Bouwen aan Monumenten 01 2009

Page 1

TIJDSCHRIFT OVER MONUMENTENZORG, RESTAURATIE, BEHEER EN BEHOUD VAN CULTUREEL ERFGOED

BOUWEN AAN MONUMENTEN

HET NIEUWE RIJKSMUSEUM

1

2009

TERUG NAAR CUYPERS

PROJECT KASTEEL DE HAAR

REGIO

PIERRE CUYPERS

LIMBURG

EEN MODERNE MIDDELEEUWER


Historische beglazing Isolerend dubbelglas met de dikte van enkelglas! Bij restauratie of verbouwing van monumentale panden komen de ramen vaak het eerst in aanmerking voor vervanging. Een belangrijk aspect hierbij vormt de warmte isolatie in het kader van het terugdringen van de CO2 uitstoot. Daarnaast is het van belang dat het karakteristieke gevelaanzicht van weleer gewaarborgd blijft. Stolker Glas heeft speciaal hiervoor het Stolker Monuglas ontwikkeld Het Stolker Monuglas is slechts 10 mm dun isolerend dubbelglas, én is sinds kort ook leverbaar in 9mm. Door de geringe dikte, is het product in nagenoeg elke situatie toepasbaar. Stolker Monuglas wordt uitgevoerd in getrokken glas, waardoor men de zachte, onregelmatige spiegeling behoud die juist zo karakteristiek is voor gevels in historische gebouwen en monumenten. Stolker Monuglas laat zich uitstekend combineren met Neutral S, zodat uw monumentale beglazing vanaf heden leverbaar is mét moderne prestaties. Volgens EN673 kunnen met Stolker Monuglas U-waarden behaald worden van 3.1 W/m2K luchtgevuld, tot een U-waarde van 1.6 W/m2K gevuld met Xenon. Mét behoud van neutraal doorzicht. In het kader van veiligheid en bescherming tegen persoonlijkletsel is het assortiment Monuglas uitgebreid met twee producten; het MonuSafe en MonuTempered. MonuSafe is een gelaagde samenstelling van 8mm dikte. Het MonuTempered is een geharde 4mm dunne ruit. Beide samenstellingen zijn voorzien van een warmtereflecterende coating en hebben de zachte onregelmatige spiegeling van oud getrokken glas.

Samenstelling

Gasvulling

U-waarde LTA/ZTA

Stolker MonuSafe

N.V.T.

3.7

74/71

Stolker MonuTempered

N.V.T.

3.7

74/71

Stolker Monuglas

Lucht (geen)

3.1

81/64

Stolker Monuglas

Argon

2.6

81/64

Stolker Monuglas

Krypton

2.0

81/64

Stolker Monuglas

Xenon

1.6

81/64

Glas van toén met prestaties van morgen

www.stolkerglas.nl


Voor het betere klungelwerk moet u bij Gielissen Botim zijn

Maar dat wist u wellicht al. Want juist hierom wordt Gielissen Botim zo gewaardeerd. Behalve in klungels blinken wij namelijk ook uit in makelaars, wrongstukken, wellatten, slisverbindingen, boeken, strijken, kruisnaden, paumelles en stolpnaalden om maar eens een paar ambachtelijke technieken te noemen. Technieken die lang niet iedere interieurbouwer meer beheerst maar waardevol kunnen zijn bij het realiseren van het mooiste restauratiewerk, monumentale interieurs en ingewikkelde maatwerkprojecten. Vraag Henk Basten eens op de koffie (06-25032023) en er gaat een wereld van zeldzame kennis voor u open. Gielissen Botim Exclusieve Interieurs, Haverdijk 2, 5704 RC , Helmond


natuurlijke kleuren maken het verschil

hydraulische kalkmortels, kallei en tadelaktbepleistering UNILIT buitengevelisolatiesystemen LIMETICS kalkverven CORICAL silicaatverven CORISILK marmerafwerkingen MARMOLUX, CORISTIL en DECORLUX stucco venetiano PLASTELUX en VENESTUK

