Cultu u rh is to r i e str u ctu u r e n i d e nt i t e i t v an d e st a dsr a n d?
CHANTEL VAN BEURDEN & ALEXANDER BIJL Februari 2014
Colofon Auteurs:
Chantel van Beurden Alexander Bijl Opdrachtgever:
Van Hall Larenstein, Velp Begeleiders:
Adrian Noortman Ard Middeldorp Cees Zoon Datum:
Februari 2014
 
Voorwoord Dit onderzoeksrapport is geschreven in het kader van het afstuderen voor de major landschapsarchitectuur, 4e jaar aan de Hogeschool van Hall Larenstein te Velp. De aanleiding voor dit onderzoek is de afstudeeropdracht welke gelegen is in en buiten de stadsrand van Utrecht zuidoost. Dit gebied bevat sterke cultuurhistorische elementen welke een bijdragen kunnen geven aan de identiteit en leesbaarheid van dit gebied. Door onderzoek te doen op welke wijze de leesbaarheid van de cultuurhistorische laag bij kan dragen aan de versterking van de identiteit en structuur in stadsrandzones zal er een breder draagvlak ontstaan om de cultuurhistorie in te zetten bij ruimtelijke ontwikkelingen in de dynamische stadsrand en het aangrenzende landschap. In dit onderzoek worden ontwerpprincipes opgespoord welke kunnen worden ingezet om de cultuurhistorie zichtbaar te maken bij stadsuitbreiding of inbreiding. Wij willen onze begeleiders Adrian Noorman, Ard Middeldorp en Cees Zoon bedanken voor de begeleiding in dit proces van vragen stellen en antwoorden zoeken en vinden.
3
INHOUDSOPGAVE
5
Inhoudsopgave Voorwoord
blz. 3
Leeswijzer
blz. 7
Inleiding
blz. 9
Hoofdstuk 1: Onderzoeksmethode 1.1 Hoofd- en deelvragen Stroomschema 1.2 Theses 1.3 Onderzoeksmethode
blz.11 blz. 13 blz. 14 blz. 15 blz. 16
Hoofdstuk 2: Definities 2.1 Stadsrand 2.2 Cultuurhistorie 2.3 Ruimtelijke identiteit 2.4 OriĂŤntatie binnen de stadsrand 2.5 Leesbaarheid van een gebied
blz.18 blz. 19 blz. 20 blz. 20 blz. 21 blz. 21
Hoofdstuk 3: Cases 3.1 Selectiecriteria onderzoeksgebieden 3.2 Toelichitng Matrix 3.2 Arnhem Schuytgraaf 3.3 Utrecht Leidsche Rijn 3.4 Utrecht oost 3.5 Arnhem Schuytgraaf inrichtingsniveau 3.6 Utrecht Leidsche Rijn inrichtingsniveau 3.7 Utrecht oost
blz.22 blz. 23 blz. 25 blz. 26 blz. 39 blz. 51 blz. 63 blz. 67 blz. 73
Hoofdstuk 4: Deelvragen Deelvraag 1 Deelvraag 2 Deelvraag 3 Deelvraag 4
blz. 79 blz. 80 blz. 82 blz. 82 blz. 84
Conclusie
blz. 95
Bijlages
blz. 97
LEESWIJZER
7
Leeswijzer De hoofdvraag van het onderzoek is hoe de herkenbaarheid van de cultuurhistorische laag kan bijdragen aan versterking van de identiteit en structuur in de stadrandzone? In de inleiding wordt de aanleiding, de opgave, de problematiek en het doel nader toegelicht. In hoofdstuk 1 staat uitgelegd wat de gebruikte onderzoeksmethode is, hier staat ook het stroomschema en een kaartenmatrix. Ook worden hier de deelvragen toegelicht en de theses. In hoofdstuk 2 worden de definities zoals wij ze hanteren nader toegelicht. In hoofdstuk 3 worden de 3 cases, de referentiegebieden, geanalyseerd. Hier staat het kaartmateriaal de analyses op structuurniveau en de beeldanalyses op inrichtingsniveau. Hoofdstuk 4 behandelt de deelvragen met als input de conclusies uit het voorgaande hoofdstuk. De gevonden principes zijn in verschillende matrixen met toelichting hier te vinden. Hieruit volgt de eindconclusie. Tenslotte zijn in de bijlage de analyse kaarten reeksen gezet.
INLEIDING IN LE I DI N G
9
Aanleiding van het onderzoek Dit onderzoeksrapport is geschreven in het kader van het afstuderen voor de major landschapsarchitectuur, 4e jaar aan de Hogeschool van Hall Larenstein te Velp. De aanleiding voor dit onderzoek is de afstudeeropdracht welke is gelegen zowel binnen als buiten de stadsrand van Utrecht zuidoost. Dit gebied bevat sterke cultuurhistorische elementen welke wellicht een bijdragen kunnen geven aan de identiteit en leesbaarheid van dit gebied. Door onderzoek te doen op welke wijze de cultuurhistorische laag van invloed is op de structurering en inrichting binnen de stadsrand hopen wij inrichtingsprincipes te achterhalen welke bij kunnen bijdragen aan de versterking van de leesbaarheid, identiteit, structuur en oriÍntatie in stadsrandzones. Hierdoor kan er een breder draagvlak ontstaan om de cultuurhistorie in te zetten bij ontwikkelingen in de dynamische stadsrand en het aangrenzende landschap. Daarnaast zal dit historisch besef een verbindend element zijn binnen de ruimtelijke versnippering van deze stadsrand. De opgave In 2004 heeft de gemeente Utrecht een nieuwe Structuurvisie Utrecht 2015-2030 opgesteld. In deze visie gaat logischerwijs veel aandacht uit naar de ontwikkeling van de westkant van de stad. De oostelijke stadsrand en met name (zuid-)oostkant van de stad heeft al veel kwaliteiten, zoals restanten van de nieuwe Hollandse waterlinie, de Forten Vechten en Rijnauwen, Amelisweerd, De Uithof en natuurlijk de Kromme Rijn. In de Structuurvisie lijkt de A27 een vrij harde barrière te vormen tussen stad en het waardevolle landschap. Schijnt bedriegt echter, want juist hier kan via en langs de Kromme Rijn vrij laagdrempelig zo van het Ledig Erf aan de zuidzijde van het stadscentrum, langs en over de Kromme Rijn het prachtige buitengebied ingewandeld, gefietst en zelf geroeid
of gekanood worden. Een enorme kwaliteit voor een stad als Utrecht. In weekenden kan het op en langs de Kromme Rijn enorm druk zijn. Toch lijken de potenties van dit gebied nog onvoldoende te worden benut en dreigt langzamerhand te versnipperen. Kunnen de al of niet zichtbare cultuurhistorische elementen, verborgen potenties, worden ingezet om de identiteit en van ons plangebied te verhogen en daarmee de versnippering overstijgen en verdere versnippering tegen gaan? Als dat zo is, op welke wijze kan dit dan geschieden? Dat het belang van de inzet van cultuurhistorie reeds lang geleden is onderkend is gelegen in het feit dat
10
Inleiding
er van 1999 tot en met 2009 door het programma Belvedère de inzet van cultuurhistorie bij ruimtelijke transformaties is gestimuleerd. De cultuurhistorie in de leefomgeving - van een gebouw, een structuur of een gebied - kan immers vaak kwaliteit en betekenis toevoegen aan ruimtelijke ontwikkelingen. Dit stimulerings- en innovatieprogramma was een initiatief van de vier ministeries OCW, VROM, LN en V&W.
Naar onze mening kan cultuurhistorie worden ingezet om de gebiedsidentiteit te versterken waardoor oriëntatie, herkenbaarheid, leesbaarheid en beleefbaarheid worden verhoogd. Verhoging van deze componenten zorgt voor een meer verbonden gebied wat de huidige versnippering deels ondervangt en toekomstige versnippering zoveel mogelijk zal voorkomen. Doel
Problematiek Er dient een oplossing te worden gevonden voor de functionele en ruimtelijke versnippering van het gebied. Er lijkt echter weinig ruimte te bestaan om verandering tot stand te brengen, want vrijwel alle beschikbare ruimte is al in gebruik. Daarom zal het nodig zijn de aanwezige functies, belangen en ontwikkelingswensen goed onder de loep te nemen om nieuwe kansen te creëren. Waar zit de ontwikkelruimte? Welke concrete doelen worden nagestreefd? Welke allianties kunnen worden gesmeed om de bestaande kwaliteit van dit gebied verder uit te bouwen? Hoe kan de kwaliteit en recreatieve betekenis van de bestaande verbinding langs de Kromme Rijn en Amelisweerd uitstralen op het omliggende gebied en tegelijkertijd de recreatieve druk beter worden Verdeeld langs de oostelijke stadsrand van Utrecht?
Dit onderzoek heeft tot doel om ontwerpprincipes te achterhalen om de cultuurhistorie functioneel in te zetten bij (gefaseerde)gebiedstransformaties. Hierbij kunnen wij dankbaar gebruik maken van het Belvedère programma. Wat is van dit programma uitgevoerd en welke inrichtingsprincipes kunnen we hieruit kunnen distilleren ten behoeve van de cultuurhistorie? Welke middelen en strategieën kunnen hierbij worden ingezet om dit te bewerkstelligen? Met de uitkomsten en ontwerpprincipes van dit onderzoek kan een verdere deeluitwerking van het masterplan worden verbeterd waardoor een hoger eindresultaat wordt bewerkstelligd.
11
1
M ETH O D E
Onderzoeksmethode
Onderzoeksmethode 1.1 Hoofd- en deelvragen
Hoofdvraag
Om te komen tot een bruikbaar onderzoek is het formuleren van de hoofdvraag het vertrekpunt. Vanuit deze hoofdvraag ontstaan deelvragen welke dienen om de bruikbaarheid van de rapportage te vergroten. Een van de competenties van ons vak is dat we ‘door de schalen heen kunnen ontwerpen’, mede hierom zullen we dit onderzoek op een tweetal niveau’s uitvoeren, te weten: o Structuurniveau o Inrichtingsniveau We zullen naast de literatuur- en kaartstudie en analyse enkele voorbeeldprojecten bezoeken om daar de toegepaste ontwerpprincipes vast te leggen en te analyseren.
Hoe kan de herkenbaarheid van de cultuurhistorische laag bijdragen aan versterking van de identiteit en structuur in de stadrandzone?
Het masterplan dient een antwoord te geven op voorkoming van verdere versnippering binnen het plangebied door gebruikmaking van de aanwezige kwaliteiten. Dit kan onder andere gebeuren door het zichtbaar maken van de cultuurhistorische elementen en waar mogelijk deze te verbinden. Van hieruit is de volgende hoofdvraag geformuleerd:
Het antwoord op deze vraag kan zowel beleidsmatig als vormgevend worden beantwoord. In deze rapportage zullen we ons beperken tot de ontwerpprincipes. Daar waar we er niet aan kunnen ontkomen zullen de beleidsinstrumenten worden genoemd. Vanuit deze hoofdvraag zijn de volgende deelvragen geformuleerd: Deelvraag 1 Wat zijn de ruimtelijke karakteristieken van een stadsrand met betrekking tot de cultuurhistorische laag? Deelvraag 2 Wat is bepalend voor de leesbaarheid van de cultuurhistorische laag in de stadsrand en wat zijn daar de oorzaken van? Oriëntatie en leesbaarheid binnen het stedelijk weefsel is van belang voor zowel de bezoeker als de bewoner. De mens heeft behoefte aan herkenningselementen om zich binnen een ruimte prettig te kunnen bewegen, hoe kan de cultuurhistorie daar aan bijdragen?
13
Stroomschema
14
Aanleiding: We zitten in stadsrandzone Utrecht oost als afstudeergebied.
Doel: het achterhalen van (ontwerp)principes waarmee wij als landschapsontwerpers de cultuurhistorische laag in een (versnipperde) stadrandzone zichtbaar kunnen maken.
Hoofdvraag: Hoe kan de herkenbaarheid van de cultuurhistorische laag bijdragen aan versterking van de identiteit en structuur in de stadrandzone?
Deelvraag 1 wat zijn de ruimtelijke karakteristieken van een stadsrand?
Deelvraag 2 wat is bepalend voor de leesbaarheid van de cultuurhistorische laag in de stadsrand en wat zijn daar de oorzaken van?
Deelvraag 3 Welke elementtypen dragen het meest bij aan de structurering en identiteit en waarom?
Deelvraag 4 Welke strategieën en middelen kunnen worden gevonden om de leesbaarheid te vergroten?
Hypothese: Aanname is dat er veel cultuurhistorie ligt in de stadsranden maar dat deze niet of onvoldoende benut wordt. Als er meer interactie is met deze lagen zijn er meer mogelijkheden voor structure-
ring en identiteit voor de stadsrand. Definiëring en formulering welke elementen uit de cultuurhistorie zijn nog herkenbaar in de stadsrand en waar bestaan die uit? Definities van de stadsrand, ruimtelijke identiteit, ruimtelijke structuur en leesbaarheid van de openbare ruimte. Criteria voor selectie cases Middelgrote stad Zichtbare cultuurhistorische elementen in stadsrandzone
Case studies Utrecht oost Utrecht Leidsche Rijn Arnhem Schuytgraaf
Onderzoek: en methodiek kaartanalyses, internet, literatuurstudie, veldonderzoek, fotomateriaal.
Historische thema’s: morfologie - gebouwen - archeologie - waterlopen - groenstructuren voorwerpen - Wegen - dijken
Rapportage visualiseren met behulp van kaartjes & tekstuele toelichting en uitleg. Conclusies hoe conclusies toe te passen in onze uitwerking(en) door bijv. kaders te ontwikkelen die structuur geven.
Ordenen Structuurniveau Inrichtingsniveau
Onderzoek - theses
onderzoeksmethode Deelvraag 3 Welke elementen zijn het meest structurerend en waarom?
voorkomt dat vele uit- en inbreidingen grote overeenkomsten vormen waardoor de plaatselijke identiteit verloren gaat.
Hierbij wordt gekeken vanuit het gezichtspunt van de gebruiker en vanuit de ontwerper. De gevonden elementen worden ingezet bij de (her)inrichting van de stadsrand.
Antithese Definitie volgens van Dale: het tegengestelde van de these. Behoud en instandhouding van cultuurhistorische elementen is niet zinvol en (te) kostbaar om deze in stand te houden.
Deelvraag 4 Welke strategieĂŤn en middelen kunnen worden gevonden om de leesbaarheid te vergroten? Hierbij zullen enkele ruimtelijke middelen in kaart worden gebracht. We zijn ervan overtuigd dat deze lijst oneindig lang kan worden, we beperken ons tot de voor ons onderzoek relevante middelen die met name op ruimtelijk niveau impact zullen hebben.
1.2 Theses Hypothese Definitie volgens van Dale: een als voorlopige waarheid aangenomen maar nog te bewijzen veronderstelling. De cultuurhistorie in stadsranden wordt vaak niet of onvoldoende benut. Als er meer interactie is met de verschillende cultuurhistorische lagen zullen er mee gebiedseigen ontwerpen worden vervaardigd. Dit
Synthese Definitie volgens van Dale: samenstelling, verbinding van afzonderlijke elementen tot een nieuw geheel. Dat wat niet bruikbaar is wordt in onze hedendaagse maatschappij al snel weggedaan, Gelukkig is daar de laatste jaren een tegengesteld bewustzijn aan het opkomen zie de opkomst van hergebruik, recyclen e.d. Cultuurhistorische elementen welke op het eerste oog niet functioneel zijn kunnen bij een nadere overdenking en onderzoek worden hergebruikt en zo bijdragen aan een ver- en hernieuwde gebiedsidentiteit. Hierdoor worden het functionele cultuurhistorische elementen en dragen op die wijze bij tot de uniciteit van het openbare en private gebied.
 
