1
De duurzame proeftuin Een afstudeerproject over landschappelijk waardebehoud, waardeversterking en flexibele invulling van de stadsrand ten zuiden van Den Haag.
2
Ode aan de duurzaamheid Waarom durven we wel het woord uurzaamheid te gebruiken, maar hebben we geen idee meer wat deze werkelijk inhoudt? Want het is geen containerbegrip, zo wordt het alleen gebruikt. Ik merk dat mensen erg sceptisch zijn over het woord ‘duurzaamheid’. Er is een soort allergie ontstaan, waarbij we direct uitslag krijgen als we het woord alleen maar horen. Maar hoe jammer is dat. Ik denk dat we erg veel kansen missen om zo met duurzaamheid om te gaan. Want inderdaad, duurzaamheid is alles. Duurzaamheid kan overal op worden toegepast. Maar juist omdat het zo veelomvattend is, kun je het integraal inzetten. Tijdens mijn afstuderen ben ik me daar alleen maar bewuster van geworden. Met mijn project wil ik proberen de brug te slaan tussen het ‘containerbegrip’ en het concrete plan welke deze duurzaamheid bij zich draagt. Onderweg naar dit doel kwam ik er achter dat je toch keuzes moet maken waar je je op wilt focussen. Je kunt je niet op alles focussen, hoe graag je dat ook wilt. Mijn persoonlijke fascinatie ligt bij de natuur, vandaar ook dat mijn afstuderen zich op biodiversiteit richt. Daarnaast speelt in het plangebied het probleem met watergebruik aangezien het een deltagebied is. In de toekomst zal deze problematiek alleen maar groter worden door de klimaatverandering. Het gebied is in vele opzichten erg waardevol. Aangezien het dreigt volgebouwd te worden,
vind ik het daarom belangrijk om de waarde van het gebied juist te behouden en te versterken. Als laatste vind ik het goed om de vrijheid die we in Nederland krijgen om nieuwe ideeën te ontwikkelen, te behouden. We hebben erg veel kennis over het onderwerp, maar hebben geen plek om het te toetsen en er echt mee aan de gang te gaan. Vandaar dat dit ook een belangrijk onderdeel is in mijn afstuderen. Vastleggen hoe het gebied er precies in de toekomst uit gaat zien, is niet de manier. Telkens worden plannen bijgesteld door nieuwe inzichten. Daarom is dit plan voor een deel flexibel geworden in tijd en functie. Aangezien ik juist niet een ontwerper wil zijn die de vernieuwing stopt, maar hem wil aanmoedigen. Ik wil de begeleiders die mij hierbij hebben geholpen daarvoor bedanken. Adrian Noortman voor zijn gewaardeerde kritische blik en het structureren van mijn ideeën, Cees Zoon met zijn kennis over ecologie en water, Ivar Brandenhorst met zijn visualisatie technieken en enthousiasme en Renzo Veenstra met de goede discussies en fijne gesprekken over het onderwerp. Ik wens jullie veel plezier met het lezen en bekijken van dit ontwerprapport, ik heb er in ieder geval veel plezier aan beleefd.
4
INHOUD Ode aan de duurzaamheid Inleiding In het kort 1. Duurzame proeftuin (masterplan) 1.1 Locatie 1.2 Impressie 1.3 Duurzaamheids analyse 1.4 Project 1.5 Visie 1.6 Casco 1.7 Landschappen 1.8 Masterplan
2. Kop van het casco (verdieping) 2.1 Opbouw 2.2 Ingrepen 2.3 Watersysteem 2.4 Duinen 2.5 Strandwal 2.6 Overgang 2.7 Flexibele zone
3. Duinmilieu (inrichtingsplan)
3.1 Ingrepen 3.2 Duintribune 3.3 Sporthal
Colofon Bronnen
Viktor Groen
Bijlage 1; Duurzame proeftuin (masterplan) Bijlage 2; Kop van het casco (verdieping) Bijlage 3; Duinmilieu (inrichtingsplan)
5 6
8
9 10 12 20 22 24 26 28
30 32 36 38 40 44 48 52
56 60 62 64
INLEIDING
Aanleiding De stadsrand van Den Haag kent een grote complexiteit. Ten eerste is de het groengebied een duidelijke scheiding tussen de stad Den Haag en het kassengebied van Westland. Deze twee gebieden worden nauwelijks met elkaar verbonden waardoor het gebied meer een buffer vormt dan een schakel is. De Lozerlaan vormt daarbij de grootste barrière waardoor het gebied niet toegankelijk is. In het gebied zelf zijn er veel functies welke de ruimte van de stadsrand nodig hebben en van grote waarde zijn voor de stad. Dit geeft echter ook direct een problematiek met zich mee omdat het gebied hierdoor wordt opgedeeld door middel van afscheidingen en daardoor niet meer als een toegankelijk gebied voelt. De druk vanuit de stad Den Haag wordt steeds groter door verschillende programma’s die in het gebied nog een plek moeten krijgen zoals woningbouw en werkgebieden. Het gebied moet daarnaast haar groenwaarden en recreatiewaarden versterken en de waterproblematiek oplossen. Op dit moment zijn al deze structuren nog niet robuust genoeg, en zonder duidelijke lange termijn visie van dit groengebied zal het waardevolle gebied steeds verder versnipperen. Vraagstelling De opgave die hier uit voortkomt, kan als volgt geformuleerd : Hoe kan het gebied ecologisch, waterrobuust en gebruiksvriendelijk worden ingericht waardoor het gebied een grotere en duurzame waarde krijgt voor de stedelijke omgeving?
Leeswijzer In hoofdstuk één zal het masterplan worden uitgelegd. Als eerste zal de locatie van het projectgebied worden besproken (paragraaf 1.1) en zal er een impressie worden gegeven van het gebied (paragraaf 1.2). Hierna zal een analyse worden uitgevoerd aan de hand van het duurzame thema (paragraaf 1.3). Aan de hand van deze analyse wordt de noodzaak van dit project verder uitgelegd (paragraaf 1.4). Hieruit volgt een visie (paragraaf 1.5) van het gebied en de verdere uitwerking (paragraaf 1.6 en 1.7). Hoofdstuk twee zal een verdieping zijn in het gebied en in het onderwerp. De opbouw van het casco (paragraaf 2.1) zal worden besproken met de bijbehorende ingrepen (paragraaf 2.2) die moeten worden verricht. Hierna wordt het watersysteem (paragraaf 2.3) en de verschillende deelgebieden (paragraaf 2.4 t/m 2.7) verder uitgewerkt. Als laatste zal hoofdstuk drie een concreet inrichtingsplan geven van een detailgebied (paragraaf 3.1) waarin ook de ingrepen worden besproken (paragraaf 3.2), en een aantal verdere detailleringen worden gegeven (paragraaf 3.3 en 3.4).
5
6
Duurzaamhuid in de ruimtelijke planvorming Het jaarthema van dit afstuderen is duurzaamheid in de ruimtelijke planvorming. Dit thema is een belangrijke aanleiding om bezig te gaan met dit projectgebied. Duurzaamheid in de algemene zin is het voorzien in de behoeften van de huidige generatie zonder daarmee voor toekomstige generaties de mogelijkheden om ook in hun behoeften te voorzien, in gevaar te brengen. Duurzaamheid betekent in de ruimtelijke planvorming het behoud en versterken van waarden (huidige behoeften). Het inspelen op de toekomstige behoeften door ruimte te geven aan ontwikkelingen zorgt ook voor een duurzame invulling. Locatie Het gebied ten zuiden van Den Haag is een belangrijk groengebied, in ecologische zin maar ook zeker voor de gebruiker. Op dit moment staat het gebied op het punt om te worden ondergesneeuwd door allerlei randfuncties en woningbouw vanuit de stad. Het zou niet alleen jammer zijn als het groengebied verloren gaat door deze uitbreiding, maar ook een verlies aan belangrijke waarden voor de gebruiker en de natuur. Casco principe Om dit gebied sterker in zijn schoenen te laten staan heb ik daarom ingezet op het behoud van de bestaande waarden en de versterking van deze waarden in het gebied. Dit gebeurt door middel van de inzet van het casco principe. Het casco is een onzichtbare lijn welke getrokken wordt tussen het gebied met hoge eisen en het gebied met lage eisen. Door deze aanpak wordt door het ontwerp van het casco ingespeeld op de lange termijn strategie. In de
tussenliggende gebieden, welke de flexibele zone wordt genoemd heeft de stad de kans om juist op korte termijn, met minder regelgeving, een plan te kunnen realiseren. Daarbij is het belangrijk dat de flexibele zone de waarden van het casco niet naar beneden haalt, maar juist versterkt. Huidige behoeften Ecologische behoefte: Het gebied is op dit moment waardevol op verschillende vlakken. Ten eerste is het de enige groenverbinding ten zuiden van Den Haag vanaf het Midden Delfland tot aan de kust. Er vallen al een hoop gaten in de groenstructuur en daarom worden deze gebieden weer met elkaar verbonden door het robuuste casco te ontwerpen. De flexibele zone zal door de landschappelijke inpassing alleen maar meer ecologische waarde toevoegen. Daarbij heeft het gebied een diverse ondergrond, van polder tot aan duinen, waar op dit moment nog niet zo veel mee gedaan wordt. Door de natuurlijke vegetatie te gebruiken die op deze ondergrond voorkomt wordt de diversiteit van het groen verhoogd. Gebruikersbehoefte: Voor de gebruikers die op dit moment in het gebied komen, wordt het vaker als gebied gezien om van a naar b te komen. Daarmee heeft het gebied als verblijfsfunctie niet genoeg waarde, terwijl hier wel vele kansen voor zijn. De ontoegankelijkheid van de semi-openbare of privefuncties is een bijkomend groot dilemma. De vele hekwerken en besloten bosschages blokkeren het zicht en vormen daarmee een ‘niet welkom’ gevoel. Er wordt daarom ingezet op een doorlopend openbaar routenetwerk in het casco met een aantal belangrijke verblijfspunten. Zichtassen en doorkijkjes naar de
IN HET KORT
flexibele zone zorgen er voor dat het gehele gebied waardevoller wordt voor de gebruiker. Hiervoor zullen een aantal functies worden verwijderd of aangepast zoals de verplaatsing van de sporthal en het tuincentrum naar de flexibele zone. Toekomstige behoeften Klimaat behoefte: Duurzame inpassing betekent het gebied voorbereiden op de toekomstige problemen. Klimaatverandering is hiervoor een belangrijk punt, wat in dit gebied vooral te maken heeft met het water. Er komen steeds meer hevige piekbuien waar de stad op in moet spelen. Op dit moment is het gebied er goed tegen bestand, echter in de toekomst, wanneer er meer verhard oppervlak komt zal er een hogere druk komen te staan op de ruimte voor het water. Daarom is het belangrijk om hier nu al op in te spelen door middel van infiltratievoorzieningen, het afkoppelen van het hemelwater, waterbergingsgebieden inrichten en het plaatsen van bebouwing op logische plekken. Het hoofdprincipe is daarbij dat het casco een robuuste waterstructuur heeft, en dat in de flexibele zone de regel geldt dat het water niet wordt afgekoppeld naar andere gebieden. Ontwikkelende stad: Den Haag ontwikkelt zich steeds verder, er komt meer vraag naar woningen en de stadsrandfuncties zijn nog steeds van enorm belangrijke waarde voor de stad. Het is belangrijk om deze ontwikkeling vooral niet tegen te gaan, maar wel te sturen in de goede richting. Deze gebieden zijn daarom afgebakend in de flexibele zone, waar bepaalde regels zijn gegeven, zodat ook deze gebieden duurzaam worden ingericht en inspelen op de problematiek. Dit zal gaan om ecologische waarden, waterproblematiek en openbare functies. Daarmee zal de ontwikkelende en vernieuwende stad juist een toegevoegde waarde hebben aan het casco.
