Link 15

Page 1

januari 2012

15

magazine van De Haagse Hogeschool

Liefde &

seks

Druk op De Haagse? Er kan nog meer bij! Win filmkaartjes voor The Old Man and the Sea


Spotlight

‘Ik voelde mij erg belangrijk’ tekst Youri van Vliet • beeld Eliane Hanselman ‘Het was echt helemaal te gek,’ zegt Stefan de Vos Burchart (22) enthousiast. De vierdejaars Sportmanagement mocht in het kader van de eerste Jeugd Olympische Winterspelen in Innsbruck (13 t/m 22 januari) met de Olympische Fakkel lopen. Net als de Olympische Spelen moest het Jeugd Olympisch Vuur vanuit Athene naar de Olympische stad worden gebracht. Achttien dagen waren ervoor uitgetrokken en Stefan was op dag vijf – de laatste dag van 2011 – aan de beurt. Als een van de 120 gelukkigen mocht hij in de straten van Wenen, vlak langs de Donau, het Vuur zo’n vijfhonderd meter richting Innsbruck brengen. ‘Het was een geweldig moment en ik voelde mij erg belangrijk, mensen die kijken en foto’s van je maken, echt te gek. De organisatie had ook gezegd dat we zoveel mogelijk van het moment moesten genieten. En dat heb ik gedaan!’ Maar hoe word je fakkelloper? Stefan: ‘Gewoon een goede motivatiebrief sturen.’

2

H/LINK • 15


Persweeën

Inhoud Werkplekken vaak onbenut Meting: 5 x per week, 4 x per dag

51,3% afwezig

8 Druk? Er kan nog meer bij!

2,5% schrijven, lezen, nadenken

18,9% computerwerk

9,3% overleg

16,9%

1,2%

in gebruik, maar afwezig

aan de telefoon

ijf jaar bezettingsgraadmeting V laat zien dat het inderdaad voller wordt op De Haagse. Maar erg efficiënt gaan we niet om met onze ruimte.

13 Liefde & seks special Uitslag van de enquête: ‘Studenten geven hun seksleven een 7,3.’ Hoe homovriendelijk is De Haagse? En interviews met vier Haagse Hogeschool liefdeskoppels. 28 Studeren in Maleisië?

ratis op kerstvakantie naar G Maleisië en er kennis maken met het hoger onderwijs, dat wilden zes studenten van De Haagse Hogeschool wel. Een verslag.

7 Besturingsmodel hogescholen werkt doorgaans slecht 10 Hoe overleven drukkers sinds de I-pad? 26 Link scriptieprijs: Halo-studenten onderzoeken lichaamstaal

Behalve verhalen schrijven en interviews houden komt er nog iets meer kijken bij de geboorte van een magazine. Waar discussieerde de redactie deze keer over?

De verleiding Het was erg verleidelijk om in deze persweeën eens flink uit te pakken over de betekenis van het woordje ‘dienst’ in de context tot ‘dienstverlening’. Daar hadden we het bij het tot stand komen van deze Link namelijk geregeld over, met het nieuwe onvolprezen financiële systeem van de hogeschool (dat ons hele Link-budget heeft zoekgemaakt) en de toegankelijkheid van Blackboard in de kerstvakantie. Maar januari is de tijd van goede voornemens: ik vulde in onze eigen poll online als goed voornemen ‘minder zeuren’ in. En daarbij hebben we een prachtig onderwerp in deze Link waarover we menigmaal discussieerden op de redactie: liefde en seks. Onze oproep aan het homoseksuele deel van de studenten en medewerkers om hun ervaringen (met homoacceptatie, uit de kast komen enzovoorts) met ons te delen haalde een record aantal reacties online. Variërend van support tot uiteenzettingen over de schadelijkheid van bestialiteiten. Geniaal geestig vond ik zelf de opmerking ‘God heeft er verdriet van’ als reden waarom je je in de liefde vooral moet houden bij iemand van het andere geslacht. Sorry, maar telkens als ik nu twee mannen gearmd zie lopen, zie ik grinnikend voor me hoe die grijze oude man daarboven (mijn godsbeeld is vooralsnog bepaald door de fresco’s van Michelangelo in de Sixtijnse kapel) in dwepend grienen uitbarst.

Rubrieken   4 Je (heimelijke) liefde in beeld   5 Even bellen met promovendus Ellen Wesselingh   6 Borrelpraat en Ingezonden brieven 12 Onder de hamer 25 Was getekend… Wim Smeele (MER) 30 Juweeltjes: conciërge Marcello over Il Divo & gratis filmkaartjes 36 Sudoku & strip

Alleen: die opmerking was niet geestig bedoeld. Net als een interview voor het hoofdverhaal, waarvan onze redacteur Martine met knipperende ogen terugkwam: ‘Hij zei: “Drie digits” op de vraag met hoeveel meisjes hij had geslapen. Ik wist eerst niet wat ie bedoelde.’ Serieuze prestaties hoor, die mede dankzij Martines shock erover voor een lachsalvo zorgde op de redactie. Jullie begrijpen vast, dat naast erg boeiend dit nummer ook heel léuk was om te maken. Maar terugkomend op het verdriet van God: een beetje ruimdenkender mag best wel. En dus… konden we de verleiding niet weerstaan om twee zoenende vrouwen op de cover te zetten. Of er nu gegriend wordt of niet… het verbeeldt liefde.

International pages Schoolstraat 21 2511 AW Den Haag 070 - 3 65 73 06

www.stanley-livingstone.nl

32 Summaries Dutch articles 34 Long distance love 35 Melting pot: Bombay Biryani

René Rector Hoofdredacteur H/Link r.rector@hhs.nl

15 • H/LINK

3


In beeld Liefdesverklaring

[2]

Zomaar ‘per Link’ je liefde verklaren. Best een grote stap. De redactie kreeg argwaan bij een (hoe toevallig!) wederzijdse liefdesverklaring. Het bleek een grap. De liefdesbetuiging van CMD-er Rachid de Wind [1] doorstond de test wel en hij wint met zijn lef 50 euro. ‘Mijn liefde is Dina Getahun,’ schrijft Rachid. Na een hint op Facebook van deze Verpleegkunde-studente ‘begon de small talk’. Tot nu toe gaat het geweldig, aldus de verliefde Rachid. ‘We hadden het over verkering of een serieuze relatie, en ik zei dat zij dat aan mij moest vragen. Geen haar op haar hoofd die daar aan dacht.’ Dus vraagt hij het nu toch zelf: ‘Dina, wil je mijn vriendin zijn?’

[1]

De meeste inzenders houden het bij hun reeds uitgesproken liefde. FM-docente Cateleine de Jong [2] kreeg verkering met ‘haar’ René toen ze nog op De Haagse studeerde. Achttien jaar later ‘hoop ik op mijn 40ste EINDELIJK met hem te trouwen!’ Marieke Weber [3], tweedejaars HT, wachtte niet zo lang en stapte 11 november, drie jaar na hun eerste afspraakje, in het huwelijksbootje met ‘Dav’, vierdejaars CMD (deeltijd). En Nina Raemaekers [6] verwacht dat bij de bruiloft met haar vent Bob aanstaande april ‘de spetters er vanaf vliegen’. Yvana de Jonge [4], tweedejaars Voeding en diëtetiek, laat haar beste vriendin Char weten: ‘Ik zou me geen betere vriendin kunnen voorstellen!’ Halo-studente Anne Lorsheijd [5] koos voor een romantisch totaalplaatje: met vriend Peter bij de Erasmusbrug. En tot slot lijkt Ruben Sluimer [7], student IDM, de liefde aan zichzelf te verklaren. ‘Wie anders? =).’

[6]

Ook 50 euro? Iedere dag in volgepakte trein? Twee keer overstappen met de bus? Of door weer en wind op fiets of scooter? De opdracht: maak een foto van je vervoersmiddel naar de hogeschool. En eventueel je reisgenoten. Vertel in de mail wat of wie we zien. Stuur je foto voor 9 februari naar hlink@hhs.nl

4

H/LINK • 14

[7]


Even bellen met

Ellen Wesselingh

[3]

Winnaar van een promotiebeurs [4]

‘De kans is erg klein,’ zegt de directeur Lectoraten als Ellen met het idee komt om een gooi te doen naar één van de 36 promotiebeurzen. Toch heeft de docente Information Security Management het voor elkaar gekregen en mag zij gaan promoveren. tekst Paul van Leeuwen • beeld Mieke Barendse Waar gaat je onderzoek over? ‘Handhaving van auteursrecht op internet. Vroeger had je de auteur, producent en consument. Tegenwoordig is de consument ook producent door het plaatsen van filmpjes op YouTube. Het is toch gek dat een film waar honderd miljoen euro in is gestoken dezelfde bescherming geniet als een kattebel die ik op een A4 teken.

Waarom wil je promoveren?

[5]

Het is heel leuk om te studeren en promoveren is toch de hoogst haalbare trede. Ik wilde het al direct na mijn studie Werktuigbouwkunde in 1995, maar dat ging niet door vanwege budgettekort bij het afstudeerbedrijf. Ook De HHs heeft een beperkt budget, maar met de financiering van buitenaf is het mogelijk gemaakt.

Waarom heeft de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) deze promotiebeurzen in het leven geroepen? Het Ministerie van Onderwijs heeft geld beschikbaar gesteld om de deskundigheid van docenten te bevorderen. Werkgevers van geselecteerde docenten ontvangen subsidie om hun promoverende docent vier jaar lang twee dagen per week vrijstelling te geven.

Had je verwacht een beurs te krijgen? Na drie selectierondes wel ja. Bij de laatste ronde was de kans 35 op 47 om door te mogen gaan dus dat is behoorlijk groot. Aan de andere kant weet je niet waartegen je concurreert. Het moment van presenteren was spannend maar ook leuk: je mag over iets vertellen waar je heel enthousiast over bent. Tijdens de verdediging had ik veel over de relevantie verteld en de kritiek was dat ik meer over de beoogde methodiek moest vertellen. Toch waren ze gelukkig heel enthousiast.

15 • H/LINK

5


Borrelpraat Leuk, al die bijeenkomsten, debatten en lezingen? Maar waar gaat het gesprek over, bij rosé met kaassoufflé?

‘Wist je dat er in chips ook vitamine C zit?’ Een symposium over ‘de energiebehoefte van sporters’ dat wordt georganiseerd door zeven studenten Voeding & Diëtetiek. Dan verwacht je bij de borrel stukjes peen, knolselderij, Japanse zoutjes en tasty tom-tomaatjes. Zo niet hier. tekst Martine Seijffert • beeld Quintin van der Blonk Onder de tachtig aanwezigen bevindt zich een aardige mix van studenten Sportstudies en Voeding & Diëtetiek. Verder lopen er nog wat sportdiëtisten en een enkele docent rond. Ze vullen al sinds 13.00 uur die middag Ovaal 3.37. Drie sprekers zijn de revue gepasseerd: een professor uit Maastricht, een voedingsdeskundige en een ultraloper. ‘Een mooie balans,’ zegt docente Marjolein Baauw, waarna ze in een saucijzenbroodje bijt. Zij begeleidde de studenten en is trots op ze: ‘De sprekers sloten goed op elkaar aan. Eerst wat theorie, toen wat over sportvoeding en als laatst de echte link naar de praktijk.’ Of het niet slecht is, die chips? ‘Ach,’ zegt Marjolein, ‘het is

redelijk verantwoord hoor. Wist je dat er vitamine C in zit?’ Dan nog even naar de sprekers. Vooral de laatste, de ultraloper, roept wat interessante reacties op. De man in kwestie vertelde over zijn prestaties als loper op extreem lange afstanden: zo liep hij de Spartathlon van 246 kilometer. ‘Die man is ziek,’ benadrukt een sportdiëtiste die net aanschuift. ‘Je gaat toch niet voor je plezier 246 kilometer lopen?’ Haar vakgenote knikt instemmend: ‘Hij heeft inderdaad niet één keer blij gekeken.’ Het Sportstudies-groepje een tafel verder is het erover eens dat het symposium niet helemaal aan hun verwachtingen heeft

voldaan. ‘Als je puur naar de titel kijkt, is daar niet echt diep op ingegaan. Ik weet bijvoorbeeld nog steeds niet hoeveel kilocalorieën een sporter dagelijks nodig heeft.’

hart- en vaatziekten.’ En met een beteuterd gezicht legt één van de twee haar half opgegeten broodje weg. ‘Daar heb ik nu geen zin meer in.’