15
16
Onderzoek - methode 1.3 Onderzoeksmethode Na formulering van de hoofd- en deelvragen is er eerst gezocht en gegraven in publicaties, hetzij in boekvorm, afstudeerscripties, essays en artikelen. De hoeveelheid daarvan was en is overweldigend. Doch het ging met name om gerealiseerde projecten. Helaas zijn de voor ons relevante gerealiseerde projecten in Nederland op 2 handen te tellen. Het onderzoek beperkt zich tot de gebieden van de geselecteerde onderzoeksgebieden. Het onderzoek is gedaan op twee niveaus, te weten: • structuurniveau • inrichtingsniveau De onderzoeksmethode wordt aangepast aan het niveau waarop deze plaats vindt. structuurniveau • Internetonderzoek • Literatuuronderzoek. De genoemde boeken, artikel en, rapporten en samenvattingen zijn naar relevantie gelezen. • Het verzamelen en analyseren van (historische) kaarten. Hierbij worden een drietal tijdslagen in kaart ge bracht, te weten ca. 1850 – 1910 en 2010. ca. 1850 Deze tijdslagen zijn gekozen omdat in de periode 1500 – 1850 het Nederlandse landschap drastisch is veranderd. In verband met de toenemende energievoorziening zijn er de nodige bossen gekapt en veenvelden afgegraven. Dit gaf een aardig kaalgeslagen
landschap waarbinnen landgoederen en buitenplaatsen een zichtbare plaats innamen. ca. 1910 In de periode tussen 1800 – 1930 is er weer het nodige bos en houtsingels en –wallen aangebracht, veelal op initiatief van de eigenaren van de diverse landgoederen en buitenplaatsen. Na de periode van 1930 zijn er grote ruilverkavelingen gerealiseerd. De kaart van rond 1910 zal dan ook en meer verkaveld en beplant Nederland laten zien is onze veronderstelling. ca. 2010 De kaart van 2010 geeft een recent beeld van het onderzoeksgebied. kaartanalyse De kaartanalyse heeft als volgt plaats gevonden: Het maken van een structuurkaart van het desbetreffende gebied per tijdsperiode op basis van lijnen, punten en vlakken. Het inzichtelijk maken van de verschillende structuur deellagen door middel van kaarten per structuur en per tijdsperiode. De volgende structuren hebben we onderscheiden: Lijnen, punten, vlakken. De lijnvormige structuren zijn onderverdeeld in: • bomenrijen; • water; • wegen. De vlakvormige structuren zijn onderverdeeld in:
Onderzoek - kaartschema • Bebouwing; • Bossen-boomgaarden; • Begraaf-, buitenplaatsen en landgoederen. De punten bestaan uit: • Kazematten; • Torens en/of poorten. Daarnaast zijn de verborgen lagen zoals archeologische vindplaatsen, inundatievelden op een verzamelkaart geplaatst.
Uit deze beeldenanalyse kunnen inrichtingsprincipes worden achterhaald, welke een bijdrage leveren aan de cultuurhistorische identiteit in de stadsrand.
Inrichtingsniveau • Gebiedsbezoek fotografisch vastleggen en analyseren.
Na de kaartanalyse zijn de locaties bezocht waar uit de analyse bleek dat de meest relevante structuren nog te vinden zouden zijn. Hier zijn foto’s gemaakt om zo op inrichtingsniveau te kunnen zien of deze element typen nog bijdrage aan de structurering en of de identiteit. Middels deze beelden kunnen we aangeven om welk elementtype het gaat zoals weg-, waterlijn of bomenstructuur.
17
2
D EF I NIT IES
19
Definities Binnen het vak landschapsarchitectuur worden de nodige termen en samenvoegingen van woorden gebruikt. Om spraakverwarring te voorkomen en duidelijk te maken wat met sommige termen of uitdrukkingen bedoelt wordt volgen hier enkele definities zoals wij ze hebben gebruikt en toegepast. 2.1 Stadsrand Voor de overgangszone tussen stad en platteland worden in nationale en internationale literatuur diverse namen en uiteenlopende definities gebruikt. In dit onderzoek noemen we deze zone de stadsrandzone en verstaan daaronder het gebied dat enerzijds direct grenst aan de bestaande stad en anderzijds aan het landschap dat de stad omringd. De stadsrandzone ligt dus als een schil om het bestaand stedelijk gebied heen en volgt de grillige contouren daarvan. Deze zone varieert van enkele honderden meters tot circa twee kilometer (afhankelijk van de grootte van de stad), met inbegrip van het gebied in de directe omgeving van snelwegafslagen).1) Belangrijke uitgangspunten van deze studie zijn de keuze voor een stedelijke invalshoek (de blik ‘van binnen naar buiten’) en de focus op de nationale schaal. Vanwege de beperkte aandacht voor de stadsrandzone in Nederlands onderzoek en beleid, zoeken we voor een definitie ook aanknopingspunten in buitenlandse benaderingen. Deze vinden we onder andere in verstedelijkingsconcepten waarin het diffuse karakter van verstedelijkte landschappen met zowel stedelijke als landelijke karakteristieken centraal staan.
Dat geldt in het bijzonder voor een concept als urban fringe, waarmee het gebied wordt aangeduid waar stad en land elkaar ontmoeten en met elkaar verstrengeld raken. Volgens de buitenlandse studies is de stadsrandzone te beschouwen als een gebied rondom het bestaand stedelijk gebied dat wordt gekenmerkt door een grote ruimtelijke heterogeniteit: zowel stedelijk als landelijk ruimtegebruik, en hogere en lagere bebouwingsdichtheden. Daarnaast is de forse ruimtelijke dynamiek kenmerkend voor de stadsrandzone: het gaat niet alleen om een grote diversiteit aan ruimtegebruik op een bepaald moment, maar veelal ook om aanzienlijke veranderingen in de loop van de tijd. Deze heterogeniteit en dynamiek veroorzaken de nodige spanningen tussen de uiteenlopende ruimtebehoeften in de stadsrandzone. Dat hangt ook samen met de blinde vlek die de stadsrandzone vormt in het ruimtelijk beleid en de planningspraktijk. De stadsrandzone wordt van oudsher impliciet beschouwd als een restruimte, een gebied waar functies die elders niet gewenst zijn een plek claimen of toege-
20
Definities - cultuurhistorie wezen krijgen – een gebied met een lage waardering, waarvoor weinigen zich verantwoordelijk voelen.
1) Verstedelijking in de stadsrandzone. Een verkenning van de ruimtelijke opgave Planbureau voor de leefomgeving 2009 – p.11.
2.2 Cultuurhistorie Cultuurhistorie wordt gevormd door het erfgoed dat in de ontwikkeling van onze ruimte een rol speelt1). Voor de Unesco is erfgoed (heritage): “onze erfenis van het verleden, waarmee we vandaag leven, en wat we willen doorgeven aan generaties na ons” 2). 1)
Prof. Dr. Renes, J inaugurele rede van Hans Renes juli 2011. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Cultureel onderzoek in de vormgeving van de ruimtelijke ordening, Aanwijzingen en aanbevelingen 2013.
2)
Erfgoed is met andere woorden: a) een onderdeel van onze hedendaagse leefomgeving – hierin onderscheidt het zich van (de) geschiedenis of het verleden; b) het is belangrijk of van waarde, want we willen het doorgegeven aan volgende generaties; c) en het heeft geschiedenis of een verleden Soms betreft het nog maar een jonge geschiedenis, denk aan het monument voor de Bijlmerramp bij de ‘Boom die alles zag’, vaker een verleden dat zich uitstrekt over (veel) meer dan één generatie. In deze richtlijnen heeft ‘cultuurhistorie’ - als onderwerp van onderzoek in de ruimtelijke ordening - betrekking op de aanwezigheid, aard, betekenis en waarde van (groepen of ensembles van): a) in de bodem – op land en onder water - be waarde sporen en resten van menselijke
bewoning vanaf het eerste begin van de men selijke bewoning in het midden-Paleolithicum tot ver in de 20ste eeuw. Tot het onderwerp van onderzoek behoort ook de natuurland schappelijke context van de sporen en resten. De grens in de tijd wordt hier zo opgerekt omdat er een duidelijke trend waarneembaar is in de belangstelling voor de materiële res ten van de Tweede Wereldoorlog; b) historische gebouwen, erven, tuinen, parken en stedenbouwkundige structuren; c) landschappelijke elementen, gebieden en ruimtelijke patronen, waarin de historische wisselwerking tussen mens en maatschap pij enerzijds en de fysieke omgeving ander zijds tot uitdrukking komt: het historische landschap. Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed – Cultuurhistorisch onderzoek in de vormgeving van ruimtelijke ordening aanwijzingen en aanbevelingen 2013.
2.3 Ruimtelijke identiteit Gebiedsidentiteit ligt besloten in zowel sociaal-maatschappelijke als fysiekruimtelijke condities, die zich per definitie trager ontwikkelen. Elk individu neemt waar, interpreteert, verleent betekenis aan de omgeving en identificeert vanuit een persoonlijk interpretatiekader. Hiermee heeft een ruimtelijke omgeving altijd en voor iedereen betekenis; zij draagt per definitie vele mogelijke betekenissen in zich. Het ‘lezen’ van een stad is afhankelijk van de (culturele) beschouwingswijze en het (individuele) gebruik. Gebiedsidentiteit impliceert de aanwezigheid van een samenhangende en herkenbare reeks eigenschappen, waarbinnen factoren als plaats en tijd (in de zin van historische
Definities - leesbaarheid datering) een cruciale rol spelen. Bron: Image of the City – Kevin Lynch
2.4 Oriëntatie binnen de stadsrand Lijnen, landmarks, vlakken, knooppunten en randen vormen de ruimtelijke structurerende elementen waaraan de mens zijn oriëntatie ontleent. In deze studie beperken we ons tot de lijnen, vlakken en punten. De knooppunten en randen worden in deze buiten beschouwing gelaten omdat deze afgeleiden zijn van de basis ingrediënten lijnen, vlakken en punten. Als een beeld waarde wil hebben als oriëntatie in de openbare ruimte, moet het aan enkele kwaliteiten voldoen. Het moet toereikend zijn, waar op een praktische wijze, het individu toestaan het object te gebruiken binnen de omgeving met de gewenste omvang. Het relatieve belang van deze criteria voor een “goed” beeld zal variëren bij verschillende personen in verschillende omstandigheden; de een zal behoefte hebben aan een economisch en toereikend systeem, de ander aan een open eind met bespreekbaarheden. Bron: Image of the City – Kevin Lynch
2.5 Leesbaarheid van een gebied Hiermee bedoelen we het gemak waarmee delen kunnen worden herkend en geordend binnen een bepaald consequent patroon. Hoewel de leesbaarheid van een stad niet het belangrijkste aspect is van en mooie stad, is het wel degelijk van belang gezien de grootte, tijd en complexiteit van de stedelijke omgeving.
Een aspect van deze “leesbaarheid” vinden we terug in het navigeren in de stad. Sommige steden zijn een
waar doolhof van steegjes wat dat betreft, wat velen van ons echter vaak als prettig ervaren. Hier zitten dan wel twee voorwaarden aan vast. Allereerst moet het niet zo zijn dat het basispunt of de oriëntatie verloren word, zodat men er niet meer uit kan. Daarnaast moet het “labyrint” een dusdanige vorm van zich zelf hebben dat deze onderzocht kan worden en na verloop van tijd begrepen kan worden. Dit vraagt een actieve rol van de gebruiker. De omgeving suggereert onderscheidingen en relaties, en de gebruiker selecteert, organiseert en bedenkt wat hij volgens hem ziet. Dit leidt ertoe, dat het beeld van een gegeven realiteit kan verschillen afhankelijk van de verschillende gebruikers. Het begrip “imagebility” wordt vervolgens door Lynch geïntroduceerd; de kwaliteit van een fysiek object waardoor het hoogst waarschijnlijk een sterk beeld in een willekeurige gebruiker oproept. Lynch noemt dit ook “legibility” (leesbaarheid) en “visibility” (zichtbaarheid) op een verbeterde wijze, waarbij objecten niet alleen gezien kunnen worden, maar ook duidelijk en helder gepresenteerd worden. Dit is niet altijd het geval, en we moeten dan ook leren de verborgen vormen in onze steden te zien.
Bron: Image of the City – Kevin Lynch
De bovengenoemde definities vormen de hoofdcomponenten binnen dit onderzoek en zullen al leidraad worden gebruikt binnen de onderzochte cases.
21
3
C AS ES
23
Cases
Om ontwerpprincipes te achterhalen om de aanwezige cultuurhistorie zichtbaar en beleefbaar te maken is het van belang dat de te onderzoeken cases een vergelijkbare cultuurhistorie hebben als het plangebied Utrecht zuidoost. Hiervoor hebben we een aantal selectie criteria opgesteld 3.1 Selectie criteria • • • • •
Een defensielandschap zoals de Hollandse Waterlinie; Nabijheid van buitenplaatsen en landgoederen; Kenmerkende verkavelingsstructuren; En/of bijzondere bestemmingen buiten het stedelijk centrum zoals het voormalig tuinbouwgebied in Utrecht zuidoost; Historische elementen zoals de Limes.
Daarnaast hebben de plannenmakers van de geselecteerde onderzoeksgebieden, in ieder geval op papier, aandacht besteed aan de cultuurhistorische component. Hiervoor is de projectenbank van www.belvedere.nl geraadpleegd voor relevante gerealiseerde projecten. Op basis van bovenstaande hebben we een 3 tal gebieden geselecteerd, te weten: 1 Arnhem Schuytgraaf 2 Utrecht west Leidsche Rijn 3 Utrecht oost Kromme Rijn gebied
24
Cases - matrix
Selectie matrix
REFERENTIE GEBIEDEN
GEOMORFOLOGIE
PERIODE
DEFENSIE LANDSCHAP
Arnhem Schuytgraaf
20002025
Utrecht Leidsche Rijn
20002025
-
Utrecht oost
19001950
x
LANDGOEDEREN
x
-
VERKAVELING
BIJZONDERE BESTEMMING
HISTORIE
x
-
x
x
x
-
x
x
x
x
x
Cases - toelichting
Toelichting matrix 3.2 Toelichting matrix Om snel inzage en overzicht te krijgen of en aan welke criteria onze onderzoeksgebieden voldoen is hiervoor de hiernaast afgebeelde matrix gemaakt. In de matrix zijn de in de diverse kolommen de volgende eigenschappen uitgebeeld: Geomorfologie Hierbij wordt verwezen naar de landschappelijke ondergrond. • Arnhem Schuytgraaf Een blokverkaveling welke kenmerkend is voor komgronden. • Utrecht oost Een rivier met een watergangen structuur gericht op de rivier en oude stroomruggen. • Leidsche Rijn Kenmerkende verkaveling behorende bij lager gelegen gronden. Tijd Deze kolom geeft aan in welke periode de stadsrand zich heeft ontwikkeld.
Defensielandschap Hierin wordt aangegeven of ons onderzoeksgebied al dan niet onderdeel uitmaakt van een defensielandschap. Landgoederen De nabijheid of inpassing van buitenplaatsen en/of landgoederen. Verkaveling Aanwezigheid karakteristieke verkavelingspatronen. Bijzondere bestemming Van gebouwen of gebieden binnen het onderzoeksgebied. Historie Binnen het onderzoeksgebied dient een rijk historisch verleden te herbergen. Dit kan zijn een bijzondere streek, gebeurtenissen waarvan nog elementen zichtbaar zijn.
25
26
Cases - Schuytgraaf
Arnhem Schuytgraaf 2010 ! !
!
!
!
!
! ! !
!
!
!
!
! !
! ! ! !
!
!
!
!
!
!
! !
!
!
!
!
! !
!
!
!
!
! !
!
! !
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
! !
! !
!
!
!
!
!
!
! !
!
!
! !
!
!
! ! !
!
!
! !
!
!
! !
!
!
!
!
!
! !
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
£
!
! ! !
! !
!
!
! !
!
!
!
!
!
!
!
! ! ! !
!
!
!
!
! ! ! ! !
! !
!
!
!
!
! !
!
! !
3.3 Arnhem Schuytgraaf Schuytgraaf is een recente uitbreiding van de stadsrand van Arnhem. De selectie redenen zijn: • Bij de ontwikkeling van deze wijk rekening is gehouden met het rijke cultuurhistorisch verleden; • Dat deze deels is gerealiseerd; • Er kenmerkende verkavelingsstructure zijn; • Aanwezigheid van Limes en archeologische opgra vingen; • Gelegen in de Betuwe hetgeen landschappelijk een bijzondere streek in Nederland is.
£ ! ! ! !
!
! !
!
! ! !
!
! ! ! ! ! !
!
! !
! ! !
! !
!
!
£
!
!
! !
!
!
! !
!
!
!
!
! !
! !
“De nieuwe wijk van Arnhem, ligt ten zuiden van de Rijn en grenzend aan de Betuwe. Hier worden ca. 6.250 woningen gebouwd in een landelijke omgeving, met de binnenstad van Arnhem op 5 kilometer afstand. De Vinex-wijk is ontwikkeld door de Gemeenschappelijke Ontwikkelingsmaatschappij (GEM) Schuytgraaf en het stedenbouwkundig ontwerp is van Kees Christiaanse.
!
!
!
! !
!
!
! ! ! !
!
!
!
!
!
!
!
! !
!
!
!
!
!
! !
!
! ! !
!
!
! !
!
! !
!
!
! !
! !
!
!
! !
!
! ! ! !
! !
!
! !
! !
!
! ! ! !
!
!
Uitgangspunt was stad en land te combineren en daarbij de oorspronkelijke landschappelijke en natuurlijke waarden te behouden. Het ontwerp was al redelijk vergevorderd toen archeologen tijdens grootscheeps onderzoek tot een verrassende ontdekking kwamen. Ter hoogte van het geplande station en de belangrijkste ontsluitingsweg van de wijk bleek een archeologisch waardevol terrein te liggen met vondsten van minstens 7000 jaar oud. Omdat de vondsten zo zeldzaam waren, werd dit deel van het centrum zelfs
Cases - Schuytgraaf - nu
aangewezen als archeologisch monument. Het terrein, bijna drie voetbalvelden groot en door de archeologen vindplaats 10 genoemd, splitste de wijk op in twee delen, en stelde de ontwerpers hiermee voor een groot conflict. Ook de ontwikkelcombinatie werd voor een probleem gesteld: de duurste grond - het gaat immers om het centrum van dit nieuwe gebied – mocht niet bebouwd worden en leverde dus geen geld op voor de inrichting van het gebied“ . Bron: http://www.belvedere.nu/page.php?mID=3&pID=5&prID=33 5&section=08
De naam Schuytgraaf is afgeleid van de vroegere gebiedsnaam Schutgraaf. ‘Schutten’ betekent ‘water bewaren’ en een ‘graaf’ is een ‘gegraven watergang’. Een Schutgraaf is dus een watergang waar het water in bewaard wordt. Binnen het onderzoeksgebied zijn veel archeologische vondsten gedaan. “In maart 2002 zijn diverse Romeinse crematiegraven aangetroffen van ongeveer 2000 jaar oud. Zoals al aangegeven vonden de archeologen al eerder resten van een jagerskamp uit de Steentijd (circa 7000 jaar oud). Uit deze en vele andere opgravingen blijkt dat Arnhems nieuwste wijk ook in vroegere tijden intensief is bewoond. De sporen stammen uit de Midden en Late IJzertijd, de Romeinse tijd en de vroege Middeleeuwen. De bouwplannen houden rekening met deze vondsten. Met respect voor het verleden wordt een ar-
cheologisch veld ingericht. Alleen daar waar de resten door bouwwerkzaamheden worden verstoord, voeren archeologen opgravingen uit. De overige vindplaatsen worden verder met rust gelaten. Daar komt zoveel mogelijk groen. Vindplaats 10 is door de bijzondere vondsten tot een rijksmonument verklaard, het ‘Archeologisch Veld’. Een onzichtbare herinnering. Heel concreet betekent dat: geen bebouwing. Niets mag de archeologische laag beschadigen. De resten blijven geconserveerd in de grond om wellicht ooit door een latere generatie alsnog opgegraven te worden”. Ook de ‘Slag om Arnhem’ uit 1944 heeft deels in dit gebied plaats gehad. Schuytgraaf ligt in een gebied met een ‘oorlogsverleden’. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is er in en rond Schuytgraaf zwaar gevochten. Het laatste halfjaar voor de bevrijding liep de frontlinie zelfs dwars door het gebied. Ook bij boerderij De Laar, waar nu wijkcentrum De Buitenplaats is gesitueerd, is tijdens de nasleep van de Slag Om Arnhem fel gevochten door het Wiltshire Regiment. In het voorjaar van 2010 is een monument op deze plek onthuld ter nagedachtenis aan dit regiment.
Bron: http://www.schuytgraaf.nl/nl/woningen-over-schuytgraaf/historie/3
27
28
Cases - Schuytgraaf - structuren
1850 Cultuurhistorische structuren Schuytgraaf Algemeen
Legenda Legenda Bomenrijen Watergang Weg Spoorlijn Bebouwingsvlak Bebouwing specifiek Stedelijk gebied met bebouwing
Het gebied kenmerkt zich met de oeverwallen en komgronden als een typisch rivierenlandschap. De dijk en de wegen op de stroomruggen en de rechtere wegen op de komgrondevormen duidelijke lijnen in het landschap. De wegen met name in de komgronden hebben wegbegeleidende beplanting. De overwegend kleine kavels worden met sloten en houtsingels omgeven wat ook duidelijke lijnen zijn in het landschap.
Plantsoen Bos Boomgaard Weide Akkers
Het blokverkavelingspatroon van de komgronden en de grillige verkaveling van de stroomruggen met enkele boomgaarden vormen de vlakverdeling van dit gebied.
Watervlak Begraafplaats Fortificatie Kazematten
Het gebied heeft weinig, verspreid liggende, bebouwingsvlakken
Cases - Schuytgraaf - structuren
1905 Algemeen
Legenda Legenda Bomenrijen Watergang Weg Spoorlijn Bebouwingsvlak Bebouwing specifiek Stedelijk gebied met bebouwing Plantsoen Bos Boomgaard Weide Akkers
Watervlak Begraafplaats Fortificatie Kazematten
De wegen van de voorgaande periode zijn grotendeels gebleven echter de wegbegeleidende beplanting is duidelijk minder geworden. Het sloten patroon is fijnmaziger geworden maar, mogelijk door herverkaveling, zijn de meeste houtsingels verdwenen. Er is een significante toename van vlakken met boomgaarden op de oeverwallen te zien. Ook zijn er enkele vlakken met bossen gekomen. de verspreid liggende bebouwing is nauwelijks toegenomen wel zijn er bebouwingsvlakken ontstaan door de komst van de steenfabrieken langs de rivier.
29
30 
Cases - Schuytgraaf - historische lijnen
)
Historische lijnen Schuytgraaf
))
Groen lijnen 3 periodes
Water lijnen 3 periodes
Wegen lijnen 3 periodes
De historische bomenstructuren zijn in het grijs aangegeven. De huidige bomenlijnen zijn in het groen aangegeven. Hier zijn nog weinig groen lijnen overgebleven, Hier en daar is nog een houtsingel en een enkel stukje als wegbegeleidende beplanting
De historische waterlijnen zijn in grijs aangegeven. De hedendaagse watergangen en singels zijn in het blauw aangegeven. In de nieuwe stadsuitbreiding zijn voornamelijk grotere watervlakken aangelegd deze volgen de richting van de historische waterlopen.
De historische wegen zijn in grijs aangegeven en de huidige wegen in het zwart. het spoor is in rood aangegeven. De hoofdwegen zijn grotendeel gebaseerd op historische lijnen
Cases - Schuytgraaf - overgebleven lijnen
Overgebleven groen lijnen 3 periodes
Overgebleven water lijnen 3 periodes
Overgebleven wegen lijnen 3 periodes
De historische groen lijnen die overgebleven zijn als huidige groenlijnen staan op dit kaartje. In de loop der tijd zijn er veel groenlijnen verdwenen.
De historische overgebleven waterlijnen liggen voornamelijk buiten de stadsuitbreiding in het omringende landschap. Ter plekke van de nieuwe bebouwing zijn er alleen aan de randen historische waterlopen te ontdekken.
De hoofdwegen lijnen zijn bewaard gebleven.
 