7
8
1. Duurzame proeftuin De duurzame proeftuin is het masterplan concept welke in dit rapport is uitgewerkt. Dit hoofdstuk zal beschrijven hoe dit plan is ontstaan, aan de hand van de analyse (paragraafa 1.3) van de locatie en impressie (paragraaf 1.1 en 1.2) en de probleemen vraagstelling (paragraaf 1.4). Hierna volgt de visie (paragraaf 1.5), waaruit het casco wordt uitgelegd (paragraaf 1.6) met de bijbehorende landschappen die in het gebied voor komen (paragraaf 1.7). masterplan volgt voor het gebied. Als laatste wordt het masterplan kort toegelicht (paragraaf 1.8). In hoofdstuk 2 en 3 volgt de verdere uitwerking van het masterplan. In bijlage 1 is een grote print van het masterplan te vinden.
1.1 LOCATIE
Scheveningen 0.5 1
1.5
5 km
9
Noordzee
Den Haag
A4
Monster
Westland
Naaldwijk Poeldijk
Midden Delfland
De groene stadsrand tussen Den Haag en Westland
Figuur 1.1; locatie in de regio
Het plangebied is een groene stadsrand tussen de stad Den Haag en het kassengebied van Westland (figuur 1.1). Het plangebied ligt tegen de westkust van Nederland aan (figuur 1.2). De Lozerlaan verbindt het binnenland vanaf de A4 met het strand bij Kijkduin en de zandmotor. De locatie ligt binnen de gemeentegrenzen van Den Haagen ligt direct tegen het kassengebied van het Westland aan. Daarmee is het een unieke locatie aan de kust en in de Randstad. Daarbij is het eenisvan weinige d grote groengebieden m an applica tion that notdelicense to print to novaPDPlangebied F printer (http://www.novapdf.com) rondom Den Haag welke verbonden is met de kust. Langs de Lozerlaan liggen nu veel verschillende functies zoals sportvelden met de Uithof sportcentrum, een begraafplaats, maneges, stadslandbouw en scholen. Maar ook wordt het gebied gebruikt als achtertuin van Den Haag met het natuurlijke bos en landgoed (Ockenburg). In het gebied is wonen een belangrijke functie, te zien aan de 70’er jaren flats in Kraayenstein en den villa’s in de wijk Vroonhoeve.
Figuur 1.2; Locatie in Nederland
10
Laanstructuren geven in de polder richtingsgevoel
Groengebied vlakbij de stad
Dijk in de polder met extensief beheer
PrivĂŠ functies geven niet welkom gevoel
Wegen als barricade
Volkstuinen als afgesloten functie
1.2 IMPRESSIE
11
Tegen de kust aan
Landgoed Ockenburg als achtertuin van Den Haag
Gesloten karakter door dichte bebossing
Sportvelden zijn belangrijke functie
Op de rand van kassengebied Westland
Milja van Hooft
Lozerlaan vormt barriĂŠre
12
Kijkduin
puinduinen
bungalowpark kijkduin Ockenburg
Stenen kamer vroondaall de Uithof
recreatiepark
1.3 ANALYSE
Duurzaamheids analyse Belangrijk aandachtspunt bij de analyse is het belang van duurzaamheid. Duurzaamheid is een breed begrip en daarom specificeer ik deze hier. Duurzaamheid is het voorzien in de behoeften van de huidige generatie zonder daarmee voor toekomstige generaties de mogelijkheden om ook in hun behoeften te voorzien, in gevaar te brengen. Voor een gebied is dit te specificeren in de volgende thema’s: - ecologische duurzaamheid. Daarbij behoort het bevorderen van de ecologische diversiteit door het aanleggen en beschermen van ecologische netwerken. - het op lange termijn in stand houden van kwaliteiten van landschappen en stedelijke milieus. - aandacht voor waterkwantiteit en kwaliteit. Bevorderen van waterretentie. Het zuiveren van het water en het bestrijden van vervuiling aan de bron. Om een plan te kunnen maken aan de hand van de duurzaamheid moet het gebied eerst onderzocht worden aan de hand van belangrijke thema’s. De thema’s welke belangrijk zijn om te onderzoeken zijn; groen, water, gebruik en ondergrond. Deze thema’s worden onderzocht met de volgende punten in het achterhoofd gehouden: verbonden met elkaar en met de omgeving, inpassing van de huidige en toekomstige problemen, en de aanwezigheid of afwezigheid van belangrijke waarden. In figuur 1.3 zijn de belangrijkste functies en gebieden genoemd.
Figuur 1.3: Gebiedskaart
13
14
GROEN
Belangrijke verbinding met de kust Groenverbinding De natuur heeft een belangrijke rol in het gebied, aangezien het de enige grote groenverbinding vanaf Midden Delfland naar de kust is aan de zuidzijde van Den Haag (zie figuur 1.4). In figuur 1.5 is te zien dat in het plangebied zelf ook grote delen groengebied zijn waar veel natuurwaarde zit. Voor veel dieren bieden de groengebieden een belangrijke uitvalsbasis.
LEGENDA stedelijk groen recreatiegebied bestaand recreatiegebied gepland
LEGENDA
Hollands Plassengebied
stedelijk groen
provinciaal landschap Duin, Horst en Weide
natuurgebied
recreatiegebied bestaand recreatiegebied gepland
Wijk en Wouden
bebouwd gebied water
Bentwoud/ Rottemeren
Hollands Plassengebied
EHS/Natura 2000-gebied
provinciaal landschap natuurgebied
waardevol vogelweidegebied
Duin, Horst en Weide
plangebied Midden-Delfland
bebouwd gebied
Wijk en Wouden
bottelneck groen groenverbinding
water
Bentwoud/ Rottemeren
EHS/Natura 2000-gebied
Ijsselmonde
waardevol vogelweidegebied plangebied Midden-Delfland
bottelneck groen N
groenverbinding 0
Buitenplaatsen Buitenplaatsen zijn cultuurhistorisch gezien van grote waarde in het gebied. Landgoed Ockenburg en de archeologische vindplaats de stenen kamer zijn daarvan de belangrijkste overblijfselen. Het zijn bosgebieden op de oude strandwallen welke nog goed bewaard zijn gebleven. Deze bossen hebben bijzondere natuurwaarde aangezien het binnenduinbos stinzenplanten bevat.
2
4
6
8
10km
Figuur 1.4; Groene verbinding tussen kust en Midden Delfland Ijsselmonde
N
0
Groengebied onder druk Door plannen van de gemeente om meer huizen te bouwen in gebied staat de groenverbinding onder druk. De puinduinen zijn een belangrijk en speciaal natuurgebied, welke dreigen te worden volgebouwd. Ook het recreatiepark ten zuiden van de Uithof staat sterk onder druk van de stad met plannen als een ziekenhuis en meer woongebieden. ontwikkelingsgebied rustig ecologisch groen recreatief groen groen onder druk groengerelateerde functie bottleneck stedelijke druk
Figuur 1.5; Groengebieden niet goed met elkaar verbonden
2
4
GEBRUIK
15
Drukt bezocht gebied maar onduidelijk verbonden Lozerlaan en A4 De Lozerlaan is de belangrijke hoofd ontsluitingsweg vanaf de A4 naar Kijkduin. Tevens is het de ringweg van Den Haag en daarom erg druk. Door de toekomstige verbinding van de A4 met Rotterdam zal de Lozerlaan drukker worden. Op warme dagen staat er een lange file naar het strand. De nevenwegen richting het Westland worden door vrachtverkeer en woon/werk verkeer gebruikt. Openbaar vervoer De meeste openbaar vervoer lijnen stoppen bij de Lozerlaan, of iets daarvoor. Vanuit het midden van de stad is het gebied daarom niet toegankelijk. Er lopen alleen twee buslijnen door het gebied heen richting het Westland. Langzaam verkeer Het gebied wordt het meeste gebruikt door langzaam verkeer en bestemmingsverkeer. Er zijn vele paden door het gebied maar een duidelijk netwerk is niet aanwezig. Ook is er een vaarroute aanwezig welke door kano’s wordt gebruikten zijn er vele ruiterpaden. In figuur 1.6 zijn de belangrijkste verkeersroutes in kaart gebracht. In figuur 1.7 worden de huidige en toekomstige gebruikersgroepen uitgelegd.
