Almere 2.0

Page 1

Almere 2.0 beleefbaar en duurzaam Oosterwold Henriette Boeve Nicolette van der Tak


Volkslied Flevoland Waar wij steden doen verrijzen op de bodem van de zee, onder Hollands wolkenhemel tellen wij als twaalfde mee. Een provincie die er wezen mag, jongste stukje Nederland. Waar het fijn is om te wonen, mijn geliefde Flevoland! Land gemaakt door mensenhanden, vol vertrouwen en met kracht. Waar de zee werd teruggedrongen die zoveel verschrikking bracht. Een provincie die er wezen mag, jongste stukje Nederland. Waar het fijn is om te werken, mijn geliefde Flevoland! De natuur laat zich hier gelden dieren kiezen nest of hol. En de wijde vergezichten stemmen ons zo vreugdevol. Een provincie die er wezen mag, jongste stukje Nederland. Waar het fijn is om te leven, mijn geliefde Flevoland! Productie: 1994, door Benny Vreden Produkties BV Tekst: Mak Zeiler Muziek: Riemer van der Meulen Rechten: provincie Flevoland (Stemra)


Almere 2.0 beleefbaar en duurzaam Oosterwold

Colofon Auteurs: Henriette Boeve Nicolette van der Tak Begeleiders: Dick van Dorp Ad Koolen Hogeschool Van Hall Larenstein, Velp Juni 2013


Voorwoord 2


Wat verstaan wij onder natuur? Waar kunnen wij in Nederland nog genieten van ongerepte natuur? Wat willen wij eigenlijk met natuur? Vragen waar meerdere antwoorden op te geven zijn, afhankelijk van wie het antwoord geeft. En daar is ook meteen de verandering te zien die er in onze maatschappij plaatsvindt. De natuur is van ons allemaal. De tijd dat alleen natuurmonumenten zich inzette voor een stukje natuur is voorbij. Iedereen heeft wel een idee over wat hij wil met dat specifieke stukje land. De ontwikkeling van een gebied moet dan ook inspelen op al die wensen. Dit kan alleen door de gebruiker van het gebied een inbreng te laten hebben over de inrichting. Dit kan een stukje uniek landschap opleveren. Het landschap van de toekomst. Flevoland is wat dat betreft perfect. Het heeft nog geen lange cultuurhistorie en is nog bezig zich te ontwikkelen en een identiteit te krijgen. Flevoland is kenmerkend op het gebied van grootschalige landbouw en veel groen en water in de stad, maar wil zich verder ontwikkelen op het gebied van duurzaamheid (sustainability). De uitbreiding van Almere biedt veel kansen voor initiatieven van allerlei aard, maar heeft ook beperkingen door zijn ligging op zeeniveau. Hier komt de wateropgave en de klimaatverandering om de deur kijken. Uiteraard geeft dit ook weer kansen, maar deze zijn niet vrijblijvend. De opwarming van de aarde is een feit en zal in de toekomst toenemen. Hiermee zal ook de zeespiegel stijgen en zullen meer extremen in weersomstandigheden voorkomen. Bij de inrichting van de polder staat dit voorop. Het ontwikkelen en aanscherpen van een visie voor een polder vraagt veel deskundigheid en specialisatie. Wij als landschapsontwerpers verzamelen deze kennis en integreren dit tot een passend ontwerp, gericht op een duurzame toekomst. Dit rapport bevat voor een deel de informatie die al in eerdere rapporten en onderzoeken is vastgelegd. Deze resultaten zijn mede input geweest om met onze eigen inbreng te komen tot dit masterplan. Wij zijn de zoektocht met veel enthousiasme aangegaan en hebben een plan ontwikkeld waar Almere Oosterwold zich volop kan ontwikkelen als duurzame, maar vooral ook groene stad. Waar de monotone inrichting van de polder plaatsmaakt voor een multifunctioneel landschap. Waar ruimte is voor initiatieven en innovatie en waar Almere de kans krijgt een uniek stukje landschap van de toekomst neer te zetten.

Nicolette, Henriette Juni 2013

Voorwoord

3


Leeswijzer 4


Hoofdstuk 1 Almere 2.0 Almere 2.0 is een vooruitstrevend plan om de regio Almere uit te breiden. Dat dit meer inhoudt dan alleen het opzetten van nieuwe wijken en wat de ontwerp opgave inhoudt zal in dit inleidende hoofdstuk duidelijk worden. Naast de afbakening van de opgave zal ook het gebied beschreven worden. Hoofdstuk 2 Analyse en visie Dit hoofdstuk geeft een kijk op Almere 2.0 vanuit meerdere gezichtspunten. Het nieuw te ontwikkelen gebied is al in veel plannen genoemd. Deze input is verder uitgewerkt samen met onze eigen inbreng.. Daarnaast hebben wij de kijkrichting beleefbare natuur als uitgangspunt genomen. Dit hoofdstuk zal deze rapporten kort beschrijven. Duurzaamheid en ecologie worden bekeken, omdat het Rijk en de gemeente dit zien als leidend en richtinggevend voor de ontwikkeling van het stedelijk gebied. En gezien de klimaatverandering en het leven op de zeebodem zullen we ook extra aandacht geven aan de wateropgave. Om goed grip te krijgen op het gebied en de opgave wordt het plan op de verschillende schalen bekeken. Flevoland is een provincie van Nederland en het plangebied is een onderdeel van Flevoland. Daarnaast is Nederland een onderdeel van Europa en de wereld. Al deze schalen zullen terugkomen in verschillende onderwerpen van de analyse. Hoofdstuk 3 Masterplan In dit deel wordt eerst uitgelegd wat het concept is en hoe dit tot het masterplan heeft geleid. De wateropgave speelt een grote rol in het plan. Hoe dit verwerkt is in de recreatie en het wonen wordt in dit hoofdstuk uitgelegd. Het wonen is heel divers in de verschillende sferen van het gebied, namelijk bos, natte natuur en stadslandbouw. Ook komen de ecologische en recreatieve dragers van het landschap aan bod en de multifunctionele schakelzone, waar duurzaamheid wordt gecombineerd met bedrijven, educatie en recreatie. De kijkrichting beleefbare natuur wordt bekeken, maar ook de invloed van de andere kijkrichtingen in het masterplan. Dit hoofdstuk bevat conclusies. Almere is tevens een deel van de wereld, zoals ook in de analyse duidelijk is geworden. Hoofdstuk 4 Sustainable Business Waterland Het deelgebied heeft een eigen sfeer, die wel in relatie staat met zijn omgeving. wat hiervan de uitgangspunten zijn komt in dit hoofdstuk aan de orde. Om Almere ‘op de kaart’ te zetten hebben wij hoog ingezet op de schakelzone. Hoe dit in het plan naar voren komt wordt hier duidelijk.

Leeswijzer

5


Inhoud 6


VOORWOORD LEESWIJZER INHOUD 1. ALMERE 2.0 1.1 Het projectgebied 1.2 Almere 2.0 Schaalsprongas De ontwerpopdracht 2. ANALYSE EN VISIE 2.1 Beleefbare natuur Kijkrichtingen volgens natuurverkenning Een groene leefomgeving Wonen in een stedelijke omgeving Opgaven vanuit beleefbare natuur Discussie groen, natuur en ecologie 2.2 Rapporten en uitgangspunten Almere principles Concept structuurvisie Almere 2.0 Duurzaamheidopgave Natuur in Flevoland, Conceptplan Ecologische opgave Wateropgave Waterbeheerplan 2010-2015 2.3 Almere: onderdeel van de wereld Nederland als deltaland Klimaatverandering Landbouwgronden EHS en Natura 2000 Energie 2.4 Almere: onderdeel van Nederland Ontstaanswijze van het land 40 Wateropgave Nederland 42 Het Nederlands landschap 43 Landbouw 44 Wonen 44 Ontsluiting polder 45 2.5 Almere: onderdeel van Flevoland Droogmakerij Landbouw in Flevoland Energielandschap Kwelgebieden Water en dijken Afwatering Dalende klei- en veenbodem Ecologie Doelsoorten Huidige recreatie

3 5 7 8 10 11 13 13 16 18 18 19 20 21 22 24 24 26 28 29 30 32 35 37 37 37 38 38 39 40 40 42 43 44 44 45 46 46 46 47 48 49 49 50 51 54 55

2.6 Waar liggen kansen voor Almere 2.7 Visie vanuit beleefbare natuur 3. MASTERPLAN 3.1 Visie Uitgangspunten voor het ontwerp Concept 3.2 Het masterplan Masterplan en doorsnede Fasering 3.3 De verdieping van het masterplan Wateropgave Groene en recreatieve verbindingen Multifunctionele zone Natte natuurzone Boszone Stadslandbouw Grootschalige landbouw 3.4 Conclusie Beleefbare natuur in masterplan Van wereld naar zone 4. SUSTAINABLE BUSINESS WATERLAND 4.1 Analyse en visie Masterplan in het kort Schakelzone binnen het masterplan Huidige deelgebied Analyse Visie 4.2 Concept Concept Referenties 4.3 Sustainable Business Waterland HiĂŤrarchie binnen het plan Fasering en organische ontwikkeling Sferen binnen het plan Duurzaamheidspark Gebiedsontwikkeling Bebouwing en organische invulling 4.4 De structuren in het plan Grens van het gebied Het watersysteem Infrastructuur in het plan Ecologie in het plan Conclusie SBW.

56 58 62 64 64 65 66 66 68 70 70 73 74 75 76 77 78 79 79 81 86 88 88 89 89 90 91 94 94 95 99 100 102 103 105 107 107 112 112 115 118 120 122

LITERATUUROPGAVE BIJLAGE Masterplan met legenda Detailuitwerking met legenda

124 126

Inhoud

7



1. Opgave Almere 2.0


Almere 2.0 is een vooruitstrevend plan om de regio Almere uit te breiden. De Randstad is het internationale economische hart van Nederland. De internationale positie staat echter onder druk. Het Rijk heeft de ambitie om de Randstad terug te brengen aan de Europese top. Hiervoor is ruimte nodig voor economische expansie en woningbouw. Gelijktijdig wil het Kabinet zorgvuldig met waardevolle landschappen als de scheggen van Amsterdam, het Groene Hart, de Utrechtse Heuvelrug en Waterland omgaan. Almere heeft ruimte voor de groei van de Noordelijke Randstad.

1.1 Het projectgebied De groei van Almere staat beschreven in de structuurvisie Almere 2.0, waarvan deze ontwerpopdracht het oostelijk deel beslaat. Het plan omvat de uitbreidingslocatie Almere Oost en de nog te realiseren ecologische verbinding Oostvaarderswold (zie afbeelding projectgebied). Almere ligt in de provincie Flevoland, die zich kenmerkt door een strakke indeling en veel open ruimte. De provincie bestaat uit twee delen: de Noordoostpolder, dat een voortzetting is van het vasteland, en de Flevopolder, het grootste kunstmatige eiland ter wereld. De Flevopolder is onderdeel van de Zuiderzeewerken en is ingepolderd tussen 1955 en 1968.

bron: concept structuurvisie Almere 2.0

De Flevopolder is met bruggen (onder andere Stichtse Brug, Hollandse Brug en Ketelbrug), een spoortunnel (Drontermeertunnel) en een dijk (Houtribdijk) verbonden aan het vasteland. De provincie ligt gemiddeld ongeveer 5 meter onder de zeespiegel. Flevoland wordt in het uiterste noorden begrensd door Friesland en in het noordoosten door Overijssel. Het grenst in het westen aan

10

projectgebied (roze)


het Markermeer en het IJsselmeer. In het zuidoosten grenst de provincie aan Gelderland, in het zuiden aan Utrecht en Noord-Holland. Almere is tevens metropoolregio van Amsterdam, een stad met veel cultuur en historie. De Flevopolder staat niet op zich. In haar levensbehoeften is ze deels afhankelijk van invoer van producten, maar daarnaast vertegenwoordigt ze zelf een deel van de export op wereldniveau. Het projectgebied vertegenwoordigd dus niet alleen een regio, maar ook een stukje Flevopolder en een stukje Nederland. Daarnaast is ze afhankelijk van Europa wat betreft de wateropgave en de invoer van producten. Het ontwerp kan hier niet los van gezien worden. Een gebied staat natuurlijk nooit op zich en vooral in deze situatie is de verbinding met de stad Almere en de natuurgebieden en akkers rondom van groot belang. Dit alles zullen we meenemen in de visie en het ontwerp.

1.2 Almere 2.0

bron: concept structuurvisie Almere 2.0

De opgave is gebaseerd op het concept structuurvisie Almere 2.0, waarbij het rijk, de provincie en de gemeente samenwerken aan de toekomst van Almere–Oost. In deze toekomstvisie hoort Almere bij de vier grootste steden van Nederland met ruimte voor 350.000 inwoners en 175.000 arbeidsplaatsen. Prof.dr. Roel Bekker heeft een advies opgesteld voor een natuurverbinding tussen de Oostvaardersplassen en het Horsterwold in en om Oosterwold. (Open Planproces Natuur in Flevoland). Dit sluit aan bij de plannen die voor Almere Oosterwold zijn opgesteld, en die kunnen rekenen op een breed draagvlak bij het Rijk, de provincie, Almere en Zeewolde. De ontwikkelingsstrategie voor Oosterwold – met als titel ‘Land-goed voor Initiatieven’ – die

Almere 2.0 de schaalsprongas

1. Opgave Almere 2.0

11


Natuurgebied Oostvaardersplassen

Almere centrum

Restaurant Oostvaardersplassen

Almere haven

Natuurgebied Horsterwold

Almere skyline

Vrijheid in architectuur

12


vorig jaar is vastgesteld, biedt ruimte aan een veelheid aan initiatieven die, volgens het Almere Principles ‘combineer stad en natuur’, een bijzondere ontmoeting tussen stad en groen zullen opleveren. Een natuurverbinding tussen de grote groengebieden in zuidelijk Flevoland – Oostvaardersplassen, Boswachterij Almeerderhout, Horsterwold – kan één van die initiatieven zijn. Op deze manier vormt Oosterwold de ontbrekende schakel in het verbinden van grote groengebieden, waarmee het leefgebied van het edelhert en andere plant- en diersoorten aanzienlijk wordt vergroot. Schaalsprongas Centraal in de Structuurvisie staat de zogenaamde Schaalsprongas. Deze begint in de metropoolregio Amsterdam en loopt via het IJmeer naar Almere, waardoor een robuuste verbinding ontstaat, die als voorwaarde wordt gezien voor een gezonde groei van Almere. Door de combinatie van aanleg van de IJmeerlijn met het ecologisch herstel van het Markermeer en IJmeer, ontstaan er mogelijkheden voor het creëren van unieke woon- en werkmilieus, aan en in het water. Dit Almere IJland vormt een ‘steppingstone’ richting de metropoolregio en samen met de IJmeerlijn verankert het Almere in de omgeving. Via Almere IJland loopt de Schaalsprongas naar Almere Pampus. Dit wordt een experimenteel stadsdeel met stedelijke woon- en werkmilieus. Almere Centrum krijgt vorm rondom het Weerwater. Het groeit in de komende twintig jaar uit tot het sociale, economische en culturele hart van de stad met een dynamisch centrumgebied en als optimaal bereikbare snelweglocatie. Het station Almere Centraal groeit uit tot een hoogwaardig vervoersknooppunt en vormt een belangrijke schakel in de stad. De ontwerpopdracht De opdracht aan ons is om vanuit de bestaande visies de schaalsprong Almere 2.0 verder uit te werken. Het gaat voornamelijk om het gebied ten oosten van Almere, zoals eerder beschreven, maar zal ook de omliggende omgeving meenemen in de visie- en conceptplannen. Een gebied staat nooit op zich. Omgekeerd is het ontwerpgebied onderdeel van de metropoolregio, de randstad met grote steden als Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Almere zal hier een aansluiting bij moeten vinden. Ons projectgebied is onderdeel van het nieuwe Oosterwold. Het is een voortzetting van het Gooi-Vechtstreek wonen dat ruimte bied voor 15.000 tot 18.000 woningen. In het nieuwe gebied zullen mogelijkheden zijn voor grootschalige ontwikkeling van individuele woon- en werkidealen en een organische groei van de groene omgeving waarin voor ons de extra opdracht ligt de kijkrichting ‘beleefbare natuur’ mee te nemen als uitgangspunt (zie hoofdstuk 2 ). Ook wordt er binnen dit gebied ruimte gereserveerd voor een A6 park, een gemengd bedrijvenpark met grootschalige detailhandel en ruimte voor reservelocaties voor grootschalige regionale concepten zoals de Floriade. Het moet een topstad worden met hoog kwalitatieve leefomgeving, waarbij we ons richten op de toekomst. Met een duurzaam waterbeleid waarbij

1. Opgave Almere 2.0

13


zoveel mogelijk water wordt vastgehouden. Daarnaast speelt de wateropgave een grote rol, niet alleen de ligging van de polder onder zeeniveau, maar ook de toekomstige gevolgen van de klimaatverandering waarbij een stijgende zeespiegel en meer regenval zal gaan plaats vinden. Dit zal moeten worden opgevangen in het nieuwe gebied. Daarnaast is een duurzaam energiebeleid erg belangrijk waarbij groene energie de basis vormt voor klimaatneutraal werken.. Het nieuwe Oosterwold wordt een gebied gericht op de toekomst. Een uniek stuk Nederland dat als voorbeeld kan dienen voor toekomstige duurzame en innovatieve landschappen, waarin beleving een grote rol speelt.

14

wonen

werken

ecologie

recreatie

waterberging

duurzaamheid


Daarnaast wil de provincie Flevoland natuurgebied Oostvaarderswold realiseren, een robuuste verbinding in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) die de Oostvaardersplassen en het Horsterwold aan elkaar koppelt. Edelherten, konikpaarden en heckrunderen kunnen zo hun areaal vergroten en naar het zuidoosten van Flevoland trekken. Daarvandaan zullen ze hun weg via de Randmeren, zwemmend naar de Veluwe vinden. In het 1e kabinet Rutte is echter de EHS afgeschaft. De natuurdoelstellingen zijn echter nog steeds actueel en deze moeten op een andere manier worden vormgegeven.

Context van het project gebied

1. Opgave Almere 2.0

15



2. ANALYSE EN VISIE


Dit hoofdstuk laat Almere 2.0 vanuit meerdere gezichtspunten zien. Dit nieuw te ontwikkelen gebied is al in veel plannen genoemd. Deze input is verder uitgewerkt samen met onze eigen inbreng. Daarnaast hebben wij de kijkrichting beleefbare natuur als uitgangspunt genomen. Dit hoofdstuk zal deze rapporten kort beschrijven. Duurzaamheid en ecologie worden bekijken, omdat het Rijk en de gemeente dit zien als leidend en richtinggevend voor de ontwikkeling van het stedelijk gebied. En gezien de klimaatverandering en het leven op de zeebodem zullen we ook extra aandacht geven aan de wateropgave. Flevoland is een provincie van Nederland en het plangebied is hier een onderdeel van. Nederland is weer een onderdeel van Europa en de wereld. Deze invloeden worden bekeken.

2.1 Beleefbare natuur

Bij het ontwikkelen van een plan voor Almere 2.0 hebben wij als opdracht en uitgangspunt de kijkrichting beleefbare natuur gekregen. Wat deze kijkrichtingen inhouden wordt in deze paragraaf uitgelegd. In H3.4 komen wij hierop terug en geven wij aan hoe deze kijkrichtingen terugkomen in het plan.

bron: PLB

Kijkrichtingen volgens natuurverkenning 2010-2040 (deels overgenomen uit rapport PLB) In het natuur- en landschapsbeleid en aangrenzende beleidsvelden zijn sinds het aantreden van het kabinet Rutte ingrijpende veranderingen gaande. Het vorige natuurbeleid, met zijn accent op de procedurele uitvoering van complexe regels, ondervindt in de maatschappij steeds meer weerstand. Met de Natuurverkenning 2010-2040 wil het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) een inspiratiebron leveren waarmee overheden en maatschappelijke partijen invulling kunnen geven aan het lange termijn beleid voor natuur en landschap. Een strategische visie die het natuurbeleid

18

vitale natuur

beleefbare natuur

functionele natuur

inpasbare natuur


weer midden in de samenleving kan zetten en een stevig fundament legt voor meervoudig gebruik van natuur en landschap. De verschillende uitgangspunten om naar natuur te kijken zijn vertaald in toekomstbeelden voor natuur (‘kijkrichtingen’) en handvatten voor het beleid. De 4 ontstane kijkrichtingen zijn: -Vitale Natuur: Natuur beschermt de biodiversiteit; -Beleefbare Natuur: Natuur zorgt voor een fijne leefomgeving; -Functionele Natuur: Natuur voorziet mensen van essentiële levensbehoeften; -Inpasbare Natuur: Natuur dient als decor voor wonen en bedrijvigheid. Het PBL geeft tevens handvatten voor een nieuwe visie op natuur en natuurbeleid: -Baseer het natuurbeleid op de drijfveren van mensen; -Creëer een robuuste basis van natuurgebieden; -Anticipeer op veranderende maatschappelijke wensen; -Speel in op het veranderend gebruik van de Noordzee; -Ga strategisch om met Europees beleid; -Maak integraal beleid. Een groene leefomgeving De kijkrichting ‘Beleefbare natuur’ kenmerkt zich door het groen in de stedelijke- en buitengebieden, voor een groot deel beleefbaar, toegankelijk en bereikbaar voor een breed publiek. Het creëren van een kwalitatieve hoge leefomgeving. Natuur is van belang voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid. Natuur is sterk verweven met het dagelijkse gebruik want mensen willen wonen, werken en recreëren in een groene stad en natuurgebieden. Beweegredenen hiervoor: -Een groene en/of blauwe leefomgeving is een bron voor ontspanning en gezondheid. -Landschappelijke variatie, natuurlijkheid en gebruik maken van aantrekkelijke soorten zijn de basis voor beleefbare natuur. -Het sterkere contact met natuur is belangrijk om maatschappelijk draagvlak voor natuur en natuurbeleid te krijgen. Tevens kan het zorgkosten verminderen en is het een vestigingsplaatsfactor. Dit houdt in dat er voldoende natuur aanwezig moet zijn en zo nodig gecreeerd moet worden voor recreatie en dat deze bereikbaar en toegankelijk is. Het ontwerp, de inrichting en het beheer zijn hierop afgestemd. Het gaat om allerlei vormen van recreatie op het land en op of in het water, zowel in de stedelijke als in de landschappelijke gebieden. Groen- blauwe wiggen die vanuit het buitengebied de stad inlopen naar wijken en bedrijventerreinen zorgen voor verbondenheid met de omgeving en verhogen de gebruiks- en belevingswaarde. Dit is van hoge kwaliteit waardoor het aantrekkelijk is om er te vertoeven en het voor bedrijven een aantrekkelijk vestigingsklimaat creeert. Vanuit huis, opvang of bedrijf kunnen recreëren, zoals wandelen, fietsen en spelen is een vereiste.