31
32 
Cases - Schuytgraaf - historische vlakken
Historische vlakken Schuytgraaf
Groen vlakken 3 periodes
Bebouwingsvlakken 3 periodes
De historische groenvlakken zijn in het grijs aangegeven. De huidge groenvlakken zijn in het groen aangegeven. Hier is goed te zien dat er veel boomgaarden verdwenen zijn langs de oeverwallen.
Vanwege de leesbaarheid is hier de huidige bebouwing in licht rood aangegeven en de historische bebouwing in het grijs. De verspreid liggende losse woningen zijn niet opgenomen in de nieuwe stadsuitbreiding maar wel in het landschap buiten de stadsrand.
Cases - Schuytgraaf - overgebleven vlakken
Overgebleven groen vlakken 3 periodes De historische groenvlakken die nog over zijn bevinden zich niet, op een enkele pluk na, in de stadsrand maar in het omringende landschap.
Overgebleven bebouwingsvlakken 3 periodes Er is geen historische bebouwing overgebleven in de huidige stadsrand.
 
33
34 
Cases - Schuytgraaf - conclusies
conclusie Lijnen
conclusie vlakken
archeologische vondsten in veld Limes lijn en infobord
Conclusie verzamelde lijnen
Conclusie verzamelde vlakken
Conclusie verborgen punten, lijnen en vlakken
De waterlijnen zijn het best bewaard gebleven evenals de hoofdwegen lijnen. De bomen structuur is grotendeels verdwenen en als fragmenten overgebleven, er zijn geen doorgaande bomenstructuur meer.
Het verkavelingspatroon is terug te zien in delen van de huidige bebouwingsvlakken. Een historisch groen vlak is gebleven tussen de bebouwing.
De oranje sterren geven de plekken aan waar archeologische waardevolle vindplaatsen zijn met name het deel in het ornaje vlak is een waardevol archeologisch veld waar, toen men het ontdekte niet verder meer gebouwd mocht worden. Dit verklaard de witte plek in de stadsuitbreiding.
Cases - Schuytgraaf - historische structuur
Conclusie historische structuren
Conclusie overgebleven historische structuren De belangrijkste lijnen die hier overgebleven zijn de oude wegenlijnen. De overgebleven groenstructuur is erg fragmentarisch. Het verkavelingspatroon is deels terug te vinden. De verkaveling, waterlijnen en de wegen structuur hangt van oudsher ook aan elkaar. Omdat dit een dunbevolkt gebied was met verspreide bebouwing is dit niet meer terug te vinden in de stadsrand. In de bijlage zijn de kaartjes te zien die vooraf gingen aan de conclusie kaartjes.
 
35
36 
Cases - Schuytgraaf - analysekaart structuurniveau
Analysekaart Schuytgraaf
2 1
5
3
4
Cases - Schuytgraaf - analyse structuurniveau
Analyse Schuytgraaf structuurniveau Toelichting Analyse cultuurhistorische structurering in stadsrandzone Arnhem Schuytgraaf. Op deze eindkaart kunnen we analyseren in hoeverre de cultuurhistorische lagen hun invloed hebben gehad op ontwikkeling van deze stadsrand. 1) Hier is de kavelrichting van vroeger nog terug te zien in de huidige bebouwingsvlakken 2) Hier ligt nog een historische wegenlijn met wegbegeleidende beplanting het vormt ook min of meer de grens tussen stad en land. 3) Deze historische weglijn is gedeeltelijk intact echter zonder de historische wegbeplanting. 4) Deze smalle bomenlaan heeft aan weerszijde nog de sloten door de opbouw van het profiel, lijkt het een vroeger pad wat nu echter niet toegankelijk is. 5) Ook hier is nog een gedeeltelijke bomenlaan overgebleven met deels een onverhard pad. Een ander deel heeft een fietspad wat echter abrupt stopt, ook hier gaat het van niks naar nergens. Concluderend kan gesteld worden dat de historische lagen in deze stadsrandzone deels, zij het minimaal vanuirt de beleving, hebben bijgedragen en nog steeds bijdragen aan de structurering daarvan. De ontwerpprincipes welke op structuurniveau hieruit kunnen worden gedistilleerd zijn: • Maak gebruik van de historische verkavelingsrichtingen; • Binnen de verkavelingsrichtingen kan in vrijheid worden ingericht en vormgegeven; • Leg waar mogelijk de nieuwe wegstructuren op of parallel aan de historische (hoofd) wegenstructuur; • Behoudt zoveel mogelijk oude bomen omdat het 50 - 100 jaar duurt voordat een boom een historisch besef geeft.
37
38
Cases - Leidsche Rijn
Utrecht leidsche Rijn 2010
onderzoeksgebied Legenda Legenda Bomenrijen Watergang Weg Spoorlijn Bebouwingsvlak Bebouwing specifiek Stedelijk gebied met bebouwing Plantsoen Bos Boomgaard Weide Akkers
Watervlak Begraafplaats Fortificatie Kazematten
Cases - Leidsche Rijn - nu
3.4 Utrecht Leidsche Rijn De redenen waarom Leidsche Rijn is geselecteerd als case voor dit onderzoek zijn: • Met de ontwikkeling van de wijk , het masterplan, is sterk rekening gehouden met de cultuurhistori- sche lagen • Een groot deel van de wijk is reeds gerealiseerd; • De schaal, het betreft een geheel nieuwe stads rand • Er zijn kenmerkende verkavelingsstructuren aan- wezig • Aanwezigheid van Limes; • Aanwezigheid van landgoederen en buitenplaat- sen. Deze stadsuitbreiding waarvan de plannen in de jaren 90 van de vorige eeuw zijn vervaardigd waarbij de cultuurhistorische lagen een belangrijke component vormde volgens de plannenmakers (masterplan 1995 door Prof. Riek Bakker ). “Riek Bakker pleitte voor het behoud van ondergrondse en bovengrondse sporen in het plangebied. Dat betekent dus oog hebben voor: Romeinse Limes, de drinkwaterleiding van Rijn-Kennemerland, restanten van Rijnlopen, hofstedes, dorpen, lanen, boomgaarden en die zichtbaar houden en waar mogelijk niet laten verdwijnen.
Riek Bakker maakte zich in het Masterplan sterk voor een stedenbouw zonder hoofdstructuur, een stedenbouw zonder ‘vaste vorm’, en opteerde voor ‘vloeibare, programmerende stedenbouw’: ieder deelgebied zijn eigen dichtheid, menging en gebruiksintensiteit” 1). Bron Binder 2 Stedebouw & Architectuur Interview door Fuchs, Hans en Beemster, Wijnand aan Nora Hugenholz directeur Projectbureau Leidsche Rijn.
1)
Ook is er al een groot deel is gerealiseerd van deze nieuwe Utrechtse stadsrand, waar te zijner tijd ca. 100.000 mensen komen te wonen. Daarom is het een interessant gebied om na te gaan of en op welke wijze deze cultuurhistorische laag in deze uitbreiding is toegepast. Hier hopen wij ontwerpprincipes op zowel structuurniveau als op inrichtingsniveau te achterhalen. Met name op inrichtingsniveau willen wij zien en ervaren wat wel en niet bijdraagt aan de versterking van de identiteit van deze nieuwe stadsuitleg.
39
40
Cases - Leidsche Rijn - structuren
1850
Cultuurhistorische structuren Leidsche Rijn Algemeen
Legenda Legenda Bomenrijen Watergang Weg Spoorlijn Bebouwingsvlak Bebouwing specifiek Stedelijk gebied met bebouwing Plantsoen Bos Boomgaard Weide Akkers
Watervlak Begraafplaats Fortificatie Kazematten
De slagenverkaveling is duidelijk te zien met de vele sloten. De hoger gelegen vruchtbare akkergronden, op een stroomrug tussen de oude waterlopen, liggen omringd door wegen met wegbegeleidinde beplanting. Langs de Oude Rijn liggen fruitboomgaarden. De bebouwing lag in linten langs de rivier en langs enkele hoofdwegen.
Cases - Leidsche Rijn - structuren
1905
41
Cultuurhistorische structuren Leidsche Rijn Algemeen
Legenda Legenda Bomenrijen
D
Watergang Weg Spoorlijn Bebouwingsvlak Bebouwing specifiek Stedelijk gebied met bebouwing Plantsoen Bos Boomgaard
B
A
Weide Akkers
Watervlak Begraafplaats Fortificatie Kazematten
Hier zien we dat het gebied doorsneden wordt door een nieuwe spoorlijn, het Amsterdam-Rijnkanaal en de stad Utrecht die verder uit gaat breiden richting het westen. De landgoederen langs de Oude Rijn. landgoed Voorn, ten noordoosten van de Oude Rijn en landgoed Welgelegen en Hommel ten zuidoosten van de Oude Rijn. Veel wegbegeleidinde beplanting is verdwenen en het grondgebruik kent een verandering er is een toename van fruitboomgaarden, een afname van akkergronden en meer graslanden.
42 
Cases - Leidsche Rijn - historische lijnen
Historische lijnen Leidsche Rijn
Groen lijnen 3 periodes
Water lijnen 3 periodes
Wegen lijnen 3 periodes
De historische bomenstructuren zijn in het grijs aangegeven. De huidige bomenlijnen zijn in het groen aangegeven. We zien hier veel bomenlijnen, kortere lijnen met ook enkele doorlopende lijnen.
De historische waterlijnen zijn in grijs aangegeven. De hedendaagse watergangen en singels zijn in blauw aangegeven. Uit deze kaart blijkt dat er watervlakken bij gekomen zijn en dat er een grillig waterlijnen patroon is ontstaan.
De historische wegen zijn in grijs aangegeven en de huidige wegen in het zwart. het spoor is in rood aangegeven. De doorgaande wegen zijn grotendeel gebaseerd op historische lijnen.
Cases - Leidsche Rijn - overgebleven lijnen
 
43
Overgebleven groen lijnen 3 periodes
Overgebleven water lijnen 3 periodes
Overgebleven wegen lijnen 3 periodes
Uiteindelijk zijn op dit kaartje alleen de groen lijnen aangegeven die ook historisch zijn. Het gaat om voornamelijk wegbegeleidende beplanting.
Hier is goed te zien dat de oorspronkelijke waterstructuur horend bij de slagen verkaveling nog te zien is ten zuiden van de Oude Rijn en enkele delen ten westen van de stadsrand.
In het stadsrand gebied zijn de belangrijkste historische wegenlijnen gebleven.
44 
Cases - Leidsche Rijn - historische vlakken
Historische vlakken Leidsche Rijn
Groen vlakken 3 periodes
Bebouwingsvlakken 3 periodes
De historische groenvlakken zijn in het grijs aangegeven. De huidge groenvlakken zijn in het groen aangegeven. Hier is goed te zien dat er veel boomgaarden verdwenen zijn en dat de groenvlakken bij de buitenplaatsen eveneens grotendeels verdwenen zijn.
Vanwege de leesbaarheid is hier de huidige bebouwing in licht rood aangegeven en de historische bebouwing in het rood. In de nieuwe stadsuitbreiding zijn nog, soms enkele huizen bij elkaar, stroken met oude bebouwing opgenomen. Goed is tezien hoe massaal hier gebouwd is.
Cases - Leidsche Rijn - overgebleven vlakken
Overgebleven groen vlakken 3 periodes
Overgebleven bebouwingsvlakken 3 periodes
Er is een minimale hoeveelheid aan groenvlakken overgebleven van historische betekenis.
Goed is te zien dat met name langs de Oude Rijn en op enkele plekken in de stadsrand lintjes van historische bebouwing overgebleven is.
 