Figuur 1.6; Verkeersgebruik
vrachtverkeer vanaf Lozerlaan veel verkeer richting Westland, groenteveiling. toekomst: meer verkeer door verlenging van de A4 richting rotterdam.
autoverkeer
ruiters
op Lozerlaan veel verkeer, piek op zomerdagen richting kijkduin en richting poeldijk en monster
vanaf de maneges door het gebied, richting het strand. ze hebben aparte ruiterpaden.
toekomst: meer verkeer over Lozerlaan en meer verkeer door uitbreiding woningen
toekomst: blijvende hoeveelheid.
wandelaars
vaarrecreatie
fietsers
in de duinen (met de auto gekomen of stadsbewoner), in het recreatiegebied onder de Uithof (stadsbewoner), Ockenburg (meestal met de auto gekomen of stadsbewoner). toekomst: meer wandelaars omdat er meer woningen komen.
weinig vaarrecreatie, varen met kano mogelijk maar moeilijk door barrières,
over de Lozerlaan veel stadsverkeer, door het gebied heen vooral mensen die van het gebied gebruik maken en een aantal recreanten
toekomst: blijvende hoeveelheid.
toekomst: meer fietsers door uitbreiding van woningen.
Figuur 1.7 huidig en toekomstige gebruikersgroepen
16
GEBRUIK Niet welkom gevoel door (semi) privé functies Functionele versnippering Er zijn vele verschillende functies in het gebied aanwezig zoals in figuur 1.8 te zien is. De meeste van deze functies zijn semiopenbaar. Deze terreinen zijn alleen te toegankelijk voor bestemmingsverkeer. Omdat de mensen alleen naar het gebied komen voor deze functies, wordt het gebied niet als verblijfsplaats gezien. Het wordt vooral gebruikt om van a naar b te komen. In veel gebieden heb je daarom het gevoel dat je niet welkom bent, door de vele hekken en bosschages welke het zicht ontnemen. Dit creëert in sommige gevallen een onaangenaam opgesloten gevoel. In figuur 1.9 zijn de randen van de ontoegankelijke functies in kaart gebracht. Verblijfsfuncties Een aantal verblijfsfuncties zijn al wel aanwezig zoals het recreatiepark ten zuiden van de Uithof, landgoed Ockenburg en het gebied rondom Madestein. Deze zijn openbaar toegankelijk en worden ook gebruikt als ‘de achtertuin van Den Haag’. Deze gebieden zijn ook meteen drukbezocht, voornamelijk landgoed Ockenburg.
Figuur 1.8; Functie programma
Figuur 1.9 Randen ontoegankelijke gebieden
WATER Water geeft problemen maar ook veel kansen Water in het gebied wordt afgevoerd via de boezem naar de zee bij Scheveningen. De polders liggen erg laag, hierdoor komt het grondwater sneller omhoog wat voor wateroverlast zorgt (figuur 1.11). In de duinen speelt het probleem dat het water wordt onttrokken door onder andere de drinkwaterwinning. De zoetwaterbel welke onder de duinen ligt wordt daarom kleiner. Hierdoor hebben bepaalde delen van het gebied last van bodemdaling. (figuur 1.11) Klimaatrobuust Het gebied functioneert op dit moment goed en kan de het meeste water dat uit piekbuien komt aan. Figuur 1.10 laat het waternetwerk zien met het polderpeil en boezempeil. Echter in de toekomst zal er veel meer water komen door de klimaatverandering. Door de uitbreiding van woningen en bedrijven, zal er minder ruimte komen voor water, waardoor het belangrijk is om in de plannen daar rekening mee te houden.
polderpeil
boezempeil
kreek
kreek
bodemdaling 1.10 Polderpeil en boezempeil
waterproblematiek
toekomstige water problematiek
1.10 Problematiek met water
17
18
Wind en water vormden de ondergrond De bodem in het gebied is erg gevarieerd. Het loopt vanaf de duinen tot aan de lagere veenpolders in het Midden Delfland (figuur 1.12). In figuur 1.13 is een doorsnede gegeven vanaf de kust tot aan de polders.
jonge duinen A
Jonge duinen De jonge duinen kenmerken zich door het hoge reliëfverschil. Het zijn kalkrijke duinen door de invloed van de wind. Onder deze duinen ligt een zoetwaterbel waar drinkwater wordt gewonnen. De puinduinen bestaan uit vervuilde grond met een laag zand van een meter dikte er over heen. Deze zijn in de zestiger jaren neergelegd door het overschot aan vervuilde grond vanuit Den Haag. Daarnaast fungeren de puinduinen als versterkte kustwering.
oude duinen en strandwallen
afgegraven veen en klei
kleigronden
sterk bewerkte kleigronden kreekruggen A’
Oude duinen en strandwallen De oude duinen en strandwallen hebben een minder hoog reliëfverschil, vaak ongeveer vier tot vijf meter. Deze gebieden hebben vaak een erg bijzondere vegetatie. De oude duinen zijn voor een groot gedeelte afgegraven voor de zandwinning van Den Haag. Op de hoogtekaart is dit goed te zien (figuur 1.14). Afgegraven veen en klei Deze gebieden zijn door de mens afgegraven. Waarschijnlijk heeft er eerst klei en veen gelegen. Door het afgraven is de onderste
Figuur 1.12 bodemstrutuur
jonge duinen 10 m puinduinen 5m
oude duinen en strandwallen afgegraven veen/klei
0m
A
ONDERGROND
zandlaag van de duinen weer naar boven gekomen. Deze gronden zijn daarom relatief laag gelegen en zijn daardoor onbruikbaar geworden voor de landbouw en moeilijk bruikbaar voor andere doeleinden. In een aantal delen is er nog wel klei en veen aanwezig.
19
A
Kleigronden en kreekruggen De zee heeft ook van de andere kant zijn invloed gehad op het gebied. Het water kwam via de kreken het gebied in, waarna de randen werden overspoeld en er zeeklei achter bleef. In een groot deel is dit nog aanwezig. In het kassengebied is de grond sterk bewerkt voor deze functie. De oude kreekruggen zijn in sommige delen nog herkenbaar doordat hier nog steeds vaarten liggen.
A’
Figuur 1.14; hoogtekaart
kleigronden met kreekruggen
Figuur 1.13; Principe doorsnede
A’
20
Problematiek en vraagstelling Het gebied staat onder stedelijke druk vanuit Den Haag. Daardoor slibt het dicht met randfuncties die niet in de stad een plek kunnen vinden. Het gebied wordt daardoor op veel verschillende manieren gebruikt, zonder dat er wordt gekeken naar overkoepelende belangen. Door deze kijk mist het gebied de potentie die het in zich heeft. Daarnaast is het een belangrijk groengebied vanuit Midden Delfland naar de kust, maar ook zeker voor de mensen in Den Haag. Daarom is het belangrijk dat dit gebied een duidelijke visie krijgt zodat het steviger in zijn schoenen staat en niet wordt opgeslokt door de stad.
Plan van eisen: Vanuit de gemeente Den Haag zijn een aantal eisen aan het plan die moeten worden meegenomen. Wonen: in totaal 5.250 woningen, waarvan 1400 (stadsrandappartementen) in het ontwikkelingsgebied De Uithof. Werken: diensten toevoegen. Recreatieve en groen-blauwe natuur kwaliteit moet verhoogd worden. De waterproblematiek moet worden opgelost. Lozerlaan moet beter worden ingepast zodat het geen barrière meer vormt voor het langzaam verkeer. Randstadrail connectie met Westland met transferium. Het wordt de schakel (i.p.v. barrière/buffer) tussen Westland en Den Haag en vanaf het binnenland (vanaf de A4) naar zee (Kijkduin)
Figuur 1.15; Gebiedsversnippering
Stedelijke druk Het groen is een belangrijke verbinding van Midden Delfland met de kust. Deze dreigt echter te versnipperen door de plannen van woningbouw en andere programmering. Op dit moment is het gebied al een bottleneck voor de groenstructuur (zie figuur 1.16). De stedelijke druk neemt steeds sterker toe en daarmee is het gebied al versnipperd en zal deze alleen maar toenemen als er geen overkoepelende visie of strategie wordt bedacht. In figuur 1.15 is een schematische voorstelling van de ontwikkeling van de stad en het effect op de groenstructuur te zien. Figuur 1.18 laat zien dat er geen robuuste groen en waterstructuur is in het gebied. Ontoegankelijke stadsrand De Lozerlaan vormt een sterke barrière voor langzaam verkeer vanaf Den Haag naar het gebied. In de toekomst wordt deze weg nog drukker door de verbinding van de A4 met Rotterdam. Hierdoor is het gebied niet goed bereikbaar, en wordt dit alleen maar moeilijker. Het gebied is op dit moment vooral in gebruik door de stadsrand functies. Deze semi-private
functies delen het gebied op (figuur 1.19). Ze scheiden hun eigen gebied af met zichtbarricades als hekken en dichte bebossing. Hierdoor lopen recreatieve verbindingen niet gemakkelijk door het gebied en zijn door het missen van recreatieve hotspots niet aantrekkelijk.Het gebied wordt daardoor niet gebruikt als verblijfsfunctie waardoor het groengebied minder waarde heeft. Klimaatverandering Ander probleem in het gebied is de toenemende klimaatverandering welke voor waterproblemen zorgt. Deze problematiek is ontstaan doordat er niet goed is gekeken naar de ondergrond, aangezien op dit moment het waterpeil de functie volgt en niet andersom (figuur 1.20). Ook toenemende ontwikkelingen in het gebied zullen zorgen voor mere wateroverlast. Van stadsrand naar stadsschakel Het gebied wordt op dit moment vooral gebruikt vanuit Den Haag. Er zal een betere connectie moeten worden genecht tussen Westland en Den Haag, aangezien deze nu mist (figuur 1.17).
