6 minute read

Hoe digitaliseer je vakmanschap?

Melotte zoekt uitweg uit spanningsveld tussen digitaliseren, vakmanschap en precisie-productie

De grote schrik van Peter Perremans, CEO van Melotte, is dat het vakmanschap in het precisiebedrijf over vijf jaar verdwenen is als de huidige generatie met pensioen gaat. En dat vakmanschap is een van de pijlers onder Melotte. Digitalisering biedt nog geen afdoende oplossing in een maakbedrijf waar de meeste producten 12 tot 20 processtappen vergen. Voor hem reden de focus in het investeringsbeleid te verleggen naar kennisborging.

Advertisement

Complexe en nauwkeurige matrijzen maken is nog steeds een van de kerncompetenties van Melotte in het Belgische Zonhoven. Daar zijn het maken van precisiecomponenten en additief vervaardigde werkstukken aan toegevoegd. Vakmanschap gecombineerd met moderne technologie zijn de fundamenten onder het bedrijf, onderdeel van Picanol Group. Melotte investeert elk jaar zo’n 10 procent van de omzet in nieuwe CNC-machines om qua technologie bij te blijven. Toen eind vorig jaar een nieuwe Studer S41 rondslijpmachine met cobot in gebruik werd genomen, heeft Peter Perremans besloten qua investeringen de focus te verschuiven van investeren in technologie naar het vastleggen van de kennis. “De leeftijdsopbouw van de medewerkers bij Melotte is een omgekeerde piramide. Voor elk proces hebben we specialisten in huis die weten wat ze uit de technologie kunnen halen. Daardoor kunnen wij vanuit onze ervaring waarde toevoegen voor onze klanten. Dat vakmanschap gaan we over vijf jaar hard nodig hebben. Maar is het er dan nog, dat is mijn grote schrik.”

Peter Perremans: “Instroom vakmensen grootste knelpunt”

War on talent

De vroegere matrijzenmaker voor OEM‘ers als Philips en Tupperware telde in die jaren 120 medewerkers. Er was een eigen opleidingscentrum waar jaarlijks zo’n 20 jongeren met hun opleiding startten. Nu telt de toeleverancier van precisieonderdelen 45 medewerkers. Voor de instroom van jonge vakmensen moet Melotte concurreren met andere fijnmechanische bedrijven in Belgisch-Limburg, terwijl de totale uitstroom van de vakopleidingen op 4 tot 5 studenten per school per jaar ligt. Voor de hele regio, wel te verstaan. “En iemand die cum laude afstudeert, kan nog niet onze producten maken. Onze oudere medewerkers coachen daarom de nieuwkomers”, legt Peter Perremans uit. “Dat is vechten tegen de bierkaai.” Peter Perremans ziet niet de technologie als het grootste knelpunt, maar de instroom van vakmensen.

Waarde toevoegen

Daarom investeert hij dit jaar geen half miljoen euro’s (op een omzet van 6 miljoen euro) in nieuwe machines, maar wel een fors bedrag in het vastleggen van kennis. Daarmee wil hij het risico afwenden dat de kennis verdwijnt samen met de oudere generatie vakmensen die met pensioen gaan. Hij geeft een voorbeeld van deze vakkennis aan de hand van een onderdeel dat geslepen moet worden en daarna gehard. “Onze meest ervaren slijper weet precies wat het proces aankan. Zodra hij de tekening van een onderdeel ziet, vormt hij zich een beeld van de vervorming door het harden en weet dan al hoe het stuk het beste op te spannen, hoeveel materiaal er moet blijven staan om de vervorming tegen te gaan en hoeveel er na het harden nog geslepen moet worden. Dat is jarenlange kennis van het slijpproces.” Juist deze vakkennis van de werkvloer is onmisbaar voor de productie van precisie-onderdelen. Hierdoor voegt Melotte waarde toe, waarvoor klanten bereid zijn extra te betalen. “Wij leveren bij sommige klanten direct aan de lijn; ze meten onze producten niet na maar bouwen ze direct in. Daardoor nemen we kosten weg, dat onderscheidt ons van lage lonen landen.”

“12 tot 20 processtappen zijn geen uitzondering; sommige onderdelen vergen 45 processtappen”

Vakkennis vastleggen

Maar hoe leg je deze proceskennis vast? Dat is het dilemma waar Peter Perremans nog geen echte oplossing voor heeft. Hij is overtuigd dat ondanks de digitalisering die in het kielzog van Industrie 4.0 tot in de haarvaten van de maakindustrie doordringt, deze vakkennis noodzakelijk blijft. De precisiecomponenten die Melotte maakt, lenen zich niet om onbemand in een geautomatiseerde cel te maken. Sommige onderdelen vergen 45 processtappen; 12 tot 20 processtappen zijn geen uitzondering. Toleranties van enkele microns na het spanningsvrij gloeien zijn heel normaal. ”Dan moet je bij het maken van een referentievlak voor het slijpen vooraf rekening houden met de vervorming tijdens het harden. Daarvoor hebben we extra processtappen nodig”, legt Peter Perremans uit. Die problematiek, geeft hij eerlijk toe, had hij niet verwacht toen hij vier jaar geleden de overstap maakte van technologiefederatie Agoria naar de praktijk van een KMO in de metaalindustrie.