De twee aanwezige derdejaars Voeding & Diëtetiek-studenten, eveneens met saucijzenbroodje, zijn enthousiaster. ‘Ik vind het knap hoe dit door de studenten is georganiseerd. Heel professioneel en verzorgd.’ Hoe slecht een saucijzenbroodje voor je is? ‘Heel slecht,’ weten ze. ‘Het bladerdeeg bestaat grotendeels uit roomboter waar veel onverzadigd vet in zit. Daardoor wordt cholesterol in je vaten afgezet, waardoor je meer kans hebt op

Post Ook iets op het hart? Mail naar link@hhs.nl

Pleit voor herinvoering stoptrein over HS Per 10 december 2011 heeft de NS de dienstregeling veranderd. Niet voor iedereen heeft dit gunstig uitgepakt. Er zijn namelijk twee grote stoptreintrajecten geschrapt. Deze trajecten begonnen in Haarlem en Utrecht en liepen over Den Haag HS richting Dordrecht. Studenten en docenten die van deze stoptreinen gebruik maakten, konden eerst rechtstreeks naar Den Haag HS, maar moeten nu altijd overstappen. En overstappen betekent extra reistijd, extra ongemak en stress. Veel studenten en docenten die instappen op bijvoorbeeld De Vink, Voorschoten, Mariahoeve, Rijswijk en Weesp, zijn de pineut. Lekker relaxed reizen is er niet meer bij: je moet extra vroeg je bed uit en nog is dat geen garantie dat je op tijd op school bent want vaker wel dan 6

H/LINK • 15

niet heeft de aansluiting vertraging én zit die trein ook nog eens bomvol. Om te strijden voor een herinvoering van de stoptreinen over HS is actie nodig, van alle gedupeerde studenten en docenten. Dus schrijf naar de NS (postbus 2372, 3500GJ Utrecht) of maak digitaal bezwaar via www.ns.nl/zva/contactForm. Vergeet niet de petitie op www.reizigersprotest.nl te ondertekenen! Al ruim 700 mensen hebben dat gedaan.

Els Staperma

Medewerker


Achter het nieuws Besturingsmodel hogescholen werkt doorgaans slecht Docent Risicomanagement Rick Anderson schreef het boek In control of uit de hand. Op doorwrochte wijze constateert Rick dat overheidsorganisaties verre van ideaal functioneren, maar echt een alternatief is er niet.   tekst Youri van Vliet • beeld Bas Kijzers

Voor je boek heb je bijna 150 overheidsinstellingen onderzocht, waaronder elf hogescholen. Hoelang heb je eraan gewerkt? Het schrijven duurde maar een half jaar, maar je moet het boek eigenlijk zien als een bloemlezing. Ik doe al een kleine tien jaar onderzoek naar overheidsmanagement, eerst als promovendus en later als docent en lector. Daarnaast heb ik tien jaar gewerkt als controller (financieel specialist die directies ondersteunt, red.) bij diverse overheidsorganisaties. Ik geef ook colleges over deze materie en steeds vaker kreeg ik het verzoek om mijn bevindingen eens op papier te zetten. Toen ontstond het idee voor dit boek.

In je boek concludeer je dat de modellen waarmee overheidsorganisaties worden bestuurd slecht werken. Waarom? Ik wijd er in mijn boek ruim tweehonderd pagina’s aan, maar het grootste probleem is dat de besturingsmodellen uitgaan van

organisatiebrede doelstellingen. Deze doelstellingen worden in de praktijk expres abstract gehouden. Je hebt dan bijvoorbeeld een visie als: ‘Het leveren van een kwaliteitsimpuls richting onze studenten is het komend jaar meer dan noodzakelijk.’ Een dergelijke abstractie zegt natuurlijk niet zoveel. De reden voor zulke vaagheid is angst, want hoe preciezer een doelstelling, hoe groter de kans dat je erop afgerekend wordt. Een tweede probleem van organisatiebrede doelstellingen zijn de tegengestelde belangen tussen bijvoorbeeld het College van Bestuur en een directeur van een academie of dienst. Het CvB-lid wil dat de directeur zoveel mogelijk doet voor zo min mogelijk budget, terwijl de directeur zo min mogelijk wil doen voor zo veel mogelijk budget. Dit gebeurt niet vanuit onwil, maar omdat iedereen zich zo goed mogelijk wil indekken voor onvoorziene omstandigheden.

DUO verkoopt hart en ziel DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) geeft een verkeerd signaal af aan studenten. Sinds 1992 is het lenen bij de overheidsinstantie nog nooit zo aantrekkelijk geweest. Het lage rentepercentage vergroot de verleiding voor veel studenten om geld bij te lenen. De semi-overheidshouding van DUO zorgt ervoor dat veel studenten niet goed op de hoogte zijn van het gevaar van bijlenen. Nergens is bijvoorbeeld het logo ‘Geld lenen, kost geld’ te bekennen, en dat terwijl de Nederlandse overheid zo tegen lenen is. Maatregelen als de langstudeerboete, het omzetten van de studiefinanciering naar een leenstelsel en de verhoging van het collegegeld voor tweede studies

Anderson: ‘Mijn boek beschrijft waarom controlmodellen meestal niet werken.’

Het overheidsfunctioneren deugt dus niet. Wat is de oplossing? Nee, het deugt wel. We hebben in Nederland een prachtige overheid. Bestuurders hebben volstrekt legitieme doelstellingen en iedereen wil zijn afdeling zo goed mogelijk op de kaart

zetten. Het probleem is dat niet alle belangen bekostigd kunnen worden. Hierdoor ontstaat spanning en vormen van strategie. Het beste advies is dus: realiseer je welke belangen er zijn en weet hoe het spel gespeeld wordt. Degene die het spel het beste speelt wint.

en schakelprogramma’s, zullen steeds meer studenten verleiden om een lening af te sluiten. Ook de kamerhuur, het levensonderhoud en de studie zelf zijn drie basisfactoren voor studenten om geld bij te lenen. Het wordt studenten dus steeds moeilijker gemaakt om ‘bewust’ te gaan lenen. Hierdoor zullen studenten steeds meer gaan werken om eventuele schulden te vermijden, maar dit gaat ten koste van hun studieresultaten. Het wordt dus kiezen of delen voor sommige studenten. Studeer ik af met een enorme studieschuld of zet ik mijn studie op een laag pitje. Precenta Turfkruier

Voorzitter Haagse Studentenvakbond

15 • H/LINK

7


Bezettingsgraad

Druk? Er kan

eigenlijk nog meer bij Het is een vertrouwd beeld: iedere paar maanden meten werkstudenten met een pda in de hand wie er op z’n werkplek zit en welke lesruimten er gebruikt worden. Conclusie na vijf jaar meten: het wordt voller, maar erg efficiënt gaan we nog niet om met onze ruimte. tekst René Rector • beeld Linsen Communicatie / Unger-Kisman

C

omputerwerkplekken zijn overbezet, een onderwijsruimte is vrijwel nooit te krijgen en we puilen eruit wat betreft kantoorruimte. Het is een veelgehoorde klacht: de school is vol. En omdat het vol is, moet de school snel bijbouwen en kan er niets meer aan onderwijsontwikkeling worden gedaan. Maar is dat wel zo? Nee, zo blijkt uit metingen. Sterker nog: werkplekken zijn de helft van de tijd verlaten en onderwijsruimten zitten vaak nog niet halfvol. En dat betekent: anders gaan werken.

Slechte bezetting collegezalen Legenda bezetting circa: < 20% 20%

25%

35% 40%

> 40%

Hoorcolleges ma

9.00-10.30 u

10.30-12.00 u Voorbeeld: een halfvolle collegezaal die de helft van een tijdblok is gevuld, telt als 0,5 x 0,5 = 25%

13.00-14.30 u

14.30-16.00 u

8

H/LINK • 15

De school meet al sinds 2006 viermaal per jaar hoe druk het eigenlijk is. Bij zo’n bezettingsgraadmeting houdt een student die in opdracht werkt van De Haagse Hogeschool een week lang vier keer per dag bij of werkplekken en lokalen gebruikt worden en zo ja, wat de gebruikers aan het doen zijn. Zowel voor werkplekken als voor klaslokalen geldt dat vrijdag de dipdag is, en dat maandag, dinsdag en donderdag garant staan voor drukte in het gebouw.

di

wo

do

Werkcolleges vr

ma

di

wo

do

vr


Voor een school waarbij ‘vol’ de klacht is, zijn de werkplekken duizelingwekkend verlaten. Door de hele week heen* is 49 procent van de werkplekken bezet. Het tellen brengt aan het licht wat medewerkers zoal doen als ze er zijn. Een klein deel van de tijd zijn ze aan het bellen of aan het nadenken (zo’n 4 procent) maar als hun werkplek een ‘bewoonde’ indruk maakt, zijn ze òf achter de computer te vinden, òf ze zijn in overleg, òf ze zijn toch net van hun plek (zie infographic).

Niet altijd op hun plek Het Facilitair Bedrijf, die de metingen laat verrichten, waagt zich niet aan een uitspraak of 49 te veel of te weinig is. ‘Mensen zitten niet altijd op hun plek. Ze geven ook college, werken parttime. Dus je kunt niets zeggen over de inzet van die mensen,’ stelt beleidsmedewerker Huisvesting & Vastgoed Maaike Pollen van het Facilitair Bedrijf. ‘Maar in vergelijking met andere scholen en kantoorgebouwen is dat percentage normaal. Alleen: we willen het efficiënter, zodat we minder ruimte kwijt zijn aan werkplekken en er meer ruimte beschikbaar komt voor onderwijsdoeleinden.’ Hoe het efficiënter kan, wil het Facilitair Bedrijf dit jaar uitzoeken. Bij de Dienst Communicatie & Marketing en de Academie Facility Management start binnenkort een onderzoek om te bepalen hoe ruimte flexibeler kan worden ingezet. Daarvoor vinden gesprekken met medewerkers plaats, om erachter te komen hoe ze hun werkplek gebruiken.

Vrijdag de beste dag Wat betreft onderwijsruimten is er iets opvallends aan de hand. Hoor- en werkcollegezalen zijn doorgaans driekwart van de tijd bezet, maar dat is maar het halve verhaal. Want ook als ze bezet zijn, zijn ze goeddeels leeg. Hoorcollegezalen zitten lang niet halfvol, werkcollegezalen krap halfvol. De enige onderwijsruimten waar echt vaak geen stoel meer te vinden is, zijn de computerzalen. Als piek geldt dinsdag en donderdag tussen half elf en twaalf. Vrijdag is weinig verrassend de beste dag om ongestoord aan je werkstuk te werken, het liefst tussen half drie en vier uur. ‘Het lijkt erop dat we eigenlijk wel voldoende onderwijsruimte hebben, maar dat onderwijsruimten nu vaak te groot zijn voor de groepen die er les in krijgen,’ concludeert Pollen. ‘Dat biedt kansen om er wat aan te doen zonder extra te hoeven bouwen. Die kansen bestaan bijvoorbeeld uit de ruimten beter vol te plannen. Ook wil het Facilitair Bedrijf uitzoeken of de lokalen niet eenvoudigweg te groot zijn neerge-

Werkplekken vaak onbenut Meting: 5 x per week, 4 x per dag

51,3% afwezig

2,5% schrijven, lezen, nadenken

18,9% computerwerk

9,3% overleg

16,9% in gebruik, maar afwezig

1,2% aan de telefoon

zet, bijvoorbeeld omdat inmiddels in steeds kleinere groepen lesgegeven wordt. ‘Toen het gebouw werd neergezet, was het onderwijs tamelijk eenvormig: een docent voor een groep studenten. Dus zijn alle ruimten nu ongeveer even groot. Wat de metingen ons leren, is dat we de onderwijsruimten net zo pluriform moeten maken als het onderwijs zelf is.’ De Haagse Hogeschool heeft nog ruimte om te groeien. Vooral in Zoetermeer en Delft is nog wel plek. Dat betekent overigens niet dat de school eigenlijk zou moeten proberen om alle collegezalen honderd procent van de tijd bezet te krijgen. Pollen licht toe: ‘Je hebt leegstand nodig om een extra les te kunnen geven, een verplaatste les nog te kunnen houden, enzovoort. Maar de grens is nog niet bereikt. We hebben het de afgelopen jaren wel voller zien worden, maar we zitten nog niet aan de max.’ Het betekent wel dat er de komende tijd niet alleen aan de werkplekken, maar ook aan het soort onderwijsruimten iets moet veranderen. Zonder die verandering blijft ruimte extra huren, zoals afgelopen jaar september gebeurde, onvermijdelijk.