B

B

S

Bofimex Bouwstoffen groothandel bouwmaterialen Krombraak 3 - 4906 CR Oosterhout Tel. 0162 49.95.75 - Fax 0162 49.91.35 www.bofimex.nl - info@bofimex.nl

Certificaat 0602-0411-035-2

Arte Constructo bvba Molenberglei 18 - B-2627 Schelle - Belgium Tel. +32 (0)3 880.73.73 - Fax +32 (0)3 880.73.70 www.arteconstructo.be - info@arteconstructo.be


voorwoord

Beste lezers, Pierre Cuypers, die naam dook met enige regelmaat op tijdens de voorbereidingen voor deze eerste editie van Bouwen aan Monumenten. Niet zo vreemd, want van de neogotische architect en bouwheer uit Roermond wordt wel eens gezegd dat hij met de bouw van tientallen kerken en de restauratie van een veelvoud daarvan het Nederlandse landschap in de tweede helft van de negentiende eeuw behoorlijk heeft veranderd. Twee bekende monumenten in Amsterdam, het Rijksmuseum en Centraal Station, dragen eveneens zijn signatuur en uiteraard ook in zijn eigen stad Roermond zijn er nog volop sporen van Cuypers te vinden. Pierre Cuypers duikt dus regelmatig op in de verhalen die u op de volgende pagina’s kunt lezen, een keer zelfs als hoofdrolspeler. Daarmee stond meteen het centrale thema van deze première van Bouwen aan Monumenten vast: Limburg. Dat centrale thema zal een vast onderdeel worden van dit blad. De ene keer door er heel specifiek een bepaalde provincie of regio uit te lichten, de andere keer door uitgebreid aandacht te besteden aan een bepaalde architect, bouwstijl of bouwperiode. En vanzelfsprekend zal ieder artikel – zoals de naam ook al aangeeft – van dit blad ingaan op wat er tegenwoordig op monumentengebied in Nederland speelt. Want monumenten hebben heden ten dage – gelukkig – alle aandacht (dat was in de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog wel anders). Gemeenten, provincies en de landelijke overheid voeren een degelijk monumentenbeleid, iets dat onder andere ook geldt voor tal van bouwbedrijven, ontwikkelaars en woningcorporaties. Minister Plasterk maakte bijvoorbeeld onlangs nog bekend meer geld beschikbaar te zullen stellen voor restauratiewerkzaamheden. Tevens wil hij de administratieve rompslomp voor eigenaren van monumenten verminderen. Wat er dus zoal gebeurt in de wereld van het monumentenbehoud en –onderhoud willen we graag beschrijven in het blad waarvan nu, zoals aangegeven, de eerste editie voor u ligt. Het is een magazine dat we – zoals dat zo mooi heet – na een intensieve voorbereidingsperiode met gepaste trots aan u presenteren. Met Bouwen aan Monumenten willen we u op een zowel informatieve als onderhoudende wijze informeren over lopende restauratieprojecten, over nieuwe ontwikkelingen en over bedrijven en instanties die zich op wat voor manier ook bezighouden met of bijdragen aan het in stand houden van de gebouwen die als getuigen van onze rijke geschiedenis gelden. Door er over te schrijven hopen we op onze manier een steentje te kunnen bijdragen aan dat proces. We hebben deze eerste editie – en dat zal ongetwijfeld ook gelden voor de volgende uitgaven – met veel enthousiasme en plezier voorbereid en gemaakt en hopen dat u er bij het lezen net zo veel genoegen aan zult beleven

Jac Buchholtz


‘BOUWEN AAN MONUMENTEN’

Tijdschrift over monumentenzorg, restauratie, beheer en behoud van cultureel erfgoed Jaargang 1, nummer 1 2009 Sinds 2009 Verschijnt 6 x per jaar ISSN: 1879-4351 Uitgever