Belgische start-up Manual.to

Om kennis te borgen, is Melotte in zee gegaan met de Gentse start-up Manual.to, dat als missie heeft: zorgen dat medewerkers weten ‘hoe’. De start-up heeft een softwareproduct ontwikkeld (Software as a Service) waarmee kennis digitaal wordt vastgelegd en toegankelijk wordt gemaakt. Handleidingen 2.0 als je het zo wilt zeggen. Peter Perremans: “We bekijken hoe we dit systeem vullen met product- en proceskennis. De processtappen vastleggen. Zeker weten of het ons verder helpt, weet ik niet, maar ik denk van wel.” Dat wil hij doen aan de hand van concrete productcases, zodat nieuwe medewerkers zich een beeld kunnen vormen hoe deze tot stand komen. Hij is zich bewust van de valkuil om de huidige proceskennis vast te leggen, die over vijf jaar misschien is verouderd doordat er nieuwe technologie op de markt is gekomen. Zolang je je zelf kritisch vragen durft te stellen over de werkwijze, acht hij dat risico niet zo groot. “We moeten soms de vraag stellen waarom we iets altijd op een bepaalde manier doen. Dat heeft tot nog toe steeds goede producten opgeleverd, maar we hebben nieuwe machines. Misschien ontstaan hierdoor wel nieuwe mogelijkheden.” De digitale manuals borgen de huidige kennis en helpen de nieuwe generatie vakmensen op weg. Die hoeven wat hem betreft niet meteen een specialist te worden. Misschien zelfs beter niet. Met de variatie in het werk heeft Melotte meer aan allrounders die op termijn doorgroeien naar een specialist.

Digitaliseren of niet?

Kunnen algoritmes en kunstmatige intelligentie het vakmanschap van de ervaren CNC-operators niet vervangen? Peter Perremans heeft na zijn studie aan de KU Leuven 18 jaar als technologiemanager bij Sirris en de voorloper WTCM gewerkt, voordat hij via Asco Industries naar Agoria is overgestapt. Aan het begin van zijn loopbaan bij het WTCM, 35 jaar geleden, heeft hij zich al met computerondersteunde productie beziggehouden. Destijds ontbrak de computerrekenkracht om deze technologie echt te laten doorbreken. Anno 2021 gelooft hij meer in het potentieel van kunstmatige intelligentie om maakprocessen te ondersteunen. Maar of dit voldoende is? “Ik ben overtuigd dat het potentieel er is, maar betwijfel of dat binnen vijf jaar op de markt komt.” En zelfs als smart manufacturing doorbreekt, dan nog denkt Peter Perremans niet dat het een afdoende oplossing is voor bedrijven als Melotte. “Als je repeterend werk hebt of series maakt, dan kun je een groot stuk van het proces automatiseren, of moet ik zeggen digitaliseren. Maar dat werk maken we hier niet.” Als Melotte investeert in een nieuwe CNC-machine, zoals de rondslijpmachine, dan probeert het deze altijd te kopen met alle ‘toeters en bellen’. ”Omdat we dan alle mogelijkheden hebben om op de vraag van de klant in te spelen.” De producten en eisen zijn namelijk telkens anders. Machinebouwers stoppen weliswaar steeds meer intelligentie in hun machines; en sensoren nemen een deel van de procesbewaking over, waarmee de operators ondersteund worden. “Maar de oude garde ziet en hoort tijdens het bewerken in welke richting het proces bijgestuurd moet worden.” Dat vakmanschap laat zich nog niet zo gemakkelijk digitaliseren, vreest hij.

www./melotte.be

Bij de investeringen afgelopen jaren heeft Peter Perremans bewust besloten enkele oudere machines te laten staan. Zoals een Mikron freesmachine en een draadvonkmachine van Agie Charmilles. Hij vindt niet dat je het vak eerst moet leren op een conventionele machine voordat je kunt gaan CNC-frezen. Maar hij mist bij de studenten die nu van school komen wel het gevoel voor wat er gebeurt als je bijvoorbeeld de snijsnelheid of voeding verandert. “Ze leren perfect een NC programma maken, maar ze beseffen niet wat de gevolgen zijn van een bepaalde voeding of snijsnelheid.” De rekenmachine is de grote boosdoener in zijn ogen. Daardoor kunnen ze niet meer inschatten wat de uitkomst ongeveer zal zijn. De oudere machines geeft de jongeren de kans om fouten te maken en te ervaren wat er dan gebeurt.

Peter Perremans: digitale manuals borgen de huidige kennis en helpen de nieuwe generatie vakmensen op weg

This article is from: