Groen voor de toekomst Een vergelijking van gemeenten op gebied van duurzaamheid Onderzoeksrapport
Colofon Auteurs: Hielke Bakker Rebekka Bruin In opdracht van: Van der Tol b.v. Lutkemeerweg 328 Amsterdam 020-6677777 info@vandertolbv.nl Begeleid door: Dhr. F. van den Goorbergh Kader: Afstuderen Management Buitenruimte Tuin & Landschapsinrichting Hogeschool Van Hall Larenstein Larenstreinselaan 26a, Velp De informatie uit dit rapport mag niet worden verspreid en gekopieĂŤrd zonder toestemming van de auteurs en de opdrachtgever Van der Tol b.v.
B&B
groenadviseurs
duurzaam denken, duurzaam doen
Groen voor de toekomst Een vergelijking van gemeenten op gebied van duurzaamheid Onderzoeksrapport
Voorwoord Voor u ligt het rapport met de resultaten van het onderzoek. Bij het onderzoek is er een vergelijking gemaakt tussen Van der Tol b.v. en gemeenten op het gebied van duurzaamheid. Dit rapport is samen met het adviesrapport onderdeel van het duurzamer inrichten en beheren van gemeenschappelijke tuinen van Van der Tol b.v. Beide rapporten zijn geschreven in het kader van het afstuderen voor de opleiding Tuin en Landschapsinrichting aan de hogeschool Van Hall Larenstein met als afstudeerrichting Management Buitenruimte. Graag willen we deze gelegenheid gebruiken om een aantal medewerkers van Van der Tol b.v. te bedanken voor de bijdragen tijdens ons afstuderen. We willen graag dhr. M.Terpsta, projectleider advies, bedanken als begeleider vanuit Van der Tol b.v. Tevens willen we dhr. A. Veerman, commercieel directeur, bedanken voor het aanbieden van deze afstudeeropdracht bij Van der Tol b.v. en de inbreng tijdens de gesprekken. Daarnaast willen we de volgende personen bedanken voor de gesprekken die hebben bijgedragen aan ons afstuderen: dhr. R. Bouquet, mevr. M. Copal, mevr. A. Langendoen, dhr. J. Dodeman, dhr. P. Heijmans, dhr. E. Yildrim en dhr. M. van Schaik. Vanuit de opleiding Tuin en Landschapsinrichting willen we graag dhr. F. van den Goorbergh bedanken als begeleidende docent. U heeft ons veel ondersteuning gegeven en indien nodig de juiste richting opgestuurd tijdens het opzetten en uitvoeren van het onderzoek. Wij hebben met veel plezier gewerkt aan dit onderzoek. Wij wensen u tijdens het lezen van dit rapport veel leesplezier.
Velp, 11 juni 2014 Hielke Bakker en Rebekka Bruin Medewerkers B&B Groenadviseurs
Groen voor de toekomst
5
Samenvatting Van der Tol b.v. is een toonaangevende hovenier wat betreft duurzaamheid in aanleg en beheer van groenprojecten. Om in de toekomst haar leidende positie te behouden wordt er continue gezocht naar innovatieve manieren om de werkwijze te blijven optimaliseren. In dit onderzoeksrapport zal er worden gezocht naar innovatie op het gebeid van duurzaamheid bij drie gemeenten in Nederland. De gemeenten die zijn onderzocht zijn de gemeente Leiden, de gemeente Vlaardingen en de gemeente Weert. Met de resultaten van dit onderzoek wil Van der Tol b.v. nog duurzamer zijn tuinen inrichten en beheren. De vergelijking is gemaakt tussen Van der Tol b.v. en drie gemeenten. Bij benchmarking wordt er een vergelijking gemaakt door middel van meetfactoren waar verschillende organisaties op getoetst worden. Tijdens het onderzoek wordt er antwoord gegeven op de volgende hoofdvraag: Welke duurzame ontwikkelingen worden er bij drie gemeenten gehanteerd, die kunnen bijdragen aan duurzaam groenbeheer van gemeenschappelijke tuinen voor Van der Tol b.v.? Het antwoord op deze hoofdvraag is tweedelig namelijk:
1. Binnen Van der Tol b.v. moet het belang van duurzaamheid intern en extern meer worden uitgedragen. Het uitdragen van het belang van duurzaamheid kan worden gedaan door: • Het intern creëren van draagvlak voor duurzaamheid; • het extern creëren van draagvlak bij bewoners; • meer draagvlak te creëren bij opdrachtgevers.
Tevens is er meer onderzoek nodig naar duurzaamheid. Zo zal er meer onderzoek gedaan moeten worden naar buitenlandse werkmethoden met betrekking tot duurzaamheid en onderzoek naar bloemrijke kruidenweiden.
2. Hiervoor moeten praktische handvaten gemaakt worden om sterker te worden als bedrijf op het gebied van duurzaamheid. Van der Tol b.v. heeft momenteel al een aantal duurzame documenten. Deze documenten moeten echter nog nader worden omschreven in een praktisch advies. Uit het onderzoek zijn de volgende punten naar voren gekomen die kunnen bij dragen aan duurzaam groen beheer: • Beheer afstemmen op potentiële en aanwezige flora en fauna; • geen gebruik maken van bestrijdingsmiddelen; • duurzaamheid kostenefficiënt maken. De resultaten van het onderzoek worden in de praktijk toegepast door eerst een visie voor duurzaamheid op te stellen. De visie moet vervolgens worden uitgewerkt in een praktisch advies.
Groen voor de toekomst
7
Inhoudsopgave 1. Inleiding onderzoek 12 2. Huidige werkwijze Van der Tol b.v. 14 2.1 Huidige werkmethode Van der Tol b.v. 16 2.1.1 Beleid Van der Tol b.v. 16 2.1.2 Uitvoering van het beleid 16 2.1.3 Ontwerpproces 16 2.1.4 Beheerproces 16 2.1.5 Conclusie 17 2.2 Vooronderzoek 19 2.2.1 TEEB 19 2.2.2 Asset management 19 2.2.3 Duurzam planmatig groenbeheer 20 2.2.4 Conclusie 20 3. Onderzoeksopzet 22 3.1 Onderzoeksfactoren 24 3.2 De meetfactoren 25 3.2.1 Totstandkoming van de meetfactoren 25 3.2.2 De meetfactoren 26 3.3 Selectie van de partijen 27 3.4 De gekozen partijen 29 4 Resultaten van het onderzoek 30 4.1 Tabel met resultaten 32 4.2 Huidige werkwijze Van der Tol b.v. 34 4.2.1 Belang planeet 34 4.2.2 Belang organisatie 35 4.2.3 Maatschappelijk belang 37 4.3 Gemeente Leiden 38 4.3.1 Belang planeet 38 4.3.2 Belang organisatie 38 4.3.3 Maatschappelijk belang 39 4.4 Gemeente Vlaardingen 40 4.4.1 Belang planeet 40 4.4.2 Belang organisatie 41
4.4.3 Maatschappelijk belang 41 4.5 Gemeente Weert 42 4.5.1 Belang planeet 42 4.5.2 Belang organisatie 42 4.5.3 Maatschappelijk belang 43 5 Vergelijking van de beheermethode 44 5.1 Vergelijking d.m.v. focusgroep 46 5.2 Analyse resultaten 47 5.2.1 Verbeterpunten 47 5.2.2 Resultaten onderzoek 48 5.2.3 Resultaten uit de focusgroep 48 6 Conclusies en aanbevelingen 50 6.1 Conclusie 52 6.2 Aanbevelingen 53 Literatuurlijst 55 Bijlagen 56 1. Interview Raimond Bouquet 2. Interview Enyin Yildirim 3. Interview John Dodeman 4. TEEB 5. Asset Manangement 6. Duurzaam groenontwerp en -beheer 7. Opzet onderzoek 8. Selectiecriteria 9. 3e selectieronde 10. Vragenlijst gemeenten 11. Aanvullende vragen huidig beheer 12. Interview gemeente Leiden 13. Interview gemeente Vlaardingen 14. Interview gemeente Weert 15. Opzet focusgroep 16. Transscript focusgroep Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
9
1. Inleiding
Aanleiding Van der Tol b.v. is een toonaangevende hovenier in aanleg en duurzaam beheer van groenprojecten. Dit blijkt uit het feit dat Van der Tol b.v. door Innogreen VOF en medeorganisator Tuinpro in 2012 is verkozen tot de duurzaamste hovenier van het jaar 2011. (Innogreen VOF en Tuinpro, 2012) De prijs is behaald vanwege de bevlogenheid en de geestdrift van het bedrijf om het thema duurzaamheid handen en voeten te geven. Het belang van de planeet speelt bij alle uitvoerende werkzaamheden een belangrijke rol. Om in de toekomst haar leidende positie te behouden wordt er continue gezocht naar innovatieve manieren om de werkwijze te blijven optimaliseren. In dit onderzoeksrapport is er onderzoek gedaan naar innovatie op het gebied van duurzaamheid bij drie gemeenten in Nederland. Met de resultaten van dit onderzoek wil Van der Tol b.v. nog duurzamer beheren en inrichten. Duurzaamheid is een heel breed begrip dat op veel verschillende manieren wordt ge誰nterpreteerd door mensen. In dit onderzoeksrapport wordt de volgende begripsomschrijving voor duurzaamheid gehanteerd: (MKB) 1. Belang van de planeet, hierbij wordt er gestreefd naar een zo hoog mogelijke natuurwaarde en een lage belasting van het milieu; 2. belang voor de organisatie, hierbij wordt er gestreefd naar duurzame communicatie1 en winst voor de organisatie(extensief onderhoud2);
3. maatschappelijk belang, hierbij wordt er gestreefd naar een goede communicatie bij een nieuw project/beleid en wordt er rekening gehouden met de belevingswaarde3 van de bewoners. Andere onduidelijke begrippen die tijdens het onderzoeksrapport aan bod komen zullen onderaan op dezelfde pagina waar ze vermeldt staan worden gedefinieerd. Bij dit onderzoek wordt een andere begripsomschrijving gehanteerd als bij Van der Tol b.v. Het onderzoek was al te ver gevorderd om de begripsomschrijving hierop aan te passen.
Doel van het onderzoek Het doel van het onderzoek is om te bepalen welke duurzame ontwikkelingen er bij gemeenten zijn, die kunnen bijdragen aan duurzaam groenbeheer van gemeenschappelijke tuinen voor Van der Tol b.v. Hierbij is de volgende hoofdvraag geformuleerd: Welke duurzame ontwikkelingen zijn er bij drie gemeenten waar te nemen, die kunnen bijdragen aan duurzaam groenbeheer van gemeenschappelijke tuinen voor Van der Tol b.v.? Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden zijn de volgende deelvragen opgesteld: 1. Welke factoren zijn van belang bij de keuze voor duurzaam groenbeheer volgens Van der Tol b.v.?
2. Hoe gaan drie gemeenten om met de factoren die betrekking hebben op het duurzame groenbeheer? 3. Welke cruciale lessen kunnen worden geleerd en zijn van belang voor Van der Tol b.v.?
Leeswijzer De opbouw van dit onderzoeksrapport is als volgt. Hoofdstuk 2 beschrijft de huidige werkwijze die wordt gehanteerd bij Van der Tol b.v. Vervolgens geeft hoofdstuk 3 informatie over de onderzoeksopzet die wordt toegepast om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden. In hoofdstuk 4 zijn de resultaten van het onderzoek weergegeven. Vervolgens is in hoofdstuk 5 de analyse van de onderzoeksresultaten beschreven. Hoofdstuk 6 bevat de conclusie, waarbij er antwoord wordt gegeven op de hoofdvraag. In dit hoofdstuk staan ook de aanbevelingen voor Van der Tol b.v. In de bijlage zijn een aantal documenten opgenomen die nadere toelichting geven op de inhoud van het onderzoeksrapport. De tekst van dit onderzoeksrapport wordt onderbouwd middels bronnen. Deze bronnen worden aangegeven in de tekst door middel van haakjes in de tekst. In de literatuurlijst zijn deze bronnen nader omschreven.
Duurzame communicatie (Godding, 2011): Het opbouwen van duurzame relaties met klanten, medewerkers in plaats van de organisatie in de samenleving. Een neveneffect kan een beter milieu en arbeidsomstandigheden zijn. 2 Extensief onderhoud: groenbeheer waarbij er zo min mogelijk ingrijpmomenten aanwezig zijn en de kosten zo laag mogelijk zijn. 3 Belevingswaarde (gemeente Leuven): de belevingswaarde van een ruimte heeft betrekking op de mate waarin de gebruiker het verblijf in, of het gebruik van die ruimte als kwalitatief ervaart. Het is dus een kwaliteitscriterium bij de beoordeling van een ruimte (bebouwd of open) of een ruimere omgeving. 1
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
Inleding
13
2.
Werkwijze Van der Tol b.v. en duurzame werkwijzen
In dit hoofdstuk is de huidige werkwijze van Van der Tol b.v. beschreven, daarnaast worden er andere duurzame werkmethoden beschreven. In paragraaf 2.1 is de huidige werkwijze die bij Van der Tol b.v. wordt gehanteerd beschreven. In paragraaf 2.2 is het vooronderzoek beschreven naar andere duurzame werkwijzen. In paragraaf 2.3 zijn verbeterpunten beschreven. Deze verbeterpunten vormen de basis voor het opstellen van de meetfactoren die in hoofdstuk 3 staan beschreven.
2.1 Huidige werkwijze Van der Tol b.v. In deze paragraaf is de huidige werkwijze van Van der Tol b.v. beschreven. Eerst wordt het beleid van het bedrijf te beschrijven. Na het beleid volgt een beschrijving van de belangrijkste bedrijfsprocessen. De huidige werkwijze is onder andere beschreven aan de hand van interviews met medewerkers die zijn opgenomen in de bijlagen één tot en met drie.
2.1.1 Beleid van Van der Tol b.v.
Het beleid van Van der Tol b.v. is er op gericht dat de kwaliteit van de planeet voorop staat bij elke processtap die binnen het bedrijf genomen wordt. De visie van het bedrijf is dan ook: Van der Tol b.v. denkt groen (Van der Tol b.v.). Bij de strategische uitvoering van deze visie wordt er gekeken naar de vier P’s (Van der Tol b.v.); • People: het betrekken van de achtergestelden in de arbeidsmarkt en het investeren in hooggekwalificeerde en toegewijde medewerkers. • Planet: het bevorderen van biodiversiteit4 bij projecten op de meest duurzame wijze. • Profit: sterke en onafhankelijke financiële positie • Passie: het bewust maken van medewerkers over hun taak binnen het bedrijf. Medewerkers ook trots en enthousiast maken over hun werk en het bedrijf.
2.1.2 uitvoering van het beleid
Van der Tol b.v. heeft voornamelijk gemeenschappelijke tuinen en daktuinen in beheer. Daarnaast beheert Van der Tol b.v. kantoortuinen, parken, begraafplaatsen en landschappelijk groen. Bij de uitvoering van onderhoud op deze locaties wordt het beleid van Van der Tol b.v. toegepast. Van der Tol b.v. heeft vier duurzame tuinen ontwikkeld. Dit zijn de volgende tuinen: (Van der Tol b.v.) • De Vogeltuin voor vogelvriendelijk tuinieren; • de Kringlooptuin met hergebruik en duurzaamheid als leidraad; • de Natuurtuin voor natuurontwikkeling dicht bij huis; • de Vlindertuin met beplanting voor grote aantrekkingskracht van vlinders. Daarnaast heeft Van der Tol b.v. de EcoCheck5 ontwikkeld. Aan de hand van de EcoCheck kunnen de bestaande ecologische waarden en de duurzaamheid van een tuin worden gecontroleerd. Zo wordt er rekening gehouden met de meerwaarde die de tuin bied voor vogels, vlinders of andere dieren. Ook wordt er gekeken of de toegepaste materialen duurzaam geproduceerd zijn. (Van der Tol b.v.) Het productieproces bij Van der Tol b.v. bestaat uit twee belangrijke productieprocessen name-
lijk het ontwerpproces en het onderhoudsproces. Hoe deze handelingen in zijn werk gaan is in de volgende subparagrafen beschreven. Aan de hand van deze analyse kan worden bepaald waar Van der Tol b.v. op kan verbeteren en waar extra onderzoek noodzakelijk is om duurzamer te gaan werken.
2.1.3 Ontwerpproces
Het ontwerpproces is schematisch weergegeven in figuur 2.1 (Van der Tol b.v.). Het ontwerpproces bij Van der Tol b.v. wordt uitgevoerd door de klantmanager en de ontwerper. Tijdens het ontwerpproces is er veel contact met de klant, waarbij het ontwerp er een ontwerp wordt gemaakt die voldoet aan de wensen van de klant.
Biodiversiteit: soortenrijkdom flora en fauna. EcoCheck: Van der Tol b.v. biedt met de EcoCheck de mogelijkheid om een ontwerp, offerte of bestaande tuin te controleren op ecologische waarden en duurzaamheid. Aan de hand van de checklist wordt beoordeeld of een tuin, ontwerp of offerte meerwaarden biedt voor vogels, vlinders en andere soorten die in en om onze tuinen voorkomen en of de toegepaste materialen duurzaam geproduceerd zijn.
4 5
INPUT Tijdsbestek Globale wens Opdracht Werkplanning
PROCES
OUTPUT
Het beheerproces is schematisch weergegeven in figuur 2.2 (Van der Tol b.v.).
OPDRACHT ONTVANGEN
Werkplanning
AFSPRAAK MET KLANT
Programma van eisen
MAKEN VOORLOPIG ONTWERP
Voorlopig ontwerp
PRESENTATIE VOORLOPIG ONTWERP AAN KLANT
Beoordeling voorlopig ontwerp
Van der Tol b.v. streeft naar goed en deskundig onderhoud. De klant bepaalt het onderhoudsniveau en het beeld van de tuin. Van der Tol b.v. beheert tuinen op een milieuvriendelijke wijze. Als de klant de voorkeur heeft voor een ecologische manier van beheren dan voert Van der Tol b.v. dit uit.
Ontwerper
Klantmanager Verbeterpunten voor ontwerp ontwerper
MAKEN DEFINITIEF ONTWERP
PRESENTATIE DEFINITIEF ONTWERP
DEFINITIEF ONTWERP AKKOORD
Klantmanager Ontwerper
Klantmanager Ontwerper
ONTWERPOVERLEG HOUDEN
Veiligheidsrichtlijnen Ondergrond/ werklijnen
2.1.4 Beheerproces
VERANTWOORDELIJKE
NIET AKKOORD
Definitief ontwerp
Ontwerper
Definitief ontwerp
Klantmanager Ontwerper
Met de medewerkers die betrokken zijn bij het productieproces zijn gesprekken gevoerd over de werkwijze die wordt gehanteerd.
2.1.5 Conclusie
TERUG NAAR MAKEN DEFINITIEF ONTWERP
Tijdens het analyseren van de werkmethoden en de gesprekken die zijn gevoerd met medewerkers van Van der Tol b.v. zijn de volgende verbeterpunten aan het licht gekomen:
AKKOORD
Definitief ontwerp
Beplantingsplan Beplantingslijst
BEPLANTINGSPLAN
BEPLANTINGSPLAN AKKOORD
NIET AKKOORD
Ontwerper
Het belang van duurzaamheid is nog niet bij iedereen bekend
TERUG NAAR MAKEN BEPLANTINGSPLAN
Binnen het bedrijf Van der Tol b.v. zijn er veel medewerkers die niet weten hoe ze met duurzaamheid aan de slag kunnen. Daarnaast wordt er onder het begrip duurzaamheid verschillende dingen verstaan. Het is goed om als bedrijf iedereen het belang van duurzaamheid in te laten zien.
AKKOORD
Definitief ontwerp Beplantingsplan
Definitief ontwerp Beplantingsplan Werkomschrijving
UITVOERINGSTEKENING
OPSTELLEN BEHEER NOTIES
ARCHIVEREN VAN HET WERK
Uitvoeringstekening Details
Werkomschrijving Bestek
Projectleider realisatie Projectleider advies
Projectleider realisatie Ontwerper
Projectleider realisatie Ontwerper
Figuur 2.1 ontwerpproces Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
2. Huidige werkwijze Van der Tol b.v.
17
Interne communicatie Binnen het bedrijf zijn er onder de medewerkers veel verschillende opvattingen over duurzaamheid. Tijdens de interviews zijn de volgende omschrijvingen van duurzaamheid door de medewerkers benoemd: • Vestigingsmanager onderhoud: “Duurzaamheid is belangrijk voor het bedrijf. Onder duurzaamheid wordt het belang van het leven met alle organismen en het hergebruik van materialen verstaan.” • Voorman één: “Duurzaamheid begint al bij de aanleg van een tuin. Wat je in de tuin hebt, wat betreft afval moet je in de tuin laten.” • Voorman twee: “Duurzaamheid betekent werken zonder gif, de inrichting aanpassen aan duurzaamheid en het onderhoud van tuinen moet op een duurzame manier worden uitgevoerd.” Binnen Van der Tol b.v. moer één begripsomschrijving worden erkend en gebruikt voor duurzaamheid. Op deze manier wordt het begrip in de praktijk ook makkelijker toe te passen.
Externe communicatie Buiten het bedrijf moet de communicatie worden verbeterd. Zo vertelde een contactpersoon van de wijk het volgende: “een veel gehoorde klacht van bewoners is dat de onderhoudskosten van de tuinen te hoog zijn en dat ze weinig zien voor het geld dat ze in de tuin investeren.” Het verbeterpunt voor Van der Tol b.v. is om deze klachten tegen te gaan.
INPUT
Klant
PROCES
Opdracht Beschikbare mensen en machines
OVERDRACHT
OPSTELLEN JAARPLANNING
OPSTELLEN WEEKPLANNING
UITVOEREN ONDERHOUD
REGISTREREN/BEWAKEN
Checklist
VERANTWOORDELIJKE
Onderhoudscontract
Klantmanager Contract beheerder
OPDRACHTGUNNING
ONDERHOUDSCONTRACT
Beheereisen van de ontwerper
OUTPUT
Jaarplanning - Inderling werknemers
Vestigingsmanager
Weekplanning
Hoofduitvoerder Voorman
Nette tuin
Voorman Hoveniers
Uren rapportage Kosten rapportage
Vestigingsmanager Projectleider realisatie
Verslag werkinspectie Voorman inspectierapport Projectleider klant te vredenheid onderzoek
CONTROLEREN AKKOORD
CONSTATEREN AFWIJKINGEN
NIET AKKOORD
MEER-/MINDERWERK
AKKOORD
WIJZIGEN CONTRACT
NIET AKKOORD
Figuur 2.2 beheerproces
OPSTELLEN OFFERTE
2.2 Duurzame werkwijzen In dit vooronderzoek zijn bestaande duurzame werkwijzen onderzocht. Er is gekozen om drie werkwerkwijzen die door Van der Tol b.v. als interessant zijn bestempeld te onderzoeken. De werkmethoden die zijn onderzocht zijn; TEEB, Asset management en duurzaam planmatig groenbeheer. Het doel van dit vooronderzoek is om er achter te komen op welke interessante punten het bedrijf Van der Tol b.v. zich verder kan ontwikkelen. In deze paragraaf zal per werkmethode het resultaat van het onderzoek worden beschreven. De uitgebreide werkwijze van deze methoden staan beschreven in bijlagen vier tot en met zes.
2.2.1 TEEB
De afkorting TEEB staat voor ‘The Economics of Ecosystems and Biodiversity’. (Dijk, Kuijpers, & Wetten, 2012) TEEB is een internationale methode die de baten van ecosysteemdiensten6 per project in kaart brengt en kijkt wat het oplevert. Bij de methode TEEB wordt er een bijdrage geleverd aan de verbetering van de biodiversiteit, de ecosysteemdiensten en de natuurlijke bronnen7. De baten hiervan worden eerst uitgedrukt in maatschappelijk belang en vervolgens in geld. Hiervoor heeft TEEB de volgende formule ontwikkeld: Natuurlijk kapitaal =biodiversiteit + ecosysteemdiensten + natuurlijke hulpbronnen (Heide & Ruijs, 2010)
De methode TEEB is er op gericht om te bepalen welke partijen er in stedelijk gebied voordeel hebben van de natuur en andere beplanting om hun heen. Deze partijen hebben voordeel van de toekomstige situaite en daarom worden ze gevraagd om mee te betalen in de realisatie en de onderhoudskosten. Voor het toepassen van de methode, worden de volgende stappen doorlopen (Dijk, Kuijpers, & Wetten, 2012): 1. Het ontwerp wordt getoetst en veelal zal er geen besparing noodzakelijk zijn, vanwege de deelname van baathouders; 2. onderzoeken welke baten de ecosysteemdiensten opleveren; 3. de baathouders worden benaderd aan de hand van de baten die het project kan opleveren voor de organisatie; 4. de baathouders worden gevraagd om een financiële bijdrage voor het project; 5. het ontwerp wordt aangepast aan de wensen van de baathouders; 6. de kosten en de baten worden doorgerekend; 7. alle partijen moeten instemmen over de realisatie; 8. het plan wordt uitgevoerd en gemonitord. TEEB heeft de volgende voordelen: sneller planproces (Dijk, Kuijpers, & Wetten, 2012), draagvlak creëren, duurzame keuzes maken (Heide & Ruijs, 2010), verhoging WOZ-waarde (Iersel, 2013) en biodiversiteit (Heide & Ruijs, 2010). Daarnaast heeft TEEB ook nadelen: lastig partijen te overGroen voor de toekomst
tuigen (Iersel, 2013), zorgverzekeraars steunen TEEB nog niet (Ministerie van Economische Zaken, 2013), TEEB is voornamelijk gericht op de functie van groen en niet op esthetica (Heide & Ruijs, 2010).
2.2.2 Asset management
Asset management is ontwikkeld om het bedrijfsproces efficiënter te maken, zodat de winst kan stijgen. Tijdens de asset management staan prestaties, risico’s en investeringen centraal in het bedrijf met als strategisch doel om bedrijfsplannen en doelstellingen in de onderneming op te stellen (Perik, 2010). Bij een asset management wordt er op vier verschillende niveaus naar de organisatie gekeken (I.E.S.). 1. Strategisch beheer; eerst wordt er een plan gemaakt, vervolgens wordt er een risicoanalyse en een strategisch plan gemaakt; 2. tactisch beheer; eerst wordt er een beheer en onderhoudsstrategie opgesteld, vervolgens wordt er een onderhoudsplan opgesteld en tot slot wordt er een contract voor de uitvoerende partij Ecosysteemdiensten: ecosystemendiensten leveren onophoudelijk producten en diensten die onmisbaar zijn voor mensen (Ecosysteemdiensten, 2014). 7 Natuurlijke bronnen: natuurlijk materiaal dat afkomstig is van de planeet wat de basis vormt voor een product (Natuurlijke hulpbronnen, 2014). 6
Onderzoeksrapport
2. Huidige werkwijze Van der Tol b.v.
19
opgesteld; 3. operationeel beheer. Het onderhoud moet zo efficiënt en effectief mogelijk worden uitgevoerd. Vervolgens moet het werk worden voorbereid en toezicht op worden gehouden; 4. Uitvoering. Het plan kan worden uitgevoerd. Asset management levert de volgende voordelen op: reductie van kosten, efficiëntie van arbeid en machinegebruik, effectiever contractbeheer en een duurzamere kwaliteit. Daarnaast zijn er ook nadelen: het toepassen van asset management kan allen worden ingevoerd naar een reorganisatie omdat het de hele bedrijfsstructuur verander moet worden. (Stichting RIONED, 2013).
2.2.3 Duurzaam planmatig groenbeheer
Bij duurzaam en planmatig groenbeheer wordt het beheer afgestemd op de natuurlijke basisprincipes8. Het ontwerp en het beheer wordt professioneler, zakelijker en pragmatischer aangepakt. Hierdoor verbetert de communicatie en blijft er ruimte voor creativiteit (Arbeider, 2013). Om tot een duurzaam planmatig groenbeheer te komen, moeten de volgende stappen worden ondernomen (Arbeider, 2013): 1. Het benoemen van de bestemming van een gebied; 2. het geven van één of meerdere functies aan
een gebied; 3. stellen van wettige, technische en cosmetische randvoorwaarden van een ontwerp; 4. het bepalen van het ontwerp, eindbeeld en de beplantingskeuze; 5. het ramen van de kosten voor aanleg en onderhoud; 6. het aanleggen van het plan; 7. invullen van het beheerproces en overdragen aan de opdrachtgever(indien noodzakelijk); 8. opstellen van het beheerplan; 9. opstellen van het onderhoudsplan; 10. maken van onderhoudsplanning. Interessante punten uit duurzaam en planmatig groenbeheer zijn: het groenontwerp en de beslissingen voor het beheer worden gemaakt aan de hand van natuurlijke basisprincipes en processen. Het stellen van randvoorwaarden voor beplanting. Het letten op de natuurlijke habitat en groeiwijze van de plant. Het beperken van de ingrijpmomenten (Arbeider, 2013)
2.2.4 Conclusie
Uit de werkwijzen die in deze paragraaf beschreven staan kan Van der Tol b.v. belangrijke punten halen. Deze punten vormen de basis voor de factoren waarop Van der Tol b.v. zich gaat vergelijken met andere organisaties. Bij de TEEB-methode worden de baten eerst uit-
gedrukt in maatschappelijk belang en vervolgens in geld. Verschillende partijen betalen mee aan de realisatie van een gebied. Uit de methode TEEB zijn de volgende punten afkomstig: biodiversiteit, ecosysteemdiensten en maatschappelijk belang Bij asset management staat het effeciënter uitvoeren van het bedrijfsproces centraal. Hierbij is het uitvoeren van een risicoanalyse een belangrijk aspect. Duurzaam planmatig groenbeheer stelt de natuurlijke basisprocessen van de beplanting centraal. Hierbij worden ingrijpmomenten in deze natuurlijke processen zoveel mogelijk beperkt. Daarnaast zijn de randvoorwaarden, de natuurlijke habitat en groeiwijze belangrijk. In figuur 2.3 staan de verbeterpunten voor Van der Tol b.v beschreven. Achter de verbeterpunten staat de redenen omschreven waarom het verbeterpunt is opgesteld. In figuur2.4 zijn de onderwerpen beschreven waar het bedrijf zich verder in kan ontwikkelen. In de eerste kolom staan de ontwikkelingspunten en in kolom twee staat de verantwoording waarom het een verbeterpunt is. Natuurlijke basisprincipes: natuurlijke groeiprincipes van beplanting, rekening houdend met: bodem, licht, lucht, water, temperatuur en concurrentiekracht (Arbeider, 2013)
8
Analyse van het bedrijf Belang duurzaamheid Communicatie intern Communicatie extern
Reden van het verbeterpunt Niet iedereen binnen het bedrijf ziet belang duurzaamheid in. Binnen het bedrijf verstaat iedereen wat anders onder duurzaamheid. De klanten zien vaak niet wat de hovenier doet en vragen zich af waarvoor ze betalen.
Figuur 2.3 verbeterpunten voor Van der Tol b.v.
Ontwikkelingspunten uit vooronderzoek
Natuurlijke basisprincipes
Verantwoording van wat het begrip inhoud De soortenrijkdom van planten en dieren. Producten en diensten die de natuur levert aan de mens. (hout, voedsel, fijnstof afvanging) De wensen en de eisen van de bewoners zullen mee worden genomen in de aanlegfase en de belevingswaarde bij de onderhoudsfase. De werkwijze zo inrichten dat er met zo min mogelijk tijdsverlies gewerkt kan worden. Bij het beheren van beplanting wordt er gekeken naar de eigenschappen van de beplanting in combinatie met de standplaats factoren.
Randvoorwaarde beplanting Natuurlijke habitat /groeiwijze
voordat er wordt gekozen voor een beplanting zal er worden bepaald aan welke eisen de beplanting moet voldoen. De manier waarop beplanting in vorm uitgroeid zonder dat de mensen ingrijpen om de vorm te sturen.
Ingrijpmomenten
Door de ingrijpmomenten te beperken zal de beplanting zijn natuurlijk habitat aannemen en dit zal kosten besparen.
Biodiversiteit Ecosysteemdiensten Belang maatschappij Efficiëntere bedrijfsvoering
Figuur 2.4 ontwikkelingspunten voor Van der Tol b.v.
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
2. Huidige werkwijze Van der Tol b.v.
21
3. Onderzoeksopzet In het vorige hoofdstuk is huidige werkwijze van Van der Tol b.v. en duurzame werkwijzen beschreven. Dit is uitgevoerd om te bepalen op welke onderdelen Van der Tol b.v. nog duurzamer kan werken. Aan de hand van de resultaten uit hoofdstuk twee is de onderzoeksmethode bepaald. In dit hoofdstuk zal de volgende deelvraag centraal staan: Welke factoren zijn van belang bij de keuze voor duurzaam groenbeheer volgens Van der Tol b.v.? Eerst wordt de onderzoeksmethode beschreven in paragraaf 3.1, vervolgens wordt in paragraaf 3.2 de factoren besproken, de selectieprocedure in paragraaf 3.3 en de gekozen partijen in paragraaf 3.4.
3.1 De onderzoekfactoren Van der Tol b.v. wil nog duurzamer werken. Van der Tol b.v. heeft zichzelf vergeleken met andere koplopende oprganisaties op het gebied van duurzaamheid. Deze vergelijking wordt gemaakt door de systematische werkwijze van benchmarking toe te passen. Benchmarking is een methode waarbij een bedrijf wordt geanalyseerd door een vergelijking te maken met ĂŠĂŠn of meerdere partijen. Het doel van deze vergelijking is om duurzamer te kunnen werken dan de koplopers. In het onderzoek wordt er een referentiepunt gebruikt waartegen de resultaten worden afgezet, ook wel een prestatievergelijking genoemd. (Richard, Chang, & Kelly, 1997) Het type onderzoek dat is uitgevoerd is een kwalitatief onderzoek (Simons, 2013). Tijdens het onderzoek is er gezocht naar meningen van personen en het beleid van een organisatie over duurzaam werken. De motivatie voor toepassing van de duurzame werkwijze is hierbij belangrijk. Het onderzoek vindt plaats door middel van een literatuuronderzoek en interviews. In bijlage 7 is de onderzoeksopzet beschreven.
3.2 De meetfactoren Bij benchmarking wordt er een vergelijking gemaakt door middel van meetfactoren waar verschillende bedrijven op getoetst worden. In deze paragraaf de meetfactoren beschreven. Aan de hand van de meetfactoren is Van der Tol b.v. met andere partijen vergeleken. In de eerste subparagraaf wordt er beschreven hoe de meetfactoren tot stand zijn gekomen. In paragraaf 3.2.2 zijn de factoren nader beschreven.
3.2.1 Totstandkoming van de meetfactoren In het vorige hoofdstuk zijn de verbeterpunten voor Van der Tol b.v. beschreven. De belangrijkste verbeterpunten zijn door Van der Tol b.v. gekozen. Op deze punten is Van der Tol b.v. vergeleken met andere organisaties.
De opdrachtgever vond alle ontwikkelingspunten interessant om te onderzoeken. Er is voor gekozen om de de ontwikkelingspunten concreter te maken en ze tevens in te perken. Het onderzoeken van alle ontwikkelingspunten zou teveel tijd kosten bij de onderzoekende partij en de onderzoekers. voor de onderzoekende partij. De concretisering van de ontwikkelingspunten staan in figuur 3.1 weergegeven. In de eerste kolom staan de ontwikkelingspunten weergegeven
Ontwikkelingspunten uit vooronderzoek Belang duurzaamheid
Meetfactoren Natuurlijke/ duurzame grondstof
Verantwoording meetfactoren Het bemesten van de bovengrond met organische mest draagt bij aan een rijk en actieve bodemleven.(Arbeider, 2013)
Kringloop binnen de tuin Van der Tol b.v.: Hoe gaan anderen om met afval? Groengebieden moeten voldoende presteren om zich als stedelijke functie te legitimeren.(leven in de stad, 2006) Geslaagd project Communicatie intern Keuze duurzaamheid Van der Tol b.v.: Waar komt de keuze vandaan om duurzaam te gaan werken? Wanneer duurzaam Van der Tol b.v.: Hoe wordt er bepaald wanneer iets een duurzame investering is? Communicatie nieuwe Om draagvlak te krijgen bij bewoners moet er duidelijk met de bewoners over het beheer worden projecten/beleid gecommuniceerd. (Arbeider, 2013) Communicatie extern Het beeld dat mensen mooi vinden heeft te maken met het aangeleerde ideaaltype van de mens.(leven in de stad, 2006) Belevingswaarde Soortenrijkdom fauna Van der Tol b.v.: Hoe gaan andere partijen met het aantrekken van fauna in een gebied? Hoge diversiteit aan boom- en struiksoorten leidt in het algemeen tot een hoge natuurwaarde. Biodiversiteit Soortenrijkdom flora (IdeeĂŤnboek beplanting, 1995) Ecosysteemdiensten Werkgroep ecologie Van der Tol b.v.: Hoe gaan andere partijen om met kwaliteitswaarborging? Het beeld dat mensen mooi vinden heeft te maken met het aangeleerde ideaaltype van de Belang maatschappij Belevingswaarde mens.(Leven in de stad, 2006) Duurzame machines Van der Tol b.v.: Zijn er nog duurzame machines die voor ons intersant zijn? EfficiĂŤntere Van der Tol b.v.: Wat kunnen wij leren van het buiteland die vooroplopen op het gebied van bedrijfsvoering Ontwikkeling buitenland duurzaamheid? Natuurlijke Kennisontwikkeling Inhoudelijke vakkennis is nodig om de manier van beheren te kunnen verkopen. (Arbeider, 2013) basisprincipes Levensduur beplanting Randvoorwaarden beplanting
Natuurlijke habitat /groeiwijze Ingrijpmomenten
Beplantingscombinaties
Bij vervanging is het goed te onderzoeken wat de oorzaak is van het afsterven.(Arbeider, 2013) De aanschafkosten van planten zijn vaak lager dan de onderhoudskosten van een border waar veel onkruid groeit doordat de planten ver uit elkaar zijn geplant. (Arbeider, 2013) Als de groeiplaats niet optimaal is dan zullen de soorten die zich op die plaats thuis voelen de concurrentieslag winnen van soorten die er niet graag staan. (Arbeider, 2013)
Kennisontwikkeling Ecologie v.s. reguliere tuinen
Inhoudelijke vakkennis is nodig om de manier van beheren te kunnen verkopen. (Arbeider, 2013) De wensen van de burgers en de medewerkers zijn van belang bij de inrichting, maar het budget is lijdend. (Arbeider, 2013)
Beplantingsdichtheid
Ecologische bestrijdingsmiddelen
Van der Tol b.v.: Hoe gaan andere partijen om met bestrijdingsmiddelen?
Figuur 3.1 concretisering van de ontwikkelingspunten
Groen voor de toekomst
Deel 1
3. Onderzoeksopzet
25
3.2.2 De meetfactoren
hoge natuurwaarde
soortenrijkdom fauna soortenrijkdom flora werkgroep ecologie/duurzaamheid Ecologische bestrijdingsmiddelen duurzame machines kringloop binnen de tuinen natuurlijke/duurzame grondstoffen
communicatie
keuze voor duurzame inrichting kennisontwikkeling ontwikkelingen buitenland wanneer duurzaam
extensief beheer
Belang organisatie
geslaagd project
levensduur plantsoen ecologisch vs reguliere tuin beplantingsdichtheid beplantingscombinaties
Maatschapp elijk belang
De factoren die zijn opgesteld zijn per categorie beschreven. Er zijn drie categorieën gehanteerd die bij duurzaamheid in dit rapport (zie inleiding) worden gebruikt. Dit zijn de categorieën belang planeet, belang organisatie en maatschappelijke belang. Deze categorieën zijn weer opgedeeld in subcategorieën en dan volgen de meetfactoren. In figuur 3.2 is de tabel weergegeven met daarin de meetfactoren.
subcategorie Meetfactoren
lage belasting milieu
Categorie
Belang planeet
die in paragraaf 2.3 zijn benoemd. De ontwikkelingspunten zijn concreter gemaakt in meetfactoren, zodat de meetfactor ingeperkt is en helder voor de verschillende organisaties. Deze meetfactoren zijn in samenspraak met de opdrachtgever opgesteld. De meetfactoren zijn weergegeven in de tweede kolom. In de derde kolom staat omschreven wat er wordt bedoeld met een meetfactor.
belevingswaarde communicatie nieuw project/beleid
Figuur 3.2 de meetfactoren
3.3 Selectie van de partijen In deze paragraaf wordt toegelicht hoe de keuze voor de geïnterviewde partijen tot stand is gekomen. De keuze is gemaakt op basis van drie selectieronden. Deze selectieronden bestaan uit een korte literatuurstudie, een uitgebreide literatuurstudie en een mondelinge selectieronde. De stappen van de selectieronden worden eerst toegelicht. Vervolgens wordt er per stap nader toegelicht wat deze selectierondes inhouden.
Stappen tijdens de selectierondes Selectieronde één, korte literatuurstudie: 1. De organisatie is een gemeente; 2. Van der Tol b.v. heeft aantoonbare informatie dat de organisatie actief is op een of meerdere onderdelen van duurzaamheid; 3. de interviewlocatie moet binnen twee uur te bereiken zijn met openbaar vervoer. Selectieronde twee, uitgebreide literatuurstudie: 1. Zijn er digitale bronnen van de mogelijke organisatie te vinden; 2. heeft de organisatie een duurzame werkwijze; 3. actief met duurzame punten (wordt nader toegelicht); 4. er zijn telefonische gegevens beschikbaar.
Selectieronde drie, mondelinge selectie: 1. De organisatie staat open voor onderzoek; 2. de organisatie stelt informatie over duurzaamheid beschikbaar; 3. de organisatie maakt winst bij de onderneming; 4. de organisatie is beschikbaar en reageert snel; 5. de organisatie verwacht geen tegenprestatie van Van der Tol b.v.; 6. de duurzame werkwijze is in de praktijk toegepast.
Toelichting op de selectierondes Selectieronde één, korte literatuurstudie; De onderzoekers zullen zich tijdens het zoeken naar geschikte partijen richten op gemeenten. Dit komt voort uit de volgende twee redenen: • Het is door Van der Tol b.v. niet is toegestaan om bij concurrerende partijen te vragen hoe zij omgaan met duurzaamheid. Dit zal namelijk argwaan wekken en dat wil het bedrijf voorkomen. Bedrijven willen tevens hun werkwijze niet delen. (Veerman, 2014).; • bij gemeenten is veel kennis over duurzaamheid die ze graag willen delen.
gekeken naar deelnemerslijsten van deze bijeenkomsten. De lijst met daarop de gemeenten die vaak bij deze bijeenkomsten komen is erg lang. Om toch een schifting te maken is er gekozen voor een maximale van twee uur vanaf Velp of één uur vanaf Amsterdam. De gemeenten die aan de criteria voldoen gaan door naar selectieronde twee. Selectieronde twee, uitgebreide literatuurstudie. Tijdens de tweede selectieprocedure zijn documenten gelezen met betrekking tot de meetfactoren om te kunnen bepalen of een gemeente duurzaam bezig is. Tijdens het lezen van deze documenten viel het de onderzoekers op dat er veel gemeenten zijn die schrijven dat ze duurzaam zijn, terwijl dat niet blijkt uit de inhoud van het beleid. Daarom is er besloten om gemeenten te toetsen op het beleid en overige interessante documenten. Dit is gedaan door extra duurzaamheidpunten toe te kennen aan gemeenten die duurzaam werken. Op deze manier zijn de duurzaamste gemeenten geselecteerd.
De gemeenten die in aanmerking komen om deel te nemen aan het onderzoek moeten duurzaam werken. Duurzame gemeenten zijn geïnteresseerd in flora en fauna. Gemeenten die aanwezig zijn bij lezingen over dit onderwerp hebben een grote kan ook duurzaam te zijn. Om te bepalen welke gemeenten hierbij vaak aanwezig zijn is er Groen voor de toekomst
Deel 1
2. Onderzoeksopzet
27
In figuur 3.3 is weergegeven welke extra duurzaamheidspunten de gemeenten punten kunnen verdienen. Selectieronde drie, mondelinge selectie De laatste selectiecriteria waar de gemeenten aan moeten voldoen om in aanmerking te komen voor deelname aan het onderzoek is afhankelijk van het telefoongesprek. Tijdens dit gesprek is er door de onderzoekers om bevestiging gevraagd of de gevonden informatie uit de eerste en tweede selectieronde correct is. Nadat er telefonisch zes gemeenten zijn benaderd, zijn hieruit drie geschikte gemeenten gekozen. Met deze drie gemeenten is contact opgenomen om een afspraak voor een interview te maken. De resultaten van de selectieprocedure zijn te vinden in de bijlage 8 van dit onderzoeksrapport. In bijlage 9 van het onderzoeksrapport is de handleiding van de mondelinge selectie, het telefoongesprek, opgenomen.
