Everything that moves you in buildings
Vaktijdschrift over lift- en roltraptechniek I jaargang 6 I nummer 2 I juli 2011
Communiceren met liften How to communicate with lifts 7 liften die er bovenuit steken 7 lifts worth a detour Brand! Gebruik bij voorkeur de lift! Fire! Better take the elevator!
Eco-efficiënte lifttechniek We denken na over onze toekomst en gebouwbeheer en worden steeds duurzamer. Die visie vraagt om een ecoefficiënte oplossing voor lifttechniek. Otis geeft het antwoord met de GeN2MOD. Deze groenste liftmodernisering ter wereld is energie-besparend. Daarbij is het GeN2MOD-systeem niet alleen efficiënter, maar ook stiller, veiliger en comfortabeler dan andere systemen. En nog eens stukken economischer ook.
MOD Informatie over Otis en het Gen2MOD-systeem kunt u vinden op www.otis.com of door direct contact op te nemen met Otis B.V. via telefoonnummer 033 750 21 00
OTIS0013 Advertentie Liftbouw_53.indd 57 Gen2MOD 210x297.indd 1
otis.com
26-10-10 13-12-10 13:57 17:18
Voorwoord
Hier en nu en straks De bekendste Amerikaanse architect van de twintigste eeuw Frank Lloyd Wright zag het als een van de eersten: ‘Een lift is meer dan een transportmiddel dat je naar de goede etage brengt.’ De lift is niet alleen een handige machine om gebouwen hoger te maken en meer mensen op hetzelfde stukje grond te laten werken en te laten wonen. Hoger stapelen is alleen maar een eerste stap. In de lift zit even veel architectuur verborgen als in andere bouwkundige elementen. Een lift kan een gang, een vide of een erker zijn. Misschien is de lift dat wel allemaal tegelijk. Een lift brengt de bouwmassa in beweging. Plaats de lift ergens anders en de beleving van het gebouw verandert mee. Frank Lloyd Wright liet dan ook in 1959 het architectonisch concept van het Guggenheim Museum New York om de lift draaien. Een bezoeker koopt een kaartje voor het museum en verdwijnt direct in de lift om 30 meter hoger pas aan de museumtour te beginnen. Een lichtkunstwerk in de liftkooi ontworpen door FLW zelf dient als vooraankondiging van de kunst. Boven wacht de bezoekers een brede en flauwhellende, betonnen spiraal naar beneden. Zes keer het atrium rond en 400 meter en 150 kunstwerken lager, staat naast het laatste kunstobject het bordje EXIT. Zo eenvoudig kan het zijn. In deze editie van Liftbouw andere voorbeelden van liften die het verticaal transport ontstijgen. Onder meer en onder andere een nieuwe variant van het Guggenheim-concept. Ontworpen door een Nederlandse architect voor een museum over een Duits automerk. Met liften die vermomd zijn als infotainers. In een ander artikel bepleit een liftenfabrikant het omzetten van nuttige mobiliteit in waardevolle momenten van communicatie. Omdat een lift voor het geven van informatie de ideale ruimte en ideale tijd biedt en de nieuwste media- technologie die ruimte wil vullen. Twee voorbeelden van ‘Communiceren met liften’. De volgende Liftbouw verschijnt in september 2011, en zal in het teken staan van de komende Interlift 2011. Dan zet de Liftbouw het beste beentje voor als ideaal communicatiemiddel om de jongste innovaties op liftgebied aan een geïnteresseerd publiek te presenteren. Liftbouw blijft communiceren over liften. Mail uw reacties en tips naar hoofdredacteur Willem Ruyters op w.ruyters@louwersuitgevers.nl
Here and now and later The most famous American architect of the twentieth century, Frank Lloyd Wright, was one of the first to see it: ‘A lift is more than a means of transport to get you to the right floor.’ The lift is not just a handy machine to make buildings taller and have more people work and live on the same plot of land. Stacking things higher is just a first step. The lift conceals as much architecture as can be found in structural elements. A lift can be a passageway, a void or an oriel. Perhaps the lift is all these things at once. A lift sets the construction in motion. Situate the lift somewhere else and the experience and perception of the building will change too. This is why Frank Lloyd Wright made the lift central to the architectural concept of the Guggenheim Museum New York in 1959. A visitor buys a ticket to the museum and disappears straight into the lift, with the tour of the museum starting 30 metres up. An artwork of lights in the lift cage designed by FLW himself serves as a preface to the art. Above, a wide and gently sloping concrete downward spiral awaits the visitors. Six laps of the atrium, 400 metres and 150 artworks lower, an EXIT sign is situated next to the last work of art. That's how simple it can be.
Liftbouw appears four times a year to provide information about current developments in the lift sector. Liftbouw is a publication of Louwers Uitgeversorganisatie BV and is an independent trade magazine that is distributed to architects, firms of consulting engineers, contractors, commissioning authorities, sector organisations, suppliers and related organisations.
This edition of Liftbouw features other examples of lifts that go above and beyond mere vertical transport. Including a new version of the Guggenheim concept. Designed by a Dutch architect for a museum about a German make of car. With lifts disguised as infotainers. In another article a lift manufacturer argues a case for converting handy mobility into worthwhile instances of communication. Because a lift presents the ideal space and the ideal time for giving information and the latest media technology is perfect for filling that space. Two examples of ‘Communicating using lifts’. The next Liftbouw will come out in September 2011, with the theme being the upcoming Interlift 2011. Liftbouw will be putting its best foot forward as the ideal means of communication for presenting the latest innovation in the field of lifts to an interested audience. Liftbouw keeps communicating about lifts. Send your comments or leads to editor in chief Willem Ruyters at w.ruyters@louwersuitgevers.nl
Willem Ruyters
Liftbouw
5
Vaktijdschrift over lift- en roltraptechniek
Toepassing
Jaargang 6 | Juli 2011 Verschijnt 4 x per jaar ISSN 1872-650x
Uitgever
Schatbeurderlaan 6 Postbus 249, 6000 AE Weert T +31 (0)495 450095 F +31 (0)495 521335 E info@louwersuitgevers.nl W www.louwersuitgevers.nl
Redactie adres
Willem Ruyters Schatbeurderlaan 6 Postbus 249, 6000 AE Weert T +31 (0)495 450095 F +31 (0)495 521335 E redactie@louwersuitgevers.nl W www.louwersuitgevers.nl
08
Redactiemedewerkers
Caspar van der Laak, Da Vinci Vertalingen (Vertaling voorwoord)
Bladmanagement
Cock Penning E c.penning@louwersuitgevers.nl
Secretariaat
Manuela Depenbrock
Advertenties
Online aanleveren: http://ftp2.louwersuitgevers.nl Username: liftbouw, Wachtwoord: gast Postbus 249, 6000 AE Weert, Nederland T +31 (0)495 450095 E info@louwersuitgevers.nl
18
Abonnementsprijs
€ 45,- per jaar excl. BTW ING 41 71 65 t.n.v. Louwers Uitgeversorganisatie BV o.v.v. Liftbouw magazine Informatie over abonnementen: T +31 (0)495 450095
Adreswijzigingen
Schriftelijk tenminste drie weken voor verhuizing naar: Postbus 249, 6000 AE Weert
Opzeggingen
Indien twee maanden voor het verstrijken van de abonnementsperiode geen schriftelijk bericht van opzegging is ontvangen, wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd.
DOELGROEP
Verspreiding vindt plaats via abonnementen en via gerichte gratis distributie aan architecten, aannemers, opdrachtgevers, projectontwikkelaars, zorginstellingen, woningbouwverenigingen en gebouweigenaren, functionarissen van (semi-)overheidsinstellingen en binnen de liftbranche waaronder brancheorganisaties, fabrikanten, adviseurs, certificering instanties, toeleveranciers en verwante organisaties.
Vormgeving / Art Direction
Logo Reclame- Ontwerpbureau BV T +31 (0)495 450065 E info@logobv.nl Tessa van Gameren
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen of vermenig vuldigd zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever en zonder bronvermelding. Hoewel dit blad op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Zij aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op deze informatie.
6
Liftbouw
08
Acht pagina’s met medische oplossingen van KONE Eight pages packed with Medical Solutions by KONE
18
Emotie leidt ratio Emotion first, logic later
24
De lift als infotainer Infotainment in the lift
34
Communiceren met liften How to communicate with lifts
38
Zeven liften die gezien mogen worden Seven lifts definitely worth the detour
41
Alderik Bos (dga Liftintermediair): ‘Vertrouwen’ Alderik Bos (MD SH Litintermediair): ‘Credit’
24
Inhoud
34
ď ł
50
38
42
60
42
Brand! Bij voorkeur de lift gebruiken?! Fire! Better take the elevator?! Everything that moves you in buildings
Vaktijdschrift over lift- en roltraptechniek I jaargang 6 I nummer 2 I juli 2011
Communiceren met liften How to communicate with lifts 7 liften die er bovenuit steken 7 lifts worth a detour Brand! Gebruik bij voorkeur de lift! Fire! Better take the elevator! Nieuwe regelgeving New legislation
49
NLB pagina: 7 vragen aan Herman Meeuwsen, dga van MO2 Liften NLB section: 7 questions for Herman Meeuwsen, dir gen MO2 liften
50
Korte introductie tot de Helixator Helixator could give crowds a lift
54
Het Liftinstituut reikt veiligheidsinformatie aan The Liftinstituut issues safety information Coverfoto Een trip door de tijd in een ThyssenKrupp Beeld: ThyssenKrupp
60
Herregulering, een nieuw mantra? Re-regulation, a new mantra?
62
XPO pagina's met nieuws van - NK Liftinterieur bv - PĂŠron van Stralen
Liftbouw
7
Toepassing
Liften helpen ziekenhuizen helpen Liften zijn essentieel voor een soepele verplaatsing van mensen en goederen binnen een ziekenhuis. KONE biedt een volledige reeks liften aan voor het liftvervoer van medische benodigdheden en apparatuur, personeel, bezoekers en patiënten. Met als criteria: grote betrouwbaarheid, veiligheid en energie-efficiëntie. Ziekenhuisomgevingen vragen bovendien speciale aandacht voor de hygiëne. De gebruikte materialen zijn dan ook geselecteerd op een eenvoudige reiniging naast een fraaie vormgeving. In stedelijke gebieden is vervoer per helikopter vaak de eenvoudigste manier om het ziekenhuis te bereiken. Doordat de lan-
dingsplaats is omgeven door een veiligheidszone, komen de liften naar het dak doorgaans relatief ver van de landingsplaats te liggen. Hierdoor gaat kostbare tijd verloren en kan de patiënt aan de open lucht en slecht weer worden blootgesteld. De KONE MonoSpace®-lift maakt geen gebruik van een machinekamer boven aan de schacht. De liftcabine kan daarom op korte afstand van de gelande helikopter door het ziekenhuisdak omhoog gaan. In twee ziekenhuizen op de wereld zijn de spectaculaire KONE –heli-liften in gebruik. CHU Hôpital Nord in St Etienne was de eerste.
et Emma kinderziekenhuis in het AMC Amsterdam heeft meerdere H brandwerende volglazen schuifdeuren van KONE aan laten brengen. Een fraai bestickering met folies maakt het interieur af. De bestickering laat de brandwerendheid van de deuren niet afnemen.
8
Liftbouw
AGV’s zijn automatische, onbemande voertuigen die door het ziekenhuis rijden. In Nederland gebruikkt het Orbis Medical Park in Sittard – Geleen ze al. De AGV-units navigeren zelfstandig door het ziekenhuis en leveren voedsel, wasgoed en geneesmiddelen af op basis van commando’s van een eigen logistiek systeem. Daarvoor is onder meer een plattegrond van het gebouw in het geheugen van het voertuig opgeslagen. Ze beperken zich niet tot horizontale bewegingen over vastgelegde routes. Wanneer nodig roept een AGV zelf de lift op via een WLAN- en OPC-interface. De lift gaat dan in de vrachtmodus, zet eerst de aanwezige passagiers op de goede etage af en gaat vervolgens linea recta naar de verdieping waar de AGV staat te wachten. De AGV rijdt de lift binnen en geeft de bestemmingsetage aan. Na aankomst rijdt de AGV de lift uit en keert de lift weer terug naar de standaard passagiersmodus. AGV ’s signaleren zelf automatisch eventuele obstakels op hun weg. Op zo’n moment ‘spreken’ ze zelfs en vragen beleefd aan de mensen om even aan de kant te gaan.
KONE ontwikkelt al sinds jaar en dag energie-efficiënte technologie voor de lift. Het energieverbruik van een middelgrote standaardlift heeft KONE in stappen weten te verlagen van meer dan 20.000 kWh (jaarlijks) naar een derde deel hiervan. Met de allernieuwste energiebesparende opties gaat dit verbruik nog verder omlaag richting 5000 kWh/jaar. De gearless KONE EcoDisc ® voor MRLtractieliften werkt aanzienlijk energiezuiniger dan andere hefmachines: het energieverbruik is 50 procent lager dan een twee-snelheden tractielift met tandwieloverbrenging (geared) en liefst 70 procent lager dan een hydraulische lift. De KONE EcoDisc® zet remenergie om in elektriciteit die elders in het ziekenhuis kan worden gebruikt. Dit regenereren van energie alleen al bespaart 20-30 procent op het jaarlijkse energieverbruik. Andere besparingsopties zijn energiezuinige cabine-verlichting met LED’s en de aanleg van een standby-modus die de verlichting, ventilatie en signalisatie in de cabine uitschakelt als de lift langere tijd stilstaat. LED –verlichting bijvoorbeeld verbruikt tot 80 procent minder energie dan halogeen-verlichting (en gaat tien keer langer mee)
Leveringsprogramma van KONE Lifttype
Personen
Hefcapaciteit (kg)
Maximale hefhoogte (m)
Hefsnelheid (m/s)
Bedliften Goederenliften Passagiersliften
17-53 17-53 8-17/21
1000-5000 1000-5000 30-1275/1600
70 23 40-80
1.0-2.0 0.6-1.0 1.0-3.5
Liftbouw
9
Tekst: Kone France (Traduction Willem Ruyters) Beeld: Kone
Als een duveltje zonder doosje De innovatie van de MachineRoomLess lifttechniek heeft de weg bereid voor allerlei nieuwe liftoplossingen. Eindelijk kan de lift compleet door zijn dak heen schieten. KONE ontwikkelde vanuit die gedacht een helilift. In St-Etienne in Frankrijk staat een eerste exemplaar. Ook in Trondheim Noorwegen komt er een heli-lift op het regionale ziekenhuis. Abeltje kijkt jaloers toe.
Op het dak van het CHU St Etienne met de heli-lift in de hoogste stand, de heli is geland en de lift klaar om de patiënt te ontvangen
Olivier Pons, projectleider Centre-Est Lyon KONE France schetst de context rond de ontwikkeling van de heli-lift: ‘Het recentelijk afgeronde project heeft het gehele CHU Hôpital Nord St-Etienne (oorspronkelijk gebouwd 1981) opgewaardeerd. De bouw is uitgevoerd in twee fasen: allereerst grootschalige nieuwbouw voor de afdeling chirurgie. Ten tweede het renoveren en uitbreiden van de gebouwen voor de verpleging en de intensive care. KONE mocht in het gehele bouwproject 35 liften plaatsen: 10 personenliften met hefcapaciteit 1300 kg waaronder twee panoramaliften (in de entreelobby); 17 beddenliften met 2 ton hefcapaciteit, 9 goederenliften met hefcapaciteit 1600 kg. En dan als klap op de vuurpijl de innovatieve heli-lift met MonoSpace-techniek, die specifiek het heliplatform bedient.’
Plat als dubbeltje Christophe Enjelvin leidde samen met zijn broer Bruno (beiden ook van KONE France) de uitvoering van de heli-lift Hij preciseert: ‘De heli-lift heeft zijn laatste stopplaats op het heli-platform zelf. Helemaal boven op het dak van het ziekenhuis. Nu heeft de Direction Générale de l'Aviation Civile (Franse Rijksluchtvaartdienst) verordonneert dat de reddingshelikopter bij het aan- en wegvliegen op geen enkele manier het risico mag lopen het gebouw te raken. In de directe omgeving van het heli-platform mag
10
Liftbouw
De heli-lift profiteert van de MRL techniek van de KONE MONOSPACE. De cabine is op het frame gemonteerd en steekt zo op de hoogste positie vanzelf uit de schacht
daarom geen enkel bouwdeel omhoogsteken. Ook geen machinekamer of liftschacht. Het heli-platform moet zo plat zijn als een pannenkoek.’ Enjelvin verzucht: ‘Goede raad was duur. Hoe laat je de liftcabine in hemelsnaam zonder omhullende schacht bovenkomen? Uiteindelijk gebruikten we ons boerenverstand. De MRL MonoSpace tecniek bood een oplossing. We hebben de liftcabine eenvoudigweg niet binnen het draagframe geplaatst maar er domweg bovenop. De hefmachine hangt op de standaard plek bovenin de schacht.’ Om de technische vondst beter te begrijpen, gaan Pons en de broers Enjelvin voor naar de schacht, helemaal naar beneden naar de schachtput. Pons wijst aan: ’De put is liefst 5m 10cm diep. Omdat de liftcabine op het draagframe staat, is de totale constructie wel een stuk langer met als consequentie een diepere schachtput dan normaal.’
Geïntegreerd dakluik Pons vervolgt: ‘Helemaal boven hebben we de liftschacht afgedekt met een speciaal dakluik. Het dakluik is prefab aangevoerd en op locatie compleet geïntegreerd met de liftinstallatie. Het dakluik beschermt de liftinstallatie en de liftschacht tegen weer en wind en accommodeert tevens het naar buitentreden van de liftcabine. De lift duwt zelf het dakluik omhoog. Een klein ondergeschikt detail: om de regen op te vangen, die anders misschien
oproepen zijn overigens vanaf elke etage te maken. Tenslotte aangekomen op de etage onder het heli-platform (de hoogste etage in het gebouw) stapt de verpleegkundige uit de lift en snelt de trap op richting heli-platform om de helikopter op te wachten. Als de helikopter veilig geland is, bedient de verpleegkundige het bedieningspaneel op het heli-platform. Het dakluik boven de liftschacht opent zich en de lift stijgt op. Tegelijkertijd heeft het helikopterpersoneel de patiënt uit de helikopter gehaald en richting lift gereden. Elke seconde telt, maar wel op een veilige manier. De patiënt gaat zonder veel last van weer en wind in het ziekenhuis binnen.’
In dienst van een duurzame samenleving
de liftschacht in zou lopen, is in de rand van het dakluik een goot ingelaten die via een afvoerpijp rechtstreeks op de hemelwaterafvoer van de rest van het gebouw loost.’