Schatbeurderlaan 6 Postbus 249, 6000 AE Weert, Nederland T +31 (0)495 450095 F +31 (0)495 521335 E info@louwersuitgevers.nl W www.louwersuitgevers.nl België Louwers Mediagroep BVBA Postbus 15 B, 3910 Neerpelt, België T +32 (0)11 605540 F +32 (0)11 605541 E info@louwersmediagroep.be W louwersmediagroep.be Redactie en eindredactie Jac Buchholz Redactieadres Schatbeurderlaan 6 Postbus 249, 6000 AE Weert, Nederland T +31 (0)495 450095 E info@louwersuitgevers.nl Bladmanagement Niek Oostendorp E n.oostendorp@louwersuitgevers.nl Jos Stultiens E j.stultiens@louwersuitgevers.nl Secretariaat Manuela Depenbrock Advertenties Online aanleveren: http://ftp2.louwersuitgevers.nl Username: monumenten wachtwoord: gast Postbus 249, 6000 AE Weert, Nederland T +31 (0)495 450095 F +31 (0)495 521335 Abonnementsprijs € 47,70 per jaar incl. BTW ING 41 71 65 t.n.v. Louwers Uitgeversorganisatie BV o.v.v. Bouwen aan Monumenten Informatie over abonnementen: T +31 (0)495 450095 E info@louwersuitgevers.nl Adreswijzigingen Schriftelijk ten minste drie weken voor verhuizing naar: Postbus 249, 6000 AE Weert Vormgeving / Art-direction Logo Reclame- Ontwerpbureau BV T +31 (0)495 450065 E info@logobv.nl Opzeggingen Indien twee maanden voor het verstrijken van de abonnementsperiode geen schriftelijk bericht van opzegging is ontvangen, wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. Doelgroep Abonnees, betrokken ministeries en rijksdiensten, provinciale, gemeentelijke en andere betrokken overheden, monumentenwachten, landelijke, regionale en lokale organisaties, stichtingen en instellingen m.b.t. cultureel erfgoed. Aannemers, adviesbureaus, architecten en andere betrokken marktpartijen. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen of vermenigvuldigd zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever en zonder bronvermelding. Hoewel dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Zij aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op deze informatie.

08

Het nieuwe Rijksmuseum: terug naar Cuypers

14

Pierre Cuypers: een moderne middeleeuwer

19

Gemeente Roermond geeft brede invulling aan monumentenzorg

24 Wonen op stand in het centrum van Roermond 26 De Steenen Trappen: meer dan de restauratie van een monument 30

“Bekijk een monument niet als losstaand object”

34

“Je mag best zien wat een vloer heeft doorgemaakt”

36

Link met het verleden

37 De onzichtbare akoestische oplossing


BOUWEN AAN MONUMENTEN TIJDSCHRIFT OVER MONUMENTENZORG, RESTAURATIE, BEHEER EN BEHOUD VAN CULTUREEL ERFGOED

TIJDSCHRIFT OVER MONUMENTENZORG, RESTAURATIE, BEHEER EN BEHOUD VAN CULTUREEL ERFGOED

BOUWEN AAN MONUMENTEN

2009

HET NIEUWE RIJKSMUSEUM

NUMMER 1

TERUG NAAR CUYPERS

1

2009

PROJECT

KASTEEL DE HAAR

REGIO

PIERRE CUYPERS

LIMBURG

EEN MODERNE MIDDELEEUWER

39

Modern wonen in een historische ambiance

42

Project: Kasteel de Haar

54

“Monumenten zijn visite-kaartjes van onze stad”

60

“Het is nu een toplocatie vlakbij het centrum van de stad”

66

“Spelen met het oorspronkelijke ontwerp”

68

Ambachtelijk en eigentijds

70

“Een monument is niet alleen een gebouw maar ook beleving”

72

Nostalgisch vakwerk specialiteit van Siersmederij Wilpstra

1 20-03-2007 11:47:26

08-10-2009 16:48:40

75 Wie doet Wat?


Rijksmuseum

Het nieuwe Rijksmuseum: terug naar Cuypers

Fotografie Arie de Leeuw

8

Bouwen aan monumenten


Rijksmuseum

Terwijl het oude Rijksmuseum – althans het deel dat open is – nog altijd kan rekenen op grote aantallen bezoekers, vindt achter de schermen – in de rest van het gebouw – de transformatie naar het nieuwe Rijksmuseum plaats. Het is de grootste verbouwing in de geschiedenis van het museum, een verbouwing die nog tot 2013 gaat duren. Belangrijk uitgangspunt bij alle werkzaamheden is dat de nadruk weer op het oorspronkelijke gebouw, het originele architectonische concept van architect Pierre Cuypers komt te liggen. Voor hoofdarchitect Cruz y Ortiz uit het Spaanse Sevilla is Nebest Bouwadvies B.V. uit Katwijk directieteamlid binnen het team van het Programmabureau ‘Het Nieuwe Rijksmuseum’.

H

et huidige gebouw van het Rijksmuseum stamt uit 1885, maar de geschiedenis van de instelling gaat terug tot 1800. Toen opende het museum in Huis ten Bosch in Den Haag, als Nationale Kunstgalerij, haar deuren – met het Louvre, het eerste publieke kunstmuseum van Europa dat werd geopend tijdens de Franse Revolutie, als voorbeeld. Het was ook onder Franse invloed – op bevel van koning Lodewijk Napoleon – dat het museum acht jaar later naar Amsterdam verhuisde. Gotisch-rationalisme Daar werd de collectie eerst ondergebracht in het Paleis op de Dam en later in het Trippenhuis. Dat laatste werd door veel mensen ongeschikt geacht als museum en de roep om een echt nationaal museumgebouw werd steeds sterker. Het zou echter tot 1876 duren voordat met de bouw van het door de architect Pierre Cuypers (1827-1921) ontworpen Rijksmuseum werd begonnen. Negen jaar later vond de opening plaats. Tijdens de bouwperiode verwierf Cuypers eveneens de opdracht voor het ontwerpen van het Centraal Station in Amsterdam, maar met die twee ontwerpen werd niet de basis gelegd voor een glorieuze voortzetting van zijn carrière. Toen namelijk in 1885 het Rijksmuseum klaar was leidde de gotisch-rationalistische stijl van het gebouw meteen tot een felle publieke discussie. Veel mensen vonden dat deze stijl niet aansloot bij datgene waar het Nederlandse volk, zijn geschiedenis en cultuur voor stonden. Hoewel het gotisch-rationalisme nog enige tijd werd toegepast bij nieuwe overheidsgebouwen, vanwege Cuypers betrokkenheid als adviseur, kwam hij nooit meer in aanmerking voor enige overheidsopdracht. Voorliefde voor monumenten Tegenwoordig is de waardering voor Cuypers er niet minder om en ook het feit dat bij de huidige verbouwing van het Rijksmuseum ‘terug naar Cuypers’ het credo is, waarmee een aantal tijdens eerdere renovaties gedane aanpassingen weer on-

gedaan worden gemaakt, zegt voldoende over de veranderde wijze waarop het gebouw tegenwoordig wordt beoordeeld. Die verbouwing ging eind 2003 van start en zou volgens de eerste, optimistische verwachtingen tot circa 2008 duren. Die planning werd op den duur bijgesteld tot 2010 of 2011 en inmiddels is de definitieve opleveringsdatum verschoven naar 2013. “Een vertraging door zowel interne als externe oorzaken”, legt Kees Caspers tactisch uit. Caspers is directeur van Nebest Bouwadvies B.V., het bedrijf dat sinds het begin van de verbouwing en restauratie deelneemt in het directieteam. “Dat doen we in deelprojecten. We voeren directie en/of houden toezicht op de bouw. We verdedigen namens de architect en voor de opdrachtgever het contract zoals dat aan de uitvoerder is voorgelegd. Daarbij werken we met bijzonder korte lijnen zodat ook een bijzonder complex project als dit toch een soepel lopend voortgangsproces kent.” Daarvoor, zegt Caspers, zijn er afwisselend tussen de zes en acht medewerkers van Nebest op locatie actief. Hij maakt vervolgens duidelijk dat projecten aan monumenten geen uitzondering zijn voor zijn bedrijf. “We hebben een grote voorliefde voor monumenten, zijn er als het ware mee besmet. Zo’n kwart van onze werkzaamheden heeft dan ook betrekking op restauraties, voor de rest doen we uiteenlopende nieuwbouwprojecten.” Transparant en toegankelijk Het werken aan monumenten brengt zo zijn heel eigen eisen en problematiek met zich mee, vertelt Caspers vervolgens, en die kunnen ook weer per monument verschillen. Enerzijds zijn er het oude gebouw en het oorspronkelijke ontwerp waarmee rekening moet worden gehouden, anderzijds de hedendaagse voorwaarden en regelgeving. “In dit geval zijn die voorwaarden behoorlijk extreem omdat je met een museale omgeving te maken hebt. Dat betekent onder meer dat er bijzonder hoge eisen worden gesteld aan het interne klimaat – er mogen geen schommelingen in temperatuur en vochtigheid optreden. ▼

Bouwen aan monumenten

9


Voor een stijl- en sfeervol interieur kunt u bij ons terecht. Sinds 1985 zijn wij gespecialiseerd in het ontwerpen en het maken van kastenwanden, schoorsteenmantels en schouwen. Ook kunt u bij ons terecht voor trappen, deuren, lambrisering, keukens, e.a. authentieke betimmering, welke altijd in samenwerking met de klant worden ontworpen. Kortom: wij kunnen bijna alles realiseren wat u wenst, in iedere houtsoort, geverfd, gemarmerd of gepatineerd.

Bezoek onze modelwoning!

Rudolf de Jong Interieurbetimmeringen

Schoterlandseweg 94, 8413 NE Oudehorne tel. 0513-54 14 30, fax 0513-54 25 45, www.interieurbetimmeringen.nl Open: za. 13.30 uur - 17.00 uur ma. t/m vr. op afspraak


rijksmuseum

Je kunt je dus wel voorstellen dat we te maken hebben met een zeer uitgebreid en kwalitatief hoogwaardig programma van eisen.” De verbouwing van het Rijksmuseum behelst onder andere de ontmanteling van enkele secundaire, niet-oorspronkelijke elementen en bouwdelen. Door de ontmanteling wordt het casco uit 1885 vrij gelegd en krijgt het gebouw weer het transparante, toegankelijke karakter uit het architectonische concept van Cuypers. Diezelfde doorzichtigheid wordt ook in het gebouw zelf weer teruggebracht, onder meer met het herstellen van de zichtlijnen uit het ontwerp van Cuypers.

Kees Caspers, Nebest Bouwadvies B.V.

Detaillist Caspers: “In het oorspronkelijke ontwerp was het Rijksmuseum een rijk gedecoreerd, transparant en overzichtelijk gebouw. Door de diverse aanpassingen tijdens de renovaties in de afgelopen 125 jaar werd het gebouw echter een labyrint van ruimtes waar het publiek gemakkelijk in verdwaalde en de collectie niet onder optimale condities getoond kon worden. In het ontwerp van Cruz y Ortiz wordt de publieksfunctie hersteld. Er wordt nu een modern gebouw gerealiseerd, zonder dat de monumentale waarde daarbij wordt aangetast.” Volgens Caspers is het feit dat Cuypers een detaillist was die alles wat hij deed vastlegde een groot voordeel bij het voor een belangrijk deel terugbrengen in de originele staat van het gebouw. Het Rijksmuseum krijgt, vertelt hij vervolgens, een andere indeling, met een andere routing, chronologisch, waarbij het museum geheel wordt bestemd voor het tonen van de collectie en de andere functies – zoals beheer, conserveren en beheren – worden ondergebracht in aparte gebouwen. Al deze gebouwen zijn ondergronds met elkaar verbonden, zodat Het Nieuwe Rijksmuseum één cluster vormt. Aziatisch Paviljoen De afbraak van een aantal niet-originele gebouwen heeft inmiddels plaatsgevonden. Daarmee komen ook de twee binnentuinen weer terug. Onder die twee binnentuinen zijn verdiepte kelders gerealiseerd voor onder andere het auditorium, de keuken en het restaurant. De binnentuinen zijn in de toekomst overdag vrij toegankelijk en hetzelfde geldt voor de tuin rondom het museum. Verder wordt de bekende onderdoorgang – ooit bedoeld als verbinding tussen de oude en nieuwe stad – weer heropend, alleen niet zoals bij Cuypers tussen de torens, maar ondergronds. Vanuit de onder-