Extra duurzaamheidspunten Pluspunten Certificaten en overeenkomsten op het gebied van duurzaamheid Beschikbaarheid voor een afspraak Reactiesnelheid op voorstel/ enthousiasme voor medewerking Aanvullende informatie(rapporten ed) Vindbaarheid gemeente via digitale bronnen Instantie maakt winst bij onderneming
punten 1 punt per oorkonde 1 punt 1 punt 1 punt 1 punt 1 punt
Figuur 3.3 extra duurzaamheidspunten
3.4 De gekozen partijen Voor de deelname aan het onderzoek zijn er drie geschikte gemeenten geselecteerd. Deze geselecteerde gemeenten zijn volgens onderzoekers niet de drie meest duurzaamste gemeenten, maar ze komen wel in de top elf voor. Zie bijlage 8. Sommige gemeenten waren telefonisch slecht bereikbaar. Voor de voorgang van het onderzoek is er voor de gemeenten gekozen die telefonisch goed bereikbaar waren. De gemeenten die zijn overgebleven na deze selectieprocedure zijn de gemeente Leiden, de gemeente Vlaardingen en de gemeente Weert. Bij deze gemeenten zijn de interviews afgenomen. De gemeenten worden in deze paragraaf kort beschreven. De logo’s van de gemeenten zijn weergegeven in figuur 3.3 tot 3.5.
Vlaardingen is in 2010 verkozen tot de Groenste gemeente van Europa, nadat de gemeente al eerder de prijs heeft gewonnen van ‘Groenste stad van Nederland’.
Gemeente Weert In de gemeente Weert wonen 50.000 inwoners in de vijf dorpen die de gemeente rijk is. De gemeente ligt op de grens van Limburg, Noord-Brabant en België.
Figuur 3.3 logo gemeente Leiden
Ruim twintig procent van het gemeentelijke oppervlakte bestaat uit natuur. Onder andere door de hoeveelheid natuur won de gemeenten Weert in 2013 de titel ‘Groenste Stad van Europa’. (Gemeente Weert)
Gemeente Leiden
De gemeente Leiden ligt aan de oevers van de Rijn. Hierdoor groeide de stad snel, zelfs zo snel dat de stad in 1200 stadsrechten kreeg. In 2014 woonden er 257.042 inwoners in de stad (Online encyclopedie, 2014).
Figuur 3.4 logo gemeente Vlaardingen
Gemeente Vlaardingen
De gemeente Vlaardingen is 26.71 vierkanten kilometer groot en telt in januari 2014 71.059 inwoners (CBS). Rond het 2.000 jaar voor Christus woonden er al mensen in Vlaardingen.
Figuur 3.5 logo gemeente Weert
Groen voor de toekomst
Deel 1
2. Onderzoeksopzet
29
4.
Onderzoeksresultaten
In dit hoofdstuk zijn de resultaten van de interviews beschreven. De interviews zijn afgenomen bij de gemeenten Leiden, Vlaardingen en Weert. De resultaten van het onderzoek zijn weergegeven in de tabel van paragraaf 4.1. In paragraaf 4.2 is de huidige werkwijze van Van der Tol b.v. beschreven. In de paragrafen 4.3 tot en met 4.5 zijn de resultaten per gemeente nader toegelicht. De volgende deelvraag staat centraal in dit hoofdstuk: Hoe gaan drie gemeenten om met de factoren die betrekking hebben op het duurzame groenbeheer? De beschrijving van de resultaten zal gebeuren aan de hand van de factoren die in paragraaf 3.2 zijn beschreven. De categorieĂŤn en de subcategorieĂŤn zijn als kopje in de tekst gebruikt. De factoren zijn in de tekst door middel van een kleur weergegeven als een uitspraak betrekking heeft op een bepaalde factor.
4.1 Tabel met resultaten De onderzoeksresultaten zijn per gemeente en per meetfactor in een tabel weergegeven. De resultaten van Van der Tol b.v. zijn in de vierde kolom van de tabel beschreven. De resultaten van de gemeenten zijn in de overige kolommen die daarna volgen beschreven. Op deze manier kan er in het volgende hoofdstuk een vergelijking worden gemaakt tussen de verschillende werkwijzen. Aan de hand van deze vergelijking is er bepaald op welke punten Van der Tol b.v. zich verder kan ontwikkelen voor duurzamer beheer en inrichting van gemeenschappelijke tuinen. De tabel met resultaten is weergegeven in figuur 4.1. Om tot deze resultaten te komen is er gebruik gemaakt van een vragenlijst. Deze vragenlijst is na het interview met de gemeente Leiden aangepast, omdat bleek dat het begrip duurzaamheid een heel erg ruim begrip is zonder een eenduidige betekenis. Dit begrip is bij de tweede versie van de vragenlijst beter gedefinieerd. Hierbij is de volgorde van de vragen ook aangepast. Omdat het eerste interview met de oude vragenlijst niet veel resultaat heeft opgeleverd is bij gemeente Leiden nogmaals een interview afgenomen met de verbeterde vragenlijst. De verbeterde vragenlijst is opgenomen in bijlage 10 van dit onderzoeksrapport.
subcategorie
Belang planeet
hoge natuurwaarde
Categorie
Meetfactoren
soortenrijkdom fauna
Gemeente Vlaardingen
Gemeente Weert
Er wordt geprobeerd om zoveel mogelijk fauna in één De fauna wordt gemeten en de doelsoorten worden tuin te krijgen, o.a. door de vier duurzame opgenomen in het bestek. tuinconcepten.
Er is geen lijst aanwezig met soorten. Als we informatie nodig hebben, wordt er contact opgenomen met KNNV.
Er vinden tellingen plaats in de gemeente door een werkgroep, de resultaten van de telling worden verwerkt op een ecologische waardekaart.
Er wordt geprobeerd om zoveel mogelijk flora in één tuin te krijgen, o.a. door doelsoorten.
Er wordt eerst bepaald wat de doelsoorten zijn en dan De soortenrijkdom van beplanting in stedelijk gebied worden de maatregelen bepaald om de doelsoorten is erg trendgevoelig. te kunnen verkrijgen.
soortenrijkdom flora
Gemeente Leiden
De fauna wordt gemeten en de doelsoorten worden opgenomen in het beheerplan. Hierbij wordt het beheer op een doelsoort aangepast.
Er is geen ecoloog in dienst, wel iemand met veel Zowel een ecoloog als vrijwilligers die taken uitvoeren Er is geen ecoloog in dienst er zijn wel drie mensen affiniteit met ecologie. Voor grotere projecten wordt voor de gemeente, zoals advisering, flora en fauna met veel affiniteit hebben voor ecologie. een ecoloog ingehuurd. handhaven en controle op bouwplaaten.
Er is geen ecoloog in dienst bij de gemeente. Als er kennis nodig is dan wordt er kennis ingehuurd over ecologie. Er zijn wel meerdere werkgroepen die de gemeente voorziet van informatie.
lage belasting milieu
werkgroep ecologie/duurzaamheid
Ecologische bestrijdingsmiddelen
kringloop binnen de tuinen
communicatie
geslaagd project keuze voor duurzame inrichting kennisontwikkeling ontwikkelingen buitenland
Belang organisatie
wanneer duurzaam levensduur plantsoen extensief beheer
In 2014 wordt er nog gebruik gemaakt van chemische Op verharding worden er selectief Er worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt ook Op verharding worden er selectief geen biologische, omdat niemand kan garanderen dat bestrijdingsmiddelen toegepast en in plantsoenen bestrijdingsmiddelen. Er zal geleidelijk worden bestrijdingsmiddelen toegepast en in plantsoenen wordt niks gebruikt. overgegaan op het biologische middel Ultima wordt er niks gebruikt. Bij ziekten en plagen wordt er een middel gifvrij is. bestreden met biologische middelen. Branden-, borstelen, elektrische machines en ergonomische machines voor de medewerkers.
Er wordt gebruik gemaakt van een 'wildvanger' voorop de grasmaaiers.
Branden-, borstelen- en heetwatermachines
Er wordt gebruik gemaakt van elektrische auto's in de stad. Andere machines zijn afhankelijk van de aannemer. Afvalstroom is provinciaal geregeld. Het afval wordt verbrand om energie op te wekken.
Er is een thematuin waarbij materialen worden hergebruikt. Het afval wordt gescheiden en zo mogelijk hergebruikt. Zo efficiënt mogelijk door hergebruik, duurzame inkoop en gesloten grondbalans.
Het afval wordt naar de energiecentrale gebracht. In sommige gevallen gaat het afval ook naar verengingen die het hergebruiken. Wij passen organische mest toe bij rozen. Bij andere plantsoenen wordt kunstmest gebruikt.
Snoeihout wordt naar de energiecentrale gebracht, dit levert de gemeente geld op.
De projecten worden geëvalueerd door controles, inspectierapporten en klanttevredenheidsonderzoeken.
Bij projecten vindt er geen evaluatie plaats. Pas als er Project is succesvol als de doelen zijn behaald. klachten van bewoners binnenkomen wordt er gekeken hoe het opgelost kan worden.
Beleide afkomstig van directie.
Is door de politiek aan ons opgelegd
Is door de directie opgelegd.
Door middel van cursussen en door vakliteratuur.
Cursussen
Door middel van cursussen en kennisoverdracht van een oud collega. n.v.t. In het buitenland is meer kennis over ziekte van Nederland is een koploper op het gebied van bomen. duurzaamheid. Als de tuin aan de kwaliteitseisen voldoen van de Eco Inkoop moet worden verantwoord, op het gebied van Prijs-kwaliteitsverhouding moet goed zijn Check duurzaamheid. 20 jaar. In deze tijd wordt er een vervangingsbudget 25-30 jaar, elk jaar wordt er geld apart gezet voor apart gezet vervanging Het extensief onderhoud, want er moet zo min Het onderhoud van bermen en gazons zijn ongeveer Het onderhoud van een heemtuin (ecologische tuin) is duurder mogelijk worden ingegrepen. even duur als het traditioneel beheer.
Door middel van cursussen en gesprekken met mensen en organisaties. Nederland loopt voorop in vergelijking met België.
Wordt rekening mee gehouden want er moet zo min mogelijk worden ingegrepen. Er wordt opnieuw ingeboet indien dit niet blijkt te werken dan wordt er een andere beplantingscombinatie ingeplant.
duurzame machines
natuurlijke/duurzame grondstoffen
Er wordt gebruik gemaakt van organische meststoffen.
Zo efficiënt mogelijk gebruik
Evaluaties vinden alleen plaats op het gebied van financiën.
10 tot 20 jaar, dit wordt cijfermatig vastgesteld Nog geen ervaring
ecologisch vs reguliere tuin beplantingsdichtheid
beplantingscombinaties Maatschappelijk belang
Van der Tol b.v.
belevingswaarde
communicatie nieuw project/beleid
De beleving wordt over het algemeen als positief ervaren. Oudere mensen hebben meer problemen met het accepteren van extensief onderhoudt van tuinen. Er wordt blanco gestart met het maken van een plan samen met bewoners.
Wordt rekening mee gehouden
Wordt rekening mee gehouden
Wordt rekening mee gehouden
Er wordt gekeken naar de keuze van het beplantingssoort. De beplanting moet snel sluitend zijn. Er wordt gebruik gemaakt van de Griffioenmethode. Faciliteren in informatieboekjes. Bewoners worden altijd betrokken.
Er wordt gekeken naar concurrentiekracht, vorm en toepassing.
De aannemer die beplanting aanlegt wordt ook verantwoordelijk voor het onderhoud, zodat de aanleg nauwkeurig zal gebeuren.
Bij een verandering worden burgers vanaf het begin betrokken. In het beleid staat ook beschreven om bewoners meer in te schakelen.
Via een klankbordengroep krijgen bewoners inspraak . Er wordt blanco gestart met het maken van een plan samen met bewoners.
Extensief onderhoud wordt niet geaccepteerd te dicht Door goede communicatie probeert de gemeente de bij bebouwing. Oudere mensen accepteren ecologisch bewoners mee te nemen om duurzaam te werken. beheer minder snel dan jongere mensen.
Figuur 4.1 tabel met resultaten Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
4. Resultaten onderzoek
33
4.2 Huidige werkwijze Van der Tol b.v. In deze paragraaf is de huidige werkwijze van Van der Tol b.v. beschreven. De kennis die is opgedaan is afkomstig uit interviews en literatuuronderzoek. Op basis van de huidige werkwijze is bepaald op welke punten Van der Tol b.v. zich kan verbeteren. De aanvullende vragen over huidig beheer zijn beschreven in bijlage 11. De factoren zijn in de tekst met een kleur aangegeven. De werkwijze van Van der Tol b.v. is er opgericht om zo duurzaam mogelijk te werken. Dit blijkt ook uit de volgende citaten van de medewerkers. Vestigingsmanager beheer; • “Duurzaamheid is het belang van het leven met alle organismen en in het hergebruik van materialen, waar mogelijk.” (Bouquet, 2014) Twee voormannen omschreven het begrip duurzaamheid als volgt: • “Duurzaamheid begint bij de aanleg van een tuin. Tijdens het onderhoud geldt; wat je in de tuin hebt, moet je in de tuin laten.” (Yildrim, 2014) • “Duurzaam werken begint bij het werken in de tuin zonder gif en het onderhoud in de tuin zoveel mogelijk beperken.” (Dodeman, 2014) De EcoCheck is opgesteld om te kijken of een nieuw of bestaand ontwerp waarden heeft op het
gebied van ecologie en duurzaamheid. In deze EcoCheck staat omschreven aan welke eisen de tuin moet voldoen en er kunnen punten worden gescoord op duurzame principes die in de tuin aanwezig zijn. Op basis van deze punten kan er een certificaat worden verdiend voor de eigenaren van de tuin. (Terpstra, 2014) Bij de huidige werkwijze van Van der Tol b.v. worden er vier categoriën tot duurzaamheid gerekend. De vier categoriën zijn; belang planeet, belang organisatie, maatschappelijk belang en passie. Deze begrippen zijn het leidraad voor de bedrijfsvoering.
4.2.1 Belang planeet Natuurwaarde (ecologie)
Bij de bedrijfsvoering van Van der Tol b.v. is het belang van de planeet belangrijk. Dit blijkt uit het strategische meerjarenplan op het gebied van ecologie die om de vijf jaar wordt opgesteld. Tevens wordt er een milieulogboek bijgehouden waarin het milieuplan staat omschreven en welke doelstellingen en taken er binnen het bedrijf zijn met betrekking tot ecologie. De milieucoördinator houdt bij of de doelstellingen en de taken van het bedrijf worden nagekomen. De milieucoördinator houdt ook bij welke milieuontwikkelingen er
zijn en kijkt of het bedrijf daarop kan anticiperen. (Mantel, 2012) Bij Van der Tol b.v. wordt tijdens het ontwerp rekening gehouden met de natuurwaarden. Zo zijn er door het bedrijf vier duurzame tuinconcepten ontwikkeld die gerealiseerd kunnen worden als de klant hiervoor kiest. De vier tuinconcepten hebben elk een doelstelling in het belang van de planeet. De vier tuinconcepten zijn; de vogeltuin, de kringlooptuin, de natuurtuin en de vlindertuin. (Terpstra, 2014) Tijdens de uitvoering van het werk houdt Van der Tol b.v. zich aan de Flora- en Faunawetgeving. Dit is wettelijk verplicht en hier moet elk bedrijf zich aan houden (Mantel, 2012). Binnen het bedrijf is geen ecoloog in dienst. Dhr. M. Terpstra is binnen het bedrijf aangesteld als verantwoordelijke voor de ecologische kennis binnen het bedrijf. Indien er door de klant om specialistische kennis over ecologie gevraagd wordt, dan wordt er een ecoloog ingehuurd om voor Van der Tol b.v. de werkzaamheden te verrichten (Terpstra, 2014).
Lage belasting milieu Binnen Van der Tol b.v. wordt in 2014 nog gebruik gemaakt van chemische bestrijdingsmiddelen. In 2014 zal er geleidelijk worden overgegaan op alternatieven zoals Ultima(biologisch middel), bran-
den of borstelen (Bouquet, 2014). Ultima is een middel dat op melkzuurbasis is gemaakt (Yildrim, 2014). Het branden en borstelen van onkruid is volgens de vestigingsmanager beheer niet heel duurzaam, want bij het branden is Lpg nodig en bij borstelen wordt de buitenruimte vervuild met stukjes ijzer (Bouquet, 2014). Vanuit het management is bepaald dat er geen chemische bestrijdingsmiddelen meer mag gebruikt worden als het mogelijk is om andere middelen te gebruiken (Mantel, 2012). Het management van Van der Tol b.v. heeft besloten om de uitstoot van schadelijke gassen door machines zoveel mogelijk te beperken. Dit wordt gedaan door het inzetten van elektrische machines, auto’s met een duurzame groenlabel en het aanschaffen van een elektrische scooter. (Mantel, 2012) Naast de investering in machines die het milieu zo min mogelijk aantasten, wordt er bij het aanschaffen van machines ook gekeken naar de ergonomie van de werknemers. Zo is er door Van der Tol b.v. een ophangsysteem gekocht die het gewicht van de motorheggenschaar tijdens het werken uit je handen haalt (Yildrim, 2014). Van der Tol b.v. scheidt zoveel mogelijk afval, zodat het hergebruikt kan worden (Bouquet, 2014). Binnen het bedrijf wordt plastic, papier en groenafval van elkaar gescheiden (Yildrim, 2014). Het
groenafval wordt bij het bedrijf verwerkt in een composthoop. Het snoeiafval wordt bij het bedrijf geshredderd en hergebruikt als strooisellaag of gebruikt als biobrandstof (Bouquet, 2014). De kringloop van het water wordt zoveel mogelijk in de tuin zelf gehouden. Er wordt gebruik gemaakt van groene daken in de tuinen die onder andere het water vasthouden. De daken die worden aangelegd door Van der Tol b.v. en worden gemaakt van hergebruikte materialen (Mantel, 2012). Sommige tuinen die worden onderhouden door Van der Tol b.v. hebben ook een wadi die het overtollige water opvangt en leidt naar een sloot of laat infiltreren in de grond (Bouquet, 2014). Er wordt bij het bedrijf zoveel mogelijk hergebruikt dus ook bij het maken van daktuinen. Materialen die worden ingekocht moeten zoveel mogelijk duurzaam zijn. Er wordt een bewuste keuze gemaakt voor materialen, zoals FSC-hout (Mantel, 2012). Van der Tol b.v. heeft een keurmerk, waardoor ze bevoegd zijn om met FSC-hout te werken (Bouquet, 2014). Het gebruik van duurzame grondstoffen concentreert zich bij het bedrijf vooral op het gebruik van grond. Zo wordt er tijdens projecten zoveel mogelijk gewerkt met een gesloten grondbalans en goedgekeurd zand (Mantel, 2012).
Groen voor de toekomst
4.2.2 Belang organisatie Communicatie
Bij de afdeling beheer wordt kennis vergaard door cursussen te volgen. Deze cursussen worden zowel aan de kantoormedewerkers, de voormannen en de uitvoerende hoveniers aangeboden (Bouquet, 2014). Door deze cursussen begint het bij de hoveniers door te dringen dat er op een duurzame manier gewerkt moet worden (Dodeman, 2014). Door het lezen van vakliteratuur wordt er binnen het bedrijf ook kennis verkregen. De klantmanagers zijn over het algemeen veel bezig met het vergaren van kennis (Bouquet, 2014). Het omschakelen van traditioneel onderhoud naar duurzaam onderhoud is voor veel medewerkers moeilijk, omdat er te weinig kennis over duurzaaamheid. Daarom is meer kennis bij de medewerkers hierover gewenst. (Bouquet, 2014) Het duurzaam werken als bedrijf zijnde is voornamelijk afkomstig van de directie. Via de afdeling advies krijgt de afdeling onderhoud veel input om duurzamer te gaan werken. De afdeling beheer kijkt voornamelijk naar de contracten die zijn afgesloten en voert uit wat door andere afdelingen is bedacht (Bouquet, 2014). De investeringen die worden gedaan bij Van der Tol b.v. zijn over het algemeen duurzaam. Per tuin moet volgens de EcoCheck 70% van de gebruikte materialen duurzaam geproduceerd zijn. Er wordt Onderzoeksrapport
4. Resultaten onderzoek
35
daarom gestreefd naar een zo duurzaam mogelijk inkoopbeleid, zoals het inkopen van FSC-hout. Het kiezen van duurzame materialen is alleen lastig, omdat er maar een beperkte lijst van duurzame leveranciers aanwezig is. Tevens brengt het toepassen van FSC-hout veel administratief werk met zich mee (Mantel, 2012). De kwaliteit die door Van der Tol b.v. wordt geleverd zit vaak boven de eis die de opdrachtgever stelt. Er zijn daardoor niet veel klachten van mensen over het onderhoud. Indien er een klacht komt, dan wordt er met de opdrachtgever overlegd wat de beste oplossing voor het probleem is. Van der Tol b.v. maakt een beheerplan of een visie voor het onderhoud van een tuin, om klachten te voorkomen. Op basis van de omschrijvingen die in deze documenten staan wordt het onderhoud uitgevoerd en getoetst of het voldoet aan de gevraagde kwaliteit. (Bouquet, 2014) De prestaties van het personeel worden getoetst door de uitvoerders. De uitvoerders rijden ter controle langs de tuinen waar net een onderhoudsbeurt heeft plaatsgevonden. Bij kritische opdrachtgevers vindt vaker een controle plaats (Bouquet, 2014). De tuinen moeten minimaal om de vier maanden worden gemonitord of de kwaliteit van het werk goed is (Mantel, 2012). Twee keer per jaar wordt er een inspectierapport opgesteld waarin de kwaliteit van de tuin staat om-
schreven. Deze rapporten worden ook naar de opdrachtgevers gestuurd om hun op de hoogte te houden (Bouquet, 2014). Na een jaar wordt het beeld dat is ontstaan in de tuin vergeleken met het streefbeeld dat is opgesteld voordat het onderhoudswerk begon (Mantel, 2012). Mocht de kwaliteit van de tuin niet meer voldoen, dan moet er worden ingegrepen door de tuin om te vormen of te renoveren.
streefd om zo min mogelijk in te grijpen. Soms betekend dit dat er meer planten aangeplant moeten worden. De kosten van het aanplanten zijn dan wel hoger, maar deze investering is snel terugverdiend, omdat er minder onderhoudsuren nodig zijn om onkruid te wieden. De eerste jaren is de beplanting nog niet helemaal dicht. Dan zijn de kosten voor het onderhoud ook nog hoger dan de jaren erna (Bouquet, 2014).
Extensief beheer
In de praktijk blijkt dat het extensief beheren van een tuin niet altijd goedkoper is dan het beheer van een tuin die traditioneel wordt onderhouden(Bouquet, 2014).
De levensduur van een tuin wordt gewaarborgd door het maken van een beheerplan. In het beheerplan staat omschreven hoe de tuin moet worden onderhouden, zodat de levensduur zo lang mogelijk wordt gewaarborgd (Bouquet, 2014). De voormannen houden de kwaliteit van een ontwerp in de gaten. Als de kwaliteit niet meer voldoet aan de eisen, dan moet er worden ingegrepen. De voormannen geven aan wanneer de kwaliteit niet meer voldoet (Yildrim, 2014). Als in de praktijk blijkt dat de beplanting op een locatie dood gaat, dan wordt de beplanting opnieuw ingeboet(Dodeman, 2014). Als dan blijkt dat de beplanting structureel dood gaat, dan moet er worden gekeken naar een andere oplossing. Dit kan een ander beplantingstype zijn, maar wellicht zijn er ook andere oplossingen te bedenken (Yildrim, 2014). Tijdens het onderhoud van een tuin wordt er ge-
4.2.3 Maatschappelijk belang
Van der Tol b.v. houdt twee keer per jaar onder de opdrachtgevers een digitale tevredenheidsenquĂŞte om te peilen hoe de kwaliteit van het onderhoudswerk door Van der Tol b.v. wordt ervaren. Met de reacties kan de organisatie waar nodig verbeterpunten doorvoeren. Uit het klanttevredenheidsonderzoek van 2013 is een positieve uitslag gekomen. In figuur 4.2 is te zien dat Van der Tol b.v. op het gebied van kwaliteit van aanleg en onderhoud, netheid van de medewerkers en het nakomen van afspraken met goed tot uitstekend wordt beoordeeld (Mantel, 2012).
zo ontstaat het definitieve ontwerp. Dit ontwerp wordt ook weer gepresenteerd aan de bewoners (P.Heijman, 2014). Het contact met bedrijfsrelaties van Van der Tol b.v. vindt plaats via het relatiemagazine ‘Denk Groen’. Het doel van dit blad is om mensen aan het denken te zetten om groen te denken en te handelen. (Mantel, 2012)
Oudere mensen hebben meer moeite met het feit dat er op een extensievere manier wordt onderhouden dan jongere mensen. Het is bij het bedrijf erg afhankelijk hoe er wordt onderhouden. Dit hangt af van de wensen van de klant (Dodeman, 2014).
Figuur 4.2 klanttevredenheidsonderzoek 2014
De bewoners worden betrokken bij een project vanaf de ontwerpfase. Tijdens het ontwerpen worden er bewonersavonden georganiseerd. Tijdens deze avonden worden de wensen en de eisen van de bewoners gepeild. Aan de hand van deze wensen en eisen wordt er door de ontwerper een plan gemaakt die in een voorlopig ontwerp aan bewoners wordt gepresenteerd. De bewoners mogen tijdens de bijeenkomst aangeven wat ze vinden van het ontwerp. De ontwerper past na deze peiling het voorlopig ontwerp aan en Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
4. Resultaten onderzoek
37
4.3 Gemeente Leiden Het begrip duurzaamheid is bij de gemeente Leiden een heel breed begrip. Zo wordt er bij het begrip duurzaamheid gekeken naar: • Werken op een klimaatneutrale werkwijze; • zo werken aan een leefbare gemeente voor de komende generaties; • zo min mogelijk schade toebrengen aan het milieu. In deze paragraaf is beschreven hoe gemeente Leiden ervoor zorgt dat ze duurzaam werken. De werkwijze van de gemeente is beschreven aan de hand van de opgestelde factoren. De factoren zijn in de tekst met een kleur aangegeven. Het transcript van het interview is terug te lezen in bijlage 12.
4.3.1 Belang planeet
Het belang van de planeet is opgesplitst in hoge natuurwaarde en lage belasting van het milieu.
Hoge natuurwaarde De gemeente heeft een stadsecoloog in dienst. Deze ecoloog houdt zich bezig met het inventariseren van planten en dieren. De ecoloog maakt ook beleid om planten en dieren te beschermen. De flora en fauna wordt bij de gemeente Leiden
gemonitord door de organisatie ‘Stadsnatuurmeetnet’. Deze organisatie brengt de soortendiversiteit van dieren in beeld. Tevens telt de organisatie hoeveel dieren er van een bepaald diersoort aanwezig is in de gemeente. Indien noodzakelijk, worden de bevindingen van deze organisatie meegenomen in het bestek dat op de markt wordt gebracht. In het beheerplan wordt er omschreven hoe er tijdens het beheren rekening moet worden gehouden met de aanwezige florasoorten. Zo kan er worden bepaald dat de maaibeurt van bermen later dan gebruikelijk wordt uitgevoerd om een bepaalde vegetatie de kans te laten geven om zich verder te ontwikkelingen.
gie opgewekt. Een klein deel van het groenafval wordt aan natuurorganisaties en aan de scouting gegeven. De scouting hergebruikt het afval tijdens hun activiteiten.
lage belasting milieu
In het buitenland is meer kennis over ziekten van bomen aanwezig. Hier wordt namelijk meer onderzoek naar gedaan, maar het is niet bekend of er in het buitenland meer kennis over duurzaamheid aanwezig is. De kennis bij de gemeente Leiden wordt verbreedt door cursussen die worden gevolgd.
De gemeente Leiden werkt nog met bestrijdingsmiddelen die selectief op verharding wordt toegepast. Binnen twee jaar wil de gemeente gifvrij werken en overgestapt zijn op de heetwatermethode om onkruid op verharding te bestrijden. Ziekten en plagen worden zoveel mogelijk met biologische bestrijdingsmiddelen bestreden. De gemeente maakt tijdens het maaien van gazons gebruik van een wildvanger. Deze wildvanger zorgt ervoor dat kleine dieren worden verjaagd, voordat ze worden overreden. Het afval wat vrijkomt bij het onderhoud van het openbaar groen wordt naar de verbrandingsoven gebracht. Tijdens het verbranden wordt er ener-
De gemeente Leiden maakt voornamelijk gebruik van kunstmest. Alleen bij botanische rozen wordt er gebruik gemaakt van organische meststoffen.
4.3.2 Belang organisatie
Het belang van de organisatie is opgesplitst in communicatie en extensief beheer.
Communicatie
Bij de gemeente Leiden worden projecten niet standaard geëvalueerd. Een project wordt aangelegd en dan wordt er niet meer naar gekeken. Als iets niet goed is dan krijgt de gemeente hierover wel een klacht binnen van bewoners. Het duurzaam werken is afkomstig uit de politiek. De politiek geeft aan dat er duurzaam gewerkt moet worden. De gemeentelijke organisatie be-
paald hoe er duurzaam gewerkt kan worden. Bij de afdeling inkoop van de gemeente Leiden moet er worden aangegeven op welke manier er duurzaam wordt ingekocht. De gemeente Leiden zorgt ervoor dat er duurzame gunningscriteria zijn bij aanbesteding van het werk aan derden. De aanbesteding vindt bij de gemeente Leiden vaak plaats door middel van de ‘Economisch Meest Voordelige Inschrijving’.
Extensief beheer Binnen de gemeente zijn plantsoenen ingeplant met vaste planten die makkelijk zijn in het onderhoud. Het sortiment wat in de gemeente staat is in samenspraak met het bedrijf Griffioen uitgezocht. De gemeente is dan ook al 30 jaar het proefgebied van dit bedrijf. Het onderhoud aan de vaste planten valt mee. De planten moeten alleen maar afgemaaid en bemest worden. Op deze manier kan de levensduur van een plantsoen wel twintig jaar worden. Dit is de gemiddelde leeftijd van een plantsoen in onze gemeente. Na deze twintig jaar wordt de beplanting vervangen met het budget dat in deze twintig jaar is opgebouwd.
De beheerkosten voor het traditioneel beheer zijn vergelijkbaar met de kosten voor het ecologisch beheer.
4.3.3 lang
Maatschappelijk
be-
Oudere mensen beleven extensief onderhoud negatief. Zij vinden dat een plantsoen pas mooi is als er zwarte grond te zien is. De jongere generatie accepteert sneller dat plantsoenen op een extensieve manier worden onderhouden. De bewoners worden bij de gemeente Leiden vanaf het begin bij de planvorming van een project betrokken. Ook worden de bewoners aangezet om zelf initiatieven te nemen. Tevens wordt er informatie verschaft over duurzame ingrepen die de mensen zelf kunnen uitvoeren.
In de gemeente Leiden wordt er rekening gehouden met de beplantingsdichtheid. Tevens wordt er bij de gemeente vooral goed gekeken naar de keuze van de beplanting. De beplanting moet namelijk snel sluitend zijn. Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
4. Resultaten onderzoek
39
4.4 Gemeente Vlaardingen De gemeente Vlaardingen onderhoudt graag de buitenruimte op een duurzame manier. Duurzaamheid is ook een belangrijk item met betrekking tot het maken van het beleid bij de gemeente. Duurzaamheid is geïntegreerd in het groenbeleidsplan. In dit beleidsplan schrijft de gemeente dat het als doel heeft om zo duurzaam mogelijk te werken. De definitie van duurzaamheid volgens de gemeente Vlaardingen luidt als volgt: zorg te dragen voor de omgeving, zodat het toekomstwaarde heeft. De gemeente Vlaardingen werkt al 40 jaar op een duurzame wijze. In het begin was het werken op een duurzame wijze een enorme zoektocht naar de juiste balans tussen kosten, beeld en het verwachtingspatroon van de bewoners. De gemeente heeft het ecologisch beheer dan ook met vallen en opstaan geleerd. Met resultaat, want nu levert het de gemeente geld op. In deze paragraaf wordt beschreven hoe de gemeente Vlaardingen duurzaam werkt. De werkwijze van de gemeente is beschreven aan de hand van de opgestelde factoren. De factoren zijn in de tekst met een kleur aangegeven. Het transcript
van het interview is terug te lezen in bijlage 13.
4.4.1 Belang planeet
Het belang van de planeet is opgesplitst in hoge natuurwaarde en lage belasting van het milieu.
Hoge natuurwaarde Bij de gemeente Vlaardingen is er geen ecoloog in dienst. Er zijn wel drie medewerkers in dienst die veel affiniteit hebben met ecologie. Van deze drie medewerkers is er één medewerker die zorgt voor de voorbereiding van projecten. Twee medewerkers zorgen voor de uitvoering van de plannen. Doordat de gemeente geen ecoloog in dienst heeft wordt er informatie ingewonnen bij ‘het Natuurloket’ of de ‘Verenging voor Veldbiologen’(KNNV). De gemeente Vlaardingen houdt geen lijst bij met de aanwezige flora en fauna in de stad. Bij de flora in het buitengebied worden de kruiden die er van nature groeien gehandhaafd. In het stedelijke gebied worden er voornamelijk cultuurlijke planten aangeplant. De keuze voor het sortiment dat wordt toegepast wordt bepaald op basis van het beeld dat de gemeente wil bereiken. Aan de hand van het beeld dat wordt gestreefd, wordt het beheer afgestemd.
lage belasting milieu De gemeente Vlaardingen gebruikt al 25 á 30 jaar
geen bestrijdingsmiddelen meer. Er wordt ook geen gebruik gemaakt van biologische middelen, omdat niemand kan garanderen dat biologische middelen geen negatieve effecten op het milieu hebben. Doordat er geen gebruik wordt gemaakt van bestrijdingsmiddelen is het oppervlaktewater in de gemeente schoner. Dit heeft als voordeel dat het slib dat moet worden afgevoerd bij baggerwerkzaamheden kan worden hergebruikt en dus niet hoeft worden afgevoerd. Dit bespaart hoge afvoerkosten. De alternatieve methoden voor onkruidbestrijding op de verharding die worden toegepast binnen de gemeente zijn: branden, borstelen en met heet water het onkruid bestrijden.Bij de gemeente Vlaardingen is er geen voorkeur voor het gebruik van een bepaalde methode. Zo kan er bij elke methode afgevraagd worden hoe duurzaam de methode is als er wordt gekeken naar de uitstoot van uitlaatgassen. Elke methode is toepasbaar door de methode op het juiste moment toe te passen. Door er voor te zorgen dat er geen bemesting op de verharding komt, wordt er voorkomen dat er weer onkruid kan gaan groeien. Er wordt geen gebruik gemaakt van kunstmest. In plaats van kunstmest worden er in plantsoenen wel organische meststoffen toegepast. Op deze manier wordt er een kringloop gemaakt van meststoffen. Een andere kringloop is de afvalkringloop, deze kringloop vindt niet binnen de tuin plaats.
Wel wordt er op een duurzame manier omgegaan met snoeihout. Zo wordt al het snoeihout dat vrijkomt bij het onderhoud naar de centrale gebracht voor de opwekking van energie.
4.4.2 Belang organisatie
Het belang van de organisatie is opgesplitst in communicatie en extensief beheer.
Communicatie De duurzame ontwikkelingen in Nederland zijn op het gebied van groen in de semi-openbare en openbare ruimte uitzonderlijk te noemen. Nederlanders zeer innovatief, omdat Nederland een klein land is waar elke vierkante meter benut moet worden. Voor innovatie is kennis nodig. De kennis die bij de gemeente Vlaardingen aanwezig is, is afkomstig van cursussen en van een oud collega. De cursussen die worden gehouden zijn cursussen die betrekking hebben op de flora en fauna. De oud collega had veel kennis over duurzame processen binnen de gemeente. Door veel met deze collega samen te werken is deze kennis overgedragen. Een project is succesvol als de doelen van een project worden behaald. Indien de doelen niet zijn behaald, dan zal er moeten worden ingegrepen. Het ingrijpen gebeurd samen met de bewoners. Door met elkaar te praten over het probleem
wordt er naar een oplossing gezocht. Over een duurzame investering wordt bij de gemeente pas gesproken als de prijs-kwaliteitsverhouding goed is. Dit houdt in dat de kwaliteit van een product voldoet aan de eisen van de gemeente, waarbij het product scherp geprijsd is. Extensief beheer De onderhoudsfrequentie van beplanting wordt bij de gemeente Vlaardingen beperkt door de juiste keuze van de beplanting. Met de juiste keuze worden beplantingssoorten bedoeld die weinig onderhoudswerk nodig hebben om de beplanting in toon te houden. Als er een beplantingsplan wordt gemaakt dan wordt er eerst gekeken wat de mogelijkheden van de plantlocatie zijn. Zo wordt er onder andere gekeken naar de grote van de locatie en de grondsoort. Nadat deze gegevens zijn vastgesteld wordt er pas een keuze gemaakt voor een beplantingssoort. De beplanting die wordt gekozen en toegepast moet snel sluitend zijn. Op deze manier zal de ontwikkeling van het onkruid worden beperkt. Bij de keuze voor het beplantingssoort wordt er heel kritisch gekeken. Zo moet de plant niet te dominant zijn en niet te bewerkelijk zijn in het onderhoud.
planting kan door onvoorziene omstandigheden al na 15 jaar aan vervanging toe zijn. Er wordt door de gemeente Vlaardingen elk jaar geld apart gezet om renovaties te kunnen bekostigen. De onderhoudskosten van een ecologische tuin, in dit geval een heemtuin zijn hoger dan de onderhoudskosten van een reguliere tuin.
4.4.3 Maatschappelijk belang Het toepassen van ecologie wordt door bewoners over het algemeen niet op prijs gesteld en vooral niet vlak bij hun eigen huis. Ecologie wordt namelijk vaak ervaren als rommelig en de meeste mensen in Nederland leiden aan een netheidsyndroom. Vooral de oudere mensen vinden het beeld dat ontstaat door ecologisch beheer niet mooi. Deze mensen vinden een strak gemaaid gazon zonder onkruid vaak mooier. Veel inwoners van de gemeente Vlaardingen waren het er niet mee eens dat er minder vaak werd gemaaid. Het hoge gras was lelijk en het zag er niet uit. Nu is deze mening helemaal veranderd, want het merendeel van de bewoners is nu tevreden over het beheer. Via een klankbordgroep kunnen bewoners inspraak krijgen in het planproces van een project.
De gemiddelde levensduur van de beplanting in een plantsoen ligt tussen de 25 en 30 jaar. De beGroen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
4. Resultaten onderzoek
41
4.5 Gemeente Weert De gemeente Weert is tijdens de verkiezing van groenste stad gekozen als winnaar van Nederland en van Europa. Als deelnemende partij kon er punten verdient worden op het aantal oppervlakte groen, maar ook naar cultuurhistorie, educatie, burgerparticipatie en duurzaamheid. Tijdens de verkiezing bleek dat de gemeente Weert al erg duurzaam bezig is zonder dat er een duurzaamheidsbeleid was. Ondanks dat er al duurzaam werd gewerkt is er een beleid opgesteld om nog duurzamer te gaan werken. Anno maart 2014 ligt het duurzaamheidsbeleid ligt ter goedkeuring bij de gemeenteraad van Weert.
opgesteld. De factoren zijn in de tekst met een kleur aangegeven. Het transcript van het interview is terug te lezen in bijlage 14.
4.5.1 Belang planeet
Het belang van de planeet is opgesplitst in hoge natuurwaarde en lage belasting van het milieu.
Hoge natuurwaarde De gemeente Weert heeft geen ecoloog in dienst. Er ontbreekt tijdens een project dan ook vaak kennis over ecologie. De beleidsmedewerker geeft dan ook aan dat hij graag een ecoloog als collega heeft, zodat er meer kennis aanwezig is. Nu wordt er kennis over ecologie ingehuurd.
Duurzaamheid betekend voor de gemeente Weert bewust zijn van de leefomgeving waar in wordt gewoond. Duurzaam omgaan met de wereld zal dan ook niet een opgave moeten zijn voor de gemeente Weert en voor haar inwoners.
Er zijn binnen de gemeente meerdere werkgroepen die zich bezighouden met ecologie. Deze werkgroepen verrichten de volgende werkzaamheden; natuureducatie, tellingen uitvoeren en zich sterk maken voor het behoud van natuur bij de gemeente.
Het toepassen van duurzaamheid begint bij de gemeente Weert al tijdens de planvorming. In deze paragraaf staat beschreven hoe de gemeente Weert ervoor zorgt dat er duurzaam gewerkt wordt. De werkwijze van de gemeente zal worden beschreven aan de hand van de factoren die zijn
De gemeente Weert heeft samen met de werkgroepen drie jaar geleden een diereninventarisatie uitgevoerd. De gegevens die tijdens deze inventarisatie aan het licht zijn gekomen zijn verwerkt in een ecologische waardekaart. Op deze waardekaart is aangegeven waar een dier voorkomt en welke maatregelen er nodig zijn om de dieren op die plaats te behouden. De soortenrijkdom van
beplanting in stedelijk gebied is trendgevoelig. Zo heeft elke tijdsperiode een bepaalde soorten die veel toegepast worden.
lage belasting milieu De gemeente Weert maakt geen gebruik van bestrijdingsmiddelen tussen de beplanting in het plantsoen. Op verharding wordt alleen selectief onkruid bestreden. Bij ziekten en plagen wordt gebruik gemaakt van biologische middelen die heel selectief worden toegepast. De gemeente streeft ernaar om zo efficiënt mogelijk om te gaan met grondstoffen. In de gemeente zelf is een zandwinningsgebied. Ook wordt er efficiënt omgegaan met fossiele brandstoffen, door gebruik te maken van elektrische auto’s die afval in het centrum ophalen. Het gebruik van duurzame machines is afhankelijk van de aannemers die het werk uitvoeren. De afvalstroom van gemeenten in Limburg worden provinciaal geregeld. Zo gaat er van al het afval in de provincie ongeveer 90% naar de verbrandingsoven in Cuijk. Tijdens het verbranden wordt er energie opgewekt.
4.5.2 Belang organisatie
Het belang van de organisatie is opgesplitst in communicatie en extensief beheer.
Communicatie De kennis over duurzaamheid is in vergelijking met België, waar de ambtenaar vandaan komt, in Nederland hoger. In Nederland wordt meer aandacht besteedt aan het groen en er zijn meer financiële mogelijkheden. Er worden bij de gemeente Weert cursussen gegeven om de kennis van het personeel te vergroten. Tevens wordt de kennis binnen de gemeente groter door discussies die plaatsvinden met diverse mensen en organisaties. Het evalueren van een project vindt in de gemeente Weert alleen plaats op het gebied van financiën. Zo wordt er aan het einde van een project gekeken of de daadwerkelijke kosten onder de begrote kosten blijven. Maar er wordt niet getoetst of de bewoners tevreden zijn met de nieuwe inrichting. De opdracht om als gemeente duurzamer te gaan werken is afkomstig van het bestuur. Het bestuur heeft ook een duurzaamheidscoördinator aangesteld om het duurzaamheidsproject binnen de gemeente te coördineren.
Extensief beheer De keuze van het sortiment is afhankelijk van de locatie waar de beplanting moet komen te staan. Zo wordt er rekening gehouden met de ruimte, de grondsoort en de waterstand. Op een locatie in het park waar meer concurrentiekracht tussen
de beplanting aanwezig is, wordt meer gebruik gemaakt van grote groepen beplanting. Hier worden de planten ook dicht op elkaar geplant om onkruidgroei te beperken. De beplanting die wordt gekozen voor struwelen moeten zoveel mogelijk inheemse beplantingssoorten zijn. Door te zorgen voor de juiste keuze van beplanting op de goede grond kan het probleem van slechte beplanting worden voorkomen. Daarnaast is een juiste plantwijze ook van belang. Hierbij moet er ook gelet worden op de planttijd, het toedienen van bemesting en de plantwijze. Als bij de aanleg van de beplanting alles goed verloopt, dan is de verwachte levensduur van een plantsoen in de gemeente Weert tussen de tien en de twintig jaar. Tegenwoordig wordt de onderhoudsaannemer verantwoordelijk gesteld voor de nazorg van het plantwerk dat de aannemer zelf heeft aangelegd. Op deze manier zal de aannemer er wel voor zorgen dat het plantwerk nauwkeurig wordt uitgevoerd, want als het niet goed is uitgevoerd moet de aannemer dit op eigen kosten herstellen. Er is bij de gemeente Weert geen uitgebreide ervaring met extensief onderhoud en de beheerkosten hiervan, omdat het openbaar groen in de gemeente op niveau A, volgens de CROW systematiek, wordt onderhouden. Groen voor de toekomst
4.5.3 lang
Maatschappelijk
be-
De belevingswaarde van bewoners moet niet worden onderschat. Een plan valt of staat met de mening van de bewoners. Om de bewoners van de gemeente Weert tevreden te houden worden er burgerpeilingen gehouden, er wordt een buurtschouw gehouden en de drempel voor de burger wordt verlaagd om een klacht in te dienen. Als de gemeente begint met duurzaam werken, moet dit ook goed worden gecommuniceerd. Zo worden er nestkastjes en vlinderstruiken aan de bewoners aangeboden om de bewoners bewust te maken van hun rol in de natuur. De biodiversiteit is niet alleen in de natuur aanwezig, maar ook in de stad en de tuinen van de bewoners. De gemeente Weert kiest ervoor om elk project te beginnen met een blanco tekening, waarop de bewoners hun wensen mogen aangeven. Op deze manier voelen de bewoners zich betrokken bij een plan dat is ontworpen en mogelijk wordt gerealiseerd. Als een project in uitvoering is, dan is er één keer per week een inloopuur op locatie, waar mensen hun klachten over het project kunnen spuien.
Onderzoeksrapport
4. Resultaten onderzoek
43
5.
Vergelijking van de beheermethode
In dit hoofdstuk is er een vergelijking gemaakt tussen de werkwijze van Van der Tol b.v. en de werkwijze van de drie ge誰nterviewde gemeenten. De focusgroep is als middel gebruikt om de resultaten te vergelijken. De volgende deelvraag staat centraal in dit hoofdstuk: 3. Welke cruciale lessen kunnen worden geleerd en zijn van belang voor Van der Tol b.v.? Er is een focusgroep gehouden bij medewerkers van Van der Tol b.v., zodat de nieuwe duurzame beheermethode een methode wordt waar medewerkers achter staaan. Hoe het proces van de focusgroep is verlopen staat beschreven in paragraaf 5.1. In paragraaf 5.2 zijn de resultaten van het onderzoek weergegeven.
5.1 Vergelijking door focusgroep In deze paragraaf is beschreven hoe er door middel van een focusgroep wordt bepaald welke werkwijze volgens de medewerkers het meest geschikt is voor Van der Tol b.v. Door middel van een focusgroep is er met enkele medewerkers van Van der Tol b.v. gediscussieerd over de onderzoeksresultaten Tijdens een focusgroep vindt er een gestructureerde discussie plaats onder een kleine groep van belanghebbenden, begeleid door een ervaren gespreksleider (Participatiewijzer, 2011). Het doel van deze bijeenkomst is: • Het peilen van meningen en ervaringen ten aanzien van complexe factoren die kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van een visie over een duurzame werkwijze voor Van der Tol b.v.; (Ketelaar, Hentenaar, & Kooter, 2011) • het creëren van draagvlak bij medewerkers uit verschillende afdelingen bij Van der Tol b.v. door ze zelf te laten meedenken over de resultaten van het onderzoek en de toepassing van de nieuwe duurzame werkwijze. Tijdens de discussie worden de factoren besproken die de meest complexe uitkomsten vertonen. Met complexe uitkomsten wordt bedoeld de uitkomsten die enorm van elkaar verschillen en de uitkomsten die heel dichtbij elkaar liggen.
De werkwijze waarop de focusgroep is uitgevoerd wordt nader toegelicht in bijlage 15. Tevens is in bijlage 16 het transcript van de focusgroep opgenomen.
5.2 Analyse resultaten Tijdens het onderzoek en tijdens de bijeenkomst met de focusgroep kwamen sommige verbeterpunten meerdere keren ter sprake. Deze verbeterpunten zijn beschreven bij de subparagraaf ‘verbeterpunten’. De bevindingen die alleen bij het onderzoek of alleen tijdens de focusgroep aan het licht zijn gekomen zijn apart beschreven in de subparagrafen. De verbeterpunten voor Van der Tol b.v. zijn dik gedrukt. Onder het verbeterpunt staat een verklaring waarom het verbeterpunt is opgenomen.
5.2.1 Verbeterpunten
Duurzaamheid moet bij alle medewerkers binnen het bedrijf meer draagvlak krijgen Het begrip duurzaamheid is een ruim begrip, zonder dat medewerkers precies weten wat het begrip inhoud. Door de definitie van duurzaamheid in de organisatie scherp te stellen zal het voor medewerkers uitnodigend zijn om duurzamer te gaan werken. Hierbij moet er op gelet worden dat in de gehele organisatie bekend is wat duurzaamheid precies inhoud. Want tijdens de gesprekken die zijn gevoerd is gebleken dat kennis zich maar beperkt tot een bepaalde afdeling binnen de organisatie en dat het binnen het bedrijf niet breed wordt gecommuniceerd.
Duurzaamheid moet meer worden uitgedragen door medewerkers van Van der Tol b.v., zodat er extern ook meer draagvlak wordt gecreërd. Het duurzaam werken wordt onvoldoende naar buiten uitgedragen, doordat er binnen het bedrijf Van der Tol b.v. veel onduidelijkheden zijn omtrent het begrip duurzaamheid. Als het begrip duurzaamheid binnen het bedrijf duidelijk is kunnen alle medewerkers van Van der Tol b.v. dit ook naar buiten toe communiceren. De medewerkers kunnen dan ook proberen de opdrachtgevers te overtuigen om duurzaam te gaan werken. Hierbij moet worden opgemerkt dat duurzaam werken niet te alle tijden geld bespaart voor de klant. Dit maakt het ook lastig om draagvlak te creëren bij klanten. Zeker in tijden van economische crisis, waarbij de klanten veelal willen besparen. Daarom moet er worden gezocht naar duurzame oplossingen die op langer termijn niet voor extra kosten zorgen.
Het beheer moet beter worden afgestemd op de flora en fauna die al aanwezig is Onder duurzaamheid wordt door veel partijen verstaan dat er goed moeten worden omgegaan met flora en fauna binnen een gebied. Hierbij kan er worden geprobeerd om nieuwe flora en fauna aan te trekken, maar het is veel handiger om te richten op de flora en fauna die al aanwezig is en deze te versterken. Groen voor de toekomst
De beplantingskeuze moet beter worden afgestemd op het beheer De beplanting moet worden gekozen aan de hand van de onderhoudsintensiviteit. Er moet gekozen worden voor beplanting die extensief kan worden beheerd. Met extensief beheer wordt bedoeld dat er zo min mogelijk onderhoudswerk nodig is om de beplanting netjes te houden. Door een betere afstemming tussen de ontwerper, die het beplantingsplan maakt en de beheerafdeling van het bedrijf kan het onderhoud extensiever worden. Daarnaast moet er gekeken worden hoe de overige inrichtingselementen, zoals onder andere verharding tevens extensiever beheerd kan worden.
Geen gebruik meer maken van bestrijdingsmiddelen Tijdens het onderhoud worden er in 2014 chemische bestrijdingsmiddelen toegepast. Na 2014 worden er in het bedrijf geen chemische bestrijdingsmiddelen meer gebruikt. Bij het gebruik van biologische middelen kan niet gegarandeerd worden dat het niet schadelijk is voor het milieu. Om duurzaam te gaan werken is het dus goed om geen bestrijdingsmiddelen toe te passen, maar om ervoor te zorgen dat klanten onkruid tussen de bestrating gaan accepteren. Daarnaast moet er worden gezocht naar alternatieve bestrijdingmiddelen als branden en heet water.
Onderzoeksrapport 5. Vergelijking van de beheermethode
47
5.2.2 Resultaten uit het onderzoek
Tijdens het uitvoeren van kleine tot middelgrote projecten moet iemand binnen het bedrijf de ecologie waarborgen. Bij kleine projecten wordt er geen ecoloog ingehuurd om de flora en fauna te behouden/versterken. Het is belangrijk dat er rekening wordt gehouden met de flora en fauna in een gebied. Afhankelijk van de vraag, kan hier meer of minder aandacht aan worden besteed.
5.2.3 Resultaten uit de focusgroep
Tijdens bewonersavonden moet er meer rekening worden gehouden met de financiĂŤle mogelijkheden voor ontwerp en beheer Om het ontwerpproces succesvol te laten verlopen zijn de gesprekken met bewoners heel belangrijk. Voor de goedkeuring van het definitieve ontwerp is de mening van de bewoners doorslaggevend, omdat de bewoners uiteindelijk moeten gaan betalen voor de aanleg en het onderhoud van de tuin. Het probleem tijdens de gesprekken met bewoners is dat ze een hele mooie tuin willen, maar er zo min mogelijk voor willen betalen. Dit heeft vaak tot resultaat dat veel mooie plannen niet doorgaan, omdat bewoners het geld er niet voor over hebben. Daarom is het belangrijk dat het budget voor aanvang van het ontwerp-
proces wordt vastgesteld.
Traditioneel beheer is niet per definitie goedkoper dan ecologisch beheer Binnen het bedrijf en bij bewoners heerst het idee dat traditioneel beheer goedkoper is dan ecologische beheer. Dit is niet altijd het geval. Dit zal ook moeten worden gecommuniceerd naar de medewerkers en naar de bewoners toe. Er wordt tot op heden hierover onvoldoende gecommuniceerd.
Door de economische crisis houden de klanten hun hand op de knip De economische crisis heeft ervoor gezorgd dat klanten hun hand nog meer op de knip houden dan dat ze al deden. Hierdoor worden sommige processen binnen het bedrijf niet meer uitgevoerd. Zo wordt het maken van een meerjarenbegroting, waarin wordt aangegeven wanneer een tuin moet worden gerenoveerd, niet meer uitgevoerd. Dit wordt niet meer gedaan, omdat woningcorporaties niet meer in de tuinen investeren. Door dit niet meer toe te passen zal op den duur de tuin verwaarlozen en zal de tuin sneller moeten worden vervangen.
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport 5. Vergelijking van de beheermethode
49
6.
Conclusies en aanbevelingen In dit hoofdstuk zal eerst de hoofdvraag worden beantwoord. Vervolgens wordt er een toelichting gegeven op de beantwoording van de hoofdvraag. Tevens worden er aanbevelingen gegeven voor verbeteringen van het onderzoek en aanbevelingen voor vervolgstappen.
6.1 Conclusies De hoofdvraag die centraal staat tijdens dit onderzoek is: Welke duurzame ontwikkelingen worden er bij drie gemeenten gehanteerd, die kunnen bijdragen aan duurzaam groenbeheer van gemeenschappelijke tuinen voor Van der Tol b.v.? De hoofdconclusie van het onderzoek luidt: 1. Het belang van duurzaamheid moet intern en extern het bedrijf meer uitgedragen worden. 2. Hiervoor moeten praktische handvaten gemaakt worden om sterker te worden als bedrijf op het gebied van duurzaamheid. De hoofdconclusie wordt hieronder aan de hand van de twee conclusies nader toegelicht. 1. Duurzaamheid meer uitdragen intern en extern het bedrijf Het belang van duurzaamheid moet intern en extern worden gecommuniceerd. • Zo moet er intern draagvlak voor duurzaamheid worden gecreëerd; • extern draagvlak bij bewoners worden gecreërd; • draagvlak bij opdrachtgevers worden gecreërd. 2. Praktische handvaten maken Van der Tol b.v. heeft momenteel al een aantal documenten die over duurzaamheid gaan. Deze documenten moeten echter nog nader worden omschreven in een praktisch advies. Uit het onderzoek zijn de volgende punten gekomen die kunnen bij dragen aan duurzaam groenbeheer: • Beheer afstemmen op potentiële en aanwezige flora en fauna;
• Geen gebruik van bestrijdingsmiddelen; • Duurzaamheid kostenefficiënt maken. Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden zijn er deelvragen geformuleerd. Gedurende het onderzoek is de volgende definitie voor duurzaamheid gehanteerd:belang planeet, belang organisatie en maatschappelijk belang. 1. Welke factoren zijn van belang bij de keuze voor duurzaam groenbeheer volgens Van der Tol b.v? Bij de analyse van de huidige werkwijze is gebleken dat er duidelijker intern en extern gecommuniceerd moet worden over duurzaamheid. Tevens moeten alle medewerkers het belang van duurzaamheid inzien. Op basis van het interne onderzoek komen onder andere de volgende factoren naar voren: constateren soortenrijkdom flora en fauna, kringloop in de tuin en bevelingswaarde bewoners. Aan de hand van de factoren zijn er drie gemeenten geselecteerd. Er waren wellicht andere gemeenten gekozen als er meer intern onderzoek was uitgevoerd door de onderzoekers en als de documenten van Van der Tol b.v. eerder beschikbaar waren gesteld voor de onderzoekers. 2. Hoe gaan drie gemeenten om met de factoren die betrekking hebben op duurzaam groenbeheer? De gemeenten worden vergeleken met Van der Tol b.v. aan de hand van de factoren. Dit wordt gedaan door middel van een interview. De belangrijkste resultaten van deze interviews zijn:
• Gemeenten hebben al beleid gevormd op het gebied van duurzaamheid. Veel gemeenten zijn nog bezig om dit in de praktijk te brengen; • gemeenten hebben diersoorten geïnventariseerd en gebruiken geen bestrijdingsmiddelen meer; • het groenafval wordt bij gemeenten afgevoerd; • bewoners worden vanaf het begin bij een project betrokken; • gemeenten geven aan dat Nederland over het algemeen voorop loopt ten opzichte van andere landen. Alleen Duitsland loopt voorop op het gebied van plaagbestrijding. 3. Welke cruciale lessen kunnen worden geleerd en zijn van belang voor Van der Tol b.v.? Met de resultaten uit de interviews en intern onderzoek bij Van der Tol b.v. kunnen de cruciale lessen worden geleerd. Van der Tol b.v. moet duurzaamheid intern en extern meer uitdragen. Het duurzaam werken moet in de praktijk worden uitgewerkt door onder andere te kijken naar doelsoorten, de juiste toepassing van beplanting en geen gebruik van bestrijdingsmiddelen.
6.2 Aanbevelingen In deze paragraaf worden er aanbevelingen gegeven voor vervolgstappen en verbeteringen voor de uitvoering van het onderzoek.
Aanbevelingen voor vervolgstappen Vervolgstappen duurzaam werken Uit dit onderzoek zijn een aantal punten naar voren gekomen op het gebied van duurzaamheid waar Van der Tol b.v. zich op kan verbeteren. Het is belangrijk dat er een visie op duurzaamheid komt, waarin doelstellingen worden gesteld voor Van der Tol b.v. Deze visie moet uitgewerkt worden tot praktische handvaten, zodat er in de praktijk mee aan de slag kan worden gegaan. Als de duurzame werkmethode is toegepast, moeten de doelstellingen uit de visie worden geĂŤvaleerd om te kijken of ze zijn behaald. Meer onderzoek naar duurzaamheid Het begrip duurzaamheid is een onderwerp waar veel interessante informatie over te vinden is. Zo zijn de onderzoekers door de opdrachtgever meerdere keren op interessante informatie gewezen waar ze onderzoek naar konden doen. Dit was in veel gevallen niet mogelijk, omdat er te weinig tijd was. Deze onderwerpen kunnen in een vervolgonderzoek door andere onderzoekers wel verder worden uitgewerkt. Er kan bijvoorbeeld onderzoek worden gedaan naar buitenlandse werkmethoden met betrekking tot duurzaamheid en onderzoek naar bloemrijke
kruidenweiden.
Aanbevelingen benchmarkonderzoek Voorselectie is teveel gericht op duurzaam beheer Tijdens de voorselectie is er door de onderzoekers teveel gericht op duurzaam beheer terwijl extensief beheer ook interessant was om te onderzoeken. Dit onderscheid werd in het begin van het onderzoek door de onderzoekers niet zo opgemerkt, omdat hier nog geen verschil in werd gemaakt.
gemeenten te ondervragen door middel van een digitale enquĂŞte, maar dan zou het onderzoek te oppervlakkig zijn. Door de tijdsdruk was een uitgebreider onderzoek niet mogelijk.
Voorselectie met punten is erg discutabel Tijdens het selecteren van geschikte gemeenten is er gebruik gemaakt van een puntensysteem. Het toepassen van dit systeem is erg discutabel. Hier waren de onderzoekers van bewust toen zij het toepasten. Het toepassen van een uitgebreidere selectieronde door bijvoorbeeld een mondelinge selectieronde was een betere manier om te bepalen welke gemeente geschikt was. Door de tijdsdruk bij deze opdracht was het niet mogelijk dit nog om toe te passen. Representativiteit verbeteren Het resultaat van het onderzoek is beperkt, omdat er maar drie gemeenten zijn onderzocht over hun duurzame werkwijze. Onderzoek bij meer verschillende gemeenten levert een beter onderzoeksresultaat op. Een alternatief was om Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
6. Conclusies en aanbevelingen
53
Literatuurlijst Boeken/rapporten • Arbeider. (2013). Groenontwerp en -beheer. Arnhem: IPC Groene Ruimte. • Dijk, v., Kuijpers, & Wetten, v. (2012). Groen loont met TEEB Stad. Deventer: Stichting Open Boek. • Heide, v. d., & Ruijs. (2010). De betekenis van Teeb voor Nederland. Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving. • Iersel, v. (2013). TEEB is alles behalve een makkelijke rekensom. Stad & Groen, 54-57. • Ketelaar, Hentenaar, & Kooter. (2011). Groepen in focus. Den Haag: Boom Lemma. • Ministerie van Economische Zaken. (2013). Beantwoording Schriftelijk Overleg The Economics of Ecosystems and Biodiversity,. Den Haag: Ministerie van Economische Zaken. • Perik. (2010). Asset management en de rol van de controller. controllersmagazine. • Richard, Chang, & Kelly, K. (1997). Benchmarking: vergelijk en verbeter. Woerden: Thema. • Simons. (2013, september 27). Van onderzoeksvoorstel naar onderzoeksplan. Inleiding onderzoeksplan. Velp, Gelderland, Nederland: Hogeschool Van Hall Larenstein. • Stichting RIONED. (2013). Assetmanagement en stedelijk waterbeheer,. Ede: RIONED. Websites • CBS. (sd). centraal bureau voor statastiek. Opgeroepen op april 9, 2014, van CBS: http://www. cbs.nl
• Ecosysteemdiensten. (2014, april 1). Opgehaald van Biodiversiteit: www.biodiversiteit.nl • Gemeente Leiden . (sd). info over Gemeente Leiden. Opgeroepen op april 9, 2014, van Gemeente leiden : http://portal.leiden.nl/nl/congressen_ business_events/waarom_leiden/geschiedenis • Gemeente Weert. (sd). info over gemeenten Weert. Opgeroepen op april 9, 2014, van gemeente Weert: http://www.weert.nl/Leuke-weetjesover-Weert.htm • I.E.S. (sd). Wat is Asset Management? Opgeroepen op februari 6, 2014, van www.iesbv.nl/ node/123 • Innogreen VOF en Tuinpro. (2012, januari 17). De Duurzaamste Hovenier van Nederland: Van der Tol Groen. Opgeroepen op maart 24, 2014, van www.biojournaal.nl: http://www.biojournaal. nl/artikel/7152/De-Duurzaamste-Hovenier-vanNederland-Van-der-Tol-Groen • MKB. (sd). MKB. Opgeroepen op april 14, 2014, van MKB: http://www.mkbduurzaam.nl/ • Natuurlijke hulpbronnen. (2014, april 1). Opgehaald van encyclo: http://www.encyclo.nl/begrip/ grondstof • Online encyclopedie. (2014, april 1). http:// nl.wikipedia.org/wiki/Leiden. Opgeroepen op april 9, 2014, van Wikipedia: http://nl.wikipedia. org • online encyclopedie. (2014, april 1). Info over gemeente Vlaardingen. Opgeroepen op april 9, 2014, van Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/ wiki/Vlaardingen
• Participatiewijzer. (2011). Info over participatiemethodes. Opgeroepen op maart 25, 2014, van Focusgroep: http://www.participatiewijzer.nl/ Alle-methodes/FOCUSGROEP • Van der Tol b.v. (sd). Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Opgeroepen op maart 31, 2014, van www.vandertolbv.nl: http://www.vandertolbv.nl/over-ons/mvo/index.html Interviews • Bouquet, D. (2014, maart 5). Werkwijze Van der Tol b.v. (H.Bakker, & R. en, Interviewers) • Dodeman, D. (2014, maart 11). Werkwijze Van der Tol b.v. (R.Bruin, & H.Bakker, Interviewers) • Mantel. (2012). VdTi inschrijvingsdoc duurzaamste hovenier competitie. Amsterdam: Van der Tol b.v. • P.Heijman. (2014, maart 25). Werkwijze Van der Tol b.v. (R.Bruin, & H.Bakker, Interviewers) • Terpstra, D. (2014, ferbruari 18). Werkwijze Van der Tol b.v. (R.Bruin, & H.Bakker, Interviewers) • Veerman. (2014, maart). • Yildrim, D. E. (2014, maart 11). Werkwijze Van der Tol b.v. (R.Bruin, & H.Bakker, Interviewers) Bronnen uit de bijlagen zijn vermeld bij de bijlage.
Groen voor de toekomst
55
Bijlagen 1. Interview Raimond Bouquet 2. Interview Enyin Yildirim 3. Interview John Dodeman 4. TEEB 5. Asset Manangement 6. Duurzaam groenontwerp en -beheer 7. Opzet onderzoek 8. Selectiecriteria 9. 3e selectieronde 10. Vragenlijst gemeenten 11. Aanvullende vragen huidig beheer 12. Interview gemeente Leiden
13. Interview gemeente Vlaardingen 14. Interview gemeente Weert 15. Opzet focusgroep 16. Transscript focusgroep
1. Interview met Raimond Bouquet Transcript van interview met Vestegingsmanager Algemeen Wat betekent duurzaamheid voor u als bedrijf? Duurzaamheid is belangrijk voor het bedrijf. Het belang van het leven met alle organismen en het hergebruik van materialen, waar mogelijk. De opdrachtgevers staan er over het algemeen open voor. Vaak is er wel een meerprijs aan verbonden. Bijvoorbeeld bij de toepassing van het vaste plantenconcept van Griffioen. Hierbij moet een grote investering worden gemaakt, waar veel opdrachtgevers wel wat moeite mee hebben. Uiteindelijk zijn de onderhoudskosten wel lager. Veel bedrijven hebben de afgelopen jaren moeten bezuinigen. Wat voor gevolgen heeft dit gehad op het toepassen van het concept ‘duurzaamheid’ binnen het bedrijf? (heeft jullie bedrijf ook te maken gehad met de bezuinigingen?) De bezuinigingen hebben niet echt gevolgen gehad. De kwaliteitsnorm is naar beneden gebracht, van A naar B. Opdrachtgevers hebben dit dan aangegeven, vervolgens is dit aangepast in de contracten. Hoe wordt er bepaald wanneer iets een duurzame investering is? Goede vraag. Zelf kijk ik alleen naar het contract en de uitvoering. Veel duurzame investeringen gaan via de afdeling advies. Wel kijk ik naar duurzaam beheer. We zijn bijvoorbeeld recentelijk gestart met onkruid te branden. Of dit een succes is, moet echter nog getest worden. De inkoper bepaald uiteindelijk of een nieuw product getest mag worden door te kijken naar afschrijvingen e.d. Hebben jullie oorkondes, overeenkomsten en dergelijke op het gebied van duurzaamheid? We hebben een Ecocheck voor het beheer, daarbij wordt gekeken of tuinen duurzamer ingericht kunnen worden. Daar komt dan een certificaat uit. Er wordt soms wel opgelegd door de opdrachtgever om bijvoorbeeld zonder chemische middelen te werken. Bij de afdeling advies hebben ze de oorkonde van de bij ont-
vangen. Natuurlijk hebben we wel te maken met de flora en faunaregeling. Worden er ook cursussen/opleidingen aan het personeel gegeven om duurzaam en onderhoudsextensief te werken? Ja. Nu zijn we bezig met de cursus ‘levende tuinen’ bewust maken met duurzaamheid en biodiversiteit in de tuin en hoe dat op die manier omgevormd kan worden. Dit wordt gegeven aan de voormannen en de groenvoorzieners (opgeleide hoveniers). In het verleden is er een keer een ecologie cursus en hoe je om moet gaan met bloemenweides. Nu zie je het niet zoveel meer de bloemenweides, dat was van tien jaar terug. Je ziet dat het al na twee jaar is verdwenen. Langzaam komt het weer terug. Heeft u ook voorbeeldprojecten waarbij duurzaamheid een onderdeel is? Levert het project ook winst op voor de gemeente? Het duurzaamste bedrijvenpark van Nederland, Park 2020 te Hoofddorp, hebben we in onderhoud. Daar is onder ander een helofytenfilter aanwezig en er wordt van alles hergebruikt. Alles wat betreft materialen en beplanting is er op aangepast. Daar mogen we ook bestrijdingsmiddelen gebruiken. We hebben zelf alleen een groene wand aangelegd. Als de beplanting gesloten is moet het geld terug worden verdiend. Het hangt af van je contract wat je hierover heb afgesproken. De eerste jaren zijn de onderhoudskosten dan hoger. Het concept van Griffioen werkt op zich wel als je helemaal volgens hun methode werkt. Met de juiste grond. Heel vaak worden er planten besteld bij Griffioen, alleen vervolgens worden ze in de klei gezet. Dit hebben we ook bij een project gedaan in Nieuwe Niedorp bij de trambaan. Het is een vaste plantentuin wat verkocht is als een Griffioen mannier, alleen de beplanting is in de klei gezet. Nu zijn er hoge kosten omdat de beplanting niet aanslaat. Wel wordt er volgens de Griffioen methode gemaaid.
Is er een risicoanalyse gemaakt voordat het duurzame en/of onderhoudsextensieve plan is uitgevoerd? Niet dat ik weet, in ieder geval niet door mij. We zijn er wel mee bezig. Bepaalde tuinen herzien we na twee jaar, om te kijken of we de aanneemsom kunnen veranderen. Vaak kijken of het mogelijk is dat de kosten voor het onderhoud na de aanleg een dalende lijn heeft door de jaren heen. Wie voert het beheer uit binnen uw gemeente/bedrijf? We besteden ook delen uit. Dit is een overweging als bedrijf. Het wordt uitbesteed omdat het goedkoper is. Het grasmaaibeheer wordt uit uitbesteed aan verschillende onderaannemers. Ze staan wel onder supervisie van een hoofduitvoerder. Soms worden delen van projecten uitbesteed aan verschillende onderaannemers. Hoe behoudt de gemeente/het bedrijf zijn kennis? In principe door bijscholing, maar ook door het lezen van de vakliteratuur. Meestal zijn de klantmanagers hier actief mee bezig. De kennis moet over het algemeen beter. Sommige mensen kunnen niet in een nieuwe werkmethode komen. Hier moet aan gewerkt worden. Hoe wordt er op het project/concept gemonitord? Het beheer wordt gemonitord door de hoofduitvoerders. Sommige ontwerpers maken een beheerplan of een visie. Ik zelf ben verantwoordelijk voor het beheer. Als er een project is dan wordt dit geleid door een projectleider van de afdeling advies. Beleid Hebben jullie de duurzame beheermethode toegepast binnen het bedrijf? We moeten de voorkant van ons bedrijf wel representatief houden. Aan de achterkant van het terrein zijn er wel delen duurzaam/ecologisch ingericht. Het duurzaam werken wel is geïntegreerd binnen het bedrijf. Zo hebben we ook een aantal concepttuinen als de vlindertuin. Wel moet de klant wel het eens met het idee, anders ga je toch altijd mee met de klant.
Met welke aspecten van duurzaamheid houden jullie rekening? Biodiversiteit, belevingswaarde, onderhoudsextensief beheer, wensen van bewoners, ecologische waarde, duurzame beheeruitvoering. Duurzame communicatie met klanten en bewoners zijn we met bepaalde projecten mee bezig. Zo is er voor een beleidsplan voor de gemeente Haarlemmermeer gewerkt met economische meest voordelige inschrijving EMVI, hierdoor hebben we de aanbesteding gewonnen. Bij de andere vestiging is er duurzame energie met zonnecollectoren en windenergie. We hebben ook een scooter op een accu. We werken met duurzame energie waar mogelijk. Zo hebben we ook hier en daar duurzamere lampen opgehangen. Welke maatregelen heeft de gemeente al genomen om duurzamer te worden of te werken? We scheiden alles. Ook bijvoorbeeld plantpotjes van de leverancier. Die worden weer teruggebracht naar de leverancier zodat het weer opnieuw gebruikt kan worden. We werken met FSC-hout, daar zijn we ook voor gecertificeerd. Ook wordt er zo lokaal mogelijk voor leveranciers gekozen. Hoe wordt er omgegaan met ecologie binnen het bedrijf? Ecologie is nu aardig opgepakt in het bedrijf. Er worden een aantal plannen ontwikkelt, waarin ecologisch beheer wordt opgenomen. Wel wordt er eerst gecommuniceerd of het ook echt haalbaar is. Op een aantal locaties er bijvoorbeeld geprobeerd om naar minder maaibeurten te gaan. Op welke ecosysteemdiensten wordt er ingezet? Hoe blijkt dat in het beleid/beheer? N.v.t. Wordt er gebruik gemaakt van natuurlijke hulpbronnen? Voor het onderhoud wordt er weinig gebruik gemaakt van natuurlijke hulpbronnen. We hebben wel een tuin waar een wadi is aangelegd. Het merendeel van het groen dat Van der
Tol b.v. onderhoud is oud gemeenschappelijk groen. Het is lastig om daar met natuurlijke hulpbronnen te werken. Hoe verhouden de kosten van een duurzaam beheer met de kosten van onderhoudsextensief beheer? En welke verhouding heeft dit met het areaal? Ik heb er zelf geen zicht in, dus ik kan geen goede voorbeelden geven. In theorie zou duurzaam goedkoper moeten zijn. Hoe wordt er geïnvesteerd in duurzaam beheer? Het kan zijn door contractaanpassingen. Of door omvorming van bepaalde delen, naar bijvoorbeeld ruig grasland of vaste planten. Een omvorming hoeft niet altijd per definitie goedkoper te zijn, dit hangt af van de situatie. Welke verandering hebben onderhoudsextensief beheer op het openbaar groen? Wordt hiermee ook geld bespaart? Ja, maar in de praktijk blijkt het niet altijd kosten te besparen. Als je ergens minder vaak schoffelt dan ben je uiteindelijk meer tijd kwijt, omdat je er langer mee bezig bent. Wordt er op een andere duurzame/onderhoudsextensieve wijze input gegeven aan het beleid? Er was op een gegeven moment wel een beleid, waarbij een project zo duurzaam mogelijk moet zijn. Ik weet niet of dat is doorgezet. Ik kijk mij het meeste bezig met geld verdienen. Ontwerp en aanleg Is bij keuze/inkoop van de producten de levensduur/levenscyclus van belang? En hoe wordt de levensduur/levenscyclus van materialen bepaald? Er wordt naar bij plantenleveranciers gekeken naar het duurzaam kweken van de planten. Over de rest durf ik niks te zeggen. Hoe wordt bij het bepalen van de inrichting en het beheer rekening gehouden met de biodiversiteit? In het ontwerp. Het is ook afhankelijk van de opdrachtgever. Wordt er bij de toepassing van de beplanting gelet op de na-
tuurlijke processen? Ja,er is een project waarbij prairiebeplanting is neergezet in lavastenen, de sterkste moet hier overwinnen. Hoe gaan jullie om met natuurlijke grondstoffen? Kunt u praktijkvoorbeelden noemen? We gebruiken biologische meststoffen. We hebben een grote composthoop die één keer in de zoveel tijd geshredderd wordt. Vervolgens wordt het weer hergebruikt. Daarnaast strooien we in veel plantenvakken houtsnippers, maar het is de vraag of dat goed werkt met de toename van voedingsstoffen. We leveren ook houtsnippers aan kwekerijen om de kassen te verwarmen. Wordt de realisatie en het ontwerp(beplanting) ook afgestemd op het beheer? Hoe wordt dit gedaan? Het is wel de bedoeling, het gebeurt echter niet altijd. De ontwerpers kunnen van alles bedenken, maar het moet wel uitvoerbaar zijn. Wordt er gekeken bij het realiseren van een project naar de voordelen(ecosysteemdiensten) die het oplevert voor de omgeving? Kunt u praktijkvoorbeelden noemen? Ja, in bepaalde gebieden wordt er wel naar gekeken. We hebben een nieuwbouwproject in Eiburg waar naar de leefomgeving werd gekeken. Hoe vind de controle op de uitvoering van een duurzaam/ onderhoudsextensief project plaats? In principe zou het via de advieskant moeten komen en daarna de projectleider aanleg. Wordt er op een andere duurzame/onderhoudsextensieve wijze input gegeven aan het ontwerp of bij de aanleg? Niet dat ik weet, hiervoor zou je bij Annemiek moeten zijn. Beheer Hoe zorgen jullie er voor dat tijdens het onderhoud de levensduur van het ontwerp zo lang mogelijk blijft gehandhaafd? Via een werkomschrijving. Ze hebben een projectplan, daar staat een plattegrond op. Er wordt welke levensduur een plan heeft. Het is de taak van de klantmanager om hierop te let-
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
59
ten. Elk jaar worden altijd de gebreken van een tuin bekeken. Wordt er gewerkt met duurzame machines(op bijvoorbeeld zonne-energie)? We werken wel met biobrandstoffen en we hebben een duurzame scooter met accu. We hebben wel een onkruidbrander. We proberen het wel makkelijker te maken voor de werknemers bij de keuze van machines. Hoe wordt er omgegaan met onderhoudsextensief beheer? We hebben verschillende daktuinprojecten. Daar wordt twee a vier keer per jaar onderhoud gepleegd. Bij het gewone groen zelf komt het bijna niet voor. Extensief maaibeheer komt wel vaker voor. De mensen buiten vinden het lastig om ermee te werken. Ze zijn niet gewend om stukken over te slaan in het beheer. Hoe wordt er zo efficiënt mogelijk gewerkt? Er wordt elke week een planning gemaakt. Dan wordt er gekeken hoeveel mensen er nodig zijn voor een project. En er moet niet teveel reistijd zitten tussen de verschillende tuinen. De voorman maakt zelf de indelingen. Ik maak jaarlijks een planning wie welke tuinen gaat onderhouden, ook dit wordt bij zo ingedeeld dat de tuinen dicht bij elkaar liggen. Elk jaar schuift het wie welke tuinen onderhouden. Het efficiënt werken heeft ook te maken met de sturing van je hoofdaanvoerder te maken. Dit wordt nu directer aangestuurd. Zo kunnen de voormannen onderling uren uitwisselen. Ze moeten hierdoor heel anders denken. Hier zijn we nog maar net mee begonnen. Welk type bestrijdingsmiddelen wordt er toegepast binnen de gemeente? Is hier ook onderzoek naar gedaan(kosten, effecten)? Er worden steeds minder bestrijdingsmiddelen gebruikt. We gebruiken alleen nog de bestrijdingsmiddelen die we hebben. Als het op is dan werken we er ook niet meer mee. We werken nu wel veel met natuurazijn. Het is niet bewezen of natuurazijn duurzaam is. We proberen langzamerhand steeds minder bestrijdingsmiddelen te gebruiken. Er zijn weinig alternatieven, wel branden en heet water. Maar daar zit ook
een keerzijde aan want water moet ook verwarmt worden, dan met lpg en dan moet ook opgewekt worden.
opdrachtgever. Ook worden de bewoners erbij betrokken. De bewoners worden betrokken voordat het ontwerp er is en vaak ook voordat het ontwerp definitief is.
Wordt er op een andere duurzame/onderhoudsextensieve wijze input gegeven bij het beheer? Er wordt geprobeerd om zo economisch mogelijk in te richten.
Worden de baathouders van een project betrokken bij het bedenken van de inrichting en onderhoud? Via inspraakavonden, bewonersavonden.
Communicatie Hoe worden de werknemers in de buitendienst(of aannemer) geïnstrueerd over de duurzame en/of onderhoudsextensieve werkwijze? De medewerkers buiten door een overleg met de uitvoerders, daar zitten ook de voormannen bij. Ze krijgen plattegronden en duidelijke omschrijvingen waar ze mee naar buiten mee aan de slag kunnen.
Wat is de Interne beleving(bij de gemeente/het bedrijf) op duurzaamheid en onderhoudsextensief beheer? Goed, het kan wel beter. De kar wordt getrokken door een paar mensen. Niet iedereen is erover goed geïnformeerd. Sommige mensen denken dat het soms een beetje doorslaat met de ecologie. Meestal vormt het geen probleem dat mensen niet geïnformeerd zijn. Als mensen beter geïnformeerd zijn dan zal het wel beter uitgevoerd worden.
Worden de prestaties van werknemers gemeten? Hoe wordt dit gedaan op een duurzame wijze? Nee, er is wel een controle. Er zijn drie opdrachtgevers die onze kwaliteit controleren en hierover rapporteren, namelijk Eenmeere, Stadskanaal en Boven de Maas. We schrijven kwaliteitsnormen, daar is een percentage aan gekoppeld. We zitten boven de kwaliteit die we moeten leveren, regelmatig zitten we op kwaliteitsniveau A/A+. De werknemers moeten instructies brengen, zodat we niet boven het niveau blijven werken.
Wordt er rekening gehouden met de belevingswaarde van bewoners? Voor bejaardenhuizen worden alzheimer tuinen aangelegd. We hebben vlindertuinen aangelegd. Bij bepaalde ontwerpen wordt er wel gekeken wat de bewoners willen. Bij een klacht wordt er eerst overlegd met de opdrachtgever. Dan wordt er gekeken naar de mogelijkheden, het wordt niet klakkeloos uitgevoerd.
Op welke punten wordt gelet tijdens de controle van de buitendienst? De uitvoerders rijden langs als op de locatie is gewerkt. Zeker als je te maken hebt met kritische opdrachtgevers. We maken zelf één a twee keer per jaar inspectierapporten. Die worden dan naar de opdrachtgever gestuurd. Dit functioneert niet helemaal. Worden de bewoners van een project benaderd? En zo ja hoe dan? Niet altijd, ligt eraan of het ontwerp aangepast moet worden. Ook moet de opdrachtgever het willen. Als er hele grote veranderingen plaatsvinden, dan wordt dit overlegd met de
Hoe wordt er op een duurzame wijze gecommuniceerd? Veel mailen, en zo min mogelijk via de post.
2. Interview met Enyin Yildirim Transcript van interview met voorman. U bent voorman, wat houdt deze taak precies in? Ik ben meewerkend voorman, met één tot drie man zijn we als ploeg bezig in de wijk. Ik ben actief in Osdorp, NieuwWest. Het merendeel is woningbouw. We hebben ook te maken met bestekken, beeldbestekken waarop we het budgetbeheer hebben. Wat betekent duurzaamheid voor u als voorman? Duurzaamheid begin meer bij de aanleg. Wat je in de tuin hebt, moet je in de tuin laten. Van het snoeiafval kunnen er takkenrillen worden gemaakt. Dit is weer goed voor de beestjes. Ook kan het snoeiafval worden gekraakt of geshreddert. Dit kan je dan onder andere weer in de rozenperken gebruiken, zodat de bodem verbeterd. Alles wat je in de tuin hebt kun je hergebruiken. Hoe passen jullie duurzame beheermethode toe bij het onderhouden van tuinen voor Van der Tol B.V.? We scheiden ook veel afval, zoals plastic en papier. Het tuinafval wordt geshreddert, dit wordt vervolgens weer opgehaald en verwerkt in de grond. Wat vindt u van de begrippen duurzaamheid en extensief onderhoud? Wat verstaat u hier onder? (foto 8) Sinds kort zijn we bezig met de Griffioenmethode. Gewoon de vaste planten kort maaien, hierdoor heb je een onderhoudsarme tuin. De klant moet de methode wel willen en de juiste omstandigheden moeten aanwezig zijn. Tegenwoordig moeten we ook rekening houden met bijen enzovoort. De Griffioenmethode draagt hier aan bij. We hebben ook insectenhotels. Als de klant erom vraagt dan kunnen we het ophangen. Om gesnoeide bomen worden soms ook in een tuin gelegd. Het is heel erg afhankelijk wat de klant wil. Wij stelen het wel voor. Als we geen budget hebben en de grond is zanderig dan is shredderen een goede optie. Hoe is de beleving bij de buitendienstmedewerkers van Van der Tol b.v. op het gebied van duurzaamheid en extensief on-
derhoud? Wij geven aan waar er rekening mee moet worden gehouden. Hoe geven jullie als voormannen instructies aan jullie collega’s over de duurzame en/of extensieve onderhoudswerkwijze? De methode is wel over te brengen aan de medewerkers. Dit wordt van tevoren overlegd. Bij sw-ers moet het eerst wel uitgelegd worden, we krijgen er ongeveer zes per jaar. We krijgen gelukkig elk jaar dezelfde, dus op een gegeven moment hoeft het niet meer uitgelegd te worden. Op een gegeven moment weet je gewoon hoe het moet. In het bestek staat per tuin een beschrijving wat er moet gebeuren. Dit is gekoppeld aan de wensen van de klant. Worden er ook cursussen/opleidingen door het bedrijf aangeboden aan u om duurzaam en onderhoudsextensief te werken? Ja. We hebben sinds kort ecologisch beheer gehad en een flora en fauna cursus. Deze zijn best nuttig geweest. Sommige cursussen zijn direct toepasbaar. Ecologisch beheer komt op hetzelfde neer als duurzaamheid, zo wordt er hergebruikt en rekening gehouden met dieren. De dingen die in de cursus naar voren kwamen doen we al in de praktijk. Ik was niet verbaasd over de cursus. We deden het al onbewust. We zetten ook al nesten van vogels af en dergelijke. Ik zou zo niet weten wat voor cursussen ik nog zou willen hebben. Hoe wordt er omgegaan met ecologie binnen Van der Tol B.V.? Wat verstaat u onder ecologie?(foto 7) De foto met de verschillende lagen beplanting in hoogten heeft de hoogste ecologische waarde. Op de achtergrond is ook nog een bosschage aanwezig. Voor biodiversiteit is ook verschillende lagen beplanting belangrijk voor de vogels. Dit is natuurlijker vormgegeven. Hoe zorgen jullie ervoor dat het ontwerp gehandhaafd blijft met een zo lang mogelijke levensduur? Beplanting is heel belangrijk, als dat nog lang meegaat is er een langere levensduur. De levensduur van de beplanting
wordt door ons in de gaten gehouden. Het ontwerp wordt er ook naar gemaakt. Wij moeten het ontwerp naleven en handhaven. Het gaat om het beeld, als dat maar goed is. Er moet rekening worden gehouden met de standplaats. Schaduwplanten moeten in de schaduw staan. Soms werken bepaalde stukken beplanting niet, dan moet je het worden aangepast met een ander type beplanting. Als iets heel slecht in een hoekje groeit, dan moet er iets anders bedacht worden voor dat hoekje. Welk type bestrijdingsmiddelen wordt er toegepast binnen de gemeente? Is hier ook onderzoek naar gedaan(kosten, effecten)? Het niet gebruiken van chemische middelen zorgt ervoor dat je onderhoudsextensief bezig gaat. Zoals het snippers opbrengen tussen de beplanting. Sinds een jaar of twee zijn we overgestapt naar Ultima. Dit is een bestrijdingsmiddel op melkzuurbasis en dus niet chemisch. De chemische bestrijdingsmiddelen nemen steeds meer af. Ultima helpt niet bij het bestrijden van de wortels van onkruid. Onkruid die er al staat moet je het middel regelmatig toepassen. Het is wel duurder als Round Up. Ultima wordt gebruikt voor het mos en onkruid. Het stinkt wel. Soms vragen mensen er wel naar. Als je dan zegt dat het op melkzuurbasis is dan hebben mensen er vrede mee. De mensen zijn ook steeds duurzamer en milieubewuster bezig. Als je met een tank loopt dan vragen mensen, wat zit er in? Wordt er op een andere duurzame/onderhoudsextensieve wijze input gegeven bij het beheer? We laten soms een boom liggen voor de biodiversiteit. Als je het communiceert de bewoners, dan hebben ze er meer vrede mee. Dit moet uiteraard wel in overleg met de opdrachtgever. Ook duurzaamheid voor je lichaam is belangrijk, door het gebruik van duurzame machines. We hebben tegenwoordig een machine met een olifantenslurf. Voor het knippen van hagen is het ideaal. Het haalt het gewicht uit je handen. Een moterheggeschaar weegt namelijk 5kg, de slurf haalt de helft van het gewicht uit je handen. Van der Tol investeert steeds meer in duurzame machines. Zo hebben we ook een brander.
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
61
Ook bij de aanleg van de beplanting zetten we meer planten op de vierkante meter, zodat het sneller dicht groeit. Foto 1: Loenermark De daktuin van het Loenermark wordt ecologisch onderhouden door Van der Tol b.v. De volgende maatregelen zijn genomen om het ecologisch te onderhouden: • Inzaaien met mengsel om onkruid te voorkomen, • Er is een compost hoop gemaakt om de afval kringloop zo klein mogelijk te houden, • Er staat beplanting die insecten aantrekken. Wat vindt u van deze manier van onderhouden en waarom? Ik heb bijna geen ecologische tuinen. Je zou hier het gras twee keer per jaar kunnen onderhouden. Je kunt hier ook iets met de flora en fauna, de beesten. De bosjes één a twee keer per jaar maaien en de rest laat maar gaan. Als de klant het wil. Foto 2 zomertuin Wat vindt u van deze tuin die u ziet op deze foto? Wat kan er beter? Ik zou de beplanting aanpassen. De Lavendula zijn niet duurzaam, het groeit niet dicht. Na een paar jaar zijn de Lavedula verhout en oud. Heuchera vormt slecht een dicht parket. Voor deze soorten zijn veel alternatieven te vinden. Bij de rozen kan in overleg met de bewoners schors ingereden worden.
Dit stuk gras krijgt heel weinig licht. De grond is ook zuur, je kan er wat kalk opgooien. Onkruidvrij krijg je het bijna niet. Vanaf boven ziet de indeling er heel leuk uit. Ook het beeld van de tuin is heel belangrijk. Het kan ook zijn dat de maaier het te kort maait. Hoger maaien kan ook een oplossing zijn.