Risicoloos
De aandrijving van de heli-lift gebeurt met een KONE Monospace MX20, gebaseerd op de Ecodisc technologie. Bij het remmen levert deze liftmotor energie terug aan het elektriciteitsnet. Dit resulteert in een energiewinst van 50% vergeleken met een standaard hefmachine. Als een lift 100.000 stops per jaar zou maken (270 start/stops per dag), betekent dat een winst van 600 kWh jaarlijks. Gelijkwaardig aan de elektrische energie die een standaardhuishouden jaarlijks verbruikt. Bovendien neemt de intensiteit van het remmen met 60 tot 70% af. Tevens werkt een Ecodisc optimaal zonder behoefte aan olie of vet. Met als bijkomend voordeel minder regulier onderhoud aan de lift en daarmee minder stilstand, en minder vervuiling en risico op brand. De ontwikkeling van de heli-lift leek ambitieus en vroeg om juiste antwoorden. Maar vandaag de dag is de heli-lift een realiteit dankzij het innovatieve vermogen van KONE.
Hoe werkt het?
Pons maakt zijn verhaal over de techniek af : ‘De spoedeisende hulp en de OK’s liggen in St-Etienne op de laagste etage van het gebouw, twee etages zelfs onder het entreeniveau van het ziekenhuis. Telkens als de spoedeisende hulp de lift wil aanroepen, toetst de leidinggevende een digicode op het bedieningspaneel in de lifthal in. Dit heet een prioriteitsoproep doen. Waar die zich ook bevindt, laat de lift dan in de cabine een decente sirene horen en stopt op de eerste de beste etage om alle inzittenden uit te laten stappen. Direct daarna zet de lift koers richting spoedeisende hulp. Deze prioriteits-
Facts & Figures Helikopterlift Hefhoogte Stopplaatsen Tegengewicht Kabels Montageperiode
22 m 7 stops 1,3 ton (na aanbrengen gietijzerstukken) 11 ton 7 stuks van elk 170 m 6 weken
St Etienne CHU Hôpital Nord Bouwkosten BVO : Bedden - Verpleging - Intensive care - Chirurgie Afdelingen Operatiekamers Verpleegkundigen
€ 136.5 miljoen 70.942 m2 449 158 87 204 72 17 1500
Liftbouw 11
Deuren voor ziekenhuizen Deuren vervullen in het ziekenhuis een belangrijke functie. Details in betrouwbaarheid, gebruiksgemak, toegangscontrole, compartimentering, hygiĂŤne en vormgeving bepalen de kwaliteit. KONE biedt een uitgebreid assortiment aan (automatische) deuren. Van hoofdentree, toegang tot gangen van afdelingen, speciale deuren voor operatiekamers of deuren specifiek voor het goederenvervoer tot aan complete toegangssystemen.
Draaideuren Meerdere uitvoeringen zijn leverbaar: voor toegang tot afdelingen en gangen. Standaard deuren, grotere zware deuren, brandwerende afscheiding, vluchtwegroute en met speciaal voor de zorgsector ontwikkelde deurautomaten. Deurautomaten van KONE zijn onderscheidend in hun brede toepassingsmogelijkheden en de geruisarme werking.
Schuifdeuren Meerdere uitvoeringen zijn leverbaar: energiebesparende schuifdeuren voor de entree, vluchtwegdeuren in vluchtroutes, in de wand schuivende deuren tussen afdelingen voor ruimtebesparing en een uitgebreid pakket aan gecertificeerde brandwerende schuifdeuren voor de juiste brandcompartimentering. De keuze is groot.
Glazen schuifdeuren - enkele vleugel, dubbele vleugels of telescopisch openend - 30 en 60 minuten brandwerend - eenzijdig- en tweezijdig brandwerend - met of zonder vaste panelen
Houten schuifdeuren - - - -
enkele vleugel 30 minuten brandwerend voor de wand of in de wand schuivend met of zonder vaste panelen
Hermetisch sluitende schuifdeuren - 30 en 60 minuten, volledig dicht massief brandwerend paneel - 30 en 60 minuten, massief brandwerend paneel voorzien van (stralingswerend) kijkvenster - 30 en 60 minuten, massief brandwerend ĂŠn stralingswerend paneel, incl. loodinlage tot 2 mm. - 30 en 60 minuten, volledig glazen brandwerend paneel Alle brandwerende deurtypes zijn getest door TNO -Efectis (zie Brandwerendheidsrapporten) en geselecteerd op de specifieke functie van de ziekenhuisafdeling en aan de voorkeur van het ziekenhuis.
12
Liftbouw
Een reeks KONE Brandwerende schuifdeuren in het AMC op de laboratoriumafdeling
Het Bronovo ziekenhuis is een algemeen ziekenhuis voor Den Haag en omgeving. Op de verpleegafdeling Amalia heeft KONE verschillende 30 minuten brandwerende Inside schuifdeuren geïnstalleerd voor de afsluiting van de beddenkamers. De Inside schuifdeur schuift de muur in en zorgt daarmee voor ruimte efficientie. Een luik in de muur garandeert goed onderhoud en schoonmaakhygiëne. Tevens zijn er voor twee beddenkamers luchtsluizen gecreëerd met 30 minuten brandwerende deuren en een enkele telescopische schuifdeur, die helpen de kamers airpressurized te houden met het oog op quarantainecondities. Een telescoopdeur heeft als voordeel tegenover dubbelvleugelige deuren dat de maximale deuropening toeneemt tot 2/3 van de dagmaat. Bijzonder in het Bronovo is daarnaast de hartreanimatie-lift van KONE. Zodra het alarm gaat, vertrekt deze lift naar de goede etage en is het mogelijk op weg naar de SEH tijdens de liftrit al te reanimeren.
Bestaande deuren
Monitoring deuren
Voor het veranderen van bestaande deuren heeft KONE een modulair moderniseringspakket ontwikkeld. Deze KONE UniDrive® Retrofit RW kan een bestaande handmatige schuifdeur automatiseren of een automatische schuifdeur tot vluchtwegdeur ombouwen. De verschillende componenten zijn op elkaar afgestemd. Hierdoor is het mogelijk om zonder het wijzigen van de bouwkundige constructie of de rail iedere schuifdeur een compleet nieuwe aandrijving te geven. Optioneel zijn veiligheidsvoorzieningen, deurpanelen of andere toebehoren aan te passen.
Voor monitoring van de automatische deuren is het mogelijk om via een KONE-netwerkmodule de deuren te verbinden met het kantoornetwerk (TCP/IP). Via het netwerk beoordeel je vanaf een centraal punt de staat van de deuren. Aangeboden parameters: de actuele toestand van de deur (open of dicht) en de programmaschakelaar uitlezen; de storingshistorie en service-indicator opvragen; de instellingen controleren en deze eventueel aanpassen.
Liftbouw 13
Tekst: Willem Ruyters Beeld: KONE en anderen
4 12
2 11
1 5
10
KONE ZOMER EVENT 2011 trapt af in Veldhoven Dit jaar heeft KONE het traditionele en bekende KONE ZOMER EVENT in tweeĂŤn gesplitst. De haringparty bleef natuurlijk. Het hoofdkantoor van KONE Nederland staat niet voor niets op korte afstand van Scheveningen - Haven. Maar een twee weken voor de haringparty plaats vond, organiseerde KONE speciaal voor de relaties uit Zuid Nederland een KONE ZOMER EVENT in Theater De Schalm in Veldhoven. Op een goedbezocht middagsymposium werden over drie sessies verdeeld liefst negen presentaties over KONE producten en diensten gegeven. Afgewisseld met een hapje en een drankje ging de professionele informatie als zoete koek naar binnen. Meest interessant was de presentatie door Christiaan Bouman (KONE Deursystemen, Veenendaal) over de Medical Solutions van KONE Nederland.
14
Liftbouw
9
6
3
7
8
Compleet productportfolio voor veeleisende medische toepassingen 1
Passagiersliften
2
Bedliften
3
Dienstliften
4
Lift voor helikopterlandingsplaats
5
Roltrappen
6
Automatische deuren
7
Toegangscontrole terrein
8
Laad-/losplatforms
9
Hermetische deuren
10
Beheersysteem voor integratie van liften
met automatisch geleide voertuigen en
gebouwbeheersysteem
11
Bestemmingsbesturingssysteem
voor liftgroepen
12
Gevelliftinstallatie
KONE Medical Solutions is volop actief in de Nederlandse ziekenhuiswereld. Een snelle greep uit de vele projecten: In het UMC Utrecht werkt KONE mee aan het uitvoeren van het preventief en correctief onderhoud van alle aanwezige transportinstallaties. Voor de spectaculaire nieuwbouw van het Erasmus MC in Rotterdam mag KONE 43 liften en 2 roltrappen leveren. Verscheidene KONE Jumpliften zijn al in de ruwbouw geïnstalleerd. Als ideale bouwliften ‘jumpen’ ze mee met het optrekken van de hoogbouw (112 m) en vergemakkelijken daarmee het verticaal transport van de bouwvakkers en (lichte) materieel en materiaal. In het AMC Amsterdam heeft KONE 420 deursystemen in onderhoud. In het opgeleverde Jeroen Boschziekenhuis in ’s Hertogenbosch heeft KONE en tevens alle gevelonderhoudinstallaties.
Medical Solutions van KONE Inleiding Het transporteren van mens en materiaal binnen moderne ziekenhuizen kan een hele toer zijn. Dat ligt allereerst aan de maat en de schaal van moderne ziekenhuizen. Het zijn gebouwen die veel verkeersbewegingen oproepen. Tegenwoordig is het ziekenhuis bijna zonder uitzondering het grootste gebouw van de stad. Een plaats die elke dag veel bezoekers aantrekt. Vaak is het de belangrijkste werkgever van de stad. Veel regionale ziekenhuisorganisatie fuseren vanwege kostenbesparingen en zetten vervolgens in de belangrijkste gemeente van de regio een nieuw ziekenhuis neer, dat alle andere regionale ziekenhuizen in één klap vervangt. Liefst op een locatie zo dicht mogelijk bij een snelweg. Zo ging het bij het Jeroen Bosch Ziekenhuis (2010) in ’s-Hertogenbosch en bij het Orbis Medisch Centrum (2010) in Sittard-Geleen. Patiënten verblijven steeds korter in het ziekenhuis. Dit alles betekent één ding: de dynamiek rond de ziekenhuizen groeit exponentieel. Meer bezoekers per vierkante meter, meer patiënten per tijdseenheid. Grotere en complexere verkeersstromen ontstaan die vragen om management. Bedlegerige patiënten die samen met begeleidend personeel en medische apparatuur, snel en stabiel naar de OK op een andere etage moeten. Voedsel, wasgoed, geneesmiddelen en medische apparatuur dat zonder oponthoud en via een routing onafhankelijk van de personenstromen aan en afgevoerd moet worden. Veel van de bezoekers en de patiënten kampen ook nog eens met persoonlijke mobiliteitsproblemen. Binnen die veeleisende ziekenhuisomgevingen biedt KONE een aantal samenhangende technologische oplossingen aan. Deskundig en ervaren in ontwerp, implementatie, onderhoud en modernisering van innovatieve transporttechniek voor het vervoer van mensen en goederen. Gericht op maximale efficiëntie tegen lage kosten.
In de eerste ontwerpfase van een ziekenhuis zorgt een grondige analyse van de logistieke stromen en de routing dat de juiste transportapparatuur voor de specifieke behoeften op de goede plek in het ziekenhuis komt te staan. Tijdens de bouwfase van het project zorgt een goedgeorganiseerde planning voor ondersteuning van de uitvoering. Flexibele moderniseringsoplossingen tenslotte houden de liften, roltrappen, deuren en andere apparatuur uptodate.
Liftbouw 15
Maatwerk Omdat iedere tijdelijke personenSPECIAL PRODUCTS
liftopstelling uniek is, passen wij onze liften aan elke afzonderlijke situatie aan. Door uitgebreide mogelijkheden en deskundig advies hebben wij een lift voor elke situatie. De gebruiker, valide of mindervalide, staat hierbij altijd centraal.
Onze lift biedt altijd het gemak en comfort van een vaste lift!
RECO TIJDELIJKE PERSONENLIFT Een betrouwbare totaaloplossing op maat! Een volwaardige veilige en comfortabele tijdelijke personenlift is een
De voordelen:
praktische oplossing voor uw liftprobleem. Ze worden toegepast bij
• gebruiksvriendelijk
renovatie- en onderhoudwerkzaamheden, infrastructurele projecten,
• comfortabel
evenementen en calamiteiten. Als expert in verticale transportoplos-
• veilig
singen heeft RECO Special Products inmiddels veel ervaring. Deze
• capaciteit
ervaring en expertise maakt dat wij ook in uw sector totaaloplossingen
• volautomatisch
op maat kunnen bieden.
• voldoet aan alle eisen
Meer informatie? RECO Special Products T. (0182) 74 40 50 F. (0182) 74 40 59 info@tijdelijkelift.nl
www.tijdelijkelift.nl AdvRSP_A4.indd 1
04-02-11 09:05
In de volledig glazen liftkooi kijkend naar de Oude Maas. De torens rechts zijn met houtlatten bekleedm en bevatten de sanitairgroepen. Open koffiehoeken hangen spectaculair tot op een paar meter van het glas van de lift.
18
Liftbouw
Toepassing
Emotie leidt ratio Van Leeuwen Buizen liet een nieuw hoofdkantoor bouwen op het eigen industrieterrein aan de Swinhaven in Zwijndrecht. Voor de ontwerpopdracht koos de opdrachtgever voor architect Andries Lugten van LM architecten uit Dordrecht, die bureau houden aan de andere kant van de rivier. Het panorama over het water speelt een belangrijke rol in het gebouwontwerp. De lift profiteert mee. Andries Lugten beschrijft de idee-ontwikkeling. ‘Het liefst had mijn opdrachtgever gezien dat overal in het nieuwe hoofdkantoor buizen zouden voorkomen. Als draagconstructie en als aankleding in het interieur en ook nog voor de gevels. Buizen verwijzen vanzelfsprekend naar het eigen bedrijf Van Leeuwen Buizen. Het had zomaar gekund. Er bestaan zelfs veel bouwproducten waarvoor Van Leeuwen Buizen buizen levert. Maar een architect kijkt daar toch anders tegenaan. Trapt een beetje op de rem. Natuurlijk de draagconstructie bestaat deels uit vrijstaande staalkolommen gevuld met beton. Maar toch, terwijl de ruwbouw al een eind op streek was, hadden we voor het buizen-thema nog geen ideale invulling gevonden.
New Yorkse straat In het oude kantoor bij Van Leeuwen Buizen leefden alle afdelingen op zichzelf. Het nieuwe kantoor promoot een heel andere manier van samenwerken. Het ‘ontmoeten’ is leidend. De kantoorruimten liggen verdeeld over twee vleugels van vier bouwlagen. Met de directievertrekken op de bovenste vloer. In het oude kantoor bevonden de facilitaire voorzieningen zich afgezonderd ergens aan een gang, waardoor je niemand toevallig tegenkwam, wanneer je even koffie haalde. Hier zijn de facilitaire voorzieningen ondergebracht in de grote open tussenruimte tussen de kantoorvloeren in. Voorzieningen als koffiehoeken, toiletgroepen, en trappenhuizen. Alles soort bij soort op elkaar gestapeld waardoor de tussenruimte lijkt ingericht met vrijstaande torens. Luchtbruggen leiden tussen de torens door naar de overkant. Vanuit de hangende koffiehoeken kijk je volop in het atrium in of naar de andere torens. Er is altijd wat te zien en te beleven. Het lijkt wel een straat in New York. Op begane grondniveau voel je jezelf als tussen wolkenkrabbers terwijl je van de hoofdentree naar het terras aan de rivier, aan de andere kant van het atrium wandelt.
Gevonden De lift neemt in dit geheel een bijzondere positie in. Van begin af aan was het de bedoeling dat je vanuit de lift naar buiten kon kijken. Op de weg naar boven naar de kantoren van de directie geniet de bezoeker maximaal van het zicht op de Oude Maas. Alleen welk type lift? Dat hadden we nog niet uitgekristalliseerd terwijl de ruwbouw al gestart was. We dachten eigenlijk aan een tractielift. Als de lift maar onder het glasdak van het atrium paste. De liftschacht zou een glazen toren in de open tussenruimte zijn, net zoals het trappenhuis een glastoren is en het sanitair twee met houtlatten beklede torens. De lift zou de eerste toren zijn, die je na de entree tegenkwam. We hebben met vrijwel alle bekende liftfabrikanten om tafel gezeten. Maar eigenlijk maakte sales manager Ronald Koedam van Mitsubishi Elevator Europe de beste indruk. Hij was enthousiast
en hij wist waarover hij sprak. Ronald suggereerde ons ook om eens een kijkje in de Hermitage te nemen. Op het moment dat we daar die glazen lift van Mitsubishi Elevator Europe zagen, waren mijn opdrachtgever en ikzelf helemaal van slag. Die lift moesten we hebben. Die lift had niet alleen een geheel glazen schacht maar ook een geheel glazen cabine met glazen dak en ook nog eens met een verlichte glazen vloer. Kabels en leidingen waren aan het zicht onttrokken. Maar het mooiste moest nog komen. De lift ging naar boven, steeg op en uit de vloer kwam een prachtige verchroomde buis tevoorschijn. Een glimmende buis die in één stuk helemaal tot aan de bovenste verdieping omhoog bewoog. We hebben met open mond staan kijken. Daar was die dan: de buis. Lang hadden we gezocht naar een beeldende toepassing van Van Leeuwen Buizen, nu hadden we die gevonden.
Lift is aan voorste loopbrug gekoppeld
Liftbouw 19
Reflecties en transparanties me kan tegenwoordig ook onzichtbaar onder aan de hardglazen liftdeuren, maar daarvoor was te laat de beslissing op deze lift gevallen. Om ruimte te maken voor een bewegingsmechanisme onder zou de liftput net wat dieper moeten. En die lag er al. Dat was een gepasseerd station. De Bucher hydraulische machine is geplaatst in de kelder. Aan de glazen liftschacht werd al gewerkt. Een stalen raster opgebouwd uit vierkante profielen van Van Leeuwen Buizen. De schacht was door ons getekend voor een tractielift, maar vroeg geen verdere aanpassingen. BRS structural glazing produceerde de structurele glasbekleding. We hebben de geleidingsrails van de liftkooi verstopt in de natuurstenen achterwand die als uit één stuk lijkt door te lopen. Staalgezette hoekplaten maken de natuursteen ter plekke van de geleidingsrails wegneembaar voor onderhoud.