45
46 
Cases - Leidsche Rijn - conclusies
conclusie Lijnen
conclusie vlakken
Conclusie verzamelde lijnen
Conclusie verzamelde vlakken
Conclusie verborgen punten, lijnen en vlakken
De Oude Rijn en de oude wegenlijnen zijn nog aanwezig. Buiten het stadsrand gebied zijn er nog wat bomenlijnen aanwezig echter in het stadsrand gebied is dit minimaal, meestal als wegbegeleidende beplanting.
Er zijn nauwelijks nog grotere goenvlakken in de stadsrand overgebleven en de bebouwingsvlakken zijn in de vorm van korte lintjes versnipperd in het stadsrand gebied. Alleen langs de Oude Rijn zijn wat bebouwingsvlakken.
In leidsche Rijn zijn belangrijke opgravingen gedaan uit de romeinse tijd. De rode lijn is de limes lijn zoals die in dit gebied liep. De ster geeft de plek van het castellum aan, het is een belangrijk archeologisch veld. waar niet gebouwd mag worden.
Cases - Leidsche Rijn - historische structuur
Conclusie historische structuren
 
47
Conclusie overgebleven historische structuren De belangrijkste lijnen die hier overgebleven zijn zijn de oude wegenlijnen. De overgebleven groenstructuur is erg fragmentarisch. De combinatie van de historische wegen met bebouwingslinten en de restanten groen zorgen voor informele structuren binnen de stedelijke uitleg. De Oude Rijn met de historische bebouwing vormt een overgang naar het landschap.
48 
Cases - Leidsche Rijn- analysekaart structuurniveau
Analysekaart Leidsche Rijn
4
3 2
5 1
Cases - Leidsche Rijn - analyse structuurniveau
Analyse Leidsche Rijn structuurniveau Toelichting Analyse cultuurhistorische structurering in stadsrandzone Utrecht Leidsche Rijn. Op deze eindkaart kunnen we analyseren in hoeverre de cultuurhistorische lagen hun invloed hebben gehad op ontwikkeling van deze stadsrand. 1) zien we het oude Landgoed Voorn, wat een park is, niet duidelijk is of het geheel toegan kelijk is, het oude landhuis is verdwenen alleen de pilaren van de toegangspoort zijn nog te zien. 2) Hier is goed te zien dat de Oude Rijn samen met de historische lintbebouwing en verka veling een duidelijke structuur heeft die beleefbaar is ook in de stadsrand. Het vormt een natuurlijke overgang naar het omliggende landschap. 3) Hier een historische weg met de oude lintbebouwing die ingepast is. 4) De historisch hoger gelegen gronden zijn onbebouwd gebleven 5) De rode pijlen geven de belangrijke overgebleven wegen met historische lintbebouwing en kenmerkende verkaveling aan. Concluderend kan gesteld worden dat de historische lagen in deze stadsrandzone hebben bijgedragen en nog steeds bijdragen aan de structurering daarvan. De ontwerpprincipes welke op structuurniveau hieruit kunnen worden gedistilleerd zijn: • Maak gebruik van de historische hoogteverschillen zoals de aanwezige es; • Binnen de verkavelingsrichtingen kan in vrijheid worden ingericht en vormgegeven; • Leg waar mogelijk de nieuwe wegstructuren op of parallel aan de historische (hoofd) wegenstructuur; • Behoudt zoveel mogelijk oude bomen omdat het 50 - 100 jaar duurt voordat een boom een historisch besef geeft; • Inpassen van oude ensembles van wegen met bebouwingslinten.
49
50 
Cases - Utrecht oost
Utrecht oost 2010
Onderzoeksgebied
Legenda Bomenrijen Watergang Autoweg / snelverkeer Voet- / fietspad langzaam verkeer Spoorlijn Bebouwingsvlak Bebouwing vrijstaand Parkeren Boomgaard Bos Tuinbouwgebied kassen e.d. Weide Akkers
Water Begraafplaats Fortificatie Sportvelden Gronddepot Golfbaan Kassen Kazematten
Cases - Utrecht oost - nu
3.5 Utrecht oost De redenen waarom Utrecht oost is geselecteerd is voor dit onderzoek zijn: • Er is een rijke cultuurhistorie zoals aanwezigheid van een deel van de Nieuw Hollandse Waterlinie; • Er zijn buitenplaatsen en landgoederen in de directe nabijheid van de stadsrand; • Aanwezigheid van Forten en kazematten welke deel uitmaken van de NHW; • Het betreft een deel van het afstudeergebied. Aan de oostkant van Utrecht ligt een deel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (de Kraag van Utrecht) en een aantal landgoederen, welke onder grote recreatieve druk staan. “Voor deze ‘Kraag van Utrecht’ moet tijdig beleid worden ontwikkeld, zodat toekomstige ontwikkelingen in samenhang met de cultuurhistorische en landschappelijke waarden kunnen worden bezien”2). Bron: http://www.belvedere.nu/page.php?section=08&pID=5& mID=3&prID=513
2)
In delen van deze stadsrand hopen wij dan ook ontwerpprincipes te achterhalen om de cultuurhistorische laag zicht- en beleefbaar te krijgen. Ook is er een Cultuurhistorische Effectrapportage opgesteld met aanbevelingen voor toekomstig beleid (Een Cultuurhistorische analyse. Herbestemmen gezien vanuit de monumentale waarde, door Marrit van Zandbergen, juni 2005 ). Een integrale visie is nog niet opgesteld maar in een later stadium zal in het structuurplan een integrale afweging worden gemaakt.
51
52
Cases - Utrecht oost - structuren
Cultuurhistorische structuren Utrecht oost 1850
1905
Legenda Legenda Bomenrijen Watergang Weg Spoorlijn Bebouwingsvlak Bebouwing specifiek Stedelijk gebied met bebouwing Plantsoen Bos Boomgaard Weide Akkers
Watervlak Begraafplaats Fortificatie Kazematten
Cases - Utrecht oost - structuren
1850
Op deze kaart zijn de 4 Lunetten, Fort Vossegat en De Bilt te zien. Het fort op de Voordorpsedijk is niet op deze kaart aangegeven omdat dit fort pas in de periode 1869 en 1870 is gerealiseerd. De kazematten zijn ook aangegeven, de jaartallen van bouw van de afzonderlijke kazematten waren niet te achterhalen. Dit kan inhouden dat er kazematten op staan die er in 1850 nog niet waren. De uitbreiding buiten de stadsmuren begint in het noordelijk deel van het oost Utrecht. De lager gelegen gronden zijn op deze kaart duidelijk te zien door de hoeveelheid watergangen en het grondgebruik. Ook de landgoederen buiten ons onderzoeksgebied, Nieuw Amelisweerd en Oud Amelisweerd zijn hier te zien. Ook de begraafplaats welke buiten de stadsmuren was gelegen was er reeds in 1850. Deze begraafplaas is, net als de landgoederen, buiten ons onderzoeksgebied gelegen. De oude stroomruggen zijn duidelijk te zien aan de hand van de waterlopen en het grondgebruik (boomgaarden).
1905 Op deze kaart is nu wel het fort aan de Voordorpsedijk te zien. De stadsuitbreiding in het noorden krijgt nu meer impact in het landschap. De contouren van het Wilhelminapark zijn te zien evenals de geplande stadsuitbreidingen. In het zuidelijk deel van Utrecht oost begint de stadsuitbreiding ook meer ruimte in beslag te nemen. De boomstructuren binnen de stadsuitbreidingen zijn niet met zekerheid te achterhalen op de gevonden historische kaarten. Het kan dus zo zijn dat er meer bomen langs wegen, watergangen en kavels aanwezig waren.
 
53
54 
Cases - Utrecht oost - historische lijnen
Historische lijnen Utrecht oost
Groen lijnen 3 periodes
Water lijnen 3 periodes
Wegen lijnen 3 periodes
De historische bomenstructuren zijn in het grijs aangegeven. Hetgeen er heden ten dage nog is qua structguur is in het groen aangegeven. Op deze kaart is duidelijk te zien dat er, binnen ons onderzoeksgebied, van de historische bomenstructuren slechts de Koningslaan over is gebleven. De Kromme Rijn en de Utrechtse grachten dienen ter oriĂŤntering.
De historische waterlijnen zijn in grijs aangegeven. De hedendaagse watergangen en singels zijn in blauw aangegeven.
Ook hier zijn de historische wegen in het grijs aangegeven. Door de hoeveelheid hedendaagse wegen is het lastig te lezen waar nu precies de wegen over elkaar vallen. Wat uit deze kaart wel sterk naar voren komt is de doorsnijding van het gebied door de auto(snel)wegen.
Uit deze kaart blijkt dat alleen rechtsboven in de kaart nog de historische watergangen aanwezig zijn. Daarnaast natuurlijk de Krommer Rijn en de grachten van de nog aanwezige forten.
Cases - utrecht oost - overgebleven lijnen
55
Overgebleven groen lijnen
Overgebleven water lijnen
Overgebleven wegen lijnen
De Kromme Rijn en de forten binnen ons onderzoeksgebied zijn alleen weergegeven ter oriëntering.
Op deze kaart zijn de oriëntering van de Kromme Rijn en de grachten van de stad Utrecht verwijderd.
Op deze kaart is het oriënterend water weer zichtbaar.
Uit deze kaart blijkt dat de bomenstructuur van de forten, de Koningsweg en Biltsestraat nog aanwezig zijn, hoewel sterk uitgedund en de bomenstructuur op de forten.
Binnen de uitsnede van ons onderderzoeksgebied zijn deze historische waterlijnen heden ten dage nog aanwezig.
In het zwart zijn die wegen aangegeven welke liggen op de historische wegenlijnen. Dit wil niet zeggen dat deze nu nog als zodanig worden ervaren. Door de hedendaagse profielen en gebruikt verhardingsmateriaal is hier veelal weinig of niets historisch meer te herleiden.
56 
Cases - Utrecht oost - historische vlakken
Conclusies groen vlakken 3 periodes
Conclusies bebouwingsvlakken 3 periodes
Er zijn vele historische groenvlakken verdwenen, met uitzondering van de begraafplaatsen, doch deze liggen niet binnen ons onderzoeksgebied.
De forten zijn het meest in het oogspringend qua vlak. Daarnaast zijn nog een paar historische vlakken aanwezig in de huidige structuur.
Datgene wat er is overgebleven binnen ons onderzoeksgebied is een historisch deeltje van Nieuw Amelisweerd.
Ook kan uit deze kaart worden afgelezen dat de binnen het onderzoeksgebied alles na 1905 is gerealiseerd.
Cases - Utrecht oost - overgebleven vlakken
Overgebleven groen vlakken 3 periodes
Overgebleven bebouwingsvlakken 3 periodes
Het deel van Nieuw Amelisweerd dat binnen ons onderzoeksgebied valt is alleen dat deel ter linkerzijde van het groene vlak.
De overgebleven historische vlakken zijn minimaal en de forten welke zijn overgebleven spreken het meeste aan en worden nog als zodanig herkend als ze gezien worden.
Het andere groene vlak betreft boomgaarden welke er nu nog steeds zijn, alleen met laagstam fruitbomen. Het vlak is er nog, doch de inhoud is aangepast aan de huidige tijd en productietechnieken.
De overige bebouwingsvlakken staan geen historische gebouwen meer op welke als zodanig herkenbaar zijn.
 
57
58 
Cases - Utrecht oost - conclusies
Conclusie verborgen punten, lijnen,vlakken
Conclusie Lijnen
Conclusie vlakken
Conclusie verzamelde lijnen
Conclusie verzamelde vlakken
Conclusie verborgen punten, lijnen en vlakken
Uit deze kaart is duidelijk welke historische lijnen nog aanwezig zijn en gebruikt worden. Dat wil niet zeggen dat deze ook als zodanig worden herkend en beleefd.
Bebouwings- en beplantingsvakken.
De Kraag van Utrecht welke onderdeel uitmaakte van de Nieuwe Hollandse Waterlinie is niet waarneembaar in het veld, doch die is er wel alleen verborgen. In het kader van dit onderzoek achten wij het relevant om ook de verborgen vlakken en punten te vermelden.
Cases - Utrecht oost- eindconclusie
Conclusie historische structuren
Conclusie overgebleven historische structuren Wat in deze kaart opvalt is dat met name de verborgen laag overheersend is binnen het onderzoeksgebied. Indien deze verborgen historische laag zichtbaar en beleefbaar gemaakt zou kunnen worden zal hiermee de gebiedsidentiteit worden versterkt. Sommige historische structuren zoals de bomenstructuur, binnen ons onderzoeksgebied, van de Koningsweg wordt momenteel niet als zodanig ervaren. Ook hier zijn grote verbeterslagen te maken.
 