doorgang is er de toegang tot de nieuwe entrees. De binnentuinen worden middels een door Cruz y Ortiz geïntroduceerde tweede as met elkaar verbonden waarbij onder de onderdoorgang een koppeling tussen de oost- en westtuin ontstaat voor het publiek. Hierdoor wordt een multifunctionele open verbinding tussen de twee binnentuinen op het souterrainniveau gerealiseerd. Men is enkele maanden geleden begonnen met de civiele werkzaamheden. Veel installaties en voorzieningen worden ondergronds aangelegd. Nieuwe elementen zijn het Aziatisch Paviljoen en de bibliotheek. Strakke panden met een natuurstenen gevelafwerking die past bij het statige museumgebouw. Beide zijn tot een diepte van negen meter diep onderkelderd ten behoeve van exposities en voor de installatietechniek. “Dat is een bijzonder veeleisende civiele klus waarbij een groot beroep wordt gedaan op de deskundigheid en ervaring van zowel de bouwers als de adviseurs”, merkt Caspers op. De komende periode worden ook de gevels en daken gerestaureerd en de beglazing en kozijnen vernieuwd. Waarbij vanuit esthetisch oogpunt de originele uitstraling behouden dient te blijven, maar ook moet worden voldaan aan alle hedendaagse eisen. “Dat levert geen onoverkomelijke problemen op.” Het isoleren van de gevels en daken in verband met de klimaatbeheersing, benodigd voor museaal gebruik, staat eveneens op het programma. Monnikenwerk Caspers wijst vervolgens op een bijzonder onderdeel van de restauratiewerkzaamheden, het waar mogelijk herstellen van de decoraties uit de tijd van Cuypers. Dat is een monnikenwerk, zegt hij, uitgevoerd door medewerkers van de Stichting Restauratie Atelier Limburg. “Het is handwerk dat om veel precisie vraagt. Daarom neemt het enorm veel tijd in beslag. De mensen van de SRAL zijn er al zo’n vijf jaar mee bezig en zullen er ook de komende jaren, vrijwel tot de oplevering nog mee bezig zijn.” Het resultaat is er echter naar en de decoraties zullen in het Nieuwe Rijksmuseum kunstwerken op zich gaan vormen. “Elk onderdeel van de verbouwing en restauratie vraagt om specifieke kennis en ervaring”, besluit Kees Caspers, “van de uitvoerders en van ons, de adviseurs. Dat geldt voor elke opdracht, en geldt zeker bij monumenten en met name bij een complex project als dit. Veel van die kennis en ervaring was al bij ons aanwezig en voor de rest zijn we er stap voor stap in gegroeid..” ■

Bouwen aan monumenten

11


albarello

12

Bouwen aan monumenten


albarello

De Albarello:

tegels met beleving Geen massaproductie, geen omvangrijke oplages, maar een kleinschalige keramische fabriek met een ambachtelijk karakter die maatwerk biedt, dat is de Albarello in Menaldum. Huidig directeur Pieter Baas nam het bedrijf veertien jaar geleden over en gaf het met zijn fascinatie voor oud-Hollandse keramiek een extra dimensie. Want niet alleen maakt de Albarello bijzondere tegels met zowel een nostalgische of trendy uitstraling voor nieuwbouwen bestaande projecten, de tegelfabriek is tevens gespecialiseerd in de productie van tegels voor restauratiewerken.