* Dit artikel is gebaseerd op de metingen van najaar 2011. Percentages zijn leesbaarheidshalve op hele procenten afgerond. Hierdoor kunnen optelonnauwkeurigheden ontstaan.

15 • H/LINK

9


Onderzoek

Leven sinds de iPad Vroeger was er een krant, maar nu ligt bij veel mensen een iPad, eReader of iPhone naast het ontbijtbord. Deze ontwikkeling zorgt voor een aardverschuiving op de drukkersmarkt. Hoe kan de drukker haar toekomst zeker stellen? Lector Kennistransfer in Productinnovatie Rianne Valkenburg onderzoekt dit met haar kenniskring en enkele partners. tekst Paul van Leeuwen • beeld Mieke Barendse ‘Wie heeft er nog een abonnement op de krant of heeft een klassieke agenda?’ De vraag van Rianne Valkenburg is retorisch bedoeld. Ze stelde hem vorige maand in een onderzoekslunch die de Academie voor Masters & Professional Courses elke twee weken organiseert in samenwerking met het Centrum voor Lectoraten en Onderzoek. Het aantal abonnees was nog redelijk, vooral omdat het publiek uit docenten bestond en niet uit studenten. Na enige discussie bleek dat veel van die abonnementen elektronisch waren. En daar gaat het onderzoek van Valkenburg over: informatie slaan we in 2012 digitaal op en nemen we digitaal tot ons. Daardoor veranderen de rollen van papier, drukwerk en communicatie. Grafische bedrijven merken dat. De grafische sector lijkt wel een veldslag; het ene na het andere bedrijf komt in moeilijkheden. Verandering is nodig… maar hoe dan?

10

H/LINK • 15

Adviespartners in de grafimediabranche Dienstencentrum en Syntens klopten aan bij de RegioRegisseur met een noodkreet: ‘Wij hebben ondernemers met grote problemen: ze weten niet meer wat ze in de toekomst moeten doen!’ Daarmee ging Valkenburg aan de slag. Samen met HHs-docenten zette ze in haar kenniskring de onderzoekslijnen uit. Valkenburg probeert, zonder glazen bol, in de toekomst van de grafische sector te kijken. Dat doet de kenniskring, door aanvankelijk tien koplopers uit de branche te interviewen over hun toekomstverwachtingen. Valkenburg ontwikkelde eerder een methode waarbij de ondernemers aan de hand van toekomstvisies van wereldleidende CEO’s over hun eigen toekomst kunnen nadenken. Vanuit die toekomstscenario’s kunnen de ondernemers nieuwe businessmodellen bedenken die bedrijven helpen om hun strategie aan te passen. Het onderzoeksproject is groot: in totaal zijn ruim veertig bedrijven geholpen en betrokken. Tenminste… in theorie. Van de eerste tien bedrijven waarmee het project een jaar geleden van start ging zijn er al twee bijna failliet. Wat voor Valkenburg de noodzaak van het onderzoek alleen maar onderstreept. Uit het onderzoek blijken drie veranderingen in de branche belangrijk te zijn. Terwijl


de drukker zoveel mogelijk met de minste afwijkingen wil drukken, veranderen de markt, de technologie en de mensen. Maar je kunt je als drukker ook in iets anders specialiseren; je kunt gaan voor printing on demand bij een vraaggestuurde markt met intelligente technologie, maar je kunt je ook toeleggen gepersonaliseerd reclamedrukwerk. In de markt is behoefte aan beide, technologisch kan het inmiddels ook allebei… maar de sector richt zich nu nog te veel op bulkprint op hoge snelheid – dat de markt daarvoor afneemt veroorzaakt juist de problemen in de sector.

Van de eerste tien bedrijven zijn er al twee bijna failliet. Via het lectoraat helpen studenten de grafische bedrijven te innoveren, bijvoorbeeld bij de opzet van nieuwe producten. Zo zijn er studenten Commerciële Economie die met de minor Marketing 2020 twee bedrijven helpen met het schrijven van een marketingplan. Op die manier schieten zowel bedrijven als de hogeschool iets op met het project. Het onderzoeksproject startte deze maand met het tweede van de vier clusters van bedrijven om ook hen te helpen met het zoeken naar relevante, toekomstbesten-

dige businessmodellen. Docenten en studenten gaan bedrijven helpen om deze te implementeren. In het laatste half jaar van het project houdt het lectoraat een symposium. Daar is het de bedoeling om te kijken of het onderzoek genoeg impact heeft in de branche. Vanaf dan is het weer aan de branche zelf om te innoveren.

De Academie voor Masters & Professional Courses en het Centrum voor Lectoraten en Onderzoek organiseren om de week op dinsdag lunchlezingen over actueel onderzoek aan de hogeschool. De lunchlezingen zijn op dinsdag van 12.30 tot 13.30 uur en zij vrij toegankelijk voor medewerkers en studenten. Wel je eigen lunch meebrengen. 15 februari: Margriet Krijtenburg (European Studies) vertelt over haar promotieonderzoek naar wat er overblijft van Europese idealen in een tijd van Europese crisis. 6 maart: Marinka Kuijpers (lector Pedagogiek van de Beroepsvorming) geeft een doorsnee van vijf jaar onderzoek naar loopbaanbegeleiding in het hoger onderwijs. 17 april: Chris Aalberts (Masters & Professional Courses) over de aanhang van Wilders en Fortuyn en de opkomst van rechts populisme. Zie voor details de agenda op intranet.

15 • H/LINK

11


Onder de hamer I n Onder de hamer komen studenten aan bod die in beroep gaan tegen een beslissing van hun opleiding.

Praktijkstage weegt zwaarder dan werkervaring tekst Sabrina Danker De feiten Student A. van de Academie Bestuur, Recht en Veiligheid heeft op 4 april 2011 een verzoek ingediend om vrijstelling voor een leerarbeidsplaats (stage) en ontvangt op 20 juni 2011 hierop een afwijzing. Tegen het afgewezen verzoek tekent Student A. beroep aan. Hij vraagt om een vervangende opdracht voor de verplicht gestelde stage van twintig weken. De examencommissie geeft aan dat het Onderwijs- en Examenregelingen (OER) niet voorziet in het omzetten van een stage naar een vervangende opdracht. Het verzoek van A. wordt beschouwd als een vrijstelling voor het verplicht opdoen van werkervaring op grond van eerder verworven competenties. De examencommissie wijst het verzoek af omdat de vrijstellingsregeling in het OER slechts voorziet in het verlenen van vrijstellingen van toetsen en niet in het verlenen van vrijstellingen voor het opdoen van werkervaringen.

De argumenten Studenten A. zegt dat hij het besluit onvoldoende gemotiveerd vindt. Het OER zegt niet te voorzien in een vrijstellingsregeling, maar het OER geeft de opleiding vrijheid om zelf afspraken te maken met A. Hij is van mening dat hij vanwege eerder gevolgde universitaire studies, werkervaring als accountmanager en zijn leeftijd niet voldoet aan het profiel van een gemiddelde hbo-student.

De tegenargumenten De examencommissie vindt dat een vrijstelling afbreuk doet aan het duale karakter van de opleiding. Een vervangende opdracht zou hiermee in strijd zijn. De examencommissie vindt de omstandigheden van A. niet zo uitzonderlijk dat zij aanleiding ziet om af te wijken van het OER.

De uitspraak Het College van Beroep oordeelt dat de examencommissie de belangen zorgvuldig heeft afgewogen en dat student A. geen omstandigheden heeft aangevoerd die een afwijking van het OER zou rechtvaardigen. Het College verklaart het beroep van de studenten ongegrond.

Niet eens met een beslissing van de Examencommissie? Je hoeft je er niet zonder meer bij neer te leggen. Kijk voor regels en procedures op studentennet.hhs.nl/loketrechtsbescherming.

Probleemstelling? Hoofdvraag? Net begonnnen met je afstudeerproject? En heb je moeite met het schrijven van een goed projectvoorstel? Ja?

Vind zelf het wiel uit, of kijk op

www.hbo-kennisbank.nl voor bijna 20.000 voorbeelden.

Deze advertentie wordt aangeboden door de Hogeschoolbibliotheek van De Haagse Hogeschool 12

H/LINK • 15


Liefde &

seks

Uitslag van de enquête met de 5 grootste afknappers ‘Zoenende mannen vind ik vies’ Liefdessetjes

l a i c e sp


Setje Kevin Vledder (20) en Merel Versteegen (21) Zij studeren: Industrieel Product Ontwerpen (hij tweede jaar, zij vierde jaar) Samen sinds: augustus 2011 tekst: Ilse van Beest • beeld: Bas Kijzers

Zij vindt leuk aan hem: ‘Hij is helemaal zichzelf en knettergek, hij heeft vreemde ingevingen en rare gedachtes.’ Hij vindt leuk aan haar: ‘Ze is heel lief en echt het meisje dat je op de omslag van ieder boek wilt hebben.’

Gekoppeld door de barman Bij IPO kent iedereen elkaar, dus Kevin en Merel ook. In de zomervakantie trok Merel de stoute schoenen aan en nodigde zichzelf uit voor een date. Picknicken was het plan, maar het was slecht weer, dus weken ze uit naar deze kroeg. Merel: ‘De barman probeerde ons te koppelen. En die avond hebben we voor het eerst gezoend.’ Tijdens het introkamp grapten de eerstejaars dat Merel publiekelijk bezit werd als Kevin het niet snel officieel zou maken. Daarom vroeg hij heel vroeg in de ochtend aan Merel of zij zijn vriendinnetje wilde zijn. ‘Iedereen zat heel brak aan de ontbijttafel. Ze zei direct ja,’ verteld Kevin. Veel mensen vinden Kevin en Merel een rare combinatie. Hij is namelijk erg extravert en druk en zij lief en rustig. ‘Hij praat veel en ik luister graag, dat gaat juist prima,’ vindt Merel. Kevin zet daar tegenover dat Merel ook niet altijd lief en rustig is. ‘Als ze drinkt wordt ze geniepig en gemeen en gaat ze mensen sarren. Maar dat is eigenlijk wel grappig.’

14

H/LINK • 15


Enquête

Voor altijd , , of voor een nacht? Met Valentijnsdag in het verschiet peilde Link het liefde- en seksleven van HHs-studenten door middel van een enquête. Ruim vijfhonderd HHs’ers gaven antwoord op vragen over vreemdgaan, onenightstands en de grootste afknappers. Drie studenten lichten hun antwoorden toe.  tekst Martine Seijffert • beeld Kim Eijkelhof/Shutterstock

S

inds zes weken heeft eerstejaarsstudent Michiel (21) een relatie, zo vulde hij in op het enquêteformulier. Hoe hij een relatie definieert? Hij glimlacht en zegt: ‘Het staat op Facebook, dus dan is het waar.’ Inmiddels is dit Michiel zijn vierde relatie en hiermee behoort hij tot de 19 procent van de studenten die bij de vraag ‘Hoeveel relaties heb je tot nu toe gehad?’ vier of meer invulden. Daarmee maakt Michiel deel uit van een actieve minderheid. Net iets meer dan de helft van de studenten heeft één of twee relaties gehad die meestal maximaal één tot drie jaar

duurden. Mannen geven hun relatie gemiddeld een 8,2, vrouwen een 8 (zie p 17). Het seksleven scoort iets minder goed, namelijk door zowel mannen als vrouwen met een 7,3. De langste relatie van Joey (23), tweedejaarsstudent IBMS, is zijn huidige, die inmiddels zes maanden duurt. Van die zes maanden heeft hij zijn vriend echter de helft van de tijd niet gezien. ‘Ik heb hem ontmoet toen ik voor mijn studie in Taiwan was,’ legt Joey uit. ‘We hadden het zo leuk samen dat we

NS N O E N E E V N GE EVE 3 IJ SL 7, W EK S

15 • H/LINK

15


De 5 grootste afknappers In de enquête vroegen we studenten naar wat hun date vooral niet moet doen tijdens het eerste romantische etentje bij kaarslicht. De top 5 en de leukste quotes: • Opdringerig en/of handtastelijk zijn en alleen maar uit zijn op seks (‘Dat ik net zat en zij al direct met mij het bed in wilde duiken. De spanning was weg en ik voelde me gebruikt’) • Stiltes laten vallen (‘Het tegenover elkaar zitten en geen zinnig woord weten te zeggen’) • Als iemand te veel over zichzelf of zijn exen praat (‘Als iemand zichzelf boeiender vindt dan mij’) • Niet kunnen zoenen (‘Zoenen als een wasmachine’, ‘Smoelrijden’) • Onverzorgd uiterlijk/stinken (‘Ongepoetste tanden, dan kan niks het meer goed maken’, ‘Een Disneyland-horloge omhebben’)

hebben gekozen voor een langeafstandsrelatie.’ Ze hebben duidelijk afgesproken dat ze trouw blijven aan elkaar. ‘In het begin vond ik het moeilijk hem te vertrouwen,’ bekent Joey. ‘Maar we skypen elke dag en zo weten we wat in elkaars leven speelt.’