2. Analyse en Visie

19


Voor het buitengebied is ook een sterk contact en grote betrokkenheid met de (woon-) omgeving van groot belang. Een goed en uitgebreid netwerk van vaarwegen en wandel- en fietspaden ligt hiervoor als basis. Ook de afstand tussen bestaande natuur en woonomgeving zal landschappelijk verfraaid moeten worden. Natuurgebieden die uit ecologisch oogpunt kwetsbaar zijn, kunnen wel geschikt zijn voor extensieve recreatie, bijv. een wandeling o.l.v. boswachter. Het streven is echter naar natuurgebieden die altijd voor recreatie toegankelijk zijn. Zo zal het genieten van bijv. een wandeling , fietstocht en zwemmen in schoon water, ontspannend werken en bijdragen aan gezondheid. Ook het spotten van ‘wild’ en het ontdekken van een beverburcht zal bijdragen aan een grotere betrokkenheid voor de natuur. Wonen in een stedelijke omgeving Op wat dit inhoudt geeft het boek ‘Leven in de stad’ (Leven in de stad, betekenis en toepassing van natuur in de stedelijke omgeving, Johan van Soest, Martin Melchers) een goed inzicht. Niet alleen groen, maar ook het hebben van een eigen identiteit speelt mee, net als betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Belangrijk om mee te nemen in een ontwerpvisie. Almere is ruim opgezet, wat ook gewaardeerd blijkt te worden door de inwoners en het is een leefbaar kenmerk van Almere, dat geen cultuurhistorisch en karakteristieke verbondenheid kan bieden, zoals Amsterdam. Belangrijk voor de ontwikkeling van deze stad is om een eigen identiteit (verder) te ontwikkelen. Het is een groeiende stad, nu al behorend bij de top 10 van nationale steden. Het heeft potentie door te groeien tot een internationaal meetellende stad wat betreft duurzaamheid, hoeveelheid groen, innovatieve bedrijven en leefbaarheid. Deze uniekheid, evenals de mogelijkheid je eigen huis te ontwerpen en te bouwen, geeft een verbondenheid. Ook het omgaan met de wateropgave en het idee om het nieuwe Oosterwold volledig zelfvoorzienend te ma-

blauwe ader: watergang

speelplaats in de wijk

20

moestuin in de stad


ken op gebied van energie, zullen Almere op de kaart zetten. Van belang blijft het goed voor ogen houden van de leefbaarheid, de hoeveelheid groen en de betrokkenheid van de bewoners. Het doel is groenblauwe aders, wiggen en gebieden in de stad in de vorm van parken, beplanten van straten en pleinen, stadslandbouw en waterlopen. Hierbij is hoge kwaliteit en toegankelijkheid belangrijker dan hoeveelheid.

waardevol toegankelijk groen

Opgaven vanuit de kijkrichting Beleefbare Natuur Natuur is belangrijk voor de leefomgeving van de mens. Het is een bron voor ontspanning en gezondheid. Hieruit ontstaan 2 belangrijke opgaven voor de inrichting van ontwerpopgaven: Opgave 1: Mooie natuur en landschap behouden en waar mogelijk ontwikkelen en toegankelijk maken. zowel in stad als buitengebied, op land en in zee.

diversiteit aan recreatiewensen

Opgave 2: Grote diversiteit aan recreatiewensen tot zijn recht te laten komen. Recreatiewensen als zoeken van gezelligheid, uitdaging, rust en ruimte en het genieten van flora en fauna. Uitvoerbaarheid Het creĂŤren van een beleefbaar landschap volgens deze kijkrichting zal hoge kosten met zich meebrengen. Hier creatieve oplossingen voor bedenken is een aandachtspunt. Het betrekken van mensen bij aanleg en beheer vergroot de uitvoerbaarheid en haalbaarheid van de plannen. Hierbij passen ook bedrijven die via samenwerking hun eigen middelen en deskundigheid voor natuur en landschap willen inzetten. Een goed voorbeeld is het gebruik van de veluwevoucher (www. veluwevoucher.nl), waarbij ondernemers vouchers kunnen uitdelen aan klanten en relaties, die vervolgens besteed kunnen worden aan uiteenlopende elementen op de Veluwe. Het gaat hierbij niet alleen om onderhoud en aanleg van allerlei soorten landschapselementen, zoals bomen, houtwallen en heggen, maar ook om recreatieve routes, bankjes en cultuurhistorische objecten en om diersoorten die men graag op de Veluwe ziet, zoals het edelhert, het wild zwijn, het brandrode rund, het heideschaap of zeldzame vlinders. Dit concept is ook prima in Almere 2.0 toe te passen of zelfs uit te breiden naar cadeaubonnen, die te verdienen of te kopen zijn. Bij vrijwillige hulp krijg je bonnen,die binnen het gebied te besteden zijn, zoals in de boerderijwinkel. Een kleine stimulans de betrokkenheid te vergroten.

2. Analyse en Visie

21


Termen groen, natuur en ecologie In het rapport worden herhaaldelijk de termen groen, natuur en ecologie door elkaar gebruikt. Dit kan verwarring opleveren. Wat wordt er eigenlijk mee bedoeld? Wat is beleefbare ‘natuur’? Wat is het verschil tussen die termen en wanneer noem je iets natuur. Een gevelplant bij de voordeur van de stadswoning, noem je dat groen of is dat natuur? Als men de natuur in trekt, bedoelt men dan het bos of park te bezoeken en niet dat men naar die ene gevelplant in de stad gaat kijken. En de term beleefbare natuur? Beleefbare natuur moet bij de voordeur beginnen. Maar heet die gevelbeplanting dan natuur of noemen we het groen? Moeten we eigenlijk de term beleefbaar groen gebruiken in plaats van beleefbare natuur? Want dat die gevelbeplanting positief bijdraagt aan een prettige leefomgeving daar is men het over eens. Hier een antwoord op vinden bleek moeilijker dan gedacht. En dan de term ecologie ook vaak genoemd. Wat bedoelen we hier eigenlijk mee? Een bos is natuur, daar is iedereen het over eens. Er is veel ecologie, samenhang, te ontdekken en het is zeker groen. En wat met landbouwgebied? Dat is in elk geval groen. Onder groen zien we alles wat in het plantenrijk thuishoort. Er valt zelfs verder over te denken als in termen van groene energie en groene investeringen. Zonne-energie is groene energie, maar de zon valt niet onder het plantenrijk..... Groen tegenover blauw (water) en rood (bebouwing). De processen die hierbinnen afspelen zijn ondergeschikt aan de term. Hieruit blijkt het verschil met ecologie. Hierin zien wij ook de dierenwereld en de onderlinge samenhang hiertussen. Op die manier lijkt ecologie de meest ruime term. Die samenwerking zie je ook bij die ene gevelplant met rondvliegende bijen en bij de vleermuizen die van boom tot boom vliegen, maar ook naar bouwwerken. Ecologie gaat verder en blijkt meer een zoeken naar verbanden tussen dieren, planten en milieu. Bij een ecologische verbinding ben je bezig voorwaarden te scheppen voor een samenwerking tussen mens, dier, plant en omgeving. Vandaar de term ecologische verbinding en niet groene verbinding of natuurverbinding, hoewel het dat tegelijkertijd kan zijn. Ook ieder heeft een beeld bij ecologische landbouw, waar het om de ecologische processen gaat. De schrijvers van dit rapport zijn het erover eens dat de grote natuurgebieden, als Oostvaardersplassen en Holsterwold, duidelijke voorbeelden zijn van natuur en dat het kleinste plantje onder groen wordt meegerekend. Is dit kleine plantje ook een onderdeel van natuur? De onbemeste akkerranden en de oevers van de sloten in het landbouwgebied vallen onder natuur èn groen èn ecologie. De akkers zelf vallen wel onder groen en ecologie, maar ook onder natuur? Daar zijn we het niet over eens. Een roos in de boszoom is een onderdeel van de natuur, maar wat is een roos tegen de gevel? Ook hier blijkt dat we onder natuur een groter gebied in gedachten hebben. De gevelplant op zich noemen we geen natuur, maar de plant is daarentegen wel onderdeel van de stadsnatuur waarbij hij kan dienen als een stapsteen.

22


De conclusie is dat het gebruik van de termen afhankelijk is van wie ze gebruikt en in welke situatie ze gebruikt worden. In de volksmond leeft men graag in een groene omgeving, maar bedoelt men hierbij ook de vogels en de vlinders, die afkomen op dit groen. Dit kan verwarrend werken, daarom is overeengekomen de termen op de volgende manier te gebruiken: Bij natuur wordt bedoeld zowel grootschalige natuurgebieden als kleinschalige stadsnatuur. De term groen wordt gebruikt simpelweg voor alles wat in het plantenrijk thuishoort. Ecologie is de samenhang tussen natuur, groen, dieren, mens en milieu.

blauwe ecologische verbinding door de stad

vogels in de stad, samenhang natuur en stad

een groene ecologische stadsnatuur

2. Analyse en Visie

23


2.2 Rapporten en uitgangspunten Rapporten die specifiek geschreven zijn voor Almere 2.0 hebben wij meegenomen in de uitwerking van de plannen. Ten eerste zijn er De Almere Principles en de Structuurvisie 2.0. Dit is de visie voor het gebied, waarop wij verder gaan.Het Rijk en de gemeente Almere vinden de duurzaamheidopgave en ecologische opgave belangrijk en richtinggevend voor het ontwikkelen van Almere 2.0. Het conceptplan Natuur in Flevoland geeft een antwoord op de mogelijkheden voor ecologische verbindingen. Gezien de klimaatverandering en het leven op de zeebodem zullen we ook extra aandacht geven aan de wateropgave. Een duurzaam landschap kan niet ontwikkeld worden zonder deze belangrijke opgaven mee te nemen. Dit hoofdstuk beschrijft kort de rapporten en analyses. De Almere Principles Almere streeft naar hoogwaardige en duurzame stadsontwikkeling, met ‘De Almere Principles’ als leidraad. Ecologie en duurzaamheid zullen bij deze grootschalige stedelijke ontwikkeling de leidende thema’s zijn, aldus het gemeentebestuur en de rijksoverheid. De Almere Principles vatten samen wat dit op ecologisch, sociaal en economisch terrein inhoudt. De Almere Principles (samenvatting): Almere, de nieuwe stad die dertig jaar geleden werd ontworpen op uit zee gewonnen land, zal in 2030 leefbaar en gezond zijn. Ze zal zichzelf aanhoudend vernieuwen en omvormen en daarmee de kwaliteiten van haar meerkernige opbouw en haar omgeving versterken. Almere zal een vitale gemeenschap zijn met een rijke verscheidenheid aan woon- en werkmogelijkheden, in een weldadige overvloed van ruimte, water, natuur en cultuurlandschappen die door de tijd heen kunnen groeien en veranderen. De Almere Principles zijn bedoeld als inspirerend richtsnoer voor iedereen die in de komende decennia betrokken is bij het doorontwerpen van Almere tot een duurzame stad. De verwerkelijking van deze visie is een cultuurdaad en de uitdrukking van een optimistische benadering van de toekomst. Koester diversiteit Om de stad te verrijken, erkennen wij diversiteit als een bepalend kenmerk van robuuste ecologische, sociale en economische systemen. Door op ieder terrein diversiteit te waarderen en aan te moedigen, zal Almere gedijen als een stad die rijk is aan variatie. Mensen maken de stad Vanuit de erkenning dat burgers de drijvende kracht zijn in het maken, behouden en verduurzamen van de stad, ondersteunen wij hun streven om hun unieke mogelijkheden te verwezenlijken, met bezieling en waardigheid.

24


Verbind plaats en context Om de stad te verbinden, zullen wij haar identiteit verankeren en versterken. De stad zal vanuit eigen kracht en tot wederzijds voordeel actieve relaties onderhouden met de haar omringende gemeenschappen, in de breedste zin. Combineer stad en natuur Om de stad betekenis te geven, zullen wij bewust streven naar unieke en bestendige combinaties van het stedelijke en het natuurlijke weefsel, en naar een verhoogd besef van de menselijke verbondenheid met de natuur. Anticipeer op verandering Om op de evolutie van de stad voort te bouwen, zullen wij een ruime mate van flexibiliteit en aanpasbaarheid in onze plannen en programma’s opnemen, en daarmee onvoorspelbare kansen voor toekomstige generaties mogelijk helpen maken. Blijf innoveren Om de stad vooruit te brengen, zullen wij nieuwe en verbeterde processen, technologieën en infrastructuren aanmoedigen en experimenten en kennisuitwisseling ondersteunen. Ontwerp gezonde systemen Om de stad te verduurzamen, zullen wij in onze stedelijke systemen ‘cradle to cradle’- oplossingen benutten, in het besef van de onderlinge afhankelijkheid van ecologische, sociale en economische gezondheid op ieder schaalniveau.

duurzame en ecologische invulling van stadsontwikkeling

2. Analyse en Visie

25


Concept structuurvisie Almere 2.0 (2009) (deels overgenomen uit rapport) Almere is gebouwd als meerkernige stad, waarbij men een balans zocht tussen groen (planten) en rood(de bebouwing en infrstructuur). Dit is te zien in de stadsbossen, het water en de groene opzet. Er is geen nauwe band met de verschillen in de omgeving. De grens stad-platteland en stad-omgeving blijft abrupt. Het conceptplan maakt het mogelijk wel een band met het landschap te laten ontstaan. Zo komt er een stedelijke concentratie aansluitend op Amsterdam en een ontwikkeling naar landelijk wonen richting het oosten. Dit biedt de mogelijkheid een grotere verscheidenheid van wonen te laten ontstaan. Agrarisch gebied blijft belangrijk in het plan en zal bijna 50% van het hele gebied beslaan. Deze visie is de basis voor de Ontwikkelstrategie Oosterwold

bron: Land+Water nr. 6/7 - juni 2012, dossier bouwrijp maken

Tien spelregels voor Oosterwold: 1. Mensen maken Oosterwold 2. Vrije keuze kavels 3. Generiek kavel met vaste ruimteverdeling 4. Specifiek kavel met variabele ruimteverdeling 5. Meebouwen aan infrastructuur 6. Vrijheid en restricties voor bebouwing 7. Oosterwold is groen 8. Kavels zijn verregaand zelfvoorzienend 9. Iedere kavelontwikkeling is financieel zelfvoorzienend 10. Publieke investeringen zijn volgend

26

De gebiedsontwikkeling in Oosterwold biedt een divers palet aan mogelijkheden.


Almere Oosterwold, land-goed voor initiatieven Oosterwold wordt niet ‘van bovenaf’ gemaakt aan de hand van een alomvattend plan, maar ‘van onderop’ dankzij talloze eigen initiatieven van burgers (individueel en collectief) en ondernemers. De Ontwikkelstrategie is geen ontwerp, maar een raamwerk met tien spelregels dat een veelheid van particuliere plannen mogelijk maakt. Er zijn geen vaste minimum- of maximummaten, maar vermoedelijk zullen de kleinste kavels circa 500 m2 zijn. Oosterwold gaat een grote stap verder dan wat er tot nu toe in Nederland te zien is. Het leidt tegelijkertijd tot een volledig nieuw type gebiedsontwikkeling, waarin de overheid niet langer grote voorinvesteringen in infrastructuur, groen en bouwvoorbereiding hoeft te plegen. In beginsel zijn deze percentages richtinggevend voor ieder afzonderlijk kavel (het ‘generiek kavel’). Er zijn uitzonderingen mogelijk, met kavels waarop een zwaarder accent op landbouw, groen of bebouwing ligt. Hier ontstaat ook de mogelijkheid een gebied gericht op stadslandbouw, bos of waterwonen te realiseren. De percentages worden dan toegepast op het gehele gebied met ruimte voor eigen invulling. Ook kunnen er een of meer nieuwe kernen ontstaan waarin wonen en werken sterker zijn geconcentreerd. Voor de inrichting van de kavels gelden aanvullende spelregels op het gebied van bereikbaarheid en duurzaamheid. Iedereen legt een eigen deel van de ontsluitingswegen aan, en iedereen realiseert ook een deel van een doorlopend netwerk van wandel- of fietspaden. Ook in financieel opzicht moet Oosterwold zelfvoorzienend zijn. De algemene spelregels en de bijzondere voorwaarden worden vastgelegd in een ‘kavelpaspoort’.

18 % bebouwing 8% verharding 13 % publiek groen 2 % water

59 % landbouw

Het generieke kavel

Kavelpaspoort, keuze gecoördineerd door gebiedsregisseur

2. Analyse en Visie

27


3-eenheid van de VN-commissie Brundtland uit 1987.

nieuw duurzaam onderwijsgebouw HAN

Duurzaamheidopgave In dit rapport wordt met duurzaamheid bedoeld de drie-eenheid van ecologie, economie en milieu, die ook in de Almere principles genoemd worden, ofwel People Planet Profit (ook wel: de drie P’s). Het staat voor de drie elementen, people (mensen), planet (planeet/milieu) en profit (opbrengst/winst), die in een harmonieuze wijze gecombineerd dienen te worden. De term is bedacht door John Elkington. Wanneer de combinatie niet harmonieus is zullen de andere elementen hieronder lijden. Wanneer bijvoorbeeld winst te veel prioriteit krijgt, dan zullen mens en milieu hiervan de dupe worden, bijvoorbeeld door slechte arbeidsomstandigheid of vernietiging van de natuur. Andersom ziet de slogan ook het winstkenmerk als essentieel onderdeel van ontwikkeling dat niet verwaarloosd dient te worden. Geen duurzaamheid op de conventionele manier, maar mensen bewust maken van hun omgeving door een educatieve plaats op het gebied van duurzaamheid en lokale ecologie te creëren. The three spheres of sustainability Duurzame ontwikkeling wordt gedefinieerd als het vinden van een balans tussen het vervulling van menselijke behoeften, ook gericht op toekomstige generaties en het beschermen van het natuurlijk milieu. “Het gebied van duurzame ontwikkeling kan conceptueel worden onderverdeeld in drie samenstellende delen: milieubescherming, economische duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid (environmental, economic, social), milieu (aarde), mensen en omzet.

Opheffen grens stad en platteland

28

De duurzaamheidagenda Almere 2.0 noemt als opgave voor Oosterwold het opheffen van de scheiding tussen stad en ommeland. Het streven is om het landschap productiever in te zetten voor de stafkringloop en het meer betekenis te geven in de energiehuishouding, afvalstromen, voedselproductie, waterberging, water- en luchtzuivering, bouwstoffenproductie en CO2-opslag van de stad. Hierbij gaat Almere uit van the three spheres of sustainability, zoals de afbeelding laat zien. Duurzaamheid kan op alle schalen toegepast worden.


Natuur in Flevoland, Conceptplan (2013, Prof. mr. R. Bekker) Het conceptplan geeft aan waar kansen liggen om de natuur te betrekken bij alle aspecten van invulling van het landschap, ook op het gebied van beleefbare natuur. De verbindingsopgave staat centraal. (deels overgenomen uit conceptrapport)

Het Open Planproces Natuur in Flevoland zet in op een nieuw plan voor de Flevolandse natuuropgave, gecombineerd met kansen voor landbouw, economie, recreatie en ecologische ontwikkeling. Flevoland heeft natuurontwikkeling van uiteenlopende aard en omvang: - bosontwikkeling, al vanaf begin - Oostvaardersplassen - Horsterwold: loofbosgebied - tal van middelgrote ontwikkelingen, over hele provincie - kleinschalige natuur, als groenstroken bij landbouwgebieden Natuur is van belang voor aantrekkelijkheid en wervingskracht van hele gebied, ook voor (noordelijke deel) van de Randstad. Daarnaast ook van belang op nationaal en internationaal nivo. De Flevolandse natuur wordt gekenmerkt door natte natuur met bossen, moerassen, natte graslanden en wateren. Er is een aantal grote gebieden, zoals de Oostvaardersplassen en de Randmeerbossen, stedelijke bossen zoals het Almeerderhout en recreatieve gebieden, als het natuurpark Lelystad. De inrichting is nu vrij monofunctioneel. Een multifunctionele inrichting (combinaties van ecologie, economie, recreatie) en een benadering van natuur als vestigingsvoorwaarde biedt meer kansen. De verbindingsopgave was reden voor het Open Planproces, daarom wordt er in het rapport uitvoerig op in gegaan. Voor een verbinding kunnen verschillende overwegingen bestaan:

bosontwikkeling

Oostvaardersplassen

Horsterwold

groenstrook bij aardappelveld

- ecologische overwegingen: een rijk geschakeerde fauna en flora waarbij ruimte wordt geboden voor natuurlijke migratiepatronen. - planologische overwegingen: een verbinding geeft een ‘natuurlijke’ begrenzing van Almere: stadlandelijk gebied. - recreatieve overwegingen: er ontstaan mogelijkheden voor fietsverbindingen die via de natuur door geheel Flevoland gaan.

2. Analyse en Visie

29


Uit de hiervoor weergegeven opties en de daarbij te gebruiken criteria, komt uiteindelijk een beeld naar voren voor een goede, acceptabele en werkbare strategie als het gaat om natuur in Flevoland. Uitgangspunten: - Sterk programmatisch werken: natuur in Flevoland bevorderen i.p.v. inzetten op één project. - Brede ontwikkeling vanuit verschillende kijkrichtingen. - Fasering en flexibiliteit - Kansen grijpen - Blijkt een ontwikkeling niet mogelijk, dan deze stopzetten - Verplichtingen tot natuurontwikkeling (compensatiegebieden) inpassen en hierbij bestaande of gewenste ontwikkelingen zo mogelijk laten versterken. Ecologische opgave De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is een Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. De EHS is in 1990 geïntroduceerd als antwoord op de achteruitgang van de natuur en biodiversiteit in Nederland. Later zijn hieraan de robuuste verbindingen toegevoegd, brede verbindingszones tussen natuurgebieden. Het kabinet heeft besloten deze verbindingen te schrappen, en in plaats daarvan in te zetten op het beter verbinden van natuurgebieden met het omringende agrarisch gebied. Volgens de laatste ontwikkelingen worden de provincies vanaf 2014 verantwoordelijk voor de EHS. Het kabinet-Rutte-Asscher wil de EHS (inclusief verbindingszones) uitvoeren, maar daar meer tijd voor nemen. Tegelijkertijd wil het kabinet € 200 miljoen uitgeven om bestaande natuurgebieden te beheren en beschermen (bron rijksoverheid.nl). Er is een natuurakkoord opgesteld waarmee het Rijk natuurbeheer en plattelandsontwikkeling aan de

Robuuste verbinding OostvaardersWold: uiteraard 2 richtingen op. Het doel is ook om deze structuur te laten aansluiten op ecologische verbindingszones in het buitenland.