Onder de Hydrangea’s kunnen misschien Vinca’s worden neergezet, maar op een gegeven moment worden de Hydrangea’s zo compact dat de Vinca’s kapot gaan. Dit moet natuurlijk wel kunnen met het ontwerp en in overleg met de bewoners.
Met welke vaste planten heeft u goede ervaring? Geranium macrorrhizum Vinca minor, beter als Hedera die groeit de bodem in Pachysandra, wel moet je rekening houden dat het niet bij de andere soorten er doorheen groeit Rudbeckia ook een mooi soort die snel dichtgroeit, Anemone, Carex die heel dicht groeit
Foto 4: Oostoever Wat vindt u van het onderhoud in deze tuin? Ik zou de dikke takken van de hortensia er tussenuit houden. Zo vernieuw je de struik en kan het zo weer 5 jaar mee. Een keer in de zoveel jaar moet je het toepassen. Als aan de onderkant veel dikke takken zitten dan knip ik het af tot 25 a 30cm.
Met welke vaste planten heeft u slechte ervaring? Lavendula wel mooi, maar ze gaan toch kapot, bij een beetje vorst worden ze bruin. Hier moeten er niet teveel van zijn. Vinca major is niks, met vorst worden ze bruin
Foto 5 en 6: voorbeelden van mogelijke ideeën voor een duurzamer en extensievere tuin Dit zijn twee foto’s van voorbeelden om gemeenschappelijke tuinen duurzamer te maken. Bij foto vijf is het onderhoud van de tuin gestopt. Alleen de eerste meter van de tuin wordt nog zes keer per jaar gemaaid. De tuin op foto zes is ingericht als een groentetuin. De rand van de tuin wordt wel volgens regulier beheer gemaaid.
Foto 3 Hemsterhuisstraat Deze tuin wordt onderhouden op een traditionele manier. Er wordt veel gebruik gemaakt van blokhagen. Wat vindt u daarvan? Ik ben geen voorstander, het is niet natuurlijk. Bij de Prunus laurocerasus ‘Otto Luyken’ kan het nog, maar bij Mahonia ben ik geen voorstander. Zeker niet zo hoog.
Bij vaasvormige struiken in overleg met bewoners schors inrijden. Bij lage beplanting geen onderbeplanting. Bij hogere beplanting als Amelanchier wel.
Wat zal er beter kunnen aan deze tuin om het extensiever en duurzamer in te richten en te onderhouden? Ik zou de beplanting terugzetten, zodat het weer kan uitlopen. Dan lijkt het weer meer op een plant, nu is het een groene muur. Dan moet je even schoffelen, maar over een paar maanden heb je dan wel weer een mooie plant terug. Eventueel kan er ook schors ingereden worden, waardoor je minder onderhoud hebt. Of de beplanting kan worden gespoten met Ultima. Je moet ook naar de achtergrond kijken. Deze man gebruikt de beplanting als schutting, dus mag het wel wat hoger blijven.
In het gras is veel mos en onkruid aanwezig. Weet u hoe dit komt? En hoe kan dit worden voorkomen?
Als ik Lonicera’s heb dan zet ik ze liever een keer in de zoveel jaar terug. Dat kost minder tijd als twee keer per jaar scheren.
Ik ben geen voorstander van kunstmest, liever organische middelen. Ik zou zelf schors inrijden. Dan wordt de bodem veel voedzamer en zwart. Wel moet er stikstof worden opgegooid, want de schors trekt de stikstof uit de bodem die de grond nodig heeft om de schors te verteren.
Wat vindt u van deze tuinen en de gedachte achter deze tuinen? De tuin met extensief beheer. Het is bijna verloedering en het is eigenlijk onverzorgd. Mensen krijgen het idee dat er niks aan wordt gedaan. Ik zou er meer wat struiken in zetten. Alleen gras, ja dan wordt het een soort uitlaatplek voor honden. Ik denk niet dat dit niet gaat slagen. Moestuinen Ik zou het hele project van de moestuinen aan de bewoners geven, ook het gras. Als het uit de klauwen loopt dan moet er aan de bel getrekt worden. Ik denk dat het hier wel werkt. Bij mij is het ook geprobeerd, maar niemand maakt er gebruik van. Daar is het na één jaar weer ingezaaid met gazon. Of het goed gaat ligt er aan hoe mensen er mee omgaan. Ik hoor tot nu toe niet dat er vraag is naar stadslandbouw. Advies: Alles wat uit de tuin komt, in de tuin houden.
3. Interview met John Dodeman Transcript van interview met voorman. U bent voorman wat houdt deze taak precies in? Ik ben wijkopzichter, de schakel tussen bedrijven en contactpersoon tussen mijn collega’s. Ik werk in Zuidoost en Waterveld. Wat betekent duurzaamheid voor u als voorman? Ten eerste zonder werken zonder gif. Wat we heel veel gebruiken vind ik. Bij duurzaamheid moet je het onderhoud op een andere manier doen. Vooral voor de inrichting, daar begint het mee. Hoe passen jullie duurzame beheermethode toe bij het onderhouden van tuinen voor Van der Tol B.V.? In mijn wijk is het nog niet zo van toepassing. Ik probeer alles zo beheersbaar toe te passen, zodat er zo min mogelijk onderhoud is. Ik heb een van de oudste wijken die er bestaan en daar wordt het nog niet gehanteerd. Bij mij wordt het openbaar groen drie meter hoog als er niks gebeurd. Wat vindt u van de begrippen duurzaamheid en extensief onderhoud? Wat verstaat u hier onder? (foto 8) Tuurlijk wil ik het. Ik denk dat we er niet omheen kunnen. We moet chemische bestrijdingsmiddelen afschaffen. Mijn vraag is hoe moeten we dat beheersen? We krijgen er waarschijnlijk geen extra handjes bij. De beste foto voor extensief beheer vind ik de foto waar bloeiende beplanting met zwarte grond te zien is. Ik vind dit nog een beetje als een tuin er uit ziet. Er moet nog wel wat bloei in zitten. Bij de cursus van afgelopen week zijn we naar een tuin geweest waar toch meer onderhoud moet worden gepleegd dan verwacht. Ze hadden ook verwacht dat bewoners er wat zouden betekenen, dit is echter tegengevallen. Dit is ook een tuin waar grassen in staan. Hoe is de beleving bij de buitendienstmedewerkers van Van der Tol b.v. op het gebied van duurzaamheid en extensief on-
derhoud? Het begint bij ze door te dringen, doordat ze ook cursussen krijgen. We moeten anders gaan beheren, daar hadden ze in eerste organisatie veel moeite mee. Ze beseffen dat zoals ze nu beheren dat dingen anders moeten. Bij mij gaat het wat eerder om, omdat ik meer cursussen krijg. Daarom vind ik dat ze vanuit het bedrijf de buitenmedewerkers er meer mee moeten betrekken. Vorige week zaten er twee van mijn ploeg erbij met de cursus. Ook moet het een beetje afwisselen wie er mee gaat met de cursus. Dan krijgen ze allemaal wat meer begrip. Hoe geven jullie als voormannen instructies aan jullie collega’s over de duurzame en/of extensieve onderhoudswerkwijze? Ik probeer het door te vertellen, maar het komt anders over als dat ik het gehoord heb. Ze hoeven er niet de hele dag bij de zitten, al is het maar twee uur. Ik heb een eigen ploeg, waarbij ik in principe alleen maar hoef te kijken. Ze doen alles vanzelf. Ik probeer wel de jongens van het leerlingstelsel wat meer te begeleiden. Worden er ook cursussen/opleidingen door het bedrijf aangeboden aan u om duurzaam en onderhoudsextensief te werken? Ja. We hebben met een man of 40/50 een cursus gehad over ecologisch beheer. Wat betreft nieuwe cursussen, investeer meer in de jeugd als in mij. Hoe wordt er omgegaan met ecologie binnen Van der Tol B.V.? Wat verstaat u onder ecologie?(foto 7) Sommige projecten goed en sommige minder. In vele wijken snoeien ze alles kaal(terugzetten). Ik probeer het tot op één meter te houden, dan blijft er nog leven. Het ligt er ook aan wat de opdrachtgever wil. Ecologisch beheer waarbij er twee keer per jaar gemaaid wordt vind ik prima. Ik denk dat sommige bewoners het wel accepteren en sommige niet. Bejaarden zullen het in ieder geval niet accepteren. Het is ook wat de opdrachtgever wil.
Ik vind alle vier foto’s wel bij ecologisch beheer passen. De ene situatie is meer voor de bijen en de andere weer meer voor de vogels. Hoe zorgen jullie ervoor dat het ontwerp gehandhaafd blijft met een zo lang mogelijke levensduur? Door elk jaar in te boeten (aug-okt). Dan loop ik door de tuin heen en als het door omstandigheden doos is gegaan, dan herplant ik het. Er wordt wel gekeken naar de reden waarom het dood gaat. Er wordt net zolang ingeboet totdat de tuin gerenoveerd wordt. Wij kunnen aangeven als de beplanting moet worden gerenoveerd. Er zijn stukken waar we elk jaar hetzelfde neerzetten. Dit komt ook doordat de grond niet goed is. Het wordt wel doorgegeven, maar dan is het kostenplaatje voor de opdrachtgever zo hoog dat we elk jaar weer een nieuw plantje neerzetten. Welk type bestrijdingsmiddelen wordt er toegepast binnen de gemeente? Is hier ook onderzoek naar gedaan(kosten, effecten)? Dit kan door andere inrichting van de tuinen. Daarnaast moet er een andere oplossing worden gezocht voor bestrijdingsmiddelen. Er zijn wel alternatieven, maar dat moet wel rendabel zijn. Ik geloof dat we er mee bezig mee zijn, maar ik weet er niks van. Het is in opstartende fase. Er zullen wel collega’s zijn die er wel mee bezig zijn. We werken sinds kort met Ultima. De kosten zijn hoger, omdat je vaker moet terugkomen. We gebruiken nog de Round Up en Touch Down wat we in huis hebben. Ik voorzie wel problemen als deze chemische middelen niet meer gebruikt mogen worden, bijvoorbeeld meer onkruid. Wordt er op een andere duurzame/onderhoudsextensieve wijze input gegeven bij het beheer? Nee, niet dat ik weet. Foto 1: Loenermark De daktuin van het Loenermark wordt ecologisch onderhouden door Van der Tol b.v. De volgende maatregelen zijn
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
63
genomen om het ecologisch te onderhouden: • Inzaaien met mengsel om onkruid te voorkomen, • Er is een compost hoop gemaakt om de afval kringloop zo klein mogelijk te houden, • Er staat beplanting die insecten aantrekken. Hoe wordt er omgegaan met extensief onderhoud bij Van der Tol b.v.? Ik zou niet weten hoe ik dat zou moeten doen. Ik zou de bosmaaier pakken denk ik. Ik heb er te weinig kaas van gegeten. Wat vindt u van deze manier van onderhouden en waarom? Ik vind het in principe een zootje. Maar misschien moet ik me omschakelen naar een ander denkbeeld. Het liefste zie ik zwarte grond. Als iedereen het accepteert vind ik het prima. Foto 2 zomertuin De zomertuin moet door ons worden omgevormd naar een extensieve en duurzame tuin. Als u deze opdracht zou krijgen, wat zou u dan veranderen aan deze tuin? Het moet helemaal dicht geplant worden, zodat het bodembedekkend is. Voor de rest vind ik het er prima uit zien. De huidige beplanting hoeft er niet persee uit. In het gras is veel mos en onkruid aanwezig. Weet u hoe dit komt? En hoe kan dit worden voorkomen? Er kan teveel zijn gemaaid of soms is het te nat. Als er een heel nieuw grasveld in moet dan zou ik een drainagesysteem maken door het te verzanden. Het gras moet opnieuw ingezaaid worden en bij het beheren mag er niet tekort worden gemaaid. Dat is namelijk negen van de tien keer het probleem. Er moet in ieder geval 4 a 5cm gras staan, anders ben je mos aan het kweken. Foto 3 Hemsterhuisstraat Deze tuin wordt onderhouden op een traditionele manier. Er wordt veel gebruik gemaakt van blokhagen. Wat vindt u daarvan? Of ik het mooi vind is het niet belangrijk. Het gaat er om wat
de bewoners vinden. Het gaat om de veiligheid. Als ik het zou kunnen veranderen dan zou ik er toch weer heesterbeplanting neer zitten, een wat sterkere beplanting. Als ik zou moeten kiezen tussen hortensia’s en blokhagen dan kies ik voor hortensia’s. Wat betreft onderhoud maakt het niet uit, maar de hortensia’s geven nog bloei. Foto 4: Oostoever Wat vindt u van het onderhoud in deze tuin? Ik zou het zo laten, er is niks mee. Af en toe zou ik het beheersbaar snoeien. Je kunt wel een de Griffioenmethode toepassen. Ik ben wel een grote voorstander van de methode. Ik heb een hele oude wijk, daar mag wel eens wat aan veranderen. De beplanting is tussen de 40 a 50 jaar. In sommige delen wordt gezegd dat het binnenkort op de schop gaat. Nu zijn we al 20 jaar verder en er is nog steeds niks veranderd. Foto 5 en 6: voorbeelden van mogelijke ideeën voor een duurzamer en extensievere tuin Dit zijn twee foto’s van voorbeelden om gemeenschappelijke tuinen duurzamer te maken. Bij foto vijf is het onderhoud van de tuin gestopt. Alleen de eerste meter van de tuin wordt nog zes keer per jaar gemaaid. De tuin op foto zes is ingericht als een groentetuin. De rand van de tuin wordt wel volgens regulier beheer gemaaid. Wat vindt u van deze tuinen en de gedachte achter deze tuinen? Geen beheer; Dit is heel erg wennen voor mij. Of het wat wordt ligt eraan tot in hoever ze het gaan doorvoeren. Ik kan me voorstellen dat mensen zeggen wat een zooi. Andere mensen die meer met duurzaamheid bezig zijn zeggen dat het goed is. Moestuinen: Mijn ervaring leert dat het niet werkt. Ik ken een voorbeeld waarbij het gewoon weer is omgevormd naar gazon. Ze beginnen wel actief, maar het watert snel af.
4. TEEB Wat is TEEB? TEEB is een internationale methode die de baten van ecosysteemdiensten in kaart brengt per project en kijk wat het oplevert. De afkorting TEEB staat voor ‘The Economics of Ecosystems and Biodiversity’ (Dijk, Kuijpers, & Wetten, 2012). De methode is nog in ontwikkeling en er wordt dan ook nog volop onderzoek naar gedaan. Het onderzoek is inmiddels zo ver gevorderd dat de er meerder casussen zijn uitgevoerd en zijn geëvalueerd (Ministerie van Economische Zaken , 2013). Met de resultaten uit de evaluatie wordt de methode verbeterd. TEEB is een systeem die de bijdrage aan de instandhouding en de verbetering van de biodiversiteit, ecosysteemdiensten (Planbureau voor de Leefomgeving, 2010) en de natuurlijke hulpbronnen. Door deze criteria in geld uit te drukken hopen de wetenschappers dat het maatschappelijk belang van natuur wordt gewaarborgd. (Planbureau voor de Leefomgeving, 2010) Om van de maatschappelijke baten naar een geldbedrag te komen is in de TEEB-methode een rekenformule bedacht. Deze rekenformule ziet er als volgt uit: Natuurlijk kapitaal =biodiversiteit + ecosysteemdiensten + natuurlijke hulpbronnen (Heide & Ruijs, 2010) Deze rekenformule ziet er erg gemakkelijk uit maar de som toepassen in de praktijk is een heel stuk moeilijker (Iersel, 2013). Het resultaat van het goed toegepaste TEEB-methode heeft een positieve invloed op de natuur, biodiversiteit en de duurzaamheid (Dijk, Kuijpers, & Wetten, 2012). Hoe werkt TEEB? Het proces van TEEB is er op gericht om te kijken welke partijen voordeel hebben van de natuur om hun heen en deze partijen dan mee te laten betalen in de realisatie -en onderhoudskosten. Het proces van TEEB ziet er schematisch uit zoals is afgebeeld in figuur 1 Om de TEEB methode toe te passen moeten er acht stappen (Dijk, Kuijpers, & Wetten, 2012) worden doorlopen. Deze stappen worden hieronder toegelicht.
Stap 1 Ontwerpplan Aan het begin van het proces is er door een ontwerper een plan gemaakt en nu moet er worden gekeken of het ontwerp realiseerbaar is. In veel gevallen zal het blijken dat het plan te duur is en dat er bezuinigd moet worden op de eyecatchers van het ontwerp. Maar door te kijken naar de baathouders zal dit niet langer meer het geval zijn. Stap 2 Inventarisatie baten ecosysteemdiensten Het zoeken naar baathouders begint door te kijken aan welke behoefte (ecosysteemdiensten) het ontwerp allemaal voldoet. Voorbeelden van behoeften zijn: gezondheid, waterregulatie en het instant houden van natuurlijke kringlopen. Er zijn op deze manier nog tal van ander ecosysteemdiensten te noemen die wensen van organisatie en mensen voorzien. Door al deze baten te noteren ontstaat er een lijst met baten van het plan. Stap 3 Baathouders benaderen Bij elke baat die op de batenlijst staat hoort een organisatie of een persoon die er voordeel bij heeft. Door deze personen te benaderen met de vraag of ze mee willen betalen kan het plan worden bekostig. Maar het zoeken en het overtuigen van de baathouder is een moeilijke klus die lang duurt. Stap 4 Baathouders mee laten betalen aan realisatie Nu de bethouders zijn gevonden kan er worden gevraagd of ze mee willen betalen. Stap 5 Plan aanpassen aan wens baathouders De baathouders die mee willen betalen hebben wel wensen. Deze wensen kunnen worden meegenomen in het projectplan. Het is daarom goed om de baathouder te betrekken bij de planvorming van het project.
figuur 1 stappenplan TEEB Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
65
Stap 6 Doorrekenen baten en kosten Voordat er besloten wordt of het plan doorgaat moeten de kosten worden doorgerekend. Daarnaast moeten ook de baten worden doorgerekend. Ecosysteemdiensten vertegenwoordigen een bepaalde waarde. Deze waarden zijn in Nederland beschreven in een Kengetallen rapport. (Witteveen + Bos, 2014) Met deze getallen zijn de baten van een project te berekenen. Stap 7 Beslissen over realisatie Nadat het plan is doorgerekend zal er door alle partijen ingestemd moeten worden met de realisatie en moeten er zaken worden gedaan om gezamenlijk de realisatiekosten te kunnen betalen. Stap 8 Realisatie en monitoring De laatste stap in het proces is het aanleggen van het plan in de praktijk. Na het aanleggen zal het plangebied worden gemonitord om te kijken of de baten van alle baathouders aanwezig blijven en goed verlopen. Wat zijn de voordelen van TEEB? Het proces van TEEB heeft de volgende voordelen: • Het planproces verloopt sneller, (Dijk, Kuijpers, & Wetten, 2012) • er is meer draagvlak voor het realiseren van het ontwerp, • er worden duurzame keuzes gemaakt doordat er meer overleg is tussen beleidsmedewerkers en wetenschappers, (Heide & Ruijs, 2010) • de WOZ-waarde van woningen gaat omhoog, hierdoor hebben gemeenten meer inkomsten, (Iersel, 2013) • de biodiversiteit en duurzaamheid wordt verhoogd, doordat er meer overleg is tussen wetenschappers en beleidsmedewerkers. (Heide & Ruijs, 2010) Wat zijn de nadelen van TEEB? Naast dat de methode voordelen heeft kleven er ook nadelen aan de methode. Deze nadelen zijn als volgt: • Het is moeilijk om iedereen te overtuigen van het nut van
TEEB. Hierdoor kan het voorkomen dat baathouders niet geloven in de kostenreductie en niet willen mee werken, (Iersel, 2013) • zorgverzekeraars in Nederland geloven nog niet in het resultaat van TEEB en doen daarom ook niet mee aan investeren in projecten, (Ministerie van Economische Zaken , 2013) • de TEEB-methode richt zich vooral op de functie van het groen en niet op de esthetica. (Heide & Ruijs, 2010) De eerste tweenadelen zullen als TEEB zich in Nederland heeft bewezen waarschijnlijk niet meer bestaan. Literatuurlijst: Dijk, v., Kuijpers, & Wetten, v. (2012). Groen loont met TEEB stad. Deventer: Stichting Openboek. Heide, & Ruijs. (2010). De betekenis van Teeb voor Nederland. Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving. Iersel, v. (2013). TEEB is alles behalve een makkelijke rekensom. Stad & Groen, 54-57. Ministerie van Economische Zaken . (2013). Beantwoording Schriftelijk Overleg The Economics of Ecosystems and Biodiversity,. Den Haag: Ministerie van Economische Zaken . Planbureau voor de Leefomgeving. (2010). Wat natuur de mens biedt. Wageningen: Wageningen UR. Witteveen + Bos. (2014). MKBA-Kengetallen voor omgevingskwaliteiten. Witteveen + Bos.
5. Asset Management Wat is Asset management? In tijden van economische crisis gaat het slechter met de groenwereld1. Hierdoor zullen de budgetten en het geld dat mensen uitgeven aan hun tuin lager zijn. Met als gevolg dat er minder winst wordt gemaakt door hoveniersbedrijven. Door een efficiënter bedrijfsproces te realiseren zal de winst weer kunnen stijgen. Het bedrijfsproces die hiervoor gebruikt kan worden is Asset-management. De definitie van Asset-management luidt als volgt: • Gedurende de hele levenscyclus van het Asset (kapitaal of bezit) (Plant Research International, 2013) zal er systematisch beheert worden waar bij prestatie, risico’s en investeringen centraal staan met als doel strategische bedrijfsplannen en doelstellingen in de onderneming te maken (Perik, 2010). Er wordt dus in vergelijking met projectmatig werken meer gelet op prestatie, risico’s, kosten en de levenscyclus. Hierbij is het onderdeel risico van essentieel belang, want wanneer er bekent is wat de risico’s zijn, kan er effectiever worden omgegaan met de beschikbare middelen en het materiaal. Het toepassen van Asset-management in een bedrijf heeft consequenties voor het hele bedrijf. Dit blijkt ook uit de manier hoe het Havenbedrijf in Rotterdam Asset-management zien. Zij omschrijven Asset-management als volgt: • het beheren van het areaal, zodanig dat een optimaal rendement behaald wordt gedurende de levensduur (I.E.S.). Om een optimaal rendement te krijgen moet heel de organisatie meewerken bij het havenbedrijf. Hoe werkt Asset management? (I.E.S.) Bij Asset management wordt er na een organisatie gekeken op vier verschillende niveaus. Dit zijn de niveaus: • Strategisch beheer (Wat) • Tactische beheer (Hoe) • Operationeel beheer (Plan) • Uitvoering (uitvoering)
en onderhoudsproces ingericht. Bij deze niveaus zijn er stappen die genomen moeten worden om tot een goed eindresultaat te komen. Deze stappen zijn: Niveau 1: Strategische beheer (I.E.S.) Stap 1: Asset management plan maken: in dit plan wordt de bedrijfsdoelstelling omschreven. De keuzes die tijdens het maken van het plan worden genomen hebben consequentie voor het bedrijf. Hierin worden er namelijk keuzes gemaakt over inzet van middelen. De keuzes die worden gemaakt hebben allemaal het doel om bij te dragen aan het bedrijfsresultaat en het realiseren van een visie. Stap 2: Prestatie en risicomanagement maken: Het management van een bedrijf moet indicatoren (streefbeelden) opstellen waaraan het gemaakte werk aan moet voldoen. Op deze manier valt precies te bepalen hoe er per dag wordt gepresteerd door het uitvoerend personeel. Hier kan indien nodig op worden bijgestuurd. Het bijsturen kan worden gedaan aan de hand van de vooraf opgestelde risicoanalyse. Stap 3: Asset strategie maken: Een strategie maken is een belangrijke stap tijdens het strategische beheer, omdat hier de basis wordt gelegd voor het bedrijf. Bij het maken van de strategie moet er naar de volgende punten worden gekeken: investeringsbeslissingen, de inzet van machines voor het behalen van de het grootste effect, inzet van mensen, uitzetten van de juiste koers en een goede kostenbeheersing Niveau 2: Hoe (tactische beheer) (I.E.S.) Stap 1: Beheer en onderhoudstrategie opstellen: nadat het strategisch beheer is vastgesteld moet er een vertaalslag worden gemaakt naar het tactische beheer. Dit kan worden gedaan door allemaal praktische vragen te stellen. Voorbeelden van deze vragen zijn: Welke beheer- en onderhoudsstrategie past het best bij de organisatie, hoe gaan we om met kennis en competenties binnen de organisatie? Op basis van de onderhoudstrategie wordt het operationeel beheer
Stap 2: Onderhoudsplan opstellen: De randvoorwaarden zijn in de vorige stappen gemaakt. Nu kan er een concreet onderhoudsplan worden gemaakt. Bij het opstellen van het plan moet er rekening worden gehouden met de risico’s die eerder zijn beschreven. De risico’s moeten namelijk allemaal worden beheerst in het nieuwe onderhoudsplan. Voor de risico’s die niet beheersbaar zijn moeten maatregelen worden genomen. Stap 3: Prestatie contracten opstellen: Nu de plannen bekend zijn voor het onderhoud kan er worden gekeken door wie het moet worden uitgevoerd. Voor de uitvoerende partij wordt een contract gemaakt. In dit contract staat precies welke onderhoudswerk er uitgevoerd moeten worden en met welke kwaliteit gedurende een de contractperiode. Niveau 3: Plannen (operationeel beheer) (I.E.S.) Stap 1: Werkstroombeheersing: Door een juiste aansturing moet het onderhoud zo efficiënt en effectief worden uitgevoerd. De middelen die bij deze aansturing hoort zijn planning, inspectie en duidelijke rol verdeling die correct wordt uitgevoerd. Stap 2: Werkvoorbereiding: Om het werk te kunnen uitvoeren vindt er voorbereiding plaats. Deze voorbereiding is er op gericht dat de uitvoering continu door kan gaan. Zo moeten er reservedelen beheer en vergunningsmanagement plaatsvinden. Maar er moet ook rekening worden gehouden met onvoorziene omstandigheden zoals storing management. Stap 3: Toezicht: De opdrachtgever moet de aannemer controleren. Voert hij zijn werk goed uit? Worden er niet teveel uren in rekening gebracht? Door een goede controle zal de kwaliteit van het geleverde werk beter worden.
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
67
Niveau 4: Uitvoering (uitvoering) (I.E.S.) De doelstelling, onderhoudsplan en de plannen zijn gemaakt. Niks staat meer in de weg voor de uitvoering, er kan worden begonnen met de uitvoering van het werk. Wat zijn de voordelen van Asset-management? Het proces van Asset-management heeft de volgende voordelen: • Reductie van de Kosten (Stichting RIONED, 2013), • efficiënte arbeid en machine gebruik (Stichting RIONED, 2013), • effectiever contractenbeheer (Stichting RIONED, 2013), • duurzamere kwaliteit (Stichting RIONED, 2013). Wat zijn de nadelen van Asset-management? • Het toepassen van Asset-management heeft invloed op heel de bedrijfsstructuur. Als Asset-management namelijk zal worden toegepast in de praktijk zal er een reorganisatie plaats moeten vinden in het bedrijf. Literatuurlijst: I.E.S. (sd). Wat is asset Management? . Opgeroepen op 6 2014, 2014, van http://www.iesbv.nl/node/123 Perik. (2010). Asset management en de rol van de controller. Controllermagazin. Plant Research International. (2013, oktober 22). Info over gemeenten die extra bezuinigen op het openbaar groen. Opgeroepen op 2 6, 2014, van Wageningenur: http://www. wageningenur.nl/ Stichting RIONED. (2013). Assetmanagement en stedelijk waterbeheer,. Ede: RIONED.
6. Duurzaam groenontwerp en -beheer Duurzaam groenontwerp en –beheer Uit het boek: Basisboek groenontwerp en –beheer Auteur: Rob Arbeider 1e druk oktober 2013, IPC Groene Ruimte Kenmerken van deze benadering: • Ontwerp en beheer worden professioneler, zakelijker en pragmatischer aangepakt, waardoor de communicatie verbetert en de creativiteit behouden kan blijven; • Het begrip ‘natuur’ krijgt een zwaardere lading. Groenontwerp- en –beheerbeslissingen worden met behulp van natuurlijke basisprincipes en processen beredeneerd en beargumenteerd; • Alle vormen van groenontwerp en –beheer kunnen nog steeds worden toegepast, mits goed is nagedacht over de randvoorwaarden. Om tot een duurzaam groenontwerp en –beheer te komen, moeten de volgende stappen worden gezet; 1. Bestemming 2. Opdracht ontwerp 3. Inventariseren randvoorwaarden ontwerp 4. Ontwerp, bepalen eindbeeld en invullen materiaalplan (beplantingsplan) 5. Kostenraming aanleg en onderhoud 6. Aanleg 7. Overdacht naar beheer en de invulling van het beheerproces 8. Opstellen van het beheerplan 9. Het onderhoudsplan 10. De onderhoudsplanning Bij elke stap wordt er kort toegelicht welke punten tot lering kunnen zijn voor Van der Tol. Het proces is bekend bij het bedrijf, wel zijn er per punt aandachtspunten waar het bedrijf lering uit kan halen voor duurzamer beheer.
1. Bestemming De bestemming van een gebied heeft een sterke invloed op de invulling. Mogelijke bestemmingen voor een gebied zijn; wonen, recreatie, industrie, landbouw, infrastructuur, natuur, luchtvaart. 2. Opdracht ontwerp Binnen de bestemming heeft het gebied ook een bepaalde functie. Mogelijke functies zijn; maatschappelijke en sociale functie, esthetische en architectonische functie, technische functie, ecologische functie, economische functie. 3. Inventariseren randvoorwaarden ontwerp De randvoorwaarden komen voort uit: • Algemeen bindende voorschiften(wetten) • Technische en/of functionele eisen, bijvoorbeeld geen beplanting nemen die kan gaan overkoken bij de wegen • Cosmetische eisen, bijvoorbeeld een solitaire heester genoeg ruimte geven om te groeien • Gemaakte afspraken 4. Ontwerp, bepalen eindbeeld en invullen materiaalplan(beplantingsplan) • Soortkeuze: kijk goed naar de natuurlijke habitat en de groei(concurrentiekracht) van het soort. De te minder beheeringrepen des te beter. • Beplantingsvormen: Groepsgewijze mening zorgt voor minder onderhoudskosten. Kies voor een dicht plantverband, waardoor het vak sneller is gehouden en onkruid weinig kans krijgt. • Beplanting hoeft niet altijd mooi te zijn, het kan bijvoorbeeld ook een functie hebben voor de dieren. • Werk toe naar het eindbeeld en creëer hier ook de omstandigheden naar. Dit wordt ook wel ontwikkelingsbeheer genoemd. • Maak een ontwerp zo dat er zo min mogelijk ingrijpmomenten noodzakelijk zijn. Als een beplantingsontwerp goed is ingedeeld, is er minder onderhoud noodzakelijk.
5. Kostenraming aanleg en onderhoud Overleg tussen ontwerp en beheer is noodzakelijk. Als de begroting is opgesteld: • Is er draagvlak voor het ontwerp? • Is de opdrachtgever tevreden? • Past het onderhoud binnen het budget, met kwalitatief onderhoud. Hierdoor stel je de gebruiker tevens tevreden. 6. Aanleg • Gebruik van kwalitatief plantmateriaal • Geschikt maken van de groeiplaats • Toepassen juiste manier van planten • Plegen van goede nazorg 7. Overdracht naar beheer en de invulling van het beheerproces Beleid(strategie) moet vertaald worden naar een tactisch en operationeel(uitvoerend) niveau. Het is van belang om te kijken welk beheerproces van toepassing is. • In staat brengen: Er moet ingrijpend onderhoud worden toegepast, een nieuw ontwerp vergt meer onderhoud, of er moeten opnieuw planten worden ingeboet. Dit brengt hoge onderhoudskosten met zich meer. • In stand houden: Als de begroeiing in staat is volgt er een regulier beheer. Dit brengt relatief lage kosten met zich mee. Voorkomen moet worden dat het beheer in de bovenste cirkel komt, dus geen achterstallig onderhoud. 8. Opstellen van het beheerplan Maak onderscheid in verschillende beheermaatregelen als, cyclische maatregelen, omvormingsmaatregelen en incidentele maatregelen. Hou hierbij rekening met de randvoorwaarden 9. Het onderhoudsplan Het onderhoudsplan kan in Excel worden weergegeven. Hierbij kan er per beheergroep worden aangegeven welke beheermaatregelen er moeten worden uitgevoerd. Houd hierbij altijd het eindbeeld in de gedachte.
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
69
10. De onderhoudsplanning Geef hier heel duidelijk aan wanneer er wat en door wie moet gebeuren met een locatieaanduiding en de frequentie. Interessante punten voor Van der Tol Het interessante aan de werkwijze van ‘duurzaam groenontwerp en beheer’ is de wijze waarop er naar de beplanting wordt gekeken. De keuze voor de groenontwerp- en –beheerbeslissingen worden namelijk met behulp van natuurlijke basisprincipes en processen beredeneerd en beargumenteerd. Interessante punten uit de stappen: • Het geven van een functie aan een gebied geeft richting voor de invulling en de hoofdvaak van een gebied; • Randvoorwaarden/eisen stellen zorgt er uiteindelijk voor dat de gekozen beplanting ook goed tot zijn recht kan komen. Zo moet het overkoken van beplanting voorkomen worden en een solitaire heester moet voldoende ruimte krijgen om uit te groeien; • Let bij de soortkeuze op de natuurlijke habitat en de groeiwijze van de plant; • Maak een ontwerp zo dat er zo min mogelijk ingrijpmomenten noodzakelijk zijn. Als een beplantingsontwerp goed is ingedeeld, is er minder onderhoud noodzakelijk. • Bij het aanplanten dicht planten zodat het vak eerder is dichtgegroeid; • Zorg voor een goede groeiplaats voor de plant; • Voorkom achterstallig onderhoud, dit kost meer geld als het reguliere onderhoud.
7. Onderzoeksopzet In dit hoofdstuk zal worden toegelicht op welke wijze het onderzoek zal worden uitgevoerd. 2.1 Methode De onderzoeksmethode die wordt toegepast heet Benchmarking, omdat Van der Tol b.v. zich graag wil vergelijken met andere organisaties. Om beter te worden dan de concurrent is het goed om te kijken naar de duurzame werkwijze van andere organisaties. Door deze werkwijze te spiegelen met de werkwijze van Van der Tol b.v. kan de eigen werkwijze worden verbeterd. Aan het einde van het onderzoek worden aanbevelingen gegeven over hoe er duurzamer gewerkt kan worden door Van der Tol b.v. in gemeenschappelijke tuinen. De Benchmark methode bestaat uit de volgende zeven stappen (Kelly & Chang, 1997): • Stap 1: Keuze meting onderzoek. Tijdens deze stap wordt de onderzoeksopzet bepaald en zal het productieproces van Van der Tol b.v. worden geanalyseerd. • Stap 2: Meetfactoren. Bij deze stap wordt bepaald aan de hand van welke meetfactoren het ‘productieproces’ van Van der Tol b.v. zal worden vergeleken. • Stap 3: Keuze vergelijking. Er zal worden gekeken met welke organisaties de vergelijking zal plaatsvinden. • Stap 4: Gegevens verzamelen. Tijdens deze stap worden de interviews gehouden bij de organisaties. Daarnaast zal er een literatuuronderzoek plaatsvinden voor aanvullende informatie over de organisatie en overige factoren waar de organisaties geen vernieuwende informatie over hebben. • Stap 5: Analyseren gegevens. De gegevens die in stap vier zijn verzameld worden hier beschreven en geanalyseerd. Tijdens deze stap wordt Van der Tol b.v. vergeleken met de organisaties. • Stap 6: Doelen en actieplan. Aan de hand van de vergelijking worden er doelen vastgesteld voor een actieplan. Het praktische advies zal worden uitgewerkt in het adviesrapport. • Stap 7: Blijf het verbeterde proces volgen. In het adviesrapport zal er advies worden gegeven over hoe de evaluatie van het project kan plaatsvinden.
In de komende drie paragrafen zullen de eerste drie stappen van het benchmarkonderzoek nader worden toegelicht. Hierdoor wordt de onderzoeksopzet bepaald. 2.2 Stap 1: Keuze meting onderzoek Het communicatieve doel voor het onderzoek: Bepalen welke duurzame ontwikkelingen er bij drie gemeenten worden gehanteerd, die kunnen bijdragen aan duurzaam groenbeheer bij gemeenschappelijke tuinen voor Van der Tol b.v. De hoofdvraag luidt als volgt: Welke duurzame ontwikkelingen worden er bij drie gemeenten gehanteerd, die kunnen bijdragen aan duurzaam groenbeheer van gemeenschappelijke tuinen voor Van der Tol b.v.? Deelvragen 1. Welke factoren zijn van belang bij de keuze voor duurzaam groenbeheer volgens Van der Tol b.v? 2. Hoe gaan drie gemeenten om met de factoren die betrekking hebben met duurzaam groenbeheer? 3. Welke cruciale lessen kunnen worden geleerd en zijn van belang voor Van der Tol b.v.? Intern betrokkenen In een benchmarkonderzoek is het van belang een goede bedrijfsanalyse uit te voeren om de huidige problematiek van de opdrachtgever helder te hebben. Tijdens het onderzoek zal daarom binnen het bedrijf veel worden gesproken met mensen die verantwoordelijk zijn voor de inrichting en beheer van de tuinen. Deze gesprekken zorgen ervoor dat de huidige werkwijze van de opdrachtgever voor de onderzoekers duidelijk is. Om zo te kunnen bepalen waar Van der Tol b.v. zich nog verder duurzaam kan ontwikkelen. Om een goed beeld te krijgen van de huidige werkwijze van Van der Tol b.v. wordt er gesproken met verschillende werknemers.
• Beheermanager, dhr. R. Bouquet. Dhr. R. Bouquet heeft veel verstand over de huidige werkwijze van het beheer. • Twee voormannen uit de buitendienst. Dhr. J. Dodeman is een voorman die meer traditioneel is ingesteld. Dhr. E. Yildrim is een voorman die al op een duurzame wijze werkt. Het is goed om hiermee een gesprek te houden om te kijken hoe zij hun werk uitvoeren en tegen duurzaamheid aan kijken. • Klantmanager dhr. P. Heijman kan een goed beeld schetsen over het contact met de klanten en hoe er beslissingen worden gemaakt over de tuinen. • Ontwerper uit adviesafdeling. Voor vragen over ontwerp en aanleg om een goed beeld te krijgen over de overwegingen die worden gemaakt tijdens het ontwerpproces. • Projectleider Advies, dhr. M. Terpstra. Dhr. M. Terpstra adviseert op het gebied van ecologie en biodiversiteit. Beslissingen Tijdens het project zullen er beslissingen gemaakt moeten worden over het verdere verloop van het onderzoek. De meeste beslissingen zullen gemaakt worden in samenspraak met dhr. M. Terpstra, projectleider advies bij Van der Tol b.v. Echter zullen er tijdens sommige processtappen de hierboven genoemde werknemers worden betrokken. Commercieel directeur dhr. A. Veerman wordt op de hoogte gehouden van de beslissingen die er worden genomen en heeft de bevoegdheid om andere beslissingen te maken. Wanneer welke beslismomenten met welke betrokken zijn wordt in punt acht ‘planning’ van het plan van aanpak beschreven. 2.3 Stap 2: meetfactoren De factoren zijn bepaald aan de hand van een literatuuronderzoek en een intern onderzoek bij Van der Tol b.v. door middel van interviews en literatuur. Het bepalen van de factoren wordt gedaan aan de hand van de volgende punten: • Juryrapport duurzaamste hovenier 2011 van Van der Tol b.v.; • De Eco Check van Van der Tol b.v.; • literatuurstudie TEEB;
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
71
• literatuurstudie Asset-management; • het boek ‘duurzaam groenontwerp en beheer’ van Rob Arbeider; • interviews intern bij Van der Tol b.v.(zie stap 1); • literatuuronderzoek bij Van der Tol b.v.
Beplantingscombinaties Onderhoudsfrequentie • Maatschappelijk belang Belevingswaarde Communicatie nieuw project/beleid
Productieproces Het ‘productieproces’ wat wordt doorlopen bij Van der Tol b.v. zal schematisch worden weergegeven in het onderzoeksrapport. Bij de vergelijking in het productieproces vindt Van der Tol b.v. het voornamelijk belangrijk dat er wordt vergeleken aan de hand van punten waarop Van der Tol b.v. niet sterk is of nog kan verbeteren. Tijdens de interviews zal er voornamelijk worden gericht op gemeenschappelijke tuinen. Van der Tol b.v. beheert namelijk voornamelijk gemeenschappelijke tuinen en heeft daar ook belang bij om meer over te leren.