Even koffiehalen gebeurt in het nieuwe hoofkantoor en plein public
Energie
Met zijn peuk in de hand lijkt Pieter van Leeuwen Jr (1903 –1985) de handelswaarde van het metaal van de liftplunjer in te schatten
20
Plunjer
Ruis
Alleen was de ruwbouw al halverwege. Met een diamantboor werd een gat gemaakt in de 50 cm dikke vloer van de al gestorte liftput. Als was het een trofee hebben de bouwers het grote uitgeboorde blok beton op het terrein laten liggen. Een 18 m lange buis van 4,5 ton (813 mm diameter, 12,5 mm wanddikte) afkomstig van een dochterbedrijf (Combulex BV, Vianen) is loodrecht ingeheid. Daarna is de buis aan de keldervloer gekoppeld en is de vloer met injecties weer waterdicht gemaakt. In de 18 m diepe buis komt kwam de glimmende plunjer van de hydralische lift. Ook de verchroomde plunjer is een Van Leeuwen Buizen-product.
Alle hulde voor Hans van Heeswijk voor zijn lift in de Hermitage maar wij wilden het nog net iets strakker. Wij wilden helemaal geen ruis. Nergens boutjes, schroefjes of onbegrijpelijk ijzer in het zicht. Puur die glazen verlichte vloer met de glazen opbouw die slechts ondersteund door die ene grote buis heen en weer gaat. Het bewegingsmechanisme van de deuren zit weliswaar zichtbaar boven de deur. Dit bewegingsmechanis-
Liftbouw
Overal in de nieuwbouw is gelet op energiezuinigheid. Er is bijvoorbeeld WKO aangelegd. Bij de lift heeft de vormgeving echter gewonnen. Er is gebruik gemaakt van een normale hydraulische aandrijving. Een drukvat of tegengewicht zouden de hydraulica energiezuiniger laten werken. Daar is vanwege de esthetica vanaf gezien. Ook met een drukvat of tegengewicht wordt een hydraulische lift overigens geen echt energiezuinige lift. Een grote energiebesparing bleek alsnog haalbaar in de gebruiksfase. De maximale snelheid is ingesteld op 0,6 m/s terwijl de installatie 1,0 m/s aankan. Dat bespaart bijna 40 % op de energiekosten. Langzamer naar boven gaan is geen probleem. Er valt meer dan genoeg te zien. In de laatste weken voor de oplevering van het kantoor ben ik misschien wel honderd keer per week op en neer geweest. Je blijft je ogen uitkijken.
Facts & Figures Lift merk Lift type Aandrijving Vermogen aandrijving Hefhoogte Hefsnelheid Hefcapaciteit Stopplaatsen Starts/stops Deurtype
MEE-WDE GPE-Special Hydraulisch 33 KW 15 m 0,6 m/s 1200 kg of 16 personen 5 45/uur Telescopisch volglas
Opdracht: VLOG BV, Zwijndrecht (onroerend goed maatschappij van Van Leeuwen Buizen Groep) Ontwerp: Lugten Malschaert Architecten, Dordrecht Uitvoering: Slavenburg Bouw, Capelle aan den IJssel (Hoofdaannemer) Installaties: Mitsubishi Elevator Europe, Veenendaal (Liftinstallatie) Verkerk Groep, Zwijndrecht (E-installaties)
Atriumdak met zonnecellen zorgt voor dynamische reflecties
Liftbouw 21
E.COR Groen licht voor economie en ecologie.
ECO-FRIENDLY
BO WWW .A
919 2 0
IN S P E
CTE R E
R N VO O
2
3 5
6716 AE E de
10 9
4
Abom a bv Gal vani s t raa t 1
2012 6
M A .N L
11
V
0 318 -6
V H E ID S I G N ET
1
L IG
12
EI
7
8
Liftveiligheid op niveau.
Pos t bus 1 4 1 6710 BC E de T F
0318 691 9 2 0 0318 691 9 2 1
BOUWEN AAN VEILIGHEID.
i nf o@ ab oma . n l www.ab oma . n l
adv_Aboma_Liftbouw.indd 1
10-03-2011 11:17:40
ADVISERING • ENGINEERING • VERKOOP • SERVICE • ONDERHOUD Postbus 20, 2957 ZG Nieuw Lekkerland, Tel. 0184 - 68 42 82, Fax 0184 - 68 62 99
WWW.ERGOLIFT.NL
De ThyssenKrupp wacht op zijn passagiers. Een doorlooplift voor twee stopplaatsen 24
Liftbouw
Innovatie
Tekst: Dipl-Wirt Ing Ulf Dietrich ThyssenKrupp Aufzüge Gmbh, Neuhausen; (Übersetzung: Willem Ruyters) Beeld: ThyssenKrupp, Gonzalez, UNstudio
De lift als
infotainer Liften zijn er om mensen en goederen verticaal te transporteren. Punt. Als liften esthetisch willen ‘pleasen’, veranderen ze vaak in volglazen gevallen. Maar het kan ook anders. ThyssenKrupp Aufzüge liet de drie PreShow-liften in het Mercedes-Benz Museum in Stuttgart integraal onderdeel uitmaken van het museumconcept. De lift als entertainer. Het Mercedes Benz Museum is een 47 m hoog tentoonstellingsgebouw waarvan de vloeren een dubbele spiraal maken Ongeveer zoals de structuur van een dubbele DNA-helix. Geen gewoon museum maar een ikoon van de vooruitgang. Het gebouw telt negen niveaus van in totaal 1600 m2 vloeroppervlak waarop 160 auto’s opgesteld staan naast meer dan 1500 andere rekwisieten en kunstvoorwerpen. De plattegrond van het gebouw is goed te vergelijken met een klaverblad, geometrisch gesproken dan. Het bestaat uit drie overlappende cirkels waarvan het centrum is weggehaald om een driehoekig atrium te vormen. Het atrium is het begin van de tour van de bezoekers door het museum en tevens het begin van een tocht terug in de tijd. De drie PreShow-liften van ThyssenKrupp Aufzüge fungeren daarbij als tijdmachines die binnen luttele meters de bezoekers 120 jaar terug brengen. Tegelijkertijd overbruggen ze in de nuchtere realiteit de afstand tot de bovenste vloer van het museum. Boven stapt de bezoeker het jaar 1886 binnen, het jaar waarin de auto geboren is. De tijdreis start op het moment dat de PreShow-lift zich in beweging zet. Het geluid van de vlakbij gelegen snelweg B14 dreunt door de liftcabine. Boven eindigt de reis met het overdonderende geluid van paardenhoeven en ratelende koetswielen. Een video op de atriumwand tegenover de liftcabine begeleidt de tocht. Een projector die boven op elk van de drie PreShow-liften is gemonteerd, zorgt voor de bewegende beelden. Na aankomst boven lopen de bezoekers de spiraal af naar beneden langs een chronologische geschiedenis van zowel het merk Mercedes Benz als van de automobiel. Om weer uit te komen in 2011.
Hoogwerker Vrij naar Mies von der Rohe en Johan Cruijff zaten de grootste uitdagingen voor de liftbouwers in de details. Om te beginnen werden potentiële hick-ups samen met de keurende instantie Tüv Süd geïnventariseerd. Vanaf de start zochten de ontwerpers een manier om de lifttechniek onzichtbaar te houden. Daarom was in de eerste schetsen een slechts 33 cm diepe nis opgenomen voor het plaatsen van de geleiderails, het tegengewicht, de kabels, het besturingssysteem en de hefmachine. Later is die nis nog verder teruggebracht
naar 29 cm diepte. Speciaal vormgegeven ankerplaten voor de geleiderails, een zeer smal tegengewicht, extra flexibele kabels met een kleine buigradius en een slim etage- selectiesysteem waren een paar van de ‘uitvindingen’. De effectiviteit van deze aanpak is getest in intensieve (bots)proeven. Vooral het smalle tegengewicht betekende een uitdaging omdat het gewicht weliswaar smal genoeg voor de ondiepe nis was, maar te lang voor de liftput. Daarom is in de liftput een extra opening gemaakt, die het mogelijk maakt om het gewicht tot de kelderetage te brengen. Daar is het
Een verticale ikoon langs de brede snelweg B14
Liftbouw 25
Een trip door de tijd in een ThyssenKrupp
26
Liftbouw
tegengewicht bereikbaar voor onderhoud. Om de liftmachine onzichtbaar te houden, is die beneden (en achter) de nis geplaatst. Het ‘enige’ wat daarna nog over bleef, was om een geschikte plaats voor de ophanging van de pulley bovenaan de nis te vinden. Dat bleek nog niet zo gemakkelijk. Uiteindelijk is een vooruitstekende en trillingsvrije pulley-drager ontworpen geïntegreerd met een tegendrager om de extra kracht op te vangen. Hoe in geval van nood uit de lift te ontsnappen? De afstand tussen de twee stopplaatsen is groter dan 11 m. De Europese regelgeving vraagt dan om extra nooduitgangen in de schacht. Echter, bij de vrij over de muren bewegende liften in het museum is eigenlijk geen sprake van een schacht in conventionele zin. In overleg met Tüv Süd is besloten tot een alternatief. In noodgevallen voldoet een bevrijding van de liftpassagiers door een hoogwerker met een special afgesloten cabine. Ten slotte, is een geheel nieuw besturingssysteem ontworpen. De verkoopbalie zelf stuurt het oproepen van de liften aan. Een koppeling van het liftoproepsysteem aan het datanetwerk van de mediatechnologie in het museum is ook mogelijk.
Schil lichten Pas nadat de lifttechniek helemaal klopte, kwam de aandacht te liggen op het design van de drie cabines. UNstudio zocht iets futuristisch, gerelateerd aan het archetype van een automobiel, liefst ook gemaakt van voor auto’s typische materialen. Het exterieur van de liftcabine zo glad mogelijk en zonder naden. Met als resultaat: drie glimmende, aerodynamische verschijningen die aan de ene kant de herinnering aan de recordbrekende Mercedeswagens oproepen (Silberpfeilen) terwijl aan de andere kant het rondlopende raam
Liftbouw 27
doet denken aan een helm. Het exterieur, gemaakt uit vezelversterkt kunststof (carbon fiberglass), vroeg om een pijnlijk nauwkeurige modellering, productie en afwerking. De cabine is op zijn taak als entertainer ingericht. Achter de kunststof buitenschil zit boven de verblijfscel van de liftpassagiers een 130 kg zware, 4,2 kW highperformance projector voor de filmprojectie verborgen. Onder de verblijfsruimte voor de passagiers bevinden zich achter de metallic schil een separate PC voor de media control; het sound system; de ventilatie en de koelinstallatie voor de stille
warmteuitlaat, de deuraandrijvingen van de twee tegenover elkaar gelegen kooideuren en twee computergecontroleerde 1,5 KW beweegbare spotlights die op één punt in het atrium – op een rekwisiet bijvoorbeeld – gefixeerd blijven, terwijl de lift omhoog snelt. De deuraandrijvingen bevinden zich onder de kooideuren, omdat de koepelvorm van het dak te weinig ruimte bood. De digitale projector is nogal zwaar gedimensioneerd, want het atrium heeft relatief een hoog lichtniveau, de geprojecteerde beelden moeten bijna 16 m overbruggen, elk van de projecties is liefst 8
Interieur is een weergaloze mengeling van luxe materialen. Zacht en prettig als het interieur van een Mercedes SL
28
Liftbouw
x 6 m groot terwijl het beton van de atriumwanden vrij donker is. Het verlichte plafond in het fraaie cabine-interieur is in vier delen naar beneden uitklapbaar. Daarachter zitten twee luiken naar het dak van de cabine verborgen. Eén geeft toegang tot de ‘dome’ met de projector, de ander tot een doorgang van waaruit de schil van de liftcabine gelicht kan worden. Tevens zit hier een ladder naar een platform boven om inspecties op de cabine uit te voeren. Ook de onderkant van de cabinehuid valt te lichten voor onderhoud aan alle technologie.
Alcantera Het interieur van de cabines is een weergaloze mengeling van zachte en harde materialen, vergelijkbaar met het interieur van de topmodellen van Mercedes Benz. In goed Duits: sophisticated craftmanship. Zowel het plafond als de vloer zijn geproduceerd uit ‘Cellbond’composieten, innovatieve sandwichpanelen van een aluminium honingraatstructuur die aan weerszijden is afgedekt met een polycarbonaat of glaspaneel. Dit maakt backlighting mogelijk. Een 40 mm dikke glasplaat als vloerplaat voldoet constructief gezien. Zo transpa-
rant (lees glad) mogelijk om de backlighting niet dwars te zitten, maar tevens moest het glas de Class R9 anti-slip norm halen met het oog op de valveiligheid. Echter, hoe stroever, hoe opaler. Deze contradictie is opgelost door de glasplaat op de vloer te bedrukken met een stippeltjespatroon. In het interieur is veel van hetzelfde Alcantara leer gebruikt als in de Mercedes Benz S-klasse. Het vroeg wel veel van de leerwerkers om de brede leren strippen precies parallel aan de horizontaal rondlopende panoramaruit aan te brengen. Een unicum is ook het bedieningspaneel van de
liftcabine, dat visueel een eenheid vormt met de glasruit. De reis door de tijd is nioet alleen een visueel gebeuren, het is vooral een audiotrip. En wat voor een audiotrip. Het geluid van het BOSE-systeem met vier verspreide satellietspeakers en een subwoofer in de achterwand is zo overweldigend dat de passagiers regelmatig steun moeten zoeken bij de witte leuning (van Plexiglass-coated staal). Om het machtige geluid van de subwoofer door te laten, zijn er handmatig 286 gaten geboord in het hardglazen paneel in de achterwand.
Assemblage en inregeling De installatie van de drie PreShow-liften was geen eenvoudige klus. De geleiderails bijvoorbeeld moesten binnen tien dagen gemonteerd worden vanaf een tijdelijke steiger. De montageploeg van Thyssenkrupp werkte daarom in ploegendienst de nachten door. Alle andere
Interieurconcepten
Gaten in het opalen hardglas laten de klanken van de subwoofer door Liftbouw 29
montagewerkzaamheden konden zonder steigers verder af. In drie nachten zijn de drie cabines met een 15 ton kraan het atrium ingetild. Op dat moment stond op beganegrondniveau de korte liftschacht van veiligheidsglas er al. Daarom moest de kraan de liftcabine uiterst omzichtig binnen zijn glazen cocon neerlaten. Dit was de enig bruikbare montagevolgorde omdat de opdrachtge-
ver minimale toleranties verlangde tussen de glazen veiligheidscel en de lift zelf. Daarna vroeg de inregeling van de liften het nodige van de experts van ThyssenKrupp. Om de liften en de video in de pas te laten lopen, is de hefsnelheid in de praktijk verlaagd van 1,6 naar 1,2 m/s. Naast de drie spectaculaire PreShow-liften heeft Thyssenkrupp nog acht andere liften (Brandweerliften en goederen-
liften) en drie satellietliften (voor vervoer tussen de museumniveaus) ge誰nstalleerd. Twee Velino roltrappen brengen bezoekers vanuit entreeniveau naar de atriumvloer. Met de drie PreShow-liften realiseerde ThyssenKrupp Aufz端ge een quantum leap binnen de tijdruimte van de liftenwereld. Het vertrouwde idee van wat liften zijn en wat ze moeten kunnen, is voorgoed veranderd.
Facts & Figures PreShow lift Aandrijving Hefcapaciteit Hefsnelheid Hefhoogte Aantal stopplaatsen 2
Ward-Leonard 1900 kg 1,6 m/s 36,0 m
Bovenin glijdt strijklicht over de pulley en het tegengewicht
De lucht in het atrium trilt van de suspense, als vlak voor een bioscoopvoorstelling
Iele en kwetsbare liftcabines klimmen tegen het overdonderend beton omhoog 30
Liftbouw
Toelichting door Ben van Berkel ’Het ligt niet echt voor de hand om 25.000 m2 aan museumruimte in etages boven elkaar te organiseren. Het beschikbare bouwterrein langs snelweg B14 was eigenlijk meer dan groot genoeg om het complete programma in één groot laag gebouw te stoppen. Maar zo’n laag museum zou onzichtbaar zijn en verdwaald raken langs de autoweg net als al die andere, anonieme bedrijfsgebouwen. Nu is het Mercedes-Benz Museum een hoge herkenbare verticale structuur, de jongste ster in de skyline van Stuttgart. Voor het interieur betekende deze ontwerpbeslissing wel het een en ander. Een Atrium legt als verticale connector de noodzakelijke relaties tussen de vijf dubbelhoge vloeren met auto’s en de zeven lagere museumetages met andere museale objecten. Daar, in het Atrium start voor elke museumbezoeker de museumbelevenis met een Preshow. Alle bezoekers gaan direct na het kopen van een ticket naar boven in één van de drie Preshow-liften. Het zijn afgesloten capsules met alleen een spleetvormig panoramaraam op ooghoogte. Daardoorheen zien de liftpassagiers beelden van de rijke historie van Mercedes-Benz op de wanden geprojecteerd. Ook één grote lift had het werk kunnen doen, maar de bouwkundige vorm van het Atrium roept het getal drie op. In de plattegrond van het MBM mag je gerust het merk met de ster herkennen. De auto-industrie draait trouwens vooral om vermenigvuldigen en niet om unica. Drie liften reageren tevens nauwkeuriger en efficiënter op wisselende bezoekersstromen dan één grote lift. Als de drie liften tegelijkertijd over de muren heen en weer dansen, komt het hele Atrium tot leven met flikkerende kleuren. Een asymmetrische rangschikking van de etages leidt de blikken van de bezoekers af tijdens de tocht naar boven. De diagonale lijnen nodigen uit om steeds weer op andere voorwerpen en plaatsen de blik te focussen. Van boven valt daglicht binnen en misschien nog dramatischer, ook van de zijkanten komt er wat daglicht. Het natuurlijk licht mengt zich met het grillige kunstlicht van de projecties op de betonwanden. De liften bewegen ritmisch, het licht in het Atrium verandert a-ritmisch mee. Een elevator dance.
The dance of the elevators The decision to organize the 25,000 square meters of museum space on several stacked floors, totalling 47 meters in height, was not an obvious one. The site was large enough to conveniently accommodate the entire program on one floor. But that would have meant that the building would have been awkwardly tucked under the B14 expressway. Now, instead, the vertical structure of the museum is part of a network of landmarks and occupies a distinct place against the Stuttgart horizon. Internally, the consequence of condensing the museum program on a small area, is the presence of the atrium as the vertical connector between the five double-story legend rooms and the five single-story collection rooms. The Atrium is where the museum experience starts with a Pre-show. The visitor is brought up in one of the three elevators, which are like sealed-off capsules with only a large slit at eye-level through which the visitor sees images of the history of Mercedes-Benz projected on the walls of the atrium. When the three elevators perform this dance simultaneously, the atrium, with its massive concrete arches, is alight with flickering colours. The asymmetrical arrangement of the floors sidetracks the gaze when looking up. The eye is stimulated to wander, pause, and to change direction and focus. Light slants in from the top and, more dramatically, from the sides. This natural light, together with the Pre-show projections emanating from the moving elevators animate the atrium.