EHS (bron: www. geolution)

30


provincies overdraagt. Alleen de provincie Flevoland heeft nog geen besluit genomen en heeft op 8 februari 2012 uitvoeringsafspraken gemaakt. De Ecologische Hoofdstructuur is opgebouwd uit: - Kerngebieden: natuurterreinen, landgoederen, bossen, grote wateren en waardevolle agrarische cultuurlandschappen die minimaal 250 hectare groot zijn. - Natuurontwikkelingsgebieden: gebieden met goede mogelijkheden voor het ontwikkelen van natuurwaarden, van nationale en/of internationale betekenis. - Verbindingszones: gebieden die kern- en natuurontwikkelingsgebieden als het ware aan elkaar knopen.

Verbinding OostvaardersWold, zoals oorspronkelijk gepland

bron: www.zuiderzeeland.nl

Er is draagvlak voor de realisatie van een ecologische verbinding tussen de Veluwe en de Oostvaardersplassen, alleen niet voor de originele plannen van het Oostvaarderswold de robuuste verbinding. Voor het Oostvaarderswold zijn al gronden aangekocht (800 ha). Het Oostvaarderswold heeft niet alleen een natuurfunctie, het is ook bedoeld als recreatiegebied voor de toenemende bevolking van Flevoland. Grotere natuurgebieden zijn gevarieerder. Er kan uitwisseling tussen soorten planten en dieren plaatsvinden. Verder bieden zij meer mogelijkheden voor recreatie en kunnen zij bij hevige regenval veel water vasthouden. Dit voorkomt dat elders gebieden overstromen, bijvoorbeeld waar veel mensen wonen. Genoeg redenen om de ecologische verbinding mee te nemen in de ontwerpplannen van het gebied.

2. Analyse en Visie

31


Wateropgave Almere Oosterwold heeft, als polder te maken met de gevolgen van de klimaatverandering en met een dalende bodem. Daarnaast zal er gekeken moeten worden naar het watersysteem, het drinkwaternet en het afvalwater. vasthouden: vernatting

bergen; oppervlaktewater

afvoeren: gemaal

Vasthouden, bergen en afvoeren Dit zijn de drie pijlers waar het waterbeheer van de rijksoverheid op is gebaseerd (zie afbeelding volgende bladzijde). Water moet de ruimte krijgen, maar ook in tijden van droogte moet er voldoende water zijn, om te voorkomen dat er extra kosten moeten worden gemaakt om water van elders te halen. In Nederland is een neerslagoverschot (meer neerslag dan verdamping, zie onderstaande afbeelding), waardoor er altijd water moet worden afgevoerd. De eerste opgave is te zorgen dat het regenwater in de grond kan zakken, zoals bij het gebruik van wadi’s. De grondwaterstand mag fluctueren binnen afgesproken grenzen. Water dat niet kan worden vastgehouden stroomt naar het oppervlaktewater. Hoe groter dit watervlak, hoe meer berging mogelijk is. Ook het verbreden van watergangen en overloopgebieden biedt ruimte aan piekberging. Als laatste optie komt het afvoeren van het water door het openzetten van sluizen of door bemaling. Door de stuwende kracht van het stijgende

verschil zomer- en winterstand grondwater (bron: waterbeheerplan 2010-2015)

32


zeewater zal het afvoeren niet altijd direct mogelijk zijn. Ook een facet om in de polder rekening mee te houden. Het IJsselmeer ligt als waterbuffer tussen de zee en dient als afvoerput voor het water uit de IJssel. Er komt van alle kanten veel druk op te staan. Nederland is van oudsher een land dat goed is in het tegenhouden van het water. Alleen zal het ophogen van de dijken niet meer genoeg zijn. Het is uitermate belangrijk in de polder een goed waterplan te ontwikkelen. Aanpassen waterstand Daarnaast zal de veen- en kleibodem steeds verder dalen en moet de grondwaterstand worden aangepast. Dit inklinken van de bodem zal ontstaan door het ontwateren van de kleigronden, waardoor de kleideeltjes dichter op elkaar te zitten en door het afbreken van de veenbodem. Ook deze opgave moet worden meegenomen en er moet gekeken worden naar alternatieve oplossingen.

de drie pijlers waarop het waterbeheer van de rijksoverheid is gebaseerd

bron: rijksoverheid.nl

Het blijft noodzakelijk goed te kijken welke waterstand in welke situatie vereist is. Hier liggen ook kansen de landbouw aan te passen aan een hogere waterstand. Het is lastiger de woningbouw aan te passen door bijv. hele gebieden op te hogen, omdat er sprake zal zijn van organische groei. Ook dit moet meegenomen worden in het ontwerpplan. En hoe zetting bij het bouwrijp maken wordt opgelost. Locaties voor grootschalige bouw moe-

2. Analyse en Visie

33


ten zoveel mogelijk komen in delen die minder zettinggevoelig zijn. Drinkwaternet Daarnaast is er een drinkwaternet nodig. Vanwege de drinkwatervoorziening in Zuidelijk Flevoland stellen de ‘boringsvrije zones’ beperkingen aan het bodemgebruik. Het ligt voor de hand om in het hele gebied een drinkwaternet aan te leggen ondanks innovatieve oplossingen voor water hergebruik. Afvalwater Afvalwater speelt ook een belangrijke rol. Door de organische groei is iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen vuilwater verwerking. In buitengebieden wordt huishoudelijk afvalwater nu al in veel gevallen individueel opgevangen en verwerkt. In stedelijke gebieden wordt afvalwater via rioleringstelsels ingezameld en centraal gezuiverd. Oosterwold wil een tussenvorm bieden tussen stad en land, bijvoorbeeld individuele zuiveringssystemen die kunnen uitgroeien naar collectieve systemen. Elk afvalwatersysteem moet te allen tijde voldoen aan de eisen van volksgezondheid. Ook spelen de effecten op de bodem en/of het oppervlaktewatersysteem een rol. De vuillast mag niet ten koste gaan van de oppervlaktewater- en bodemkwaliteit. De Kaderrichtlijn Water (KRW) stelt dat het grond- en oppervlaktewater niet vervuild mag zijn en dat er goede leef, verblijf- en voortplantingsmogelijkheden moeten zijn voor in het water levende flora en fauna en ook een goede structuurdiversiteit langs de oevers van het watersysteem.

de boezem heeft geen vast peil en slaat het polderwater op voor het wordt afgevoerd naar zee

34


Waterbeheerplan 2010-2015 Waterschap Zuiderzeeland heeft een Waterbeheerplan 2010-2015 geschreven. Het waterbeheerplan is ingedeeld in drie thema’s: veiligheid, voldoende water en schoon water. Veiligheid: Flevoland is omgeven door dijken, die op orde moeten worden gehouden. De toenemende economische en stedelijke groei is afhankelijk van deze veiligheid.

veiligheid: dijken

Voldoende Water: Het handhaven van het watersysteem, hiermee wateroverlast voorkomen, ook van kwel en regenwater en voldoende water bij droge periodes, rekening houdend met toekomstige klimaatveranderingen. Schoon Water: De Kaderrichtlijn Water (KRW) stelt dat het grond- en oppervlaktewater niet vervuild mag zijn en dat er goede leef, verblijf- en voortplantingsmogelijkheden moeten zijn voor in het water levende flora en fauna en ook een goede structuurdiversiteit langs de oevers van het watersysteem. Daarnaast moeten de afvalwaterzuiveringen op orde worden gehouden. Aanleg natuurvriendelijke oevers Het Waterschap Zuiderzeeland is bezig in totaal 103 kilometer extra duurzame en natuurvriendelijke oevers aan te leggen. Natuurvriendelijke en duurzame oevers zorgen voor een goede waterkwaliteit en een gezond watersysteem. Door de aanleg van deze oevers krijgen bijvoorbeeld vissen, watermijten en larven van libelles een betere overlevingskans. Het watersysteem kan daarnaast meer water opvangen of afvoeren door een verbreding van de tocht of door de aanleg van bijvoorbeeld ‘plasbermen’ van zo’n 2,5 meter breed. Daarnaast is een natuurlijke of duurzame oever op langere termijn goedkoper, omdat minder onderhoud nodig is.

wateroverlast voorkomen

schoon water

aanleg oevers (bron: www.flevoland.nl /provinciegids)

2. Analyse en Visie

35


Nederland als deltagebied van Zuioost Europa (bron: rijksoverheid.nl)

36


2.3 Almere: onderdeel van de wereld Nederland als deltagebied Nederland is het deltagebied van Zuidoost Europa. Voor het watersysteem betekent dit dat het teveel of juist het tekort aan water vanuit de bergen veel invloed heeft op de waterstand in Nederland, evenals op de kwaliteit van het water. Als het water niet wordt vastgehouden onderweg (o.a. afnemende massa gletsjers) zal al dat water via Nederland worden afgevoerd. Omdat ook de zeespiegel stijgt komt er van twee kanten waterdruk op Nederland te staan, die ook invloed heeft op de afvoer van het water. Het water versneld afvoeren, waar het oude systeem op gebaseerd is, is niet meer de beste oplossing. Door de klimaatverandering komen er meer extreem droge en extreem natte periodes. Op europees nivo moet Nederland voldoen aan de richtlijnen om uiterlijk 2027 alle wateren, zowel oppervlakte- als grondwater in ‘goede toestand’ te laten verkeren. Klimaatverandering Wat zijn nu de gevolgen van de klimaatverandering? Een belangrijk gevolg van de opwarming van het klimaat op aarde is het smelten van gletsjers en ijskappen, In de afgelopen eeuw is de zeespiegel met ongeveer 17 centimeter gestegen en men verwacht de komende 100 jaar een stijging van 60 cm. Daarbij zal door de opwarming het zeewater uitzetten (thermische expansie) en meer plaats innemen. Ook zal door betere opname van waterdamp de warmere lucht meer regen geven. Pieken in de watertoevoer uit de rivieren kunnen dus grote problemen geven, omdat het water niet goed kan worden afgevoerd. Door de opstuwende kracht van de zee kan water hier slecht geloosd worden en zullen rivieren buiten hun oevers treden. De klimaatverandering geeft extreme weersomstandigheden, die kunnen leiden tot wateroverlast en droogte. Beide van invloed op o.a. de oogst. Voor de landbouw in Nederland kan het ook een positief effect hebben, namelijk een verlenging van het groeiseizoen. Verzilting Een ander gevolg is dat er verzilting optreedt. Door het extra zeewater worden de bodem, water en lucht erg zout waardoor landbouw moeilijker wordt. Door de verzilting en de warmte zal de watervoorraad in de wereld steeds minder worden. Bedreiging ecosystemen Daarnaast zullen de ecosystemen bedreigt worden, doordat klimaatzones kunnen verschuiven. Dieren en planten die zich niet snel genoeg aanpassen worden met uitsterven bedreigd. Er zullen ook nieuwe aangepaste ecosystemen ontstaan. Eutrofiëring Volgens het rapport ‘Kwaliteit voor later’ uit 2008 van het Planbureau voor de Leefomgeving van de Nederlandse rijksoverheid neemt het risico van

2. Analyse en Visie

37


eutrofiÍring toe met de klimaatverandering. Het uitspoelen van meststoffen kan worden verminderd door bufferstroken aan te leggen tussen waterlopen en landbouwgrond. Door gebieden met onder andere rietkragen in te richten die als helofytenfilter kunnen fungeren, zullen veel meststoffen aan het milieu onttrokken kunnen worden en kan de natuurwaarde van de betrokken wateren toenemen. Met de aanleg van bufferstroken kunnen hoge kosten gemoeid zijn. Landbouwgronden De voedselvraag zal in de toekomst steeds meer toenemen door het toenemen van de wereldbevolking (9 miljard mensen in 2050) en het meer eten van vlees, vis, groente en fruit in opkomende economieÍn. Het blijkt technisch mogelijk om genoeg voedsel te verbouwen voor 9 miljard mensen en de ondervoeding terug te dringen, maar dat zal vooral ten koste gaan van de biodiversiteit in tropische en subtropische regio’s. (bron: www.pbl.nl ) Als we wereldwijd de biodiversiteit zoveel mogelijk willen behouden, dan is het nodig dat bestaande landbouwgronden zo effectief en duurzaam mogelijk benut worden. Tot nu toe is dat allerminst het geval. Zo gaan door erosie en verzilting landbouwgronden verloren. Europa Op Europees niveau vraagt dat om maatregelen die gezamenlijk bijdragen aan het realiseren van de opgaven op gebied van biodiversiteit, het beperken van klimaatverandering en duurzame instandhouding van landbouwgronden. Dat is op dit moment lang niet altijd het geval, zo kan de teelt van biobrandstoffen nadelige gevolgen hebben voor biodiversiteit of leiden tot hogere voedselprijzen en daarmee tot meer armoede. Rol van Nederland Nederland kan, ondanks dat het een relatief klein land is, een rol spelen op het gebied van de wereldvoedselvraag, de vermindering van armoede, de beperking van klimaatverandering en het behoud van biodiversiteit. Nederlandse actoren kunnen via hun rol in het kennisnetwerk een belangrijke bijdrage leveren aan het optimaal benutten van bestaande landbouwgrond. Ook voor Nederland geldt echter dat omslag naar een meer duurzame benadering nog veel inspanning vraagt. Hier heeft de overheid ook een rol omdat het voor een deel om de ontwikkeling van kennis gaat die niet op korte termijn te vermarkten is. Verder is een aantal Nederlandse voedingsbedrijven wereldwijd actief en kan een rol spelen bij het oplossen van voedselvraagstukken. EHS en Natura 2000 De droge en natte natuur van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) moet uiteindelijk samen met de natuurgebieden in andere Europese landen het aaneengesloten pan-Europees Ecologisch Netwerk (PEEN) vormen. De Europese Unie (EU) wil de biodiversiteit in Europa beschermen met Natura 2000, het Europese netwerk van natuurgebieden waarin belangrijke flora en fauna voorkomen, gezien vanuit een Europees perspectief. De Europese Vo-

38


gel- en Habitatrichtlijnen, in Nederland vertaald in de Natuurbeschermingswet, zijn de juridische basis voor Natura 2000. Nederland meldde in Brussel ruim 160 gebieden aan. Deze gebieden liggen vrijwel allemaal in zijn geheel in de ecologische hoofdstructuur. Door alle bezuinigingen en uitgestelde plannen en zonder nieuwe verbindingszones is het zeer onzeker geworden of de bescherming daadwerkelijk gaat gebeuren volgens het PEEN en de geplande Natura 2000-gebieden. Energie Het energiesysteem is op dit moment een belangrijk item, zowel op regionaal als op wereldniveau. De huidige economie drijft op olie, aardgas en steenkool, die hun langste tijd gehad hebben. Deze fossiele brandstoffen raken steeds meer uitgeput en worden hierdoor duurder en creëren afhankelijkheid. Er zijn alternatieven nodig, ook omdat de fossiele brandstofreserves kleiner worden en het gebruik ervan tot milieuproblemen leidt. De energiewereld is sterk in beweging. Wereldwijd wordt de behoefte aan energie ook steeds groter, zowel door hogere levensstandaarden, als door opkomende economieën. Dit is niet het enige probleem: de wereldbevolking blijf maar groeien en het milieu wordt bedreigd door koolstofdioxide en fijnstof. Duurzaamheid speelt een centrale rol.

Nederland is een bijzonder land: de stedenbouwkundige Dirk Frieling (grondlegger Almere) typeerde Nederland ooit als een ‘dunbevolkte stad’ in plaats van een dichtbevolkt land. Nederland is een landbouwgrootmacht in een verstedelijkte samenleving. (http://www.pbl.nl/infographic/nederland-een-dunbevolkte-stad)

2. Analyse en Visie

39


2.4 Almere: onderdeel van Nederland strandwallen en duinen getijdengebied veenmoerassen en komgronden dal van de grote rivieren rivierduinen open water

Ontstaanswijze van het land In 5500 v. Chr. bestaat Flevoland bijna geheel uit dekzand. Kleine waterloopjes ontstaan en de Zuiderzee bestaat nog niet. Wanneer de zeespiegel stijgt ontstaat er aan de randen van de Zuiderzee laagveen door stagnerend water. Het IJsselmeer gebied veranderde langzaam in een groot veenmoeras met verschillende veen meren. De zee had geen invloed meer op het merengebied. De mensen gingen ook steeds meer in de gebieden doen en door het draineren van het veen daalde het maaiveld. De zee kreeg daardoor weer toegang tot de Zuiderzee en zetten veel klei af op de plek waar later Flevoland zal komen. Aanleg van de afsluitdijk In verband met de vele dijkdoorbraken en de verzilting van de landbouwgrond, bestond er rond de zeventiende eeuw het idee om de Zuiderzee af te sluiten. Het land zou dan ingepolderd kunnen worden, wat geld zou opleveren. Het idee van Stevin was echter in die tijd nog onuitvoerbaar: het water zou nooit uit de polders gepompt kunnen worden zonder stoomgemalen. In 1913 vond de Koningin dat het tijd was om het plan toch uit te voeren, maar in 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit, waardoor de plannen weer in de koelkast gezet werden. Tijdens de oorlog bleek hoe belangrijk het was dat Nederland zichzelf kon voorzien in graanproductie, zeker omdat de toevoerlijnen van de Nederlandse havens gemakkelijk doorgesneden konden worden in tijden van oorlog. Toen Nederland in 1916 getroffen werd door de Zuiderzeevloed, was het duidelijk dat de inpoldering van de Zuiderzee voordelen had. Het inpolderen Bij de start van het inpolderen word er eerst een dijk aangelegd. Vanaf deze dijk word het water weg gepompt. De grond die dan overblijft is nog erg nat. Om het droog te krijgen zijn er 2 manieren. Verdamping via de lucht en via planten zoals riet. En er worden greppels en drainage aangelegd. De grond wordt droger en gaat erg inklinken. De grond is nog niet vruchtbaar en machines zijn te

40


zwaar voor de natte grond. Als eerste wordt het land ingezaaid met riet vanuit helikopters of vliegtuigjes. Riet verdampt veel water en de rietwortels maken de grond steviger en zorgt voor lucht in de grond. Riet houdt ook de groei van onkruid tegen. Er kunnen na verloop van tijd lichte machines over het land rijden. In het rietgewas worden greppels gegraven. Na (meestal) een paar jaar wordt het riet verbrand en wordt koolzaad ingezaaid. In de begintijd was de polder in april ĂŠĂŠn grote zee van felgeel bloeiende koolzaad. Door de verbouw van koolzaad verdampt er weer veel water en het onkruid wordt onderdrukt omdat koolzaad zo dicht op elkaar groeit. De gewassen kunnen nu ook worden verbouwd, als eerste wordt tarwe verbouwd, daarna gerst en haver. Na ongeveer drie jaar worden de greppels vervangen door drainagebuizen. In totaal duurt het wel 20 jaar voordat een hele polder klaar is voor normaal gebruik. In die periode verandert het landschap van de polder helemaal. Van een kale, natte, modderige vlakte ontstaat een ingericht land met bomenrijen, hoogspanningslijnen, een boerderij in de verte, een dorpje met een kerktoren. Inpoldering huidige stukken land In 1930 werd de Wieringermeer drooggelegd omdat er bouwland nodig was. In deze tijd hadden weinig mensen een fiets of auto daarom werden de dorpen op loopafstand gebouwd. Er werd weinig bos aangeplant. De inrichting moest zo eenvoudig mogelijk gehouden worden ivm geldgebrek. De Noordoostpolder viel in 1942 droog. Het belangrijkste vervoermiddel was toen de fiets, de dorpen werden hierdoor op fietsafstand gebouwd. Het doel van deze polder was een vergroting van onze landbouwgrond. In die tijd werd er wel meer aandacht gegeven aan de inrichting. Verschillende stedenbouwkundigen en architecten werden erbij gehaald. Toch had deze polder ook een aantal problemen. Doordat hij vast ligt aan Overijssel ontstond daar verdroging van het land. In het vervolg werden randmeren aangelegd. Na de tweede wereldoorlog werd oostelijk en zuidelijk Flevoland aangelegd. Deze polders waren niet alleen aangelegd voor landbouwgronden, maar ook vestiging en industrie werden belangrijker. Ook natuur kreeg een

2. Analyse en Visie

41


steeds belangrijkere rol. Daarnaast was de auto ook in Nederland verschenen en werden de steden verder van elkaar gebouwd. Tussen 1963 en 1976 werd de dijk die Noord-Holland met Flevoland verbind aangelegd. In de tweede nota ruimtelijke ordening in 1966 werd uitspraak gedaan over de inrichting van de nieuwste polder. Lelystad en de andere kernen zouden de toekomstige bevolkingsgroei moeten gaan opvangen. Daarnaast zijn er vier enclaves aangegeven. Een centraal gelegen landbouwgebied, een bosrijk gebied, een stedelijk gebied en een stedelijk-recreatief-industrieel gebied als overgangszone met de Markerwaard. Almere werd uiteindelijk de belangrijkste kern en zou 125.000 tot 250.000 inwoners krijgen.

bron: Atlas van het IJsselmeergebied

Wateropgave Nederland Het water verantwoord vasthouden, met name bij de beken in het oosten en zuiden van het land op de

42


zandgronden, kan bij extreem natte perioden zorgen voor minder waterdruk in het IJsselmeer. Het waterbeleid voor de polders kan niet los worden gezien van dat voor heel Nederland, (zie kaart wateropgave). In Nederland worden alle grondwaterstanden kunstmatig beheerd door middel van gemalen en stuwen. Voortdurend is er de keuze tussen grondwaterstand aanpassen aan de landbouw, het toerisme, de woningbouw of de ecologie. Grote delen van Nederland hebben te maken met een dalende bodem die steeds verder inklinkt. Het verwachte niveauverschil voor de komende eeuw is 1,5 m (1 m door bodemdaling + min. 0,5 m door zeespiegelstijging). Deze combinatie van zeespiegelstijging en bodemdaling gaat met name voor West Nederland een steeds groter probleem worden. Het Nederlands landschap In Nederland lijkt het of het hele landschap gemaakt is door de mens, een cultuurlandschap. Toch hebben de natuurkrachten, tektoniek, ijs, wind, rivieren en zee het huidige Nederland gevormd. Het landschap bestaat uit 9 verschillende landschaptypen. De kwaliteiten van de verschillende typen bepalen de identiteit van het landschap.

hoogveen heuvellandschap zeekleilandschap rivierenlandschap laagveen kustzone droogmakerij zandgebied verwachte bodemdaling 2050 (bron: Zuiderzeeland)

het Nederlands landschap

grote wateren

2. Analyse en Visie

43


Landbouw In Nederland blijken er verhoudingsgewijs weinig boeren te zijn ten opzichte van andere arbeidssectoren. Een van de fundamentele oorzaken daarvan is dat er weinig elasticiteit is in het aanbod van agrarische productie. Doordat er weinig landbouwgrond beschikbaar is, wordt de beschikbare grond intensiever gebruikt. Dit lijdt tot schaalvergroting van bestaande bedrijven. Met de ruilverkaveling zijn veel kleine landschapselementen zoals bosjes en houtwallen verdwenen. Er is dan ook een daling van wilde planten en diersoorten in Nederland. Ook in Nederland zijn er spanningen tussen verschillende doelstellingen op gebied van klimaat, biodiversiteit en landbouw. De overheid probeert de duurzamere landbouw te stimuleren door subsidies voor onderhoud van landschapselementen en door regels en wetten omtrent de hoeveelheid verontreinigende stoffen die een bedrijf mag produceren. Ook met het stimuleren van multifunctionele landbouw wil de overheid werken aan een duurzamer Nederland waarbij de biodiversiteit wordt vergroot.

bron: http://urbansprawling.blogspot.nl/

Wonen In Nederland is te zien dat wonen, werken en voorzieningen steeds meer richting het platteland verschuiven. Dit noemt men urban sprawl. Wonen is daardoor mogelijk in een relatief schone, groene en rustige omgeving. Maar het geeft ook meer noodzakelijke verkeersdrukte en het gaat ten koste van waardevolle cultuur- en natuurlandschappen. Te zien is Almere als metropoolregio van Amsterdam. Dit geeft voor het landbouwgebied tegenstrijdige doelen. Het stedelijk gebied zal steeds verder optrekken en de vruchtbare landbouwgrond verdringen.