59
60 
Cases - Utrecht oost- analysekaart structuurniveau
Analysekaart Utrecht oost
5
4 3 2 1
Cases - Utrecht oost - analyse structuurniveau
Analyse Utrecht oost structuurniveau Toelichting Op deze eindkaart kunnen we analyseren in hoeverre de cultuurhistorische lagen hun invloed hebben gehad op ontwikkeling van deze stadsrand. 1) Hier zijn wegen en een watergang gelegen op de historische lijnen; 2) Hier is de kavelrichting nog te herleiden van de vroegere kavelstructuren, daarnaast is de Koningsweg gelegen op een historische lijn; 3) De Kromme Rijn is in deze historische en hedendaagse constante en stroomt groten deels nog in het historisch profiel van de geselecteerde historische perioden; 4) Dit voormalige kazerne terrein gelegen in de nabijheid van verschillende forten is de vroegere verkavelingsrichting nog duidelijk van de kaart waarneembaar; 5) Hier liggen hedendaagse wegen op vroegere lijnen.
Concluderend kan gesteld worden dat de historische lagen in deze stadsrandzone deels, zij het minimaal, hebben bijgedragen en nog steeds bijdragen aan de structurering daarvan. De ontwerpprincipes welke op structuurniveau hieruit kunnen worden gedistilleerd zijn: • Maak gebruik van de historische verkavelingsrichtingen; • Binnen de verkavelingsrichtingen kan in vrijheid worden ingericht en vormgegeven; • Leg waar mogelijk de nieuwe wegstructuren op of parallel aan de historische (hoofd) wegenstructuur; • Behoudt zoveel mogelijk oude bomen omdat het 50 - 100 jaar duurt voordat een boom een historisch besef geeft.
61
62
Cases - Schuytgraaf - locatie inrichtingsniveau
Het inrichtingsniveau bepaald of de bewoner, gebruiker of bezoeker de cultuurhistorie ervaart.
! !
!
!
!
! !
!
!
!
!
! !
! ! ! !
!
!
!
!
!
!
! !
!
!
!
! ! !
!
! !
!
!
!
!
!
!
!
!
! !
! !
!
!
!
!
!
!
!
! !
!
! ! !
!
!
!
! !
!
! !
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
! !
!
!
!
! !
!
!
£
!
! !
! !
!
! !
!
!
!
!
!
!
! !
!
!
!
!
!
! ! ! !
! !
!
!
!
!
! !
!
! !
£ ! ! ! !
!
! !
!
! ! !
!
! !
!
! !
4
! ! !
! !
!
!
5
!
! !
!
!
!
1
! !
!
2
6
! !
!
! ! !
In Schuytgraaf zijn de historische elementen op inrichtingsniveau minimaal. Welke aanwezig zijn hebben we grotendeels allemaal in beeld gebracht.
! !
!
!
!
!
!
3
!
!
!
Op de kaart hiernaast zijn de foto locaties genummerd en de nummering komt terug bij de bewerkte foto’s.
!
!
!
!
!
! !
!
! ! !
!
!
! !
!
! !
!
Het onderzoek op inrichtingsniveau is op basis van de volgende stappen gedaan: 1) kaartenstudie 2) analyse van de kaarten, waar zijn de historische restanten vindbaar 3) gebied gericht bezoeken op basis van antwoorden uit 2 4) elementen en/of ensembeles van elementen vastleggen; 5) beelden analyseren door de historische of historiserende elementen een kleur te geven: • rood = bebouwing • geel = wegen/paden • blauw = water • groen = bomenstructuur • paars = informerend 6) de beelden beschrijven: wat e.e.a. historisch maakt, informeert of anders.
!
! !
!
! ! ! ! !
! ! !
!
! !
Cases - Schuytgraaf - beeldanalyse
3.5 Schuytgraaf inrichtingsniveau Punten
Foto 01
Op deze foto is de enige fruitboom te zien welke in de wijk voorkomt welke refereert aan de Betuwe met de fruitboomgaarden die hier ooit waren. De boom staat op een nog te verkopen kavel, in hoeverre de boom zal blijven bestaan is onzeker.
Lijnen
Foto 02
De bomenstructuur wordt als historisch ervaren door: • plantafstand tussen de rijen; • plantafstand in de rij; • afstand tot het voet- / fietspad; • de ouderdom van de bomen.
63
Cases - Schuytgraaf - beeldanalyse
Schuytgraaf inrichtingsniveau Lijnen
Foto 03
Op deze foto is een historische bomenlijn te zien welke aan weerszijde wordt geflankeerd door een watergang. Tussen de bomen loopt een vroegere ontsluitingsweg. Deze lijn wordt als historisch ervaren door: • ouderdom der bomen; • plantafstand in en tussen de rijen; • plantafstand tot de watergang op de rand van het talud; • het onverharde pad; • de beide watergangen ten opzichte van de bomen en het pad.
Lijnen Op deze foto is een wadi te zien welke volgens kaarten analyse in de richting loopt van de historische watergangen. Helaas zal deze wadi niet als historisch worden beleefd. Dit had gedaan kunnen worden door de bomenstructuur aan de historische waterlijn aan te passen in plaats van aan het straatprofiel. Dit had meer ruimtelijke en ecologische diversiteit kunnen bieden.
Foto 04
64
Cases - Schuytgraaf - beeldanalyse
Schuytgraaf inrichtingsniveau Lijnen
Foto 05
Op deze foto zijn verschillende historische lijnen te zien, zoals die van bomen, weg en water. De historie wordt beleefd door: • ouderdom der bomen; • scheve en onregelmatige plaatsing van de bomen; • plantafstand tot de watergang en de weg; • het smalle pad; • de watergang wat dit geheel tot een historisch ensemble maakt.
Punt
Foto 06
Op deze foto is een historisch punt verbeeld middels een informatiebord, en enkele cortenstalen historische figuren. Het is een sterk informerend punt buiten de woonwijk. Helaas is dit punt niet gelegen aan een voetpad en is het ook geen start of eindpunt van een langzaamverkeersroute. Indien dit hetgeval zou zijn geweest had dit punt meer bijgedrage aan de beleving van de historische laag.
65
66
Cases - Leidsche Rijn - locatie inrichtingsniveau
Het inrichtingsniveau bepaald of de bewoner, gebruiker of bezoeker de cultuurhistorie ervaart.
9
1 2
3
5 4 6 7 8
Het onderzoek op inrichtingsniveau is op basis van de volgende stappen gedaan. 1) kaartenstudie; 2) analyse van de kaarten, waar zijn de historische restanten vindbaar; 3) gebied gericht bezoeken op basis van antwoorden uit 2; 4) elementen en/of ensembeles van elementen vastleggen; 5) beelden analyseren door de historische of historiserende elementen een kleur te geven: • rood = bebouwing • geel = wegen/paden • blauw = water • groen = bomenstructuur • paars = informerend 6) de beelden beschrijven: wat e.e.a. historisch maakt, infor meert of anders. In Leidsche Rijn zijn de historische elementen op inrichtingsniveau vaak een bebouwingslint met een gedeeltelijk oude weg. Verder heeft men met het Castellum veel aandacht voor de archeologie van het gebied, met name de limes. Op de kaart hiernaast zijn de foto locaties genummerd en de nummering komt terug bij de bewerkte foto’s.
Cases - Leidsche Rijn - beeldanalyse
3.6 Leidsche Rijn inrichtingsniveau Lijnen
Foto 01
Op dit beeld zijn een 2 tal lijnen te zien, namelijk een bomen- en een waterlijn. Hierbij bestaat de bomenlijn uit twee totaal verschillende soorten en onderhoudsvormen. Enerzijds de Tilea x europaea, de Hollandse linde, geplant in 1970 en anderzijds de Salix alba als knotboom, geplant in 1975.Daarnaast de waterlijn van de Oude Rijn welke aan beide zijden is beschoeid en gekanaliseerd. Ontwerpprincipes: • inpassing en behoud van bestaande bomen en bomenstructuur in nieuwe stadsuitleg, waardoor er eem betere oriëntatie is binnen de nieuwbouwwijk. • dit geldt ook voor de waterlijn welke manifest aanwezig is.
Lijnen
Foto 02
Deze Heldammersingel ligt op een historische weg. Er zijn een 4 tal bomenrijen, bestaande uit Plantanus x hispanica, welke in 1980 zijn geplant. De bomen zijn in zeer ruime profielen aangebracht. Door de wegen voor langzaam- en snelverkeer tussen de bomen te plaatsen wordt de beleving, onderdeel uit te maken van een doorlopende lijn, versterkt.
67
68
Cases - Leidsche Rijn- beeldanalyse
Leidsche Rijn inrichtingsniveau
Foto 03
Lijnen Historische waterlijn en bomenlijn langs de Burgemeester Middelweerdbaan. De knotwilgen langs het water zij in 1985 aangeplant. Het is een historische lijn docg door het regelmatige patroon in de plantrij wordt het niet als zondanig ervaren. De watergang en de oever is strak gerealiseerd en onderhouden. Op basis van wat er niet is kunnen de navolgende ontwerpprincipes worden gedistilleerd: • bomen op historische lijnen dan ook historisch aanbrengen quaplantafstand in de rij en niet zo strak, wat losser planten in de rij; • historische watergangen kunnen een sterker natuurijk profiel/oeverkrijgen waardoor het contrast met de overige watergangen die niet historisch zijn wordt vergroot en daardoor de leesbaarheid.
Lijnen Een deel van een vroegere boomgaard is behouden in de wijk. Dit geeft een duidelijke identiteit en oriëntatie binnen de stadsuitleg.
Foto 04
Ontwerpprincipe: • een dergelijk vlak aanbrengen/behouden langs doorgaande wegen in verband met oriëntatie en identiteit van een wijk.
Cases - Leidsche Rijn - beeldanalyse
Leidsche Rijn inrichtingsniveau Punt Een landmark van een Romeinse wachttoren.
Foto 05
Ontwerpprincipe: • landmark plaatsen aan doorgaande weg en/of bij een knooppuntvan wegen ten behoeve van oriëntatie.
Punt
Foto 06
Een informatiebord bij het te realiseren Castellum. Door de schalen heen ontwerpen kan ook inhouden het maken van een goede kaart voor oriëntatie in de wijk. Ontwerpprincipe Dergelijke kaart dient ten minste aan de volgende criteria te voldoen: • ‘hier staat u’ vermelding; • actuele informatie van bijzondere elementen zoals de wachttoren, de boomgaard e.d.
69
70 
Cases - Leidsche Rijn- beeldanalyse
Leidsche Rijn inrichtingsniveau Punt
Foto 07
Een richtingaanwijzer als een verwijzing naar de Limes. Humor en een verwijzing naar de plannen die er voor dit gebied zijn.
Punt
Foto 08
Een betonnen Romeinse grenspaal, gemaakt/geplaatst in 1997. Als informatie- en markeringspunt.
Cases - Leidsche Rijn - beeldanalyse
Leidsche Rijn inrichtingsniveau Vlakken en Lijnen
Foto 09
Oude bebouwingsvlakken en bomenlijnen ingepast in de nieuwe stadsuitleg. Dit kan verrassende contrasten geven tussen oud en nieuw. Ontwerpprincipe: • Meerdere bij elkaar behorende cultuurhistorische elementen (cultuurhistorische ensembles) dragen niet alleen bij aan structurering maar dragen ook sterk bij aan het cultuurhistorisch besef en identiteit van een stadsuitbreiding.
Vlakken en Lijnen
Foto 10
Op deze luchtfoto zijn de historische vlakken en lijnen welke zijn opgenomen in de stadsuitbreiding duidelijk te zien. Ontwerpprincipes: • inpassing historische wegen en bijbehorende bebouwing. Hierdoor ontstaan historische ensembles welke meer invloed hebben op de nieuwe stadsrand dan af en toe een historisch element. • Historische ensembles dragen meer bij aan de indentiteit van een nieuwe stadsrand dan enkele lijnen, punten en/of vlakken.
71
72
Cases - Utrecht oost - locatie inrichtingsniveau
Het inrichtingsniveau bepaald of de bewoner, gebruiker of bezoeker de cultuurhistorie ervaart.
Foto 09 & 10
Foto 05 & 06
Foto 04
Foto 01 Foto 03 Foto 02
Het onderzoek op inrichtingsniveau is op basis van de volgende stappen gedaan: 1) kaartenstudie; 2) analyse van de kaarten, waar zijn de historische restanten vindbaar; 3) gebied gericht bezoeken op basis van antwoorden puit 2; 4) elementen en/of ensembeles van elememten vastleggen; 5) beelden analyseren door de historische of historiserende elementen een kleur te geven: • rood = bebouwing • geel = wegen/paden • blauw = water • groen = bomenstructuur • paars = informerend 6) de beelden beschrijven wat e.e.a. historisch maakt, informeert of anders. In Utrecht oost zijn de historische elementen op inrichtingsniveau veelal (deels)verborgen. Welke aanwezig zijn hebben we grotendeels in beeld gebracht. Op de kaart hiernaast zijn de foto locaties genummerd en de nummering komt terug bij de bewerkte foto’s.
Foto 07 & 08
Cases - Utrecht oost - beeldanalyse
3.7 Utrecht oost inrichtingsniveau Vlak
Foto 01
Fort Lunetten I In de wintertijd is er vanaf de Koningsweg goed zicht op Lunet 1. Dit geldt zowel voor snel- als langzaamverkeer, doch als het blad aan bomen en struiken zit is de zichtbaarheid een stuk minder. Ontwerpprincipes welke uit dit beeld gehaald kunnen worden zijn: • verwijderen niet historische beplanting; • laten staan oude bomen waardoor er in het beeld ook meer diepte ontstaat.
Vlak
Foto 02
Fort Lunetten II is vrijwel niet zichtbaar vanaf de Koningsweg. Voor snelverkeer niet en voor het langzaamverkeer alleen voor de oplettende wandelaar. Ontwerpprincipes welke uit dit beeld gehaald kunnen worden zijn: • verwijderen niet historische beplanting om meer en beter zicht te krijgen en te houden op het fort. • Er zijn meekoppelkansen voor recreatie zoals voor wandelaars en vissers en waterretentie.
73
74
Cases - Utrecht oost- beeldanalyse
Utrecht oost inrichtingsniveau Vlak
Foto 03
De Koningsweg is als historische lijn niet echt goed zichtbaar omdat de plantafstand van de bomen ver uit elkaar ligt en er verschillende soorten zijn toegepast. De laanbeplanting bestaat uit Fraxinus excelsior, geplant in 1980, op het gedeelte tussen de Waterlinieweg en A27. Tussen de Waterlinieweg en stadsgracht is dit met name Platanus x hispanica. Deze laatste zijn geplant in 1925. Ontwerpprincipe om een historische bomenstructuur zichtbaar te makenzijn: • toepassen originele soorten; • plantafstanden; • toepassen oudere bomen.
Vlak
Foto 04
Rommel- en overhoekjes . De charme van de meest recente stadsrand zijn de overhoeken, de onverwachtte plekken en plekjes, de rommelplekken. Een schuurtje, een weide met afrastering zoals hier naast Lunet I aan de Koningsweg. Mede hierdoor besef je dat je hier in het overgangsgebied zit tussen stad en land. Niet alles is 100% benut, uitgedacht en geordend. Ontwerpprincipe: • laat in de stadsrand plekken over die niet zijn uitgedacht, overhoeken en rommelplaatsen.
Cases - Utrecht oost - beeldanalyse
Utrecht oost inrichtingsniveau Lijnen
Foto 05
Op deze foto zijn verschillende historische lijnen te zien, zoals die van weg en water. De historischiteit wordt beleefd door: • de slingerende weg; • het smalle profiel; • watergangen welke niet alleen parallel aan de weg lopen maar ook haaks daarop, tussen de kavels. • bijzondere bebouwing, houten huizen in verschillende kleuren; • informatieborden.
Punt Op deze foto is een historisch punt verbeeld middels een informatiebord. Helaas is het bord niet erg zichtbaar.
Foto 06
Ontwerpprincipe: • Alleen een bord plaatsen valt niet erg op. Probeer ook die elementen te laten zien welke op het bord worden vermeld. In deze een slagboom.
75
76
Cases - Utrecht oost- beeldanalyse
Utrecht oost inrichtingsniveau
Foto 07
Lijnen Watergang welke parallel ligt nu historische weg, nu Simplonbaan. Deze waterlijn maakte deel uit van de Hoofdweerstandslijn van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. • De begeleidende groenstructuur is historisch; De forse hoogte verschillen tussen linker- en rechteroever. De linkeroever is aan de zijde van het vroegere landschap. Ontwerpprincipes: • Ruim profiel om historiciteit te bewaren en daardoor meer toegevoegde waarde voor de gebiedsidentiteit; • Hoogte verschillen laten bestaan en benutten qua functionaliteit.
Lijnen
Foto 08
De Simplonbaan ligt op een historische weg en de bomenstructuur is hier zwaar aagezet. Een 4 tal bomenrijen in een dergelijk profiel is vrij fors en hierdoor een groene beleving van deze straat als het in blad staat. Ook blijkt dat het mogelijk is om in een dergelijk smal profiel een 4 tal bomenrijen te plaatsen en die het ook nog binnen 20 jaar tot dit beeld brengen (aanplant rond 1990). Toegepaste soort: Ulmus x hollandica ‘Groeneveld’ oftewel de Hollandse iep. Ontwerpprincipe: • Om snel beeld te krijgen de juiste soorten toepassen.
Cases - Utrecht oost- beeldanalyse
Utrecht oost inrichtingsniveau Vlak
Foto 09
Fort De Bilt is dagelijks open voor wandelaars doch vrijwel niet bereikbaar voor deze doelgroep. Eenmaal het fort betreden kan je geïnformeerd worden over het nut van dit fort en de waterlinie en beelden van de geïnundeerde velden. Daarnaast zijn er andere recreatieve voorzieningen aangebracht zoals pick-nick banken. Ontwerpprincipe: • Informatie verstrekking op een logische manier verwerken en afstemmen op de aanwezige elementen
Vlak Fort Bilt geeft voor de geïnteresseerde bezoeker de nodige informatie over het fort en zijn doel.
Foto 10
Ontwerpprincipe: • Informatie verstrekking op een logische manier verwerken en afstem men op de aanwezige elementen.
77
4
DEELVRAGEN
79
Deelvragen 1 t/m 4
De deelvragen dienen om de hoofdvraag te ondersteunen. De hoofdvraag is: “Hoe kan de herkenbaarheid van de cultuurhistorische laag bijdragen aan versterking van de identiteit en structuur in de stadsrandzone”? Omdat we onderzoek doen op de verschillende schaalniveau’s zijn de 4 deelvragen opgesplitst in 2 stuks op structuurnivau en een 2 op inrichtingsniveau. Deelvraag 1: structuurniveau Wat zijn de ruimtelijke karakteristieken van een stadsrand? Deelvraag 2: structuurniveau Wat is bepalend voor de leesbaarheid van de cultuurhistorische laag in de stadsrand? Deelvraag 3: inrichtingsniveau Welke elemententypen dragen het meest bij aan de structurering en identiteit? Deelvraag 4: inrichtingsniveau Welke strategieën kunnen worden gevonden om de structuur en identiteit te vergroten? We beginnen met de vragen en antwoorden op structuurniveau en daarna de vragen en antwoorden op inrichtingsniveau.
80
Deelvragen - 1 - matrix
Deelvraag 1 matrix Wat zijn de ruimtelijke karakteristieken van een stadsrand met betrekking tot de cultuurhistorische laag?
UTRECHT OOST
LEIDSCHE RIJN SCHUYTGRAAF
1900
1930
1950
2010
volgend
vullend
negerend
herstellend
Deelvragen - 1- toelichting
Deelvraag 1 toelichting matrix De ruimtelijke karakteristiek van een stadsrand wordt sterk bepaald door de periode waarin deze tot stand is gekomen. Zoals de kaarten hebben laten zien wordt de ruimtelijk karaketeristiek in eerste plaats bepaald door de geomorfologie van het gebied. De vroegere oeverwallen, rivierduinen, hoge en lage gronden. Daar werden nederzettingen gerealiseerd en de toegangswegen welke veelal gebruik maakten avn de natuurlijke hoogten in het landschap. Hierbij was het water van de Kromme Rijn vormend voor het onderhavige landschap. Zo zien we ook uit de kaartjes dat de meeste eerste bewoningen buiten de stadsmuren langs de toegangswegen werden gerealiseerd. Op basis daarvan zijn we gekomen tot een zeer eenvoudige en grove verdeling hoe een stadsrand tot stand kwam. De ruimtelijk karakteristieken bestaan uit lijnen, punten en vlakken. Uit de structuuranalyse blijkt dat met name de waterlijnen leidend zijn bij het groeien van een historische stadsrand. Uit kaart analyse van recente kaarten blijkt dat er weinig rekening meer wordt gehouden met de historische waterlijnen.
1900
1930
1950
2010
In deze period vindt de uitbreiding van de stad met name plaats langs aanwezige wegen.
In deze periode vindt de uitbreiding van de stad met name plaats tussen de reeds aanwezige wegen. Bij voorkeur op de meest hoog gelegen gronden.
Na de 2e wereldoorlog diende er snel te worden herbouwd. Daarna diende er door de snelle bevolkingstgoename snel en veel te worden gebouwd. Dit was prioriteit. Hierdoor en door de nieuwe technieken was het niet nodig om naar de historische ondergrond om te zien. We noemen dit ook negerend.
Een tijd van herbezinning. Hierbij is de systeemcrisis een prettige bijkomstigheid. Ontwikkelaars en politiek worden gedwongen stil te staan en te gaan nadenken. In de jaren 90 al ingezette strategie van cultuurhistorisch besef. We noemen deze periode dan ooik herstellend.
We noemen deze uitbreidingsperiode dan ook volgend.
Omdat de ruimte tussen de wegen wordt ‘opgevuld’ noemen we deze periode dan ook vullend.
 