Nare ervaring Joey bekent dat hij, net als 19 procent van de HHs-ers, één keer in een vorige relatie is vreemdgegaan. Een meerderheid van 66 procent zegt nog nooit overspel te hebben gepleegd. Zouden de studenten die

Nog niet van gekomen 48 %

0 17 % 16

H/LINK • 15

Bewust voor gekozen 52 %

vreemdgaan ook degenen zijn die bedrogen worden? Ongeveer hetzelfde percentage als de vreemdgangers (21 procent) zegt namelijk zelf ook weleens bedrogen te zijn. Ook Joey. Voor hem was het een extra nare ervaring omdat zijn toenmalige partner, met wie hij onveilige seks had, vertelde nog maagd te zijn. ‘Toen ik op zoek was naar een mailtje in zijn mailbox, kwam ik erachter dat hij seks had gehad met een met hiv besmette man,’ vertelt Joey. ‘Ik ben me de pleuris geschrokken. Ik ben meteen zelf een hiv-test gaan doen – iets was ik sowieso regelmatig doe – en bleek gelukkig niet besmet te zijn. Nu heb ik nooit meer seks zonder condoom.’ Ook Michiel is hier stellig in: ‘Ik heb al vier keer voor verschillende meisjes een morning after pil moeten halen, en geloof me, die stress wil je niet doormaken.’ Toch lijken HHs’ers niet erg bezorgd als het gaat om onveilige seks. Een minderheid van 29 procent heeft nog nooit onveilige seks gehad, het grootste deel (50 procent) meer dan één keer. Het is opmerkelijk dat vervolgens 92 procent van de studenten aangeeft nog nooit een soa gehad te hebben en hier slechts 2 procent ‘ja, meer dan één keer’ invult.

Ergens in de honderd Bij de vraag hoeveel sekspartners hij heeft gehad, vulde Michiel in de enquête het onderste vakje in: ‘tien of meer’. Met hem is nog 12 procent van de studenten een veelvrijer (zie infographic). De meerderheid van de geënquêteerden heeft tot op heden het bed met één tot drie personen gedeeld. Voor Michiel zijn het er

AANTAL SEKSPARTNERS?

1-3 50 %

4-6 13 %

7-9 8%


niet een beetje meer dan tien, maar een stuk meer. ‘Laten we het houden op ergens in de honderd,’ zegt hij en licht toe: ‘Tussen mijn relaties door heb ik fases gehad waarin ik seksueel heel actief ben geweest. Ik ging naar feesten, nam meiden mee naar huis. Het waren bizarre periodes waarin ik veel experimenteerde met zowel seks als drugs.’

N F MIJ 2 E E G , IK EEN 8 E I T A REL

Momenteel staat Michiel ‘al even droog’, zoals hij het zelf verwoordt, want zijn vriendin is nog niet aan de pil. ‘Ze gaat er binnenkort wel mee beginnen,’ vertelt hij, ‘maar als dat toch niets voor haar blijkt te zijn, wil ik best nog langer wachten. Ik ben er zeker van dat dit echt een serieuze relatie is en het gaat mij om wederzijds vertrouwen.’ De meeste respondenten vulden in één à twee keer per week te vrijen (29 procent) of drie à vier keer per week (23 procent). Mannen hebben vaker dan vrouwen ‘elke dag, soms meerder keren’ seks, maar ook vaker ‘minder dan één keer per jaar’. Het gemiddelde van HHs-studenten ligt daarmee iets hoger dan het landelijk gemiddelde van iets minder dan twee keer per week.

I MIJ K GEE F NR ELA EEN TIE 8

Geen seks voor het huwelijk Een kleiner, maar zeker niet verwaarloosbaar deel van de respondenten geeft aan nog nooit seks te hebben gehad. De helft hiervan (dat zijn 44 studenten) kiest hier bewust voor. Respondenten konden invullen wat de reden was van deze bewuste keuze en het geloof wordt vaak genoemd. Als de religie specifiek wordt vermeld, is dit overigens altijd het christelijke

geloof. ‘Voor mij is het normaal dat ik niet met mijn vriend naar bed ga voor we zijn getrouwd,’ zo vertelt derdejaarsstudent Verpleegkunde Jasmijn (20) ‘God heeft de man en vrouw voor elkaar gemaakt, en pas door het huwelijk ben je echt met elkaar verbonden.’ Vindt ze het soms niet lastig om vol te houden? ‘Natuurlijk heb je soms wel behoefte. Maar gelukkig is mijn vriend ook christen, dus kunnen we erover praten.’ Ze verwacht over niet al te lange tijd te trouwen. ‘Als ik 22 ben en klaar met mijn studie. Ik verheug me nu al op de periode na ons huwelijk. Dan kunnen we ook bij elkaar wonen en zijn we echt elke dag samen.’ Op de vraag ‘Is er wel eens iets voorgevallen tussen jou en een docent?’ vulde Jasmijn in: ‘Nee, en ik ben er ook niet principieel op tegen.’ Ze verklaart: ‘Als een docent een normale leeftijd heeft, denk ik dat het wel moet kunnen.’ Een deel van de studenten is het met haar eens (38 procent), een wat groter deel – 57 procent – niet. Zij zeggen: ‘Er is nog nooit iets voorgevallen tussen mij en een docent en dat zou ik ook nooit doen.’ Opvallend in dit antwoordenrijtje is dat de studenten die ooit verliefd waren op een docent of ooit gezoend hebben met een docent op één hand te tellen zijn, terwijl er zestien studenten zijn die aangeven

10 of meer 12 %

15 • H/LINK

17


weleens met een docent naar bed te zijn geweest. Eén daarvan is Michiel. ‘Het gebeurde met een tekenlerares op de middelbare school. Zij was 32, ik 17. Het ging eigenlijk per ongeluk: je beseft niet dat zoiets mogelijk is. Toen ik het tekenhok in kwam lopen na de les om een pen te pakken liep ik tegen haar aan. We zoenden en van het een kwam het ander. Heel cliché.’ Michiel besloot het er daarna nooit meer met haar over te hebben. ‘Onze verhouding was niet verstoord en ik heb het nooit aan iemand verteld.’ Tot slot nog een onderwerp dat niet kan ontbreken als je over de liefde schrijft, en dat is Valentijnsdag. Op de vraag wat de plannen zijn voor 14 februari, geeft 33 procent van de studenten aan het met de partner te gaan vieren. Een iets kleiner percentage van 31 procent denkt zich er niet van bewust te zijn. Een stuk of vijftien studenten gaan iemand de liefde verklaren. En 13 procent vulde een eigen antwoord in, met de mooiste van de studente die liet weten: ‘Ik huur een vliegtuig en vlieg naar Parijs om hem daar ten huwelijk te vragen.’

Op verzoek van de geïnterviewde studenten zijn de namen gefingeerd.

• Aan de enquête deden 201 mannen mee en 305 vrouwen • Van de vrouwen heeft 63 procent een relatie tegenover 50 procent van de mannen • Vrijgezelle mannen zijn vaker actief op zoek naar een partner (26 procent) dan vrijgezelle vrouwen (14 procent) • 31 vrouwen hebben bewust (nog) geen seks, tegenover 13 mannen • Op 16-jarige leeftijd heeft bijna de helft van zowel mannelijke als vrouwelijke studenten de eerste seksuele ervaring gehad • Op de vraag ‘Heb je weleens onenightstands gehad?’ antwoordde 35 procent van de mannen ‘Ja, ik kan liefde en seks makkelijk van elkaar scheiden’ vergeleken met 14 procent van de vrouwen

Aan studenten met een relatie vroegen we 'Denk je de ware gevonden te hebben?' en aan singles stelden we de vraag 'Ben je actief op zoek naar de ware?

IK DENK DAT DEZE PARTNER DE WARE IS

40

SINGLES

10

IK HOEF (EVEN) GEEN VASTE RELATIE

%

% DE WARE KOMT VANZELF OP MIJN PAD

NEUTRAAL

12 %

IK WEET NIET ZEKER OF DEZE PARTNER DE WARE IS

H/LINK • 15

Leven mannelijke en vrouwelijke HHsstudenten op verschillende planeten als het aankomt op liefde en seks? Of liggen de antwoorden toch dicht bij elkaar?

DE WARE VINDEN

RELATIES

18

Mars versus Venus

6%

?

24

%

8%

IK BEN ACTIEF OP ZOEK


Setje Jony (21) en Wim (18)* Jony studeert: Communicatie (vierde jaar) Wim studeert: Binnenhuisarchitectuur in Rotterdam (tweede jaar) Samen sinds: maart 2009 * Op verzoek zijn de achternamen van Jony en Wim weggelaten. tekst: Ilse van Beest • beeld: Bas Kijzers ij ony: ‘H uk aan J e l t ik voel d n in Wim v rd op e o o w t eten n na ij laat w eral ee ouwd. H r t weet ov r e v ig en eeft.’ ony veil en me bij J om me g olwass a d t hij is erg v ij ‘H : er k im k W e aan f en l dt leuk is hij lie r e d r e Jony vin v ijd, n leeft siast.’ voor zij enthou

Thermo-ondergoed voor buitendates Jony en Wim leerden elkaar via Hyves kennen. Na wat chatten hebben ze afgesproken op Utrecht Centraal, precies in het midden van hun woonplaatsen. Wim: ‘Veel jongens zijn op seks uit. Bij Jony klikte het gewoon, het ging om mij en niet om wat er tussen mijn benen hing.’ Ook Jony was gelijk verkocht: ‘Ik hou er niet van als mannen zich overdreven homo gedragen. Zo is Wim niet; dat vond ik leuk.’ Ondanks de grote afstand wilden ze blijven afspreken. Wim was nog maar 15 en net uit de kast. Dus hij durfde Jony nog niet thuis voor te stellen. Daarom spraken ze telkens in Gorinchem buiten op een bankje af. ‘Ik moest zelfs thermo-ondergoed aan om de kou aan te kunnen, maar dat was het waard,’ zegt Jony. Jony had nog niet aan zijn familie verteld dat hij homo is. Toen hij aan zijn ouders vertelde dat hij een vriend had viel het verkeerd. ‘Mijn moeder had andere verwachtingen en had het er erg moeilijk mee. Ik heb haar daarna drie maanden niet gesproken. Daar heb ik echt verdriet van gehad.’ Verder heeft er vrijwel niemand in de omgeving moeite met hun relatie. Jony: ‘Alleen in Turkije zeiden we dat we broertjes waren. Je wilt daar toch geen reactie uitlokken. Gelukkig zijn we van nature al niet zo klef in het openbaar.’

15 • H/LINK

19


Dit interview is verwijderd op verzoek van de student.


Homoseksualiteit

‘Twee mannen die zoenen vind ik vies’ Uit de liefde- en seksenquête van Link blijkt dat vier van de tien homo- en biseksuele respondenten – van de mannen zelfs zeven van de tien – zich niet vrij voelt voor zijn geaardheid uit te komen op De Haagse. Tijd voor actie?  tekst Dieuwke de Boer • beeld Shutterstock

‘H

oe homovriendelijk is De Haagse?’ De oproep op Link online maakte wat los. De ruim zestig reacties varieerden van ‘Goed dat dit onderwerp wordt aangesneden’ via ‘Moet je het daar nou nog over hebben?’ tot ‘Iets onnatuurlijks als homoseksualiteit moet niet geaccepteerd worden’. Moet er extra aandacht zijn voor homoseksualiteit op de hogeschool? De meningen zijn verdeeld. Wel is vrijwel iedereen het ermee eens dat seksuele diversiteit onzichtbaar is op De Haagse. Gebaseerd op de statistieken – zo’n tien procent van de bevolking is homoseksueel – zouden er op De Haagse ruim 2.200 homoseksuele studenten moeten rondlopen. Het aantal homoseksuele respondenten

van de enquête onderschrijft dit aantal. De meeste homoseksuele studenten die voor dit artikel werden geïnterviewd, kenden echter op De HHs geen andere homo’s of lesbiennes. En heteroseksuele studenten zeggen bij navraag dat zij geen homoseksuele klasgenoten hebben of het niet weten. Maar ‘als het zo was, zou het geen probleem zijn,’ is vaak de eerst reactie. Als je doorvraagt, kun je globaal twee groepen onderscheiden: studenten die vanuit huis hebben meegekregen ‘dat het gewoon normaal is’ en studenten die ‘het niet gewend zijn’. En hoewel niemand denkt dat hij een medestudent anders zou behandelen vanwege zijn geaardheid, willen met name jongens het liever

15 • H/LINK

21


niet zien. ‘Diegene moet het zelf weten, maar ik hoef er niet mee geconfronteerd te worden,’ zegt Ismael, eerstejaars Personeel en Arbeid. ‘Als twee mannen met elkaar zoenen voel ik me daar oncomfortabel bij. Ik vind het vies.’ Dat met name jongens homoseksualiteit vies, eng of bedreigend vinden, herkent Joanne Heidinga, docente bij de opleiding Commerciële Economie, moeder en getrouwd met een vrouw. ‘Bij CE is homo zijn onder jongens niet oké. Het is niet cool. CE is toch een beetje een macho-opleiding. Snel geld verdienen, mooie auto’s enzo. Veel studenten, vooral jongens, doen lacherig over “die nicht”, met zo’n handje erbij.’ Angst voor ongewenste reacties is een reden dat studenten niet uit de kast komen. ‘Die homo’s moeten niet in mijn buurt komen,’ zei laatst een studiegenoot tegen Carlos. De vierdejaars Bouwkunde, die privé wel maar op zijn opleiding niet uit de kast is, voelt zich hier ongemakkelijk bij. ‘Deze jongen wil altijd graag met me samenwerken. Eigenlijk wil ik de

Veel studenten, vooral jongens, doen lacherig over “die nicht”, met zo’n handje erbij confrontatie aangaan. Ook vanwege de vooroordelen die er zijn. Mensen hebben zo’n eenzijdig beeld… verwachten toch snel zo’n Paul de Leeuw-figuur. “Oh, ben jij homo? Zou je niet zeggen”, krijg ik vaak te horen. Maar ik heb geen zin om op school negatieve reacties te krijgen. Ik heb veel moslims in de klas die gedreven de Islam volgen. Daarvan weet ik niet hoe

22

H/LINK • 15

ze zullen reageren. Daar speelt aan mijn kant ook een vooroordeel mee.’ Zijn studiegenoot Barbara vertelde Carlos anderhalf jaar geleden dat ze lesbisch is. Ook Barbara is privé eerlijk over haar geaardheid en houdt op de opleiding haar mond. Wat de twee tegenhoudt om open te zijn, daar kunnen ze moeilijk de vinger op leggen. In ieder geval voelen ze zich niet vrij genoeg binnen de macho en huisje-boompje-beestjecultuur die bij Bouwkunde heerst. ‘Op school ben je afhankelijk van je medestudenten,’ vindt Barbara: ‘Ik wil in stand houden dat ik hen gewoon technische vragen kan stellen en goed kan samenwerken. Dat dat anders wordt na een coming out is een risico dat ik niet aan wil. Enige reden voor coming out zou de zichtbaarheid op school zijn. En dat je dan hebt bewezen dat de vooroordelen niet kloppen.’ Barbara vindt het een goed idee als er aandacht komt voor seksuele diversiteit. ‘Dat er lezingen ofzo over het onderwerp gegeven worden om de acceptatie te vergroten. Ik overweeg mijn mentor te vragen of zij iets kan organiseren. De intro kan ook een goed moment zijn om over erover te beginnen. Als je merkt dat er moeite wordt gedaan het bespreekbaar te maken, dan stap je makkelijker de opleiding in.’ Beide studenten willen na hun afstuderen wel aan dergelijke activiteiten op de hogeschool meewerken. Of de hogeschool verantwoordelijk is het onderwerp aan te kaarten, daarover zijn de meningen verdeeld. Heidinga en collega-docenten merken dat er in het middelbaar onderwijs weinig aandacht is voor seksuele diversiteit. ‘Dat kennisgat moet gevuld worden,’ vindt ze. ‘Aandacht voor discriminatie van de holebi (holebi is een samentrekking van de termen homo-


seksueel, lesbisch en biseksueel, red.) is goed, maar acceptatie en vooral het bijzondere sausje eraf halen nog veel belangrijker. Hoe krijg je dat voor elkaar? In slb-lessen aandacht besteden aan diversiteit en homoseksualiteit aan de orde laten komen, zou kunnen. En ik zie het als mijn taak om studenten op onfatsoenlijk gedrag aan te spreken.’ Ook vindt Heidinga het

Marcel Sem Kok, docent bij Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, is zo’n rolmodel. Hij – samenwonend met een man en vader van twee kinderen – geeft al drie jaar een workshop over Coming Out tijdens de seminarweek van Sociale Professies. ‘Ik wil studenten op een laagdrempelige manier kennis laten maken met het thema homoseksualiteit. Laten zien dat er mensen rondlopen die zo zijn.’

Het lijkt alsof mensen er weer langer over doen te zijn wie ze zijn

Een oudere collega vertelde Marcel Sem Kok, dat er in de jaren zeventig hele ‘roze’ klassen waren. ‘Nu profileert één student per twee jaar zich duidelijk als homo. Het lijkt alsof mensen er weer langer over doen te zijn wie ze zijn.’ Kok vindt het te makkelijk om dat te wijten aan de allochtone studentenpopulatie. ‘Al heeft seksualiteit in veel culturen een andere taal. Het is lastiger te bespreken. Maar het is ook de tijd waarin we leven. Het lijkt wel of studenten traditioneler zijn geworden.’

belangrijk dat duidelijk is dat studenten die moeite hebben met hun coming out of gediscrimineerd worden weten dat ze bij de decaan of studentpsycholoog terecht kunnen. Shamita Nagesar, eerstejaars CE, vindt dat bijvoorbeeld de mentor in moet grijpen als studenten ‘niet volwassen genoeg zijn om zich normaal te gedragen’. In haar klas zit een homoseksuele jongen waarover achter zijn rug ‘grappen’ gemaakt worden. Bij een presentatie vroeg een klasgenoot bijvoorbeeld: ‘Waar is die ene flikker?’ Shamita: ‘Bij dat soort opmerkingen zeg ik wel even: “Doe normaal”. Ik denk dat eerstejaars nog niet zo nadenken over het effect van hun gedrag op anderen.’ Veel studenten, zowel homo’s als hetero’s, vinden dat homoseksualiteit bespreekbaar moet zijn, maar homobeleid overbodig. ‘Dan maak je het specialer,’ vindt Dharmraj, eerstejaars Bestuurskunde. ‘Ik zou het wel goed vinden als een docent zegt: “Ik ben homo en daar sta ik voor.” Dan laat je zien dat het normaal is.’

Bij Maatschappelijk Werk en Dienstverlening is door het hele curriculum heen aandacht voor het onderwerp seksuele diversiteit. Kok: ‘Maar in de hele school zou je het meer zichtbaar kunnen maken. Je zou een statement kunnen maken door het expliciet in beeld te brengen. Bijvoorbeeld met foto’s, workshops en in communicatie. Al moet je niet overdrijven. Er zijn genoeg andere maatschappelijke thema’s waar De Haagse ook aandacht aan mag besteden.’

De namen Carlos, Barbara en Dharmraj zijn op verzoek gefingeerd. Dharmraj is uit de kast, behalve voor zijn familie. Dat ligt als hindoestaan cultureel gevoelig. Pas als hij een vriend heeft, wil hij het zijn ouders vertellen.

15 • H/LINK

23


Setje

Zij v indt leuk ‘Vinc aan h ent is em: zorg zaam Hij v ook , lief nog indt en knap leuk .’ aan h opre aar: cht, ‘Siel een g a is e voor oede erlij de kin kok e k, dere n lie n. Oo f ze he k hee le mo ft oie o gen. ’

Vincent Ardjosemito (34) en Siela Ardjosemito-Jethoe (33) Hij studeerde: Werktuigbouwkunde, is nu Managementassistent bij TIS Delft Zij studeerde: CMV, is nu docente bij Sociale Professies Samen sinds: oktober 1998 Kinderen: Nishaan (6) en Nilay (4) tekst: Ilse van Beest • beeld: Bas Kijzers

Huwelijksaanzoek voor De Haagse Ze kwamen elkaar dertien jaar geleden tegen op een introfeest van De HHs. ‘Ik zag daar een mooie gestalte in een gouden pakje en dacht ‘wauw,’ aldus Vincent. Siela was helaas iets minder onder de indruk. Toch zijn ze gaan afspreken. ‘Maar toen we afspraken liep hij zo op te scheppen, dat was echt een afknapper.’ Daarom stuurde Siela hem een bedankkaartje om hem subtiel te laten weten dat het niets werd. ‘Hij snapte het niet en was juist helemaal enthousiast. Toen hebben we toch maar afgesproken. Anders vond ik het zo zielig.’ Bij de volgende date was Siela toch overtuigd. ‘De sfeer was veel relaxter en ongedwongen.’

24

H/LINK • 15

Siela en Vincent waren al van plan om in 2006 te trouwen, maar toen Siela onverwachts zwanger werd is dat een jaar eerder gebeurd. ‘Ik wilde niet eerst kinderen krijgen en dan pas trouwen,’ legt Vincent uit. Het huwelijksaanzoek vond voor De Haagse Hogeschool plaats. ‘Dat is toch wel een symbolische plaats voor ons.’ Siela: ‘We hadden geen huis, geen haard en geen werk maar ik had wel een kind op komst.’ Om toch te kunnen samenwonen trokken ze bij de moeder van Vincent in. Vincent: ‘Later hebben we het huis overgekocht en we wonen er nu nog steeds.’


Was getekend

‘Ik ben niet de alwetende docent’

Iedere maand maakt een Academiedocent van het Jaar een portret van zichzelf. Hoe weerspiegelt deze tekening zijn docentschap?

ik niet vies van een geintje. Leren moet ook leuk zijn.

En als de les stroef loopt?

tekst Youri van Vliet • beeld Mieke Barendse en Wim Smeele

Waarom deze tekening? Tijdens een masterclass over inspirerende docenten zag ik dit plaatje en het verbeeldt precies hoe ik over het docentschap denk. Ik zie de docent als een gids, als richtingwijzer als dat nodig is. Hij laat het initiatief bij de student, respecteert hun zelfstandigheid en komt pas in actie als dat nodig is. Deeltijdstudenten leren namelijk ook van elkaar, als ze bijvoorbeeld over hun werkervaringen vertellen. In de tekening zie je ook dat het leerproces voor een deel buiten de school plaatsvindt. Ik stimuleer studenten om de actualiteit te

volgen en vragen te stellen aan hun collega’s op het werk.