44


Ontsluiting polder De Flevopolders zijn op 8 plaatsen verbonden met het vaste land. Via de A6, richting noord en zuid en via de A27. Het provinciaal wegennet zorgt voor verdere ontsluiting (zie kaart). Het is een vrij rechtlijnig wegensysteem en heeft hier en daar de poldervorm aangenomen. De overige wegen richten zich op de lokale ontsluiting. De wegprofielen zijn ruim van opzet. Spoorverbinding Naast het wegenstelsel loopt er een spoorverbinding door de polder, van Amsterdam via Almere, Lelystad en Kampen naar Zwolle. Fietspaden Rond Almere is het fietsknooppuntennetwerk met aansluiting op het vaste land. In Almere is een netwerk van fietspaden. Langs de grote wegen lopen rechte fietspaden. Buiten de steden zijn er een aantal fietsroutes uitgezet. Waterwegen Flevoland wordt omringd door de Randmeren, het IJsselmeer en het Markermeer. De hier aanliggende plaatsen hebben allen een jachthaven met goede voorzieningen waardoor de bereikbaarheid van de polder vergroot is. De Hoge en de Lage Vaart zijn de hoofdwatergangen van de polders. Voor de pleziervaart zijn speciaal hiervoor verschillende vaarroutes uitgezet. Wandelpaden In Flevoland is er een verscheidenheid aan gebieden met wandelpaden en routes. Wandelen kan in de natuurgebieden, maar ook in Almere, die al haar veelzijdigheid laten zien. Ook is er de mogelijkheid te struinen door het boerenland.

huidige ontsluiting plangebied

huidige ontsluiting polder

2. Analyse en Visie

45


2.5 Almere: onderdeel van Flevoland

grootschalige rechte verkaveling

Droogmakerij De Noordoostpolder is een typische droogmakerij waar alles zo optimaal mogelijk voor de landbouw werd aangelegd. Kenmerken van deze polder zijn een centrale brinkachtige ruimte, verbindingswegen tussen de dorpen, de richting van de straten (waarbij hoeken worden vermeden) en een eenheid van materialen van gebouwen. De oostelijke en zuidelijke polder van Flevoland is in een nieuwe tijd gemaakt. Multifunctionaliteit werd het woord voor deze polder,waarbij steden, bossen en open ruimtes elkaar afwisselen. De algemene inrichting is: een centraal gelegen landbouwgebied van acht bij tien kilometer, een bosrijk gebied in het zuidoosten, een stedelijk gebied in het zuidwesten en een stedelijk-recreatief-industrieel gebied in het noordelijk deel van de polder, als overgangszone met de Markerwaard. Op veel open plekken staan grote windmolens die belangrijke blikvangers zijn. De openheid en de landbouw zijn kenmerkend (zie afbeelding). Landbouw in Flevoland In Flevoland is de landbouw en visserij erg belangrijk. Zij vormen letterlijk de bakermat van de Flevolandse economie. De provincie stimuleert deze sector om zich te blijven ontwikkelen en verdiepen om zo goed voorbereid te zijn op de toekomst. Daarnaast heeft Flevoland de beste landbouwgrond in Europa en is het de grootste areaal biologische landbouw in Nederland. De grondwaterstandenkaart laat zien hoe deze zijn aangepast aan de behoeften van de landbouw. Rond Lelystad ligt een groot multifunctioneel landbouwgebied. Dit gebied GHG - GLG cm-mv 40 - 90 45 - 95 55 - 105 65 - 110 75 - 115 85- 120

verschil in openheid tussen de drie poldergebieden

46

gemiddeld hoogste en laagste grondwaterstand (bron: Waterschap Zuiderzeeland)


is onderdeel van de stichting biologische landbouw Flevoland. Het is een afwisselend gebied met landbouw, bos en natuur. De stichting stimuleert kennisoverdracht, kennisuitwisseling en omschakeling. Daarnaast werkt het aan een groter draagvlak voor duurzame landbouw. Energielandschap Flevoland is een typisch energielandschap, met al zijn windmolens, die karakteristiek in het landschap staan en meegaan met de geometrie van de polder. Ze staan in een lijnopstelling, wat ritmische continuïteit geeft (zie afbeelding) De Provincie Flevoland zet hoog in op het gebied van duurzame energie en wil in 2020 energieneutraal zijn (exclusief transport). Daarnaast ontwikkelt zich in Flevoland ook bio-energie. Er zijn op dit vlak al verschillende projecten verwezenlijkt, zoals de warmtekrachtkoppeling in Lelystad die op houtsnippers wordt gestookt, de ‘oliemolen’ en de Polderwijk in Zeewolde waar bewoners warmte en elektriciteit uit biogas verbruiken. Zo levert het landelijk gebied naast de productie van voedsel nu ook energie. (bron: www.flevoland.nl).

gemaal De Blocq van Kuffeler

windmolens op een rij

overzicht huidige windmolens in Oostellijk en Zuidelijk Flevoland

2. Analyse en Visie

47


homogene zavelgronden homogene. lichte kleigronden kleigrond met zware tussenlaag of ondergrond kleigrond op veen

Kwelgebieden In de polder zijn grote kwelgebieden, (zie afbeelding), wat wordt veroorzaakt door het verschil in (grond)waterstand tussen de polder en de omliggende gebieden. Er zijn meerdere soorten kwel te onderscheiden. Ten eerste is er de lokale kwel, net achter de dijken, gevoed door het omliggende water. Dan is er de regionale (brakke) kwel, die ontstaat doordat er rijpe kwel vanuit de Veluwe en Utrechtse heuvelrug omhoog komt en die het zout uit de ondergrond van de vroegere Zuiderzee meeneemt. Beide zijn niet geschikt als landbouwgrond, maar bieden wel interessante en unieke mogelijkheden voor de flora en fauna. Daarnaast treedt er in de polder wegzijging op in de hogere delen en het gebied ten zuidwesten van Zeewolde en het Roggebotzand. Het projectgebied is grotendeels een wegzijgingsgebied (infiltratiegebied) en heeft weinig tot geen last van kwel.

klei op zandgronden

Kwel in de flevopolders (bron: TNO) < - -1,00 -1,00 - -0,75 -0,75 - -0,50 -0,50 - -0,25 -0,25 - 0 0 - 0,25 0,25 - 0,50 0,50 - 0,75 0,75 - 1,00 1,00 - 1,50 1,50 - 2,00 2,00 - 5,00 5,00 -, > geen gegevens

wegzijging

kwel

Kaart kwelgebieden (bron waterschap Zuiderzeeland)

48


Water en dijken De polders staan onder invloed van de waterstand- en druk van het IJsselmeer en de randmeren. Door de klimaatverandering krijgt het IJsselmeer te maken met extremen wat betreft hoogte en laagte van het afvoerwater. Flevoland is omgeven door dijken. De grens tussen zuid en oost is de Knardijk. Rondom liggen het Markermeer, het IJsselmeer en de randmeren het Wolderwijd, het Nulder- en Nijkerkernauw, het Eemmeer, het Gooimeer en het IJmeer, het Veluwemeer, het Ketelmeer, het Vossemeer en het Drontermeer. Deze zijn ook belangrijk voor waterrecreatie. Afwatering Flevoland ligt gemiddeld 5 m onder NAP. De polder is opgedeeld in 2 waterafvoerafdelingen. Het westelijke deel watert voornamelijk het stedelijk gebied en het grote landbouwgebied in het midden af via de Lage vaart (streefpeil -6,20 NAP) naar gemalen Blocq van Kuffeler, Wortman en Colijn. De waterkwaliteit is minder dan die in het oostelijke deel dat via de Hoge vaart (streefpeil -5,20 NAP) afwatert op de Blocq van Kuffeler, Colijn en Lovink. Het streefpeil is hier een meter hoger dan in het westelijke deel. Het waterpeil wordt geregeld met stuwen en gemalen. Het drainagesysteem in het plangebied bestaat uit sloten, die afwateren in tochten en vervolgens naar de lage vaart. Het verschil is zichtbaar in de breedte van de watergangen (zie foto’s). De vaart is ongeveer 20 meter breed, de tocht 10 meter en de sloten rond de 1 m breedte.

vaart

tocht

sloot

gemaal dijk afdelingsgrens hoge en lage vaart/watergang stroomrichting Lage Vaart tocht

sloten

Hoge Vaart Afwateringskaart

Huidig drainagesysteem

2. Analyse en Visie

49


aandachtsgebied 2050 (bron: Zuiderzeeland)

Dalende klei/veenbodem De polder bestaat, naast zandafzettingen, voornamelijk uit veen en kleilagen. Deze zullen steeds verder inklinken en de bodem doen zakken. Inklinken of kortweg klink is het proces van volumevermindering van grond door verdroging of onttrekken van grondwater. In enkele delen van de zuidelijke Flevopolder kan de bodem zakken tot zelfs 40 cm (oranje gebied kaart bodemdaling). Het plangebied ligt in een aandachtsgebied voor bodemdaling. Omkering van het reliĂŤf Deze inklinking heeft in sommige streken geleid tot omkering van het reliĂŤf. De kreken of rivierbeddingen van waaruit de kleigronden de slib ontvingen lagen aanvankelijk lager. De beddingen bestaan echter uit zand omdat de stroomsnelheid hier altijd veel hoger was. Nadat de kreek of rivierbedding definitief drooggevallen is

hoogtekaart (bron: adviesdienst geo-informatie en Rijkswaterstaat)

50

verwachte bodemdaling voor 2050 (bron waterschap Zuiderzeeland)


door inpoldering en de kleigronden ontwaterd werden, klonken de zandige beddingen nauwelijks in, in tegenstelling tot de omliggende kleigebieden. Deze beddingen steken zichtbaar uit boven de komkleigebieden (zie foto Vogelweg). Ecologie. Er zijn in de Flevopolder grofweg 4 soorten ecologisch gebied interessant voor toepassing in het plangebied Oosterwold. Dit is het drasgebied, het loofbos, de stadsecologie en de grootschalige verkaveling met sloten en akkerranden. Deze worden achtereenvolgens bekeken.

Vogelweg

Het drasland Draslanden zijn gebieden op de grens tussen landelijke en waterrijke gebieden. Ze hebben een zeer grote biodiversiteit, doordat er veel soorten biotopen vlak bij elkaar liggen en ze dienen als opslagplaats voor overtollig water. Een drasland hoeft niet per se een moeras te zijn. Een moeras is meestal extreem drassige grond terwijl een drasland een afwisseling van droog en nat kan zijn.

grootschalige dynamische natuur stilstaande wateren vaarten en tochten vochtige schraalgraslanden met stukjes voedselrijk grasland en agrarisch faunagebied vochtige natuurbossen multifunctionele bossen

Natuurtypen Provincie Flevoland

2. Analyse en Visie

51


In de Flevopolder liggen de Oostvaardersplassen en de Lepelaarsplassen als Natura 2000-gebieden. Daarnaast zijn het Markermeer en IJmeer, het Eenmeer en het Gooimeer (zuidoever,) de Veluwerandmeren en het Ketelmeer en Vossemeer rondom de polder aangewezen. De Oostvaardersplassen (5.501 ha) zijn ontstaan in het voorheen diepste en natste deel van de Zuidelijk Flevoland en werden behouden toen de zich ontwikkelende natuurwaarden aanleiding waren om de bestemming van industriegebied te wijzigen in natuurgebied. De omliggende delen van de polder klonken vervolgens in en om het gebied nat te kunnen houden werd ruim de helft van het gebied in 1976 omgeven door een kade, waardoor hier afzonderlijk peilbeheer mogelijk is. Na wisselingen van waterstanden en verdeling in een westelijk en een oostelijk deel kan het water tegenwoordig bij een hoge waterstand weer vrijelijk stromen en functioneert het bekade deel van het moeras als ĂŠĂŠn geheel. Het waterpeil wordt bepaald door natuurlijke variaties in neerslag en verdamping. In de tweede helft van de jaren negentig is het oostelijke deel van het buitenkaadse gebied vernat en zijn zowel in het westen als in het oosten, aansluitend op het binnenkaadse gebied, uitgebreide complexen van poelen aangelegd De Lepelaarplassen (358 ha) zijn ontstaan na drooglegging van Zuidelijk Flevoland. In de lager gelegen noordelijke delen van de nieuwe polder kon een spontane natuurontwikkeling op gang komen doordat ontginning hier achterwege bleef. Om wegzijging te voorkomen is rond het gebied een plastic scherm ingegraven. De Lepelaarplassen vormen een moerasgebied met open water in een kwelplas langs de dijk en in drie voormalige zandwinputten. Het gebied bestaat verder uit rietvelden, ruigten, struwelen en wilgenbossen.

Drasland

52


Een drasgebied kan alleen blijven bestaan door mens of dier, anders zou het waarschijnlijk verlanden. De grauwe gans neemt een groot deel van het natuurlijk beheer van het rietmoeras in Flevoland voor zijn rekening. Ze eten gras en riet, zodat de plassen niet dichtgroeien en er geen opeenhoping van dood materiaal ontstaat. Vanuit heel Europa komen grauwe ganzen hierheen om in dit rietmoeras de handpenrui door te maken Als referentiegebied heeft Nationaal park De Biesbosch (zie foto’s) vergelijkbare drasgebieden en kent veel recreatieve mogelijkheden, maar wordt ook gebruikt voor opslag van water voor de drinkwaterbereiding Het loofbos Het Horsterwold is het grootste loofbos van ons land. Het geldt zelfs als één van de grootste aaneengesloten loofbossen van Noordwest-Europa. Het bos is circa 3.700 hectare groot. Ook een kans en een mogelijkheid hier recreatie op aan te laten sluiten. Stadsecologie Almere besteedt aandacht aan een groenblauwe leefomgeving. Daarnaast

Nationaal Park De Biesbosch

Spaarbekkens voor drinkwaterbereiding (Biesbosch)

grauwe ganzen in Oostvaardersplassen

2. Analyse en Visie

53


zijn er enkele stadsbossen en -parken. Groot water is er in de vorm van weteringen en grote plassen als de Noorderplassen, Weerwater en Leeghwaterplas. De stadslandbouw is tevens een interessante vorm van stadsecologie, waar ook de toepassing van natuurlijke vijanden wordt ingezet. Grootschalige verkaveling met sloten en akkerranden Het lokale platteland: Langs de wegen staan bomen die de karakteristieke rechte lijnen benadrukken die de open polder begeleiden en het geheel in een soort van ‘kamers’ verdeelt. Het brengt hoogte (en diepte) in het vlakke open polderlandschap. Natuurmonumenten en het Waterschap zijn samen bezig met een plan om de oevers in de polder te verbreden en natuurvriendelijker te maken. Akkerranden worden steeds breder, onbemest en natuurvriendelijker. Daarnaast zijn er enkele bossen. Beleving van water, oevers en bomen kan versterkt worden door bijv. fiets- of ruiterpaden afwisselend langs en door de bomenrijen te laten gaan. Hier geven ook de ecologische aanpassingen van het landschap extra mogelijkheden tot beleving. Een aandachtspunt is op uitwerkingsniveau van het plan te kijken of landschapselementen (bomenrij, bosjes, oevers) doorlopend zijn, zodat ze als ecologische verbindingszone dienen. Doelsoorten. Bijzondere soorten trekken publiek en dragen bij aan beleving. De kiekendief staat symbool voor de polder. De gemeente hanteert compensatieregels voor het behoud van deze vogel rond Almere. Biotoop kiekendief: duinen, moeras, rietland en ruigte, vennen. De polder staat vooral bekend om de honderdduizenden vogels, die jaarlijks de Oostvaardersplassen bezoeken tijdens hun trek. Het beheer wordt voornamelijk overgelaten aan de bewoners van het ge-

Blauwe kiekendief (vrouwtje)

Bruine kiekendief (echte moerasvogel)

54

Blauwe kiekendief (mannetje)


bied, zoals de grote en minder grote grazers: Heckrunderen, konikspaarden, edelherten, reeÍn en ganzen. Ook dit zijn bijzondere soorten om te bekijken en te beleven. Ook zijn er al otters en bevers spontaan naar het gebied gekomen, die elders in het land waren uitgezet. En de vossenpopulatie is interessant voor bezoekers. Huidige recreatie Onder recreatie verstaat men alle vormen van vrijetijdsbesteding, zoals buiten-, sociale- en individuele activiteiten. Recreatie heeft een groot aandeel in beleefbare natuur en is van belang bij het invullen van het landschap. Doordat het middengedeelte van de polder intensief gebruikt wordt als agrarisch gebied liggen recreatiemogelijkheden rondom de steden en langs de randen van de polder. Hierbij zijn de belangrijkste toeristische voorzieningen; het water, bosgebieden en het strand. Almere ligt het aan het Weerwater. Een gegraven plas die intensief wordt gebruikt voor zwemmen en varen. Rond de polder liggen verschillende jachthavens en stranden met goede voorzieningen gericht op waterrecreatie en –sport. De randmeren worden veel gebruikt om vanuit de Randstad bij de Friese meren te komen. Tegen de oostkant van de stad ligt het Almeerderhout. Een afwisselend recreatiegebied met o.a. een stadslandgoed De Kemphaan, dag- en natuurkampeerterreinen, wandel- fiets- en vismogelijkheden. Er zijn twee natuurgebieden die grote belangstelling hebben. Dit zijn het Horsterwold en de Oostvaardersplassen Het waarnemen van edelherten in de Oostvaardersplassen blijkt voor veel recreanten een echte beleving. Andere succesvolle trekpleisters zijn bijvoorbeeld Batavia werf, Batavia stad, het Aviodrome, het Nieuw Land Erfgoedcentrum en Walibi World. In het landbouwgebied zijn geen recreatiemogelijkheden ontwikkeld.

Heckrunderen Oostvaardersplassen

2. Analyse en Visie

55


2.6 Waar liggen kansen voor Almere

Water Flevoland is een provincie omgeven door water en waterrecreatie, dus beleving van water is een belangrijk punt. Water speelt een grote rol op allerlei gebieden, zoals te zien in wateropgave (blz. 42). In de toekomst zal de zeespiegel stijgen, wat inhoudt dat het moeilijker wordt om bij hoge zeewaterstand water af te voeren naar zee, en er zullen meer extreme weersomstandigheden optreden. Mogelijkheden om water vast te houden en te bergen zijn noodzaak. Hier liggen ook kansen voor recreatie, wonen en het ontwikkelen van interessante natuur. De grote rol die water speelt in de polder kan een rol spelen voor het beleefbaar maken van de natuur. Landbouw Grootschalige landbouw is een kenmerk van de polder en in Flevoland erg belangrijk, maar zoals het er nu uitziet is het niet inpasbaar met de beleefbare natuur. Er is weinig afwisseling en de toegankelijkheid is slecht geregeld. Vaak zijn dit open gebieden, wat niet erg helpt bij de beleving van een afwisselend landschap. De vraag is of dit zo moet blijven en of het efficiĂŤnter kan worden gebruikt. Almere wil graag zelfvoorzienend worden en daarom zal ook de landbouw moeten worden aangepast. Er liggen kansen op het gebied van stadslandbouw en beheer van gronden en op het gebied van kwaliteit en duurzaamheid en een afzetmarkt in de eigen regio met korte lijnen van producent naar consument. De ecologische en biologische landbouw is meer geschikt voor de beleefbare natuur, door de afwisseling van bos en akkers in verband met het bestuiven van de landen. Daarnaast wordt er veel meer seizoensproducten verbouwd wat een afwisselend beeld jaarrond geeft. Wonen

56


Almere staat bekend om de bijzondere bouwwerken en architectuur in de stad. Op het gebied van wonen heeft Almere een vernieuwende visie ontwikkeld voor toekomstige bouw. In bepaalde wijken, zoals De Fantasie, De Realiteit en De Eenvoud wordt er al geëxperimenteerd, door bewoners hun eigen huis te laten ontwerpen. Het is de bedoeling in Almere Oosterwold verder te gaan met deze visie. Bouwers krijgen nog meer vrijheid, maar ook verantwoordelijkheid. Een samenwerking met andere disciplines blijft altijd van belang. Zo moet de wateropgave worden meegenomen en moet de bouwgrond eerst bouwrijp gemaakt worden om zetting te voorkomen. Het gebied wordt geregisseerd, maar kan dan een prachtig decor opleveren, waarmee een uniek duurzaam landschap van de toekomst wordt ontwikkeld. Ecologie De klimaatverandering laat ook een verandering zien in de biodiversiteit. Veel soorten kunnen zich niet snel genoeg aanpassen en zullen verdwijnen. Hiermee wordt weer zichtbaar hoe systemen in de natuur van elkaar afhankelijk zijn. Het toekomstige Almere Oosterwold is nu een stuk grootschalige landbouw. Hier liggen zeker kansen. Als het gebied een verbinding zal bieden tussen de natuurgebieden in de Flevopolder en het ‘vaste land’, kan er een uitwisseling plaatsvinden met de Veluwe. De kans voor Oosterwold ligt erin hoe dit aan te pakken. Hoeveel beperkingen zal er voor het ‘wild’ worden opgelegd of juist hoe groot wordt de ecologische zone. Heel interessant is om te kijken of de ecologische zone gecombineerd kan worden met wonen. landbouw en recreatie. Het kleinschaliger maken van (delen van) het landbouwgebied, mestvrije akkerranden en natuurvriendelijke oevers en retentiegebieden kunnen kansen bieden aan wilde planten en diersoorten. Belangrijk is vooral om grote barrières op te lossen, zoals treinsporen en snelwegen. Natuur en ecologie geeft kansen voor landschappelijke variatie en het herbergen van aantrekkelijke dieren zullen ook mensen aantrekken. Ecologie en recreatie zijn beide gebaat bij grote natuurgebieden. Groen en water In de polder is veel groen te zien. Ook Almere is geliefd om het vele groen. Naast dit stadsgroen en de stadsbossen heeft Almere een geschiedenis als landbouwgebied en is men bezig met stadslandbouw. Hier ligt een kans hierop in te spelen, net als bij de Oostvaardersplassen en het Horsterwold. Daarnaast zijn de vaarten en tochten met hun oevers kenmerkend en bieden ook de randmeren mogelijkheden tot waterrecreatie en beleving. Aspecten waar kansen liggen om onder andere de verbinding tussen de wateren te verbeteren en uit te breiden. Uniekheid Almere heeft een aantal kenmerken, zoals veel oppervlak groen ten opzichte van bebouwing en het accent op wonen en polderlandschap. Almere wil zich onderscheiden in duurzaamheid. De natuurgebieden en de grote landbouwgronden zijn redelijk uniek. Toch zet dit alles Almere nog niet genoeg op de kaart. Hier liggen kansen Almere ‘op de kaart’ te zetten.