1.4 PROJECT
21
LEGENDA stedelijk groen recreatiegebied bestaand recreatiegebied gepland Hollands Plassengebied
provinciaal landschap Duin, Horst en Weide
natuurgebied Wijk en Wouden
bebouwd gebied water
Bentwoud/ Rottemeren
EHS/Natura 2000-gebied waardevol vogelweidegebied plangebied Midden-Delfland
bottelneck groen groenverbinding
Ijsselmonde
N
0
2
4
6
8
10km
figuur 1.16; bottleneck in de regionale groenstructuur
Functionele connectie Functionele connectie connectie Functionele Westland Westland Westland
? ??
Den Haag Den Haag Haag Den
figuur 1.17; missende connectie tussen Westland en Landschappelijke connectie Den Haag Landschappelijke connectie Landschappelijke connectie
Klimaat
? Maaiveld
? fi guur 1.18; geen robuust groengebied en Recreatieve connectie Recreatieve Recreatieve connectie connectie waterstructuur
figuur 1.19; opgedeeld landschap
Ondergrond
figuur 1.20; Geen relatie gelegd met het klimaat en de ondergrond
22
Het gebied heeft op dit moment geen overkoepelende visie waardoor het gehele gebied waarde krijgt voor de stad. Wanneer het dit wel zal krijgen, zal men het gebied meer gaan waarderen waardoor het niet meer verder zal dichtslibben met stadsrandfuncties welke het huidige mooie gebied doet afbrokkelen. Daarom is er een centrale vraag opgesteld waarmee de problematiek kan worden opgelost.
Centrale vraag Hoe kan het gebied ecologisch, waterrobuust en gebruiksvriendelijk worden ingericht waardoor het gebied een grotere en duurzame waarde krijgt voor de stedelijke omgeving?
Hoge gebruikerswaarde creĂŤren De gebruikerswaarde vormt een belangrijke laag in het plan. Deze doelstelling vormt de beleving van de gebruiker van het gebied. De gebruiker wil een openbaar toegankelijk en bereikbaar gebied waarlangs verschillende interessante punten liggen. Het gebied moet niet alleen gebruikt worden als bestemming voor de aanwezige en toekomstige functies, maar moet meer als verblijfsfunctie gaan dienen. Daarbij is het belangrijk dat de cultuurhistorische waarde zal worden behouden en dat de groene beleving optimaal tot zijn recht komt. Het is belangrijk dat men zich welkom voelt het hele gebied gaat waarderen. Op deze manier kan het groengebied een alternatieve route worden voor de stenige lozerlaan.
ILEX
Hoge ecologische waarde creĂŤren De hoge ecologische waarde betreft een hoge diversiteit aan planten- en diersoorten. Belangrijk is dat het een aaneensluitend groen- en waternetwerk is, waar planten en dieren kunnen leven. Daarnaast zijn bepaalde rustgebieden belangrijk voor de soorten welke hier behoefte aan hebben. De beplantingstypen zullen worden bepaald door de landschappelijke ondergrond.
1.5 VISIE
Stuttgart
ILEX
Waterkwantiteit vergroten Vanuit de probleemstelling is gebleken dat er in bepaalde delen van het gebied wateroverlast is. Daarom is het belangrijk dat hier op wordt ingespeeld. Maar ook zal er door de klimaatverandering in de toekomst meer waterberging nodig zijn voor piekbuien. Het water kan gebruikt worden voor andere doeleinden zoals een aantrekkelijk parkgebied.
Landschappelijke onderlegger geeft diversiteit De landschappelijke ondergrond wordt als onderlegger gezien waar de andere waarden in zullen vallen. Het gehele gebied zal vegetatie en landschapsstructuren krijgen welke typerend voor de ondergrond. Hierdoor wordt de ecologische waarde, maar ook de gebruikerswaarde van het gebied versterkt door de diversiteit die het creĂŤert.
Verankering met de omgeving Het gebied ligt op dit moment geĂŻsoleerd en is daarmee niet verankerd met de omgeving. Routes en het ecologische netwerk zullen aan elkaar worden verbonden zodat ze met elkaar en met de omgeving worden verankerd. Ook het OV netwerk door het gebied, van het Westland naar Den Haag, zal verbeterd moeten worden zodat een grotere waarde voor de stadsbewoner kan worden gecreĂŤerd.
23
24
Groen casco voor een duurzame proeftuin Groen casco als robuuste structuur welke flexibele zones mogelijk maakt (ďŹ guur 1.21)
Den Haag
Ca
sc
o
Fl
ex
ib
el
ez
on
e
Kust
Westland
Midden Deland
Figuur 1.21; Concept
CASCO Een interessant en divers groengebied voor de stadsbewoner, recreant, natuur welke rekening houdt met het klimatologische vraagstuk. In het robuuste casco worden hoge eisen gesteld aan de ruimte.
Flexibele zone De flexibele zone is een proeftuin voor duurzaam ruimtegebruik, waarbij met een aantal duurzame doelstellingen rekening moet worden gehouden, maar de verdere invulling vrij wordt gelaten.
Plaatsing van het casco
1.6 CASCO
25
Op dit moment heeft het gebied belangrijke waarden welke behouden moeten worden. Op de kaart in figuur 1.22 is te zien welke gebieden waarde hebben voor de gebruiker of voor de natuur. Aan de hand van deze kaart is te plaatsen waar het casco gaat komen te liggen. De huidige waardevolle structuren en punten zitten in het casco verwerkt zodat deze niet verloren gaan. De tussengelegen, nog niet waardevolle gebieden in het casco zullen moeten worden ontworpen om het meer waarde te geven. Hierdoor worden de verschillende waardevolle gebieden en punten aan elkaar geregen. Ook is het belangrijk dat het casco doorsteken vind in de stedelijke omgeving, aangezien de verankering een duidelijke doelstelling was van het gebied. Dit maakt dat het casco een robuust netwerk wordt van gebruikers- en natuurwaarden.
Figuur 1.22; Waarderingskaart
Uiterlijk van het casco Het casco verandert in de verschillende landschappen mee met het landschap (figuur 1.23). Hierdoor krijgt het gebied een hoge diversiteit waardoor een hoge ecologische waarde wordt gecreĂŤerd. Daarnaast moet het casco openbaar zijn en het gebied verankeren met de omliggende stad. In het casco wordt genoeg ruimte voor water behouden of gemaakt zodat het gebied voorbereid is op de klimaatverandering.
Uiterlijk van de exibele zone In de flexibele zone komt ruimte voor de ontwikkeling van stadsrand functies. De zone zal duurzaam worden ingericht en als proeftuin worden gezien voor duurzame ontwikkeling. Ook in de flexibele zone speelt de landschappelijke ondergrond een belangrijke rol. Deze bepaalt voor een groot deel het uiterlijk van de zone en verschilt daarmee niet met het casco. Echter zijn in deze zone de doelstellingen minder hoog.
26
1.7 LANDSCHAPPEN
27
Jonge duinen Duinlandschap met glooiingen. Lagere delen zijn duinvalleien. Het is een open beplantingslandschap met pioniersvegetatie als grassen, struiken en bomen.
Strandwallen Binnenduinbos met stinzenplanten als ondergrond. Vaak dienden deze plaatsen om te wonen en kwamen er grote landgoederen te liggen.
Overgangslandschap Laaggelegen maaiveld creĂŤert als hoofdfunctie water. Het landschap bevat veel struwelen en bomen.
Polderlandschap Open landschap met een aantal bomenlanen welke de belangrijke structuren kenmerken. Gebied drassig en bijzondere kwaliteiten voor weidevogels.
Figuur 1.23; Landschappen
Visievorming en concept
noord
0
250 500
1000 1250m
1.8 MASTERPLAN Groene oase dicht bij de stad
duingevoel creĂŤren
Duingevoel
infiltratiezone en parkgebied
Beleefbaar infiltratiegebied
parkgebied verbinding met de stad open structuur duinlandschap
bosgebied voor ecologische doeleinden
Open bosstructuur voor betere orientatie en beleving
nieuwe belangrijke recreatiewegen Verbeterde OV verbinding
oversteek van OV voor betere ontsluiting belangrijk recreatief punt open bosstructuur waterbergingsgebied recreatiegebied beter verbinden toegankelijk sportpark de Uithof Recreatie netwerk
waterbergingsgebied
laanstructuren in poldergebied
Toegankelijk sportpark Uithof Laanstructuren in de polder afbeeldingen: www.landezine.nl
29
30
2. Kop van het casco De verdieping is een onderdeel van het afstuderen waarin inhoudelijk meer wordt ingegaan op het desbetreffende onderwerp. Daarnaast wordt ook een schaalstap gedaan door in te zoomen op een gebied waar de meeste problematiek zich aandient. Het gebied dat in figuur 2.1 te zien is, heeft vanuit de problematiek gezien de meeste aandacht nodig. Hier is de grootste versnippering aanwezig, spelen toekomstige uitbreidingen een belangrijke rol waardoor hier de meeste kansen liggen voor de ontwikkeling van een robuust casco en flexibele zone. Door middel van het casco zoals in het masterplan is ontworpen zal een verdere invulling van het gebied gedefinieerd worden. Allereerst zal een uitgebreide beschrijving van het casco komen, waarin de opbouw van het casco wordt uitgelegd. De kop van het casco betreft drie deelgebieden zoals beschreven in het masterplan. Dit gaat om de jonge duinen, de strandwallen en het overgangslandschap van de duinen naar de polders. Deze gebieden zullen in dit hoofdstuk specifiek worden uitgelegd aan de hand van een aantal belangrijke ontwerpprincipes. Bijlage 2 toont de uitsnede van de verdieping met het verbeterde ontwerp.