81
82
Deelvragen - 2 - matrix
Deelvraag 2 matrix Wat is bepalend voor de leesbaarheid van de cultuurhistorische laag in de stadsrand?
ZIEN
BELEVEN
FUNCTIE
De basisingrediĂŤnten voor de leesbaarheid van de cultuurhistorische laag in de stadsrand.
VERBINDEN
INFORMEREN
Deelvragen - 2- toelichting
Deelvraag 2 toelichting matrix ZIEN
BELEVEN
FUNCTIE
VERBINDEN
INFORMEREN
De basis voor het beleven, functioneren, informeren en verbinden is het kunnen zien. Als je het niet ziet kan het niet beleven etc… (je begrijpt het pas als je ziet en je ziet het pas als je het begrijpt). Als je een defensielandschap wilt beleven dan is het prettig als men daar elementen van ziet zoals kazematten, bunkers, grachten of verwijzingen daarnaar.
Als een cultuurhistorisch element beleefd kan worden dan zal dit niet alleen bijdragen aan de leesbaarheid maar ook zorg dragen voor een bewustwording dat we leven en bewegen binnen een historische context.
Hiermee bedoelen wij een frequent gebruik binnen de stadsrand zoals bruggen, wegen, fiets- en wandelpaden, gebouwen en parken.
Verbindingen tussen stad en land, wijken en verschillende cultuurhistorische lagen dragen sterk bij aan de leesbaarheid van de stadsrand.
Hieronder verstaan wij het verstrekken van informatie en/of verwijzen naar cultuurhistorische elementen zoals borden, afdrukken in verharding, of digitale informatie verstrekkers zoals apps en/of queries
Voor oriëntering is het onontbeerlijk dat me n zicht heeft op de cultuurhistorische elementen zoals een watertoren, historische panden, poorten, bruggen, ruïnes e.d.
Voorbeeld hiervan is de transformatie van Fort Vechten, een voormalig jaagpad langs de Kromme Rijn en al zijn het slechts rondleidingen in een deel van het jaar zoals bij Fort Rijnauwen.
Ook de onderlinge verbondenheid van cultuurhistorische vlakken, lijnen en punten zijn het sluitstuk om de leesbaarheid te vergroten en versnippering tegen te gaan. Wandel- en/of fietspaden welke zijn gelegen op historische lijnen die onderling niet met elkaar zijn verbonden en van niks naar nergens lijden doen afbreuk aan de beleefbaarheid van de cultuurhistorische laag.
Dit kan een toegevoegde waarde zijn. Hierbij dient er wel voor te worden gewaakt dat de hoeveelheid borden tot een minimum wordt beperkt.
83
84
Deelvragen - 3 - matrix
Deelvraag 3 matrix Welke elemententypen dragen het meeste bij aan de beleving en identiteit? LOCATIES
GROENSTRUCTUUR
GEBOUWEN
ARCHEOLOGIE
VOORWERPEN
WATERSTRUCTUUR
WEGEN
DIJKEN
Arnhem Schuytgraaf
Utrecht Leidsche Rijn
Utrecht oost
v v
Deelvragen - 3 - toelichting
Deelvraag 3 toelichting matrix Welke historische elemententypen dragen het meeste bij aan de structurering en identiteit? Na de kaartstudie op structuurniveau en locatie bezoek op inrichtingsniveau komen we tot de volgende elementen die in een matrix gezet zijn voor de onderzoeksgebieden. Ruimtelijke elemententypen: 1 Groenstructuur 2 Waterstructuur 3 Gebouwen 4 Dijken 5 Wegen 6 Archeologie 7 Voorwerpen Groenstructuur De reden hiervan is dat oude bomen vaak prominent aanwezig zijn en door iedereen worden waargenomen, oriĂŤnterend en richting gevend zijn, als solitair of als rij geplant. Waterstructuur Deze kan bestaan uit vroegere watergangen, kanalen, beken of rivieren. Veelal hebben alleen de grotere watergangen zoals rivieren en kanalen een structurerende invloed. De hoeveelheid en maat van de watergangen zijn hierbij bepalend. Gebouwen Met name historisch waardevolle gebouwen en bebouwingslijnen
hebben invloed op structurering en de gebiedsidentiteit. Veelal herkenbaar door een rijkere detaillering, gebruik van ornamenten en verspringende rooi- en daklijnen. Wegen Indien historische wegen behouden kunnen worden welke ook nog functioneren dan dragen deze sterk bij aan de structurering en identiteit. Dijken Binnen de onderzoeksgebieden zijn zeker dijken aanwezig en werden ook als zodanig benoemd op oude kaarten. Gezien het formaat zijn ze momenteel nauwelijks zichtbaar. Archeologie De verborgen bodemschatten die blootgelegd worden bij stadsuitbreiding of inbreiding kunnen invloed hebben op structurering en identiteit van een stedelijke gebied. Denk hierbij aan het centrum van Schuytgraaf dat door archeologische vondsten geheel veranderd diende te worden. Ook de opgegraven boot in Leidschen Rijn heeft deze stadsuitbreiding op de kaart gezet en daarmee een stukje identiteit. Voorwerpen Dit kunnen er velen zijn van oude bodemvondsten zoals vazen, kruiken, speer- en pijlpunten, gereedschappen tot voorwerpen van recentere datum zoals grenspalen. Verborgen Ook verborgen lijnen, punten of vlakken kunnen bijdragen aan structurering en identiteit van een stadsrand. = verborgen
v
 