2.4 Stap 3: Keuze vergelijking Tijdens deze stap zal er worden bepaald met welke bedrijven de vergelijking plaats zal vinden. Volgens het benchmarkonderzoek kan er op vier verschillende manieren worden vergeleken: Intern => Onderzoek binnen eigen organisatie Concurrerend => Concurrentieonderzoek uitgevoerd via een adviesbureau Niet concurrerend => Vergelijken met niet concurrenten Wereldklasse => Vergelijken met de beste
De factoren waarmee Van der Tol b.v. wordt vergeleken met gemeenten zijn als volgt: • Belang planeet o Hoge natuurwaarde Soortenrijkdom fauna Soortenrijkdom flora Werkgroep ecologie/duurzaamheid o Lage belasting milieu Bestrijdingsmiddelen Duurzame machines Kringloop binnen tuinen Natuurlijke/ duurzame grondstoffen • Belang organisatie o Communicatie Geslaagd project Keuze voor duurzame inrichting Kennisontwikkeling o Extensief beheer Levensduur plantsoen Ecologisch1 versus reguliere tuin2 Beplantingsdichtheid
Tijdens dit onderzoek zal er een niet-concurrent onderzoek plaatsvinden. Het adviesbureau B&B Groenadviseurs zal het bedrijf Van der Tol b.v. vergelijken met drie niet-concurrenten, namelijk gemeenten. Wij hebben er voor gekozen om Van der Tol b.v. te vergelijken met gemeenten, omdat Van der Tol b.v. ervaart dat gemeenten voorop lopen op het gebied van duurzaamheid. De vergaring van de informatie bij gemeenten vindt plaats door literatuuronderzoek en interviews. Voordat er een interview wordt gehouden zal er een literatuuronderzoek plaatsvinden. Selectieprocedure De keuze voor de drie gemeenten wordt onderbouwt door het gestructureerd doorlopen van drie stappen aan de hand van criteria. Naast criteria, waar de gemeente verplicht aan moet voldoen, kunnen er ook pluspunten worden behaald. Aan de hand van deze pluspunten wordt de keuze gemaakt voor een bepaalde gemeente. 1e Selectie, literatuurstudie:
1. De organisatie is een gemeente 2. Netwerk Van der Tol b.v. 3. Reisafstand 2e Selectie, literatuurstudie: 4. Vindbaarheid digitale bronnen 5. Selectie duurzaamheid 6. Actief in punten duurzaamheid 7. Certificaten e.d. 8. Extra duurzaamheidspunten 9. Telefonische gegevens 3e Selectie, telefoongesprek(e-mail): 10. De organisatie staat open voor onderzoek 11. Informatie beschikbaar duurzaamheid 12. De organisatie maakt winst bij de onderneming 13. beschikbaarheid/reactiesnelheid 14. geen tegenprestatie van Van der Tol b.v. 15. Alle punten komen voor bij de gekozen organisaties 16. Aanvullende informatie 17. Methode in praktijk toegepast 18. Overige pluspunten Criteria • De organisatie moet een gemeente zijn met een groenafdeling (groenbeheerder/ beleidsmedewerker). Van der Tol b.v. heeft namelijk aangegeven dat de organisatie geen concurrent mag zijn. Gemeenten zijn geen concurrenten, maar wel vaak actief op het gebied van duurzaamheid. Hier zou het bedrijf veel lering uit kunnen behalen. • De organisatie moet open staan voor medewerking aan het onderzoek en hiervoor de tijd nemen. Als de gemeenten geen tijd nemen voor het interview zal er ook niet voldoende ecologische tuin: een tuin waarbij er wordt gestreefd(door middel van doelen) naar een hoge natuurwaarde, een lage belasting van het milieu en winst voor de organisatie. 2 reguliere tuin: een tuin die geen specifieke doelen heeft. Veelal wordt er wel rekening gehouden met het belang van de organisatie en het maatschappelijk belang. 1
informatie worden verkregen door B&B Groenadviseurs. • Informatie beschikbaar stellen over de werkmethode, kostenbesparingen, werkwijze duurzaamheid, etc. De gemeente moet documentatie beschikbaar stellen zodat het onderzoek uitgebreid kan worden uitgevoerd. • De organisatie moet geen tegenprestatie verwachten van Van der Tol. Van der Tol kan de gewonnen informatie niet beschikbaar stellen, ook niet aan gemeenten. Dit in verband met de geheimhouding van het product. • De organisatie moet actief bezig zijn met één of meerdere van de volgende punten op het gebied van duurzaamheid: biodiversiteit, winst voor de organisatie, belevingswaarde, onderhoudsextensief beheer, beheer volgens natuurlijke processen, wensen van bewoners, duurzame communicatie met klanten en bewoners, ecologische waarde, duurzame beheeruitvoering, bestrijdingsmiddelen, ecosysteemdiensten2. Deze punten heeft het bedrijf Van der Tol aangegeven als belangrijke punten voor het bedrijf op het gebied van duurzaam en onderhoudsextensief ontwikkelen. • Reisafstand(binnen twee uur van Velp of één uur van Van der Tol b.v.). Om het aantal gemeenten in te perken en de haalbaarheid van het uitvoeren van het onderzoek binnen de beschikbaarheid moet er een maximale reisafstand met openbaar vervoer worden ingesteld. Pluspunten Pluspunten punten • Certificaten, oorkondes of overeenkomsten e.d. op het gebied van duurzaamheid 1 punt per oorkonde • Extra duurzaamheidspunten 1 punt per punt •Beschikbaarheid voor een afspraak 1 punt •Reactiesnelheid op voorstel/ enthousiasme voor medewerking 1 punt •Aanvullende informatie(rapporten ed) 1 punt •Netwerk van Van der Tol of via Frans van den Goorbergh 1 punt • Vindbaarheid bedrijf via digitale bronnen 1 punt •Organisatie maakt winst bij onderneming 1 punt
•Telefonische gegevens gemeente 1 punt •Overige pluspunten nader te bepalen •De organisatie heeft de methode toegepast in de praktijk en hierop geëvalueerd 1 punt 2.5 Voorlopige inhoudsopgave De voorlopige inhoudsopgave van het onderzoek staat hieronder beschreven: 1. Inleiding onderzoek 2. Huidige werkwijze Van der Tol b.v. (stap 1) 2.1 Vooronderzoek - TEEB - Asset management - Duurzaam planmatig groenbeheer - Conclusies 2.2 Duurzaamheid 2.3 Verbeterpunten Van der Tol b.v. 3. Onderzoeksopzet 3.1 Meetfactoren bepalen (stap 2) 3.2 Vergelijken met (stap 3) 4. Resultaten onderzoek (stap 4) 4.1 Interview Van der Tol b.v. 4.2 Interview gemeente Leiden 4.3 Interview gemeente Vlaardingen 4.4 Interview gemeente Weert 5. Vergelijking van de beheermethode (stap 5) 4.1 Belang van de planeet 4.2 Belang van de organisatie 4.3 Maatschappelijk belang 6. Conclusies en aanbevelingen 6.1 Conclusies 6.2 Aanbevelingen
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
73
8. Selectiecriteria Bijlage 8: Selectie procedure
2,5 4,5 1 2 3
5
4
5
3
4
2,5
4
3
4
3 2
6 4
2
3 0 0 0
1
2
0
Uden Utrecht Veenendaal Vlaardingen Weert Werkendam Westland Winterswijk Zoetermeer
2:35 1:40 1:15 1:10 1:45 2:10 2:30 2:00 2:50 1:40 1:50 2:35 1:10 1:20 2:00
Totaal punten na de twee ronden
Punten selectieronde twee
6. Telefonische gegevens
5. Extra duurzaamheid
4. Certificaten
3. Actief in punten duurzaamheid
2. Duurzaam
1. vindbaarheid digitale bronnen
3. Berijsbaar binnen 2 uur
Reistijd vanaf Velp
6. Telefonische gegevens
5. Extra duurzaamheid
4. Certificaten
3. Actief in punten duurzaamheid
2. Duurzaam
1. vindbaarheid digitale bronnen
1
Ronde twee
Reistijd vanaf Amsterdam
1:10 2:00 1:35 0:50 1:40 3:00 2:45 2:05 1:55 1:50 2:05 2:25 1:00 1:20 2:10 1:55 1:35 1:40 3:00 2:10 0:50 2:20 2:50 2:30 2:10 2:00 3:20 3:00 2:10 3:10 2:40 2:40 3:00 2:30 1:00 2:10 1:00 1:55 1:10 2:35 2:20 1:00 1:00 1:35 0:30 2:05 1:55 2:15 2:20 1:30 2:05 1:00 2:05 1:30 2:30 3:00 3:50 4:00 2:05 1:50
1
1./2. Gemeenten
Almere Amersfoort Amsterdam (centrum) Bergeijk Boxtel Breda Cuijk Delft Den Bosch Den Helder Deventer Dongen Eersel Eindhoven Heerlen Hellevoetsluis Laarbeek Leeuwaarden Leiden Lelystad Nieuwekoop Nijmegen Ouder Amstel Purmerend Putten Roosendaal Rotterdam Schiedam Spijkennisse Sudwest Fryslan Terneuzen Tilburg
Totaal punten na de twee ronden
2:45 1:40 2:15 2:30 1:30
Ronde één
Punten selectieronde twee
Achtkarspelen Alkmaar Almelo
3. Berijsbaar binnen 2 uur
Reistijd vanaf Velp
Reistijd vanaf Amsterdam
1./2. Gemeenten
Bijlage selectie interview partijen Ronde één Ronde twee
2 2 4 5
0 3 2 6 7 0
2 4
2 6
Legenda Er kan aan de selectie eis worden voldaan De auteurs twijfelen als er aan de selectie eis kan worden voldaan . Er kan niet aan de selectie eis worden voldaan De auteurs kunnen niet vinden als er aan de selectie eis kan worden voldaan.
Top 11 Gemeente Punten Weert 7 Leiden 6 Zoetermeer 6 Boxtel 5 Cuyck 5 Vlaardingen 5 Amersfoort 4,5 Den Bosch 4 Deventer 4 Eindhoven 4 Lelystad 4
9. 3e selectie gemeenten Handleiding telefoongesprek Aan de hand van een telefoongesprek zal er een keuze worden gemaakt voor drie gemeenten waar nader onderzoek zal worden gedaan. Tijdens dit telefoongesprek worden er vragen gesteld die zijn afgeleid van de selectiecriteria voor drie geschikte gemeenten die hieronder zijn beschreven. Zodra het blijkt dat de gemeente niet aan de selectiecriteria voldoet, dan heeft het geen nut om de gemeente nog verder te ondervragen. Het telefoongesprek kan dan worden beĂŤindigd, omdat de gemeente niet geschikt is. Nadat er een eerste contact is opgenomen met minimaal zes gemeenten, kan er gekozen worden voor drie geschikte gemeenten. Met de drie gekozen gemeenten zal contact worden opgenomen en een afspraak worden gemaakt. Hier moet de groenbeleidsmedewerker van de gemeente natuurlijk wel voor openstaan.
baar te stellen voor onderzoek? Kunt u dit voorafgaand naar ons toesturen zodat we vragen kunnen stellen a.d.h.v. de documentatie? 8. Is het werken met duurzaamheid winstgevend voor de gemeente? 9. Zo nee, waarom wil u niet deelnemen aan dit onderzoek? 10. Van der Tol b.v. heeft geen verplichting aan de gemeente bij deelname. 11. Dank u wel voor uw voor uw tijd. Ik zal met mijn afstudeergenoot overleggen bij welke gemeenten we verder onderzoek gaan uitvoeren. Ik zal hierover contact met u opnemen over..... 12. Of: U bent helaas niet geschikt voor ons onderzoek, omdat ..... Dankuwel in ieder geval voor uw tijd. 13. Heeft u verder nog vragen over het onderzoek? 14. Dank u wel alvast voor uw tijd en tot ......
Het telefoongesprek (hierbij wordt uitgegaan van het bezitten van de juiste contactgegevens en de juist contactpersoon voor het onderzoek) 1. Goedemorgen met .... Spreek ik met .....? 2. In het kader van mijn afstuderen aan de opleiding Tuin & Landschapsinrichting doe ik met mijn projectgenoot onderzoek naar duurzaam en extensief beheer in het openbaar groen. Duurzaam beheer komt steeds meer voor in beleidsstukken. We hebben via gegevens op internet gezien dat uw gemeenten hier ook actief mee bezig is. 3. Wij zijn benieuwd welke invulling gemeenten hieraan geven. Om dit te kunnen weten doen wij onderzoek bij verschillende gemeenten. 4. Klopt het dat uw gemeente actief bezig is met duurzaamheid? 5. Is de methode toegepast in de praktijk? 6. Wij zouden het erg op prijs stellen als u deelneemt aan dit onderzoek. Heeft u interesse om deel te nemen aan het onderzoek? 7. Bent u bereid om documentatie over beleid etc. beschik-
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
75
10. Vragenlijst gemeenten Wat houdt ons opdracht in? Voor onze opdrachtgever Van der Tol b.v. voeren wij een onderzoek en brengen we een advies uit naar Van der Tol b..v hoe ze nog duurzamer kunnen werken. Om dit te kunnen bepalen zijn we de eigen organisatie van Van der Tol b.v aan het onderzoeken en willen wij kijken hoe andere omgaan met duurzaamheid. Door het kijken naar andere groendiensten hopen wij tot nieuwe inzichten te komen hoe Van der Tol b.v. duurzamer kan gaan werken. oe komen we uit bij gemeenten en in specifiek bij de gemeente. In het onderzoek dat we uitvoeren richten wij ons op gemeenten. Dit omdat Van der Tol b.v aan gaaf dat er gemeenten heel erg met duurzaam onderhoud bezig zijn. En het literatuur onderzoek dat we hebben verricht bij u kwam dan ook naar voren dat deze gemeente heel duurzaam bezig is.
ners, extensief onderhoud, beheer volgens natuurlijke processen, wensen van bewoners, duurzame communicatie met klanten en bewoners, ecologische waarde, duurzame beheeruitvoering, bestrijdingsmiddelen. Uitleg wat wij verstaan onder duurzaamheid aan de hand van de duurzaamheid cirkel. We hebben duurzaamheid gedefinieerd in vier categorieën. Deze categorieën zijn: planeet, communicatie, maatschappij en bedrijf/ gemeente. Deze begrippen zijn nog erg abstract daarom hebben wij met zwarte worden aangegeven wat wordt bedoeld met deze categorieën.
Hoe gaat de gemeente om met de soortenrijkdom van planten? Zijn er ook doelsoorten? Worden er ook soorteninventarisaties gedaan over de aanwezigheid van planten? Hoe wordt er vervolgens mee omgegaan? Wordt soortenrijkdom van planten en dieren standaard opgenomen in het beleid? Zijn er ook werkgroepen opgestart ter bevordering van de soortenrijkdom aan planten en dieren?
Vertellen hoe het interview verder verloopt aan de hand van de duurzaamheid cirkel. Aan de hand van de vier categorieën zal het interview worden afgenomen. Per categorie zullen er vragen worden gesteld. En aan het einde van het onderzoek hopen wij dat het voor ons duidelijk is hoe deze categorieën bij u in de praktijk van klein stedelijk groen wordt toegepast.
Lage belasting milieu Welk type bestrijdingsmiddelen worden er toegepast binnen de gemeente? Is hier ook onderzoek naar gedaan(kosten, effecten)?
Heeft de gemeente een (groen)beleidsplan waar duurzaamheid onderdeel van is?
Hoe wordt er voor gezorgd dat de afvalkringlopen van tuinen/groenstroken zoveel mogelijk binnen groen blijven?
Heeft de gemeente een voorbeeldproject waarin duurzaamheid is opgenomen?
Hoe gaan jullie om met natuurlijke/duurzame grondstoffen? Kunt u praktijkvoorbeelden noemen?
Omdat er veel begrippen voorkomen die heel breed en ruim kan worden opgevat zorgen wij er eerst voor dat de begripsbepaling van duurzaamheid duidelijk wordt.
Planeet Hoge natuurwaarde (ecologie) Heeft de gemeente een ecoloog in dienst? Of iemand die gespecialiseerd is op het gebied van ecologie?
Organisatie Communicatie Hoe wordt er tijdens de evaluatie van een duurzaam groenproject bepaald of het project een succes is geweest? Wat wordt er mee gedaan als iets geen succes blijkt te zijn?
Wat betekent duurzaamheid voor u als gemeente met betrekking tot het klein stedelijke openbaar groen?
Hoe gaat de gemeente om met soortenrijkdom van dieren? Zijn er ook doelsoorten?
Met welke aspecten van duurzaamheid houden jullie rekening? (door strepen wat niet van toepassing is) Voorbeelden zijn: soortenrijkdom dieren, soortenrijkdom planten, winst voor de organisatie, belevingswaarde bewo-
Worden er ook soorteninventarisaties gedaan over de aanwezigheid van dieren? Hoe wordt er vervolgens mee omgegaan?
Waar richten wij ons op tijdens dit onderzoek Wij richten ons op luxere beplanting zoals rozen, vaste planten en bloeiende heesters. Deze tuinen zijn erg onderhoudsintensief qua onderhoud en wij zijn voor Van der Tol b.v. opzoek naar een duurzamere manier van onderhoudt waarbij de intensiviteit van het werk afneemt maar de ecologie en biodiversiteit verbeteren terwijl de onderhoudskosten dalen.
Wordt er gewerkt met duurzame machines(op bijvoorbeeld zonne-energie)?
Waar komt het idee vandaan om duurzamer te gaan beheren/inrichten? Hoe wordt er bepaald welke inrichting er aan het project wordt gegeven? Hoe wordt er kennis vergaard binnen de gemeente? Moet dit altijd binnen de gemeente zijn of worden hier mensen voor
ingehuurd? Of bij de aannemers? Hoe doen jullie het bijvoorbeeld met ecologie? Er is ons ook gevraagd om tijdens het onderzoek te kijken naar het buitenland hoe hier wordt omgegaan met duurzaamheid. Weet u nog interessante projecten/onderzoeken die interessant zijn op het gebied van duurzaamheid? Hoe wordt er bepaald of een investering duurzaam is? Kunt u dit uitleggen aan de hand van een voorbeeldproject? Extensief beheer Wordt er een levensduur aan een plantsoen toegekend? Worden hiervoor budgetten vrijgesteld of is hier een meerjarenplanning voor? Gaat een ecologische tuin geld opleveren t.o.v. een reguliere tuin? Hoe wordt het ontwerp afgestemd op het beheer? Wordt er rekening gehouden met de beplantingsdichtheid tijdens het ontwerp?
tensief te onderhouden plantvakken? Hoe? Maatschappelijk belang Hoe wordt er gemonitord zodat bewoners ecologisch beheer accepteren? En de kwaliteit behouden wordt? Hoe wordt er rekening gehouden met de belevingswaarde van bewoners bij een nieuw project? Hoe wordt een nieuw project/beleid met bewoners gecommuniceerd?
Begripsbepaling: Beheermethode; De werkwijze waarop het beheer wordt uitgevoerd. Belevingswaarde; de beoordeling van de gebruiker van een ruimte op kwaliteit. Biodiversiteit; de biologische verscheiden binnen een ecosysteem Duurzame machines: machines die zorgen voor weinig uitstoot van schadelijke gassen maar ook ergonomisch zijn voor het gebruik. Ecologie; Wetenschap die zich bezighoudt met het natuurlijk evenwicht tussen planten en dieren en hun milieu. Extensief onderhoud; groenbeheer waarbij er zo min mogelijk ingrijpmomenten aanwezig zijn, waarbij de kosten zo laag mogelijk zijn. Levensduur; de tijd dat iets in leven is of functioneert. Natuurlijke grondstoffen; Natuurlijk materiaal dat afkomstig is van de planeet wat de basis vormt voor een product. Natuurlijke processen; Een natuur proces die zonder inmenging van de mens plaatsvinden in de levende natuur. Stedelijk gebied; bebouwde gebieden van zowel dorpen als steden, bijvoorbeeld: woonwijken, industrieterreinen, rijkswegen 
Wordt er rekening gehouden met de concurrentiekracht van beplanting tijdens het ontwerp? Wordt er rekening gehouden met de groeiwijze van de beplanting tijdens het ontwerp? Wat wordt er gedaan als er in de praktijd blijkt dat een plant of plantcombinatie niet blijkt te werken? Wordt er ingeboet of een andere plant gekozen e.d.? Hoe wordt de keuze gemaakt tussen het verlagen van de onderhoudsfrequentie en de keuze voor een ander beplantingstype? Is het mogelijk om de ecologische waarde te verhogen bij ex-
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
77
11. Aanvullende vragen huidig beheer Voor Raimond Bouquet In het vooronderzoek dat heeft plaatsgevonden naar de huidige werkmethode in paragraaf 2.1 zijn er meerder interviews afgenomen (transcripten in bijlage 1 t/m 3). Ondanks de informatie die de onderzoekers hebben gekregen was er aanvullende informatie nodig om een goede vergelijking te kunnen maken. Beheermethode Is er een beleid of een (onderhouds)plan geschreven voor van het groen, of per tuin? Niet bij iedere tuin, afhankelijk per project. Ook of de opdrachtgever het aangeeft. Hoe wordt er gecommuniceerd tussen binnen en buiten? Zijn hier regelmatig overleggen tussen? De hoofduitvoerders met de aannemers hebben één keer per week overleg, dan wordt de weekplanning gemaakt en doorgenomen. Ik heb met de hoofduitvoerder, de projectleider één keer per kwartaal een overleg. Alle voormannen en hoofduitvoerders(totaal ongeveer 18man) hebben twee keer per jaar een overleg. De hoofduitvoerders sturen de voormannen aan. Elk kwartaal is er een maaioverleg met de grasmaaiers en Raimond. Wie is er verantwoordelijk voor het huidige beheer? Dat ben ik, Raimond Bouquet. Zijn er al eerder bezuinigingen doorgevoerd? Hoe is hier mee omgegaan? Ja, voornamelijk in de contracten. Hoe wordt duurzaamheid geïntegreerd in het huidige beheer? In overleg met de opdrachtgever.
Bent u tevreden met de huidige beheermethode? Ja, ik ben tevreden. Het kan wel efficiënter. Vandaar dat we ook de omschakeling gemaakt hebben. Ik denk dat de kwaliteit omhoog kan gaan en ook financieel kan het beter. Hoe wordt er bepaald welk beheer wordt toegepast per locatie? Om de kosten te drukken kunnen we een voorstel doen naar de opdrachtgever, bijvoorbeeld als de aanneemsom te hoog is. Vaak wordt de frequentie dan aangepast. Wel geven we aan dat het beeld dan anders wordt. Wordt het beheer geëvalueerd? Ja, met de opdrachtgever hebben we één keer per jaar een evaluatiegesprek. In het overleg met de voormannen en de hoofduitvoerders wordt er ook gekeken of het makkelijker kan, of met andere machines. Kosten Wat zijn de kosten van het huidige beheer? Weet ik zo niet, moet ik opzoeken. Zijn er eenheidsprijzen voor bepaalde beheergroepen? Vroeger hadden we wel prijzen per m2, dit was meer grootschalig groen. Dit werkte niet meer, omdat het te globaal was. Nu is er per tuin een specifiek contract. Alle VVE’s zijn opgesplitst. Aan de hand waarvan wordt berekent of iets een besparing is? De korte klap is door de uren aan te passen, om geloofwaardig over te komen wordt het maaibeheer aangepast. Buiten is dat nauwelijks zichtbaar. Ook op andere gebieden worden er dingen aangepast, bijvoorbeeld de schoffelfrequentie. Wie reguleert deze kosten? Ik heb een budget en daarvan moet ik een aantal procent van overhouden. Ik mag ook een maximaal aantal klachten hebben en ik heb een maximaal aantal uren dat ik mag
inhuren. Wat vind u van het in blokjes knippen? Verkrachten van de beplanting. De opdrachtgever wil het graag, vanwege de veiligheid, mensen kunnen zich erachter verschuilen. Vooral in West komt het voornamelijk voor. Maximaal op 1 a 1.5m.
12. Interview gemeente Leiden Met Mirte van Daalen en Mieke van der Ven Algemeen Wat betekent duurzaamheid voor u als gemeente? Een aantal jaar geleden leefde het niet echt. Het is pas gaan leven toen een aantal jaar geleden de aandelen van Nuon zijn verkocht. Toen hebben ze het duurzaamheidsrapport gemaakt. Voordat deze gelden beschikbaar waren wat het eigenlijk een beetje slijmerend. Het duurzaamheidsrapport proberen ze op heel veel vlakken te doen. Het duurzaamheidsrapport heeft twee fondsen. Fonds één is voor de energie. Zo kunnen bewoners hun woning duurzamer maken met bijvoorbeeld zonnepanelen. Fonds twee is voor initiatieven van burgers. Deze worden dan aan bepaalde criteria getoetst. Mensen kunnen aanvraag doen op projecten. Die fondsen zijn enkel bestemd voor de burger. We krijgen geen extra geld voor het groen in de gemeente. Wel krijgen we een miljoen voor het verbeteren van de fietsroutes. Veel gemeenten hebben de afgelopen jaren moeten bezuinigen. Wat voor gevolgen heeft dit gehad op het toepassen van het concept ‘duurzaamheid’ binnen de gemeenten? (heeft jullie gemeente ook te maken gehad met de bezuinigingen?) Niet zo heel veel, we hebben er nu juist geld voor. Hoe wordt er bepaald wanneer iets een duurzame investering is? We zijn al langer bezig om mensen te stimuleren om geveltuintjes te maken. Onder duurzaamheid verstaan wij ongeveer hetzelfde als de begrippen die bij de vraag verderop staan. Vaste planten blijken niet zo’n hoge kostenpost te hebben als is gedacht. Je ziet het ook op steeds meer plaatsen. Als je daarin investeert, gaat de kwaliteit van de openbare ruimte er op vooruit. Op sommige plekken maken we er al gebruik van. Bij park ‘Het plantsoen’ volgens mij. Ook in de Merenwijk, de Rijnsburgerwijk en de Professorenwijk. Ik weet niet of het allemaal van Griffioen is.
We zijn ook bezig om een rotonde uit te besteden aan derden, bijvoorbeeld bij hoveniers. In ruil voor het onderhoud dat de hoveniers plegen, mogen zij reclame maken voor hun bedrijf. Hebben jullie oorkondes, overeenkomsten en dergelijke op het gebied van duurzaamheid? Er waren projecten waarbij bewoners zelf het onkruid wieden en dat er dan geen bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Dit zijn oude convernantes geweest. Het is ook lastig binnen gemeenten omdat er wel eens iemand weg gaat. Ook bij bewonersgroepen is de continuïteit lastig. Worden er ook cursussen/opleidingen aan het personeel gegeven om duurzaam en onderhoudsextensief te werken? We hebben bermen die ecologisch worden beheerd. Er zijn daar wel cursussen voor geweest. En er zijn plannen voor om de beheerder hier bewust van te maken. Heel veel onderhoud wordt uitbesteed, dus dan heb je er niet veel invloed op. In Rotterdam hebben ze de extensief beheerde bermen los gemaakt van het overige beheer. Omdat je pas kan maaien na de bloei, dus een vast tijdstip in het jaar kan niet worden vastgesteld. Het zou mooi zijn als de kennis is bij de aannemers en dat de aannemer weet wat hij moet doen. Zeker bij degene die de aannemer aanstuurt moet er verstand van zaken zijn. Is er een risicoanalyse gemaakt voordat het duurzame en/of onderhoudsextensieve plan is uitgevoerd? We maken geen risicoanalyse. We krijgen van bewoners wel boze brieven als er extensief beheerd wordt. Daarom is goed communiceren belangrijk. Beleid Hebben jullie de duurzame beheermethode toegepast binnen de gemeente? Het duurzaamheisrapport is een voorbeeld.
Met welke aspecten van duurzaamheid houden jullie rekening? Voorbeelden zijn: biodiversiteit, winst voor de organisatie, belevingswaarde, onderhoudsextensief beheer, beheer volgens natuurlijke processen, wensen van bewoners, duurzame communicatie met klanten en bewoners, ecologische waarde, duurzame beheeruitvoering, bestrijdingsmiddelen, ecosysteemdiensten en duurzame energie. Eigenlijk doen we alles wel. Het kan niet overal. Er moet wel specifiek worden gezocht naar mogelijkheden. Hoe wordt er omgegaan met ecologie binnen de gemeente? Waar het kan hebben we ecologische bermen en natuurvriendelijke oevers. In samenwerking met woningcorporaties zijn we stadslandbouw projecten gestart. Ook door bewoners zelf. We kunnen het faciliteren door bijvoorbeeld het uitbrengen van boekjes of het leveren van planten. Welke verandering hebben extensief onderhoud op het openbaar groen? Het is geen biljartlaken meer en het trekt dieren aan. Hoe verhouden de kosten van het traditioneel beheer zich met duurzaam beheer/extensief onderhoud? En welke verhouding heeft dit met het areaal? Het verschil in kosten maakt volgens mij niet zoveel uit. Wordt er op een andere duurzame/onderhoudsextensieve wijze input gegeven aan het beleid? Er is wel beleid om bewoners meer in te schakelen. De burger vind het ook belangrijker om een goede woonomgeving te hebben waarbij de kinderen zonder problemen kunnen spelen. We hebben ook een waterbeleid. Hierbij is de instelling dat bewoners niet teveel tegels in de tuin hebben, zodat de piekbelasting bij hoosbuien goed afgevoerd kan worden. Daarom er geld beschikbaar gesteld voor groene daken(€200.000). Een groen dak heeft ook een langere levensduur en het isoleert.
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
79
Ontwerp en aanleg Is bij keuze/inkoop van de producten de levensduur van belang? En hoe wordt de levensduur van materialen bepaald? Ze houden er rekening mee. Zo zetten ze geen monotone boomsoort neer met de juiste ondergrond.
mer) geĂŻnstrueerd over de duurzame en/of onderhoudsextensieve werkwijze? Ik weet wel dat er reacties waren dat orchideeĂŤn waren weggemaaid. Het is wel een punt van aandacht dat er meer kennis moet zijn bij de beheerders.
Hoe wordt bij het bepalen van de inrichting en het beheer van beplanting in stedelijk gebied rekening gehouden met de biodiversiteit? Als er bomen worden gekapt dan wordt dit soms hergebruikt bij basisscholen of op andere manieren.
Worden de baathouders/bewoners van een project betrokken bij het ontwikkelen van de inrichting en onderhoud? We hebben wel met mensen heel intensief over beheer en herinrichting nagedacht. Bij veranderingen worden er vanaf het begin burgers bij betrokken. Er wordt ook wel echt wat mee gedaan.
Beheer Hoe zorgen jullie er voor dat tijdens het onderhoud de levensduur van het ontwerp zo lang mogelijk blijft gehandhaafd? Wel bij renovatierondes. Wordt er gewerkt met duurzame machines(op bijvoorbeeld zonne-energie)? Machines worden gebruikt door derden, dus daar hebben we geen zicht in. Maar we denken dat ze niet heel duurzaam zijn. Hoe wordt er bij stedelijke beplanting gebruik gemaakt van onderhoudsextensief beheer? Waar het kan wordt het gedaan. Vooral door minder te maaien. Er is een tijd geweest dat er veel is omgevormd van een heesterbeplanting naar gazon. Welk type bestrijdingsmiddelen wordt er toegepast binnen de gemeente? Is hier ook onderzoek naar gedaan(kosten, effecten)? Ja. Er wordt wel mee gestopt, maar ik weet niet wat het alternatief is. Volgens mij worden er geen bestrijdingsmiddelen in de beplanting gebruikt, alleen maar in de verharding. Daar waren we een paar jaar terug nog vooruitlopend op. Communicatie Hoe worden de werknemers in de buitendienst(of aanne-
Wat is de Interne beleving(bij de gemeente/het bedrijf) op duurzaamheid en extensief onderhoud beheer? Wij vinden het leuk. Oudere generatie hebben nog de oude manier van werken, waarbij er zwarte grond moet zijn. Dat is wel een stuk minder als 20 jaar terug. De jongere generatie staat er anders in. We hadden ook ecotuinmannen, een ecologische hovenier. Wordt er op een andere duurzame/onderhoudsextensieve wijze input gegeven bij de communicatie? Het uitbrengen van een gratis informatieboekje is een voorbeeld. In Leiden is het Singelpark. Er kwam door bewoners een initiatief om het te verbeteren. Er is een project zodat er helemaal rond kan worden gelopen bij het project. Er zijn ook heel veel bewoners bij betrokken, het is echt van de bewoners zelf. Er was ook een inspiratieavond waar 150 mensen op af kwamen. Ze hebben gediscussieerd hoe het park beter kan worden ingericht. Er is nu een kweektuin, hier kunnen bewoners planten neerzetten die ze in het Singelpark willen hebben. Het wordt het langste park van de wereld. Hebben jullie ook naar duurzame en of onderhoudsextensieve initiatieven gekeken in het buitenland? We zijn een keer naar Lion geweest met mensen van het singelpark.
Er was een projectmanagementbureau die ergens in Spanje zijn geweest Ook zijn we wel eens naar Antwerpen geweest, het industriepark Spoor Park Noord. Ze zijn er naar toe geweest toen het net klaar wat. Het is gelegen vlak bij de haven. Ook in het Ruhrgebied worden ook veel groene zones aangelegd. Een aantal vragen zijn niet beantwoord, daarom in een interview met een groenbeheerder noodzakelijk voor nadere informatie. Hiervoor is contact opgenomen met de groenbeheerder. Hier heeft nogmaals een interview plaatsgevonden die hieronder staat uitgewerkt. Met Maarten Bekkers. Uitleg: - Wat houdt ons opdracht in? Voor onze opdrachtgever Van der Tol b.v. voeren wij een onderzoek en brengen we een advies uit naar Van der Tol b..v hoe ze nog duurzamer kunnen werken. Om dit te kunnen bepalen zijn we de eigen organisatie van Van der Tol b.v aan het onderzoeken en willen wij kijken hoe andere omgaan met duurzaamheid. Door het kijken naar andere groendiensten hopen wij tot nieuwe inzichten te komen hoe Van der Tol b.v. duurzamer kan gaan werken. - Hoe komen we uit bij gemeenten en in specifiek bij de gemeente. In het onderzoek dat we uitvoeren richten wij ons op gemeenten. Dit omdat Van der Tol b.v aan gaaf dat er gemeenten heel erg met duurzaam onderhoud bezig zijn. En het literatuur onderzoek dat we hebben verricht bij u kwam dan ook naar voren dat deze gemeente heel duurzaam bezig is. - Waar richten wij ons op tijdens dit onderzoek Wij richten ons op luxere beplanting zoals rozen, vaste planten en bloeiende heesters. Deze tuinen zijn erg onderhoudsintensief qua onderhoud en wij zijn voor Van der Tol b.v. opzoek naar een duurzamere manier van onderhoudt
waarbij de intensiviteit van het werk afneemt maar de ecologie en biodiversiteit verbeteren terwijl de onderhoudskosten dalen.
steld. En aan het einde van het onderzoek hopen wij dat het voor ons duidelijk is hoe deze categorieën bij u in de praktijk van klein stedelijk groen wordt toegepast.
Omdat er veel begrippen voorkomen die heel breed en ruim kan worden opgevat zorgen wij er eerst voor dat de begripsbepaling van duurzaamheid duidelijk wordt.
Heeft de gemeente een voorbeeldproject waarin duurzaamheid is opgenomen? Als wij een product of een dienst inkopen, dan moeten wij aangeven op welke manier wij duurzaam inkopen. Bijvoorbeeld bij het kweken van bomen geen chemische bestrijdingsmiddelen. Ook bij machines zou het kunnen, of het beheer. Bij alle aanbestedingen is het opgenomen, het is de basis waarop je de opdrachten gunt. Wij zien het als een onderdeel waarop bedrijven zich kunnen onderscheiden. Het bedrijf met de economisch meest voordelige inschrijving die wint. De Nederlandse kwekers zijn naar mijn idee wel 100% duurzaam bezig.
Wat betekent duurzaamheid voor u als gemeente met betrekking tot het klein stedelijke openbaar groen? Dat is eigenlijk een heel breed begrip. Werken op een klimaatneutrale omgeving valt eronder. Ook ervoor zorgen dat het de generaties na ons leefbaar blijft, zo min mogelijk schade aan het milieu. Met welke aspecten van duurzaamheid houden jullie rekening? (door strepen wat niet van toepassing is) Voorbeelden zijn: soortenrijkdom dieren, soortenrijkdom planten, winst/baten voor de gemeente,- beperkt belevingswaarde bewoners, extensief onderhoud, beheer volgens natuurlijke processen, wensen van bewoners, duurzame communicatie met klanten en bewoners, ecologische waarde, duurzame beheeruitvoering, bestrijdingsmiddelen(geen chemische). We houden rekening met alle aspecten. Alleen winst/baten voor de gemeente houden we beperkt rekening mee. - Uitleg wat wij verstaan onder duurzaamheid aan de hand van de duurzaamheid cirkel. We hebben duurzaamheid gedefinieerd in vier categorieën. Deze categorieën zijn: planeet, maatschappij en bedrijf/ gemeente. Deze begrippen zijn nog erg abstract daarom hebben wij met zwarte worden aangegeven wat wordt bedoeld met deze categorieën. - Vertellen hoe het interview verder verloopt aan de hand van de duurzaamheid cirkel. Aan de hand van de vier categorieën zal het interview worden afgenomen. Per categorie zullen er vragen worden ge-
Planeet Hoge natuurwaarde (ecologie) Heeft de gemeente een ecoloog in dienst? Of iemand die gespecialiseerd is op het gebied van ecologie? Ja, een stadsecoloog. De functie is enerzijds het beoordelen van bouwprojecten, anderzijds flora en fauna quickscans en advisering naar beheer/beleid/ontwerp. Bijvoorbeeld door het maken van een tekening waar niet gemaaid mag worden. Hoe gaat de gemeente om met soortenrijkdom van dieren? Zijn er ook doelsoorten? We hebben een aantal beheerplannen voor parken. Sommige parken hebben natuurlijke bosschages. In de regel streven we naar een zo doelmatig beheer en we houden ons aan de door ons opgestelde gedragscode. Hierbij houden we rekening met de soorten die op een plek aanwezig kunnen zijn. Bij de bermen willen we wel meer rekening houden met de doelsoorten. De ecologische waarde kan hoger zijn door het onderhoud aan te passen aan de doelsoorten.
We passen ons aan door het aantal keer dat we maaien en de periode waarin we maaien. Worden er ook soorteninventarisaties gedaan over de aanwezigheid van dieren? Hoe wordt er vervolgens mee omgegaan? Hoe gaat de gemeente om met de soortenrijkdom van planten? Zijn er ook doelsoorten? Worden er ook soorteninventarisaties gedaan over de aanwezigheid van planten? Hoe wordt er vervolgens mee omgegaan? Ja we hebben het stadsnatuurmeetnet. Die monitord de soortenverspreiding van dieren. Deze soorten worden uiteindelijk in bestekstekeningen verwerkt als dat noodzakelijk is. Het stadsnatuurmeetnet is werkzaam in de gemeente Leiden. De inventarisaties worden gehouden door externe partijen, maar meldingen kunnen ook worden gedaan door bewoners. Zijn er ook werkgroepen opgestart ter bevordering van de soortenrijkdom aan planten en dieren? In sommige buurtjes kan het bewoners echt niet interesseren welke dieren er aanwezig zijn. In deze buurt wordt het beheer gewoon uitgevoerd als de ecologie daar belangrijk is. We hebben ook buurten waar er wel meer betrokkenheid en kennis is. De mensen dienen zich daarvoor aan. Bij het opstellen van beheer voor parken komt het voor. Lage belasting milieu Welk type bestrijdingsmiddelen worden er toegepast binnen de gemeente? Is hier ook onderzoek naar gedaan(kosten, effecten)? Binnen groen helemaal niks. Tot vorig jaar werd er wel glysofaat gebruikt op verharding. De DOB-methode was nog wel van toepassing, we gaan daar wel mee stoppen. Er is onderzoek naar gedaan. Daaruit kwam dat deDOB-methode de goedkoopste is en wat betreft milieubelasting nog niet de zwaarste. Met de borstelmethode krijg je ijzer in je water. Met branden gebruik je brandstof. Ik denk dat we binnen twee jaar gifvrij zijn binnen gemeente Leiden. Ik denk dat we uiteindelijk op de heetwatermethode uit zullen komen. Biologische bestrijdingsmiddelen gebruiken we voor de ei-
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
81
kenprocessierups. De spinselmot bestrijden we met een bacteriepreparaat zodra de rupsen uit de eitjes lopen. Het komt ontzettend nauw wanneer je bestrijd, het pakt namelijk alle rupsen aan. Het wordt continue gemonitord door de tuinmannen wanneer de rupsen uitlopen. We hebben namelijk nog een eigen groenafdeling die de parken onderhouden. Al het andere groen wordt uitbesteed in bestekken. We zien het wel als een voordeel om nog ons eigen personeel te hebben. Wordt er gewerkt met duurzame machines(op bijvoorbeeld zonne-energie)? Nee, geen machines op zonne-energie. Met het maaien hebben we wel een ‘wildvanger’, zodat er geen beesten gemaaid worden. Hoe wordt er voor gezorgd dat de afvalkringlopen van tuinen/groenstroken zoveel mogelijk binnen groen blijven? Heel vaak op gebieden waar ecologische doelstellingen zijn wordt er verschraald. Dit wordt nadat het gedroogd is gebracht naar de verbrandingsoven, zodat er energie uit gewekt kan worden. Heel vaak willen natuurclubjes en de scouting takken hebben. Hier raken we nooit al het snoeiafval aan kwijt. Het gras en snoeiafval levert wel wat geld op, maar weegt niet af tegen de kosten. Hoe gaan jullie om met natuurlijke/duurzame grondstoffen? Kunt u praktijkvoorbeelden noemen? Als wij mesten dan hangt het heel erg af van het type beplanting. Botanische rozen geven we organische mest, overige beplanting geven we voornamelijk kunstmest. Organisatie Communicatie Hoe wordt er tijdens de evaluatie van een duurzaam groenproject bepaald of het project een succes is geweest? Wat wordt er mee gedaan als iets geen succes blijkt te zijn? We hebben niet een hele uitgebreide evalueercultuur hier. Meestal leggen we het project aan en hup naar het volgende
project. We krijgen vaak wel te horen van de burgers als het niet goed is. Als het niet geslaagd is dan wordt er wel geëvalueerd met de betrokken collega’s. Er wordt dan gekeken waar het probleem ligt en wat er nog aan gedaan kan worden.
Verder maken we ook gebruik van kennis uit de buurt. Als een bewoner zegt ik weet het beter, zeg het dan maar. Bij aannemers gebruiken we MFI, zodat de aannemers zich moeten onderscheiden.
Waar komt het idee vandaan om duurzamer te gaan beheren/inrichten? Hoe wordt er bepaald welke inrichting er aan het project wordt gegeven? Dat soort kapstokbegrippen zijn vaak politiek gegrepen. Daar willen ze iets mee en dat vertaald zich naar beleid. Bewoners hebben zelf ook vaak wel wensen. Voorheen zeiden bijvoorbeeld burgers ik wil heelmaal geen gif in mijn straat. Dus dan kregen de bewoners de optie om of het zelf onderhouden of om onkruid te accepteren. Dit soort contracten leggen we dan vast. Over het algemeen werkt het wel, er zijn ook voorbeelden dat het niet werkt.
Er is ons ook gevraagd om tijdens het onderzoek te kijken naar het buitenland hoe hier wordt omgegaan met duurzaamheid. Weet u nog interessante projecten/onderzoeken die interessant zijn op het gebied van duurzaamheid? We zijn bezig met een onderzoek naar de kastanjebloedingsziekte. In het buitenland is er meer onderzoek gedaan naar bomen en ziekten die er voorkomen. Duitsland is er ver mee, Frankrijk ook wel.
We hebben heel veel verschillende convenanten, ook mensen die gemeentegroen willen onderhouden. In de wijken Groenoord, Vogeloord en het centrum zijn mensen die iets met groen hebben. Daar krijg je wel wat georganiseerd. Als het een grote groep is dan lukt het wel. Ik sluit niks af met drie personen, want als er iemand verhuisd is dan valt het zo uit elkaar. Ik sluit liever contracten met wijkverenigingen, sportverenigingen en de scouting. De scouting houdt bijvoorbeeld een groot gedeelte van een park bij. Ze zitten zelf ook op locatie en spreken mensen op hun gedrag aan. Hoe wordt er kennis vergaard binnen de gemeente? Moet dit altijd binnen de gemeente zijn of worden hier mensen voor ingehuurd? Of bij de aannemers? Hoe doen jullie het bijvoorbeeld met ecologie? We hebben intern heel veel kennis over het groenvak. Daarnaast nemen we waar nodig deel aan bijspijkercursussen. Die kennis moet wel actueel blijven. Soms ook wel eens studiedagen en symposiadagen. Bijvoorbeeld over het effect van de straling, dit is bijvoorbeeld heel erg soortafhankelijk. Maar het staat nog heel erg in de kinderschoenen.
Hoe wordt er bepaald of een investering duurzaam is? Kunt u dit uitleggen aan de hand van een voorbeeldproject? Daar zijn we vanuit beheer niet echt zo mee bezig. Wel bij het aanbesteding is het een van de gunningcriteria. Wordt er een levensduur aan een plantsoen toegekend? Worden hiervoor budgetten vrijgesteld of is hier een meerjarenplanning voor? Ja, een theoretische levensduur. Een gemiddelde straatboom heeft een theoretische levensduur van 20 jaar. Daarna wordt de boom te groot, of er moet riolering worden gelegd. Zo is de levensduur voor een plantsoen 20 jaar. IK heb een renovatiebudget. Dan kijk ik in het systeem wat er theoretisch aan de buurt aan renovatie toe is, of we rijden rond in de buurt. Indien nodig starten we een participatieproject, of sturen we een brief naar de bewoners. Als het groen in de hele straat op de schop moet, dan wordt er een participatietraject gestart. Gaat een ecologische tuin geld opleveren t.o.v. een reguliere tuin? Twee keer maaien en afvoeren kost net zoveel als 26 maaien i.v.m. afvoerkosten. Er valt geen algemene schatting over te maken.
Extensief beheer Wordt er rekening gehouden met de beplantingsdichtheid tijdens het ontwerp? Wordt er rekening gehouden met de concurrentiekracht van beplanting tijdens het ontwerp? Wordt er rekening gehouden met de groeiwijze van de beplanting tijdens het ontwerp? Ja, maar ook vooral het sortiment dat je kiest. Een Diervilla is een sterk soort dat binnen één groeiseizoen dicht zit, daarna heb je er bijna geen onderhoud aan. Behalve kantjes en één keer in de zoveel tijd een verjongingssnoei. Zo heb ik in de loop der jaren onderhoudsarme soorten ontdekt. Wij zijn hier al een jaar of 30 bezig met vaste planten. We hebben nu een optimaal sortiment dat je kunt afmaaien met de bosmaaier of de klepelmaaier en dan nog handje kunstmest erover. Dit is voortgekomen uit een jarenlange samenwerking met Griffioen. In de merenwijk ligt er al 30 jaar een vaste plantenborder. In de loop der tijd is deze border wel meer omgevormd naar het nieuwe assortiment. Met de klepelbak maai je op het puntje dat wilt groeien. Dan verjong je de plant gelijk en hoef je niet te scheuren. We zitten nu op een methodiek dat jaarlijks 2euro p/m2 kost.
Hoe wordt de keuze gemaakt tussen het verlagen van de onderhoudsfrequentie en de keuze voor een ander beplantingstype? Dit zijn vaak keuzes die je bij de politiek moet neerleggen. Dan leggen we het beeld voor en welke kosten het met zich mee brengt. We hebben ervaring opgebouwd met het toepassen van extensieve soorten. Als een heestervak niet veel toevoegt, dan wordt soms de keuze gemaakt om er gazon van te maken. Is het mogelijk om de ecologische waarde te verhogen bij extensief te onderhouden plantvakken? Hoe? Ik denk dat het reuze meevalt welke winst je krijgt voor een plantsoen bij extensief beheer. Ik denk dat de winst wat betreft maaibeheer meer te behalen is in het buitengebied.
Wat wordt er gedaan als er in de praktijd blijkt dat een plant of plantcombinatie niet blijkt te werken? Wordt er ingeboet of een andere plant gekozen e.d.? Dat kan allebei natuurlijk. Als het niet blijkt te werken en als het een grote berm is, dan halen we alles er uit en een nieuw soort. Bij een klein stukje plaatsen we alleen bij dat stuk een nieuwe soort.
