café Utrecht: redelijk succes, ongeveer 15 bezoekers, werd niet bezocht door veel ‘nieuwe’ mensen. Deze keer in Café de Bastaard. 10 met 370 bezoekers en workshop van Virginia met DHO. 11 Hiphonest Fashion Debat: leuke gelegenheid om mensen van andere jongerenorganisaties te ontmoeten. Het leek alsof er weinig ‘nieuw’ publiek aanwezig was. Het debat was goed, maar niet spectaculair omdat de deelnemers gelijkgestemden waren. 13 LHUMP Beleidsdag: positieve bijeenkomst over beleid LHUMP 2007/2008 met ideeën uitwisseling Lokale Milieuplatforms. 14 : LHUMP aanwezig met stand op de faire supermarkt. Hier hebben we cake (gemaakt van biologische roomboter en eieren) uitgedeeld. Leuk evenement (wel kleiner van opzet dan verwacht), veel geïnteresseerde mensen. 27 Oproep naar LMPs om milieu-cöordinatoren te vragen het licht ’s nachts te doven. Iig succesvol in Rotterdam, volgend jaar weer en eerder. 1 Cradle to Cradle symposium. LHUMP heeft samen met Antoine Heideveld 60 studentenkaarten mogen weggeven. Zeer positieve reactie studenten, LHUMP ondersteunt bij studenten-initiatieven rond C2C die hierop volgen. 2 Duurzaam Inkopen in het Hoger Onderwijs. Bijeenkomst georganiseerd door DHO met inkopers, milieucoördinatoren, studenten en anderen, waaronder minister Cramer. Lezing van Virginia, samenvatting door Marijke. Positieve sfeer. Belofte minister om VSNU en HBO-raad te vragen ambities te formuleren, zoals kabinet ook heeft gedaan. 20 National Sustainability Congres + Debat. Zeer geslaagd; helaas afwezigheid van Doekle Terpstra (voorzitter HBO-raad) en veel studenten. 29 DHO Symposium. in het teken van 20 jaar Brundtland. LHUMP aanwezig en Chris geeft een presentatie over C2C en het enthousiasmeren van studenten voor duurzame ontwikkeling. Ruim 300 bezoekers, merendeels uit het onderwijs

SQSS in de 2e kamer

Duurzaam Inkopen dag

Oktober 2007

Day

Fairfood evenement World Food

Nacht van de Nacht: foto-wedstrijd

November 2007

15

Het laatste woord WingF Kwok Nee, het zijn toch geen hooligans. Althans, het onderschrift van de foto zegt van niet. Het zijn scholieren die op het Museumplein staan, demonstrerend tegen de 1040-norm, waar ik mee geconfronteerd word op de voorpagina van mijn gratis ochtendblad. Is it really thát bad? Het antwoord heb ik direct al klaar. Daar bega ik direct ook een grote fout. In mijn achterhoofd blijft de definitie van sustainable development in een loop afdraaien maar blijft steeds hangen op het woordje needs. De behoefte van toekomstige generaties; wat mag dat zijn? 1040 uren per jaar? Een beter milieu? In hoeverre zijn wij onze needs niet aan het projecteren op volgende generaties? Wat weten wij nou echt van wat de jeugd wil? Zo worden zij tegenwoordig toch opgevoed: trek je mond open tegen alles en iedereen. Minder lesuren? Kom er voor op! En dat gaat hun blijkbaar niet eens zo heel slecht af. Wanneer zij ook gaan vinden dat er meer asfalt nodig is, kunnen we op dit moment wel keihard NEE roepen , die wegen komen er heus wel. Helaas voor dat natuurgebied daar. Blijkbaar is er op dat moment geen behoefte aan. Willen ze natuurbehoud? Dan moeten ze er tegen die tijd maar zelf voor vechten. Waar maken wij ons nou nog zorgen over, ze redden het heus wel. Oneerlijk? Nogmaals, wat weten wij er nou van? Hun opzadelen met 1040 lesuren per jaar; dát is pas oneerlijk, aldus het ochtendkrantje. Het enige waar wij ons echt zorgen over moeten maken is wanneer ze niet precies weten waar ze voor op komen en wat de consequenties daar van zijn. Overigens, spelling van scholierenreacties op diverse internetfora is hilarisch (nu, eigenlijk eerder om te huilen)…


18 - 21 februari 2008

17 maart 2008

22 april 2008

Heerlijk eten met een goed geweten week

Jan Pronk: Climate, Scarcities and Development

Earth Day: met lezingen, workshops en informatiemarkt.

Universiteit Leiden Meer info: www.lhump.nl

Auditorium, Vrije Universiteit Amsterdam Meer info: www.sid-nl.org

O.a op Universiteit van Utrecht Meer info: www.lhump.nl

Blijf op de hoogte en schrijf je in op onze netwerkmail via www.lhump.nl

Leeuwarden: FLeS (Federatie Leeuwarder Studenten) Actief op: Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, Christelijke Hogeschool Nederland en Van Hall Instituut Website: www.flesnet.nl

Groningen: SMOG (Studenten Milieu Overleg Groningen) Actief op: Rijksuniversiteit Groningen en Hanzehogeschool Website: www.groningerstudentenbond.nl/smog

Amsterdam: UMPA (Universitair Milieu Platform Amsterdam) Actief op Universiteit van Amsterdam Website: www.umpa.nl Delft: OGH (Ons Groene Hart) Actief op: Hogeschool INHolland Delft Telefoon: 015 - 251 93 33 Osiris Actief op: Technische Universiteit Delft Website: www.osiris.tudelft.nl / www.osiris.nu Duurzaamheidsgroep AAG: Actief op: Technische Universiteit Delft Website: www.aag.tudelft.nl Telefoon: 015 – 278 31 21

Rotterdam: Greening the Campus / RSM Actief op: Erasmus Universiteit Telefoon: 010 - 408 18 60

SRVU Platform Duurzaamheid (D.A.S.) Actief op: VU Telefoon: 020 - 598 94 22

Utrecht: Landelijke Hogeschool en Universitair Milieu Platform (LHUMP) Website: www.lhump.nl Utrecht: Groentetas / MUS (Universitair Milieu Platform Utrecht) Actief op: Universiteit Utrecht Website: www.groentetas.nl

Wageningen: WEP (Wageningen Environmental Platform) Actief op: Wageningen University & Researchcentre Wepsite: www.wu.nl/psf/wep Telefoon: 0317 - 41 10 12 Nijmegen: UMPN (Universitair Milieu Platform Nijmegen) Actief op: Radboud Universiteit Website: www.ru.nl/ump Telefoon: 024 - 361 11 28

Tilburg: AWAke International (Association for World Affairs) Actief op: Universiteit van Tilburg Website: www.awakeinternational.nl Eindhoven: PF (Progressieve Fractie) Actief op Technische Universiteit Eindhoven Website: www.stempf.nl/ Telefoonnummer: 040 - 247 42 21

Maastricht: UMPM (Universitair Milieu Platform Maastricht) / SISUM Actief op: Universiteit Maastricht Website: www.umpm.nl Telefoon: 043 - 325 15 22


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.