Figuur 2.1, Uitsnede deeluitwerking
31
32
Definitie van het casco: Een casco is een vast ruimtelijk kader dat een buitenruimte omsluit die nader in te vullen is. Het vormt een subtiel kader, ook in de tijd. Een casco draagt dus alle kenmerken van een sterke structuur. Het legt vast, maar laat gelijktijdig een flexibele invulling toe waardoor veranderingen van de inrichting mogelijk blijven zonder dat de hoofdopzet wordt aangetast.
In de volgende schema’s zal worden uitgelegd wat de huidige situatie is van de desbetreffende doelstelling en het streefbeeld hiervan.
In figuur 2.2 staat het principe van de opbouw van het casco. Hierin valt een rustig groengebied waar meer ruimte is voor de natuur, een doorlopende waterstructuur, waterbergingsgebieden of lijnen, een aantal verblijfsplekken voor recreant en gebruiker, fiets en/of wandelpaden en een groengebied welke toegankelijk is voor de gebruiker. Door deze onderdelen worden de doelstellingen die van het casco gevraagd worden bereikt. Het casco zal gemiddeld minimaal 150 meter breed zijn om zo genoeg ruimte te bieden aan de programmering zodat deze robuust kan worden ingericht.
rustige groengebieden
doorlopende waterstructuur
waterberging
minim
recreatie kruidvegetatie verblijfsplek recreatiepaden
aal 150
toegankelijk groengebied
m
Figuur 2.2; Opbouw van het casco
2.1 OPBOUW
33
Hoge ecologische waarde De ecologische waarde van het gebied is op dit moment al erg hoog. Echter mist het op een aantal cruciale punten de verbinding met elkaar. Daarom werkt het ecologische netwerk niet naar behoren. Door deze gebieden met elkaar te verbinden en aan de minder waardevolle gebieden meer diversiteit toe te voegen, zullen deze gebieden ook een hoge ecologische waarde krijgen. In figuur 2.3 wordt het huidige beeld en het steefbeeld van de ecologische waarde gegeven.
Figuur 2.3; Ecologische waarde huidig en streefbeeld
De semi openbare functies welke in het gebied liggen, zoals in figuur 2.4 is te zien, zullen waarschijnlijk voor langere tijd blijven. In figuur 2.5 is te zien hoe deze functies in strijd zijn met de ecologische waarde van het gebied. De semi openbare functies die in het casco zitten moeten of worden ingepast, of worden verwijderd om de doelstelling van ecologische waarde niet in de weg te zitten.
Figuur 2.4; Ontoegankelijke functies Figuur 2.5; Ontoegankelijke functies in casco
34
Figuur 2.6; Gebruikerswaarde huidig en streefbeeld Hoge gebruikerswaarde De gebruikerswaarde in het gebied bestaat op dit moment vooral uit mensen welke van en naar de bestemmingsfunctie gaan. Daarmee zijn de entrees van deze functies direct ook de gebruikershotspots. Om hier te komen maken zij gebruik van verschillende typen wegen, de keuze tussen auto of fiets ligt vooral in hoever zij weg wonen van het gebied. Daarmee trekken regionale functies zoals een sporthal meer auto’s aan dan lokale functies zoals een horecagelegenheid. Om tot een beter netwerk te komen zullen de functies en dan voornamelijk de entrees beter verspreid moeten worden, zoals in figuur 2.6 te zien is. Hierdoor is het gehele gebied beter in balans. Ook zullen er een aantal langzaam verkeersroutes aan elkaar worden verbonden zodat deze logischer door het gebied lopen. Als laatste is een belangrijke constatering dat sommige delen van het gebied ontoegankelijk zijn door de vele hekwerken zoals een begraafplaats of sportvelden. Deze barrières zullen voor het grootste gedeelte moeten worden opgeheven om een leefbaarder gebied te krijgen.
35
Figuur 2.7; Waterkwantiteit huidig en streefbeeld Waterkwantiteit Het gebied bevat op dit moment al veel waterwegen (figuur 2.7). Vanaf het zuiden gezien wordt het richting de duinen steeds fijnmaziger. Voor het water is het belangrijk dat er een doorlopende waterstructuur is. Dit is op dit moment overal wel het geval, echter kunnen bepaalde gebieden nog beter met elkaar verbonden worden. De toekomstige klimaatverandering geeft genoeg noodzaak om meer waterbergings en infiltratievoorzieningen te maken. In figuur 2.7 is het streefbeeld van het watersysteem gegeven. Verankering met de context Door de recreatiepaden, groengebieden en het waternetwerk met de omgeving te verbinden wordt het gebied verankerd met Den Haag en Westland. Landschappelijke onderlegger geeft diversiteit Het casco zal qua sfeer en beplanting worden aangepast aan de landschappelijke ondergrond. Hierdoor komen de onderliggende landschappen weer naar boven en geeft dit een divers beeld en natuurwaarde aan het gebied.
36
De ingrepen die moeten worden gedaan om de streefbeelden te realiseren zoals in paragraaf 2.1 naar voren komen, zin in deze paragraaf uitgewerkt.
geval met elkaar gaan overlopen. Daarnaast zullen een aantal doorkijkjes zijn richting de flexibele zone zodat het casco geen opgesloten wereld op zich wordt.
Diverse vegetatietypen De vegetatie zal zich aanpassen naar de landschappelijke ondergrond. Dit betekent dat in de duinen vooral kalkminnende soorten te vinden zijn, op de strandwallen duinbossen en in de polders waterminnende soorten. De structuren en soorten zijn verderop in dit hoofdstuk verder uitgewerkt.
Waterberging en verbinding Een doorlopende waterverbinding is voor de ecologische structuur erg belanrijk. Daarnaast verbetert dit ook de duurzaamheid van het watersysteem. Waterbergings en infiltratievoorzieningen zorgen er voor dat ook in de toekomst het gebied goed is voorbereid op het water.
Openbaar en toegankelijk Het casco is een openbaar en toegankelijk gebied voor de stadsbewoner en recreant. Hierdoor wordt het gebied voor langzaam verkeer een alternatief voor het gebruik van de Lozerlaan. Het openbaar vervoer zorgt ook voor een goede verbinding vanuit Den Haag is daarbij een speerpunt welke verbeterd wordt door de aanleg van een ov verbinding. Daarnaast moeten een aantal bestaande functies worden verwijderd of aangepast om het gebied naar deze doelstelling in te richten. Het tuincentrum, tankstation, sporthal en een aantal woningen zullen daarom worden verplaatst naar de flexibele zone, waar zij de ruimte hebben om uit te breiden. Bijzondere gebouwen met een architectonische waarde zullen worden behouden maar van een andere, (semi) openbare functie worden voorzien. Functies welke semi openbaar zijn mogen blijven mits zij het buitenterrein openbaar toegankelijk maken. Een aantal bestaande functies in het casco zijn op dit moment al goed, aangezien zij waarde teruggeven aan het gebied, maar kunnen nog verbeterd worden door extra of andere programmering.
Bijlage 2 laat het ontwerp zien van deze uitsnede. Om deze doelstellingen te realiseren worden verschillende ingrepen gedaan. In de kaart hier naast (figuur 2.8) zijn deze ingrepen in kaart gebracht. Wanneer deze ingrepen worden gedaan in het casco, zal deze veel meer waarde krijgen voor het gebied en daardoor robuust zijn in tijd en in functie.
Zichtlijnen en doorkijkjes Het zicht in het gebied is erg belangrijk voor de beleefbaarheid van het gebied. Op dit moment is het gebied overal erg gesloten door middel van hekwerken en dichte bosschages. Door dit open te maken wordt de beleefbaarheid van het gebied vergroot. Hiervoor zal op verschillende plekken de vegetatie weg worden gehaald. De hekwerken zullen worden weggehaald door in de flexibele zone landschappelijke afscheidingen voor te schrijven. In paragraaf 2.7 staat dit principe verder uitgewerkt. Vanaf het casco is het zicht op de flexibele zone ook erg belangrijk voor de beleving. De entrees zijn daarbij belangrijke aandachtspunten waar deze twee gebieden in ieder
1 2 3
4 5 6 7 8 9
10 11 12 13
Opnieuw inrichten van knooppunt Doel: Hoge gebruikerswaarde Open vegetatiestructuur bovenop puinduin Doel: Hoge ecologische waarde en Gebruikerswaarde Puinduinen doortrekken onder recreatiepad en recreatiepad voor paarden verbinden. Doel: Hoge gebruikerswaarde Vegetatie open maken t.b.v. duinvallei vegetatie Doel: Hoge gebruikerswaarde en hoge ecologische waarde Nieuwe functie welke waarde toevoegt aan het casco Doel: Hoge gebruikerswaarde Bestaande functie uitbreiden en verbeteren Doel: Hoge gebruikerswaarde Recreatieve verbinding creëren of versterken Doel: Verbinden met de context Openmaken, diverser maken groengebied Doel: Hoge gebruikerswaarde en ecologische waarde Op termijn verwijderen of verplaatsen van functies waarna groen recreatiegebied wordt gecreeërd. Doel: Hoge gebruikerswaarde, Hoge ecologische waarde. Bij bestaande functie terrein openbaar maken Doel: Hoge gebruikerswaarde en hoge ecologische waarde Waterbergingsgebied Doel: Waterkwantiteit verhogen Nieuwe verblijfsfunctie Doel: Hoge gebruikerswaarde Verlengen tramlijn en parkeergelegenheid Doel: Verankering met de context, hoge gebruikerswaarde
14
Zichtlijnen en doorzichten creëren of versterken Doel: Hoge gebruikerswaarde
15
Waterverbinding maken Doel: Hoge ecologische waarde en waterkwantiteit figuur 2.8: Ingrepenkaart kop van het casco
37
2.2 INGREPEN
14 7 7 2
2 3
5
7
9
4
1
14 11
2
4
9 14
7 3
7
5
15 4 14 9 15
11
5
10 7
5 7
6 8
7
9 14
15
9
7
6
14
8
7
7 14 9
15 8 10
10
11 12
13
8 8
11
8
10 7 7
8
14
38
2.3 WATERSYSTEEM
Figuur 2.9; Duinvallei voor waterinfiltratie
Figuur 2.10; Ringvaarten met elkaar en de omgeving verbinden
Figuur 2.11; Natuurlijke oever voor meer watercapaciteit
Het watersysteem in de duinen kenmerkt zich door het voorkomen van duinvalleien tussen de hogere delen van het landschap. Daarmee zijn de duinvalleien direct ook waterbergings- en infiltratiegebieden. De duinvalleien worden gevuld wanneer het regent (figuur 2.9), waarna het water langzaam wegstroomt richting laaggelegen gebieden via kleine waterstromen en deels infiltreert in de grond.