Schijnwerpers en andere apparatuur zijn in de cabine geplaatst
Liftbouw 31
People in Motion
SCHAEFER. Innovative TFT displays with high graphic resolution The monitors are not only impressive by their technical quality and the excellent presentation but also by the design of the interface which can be created individually by means of a software. Further convincing aspects are the integration of all lift information as per the norm (lift data, information texts, symbols) as well as the slim design with only 32 – 34 mm installation depth. Depending on the application, various screen sizes
EN
EN
81-70
EN
81-71
81-71
EN 81-71
SCHAEFER GmbH Winterlinger Str. 4 72488 Sigmaringen Germany Phone +49 7571 722-734 Fax +49 7571 722-98 g.biller@ws-schaefer.de www.ws-schaefer.de
Een onafhankelijk lifttechnisch advies werkt kostenbesparend! Met TDK liftplan voegt u kennis, capaciteit en inkoopkracht toe aan uw organisatie. TDK liftplan maakt uw lifttechnische kosten inzichtelijk. Vanuit een onafhankelijk advies krijgt u een helder kostenbesparend overzicht. TDK liftplan maakt uw lifttechnische uitgaven begrijpelijk. Transparant, deskundig en kwaliteitsbewust.
Telefoon: 0172-636870 www.tdkliftplan.nl
LIFTEN DUURZAMER, BETROUWBAARDER EN GOEDKOPER! Wilt u: onafhankelijk liftbeheer; toekomstvast ontwerp en beheerbeleid; nauwkeurige capaciteitsberekening met simulatie; strakke projectbegeleiding liften en gevelliften; (nieuwbouw, vervanging, modernisering); ervaren begeleiding bij contractbesprekingen? PĂŠron staat voor uw belang! Parklaan 126
2171 EJ Sassenheim
T
+ 31 (0)252 544 962
E
info@peron.nl
I
www.peron.nl
CLASS 2
SCHAEFER. Your partner for operating and indicating elements in modern lift installations.
CLASS 1
are possible.
Hier. Overal. Elke dag vertrouwen 1 miljard mensen over de hele wereld op de installaties van Schindler. Als grootste leverancier van roltrappen en tweede grootste producent van liften in de wereld willen wij dit vertrouwen behouden. Wij garanderen betrouwbare mobiliteit, of wij nu een lift, een roltrap of rolpad installeren, onderhouden of moderniseren.
www.schindler.nl
Innovatie
Tekst: Willem Ruyters Beeld: Schindler Benelux
Communiceren met liften Marco van der Broeck is de General Marketing Manager Benelux van Schindler. Hij vindt dat een ritje in een lift meer moet zijn dan een manier om naar boven of om naar beneden te gaan. ‘Schindler koppelt mobiliteit aan communicatie
Logo tegen receptiewand... ... En in de lift
en biedt nu ook de mogelijkheid van grafische wanden in liften. Communicatie in beeld of tekst die een rit in de lift tot een belevenis maakt.’
Marco van der Broeck heeft als General Marketing Manager van de Benelux heldere ideeën over hoe je de lift meerwaarde kunt geven. ‘Een lift is meer dan een doos aan een touw. Wij willen de momenten van mobiliteit combineren met momenten van communicatie en beleving. Schindler Liften maakt van een kantoorlift ‘the Talk-of-theTown.’ In samenwerking met ontwerpbureau OPERA Graphic Design uit Breda heeft Schindler Benelux hiervoor het concept ‘Grafische wanden voor liften’ ontwikkeld. Grafische wanden die van het liftinterieur een communicatiemiddel maken en de lift veranderen in een nieuw medium.’
Grafische wanden Schindler richt zich met de grafische wanden allereerst op de utiliteitsbouw. Een bedrijf kan de eigen identiteit duidelijker etaleren door de lift bij de huisstijl te betrekken. Het bedrijfslogo in de lift aan-
brengen is bijvoorbeeld een optie of een pakkend grafisch beeld opgebouwd uit gecombineerde fotografie en huisstijlelementen. Samen met ontwerpbureau Opera Graphic Design onderscheidt Schindler drie grafische categorieën: Corporate, Fotografie & structuur en Kleuren & structuur.De prints worden gedrukt op speciaal voor een lift ontwikkelde folies. Van der Broeck: ‘De grafische wanden hoeven niet beperkt te blijven tot de achterwand. Het hele liftinterieur kan bij de grafische vormgeving betrokken worden. Met uitzondering van de deuren. Dit vanwege de veiligheid. Natuurlijk blijft het mogelijk deuren te leveren in een kleur die precies past bij de stijl van de grafische wanden.’ De printtechniek voor de grafische wanden is tot veel in staat. Van der Broeck: ‘Als iemand een glasplaat wil beprinten, leveren wij dat ook. Verlichting erachter of geprint op stof, het is allemaal mogelijk.’
'Schindler Benelux geeft visitekaartje af' 34
Liftbouw
Ook voor commerciële boodschappen Modernisaties Kort na de introductie van de grafische wanden melden zich al de eerste klanten. Een goed voorbeeld is het Albert Schweitzer ziekenhuis uit Dordrecht. Van der Broeck: ‘De beddenliften van Schindler die daar draaien, zien er prima uit in hun strakke RVS-beplating. Maar patiënten en bezoekers beoordelen het glimmende RVS vaak anders. Strak staal komt kil over. Met onze grafische technieken brengen we binnen een mum van tijd meer warmte in de lift.’ Ook de 107 m lange rit naar de top
van de Rotterdamse Euromast duurt tegenwoordig gevoelsmatig korter dankzij een nieuw liftinterieur met grafische wanden. Bij liftmodernisaties biedt de introductie van grafische wanden de klanten een extra. Van der Broeck: ’Binnen de Benelux verzorgt Schindler duizenden liften. Wanneer we een lift moderniseren, is dat voor buitenstaanders vaak niet goed zichtbaar. De nieuwe techniek in de schacht blijft voor hen immers uit het zicht. Zij zien vooral het liftinterieur en daar is na de modernisatie
vaak weinig veranderd. Hooguit een nieuw bedieningstableau. Meestal is het cabineinterieur nog te goed om al te vervangen. In zo’n geval biedt een grafische wand een aantrekkelijke mogelijkheid om het interieur toch te actualiseren.’ Prijstechnisch zijn grafische wanden zeker interessant. ‘Zo interessant dat het loont om de grafische wanden op zeer regelmatige basis te vervangen. De folies zijn gemakkelijk te verwijderen zonder dat er resten overblijven. Vanzelfsprekend werken we de grafische
Liftbouw 35
Bij het instappen van de lift Spinoza,.. wanden perfect af. Aan de print peuteren en stukjes eraf trekken, dat gaat niet.’
Beloon het wachten Van der Broeck beschrijft zijn eigen favoriete print: ‘De Spinoza die OPERA Graphic Design ontwierp, heeft alles wat een grafische wand in een lift moet hebben. Spinoza is de bekende wijsgeer uit de Gouden Eeuw, maar hij was ook slijper van lenzen. OPERA Graphic Design heeft zijn hoofd grafisch opgebouwd uit rode, groene en blauwe cirkels. Vergelijk het met uitvergrote pixels van een TV-scherm. Als iemand de lift binnenstapt, herkent die meteen het karakteristieke hoofd tegenover zich. Dichterbij de achterwand vervaagt het beeld echter en merk je vooral het ritme van rode, groene en blauwe cirkels op. Mensen ervaren het als rustgevend. Een goed voorbeeld van hoe je het wachten beloont.’
Narrowcasting Een andere, aansprekende manier van communiceren met liften is het plaatsen van een flatscreen in de lift. Van der Broeck bevlogen: ‘Het A4-tje met mededelingen vlakbij het bedieningstableau. Het is een bekend fenomeen. Zeker in zorginstellingen of appartementenflats. Regelmatig hangt er iemand een nieuw A4-tje op met mededelingen of gewijzigde huisregels. Maar stel je nu eens in plaats van dat A4-tje een flatscreen voor. Dat maakt de communicatie toch veel directer?’ Met het bedrijf Netpresenter (Beek, L) is Schindler Benelux een samenwerking gestart om via flatscreens communicatie in de lift mogelijk te maken. Van der Broeck; ‘Netpresenter is de perfecte partner voor deze vorm van narrowcasting. Ze bedachten bijvoorbeeld ook het AmberAlert. We plaatsen uitsluitend flatscreens die geschikt zijn voor 24 uur / 7 dagen per week gebruik. Je kunt de weergegeven boodschappen perfect koppelen aan de verdieping die de lift passeert. Bovendien valt zo’n flatscreen prachtig te combineren met een grafische wand. Schindler’s missie is geslaagd als over drie tot vier jaar de communicatieve meerwaarde van liften algemeen wordt erkend.’
36
Liftbouw
...maar dicht voor de liftwand: rustgevende cirkels
EEN LEVERANCIER DIE DENKT IN OPLOSSINGEN, NIET NAAST DE KLANT, MAAR MET ZIJN KLANT. Dé leverancier voor liftonderdelen aan de liftindustrie. Of dit nu een nieuwe installatie, een renovatie of reparatie betreft. WITTUR BV is onderdeel van WITTUR Holding GmbH. Samen met ca 30 collega bedrijven, wereldwijd, samengebracht in de divisies: LIFTAANDRIJVINGEN, AUTOMATISCHE LIFTDEUREN, ELECTRONICA, SOFTWARE, STAALDELEN en LOGISTIEK. Wittur is dan ook ’s werelds grootste, onafhankelijke, producent en leverancier van liftcomponenten voor de liftindustrie. Mede hierdoor kan WITTUR BV de liftindustrie ondersteunen met: Adviezen, instructie, opleidingen, seminars en documentatie. Voor verdere info raadpleeg uw liftonderhoudsbedrijf.
Interlift liftcabinebekledingen liftcabines muurkoppen scheidingswanden liftschachten
techniek B.V.
Interlift techniek bv is al ruim 35 jaar de toeleverancier van de Nederlandse liftinstallateurs.
Interlift techniek bv levert vaak in nauw overleg met de architect of het adviesburo in samenwerking met de liftinstallateur de gewenste speciale bekleding of muurkop afwerking. In principe is voor de uitvoering bijna alles mogelijk.
Kijk voor een beter idee op onze web-site: WWW.INTERLIFT–techniek.nl
Op reis met Liftbouw
Top 7 van
must-see-liften in de wereld.
Nederland heeft maar één echte stadslift. Die is gloednieuw, staat in de nieuwbouwwijk Kloosterheuvel bij Assen en is meestal kapot. Als de lift wel werkt, brengt hij bezoekers aan het winkelcentrum Kloosterheuvel van het benedenplein naar het bovenplein. Een stukje van vier m. In het buitenland hebben ze veel bergen, meer mooie uitzichten en misschien daarom veel meer buitenliften. Zeven liften die een omweg waard zijn.
1. Oregon City Municipal Elevator, Oregon, USA De Oregon City Municipal Elevator is de enige stedelijke buitenlift in de Verenigde Staten. Met 40 m niet echt hoog, maar wel de enige verticale straat in de USA. Deels ligt Oregon op een ongenaakbare basaltklif, terwijl de zakenstad zich tot de slechts 200 m brede oever van de rivier de Oregon aan de voet van de klif beperkt. De lift sluit aan op een brug over de rivier. Een piccolo is nog steeds aanwezig en brengt elke dag 900 mensen heen en weer. De huidige lift dateert uit 1955 en is de tweede lifttoren op deze plek. Het is een Otis. In 2004 is de installatie vernieuwd.
1.
2.
2. Elevador de Santa Justa, Lissabon, Portugal 3.
38
Liftbouw
De Elevador de Santa Justa is een 45 m hoge lift in Lissabon. De Elevador verbindt de Santa Justa-straat met Carmoplein. Een neogotische lift (1900-1902) gebouwd door Raoul Mesnier du Ponsard, een enthousiaste leerling van Gustave Eiffel. De Portugese koninklijke familie was zo vriendelijk het geld voor zijn eerste zelfstandige kunstwerk te fourneren. Veel gietijzer, smeedijzer en staal, met op elke etage andere decoraties, de twee liftkooien (20 personen) zijn geheel gemaakt van hout. De eerste vijf jaar van zijn bestaan werkte de lift op stoom, sinds 1907 op elektriciteit. Het hoogste uitzichtpunt is alleen te bereiken via een wenteltrap. Tegenwoordig een Nationaal Monument.
5..
4.
6.
3. Lacerda lift, Salvador, Brazilië De Elevador Lacerda verbindt twee stadsdelen in de Braziliaanse stad Salvador. Meer dan 30.000 bezoekers per dag maken het ritje dat 38 seconden duurt. Ze overbruggen daarbij 72 meter. Het uitzicht is superBraziliaans, op een blauwe zee en strandleven en in de verte op zee, vrachtschepen die wachten totdat er plek in de haven is.
4. Hammetschwand Lift, Zwitserland De hoogste vrijstaande lift van Europa, de Hammetschwand-lift, staat tegen de steile noordkant van de berg Bürgenstock. In minder dan 60 seconden suist de lift 152 m de hoogte in. Tegenwoordig is dit niet meer echt snel . Op de top geniet je van een panorama over het Vierwoudstrekenmeer en de omliggende bergen. De lift overbrugt alleen het laatste stukje naar de top. Een rit met de nostalgische Bürgenstockbahn vanuit Luzern naar de Bürgenstock hoort er bij. Deze oudste, elektrisch aangedreven kabelspoorweg (1888) zet je af voor de deur van de lift. Wie niet met de trein wil, kan ook de 2283 traptreden naar de entree van de lift lopend afleggen.
5. Lacerda lift, Salvador, Brazilië De Elevador Lacerda verbindt twee stadsdelen in de Braziliaanse stad Salvador. Meer dan 30.000 bezoekers per dag maken het ritje dat 38 seconden duurt. Ze overbruggen daarbij 72 meter. Het uitzicht is superBraziliaans, op een blauwe zee en strandleven en
7.
in de verte op zee, vrachtschepen die wachten totdat er plek in de haven is.
6. Eiffeltoren, Parijs Op loopafstand van het Louvre bevinden zich nog meer must-see-elevators. De eerste (95 m) en tweede etage (125 m) van de hoge Eiffeltoren zijn per trap en lift bereikbaar. Naar de top op 180 meter gaat alleen een lift. Vroeger waren het hydraulische liften (eigenlijk inclinators), maar dat was veel vroeger. Al weer meer dan honderd jaar zijn het snelle elektrische tractieliften.
7. Bailong Lift, Wulingyuan, Provincie Hunan, China
7.
De hoogste vrijstaande lift ter wereld staat tegen een klif in het Chinese Zhangjiajie natuurpark. Drie glazen capsules brengen je licht resonerend maar met vrij grote snelheid 360 meter omhoog. In dit natuurpark is de 3D-film Avatar opgenomen. 3 Liften, Hefcapaciteit 3.750 kg; 2 Stops; Hefhoogte 360 m, Ophanging 2:1; Hefsnelheid 3.0 m/s; Gebouwd in 2001.
Liftbouw 39
Column
Vertrouwen Ten diepste is de economische crisis een vertrouwenscrisis. Op het moment zien we dat in Europa richting een land als Griekenland. We noemen het de ‘Eurocrisis’, maar ook hier is het simpelweg wantrouwen. Is het gebrek aan vertrouwen, of zijn we juist te goed van vertrouwen geweest? Ik ga niet zeggen dat ik een oplossing heb, maar één ding is zeker: zó kunnen we met elkaar niet verder. In 2002 begon ik mijn liftadviesbureau en was wantrouwen in de liftenbranche voor opdrachtgevers de achterliggende motivatie om ons in te schakelen. Met de aannemer, de schilder en de dakdekker kon men de noodzaak en kosten van een maatregel beredeneren. De gekozen oplossing had een standaardprijs en vermenigvuldigd met de hoeveelheid, was de aanneemsom snel bepaald.
Maar bij liften,… Er komt een keuringsinstelling en die glipt samen met de liftmonteur de schacht en de machinekamer in en daar rolt een keuringsrapport uit. Niet veel later ligt er ook een offerte voor de te nemen maatregelen. Alternatieven? Noodzakelijkheid? Prijs? Onbekend! Totdat de liftadviseur langs komt. En ja, we hebben voor onze opdrachtgevers miljoenen bespaard. Het was dé bron die de groei van ons bureau naar 17 man realiseerde. De argumenten voor het wantrouwen werden telkens door de branche aangedragen. Denk aan de karteluitspraak van de Europese Commissie. Dure (veelal onnodige) Arbo-aanpassingen werden toegepast en recentelijk nog verklaarde de Vereniging van Lift- en Roltrapfabrikanten (VLR) dat vrijwel alle 60.000 liften die zij gebouwd hebben en onderhouden eigenlijk niet veilig zijn. Toch denk ik dat we nu aangekomen zijn op het punt dat we het vertrouwen moeten herstellen. Liftadviseurs moeten niet meer door grote aanbestedingen de prijzen op scherp zetten. Aanbestedingen vergroten het wantrouwen. Alles wat immers niet in het bestek staat, kan tegen veel geld als meerwerk worden verkocht. We willen toch samen naar een goede oplossing. Wet- en regelgeving zal door een echte vertegenwoordiging van de markt op een transparante wijze tot stand gebracht moeten worden en zeker niet als verkapt omzetverhogend element gebruikt worden. Liftbedrijven moeten niet geselecteerd worden op de laagte prijs of hun omvang, maar op hun innovatie en toegevoegde waarde. Innovaties moeten echter niet gebruikt worden om anderen uit te sluiten, maar om de eindgebruiker de beste lift te gunnen, tegen reële kosten. Herstel van het vertrouwen is naar mijn stellige overtuiging de oplossing voor de crisis waar we in beland zijn. Transparantie door open calculaties, commitment over winst, onderlinge kennisoverdracht en verkrijgbaarheid van onderdelen zijn daarvoor de i ngrediënten.
Alderik Bos MBA Alderik Bos MBA DGA Alderik Bos Consultancy BV (handelend onder de naam Liftintermediair)
Liftintermediair, Moordrecht www.liftintermediair.nl
Liftbouw 41
ď ł
Regelgeving & Liftveiligheid
Tekst: Richard w. Bukowski, pe, fsfpe, senior consultant rolf jensen & assocs. Inc., Baltimore, (usa) Fang li, msfpe, rja, executive vice president fire protection technology consulting co. Ltd., Shanghai, (china) Translation: willem ruyters Beeld: www.google.com
Liften spelen sleutelrol in nieuwe evacuatiemethodes
Brand? Bij voorkeur
de lift gebruiken!
In de nasleep van de aanslag op de Twin Towers verlangen veel brandveiligheid-ingenieurs in de Verenigde Staten een herziening van de evacuatiemethodes van (zeer) hoge gebouwen. Traditioneel staat bij ontruimingen het (nood)trappenhuis centraal. Tegenwoordig worden meer alomvattende methodes ontwikkeld, die het hele gebouwontwerp en het feitelijke gebouwgebruik in ogenschouw nemen. Gaan liften een sleutelrol spelen in deze nieuwe, alternatieve evacuatiemethodes?