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
83
13. Interview gemeente Vlaardingen Geïnterviewde: dhr. G. Stam Functie: Beheer en beleidsmedewerker groen; adviseur van de buitenruimte om de gebeurtenissen in de buitenruimte te regelen en persoon die over ecologie gaat bij Vlaardingen. De gemeente Vlaardingen heeft de groenafdeling van de gemeente als volgt ingericht: De afdeling openbare werken zorgt voor de buitenruimte. De afdeling maakt zowel het beleid als het beheer en niet alleen voor het groen, maar ook veel andere facetten zoals het verkeer en afval in de stad. Binnen de afdeling openbare werken zijn verschillende secties zoals de sectie voorbereiding en realisatie en de sectie beheer openbare ruimte (BOR). Bij de laatste sectie werkt dhr. G. Stam. Deze sectie bestaat uit veel verschillende disciplines zoals verkeer, water, kabels en leidingen verhardingen en speelplaatsen. Door deze disciplines bij elkaar te plaatsen krijg je een team dat goed het overzicht heeft van welk beleid er is en welk beheer er wordt uitgevoerd. Het voordeel van deze werkwijze is dat er projectgericht gewerkt kan worden waarbij de meeste disciplines in één projectgroep geplaatst kunnen worden. De sectie BOR is eigenlijk de opdrachtgever binnen de afdeling openbare werken. Zo stellen wij bij een project een programma van eisen op waar de sectie voorbereiding en realisatie aan moeten voldoen. Nadat deze sectie de voorbereiding van het project heeft gemaakt toetsen wij deze voorbereiding nogmaals aan onze eerdere opgestelde eisen en dan wordt het werk uitbesteed bij een aannemer. Bij de sectie BOR werken drie mensen. Eén medewerker houdt zich bezig met gegevens in de computer zetten. De andere twee medewerkers houden zich bezig met ongeveer dezelfde werkzaamheden waarbij de ene meer is gericht op de bomen in de stad en de andere meer met ecologie in de stad. Ik ben de persoon die zich bezig houdt met de ecologie in de stad.
Wat betekent duurzaamheid voor u als gemeente met betrekking tot het klein stedelijkeopenbaar groen? Wat de gemeente bedoelt met duurzaamheid staat bij ons omschreven in het groenplan van de gemeente Vlaardingen. Twee belangrijke principes die we verstaan onder duurzaamheid zijn: • Het toepassen van het juiste groen (beplanting) op de juiste plek; • het verkiezen van de kwaliteit boven de kwantiteit van het groen. Door de problematiek van de stijgende grondwaterstand in de gemeente daalt het maaiveld hier heel erg. De wortels van bomen dalen niet mee met de grond en daarom komen de wortels aan de oppervlakte met als gevolg dat bomen de verharding opdrukken en deze instabiel worden. Door het toepassen van andere beplanting op deze plek kan het probleem worden opgelost. In het verleden was het belangrijk dat er zoveel mogelijk bomen in een straat werden geplant. Nu doen wij dat niet meer, maar zorgen voor enkele bomen met een goede kwaliteit in een straat. Met welke aspecten van duurzaamheid houden jullie rekening? (doorstrepen wat niet van toepassing is) Voorbeelden zijn: soortenrijkdom dieren, soortenrijkdom planten, winst voor de organisatie, belevingswaarde bewoners, extensief onderhoud, beheer volgens natuurlijke processen, wensen van bewoners, duurzame communicatie met bewoners, ecologische waarde, duurzame beheeruitvoering, bestrijdingsmiddelen. Heeft de gemeente een (groen)beleidsplan waar duurzaamheid onderdeel van is? De gemeente Vlaardingen vindt duurzaamheid zo belangrijk dat het is geïntegreerd in ons groenbeleidsplan. De gemeente heeft dan ook als doel om zo duurzaam mogelijk te werken.
Om tot een groenbeleidsplan te komen waar duurzaamheid centraal in staat heeft er een heel proces plaatsgevonden. Eerst is er door ons gekeken naar welke aspecten van duurzaamheid voor ons van belang zijn. Door middel van een workshop is er gekeken hoe ander mensen, waar onder de wethouder, bewoners en collega ambtenaren van ander afdelingen tegen duurzaamheid aan kijken en wat zij belangrijk vinden. Op deze manier krijgen wij veel informatie over hoe duurzaamheid in de stad kan worden verwerkt. Deze informatie heeft voor input gezorgd voor het beleidsplan van de gemeente Vlaardingen. Tijdens deze workshop kwamen er hele wisselende reacties. De ene dacht er aan om alles te asfalteren en kunstgrasvelden aan te leggen en een ander dacht er aan om alles in te planten. Door deze verschillen krijg je een discussie met als gevolg dat er veel nieuwe plannen worden bedacht waar we zelf nooit aan zouden denken. Deze andere meningen hebben er bij ons dus voor gezorgd dat we anders zijn gaan denken over duurzaamheid. Heeft de gemeente een voorbeeldproject waarin duurzaamheid is opgenomen? Het is lastig aan te geven welke duurzame projecten er in de gemeente zijn aangelegd. Tijdens het uitvoeren van projecten maken wij gebruik van ons toetsing document; Standaard uitvoeringseisen Vlaardingen (SUV). In dit document staat per handeling hoe er te werk moet worden gegaan. In dit document staat de handelingen heel minutieus omschreven. Bij elk project wordt de SUV gehanteerd. Ook de aannemers die voor ons werken moeten aan de eisen van het SUV voldoen. Wij werken als gemeente namelijk niet meer met een eigen dienst maar werken veel op contract en regisserende basis. Tijdens de keuze van de aannemer wordt er gekeken of de aannemer voldoet aan de certificatie, eisen en de duurzame werkwijze van de aannemer wordt tegen het licht gehouden. De aanbesteding vindt vaak plaats via de economische meeste voordelige inschrijving (EMVI).
Hierbij is het zo dat niet de laagste inschrijving het werk krijgt maar dat er goed wordt gekeken naar duurzame werkwijze. Verder is het lastig aan te geven wat nou precies duurzaam is. Er zijn namelijk geen standaard criteria voor. Is het duurzaam om een Quercus aan te planten die 100 jaar mee gaat, of om een Populus aan te planten die maar 30 jaar mee gaat. Beide bomen zorgen er voor dat er een biotoop in stand wordt gehouden. Daarom is volgens mij duurzaamheid om zorg te dragen voor de omgeving/ biotoop zo te maken dat het toekomstwaarde heeft. In het verleden zijn er handelingen geweest die nu niet meer duurzaam zijn maar toen wel. Zo werd er vroeger een boom geplant met weinig of zonder bomengrond. Nu worden er bomen geplant met 18 kuub bomengrond per boom. Op deze manier krijgt de boom toekomstwaarde. Maar als dit in de toekomst ook nog als goed wordt gezien is maar afwachten.
De kennis die er bij de gemeente is over ecologie is afkomstig uit cursussen. Zelf heb ik veel geleerd van mijn oud collega die heel veel kennis heeft over ecologie. Door deze gesprekken met mijn oud collega ben ik me steeds meer gaan interesseren in ecologie. Hoe gaat de gemeente om met soortenrijkdom van dieren? Zijn er ook doelsoorten? De gemeente heeft geen lijst met daarop aangegeven welke dieren er in de gemeente aanwezig zijn. Bij het realiseren van een project wordt er wel vaak een flora en fauna toets uitgevoerd. Tijdens deze toets let je er op welke dieren er in een gebied voorkomen. Dit wordt genoteerd en digitaal bijgehouden. Als we dan een keer gegevens nodig hebben dan kunnen we deze digitale bron raadplegen. Indien we aanvullende gegevens nodig hebben dan nemen we contact op met het natuurloket of de Verenging voor Veldbiologen de KNNV.
Planeet Hoge natuurwaarde (ecologie) Heeft de gemeente een ecoloog in dienst? Of iemand die gespecialiseerd is op het gebied van ecologie? Binnen de gemeente is er geen ecoloog in dienst. Ik bereidt zelf alle ecologische werkzaamheden voor die er in de gemeente plaatsvinden. Naast dat ik het voorbereid zijn er twee buitendienst medewerkers die zich veel bezighouden met ecologie. De medewerkers die zich bij de gemeente inzetten voor ecologie dragen de ecologie ook een warm hart toe.
Hoe wordt het beheer afgestemd op het verkrijgen van een zo hoog mogelijke biodiversiteit? Het beheren van beplanting gebeurd bij ons door eerst te kijken naar welk beeld we willen bereiken. Aan de hand van dit beeld zullen we bepalen welke maatregelen er nodig zijn om dit beeld te kunnen bereiken. Zo is het mogelijk om een bloemenweide te verkrijgen door de grond eerst te verschralen. Maar als er ondanks dat je hebt verschraald nog ongewenste kruiden staan dan kunnen er soorten toegepast worden die kruiden verdrijven. Soorten die hiervoor geschikt zijn zijn: zwenkgras, goudhaver en reukgras. Je moet dan wel een goede manier van beheren hebben anders gaat het snel fout.
In de stad zijn twee heemtuinen. Met het beheren van deze tuin is ĂŠĂŠn buitendienst medewerker fulltime bezig. De andere buitendienst medewerker houdt zich voornamelijk bezig om aannemers te adviseren hoe ze het beste ecologisch te werk kunnen gaan.
De gemeente maakt gebruik van bestekken zoals al eerder is vermeld. Het bestek voor het maaien van de oevers en de watergangen wordt helemaal gebaseerd op ecologisch beheer. Zo staat er in het bestek dat door ons is gemaakt precies omschreven waar de aannemers aan moet voldoen.
Het maaien van een kruidenmengsel vindt in onze gemeente niet plaats door te klepelen. Dit omdat door klepelen de kruiden wordt gekneusd en dit is niet goed voor de kruiden. Nadat de kruiden zijn gemaaid laten we de kruiden vier dagen liggen, zodat het kan rijpen. En zodat het zaad eruit kan vallen. De gemeente past ook het liefst geen maaizuigcombinatie toe om het gras te maaien. Dit omdat er dan wordt geklepeld en de zaden van het gras worden afgevoerd en worden dus niet verspreid. Qua beheer is het bij kruidenvegetatie van belang dat er van binnen naar buiten wordt gemaaid. Dit wordt gedaan omdat de dieren op deze manier kunnen vluchten en niet vermaaid worden. Worden er ook soorteninventarisaties gedaan over de aanwezigheid van dieren? Hoe wordt er vervolgens mee omgegaan? Hoe gaat de gemeente om met de soortenrijkdom van planten? Zijn er ook doelsoorten? Bij de gemeente wordt er niet met doelsoorten gewerkt. We passen de beplanting wel vaak aan op de plek waar de beplanting komt. Zo wordt er gekeken naar de grondsoort en naar de omgeving zoals de verkeersveiligheid. We proberen ook om heel voorzichtig om te gaan met de beplanting die we in de gemeente hebben. De soorten rijkdom die er op dit moment is willen we behouden. We proberen het zelf te vergroten door de juiste beheermaatregelen te kiezen. Er is een gebied bij de gemeente die we geschikt maken voor de beplanting die er van nature voorkomt. Dit gebied is laag gelegen en ligt dicht tegen het water aan. Van dit gebied is de toplaag er vanaf gehaald en hier ontstaat weer een rietvegetatie met bijzondere planten zoals de riet orchidee, kartelblad en kalende jonker. Er wordt in bebouwde gebieden gekozen voor cultuurlijke beplanting. Bij de keuze voor deze beplanting zijn er over
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
85
het algemeen geen richtlijnen. Wel is er afgesproken om in sommige woongebieden een bepaald aantal heestersoorten te gebruiken. Doordat het budget bij onze gemeente beperkt is worden wij gedwongen om beplanting om te vormen naar gras. Zo worden de rozenperken en de hagen omgevormd naar gras. Worden er ook soorteninventarisaties gedaan over de aanwezigheid van planten? Hoe wordt er vervolgens mee omgegaan? Wordt soortenrijkdom van planten en dieren standaard opgenomen in het beleid? Zijn er ook werkgroepen opgestart ter bevordering van de soortenrijkdom aan planten en dieren? Nee, er zijn door de gemeente geen werkgroepen opgericht. Al 40 jaar ecologische beheer wat zijn de gevolgen hier van geweest? Er zijn vele positieve gevolgen voor de gemeente Vlaardingen. Zo is de gemeente de Groenste stad van Nederland geweest in het jaar 2010/2011. Het begin van het ecologische beheer in Vlaardingen is gegaan met vallen en opstaan. De gazons die op een extensieve manier werden beheerd zagen er in het begin niet netjes uit. Het gras stond heel hoog en er was maar een enkele bloem zichtbaar. Anno 2014 gaat het gras steeds langzamer groeien en de kruiden juist sneller. In het begin dat er aan extensief beheer werd gedaan kostte het ons ook geld, maar nu levert het ons geld op. Dit komt omdat we minder groenafval hebben. Het afval dat vrij komt bij het maaien wordt niet hergebruikt of door ons gecomposteerd maar het wordt afgevoerd. Maatschappelijk gezien heeft het ook veel gevolgen gehad dat er werd overgegaan op extensief beheer. Er waren veel mensen die er niet mee eens waren dat er minder vaak
werd gemaaid. Het hoge gras was lelijk en het zag er niet uit. Nu is dat helemaal veranderd. Het merendeel van de bewoners is nu tevreden over het beheer. Dit omdat de bloemen er vaak heel mooi uitzien. Wel moeten er door de gemeente strenge eisen worden gesteld aan de aannemers die binnen de gemeente werken. Zo mogen nutsbedrijven niet zomaar ergens in de berm gaan graven. Er moet namelijk eerst toestemming worden gevraagd aan mij als er ergens mag worden gegraven. Dit omdat er door graafwerkzaamheden een verstoring in het evenwicht ontstaat en dat er dan weer gras gaat groeien. De graafwerkzaamheden die plaats moeten vinden zullen wel doorgang vinden, maar ik probeer er wel naar te streven dat de aannemers zo min mogelijk schade aanrichten door hun te adviseren. Het komt ook voor dat er aannemers zijn die zomaar ergens beginnen te graven zonder dat er toestemming is gegeven. Deze aannemers krijgen een gele kaart en een rekening om de schade die zij hebben veroorzaakt met dit geld te herstellen. Bij een tweede gele kaart krijgen de bedrijven een rode kaart en mogen zijn niet meer binnen de gemeentegrenzen werken.
biologische middelen. Toen er is gestopt met het gebruik van deze middelen ontstond er een explosie aan onkruid in de gemeente. De eerste vijf jaar na dat er is gestopt met het gebruik was het erg zoeken naar een manier hoe we het onkruid de baas konden worden. Dit is een proces geweest van vallen en opstaan. De oplossingen die wij hebben gevonden voor het onkruid probleem is door de juiste beheermethode toe te passen is om te vormen en een goede planning maken. Als het gevolg van het niet toepassen van de bestrijdingsmiddelen op verharding geven andere gemeenten soms aan dat de veiligheid in het geding is. Dit klopt naar ons idee niet, omdat er onkruid komt op verharding als het te weinig wordt betreden. Dus moet je in plaats van het onkruid te verwijderen de verharding verwijderen want dan wordt het toch niet gebruikt.
De kosten van het traditionele en het extensieve beheer zijn vrijwel gelijk.
In het verleden hebben we wel een uitzondering gehad, drie jaar geleden is er eenmalig een keer gebruik gemaakt van bestrijdingsmiddelen op de sportvelden omdat er ongelukken gebeurden. Dit kwam omdat er jarenlang onvoldoende onderhoud heeft plaatsgevonden met als gevolg dat er veel ongewenste kruiden in het gras groeide. Door ĂŠĂŠn keer te spuiten met bestrijdingsmiddel waren de kruiden weg op een relatief goedkoper manier.
Lage belasting milieu Welk type bestrijdingsmiddelen wordt er toegepast binnen de gemeente? Is hier ook onderzoek naar gedaan(kosten, effecten)? Er worden in de gemeente Vlaardingen 0.0 bestrijdingsmiddelen gebruikt. Er wordt ook geen gebruik gemaakt van biologische bestrijdingsmiddel zoals Ultima. Dit omdat niemand kan garanderen dat het biologische middel helemaal schoon is en niet schadelijk is voor het milieu
Uit ervaring blijk dat op de locatie waar niet met bestrijdingsmiddelen word gespoten het wateroppervlakte en de grond in de omgeving schoner is. Deze schone grond en dit schone water levert de gemeente geld op. Dit komt doordat het baggeren en de grond schoner is en als het dan wordt afgegraven hoeft het niet meer worden afgevoerd en worden verbrand. Deze handelingen kosten anders enorm veel geld en dit kan worden bespaard. Een bijkomend voordeel is dat de grond kan worden hergebruikt.
In de gemeente Vlaardingen wordt al 25 ĂĄ 30 jaar geen gebruik meer gemaakt van bestrijdingsmiddelen ook geen
Wordt er gewerkt met duurzame machines(op bijvoorbeeld zonne-energie)?
Het is niet bekend bij mij dat er gebruik wordt gemaakt van duurzame machines, maar er wordt wel gebruik gemaakt van biobrandstof. Wel zijn er tijdens het gesprek meerdere machines benoemd die duurzaam zijn in gebruik. Dit zijn de volgende machines: In het verleden is er bij gemeente Vlaardingen gebruik gemaakt van zowel het branden, borstelen en met heet water onkruid op verharding bestreden. Het succes van het toepassen van deze maatregelen is afhankelijk van hoe je het toepast. Je moet namelijk verstand hebben van de methode en van het onkruid wat er groeit. Als je dit hebt kan je de methode slim en effectief inzetten bijvoorbeeld door vlak voor het zaaien van de plant de plant te verdelgen maar je kan het onkruid ook uitputten. Verder moet je er te allen tijde voor zorgen dat er geen bemesting bij de plant komt door gevallen bladeren van de bomen of door ander organisch materiaal. Als het gaat om onkruidbestrijdingsmanieren op verharding valt niet te zeggen welke methode het duurzaamste is. Dit komt omdat je ook rekening moet houden met de uitstoot van uitlaatgassen, en met de energie die nodig is om de methode toe te passen. In onze gemeente wordt er gebruik gemaakt van borstelen op 60% van het totale oppervlakte verharding en de rest wordt gebrand. Er is bij de gemeente een pilot aan de gang om met heet water onkruid in borders weg te krijgen. De resultaten van dit onderzoek zijn nog niet bekend. Hoe wordt er voor gezorgd dat de afvalkringlopen van tuinen/groenstroken zoveel mogelijk binnen groen blijven? Het snoeihout dat vrijkomt bij het onderhoud wordt gebracht naar de centrale voor opwekking van energie in Rozenburg. Voor het inleveren van het snoeihout ontvangen wij als gemeente geld. Ander groenafval wordt afgevoerd en dit kost ons geld. Deze keuze is niet altijd even handig en om
duurzamer te gaan werken zit hier een ontwikkelingspunt voor ons. Het afval kan namelijk worden gebruikt om gaten langs een sloot te dichten. Het hergebruik van materialen gebeurde vroeger altijd maar de klad is hier de laatste paar jaren in gekomen. Dit komt onder andere doordat we gebruik maken van ww-ers en sw-ers voor de uitvoering van het werk. Hoe gaan jullie om met natuurlijke/duurzame grondstoffen? Kunt u praktijkvoorbeelden noemen? Wij passen geen kunstmest toe in onze plantsoenen maar wel organische meststoffen. Door de bovengrond wordt zwavel grond en bemeste grond heen gemengd. Op deze manier kan de plant goed aanslaan in de eerste twee jaar van zijn leven. Bij bosplantsoen en Symphoricarpos wordt geen gebruik gemaakt van het toevoegen van organische mest. Toepassen van begrazing in Broekpolder. Wat is de kosten efficiĂŤntie hiervan? In de Broeklandpolder in Vlaardingen groeide in het verleden veel berenklauw. Dit moest worden weggemaaid. Dit maaien was een gevaarlijke klus, en er zijn meerdere mensen die door het maaien ernstige brandwonden hebben opgelopen. De gemeente heeft toen besloten om schapen in het gebied te laten grazen. De schapen eten namelijk de berenklauwen op die er groeien. Op deze manier is de plaag van de berenklauw onderdrukt. Nu is het gebied een natuurgebied geworden met runderen die er grazen deze runderen eten ook de berenklauw op. Het voordeel van runderen in plaats van schapen is dat runderen meer structuur in het gebeid aanbrengen door gras te scheuren tijdens het eten en met de hoeven het land te moduleren. De kosten om de grazers in te zetten in plaats van het maaien zijn hoger. Maar er moest toch iets gebeuren omdat er een veiligheidsprobleem was met het krijgen van brandwonden van bezoekers en medewerkers.
Organisatie Communicatie Hoe wordt er tijdens de evaluatie van een duurzaam groenproject bepaald of het project een succes is geweest? Wat wordt er mee gedaan als iets geen succes blijkt te zijn? De gemeente heeft een afdeling die gespecialiseerd is in communicatie. Deze afdeling zorgt voor contact met de bewoners via een buitenruimte coĂśrdinator. Bij grote projecten wordt er een klankbordgroep opgericht met bewoners erin die met de planvorming mee mogen beslissen. Als de doelen van een project niet worden gehaald dan is een project niet geheel succesvol. Als een project niet functioneert dan gaan we samen met de bewoners het probleem proberen op te lossen door te praten en waar nodig is aanpassingen toe te passen om deze problemen op te lossen. Waar komt het idee vandaan om duurzamer te gaan beheren/inrichten? Hoe wordt er bepaald welke inrichting er aan het project wordt gegeven? Hoe wordt er kennis vergaard binnen de gemeente? Moet dit altijd binnen de gemeente zijn of worden hier mensen voor ingehuurd? Of bij de aannemers? Hoe doen jullie het bijvoorbeeld met ecologie? De kennis wordt bij ons ontwikkeld door de cursussen die ons worden aangeboden. Zo hebben wij onder andere de cursus flora en fauna, snoeien van bomen en nog vele andere cursussen gevolgd. Als we behoefte hebben aan cursussen dan kunnen we dat aangeven. Als dit dan door iedereen is goedgekeurd dan mogen wij de cursus volgen. Wat is pragmatische groenbeheer? Dit houdt in dat we de juiste beplanting kiezen op de juiste plek. Vroeger moest de stad groen worden en het maakte niet uit hoe. Dus er werden in elke straat bomen aangeplant, ook al was er helemaal geen plaats voor een boom in die straat. Nu kijken we eerst naar de mogelijkheden die er zijn
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
87
in een straat en dan gaan we pas over tot een keuze. Op deze manier proberen wij te voorkomen dat de beplanting gaat over de bestrating gaat hangen of dat we heel veel werk hebben aan de beplanting. Weet Kunt u nog interessante projecten/onderzoeken benoemen die interessant zijn op het gebied van duurzaamheid? Nee, ik kan geen interessante onderzoeken benoemen. In Nederland zijn wij ook uitzonderlijk bezig met het groen. Het uitzonderlijke in Nederland komt voort uit het feit dat Nederland een klein land is waar elke boom welkom is. Dit is in het buitenland niet zo en daarom is het moeilijk om een vergelijking te maken met het buitenland. In het buitenland zijn er naast het stedelijke gebied in de omgeving veel natuurgebieden. Hoe wordt er bepaald of een investering duurzaam is? Kunt u dit uitleggen aan de hand van een voorbeeldproject? Er werden in het verleden organische meststoffen ingekocht bij een lokaal bedrijf. Tegenwoordig kopen wij het niet meer standaard in bij dit bedrijf. We kijken nu namelijk naar de prijs en de kwaliteit. Waar zijn de organische meststoffen het goedkoopste en is het van de juiste kwaliteit. In de gemeente zijn ook veel natuurvriendelijke oevers. Binnenkort wordt er weer een oever ingezaaid met een mengsel. De materialen die hiervoor nodig zijn worden door mij bestelt en klaargezet voor de aannemer. De medewerker die veel verstand heeft van ecologie geeft de aannemer advies hoe het materiaal wordt verwerkt. Soms gaat de medewerker zelf met de aannemer mee om toe te zien of de juiste werkwijze wordt toegepast.
Wordt er een levensduur aan een plantsoen toegekend? Worden hiervoor budgetten vrijgesteld of is hier een meerjarenplanning voor? Standaard wordt er een periode van 25-30 jaar gehanteerd voor beplanting. Maar het kan ook al na 15 jaar nodig zijn om de beplanting te vervangen. De gemeente Vlaardingen is voor een deel gebouwd op veengrond dat aan het zakken is. Zo zakt de grond in 15 jaar tot wel 60 tot 80 cm. Deze verzakking zorgt ervoor dat verharding, kabels en leidingen om de 15 jaar moeten worden verhoogd. De beplanting kan niet worden verhoogd en moet om de 15 jaar worden vervangen. Dit zorgt ervoor dat er in dit gebied, wat 35% van de oppervlakte beslaat snelgroeiende beplanting moet worden aangeplant. Voor het vervangen van de beplanting worden er door de jaren heen budgetten apart gezet. Dit gaat alleen wel over de budgetten van het regulier vervangen van oude beplanting. Als er problemen zijn met beplanting die jonger is dan moeten wij ook van dit budget de beplanting vervangen. Gaat een ecologische tuin geld opleveren t.o.v. een reguliere tuin? Onder een ecologische tuin wordt een heemtuin verstaan. Voor het onderhouden van een heemtuin ben je meer geld kwijt dan voor het onderhoud van een reguliere tuin. Dit komt doordat er meer arbeid voor het onderhouden van de heemtuin nodig is. Maar het kwaliteitsniveau van deze heemtuin is hoger dan het kwaliteitsniveau van het plantsoen in Vlaardingen. De beplanting die hierin staan is allemaal inheems. Extensief beheer Hoe wordt het ontwerp afgestemd op het beheer?
Wordt er rekening gehouden met de beplantingsdichtheid tijdens het ontwerp? Ja, er wordt rekening gehouden met de beplantingsdichtheid om het onkruid dat er ontstaat te kunnen onderdrukken. Wordt er rekening gehouden met de concurrentiekracht van beplanting tijdens het ontwerp? Bij de keuze van de beplanting wordt er heel kritisch gekeken naar de soortkeuze. Zo moet de plant niet te dominant zijn en niet te bewerkelijk zijn in het onderhoud. Bij grootschalige projecten wordt er heel kritisch gekeken naar het plan/ het beplantingsplan dat wordt gemaakt door een ingenieursbureau. Het plan dat ze maken wordt getoetst aan de maatstaven die de gemeente hanteert. Als het plan niet voldoet dan moet het ingenieursbureau het opnieuw maken. Wordt er rekening gehouden met de groeiwijze van de beplanting tijdens het ontwerp? Uit ervaring blijkt dat onderbeplanting in de plantsoenen niet werkt. Dit komt doordat de mensen die het onderhouden schoffelen. Op deze manier krijgen de planten geen kans om dicht te groeien. De keren dat we gebruik maken van onderbeplanting zal de beplanting niet hoger zijn dan 40 cm. Er wordt als onder beplanting veel gebruik gemaakt van Hedra en Symphoricarpos. De planten Vinca, Pachysandra en Polygonum worden niet gebruikt omdat deze niet goed sluiten. Wat wordt er gedaan als er in de praktijk blijkt dat een plant of een plantencombinatie niet blijkt te werken? Wordt er ingeboet of wordt er voor een andere plant gekozen e.d.? We kijken altijd goed wat reden is van het feit dat een plantencombinatie niet werkt. Ligt het aan de grond, ligt het aan het grondwater of is de beplanting te oud is. Als dit bekend
is wordt er pas een ingreep gedaan. Het kan dan zijn dat er nieuwe beplanting komt of als het probleem groter is en dat de nieuwe beplanting weer dood gaat dat er dan r gras wordt ingezaaid. Hoe wordt de keuze gemaakt tussen het verlagen van de onderhoudsfrequentie en de keuze voor een ander beplantingstype? De keuze van de beplanting is er op gericht om zo min mogelijk onderhoudswerk te krijgen. Zo is bij de keuze van de beplanting van belang dat er maar om de drie jaar ingegrepen mag worden door te snoeien. Dus je kunt geen beplanting hebben die snel over de rand van de plantsoenen heen groeien of een haag die je twee keer moet snoeien in het jaar. Bij de aanplant wordt dan ook steeds beter gekeken naar de randafstand. Bij hagen wordt tegenwoordig steeds meer gebruik gemaakt van een losse haag die je niet hoeft te snoeien. Is het mogelijk om de ecologische waarde te verhogen bij extensief te onderhouden plantvakken? Hoe? Zo ja hoe dan? Ja, zal wel enigszins kunnen. Hierbij valt te denken aan maairegiem of aan de verschralen van de grond.
zijn bloesembomen geplant met daaronder een kruidenmengsel. Dit idee is in samenspraak met bewoners bedacht, maar toch zijn er enkele bewoners die niet blij zijn met het kruidenmengsel. Deze mensen maaien het kruidenmengsel voor hun woningen zelf. De meeste mensen in Nederland leiden aan een netheidsyndroom. Hoe wordt er rekening gehouden met de belevingswaarde van bewoners bij een nieuw project? Via een klankbordgroep kunnen bewoners inspraak krijgen in het planproces. Als mensen problemen hebben met de inrichting of beheer van de openbare ruimte wordt er altijd met deze mensen gesproken hoe het probleem opgelost kan worden. Het toepassen van ecologisch beheer is wel een hele verandering in het beeld en de belevingswaarde van de mensen. Uit ervaring blijkt dat vooral de ouderen mensen het beeld dat ontstaat door ecologisch beheer niet mooi vinden. Deze mensen vinden een strak gemaaid gazon zonder onkruid vaak mooier. Dan leg ik mensen uit dat de natuurlijke kringloop van vogels rupsen en andere dieren door traditioneel beheer wordt verstoord.
Maatschappelijk belang Hoe wordt er gemonitord zodat bewoners ecologisch beheer accepteren? En de kwaliteit behouden wordt blijft? De gemeente Vlaardingen monitort niet uit zichzelf. Als er een melding binnenkomt dan gaan we met de mensen die de melding hebben gemaakt in gesprek om tot een oplossing te komen. Het toepassen van ecologie vlak bij de huizen wordt over het algemeen niet op prijs gesteld door bewoners. Het wordt namelijk vaak ervaren als rommelig. Zo wordt er dan ook maar zeer zelden ecologie toegepast bij huizen. Een voorbeeld waar wel ecologie is toegepast is bij bebouwing bij het project wat door ons de ‘wijngaard’ wordt genoemd. Hierbij
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
89
14. Interview gemeente Weert Interview met: Werner Mentens Functie: Beleidsadviseur ecologie, groen, natuur en landschap Wat is uw functie? Ik ben beleidsadviseur van groen en landschap sinds 2010. In dat ik voor gemeente Weert werk heb ik onder andere een bomenbeleid opgesteld. Afgelopen twee jaar ben ik de kartrekker geweest om Weert de groenste stad van Nederland te maken en vervolgens de groenste stad van Europa. Onbewust zijn we al heel erg met duurzaamheid bezig, ondanks dat we geen beleid hadden. Momenteel ligt het duurzaamheidsbeleid bij de raad ter goedkeuring. Wat houdt ons opdracht in? Voor onze opdrachtgever Van der Tol b.v. voeren wij een onderzoek en brengen we een advies uit naar Van der Tol b..v hoe ze nog duurzamer kunnen werken. Om dit te kunnen bepalen zijn we de eigen organisatie van Van der Tol b.v aan het onderzoeken en willen wij kijken hoe andere omgaan met duurzaamheid. Door het kijken naar andere groendiensten hopen wij tot nieuwe inzichten te komen hoe Van der Tol b.v. duurzamer kan gaan werken. Hoe komen we uit bij gemeenten en in specifiek bij de gemeente. In het onderzoek dat we uitvoeren richten wij ons op gemeenten. Dit omdat Van der Tol b.v aan gaaf dat er gemeenten heel erg met duurzaam onderhoud bezig zijn. En het literatuur onderzoek dat we hebben verricht bij u kwam dan ook naar voren dat deze gemeente heel duurzaam bezig is. Waar richten wij ons op tijdens dit onderzoek Wij richten ons op luxere beplanting zoals rozen, vaste planten en bloeiende heesters. Deze tuinen zijn erg onderhoudsintensief qua onderhoud en wij zijn voor Van der Tol b.v. opzoek naar een duurzamere manier van onderhoudt waarbij de intensiviteit van het werk afneemt maar de ecologie en biodiversiteit verbeteren terwijl de onderhoudskos-
ten dalen. Omdat er veel begrippen voorkomen die heel breed en ruim kan worden opgevat zorgen wij er eerst voor dat de begripsbepaling van duurzaamheid duidelijk wordt. Wat betekent duurzaamheid voor u als gemeente met betrekking tot het klein stedelijke openbaar groen? Duurzaamheid zou geen opgave moeten zijn, het zou een vanzelfsprekendheid moeten zijn. We zouden bewust moeten zijn van onze leefomgeving. Een van de aspecten begint al bij de planvorming. Het in gesprek gaan met de burgers om de omgeving in te richten. Als je de burgers betrekt dan ontwikkel je ook respect voor het gebruik van de omgeving. Een aspect van duurzaamheid is ook dat de inrichting langer mee gaat. Wat betreft inrichting kijken we naar het type bestrating. Momenteel werken we in de binnenstad met natuursteen en gebakken klinkers. In de woonwijken werken we met betonnen materiaal, om onderscheid te maken met de binnenstad. Eigenlijk zouden we ook in de woonwijken gebakken klinkers moeten gebruiken. Hier hebben we nog geen knoop over doorgehakt. Als je ergens mee begint, dan moet je het overal toepassen. Dit brengt weer een financiĂŤle overweging met zich mee. Met welke aspecten van duurzaamheid houden jullie rekening? (door strepen wat niet van toepassing is) Voorbeelden zijn: soortenrijkdom dieren, soortenrijkdom planten, winst voor de organisatie, belevingswaarde bewoners, extensief onderhoud, beheer volgens natuurlijke processen, wensen van bewoners, duurzame communicatie met klanten en bewoners, ecologische waarde, duurzame beheeruitvoering, bestrijdingsmiddelen. Soortenrijkdom dieren: ja Soortenrijkdom planten: ja Winst voor de gemeente: (baten) daar houden we zeker rekening mee
Belevingswaarde bewoners: dit is indirect van belang. Het waardebesef van de omgeving van groen afzetten tegen de gebruiksvriendelijkheid is het wel degelijk van belang. Extensief onderhoud: waar het kan. We beheren nu op niveau A. Dit proberen we vast te houden, ondanks de bezuinigingsopgave. Er zijn nog weinig gemeenten die op dit niveau werken. Vanuit de jury van de entente florale hebben we gehoord dat dit bijzonder is. We hebben het tot nu toe altijd kunnen permitteren, omdat onze stedelijke kernen redelijk compact zijn. Beheer volgens natuurlijke processen: in mindere mate. Het beheer wordt veelal planmatig bekeken. Er wordt wel rekening gehouden bij de samenstelling van de beplanting om kosten te besparen. Uiteindelijk moet je toch ingrijpen in het natuurlijke proces. Wensen van bewoners: op alle niveaus, beleid, beheer en uitvoering. We stappen naar de burgers toe met een blanco blad met de vraag wat hun knelpunten zijn en waar hun wensen liggen. Vervolgens maken we een quickscan voor de leefomgeving. Dit proberen we te vertalen naar impressies om te kijken of het beeld klopt, dan gaan we pas ontwerpen. Dit proberen we ook samen met de bewoners te doen. Het participatieproces loopt door tot de oplevering van het werk. Het is een lastig proces, maar op deze manier wordt het wel gedragen door de burgers. Alles wat gecommuniceerd wordt gaat via de communicatieafdeling. Voor de ecologie stedelijk niveau dan hebben we een ecologische waardekaart. Het buitengebied van Weert heeft een bijzonder landschap met verschillende landschapstypen. Door de morfologische eigenschappen heeft het landschap zich kleinschalig ontwikkelt. Op dit moment wordt er hard gewerkt om klimaatbuffers te creĂŤren, door de natuur te vernatten. Door die ontwikkeling zien we dat de natuur die al heel divers was, zich enorm aan het ontwikkelen is. Duurzame beheeruitvoering: we hebben in 2005/2006 het ecologisch maaibeheer opgepakt. Diverse groepen bewoners zijn vooraf al betrokken bij het opzetten van het maaibestek. Hierbij denken we na over de beheermaatregelen, de juiste maaitijd en methodiek. Deze werkzaamheden
worden uitbesteed. Jaarlijks monitoren de natuurgroepen de effecten van het maaibeheer. Hoe vaak waar per jaar gemaaid wordt is afhankelijk van de bodem en de functie van het gebied. In de woonwijken wordt er intensiever gemaaid, om de gebruiksvriendelijkheid zo optimaal mogelijk te krijgen. Door de jury is opgemerkt dat de gemeente Weert het beheer nog te netjes wil doen. Ze vinden het opmerkelijk dat het op zo’n hoog niveau word gehouden. Het mag best minder. Dit bevordert ook de biodiversiteit. Bestrijdingsmiddelen: op verhardingen beperkt en niet in het plantsoen. We hebben een rioleringsprogramma om in tien tot vijftien straten de riolering te veranderen en het regenwater af te koppelen. Het beste zou zijn als de woningcorporaties direct de woningen renoveren. Ook de verlichting gaat van standaard verlichting naar led verlichting. Als de bomen in slechte conditie zijn dan worden ze vervangen. Waar de bomenstructuren zijn verdwenen worden ze weer opnieuw aangeplant. Uitleg wat wij verstaan onder duurzaamheid aan de hand van de duurzaamheid cirkel. We hebben duurzaamheid gedefinieerd in vier categorieën. Deze categorieën zijn: planeet, communicatie, maatschappij en bedrijf/ gemeente. Deze begrippen zijn nog erg abstract daarom hebben wij met zwarte worden aangegeven wat wordt bedoeld met deze categorieën. Vertellen hoe het interview verder verloopt aan de hand van de duurzaamheid cirkel. Aan de hand van de vier categorieën zal het interview worden afgenomen. Per categorie zullen er vragen worden gesteld. En aan het einde van het onderzoek hopen wij dat het voor ons duidelijk is hoe deze categorieën bij u in de praktijk van klein stedelijk groen wordt toegepast. Heeft de gemeente een (groen)beleidsplan waar duurzaamheid onderdeel van is? Het duurzaamheidsbeleid ligt nu ter goedkeuring bij de raad. In het ‘Kadernota 2009’ is duurzaamheid ook opgenomen,
echter niet op maatregelniveau. Het bewustzijn zit er wel in, echter is dit tot op heden nooit uitgevoerd in beleid. Op lager niveau doen we momenteel alles op bestekniveau. Ik heb dit richting het bestuur wel aangekaard om in de komende jaren toch een groenbeleidsplan te maken. Ook om te kijken hoe omliggende gemeenten het doen en of we van elkaar kunnen leren. Ook is het mogelijk om een gezamenlijke visie te maken om beter van elkaar te worden. We hebben met zes omliggende gemeenten een GEP gemaakt. Bij de berekening is gebleken als het wordt doorgevoerd dat het 10% besparing per gemeente kan opleveren. Dit willen we ook voor het groen doen, zodat de besparing geïnvesteerd kan worden in het groen. Heeft de gemeente een voorbeeldproject waarin duurzaamheid is opgenomen? We hebben een project ‘bloemenrijke akkerranden’ om de biodiversiteit te bevorderen. Het doel was om de agrarische sector in beter licht te brengen op dit gebied. Hierdoor wordt de overgang naar stedelijk gebied soepeler. Ook hebben we het project ‘vergroenen schoolpleinen’. Zo willen we kinderen in contact brengen met de natuur en de natuur op het schoolplein zelf, door middel van kleine voorzieningen als nestkastjes en dergelijke. Ook worden er veldlessen gehouden om kinderen bewust te maken van de natuur. Opvoeding en bewustzijn is een belangrijk aspect van duurzaamheid. Planeet Hoge natuurwaarde (ecologie) Heeft de gemeente een ecoloog in dienst? Of iemand die gespecialiseerd is op het gebied van ecologie? Nee, geen vaste ecoloog. We huren wel diensten in . Ik had wel graag een ecoloog in dienst gehad. Op het gebied van ecologie laat ik mij ook adviseren. Vaak gaat het om gebiedspecifieke kenmerken. Daarom hebben we ook een adviesbureau die de natuur in Weert tot op zijn broekzak kent. Dat heb je nodig.
Hoe gaat de gemeente om met soortenrijkdom van dieren? Zijn er ook doelsoorten? Ja, in 2012 is er een convenant afgesloten met de provincie Limburg, om de biodiversiteit op de agenda te krijgen. Er worden kleinschalige projecten als bloemrijke akkerranden en nestkastjes uitgevoerd. Om aan te geven dat biodiversiteit niet alleen in de natuur aanwezig kan zijn, maar ook in de stad en in de tuin. Hierbij is het bewustzijn van de bewoners belangrijk. Een toonaangevende natuur en milieucentra is gevestigd in de omgeving van Weert. Ze doen heel veel op het gebeid van kennisoverdracht, onderzoek en maatregelen. Bij Weert worden er maatregelen getreden om passages voor de bever te realiseren. We zijn ook bezig met een nieuw project voor een ecoduct langs de A2 op natura 2000 niveau. Vanuit de provincie hebben ze aangegeven dat de gemeentes onderling samen moeten komen over welke natuurverbinding op welke plek moet komen. We hebben ook behoefte aan een recreatieve verbinding, mogelijk kan dit gecombineerd worden met een ecologische verbinding. Het natuur en milieucentra is een bezoekerscentrum en tegelijkertijd ook de hoofdtoegangspoort tot het Kemperbroek. Vanuit de natuurontwikkelingskant bestempelen ze de Kemperbroek als de Veluwe van het zuiden. We zijn nu bezig met beheer en ontwikkelingplaatsen. Er worden poelen gegraven en stukken weiland tot natuur. De komende tientallen jaren zullen we bezig zijn om het natuurgebied verder te ontwikkelen. Worden er ook soorteninventarisaties gedaan over de aanwezigheid van dieren? Hoe wordt er vervolgens mee omgegaan? Dat hebben we drie jaar geleden gedaan, toen we een ecologische kaart opgesteld hebben voor Weert. Die wordt jaarlijks gescreend en actueel gemaakt. De ecologische waardekaart is gemaakt op basis van ecologische rapporten die zijn gemaakt bij de bestemmingsplannen. Daarnaast zijn er inventarisaties gemaakt van de diersoorten. Die gegevens
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
91
zijn verwerkt in een kaart. Per beheerspost is er omschreven waar er rekening mee moet worden gehouden, als er beheer wordt uitgevoerd. De dier –en plansoorten worden gemarkeerd of het beheer wordt op een later tijdstip uitgevoerd. Hoe gaat de gemeente om met de soortenrijkdom van planten? Zijn er ook doelsoorten? Soortenrijkdom in stedelijk gebied is heel tendens gevoelig. Dit lees je ook af aan de verschillende woonwijken in Weert. Als je plantenkennis hebt dan kun je zien aan de beplanting uit welke tijd de wijk dateert. Deze kwaliteit moet je in stand houden. Dit hoort bij het karakter van de woningen. In de achterzones proberen we voldoende variatie te creëren, bijvoorbeeld in een struweel. In een woonstraat proberen we zoveel mogelijk verschillende bomen te plaatsen, zodat de ruimte minder openbaar en steriel lijkt. Enkel bij de hoofdomsluitingwegen passen we één boomsoort toe, vanwege de herkenbaarheid. Worden er ook soorteninventarisaties gedaan over de aanwezigheid van planten? Hoe wordt er vervolgens mee omgegaan? Dat gebeurt door onze werkgroep van IVN. Het bedrijventerrein is gelegen aan de A2 en al drie jaar op rij het beste bedrijventerrein van Nederland. Het terrein is een schakel tussen ecologische gebieden. Er zijn hele flauwe oevers, er wordt extensief beheerd en alle wegen zijn begeleid door forse bomenlanen. Rondom het terrein is een watergang aanwezig met maar twee ingangen voor het bedrijventerrein. Deze ingangen zijn beveiligd met camera’s, hierdoor is het bedrijventerrein erg veilig voor de bedrijven. Door de olifantenpaadjes in het ruige gras is het goed te zien dat de werknemers veelvuldig gebruik maken van het gebied. Het is goed te zien dat ecologisch beheer zelfs op een bedrijventerrein werkt, waar economie voorop staat. Er was eerst een frees om ver weg te gaan van de binnenstad, echter voelen de werknemers zich prima in deze groene omgeving.
Hoe wordt de biodiversiteit in de kernen versterkt? Dit doen we onder andere door het aanbieden van nestkastjes en vlinderstruiken. Daarnaast hebben we in het project ‘biodiversiteitsmeter’ onderzocht hoe de natuur zich ontwikkelt. Er kwamen positieve ervaringen uit. Dit concept willen we ook bij andere wijken toepassen door middel van een competitie. De bewoners moeten zelf de maatregelen ontwikkelen en bedenken op welke soorten zij zich willen richten. Biodiversiteit begint bij communicatie. Mensen willen het wel, maar ze weten niet wat ze als individueel kunnen doen. Wordt soortenrijkdom van planten en dieren standaard opgenomen in het beleid? Nog onvoldoende, omdat we nog geen groenbeleidsplan hebben. Wel hebben we een landschapsstructuurvie, daar zit het wel in verankerd. Wij moeten nog de vertaalslag maken naar concrete maatregelen vanuit het beleid. Dit moet allemaal leiden tot versterking van de duurzaamheid. Zijn er ook werkgroepen opgestart ter bevordering van de soortenrijkdom aan planten en dieren? Ja, ecologische werkgroepen. Stichting groen Weert, dit is een afdeling vanuit de bomenstichting. Zij maken zich druk om bomen en natuur en milieu. Daarnaast hebben we ook nog het IVN en het IKL is een organisatie voor kleine lands chapspelelementen(gefinancierd door provincie Limburg) die ook educatie geeft. Ecologie gebeurt al. Vanuit dat het al gebeurt proberen we er ook beleid op maken, zodat het verankerd blijft binnen het bestuur. In de structuurvisie lezen we dat u de wijken wilt vergroenen. Hoe willen jullie dit bereiken? Een aantal wijken zijn zeer veroudert. Het huidige woningprogramma voldoet niet meer aan de huidige behoeften. Momenteel heeft de gemeente Weert een bevolkinggroei, vanaf 2025 zal dit omslaan naar een lichte krinp. Dan moet er een plan zijn voor leegstaande panden.