2. Analyse en Visie

57


2.7 Visie duurzaam beleefbaar landschap

Onze visie op het masterplan gebied hebben wij ondergebracht in verschillende punten. Per punt leggen we uit wat onze doelstellingen zijn, om dit vervolgens om te zetten in ons masterplan. Een beleefbaar landschap in deze tijd, zal ook vooral een duurzaam landschap moeten zijn, vandaar dat al onze analysepunten onder deze paraplu zullen hangen. Duurzaamheid Strevend naar een 100% zelfvoorzienend energie systeem uit duurzame bronnen zoals water, wind, zon, aarde en hergebruik warmte voor Oosterwold. Het gebied kijgt een duurzame invulling. Duurzaam, op zowel sociaal, ecologisch als economisch vlak. Belangrijk is hierbij een goede leefomgeving te creÍren om te wonen, werken of te verblijven en respect voor het omliggende gebied, waarbij aandacht i s voor mens en milieu. Watersysteem Duurzaam waterbeleid, waarbij wordt gekeken naar beheersing van bodemdaling, opvangen van extremen door klimaat verandering (nat en droog), verwerking afvalwater, waarborging drinkwater en oppervlaktewaterkwaliteit. Het driestappenplan van de Rijksoverheid is belangrijk in de uitvoering van de plannen (opvangen,bergen,afvoeren). Dit houdt in dat er ruimte voor water moet komen in parken, recreatiegebieden, natuurgebieden of groenvoorzieningen. Daarnaast zijn er watervasthoudende maatregelen, zoals wadi’s, uitdiepen sloten, hergebruik regenwater, waterrijke natuurgebieden aanleggen en gewassen telen die ervoor zorgen dat de bodem meer water kan opnemen. Retentiegebieden kunnen tijdelijk water opvangen bij hoge waterstanden. De polder is een drooggemalen stukje bodem en in dat opzicht bijzonder en typisch Nederlands, maar ook een gebied dat gemiddeld 5 m onder NAP ligt en altijd drooggemalen moet worden. De polder laat een open stuk land zien met rechtlijnige ontwateringsloten. Kansen en mogelijkheden liggen ook op het gebied van de kwelgebieden die tevens het zout uit de bodem van de voormalige Zuiderzee meenemen en de unieke mogelijkheden voor de natuur die dit biedt. Rekening moet worden gehouden met het inklinken van de bodem en het zichtbaar worden van de zandkreekruggen. Het beleven van water is ook afhankelijk voor de kwaliteit van de leefomgeving, zoals veiligheid, rust, natuur, recreatie en kindvriendelijkheid. Dit kan bijvoorbeeld bereikt worden door recreatie op en rond de dijken of door de aanleg van fiets- en wandelpaden door interessante watergebieden. De beleving van de rechtlijnige sloten kan versterkt worden door de aanleg van natuurvriendelijke oevers. Daarnaast is schoon zwemwater belangrijk en natuurlijk het verbreden van stranden, de watergangen kunnen worden ingericht voor kanovaart en de meren en de Markerwaard voor pleziervaart en duiken. Een gevarieerd vaarnetwerk, door stad en buitengebied.

58


Robuuste verbinding Van belang is een robuuste verbinding voor de doelsoort edelhert. Deze verbinding loopt van de Oostvaardersplassen naar het Horsterwold. De verbinding is in opzet zo breed als het plangebied breed is. Wat we niet willen maken is een stuk vitale natuur waarbij het hert een eigen stuk land krijgt en waar de mens niet in mag. Wel willen we door bredere stukken natuur toe te passen met genoeg schuilplekken, zoals bosjes en opgaande begroeiing, plekken om te eten en waar mens en dier in kan. Het wordt een beleefbaar gebied dat tevens ook nog een ecologische verbinding is. Stadsecologie De stadsecologie verbindt de stad met het achterliggende land. Er komen groenblauwe verbindingen die als ruim opgezette aders door de stad lopen en tevens een recreatieve functie hebben. Ze verbinden bestaande stadsvijvers en stadsparken en -bossen. De stadsrand krijgt een soepele groene overgang naar het omliggende land door invulling met stadsparken of stadslandbouw. Het groen in de stad heeft een uitnodigende uitstraling en stimuleert buitenactiviteiten en draagt positief bij aan een leefbare woon- en werkomgeving. Binnen de nieuw te ontwikkelen gebieden gaan wij voor een zo hoog mogelijk biodiversiteit door gevarieerde gebieden aan te bieden. Landbouw Een afwisselend en beleefbaar gevarieerd landbouwgebied, waarin stad en platteland in elkaar overlopen en waar ruimte is voor individuele initiatieven. De boerderij kan, naast dagverse producten, zorg, opvang en recreatie leveren. Er zal onderlinge betrokkenheid ontstaan, wat positief is voor de gebiedsontwikkeling en het gebruiken van landeigen producten zal zorgen voor continu誰teit in de bedrijfsvoering. De ecologische en biologische landbouw is meer geschikt voor de beleefbare natuur. Bosgebieden en akkers worden afgewisseld in verband met het bestuiven en natuurlijke ongediertebestrijding van de landen. Seizoensproducten geven jaarrond een afwisselend beeld. Duurzame bedrijven worden gestimuleerd. Daarnaast wordt de ecologische voetafdruk van mensen verkleint doordat er meer streek eigen producten worden gegeten. Economie Verbetering lokale economie en het betrekken van de lokale inwoners hierbij. Daarnaast het vergroten en stimuleren van de economische diversiteit. Op passende schaal goed ge誰ntegreerde en groene industrie. De bedrijventerreinen hebben een goede ontsluiting en verbindingen richting omliggende gebieden. Hierbij ontstaat een prettige leefomgeving waarbij wonen en werken, kennis en innovatie hand in hand gaan met ecologische en landschappelijke uitstraling. Leefomgeving Leefomgeving gecombineerd met groen gebaseerd op het ruim opgezette Gooi/Vecht wonen. De ontwerpkwaliteit staat in dienst van de ecologische oplossingen. Met name dicht bij de stad is groenbeleving belangrijk. Het

2. Analyse en Visie

59


aanbod van woningtypes en -milieus moet breder worden, net als meer werkgelegenheid en hoger onderwijs. Daarnaast wordt een hoogwaardige leefomgeving als eis gesteld om een concurrentiepositie aan te gaan met metropoolregio Amsterdam, hierbij rekening houdend met de kwaliteitseisen voor stedenbouw van de 21 eeuw. Bereikbaarheid Recreatie, woon- en werkconcentraties zijn goed bereikbaar, waarbij veiligheid een grote rol speelt, net als ontsluitingswegen en toegankelijkheid. Wonen De structuurvisie Almere 2.0. is uitgangspunt voor de gebiedsontwikkeling Almere Oosterwold. Dit houdt in dat er vrijheid en diversiteit in goedkope kavels is en men zelf het gebied binnen gebiedskaders inricht en zelfvoorzienend is in energie en afvalwater verwerking. Er zijn enkele spelregels opgesteld en een gebiedsregisseur is verantwoordelijk voor de invulling van ‘gebiedspaspoorten’. Op deze manier is een organische ontwikkeling mogelijk binnen de 4 sferen van het concept, namelijk bos, drasgronden, stadslandbouw en grootschalige landbouw. Vormgeving Er is een balans van organische lijnen, zoals het gebruik van kreekruggen en het gebruik maken van bestaande kenmerkende strakke lange lijnen, zoals nu te zien in de polder. Het plan laat meerdere sferen zien, met elk een eigen structuur van rechtlijnigheid of plastische vormen voor wegen, water en kavels. Zo mogelijk blijft de rechtlijnigheid van de oorspronkelijke grootschalige waterstructuur zichtbaar, net als bij de Oostvaardersplassen. Recreatie Natuur is belangrijk voor de leefomgeving van de mens. Het is een bron van ontspanning en gezondheid. Voor de kijkrichting ‘beleefbare natuur’ speelt het recreatief gebruik van de omgeving een grote rol. Daarom is het belangrijk hier een afwisselend aanbod te creëren voor een gevarieerde doelgroep, zowel voor plaatselijke bevolking als voor toeristen. Multifunctioneel waterplan Water speelt in de polder een grote rol. Het is bij alle aanleg van water en waterberging van belang om te kijken hoe dit ook een rol kan spelen op andere vlakken. Het multifunctioneel benutten heeft hier prioriteit. Water kan gecombineerd worden met berging, vasthouden, recreatie, wonen, ecologie en biodiversiteit. Deze aspecten moeten bij elk waterplan bekeken worden om te komen tot een duurzaam plan.

60


Beleefbare natuur Het doel is groenblauwe wiggen, aders en gebieden in de stad in de vorm van parken, het beplanten van straten en pleinen, stadslandbouw en watergangen. Hierbij is hoge kwaliteit en toegankelijkheid belangrijker dan hoeveelheid. Natuur is belangrijk voor de leefomgeving van de mens. Het is een bron voor ontspanning en gezondheid. Hieruit ontstaan 2 belangrijke opgaven voor de inrichting van ontwerpopgaven: Opgave 1: Mooie natuur en landschap behouden en waar mogelijk ontwikkelen en toegankelijk maken. Zowel in stad, als buitengebied, op land en in zee. Opgave 2: Grote diversiteit aan recreatiewensen tot recht laten komen. Recreatiewensen als zoeken van gezelligheid, uitdaging, rust en ruimte en het genieten van flora en fauna.

Visie

2. Analyse en Visie

61


3. M

Ecologisch en Recreatief Wonen in ee


. Masterplan ERWOLD in een Leefbaar DuurzaamheidsLandschap


Inleiding Vanuit de visie hebben we gewerkt aan een concept en een masterplan. In dit hoofdstuk zullen we het concept en het masterplan bespreken. Eerst zullen we een overzicht van het masterplan tonen. Daarna zullen we het fasering plan uitlegen en als laatst de belangrijkste functies uitleggen met behulp van tekst en beeld.

3.1 Visie Uitgangspunten voor het Ontwerp In het vorige hoofdstuk zijn veel verschillende zaken bekeken en een visie opgesteld. Hieronder een korte herhaling van de speerpunten uit de visie. -Beleefbaar landschap: Naast het streven naar natuur waar mensen gebruik van kunnen maken de mogelijkheid dat het landschap beleefbaar wordt. Hierbij is het belangrijk dat er een afwisselend beeld is en zoveel mogelijk functies worden gecombineerd tot een multifunctioneel gebied. Toegankelijkheid en bereikbaarheid geeft de sleutel tot dit beleefbare landschap. -Duurzaamheid: Het streven om een 100% zelfvoorzienend gebied te maken, met een verkleinde voedsel kringloop, groene energie en wonen, werken, schoon milieu en recreatie dicht bij elkaar en in balans. -Watersysteem: een duurzaam waterbeheer waarbij de bodemdaling wordt tegen gegaan, minder water wordt afgevoerd en een betere waterkwaliteit. -Ecologie: Het creĂŤren van een robuuste ecologische verbinding gecombineerd met recreatie met als doel de ecologische waarde van de woongebieden te verhogen. Ecologisch en Recreatief WOnen in een Leefbaar DuurzaamheidsLandschap = ERWOLD

64


Concept In dit concept wordt de vertaling gemaakt van de visie. Vanuit verschillende rapporten en onderzoeken (zoals het conceptrapport en natuurverkenning) blijkt dat een gevarieerd landschap erg aantrekkelijk is voor de recreant. De basis van het concept zijn de 4 verschillende sferen die dan samen kunnen komen in een grote schakel. Deze schakel gaat niet alleen de sferen verbinden maar krijgt zelf ook een zeer belangrijke functie, het multifunctionele Sustainable Business Waterland (SBW) waar duurzaamheid een gezicht krijgt verbonden met werken, recreatie en natuur. De vier sferen worden afgestemd op de omgevingsfactoren. Zo ligt de bossfeer op de hogere gronden, de stadslandbouw dicht bij de stad en de op de lagere delen, waar ook de grootste bodemdaling zijn de moerasgebieden. De recreatie zal door het hele gebied gaan lopen. Zo zal de recreant veel verschillende natuur tegen komen en beleving zal voorop staan.

Concept

3. Masterplan ERWOLD

65


3.2 Het masterplan

Een indruk van het nieuwe Oosterwold: Het hele jaar is er wat te beleven in dit gebied. Aan het begin van de lente lekker ronddwalen in het moerasgebied, tussen de broedende vogels of het museum ‘duurzaam Almere’ bezoeken. In de zomer verkoeling zoeken op het strand bij de ‘bosvijver’ met spannende eilandjes en ontdekkingspaden of met een kano of elektrisch bootje de polder verkennen. In het najaar een fietstocht door alle sferen, van het moerasgebied en de grootschalige akkers tot het bos, daarna wat eten bij de boerderijwinkel in het stadslandbouwgebied en genieten van al het lekkers dat nu vers van het land wordt geplukt. In de winter zijn allerlei innovatieve technieken te bewonderen. Kijken in het huis van de toekomst of zelfs een weekendje doorbrengen in het hotel van de toekomst. En dit is nog maar een fractie van wat er te verwachten is in het gebied. Er is voor ieder wat wils. Terwijl je geniet in de kunst- en wifituin kom je oog in oog te staan met een ree. Een zeearend vliegt rond op zoek naar een prooi. Het masterplan is een flexibel maar ook een robuust plan. De verbindingen die gemaakt worden voor recreatieve doeleinde en ecologische doeleinde maakt dat het plan een robuuste basis heeft. De flexibiliteit zit hem vooral in de vele mogelijkheden die het plan in zich heeft zitten zoals de verschillende sferen die neergezet worden en nog vrije hand om de woningen te plaatsen. De unieke combinatie van recreatie, wonen en ecologie maakt het een aantrekkelijk leefmilieu. Door geen aparte recreatie gebieden te maken maar juist het wonen te combineren met de natuur en recreatie is het een heel beleefbaar gebied geworden waar de inwoners en de recreant van kunnen genieten. De brede scala van mogelijkheden spreekt velen doelgroepen aan. Het watersysteem en de ecologische verbindingen zijn op een duurzame wijze opgezet. Door het zoveel mogelijk vast houden van het water wordt de bodemdaling in de moeras delen geminimaliseerd. De grote multifunctionele zone die de schakel van de verschillende sferen is, ligt centraal aan de A27 en de Vogelweg, een belangrijke ontsluitingsweg. Door de ideale ligging is het aantrekkelijk voor bedrijven. De combinatie van educatie, economie, ecologie en recreatie maakt het een erg unieke zone. In de doorsnede is te zien dat er veel afwisseling is in het gebied. Dit is aantrekkelijk voor de recreant maar ook de dieren hebben vele mogelijkheden om te kunnen schuilen of te eten. De woningen zijn dichtbij de natuur maar hebben ook een privé gevoel.

66


3. Masterplan ERWOLD

67


Fasering Het plan gaat niet in 1 keer gerealiseerd worden. Door de omvang maar ook omdat de organische ontwikkeling gestimuleerd op gang moet komen, kan dit plan in verschillende fases gaan groeien tot het eind beeld. Fase 1 In de eerste fase wordt de basis van het plan neergelegd, de schakel. De multifunctionele zone in de kern van het plan en daarom zal deze als eerste gerealiseerd worden Dit heeft ook een financieel aspect, door de verkoop van de gronden komt er geld vrij waarmee de andere delen in de eerste fase kunnen worden gemaakt. Fase 1

De ge誰soleerde recreatie gebieden worden door verschillende verbindingen aan elkaar geschakeld, zodat er een groot toegankelijk gebied ontstaat. Ook de aanleg van de natte natuurzones wordt gemaakt. Dit is van groot belang om zo snel mogelijk de bodemdaling te stoppen en om zo meer water vast te houden en te bergen. Er wordt ook gestart met de bouw van de waterwoningen.

Fase 2 In deze fase wordt de natte zone uitgebreid waarbij de plas dras gebieden ontstaan. Om de ecologische verbinding tussen de Veluwe en Oostvaarders Plassen te kunnen realiseren worden de bosgebieden aangelegd.

Fase 2

68

Er zal in deze fase ook een omvorming van de landbouw gaan plaats vinden. De landbouwgronden worden kleiner en de verandering naar het telen van meer gevarieerde gewassen wordt gerealiseerd. Het kleinschaligere landschap wat dan ontstaat is erg aantrekkelijk voor de recreant en ook de afwisseling maakt het geheel erg beleefbaar.


Fase 3 In de laatste fase wordt vooral gewerkt aan uitbreiding van de woningen in de bos, moeras en stadlandbouw gebieden. Er is dan een aantrekkelijk woonmilieu en het beleefbare landschap is een feit. Ook de multifunctionele zone wordt steeds meer uitgebreid. Het geheel gaat steeds meer leven. Fase 3

3. Masterplan ERWOLD

69


3.3 De verdieping van het masterplan

Wateropgave In Oosterwold is een gebied waar een grote watervraag ligt. Er is een gebied waar veel bodemdaling plaatst vind en er moet dagelijks heel veel water uit de polder weggepompt worden zodat de velden niet onder komen te staan. Dit masterplan zorgt ervoor dat er zomin mogelijk water wordt gevoerdom zo de bodemdaling tegen te gaan. Als eerste en meest belangrijke ingreep is het ontwikkelen van het moeras gebied. Door de waterstand te verhogen word de inklinking verminderd. Ook kan er door de grotere wateroppervlakte veel water geborgen worden in dit gebied, evt. wateroverschot van het standlandbouw gebied kan dan ook in het moeras worden vastgehouden, ook de bosvijvers en de sloten in het landbouwgebied kunnen water bergen. Het water is structuurgevend voor het landschap, ook hier staat beleefbaarheid nog steeds voorop. Vervuiling van het water dient te worden tegen gegaan. De woningen worden hier op ingericht.

Watersysteem masterplan

70


Voorkomen wateroverlast volgens 3-stappenplan. Water moetzo veel mogelijk in het gebied blijven en niet versneld afgevoerd worden. Om wateroverlast te voorkomen gebruikt men in Nederland een 3 stappenplan: overvloedig water wordt vastgehouden in de bodem, tijdelijk opgevangen of afgevoerd Water vasthouden in de bodem of het oppervlaktewater. Het opgave is hier het regenwater op te vangen en hergebruiken of in de grond laten verdwijnen om zo te voorkomen dat teveel water naar lager gelegen gebieden stroomt. Deze opgave ligt bij de beheerder van het gebied of de bewoner. Er komt in het plan geen riolering, daar kan dit water niet op aangekoppeld worden. Men moet er zelf een oplossing voor bedenken. Dit kan ook door walletjes rondom stukken land te leggen, zodat het water niet wegstroomt of het aanleggen van wadi’s (stukken waar het water bij hevige regenval naartoe stroomt en vervolgens langzaam in het grondwater wegloopt) en door gewassen te telen die ervoor zorgen dat de bodem meer water kan opnemen. Om water vast te houden worden in de eerste planfase de bestaande sloten uitgediept en worden nieuwe sloten gegraven. In de zomer kan dit water worden gebruikt om watertekorten aan te vullen of gronden te besproeien. Water vasthouden kan op individuele of gezamenlijke schaal en gebeurd in de recreatie- en natuurgebieden met name op de hogere gronden, zoals in het bosgebied. Het moerasgebied houdt ook veel water vast.

Vasthouden, bergen en gecontroleerd afvoeren

3. Masterplan ERWOLD

71


Water bergen in daarvoor aangewezen gebieden Water (tijdelijk)opvangen is nodig als het water niet vast gehouden kan worden. Dit gebeurt in retentievijvers en -gebieden en in verbrede oevers. Dus gebieden en oevers die speciaal zijn ingericht voor het opvangen van water bij hoge waterstanden. Zodra het waterpeil daalt, komt het gebied weer droog te staan. Dit voorkomt dat er wateroverlast ontstaat in gebieden die verder stroomafwaarts liggen. De draslanden zijn een opslagplaats van overtollig water. Bij overstroming nemen zij het teveel aan water op en bij droogte geven zij dat water af en bewaren zo het natuurlijk evenwicht. Water gecontroleerd afvoeren Als vasthouden of bergen niet genoeg is, moet het water afgevoerd worden. In dit soort noodgevallen moeten er gebieden zijn waar het water eerst gecontroleerd naar toe kan. Een voorbeeld van zo’n gebied is een boezem: een waterplas of een stelsel van kanalen waarin polderwater tijdelijk wordt opgeslagen. In het masterplan worden recreatieve waterbekkens aangelegd in het bosgebied en het moerasgebied. Daarnaast is er het stelsel van nieuwe recreatieve watergangen, die het water in het IJsselmeer lozen via de Hoge en Lage Vaart.