Petronas Towers, Kuala Lumpur, MaleisiĂŤ (452 m, 385 m zonder antenne, 88 etages, 340.000 m2 BVO). De evacuatietijd van de dubbeltoren vermindert van 2 uur tot slechts 20 minuten dankzij de luchtbrug en daarmee de mogelijkheid bij een evacuatie meer liften te gebruiken. De dubbeltoren heeft 74 Otis liften, daarvan 29 SKYWAY dubbeldekkers
IN CASE OF FIRE
In de jaren zeventig en tachtig vonden er in de USA diverse branden in wolkenkrabbers plaats waarbij de gebruikers en zelfs in één geval de brand zelf (door warmtegevoelige liftoproepknoppen) een lift met passagiers naar een brandende etage stuurden. De liftdeuren openden zich en stelden de inzittenden bloot aan ondraaglijke omstandigheden. Een horrorscenario. Een voorbeeld is de brand in de First Interstate Bank in Los Angeles in 1988. Fotocellen die normaal gesproken de deurbediening beveiligen, verhinderden dat de deuren zich weer sloten en de lift met passagiers kon ontsnappen. De fotocellen ‘zagen’ de dikke rook als iemand die nog in de deuropening stond. De deuren sloten daarom niet. Doden en zwaargewonden waren het gevolg. Op deze incidenten reageerden de Amerikaanse liftindustrie en de American Society of Mechanical Engineers (ASME) op twee manieren. Allereerst is de Firefighters Emergency Operation (FEO) ontwikkeld en verplicht ingevoerd op alle nieuwe en gemoderniseerde liftgroepen. FEO stelt rookdetectors verplicht in elke lifthal en in de liftmachinekamer. Als die melders rook detecteren, worden alle liften automatisch uit dienst genomen, en keren de liften terug naar een van tevoren vastgestelde etage. Dit is de Fase 1 Recall. Als de brand juist op de Recall-etage plaatsvindt, rijden de liften automatisch naar een alternatieve etage. Als tweede maatregel liet de liftbranche in elke lifthal waarschuwingsborden plaatsen: ’Bij brand. Niet de lift gebruiken!’ De liften reageren alleen op een waarschuwing van de rookmelders in de lifthallen of machinekamer. Niet op een andere brandmelding in het gebouw. Ze blijven dan gewoon functioneren. De Brandweer kan altijd zelf Fase 1 Recall activeren bij aankomst. Wanneer eenmaal de liften onder de Fase 1 Recall-modus draaien, neemt de brandweer handmatig de controle over de individuele brandweerlift over door het omdraaien van een specifieke sleutel in de cabine van de brandweerlift. De Brandweerlift(en) draait onder een speciale bedieningsmodus die het risico reduceert dat de brandweerlieden bloot komen te staan aan brand. (zie ASME A17.4). Zo beantwoordt tijdens Fase 2 de Brandweerlift bijvoorbeeld geen oproepen vanuit andere lifthallen meer en is de deurbediening op handmatig geschakeld.
De Burj Khalifa Abu Dhabi (828 m, 162 verdiepingen, 520.000 m2 BVO) gebruikt de lift voor een snelle evacuatie van de hoogste etages. Speciale vluchtetages vangen de mensen eerst veilig op in gecondi tioneerde ruimten. De evacuatieliften halen de mensen van de vluchtetages weg. Het zijn Otis SKYWAY liften waaronder twee doubledeckers met snelheid 10 m/s (36 km/u) en een capaciteit van 2 x 21 personen. Vanzelfsprekend de hoogste liftinstallatie ter wereld met tevens de langste afstand tussen twee stopplaatsen 507 m (naar het observatiedek). De toren heeft ook een trap van 2909 steektrappen
Noodbordjes in de nabije toekomst?
Liftbouw 43
Task groups Ondanks deze verbeteringen van de laatset twintig jaar maakte de aanval op de Twin Towers duidelijk dat de maatregelen toch nog tekortschoten. De ASME voert daarom onderzoek uit hoe het gebruik van liften tijdens een brand in het gebouw veilig te continueren gedurende die periode dat wel al brand geconstateerd is maar Fase 1 nog niet ingeschakeld is. Als de rookmelders in de lifthallen en liftschacht nog geen brand vaststellen. ASME zette daarvoor twee task groups op: één die het gebruik van de liften door de brandweerlieden onderzoekt en één hoe liften veilig te gebruiken voor het ontruimen van de mensen in het gebouw. Beide groepen zullen binnenkort de risico-analyses presenteren.
Buiten de Verenigde Staten Miden jaren tachtig stelde Engeland in alle nieuwbouw boven de dertig meter de aanwezigheid van een Brandweerlift verplicht. In de jaren negentig nam de Europese regelgeving EN 81-72 deze Engelse standaard (BS 5588 part 5) over.
44
Liftbouw
Weliswaar met iets andere randvoorwaarden. Zo stelt Nederland een brandweerlift verplicht in gebouwen hoger dan 20 m (volgens de NEN EN 80-71) De Amerikanen (ASME) volgden de Brits/Europese wetgeving. China verlangt in elk gebouw hoger dan 24 m dat er een minimaal aantal Brandweerliften aanwezig is. Het aantal wordt gerelateerd aan het vloeroppervlak. Gebouwen van minder dan 1500 m2 één brandweerlift; 1500 tot 4500 m2, twee Brandweerliften en daarboven drie Brandweerliften. Echter, Fase 2 is in China niet gedefinieerd in de regelgeving en Fase 1 Recall treedt in China in bij elke brand waar ook in het gebouw. Amerika is ook om. In de voorschriften voor 2009 verlangen de International Building Code (ICC) en NFPA 101/5000 voortaan Brandweerliften in alle nieuwbouw hoger dan 40 m. Eerder (in oktober 2008) adopteerde de City of San Francisco in hun Building Code al de verplichting tot Brandweerliften voor nieuwbouw boven de 60 m.
Evacueren met liften De Brandweer is wettelijk verplicht zich voort-
durend te oefenen in het bestrijden van brand in hoogbouw. Alleen dan is het veilig gebruiken van de Brandweerlift door de brandweer gegarandeerd. In de USA wordt de ASME A17.4 gebruikt als trainingsgids voor de te volgen aanvalprocedures. Deze regelgeving ondergaat telkens updates op nieuwe ontwikkelingen. Elke nieuwigheid komt meteen aan bod in de oefeningen. Voor gewone liften en hun gebruikers ligt dit heel anders. Zeker in gebouwen met een sterk wisselende groep gebruikers zoals commerciële kantoren. Veel brandoefeningen zijn meestal niet mogelijk. Een bijkomend probleem is dat voor de gewone gebruikers het liftgebruik bij een brand sterk verschilt met het alledaagse gebruik. Culturele verschillen moeten ook meegenomen worden. Niet iedereen gedraagt zich hetzelfde tijdens een noodsituatie. Op het moment verloopt de procedure in de USA bij een brandmelding ergens in het gebouw aldus: als de brand niet automatisch Fase 1 Recall geïnitieerd heeft, gaan alleen de Brandweerlift(en) naar de veiligheidsetage om de komst van de Brandweer af te wachten.
BT Tower, London (191 m). Twee liften (ThyssenKrupp, 7 m/s).
De overblijvende liften evacueren de mensen van de etage waar de brandmelding is en tevens van de twee etages daarboven en daaronder naar de uitgang op straatniveau. Een etage wordt als ontruimd beschouwd als er geen liftoproepen meer geregistreerd worden. Vervolgens gaan alle liften uit dienst om de bewegingen van de overige mensen in het gebouw onder controle te houden totdat de brandweer de feitelijke situatie heeft opgenomen. Een intercom is gewoonlijk noodzaak om zo’n gecompliceerde, gefaseerde (of gedeeltelijke) evacuatie van het gebouw aan te sturen. Die dirigeert de mensen op de etages waar de brand is naar de trappenhuizen en vertelt de anderen in het gebouw te wachten op verdere instructies.
Ontruimingsprotocol Als de Brandweercommandant besluit dat een volledige evacuatie nodig is, schakelt die handmatig de Evacuatie-modus in. Vervolgens wordt van boven naar beneden het gebouw met de liften ontruimd. Het liftbesturingssysteem negeert daarbij alle liftoproepen. Het registreert slechts van welke etages nog oproepen binnenkomen. Als die etages al ontruimd zijn, kan het besturingssysteem besluiten nog een lift daarheen te sturen dan wel kan de Brandweerlift (onder Fase 2 opererend) daarheen vertrekken. Deze procedure loopt door totdat het gebouw leeg is. Elke etage heeft een vuur- en rookbestendige lifthal om een barrière op te werpen tussen de brand en de lift. Deze veilige zones voorkomen dat automatisch Fase 1 ingaat. Want een schakeling naar Fase 1 beeindigt de evacuatie. Alle liften gaan dan automatisch naar de Recall etage. In een volledig gesprinklerd gebouw zal er te weinig rook de lifthal binnensijpelen bij het binnentreden van de evacuees om Fase 1 in te schakelen. Flatscreens in de lifthallen met daarop bijvoorbeeld de geschatte tijd voordat de etage ontruimd wordt, verzekeren de aanwezigen dat de liften nog steeds in dienst zijn. De directe toegang tot een noodtrap vanuit de lifthal biedt een uitweg mocht de liftevacuatie stoppen. Noodstroom, extra bescherming van de stroomkabels en de datakabels, en bescherming tegen waterlekkages horen ook bij dit veiligheidsvoorzieningen. De extra kosten voor zowel de huidige Brandweerliften als de gewone liften vallen mee vergeleken met de kosten van bredere of extra noodtrappenhuizen. Liften vervoeren mensen uiterst efficiënt gesteld dat het voorgestelde De aanstaande hoogste toren van Europa, The Shard Bridge Tower in London (architect Renzo Piano, 2012, 310 m, 87 etages, mixed-use, 100.000 m2 BVO) gaat de lift benutten bij noodontruimingen. Geïnspireerd op het voorbeeld van de BT Tower. In die toren staat de gebruiksvergunning al sinds de bouw in de jaren zestig het gebruik van de lift bij brand toe. De BT Tower heeft zelfs helemaal geen trappenhuis. KONE levert de liften voor The Shard Bridge Tower waaronder dubbeldekkers
Liftbouw 45
De Eureka Tower in Melbourne (2010, 297 m, 91 etages, 554 appartementen) is de op een na hoogste woontoren ter wereld en gebruikt bij brand enkele evacuatieliften. Normaal gesproken bedienen deze 2 liften Otis SKYWAY (9 m/s, 40 s rijtijd) in eigen rookvrije schachten het Observatiedek op de 89e etage. Bij brand halen ze de mensen weg van drie aangewezen vluchtverdiepingen. Deze vluchtetages komen overeen met de tranferzones, waar je van snellere op langzame liften overstapt. Daarnaast zijn alle lifthallen airpressurized en gerookmelderd en is het gebouw compleet gesprinklerd. Er zijn 9 Otis Elevonic 411 liften (die al dienst deden als bouwlift) en 2 Otis GEN2 aanwezig. Ook is er altijd nog een noodtrappenhuis (3680 steektrappen)
Copyright Aman Zafar (http://amanzafar.com)
De noodzaak voor een snellere evacuatie van van alle aanwezigen in het gebouw was de belangrijkste conclusie die het Amerikaanse National Institute of Standards and Technology (NIST) nam na het onderzoeken van de noodlottige gebeurtenissen op 11 september 2001. Ook een onbelemmerde toegang van al het veiligheidspersoneel tijdens de noodsituatie blijkt een harde randvoorwaarde. Alleen via de totnogtoe (slechts) twee verplichte (nood)trappenhuizen duurt een evacuatie van hoogbouw hoger dan veertig etages vaak meer dan één uur. Bij superhoogbouw voldoet een evacuatie uitsluitend via de (nood)trappenhuizen daarom niet langer. In de late jaren negentig deed het NIST samen met federale organen en de liftbranche al onderzoek naar het gebruik van de lift als tweede nooduitgang naast de noodtrappenhuizen. Dit onderzoek resulteerde in een verandering in de Life Safety Code (NFPA 101). Die stond voortaan het gebruik van de lift als tweede nooduitgang toe bij vluchtleidingstorens op luchthavens. Een uitbreiding van deze regelgeving naar andere hoogbouw kwam nooit tot stand. In 2003 legde de NIST deze problematiek voor aan de ASME-A17 Elevator & Escalator Committee. NIST en ASME gezamenlijk organiseerden diverse workshops om de geschiktheid van liften voor ontruimingen te onderzoeken. In de workshop van maart 2004 kwamen de Amerikaanse brandweerorganisaties en de liftenbranche tot de consensus dat het mogelijk was om binnen de huidige technologie liften veilig genoeg te maken om tijdens brand zowel door de brandweer als de overigen in het brandende gebouw te gebruiken. De belangrijkste reden hiervoor was dat de al geldende FEO hardware (als rookmelders) en procedures verplicht heeft gesteld, die effectief naderend gevaar signaleren en de liften uit dienst nemen voordat een gevaarlijke situatie ontstaat.
ontruimingsprotocol toegepast wordt. In de praktijk van alledag worden de liftgroepen er al op gedimensioneerd (in aantal, grootte, en hefsnelheden van de liften) om de complete gebouwbevolking in 30 tot 60 minuten te verplaatsen. De ontworpen liftcapaciteit richt zich op het afhandelen van al het spitsverkeer tijdens het spitsuur ’s ochtends en ’s avonds. Dat lukt steeds gemakkelijker. Binnen de nieuwste lifttechnologie zijn hoge hefsnelheden van 10 m/s haalbaar. Dubbeldeksliften brengen de vervoerscapaciteit van mensen per vierkante meter gebouwoppervlak nog verder omhoog.
Codes en standaarden De voordelen van een evacuatie met liften liggen zo voor de hand dat de regelgeving snel daarop aangepast wordt. Nog sterker: sommige wolkenkrabbers krijgen al ontruimingsliften zelfs voordat die regelgeving officieel aangepast is. Ontruiming via de liften is opgenomen in de
46
Liftbouw
ontwerpen van de Freedom Tower (United Arab Emirates) en de Chicago Spire (Chicago). De economische crisis heeft de bouw van beide torens overigens tijdens de constructiefase stilgelegd. De NFPA 101/5000 2009 editie bevat optionele voorschriften voor de inzet van de liften voor een noodevacuatie. Wel is in deze voorschriften geen nadere verplichtende drempelwaarde voor de gebouwhoogte opgenomen. Ook de IBC 2009 bevat voorschriften, maar tevens geen nadere drempelwaardes voor gebouwoppervlak of gebouwhoogte. De IBC 2009 laat wel hun nieuwste verplichting tot een derde noodtrappenhuis in gebouwen hoger dan 140 m vervallen wanneer het gebouw is voorzien van ontruimingsliften. Ontruiming met de lift is al opgenomen in diverse superhoge gebouwen zoals de Burj Khalifa in Abu Dhabi, One Financial Center Shanghai, Stratosphere Tower (Las Vegas) en Swiss Re Building (London). Vooral om te voorkomen dat het benodigde vloeroppervlak voor noodtrappenhuizen
te veel oploopt wanneer bovenin de wolkenkrabber veel mensen verblijven (observatiedekken, restaurants en lounges). Tijdens een evacuatie van One Financial Center Shanghai stoppen de express-liften die normaal gesproken het observatiedek bovenin bedienen, bij de vluchtetages. Diverse landen hebben hun voornemen geuit om ontruimingsliften in de voorschriften op te nemen met het oog op het ontruimen van gehandicapten. Daaronder bevinden zich de Verenigde Staten, Canada, Australië, Nieuw Zeeland en Japan. Kortom, de verhoogde interesse in een gebouwevacuatie via de lift geldt wereldwijd. Veel Aziatische landen waaronder China eisen trouwens al jaren de aanwezigheid van speciale vluchtetages in hoogbouw hoger dan 100 m. Specifieke ontruimingsliften geven deze regelgeving nog eens een meerwaarde. In de Verenigde Staten zijn vluchtetages weliswaar nog een onbekend fenomeen. Toch geven vluchtetages dankzij het verhoogde beschermingsniveau iedereen in het gebouw een veilige wachtruimte totdat een evacuatie per lift volgt. Dergelijke wachtruimten bieden tevens voldoende tijd en ruimte om alle wachtenden continu informatie te geven en zo paniek te voorkomen.
BY RICHARD W. BUKOWSKI, PE, FSFPE, Baltimore; and FANG LI, MSFPE, Shanghai, China
USING ELEVATORS IN FIRES Engineers in the United States are rethinking the traditional stairwellcentered approach to emergency egress from buildings and embracing a more holistic strategy. Elevators are a key component of this strategy. Above 40 floors An early conclusion of the National Institute of Standards and Technology (NIST) investigation of the Sept. 11, 2001, events was the need for ‘timely’ full evacuation of tall building occupants. Additionally, uninhibited access by emergency personnel is required. Above about 40 floors, egress can take more than 1 hour, so stairs alone are clearly inadequate. In the late 1990s, NIST worked with several federal agencies and the elevator industry to study the use of elevators as a secondary means of egress to stairs. This resulted in changes in the Life Safety Code (NFPA 101) that allowed the use of elevators as a secondary means of egress in air traffic control towers. FEO Fire service and elevator industry participants noticed that it was feasible with current technology to make elevators safe for
Nederland blijft niet achter De Europese norm voor brandweerliften NEN-EN 81-72:2003 staat evacuatie met liften niet toe. Maar de NEN werkt aan verandering. In de nieuwe Nederlandse Technische Afspraak NTA 4614-2 wordt een rekenmethode aangeboden om de evacuatiesnelheid van een hoogbouwproject uit te rekenen. Dat kan en mag ook met liften. Evacueren met liften Er zijn drie argumenten om liften in te zetten bij evacuatie van hoogbouw: Inzet van liften maakt het makkelijker voor minder mobiele personen; Een bekende route versnelt de evacuatie; Inzet van liften verkort de verplaatsingstijd. In de NTA worden lifttechnische, bouwkundige en installatietechnische eisen gesteld waaraan het gebouw moet voldoen om de rekenmethode toe te mogen passen. Conclusie: technisch is evacueren met liften haalbaar, economisch is het betaalbaar. De NTA 4614-2 is onderdeel van een zestal samenhangende NTA teksten over hoogbouw. De overige delen gaan over constructieve veiligheid, kwaliteit van gevels, gevelonderhoud- en gebouwgebonden installaties van hoogbouw. Meer informatie? ‘Evacuatie met liften bij hoogbouw’, Bouwregels in de praktijk Ir. Mark Lurvink, NEN-Bouw E-mail Mark.Lurvink@nen.nl
use by both occupants and the fire service in a building with a fire. The key observation was that the hardware arrangement and procedures of Firefighters Emergency Operation (FEO) implemented in the 1980s in the ASME A17.1 standard was effective in sensing the onset of hazardous conditions and taking elevators out of service ahead of unsafe conditions. In their 2009 editions, the International Building Code (ICC) and NFPA 101/5000 require fire service elevators in all new buildings taller than 120 ft. Occupant evacuation elevators The NFPA 101/5000 2009 edition incorporates requirements for occupant evacuation elevators, but does not require their use in any occupancy or any threshold building height. Similarly, the IBC 2009 contains requirements in the body, but also no requirement by occupancy or height threshold. In both cases, there is no credit against required egress capacity for occupant elevators. The IBC exempts its new requirement for a third stair in buildings taller than 420 ft where occupant elevators are provided. Occupant elevators are incorporated in Burj Khalifa, One Financial Center Shanghai and others. Egress elevators have been used in several tall buildings to avoid increases in egress stair capacity required where the buildings incorporate assembly uses at the top. Examples: Stratosphere Tower (Las Vegas), Swiss Re Building (London), and One Financial Center (Shanghai, China). In the United States, the United States Access Board is considering a finding that occupant egress elevators that are in accordance with the IBC or NFPA requirements will be considered to satisfy the requirement for an Accessible Means of Egress, which currently requires at least one elevator in buildings with an accessible floor above the third floor. In many Asian countries, including China, the existing requirement for refuge floors in buildings with heights higher than 100 meters can benefit from the provision of elevator egress. The use of refuge floors is an accepted practice in these countries, but not common in the United States. These enhanced protection levels include a safe space for people to await being evacuated via elevator, and provide sufficient information to prevent apprehension common in emergency conditions.