U

itgangspunt van de Albarello – met veertien medewerkers, waaronder drie tegelschilders en een kunstacademicus – is dat de tegel iets moet toevoegen aan een ruimte en voor de juiste beleving in het interieur moet zorgen. Of dat nu om één of enkele stuks gaat, of om een grotere oplage.

Gedurende het gehele traject toont de Albarello zich een betrokken partner, wat zich bij restauratieprojecten als volgt vertaalt. Eerst doen medewerkers onderzoek naar het oorspronkelijke tegelwerk, eventueel aan de hand van resten, om vervolgens een nagenoeg authentiek product te realiseren. Maatwerk dus, waarbij gebruik wordt gemaakt van eigen recepten die zijn gebaseerd op de uitgebreide kennis van historische tegels die bij de Albarello aanwezig is. De medewerkers van het bedrijf kruipen daarbij als het ware in de huid van de oorspronkelijke makers van de tegels. Op die manier is de Albarello betrokken bij tal van restauraties in Nederland – waaronder het Paleis op de Dam, het Johan de Witt Huis en Nijenrode – maar ook elders op de wereld. ■

Bouwen aan monumenten

13


Pierre Cuypers

Pierre Cuypers:

een moderne middeleeuwer Hij is het meest bekend om twee bouwwerken die hij voor onze hoofdstad ontwierp, het Rijksmuseum en het Centraal Station, maar daarnaast is Pierre Cuypers (1827-1921) uit Roermond vooral ook Nederlands meest vooraanstaande vertegenwoordiger van de neogotische stroming in de architectuur in de tweede helft van de negentiende eeuw. Bovendien verrijkte hij het Nederlandse landschap met tal van kerken. Zijn werk en invloed zijn tegenwoordig dan ook nog op allerlei manieren zichtbaar.

T

14

oen de 18-jarige Pierre Cuypers bij de gemeente Roermond aanklopte voor een studiebeurs om te kunnen studeren aan de Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen, kon hij nog niet bevroeden dat hij in de Belgische stad onder invloed zou komen van een ontwikkeling in de architectuur die hem later een zo nadrukkelijke plaats in de geschiedenis zou opleveren. België had zich in die periode nog maar net losgemaakt van Nederland en de Academie was een bolwerk van Vlaams nationalistische gevoelens. Dat had ook zo zijn gevolgen voor het denken over architectuur: er was een stijgende herwaardering merkbaar voor de middeleeuwse bouwkunst, als tegenhanger van het zuidelijke classicisme. Hoewel Cuypers nog volgens die classicistische opvattingen werd opgeleid, werd hij tevens geconfronteerd met de nieuwe opvattingen over de architectuur, onder andere die van de Engelse architect Augustus Pugin, die van mening was dat de enige ware christelijke bouwbeginselen in de gotiek waren terug te vinden.

dere in die tijd een rol speelde bij het onderhoud aan het raadhuis, was hij in die hoedanigheid niet lang actief. De tijden waren niet gunstig, er was weinig werk en daardoor werd de functie van stadsarchitect al vrij snel weer opgeheven. In het eigen atelier was overigens wel voldoende werk. Pierre Cuypers raakte in die periode steeds meer in de ban van de Franse architect Eugène Violletle-Duc, een van de autoriteiten op het gebied van de neogotiek. Viollet-le-Duc greep net als Pugin terug op de middeleeuwse beginselen als ideaal. Een andere persoon die een belangrijke rol zou spelen in het leven van Cuypers leerde hij in Amsterdam kennen: de handelaar en literator Jozef Alberdingk Thijm. Alberdingk Thijm zag in Cuypers het antwoord op zijn eigen nieuwe katholieke esthetica. Katholieken was het tot 1789 verboden diensten te houden, dat gebeurde tot die tijd in schuilkerken. Toen het katholicisme na 1848 weer een vrije godsdienst werd en vijf jaar later de bisdommen en parochies werden hersteld, was er behoefte aan kerken en Cuypers was de juiste man op de juiste plaats.