Bergen van water in de sloot en het moeras gebied doormiddel van waterstand wijzigen

72


Groene en recreatieve verbindingen In de visie van beleefbare natuur staat centraal het landschap meer beleefbaar te maken. Het huidige landschap is nu saai en slecht toegankelijk. Dit masterplan verbindt de nu nog geĂŻsoleerde recreatiegebieden met elkaar. Daardoor ontstaat er een groot recreatie gebied met vele mogelijkheden. Een vernieuwde twist is gegeven aan de recreatieve verbindingen. Vaak is er doormiddel van borden, vaak ook verbodsborden, aangeven wie er wel en niet op de paden mogen komen. Dit gaat omgedraaid worden, mensen gaan zelf beoordelen of ze wel of niet over de paden kunnen. Wat wordt gefaciliteerd is een aanbod van veel verschillende paden zoals: zand-, asfalt-, schelpen- of grintpaden. De wilde dieren van de Oostvaarders plassen kunnen nu uit hun afgesloten gebied. Door een mooie ecologische doorgang te maken bij de A6 kunnen ze weer naar buiten. De verbinding wordt gelegd met de Veluwe. In het masterplan is veel ruimte en het vele groen kan als stapsteen voor de herten, reeĂŤn en andere dieren functioneren. Om de dieren eventueel toch een beetje te kunnen sturen bij bijvoorbeeld de stadlandbouwgronden kan er gebruikt worden van een AHA greppel. Deze greppel is bijna niet zichtbaar in het landschap en is geen blokkade.

Verschillende paden

3. Masterplan ERWOLD

73


Multifunctionele zone Een multifunctionele plek, waar bedrijven, scholen en recreatie elkaar ontmoeten. Educatie en wetenschap worden gecombineerd met recreatie en kunst, zodat het voor een groot publiek toegankelijk wordt. Duurzaamheid en innovatie zijn kernwoorden, die het gebied verbinden. Wil je een dagje recreĂŤren dan kan dit, midden in een ecologisch landschap. Een dag waar je van de ene verwondering in de andere valt. wegen

De zone ligt erg aantrekkelijk voor de bedrijven door de ligging rond de A27 en aan de vogelweg. Daarnaast ligt de zone centraal ten opzichte van de verschillende sferen. Het is een nieuw knooppunt voor de recreatieve routes. Mensen kunnen van hier uit een keuze maken gaat de ronde verder door de bossen, keren we teug naar het moeras of blijven we om te genieten van al het moois wat de zone zelf te bieden heeft.

bebouwing

water

Multifunctionele zone

groen

Sfeer impressie

74

Moderne gebouwen


Natte natuurzone Dit gebied is gekenmerkt door zijn mooi natte natuur. Het open beeld wat het moeras geeft is kenmerkend. Door de verschillende waterstanden in het gebied zijn er veel verschillende natuurtypen. Het is heerlijk om te recreĂŤren, het afwisselde beeld van graslanden, kleine struwelen, bloemrijke velden en waterplassen maakt het heel verrassend. De mensen staan echt in de natuur door het aanbod van verschillende typen paden en het is heel beleefbaar. De ruim opgezette woonwijken in de natuur, soms aan het water soms aan de rietvelden zijn zeer aantrekkelijk. De reeĂŤn en andere wilde dieren die soms gewoon in de achtertuin staan, is heel speciaal. Ook is het mogelijk om snel op de recreatie paden te komen. Naast dat het gebied een zeer aantrekkelijk uiterlijk heeft is het ook een gebied wat een functioneel doel heeft. Door de verhoogde grondwaterstand wordt de bodemdaling zoveel mogelijk beperkt. Daarnaast kan er met de grote wateroppervlakten veel water worden geborgen en draagt dat bij aan een beter waterbeheer.

Natte natuurzone

Wonen aan en rond het water

wegen

bebouwing

water

groen

Sfeer impressie

3. Masterplan ERWOLD

75


Bos zone Het bosgebied heeft een meer gesloten karakter. Een afwisselend beeld van bosakkers, bosvijvers en natuurlijk bos geeft een heerlijk recreatie gebied. De reeĂŤn en herten kunnen goed gedijen en er is dan ook een grote kans om deze tegen te komen met zonsopkomst of zonsondergang. Het is een stuk wat je nieuwsgierig maakt, wat komt er na de bocht? wegen

bebouwing

water

Het wonen in clusters is ook kenmerkend voor de boszone. Het gevoel steeds in het bos dicht bij te hebben staat centraal. Door de cluster vorm kunnen er veel huizen op een klein oppervlakte gebouwd worden en dat is gunstig voor de huizen prijzen. Daarnaast is er veel ruimte om rond de clusters bossen te hebben, recreatie paden en ecologische paden kunnen makkelijk er door de bos stroken heen. De waterpartijen in het bos zijn ook goed voor waterberging. Het is een eerste stap van vast houden. Doordat dit gebied op een hoger gelegen deel is en de vruchtbare grond die er ligt kan er goed landbouw op bedreven worden. Het is een multifunctioneel gebied met recreatie, ecologie, wonen en kleinschalige landbouw.

Bos zone

groen

Sfeer impressie

76

Wonen dichtbij en in het bos


Stadslandbouw zone Dit is de zone waar het meest de mens centraal staat. Dicht bij de stad wordt het eten verbouwd. Door de toegankelijkheid van de akkers kunnen kinderen weer leren dat eten groeit en niet kant en klaar de fabriek uit rolt. Het ouderwetse gevoel van gezelligheid met afwisselende gewassen komt weer naar boven in deze zone. Het woongebied is verdeeld in veel knoop erven, die met elkaar geschakeld zijn. De boeren gezelligheid en het elkaar ontmoeten is heel belangrijk in deze zone. Op het erf heerst een besloten sfeer en aan de buitenkant zijn de open akkers. In deze zone word biologisch en duurzaam eten verbouwd voor de regio. Het stimuleert mensen om meer seizoensgroente te gaan eten omdat ander eten duurder en minder voorradig is. Doordat er minder voedsel wordt binnengebracht is er minder vervuiling, de transporten worden verminderd en de seizoensgroente zorgen voor geen onnodige vervuiling want er is geen extra verwarming nodig.

wegen

bebouwing

Stadslandbouw zone

Landelijk uitzicht

water

groen

Sfeer impressie

3. Masterplan ERWOLD

77


Grootschalige landbouw De grootschalige landbouw is geen nieuwe sfeer. Deze bestaat nu al en is speciaal om zijn eigen redenen. De lange vergezichten, openheid en rechtlijnigheid heeft zijn eigen charme. Helaas is dit gebied slecht bereikbaar voor de recreant. De doelstelling voor deze sfeer is dan ook om de sfeer bereikbaar te maken. Brede paden die door het gebied gaan lopen kunnen voor zowel de recreant en de ecologie gebruikt gaan worden. wegen

bebouwing

water

Grootschalige landbouw

groen

Sfeer impressie

78

Open landschap


3.4 Conclusie Kijkrichting Beleefbare natuur in het masterplan Dit plan is niet alleen gemaakt vanuit de visie Beleefbare Natuur maar heeft ook aspecten van de andere kijkrichtingen. Per kijkrichtingstaat eerst iets over die kijkrichting en dan hoe deze in het masterplan te herkennen is. Daarna zullen we nogmaals naar beleefbare natuur in het masterplan kijken. Het is voor Nederland uniek dat alle 4 kijkrichtingen een plaats kunnen krijgen in een plan. Daarnaast geven de verschillende kijkrichtingen ook inzicht in de mogelijkheden om verschillende sturingsstijlen (primaat bij overheden of bij de markt) of beleidsarrangementen (zoals gebiedsfondsen en ontwikkelingsmaatschappijen) te combineren’. Masterplan en kijkrichting vitale natuur Bij vitale natuur staat het behoud en herstel van biodiversiteit voorop. Het aanleggen van grote, onderling verbonden en grensoverschrijdende natuurgebieden, die de natuur ook klimaatrobuust maken, is daarvoor een belangrijk middel. Een voorbeeld zijn de Oostvaardersplassen als ‘ontoegankelijke kijknatuur’. Het masterplan heeft nieuwe natuurgebieden, namelijk bos en natte natuur aansluitend aan bestaande natuur. Deze zullen echter een dermate vorm van beheer krijgen dat ze niet onder vitale natuur vallen. Biodiversiteit is ondergeschikt in het plan. En toegankelijkheid juist een must. De belevingswaarde van soorten speelt wel een rol, zoals de mogelijkheid een vos, ree of zelfs een edelhert in je tuin te treffen. Ook zullen veel vogels, reptielen, vlinders en kleine insecten bijdragen aan de biodiversiteit doordat het gebied veel verschillende variaties van natuur waarborgt. Processen als het regelen van de waterstand om natte natuur mogelijk te maken geven een verschuiving van landbouwgrond naar natuurgebied. Masterplan en kijkrichting functionele natuur Functionele natuur gaat uit van de gedachte dat natuur gebruikt moet worden voor duurzame doeleinden. Een voorbeeld is het grootschalige landbouwgebied, waar voedsel wordt geproduceerd, maar ook water wordt vastgehouden. De natuurlijk ingerichte akkerranden dragen dan bij aan de waterzuivering. In dit plan zijn het rietvelden en bos, die CO2 vastleggen, maar dit is geen doel op zich. Duurzaamheid en zelfvoorzienendheid is wel een hoofdthema in dit gebied, zowel voor bouw, beheer als beleving. Gebruik van wat de natuur te bieden heeft speelt wel een grote rol, zoals gebruik van zonne-energie en wind, duurzame producten en natuurlijke ongediertebestrijding, ook valt stadslandbouw hierbinnen.

3. Masterplan ERWOLD

79


Masterplan en kijkrichting inpasbare natuur Bij inpasbare natuur past de natuur zich aan en is deze krachtig neergezet. Hierbij is het belangrijk dat er geld wordt verdiend aan natuur. Mensen krijgen veel ruimte om in de natuur te wonen, te werken en te recreĂŤren. Voorbeelden hiervan zijn het Stadslandgoed de Kemphaan in Almere. Inpasbare natuur kan helpen om inkomsten te verwerven en investeringen in het gebied te stimuleren. In het masterplan worden duurzaamheid en innovatie in combinatie met beleving en toerisme als krachtige formule gehanteerd. Dit geeft ruimte voor (recreatie-) bedrijven, detailhandel, hoger onderwijs, wetenschap en kunst. De natuur versterkt de vestigingsvoorwaarden en het gebied krijgt veel aantrekkingskracht voor toerisme. Masterplan en kijkrichting beleefbare natuur Bij beleefbare natuur biedt de natuur bovenal een mooie en fijne leefomgeving. Mensen kunnen zich ontspannen in de vele natuurgebieden in en om de stad. De natuur is goed bereikbaar, vrij toegankelijk en biedt de mogelijkheid voor allerlei vormen van recreatie. Voorbeelden als zwerfnatuur zijn de Randmeerbossen (o.a.Horsterwold), een lang groen lint langs de zuidoostelijkerand van Flevoland. Een voorbeeld van doe-natuur zijn de stadsbossen van Almere (Almeerderhout) en Lelystad en in het Natuurpark Lelystad. Andere voorbeelden zijn het Knarbos en het Larserbos. De visie beleefbare natuur is ons uitgangspunt en hierop is het masterplan gebaseerd. Beleving en recreatie staan voorop. Dit is terug te vinden in de veelheid aan variatie door de sfeergebieden, bos, natte natuur, stadslandbouw en grootschalige landbouw. Hoe meer variatie, hoe meer belevingsmogelijkheden. De gebieden zijn groot genoeg om diverse functies een plek te kunnen geven. De behoefte van de recreant en gebruiker staat voorop. Alle gebieden zijn goed toegankelijk en bereikbaar. Beleefbare natuur begint bij de voordeur en de woningen zijn dan ook allen gesitueerd midden in het groen. Groen-blauwe recreatieve zones lopen tot in de stad en verbinden bestaande natuurgebieden en groen. Rondom de stad zorgt groen dat de overgang naar de omgeving soepel verloopt.

80


Van wereld naar de zone In dit masterplan proberen we op meerdere schalen verschillende problematiek aan te pakken. Om hier inzicht te geven, hebben we een overzicht gemaakt van de verschillende schalen. Beginnend bij de wereld en eindigend bij het masterplan. De wereld Kijkend naar het Nederland van nu, denken veel mensen dat de hele wereld ten diensten van ons ‘de Nederlanders’ staat. Wij zijn groot en alles wat we willen hebben kunnen we krijgen. We plegen roofbouw op onze planeet. Met de ontwikkelingen op politiek gebied en de ontwikkelingen die de landen zelf doormaken zal het beeld gaan veranderen. Deze gedachte is nu niet erg duurzaam ons wereld beeld zal moeten gaan veranderen. Om beter op de toekomst voor bereid te zijn moeten we meer gaan samen werken. Hierbij zullen we dan meer onderdeel worden van de wereld. Hierbij is Europa dan meer belangrijk als de andere delen van de wereld. Nederland is dan onderdeel van de wereld maar wel meer zelfstandig.

Wereld nu

Wereld toekomst

3. Masterplan ERWOLD

81


Nederland Een kleine metal map van Nederland laat zien dat erveel gebieden zijn met eigen identiteit. Flevoland polder is nu vooral grootschalige landbouw en windenergie. Het is uniek maar geen aantrekkelijk gebied om naar toe te gaan. Om het gebied meer aantrekkelijk te maken en meer te laten concurreren met andere gebieden in Nederland is dit heel uniek en vooruitstrevend concept ontwikkeld. Het wordt een gebied waar duurzaamheid het kernwoord is. Een concept waar heel Nederland naar kan kijken. Een experimenteel gebied waar talrijke nieuwe innovatieve technieken op duurzaamheid zullen plaats vinden.

Nederland nu

82

Nederland toekomst


Provincie De provincie is nu heel grootschalig en zo handig mogelijk voor de mens opgezet. De landbouw is erg belangrijk. Om de landbouwgronden zo optimaal mogelijk te hebben wordt er veel water afgevoerd. Veel producten die van de akkers afkomen worden nu naar andere delen van Nederland vervoerd of zelfs geĂŤxporteerd. Ondanks dat de polder heel vruchtbaar is moet er nog steeds veel voedsel worden ingevoerd. De ecologie is ondergeschikt, er is nu geen uitwisseling tussen de Veluwe en de Oostvaarders plassen. De uitwisseling is erg belangrijk om het leefgebied voor wilde dieren te vergroten. Nederland werkt aan een groot natuurgebied. Alleen omdat dit niet mogelijk is, is het belangrijk dat we de bestaande gebieden gaan verbinden. Ook de recreatie gebieden zijn nu erg afgesloten. De opzichzelfstaande recreatie plekken hebben nog weinig verbindingen onderling. In de toekomst is het belangrijk dat er in de polder minder ontwaterd wordt. De bodemdaling kan dan tegen worden gegaan en door meer water in de polder vast te houden word het IJsselmeer ontzien. De recreatiegebieden en de natuurgebieden worden verbonden zodat er meer uitwisseling kan plaats vinden.

Polder nu

Polder toekomst

3. Masterplan ERWOLD

83


Almere De nieuwe situatie rond Almere is door het masterplan veel veranderd. De belangrijkste verandering is dat er veel minder voedsel hoeft worden ingevoerd. In de nieuwe situatie wordt er veel meer geproduceerd voor de regio. Ook de duurzame manier van verbouwen is goed voor het milieu en de mens. De recreatie gebieden en de natuurgebieden worden veel meer aan elkaar geschakeld. Er is een grote zone die een multifunctionele functie heeft. Deze zone verbind niet alleen de verschillende sferen, hij heeft ook een functie op zichzelf. De duurzaamheid, educatie, economie en ecologie komen samen en worden zichtbaar. In de verdere uitwerking gaan we dieper op de multifunctionele zone in. De zone is HET hoogte punt van dit masterplan. We willen meer inzicht geven over hoe de zone in elkaar zit en het ontwerp verdiepen.

Almere en omgeving nu

Almere en omgeving toekomst

84


3. Masterplan ERWOLD

85


4. SUSTAINABLE


BUSINESS WATERLAND


4.1

Analyse en visie

Masterplan in het kort Naast grootschalige landbouw wordt het gebied in 3 verschillende gebieden verdeeld, die kenmerkend zijn voor de Zuidelijke Flevopolder. Een drasgebied met water- en rietwonen komt aansluitend aan de Oostvaardersplassen. Aan de kant van het Holsterwold, het hogere deel van de polder, komt een uitbreiding van het loofbos met geclusterde boswoningen. De stadslandbouw onder Almere, wordt uitgebreid. Deze vier sferen zullen samenkomen in een soort van 4-landschappenpunt, een gebied van 2 bij 4,3 kilometer, gesitueerd bij een belangrijk ontsluitingspunt van de A27 en de N706 (Vogelweg). In het plan is ruimte voor dieren die zich door het hele gebied mogen verplaatsen. Beleefbare natuur is een uitgangspunt van onze visie en de toegankelijkheid en recreatie spelen een grote rol, ook in het centrale schakelgebied. Daarnaast zal duurzaamheid, wetenschap, kunst en innovatie terug te zien zijn. De wateropgave, erg belangrijk voor het leven op deze zeebodem en gezien de klimaatverandering, zal een grote rol spelen in de uitwerking.

structuurvisie Almere 2.0

ontwikkelstrategie ‘Land-Goed voor Initiatieven’

masterplan

multifunctionele schakelzone uit masterplan

88


Schakelzone binnen het masterplan Het deelgebied multifunctionele zone is een onderdeel van het masterplan en heeft een centrale ligging. Het is echter een eiland met een eigen identiteit. De schakel wordt gevormd door de ecologische verbindingen (groene pijl), water (blauwe pijl) en de recreatie (zwarte pijl) (zie tekeningen). Naast deze verbindingen, die een eigen identiteit geven, is het gebied uniek door de innovatieve en duurzame opzet van bedrijven en wetenschap Huidige deelgebied Het deelgebied ligt centraal in het plangebied (zie afbeelding) en bestaat nu uit grootschalige landbouwgronden waar onder andere koolzaad en bloembollen worden verbouwd op kleigrond. Langs de noordwestelijke smalle zijde loopt nu de strook bestemd als ecologische verbinding, de AdelaarstracĂŠ. Door het gebied loopt de snelweg A27, waarover de Vogelweg loopt. Dit is een betonnen brug met aansluiting op de snelweg. De Vogelweg heeft een breed profiel met rijen bomen en brede fietspaden aan beide zijden. Een enkele weg met boerenbedrijven en windmolens doorkruist het gebied.

onderdeel van het masterplan en Almere

eigen identiteit binnen masterplan

grootschalige bollenvelden

AdelaarstracĂŠ

Google earthkaart deelgebied

Vogelweg loopt over snelweg

4. Sustainable Business Waterland

89


Analyse Hier worden kort de bevindingen vermeld uit het masterplan, toegespitst op de schakelzone.

groene verbindingen

verbindende recreatieve routes

Groene verbindingen Met beleefbare natuur als kijkrichting wordt bedoeld het laten beleven en bereikbaar maken van de natuur. De schakelzone ligt middenin het ecologische verbindende nieuw te ontwikkelen gebied tussen Almere en Zeewolde. Wat betekent dit voor deze schakelzone? Beleven begint bij ervaren en al zodra je de deur uitstapt beleef je de omgeving. Veel groen en dichtbij kunnen recreĂŤren of netwerken, voelt als een prettige leefomgeving. Natuur is een vestigingsvoorwaarde voor deze kijkrichting. Recreeren en werken midden in de natuur voor iedereen. Een ecologische verbinding die door het hele gebied loopt, zorgt voor een goede basis en versterkt een prettige gevarieerde leefomgeving. Het is belangrijk goed rekening te houden met de ecologische verbinding, in aansluiting op het masterplan. Recreatie RecreĂŤren wil men ook in speciaal ingerichte natuur- en recreatiegebieden, die groot genoeg zijn en goed bereikbaar. Hiervoor is een netwerk van recreatieve routes nodig. De schakelzone ligt centraal in het masterplan en zal brede en toegankelijke gevarieerde recreatiezones moeten bieden.

monofunctionele huidige functies

wateropgave

90

Multifunctionele zone Op de kaart is te zien dat de polder een monofunctioneel gebied is: concentraties bebouwing (Almere en Zeewolde), concentraties natuurgebieden (o.a. Oostvaardersplassen en Horsterwold) en in het midden grootschalige landbouw. Het plangebied wordt multifunctioneler, zodat ook de omliggende gebieden aan elkaar worden verbonden. In de schakelzone wordt werken, recreatie en ecologie met elkaar verweven. Water Dan is er de wateropgave: Het plangebied ligt 4 tot 4,5 meter onder NAP (en zal nog verder zakken). Daarnaast is er de klimaatverandering om op in te kunnen spelen in de toekomst. Om water te kunnen vasthouden en bergen is een waterplan opgesteld. De schakelzone ligt centraal en zal hier een rol in vervullen.


Visie Het businesspark is een belevingsvolle plaats waar wetenschap en bedrijven elkaar vinden. Het biedt ontmoetingsplaatsen. De omgeving is inspirerend en uniek. Multifunctioneel gebruik zal een nieuwe betekenis krijgen en op wereldniveau een voorbeeldfunctie worden. Bedrijven, innovatie en wetenschap komen zo dichtbij de burger te staan. Duurzaamheid en beleving zorgen dat het op alle niveaus vernieuwend wordt en het een park wordt voor iedereen. Verrassend, laagdrempelig, vernieuwend en gerichtheid op de toekomst. Een plek voor ondernemer, wetenschapper, ecoloog, student en toerist. Een plek voor vermaak, educatie en rust. De multifunctionele opzet biedt ongekende mogelijkheden en zal inspirerend en vernieuwend werken. De onderstaande visiekaart laat zien welke belangen er samenkomen in dit gebied om het zijn uniekheid te geven. De visie bestaat uit meerdere lagen, die per laag toegelicht zullen worden.

4. Sustainable Business Waterland

91


2

1

3 4 eigen gebied binnen vier sferen rondom

ecologische verbindingen

recreatief vaarwaternetwerk

92

Eigen gebied binnen vier sferen rondom Het nieuwe masterplan ligt aansluitend aan de geplande ecologische verbindingszone en de grootschalige landbouwgronden (1), de draslandzone (2), de stadslandbouw (3) en het bosgebied (4) Al deze sferen komen samen op het punt waar het businesspark komt te liggen. Dit geeft de mogelijkheid het park een eigen unieke sfeer te geven en zich te onderscheiden. Door de centrale ligging biedt het veel belevingsmogelijkheden en variatie. Positief voor de recreatie en biodiversiteit, maar ook voor verschillende wensen van toekomstige investeerders en ondernemers. Ecologische verbindingen Het duurzaamheidpark moet verbindingen houden met de omliggende omgeving om ecologische kansen te kunnen benutten. Dit maakt het gebied waardevol en versterkt de duurzaamheid. Door alle verbindingen is de natuur in staat zich staande te houden en aan te passen. Populaties kunnen migreren. Brede stroken door het gebied mogen niet worden afgesloten of op welke wijze dan ook een barrière vormen voor dieren. Vrije doorgang is een belangrijke kracht van het gebied als ecologische verbinding. Er is verbinding via lucht, water en land mogelijk. Recreatief vaarwaternetwerk Het hele gebied is beleefbaar en recreatief goed toegankelijk over water. Het netwerk van toeristische routes sluit aan op bestaande routes en is divers, zodat uiteenlopende belangen er invulling kunnen vinden. Van actieve routes en vaarroutes tot rustroutes. Watergangen worden verbreed tot minimaal 10 meter.