Liftbouw 47
Heeft u een project of onderwerp dat interessant is voor Liftbouw? Neem dan contact op met Cock Penning: E c.penning@louwersuitgevers.nl T +31 (0) 495 450095
NLB is de brancheorganisatie van de Koninklijke Metaalunie voor merkonafhankelijke full-service liftbedrijven in Nederland. NLB liftbedrijven ontwikkelen, produceren, installeren, renoveren en onderhouden liften. Leden zijn: AS Lifttechniek (Obbicht) / Van Deelen liften (Nootdorp) / Eurotrapliften (Zwanenburg) / GK Lifttechniek (Tegelen) / Hali liften (Amsterdam) / Lakeman liften (Katwijk) / Lifttech (Vleuten) / Liftservice (Heeswijk) / MES liften (Medemblik) / MO2 liften (Dronten) / Niva liften (Oss) / Total lift care (Wieringerwerf) / Van Noort liften (Den Haag) / Vebo lift support (Honselersdijk) / Weymann liften (Oldenzaal)
Branchepagina
Zeven vragen aan Herman Meeuwsen van MO2 liften 1. MO2 liften is opgericht in 2003. Wat betekent MO2? Dat is eenvoudig. Meeuwsen en Oomen zijn de twee oprichters van het bedrijf en MO2 vonden we leuk klinken. Die naam drukt goed uit, dat we het samen doen. Mijn achtergrond ligt op de TU Delft waar ik aan de faculteit Werktuigbouwkunde heb gestudeerd. Daarna heb ik gewerkt voor adviesbureaus, voor Liftenfabriek Brinkman Jan Hamer en voor Liftservice. In 1999 ontmoette ik bij Liftservice Cees Oomen. Hij heeft een vergelijkbare carrière doorlopen in de liftindustrie. Alleen volgde hij zijn studie werktuigbouwtechniek aan de TU Twente. Samen startten we in 2003 MO2.
2. Hoe onderscheidt MO2 liften zich van andere liftenfirma’s? We werken altijd met vrij op de markt verkrijgbare componenten. Dat staat bij ons zeer hoog in het vaandel. Onze liften zijn gegarandeerd toolsvrij te onderhouden. En toolsvrij mag je lezen als met gewoon gereedschap en met opensource software voor de besturing. Zo kan iedereen overal bij elkaar terecht. Concurrentie houdt je scherp en zet aan tot hoge prestaties.
3. U noemt zichzelf ‘de betrouwbare liftenfabrikant’. Hoe zorgt u ervoor betrouwbaar te zijn? We zorgen dat altijd één accountmanager vast aanspreekpunt is en we zijn 24/7 bereikbaar. Daarbij geven we duidelijk onze grenzen aan. Wat is mogelijk en wat niet. We geven open begrotingen af en hanteren over nieuwbouw en onderhoud een gelijke marge. Voor de transparantie hebben we een eigen software ontwikkeld waarmee de klant kan inloggen om te zien wat de status van de liften is. Welk onderhoud is gepleegd? Wat staat nog op de rol? We geven een jaarlijkse prognose van de onderhoudskosten en een tienjaars prognose. Budgetten stemmen we vervolgens af op de wensen van de klant.
4. Kunt u iets vertellen over de geleverde prestaties van uw bedrijf totnogtoe? Sinds 2003 groeien we gestaag. Het is vooral zaak ons bedrijf niet te overbelasten. Uiteindelijk streven we naar een derde nieuwbouw, een derde modernisering en een derde onderhoud. We leveren over heel Nederland met het accent op midden-Nederland. Personenliften voor woningbouw, utiliteitsbouw en de zorg. Als je goed presteert in liftonderhoud komt daar vaak het leveren van nieuwbouwliften aan de ontwikkelingstak van de woningbouwvereniging uit voort. We leveren volledig werk. Ook al het bouwkundige werk waaronder het schilderen.
5. Aan welke van uw liften bewaart u de beste herinneringen? Een leuke lift vond ik de lift die we hebben gebouwd voor de Passagiersterminal op de Oosterdokskade in Amsterdam. Volledig in glas uitgevoerd, openbaar toegankelijk en onderhevig aan weer en wind. Ook mooi is onze lift voor het Adidas kantoor in het ATLAS gebouw bij de Amsterdamn Arena. Een dynamische lift met drie stopplaatsen in een dynamisch sportmilieu.
6. Liften en regelgeving zijn nauw met elkaar verbonden. Welke regel zag u graag anders? Voor mij hoeft de regelgeving niet anders. Als ik zeg dat ik ontevreden ben, heb ik iets verkeerd gedaan, want ik heb zelf in het College van Liftdeskundigen gezeten. Cees Oomen draait mee in de norm-commissie als vertegenwoordiger van de NLB. Misschien dat de nationale bouwregels niet goed aansluiten op de Europese regelgeving voor liften. In het Bouwbesluit liggen de uitloophoogte en de schachtputdiepte vast (respectievelijk 3600 mm en 1400 mm), terwijl de Europese regelgeving die maten relateert aan de hefsnelheid en hefhoogte van de betrokken lift. Veilig gebruik moet, maar veilig is soms al bij andere minimale maten mogelijk.
7. Als middelgrote liftenfirma heeft u zich aangesloten bij de NLB. Waarom? We zitten zelfs in het bestuur van de NLB. Samen met andere liftenfirma’s heb je gewoon meer body. Ook heeft de Metaalunie als overkoepelend orgaan een goede juridische afdeling. Van hun expertise kun je profiteren. Het lidmaatschap maakt je duidelijker in de markt. En het maakt de onderlinge relaties beter.
Meer informatie? MO2 liften, Dronten Telefoon 0321 320620 Website www.mo2.nl
Liftbouw 49
Innovatie
Tekst: Michel David info@Helixator.com (Translation: Willem Ruyters)
Beeld: Helixator
Korte introductie tot de Helixator Sinds het begin van de twintigste eeuw is de mechanische wentelroltrap een ideaalbeeld. Veel uitvinders en fabrikanten ondernamen pogingen om een werkende en economische technologie hiervoor te vinden. Slechts kleine succesjes zijn er de afgelopen eeuw geboekt. Tot voor kort leek een goedwerkende wentelroltrap dan ook een mechanische mythe. Maar had de zestienkleppenmotor niet ooit ook die reputatie? Sommige cruciale problemen rond de technologie voor de wentelroltrap lijken het laatste decennium een oplossing te vinden. De productie is dichterbij dan ooit.
machine teruggevonden. De restanten zijn gedemonteerd en staan tegenwoordig tentoongesteld in het lokale museum over de London Underground.
Gebogen roltrap
Doorsnede over technisch concept van de Helixatior
Historische achtergrond Aan het einde van de negentiende eeuw leek het de eerste ingenieurs die zich met de uitvinding van de roltrap bezighielden logisch, dat een mechanisch bewegende trap een schroefvorm zou hebben, net zoals wenteltrappen. Maar al snel lieten ze deze optie vallen. Ze concentreerden zich op de rechte roltrap, die veel simpeler te mechaniseren was. Desondanks is er in 1906 al een mechanische wentelroltrap geproduceerd door Reno Electric Stairways & Conveyors voor het Holloway Road station in London, een nieuw station langs de Piccadilly and Brompton Railway. Vanwege veiligheidsredenen kreeg deze wentelroltrap echter geen certificatie van de Railways Inspectorate. Daarom is deze eerste wentelroltrap in de praktijk nooit gebruikt en het bestaan ervan ging verloren in de loop der tijd. In 1988 werden bij toeval tijdens het renoveren van de lift in het Holloway Road station onder aan de liftschacht overblijfselen van de
50
Liftbouw
In 1985 lanceerde de Japanse fabrikant Mitsubishi Electric Corporation de eerste spiraalvormige roltrap ooit. Een geweldige prestatie van de Japanse ingenieurs en zonder meer een mechanisch wonder. En een plaatje om te zien. De machine vertoont echter enkele nadelen die voorkomen dat de spiraalvormige roltrap op de markt een echt commercieel succes werd. Deze rondlopende roltrap is mechanisch gezien erg ge-
compliceerd en dat maakt de trap zwaar van gewicht en duur in aanschaf. Ook is de montage op locatie tijdrovend. Tenslotte vraagt het onderhoud veel aandacht. Totnogtoe heeft Mitsubishi Electric Corporation wereldwijd zo’n 100 roltrappen verkocht, vooral in Azië en het Midden Oosten. De archieven laten zien dat de R&D afdelingen van verschillende bedrijven hebben geprobeerd om aan de ontwikkeling van de wentelroltrap een constructieve bijdrage te leveren. Er zijn prototypes gebouwd en patenten ingediend. Interessante nieuwigheden en goed bruikbare ideeën als versnellende rolpaden dateren pas van de laatste jaren. Misschien dat de R&D ontwikkelaars en producenten
Geometrische layout van 6m hoge schroefvormige roltrappen met verschillende diameters
snel voor meer doorbraken zorg dragen. De algemene opinie is dat de technologie bij roltrappen de laatste honderd jaar weinig vooruitgang heeft geboekt.
Technologie van wentelroltrap De technologie van de onlangs gepresenteerde wentelroltrap of Helixator is de vrucht van multidisciplinaire research door de Berlijnse firma Helixator die geleid wordt door de Israëliër Michel David. Zijn bureau bedacht ook de naam Helixator voor de mechanische wentelroltrap. Een woordspeling op het woord ‘escalator’. Zij combineerden bestaande research op het gebied van geautomatiseerd voetgangerstransport, constructieve techniek, mechanische engineering, industrieel design en architectuur tot een eigen concept. De research richtte zich vooral op het vinden van een goede oplossing voor de mechanica van de wentelroltrap. Ze zijn ervan overtuigd dat de Helixator het transportmiddel voor ‘oneindig verticaal vervoer’ in steden en grote gebouwen kan worden. Ze gebruikten de subtiele ontwerpmiddelen van tegenwoordig om de mechanische kwaliteiten van de Helixator te ontwikkelen en te presenteren. Hoofdzaak is de inzet van nieuwe opkomende technologie als de Linear Synchronous Motor (LSM) voor de aandrijving. In tegenstelling tot huidige roltrappen zijn de treden van de Helixator slechts aan één zijde opgehangen aan een enkelvoudige track. De ondersteuning heeft genoeg aan een lichte constructie, dit maakt de technologie modulair te stapelen. Een kettingaandrijving zoals bij standaard roltrappen zou betekenen dat het hele gewicht van de roltrap aan de bovenste schakel hangt. De constructieve sterkte van die schakel bepaalt de maximale opvoerhoogte. De Helixator-techniek daarentegen is tot geometrieën in staat, die veel verder gaan dan een simpele doorgaande wenteltrapvorm. Het apparaat is uiterste flexibel, bijna zonder limiet aan hoogte, lengte of diameter. Toch gebruikt de Helixator weinig energie en werkt in alle omstandigheden geluidloos. De machine kan gerealiseerd worden in nagenoeg elke gewenste lay-out. Opstellingen beginnen bij een stijghoogte van 4,5 m bij een diameter van 3,5 m en stijgen door tot ongelimiteerde hoogte en lengte. De Helixator technologie representeert zo een drastische verandering in mobiliteit en beweging.
Een Helixator heeft een kleine footprint vergeleken met een standaard roltrap
Hogesnelheid De Helixator combineert nieuwe en bestaande technologie tot een ideale machine voor oneindig verticaal transport. Mensen die opstappen, reizen met snelheden tot 12 km/uur (verticale snelheid 1 m/sec) en passeren zo elke 5 seconde een etage. Het bedienen van een gebouw met 20 etages kost slechts anderhalve minuut bij een capaciteit van 14550 personen/uur in elke richting. En een wachttijd zoals liften heeft een Helixator niet. Als grote gebouwen hogesnelheidHelixators inzetten volgens een opbouw met transferlobbys brengt dit het aantal benodigde liften sterk terug, bij gestegen vervoerscapaciteit en een grote winst aan verhuurbare vloerruimte.
Helixator opstelling met twee Helixator-machines en één lift
Ideaal voor metrostations Veel steden ondervinden problemen in het uptodate houden van hun oude metrostations. Vooral stations die alleen uitgerust zijn met liften. Meestal zijn dit brede liften die langzaam heen en weer gaan tussen de verschillende niveaus. De passagiers zijn genoodzaakt lang te wachten en de liften begrenzen de maximale capaciteit van het station sterk. Stel je voor dat je de lift zou vervangen door een Helixator. Op dezelfde oppervlakte zou de vervoerscapaciteit sterk toenemen, zonder bijkomende kosten. De bestaande liftschacht biedt genoeg ruimte. Bij nieuw gebouwde stations is het eerder belangrijk de hoeveelheid uit te graven grond beperkt te houden. Metro's lopen meestal door dichtbebouwde steden. Daar is het afvoeren van afgegraven grond een kostbare zaak, vaak is ontgraven ook bouwkundig ingewikkeld. De benodigde hoeveelheid beton bij het bouwen van het station bepaalt
Constructieve ondersteuning voor een Helixatoropstelling vergeleken met een ‘in line’-opstelling van standaard roltrappen
Liftbouw 51
in sterke mate de bouwkosten. Belangrijk is het op te merken dat de bouwnormen voor elk metrostation een lift verplicht stellen, bijvoorbeeld voor gehandicapte reizigers. Een kleine verwijding van de liftschacht maakt het mogelijk zowel een Helixator als een lift aan te leggen. Met een sterke verhoging van de vervoerscapaciteit tot gevolg.
Constructieve eigenschappen Het gebruik van Helixators biedt architecten veel ruimtelijke voordelen. Misschien de belangrijkste is de constructieve eenvoud van Helixators. Net zoals ‘crisscross’ opstellingen van roltrappen staan Helixators verticaal boven elkaar en vragen slechts een lichte draagconstructie. Helixators kunnen echter ook rond de gebouwkern cirkelen en daaraan opgehangen zijn en zo de constructiekosten verminderen. Het is belangrijk vast te stellen dat de ‘crisscross’ opstelling meestal in de retail wordt toegepast en niet in metrostations. Vooral vanwege veiligheidsredenen. De typische ‘in line’ opstelling is bovendien in de metro favoriet vanwege de hoge vervoerscapaciteit. De inpassing van een ‘in line’ opstelling is wel vaak meer complex vanwege de grote horizontale afstand tussen de ondersteuningen van de roltrappen.
Express helixators Overal in de wereld groeien de steden in hoog tempo. Ook de gebouwen in de stad lijken in omvang toe te nemen. De Helixator biedt een manier om mensen binnen megagebouwen te verplaatsen. Deze ‘vertical cities’ of ‘hyper buildings’ zijn ware steden op zich, die werken en wonen voor tienduizenden mensen tegelijkertijd combineren met retail-faciliteiten, musea, hotels, en bioscopen. Alles binnen dezelfde gebouw-envelope. Architecten en stedenbouwkundigen zitten met de handen in het haar hoe de gebruikers van een megagebouw op alle tijden van de dag vrij te transporteren. De inzet van express Helixators die bepaalde etages overslaan en lokale Helixators die alle etages aandoen zou een oplossing kunnen zijn. Vergeleken met de ‘criss-cross’ opstelling van roltrappen staan Helixators achter elkaar opgesteld zodat overstappen weinig tijd en ruimte vraagt.
De Helixator als bron van eigentijdse architectuur De Helixator biedt de stedenbouwkundige en architecten ongekende ontwerpmogelijkhe-
52
Liftbouw
Referenties PRACTICAL RAILWAY ENGINEERING (2nd edition) By Imperial College Press, Editor : Tjan Kwang Wei, 2005 THE VERTICAL TRANSPORTATION HANDBOOK (3rd edition) Editor : George R. Strakosch Chapter 9 : Escalator and moving walks / Davis L. Turner VERTICAL TRANSPORTATION FOR BUILDINGS / Rodney R. Adler American Elsevier Publishing Company .inc – New York 1970 SUPPORT AND RESIST : Structural engineers and design innovation / Nina Rappaport The Monacelli Press 2007 FÖRDERTECHNIK : Konstruktion und Berechnung (7 Verbesserte auflage) Heinz Pfeifer; Gerald Kabisch; Hans Lautner / 1998 ELEVATOR WORLD MAGAZINE Spiral Escalators - Debut in Las Vegas / Stacie Hyman (March 2005) Installation of the spiral escalators / Bruce Peterson (March 2005) Maintenance of the Spiral Escalators / Brad Larsen (March 2005) NEW SCIENTIST MAGAZINE Spiral escalators - From issue 1868, page 19 (10 April 1993) Energy Saving Studies for ESCALATORS KONE Elevator (HK) Ltd. in collaboration with City University of Hong Kong Presentation by: Dr Albert T P So, City University of Hong Kong, (9 January 2007) R.BUCKMINSTER FULLER / Thinking Out Loud - Documentary Produced and directed by: Karen Goodman and Kirk Simon THYSSENKRUPP TECHFORUM, July 2003 Accelerating Walkway / Alemany Miguel Angel Gonzalez, Cuello Manuel Alonso
Helixator could give crowds a lift
Inpassing van hogesnelheids Helixators in de receptie van een hoog gebouw
den. De machine komt praktisch overal in het moderne stadsleven van pas. In opgeknapte historische gebouwen vanwege de hoge transportcapaciteit op een beperkt grondoppervlak, bijvoorbeeld in verouderde metrostations of als verbinding tussen bestaande gebouwen. The sky is the limit. De Helixator biedt inspiratie genoeg om de dreigende congestie van onze dichtbebouwde eenentwintigste eeuwse steden aan te pakken. Zeer flexibele automatische bruggen, dynamische hellingbanen en eindeloos dalende en stijgende rolpaden bieden een nieuwe technische stadse esthetica, het ligt allemaal in het bereik van de architecten en stedenbouwkundigen. De enige beperking ligt in de eigen verbeelding.