Stadsarchitect Toen Cuypers in 1849 na zijn studie in Roermond terugkeerde, vond hij in stadgenoot Frans Stolzenberg een compagnon voor het oprichten van een kunstwerkplaats. Twee jaar later werd hij tevens benoemd tot stadsarchitect. Hoewel hij onder an-

Omliggend landschap In totaal ontwerpt hij er zo’n 80 waarvan er 68 daadwerkelijk worden gerealiseerd. Ook is hij betrokken bij tal van restauraties. Daarmee is Cuypers, zo wordt wel eens gezegd, nadrukkelijk van invloed geweest op het Nederlandse landschap.

Bouwen aan monumenten

Want hoewel hij in het zuiden begon, wordt hij in latere jaren ook steeds nadrukkelijker in het noorden actief. Hij bouwt kerken in gotisch-rationele stijl en maakt er vaak gesamtkunstwerken van, waarbij hij dus ook het ontwerp en de uitvoering van het interieur voor zijn rekening neemt. De daarvoor benodigde beelden, ornamenten en dergelijke laat hij in zijn eigen atelier maken. Anders dan in de Middeleeuwen kunnen de kerken in de tweede helft van de negentiende eeuw vaak niet meer in het hart van een stad of dorp worden gebouwd omdat daar geen plaats meer voor is. In veel gevallen wordt gekozen voor een terrein aan de rand van die kern en Cuypers past zijn ontwerpen aan de omvang van zo’n terrein aan. Vooral in de jaren zestig en zeventig zal hij zich steeds nadrukkelijker richten op het omliggende landschap en stemt hij het ontwerp van een kerk of ander gebouw af op de omgeving. Waardering en kritiek Wanneer in 1855 zijn eerste vrouw overlijdt, reist Pierre Cuypers steeds vaker af naar Amsterdam, naar zijn vriend Alberdingk Thijm. Hij wordt verliefd op diens zus Antoinette en na enkele jaren trouwt het tweetal. In 1865 vestigt Cuypers zich definitief in Amsterdam. Twee jaar eerder heeft hij dan al zonder succes deelgenomen aan een prijsvraag voor een ontwerp van een nieuw museum. ▼


pierre Cuypers

Bouwen aan monumenten

15



pierre Cuypers

Omdat het winnende ontwerp echter te duur bleek te zijn gingen de plannen voor een nieuw museum in de ijskast. In 1873 wordt een nieuwe poging gedaan en ditmaal lukt het Cuypers wel de opdracht in de wacht te slepen. Hoewel het gebouw bij de opening in 1885 op veel waardering kan rekenen is er ook kritiek. Nogal wat mensen vinden dat het museum niet aansluit bij de Nederlandse volksaard en Koning Willem III, die de feestelijkheden aan zich voorbij laat gaan, noemt het snerend een ‘bisschoppelijk paleis’. Cuypers is daarmee, ook internationaal gezien, op de toppen van zijn roem – hij ontwerpt niet veel later ook nog het Amsterdamse Centraal Station – maar met die twee hoogtepunten is zijn

carrière in de publieke sector eveneens aan zijn einde gekomen. Een groot deel van de bevolking vindt zijn ontwerpen niet geschikt als overheidsstijl. Wanneer in 1898 zijn tweede vrouw sterft besluit Cuypers terug te keren naar Roermond. Zijn zoon neemt daar het architectenbureau over en Cuypers zal beginnen aan wat uiteindelijk zijn laatste grote klus zal blijken te zijn, de reconstructie van Kasteel de Haar. Na zijn dood in 1921 wordt het lange tijd stil rond Pierre Cuypers, maar in het laatste deel van de twintigste eeuw laait de belangstelling voor hem weer op en tegenwoordig kan hij rekenen op de erkenning en waardering die hij verdient. ■

Bouwen aan monumenten

17


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.