Het watersysteem op de strandwallen bestaat uit een stelsel van gegraven vaarten welke vroeger werden gebruikt voor het afvoeren van de afgegraven zandgrond richting Den Haag. Deze vaarten zijn daarom meestal wel 4 of 5 meter breed en omkaderen een afgegraven gebied. Dit stelsel zal intact blijven en deels met elkaar en met de omliggende gebieden worden verbonden. De randen van deze vaarten zullen, wanneer dit nog niet gedaan is, als natuurvriendelijke oever worden omgevormd (figuur 2.10). Het gebied wat wordt gebruikt als hondenlosloopplek ligt al een stuk lager dan het omliggende land. Daarom zal deze plek worden toegewezen als waterinfiltratieplaats voor het omliggende gebied. In het laaggelegen poldergebied komt het meeste water voor. Deze waterstructuren zullen behouden worden en van natuurlijke oevers worden voorzien. Op een aantal plekken is het noodzakelijk dat er een nieuwe watergeul wordt gegraven zodat de ecologische lijn van water en beplanting blijft. Daarnaast creĂŤert het graven van meerdere watergeulen een duurzamer systeem, waarbij minder snel knelpunten ontstaan bij een overschot aan water. Door het gebruik van natuurlijke oevers zal er meer watercapaciteit zijn omdat de flauwe oevers een groot aantal m3 water op kunnen vangen (figuur 2.11). Aan de rand van de strandwal naar de polders komen tevens waterinfiltratie- en bergingsvoorzieningen.
Het gehele watersysteem van het casco staat uitgelegd in figuur 2.12. Het water heeft een doorlopende hoofd waterstroom door het gehele casco heen welke op boezempeil ligt (+0,10 m boven NAP). Daarnaast wordt er een neven stroming aangelegd welke met overstorten aan deze hoofdstroom is gekoppeld. Wanneer er te veel water door de hoofdstroom heen loopt zal dit naar de nevenstroom afkoppelen waar het overtollige water kan infiltreren. Ook zijn er een aantal water infiltratieplekken waar het water wordt verzameld om zo tot moerassige situaties te geven, die de diversiteit van het gebied vergroten. Figuur 2.12; Watersysteem
39
40
Entree in de duinen Duinvallei
Duinvallei
Zicht vanaf de duinen
Duinvallei Figuur 2.14: Uitwerking duinsfeer
2.4 DUINEN
Figuur 2.13; na: Zicht in de duinen
Figuur 2.13; voor: Zicht in de duinen
Sfeer in de duinen Het duingebied is een bijzonder landschap nationaal maar ook internationaal gezien. Het heeft belangrijke ecologische waarden en recreatieve waarden, omdat het een landschap is dat niet veel voorkomt. Het is daarom van belang dat het blijft en waar mogelijk wordt versterkt. Het verschil in reliĂŤf is in dit gebied erg typerend. Voor de vegetatie geldt dat er in de duinvalleien bijzondere soorten voorkomen, maar op de hogere delen van de duinen ook. Deze extremen zullen daarom extra worden benadrukt, in figuur xx is een visualisatie te zien van de sfeer in het gebied.
In dit gebied liggen een aantal puinduinen welke op dit moment al recreatief zijn ingericht. Echter mist het vele kansen aangezien het een slechte aansluiting heeft op elkaar. Om het gebied een extra boost te geven zal er een verblijfsfunctie aan worden toegevoegd, zodat het duingebied een echt entree krijgt. Op de bestaande puinduinen zal het zicht richting de zee en de jonge duinen worden verbeterd. Het gebied moet een sfeer van openheid en grootsheid krijgen waardoor je je direct in het duingebied waant. In figuur 2.14 staat de uitwerking van dit gebied.
41
42
Vegetatie op jonge duinen en puinduinen Biestarwegras
Helmgras
Rood zwenkgras
Duindoorn
Lariks
Berk
Helmduinen
Vochtig duinvallei
Struikvegetatie
Locatie aan de zeekant van de duinen, direct door de wind beĂŻnvloed, kalkrijke zandgronden
Locatie achter de eerste duinrand of puinduin. kalkrijke zandgronden
Grondwater Lage grondwaterstand, droge grond.
Grondwater Hoge grondwaterstand, onder invloed van zoet grondwater.
Locatie rondom de tweede duinrand en rondom de puinduinen. Aan de zeekant van de duin komt duindoorn voor, aan de landkant vooral lariks.
Beheer Andere beplanting dan helmgras of andere grassen zullen niet groeien op deze plek door de zeewind.
Beheer 4 keer per jaar maaien. Verjonging van de duinen door erosie en sedimentatieprocessen is van groot belang voor het behoud van de pionierstadia.
Hoogte Ongeveer 40 tot 60 cm hoogte.
Hoogte ongeveer 30 tot 50 cm, met een aantal lage en hogere struiken.
Hoogte 1,5 tot 4 m hoog.
Dichtheid Langs de randen van paden dichtere beplantingsstructuur dan verder er vanaf, zorgt voor natuurlijke barrière zodat mensen niet het kwetsbare gebied in gaan.
Dichtheid vele lage soorten, met een aantal struik gewassen.
Dichtheid dicht struikgewas met een aantal open plekken waar meer (droge of natte) ruigtes voor komen.
Grondwater Hoge grondwaterstand, onder invloed van zoet grondwater. Beheer Extensief beheer, opschot van bomen moet verwijderd worden.
Figuur 2.15: Vegetatietypen in de duinen
43
In de duinen bestaat veel variatie aan vegetatietypen (figuur 2.15). Op de pagina hiernaast staat beschreven hoe de vegetatie eruit ziet. De kaart hier boven (figuur 2.16) toont de structuur van de vegetatie. Op de hogere duinen bestaat de vegetatie uit gras. In de duinen komen verschillende bijzondere diersoorten voor zoals de zandhagedis en de tapuit.
zandhagedis
tapuit
Figuur 2.16: Plattegrond vegetatietypen
A
A’
B
B’
Figuur 2.17; recreatie in de duinvallei
Het gebruik van de duinen is voornamelijk recreatief. Er lopen verschillende recreatiepaden door het gebied heen. Deze bestaan altijd uit een verhard pad voor voetgangers en fietsers en een onverhard pad voor ruiters (figuur 2.19). In de duinen wordt gespeeld met het hoogteverschil om zo een verschillende beleving per gebruikersgroep te creëren. Zo zal in de duinvalleien het verharde pad over het drassige gebied gaan en het ruiterpad aan de rand (figuur 2.17), terwijl in de duinen het wandelpad veel hoger ligt en uitzicht biedt over het gebied (figuur 2.18).
Figuur 2.18; recreatie in de hoge duinen Figuur 2.19; wandel en fietsroutes en recreatieve punten
B’ B A’ A
44
Waterretentie park
Landgoed Ockenburg
Bijzonder bosgebied
Stadslandbouw verkooppunt
Pluk! Stadslandbouw
2.5 STRANDWAL
45
Figuur 2.20; na: Verkooppunt voor stadslandbouw en groene verbinding met Ockenburg
De strandwallen kenmerken zich voornamelijk door een dicht bosgebied waarin een aantal oude buitenplaatsen liggen zoals Ockenburg en Madestein. Het bijzondere bosgebied is binnenduinbos welke behouden zal blijven en wordt versterkt door het creĂŤren van twee recreatieve routes hier door heen. Deze bieden direct een verbinding vanaf Madestein met Ockenburg en de duinen (figuur 2.21). Het terrein van landgoed Ockenburg kent een rijke historie en het is daarom van belang dat dit intact wordt gehouden en versterkt. Dit gebeurt door de aanpassing en verbetering van de functies van de gebouwen die in het gebied liggen. De grootste functie die hier zal moeten worden aangepast is het crematorium waar het terrein niet meer moet worden afgesloten met hekwerken. Een landschappelijke afscheiding zoals een waterweg zou hier het terrein toch kunnen afscheiden. Richting de duinen zal het qua dichtheid aan beplantig steeds verder afnemen, waardoor er plaats is voor meer waterberging. Vandaar dat hier een Figuur 2.21; Sfeer van de strandwallen
Figuur 2.20; voor: Tuincentrum met kassen en veel verharding
waterretentiepark is ingericht welke direct verbonden is met de duinen en stad om toekomstige piekberging op te vangen. Stadslandbouw wordt al op kleine schaal gedaan op het terrein van Pluk! Door het vergroten van het casco zal er in dit gebied meer ruimte komen voor stadslandbouw. Het tuincentrum zal omgebouwd worden tot groen stadslandbouw verkooppunt, waar eventueel ook in de vorm van een kas kan worden geexperimenteerd met landbouw (figuur 2.20). Door het weghalen van de kassen aan de westkant zal de ecologische en waterverbinging niet worden verstoord door deze nieuwe, openbare functie.
46
Duinbossen op strandwallen
Duinbos met stinzenplanten
Kruidenrijke zoomvegetatie
Duinbos wordt gedomineerd door ruwe berk, grove den, zomereik en beuk. Struweelvegetatie kent vegetatiesoorten als meidoorn, duindoorn, wegedoorn, egelantier, hondsroos en gewone vlier. Op open plekken komen dauwbraam en kruidenrijke zoomvegetaties voor. Locatie Op de strandwallen, op hogere delen van de strandwal meer bosbeplanting, op lagere delen meer open plekken. Vanaf de duinen gezien is er steeds meer bos te vinden, aangezien de zeewind nog sterke invloed heeft op de beplanting. Grondwater wisselende grondwaterstand door wisselende hoogte aan maaiveld.