Schroefvormige roltrappen brengen bij de metro de benodigde hoeveelheid uit te graven grond sterk terug
A monorail-inspired design could help create the world’s first continuous spiral escalator. An Israeli designer has developed the idea as a way of transporting larger numbers of people than a lift in a vertical space too narrow for a traditional escalator. This could reduce the floor space needed in buildings for personal transporters and cut the cost of putting escalators into underground railway stations. Continuous The Helixator, which is technically helix shaped rather than spiral, overcomes the problem experienced by conventional machines that are angled so that they travel further horizontally than vertically. While curved escalators have existed since the 1980s and are sometimes stacked on top of each other to give the appearance of a helix, they still rely on the same basic mechanism as straight escalators and are similarly limited in height and length. But the Helixator, which currently exists as a prototype scale model, has several design innovations that offer the possibility of a continuous helix. Chain links ‘The big technical breakthrough is the monorail system, which didn’t exist before in the industry,’ told designer Michel David of the Berlin based Helixator company. ‘Traditional curved escalator designs comprise multiple
rails from both sides of the steps and have to be supported by complex and heavy structures. The monorail solution allows us to concentrate all necessary rails in one central and light structure.’ The Helixator is also driven by a linear motor instead of a chain system where the top link in the chain carries all the weight of the steps. ‘This apparatus spreads the force equally along the machine path and does not apply excessive force on any of the chains links,’ said David. ‘It allows us to build a particularly flexible system and presents no mechanical limits for geometry, length or height.’ David has produced numerous designs for different sized and shaped Helixators. One example is a model with accelerating walkways to transport around 20,000 people per hour in both directions, saving floorspace equivalent to 15 elevators. Dizzy ‘A lot of people see the design and are afraid they’re going to get dizzy,’ he said. ‘So this is something I’m now working on – what the speed and radius should be.’ He said it was too early to predict how much a manufactured unit would cost but that its cost-effectiveness would lie in the reduced supporting architecture needed to fit an escalator in a vertical shaft rather than spreading it across a building. ‘Escalators have been manufactured for the last 100 years and today you can buy a unit for €12,000 and that’s really difficult to compete with from an economical point of view.’
Transferlobby op de hogere etages van Helixators. In sommige Aziatische wareenhuizen gaan de roltrappen al tot de vijftiende etage. Een Helixator doet dat sneller en eleganter
Liftbouw 53
Regelgeving & Liftveiligheid
Het Liftinstituut reikt veiligheids informatie aan Teksten: Koos van Lindenberg (tenzij anders vermeld) Beeld: het Liftinstituut Het Liftinstituut staat voor veiligheid, al meer dan 75 jaar. En het Liftinstituut bewijst zijn waarde, want de statistieken wijzen uit dat het gebruik van liften veiliger is dan traplopen. Het Liftinstituut geeft informatie en verzorgt keuringen. De statuten van het Liftinstituut vermelden dan ook: ‘het bevorderen van de veiligheid bij de toepassing van hijs- en hefwerktuigen waaronder liften’. Liftbouw In elk nummer van Liftbouw geeft het Liftinstituut de laatste informatie over veiligheid bij liften, roltrappen en gevelonderhoudsinstallaties. Daarbij valt te denken aan nieuws over normen en voorschriften, nieuws over standpunten van de overheid over lift-wetgeving, maar ook de visie van het Liftinstituut op ontwikkelingen in de markt.
In dit nummer: • V astgoedmarkt ontmoet elkaar tijdens Provada. Leegstand en duurzaamheid belangrijkste gesprekthema’s. • Congres verantwoord gebouwonderhoud 2011
vraag het aan het Liftinstituut In de rubriek ‘vraag het aan het Liftinstituut’ worden vragen over liftveiligheid behandeld. Steeds tot in detail uitgezocht door de medewerkers van de Liftinstituut-helpdesk. In dit nummer staan: vragen over brandweerliften, over platformliften en over alarmeringsmogelijkheden vanuit de liftkooi. Heeft u een vraag? Stel hem via liftbouw@liftinstituut.nl en u krijgt direct antwoord per e-mail. Daarnaast worden de meest interessante vragen gepubliceerd in de volgende editie van Liftbouw.
54
Liftbouw
PROVADA 2011: werkbeurs voor vastgoedprofessionals
Commissaris van de Koningin van Noord-Holland, voormalig minister van Binnenlandse Zaken en voormalig staatssecretaris Volkshuisvesting en Stedenbeleid, Johan Remkes opende de zevende editie van hét Nederlandse vastgoedevent PROVADA. Zijn motto: ‘Werk samen en geef creativiteit de ruimte – dat heeft al veel moois opgeleverd.’ In totaal bezochten zo’n 29.000 mensen de PROVADA in de Amsterdam RAI. Peter Schreuter, commercieel directeur van PROVADA, toonde zich tevreden. ‘De groei van het aantal bezoekers is een positief teken aan de wand. De vastgoedbranche laat zien dat het van groot belang is om de markt weer vlot te trekken.’ Ook talloze liftprofessionals waren op de beursvloer te vinden, zij het vooral onder de bezoekers.
dekt. Een werkbare methode, dat bewijst Rijsterborgh Vastgoed BV met de modernisering van de liften in hun grootkantoor Rijnpoort te Arnhem. Die liftmodernisering leverde direct een reductie in energie- en onderhoudskosten op, de investering verdient zich binnen 15 jaar terug. En dan rekent Rijsterborgh Vastgoed BV de verhoging van de gebruikskwaliteit niet eens mee.
Energieneutrale gebouwen in 2020
De leegstand van kantoren bleek telkens weer het belangrijkste gespreksonderwerp. Vooral de vraag: ‘wat valt er aan te doen?’ Dat er meer renovatie moet plaatsvinden, is duidelijk. De eerste ervaringen laten zien dat een ingrijpende renovatie, waarin ook alle installaties worden meegenomen, uiteindelijk het beste resultaat oplevert. Voor de liftenbranche lig-
Minister Donner gaf aan dat het Kabinet stevig inzet op duurzaamheid en energiebesparing. ‘Gebouwen nemen 30 % van het nationale energiegebruik voor hun rekening. Dat moet minder. Van de EU mag vanaf 2020 trouwens alleen nog energieneutraal worden gebouwd.’ Daarbij benadrukte hij dat investeringen in duurzaamheid zichzelf terugverdienen. ‘Onderzoek toont een relatie aan tussen de duurzaamheid en de marktwaarde van woningen en kantoren.’ Hij doelde op een onderzoek van de Universiteiten van Maastricht en Tilburg. Daaruit blijkt dat kopers bereid zijn voor een groene woning (labels A, B en C) € 6000 meer te betalen. Naar verwachting verruimt de gedragscode Hypothecaire Financiering dan ook binnenkort met € 6500 de leencapaciteit voor woningen met een A-label.
Liftprofessionals
Belangrijkste topics waren: leegstand en duurzaamheid gen hier mogelijkheden. Er zal vraag ontstaan naar moderniseringspakketten voor liften in bestaande kantoren. Een sterke reductie van het energiegebruik behoort dan tot de eisen, maar ook het toepassen van materialen volgens de ‘Cradle to Cradle’-filosofie. Vanuit die gedachte was het misschien niet zo vreemd dat ‘gevellift’-fabrikant Kranenburg Group op de PROVADA was neergestreken. Op het eerste gezicht een vreemde eend in de bijt tussen de projectontwikkelaars, maar Kranenburg Group scoorde duidelijk met het streven ook gevelonderhoudsinstallaties duurzaam te produceren en te leveren.
Verduurzamen tegen ‘nul credit risk’ Op de PROVADA bleek dat Energy service companies (ESCO’s) ook in Nederland zijn opgedoken. Zij stellen vastgoedeigenaren in staat gebouwen budgetneutraal te verduurzamen. De ESCO sluit een prestatiecontract met de opdrachtgever, waarin de prestaties voor energiegebruik, onderhoud en beheer zijn vastgelegd. De ESCO draag zorg voor een plan van aanpak en uitvoering en geeft garanties af. Uitgangspunt is dat de verlaging van energie- en onderhoudslasten en de verhoging van de gebruikskwaliteit de investering
Het eindgebruikersdebat trekt altijd veel belangstelling
Liftbouw 55
Regelgeving & Liftveiligheid
Nieuwe Bouwwerkbesluit borgt veilig gebouwonderhoud
Congres 'Verantwoord
gebouwonderhoud' stelt opdrachtgever centraal ‘Al bij het ontwikkelen van bouwwerken moet er aandacht zijn voor een veilige uitvoering van het gebouwonderhoud.’ Deze gedachte wordt steeds breder gedragen. Het onderwerp kwam uitgebreid aan bod tijdens het congres ‘Ver-antwoord gebouwonderhoud’. Het tweejaarlijkse congres ‘Verantwoord gebouwonderhoud’ vond op 17 en 18 mei plaats tijdens de glazenwas- en gevelonderhoudsvakbeurs voor architecten, projectontwikkelaars en gebouweigenaren. De rol van de opdrachtgever is bij onderhoud het meest bepalend. Niet voor niets was de rode draad dan ook ‘Verantwoord opdrachtgeverschap’.
56
De opkomst tijdens beide congresdagen was goed tot zeer goed. Vooral VvE’s waren sterk vertegenwoordigd
Wettelijke eisen
Architect heeft sleutelrol
Bij veel nieuwbouw ontbreken de juiste voorzieningen voor veilig onderhoud, daarom besloot minster Donner in het Bouwwerkbesluit (de nieuwe naam voor het Bouwbesluit) hierover dwingende bepalingen op te nemen. Een aanvrager van een bouwvergunning moet zorgen dat veilig onderhoud aan het gebouw mogelijk is. Bijvoorbeeld door valbeveiligingssystemen op de daken of voorzieningen voor glasbewassing en gevelonderhoud. Aan de hand van een checklist wordt vastgesteld of een gebouwgebonden veiligheidsvoorziening noodzakelijk is en zo ja, welke voorziening dat moet zijn. Deze checklist ‘Veilig werken op hoogte’ is door het ministerie van SoZaWe samen met organisaties uit de onderhoudsbranche opgesteld. De lijst is te vinden op www.HBA.nl.
De architecten hebben een sleutelrol bij het toegankelijker maken van gebouwen voor onderhoud. Niet alleen schoonheid is belangrijk maar ook functionele en veilige onderhoudbaarheid. Erik Kooij, BNA- bestuurslid en partner bij Spring Architecten, stelde dat architecten zich hiervoor steeds opener opstellen. ‘En terecht, want zeker bij hoogbouw kan er veel misgaan als onderhoudswerkers vanwege de gebouwconstructie niet veilig kunnen werken.’ Hij constateerde aan de hand van een foto uit 1932 van een groep lunchende constructiewerkers op grote hoogte op het Empire State Building in aanbouw, dat de mentaliteit over bouwveiligheid is veranderd. ‘Vroeger zag men de gevaren van werken op hoogte niet, nu juist wel. De waarde van een mensenleven
Liftbouw
is enorm gestegen.’ Kooij merkte op dat vooral de investeringskosten van het gebouw tellen. ‘Kosten voor energie, onderhoud en service zijn voor projectontwikkelaars vaak minder van belang. De gebruiker betaalt dat later wel. Er wordt snel op bezuinigd. Veel onderhoudsbedrijven ondervinden daar later last van.’
Betrokkenheid ná oplevering Volgens Kooij moeten architecten én aannemers actiever meedenken over goed gevelonderhoud. ‘En niet alleen tijdens ontwerp en uitvoering, maar ook na de oplevering. Architecten en aannemers zouden bij het gebouw betrokken moeten blijven, via een design, build & maintain contract. Kom tot een onderhoudsuitvoeringsplan, waaraan de architect, de aannemer en de opdrachtgever zich com-
Carin Benders (Arbeidsinspectie): ‘Je wilt toch niet dat iemand doordat jij iets na hebt gelaten van het dak van jouw gebouw valt?’
mitteren. Werk samen aan gebouwveiligheid, want partijen kunnen het niet alleen. Ook de overheid is een belangrijke partner om zaken te bereiken.’
Gezond verstand Carin Benders van de Arbeidsinspectie bevestigt dit. ‘Maar’, zo benadrukte zij, ‘om te kunnen handhaven bij gevaarlijke situaties hebben we wel voldoende inspecteurs nodig. En de bezuinigingen maken dat moeilijk.’ Benders juicht de vernieuwingen toe, ‘Een gebouw krijgt alleen nog een vergunning als het goed kan worden onderhouden. Niet alleen technisch, maar ook vanuit veiligheidsoogpunt. Een goede ontwikkeling, zeker voor de schilders, dakdekkers en glazenwassers.’ De juiste voorzieningen moeten zijn aangebracht om vallen van hoogte te voorkomen en deze voorzieningen moeten goed worden onderhouden. Opdrachtgevers blijven echter eindverantwoordelijk. ‘Je wilt toch niet dat iemand, doordat jij iets hebt nagelaten, van het dak van jouw gebouw valt?’ De nieuwe bouwwetgeving gaat alleen gelden voor nieuwbouw. ‘Maar’, stelde Benders, ‘voor bestaande gebouwen geldt de Arbowet. En ook die stelt hoge eisen aan veilig werken.’ Ze vertelde dat gemeenteambtenaren volop worden ‘klaargestoomd’ om straks inhoud te geven aan het toetsen en controleren van de nieuwe bouwwetgeving. ‘Zij doen het voorwerk, de Arbeidsinspectie is pas bij de handhaving betrokken.’ Als laatste had ze nog een advies voor opdrachtgevers: ‘Blijf veilig en gezond werken aan het gebouw voorrang geven en gebruik daarbij je gezonde verstand.’
Huidige en gewenste situatie De opdrachtgever zélf kwam aan het woord in de persoon van Vincent Faesen, hogere veiligheidskundige en senior-adviseur bij de Rijksgebouwendienst (RGD). Hij gaf aan wat er kwam kijken om de dakveiligheid bij de Rijksgebouwen te verbeteren. ‘We zijn in 2005 gestart hierover na te denken en nu, in 2011, is bij bijna 700 van de 1100 Rijksgebouwen de dakveiligheid verbeterd.’ Voor dit enorme project maakte hij gebruik van de kennis en ervaring van adviesbureau Eurlicon. Imro Garcia, manager bij Eurlicon vertelde dat er voor de RGD een analyse is uitgevoerd naar welke dakrandbeveiliging waar nodig was. Garcia meent: ‘Hoe veiliger de aangebrachte constructie, hoe minder opleiding nodig is om veilig op het dak werken.’
Erik Kooij, bestuurslid bij de BNA: ‘Architecten én aannemers moeten actiever meedenken over het scheppen van goede voorwaarden voor gevelonderhoud’
Dakrandbeveiliging het beste Volgens Koos van Lindenberg van het Liftinstituut scoort Nederland op het gebied van dakveiligheid helaas een onvoldoende. ‘Slechts 12% van de daken is voorzien van valbeveiliging. En dan wordt vaak gekozen voor de goedkoopste oplossing. Onze inspecteurs komen schrikbarende situaties tegen. Alleen een paar paaltjes op een dak met wat lijnen daartussen is niet genoeg.’ Ook constateerde hij dat mensen die op het dak werken lang niet altijd weten, hoe de beveilig ingssystemen werken. Of erger nog, dit wel weten maar instructies niet naleven. ‘Verkeerd gebruik is een groot risico. Het resulteert in schijnveiligheid. Als het Liftinstituut letten we er daarom op dat beveiligingssystemen
Koos van Lindenberg (het Liftinstiutuut): ‘Maar 12% van de daken is voorzien van valbeveiliging. Helaas wordt nog te vaak gekozen voor de goedkoopste oplossing’
ook gebruikersvriendelijk zijn. En dat een goede en veilige toegang naar het dak wordt vergezeld van een duidelijke handleiding.’ Van Lindenberg benadrukte: ‘De verantwoordelijkheid voor veilig werken ligt primair bij de opdrachtgever Maar iedereen die op het dak werkt, heeft een eigen verantwoordelijkheid. Is de werkplek op het dak niet veilig genoeg, keer dan om en meld het de werkgever.’ Naar zijn mening is een hekwerk of liever nog een gesloten borstwering, veruit het veiligste. ‘De Arbowet schrijft dat ook voor, op enkele uitzonderingen na. Alleen zien architecten die hekken vaak niet zitten. Terwijl het juist een uitdaging voor hen zou moeten zijn, om deze voorzieningen direct mee te nemen en esthetisch te ontwerpen.’
Concepttekst Bouwwerkbesluit Waarschijnlijk zal het Bouwwerkbesluit als volgt veilig gebouwonderhoud borgen (Wijzigingen door Tweede en Eerste Kamer blijven nog mogelijk.): Afdeling 6.12 Veilig onderhoud gebouwen, nieuwbouw Artikel 6.53 Aansturingsartikel. 1. Een te bouwen gebouw is zodanig dat onderhoud aan het gebouw veilig kan worden uitgevoerd. 2. Aan de in het eerste lid gestelde eis wordt voldaan door toepassing van de voorschriften in deze afdeling. Artikel 6.54 Veiligheidsvoorzieningen voor onderhoud. Indien onderhoud niet veilig kan worden uitgevoerd zonder gebouwgebonden veiligheidsvoorzieningen, heeft een te bouwen gebouw daarvoor voldoende bouwwerkgebonden veiligheidsvoorzieningen.
Liftbouw 57
Regelgeving & Liftveiligheid
Vraag het aan het Liftinstituut In de rubriek ‘vraag het aan het Liftinstituut’ beantwoordt het Liftinstituut vragen van lezers van Liftbouw over de veiligheid van liften, roltrappen en gevelonderhoudsinstallaties. Dit keer gaan alle vragen over liften. Productmanager liften Willem Kasteleijn en namens de Liftinstituut-helpdesk, Dick Doolaard beantwoorden in gezamenlijk overleg de vragen.
Spreek-luisterverbinding Vraag: Een vraag van een liftinstallatiebedrijf: In nieuwe projecten legt de KPN sinds kort alleen een glasvezelverbinding aan. Voorheen verliep de liftstoringmelding vanuit de lift naar de helpdesk van het liftbedrijf via een vaste koperverbinding. Gelden er specifieke eisen voor een glasvezelverbinding? Wordt de lift goedgekeurd als de doormelding geschiedt via een glasvezelverbinding?
