3 minute read
DUURZAAMHEID VERGT ANDER VERDIENMODEL
DUURZAAMHEID VERGT ANDER VERDIENMODEL
We moeten af van de lineaire toeleverketens en toewerken naar supply netwerken. Eco-systemen waarin total cost of ownership belangrijk is en er veel meer wordt samengewerkt. Niet alleen om de productie in Europa veerkrachtiger te maken, ook om de duurzaamheid te vergroten. De Noorse oliemaatschappij Equinor heeft al stappen op dit vlak gezet, bleek tijdens een CECIMO webinar over de Europese industrie in het post-coronatijdperk.
Advertisement
Equinor is een van de eerste oliebedrijven in de wereld die de ambitie hebben uitgesproken een ‘net zero company’ te worden. In gewoon Nederlands: een bedrijf dat netto geen CO2 meer uitstoot. De grootste uitdaging is misschien niet eens de opwarming van de waarde, wat volgens Pantea Khanshaghaghi zeker een probleem is, maar de vraag waar komen de materialen vandaan zodat de wereld kan overschakelen naar schone energie. “Daar hebben we veel meer materiaal voor nodig”, zo zei de Equinor projectmanager duurzaamheid tijdens een CECIMO webinar.
Minder grondstoffen verspillen
En dat is volgens haar het grootste bottleneck: de grote concerns in de wereld verbruiken elk jaar zo’n 100 miljard ton aan materiaal. “Waarvan we slechts 8,6% recyclen.” Wil je de ecologische footprint van de sector verkleinen, dan ligt een ongekend potentieel in het terugdringen van het materiaalverbruik. 31% van de CO2 emissie komt volgens de Equinor duurzaamheidsmanager van de productie van materialen, het verschepen en de verwerking. Als je haar vraagt naar de oplossing, maakt ze de vergelijking met iemand die wil afvallen. De lopende band is een goed hulpmiddel. “Maar je moet vooral minder eten”, zegt Pantea. Zoek dus naar oplossingen om minder materiaal te gebruiken. Additive Manufacturing is volgens haar een van de oplossingen om het materiaalgebruik terug te dringen. Pantea noemt de digitale supply chains als een van de essentiële bouwstenen van de oplossing. Als je de voorraden kunt digitaliseren en onderdelen 3D print als ze nodig zijn en waar ze nodig zijn, dan kun je veel besparen op de CO2 emissie. “Door te digitaliseren vermijd je te veel emissie. Dat maakt echt een groot verschil. Ik denk dat AM een grote bijdrage kan leveren aan de circulaire economie.” Het levert bovendien een
financieel voordeel op. Equinor heeft op dit moment voor 3 miljard euro aan onderdelen op voorraad. Deze voorraad beheren kost elk jaar al 3% van de waarde.
Co-creation
Om zover te komen, zullen designs anders moeten maar ook supply chains, werd tijdens het CECIMO webinar duidelijk. Niet recyclen maar materialen hergebruiken. Hiervoor zijn andere verdienmodellen nodig; andere manieren van samenwerken. “We moeten naar co-creation gaan, waarmee we het bestaande verdienmodel obsolete maken. Maken en verkopen betekent alleen maar meer produceren.” Dat vergt wel andere designs, die het makkelijker maken om producten te hergebruiken, te upcyclen of te recyclen. Zo’n nieuw verdienmodel werkt alleen als het hele ecosysteem mee doet. Daarom pleit ze voor een ander supply chain model: meer in netwerken denken en afstappen van de lineaire toeleveringsketens. “Als het hele ecosysteem dezelfde ambitie heeft, namelijk het reduceren van emissie, verandert het businessmodel.” Data delen is voor haar hier een wezenlijk bestanddeel van, want door data te delen kunnen processen door de hele keten worden geoptimaliseerd.
Verschuiving
Verdienmodellen beginnen al te veranderen, constateerde tijdens het CECIMO webinar Davide Lacovelli, Regional director EMEA EOS. Hij ziet de eerste signalen van verschuivingen van CAPEX naar OPEX (operationele kosten). Meer bedrijven kijken naar betalen voor gebruik. Supply chains gaan naar gedistribueerd voorraad beheer met decentrale productie on demand. En dat is uit zichzelf al een duurzame productie met minder verspilling. Decentrale digitale productie zorgt eveneens voor meer veerkracht en sterkere lokale productie. “Het helpt ons onafhankelijker te worden qua productie”, aldus de EOS directeur. Davide merkt dat de ideeën hierover duidelijk gekanteld zijn tijdens de coronacrisis. “We zien hier echt verschillen tussen voor en na Covid-19.”