Duinbos met struikvegetatie
Beheer De bosgebieden zullen zo veel mogelijk extensief worden beheerd om zo de natuur zijn gang te kunnen laten gaan. Op open plekken zal wel beheer moeten komen om het opschot van bomen te verwijderen. Hoogte Onderbeplanting ongeveer 40 tot 60 cm hoogte (stinzenplanten). Struikgewassen 4 tot 8 meter hoogte. Bomen 15 tot 30 meter hoogte. Dichtheid Dichte beplanting aan bomen. Struikgewassen in grote bosjes aanwezig. Waar geen struikgewassen zijn vormen stinzenplanten in het voorjaar de onderbegroeiing.
Figuur 2.23: Vegetatietype op de strandwallen
47
De vegetatie op de strandwallen zijn duinbossen met open plekken en bosjes zoals in figuur 2.24 is te zien. Richting de duinen wordt het gebied steeds meer open door de invloed van de zee. Deze bosgebieden zijn een belangrijk vegetatietype voor verschillende soorten vogels als bijvoorbeeld uilen. De opbouw van de vegetatie wordt uitgelegd in figuur 2.23.
Figuur 2.24; vegetatiekaart
A
A’
B
B’
figuur 2.25; recreatie vlak duinbos
De recreatieve waarde van het gebied zal vooral door het besloten karakter van het bosgebied komen. Om het principe van de strandwal naar voren te laten komen zullen er recreatiepaden zijn die op een kleine glooiing liggen van 0,5 tot 2 m (figuur 2.26). Er zullen vlakke stukken zijn in de recreatie paden op het landgoed Ockenburg (figuur 2.26). De recreatieve punten zullen worden verbeterd. De programmering moet openbaar zijn en waarde toevoegen aan het groengebied.
figuur 2.26; recreatie glooiend duinbos Figuur 2.27; wandel en fietsroutes en recreatieve punten
A’ B
B’
A
48
Figuur 2.28; na: Toegankelijk schoolterrein met recreatie en vegetatie
Vogelrustgebied
Nieuwe aantrekkelijke verblijfsfunctie
Open bosgebied met vele doorzichten Recreatiegebied
Open bosgebied met vele doorzichten
Figuur 2.28; sfeer op de overgang
2.6 OVERGANG
49
Op het raakvlak van duinen en polders is het overgangsgebied gesitueerd. Er zullen een aantal aanpassingen komen in het gebied waardoor deze op een robuuste manier kan worden ingericht. In figuur 2.29 wordt in plattegrond uitgelegd wat de sfeer zal zijn van de gebieden. Ten eerste zal er bij de archeologische vindplaats de stenen kamer een nieuwe verblijfsfunctie komen waardoor het gebied aantrekkelijker wordt om naar toe te komen. De nieuwe recreatieve hoofdroute die door het gebied heen komt te liggen zorgt voor een goede verbinding vanaf Ockenburg en vanaf de stad. De semi- openbare functies welke in het gebied liggen zijn een verslavingszorg en een middelbare school. Deze zullen hun terreinen open moeten stellen voor gebruikers, en het gebied meer landschappelijk inrichten zodat zij onderdeel worden van het casco (figuur 2.28). Hoofd recreatiegebied blijft direct langs de stadsrand, waar de grote waterplaats een aantrekkelijk gebied is om bijvoorbeeld te kanoĂŤn. De vegetatie in het gebied zal zich aanpassen naar de waterminnende soorten wanneer het waterpeil in het gebied daar hoog genoeg voor is. Het is belangrijk
Figuur 2.28; voor: Ontoegankelijk schoolterrein
dat in het gebied ruimte komt voor waterberging aangezien dit het laagste deel van het plangebied is. Omdat het gebied een overgangsgebied is, is het juist belangrijk om de twee extremen te laten zien. Zo zullen de dichte bosjes contrasteren met het open en waterrijke landschap. De bosgebieden die op dit moment aanwezig zijn zullen op bepaalde plekken ontdaan worden van onderbeplanting zodat men doorzichten heeft van het gebied. Door deze aanpassingen in de beplanting wordt een hogere diversiteit aan vegetatielagen gecreĂŤerd, waar verschillende soorten kunnen leven. In het vogelrustgebied is de mens te gast in de natuur en zal de ecologische waarde belangrijker zijn dan de waarde voor de gebruikers.
50
Bosplukken en struweellijnen
Dit type bos kenmerkt zich door een laag maaiveld en is daardoor sterk onder invloed van het water. Er zullen daarom andere typen vegetatie voorkomen dan in het duinbos, namelijk grauwe wilgen, elzen, essen en eiken. Op open plekken komen vochtige ruigten voor met bijvoorbeeld koninginnekruid en valeriaan. Locatie Net achter de strandwallen, op het lage, veelal afgegraven deel van het land. De grondsoort bestaat grotendeels uit zand. Grondwater Op dit moment lage grondwaterstand door het polderpeil, later stadium zal functie peil volgen en zal in bepaalde delen de grondwaterstand omhoog worden gezet.
van een aantal plekken waar intensief beheer wordt gepleegd om doorzichten te behouden. Hoogte Onderbeplanting ongeveer 40 tot 60 cm hoogte (stinzenplanten). Struikgewassen 4 tot 8 meter hoogte. Bossen Dichtheid Struikgewassen hebben de boventoon in dit vegetatietype, bomen zullen vanaf de strandwallen gezien steeds minder worden. Kruidvegetatie wordt richting de polder steeds belangrijker aangezien de bijzondere ondergrond ook voor bijzondere plantensoorten kan leiden.
Beheer Belangrijk is het behoud van het open karakter, waar wel veel beplanting staat. Dit zal gebeuren door middel Figuur 2.30; Vegetatietype op de overgang van duin naar polder
Op de overgang tussen strandwal en .. polder komen twee vegetatietypen voor (figuur 2.31). Namelijk het bosgebied met waterminnende soorten (zie figuur 2.30 voor verdere uitwerking) en de open gebieden met vochtige ruigtes en graslanden. Deze twee typen worden afgewisseld om zo deze twee extremen naar voren te laten komen, en meer diversiteit in het gebied aan te brengen. De ringslang is een typische soort voor deze gebieden.
A
A
51
Figuur 2.31; vegetatiekaart
A’
Figuur 2.32 recreatiepad gescheiden door water
B
B
C
C
C’
B’ Figuur 2.34 recreatiepad gecombineerd meer ecologische waarde Figuur 2.33 recreatiepad meer waternatuur Figuur 2.35; wandel en fietsroutes en recreatieve punten
Vanaf Den Haag is dit gebied goed te bereiken via de langzaam verkeersbrug over de Lozerlaan. Door een recreatieve verbinding te maken richting de Stenen Kamer Madestein zal dit gebied beter toegankelijk worden. De recreatiepaden zullen vaak in gecombineerd worden met waterwegen aangezien deze het polderkarakter van het gebied versterken (figuur 1.32 t/m 1.34). Af en toe zal het recreatiepad door een gesloten bosgebied gaan om zo het contrast te vergroten.
A
A’ C’ C
B’ B
52
Streefbeeld flexibele zone Definitie flexibele zone: Een flexibele zone is de ruimte tussen het casco waarbinnen flexibele invulling van de genoemde doelstellingen worden toegelaten. Het flexibele gebied heeft bepaalde doelstellingen waaraan voldaan moet worden, maar vertelt niet hoe deze er uit zouden moeten zien. De flexibele zone heeft een vast kader welke grenst aan het casco. Er hoeft geen zichtbaar verschil te zijn tussen het casco en de flexibele zone.
Het streefbeeld van de flexibele zone staat in figuur 2.36 de leidraad. Op de volgende pagina’s zal dit streefbeeld aan de hand van regels worden uitgelegd.
Ruimte voor stadsrand functies Voor de duurzame invulling van het plangebied is een flexibele zone ingesteld waardoor nieuwe functies de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen. Deze functies kunnen allerlei programmering hebben, ze kunnen openbaar of privĂŠ zijn. Belangrijk is dat de flexibele zone zich aanpast aan de behoeftes van dat moment, dit hoeft niet te betekenen dat het gebied ook dynamisch zal zijn in tijd. Er zal gestreefd worden naar
beplantingslijnen
een afwisselend gebied, aangezien dit een positieve waarde is van een stadsrand. Daarom is het belangrijk dat de functies in de flexibele zone niet allemaal gelijk zijn. Typische stadsrandfuncties welke er nu liggen en waarschijnlijk ook blijven zijn sportvelden, sportcentrums, maneges, dierenasiel en scholen. Dit zijn belangrijke functies welke ook behouden moeten blijven. Er zijn een aantal doelstellingen voor de flexibele zone waardoor de waarde van het gebied wordt versterkt en de flexibele zone er niet voor zal zorgen dat het casco minder waarde krijgt. Dit betekent dat bestaande functies, wanneer zij voor langere tijd blijven (vanaf 10 jaar), deels aangepast zullen moeten worden. Wanneer de bebouwing moet worden afgebroken om aan deze regels te kunnen voldoen, zal dit niet hoeven. De regels die wel toegepast kunnen worden zonder het slopen van de gebouwen, moeten wel worden toegepast om zo toch tot een duurzame inpassing te komen.