Als dat het geval is dan willen we kijken waar we rood voor groen kunnen veranderen. Ook hebben we een aantal potentiële bouwlocaties die momenteel braak liggen. Deze worden ingezaaid en beheerd. We krijgen steeds meer de vraag of daar niet iets mee kan worden gedaan. Binnenkort word daar een beleidsnota voor gepresenteerd. Elke ontwikkeling bij braakliggende terreinen moet in deze beleidsnota een bijdrage leveren aan de biodiversiteit van de wijk, in welke vorm dan ook. We willen biodiversiteit in de beplanting bereiken door de bewoners het te laten doen. Als ze iets willen stellen wij de randvoorwaarden,als biodiversiteit en een sociaal -maatschappelijke bijdrage. De bewoners zorgen voor het beheer en de continuïteit ervan. Ook moeten de bewoners zelf een plan voorleggen,de fondsen en de middelen werven. We proberen het om te draaien, zodat de bewoners eerst zelf een goed plan ontwikkelen. Vervolgens zullen wij het stimuleren. We hebben er nog geen ervaring mee, het idee is gekomen sinds de recessie. Als ze iets speciaals willen dan mogen ze dat zelf bedenken en onderhouden. Het maaibeheer blijven we wel gewoon doen. Lage belasting milieu Welk type bestrijdingsmiddelen worden er toegepast binnen de gemeente? Is hier ook onderzoek naar gedaan(kosten, effecten)? Kan ik zo niet op antwoorden. We gebruiken geen bestrijdingsmiddelen meer in beplanting. Alleen selectief op verharding. Met de eikenprocessierups wordt heel gericht gewerkt, er wordt gespoten met een biologisch middel. Wordt er gewerkt met duurzame machines(op bijvoorbeeld zonne-energie)? Ja, in de binnenstad wordt het afval opgehaald met elektrische wagens. Het is onderdeel van het aanbestedingsbeleid om duurzaam in te kopen en aan te besteden. Bij de uitvoering zelf heb ik geen idee, omdat we het werk uitbesteden aan aannemers.
Hoe wordt er voor gezorgd dat de afvalkringlopen van tuinen/groenstroken zoveel mogelijk binnen groen blijven? De afvalstroom wordt binnen Limburg gekoepeld geregeld. In Cuijk gaat 90% van het afval de verbrandingsoven in, waar het gebruikt wordt voor de energiesector.
met burgers energie in te kopen. De gemeente Weert gaat de buitendienst extern zetten. Bij bestekken en contracten gaat het duurzaam inkopen spelen als een randvoorwaarde. Het personeel vergaard zijn kennis door discussies tijdens een sessie en af en toe een training.
Hoe gaan jullie om met natuurlijke/duurzame grondstoffen? Kunt u praktijkvoorbeelden noemen? Heel divers. We hebben een eigen zandwinning. We proberen zo efficiënt mogelijk de grondstoffen te gebruiken. Niet alleen voor de grondstoffenwelving, maar ook voor de toepassing van de materialen.
Er is ons ook gevraagd om tijdens het onderzoek te kijken naar het buitenland hoe hier wordt omgegaan met duurzaamheid. Weet u nog interessante projecten/onderzoeken die interessant zijn op het gebied van duurzaamheid? Ik volg altijd de media en de vakbladen. Ik kom zelf uit België. Als ik Nederland vergelijk met de regio uit België waar ik vandaan kom, dan loopt Nederland voorop. In Nederland wordt er meer aandacht besteed aan het groen en er is budgettair meer mogelijk in Nederland. Ik ben daarom ook bewust in Nederland gaan werken en hier stage gaan lopen.
Organisatie Communicatie Hoe wordt er tijdens de evaluatie van een duurzaam groenproject bepaald of het project een succes is geweest? Wat wordt er mee gedaan als iets geen succes blijkt te zijn? Het gebeurt nog te weinig. Achteraf vind er wel een financiële afronding plaats, waarbij de financiële aandachtspunten worden besproken. We zijn wel bezig met het opstellen van een kwaliteitshandboek. Hierin maken we een evaluatie van de afgelopen tien jaar. Veelal als zijn we alweer met een nieuw project bezig als het andere project is opgeleverd. Waar komt het idee vandaan om duurzamer te gaan beheren/inrichten? Hoe wordt er bepaald welke inrichting er aan het project wordt gegeven? Die opdracht is vanuit het bestuur gekomen, voor het opstellen van duurzaam beleid. We zijn er onbewust op allerlei disciplines al mee bezig. We hebben nu een duurzaamheidcoördinator en een beleidsnota. Hier komt later een uitvoeringsprogramma voor. Dan wordt het meetbaar gemaakt welke vooruitgang wij boeken. Hoe wordt er kennis vergaard binnen de gemeente? Moet dit altijd binnen de gemeente zijn of worden hier mensen voor ingehuurd? Of bij de aannemers? Hoe doen jullie het bijvoorbeeld met ecologie? Collectief Weertenergie heeft als doelstelling om collectief
Hoe wordt er bepaald of een investering duurzaam is? Kunt u dit uitleggen aan de hand van een voorbeeldproject? Ik ga eerst in gesprek met de burgers om te kijken waar de knelpunten zitten. Ook bij de toepassing van materialen wordt er gestreefd naar een lange levensduur en extensief onderhoud. Een vast onderdeel voor het budget is wijkgericht werken. We krijgen jaarlijks een budget voor de knelpunten die in de wijk aanwezig zijn. De bewoners worden hierbij actief betrokken bij de inrichting van de wijk. Wordt er een levensduur aan een plantsoen toegekend? Worden hiervoor budgetten vrijgesteld of is hier een meerjarenplanning voor? Cijfermatig wordt er een levensduur toegekend. Elke tien vijftien twintig jaar vernieuwd wordt gemiddeld het plantsoen vernieuwd. Gaat een ecologische tuin geld opleveren t.o.v. een reguliere tuin? Uitgebreide ervaring hebben we niet. We werken op stedelijk niveau op niveau A. De keuze moet gemaakt worden of we op niveau A willen blijven. Het kan op sommige stukken
best iets terug. Er zijn momenteel stukken die ecologisch en/of extensief beheerd worden. Extensief beheer Hoe wordt het ontwerp afgestemd op het beheer? Door de gesprekken met de bewoners, waarbij de wensen van bewoners naar voren komen. Onze beheerder wordt ook betrokken bij het ontwerp in de planvorming om de beheerkant te bewaken. Wordt er rekening gehouden met de beplantingsdichtheid tijdens het ontwerp? Wordt er rekening gehouden met de concurrentiekracht van beplanting tijdens het ontwerp? Wordt er rekening gehouden met de groeiwijze van de beplanting tijdens het ontwerp? Het assortiment wordt meestal vormgegeven door de adviesbureaus en de ontwerpers die we inschakelen. Wij toetsen het plan en geven het meer vorm. Welk assortiment er komt is afhankelijk van de locatie. In woonstraten is er vaak één soort per vak aanwezig. In parken wordt er gebruik gemaakt van grotere groepen, waarbij concurrentiekracht aanwezig is. Bij struwelen willen we zoveel mogelijk werken met inheemse beplanting. Bij de aanplant van een plantvak proberen we het direct body te geven, hierdoor is het beeld en het beheer beter. Wat wordt er gedaan als er in de praktijd blijkt dat een plant of plantcombinatie niet blijkt te werken? Wordt er ingeboet of een andere plant gekozen e.d.? Aan de rand van de nieuwbouwwijk moesten er een aantal boomstructuren worden aangebracht. Ik had aangegeven dat alle plantvakken 80cm moesten worden doorgespit. Bij de uitvoering waren ze de plantvakken aan het ploegen. Ik heb bij de projectleider aangegeven dat het niet goed gaat. Hij zei dat alles volgens het bestek was gebeurd. Van de bomen die waren geplant is 70% uitgevallen. Ik zei, het ligt aan het grondwerk, er is vast een storende laag. Hij dacht dat het aan de nazorg van de aannemer lag. Er werden nieuwe bomen geplant en het tweede jaar weer de helft dood. Er
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
93
moest een apart adviesbureau worden ingeschakeld om er achter te komen dat er nog een graszode lag op een halve meter diep. Voorbereiding is alles. De bodem en bemesting moet op orde zijn. Daarnaast is natuurlijk ook de boomsoortkeuze, de juiste planttijd en wijze erg belangrijk. Een projectleider moet projecten integraal aansturen. Alles binnen zijn portefeuille moet hij aansturen, ook de directievoerder. Buiten controleert de toezichthouder tijdens de aanleg van het groen. Ik heb aangegeven dat als ze iets niet weten dat ze dan naar mensen moeten vragen die er wel verstand van hebben. Vaak denken ze, we doen het wel even. Het integraal aansturen van projecten heeft ook zo zijn voordelen. Alles is beter aanbesteed, het gebeurd in één keer en er is geen discussie tussen verschillende partijen over wie de fout heeft gemaakt in het proces. Door de onderhoudsaannemer ook verantwoordelijk te maken voor het plantwerk zorgen ze het goed aanleggen. Dit hebben we ook net ingevoerd, volgens mij werkt het wel positief. Hoe wordt de keuze gemaakt tussen het verlagen van de onderhoudsfrequentie en de keuze voor een ander beplantingstype? Tot nu toe hebben we nog geen verlaging van het onderhoudsniveau. Als we de keuze maken, dan doen we het bewust. Het is een stuk maatwerk, dus daar kan ik geen integraal antwoord op geven. Is het mogelijk om de ecologische waarde te verhogen bij extensief te onderhouden plantvakken? Hoe? Ik denk het wel. Die omslag hebben we een aantal jaar geleden gemaakt in het maaibeheer. Voor een aantal plantsoenen zijn we aan het kijken naar de mogelijkheden. Maatschappelijk belang Hoe wordt er gemonitord zodat bewoners ecologisch beheer accepteren? En de kwaliteit behouden wordt? Op verschillende manieren. Vorig jaar hebben we een burgerpeiling gehouden, maar ook door overleggen in
wijkgericht werken, wijk en dorpsraden. Twee keer per jaar houden we een buurtschouw. Hierbij wordt al het groen bekeken en geëvalueerd. Tevens houden we het toegankelijk voor bewoners om knelpunten aan te geven over het beheer. Zo hebben we een norm gesteld om klachten binnen 48uur op te lossen, dan wel antwoord te geven. De gemeente stelt ook bomen gratis beschikbaar die bewoners in hun voortuinen kunnen plaatsen. Hoe wordt er rekening gehouden met de belevingswaarde van bewoners bij een nieuw project? We starten blanco, met een kadastrale tekening. Naast de doelen die wij hebben mogen mensen hun knelpunten en wensen aangeven. Mensen komen dan vaak met verwijting aan het begin, maar vervolgens gaan we naar de oplossing toe. Naar mate de workshop vordert worden ze actief en positief en gaan ze zelf met de omgeving aan de slag. Bij een project hadden we op locatie een werkkeet waar bewoners, tijdens de uitvoering van het project, één uur per week hun problemen konden spuien. Hoe wordt een nieuw project/beleid met bewoners gecommuniceerd? Nog voordat we er mee beginnen. Wat houdt een groene binnenstad met permanent, mobiel en gevelgroen in? De binnenstad is visueel voor de bezoekers stedelijk, met hier en daar een markante boom. In detail in de steegjes is de stad toch verassend groen. De winkels en de ondernemers bepalen de sfeer van de stad. Er is een groot contrast met de woonwijken, de stad is namelijk erg stedelijk. Voorbeelden om de binnenstad te vergroenen zijn perkbloemen en bloemenpiramides. Het zijn veelal dure maatregelen. Ik ben op zoek naar permanent groen, echter gaat dit niet in combinatie met evenementen. Solitairen in bakken is een grote investering, die momenteel financieel nog niet klaar ligt, We willen de bakken laten adopteren door ondernemers. We zijn nu bezig met een contract dat wij de bakken
inkopen en dat de ondernemers de vergroening van de binnenstand betalen. Dit komt ook de ondernemers ten goede. Jullie zijn verkozen tot de groenste stad van Nederland en Europa. Op welke criteria wordt er gelet? Mijn beeld was dat ze voornamelijk naar het onderhoud kijken, de boomstructuren en het beplantingsassortiment. Dat beeld is verkeerd, er wordt ook gekeken naar duurzaamheid, educatie en cultuurhistorie. Alle aspecten die relevant zijn voor de vormgeving en de inrichting van de stad. Ook burgerparticipatie is heel belangrijk. Bij de verkiezing van groenste stad van Europa lag de nadruk nog meer op cultuurhistorie. We hebben voornemens om deel te nemen aan de wereldcompetitie. Hierbij is burgerparticipatie nog meer van belang. We willen ook meer invloed geven aan de belangengroepering. Wat houdt een groene, ecologische shopgids in? Een shopgids is een ideeënboek. Veel mensen willen van alles op duurzaamheid en biodiversiteit. Ze hebben alleen geen beeld van de mogelijkheden en moeten veelal tot ideeën aangezet worden. We willen daarom werken aan een ideeënboek, bijvoorbeeld over gevelbegroeiing. Ook willen we iets creëren waar ondernemers mee aan de slag kunnen gaan.
15. Opzet focusgroep Naar aanleiding van het onderzoek dat heeft plaatsgevonden bij verschillende gemeenten naar hun duurzame werkwijze zullen de onderzoeksresultaten worden geanalyseerd. Deze analyse zal in samenspraak met de opdrachtgever Van der Tol b.v. worden uitgevoerd. Tijdens deze analyse wordt er bepaald welke onderdelen van het onderzoek bruikbaar zijn voor het schijven van de visie. Deze visie zal tijdens het adviesdeel worden geschreven. In dit advies zal worden aangegeven hoe Van der Tol b.v. duurzamer kan gaan werken. De stap van het analyseren van de onderzoeksresultaten is een hele belangrijke stap, want tijdens deze stap wordt de strategie gekozen hoe Van der Tol b.v. in de toekomst duurzamer kan gaan werken.
De eerste drie stappen zijn voorbereidingsstappen en zullen worden uitgewerkt tijdens de voorbereiding van het proces.
Methode De methode die wordt gebruikt om het doel te verwezenlijken is een focusgroep. De participatiemethode van een focusgroep wordt als volgt in de participatiewijzer omschreven: Een focusgroep is een gestructureerde discussie onder een kleine groep van belanghebbenden, begeleid door een ervaren gespreksleider. Op een bijeenkomst van de focusgroep komen 4-15 geselecteerde mensen bij elkaar en zij houden een discussie over het onderwerp van de focusgroep. Tijdens de discussie wordt de groep geobserveerd. Hiermee is het een combinatie tussen een discussie en een interview. Focusgroepen kunnen ook in een online versie georganiseerd worden. Het doel van de focusgroep is informatie krijgen over de voorkeuren, de achterliggende reden voor deze voorkeuren en de waarden van verschillende mensen met betrekking tot een bepaald onderwerp. (Participatiewijzer, 2011)
Doelstellingen Het houden van deze sessie heeft twee doelen. Dit zijn de volgende doelen: - Peilen van meningen en ervaringen ten aanzien van complexe factoren die kunnen bijdragen aan de ontwikkelen van een visie over een duurzame werkwijze voor Van der Tol b.v.; (Ketelaar, Hentenaar, & Kooter, 2011) - het creëren van draagvlak bij medewerkers uit verschillende afdelingen bij Van der Tol b.v. door ze zelf te laten meedenken over de toepassing van de nieuwe duurzame werkwijze.
Een focusgroep kent een vijftal processtappen (Ketelaar, Hentenaar, & Kooter, 2011)die doorlopen moeten worden. Dit zijn de volgende processtappen: Stap 1 probleemformulering; stap 2 bepalen van het steekproefkader; stap 3 gespreksleider kiezen en gespreksleidraad; stap 4 uitvoeringsfase focusgesprek; stap 5 analysegesprek en rapportage.
Stap 1 probleemformulering Probleembeschrijving Van der Tol b.v. is een toonaangevende hovenier wat betreft duurzaamheid in aanleg en beheer van groenprojecten. Dit blijkt uit het feit dat Van der Tol b.v. door Innogreen VOF in 2012 is verkozen tot de duurzaamste hovenier van het jaar 201 (Tuin pro en Innogreen, 2012) 1. Om in de toekomst haar leidende positie te behouden wordt er continue gezocht naar innovatieve manieren om de werkwijze te blijven optimaliseren. (Bakker & Bruin, 2014)
Verantwoording van de doelstellingen Doelstelling 1: Het ontwikkelen van uitgangspunten voor een visie over een duurzame werkwijze Tijdens het onderzoek (Bakker & Bruin, 2014) is er gekeken hoe gemeenten omgaan met duurzaamheid binnen de groenafdeling. Er is bij de gemeenten onderzocht welke duurzame werkprincipes er worden gehanteerd. De cruciale resultaten uit het onderzoek zullen worden voorgelegd aan de medewerker van Van der Tol b.v. met als doel dat er een discussie zal ontstaan. Uit deze discussie zullen voor de onderzoekers aanknopingspunten ontstaan met deze punten kan er een visie worden geschreven.
Doelstelling 2: creëren van draagvlak bij medewerkers Tijdens het onderzoek dat is uitgevoerd door B&B groenadviseurs is gebleken dat een duurzame werkwijze een heel breed begrip is (Bakker & Bruin, 2014). Binnen het bedrijf zijn dan ook veel verschillende opvattingen over wat duurzaamheid is (Bakker & Bruin, 2014). Daarom is het erg belangrijk dat het begrip voor iedereen die tijdens deze sessie meedenkt helder is. Op deze manier willen de onderzoekers er voor zorgen dat duurzaamheid binnen het bedrijf Van der Tol b.v. een breed gedragen begrip wordt. Door medewerkers uit alle lagen van het bedrijf uit te nodigen, waarvan hun mening als gelijkwaardig wordt beschouwd, zal er sneller een draagvlak worden gecreëerd. Stap2 bepalen van het steekproefkader Beschrijving doelgroep De mensen die worden uitgenodigd om deel te nemen aan de focusgroep moeten voldoen aan de volgende eisen: • De mensen moeten in dienst zijn bij Van der Tol b.v.; • de mensen moeten allemaal afkomstig zijn van verschillende afdelingen binnen het bedrijf; • de mensen moeten verschillende meningen hebben over het toepassen van een duurzame werkwijze. De processtappen die worden ondernomen om de juiste personen te selecteren die mee doen aan het focusgesprek zijn als volgt: Stap 1; afdelingen selecteren die van belang zijn om deel te nemen aan de focusgroep. Aan de hand van het organogram (Van der Tol b.v.) van het bedrijf is er bepaald welke afdelingen van belang zijn om deel te laten nemen aan de focusgroep. Hierbij is de keuze gemaakt om van zowel de management laag tot de uitvoerende laag aanwezig te laten zijn bij de focusgroep. Op deze manier zal er expertise aanwezig zijn van heel het productieproces bij Van der Tol b.v. en zal er voor de visie een breed gedragen advies ontstaan.
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
95
Stap 2; na de afdelingskeuze uit stap één zullen de juiste personen van deze afdelingen worden bepaald. De keuze voor de juiste personen is gemaakt op basis van eerdere gesprekken die hebben plaatsgevonden. De mensen die eerder tijdens het proces zijn geïnterviewd worden nu weer uitgenodigd om aan de focusgroep deel te nemen. Er zullen ook andere mensen aanwezig zijn tijdens de focusgroep. Dit zijn mensen die door de opdrachtgever en/ of door de opdrachtnemers als belangrijk worden beschouwd. De deelnemers De deelnemers die mee doen aan de focusgroep zijn weergegeven in figuur2. Bij de keuze voor de medewerkers moeten er een drietal keuzes nader worden gedefinieerd. Dit zijn de volgende keuzes: 1. De commercieels directeur zal tijdens het gesprek niet aanwezig zijn, maar zal na het gesprek worden ingelicht over de vorderingen. De reden dat de commercieel directeur niet aanwezig zal zijn is dat het risico bestaat dat hij, als één van de meest begaafde spreker er voor zorgt dat andere mensen hun mening niet geven. Daarom zal er na het gesprek met alle medewerkers nog een gesprek plaatsvinden met de commercieel directeur waarbij de resultaten zullen worden besproken. Ook zal er een begin van de visie worden voorgelegd. 2. Er staan twee tuinarchitecten/ontwerpers als contactpersoon opgegeven. Dit komt omdat het nog niet bekend is welke van deze twee mensen aanwezig zal zijn tijdens de focusgroep. 3. Er is voor gekozen om twee voormannen uit te nodigen tijdens het gesprek dit omdat deze mensen waarschijnlijk minder mondig zijn. Om dan twee mensen uit te nodigen zullen zij zelfverzekerder zijn en meer met de groep meediscussiëren (Ketelaar, Hentenaar, & Kooter, 2011). Een andere reden is dat ze een totaal verschillende mening hebben die voor de onderzoekers tot een totale verassende wending zal kunnen gaan leiden.
Stap 3 gespreksleider kiezen en gespreksleidraad Tijdstip van de bijeenkomst De bijeenkomst zal plaatsvinden 10 april vanaf 13:00 tot 14:30. De locatie is de kantine van de buitendienst bij Van der Tol b.v. in Amsterdam. Het programma De opzet van de bijeenkomst ziet er als volgt uit: Inleidende vragen (10 minuten) • Wat is volgens jullie de definitie van duurzaamheid? (iedereen mag dit aangeven in één zin) • Werken jullie al op een duurzame manier? (iedereen mag dit aangeven in één zin) De kern van de bijeenkomst (70 minuten) Tijdens de kern van het participatiemoment worden de meest complexe uitkomsten van het onderzoek besproken. Met complexe uitkomsten wordt bedoeld de uitkomsten die enorm van elkaar verschillen en de uitkomsten die heel dichtbij elkaar liggen. Qua tijd kunnen er tussen de vijf en de zeven factoren worden besproken tijdens de kern van de bijeenkomst. Afsluiting (10 minuten) • Bepalen welke uitkomsten van de factoren die zijn besproken kunnen worden toegepast bij Van der Tol b.v. • Wanneer moet deze werkwijze worden toegepast? Altijd of
alleen als de klant er om vraagt? De toepassing van de methode De invulling van het programma ziet er als volgt uit: Inleidende vragen (10 minuten) Tijdens de inleiding zullen de adviseurs van B&B Groenadviseurs een presentatie houden over wat de opdracht precies inhoud en welke stappen zij gaan nemen en al hebben genomen. Tijdens deze korte toelichting kunnen de medewerkers in één zin aangeven wat ze verstaan onder duurzaamheid en als ze al duurzaam werken. Het doel van deze interactie is om de medewerkers zich op hun gemak te laten voelen. Deze vragenronde zal wordt afgerond met het geven van de definitie van duurzaamheid die door de adviseurs tijdens het onderzoek wordt gehanteerd. De definitie die door de groenadviseurs is omschreven zal tijdens de rest van de discussie leidend zijn. De kern van het participatiemoment (70 minuten) De drie antwoorden van een complexe factor die zijn verkregen bij de drie gemeenten zullen worden besproken. Hierbij zal er een discussie ontstaan waarbij wordt bepaald welke punten interessant zijn om te veranderen of belangrijk zijn voor Van der Tol b.v. In figuur 3 tot en met 8 is een vragenschema opgenomen met hierin aangegeven welke vragen er tijdens de bijeenkomst worden gesteld.
Focusgroep Afdeling Commercieel directeur Vestigingsmanager onderhoud Klantmanager Tuinarchitect Projectleider advies Voorman Voorman Werkgroep duurzaamheid
Contactenpersonen van B&B groenadviseurs Dhr. A. Veerman Dhr. R. Bouquet Dhr. P. Heijman Mevr. M. Copal/ Mevr. A. Langendoen Dhr. M. Terprstra Dhr. J. Dodeman Dhr. E. Yildrim Dhr. M. van Schaik
Functie Commericeel directeur Hoofd afdeling beheer Onderhouden van contacten met klanten Ontwerper Ecoloog van het bedrijf Aansturen ploeg Aansturen ploeg Voorzitter projectgroep duurzaamheid
figuur 2 deelnemers focusgroep
Over elke factor zal in de groep ongeveer tien minuten worden gediscussieerd. Na de discussie zal bekend zijn welke werkmethode de voorkeur geniet van de groep. De adviseurs zullen het gesprek zo leiden dat de redenen achter een bepaalde mening naar voren komen. Op deze mening kan dan worden gereageerd door de deelnemers van de focusgroep. Door op elkaar te reageren zal er worden gestreefd om na tien minuten tot een gemeenschappelijke mening te komen. Deze gemeenschappelijke mening kan worden meegenomen als advies naar de visie die zal worden geschreven. De uitkomsten die erna tien minuten discussiëren zal ontstaan zal bestaan uit één van de volgende drie mogelijkheden. 1. De werkmethode van één van de drie gemeenten kan worden toegepast bij Van der Tol b.v., 2. één werkmethode is toepasbaar mist er een aantal aanpassingen zijn doorgevoerd, 3. de werkmethodes die bij de gemeenten worden gehanteerd zijn niet toepasbaar bij Van der Tol b.v. Aan het einde van de discussie zal er door de leiders van het gesprek een afrondde conclusie worden gegeven. De afrondende conclusie zal als advies mee worden genomen tijdens het opstellen van de visie.
Discussie nummer 1 Thema Doel
Wanneer duurzaam
Duidelijk krijgen wanneer een tuin duurzaam is en hoe het kan worden toegepast bij Van der Tol b.v.
Van der Tol b.v. maakt gebruik van een ECO-check. Wat vinden jullie hiervan? Startvraag 1
Werkt deze manier van werken/wordt het gebruikt? Doorvraag:
Afsluiting (10 minuten) Tijdens de afsluiting van het proces zullen de resultaten die tijdens de sessie naar voren zijn gekomen worden getoond. De vraag zal worden gesteld hoe deze werkwijze kan worden toegepast binnen Van der Tol b.v. Deze afsluitende vraag zal voor discussie zorgen tijdens de bijeenkomst van de focusgroep.
Waarom werkt deze manier wel/niet? Hoe veranderen, zodat het wel werkt?
Eén geïnterviewde gemeente geeft aan dat duurzaamheid te maken heeft met de prijskwaliteitsverhouding van een product. Wat vinden jullie van deze werkwijze? Startvraag 2
Waarom vinden jullie dit goed/slecht? Doorvraag:
Waarin verschilt deze werkwijze met jullie werkwijze? Welke werkwijze heeft jullie voorkeur?
Hoe kan er bij Van der Tol b.v. beter worden bepaald wanneer iets duurzaam is? Startvraag 3
De huidige manier van duurzaam werken? Doorvraag:
De uitkomst uit de bijeenkomst met de focusgroep is niet per definitie de wijze waarop het zal worden uitgewerkt in de visie. De medewerkers krijgen namelijk een adviserende rol in plaats van een beslissende rol. De beslissingen zullen worden genomen in samenspraak met dhr. A. Veerman. Dit overleg zal plaatsvinden op 15 april 2014.
(10 minuten)
Hoe vaak moet dit worden gemonitord?
Eén geïnterviewde gemeente geeft aan dat bij duurzaamheid de inkoop verantwoord moet worden. Wat vinden jullie van deze benadering? Startvraag 4
Hoe kan dit worden gemonitord? Doorvraag:
Moet bij elk project/elke tuin worden bepaald of iets duurzaam is? Startvraag 5
Wanneer wel en wanneer niet? Doorvraag:
figuur 3 deel 1/6 vragenschema Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
97
In figuur 9 is het draaiboek weergegeven voor de bijeenkomst. De rol van de gespreksleiders Tijdens de bijeenkomst zijn er twee gesprekleiders met de volgende functie: Gesprekleider één Deze persoon zal voor de leiding zorgen tijdens de bijeenkomst. Zo zorgt gesprekleider één ervoor dat de presentatie wordt gehouden en de startvraag wordt gesteld. Gespreksleider twee Deze persoon zal voor de randverschijnselen zorgen. Zo zorgt gesprekleider twee er voor dat de doorvraag wordt gesteld, dat iedereen aan het woord komt, dat de juiste informatie aan bod komt en dat de discussie binnen de tijd blijft zodat het programma niet uitloopt. Literatuurlijst Bakker, H., & Bruin, R. (2014). Duurzaamheid Van der Tol b.v.? Velp: Van Hall Larenstein. Bakker, H., & Bruin, R. (2014). Plan van Aanpak. velp: Van Hall Larenstein. Ketelaar, Hentenaar, & Kooter. (2011). Groepen in focus. Den Haag: Boom Lemma. Participatiewijzer. (2011). Info over participatiemethodes. Opgeroepen op maart 25, 2014, van Focusgroep: http:// www.participatiewijzer.nl/Alle-methodes/FOCUSGROEP Tuin pro en Innogreen. (2012, januari 17). De Duurzaamste Hovenier van Nederland: Van der Tol Groen. Opgeroepen op maart 24, 2014, van www.biojournaal.nl: http://www. biojournaal.nl/artikel/7152/De-Duurzaamste-Hovenier-vanNederland-Van-der-Tol-Groen Van der Tol b.v. Organogram Van der Tol b.v. Bedrijfshandboek. Amsterdam, Noord-Holland, Nederland: Van der Tol b.v.
Discussie nummer 2 Thema
Levensduur plantsoen
Doel
Bepalen wat een gemiddelde levensduur voor een plantsoen is en waar het budget vandaan komt om de beplanting te renoveren.
(10 minuten)
Wat is de gemiddelde levensduur van een plantsoen bij Van der Tol b.v.? Startvraag 1
Waar is de gemiddelde levensduur afhankelijk van? Doorvraag:
Hoe kan het dat het zo verschilt met de gemeenten? Wordt er ook gekozen voor duurzame beplanting?
Indien de beplanting is afgeschreven. Hoe kan er op een duurzame manier worden omgegaan met het vervangen van beplanting? Bij inboet weer dezelfde planten
Startvraag 2 Doorvraag:
Is hier budget voor/ hoe gaan jullie om met budget wat wordt er gedaan met de oude beplanting? Kan het gebruiken van het budget efficiënter?
Moet er budget worden vrijgemaakt voor de vervanging van het plantsoen? Startvraag 3
Hoe moet dit worden gepraktiseerd? Doorvraag:
figuur 4 deel 2/6 vragenschema
Discussie nummer 3 Thema
Kringloop binnen de tuin
(10 minuten) Bepalen wat er moet gebeuren met het afval wat vrijkomt bij het onderhouden van de tuinen.
Doel
Discussie nummer 4 Thema
Soortenrijkdom flora en fauna
(10 minuten)
Bepalen hoe er in de toekomst wordt omgegaan met doelsoorten. Doel
Van der Tol b.v. probeert het afval zoveel mogelijk in de tuin te houden. Wat vinden jullie van deze werkwijze? Startvraag 1
Wordt het geen rommel? Doorvraag:
Van der Tol b.v. heeft vier duurzame modeltuinen ontwikkeld en legt dit aan waar mogelijk. Wat vinden jullie van deze werkwijze? Startvraag 1
Wat zijn de reacties van de bewoners?
Wat vinden jullie van deze principes (niet ontwerp)? Doorvraag:
Worden deze tuinen vaak aangelegd?
Heeft deze methode al resultaat opgeleverd? Jullie scheiden afval en voeren dit af om indien mogelijk te recyclen. Wat vinden jullie van deze werkwijze? Startvraag 2
Kost het niet teveel geld om milieubewust te werken? Doorvraag:
De gemeenten die zijn onderzocht werken met doelsoorten. Zou dit ook wat zijn voor Van der Tol b.v.? Startvraag 2
Moeten er extra voorzieningen worden getroffen?
Is er voldoende kennis aanwezig bij Van der Tol b.v.? Doorvraag:
Welke voordelen kan het opleveren?
Waar gaat het afval dan naar toe?
Zijn er volgens jullie ook andere mogelijkheden om met afval om te gaan? Startvraag 3
Wat zijn hiervan de voor/nadelen
Hoe kan het gebruik van doelsoorten bij Van der Tol b.v. worden toegepast? Startvraag 3
Doorvraag:
Hoe opgenomen in het beleid Doorvraag:
Hoe moet het gecommuniceerd worden hoveniers Hoe moet het gecommuniceerd worden naar bewoners
figuur 6 deel 4/6 vragenschema De drie gemeenten die zijn ge誰nterviewd voeren hun afval af naar een energiecentrale. Zouden jullie deze methode bij Van der Tol b.v. willen toepassen? Startvraag 4
Afval gaat naar kassen, werkt deze huidige methode? Doorvraag:
Kan het ook worden toegepast bij Van der Tol b.v.?
figuur 5 deel 3/6 vragenschema
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
99
Discussie nummer 5 Thema
Discussie nummer 6 Thema Doel
Belevingswaarde
(10 minuten) Bepalen hoe het extensief onderhoud/duurzaam beheer zal worden ervaren door bewoners.
Doel
Bestrijdingsmiddelen
(10 minuten) Bepalen hoe er in de toekomst worden omgegaan met bestrijdingsmiddelen bij Van der Tol b.v. Als het verbod op chemische middelen doorgaat, hoe zal dan het onkruid op de verharding bij Van der Tol b.v. worden bestreden?
Startvraag 1
Wordt dit geaccepteerd door bewoners Doorvraag:
Hoe zal er voor worden gezorgd voor acceptatie
In sommige tuinen bij Van der Tol b.v. wordt gewerkt met extensief beheer. Hoe wordt dit bij de bewoners ervaren ? Startvraag 1
Wat zijn de meest gegeven klachten? Doorvraag:
Het gebruik van biologische bestrijdingsmiddelen kan door geen één leverancier bestempeld worden als milieu vriendelijk. Wat vinden jullie hiervan?
Wat vinden de opdrachtgevers hiervan? Startvraag 2
Waarom wordt het dan als nog gebruikt? Doorvraag:
Oudere mensen ervaren over het algemeen het extensief beheer niet als positief. Hoe zou dit komen denken jullie? Startvraag 2
Ander methoden zoals borstelen, branden of met heet water om onkruid bestrijden zijn die duurzaam?
Moet er een andere besef worden gecreëerd bij ouderen? Doorvraag:
Hoe kan dit ander besef worden gecreëerd? Geen extensief beheer bij ouderen?
Hoe kan er bij bewoners draagvlak worden gecreëerd bij extensief onderhoud? Startvraag 3
Kan dit door een creatieve manier Doorvraag:
Kan dit door het gebruik van beplanting
Zou er wat in de communicatie verander moeten worden bij het bedrijf om extensief onderhoud bij de mensen aantrekkelijk te maken? Startvraag 4
Wat moet erbij het bedrijf veranderen Doorvraag:
Hoe kan deze verandering plaatsvinden
figuur 7 deel 5/6 vragenschema
Startvraag 3
Wat denken jullie over het brandstofverbruik? Doorvraag:
Wat vinden jullie van het afval wat het achter laat
figuur 8 deel 6/6 vragenschema
Draaiboek focusgroep duurzaamheid Van der Tol b.v. Participatie datum
10-apr-14
Verantwoordelijken
H.Bakker R. Bruin
Belanghebbend
Van der Tol b.v.
Organisatie
tijd
Tijd
Activiteit Aanwezig Van der Tol b.v.
Door De verantwoordelijke
Benodigdheden Ov- chipkaart/ auto
Opmerkingen Eigen gelegenheid
12:00
12:30
Opbouw van de zaal
De verantwoordelijke
tafels en stoelen
13:00
13:02
Ontvangst van de medewerkers
De verantwoordelijke
13:02
13:07
13:07
13:10
13:10
13:15
Rebekka presentatie houden Hielke notuleren tijd bij houden Rebekka discussie leiden Hielke notuleren tijd bij houden Rebeka/ Hielke presentatie houden
13:15
14:20
14:20
14:25
14:25
14:30
Presentatie: Uitleg wat wij doen voor Van der Tol b.v. Vraag over ontwikkeling van het bedrijf Discussie: over definitie van duurzaamheid en duurzaam werken Presentatie definitie bepaling en voortgang sessie uitleggen Discussie: over welke werkwijze van de gemeente kan Worden toegepast bij Van der Tol b.v. De 'eind conclusie' wordt bepaald welke maatregelen er zijn gekozen Discussie hoe de werkwijze kan worden toegepast
Zaal Beamer en laptop Powerpoint presentatie
Koffiekopjes en koffiekannen regelen tafels plaatsen waar de materialen op kan staan Beamer en evt. schrijfspullen Zaal regelen
14:30
15:30
Opruimen
Rebekka discussie leiden Hielke notuleren tijd bij houden Rebekka presentatie houden Hielke notuleren tijd bij houden
Napraten
Allen
Naar huis
Allen
Checklist Opname apparaat Power point presentatie De onderzoekresultaten poster
Er wordt een poster gemaakt waarop de resultaten van de discussie worden weergegeven
Eigen gelegenheid
figuur 9 draaiboek focusgroep
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
101
16. Transscript focusgroep Gespreksleider één verwelkomt iedereen door middel van een presentatie. Tijdens de presentatie wordt aan de medewerkers gevraagd om aan te geven wat zij verstaan onder duurzaamheid en om dit in één zin aan te geven. Klantmanager: Verantwoord omgaan met de beschikbare middelen. Voorman één: Hergebruiken van het afval wat je in de tuin hebt. Voorman twee: Alles hergebruiken en zo weinig mogelijk gif gebruiken. Vestigingsmanager Hergebruik en zo goed mogelijk met natuur en milieu omgaan. Projectleider advies: Sluit zich aan bij de omschrijving van het begrip zoals de klantmanager dit al heeft aangegeven. Verantwoord om te gaan met het milieu en rekening te houden met iedereen die op deze aarde rondloopt. Ontwerpster: Is het met de projectleider advies eens en geeft als aanvulling om meer de natuur te stimuleren. Gespreksleider één vat het als volgt samen: Zo goed mogelijk omgaan met natuur en het milieu en rekening houden met iedereen op deze wereld. Geen gif gebruiken en zoveel mogelijk materialen hergebruiken. De omschrijving die tijdens deze sessie wordt gebruikt luidt als volgt: • belang planeet, hierbij wordt er gedacht aan planten en dieren; • Organisatie, winst voor het bedrijf en duurzame communicatie binnen het bedrijf; • Maatschappij, zorgen dat de gebruikers zich prettig voelen en willen genieten. Door dit brede begrip is het lastig om duurzaamheid toe te passen Gespreksleider één: De eerste discussie die wordt gehouden gaat over wanneer iets duurzaam is. Iedereen mag op de vragen reageren. Dan zorgen gespreksleider één en gespreksleider twee ervoor dat iedereen aan het woord komt. Per thema worden er startvragen gesteld en hier mag dan
op gereageerd worden. Startvraag 1: Van der Tol b.v. maakt gebruik van een ECOcheck. Wat vinden jullie hiervan? Klantmanager: De Eco-check is de eerste aanzet tot duurzaam inrichten en werken. Ik zeg bewust eerste aanzet, als je maar een paar punten van deze lijst in je tuin hebt dan is er al een begin. Het lastige aan de Eco-check is dat het begrip duurzaamheid zo breed is. Gespreksleider één: Dus de Eco-check is een mooie manier maar lastig in de praktijk toe te passen? Klantmanager: Er zijn wel punten gedefinieerd wat duurzaamheid is maar je kunt het heel breed opvatten en dan is het inderdaad erg lastig toe te passen. Gespreksleider één: Hoe denkt voorman twee over de Ecocheck? Voorman twee: Ik hou mij bezig met het onderhoud van tuinen en heb tot nu toe erg weinig met de Eco-check te maken. Klantmanager: Maar hoe denk je er persoonlijk over? Voorman twee: Ik zal graag duurzamer gaan werken, maar dan moet er wel veel binnen het bedrijf gaan veranderen. Mijn ervaring is dat we steeds meer bestrijdingsmiddelen gaan gebruiken. Als ik duurzamer moet gaan werken prima, maar zeg maar hoe ik dit moet gaan doen. Bij het VU hebben wij in het verleden populieren geknot en van de takken hebben wij op takken rillen gelegd. Maar in andere tuinen heb ik nog nooit iets duurzaams gedaan. Gespreksleider één: Dus duurzaam werken is een mooie methode, maar het wordt nog te weinig toegepast. Vestigingsmanager: De buitendienst weet niet precies wat de Eco-check is. De Ecocheck wordt meer toegepast door de kantoormedewerkers. Voorman één: Duurzaam werken begint bij de aanleg van een tuin. Hierbij is de beplantingskeuze erg essentieel. Gespreksleider twee: Wordt de Eco-check wel gebruikt bij het ontwerpen? Ontwerpster: De Eco-check wordt wel gebruikt, maar het hangt af van het budget dat aanwezig is en wat de klant wil. De Eco-check wordt niet alleen bij nieuwe projecten toegepast, maar ook bij renovatieprojecten.
Ontwerpster: Binnen het bedrijf wordt er onderling te weinig met elkaar gecommuniceerd. De ene persoon denkt dat de andere persoon het wel weet, maar dat blijkt niet altijd het geval te zijn. Binnen het bedrijf zijn er allemaal hokjes maar dat werkt niet. Gespreksleider één: Het is dus goed om een visie op te stellen die binnen het hele bedrijf bekend is en die door heel het bedrijf gedragen wordt, en dat er duidelijkheid is hoe er met duurzaamheid omgegaan wordt? Vestigingsmanager: Ik denk dat er al veel duurzame ideeën zijn bedacht. Ontwerpster: Er zijn inderdaad al veel ideeën bedacht maar het is allemaal te vrijblijvend. Vestigingsmanager: De Eco-check was er ineens, maar het was niet bekend hoe het toegepast moest worden. Bij de opdrachtgever is de Eco-check ook niet bekend en als je het gaat toepassen dan moet er wel meer kenbaarheid aan de Eco-check worden gegeven. Tot op heden is de Eco-check alleen maar verzonnen en niet verder toegepast. Gespreksleider één: Hoe kan er kenbaarheid aan de Eco-check worden gegeven? Klantmanager: Door de Eco-check kenbaar te maken bij een aantal opdrachtgevers. In de wijk Buitenveld woont een type bevolking die niet open staan voor duurzaamheid. Tevens wil de bevolking weinig geld besteden om een duurzame tuin aan te laten leggen of te laten renoveren. En dat begrijp ik. Dit geldt ook voor duurzaam onderhoud van tuin. Dit is per definitie niet goedkoper dan traditioneel beheer. Veel mensen denken dit wel. De algemene visie over duurzaam beheer is dat het lekker goedkoop is, dit is een verkeerde insteek en veel opdrachtgevers denken er ook zo over. Klantmanager: De Eco-check is een middel om bestaande tuinen op ecologische waarde te toetsen. Met de Eco-check wordt de tuin niet getoetst op duurzame waarden. Meer doet de Eco-check niet, het geeft alleen aan wat de ecologische waarde van een tuin is. Het geeft niet aan dat er anders gewerkt moet worden. De Eco-check geeft ook geen handreikingen om de tuin te verbeteren. Gespreksleider twee: Het is dus meer een ontwerpmiddel? Klantmanager: Dat is
wat ik zeg, de Eco-check is heel oppervlakkig. Gespreksleider één: Duurzaam werken is meer dan ecologisch beheer. De bewoners willen niet dat het een rommeltje wordt in de tuin en dat is vaak de gedachte bij duurzaam beheer. Er zijn echter ook andere manieren om duurzaam te beheren zoals de beplanting dichter op elkaar te zetten zodat je minder hoeft te schoffelen. Klantmanager: Dat is wat ik bedoel te zeggen. Er moet een breed draagvlak voor duurzaamheid worden gecreëerd. Een eerste aanzet hiervoor is om een algemene visie op te stellen hoe er met duurzaamheid omgegaan moet worden. Binnen het bedrijf zijn er mensen die kale beplantingsvakken opnemen en ervoor zorgen dat deze weer worden ingeboet. Vaak wordt er dan weer dezelfde beplanting ingeplant terwijl er duurzamere oplossingen te bedenken zijn. Zo kan er aan gedacht worden om voor beplanting te kiezen die bodembedekkend is. Het toepassen van vergif moet ook worden ingeperkt. Het is vervelend dat het budget bepalend is. Het gebruiken van vergif is goedkoper, dus je ontkomt er niet aan om het toe te passen. Ontwerpster: Als er in een ontwerp bodembedekkende beplanting wordt toegepast zeggen de medewerkers van de buitendienst: “Dat passen wij niet toe, want we kunnen er niet meer tussen schoffelen”. Dan geef ik aan dat dat juist de bedoeling is. Klantmanager: Dat bedoel ik. De medewerkers moeten begrijpen waarom er op kantoor bepaalde keuzes worden gemaakt en dan zullen zij het sneller accepteren. Ontwerpster: De duurzame principes moeten gedragen worden, maar dat gebeurd binnen het bedrijf niet. Er wordt binnen het bedrijf eens een keer wat geroepen en dan ontstaat er een werkgroep en dan moet het maar geregeld zijn. Klantmanager: Iedereen moet dan maar weten hoe het werkt en wat er tijdens deze bijeenkomst is besproken. Ontwerpster: In de meeste gevallen zijn er dan nog wel een paar pogingen van een paar medewerkers die enthousiast over het idee zijn, maar dan strand het initiatief toch. Dat werkt gewoon niet zo. Gespreksleider één: Er moet dus een plan worden gemaakt met daarin aangegeven op welke manier de werkwijze in het bedrijf toegepast kan worden? Ontwerpster: Ja, en er moet draagvlak worden gecreëerd.