Hoe krijg je studenten mee in jouw les? Ik probeer heel goed te luisteren naar de student. Moeilijke onderwerpen probeer ik op verschillende manieren uit te leggen. Maar het liefst koppel ik de theorie aan de werkervaring van de student zelf, aan zijn leefwereld. Ik ben niet de alwetende docent. Sommige studenten zijn veel intelligenter dan ik. En als ik er niet uit kom, dan vraag ik wel eens de hulp van een medestudent. Ook ben

Reflecteren. Wat gebeurde er? Wat had anders gekund? Maar ook tijdens de les mijn onvrede benoemen: ‘Wat is er aan de hand? Is mijn tempo te langzaam of misschien juist te snel?’ De voortgang van de les is vaak een afspiegeling van mezelf. Dat luistert nauw. Mijn onzekerheid, vermoeidheid, stemgebruik, maar ook plezier en enthousiasme wordt gevoeld door de klas. Daarin wil ik mij kwetsbaar opstellen. Zo kan ik bijvoorbeeld zeggen dat ik moe of gehaast ben.

Welke extra’s heb jij nog meer als docent? Ik heb een persoonlijke benadering van de student en wil niet dat er afhakers zijn. Namen onthoud ik zo snel mogelijk en ik wil ook weten waar ze werken. Die kennis kan ik gebruiken in de les. Mijn lessen bereid ik altijd goed voor, ook al heb ik de les al eerder gegeven. Een gids moet er ook zijn als dat nodig is, veiligheid bieden. Geen enkele vraag is in mijn les gek of dom. Als studenten vastlopen ben ik makkelijk benaderbaar, ook via mail. Dat waarderen ze.

Wim Smeele

Academiedocent van het Jaar bij de Academie voor Management & Human Resources Leeftijd 56 Deeltijddocent MER (Management, Economie en Recht) Sinds 2005 Ook slb’er, coach PDV In steekwoorden laagdrempelig, hoog inlevingsvermogen, gemotiveerd, persoonlijke benadering, enthousiast

Kunst en architectuur

zoekt de grenzen…

jij ook?! gratis entree Hogewal 1-9 2514 HA Den Haag 070-3658985 info@stroom.nl www.stroom.nl

Every Thursday Start 20:30, max 5 persons per team (€ 2,- p.p.)

PUB QUIZNIGHT Noordeinde 140 's-Gravenhage 070 3630698

www.ocaseys.nl

15 • H/LINK

25


Scriptieprijs

ijs H/Link scriptiepr

Wat is de beste afstudeerscriptie? H/Link nomineert iedere maand een afstudeerder die niet alleen uitmuntend presteerde, maar nog relevant is ook. Jaarlijks in april wint de beste 1.500 euro.

In plaats van

tudeerd en Ben je (bijna) afges ken op de wil je ook kans ma 00,-? Kijk op hoofdprijs van € 1.5 geschool. www.dehaagseho hoe je mee nl/linkscriptieprijs s zijn terug kunt doen. Scriptie kennisbank. te vinden in de hbo ank.nl www.hbo-kennisb

woorden Wat je zegt, wijkt soms erg af van wat je lichaam laat zien. Je lichaam heeft zo haar eigen taal, en onbewust let iedereen erop als ze naar anderen kijken. We interpreteren die lichaamstaal alleen niet altijd goed. Juist in de gymnastiekles zou dat weleens de doorslag kunnen geven of een les goed verloopt of niet, vonden Wendy de Boon en Maxime van Kraaij.  tekst René Rector • beeld Bas Kijzers

W

ie een boodschap wil overbrengen, let meestal goed op wat hij zegt. Bij het uitdrukken van emoties pikken mensen echter maar zeven procent van de boodschap op uit de gesproken woorden. De rest destilleren we uit stemklank (38 procent) en lichaamstaal (55 procent). In een lessituatie is het overbrengen van de juiste boodschap belangrijk, maar Wendy de Boon en Maxime van Kraaij merkten tijdens hun opleiding dat sportdocenten niet specifiek letten op lichaamstaal. Op 55 procent van de boodschap, dus. Rond dat gegeven ontstond het idee voor hun scriptie: uitzoeken of gymnastiekdocenten weten dat ze met hun lichaam niet altijd hetzelfde verhaal vertellen als de boodschap die ze mondeling willen overbren-

Zonder woorden: wat zou de docent bedoelen?

26

H/LINK • 15

gen. Het idee kwam niet helemaal uit de lucht vallen: het viel Maxime en Wendy tijdens de les op dat de lichaamstaal van klasgenoten soms helemaal niet overeen kwam met wat ze op dat moment wilden bereiken. Iemand tot de orde roepen terwijl je naar je schoenen staat te turen? Dat werkt niet. Een compliment geven met je armen over elkaar? Niet overtuigend. Als je niet leert met je lichaam dezelfde boodschap over te brengen als in woorden, en je doet het niet van nature goed, dan is de kans groot dat je als docent niet slaagt. Daar wilden Wendy en Maxime het fijne van weten. Maar hoe onderzoek je gedrag dat mensen onbewust vertonen? Je kunt het ze niet even gaan vragen, want ze weten immers niet wat ze onbewust doen. Om er toch achter te komen, verzon het duo een ingenieuze truc. Bij de Halo leer je om in de gymnastiekles die je geeft verschillende rollen aan te nemen. Zo moet je orde kunnen houden, iets kunnen uitleggen, een didactisch concept vertalen naar een goede sportles en ga zo maar door. ‘Zo ben je het ene moment meer een presentator en probeer je de aandacht van de leerlingen te vangen, het andere moment ben je meer een didacticus en leg je uit hoe het moet. Zodra je bezig bent met het oplossen van enig soort conflict, ben je weer meer een pedagoog,’ vertelt Wendy.


Wendy de Boon / Maxime van K raaij Leeftijd: 22 jaar / 23 jaar Studie: Halo Scriptie: De pr ofessionele en persoonlijke gr oei van de LO-d ocent met betrekking tot lichaamstaa l Cijfer: 9

Wendy (links) en Maxime hebben niet veel bijschrift nodig. Deze blik zegt genoeg: ‘Dit gedrag kan dus echt niet door de beugel.’

De ingenieuze truc bestond eruit, dat Wendy en Maxime in hun onderzoek niemand vroegen naar de betekenis van hun lichaamstaal, maar alleen naar bepaalde bewegingen of houdingen. Ze ontwikkelden een vragenlijst voor scholieren en docenten en gebruikten de collega’s van de school waar ze zelf lesgaven als proefkonijn. De respondenten werd gevraagd naar lichaamstaal, bijvoorbeeld door te vragen: ‘Hoeveel bewoog de docent met zijn handen?’ ‘We hadden aan elk van de rollen een aantal gebaren gekoppeld, al was

dat aan de vragenlijst niet te zien. Daardoor konden we vaststellen hoe docenten overkwamen,’ zegt Maxime. Aan docenten vroegen ze precies hetzelfde. Bij de meeste docenten kwamen de indruk en de zelfperceptie aardig overeen. Wendy: ‘Maar er waren ook docenten wiens lichaamshouding een heel ander verhaal vertelde dan ze zelf dachten.’ Zo was er een docent die zelf dacht vooral lichaamstaal te ‘spreken’ die paste bij de rollen van gastheer, presentator en afsluiter. Maar wat ze in werkelijkheid aan lichaamstaal liet zien – of althans, wat haar scholieren waarnamen – was dat ze ook eenvijfde van de tijd als pedagoog overkwam en ook een deel als didacticus. Haar lichaam vertelde dus een ander verhaal dan wat ze zelf dacht. Wendy: ‘Docenten waarbij de indruk en de zelfperceptie sterk uiteen liep, waren ook dankbaar voor onze feedback. Als LO-docent word je afgerekend op je lichaamstaal. Als je je ervan bewust bent, kun je je les veel effectiever maken.’

Wendy (links, van links naar rechts): ‘luister eens even…’, ‘kom op, je kan het!’, ‘waarom doen ze nou niet wat ik zeg?’, ‘goed zo!’, ‘ik heb het net tweemaal uitgelegd…’, ‘dit is niet okay’, ‘zucht ... leerlingen.’ Maxime (rechts, van links naar rechts): ‘Dank je voor het compliment’, ‘foei!’, ‘zo werkt buitenspel in voetbal’, ‘dat zag er goed uit!’, ‘wat doe je nu?’, ‘top! Ga zo door!’, ‘let eens op’.

Bij elk van die rollen, zo zochten Wendy en Maxime in de literatuur uit, hoort een eigen vocabulaire, zowel in gesproken taal als in lichaamstaal. Armen over elkaar bijvoorbeeld, dat is meer iets voor een pedagogisch moment waarin je orde wilt houden, niet voor tijdens de uitleg van het ringzwaaien. ‘Daardoor kregen we een gedetailleerd overzicht van hoe lichaamstaal de verschillende rollen maximaal zou kunnen ondersteunen,’ zegt Wendy.

15 • H/LINK

27


Schoolvakantie

Maleisië: ‘Meer vakantieland dan studieland’

Gratis op kerstvakantie naar Maleisië en er kennis maken met het hoger onderwijs, dat wilden zeventien Nederlandse studenten, waaronder zes van De Haagse Hogeschool, wel. Als tegenprestatie zouden ze het Aziatische land bij hun studiegenoten aanprijzen. Maar uitwisselingsstudenten hebben er weinig te zoeken. tekst Marijke de Vries/HOP beeld Marijke de Vries/Yanice Roos

Isabella Stojkovski (links) doet zich samen met Inhollandstudente Yanice Roos tegoed aan “kokosmelk”. Donderdag 29 december, 8.00 uur. Een groep Nederlandse studenten loopt, keurig in pak of jurk, door de lobby van een vijfsterrenhotel in Kuala Lumpur, Maleisië. Buiten brandt de zon, de thermometer geeft nog net geen dertig graden aan. Voor de ingang staat – zoals elke dag – een bus met chauffeur voor hen klaar. Vandaag is de bestemming University Kebangsaan Malaysia (UKM). Met ruim 22 duizend studenten een van de grootste publieke universiteiten van het land. De universiteit heeft een internationaliseringsprogramma dat interessant zou kunnen zijn voor Nederlandse studenten. Wel reclame maken, ook in de jungle... vindt Peter Hanssen.

28

H/LINK • 15

Ze zijn in Maleisië te gast op kosten van het ministerie van Toerisme, dat van de groep wil weten hoe het Nederlandse studenten en schoolverlaters kan verleiden tot een bezoek aan het land. In tien dagen tijd werden de toeristische hoogtepunten aan de groep voorgeschoteld: van het moderne Kuala Lumpur reisden ze via de jungle van het Belum State Park,

Hindoetempels en dierenparken weer terug naar de Petronas Towers. De reis wordt afgesloten met een tweedaags verblijf in Putrajaya, de modelstad die speciaal werd gebouwd om overheidsinstellingen en haar werknemers te huisvesten. Het vijfsterrenhotel van de studenten dat de naam ‘aards paradijs’ draagt, biedt vanuit de rooftop swimmingpool een overweldigend uitzicht over de stad. Alleen de cocktails en het bier ontbreken; alcohol is in dit islamitische land op weinig plekken verkrijgbaar, en gruwelijk duur.

Regionale hub De groene campus van UKM ligt zo’n 35 kilometer ten zuiden van Kuala Lumpur. Studenten zijn er in geen velden of wegen te bekennen, op een groepje in het campuszwembad na. Ook in Maleisië blijkt het begin januari tentamentijd. De studenten zitten dus hard te blokken. De Nederlanders worden ontvangen in de golfclub van de universiteit. Isabella Stojkovski (European Studies) wil weten welke bacheloropleidingen van UKM uitwisselingsstudenten kunnen volgen. Het lijkt haar interessant om Europa vanuit Aziatisch perspectief te bestuderen. Ze moet volgend jaar verplicht een buitenland-


minor volgen. Directeur internationalisering, dr. Imran Ho-Abdullah, moet haar teleurstellen. UKM kent eigenlijk helemaal geen uitwisselingsprogramma’s, zegt hij tot verbazing van de studenten. ‘Publieke universiteiten mogen van de overheid maximaal vijf procent van hun studieplaatsen in de bachelor aan buitenlandse studenten vergeven. Die geven we liever aan voltijdstudenten.’ Dat zijn er op dit moment ongeveer zeshonderd, veelal afkomstig uit landen als Indonesië, Jemen en Somalië. Minder dan twee procent van de buitenlandse studenten komt uit Europa, en dat zijn veelal masterstudenten. In 2009 stonden er welgeteld zeven Nederlandse studenten ingeschreven aan een publieke universiteit. ‘Europa is niet echt een focusgebied voor ons,’ erkent Ho-Abdullah. ‘Vooral private universiteiten zijn geïnteresseerd in de Europese studenten; driekwart van de buitenlandse studenten komt bij hen terecht. Wij willen een regionale hub zijn, voor Aziatische en Australische studenten.’

