2 minute read
Het antwoord op uw fiscale vragen
from link2fleet 253 - NL
by link2fleet
Er bestaan vandaag nog veel onduidelijkheden rond de fiscale aspecten van laadpalen en de geladen elektriciteit. In dit artikel bespreken we twee situaties die de meeste vragen oproepen bij bedrijven en vlootbeheerders. In de Energy Guide 2023 zullen we uitgebreider ingaan op de volledige fiscaliteit rond laadpalen.
Fiscaal vrijgestelde terugbetaling van thuis geladen elektriciteit
De minister van Financiën heeft naar aanleiding van twee parlementaire vragen hierop geantwoord. Hij bevestigde dat de terugbetaling belastingvrij kan uitgevoerd worden zonder heffing van sociale bijdragen en zonder een bijkomend voordeel van alle aard indien 3 strikte voorwaarden vervuld zijn:
• De werkgever stelt naast de bedrijfswagen (plug-in of 100% elektrisch) ook de laadpaal ter beschikking. Dit kan samen in het leasecontract of apart;
• De laadpaal beschikt over een specifiek communicatiesysteem dat de bedrijfswagen kan identificeren en dat aan de werkgever rechtstreeks of via een tussenpersoon communiceert hoeveel elektriciteit er wordt verbruikt. Dat specifiek communicatiesysteem is idealiter een home charger of laadpaal maar ook een tussenmeter is mogelijk, zolang het maar controleerbaar blijft dat de verbruikte elektriciteit dient om die specifieke bedrijfswagen op te laden;
• De car policy van de onderneming dient een systeem van terugbetaling te voorzien van de thuis opgeladen elektriciteit.
De minister wenst te vermijden dat er terugbetalingen plaatsvinden door de werkgever voor privé verbruikte elektriciteit. Indien de laadpaal niet ter beschikking wordt gesteld door de werkgever zal de terugbetaling van geladen elektriciteit volgens hem aanleiding geven tot een voordeel van alle aard op basis van het percentage aan elektriciteit voor de ritten woon-werkverkeer (met een vrijstelling van 470 euro) en de zuivere privéritten. Er bestaat altijd een voordeel van alle aard indien een werkgever op louter forfaitaire en niet gecontroleerde tariefbasis een terugbetaling uitvoert.
Terugbetalingstarief
De minister bevestigde dat in principe de terugbetaling dient te gebeuren op basis van het geïndividualiseerd tarief van de werknemer op basis van de jaarlijkse eindafrekening. Omdat er tot nog toe hierover (nog) geen specifieke fiscale circulaire werd gepubliceerd heerst er een gedoogbeleid. De fiscus vereist enkel dat het tarief per kWh waaraan wordt terugbetaald moet gebaseerd zijn op ernstige normen. Hierbij beschouwt de fiscus het VREG- en/of GREG-tarief als een ernstige norm. De terugbetaling mag plaatsvinden op basis van het maandtarief of bijvoorbeeld ook op basis van het gemiddelde tarief van de 12 voorgaande maanden. Indien de werknemer beschikt over zonnepanelen, thuisbatterijen of andere elementen die de kost van zijn eigen kWh drukken, mag worden terugbetaald aan het VREG/CREG-tarief voor zover de werkgever geen tussenkomst heeft voorzien in de betaling of ter beschikking stelling van bovengenoemde elementen. De fiscus is niet van plan jaarlijks een forfaitaire elektriciteitsprijs te publiceren zoals hij dat doet voor de traditionele motorbrandstoffen om de berekening te vergemakkelijken. Daarvoor is er volgens de minister te veel regionale variatie in de prijzen naargelang de netbeheerder
Twee bedrijfswagens van twee werkgevers en één laadpaal
Het is niet ondenkbaar dat er twee bedrijfswagens van verschillende werkgevers zijn bij personen die samenwonen of een gezin vormen. In de realiteit komt het voor dat er reeds één laadpaal door de eerste werkgever werd ter beschikking gesteld. De vraag stelde zich om te weten of de terugbetaling van de geladen elektriciteit van het tweede voertuig ook onder het belastingvrije terugbetalingssysteem kan plaatsvinden hoewel de laadpaal niet ter beschikking werd gesteld door de tweede werkgever maar toebehoort aan de eerste werkgever. De minister antwoordde op 16 december dat de belastingvrije terugbetaling voor het tweede voertuig mag plaatsvinden onder strikte voorwaarden:
• Elk voertuig moet geïdentificeerd worden;
• Het geladen vermogen moet voor elk voertuig correct gerapporteerd worden op basis van de individueel ingestelde tarieven van elke laadkaart;
• Elke werkgever moet deze data individueel ontvangen.
Bij navraag bij leveranciers van laadpalen blijkt dat er hiervoor vaak software-aanpassingen nodig zijn. n