Klantmanager: Ja maar het moet een visie zijn in plaats van een werkwijze, want bij een werkwijze ga je het voorzeggen hoe er gewerkt moet gaan worden. De meeste winst kan er behaald worden als iedereen begrijpt wat het doel van duurzaamheid is. Dan sta je ook open voor een andere werkwijze. Het probleem waar de buitendienst nu mee te maken heeft is dat ze precies doen wat ze ooit hebben geleerd en dat er geen ruimte is voor andere initiatieven. Dit is geen verwijt, want zo worden ze opgevoed. Zij doen precies wat ze moeten doen en er is geen ruimte om creatief te zijn. Gespreksleider twee: Wat is de reactie van vestigingsmanager? Vestigingsmanager: Het verhaal van de klantmanager klopt. Vestigingsmanager: Ik ben een voorstander van het omvormen van oude beplantingsvakken naar dichtere beplantingsvakken waar je minder onderhoudswerk aan hebt. Er zijn ook tuinen in onderhoud waarbij de beplanting helemaal dicht is, terwijl ons onderhoudsbudget hier niet op aangepast is. Het eerste jaar zijn er meer onderhoudskosten, maar na een paar jaar worden de kosten lager en kan er ook onderhoudsgeld van het budget worden afgehaald. Klantmanager: Dit is ook zo’n verhaal waar te weinig over wordt gecommuniceerd. Er gaat tijdens dit verhaal bij niemand een lampje branden. De vestigingsmanager zegt dat er te weinig budget is om de beplanting de eerste drie jaren te onderhouden maar op den duur is er geld over, omdat de beplanting helemaal gesloten is en dat er daardoor nog maar weinig onkruidgroei is. Een voorbeeld is de Griffioen methode (vaste planten concept). De eerste jaren is er meer onderhoud nodig, maar na een paar jaar is er minder onderhoud nodig. Maar we blijven wel geld van de opdrachtgever vragen voor het intensieve onderhoud. Voorman één: In mijn wijk is er ook zo’n tuin in onderhoud. Vroeger stond de tuin vol met bosschage en hadden wij weinig werk. Nu is deze tuin omgevormd naar een moestuin wat veel bewerkelijker is. Ik vraag mij af of er voor het onderhoud van deze tuin meer geld wordt gevraagd, want wij zijn wel meer uren aan het werk om de tuin te onderhouden? Ik denk dat het niet is aangepast? Nu zijn wij met drie man een dag bezig
om de tuin te onderhouden. Voorheen was de tuin binnen drie uur weer netjes. Klantmanager: Bij deze tuin heeft er een nieuwe aanleg plaatsgevonden. Hierbij is ook een nieuw onderhoudscontract opgesteld. Gespreksleider één: Wij willen nu overgaan op een nieuw onderwerp, want wij kunnen eindeloos doorpraten over dit onderwerp. Startvraag 2: Eén geïnterviewde gemeente geeft aan dat duurzaamheid te maken heeft met de prijskwaliteitsverhouding van een product. Wat vinden jullie van deze werkwijze? Projectleider advies: Ik ben het met deze opvatting eens, maar je zo alle kanten op dit geld namelijk altijd. Deze manier van kijken naar duurzaamheid is meer de economische invulling. Gespreksleider één: Vind u dat er meer moet worden gekeken naar de waardering van een beplantingsvak? Als de beplanting erg wordt gewaardeerd mogen de onderhoudskosten dan hoger zijn? Projectleider advies: Ja, daar ben ik het mee eens. Als de tuin laag wordt gewaardeerd en hoge onderhoudskosten met zich meebrengt dan moet de tuin misschien wel worden omgevormd. Ontwerpster: Dit is zo, maar het probleem is dat de bewoners het liefst een prachtige tuin willen met vaste planten en ze willen hier zo weinig mogelijk voor betalen. Gespreksleider één: Het bewustzijn van de kosten mist dus bij de bewoners? Ontwerpster: Ja, maar niet alleen bij de bewoners, maar ook bij de medewerkers van de woningcorporaties. Maar het gaat niet alleen maar over geld. Als er wordt omgevormd dan wordt er door de woningcorporaties niet naar de bewoners toe gecommuniceerd dat er minder betaald hoeft te worden. Het is een compleet verhaal. Het begint niet op één plek, maar we beginnen nu wel om de problemen op één plek op te lossen, en we hopen dan dat de oplossing zich uitbreid naar andere bedrijven. Maar zo werkt dat natuurlijk niet. Het moet bij de opdrachtgever beginnen. Als de woningcorporaties niet aan de bewoners doorgeeft dat het onderhoudsniveau omlaag gaat omdat er minder budget is, dan is
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
103
het logisch dat bewoners gaan klagen als de tuin er anders uit gaat zien. Er wordt niets, uitgelegd. Iedereen moet het maar begrijpen. Gespreksleider twee: Ligt hier ook nog een rol voor Van der Tol b.v., dat jullie meer gaan communiceren tijdens bewonersavonden? Klantmanager: Dat doen wij ook wel, we communiceren ons een slag in de rondte tijdens bewonersavonden. Op een bewonersavond in de Plofhoek waren veel mensen aanwezig. Na een lang gesprek over hoe het ontwerp er uit moest zien zijn wij begonnen over het onderhoudsgeld en dan valt het hele plan weer in elkaar, want niemand wil geld betalen. Ontwerpster: De bewoners weten meteen weer dat de rechter laatst een uitspraak heeft gedaan dat bewoners niet hoeven te betalen voor een kijktuin. Klantmanager: Tijdens deze bijeenkomst werd heel enthousiast gesproken met voorbeelden van prairiebeplanting. Ontwerpster: Maar je bent dan al drie bewonersavonden verder, er zijn al schetsen gemaakt maar er wordt niet betaald, omdat er niets wordt aangelegd. Discussienummer 5: Belevingswaarde In sommige tuinen bij Van der Tol b.v. wordt gewerkt met extensief beheer. Hoe wordt dit bij de bewoners ervaren? Vestigingsmanager: We hadden jaren geleden tuinen gehad die extensieve werden beheerd. Dit was leuk, iedereen was enthousiast. Maar na een paar maanden was het één grote rotzooi’ en dat vonden de bewoners het niet meer leuk. Projectleider advies: Die tuin waar jij het over had (voorman één) met die bosranden dat is dus een tuin die extensief onderhouden moet worden. Klantmanager/Ontwerpster in koor: Nee. Ontwerpster: Vroeger was dit wel zo, maar de bewoners wilden een kasteeltuin en dat is een intensief te onderhouden tuin geworden. Maar het probleem is dat het budget steeds minder wordt en dat er geen geld meer is om grote planten te planten zodat de borders dicht zijn. Dan krijg je iets chique in een kale uitvoering en dan zijn de bewoners teleurgesteld en dat snap ik. Vestigingsmanager: Op de taluds in de wijk De Aker is een bloemenmengsel ingezaaid. Dat vonden de bewoners niet
mooi. Toen zijn er vaste planten in gekomen. Deze vaste planten vonden de bewoners ook niet mooi en nu staan er rozen. Deze rozen vinden bewoners ook niet mooi. Dus heel dat extensieve is weg omdat bewoners het niet mooi vinden. Gespreksleider twee: Dus bewoners vinden geld belangrijker dan hoe het beeld van de tuin is? Ontwerpster: Nee, ze willen juist een zo mooi mogelijk tuin voor zo weinig mogelijk geld. Gespreksleider één: Hoe denken jullie dat het bewustzijn van de bewoners verbeterd kan worden? Klantmanager: Ik denk dat het heel belangrijk is om te kijken naar het type bewoners. Als je iets wilt maken dan moet je iets zoeken wat past bij dat type bewoners. Het is niet zo dat je elke groep mensen kan opzadelen met extensief onderhoud. Daar vind je geen draagvlak voor. Er moet geprobeerd worden om eerst een soort modus te vinden hoe wij er achter komen wat zij leuk vinden. Mensen in Nieuw-West willen moestuinen of zo min mogelijk betalen. Ontwerpster: Maar moestuinen is ook weer zo hype. Over twee of drie jaar is het ook weer weg. Klantmanager: Een moestuin is per definitie niet succesvol. Ik wil alleen maar aangeven dat de meeste mensen in deze wijk enthousiast over een moestuin zijn. In de wijk Buitenvelden krijg je geen mens die in de moestuin aan het werk wil gaan, want daar wonen alleen maar ouderen. Ontwerpster: We zijn nu al weer met de discussie bezig dat duurzaamheid extensief onderhoud is.
op te lossen hebben wij een manier bedacht door bij mensen aan te bellen of briefjes in de bus te doen met daarop aangegeven dat de hovenier is geweest. Gespreksleider twee: Moeten jullie je melden bij bewoners als jullie ergens in de tuin gaan? Voorman één: Dat doen wij liever wel. Gespreksleider één: Dus je moet een wijzer in de tuin neerzetten met daarop aangegeven wanneer jullie zijn geweest en wanneer jullie weer komen? Allen: Ja. Vestigingsmanager: We houden een website bij met daarop aangegeven wat de planning voor de tuin is, wanneer we zijn langs geweest en wanneer we weer langskomen. Op deze site kunnen klanten kijken. Klantmanager: Het vervelende van ons werk is dat medewerkers de hele dag bezig zijn met het onderhoud en iemand anders maakt de tuin dezelfde dag weer slordig. Dan wordt er gebeld dat we weer langs moeten komen omdat de tuin er niet meer uit ziet. Voorman twee: We denken er precies zo over als de klantmanager. We doen soms zo veel, maar een uur later ziet het er soms al niet meer uit. Klantmanager: Het gaat soms best ver. Wij snoeien een heester technisch en als er een tak blijft staan die net de zon van een bewoner wegneemt dan krijgen wij een klacht dat er niet goed gesnoeid is. Terwijl er juist wel goed gesnoeid is. Dit zijn allemaal voorbeelden waaruit blijkt dat communicatie erg belangrijk is. Er moet dan ook wel degelijk goed worden gecommuniceerd als een tuin extensief word onderhouden.
Gespreksleider één: Bij extensief onderhoud hoeft het niet zo te zijn dat de tuin ecologische beheerd wordt, maar dat er zo min mogelijk onderhoudt wordt gepleegd. Dit kan bijvoorbeeld door de planten dichter op elkaar te zetten zodat er minder onkruid tussen komt te staan. Als het er maar verzorgt uit ziet. Klantmanager: Toch wil ik bij deze omschrijving een kanttekening plaatsen. De tuin kan er nog zo verzorgd uitzien, maar als de bewoners de hovenier nooit zien dan beginnen de mensen ook te mopperen. Dat is het risico bij extensief onderhoud. De kracht zit in communicatie wat wil jij, en wat willen de bewoners en daar moet Van der Tol b.v. op inspelen. De voormannen horen ook vaak van bewoners dat ze in de tuin nooit een hovenier zien. Om dit probleem
Vestigingsmanager: Als er nu wordt geplant dan bestellen wij vijftien planten per vierkante meter, terwijl er maar negen per vierkante meter worden aangeplant. Dit omdat vijftien planten per vierkante meter te veel lijkt, maar dit is niet zo. Door een betere communicatie naar de buitendienst toe snappen zij waarom er vijftien planten, per vierkantmeter aangeplant moeten worden. Als dat duidelijk is dan doen ze dat ook. Klantmanager: Dat is wat ik bedoel met extensief beheer dat door de hele organisatie breed gedragen moet worden. Discussienummer 2: Levensduur plantsoen Wat is de gemiddelde levensduur van een plantsoen bij Van
der Tol b.v.? Projectleider advies: Vijftien jaar. Vestigingsmanager: Vijfentwintig jaar. Voorman twee: Is wel iets langer dan vijfentwintig jaar. Er worden wel delen van een tuin vernieuwd, maar niet de hele tuin. Gespreksleider één: Wat zou de gemiddelde levensduur van een tuin moeten zijn als u het voor het zeggen heeft? Voorman twee: Twintig jaar dan moet het worden vernieuwd. Voorman één: Ik denk twaalf en een half jaar. Ontwerpster: Ik hoop heel erg lang, maar dat is afhankelijk van de situatie. Als het mooi is dan blijft het lang zo, maar het kan ook door vandalisme helemaal worden vernield. Vestigingsmanager: Voor een locatie in Amsterdam is een heel mooi plan gemaakt, maar nadat het was aangelegd bleek dat het heel snel vernield was. Om dit probleem op te lossen is er besloten om de beplanting te rooien en er gras van te maken. Gespreksleider één: Er moet dus eigenlijk geëvalueerd worden als een type beplanting op de juiste plek staat? Ontwerpster: Nee, het gaat om de locatie. Op de ene locatie werkt het niet en op een andere locatie werkt het prima. En het gaat ook om het voortraject. Vestigingsmanager: In het voortraject wordt er met de bewoners overlegd welke beplanting er moet komen te staan. Dit voortraject duurt soms maanden tot een jaar voordat er echt iets gebeurd. Je hebt het niet altijd in de hand of een project een kans van slagen heeft of niet. Klantmanager: Soms is er geen bewoner bereid om mee te praten en daarom hebben wij maar een ontwerp gemaakt die volgens ons goed in de buurt past. Het meest lastige is dat wij dan ook onze hand in eigen boezem steken als het ontwerp niet blijkt te passen. En dat op onze kosten het probleem wordt opgelost. Gespreksleider twee: Normaal gesproken doen jullie onderzoek naar wat de bewoners willen? Klantmanager: Niet genoeg. Gespreksleider één: Kan er een standaard beeld worden bepaald wat bewoners met hun tuin willen? Klantmanager: Ik denk dat bewoners in categorieën kunnen worden geplaatst. Voorman twee: Ik zou niet weten of dat kan. Het is zo divers per district. Gespreksleider één: Kan er voor een district dan worden gekeken naar wat bewoners willen als het wordt veranderd? Voorman twee: Ja, dat zou
kunnen. Klantmanager: Je kunt mensen clusteren. Zo heb je mensen die bloemen willen, dan moet je niet met extensief onderhoud aan het werk gaan. Vestigingsmanager: Er zijn ook wijken waar de bewoners er zich niet voor interesseren wat er in de tuin komt te staan. Bij deze bewoners hoef je ook geen bewonersbijeenkomst te organiseren.
Gespreksleider één: En vestigingsmanager hoe kijkt u hiernaar? Vestigingsmanager: Voor kleine renovatieklussen hebben wij zelf wat geld beschikbaar. Maar voor grote klussen zijn wij afhankelijk van het geld van de woningcorporaties en vaak hebben deze geen geld.
Moet er budget worden vrijgemaakt voor de vervanging van het plantsoen? Allen: Ja. Klantmanager: We hadden een meerjarenplanning met de woningcorporaties afgesproken waar de levensduur van een tuin op 25 jaar werd geschat, met een opknapbuurt na twaalf en een half jaar. Wij geven van te voren aan wat de kosten van de renovatie zijn. Op deze manier is er bekend wat het budget moet zijn. Dit budget wordt vooraf doorgesproken met de contactpersoon zodat ze hun eigen onderhoudsplanning hier op aan konden passen. Momenteel gebeurt dit niet meer, omdat er bij de klant geen geld meer is en dan kan er ook niets worden gerenoveerd. Ontwerpster: Maar jij (klantmanager) hebt ook steeds weer te maken met andere contactpersonen. Klantmanager: Ja, dat komt er ook bij, je hebt nu met gebiedsbeheerders te maken waarbij je voor een gebied soms met acht contactpersonen te maken hebt, terwijl dat eerst maar één contactpersoon was. Dan is het voor mij ook zeer lastig om wat te kunnen regelen. Zo is de taak van communiceren met de klant, wat eerst bij mij lag soms de taak van de medewerkers buiten geworden. Zij moeten dan beginnen over renovatie, maar hier hebben zij geen tijd voor. En over deze kennis beschikken zij ook niet. Gespreksleider één: Is het niet meer mogelijk om met een meerjarenplanning te werken? Klantmanager: Wij proberen de meerjarenplanning nog wel toe te passen maar het wordt steeds lastiger. Bij een woningcorporaties worden oude plannen, van soms wel twee jaar oud gepakt met de vraag of wij dit plan kunnen uitvoeren voor het bedrag dat toen was voorgesteld. Maar dit kan niet zomaar, want het zijn oude offertes dus het bedrag klopt niet meer en er moet weer opnieuw draagvlak voor gecreëerd worden. Hoe dit wordt opgelost zal nog verder moeten worden uitgezocht.
Gespreksleider één: Zijn er wel eens berekeningen gemaakt dat een afgeschreven plantvak meer onderhoudskosten met zich meebrengt dan een normaal plantvak? Vestigingsmanager: Nee. Ontwerpster: Wat is een afgeschreven plantvak? Gespreksleider één: Zoals voorman twee zei de beplanting staat er al zo lang als ik hier werk. Het onderhouden komt erop neer dat ik brandjes moet blussen om de tuin in stand te houden. Vestigingsmanager: Er wordt niet bekeken wat de kosten per vierkante meter zijn. Gespreksleider één: Maar zijn er berekeningen dat de kosten van een renovatie terugverdiend kunnen worden doordat er minder onderhoudskosten aan een vitale tuin zijn? Klantmanager: Als je zo’n module kunt vinden dan is dat prachtig, want dan heb je ook wat waarmee je naar je opdrachtgever kunt gaan om over te communiceren. Projectleider advies: Er wordt nooit geld terug gegeven dat is het punt. Je hebt altijd een vast budget en daar probeer je altijd zoveel mogelijk aan vast te houden. Als commerciële organisatie probeer je geld te verdienen. Je marges staan al zo onderdruk. Soms weten wij niet eens hoeveel wij per tuin verdienen. Op de ene tuin verdienen wij niets, op een andere tuin verdienen wij een beetje. Als je ergens een keer een winstje haalt dan houden wij deze winst. Dat is ook ons probleem, wij communiceren geen prijzen naar de opdrachtgevers toe. Als voor prairiebeplanting zes euro per vierkante meter betaald moet worden, dan klinkt zes euro per vierkante meter voor bewoners veel. Maar wat is nu zes euro voor een hele groep bewoners? Gespreksleider één: Moet dat besef er meer komen? Klantmanager: Er zitten commerciële risico’s aan om te veel te communiceren over de prijs, want als jij je prijs op de markt gaat leggen dan gaan de bewoners met jouw prijzen shoppen. Je moet dus wel degelijk voorzichtig zijn met het noemen van prijzen. Gespreksleider één: Maar je
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
105
zou ook kostenverhoudingen kunnen aangeven tussen wat er was en wat er wordt aangelegd in procenten? Klantmanager: Dat zou kunnen. Gespreksleider één: Je kunt ook zeggen dat iets zoveel procent goedkoper is dan dat het was. Projectleider advies: Ik denk ook dat mensen niet beseffen wat zij allemaal kunnen krijgen voor het bedrag dat ze nu betalen. Klantmanager: Neem nu als voorbeeld de Plofhoek: er zijn drie verschillende huurcontracten. Één contract met mensen die betalen voor de tuin en er gebruik van mogen maken. Één contract van mensen die betalen voor de tuin en er geen gebruik van mogen maken en mensen die niets betalen voor de tuin en er ook geen gebruik van mogen maken Ontwerpster: Er wonen mensen die al heel lang betalen voor het tuinonderhoud. Tijdens de bewonersbijeenkomst komen deze mensen er achter dat er mensen zijn die niet betalen. Klantmanager: Zo gaat het dus, en daar komen ze dan pas achter op de derde avond. De coöperatie is door de bewoners weggestuurd om uit te zoeken hoe dit precies zit. Ontwerpster: Wij komen in dit gesprek steeds weer op hetzelfde uit. Gespreksleider twee: Ja het gaat allemaal om geld. Discussienummer 3: Kringloop binnen de tuin Van der Tol b.v. probeert het afval zoveel mogelijk in de tuin te houden. Wat vinden jullie van deze werkwijze? Ontwerpster: Ik hoop dat er zoveel mogelijk afval in de tuinen achterblijft, maar ik denk dat het niet zo is. Ik denk dat hier nog veel winst op te behalen valt, want het gebeurd nog maar in een paar tuinen. Van mij mag het meer gebeuren omdat het een goed zaak is. Vestigingsmanager: Maar de bewoners willen in veel gevallen niet dat er afval in hun tuin wordt neergelegd in de vorm van een takkenbossen of een composthoop. Voorman één: De mensen hebben er minder moeite mee als de takken worden geshredderd en als houtsnippers in de borders wordt verspreid. Maar als je takken achter laat dan vinden mensen dat storend. Klantmanager: Weet je wat grappig is? Als je snippers toepast dan ervaren de bewoners het meer als schilderen, en dan vinden zet het er netjes uitzien. Ik zag ergens een hovenier van een
ander bedrijf die strooisel met turf op de borders in de tuin aan het aanbrengen was. De bewoners vonden het er heel mooi uitzien, terwijl het helemaal niets kost. Dat is ook wat je met houtsnippers doet. Voorman één: Laatst had ik houtsnippers in een tuin toegepast en de opzichter kwam langs en hij vond het netjes. Vestigingsmanager: Je bent duurzaam bezig want je beperkt je lichaamsbelasting, doordat je niet alles uit de tuin hoeft te slepen. Gespreksleider één: En voorman twee hoe denkt u daarover? Voorman twee: Ik denk er net zo over als de anderen, maar het gebeurd gewoon niet. Gespreksleider één: Zou u willen dat het gebeurd? Voorman twee: Ja, maar ik zie het in mij carrière niet meer gebeuren. Ontwerpster: En waarom niet? Voorman twee: Ik vind het een hele omschakeling. Projectleider advies: Heb jij de cursus levende tuin gevolgd? Voorman twee: Die heb ik gevolgd, maar ik schiet er in de praktijk niets mee op. Gespreksleider twee: Begint het dan niet meer bij de advisering van die mensen? Klantmanager: Dan kom je terug op hetzelfde verhaal. Je moet beginnen met het creëren van draagvlak. Nogmaals zij hebben een bepaalde werkwijze en je moet als bedrijf zeggen: op deze manier moet jullie duurzaam gaan werken. Deze werkwijze moet je dan in alle lagen van het bedrijf verweven. Het begint niet ergens, je moet het met elkaar gaan oppakken. Kijk maar naar de Eco-check die is op kantoor verzonnen en voordat het bij de uitvoerder komt is er al heel wat tijd verstreken. Gespreksleider één: Hoe kan er voor worden gezorgd dat de duurzame werkmethoden eerder bij de uitvoerders komen? Voorman twee: Dan zouden er aanpassingen moeten plaatsvinden binnen de woningcorporaties en bij de bewoners. Deze aanpassing begint bij de bewoners. Dit is de grootste factor. Als wij samen gaan bepalen om in dat hoekje van de tuin een composthoop te maken en dat wij dat één keer in de vijf jaar om zetten. Begin daar eens mee. Maar ik zie het niet gebeuren. Gespreksleider één: Hoe is het dan bij voorman één gebeurd? Voorman één: Ik doe het gewoon en als het niet goed is dan hoor ik het vanzelf wel. Klantmanager: In het contract van de woningcorporaties staat dat ze eigen initiatieven op prijs stellen. Voorman één: Als ik
een rondje loop met iemand van de woningcorporaties dan hoor ik ook nooit een klacht dat het niet goed is. Als ik een klacht krijg over een composthoop dan ruim ik het gewoon op. Gespreksleider twee: Komen er wel klachten binnen over deze manier van onderhoud? Vestigingsmanager: Het valt wel mee hoeveel klachten hierover komen. Er komt wel eens een klacht over takkenrillen die we hebben aangelegd. Als er zo’n klacht komt dan ruimen wij deze ril gewoon op. Gespreksleider twee: Proberen jullie de mensen nog wel te overtuigen voordat jullie over gaan tot het weghalen van de takkenril? Vestigingsmanager: Er wordt wel met de opdrachtgever overlegd wat er moet gebeuren met een takkenril onder een balkon. De bewoners snappen vaak het nut niet van een takkenril en vinden het rommel. Klantmanager: Ze zijn vaak bang dat het in de brand wordt gestoken. Voorman één: Als je het de mensen uitlegt dan begrijpen de mensen het wel. Klantmanager: Dat bedoel ik ook. Je moet een heel breed draagvlak creëren. Voorman één: Als mensen vragen hebben over mijn werkmethode dan komen ze naar mij toe dan leg ze de methode uit. Dan is het vaak wel goed en dan hoor je er niets meer over. Gespreksleider één: Zijn er ook ander manieren om snoeiafval te verwerken? Vestigingsmanager: We voeren afval af. Dat afval wordt wel gecomposteerd en zo tot grond verwerkt. Het is dus wel een cyclus, maar niet in de tuin zelf. Gespreksleider één: Is dat een duurdere cyclus dan als je het in de tuin zou laten plaatsvinden? Allen: Ja. Klantmanager: Je hebt veel meer beweging. Vestigingsmanager: Je moet met het afval slepen, de rijbeweging en de tijd kosten allemaal geld. Projectleider advies: Misschien kan je die rommelige takken nog aantrekkelijker maken. Zo kunnen de takken door een shredder worden verhakseld, maar misschien zijn er nog meer mogelijkheden. Zo kan je ook pompoenen aanplanten en om een takkenril heen laten groeien zodat je een klimplant idee krijgt met een groene haag. Ontwerpster: Er kan tussen een takkenril en een takkenril een heel verschil zitten. Gespreksleider twee: Kan je een takkenril niet verkopen door bij de bewoners te promoten
dat er allemaal dieren op afkomen? Projectleider advies: Nee, niet specifiek het hangt van het soort bewoner af. Als je bewoners hebt die van vogels houden dan kan dat, maar die zie je niet elke dag. Ik denk dat de bewoners het aanzicht belangrijker vinden dan wat er om heen gebeurd. Zelf vind ik wat eromheen gebeurd interessanter. Gespreksleider één: Denkt u dat door middel van het aankleden van de takkenril er meer draagvlak bij de bewoners gecreëerd kan worden? Voorman twee: Ik heb niet zoveel contacten met bewoners, dus hier heb ik te weinig kennis van. Gespreksleider één: En als u daar zelf zou wonen? Voorman twee: Ik vind dat het netjes moet zijn. Zo ben ik opgevoed en hoe het gaat dat maakt mij niet zoveel uit als het maar netjes is. Ontwerpster: Een takkenril vindt jij dus niet netjes. Voorman twee: Het kan netjes zijn maar het ligt eraan hoe het is uitgevoerd. Het maken van een goede takkenril kost tijd. Vestigingsmanager: De tijd maakt niet uit, want anders moet je snoeiafval afvoeren. Ontwerpster: Er zijn ook wel rillen daar zijn de takken omgezaagd en zoals ze neerkomen blijven de takken liggen. Klantmanager: Ik zit te denken aan het plan van projectleider advies. Als jullie ergens in een tuin een composthoop kunnen maken op een plek achter de bosjes. Voorman één: Ik doe dat ook al in een tuin waarbij je al het afval via een trap de tuin uit moet brengen. Daar gooi ik al het afval in een hoekje waar de bewoners het nooit zien. De woningcorporaties en de vestigingsmanager weten hier niets vanaf. Klantmanager: De volgende stap is dat je het ook weer kunt hergebruiken in de vorm van compost. Want dan hoef niet meer te bemesten. Projectleider advies: Dan hoef je ook niet meer bij te composten. Klantmanager: Dat met die pompoenen zaaien op een composthoop van projectleider advies dat is een goed idee. En in het najaar de composthoop omzetten en de gecomposteerde laag eruit halen en aanbrengen op de tuin. Je moet alleen draagvlak voor deze ideeën bij de klant krijgen. Dit moet in de contacten van de voormannen worden geregeld. Want tijdens een overleg met bewoners zal het nooit gaan lukken. Maar als een voorman dit per tuin weet te regelen. Voorman één: Maar bij sommige tuinen is dat wel lastig. Klantmanager:
Maar ik denk dat ook niet alle tuinen hiervoor geschikt zijn. Er zijn zat tuinen waarbij dit wel mogelijk is. De klantmanager heeft een andere afspraak en verlaat de discussiegroep. Discussienummer 4: Soortenrijkdom flora en fauna Van der Tol b.v. heeft vier duurzame modeltuinen ontwikkeld en legt dit waar mogelijk is aan. Wat vinden jullie van deze werkwijze? Ontwerpster: Ik denk zelf dat het boekje wat er over natuurlijk onderhoud is geschreven voor de medewerkers van de buitendienst handiger is om te gebruiken dan de vier tuinconcepten. Projectleider advies: De vier concepten zijn bedacht, maar het is nooit verder het bedrijf in gecommuniceerd. Het is wel de bedoeling geweest om er in heel het bedrijf kenbaarheid aan te geven, maar het ligt al drie jaar op de plank. Soms worden de modeltuinen wel gebruikt als er bijvoorbeeld een beplantingslijst nodig is van beplanting die gebruikt wordt om bijen te lokken. Dan is er heel snel een lijst met gegevens wat er nodig is om bijen te lokken. Dat is ook het doel van deze concepttuinen. Stel er moet op een locatie nieuwe beplanting komen, en je ziet vogels dan kan je de informatie van de vier concepttuinen erbij halen, en dan pas je deze beplanting toe. Op deze manier krijg je ook niet steeds dezelfde beplanting. De soorten die in de beplantingslijst staan zijn geen gekke soorten. Maar het probleem is dat voormannen niet zelf bepalen welke soorten er worden aangeplant. Vestigingsmanager: De voormannen mogen wel bepalen welke soorten er worden aangeplant. Voor de nieuwe tuinen mogen zij het niet bepalen, maar voor de tuinen die in onderhoud zijn mogen zij het wel bepalen. Als ze de opdrachtgever zien lopen dan mogen de voormannen ook aankaarten dat er nieuwe beplanting in moet komen. Projectleider advies: Dat zijn de mogelijkheden, maar de voormannen hebben dat boekje natuurlijk onderhoud niet beschikbaar. Gespreksleider één: Maar zou het een mogelijkheid zijn dat de voormannen het boekje natuurlijk onderhoud krijgen en dat als ze de beplanting
dan willen afstemmen op de dieren dat ze dit dan kunnen uitzoeken? Voorman twee: Het gebeurt al. We mogen zelf aanpassingen maken en dan is het aan kantoor of er budget is om het plan uit te voeren. Vestigingsmanager: Maar jullie kijken niet of er een vogels zit en welke beplanting er dan geplant kan worden. Gespreksleider één: Als jullie een plantenlijst hebben met daarop planten die jullie kunnen gebruiken. Voorman twee: Het zou handig wezen. Gespreksleider één: Denken jullie dat het dan ook gebruikt gaat worden? Voorman twee: Dat moet gaan blijken. Voorman één: Dat ligt aan de wensen van de bewoners. Voorman twee: Maar, dat zal toch voor een groot deel bij ons liggen. Voorman één: Bij particulieren wel, maar bij een vereniging van eigenaren(VVE) is dat lastig. Ontwerpster: Ja, dat is lastig. Maar in het geval van een VVE moet je dan niet meer een klantmanager meenemen? Vestigingsmanager: Nee. Gespreksleider twee: Waarom is dat boekje dan nooit verder door de organisatie heengegaan dan? Ontwerpster: Geen idee, ik was in de veronderstelling dat iedereen dat boekje al had. Vestigingsmanager: Ik heb dat boekje bij een externe partij gekregen. Toen dacht ik al: leuk dat wij dat boekje ook hebben. Projectleider advies: Er is een missing link tussen directie en de personen waar het mee besproken is, en dan blijft het daar liggen. Ik heb ook wel gedacht dat daar een rol voor mij was weggelegd om het probleem van de missing link op te lossen. Maar ik kom er niet aan toe omdat ik het te druk heb met mijn eigen werk. Vestigingsmanager: Er bestaat ook een kans dat het boekje bij de concurrent komt te liggen en dat die met de ideeën aan de haal gaan. Ontwerpster: Dat is al gebeurd. De gemeenten die zijn onderzocht werken met doelsoorten. Zou dit ook wat voor Van der Tol b.v. zijn? Voorman één: Als de vraag vanuit de bewoners komt dan wel. Zo moet ik in een tuin iets doen met vogels, dat is door de bewoners gevraagd. Dan is er wel draagvlak om iets uit te voeren. Projectleider advies: Het zou dan handig zijn als jij dat boekje hebt en dat je tegen die mensen zegt morgen kan ik beginnen want dan heb ik de planten in huis. Ontwerp-
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
107
ster: Het lijkt wel als dit bedrijf te groot is. Het zijn allemaal aparte deeltjes en iedereen weet van zijn deel alles en wat een ander doet is onbekend. Vestigingsmanager: Er zijn binnen het bedrijf te veel schakels. Gespreksleider twee: Wordt er ook wel eens overleg gepleegd met al die schakels bij elkaar? Ontwerpster: Ja op eigen initiatief. Vestigingsmanager: de afdeling advies blijft binnen zijn eigen hokje en de afdeling beheer blijft ook binnen zijn eigen hokje. Ontwerpster: Ik wil me zelf nog wel aanmelden als vliegende equipe. Want ik ben toch met veel mensen in overleg om tot een ontwerp te komen. Gespreksleider twee: En voormannen hebben jullie wel eens overleg? Voorman één: Ja we hebben voormannenoverleg en dan moet de vestigingsmanager de verbindende schakel zijn tussen ons en het kantoor. Vestigingsmanager: En als er dan iets nodig is dan zorg ik er voor dat dat wordt geregeld. Ontwerpster: Er wordt eigenlijk belachelijk veel vergaderd bij ons, maar het blijft alleen maar bij ideeën. Gespreksleider één: Eigenlijk zou er een kort overleg plaats moeten vinden met daarin aangegeven waar welke afdeling mee bezig is? Vestigingsmanager: Bij de cursus EMVI zijn de voormannen ook aanwezig geweest. Voorman twee: Wat is dat? Vestigingsmanager: Economisch Meest Voordelige Inschrijving. Maar goed het gaat over bestekken ik ben uitvoerder en ik moet daar wat vanaf weten. Maar ik word er niet voor uitgenodigd. En als dan een collega vraagt of ik wat voor hem wil doen wat met bestekken te maken heeft dan weet ik niet wat ik moet doen. Ik vind het raar dat ik daar dan niet voor uitgenodigd wordt. Ik wil ook niet alles weten, maar je moet wel over de kennis beschikken die je nodig hebt om je werk goed uit te kunnen voeren. Projectleider advies: Ik zie het meer als een soort hoger plan. Ik wijd het meer aan de directie die bruggen moet bouwen. Wij zijn voor de operationele uitvoering en met elkaar meedenken is goed, maar ik moet gewoon mijn functie uitvoeren. Op een gegeven moment moet er een brug worden geslagen. Er vinden genoeg overleggen plaats. Het commercieel overleg is enorm geschikt om kennis uit te wisselen, maar daar hoor je ook weinig mensen hun kennis delen. Iedereen houdt zijn kennis heel erg bij zichzelf.
De gemeenten die zijn onderzocht werken met doelsoorten. Zou dit ook wat voor Van der Tol b.v. zijn? Projectleider advies: Ik denk dat er per stadsdeel, per wijk een soortenlijst aanwezig is met dieren die in een gebied voorkomen. Je kunt heel de stad in gebieden opdelen waar een doelsoort een grote kans heeft. Met deze opdeling van de stad kan je precies bepalen welke tuin je waar moet aanleggen om dieren aan te trekken. Vestigingsmanager: Je knipt Amsterdam als ware op en kijkt dan op welke locatie welk dier zit. Gespreksleider twee: Dit is door de gemeente al gedaan. Op de site staat precies waar welk dier zit. Gespreksleider één: Dit hebben wij in de analyse al meegenomen. Discussienummer 4: Bestrijdingsmiddelen Als het verbod op chemische middelen doorgaat, hoe zal dan het onkruid op de verharding bij Van der Tol b.v. worden bestreden? Vestigingsmanager: Met een brander en een bosmaaier. Ontwerpster: Het grappige is, ik ben hier dertig jaar geleden begonnen met werken en toe werd er verteld dat er geen onkruidbestrijdingsmiddelen werden gebruikt. Dat was het beleid. Vestigingsmanager: Nee, dat is nooit het beleid geweest. Gespreksleider twee: Ik heb het ook teruggelezen in de stukken. Gespreksleider één: Wat is de beste manier om onkruid te bestrijden? Of hoeft het niet meer zoveel bestreden te worden als dat het geweest is? Vestigingsmanager; het moet nog wel. We zoeken naar alternatieven. Maar bij branden heb je co2 uitstoot en bij borstelen krijg je staaldeeltjes in het milieu. We gebruiken nu Ultima dit mag je ook gebruiken op verharding. Voorman twee: Voor ons is het gebruik van Ultima niet prettig, want als je het gebruikt heb je binnen een uur hoofdpijn. Het stinkt zo enorm en bewoners accepteren dat ook niet allemaal. Gespreksleider één: Hoe moet dan in de toekomst het onkruid worden bestreden? Voorman twee: We moeten de mensen overtuigen dat als we geen vergif meer gebruiken, maar gebruik maken van een bosmaaier dat het dan soms iets groener is. Voorman één: Dus bewoners bewuster maken.
Gespreksleider twee: Lukt dat om zoiets naar de bewoners toe te communiceren? Voorman twee: Ik wil het wel doen, maar ik denk dat ik er heel de dag mee bezig ben. Vestigingsmanager: De opdrachtgever gaat het kwaliteitsniveau verlagen. Als je gaat kijken naar stadsdelen daar staat het onkruid hoog tegen de gevels aan. En als wij de kwaliteit naar beneden gaan brengen dan valt het de bewoners niet eens op. Gespreksleider één: Wordt het niveau binnen Van der Tol b.v. ook verlaag met betrekking tot onkruid op de verharding? Vestigingsmanager: Ja, dat gebeurt wel, maar het is lastig omdat wij de tuinen netter onderhouden dan dat op papier staat. Er moet binnen het bedrijf een omslag plaatsvinden dat wij precies doen wat er op papier staat. Zo halen wij vaak een A kwaliteit terwijl wij een B kwaliteit moeten leveren. Gespreksleider twee: We hebben ook een gemeenteambtenaar geïnterviewd en die zei overal waar onkruid op de bestrating staat betekend dat de bestrating niet genoeg wordt gebruikt en kan de bestrating net zo goed weg worden gehaald. Vestigingsmanager: Die theorie werkt voor geen meter. Projectleider advies: Ik wil wel eens een overheidscampagne waarin aangegeven wordt welke soorten als onkruid worden gezien. En vooral wat het probleem van onkruid is. Gespreksleider twee: Alles wat tussen de bestrating staat wordt toch onkruid genoemd. Projectleider advies: Ja, precies maar er wordt nooit over de ecologische waarde gesproken. Daar zou je als Van der Tol b.v. wat mee kunnen doen. Zoals de week van het onkruid. Dan breng je het onkruid letterlijk naar de mensen toe. Met de mededeling dat dit gister uit hun tuin is gehaald, terwijl het wel hele leuke bloemen zijn. Maak er iets ludieks van. Ontwerpster: Onkruid bestaat niet, het is onkruid als je de plant daar niet wilt hebben. Ik roep vaak er bestaat geen onkruid, maar het zijn inheems kruidachtige gewassen. Als je het niet mooi vindt dan noem je het onkruid. Gespreksleider één: Dus er moet een mentaliteitsverandering plaatsvinden? Projectleider advies: Straatgras is belangrijk voor mussen ze pikken de zaadjes eruit. Nu zie je de mussen niet meer, maar het straatgras is er ook niet meer. Misschien zit hier een verband tussen.
Gespreksleider twee: De belangrijkste conclusies van deze bijeenkomst zijn: • de communicatie intern en extern kan moet worden verbeterd; • de manier hoe een idee wordt toegepast is essentieel; • duurzaamheid is leuk, als het maar niet te veel geld kost. De communicatie is het belangrijkste punt wat uit deze sessie is gekomen. De communicatie intern en extern kan worden verbeterd. Vestigingsmanager: Dit is ook de verantwoordelijkheid voor de opdrachtgevers van ons. Als die gaan communiceren dan wordt het voor ons ook makkelijker. Projectleider advies: Opdrachtgevers moeten ook creatiever zijn. Maken bijvoorbeeld een poster met onkruiden en hangen dat op bij opdrachtgevers. Gespreksleider Twee: Worden zulke sfeerbeelden wel gebruikt? Projectleider advies: Niet echt. De tweede conclusie is: De uitvoering van een idee is essentieel om het idee te doen slagen. Bijvoorbeeld een takkenril met een pompoenen plant die door de ril heen klimt. Dit zal zorgen voor een sneller acceptatie van bewoners. Gespreksleider één: Zo lang het er maar toonbaar en netjes uit ziet. Projectleider advies: We hebben ook veel losse hopen maar als we er een hek om heen zetten waar het blad afval in kan dan lijkt dat netter. Dan is het afgebakend. Als je er dan een bordje ophangt met de tekst: ‘Gooi hier u blad afval in’ met het logo van Van der Tol b.v. erop dan lijkt/ is dit professioneel. Zo kan het toch een nette plek worden Ontwerpster: Maar dan gooit iedereen zijn grond en zijn voedsel erin. Projectleider advies: Ja, dat is zeker een risico. Als dat gebeurd dan kan je er een slot op hangen. Gespreksleider één: Maar is dat heel erg als mensen hun groente er op gooien? Projectleider advies: Er komen dan ratten op de composthoop af. De laatste conclusie is dat duurzaamheid leuk is zolang het maar geen geld kost
Gespreksleider één: De komende weken zullen wij een visie opstellen hoe duurzaamheid naar buiten uitgedragen kan worden. Het is misschien goed om een vragenrondje te doen waar Van der Tol b.v. zich de komende jaren op moet richten. Ontwerpster: Er moet meer gecommuniceerd worden. Dat scheelt al heel veel. Gespreksleider één: Er zijn genoeg mogelijkheden. Alleen moet het nog meer worden toegepast. Ontwerpster: communicatie moet heel het bedrijf als visie hebben. Ik ga er vaak vanuit dat medewerkers buiten al weten. Projectleider advies: Ik niet meer, want ik zie dat het buiten niet gebeurd. Ik denk dan, dan is dat maar zo. Voorman twee: Lekker makkelijk. Projectleider advies: Het is niet mijn taak om iedereen achter de broek aan zitten, want daar heb ik geen tijd voor. Er worden geen duidelijke keuzes gemaakt waar Van der Tol b.v. voor staat. We wedden op heel veel paarden, maar we kiezen nooit voor één ding. Misschien is dat te risico vol, of wordt dat niet breed gedragen. We doen alles een beetje, en doen dan uiteindelijk niets. Voorman één: Het ontwerp wordt ook niet naar ons overgedragen. We doen het onderhoud zoals het er volgens ons uit moet zien. Maar als het ontwerp beter naar ons wordt overgedragen dan snappen wij het idee van het ontwerp. Dan kunnen wij het ook beter onderhouden. Ontwerpster: de ideeën die tijdens het ontwerp zijn bedacht verdwijnen al na aanleg. Ik ga er van uit dat er tijdens de aanleg goede grond wordt aangebracht, maar als dat niet gebeurd dan heb je met het onderhoud een extra probleem. Iedereen heeft hier zijn eigen hokje in het bedrijf. Vestigingsmanager: Een visie moet gedragen en uitgedragen worden. En je moet een duidelijk plan maken. Of je richt je als bedrijf op één thema, of je doet alles een beetje.
een jaar vindt er dan een evaluatie plaats. Dan wordt er gekeken of theorie ook met de praktijk klopt? Deze evaluatie kunnen wij niet meer begeleiden omdat ons project dan al afgerond is. Projectleider advies: Dit alles wordt dus verder uitgewerkt in drie tuinen? En jullie gaan geen communicatieplan maken? Gespreksleider één: Wij gaan wel een klein communicatieplan opstellen. Ontwerpster: Gaan jullie die visie alleen aan dhr. Veerman presenteren of ook aan ons? Gespreksleider één: Wij weten niet precies hoe dit gaat. Gespreksleider twee: De eerste aanzet zal met dhr. Veerman gemaakt worden. Daarna wordt de visie breder door de organisatie heen gestuurd. Aan het eind wordt er een eindpresentatie gehouden.
Gespreksleider één: Ik denk dat iedereen het erover eens is dat dit de belangrijkste punten zijn. Aan de hand van dit gesprek gaan wij een visie over duurzaamheid opstellen. Dit gaan wij dan volgende week voorleggen aan dhr. Veerman. In de visie zullen de onderwerpen die tijdens deze bijeenkomst zijn besproken worden opgenomen. Dan worden er drie casustuinen op een duurzame manier ingericht. Na
Groen voor de toekomst
Onderzoeksrapport
109