Booming Azië Nederlandse studenten kunnen wel deelnemen aan een vierweekse summerschool van de universiteit, zegt Ho-Abdullah. Dima Velichkov, eerstejaarsstudent International communication management, reageert sceptisch: ‘Dat is niet echt waar bachelorstudenten naar op zoek zijn, denk ik. Die betalen geen tweeduizend euro voor een vliegticket en een summerschool.’ Wellicht kan de Haagse Hogeschool op termijn met UKM samenwerken, oppert Ho-Abdullah. Een goed idee, vindt Isabella Stojkovski. Al is het dan voor de studenten na haar. Maar zo’n samenwerking blijkt even later, in een gesprek tussen Ho-Abdullah en de meegereisde docent Peter Hanssen, nog toekomstmuziek. UKM-studenten gaan zelden op exchange; er wordt pas sinds kort mee geëxperimenteerd. ‘We staan er wel heel positief tegenover,’ haast Ho-Abdullah zich te zeggen. ‘Zo’n samenwerking functioneert natuurlijk alleen als beide instellingen de intentie hebben om studenten uit te wisselen,’ reageert Hanssen. De Nederlandse studenten zijn overigens wel “van harte welkom” om een master te volgen aan UKM, zegt Ho-Abdullah. Daar is de universiteit niet aan quota gebonden. Maar voor veel Nederlandse studenten is een master nog ver weg. ‘Waarom zou ik dat híer doen?’ klinkt het. Volgens Ho-Abdullah is het vooral een kans om een andere cultuur te leren kennen en ervaring op te doen. ‘Maleisië is het hart van Azië, studenten kunnen hier leren over de cultuur en handelsgebruiken van de hele regio.’ Ook

het onderwijsniveau hoeft volgens hem niet onder te doen voor Europese instellingen. Pamela van Schooten, student forensisch onderzoek aan de HvA, is niet overtuigd. ‘Het is in mijn ogen meer een vakantieland dan een studieland. Als ik de keuze heb tussen een studieprogramma in Maleisië of Australië, dan kies ik voor het laatste.’ Amber van Leeuwen, student International communication management aan De HHs, denkt er anders over. ‘Ik ga in het voorjaar een minor doen in Jakarta. Niet per se voor het goede onderwijs – het niveau is er waarschijnlijk lager – maar voor de ervaring. En omdat Azië booming is. Ik denk dat niet je diploma, maar je ervaringen je uiteindelijk brengen waar je wilt zijn.’

Met shorts de moskee in is geen goed idee. Daarom zijn speciale overpakjes beschikbaar.

Toerisme Blijft de vraag rijst waarom de Maleisische overheid tienduizenden euro’s heeft uitgetrokken voor deze studentenreis, terwijl er eigenlijk geen uitwisselingsprogramma’s zijn. En waarom ze op kosten van de staat langs musea, folkloristisch danstheater en natuurschoon worden getroond. ‘Promotie,’ luidt het antwoord van Azizah Ahmad, die in Maleisië verantwoordelijk is voor het reisprogramma. Bij een bijeenkomst in Nederland, voorafgaand aan de reis, wekte de organisatie de stellige indruk dat het land ook volop uitwisselingsmogelijkheden zou bieden. Maar volgens Ahmad heeft dat geen prioriteit. ‘We hebben onderwijselementen in het programma opgenomen, omdat het studenten zijn en om ze kennis te laten maken met het systeem hier. Maar het gaat ons om toerisme.’

Uiteindelijk krijgt iedereen een certificaat van deelname.

15 • H/LINK

29


Juweeltjes Wat is nieuw en de moeite waard? En welk juweeltje heb je tot nu toe gemist? Voor ‘nieuwe juweeltjes’ kijk je rechts. De verborgen schatten zijn deze maand van Marcello Vianello, conciërge.

‘Ik hou van actie, ook al is het nep’ Il Divo (2004)

Marcello Vianello is conciërge en een bekend figuur in de gangen van de hogeschool. Gezond leven is zijn passie, en dat doet hij door op zijn eten te letten en zes keer in de week te trainen. Tijdens het bodybuilden luistert hij naar muziek. ‘Dat geeft me de kracht om door te gaan.’ tekst Martine Seijffert • beeld Quintin van der Blonk

Jurrasic Park, deel I (1993) Regie: Steven Spielberg

Terug naar de dinotijd Jurassic Park kan ik wel honderd keer kijken. In 1993 ging ik er voor het eerst heen met mijn vader. Ik ben naar huis gegaan en heb de film meteen nog een keer gekeken. Het verhaal speelt zich af in de dinotijd. Een groep mensen krijgt een rondleiding in een park met dino’s. Wat ik mooi vind aan de film zijn de dino’s zelf en de speciale effecten. Ik hou van actie, ook al is het nep. Een paar keer ben ik behoorlijk geschrokken, zoals toen T-rex ineens binnen kwam stormen. Ongelooflijk dat zulke grote dieren ooit bestaan hebben. Mijn vader vond het ook een leuke film, al viel hij wel een paar keer in slaap. Toch wil hij graag mee naar het vierde deel, dat als het goed is dit jaar uitkomt.

Met veel emotie gezongen Ik ben zelf half Italiaans en in Il Divo zit ook een zanger met Italiaanse achtergrond. Mijn lievelingsnummer is Everytime I look at you. Het is een soort opera: ontroerend en emotioneel. Mijn moeder is elf jaar geleden overleden en bij dit nummer denk ik aan haar. Ik zet het keihard op in de auto en dan luister ik naar met hoeveel emotie het wordt gezongen. Het is heel erg zuiver, hartverscheurend. Nadat ik het nummer heb geluisterd voel ik me happy, opgelucht en fit. Vorig jaar draaide ik ‘m wel twintig keer per dag. Ik zou zeker nog graag een keer naar concert van Il Divo gaan en heb al alle dvd’s. Een ander prachtig nummer vind ik Too much love will kill you van Queen. Mijn moeder was gek op Queen. Ik draai dat nummer nog dagelijks op mijn mp3 als ik ga sporten. Als ik dan mijn zware gewichten optil en ik hoor die muziek, dan krijg ik weer energie en kracht. Voor haar wil ik ook volgend jaar mijn debuut maken bij wedstrijden bodybuilding. Zij zei altijd: ‘Waar een wil is, is een weg.’ Als ik volhoud, kan ik in de spiegel kijken en tegen mezelf zeggen: ‘Kijk, dat heb je goed gedaan.’

Muscle & Fitness (verschijnt maandelijks)

Tips over je eetpatroon Gezond leven is mijn passie. Ik lees dit tijdschrift graag omdat je leest hoe je dingen anders kan doen. Zoals bijvoorbeeld je eetpatroon aanpassen, jezelf sterker maken of hoe je van een blessure af moet komen. Die tips neem ik mee. Ook vind ik het leuk om te lezen over bekende personen, zoals Ronnie Coleman. Dat is de meest gespierde man aller tijden en hij heeft heel veel wedstrijden gewonnen. Daar heb ik echt respect voor.

30

H/LINK • 15


Recensies The Old Man and the Sea The Old Man and the Sea van Ernest Hemingway is een klassieker op eenzame hoogte: goed voor een Nobelprijs én een Pulitzer prize is het waarschijnlijk een van de beste novelles ooit. Het verhaal: Santiago, een oude visser, wil nog één keer laten zien dat hij nog meetelt in de visserij, en gaat met zijn bootje de zee op om een zwaardvis te vangen. Het klinkt heldhaftig. Of misschien te veel streekroman. Maar The Old Man is geen Perfect Stormspierballenverhaal noch Sound of Music. Meer nog dan over het gevecht met de vis, gaat het over de vriendschap met een jonge leerlingvisser, over vervlogen dromen, de hardheid van het bestaan en over een man die zichzelf en zijn beperkingen onder ogen moet zien. Als je zo’n meesterwerk verfilmt, moet je van goeden huize komen. Gelukkig is het verhaal zo eenvoudig, dat het Hollywood grote moeite zou kosten er een volledige speelfilm van te maken. Ze deden het wel overigens, in 1958, met weinig succes. Alexandr Petrov echter beschilderde tweeënhalf jaar lang in totaal 29.000 glasplaten met olieverf. Hij creëerde er de enige grootbeeldfilm mee die ooit een Oscar won (in 2000). Hemingway schreef in zijn boek geen zin te veel,

tekst René Rector

maar voor Petrov werkte dat principe niet: hij gebruikt het medium film ook om sfeer neer te zetten. Dat hij werkt in olieverf, pakt goed uit. Juist met deze techniek maakt hij optimaal gebruik van de mogelijkheid om diepte te creëren. De verftechniek heeft ook tot gevolg dat de actiescènes in slow motion afgedraaid lijken. De film krijgt iets bedachtzaams en trekt je mee in de wereld van de oude man. Petrov maakte niet zozeer een tekenfilm, maar een uitgesponnen kunstwerk.

Lezersactie The Old Man is vrijwel nooit te zien zoals ie bedoeld is: levensgroot. Maar op 13 februari gaat hij (opnieuw) in première in het Omniversum in Den Haag, waar hij op IMAX-formaat vertoond wordt. Voorafgaand is een documentaire over Ernest Hemingway. Een prima Valentijnsverrassing. Link geeft tien maal twee kaarten weg. Aan jou? Stuur dan een e-mail aan link@hhs.nl met daarin je naam, degene die je mee wilt nemen en waarom jij naar deze film wilt. Op 10 februari krijg je bericht of je kaartjes (overigens niet per se voor de première) gewonnen hebt. Zo nee… de film draait nog tot 22 april.

The Old Man and the Sea Genre: drama Duur: 1 uur Regie: Aleksandr Petrov

 Meer weten?

Geloofwaardig gluren in het studentenleven Het tweede boek van Philip Huff, Niemand in de stad, geeft een geloofwaardig kijkje in het leven van een student uit het Amsterdamsch Studentencorps. Met een boeiende, intelligente schrijfstijl neemt Huff zijn lezer mee in een wereld vol liegen en bedriegen. Al is het verhaal over Philip – ondanks de gelijke voornaam – niet autobiografisch, het is duidelijk dat Huff de ins en outs van deze wereld kent. De vraag die je als lezer hoopt beantwoord te krijgen: Wat krijg je terug voor leven in zo’n wespennest? Philip is student in Amsterdam en lid van het studentencorps. Hij neemt zijn intrek in ‘het Weeshuis’ waar hij samen met zijn mannelijke huisgenoten/corpsleden in de studentenwereld stapt. De jongens, Hannes, Paulus, Matt en Bart zijn de nachtmerrie van elke schoonmoeder: ze zijn luidruchtig, elke avond dronken en duiken het bed in met Jane en alleman. Alleen Jacob is anders. En Philip zelf in eerste instantie ook. Hij heeft een vriendinnetje en wil daar trouw aan

blijven. Dat lukt redelijk, tot hij de knappe Karen ontmoet. Binnen het Corps is Philip een held, maar langzamerhand krijgt hij zo zijn twijfels. Hetzelfde geldt voor zijn werk in het casino, dat hem ook met een steeds sterker schuldgevoel opzadelt. Het schuldgevoel uit zich in een brandend maagzuur dat steeds erger wordt. Een mooie metafoor voor alles wat Philip dwarszit, zoals de vraag die hem teistert: ‘Wanneer moet je iemand tegen zichzelf in bescherming nemen?’ Had hij zijn intelligente vriend Jacob kunnen helpen? Had hij de vrouw aan zijn casinotafel wel al haar geld moeten laten inzetten? Kan hij zijn vriend, de vrijbuiter Matt helpen? Wil hij dat wel? Aan het einde van het boek lijkt Philip tot inkeer te komen. Hier verdwijnt de oppervlakkigheid en worden de gevoelens van Philip verfijnder. Het is dan dat het verhaal je raakt; Philip lijkt volwassen te worden. Je verwacht dan ook een radicale afrekening met het studentenleven, maar of dat ook gebeurt…

tekst Martine Seijffert

Niemand in de stad Philip Huff 352 pagina’s Prijs: € 19,90

 Meer weten?