85
86
Deelvragen - 4 - matrix
Deelvraag 4 matrix strategieën waargenomen op structuurniveau
LOCATIE
SCHUYTGRAAF
LEIDSCHE RIJN
UTRECHT OOST
HISTORIE
FASERING
X
X
X
X
X
X
SFEREN
ONDERZOEK
X
X
PARTICIPATIE
X
INPASSING
ICONEN
X
X
X
X
Deelvragen - 4 - toelichting
Deelvraag 4 toelichting matrix strategiën op structuurniveau Welke strategieën kunnen worden gevonden om de structuur en identiteit te vergroten? Identiteit wordt vaak als iets subjectiefs gezien en daarmee als onwerkbaar. Dat identiteit subjectief is, is juist. De ruimtelijke identiteit heeft alles te maken met hoe mensen hun omgeving beleven. Wat kunnen wij vanuit onze professie als landschapsontwerper bijdragen om deze identiteit te versterken?
Strategieën welke toegepast kunnen worden om de cultuurhistorie in te zetten om de stedelijke ruimtelijke structuur en identiteit te vergroten zijn: • Historie Gebruikmakend van de aanwezige historische lijnen, vlakken en punten. Zoals de watergangen, wegen, boomstructuren en landmarks; • Fasering Door een gebied gefaseerd te realiseren zal bij de realisering de nodige ruimte zijn voor voortschrijdend inzicht en verschillende tijdsstijlen. Hierdoor zal er meer verscheidenheid optreden waardoor de identiteit van de plek kan worden versterkt. • Sferen Het vormgeven van verschillende sferen. Door contrast als strategisch ontwerpmiddel in te zetten zal de identiteit per deelgebied sterker worden. Zoals parkachtige versus hoogstedelijke gebieden.
• Ontwerpend onderzoek Dit kan zijn door het ontwikkelen van scenario’s en modellen. • Participerend ontwerpen Er wordt geïnvesteerd in betrokkenheid van de gebiedsbewoners bij de planvorming. Historie bestaat niet alleen uit het zichtbare maar ook het naritieve component krijgt op deze manier van werken de ruimte. Hiermee kan rekening worden gehoude in de masterplan- en uitwerkingsfase. • Inpassing Van landschappelijke elementen in stedelijk gebied of stedelijke functies inpassen in het landschappelijk gebied. Voorbeeld hiervan is het aanbrengen van erfbeplanting, beplantingssingels, om bebouwing in het landschap. Natuurlijke rivieroevers in stedelijk gebied in plaats van betonnen kades.Dit biedt naast historische identiteit
ook meer meekoppelkansen op gebied van ecologie en recreatie. • Iconen Het ontwikkelen van iconen, welke geselecteerd zijn op de navolgende criteria: - van belang voor de hele regio; - representatief voor het desbetref fende thema; - een gebiedsgerichte aanpak; - bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit, leefbaarheid en de economische vitali teit.
87
88
Deelvragen - 4 - matrix inrichtingsniveau
Deelvraag 4 matrix strategieën inrichtingsniveau BEHOUD LOCATIE
CONSERVEREN
CONSOLIDEREN
OMHULLEN
RECONSTRUEREN
RESTAUREREN
Schuytgraaf Leidsche Rijn
Utrecht oost Strategieën gericht op behoud Behoud is 1het instand houden of in stand blijven van iets, 2doorgaand bezit of genot. Bron: van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal
Behouden van cultuurhistorische elementen geeft een groot zicht op het historisch element. Om elementen te behouden zijn verschillende strategiën mogelijk, zoals: • Conserveren Het in stand houden, en onderhouden van cultuurhistorische elementen zoals ze gevonden zijn. Het houden zoals het is. • Consolideren De gevonden cultuurhistorie in de huidige toe-
stand houden maar rekening houden met toekomstig verval. De tijd gaat zijn gang en processen gaan gewoon door. Levende en bewegende dingen (planten / water) consolideren betekent ze zolang mogelijk instandhouden totdat ze vergaan.
archeologische vondsten, literatuur of andere bronnen. Bij reconstrueren bouw je iets in zijn geheel opnieuw op of na, op basis van deze kennis. Het beeld is afhankelijk van naar welke tijd je het terug brengt.
• Omhullen: Bij omhullen wordt een cultuurhistorisch monument beschermd door er een constructie over / omheen te zetten. De ingangen en doorkijken die nodig zijn om het element toegankelijk te houden geven de mogelijkheid om vorm te geven aan de relatie van het element met zijn omgeving.
• Restaureren Bij restaureren wordt de oude situatie herstelt op basis van de huidige resten. Anders dan bij reconstrueren is er een oude basis voor het herbouwen of opknappen. Het beeld is afhankelijk van naar welke tijd je het terug brengt.
• Reconstrueren Bij reconstrueren is er kennis van het oorspronkelijke beeld in een bepaalde periode van een element. Deze kennis kan opgedaan worden door
Deelvragen - 4 - toelichting inrichtingsniveau
Deelvraag 4 toelichting PRESENTEREN LOCATIE
BRANDING
INFORMEREN
ETALEREN
Schuytgraaf Leidsche Rijn
Utrecht oost Strategieën gericht op presenteren Presenteren is o.a. 1voorstellen, 2zich voordoen, 3ter vertoning, 4ten gebruike aanbieden. Bron: van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal
Om elementen te kunnen presenteren dienen ze wel zichtbaar te zijn of zichtbaar gemaakt te kunnen worden. • Branding Bij branding wordt er aan een cultuurhistorisch element een duidelijk verhaal meegegeven dat ervoor moet zorgen dat het element te vermarkten is. De aandacht is gericht op het verhaal en het daadwerkelijke element is de fysieke drager van het verhaal.
• Informeren Iets wat niet meer zichtbaar is door middel van een verhaal en informatie toch aanwijzen en onder de aandacht brengen. Soms is de gegeven informatie de enige manier waarop de cultuurhistorie te kennen is. Informeren is gericht op communicatie in plaats van het vermarkten zoals bij branding. • Etaleren Cultuurhistorische elementen een prominente plaats geven en ze tentoonstellen. De zichtbaarheid wordt hierdoor vergroot. Etaleren is erop gericht om de waarde die het element heeft zo goed mogelijk te benutten, door het element in de schijnwerpers te zetten.
89
90
Deelvragen - 4 - strategieën
OUD & NIEUW SAMENVOEGEN LOCATIE
ACTUALISEREN
INPASSEN
Schuytgraaf Leidsche Rijn
Utrecht oost
Strategieën gericht op samenvoegen Samenvoegen is tot een eenheid of geheel verenigen. Bron: van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal
• Actualiseren Bij actualiseren wordt een koppeling gemaakt tussen het verleden en het heden. Elementen worden aangepast aan tegenwoordige eisen zodat ze kunnen blijven functioneren, of er worden nieuwe functies toegevoegd aan het element. De cultuurhistorie blijft herkenbaar, maar wordt vanuit een nieuwe invalshoek benaderd.
• Inpassen Het inpassen van elementen betekent dat een ontwerp wordt aangepast wanneer elementen worden gevonden, het ontwerp houdt van te voren al rekening met deze elementen. Door rekening te houden met het element in de vormgeving ontmoeten verschillende tijden elkaar, met respect voor wat het eerst aanwezig was.
Deelvragen - 4 - strategieën
WEERGEVEN LOCATIE
MATERIALISEREN
MARKEREN
Schuytgraaf Leidsche Rijn
Utrecht oost Strategieën gericht op weergeven Weergeven is beelden, klanken en woorden die overgebracht teruggeven in oneigenlijke zin, elders of met andere middelen herhalen.........met andere woorden vertellen. Bron: van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal
• Materialiseren De openbare ruimte inrichten met materialen die iets uit het verleden aanstippen. De materialen kunnen een verwijzing zijn naar streekeigen materialen, of ze kunnen door hun plaatsing historische vormen benadrukken, omlijsten of aanduiden. Materialiseren kan ook worden gebruikt om nieuwe elementen een historische uitstraling mee te geven. • Markeren Het voor of tijdens de planvorming opnemen van plekken waar cultuurhistorie wordt weergegeven met bepaalde merktekens.
91
92 
Deelvragen - 4 - strategieĂŤn - voorbeeld
Deelvragen - 4 - strategieën
OPROEPEN LOCATIE
REMINISCEREN
Schuytgraaf Leidsche Rijn
Utrecht oost
Strategieën gericht op oproepen Oproepen in deze betekent het te voorschijn roepen middels materialisatie van het historisch element.
• Reminisceren Nieuwe elementen een uiterlijk geven dat herinneringen oproept aan iets uit het verleden. De herinnering kan gebaseerd zijn op feitelijke geschiedenis, maar ook verzonnen geschiedenis
Bron: Crielaard, M en van der Lee, L, Zwartkruis, I Onderzoeksrapport “Eren” van cultuurhistorie. Omgangmethodes voor ontwerpen met cultuurhistorie, Hogeschool van Hall Larenstein april 2008.
93
94
Deelvragen - Eindconclusie
Eindconclusie Op basis van het kaartonderzoek van de drie cases en de eind analyses komen wij tot de navolgende conclusies op structuurniveau: 1) In de recent gerealiseerde stadsuitleg is terdegen rekening gehouden met de onderliggende cultuur historische lagen. 2) Afhankelijk van de grote is daarin ook historische bebouwing en structuren in opgenomen. 3) In de oudere stadsuitleg is het sterk afhankelijk van de periode waarin deze is gerealiseerd en de grote van de cultuurhistorische elementen of de stede bouwkundige structuur daarop is afgestemd. De intenties, waarbij in de eerste masterplannen rekening wordt gehouden met de cultuurhistorie, door de druk van de markt en de belangen van de verschillende partijen, worden afgezwakt. Op het niveau van het inrichtingsgebied komen we tot de volgende conclusies: 1) Ook hier is de zichtbaar- en beleefbaarheid van de cultuurhistorie sterk afhankelijk van de periode waarbinnen de stadsuitleg heeft plaatsgevonden. 2) De cultuurhistorische laag welke op structuurni veau zichtbaar is “in het veld” veelal niet wordt beleefd.
3) De niet direct beleefde structuur wel degelijk van belang is om de verschillende cultuurhistorische elementen in te passen en tot hun recht te laten komen. 4) In alle onderzochte gebieden we de verschillende historische elementen vaak hap snap toegepast vinden. 5) Er is weinig en soms geen enkele onderlinge ver- binding aanwezig is waardoor het als los zand wordt ervaren. 6) Op zichzelf staande lijnvormige elementen soms leiden van niks naar nergens. 7) De kansen voor ons vakgebied liggen met name op het niveau van het langzaam verkeer, zoals voetgangers/wandelaars, fietsers, kanoërs e.d. 8) Op inrichtingsniveau is er nog veel voor verbete ring vatbaar. 9) Goede en algemeen toepasbare ontwerpprincipes lastig te vinden zijn. 10) Van de lijnen, punten en vlakken de lijnen in onze onderzoeksgebieden en voor ons vakgebied het meest van belang zijn. 11) De historiciteit veelal wordt afgelezen van de ouderdom der elementen zoals bomen en ge bouwen. 12) Probeer zoveel mogelijk ensembles in te passen of te maken. Dit geeft meer structuur en identiteit.
95
)
WEGEN
GROEN LIJNEN
1905
))
WATER
1850 2010
Samenvoeging
Overblijfselen
Bijlage
)
Lijnen structuur Arnhem Schuytgraaf
 
97
))
BEBOUWINGSVLAK
GROEN VLAK
98
1850 1905 2010
Bijlage
Samenvoeging
Overblijfselen
Vlakken structuur Arnhem Schuytgraaf
 
99
WATER WEGEN
GROEN LIJNEN
100
1850 1905 2010
Samenvoeging
Overblijfselen
Bijlage
Lijnen structuur Utrecht Leidsche Rijn
 
101
BEBOUWINGSVLAK
GROEN VLAK
102
1850 1905 2010
Bijlage
Samenvoeging
Overblijfselen
Vlakken structuur Utrecht Leidsche Rijn
 
103
1905
GROEN LIJNEN
1850
WEGEN
104
2010
Samenvoeging
Overblijfselen
Bijlage
 
105
Lijnen structuur Utrecht oost
1905
WATER
1850
2010
Samenvoeging
Overblijfselen
BEBOUWINGSVLAK
GROEN VLAK
106
1850 1905 2010
Samenvoeging
overblijfselen
Bijlage
Vlakken structuur Utrecht oost
 
107