Bestaande wegen en OV Het wegennetwerk is een belangrijke vestigingsvoorwaarde en moet versterkt worden. De plaats van het duurzaamheidpark is in eerste instantie gekozen vanwege de goede uitvalswegen die het heeft. Daarnaast heeft het een centrale ligging in het gebied en is het goed te bereiken vanuit Almere, via de A27 (en aansluiting op A6) en de Vogelweg. Dit blijven belangrijke aders in het gebied. Daarnaast wordt de snelweg uitgebreid richting Zeewolde en Harderwijk. Het businesspark moet goed bereikbaar zijn. Er zal een duurzaam netwerk voor forenzen en toeristen moeten komen, die het gebied ontsluit, maar ook binnen het businesspark vervoersmogelijkheden biedt. Hiervoor is een goede openbaar vervoerverbinding vanuit Almere en Lelystad naar en door het businesspark nodig en goede bereikbaarheid vanaf het nieuw aan te leggen waterwonen en boswonen. Bij de uitwerking van dit plan kwam in de media dat Lelystad Airport moet gaan groeien tot een tweede Schiphol voor grote verkeersvliegtuigen. Het businesspark ligt nu perfect op internationaal nivo. Het is heel goed bereikbaar voor vliegverkeer vanuit Luchthaven Schiphol en Lelystad Airport en het heeft een perfecte ontsluiting vanaf de snelwegen. Dit zijn belangrijke voorwaarden die versterkt moeten worden. Wateropgave Het schakelgebied ligt midden in het nieuwe watersysteem en biedt kansen hier een belangrijke rol in te vervullen op gebied van vasthouden en bergen van water. De wateropgave wordt gecombineerd met recreatie, ecologie en duurzaamheid.

bestaande wegen en OV

wateropgave

ondergrond ondergrond

Ondergrond De ondergrond is een uitgangspunt voor het plan. Er is hoogteverschil zichtbaar in het plan en bestaande structuren als de Eemloop laten zichtbare aanwijzingen achter in het landschap door omkering van reliĂŤf. Ze zijn een verwijzing naar de ondergrond van het gebied en moeten qua vorm zichtbaar terugkomen in het plan, mogelijk in een andere vorm. Ze moeten naast de rechtlijnige verkavelinglijnen structuur geven aan het plan. De waterstructuren spelen ook een grote rol in de wateropgave. Binnen het gebied liggen enkele boerenbedrijven. Deze mogen een plek houden binnen het plan en krijgen eventueel een nieuwe bestemming. Het nieuw op te zetten wonen vindt echter plaats in de 4 woonsferen buiten het park.

4. Sustainable Business Waterland

93


4.2

Concept

Concept Het concept vertaalt de kern van het plan voor de schakelzone, zoals ook bij de visie beschreven. Een goede ontsluiting is de kern van het plan en in dit geval zijn dat de Vogelweg en de A27. Hierdoor wordt het schakelgebied goed toegankelijk. Rond het kruispunt van de wegen zal het netwerkcentrum zich vormen en zal dan ook op een speciale manier worden vormgegeven. De Vogelweg zal ook dragend worden in het ontwerp en alle bedrijven en educatie zullen zich ontsluiten via de Vogelweg. Door de 4 landschapstypen die rond het gebied liggen, ontstaat er een soort van ruimte tussen de vier sferen. Dit geeft de kans hier een uniek landschap te creĂŤren. Het landschap zal geen kopie of stamppot worden van de omliggende sferen, maar zal een compleet eigen en nieuw karakter krijgen, Het duurzaamheidland. De zone zal ook logisch in het bestaande landschap worden ingepast door de verschillende bestaande verkaveling structuren te gebruiken. Duurzaamheid en de wateropgave gaan een belangrijke rol spelen en zijn uitgangspunt voor alle plannen binnen het gebied. Deze worden gecombineerd met de ecologische en recreatieve opgave, die het gebied verbinden met de omliggende omgeving, waardoor een uniek en multifunctioneel landschap zal ontstaan. In het nieuwe ontwerp ontstaat een uniek ontwerp, waarbinnen wetenschap, bedrijven en educatie op een duurzame manier kunnen samenwerken.

94


Referenties multifunctionele groen opgezette bedrijventerreinen Om te komen tot een goed ontwerp is onderzocht welke multifunctionele innovatieve groen opgezette bedrijventerreinen er zijn en hoe die zijn uitgevoerd. Er is een campus en een bedrijventerrein uitgekozen. In Nederland zijn in 2009 zes campussen aangemerkt als zijnde van nationaal belang. Dit zijn Kennispark Twente (Enschede), Science park Watergraafsmeer (Amsterdam),Bio Science Park (Leiden), WUR Wageningen/ Food Valley (Wageningen), High Tech Campus (Eindhoven) en Chemelot (Sittard-Geleen). Allemaal inspirerend.Het HTC is uitgekozen om het groene en duurzame karakter. Daarnaast is het bedrijventerrein Papendorp gezet, omdat het een groene en deels openbare ruimte is. Beide te onderzoeken voorbeelden hebben een grote waterpartij op het terrein. Het toekomstige Sustainable Business Waterland zelf is 860 ha., ofwel 4,3 x 2 km, in omvang.

High Tech Campus Eindhoven: 103 ha. Sustainable Business Waterland: 860 ha.

Bedrijventerrein Papendorp: 150 ha.

N

4. Sustainable Business Waterland

95


High Tech Campus Eindhoven

(bron: www.hightechcampus.com en www.llsc.nl)

Het campusterrein is gevestigd op het voormalig Philips-NatLab-terrein. Het is getransformeerd tot het schoolvoorbeeld van open innovatie. Hier werken op dit moment al meer dan 90 bedrijven en zo’n 8.000 onderzoekers, productontwikkelaars en ondernemers intensief samen aan de ontwikkeling van high tech systemen en producten die het leven veraangenamen, verlengen en interessanter maken. De Campus behoort daarmee tot de 17% grootste science parks in de wereld qua aantal medewerkers en is door het ministerie van Economische Zaken aangemerkt als ‘campus van nationaal belang’. De voorkeursmanier van werken op de Campus is Open Innovatie. Dat houdt in dat Campusbedrijven kennis, kunde en R&D-faciliteiten (zoals labs, cleanrooms en apparatuur) met elkaar delen om sneller, beter en klantgerichter te kunnen innoveren. Het groene, parkachtige karakter van deze plek maakt High Tech Campus Eindhoven een aangename werkomgeving. Dit karakter weerspiegelt ook de duurzame en milieuvriendelijke focus.

lunchwandeling over het water

het campusterrein

96

prettige groene werkomgeving


Kantorenpark Papendorp, Utrecht (bron: www.utrecht.nl)

Papendorp is bij grote bedrijven in Nederland een aantrekkelijk, kwalitatief hoogwaardig kantorenpark, onder andere door de centrale ligging in Nederland, goede bereikbaarheid, uitstraling en parkachtige inrichting. Bijzonder is het ondergronds parkeren ĂŠn het volkstuinencomplex Groenewoud met honderdvijftig tuintjes, middenin Papendorp. De Prins Clausbrug verbindt het kantorenpark met de bestaande stad. De verbinding met de overige deelwijken in Leidsche Rijn wordt via het Marinus van Tyrus viaduct gelegd. Papendorp is nog in ontwikkeling. Het heeft de Rietveldprijs, een Utrechtse architectuurprijs, in de wacht gesleept. De Stichting Rietveldprijs heeft de prijs toegekend voor de heldere stedenbouwkundige structuur, het groene karakter met verscholen functies onder het grastapijt en de onverwachte combinatie van functies. De voetbalvelden, tennisvelden, kinderopvang en een volkstuinencomplex zijn geheel in het plan opgenomen. Van de 150 ha. is 60 ha openbaar gebied en 90 ha. uitgegeven of uitgeefbaar bedrijventerrein. Papendorp heeft aansluiting met de A2 en de A12.

groene daken als uitzicht

rondom water en groen als beleefbare omgeving

het bedrijventerrein

4. Sustainable Business Waterland

97


98


4.3 Sustainable Business Waterland Het nieuwe duurzaamheidpark zet Oosterwold op de Nederlandse kaart, met zijn vooruitstrevende doelen en een aantrekkelijk werkmilieu. De combinatie van een duurzaam watersysteem, de ecologische doelen en de mens maakt het een uniek stukje Nederland. Het is een experiment van formaat. De bedrijven kunnen profiteren van de langskomende recreant maar ook van de educatie die dichtbij is. Een fijn werkklimaat wat ook nog eens interessant is voor de mensen die hun vrije tijd willen door brengen in een vernieuwend en vooruitstrevend gebied. Het duurzaamheidpark staat niet op zich. Het is onderdeel van meerdere systemen, zoals het ecologie- en recreatiesysteem, maar het is ook onderdeel van het watersysteem in het hele masterplangebied. Het vasthouden en bergen van water is, gezien de wateropgave, een belangrijk uitgangspunt en bleek uiteindelijk bepalend voor het hele ontwerpplan: in de eerste schetsen werden de watergangen en waterpartijen steeds groter, ook gezien de recreatieve, ruimtelijke en verkoelende waarde. Tot de ontwerpersop het punt kwamen dat omkering van land en water een logisch gevolg leek. Dit geeft nieuwe zienswijzen en brengt het plan naar een hoger niveau, waarin de wateropgave uitgangspunt is voor de totale opzet. Water heeft tevens als voordeel dat het een verkoelende functie heeft in een bebouwd gebied, wat weer perfect past in een duurzame invulling van het terrein, net als de mogelijkheid een watercentrale aan het gebied te koppelen, als aanvulling op zonne-energie. Het gebied zal zich ecologisch en recreatief steeds verder ontwikkelen en wetenschap en bedrijven zullen zich op ‘op de kaart’ zetten. Het gebied krijgt internationaal steeds meer belangstelling als uniek netwerkgebied centraal gelegen in Nederland. De combinatie met ecologie en recreatie krijgt een voorbeeldfunctie en beleefbare natuur gaat spreken en laat zijn kwaliteiten zien. Daarnaast is het ook nog eens een gebied waar een verrassende biodiversiteit voorkomt door de unieke natuur. Dit alles richt zich op een duurzame toekomst. Het waterpark ligt op een toplocatie, midden in Nederland en goed bereikbaar. Het park is innovatief en biedt netwerkmogelijkheden en zakelijke samenwerking. Een zakenlunch kan worden omgezet in een tochtje per boot, vertrekkend vanaf de eigen aanlegsteiger. De groene omgeving te midden van water geeft een prettige werkomgeving. Op de boulevard zijn winkels en horeca dichtbij. Na het werk is de gezelligheid snel opgezocht. Een netwerkontmoeting is binnen loopafstand in een zeer inspirerende omgeving.

4. Sustainable Business Waterland

99


HiĂŤrarchie binnen het plan In het plan is een hiĂŤrarchie binnen de lagen. De bovenste laag is de meest dominante, alle hieronder komende lagen zijn ondergeschikt. Op de tekening hiernaast is te zien hoe het plan is opgebouwd. Door deze lagen is het heel duidelijk welke keuzes er gemaakt zijn en geeft het richtlijnen over de inrichting. De wegen zijn in het plan de meest dominante laag. De bereikbaarheid is belangrijk omdat de zone op een landelijk, regionaal en lokaal systeem aansluit. Daarnaast is de Vogelweg ook de hoofdontsluiting voor het draslandwonen en het boswonen. De recreatieve en de groene verbinding is daarna de meest belangrijke laag. In de zone lopen recreatieve verbindingen die gemaakt worden met de omgeving. Naast dat er verbindingen worden gemaakt, waarbij het hoofddoel is mensen door de zone te leiden, is er ook recreatie die in de zone is. Dit is aantrekkelijk voor de bedrijven en geeft de mogelijkheid om het duurzaamheidpark meer te beleven. Ook de ecologische verbindingen zijn belangrijk zodat er ecologische uitwisseling kan blijven tussen het drasland en de bossen. De bestaande hoogte is bepalend voor waar land komt. De hogere delen zijn nu de afzettingen van de oude Eem. Dit land is dan niet bedoeld als bouwgrond maar heeft een meer ecologisch karakter. De oude slootstructuren zijn ondergeschikt aan het land, maar staan boven de bouwkavels. Dat betekent dat er lange zichtlijnen ontstaan over de sloten die af en toe worden onderbroken door de oude Eemloop.

100


Ondertitel

4. Sustainable Business Waterland 101


fase 1

fase 2

fase 3

Fasering masterplan: In fase 1 wordt het waterprobleem aangepakt en wordt de moerasnatuur doorgetrokken tot de stad. Een belangrijke basis wordt gelegd voor de recreatieve en ecologische verbindingen.De multifunctionele zone wordt opgezet, net als bijzonder wonen op het water. Dit gebied zal de eerste inkomsten op gaan leveren. In de 2e fase wordt de stadslandbouw en het bos ontwikkeld en komen woonclusters dicht bij het multifunctionele middengebied en de stadsrand. In de 3e fase komt de uitbreiding van wonen in bos-, landbouw- en watergebied.

102

Fasering en organische ontwikkeling Het businesspark is een onderdeel in het totale masterplan en wordt al in de eerste fase daarvan aangelegd. Het park is onderdeel van de ecologische en recreatieve zone en mag hier geen barrière gaan vormen. Daarnaast heeft het belang bij de vestigingsvoorwaarden die voor het hele gebied gelden en speelt het een belangrijke rol in de waterberging. De 1e fase is het graafwerk. Zowel het uitgraven van de diepere delen en verbreden van sloten als het ophogen van de bouwgronden, de kades en de wegen. De A27 gaat een stuk ondergronds. Deze fase is het meest intensief en legt de basis aan voor het hele plan. Investeerders krijgen een beeld bij het geheel en de waterberging via de verbrede sloten is een feit. De doorgaande wegen moeten in deze fase zo snel mogelijk weer operatief zijn. Het gebied moet geld op gaan leveren. In de tweede fase worden de gronden bouwrijp gemaakt en de belangrijkste bruggen aangelegd. Het transferium wordt aangelegd met de parkeermogelijkheden en de aansluiting op het vernieuwde openbaar vervoer. De weg langs de bestaande boerenbedrijven richting het boswonen aan de ene kant en het waterwonen aan de andere kant wordt aangelegd. De dijken op de oude Eemloop worden recreatief toegankelijk. In deze fase zijn de eerste vestigingsvoorwaarden gelegd en is het gebied recreatief en ecologisch toegankelijk. Het water binnen de kades wordt aangesloten op het totale watersysteem en het energiesysteem wordt aangelegd. Het waterpeil kan beheerd worden en de stroming zorgt ervoor dat er geen ‘dood’ water ontstaat. In de derde fase zullen de eerste bedrijven en scholen zich vestigen en het gebied begint zich te ontwikkelen en wordt organisch ‘gevuld’. Tegelijkertijd worden de groenstructuren rondom aangelegd, de populierenrijen en de aankleding van de boulevard. Het profitdeel wordt zo aangelegd dat het er verzorgd uitziet. Bomen en heesters geven hoogte en kruidachtigen zorgen voor de rest van de aankleding. Het planetdeel zal het minst aangelegde deel worden en krijgt de kans haar eigen natuur te laten ontwikkelen. Er worden geen bomen geplant, de openheid en de natuur zal hier in eerste instantie zegevieren. Beheer is mogelijk met vleesrunderen die geschikt zijn voor natte gronden, zoals Blaarkoppen.


Sferen binnen het plan Binnen het ‘Sustainable Business Waterland’ (SBW-park) willen we 3 verschillende sferen laten zien. Duurzaamheid is binnen het hele gebied belangrijk, het ecologische, het economische en het sociale deel. Alle delen zijn overal in balans. Toch willen we de kracht van de people-planet-profit-formule laten zien door accenten te leggen op de sfeergebieden. In elk gebied springt er één sfeer uit en tezamen zijn de gebieden goed in balans. Ten eerste de langgerekte boulevard met rondom smalle eilanden, met een dichte concentratie gebouwen. Hier ligt het centrale netwerk- en transferiumdeel. Hier zullen bedrijven en scholen het dichtst bij de hoofdwegen en Almere gesitueerd zijn. De routes hebben hier hun startpunt. Het zakelijke en functionele staat hier centraal. Dit gebied noemen we symbolisch de profitsfeer (1), omdat het zakelijk beeld overheerst. Dan is er het recreatieve en beleefbare, het sociale deel. Hier is ook de kunsttuin gesitueerd en is de oude Eemloop goed zichtbaar als dijk door het gebied. De eilanden zijn ruimer en hebben een brede verbinding met de

1

3

verdeling van de 3 sferen

Profit-sfeer duurzaamheidspark

3 sferen van duurzaamheid

2

4. Sustainable Business Waterland 103


omgeving buiten het SBW-park. Deze zone heeft een goede ontsluiting via de Vogelweg. De ruime ligging in het midden geeft veel recreatieve mogelijkheden. Deze middenzone is vanuit het hele gebied goed bereikbaarheid en toegankelijkheid. Het gebied straalt veel activiteit uit. Dit deel noemen we de People-sfeer(2).

Planet-sfeer duurzaamheidspark

People-sfeer duurzaamheidspark

Als derde is er het deel dat naast de geplande ecologische verbinding, het AdelaarstracĂŠ ligt en hier goed op aan sluit. Het is een rustig gebied

104


met natuurlijke ontwikkelingen als uitgangspunt en het heeft een natuurlijke uitstraling. Alleen noodzakelijke verharding is aanwezig en grote delen zijn een plas- en drasland en bieden een gevarieerde natuur. Bedrijven en recreatie zal ook hier plaatsvinden, maar in minder dichte concentratie, omdat grote delen drasland onbebouwd blijven. De planet-sfeer (3) staat symbool voor dit natuurlijke deel. Duurzaamheidspark Duurzaamheid staat centraal in het park. Alles is gericht op de toekomst. Een toekomst die over 100 jaar ook nog genoeg te bieden heeft en in balans is. Natuur en groen compenseren bebouwing en zorgen voor een leefbare omgeving. Een ecologische en sociale omgeving is een duurzame omgeving. Economie komt daar nog bij om de boel draaiende te houden. Bedrijven zullen ook op deze 3 pijlers hun onderneming opbouwen en scholen zullen op deze wijze les geven. Alleen door bewust om te gaan met duurzaamheid zal het businesspark de toekomst aankunnen en helpen invullen. Hierdoor zal het een prettige omgeving zijn om te werken of te recreëren en innovatie zal gestimuleerd worden. Duurzame kunst in Sustainable Business Waterland Een belangrijk visiepunt is ook het creëren van een prettig beleefbare omgeving. Dit is in het plan vertaald in het beleefbaar maken en bewust worden van duurzaamheid. Het duurzaamheidpark biedt mensen de mogelijkheid op een toegankelijke manier kennis te maken met de wereld van duurzaamheid. De recreatieve route en voorzieningen zijn verweven met de wetenschap, bedrijven en ecologie en biedt veel mogelijkheden hierop in te spelen. Eén van die mogelijkheden is een kunstroute. die voor een grote doelgroep toegankelijk is. Het park biedt meerdere routes die beginnen bij het netwerkcentrum en via korte of lange routes, lopend of fietsend, is de hele route te beleven. Interessante zichtpunten geven een kijk op dit nieuwe landschap. Binnen de route zijn speel- en educatieobjecten, als zelf water pompen en kijken hoe hoog de wind waait op windmolenhoogte en mogelijkheden zelf bij te dragen aan het creëren van kunstobjecten. De kunstroute loopt over de hogere zandbeddingen van de oude Eemloop. Een duurzame oplossing, die tevens de historie van deze zeebodem doet beseffen en structuur geeft aan het park. Landart wordt gestimuleerd en is overal te bewonderen in SBW-park.

toekomstbeeld duurzaamheid

high tech boulevard

landschapskunst

4. Sustainable Business Waterland 105


fietsen over verhoogde Eemdijk

Kunst in Flevoland Kunst staat hoog aangeschreven in Flevoland, met name landschapskunst. Zo is er Museum De Paviljoens (ontworpen door de architecten Robbrecht en Daem), Natuurpark Lelystad, van Stichting Flevo-landschap, Polderland Garden of Love and Fire van Daniel Libeskind (de architect van het nieuwe WTC in New York) en het Observatorium van Robert Morris. Bijzondere werken zijn Aardzee van Piet Slegers en Sea Level van Richard Serra in Zeewolde, De groene Kathedraal van Marinus Boezem en paviljoen De Verbeelding (ontworpen door architect RenĂŠ van Zuuk). Er blijkt veel belangstelling te zijn deze werken via een georganiseerde dagtocht te bezoeken. Hierbij aansluitend biedt ook het businesspark veel kunst, met name gericht op duurzaamheid. Recreatie Recreatie doorweeft het hele park. Bij het transferium is de hoofdentree van het gebied. Openbare duurzame verbindingen en routes vertrekken vanaf hier. Hier is de boulevard, waar men kan flaneren of winkelen, een terrasje kan nemen of een rondvaart met een boot. Het middendeel heeft grotere delen die specifiek bestemd zijn voor natuur en recreatie. De ecologische doorgangen over land zijn hier het breedst. Dit deel heeft ook de verhoogde dijken op de oude Eemloop, waarop de toeristische routes zijn gebaseerd. Het planet-deel heeft veel drasland, waar de natuur te bewonderen is. Landart en gecentreerde bedrijven geven het deel zijn unieke uitstraling, waar ook grote gebieden onbebouwd zijn. Beleving is mogelijk in het hele park, hoewel elke sfeer zijn eigen kenmerken en specifieke mogelijkheden biedt.