Antwoord: De essentie van een spreek-luistervebinding is, dat er ook in geval van een storing aan de liftinstallatie of de voedingsspanning van het gebouw hulp is in te roepen. Probleem met een glasvezelaansluiting is, dat deze werkt met een centrale plus modem die worden gevoed vanuit het elektriciteitsnet van het gebouw. Slechts indien er is gewaarborgd dat ook in geval van een stroomstoring een spreek-luisterverbinding met de hulpdienst is op te bouwen kan een glasvezelverbinding worden toegepast.
Alarmering Vraag: Een vraag van een (verontruste) huurder van kantoorruimte:
58
Liftbouw
Samen met andere huurders huren wij een pand waarin zich twee liften bevinden. Een alarm is in geen van de twee liften aanwezig. Graag zou ik informatie ontvangen over de regels voor het alarm in liften. Is een verhuurder verplicht een alarm in de liften te plaatsen? Kan de verhuurder volstaan met een alarmknop of is een spreek/luisterverbinding vereist?
Antwoord: Een liftinstallatie mag volgens het warenwetbesluit liften niet in gebruik zijn indien het niet mogelijk is om in geval van nood alarm te geven. Afhankelijk van het bouwjaar van de installatie mag alarmering met een alarmdrukknop of moet er een spreek-luisterverbinding zijn. Bij liften met een bouwjaar tot 1998 mag naar keuze een alarmbel of een spreekluisterverbinding zijn aangebracht. Is de lift gebouwd na genoemde datum, dan behoort er een spreek/luisterverbinding met noodstroomvoorziening aanwezig te zijn.
Gebruik liften bij brand Vraag: Een vraag van een adviesbureau voor VvE’s: Diverse VvE’s hebben vragen over brand in appartementsgebouwen en de rol van liften hierin. Kunt u een advies of protocol geven waar VvE's rekening mee moeten houden bij
het gebruik van liften tijdens een brand in een appartementsgebouw.
Antwoord: In het algemeen kan gesteld worden: Bij brand geen lift! Uitzondering daarop vormen brandweerliften. Die zijn, afhankelijk van de normwaaronder ze gebouwd zijn, beperkt of zonder beperking in te zetten bij brand in een gebouw. Wel mogen ze in alle gevallen alleen door de brandweer bediend worden. Bij het gebruik van brandweerliften moet onderscheid worden gemaakt naar de eisen waaraan de betreffende lift voldoet. De lift kan gebouwd zijn volgens bijlage Z4 van de ‘oude’ NEN-EN 81-1 van 1986, of de lift kan gebouwd zijn onder de huidige regelgeving NEN-EN 81-1 van 1998 aangevuld met de eisen uit een speciale brandweerliften norm NEN-EN 81-72. Hieronder een korte toelichting. • B ij liften gebouwd volgens de ‘oude’ NENEN 81-1 bijlage Z4 is het NIET toegestaan om personen te vervoeren met de als brandweerlift uitgeruste lift. Ook de brandweer mag de brandweerlift enkel gebruiken als materiaallift. Zelf mogen ze niet met de brandweerlift mee. Voor bewoners van de appartementen is het gebruik van de brandweerlift tijdens een brandmelding NIET toegestaan, en zelfs niet meer mogelijk. Na een brandmelding waar ook in het gebouw zullen alle liften (waaronder de brandweer-
lift) automatisch naar de hoofdstopplaats vertrekken en daar met geopende deuren parkeren tot (bijvoorbeeld) de brandweer arriveert. Die kunnen met een speciale sleutel de brandweerlift vrijgeven voor brandweergebruik (van materialen). • Bij liften gebouwd volgens de NEN-EN 81-72 is het NIET toegestaan personen te vervoeren met de als brandweerlift uitgeruste lift. Aan de liftschacht en de liftbesturing van de brandweerlift zijn in de NEN-EN 81-72 echter aanvullende eisen gesteld, waardoor het gebruik door de brandweerlieden zelf wel is toegestaan. De brandweer mag de brandweerlift dus zowel voor materiaal als voor brandweermensen gebruiken om de brand te bestrijden op een willekeurige verdieping. Na een brandmelding gaat ook deze brandweerlift automatisch naar de hoofdstopplaats en parkeert met geopende deuren. Na aankomst van de brandweer kan de brandweer met een speciale sleutel de brandweerlift voor zichzelf vrijgeven.
Het ronde brandweersymbool geeft aan dat het een brandweerlift betreft gebouwd onder EN 81-1 Bijlage Z4. Een brandweerlift met het rechthoekige symbool is gebouwd onder NEN-EN 81-72
Platformliften met overnamebesturing Vraag: Een vraag van een liftenproducent: Op dit moment is het mogelijk om platformliften die gebouwd zijn volgens de machinerichtlijn 2006/42/EC met een volledige automatische bediening (zogeheten overnamebesturing) uit te voeren. Mits aan een aantal voorwaarden is voldaan. Een van de voorwaarden is dat de platformliftcabine volledig omsloten is. Sommige Nederlandse leveranciers interpreteren dit door een platformlift met cabine en met overnamebesturing te leveren, maar dan met (open) deuropening(en) die beveiligd zijn door een fotocel/lichtlijst. Andere Nederlandse leveranciers beweren dat alleen een volledige cabine-afsluiting met bijvoorbeeld vouwdeuren of telescoopdeuren volstaat en dat een fotocel/lichtlijst niet voldoet. Wat is wettelijk juist? Mag een platformlift met overnamebesturing worden uitgevoerd ook als die alleen lichtlijsten in de cabine-openingen heeft en geen volledige cabine-afsluiting?
Antwoord: Platformliften mogen sinds de inwerkingtreding van de machinerichtlijn 2006/42/EC inderdaad uitgevoerd worden met overnamebesturing. Daarbij geldt als eis dat een volledig gesloten kooi met vouw- of telescoopdeuren wordt toegepast. Het toepassen van een open kooi met lichtlijst of fotocel is niet toegestaan. Het betreft hier een essentiële eis uit de richtlijn, waarop geen uitzonderingen (al dan niet onderbouwd met een risico-analyse) toegestaan zijn.
Onder alle omstandigheden, dus ook bij stroomuitval, moet het mogelijk zijn om via de spreek-luisterverbinding in de lift hulp in te roepen
Liftbouw 59
Regelgeving & Liftveiligheid
Tekst: Kees Pasmooij Beeld: Jacqueline Hardonk
Herregulering, een nieuw mantra? Al vaker heb ik de problematiek rond de regelgeving over veiligheid aan de orde gesteld. Het is nog niet zo lang geleden dat iedereen vond dat er sprake was van een overmaat aan regels. Lang en indringend is er vanuit de markt gelobbyd om het aantal regels te verminderen en meer over te laten aan dezelfde markt. Het moest maar eens uit zijn met de nationale hobby, de overregulering. Als het zelfreinigend vermogen van de markt groot genoeg is, is daar feitelijk niets mis mee. De vermeende overregulering zou bestreden moeten worden met deregulering en alles zal goed komen, zo werd er gedacht.
Overregulering De meeste mensen herkennen dit beeld wel, de centrale of lagere overheid die alles in regeltjes en voorschriften wil vastleggen om daarmee een gevoel van zekerheid te scheppen. De regeldrift slaat al gauw door en de arme burger begrijpt het niet meer. Overregulering is vervolgens een feit met als gevaar dat het publiek de veiligheid aan zijn laars lapt. Zo kan de balans die er behoort te zijn tussen opgelegde en ervaren regeldruk verstoord worden. Veiligheid is geen kwestie van zwart-wit en ja-nee, maar moet ook begrepen en geaccepteerd worden. Daar komt een hoop psychologie bij kijken.
Deregulering Wie herinnert zich niet het TV-optreden van Sybilla Dekker die met een steekwagen vol papieren wetten, regels en voorschriften liet zien waaraan de arme bouwnijverheid moest voldoen. Onwerkbaar en een papierwinkel die zijn weerga niet kende. De boodschap was helder: overkill. Passend in het tijdsbeeld waarin de roep om de terugtredende overheid centraal stond. Dat hebben we geweten, het roer ging om en het beteugelen van de administratieve lasten in de vorm van deregulering werd de nieuwe koers.
Inspelen Prima, om in het kader van dit magazine te blijven, de liftenwereld wilde dit en kon dit aan. Meer ruimte voor de markt werd niet als een probleem gezien maar als een uitdaging, de mouwen werden alvast opgestroopt. Hoog-
60
Liftbouw
stens maakte een enkel liftkeuringsbureau zich zorgen over zijn business, meer markt (lees installateurs) zou wel eens werk kunnen kosten. Lijkt me niet overigens, meer markt roept nieuwe vragen op en daar kunnen wij als keuringsbureau weer op inspelen. Het gaat tenslotte om het leveren van toegevoegde waarde, toch?
Mantra Deregulering werd aldus de nieuwe mantra van de overheid. Het leek alsof dezelfde overheid prompt stopte met denken en veel regels gingen de prullenbak in. Over nieuwe, zeer verstandige regelgeving kon überhaupt niet gesproken worden. Zo sneuvelde de door de markt (unaniem) bepleite regelgeving voor jaarlijkse keuringen van hoogwerkers, toch geen ongevaarlijk materieel. Er waren argumenten genoeg om dit wel wettelijk te regelen, want de branche zelf wilde graag maar kreeg het niet voor elkaar, te veel tegenstrijdige belangen. Maar ja, deregulering was het nieuwe speeltje van het ministerie. Helaas pindakaas, geen wettelijk regime dus en frustraties alom.
Herregulering Ik kom er niet omheen om een van mijn stokpaardjes van stal te halen en wordt daarin gesterkt door recente publicaties over vermeende onveiligheid van zo’n 60.000 liften. ‘Nederland loopt achter met lifteisen’ kopt een interview met KONE-directeur Wim Koster in Cobouw (dinsdag 24 mei). Koster pleit voor een inhaalslag, desnoods gefaseerd, op basis
van de SNEL-norm voor liften van v贸贸r 1999. Daarmee kunnen bij oudere liften gevaarlijke situaties worden opgelost, die niet meer voorkomen bij moderne liften die uitgevoerd zijn met moderne technologie (frequentieregeling, kooibeveiliging). Met de wind van de deregulering in de rug was een dergelijk pleidooi tot nu toe echter bij voorbaat gedoemd te mislukken.
De klepel in de klok is weer op de terugweg, de deregulering is te ver doorgeslagen. Eigenlijk pleit ik voor herregulering. Niet zomaar dereguleren omdat het moet, maar het ministerie zou vooraf een gedegen risicoanalyse moeten maken van de werkvelden en de benodigde regelgeving. Er zijn wellicht andere, oude regeltjes die volstrekt achterhaald zijn en prima kunnen worden afgeschaft. Eerst het dorre hout (regeltjes) kappen, waarmee je plaats maakt voor jonge aanplant die van deze tijd is. Het mes snijdt ook nog eens aan twee kanten: Goed voor de gebruikers van de liften en goed voor de economie. Ir Kees Pasmooij, Algemeen Directeur Aboma bv
Ir Kees Pasmooij, algemeen directeur Aboma bv
Liftbouw 61
X P O ď ł
NK Liftinterieur bv brengt Dewhurst producten
binnen handbereik
NK Liftinterieur bv is vooral bekend als het gaat om liftkooibekledingen. Daarnaast is NK Liftinterieur bv sinds 2007 distributeur van Dewhurst voor de Benelux. Dewhurst kennen de oude rotten in het liftenvak vaak nog als Dupar. Dewhurst is een Engels kwaliteitsmerk, met drukknoppen, standaanwijzers en allerhande andere liftcomponenten in het leveringspakket.
Kooitableau naar wens Door ruim voldoende voorraden aan te houden zorgt NK Liftinterieur bv ervoor dat de levertijden van dit kwaliteitsproduct kort zijn. Wij zijn in het bezit van alle metaalbewerkings- en graveermachines die nodig zijn om snel op basis van individuele wensen van de klant een tableau op maat te leveren. Deze ontwikkeling is een prima uitbreiding op het leveren van kooibekledingen. Bij het moderniseren van het inte-
rieur is vaak het vervangen van het kooitableau geen overbodige luxe. Bijvoorbeeld door het gebruik van andere materialen voor het kooitableau, kunnen architecten bij het ontwerpen van een mooi liftinterieur ook een kooitableau naar wens krijgen. Voor de materialen van de kooitableaus kan, naast regulier RVS, worden gedacht aan houtfineer, messing, speciaal natuursteen of bijvoorbeeld gekleurd RVS, al dan niet voorzien van speciale dessins.
Besteltool Voor de reguliere markt heeft NK Liftinterieur bv voor KONE Liften en Roltrappen bv een klantspecifieke besteltool ontwikkeld, waarbij op basis van gezamenlijk overeengekomen keuzemogelijkheden op eenvoudige wijze tableaus worden besteld. De volgende logische stap is het leveren van tableaus voorzien van bedrading, zodat de montagetijd op locatie voor de liftmonteur kan worden gereduceerd. Inmiddels heeft KONE een order geplaatst voor circa 75 kooitableaus voorzien van bedrading.
Meer informatie? NK Liftinterieur bv, Den Haag Telefoon 070 3693728 Website www.nkliftinterieur.nl
62
Liftbouw

X
P O
Liftnormen als prestatienormen Het lijkt vaak erg makkelijk om alleen nog prestatie-eisen te hoeven stellen aan het ontwerp van een lift of gevellift. Uitgaande van een bepaalde norm, bijvoorbeeld de norm voor een vandaalbestendige lift, stellen dat de gewenste lift daaraan moet voldoen, is een goed begin omdat het meteen helder maakt waar het liftontwerp zich op richt. Je zou kunnen stellen, dat hiermee het primaire beleid voor de liftoplossing is omschreven. Daarmee is de kous echter niet af. Een volwaardig bestek om de juiste invulling aan de eisen te geven, is daarna altijd een volgende stap.
Oorspronkelijke eisen De persoon of instantie die de prestatie-eisen opstelt, moet zelf inhoudelijke kennis over liften hebben of de juiste kennis in huis halen om te weten welke consequenties de gestelde eisen in de praktijk opleveren. Door aanpassingen in het bouwkundige deel of juist het lifttechnische deel te bewerkstelligen, wordt er bereikt dat de oorspronkelijk gestelde doelstellingen worden gehaald. Normen voor brandweerliften, normen voor vandaalbestendige liften, of de regelgeving ‘Geboden Toegang’ zijn daar voorbeelden van.
Duurzaam bouwen De primaire eisen moeten vervolgens worden vertaald tot een werkbaar ontwerp en bestek. Bij een aanbesteding van de lift zullen de inschrijvingen van de liftenbouwers moeten worden getoetst door een deskundige. In de praktijk voldoet het eindresultaat regelmatig niet aan hetgeen oorspronkelijk bedoeld werd. De installatie is gemaakt en geleverd, wordt gekeurd en wordt als veilig en opgeleverd beschouwd. Of de lift dan nog voldoet aan de oorspronkelijk gestelde prestatienormen wordt zeer regelmatig niet (deskundig) gecontroleerd. Na enkele jaren kan deze nalatigheid verstrekkende gevolgen hebben. Bijvoorbeeld omdat de liftinstallatie de geplande levensduur niet haalt. Veel storingen en noodzakelijke vervanging (binnen 10 tot 15 jaar) van hoofdcomponenten als aandrijvingen, besturingen en deuren, het komt regelmatig voor. Dit houdt een grote kapitaalvernietiging in en het is zeer zeker geen voorbeeld van duurzaam bouwen. Haal daarom tijdig de juiste kennis in huis. Péron van Stralen
Péron van Stralen Directeur-eigenaar Péron Liftadvies, Sassenheim Telefoon 0252 544962 Website www.peron.nl
Liftbouw 63
Wat doet u eigenlijk? Voor € 95,- per uitgave weten uw klanten dat ook! Bel (0495) 45 00 95 voor alle informatie over een vermelding in LIFTBOUW...
wie doet wat
WIE DOET WAT?
64
Liftbouw
WIE DOET WAT?
Liftbouw 65
Wat doet u eigenlijk? Voor € 95,- per uitgave weten uw klanten dat ook! Bel (0495) 45 00 95 voor alle informatie over een vermelding in LIFTBOUW...
wie doet wat
NK Liftinterieur bv is sterk in maatwerk. Wij verzorgen een op maat gemaakte totaaloplossing voor het veranderen van uw lift in een representatieve ruimte. Maatwerk tableaus, volledig naar wens van de klant, voorzien van Dewhurst componenten.
distributeur Benelux
g n i s s o l p o voor alle de
re a b s a p n Aa id e h l e n s hef
gebruikers
...
Volledige e automatisch ring estu b s g n i m m e t s be
Instelb are deurope n tijde n
Waar wilt u naar toe? De eerste vraag die je stelt als je samen een lift betreedt is: “Waar wilt u naar toe?” Dat is typisch genoeg ook de eerste vraag die wij stellen als we kennis maken met een nieuwe klant. Of als we met een bestaande klant een nieuw project bespreken. Möhringer Liften B.V. kent geen standaardprojecten. We onderzoeken samen met de opdrachtgever telkens weer wat de wensen zijn op het gebied van capaciteit, logistiek, stijl en materiaalgebruik. Vervolgens bedenken we een bijpassende transportoplossing. Daarin zijn we zo flexibel mogelijk. Alleen op het gebied van veiligheid doen we geen concessies. Maar dat zult u ons vast graag vergeven.
Alles voor bijzondere wensen Natuurlijk kunt u bij ons een standaardinstallatie bestellen: liften met bijvoorbeeld 625, 1000 of 1125 kilo hefvermogen. Onze expertise komt echter het beste tot zijn recht bij complexe of zelfs unieke vraagstukken. Een high tech design panoramalift. Een vandaalbestendige stationslift. Een museumlift waar zelfs de sarcofaag van de farao in past. Of een schokarme steriele beddenlift naar de operatiekamers. Zulke bijzondere opdrachten zijn voor onze adviseurs en technisch specialisten een echte uitdaging. Zij verlegen graag steeds opnieuw de grenzen van hun kunnen om u veilig naar uw bestemming te brengen.
www.mohringer.nl
Perfectie tot in elk detail Liften zijn belangrijke verkeersaders in uw gebouw. U eist terecht dat ze feilloos functioneren. Daarvoor bent u bij Mitsubishi aan het juiste adres. Wij zijn uw partner vanaf de selectie van de lift in de ontwerp
-
fase, tijdens het installeren tot en met de serviceverlening als de lift in gebruik is. Ge誰nteresseerd? Bel ons voor meer informatie of een afspraak.
M i t s u b i s h i
e l e v a t e s
T 0318 - 586 586 www.mitsubishi-liften.nl
y o u