15 • H/LINK

31


Summaries THU-students surveyed about their love and sex lives More than five hundred THU-students filled in a survey about their love and sex lives on Link Online. They answered questions about one-night stands, cheating and the biggest letdowns during a first date. Three students will guide you through the results with their personal stories. First-year student Michiel (21) has been involved in a relationship for a few weeks now. How does he define a relationship? ‘Well, it’s on Facebook, so then it must be true,’ he smiles. Because this is Michiel’s fourth relationship, he belongs to the minority of students (19 percent) who said they have had four or more relationships. The majority of the students have had one or two relationships. When students were asked to rate their relationship, men gave an average of 8.2 out of 10, women an 8. Both male and female students evaluated their sex lives with average mark of 7.3.

Cheating Most THU-students claim to be very faithful: 66 percent of them never cheated on their partner. A lower percentage of 19 percent filled in the answer: ‘ I did

parties.’ Most THU students (50 percent) say they have shared their beds with one to three people so far. There is also a group of students who filled in that they have had no sex partners until now (17 percent). For some, like third-year student Jasmijn (20) this is a conscious choice. ‘I believe God created man and woman for each other, and you can truly be joined together by marriage. For me, it is normal

cheat on my partner once in a former relationship’. Almost the same percentage of 21 percent says they were cheated on in a former relationship. A related question that pops up is the question of whether the people who cheat are also the ones who are being deceived? That was the case for IBMS-student Joey (23). He did cheat on an ex-partner once, but was also betrayed by another ex-partner. This last experience was extra painful, because the partner who cheated on Joey had unsafe sex with another man who was HIV-positive. ‘I was really shocked’, Joey explains. ‘Luckily, it turned out I wasn’t infected, but now I never have sex without a condom anymore.’

More than a hundred When asked about the amount of girls he has gone to bed with,

not to have sex with my boyfriend before we get married.’

Michiel ticked the box saying ‘more than ten’. ‘It’s a bit more than ten, actually,’ Michiel says when he is asked about this. ‘Let’s say the amount runs into the hundreds. I’ve had some periods between relationships in which I was very sexually active. I experimented with sex and drugs and went to a lot of

The enquiry ends with a question that cannot be skipped when writing about love: How will you spend Valentine’s day? One-third of the students will celebrate this day with their boy or girlfriend. Another third says they will probably not even remember it’s Valentine’s day on 14 February. The most original answer comes from the girl who wrote that, ‘I will go to Paris and ask my beloved to marry me.’

Malaysia: more a country for tourists than for international students going on exchange to Malaysia. In the end, it turned out that Malaysia is a perfect country for tourists, but doesn’t have much to offer for exchange students.

Seventeen students, including six from The Hague University, headed to Malaysia during the

32

H/LINK • 15

Christmas holidays. The Malaysian government offered them a free trip to get enthused about

The Malaysian Department of Tourism would like to entice Dutch students and post-graduates to visit the country. That’s why the department arranged a ten-day tour for the visiting students, passing the main tourist attractions of Malaysia. Also on the agenda was a visit to the University Kebangsaan Malaysia (UKM). When the students were informed about the

university’s exchange program, it turned out that UKM doesn’t offer such programs. ‘Public universities are only allowed to give a maximum of five percent of their study capacity to international students. We prefer to give those spots to students who are here to follow the whole program,’ dr. Imran Ho-Abdullah, chairman of the internationalization department, explained. Then why did the Malaysian government spend so much money on this trip? It turns out that getting exchange students is not the real priority, stimulating tourism is.


Just how gay-friendly is THU?

Universities are not in control government organizations (such as universities), operate, is far from ideal. A large problem is the conflict of interest between CEO’s and the middle managers, but the biggest concern is that the control models are based on organization-wide goals. ‘These objectives are, in practice, deliberately kept abstract. For example: “It is more than necessary in the following year to deliver a quality impulse towards our

According to the Link Love and Sex survey, 42 per cent of gay and bisexual students don’t feel free to be open about their sexual orientation. Some students fear undesirable reactions and the macho culture within their study programs. Based on statistics, over 2.200 students at The Hague University of Applies Sciences are homosexual. However, hardly any students know of fellow students who are homosexual. Should sexual diversity be more visible and – more importantly – is THU responsible for opening the subject up for discussion? Opinions differ. ‘It would be a good idea if there were lectures on the subject to increase acceptance,’ claims a fourth-year student of Architecture and Construction Engineering. She is open about her homosexuality in her daily life, except at school. ‘For example, the introduction period would be a good time to make people aware and show the topic can be discussed.’ A Public Administration student says that: ‘If you develop policy about it, you make it something special. It would be good, though, if a teacher could openly say he is gay. Then you can show that it is normal and that it should be accepted.’ Social Work and Social Services lecturer Marcel Sem Kok, who is married to a man and the father of two children, is one of those role models. For the past four years, he has organized the workshop Coming Out. ‘I want students to be acquainted with homosexuality in an approachable way,’ he says.

Risk management professor Rick Anderson wrote the book In Control or Out of Control. Rick notes that the way in which

students.” Such an abstraction, of course, says nothing. The reason for such vagueness is fear, because the more accurate one goal, the more likely you will be judged on it,’ says Rick.

School is not too crowded The overall impression of The Hague University is that the building is overcrowded, that you’ll never find an empty classroom and don’t even think about finding an available computer station. But is that true? No. According to research by the Facility Management Services Department, the school is surprisingly empty. On weekly basis, an average desk is only occupied 49 percent of the time. Classrooms are busier, but most of the classes are for only half filled. For the Department, which is responsible for the proper housing of employees and classes, the results are reason to start experiments with flexible work desks and to reconsider the size of classrooms.

Sport students investigate body language Every month H/Link nominates an outstanding graduate who has not only performed excellently academically, but also has a relevant thesis. Every year in April, the best one wins 1.500 euro.

Without words: ‘Your behaviour is not acceptable’. To what extent does your body say something different from what you say verbally? And, if it differs a lot, is that a bad thing? Wendy de Boon and Maxime van Kraaij passed their final thesis on the somewhat unusual subject of body language in gym classes. Using a smart survey for both high school students and teachers, they found out

that some sports teachers are more or less unaware of the influence their body language has on the impression they give. ‘It’s essential in the gymnasium, since most of the things that happen there are physical. If sports teachers were more aware of their body language, their teaching would be more effective,’ Wendy says.

For all curious international THU students and employees, Link offers a translated summary of the most important, interesting and fun Dutch stories of this issue on these pages. If you want more news and information, visit Link Online in English on the student portal.

15 • H/LINK

33


Love

Long Distance Love Being separated from each other can be a real heartbreaker. Two international students share their stories of how they conquered distance and kept their relationships alive and flourishing. story Enitsa Gabrovska • photo Bas Kijzers

Adrian Mitev (20), a second-year IBMS student from Bulgaria and his girlfriend Bella fell in love right before they went to study in different countries.

ters by regular mail because people rarely do that anyI like how careful and more. She has surprised sensible she is to me. I can me twice by coming especially see it in the way she acts here unexpectedly. in different situations when I need her opinion or help, The most difficult for instance. thing was to get used to the feeling that I have to live separated from the person that I love. It is difficult sometimes Adrian about Bella to arrange even to speak on Skype because we are so busy. ‘We met six or seven years ago We have a long time until we because we were in the same graduate. But when I think class in high school. In 2010, I about it, I don’t get depressed; came to The Hague University I am cheered up by the thought and she went to Austria to that we can someday live study Pharmacology. When together.’ we had to part we didn’t talk about the distance, it was telepathy between us – I like him because he can we were both sure we easily make me smile with his were going to try. The sense of humor and make me see the best thing is that we world from another side with his are now used to this different point of view. relationship. We see each other at least once every one to two months. Sometimes, we send each other some small gifts or let- Bella about Adrian

34

H/LINK • 15

Rey is a very simple, humble and a responsible man. As a boyfriend he is very understanding, he respects my decisions and he gives me room to grow individually.

Duchess Angeli Ecat (28), third-year European Studies student, has come all the way from the Philippines to have her own experience abroad. Her boyfriend Rey is still in the Philippines.

‘We have been together for almost 12 years. When I decided to go to Holland in 2007, Rey didn’t want me to go. Still, he was very supportive. It has been almost five years now that we haven’t lived together and I

have only been home twice. We keep the relationship going by making sure that honesty and respect are always there. From time to time, we do face difficulties, for example, with


Melting pot Like every culture, every kitchen has its very own flavors. The Hague University houses more than 135 nationalities, so that must provide enough ingredients to get a taste of great recipes from all over the world.

We just like to share

Something I love about Duchess... uhhmmm...She is lovable, caring to her family and me. But most of all I miss her ‘Sinigang’, because for me she’s a good cook.

In this edition, Noor Amin, a 3rd year International and European Law student, will take us on a passage to India. Prepare a full glass of water because it is about to get very spicy. story Ani Dineva photo Mieke Barendse

What meal are you preparing today? I am making Bombay Biryani. This is one of the most typical Indian dishes, which consists of the most common ingredients and spices we use. It contains boiled rice mixed with curry, made from traditional spices such as coriander, black and white pepper and red hot chili peppers. Most Indians are vegetarians, so usually the meal is prepared with fish. If you like meat, however, you can also make it with lamb or chicken. I chose chicken. Either way, it is very spicy. If you like spicy food, than this one is for you.

What are the Indian traditional eating habits like? Here in Europe, people have something light for dinner and they have it early. In India it is exactly the opposite. We have our dinner very late at night, at around 10pm or 11pm and it is heavy too. We take all the courses – appetizers, starters, main courses and desserts. Indians rarely go out. They prefer to eat homemade food, especially in the evening. And if they do decide to go out, they still prefer to go to an Indian restaurant.

Does the whole family gather when eating?

the time difference. It is also very hard to get the right message across via Skype or chat. Sometimes I am jealous when I see some teasing comments by his colleagues on Facebook about female co-workers.

Holland costs around 1.500 Euros. On top of that, he also has to show the embassy that he has around 1.000 Euros for his stay. It’s quite a lot of money and we need to work together to save it.

Luckily, I have something to look forward to. Rey is planning to visit me next year for my graduation. He is still saving because the ticket to

As for the future, we still don’t know where we want to stay. But he told me that we can be anywhere as long as we are together.’

RECIPE ON LINK ONLINE

Check out the recipe of the Bombay Biryani and a movie on In India, families are really big, Link Online but we eat all meals together. (http://link-en.hhs.nl) Family is important. People are even allowed to leave their offices so that they can have lunch with their families. But we don’t only share our meals with our families. It is common tradition that, every day, people bring – whatever they have cooked – to their neighbors. That way, every night, people have a different variety of food. Houses in India even have a passage on the roof that makes it easier to reach the neighbors. Usually, this passage is used by the women, so that they don’t have to go out of the house. Even if people don’t cook much, they still make something sweet and they give that to the neighbors instead. We just like to share.

Would you like to invite H/Link into your kitchen and give us a taste of your home country? Send an e-mail to hlink@hhs.nl.

15 • H/LINK

35


Het saaie college Sudoku 6 9

1

7

3

5

4

9

7

6

8

5

3 5

2

4

2

7 5

36

1

4 7

4

2

H/LINK • 15

1

...hebben ruimte voor nieuwe patiënten bij zowel de tandarts en/of de mondhygiëniste! Het team op de Ieplaan en het Rijswijkseplein bieden tandheelkundige zorg variërend van reguliere tandheelkundige behandelingen tot prothetische behandelingen zoals het plaatsen van gebitsprothesen. Graag verwelkomen wij je op de Ieplaan 2 of het Rijswijkseplein 56 te Den Haag. Loop gerust eens binnen voor informatie of om je in te schrijven als patiënt. Voor afspraken kun je contact opnemen met ons centrale afsprakenbureau op het gratis nummer 0800 633 46 28


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.