Legenda recreatiegebieden

transferium met boulevard

recreatieve routes over Eendijk

vaarwegennetwerk

wateroppervlak binnen kades

recreatiegebieden en verbindingen

106


Gebiedsontwikkeling De aanleg van het waterbekken, de uniekheid en de perfecte ontsluiting maken dit businesspark tot een gewild gebied. Almere gaat uitbreiden en wil investeren in scholen en hogescholen. Deze centrale plek zal daar perfect voor zijn. Kunstenaars krijgen mogelijkheden voor landart en ook de kunsttuin zal zijn vormen krijgen. Het gebied is uniek en spreekt tot de verbeelding. Recreatie zal zich ontwikkelen en snel uitbreiden door de goede bereikbaarheid en de mogelijkheden van duurzame recreatie. Dit zal veel mensen aanspreken. Bedrijven vinden een perfecte plek tussen Schiphol en het zich internationaal ontwikkelende Lelystad Airport, op een plek midden in Nederland. Naast de duurzame opzet van het park zijn bedrijven verplicht zorg te dragen voor energieopwekking voor eigen gebruik en worden ze gestimuleerd ook buiten eigen gebruik energie op te wekken of mogelijkheden beschikbaar te stellen (zonnepanelen op bedrijfsdaken). Bebouwing en organische invulling Organische ontwikkeling houdt in dat bedrijven hun eigen kavel gaan ontwikkelen. Het voordeel is dat ze een stimulerende voordelige plek op een toplocatie krijgen aangeboden met de mogelijkheid zich duurzaam te ontwikkelen. Het is een kans vanaf het begin mee te profiteren van een zich ontwikkelend businesspark nieuwe stijl.

bedrijven en kantoren

hogescholen

horeca

Binnen de sferen zijn enkele ‘regels’ van toepassing om die sferen te waarborgen. Deze zijn gevat in een ‘kavelpaspoort’. Bedrijven, scholen en recreatieve voorzieningen kunnen zelf bepalen welke sfeer het best aansluit bij hun opzet en visie. Het zal een verrassende en unieke invulling van het duurzaamheidpark opleveren door deze organische invulling. De ‘kavelpaspoorten’ zorgen ervoor dat het gebied blijft voldoen aan de visie, gebaseerd op de opgaven voor water, recreatie, ecologie en de 3 duurzaamheidsferen. Binnen elke sfeer zijn er verschillende variaties in kavelpaspoorten, te beheren door een regisseur. Het gaat vooral om de verhouding bebouwing, verharding en groen en de beheer eisen voor dat gebied. Op de volgende bladzijden staan twee sfeerimpressies.

4. Sustainable Business Waterland 107


Ondertitel

108


4. Sustainable Business Waterland 109


110


4. Sustainable Business Waterland 111


4.4 De structuren in het plan Grens van het gebied Het gebied op deze plek is geen toeval. De perfecte centrale ligging en de ontsluitingswegen, zowel regionaal als landelijk zijn bepalend geweest. Als grenzen worden bestaande lijnelementen in het landschap gebruikt. Dit zijn de rechte verkaveling lijnen, waardoor het gebied een langwerpige rechthoek wordt. Deze lijnen worden versterkt door een brede vaarroute te creëren van min. 10 meter. De kades die het hele gebied omkaderen vallen binnen deze vaarroute. Aan één kant blijft het gebied voorbij de kades open naar het Adelaarstracé. De andere zijden worden geaccentueerd met rijen populieren (zie afbeelding). Dit geeft een speciaal effect, gebaseerd op de bomenrijen in de polder, wat de bijzonderheid van het gebied benadrukt. De populieren komen deels op de kade en deels tussen de kade en de verbrede watergangen te staan. Dit geeft een statig effect en laat duidelijk zien dat er een overgang is naar een ander gebied. Dit geeft een speciaal effect en biedt mogelijkheden tot variatie in het schuiningpercentage, wat weer recreatieve en ecologische mogelijkheden geeft.

bestaande verkavelingsloten en wegen als grensbepaling gebied

watergangen rondom worden verbreed

7 m.

kade

7 m. populierenrijen langs de rand

112

principetekening kade en populierenrand: 50-75 m. breed en 7 m. rij-afstand populieren


oeverzone aansluitend aan akkerranden

akkerrand

oeverzone met brede plas-, draszone

plas-, draszone

oeverzone met weilanden en bos

bosrand met pad en rietkraag

De randen en overgangen naar omliggende omgeving Het gebied grenst aan 4 landschapssferen en deze zijn terug te zien in de structuur van de watergangen en de kades. Het AdelaarstracĂŠ is al aanwezig en heeft bestaande begroeiingen die aansluiten aan de watergang. Het drasgebied heeft een natuurlijk uitziende oeverrand met inhammen, brede plas- draszones en poelen. De zijde van het boswonen heeft natuurlijke oevers, grenzend aan weilanden en bos. De stadslandbouw heeft aanliggende akkers met oevers die overgaan in de akkerranden (zie bovenstaande tekeningen). Dit sluit aan bij de visie van waterschap Zuiderzeeland. Natuurvriendelijke en duurzame oevers zijn goedkoper in beheer, dragen bij aan de ecologische waterkwaliteit en leveren waterberging op.

traditionele oever

duurzame oever met min. 2,5 m. plas/ drasberm

4. Sustainable Business Waterland 113


Populierenrand met parksfeer Op de kade staan rijen populieren die een duidelijke overgang laten zien, maar ook een parkfunctie hebben. Het is een bomenrand van ongeveer 50 m breed. Hierbinnen kunnen parksferen en recreatiesferen voorkomen, horeca en een botenverhuurbedrijf. Er zijn picknickplaatsen, zitgelegenheid, grasvelden, speelruimte, verharde en onverharde paden. Kortom het biedt gevarieerde belevingswaarde en ruimte voor land-art.

sfeerbeeld actief (people)

sfeerbeeld rust (planet)

sfeerbeeld zakelijk (profi)

met gras

114

met onderbegroeiing

met verharding

met speelse vormen


Populus canescens ‘Honthorpa’ Populus canescens ‘Honthorpa’ heeft een smal piramidale vorm en een grijze bast. In de herfst kleurt het gelobde blad geelgroen. De boom is geschikt voor landschappelijke beplanting, park en rijen. Tevens geschikt voor kleigrond en is windbestendig (ook kust). Hij kan tegen bestrating. (bron: www.vdberk.nl)

Populus canescens ‘Honthorpa’

Het watersysteem Het gehele gebied wordt omgeven door kades, waarbinnen water kan worden opgeslagen, wat zodoende kan functioneren als energiecentrale. Met behulp van zonneenergie worden pompen aangedreven. Een duurzame oplossing om energie te gaan leveren en water te kunnen bergen. We nemen een stukje grootschalige landbouw af, maar geven er iets groots voor terug, waarin de wateropgave en de duurzaamheid centraal staan. Gesloten grondbalans De benodigde grond voor de ophogingen dient bij voorkeur uit het gebied te komen en moet in overeenkomst zijn met de grond die wordt afgegraven, zodat een gesloten grondbalans ontstaat. Het gebied binnen de kades wordt deels uitgegraven, maar ook deels opgehoogd in verband met de waterberging. Het gebied moet eruit zien als een groot watervlak, waarbinnen zich alles afspeelt. Daarnaast wordt de verhouding water en land bepaald door het streven naar een kloppende grondbalans, een vereiste in een duurzame aanpak. In het afgravingpatroon van de 3 verschillende sferen, profit, people en planet zijn de onderlinge verschillen goed zichtbaar. Vooral de planetzone biedt mogelijkheden tot spelen met hoogtes, dieptes en schuiningpercentages om veel biodiversiteit te stimuleren. Door het hele gebied binnen de kades loopt echter een draszone en een verhoogde dijk op grotendeels de oude Eemloop. De pleistocene zandlaag ligt in het plandeel op 8 tot 11 meter diepte (zie kaartje: gele en oranje lagen). Bij de aanleg moet rekening gehouden worden met de zettingsgevoeligheid van de grond door de ongerijpte kleilagen.

-3,25 tot -3 -3,5 tot -3,25 -3,75 tot -3,5 -4 tot -3,75 -4,25 tot -4 -4,5 tot -4,25 -4,75 tot -4,5 -5 tot -4,75

maaiveldhoogte

4- 5 5- 6 6- 7 7- 8 8- 9 9-10 10-11 erosie

diepte pleistoceen pakket

4. Sustainable Business Waterland 115


Watersysteem masterplan Vanuit de wateropgave moet rekening worden gehouden met extreme neerslag en droogte. Het nieuwe watersysteem voor het hele masterplangebied heeft een flexibel waterpeil en biedt waterbergingsmogelijkheden. Het spaarbekken en het toegenomen oppervlaktewater worden een belangrijk onderdeel in dit systeem. Het spaarbekken heeft een verbinding met de Hoge en de Lage Vaart. Hierdoor is een koppeling met de Hoge Vaart, de Lage Vaart en het masterplangebied, wat mogelijkheden geeft bij extreme droogte of kade

bouwkavel

drasland

-4,0 m NAP -5,0 m NAP -6,2 m NAP. -7,2 m NAP

waterbekken grondwaterstand: -6,2 m NAP. Waterdiepte:1 m water

-4,0 m NAP -5,0 m NAP -6,2 m NAP. -7,2 m NAP

waterbekken, basishoogte waterstand: maaiveldhoogte: -5 m NAP. Waterdiepte:2,2 m water

-4,0 m NAP -5,0 m NAP -6,2 m NAP. -7,2 m NAP

waterbekken, waterberging: -4 m NAP. Waterdiepte:3,2 m water

116


neerslag. Bij extreme neerslag kan tevens water worden vastgehouden in het spaarbekken en in het oppervlaktewater. Ook de verbrede watergangen hebben een flexibel waterpeil. Dit is een toevoeging ten opzichte van het huidige systeem. Bij droogte kan het masterplangebied water krijgen uit het spaarbekken, de wateroppervlakken en de Hoge Vaart (goede kwaliteit water). Doordat het percentage wateroppervlak is toegenomen kan bij wateroverlast, water uit de Lage Vaart hiernaartoe worden geleid. Dit water is echter van slechte kwaliteit en dit is alleen een oplossing bij overstromingskansen. Het nieuwe watersysteem is beter ingespeeld op toekomstige extreme klimaatveranderingen. Waterkracht Waterkracht is energie die is opgewekt uit stromend water. Hierbij ontstaan geen schadelijke stoffen, en de bron is onuitputtelijk, kortom duurzaam. Overproductie van windenergie of zonne-energie kan gebruikt worden om water in het bekken te pompen. Zodra het waterbekken vol is, kan het gebruikt worden om elektriciteit te produceren, door gebruik te maken van het waterverval. Bij een elektriciteitsvraag kan het water via een waterkrachtcentrale terugstromen naar de watergangen. Waterberging De tekeningen laten zien welke bergingsmogelijkheden de verbrede sloten en het waterbekken bieden. In het waterbekken kan de waterstand tot 1 meter boven maaiveld worden geborgen. In de watergangen biedt het accolade principe veel extra berging oppervlak. Het maaiveld ligt gemiddeld op -5 m tot -4,5 NAP. De waterstand van het afwateringsgebied op de Lage Vaart, waar dit deel onder valt heeft momenteel een grondwaterstand van -6,2.

huidige slootprofiel, grondwaterstand

verbrede sloot, grondwaterstand

verbrede sloot, waterberging

4. Sustainable Business Waterland 117


Infrastructuur in het plan Het wegennetwerk is een belangrijke vestigingsvoorwaarde en gaat versterkt worden. De plaats van het duurzaamheidpark is in eerste instantie gekozen vanwege de goede uitvalswegen die het heeft. Daarnaast heeft het een centrale ligging in het gebied en is het goed te bereiken vanuit Almere (Amsterdam), via de A27 en de Vogelweg, dit blijven belangrijke aders in het gebied. Daarnaast wordt de snelweg uitgebreid richting Zeewolde en Harderwijk. Er zal een duurzaam netwerk voor forenzen en toeristen moeten komen, die het gebied ontsluit, maar ook binnen het businesspark vervoersmogelijkheden biedt. Hiervoor is een goede openbaar vervoerverbinding vanuit Almere en Lelystad naar en door het businesspark nodig en goede bereikbaarheid vanaf het nieuw aan te leggen drasland wonen en bos wonen. Bij de uitwerking van dit plan kwam in de media dat Lelystad Airport moet gaan groeien tot een tweede Schiphol voor grote verkeersvliegtuigen. Het businesspark ligt nu perfect op internationaal niveau. Het is heel goed bereikbaar voor vliegverkeer vanuit Luchthaven Schiphol en Lelystad Airport en het heeft een perfecte ontsluiting vanaf de snelwegen. Dit zijn belangrijke voorwaarden die versterkt moeten worden. Daarnaast is de aanvlieg route over dit gebied erg interessant en zal het waterrijke duurzaamheidpark eruit springen. Ecologisch en zelfvoorzienend wonen in het nieuwe Oosterwold zou ook in moeten houden dat mensen zo dicht mogelijk bij hun woning werken. In dit geval is Almere een metropool van Amsterdam en zullen veel mensen toch moeten forenzen. Dit moet op een zo duurzaam mogelijke manier gebeuren. In Silicon Valley (het centrum voor hightech innovatie in Amerika) is er bijvoorbeeld een bedrijfsbus die mensen van en naar hun werk vervoert. Een

Vernieuwende ov oplossing van Dave Owsen, een combinatie van openbaar vervoer en lokale goederentransport.

118


idee om als voorbeeld te nemen. Daarnaast wordt het openbaar vervoer netwerk flink uitgebreid om het hele duurzaamheidpark goed bereikbaar te maken. Er komt een verbinding vanuit Almere, die aansluit op het ov netwerk van het SBW. Er is een belangrijke verbinding over de vogelweg met dwarsverbindingen naar de verschillende gebouwen. Bij het centrale transferium is mogelijkheid te wisselen van vervoer. Er is ruimte de auto te parkeren en overstappen te stappen op het OV-netwerk, verder het duurzaamheidpark in of richting Almere. Ook kan men overstappen op ander duurzaam vervoer, als een elektronvoertuig of fiets. Om het recreatieve netwerk te stimuleren en toegankelijk te maken is er naast de mogelijkheid van wandelen en fietsen (skaten, steppen, tandem- en electrofietsen), ook de mogelijkheid vanaf dit punt het gebied te verkennen via het water (waterfietsen, kano’s en fluisterboten). In het plan is ruimte voor aanleg van boten en verhuur van watervaartuigen vanaf dit punt. Het wordt een punt wat niet alleen een park en ride functie heeft maar ook een mogelijkheid om te starten op het recreatieve netwerk.

Waterrecreatie bij het transferium

Overstappunt voor het openbaar vervoer

Groot verzamelpunt: het transferium

4. Sustainable Business Waterland 119


Ecologie in het plan Het hele gebied zal een grote verandering ondergaan. Bestaande natuurtypen waar niet veel variëteit in zit zullen in eerste instantie verdwijnen. Daarvoor in de plaats zal een interessante biodiverse natuur terugkomen. Door de wisselende waterstand zal drasland ontstaan, naast bestaande kleigronden en opgehoogde verstoorde klei-zand bodems. Het waterbekken en de verbrede sloten geven een andere mogelijkheden voor het waterleven. Er zijn hoogteverschillen in de bodem, schuine, steile, natuurvriendelijke en harde oevers en kanten, naast groene daken en faunatunnels. Aangelegd groen en spontaan ontstane natuur. Ook kleine eco eilanden zullen er zijn, wat bijvoorbeeld voor vogels een mooie schuil mogelijkheid geeft. Daarnaast krijgt de stadsnatuur een plek, net als groene daken. Een veelzijdig gebied, waar veel te beleven valt voor wie het wil zien. Buiten het waterbekken om, lopen de verkavelingsloten en de verbrede watergangen. Doordat er veel wisselende waterstanden zijn in het plan moet migratie in het gebied mogelijk blijven. Dit houdt in dat het waterbekken geen grote barrièrewerking zal hebben op het waterleven. Om een belemmering voor de verbetering van de visstand te voorkomen, zijn visgeleidingsystemen verplicht in Nederland. Deze zullen die vissen leiden naar goten, buizen of vistrappen. Omdat het gebied opnieuw wordt ingericht zal dit sowieso invloed hebben op het bestaande ecosysteem. Een aangepast en nieuw ecosysteem zal zich ontwikkelen. Vooral in de ‘planet-zone’ wordt natuurlijke ontwikkeling gestimuleerd en er zijn meerdere gebiedjes met plas en drasland, waar alleen dieren zullen kunnen komen. Naast een aantrekkelijke watermilieu is er ook een verbinding over land. Over deze verbinding kunnen verschillende grotere dieren zoals de vos, het ree en misschien wel een groot hert tussen de verschillende landschappen bewegen. De bosjes bieden een uitstekende schuilplaats. In de nacht kunnen de dieren ook heerlijk even grazen en als ze helemaal gewend zijn zullen ze zich misschien overdag ook wel laten zien. Ook voor de aller kleinste dieren is het een goed leefgebied. In de rand waar brede bomenrijen staan, zullen veel insecten, vlinder en vleermuizen zich gaan vestigen. De afstand van de bomen is ideaal voor deze dieren. In de stadsnatuur waar veel opgaande beplanting zal zijn, staan de bomen maximaal 25 meter uit elkaar zodat bijvoorbeeld de vleermuis door het hele gebied kan komen.

120


4. Sustainable Business Waterland 121


Conclusie Sustainable Business Waterland Met het nieuwe SBW wordt een vernieuwd en vooruitstrevend concept neergezet. Er is gezocht naar een manier hoe organische groei gecombineerd kan worden met een duidelijk visie, zonder dat door de organische groei het een mix wordt van alles. Er is een duidelijk raamwerk neergezet waarbinnen nog steeds vele mogelijkheden zijn. Het SBW is door gebruik te maken van De Almere Principles een hoogwaardig en duurzame stadsontwikkeling geworden. Koester diversiteit is principle 1, in dit plan komen veel verschillende functies en gebruikersgroepen samen. Deze diversiteit aan ecologische, sociale en economische systemen is erg aantrekkelijk voor vele mensen. Daarnaast is ook principle 2, waarbij mensen de stad maken, duidelijk te herkennen. Dit plan geeft een duidelijke richtlijn mee voor de invulling, maar waar en hoe de bedrijven willen bouwen is nog volledig vrij. Het verbinden van plaats-context en stad-natuur, komt in dit plan naar voren. Alle routes zijn duidelijk aangesloten op de omgeving en de natuur loopt door de stedelijke ontwikkelingen heen. Door deze combinaties kunnen alle partijen goed van elkaars pluspunten profiteren. De werkende mensen kunnen ontspannen in de prachtige natuur en de bedrijven kunnen profiteren van de reclame die zij voor de voorbij komende recreant kunnen maken. Samen met het vooruitstrevende watersysteem en de duurzame oplossingen op het energiebeleid spelen we in op de principle “blijven innoveren”. Dit watersysteem is ingericht om de gevolgen van de klimaatveranderingen op te vangen. De belangrijkste gevolgen van de klimaatverandering zijn de zeespiegelstijging en extra watertoevoer van intense en langdurige regenval. Hiermee is ook het principle, “anticiperen op verandering”, goed geïntegreerd . Ook geeft dit duurzame plan vele mogelijkheden voor de toekomst, zoals mensen bewust maken over wat duurzaamheid is en motiveren om duurzamer te gaan leven. Daarnaast worden de nieuwe bedrijven doormiddel van de kavelpaspoorten energie neutraal en zonder afval gemaakt, zodat ze goed op de toekomst zijn voorbereid. Met de laatste principle, “het ontwerpen van een gezond systeem”, is veel gedaan. Er is gewerkt aan een zo duurzaam mogelijk plan met een gesloten grondbalans. Ook aan de ecologische diversiteit is veel zorg besteed. Doordat in het plangebied veel water is, zorgt dat voor stadsverkoeling. Airco’s hoeven minder aan wat er weer voor zorgt dat er minder energie wordt gebruik. Al met al zijn er een tal van oplossingen in het plan. De Economic Development Board Almere (EDBA) stelt investeringsprogramma’s op voor de economische ontwikkeling van Almere. Zij hebben bevonden dat Almere op dit moment geen dominante economische clusters (een voorbeeld de ICT en media cluster) kent. De stad met zo’n 80.000 arbeidsplaatsen heeft van alles een beetje. Het ontbreekt aan een herkenbaar economisch profiel. Almere zal immers organisaties moeten ‘verleiden’ om in

122


Almere te investeren. Bedrijven en kennisinstellingen moeten de uniciteit van Almere gaan herkennen en op basis daarvan hun ‘eigen belangen’ gaan verbinden aan de ontwikkeling van de stad. Met het nieuwe SBW is een van de clusters verstekt namelijk de cluster: ICT en media, met de ambitie van een intelligente en verbonden stad. Er is slim ingespeeld door de vele mogelijkheden die het plan biedt. De bedrijven kunnen innoveren door de dichtbijheid van de educatie. De recreant kan weer wat meekrijgen van alle ontwikkelingen. Er wordt een duidelijke lijn uitgezet in dit plan en er wordt een nieuw kenniscentrum ontwikkeld waar heel Nederland naar kan uitkijken.

4. Sustainable Business Waterland 123


Literatuur 124


Boeken en rapporten Atlas-van-het-IJsselmeergebied, www.rijksoverheid.nl/deltaprogramma Westelijk van de Knardijk, Inrichting en ontwikkeling Zuidelijk Flevoland 1968 – 1996, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 1996. Landschappelijk wonen, 34 voorbeelden in en om de stad, FARO Architecten, Palmbout Urban Landscapes en H+N+S Landschapsarchitecten, 2011 Leven in de stad, betekenis en toepassing van natuur in de stedelijke omgeving, Johan van Soest, Martin Melchers. Duurzaam Almere Oost: Ontwerp van een waterhuishoudkundig systeem, Harry de Brauw, 31-03-2009, Deltares Parknatuur. Over de kijkrichtingen beleefbare natuur en inpasbare natuur. Werkdocument WUR 296. Groen transferium Holten vliegwielprojeCt -a1-Zone. Nov. 2010 Klimaatverandering en landgebruik, Pavel Kabat & Jeroen Veraart Programmabureau Klimaat voor Ruimte, Alterra, Wageningen WATER, een kostbaar goed. De Nederlandse watervoetafdruk nader bekeken, Wereld Natuur Fonds, maart 2010 Wesites www.almere.nl/ www.natuurkennis.nl/ www.wageningenur.nl/en/Expertise-Services/Research-Institutes/alterra.htm www.zuiderzeeland.nl/beleid_plannen/waterbeheerplan_2 www.deltawerken.com/De-Afsluitdijk/118.html www.flevolandbovenwater.nl www.ark.eu/ark/kom-kijken/gelderse-poort/economisch-succes themasites.pbl.nl/ www.flevoland.nl/ www.groenkennisnet.nl/ www.schooltv.nl/eigenwijzer/ www.cbs.nl www.natuurboeren.nl www.staatsbosbeheer.nl Afbeeldingen www.geolution.nl/natuur/EHS.gif www.pbl.nl/infographic/nederland-een-dunbevolkte-stad beeldbank.rws.nl

4. Sustainable Business Waterland 125


Bijlage 126


1. Kaart masterplan met legenda 2. Detailuitwerking met legenda

4. Sustainable Business Waterland 127



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.