recreatieroute piekberging
gereduceerd stadsrand functie verhard oppervlak
duidelijke connectie met het casco
Figuur 2.36: uiteindelijk streefbeeld flexibele zone
2.7 FLEXIBELE ZONE
Inpassen van groen (figuur 2.37) De groene ruimte zoals in het casco wordt aangegeven zal ook een uitwerking hebben in de flexibele zone. Door het inpassen van het groen welke voorkomt in het casco zal het gebied verankerd zijn met de omgeving. De grootte van de onverharde ruimte bedraagt minimaal 40% van de totale oppervlakte. De invulling verschilt per deelgebied, het omliggende casco dient als inspiratie voor de inrichting van de flexibele zone. minimaal één beplantings lijn, met vegetatie en structuur zoals in het casco
waar kavel aan het waternetwerk van casco ligt, deze doortrekken met natuurlijke oever
53
aanwezig water op kavel: natuurlijke oever waar mogelijk
gezamenlijke buitenruimte inrichten, geïnspireerd door het casco
Inpassen van waterkwantiteit (figuur 2.38) Door het afkoppelen van het hemelwater wordt het gebied duurzaam ingericht. Hiervoor is 50% van het verharde oppervlakte nodig om het water op te vangen door middel van infiltratie. Voor piekberging wordt 10% van het totale gebied gerekend. Deze infiltratie en bergingsmogelijkheden moeten allemaal minstens 60 cm diep zijn. piekberging 10% van het totale oppevlak
hemelwater afkoppelen van riool
Figuur 2.37: Inpassen groen
water infiltratie mogelijkheid voor hemelwater 50% van verhard oppervlak
Figuur 2.38: Inpassen waterkwantiteit
54
Openbare gebruikerswaarde inpassen (figuur 2.40) Wanneer het gebied (semi) openbaar is óf groter dan 6 ha groot, dient er een langzaam verkeersroute te worden aangelegd. Bij kleinere kavels is het een wens om langzaam verkeers routes in te passen. Hiermee wordt het toegankelijke karakter van het gebied versterkt. Duin met duindoorn
De entrees van het gebied zijn belangrijk voor de gebruiker. Daarom moeten deze op een zorgvuldige manier worden ingericht. Dit bestaat uit zichtpunten zoals doorkijkjes en het inrichten van de landschappelijke structuur. Wanneer het terrein toch op de een of andere manier moeten worden afgesloten van de omliggende ruimte, zal er gebruik worden gemaakt van landschappelijke afscheidingen (figuur 2.39). Wanneer er hekwerken nodig zijn moeten deze bij de entrees uit het zicht staan. Voor het terugdringen van het verharde oppervlak zal er ruimte komen voor gezamenlijk parkeren. Hiermee blijft er meer ruimte over voor het groenoppervlak. Ook zullen openbare functies zo veel mogeijk gecombineerd worden in één gebouw.
Kleine hoogte met bomenrij en natuurlijke oever
brede watergang met natuurlijke oevers Figuur 2.39: landschappelijke afscheidingen in duinen, strandwal en polders openbare functies combineren in gebouwen langzaam verkeersroute entrees belangrijke zichtpunten
gezamenlijk parkeren
Figuur 2.40: Openbare gebruikerswaarde inpassen
55
Beeldkwaliteit van gebouwen (figuur 2.44) Gebouwen zullen een belangrijke beeldkwaliteit zijn in de flexibele zone. Algemene regels waardoor de architectuur in het gebied het beste tot zijn recht komt is wanneer het 20 m vanaf het casco af staat. Om de beeldkwaliteit vanuit het casco niet te verstoren zal het gebouw niet hoger dan 8 verdiepingen mogen zijn. Daarnaast moet minimaal 40% van het totale oppervlak onverhard zijn, waardoor de groene ruimte een de tegenhanger wordt van de bebouwing. Aangezien de landschappen in grote mate bepalen wat er met het gebied gebeurt, is dat in dit geval ook zo. In de duinen zal de architectuur voornamelijk uit hout en beton bestaan (figuur 2.41). Het gebied op de strandwallen bestaat voornamelijk uit bos en heeft daarom minder stricte regels, mits het gebouw maar een donkere kleur heeft (figuur 2.42). In de polders is het belangrijk dat de bebouwing laag blijft, is ingebed in een beplantingslijn (figuur 2.43).
Figuur 2.41: moderne gebouwen in de duinen
Figuur 2.42: moderne gebouwen op de strandwal
Figuur 2.43: moderne gebouwen in de polder
bebouwingsgrens 20 m vanaf casco
hoogte bebouwing niet meer dan 8 verdiepingen. bebouwing op hoogst gelegen gedeelte
minimaal 40 % van het kavel onverhard groenoppervlak
Figuur 2.44: Beeldkwaliteit van gebouwen
56
3. Duinmilieu Het inrichtingsplan is een onderdeel van het afstuderen waarin een detail van het plan wordt uitgewerkt. Voor dit plan heb ik gekozen voor de plek zoals in figuur 3.1 te zien is, aangezien dit een plek is waar een nieuw entree van de duinen moet worden ontworpen. Hierdoor wordt het gebied onderdeel van het casco, waarmee in dit hoofdstuk ook duidelijk wordt waarom dit gebied casco moet worden. Allereerst zal de plankaart (paragraaf 3.1) worden besproken aan de hand van ingrepen die moeten worden gedaan.
Viktor Groen
Hierna volgt de uitwerking van de duintribune in het casco (paragraaf 3.2) en de uitwerking van de sporthal in de flexibele zone (paragraaf 3.3).
Figuur 3.1, Uitsnede Duinmilieu
57
58
0
15
30
75 m
noord
59 Villawijk ‘De Ville Buiten’
Uitzichtpunt met wandelroutes en open grassen vegetatie struwelen en bosjes van duindoorn
ruige graslanden
nieuw hoogteverschil
nieuwe sporthal
duinvegetatie mix van hoge grassen
fietspad door duinbos
oversteekplaats lozerlaan
autowegen
nieuwe duin met duintribune
platte bruggen van hout
natuurlijke oever aan waterplas
scheiding van flexibele zone met casco
Figuur 3.2; Plankaart Duinmilieu
60
beplanting verwijderen
ad
elp
beplanting verwijderen
nieuwe hoogte
beplanting verwijderen
‘De Ville Buiten’
zichtpunt toevoegen
nieu
beplanting verwijderen
ww
and
elpa
d
uw
nie
d an
w
nieuwe hoogte
Nieuwe uitgebreide sporthal
A’
duintribune met ruigte in plaats van sporthal en parkeren
zichtpunt toevoegen
bestaande weg verbinden met de Lozerlaan gron
d af
A
beplanting verwijderen
nieu
ww
beplanting verwijderen
and
grav
en
elpa
d
beplanting verwijderen
ad
nieuw fietsp
zichtpunt toevoegen
Er worden een aantal ingrepen gedaan in het landschap om het gebied meer waarde te geven In figuur 3.2 is de plankaart in zijn geheel te zien. Hier onder zal ik deze kaart verduidelijken aan de hand van de ingrepenkaart zoals in figuur 3.3 te zien is. Verwijderen sporthal Door het verwijderen van de sporthal wordt er een belangrijke ecologische verbinding gemaakt vanaf het zuiden naar het noorden. Daarnaast biedt dit ook kansen voor de verbetering van het recreatienetwerk richting de duinen. Vanaf Den Haag en vanaf landgoed Puinduin
Recreatiezone
Figuur 3.3; ingrepenkaart inrichtingsprincipe
Ockenburg wordt de entree van de duinen hierdoor verbeterd. Recreatienetwerk Met de fiets wordt het door de nieuwe hoogteverschillen leuker om door het gebied te fietsen en krijgt men meer het gevoel dat men dicht bij de duinen zit. Hiervoor is het zicht vanaf de paden en de typische duinbeplanting erg belangrijk. Als wandelaar heb je vaak als enige toegang tot de hoogste delen van de duinen wat zorgt voor een wijds uitzicht.
Duinvallei water
Podium eiland
A 13 m 1m
1,5 m
water
Vegetatie De vegetatie zal op de hogere delen uit grassen bestaan en aan de rand van de duinen uit struikbeplanting als duindoorn en lariks. De bosgebieden zorgen voor de ruimtelijke afwisseling en versterken het contrast tussen het besloten bos en de open duinen. Duinvalleien bestaan uit droge en vochtige ruigtes en een geleidelijke afloop richting het water.
maar ook op kleinere schaal zorgt het creëren van doorkijkjes voor een betere beleving van het hoogteverschil. Vanaf de Lozerlaan wordt de duinsfeer ook versterkt door de binnenberm met duinvegetatie in te richten en ook zichtlijnen te maken naar de hogere duinen. Puinduin De nieuwe puinduin zorgt voor een verblijfsplek welke het besloten karakter van de duinen versterkt (figuur 3.6). In de komende paragraaf zal worden uitgelegd waar de puinduin voor zal worden gebruikt.
architectenbureau de zwarte hond
architectenbureau de zwarte hond
Zicht Om de beleving van de duinen te versterken zal er op veel plekken beplanting moeten worden verwijderd. Hierdoor ontstaan zichtlijnen richting de duinen,
Figuur 3.4; landschappelijke inpassing villa’s
Flexibele zone In de flexibele zone is de villawijk met vakantiewoningen ‘De Ville Buiten’ (Schiermonnikoog, De Zwarte Hond) als case en schaalstudie genomen. Een wijk als deze kan prima ingepast worden in de flexibele zone, waarmee ook het openbare karakter van het gebied wordt behouden (figuur 3.4). De wijk voldoet aan de criteria welke in het vorige hoofdstuk zijn beschreven. Er is rekening gehouden met het groen, de waterkwantiteit, openbare gebruikerskwaliteit en de beeldkwaliteit van de gebouwen. route
61
3.1 INGREPEN
Duintribune
Figuur 3.5; aparte architectuur
Te zien is dat een aparte architectuur in het gebied juist de landschappelijke waarde van het gebied kan versterken door het in contrast te brengen met het gooiende landschap (figuur 3.5).
Figuur 3.6; nieuwe puinduin in het bestaande landschap
Duinvallei laagte
Puinduin
Figuur 3.1
A’
1
13 m 4,5 m 1m
1,5 m
AdriĂ Goula www.landezine.nl
62
Figuur 3.7; Referentie sfeer duintribune: Central Park-Sant Pere de Ribes
De programmering in de duintribune zal kleinschalig zijn. De tribune moet in harmonie zijn met de duinen en zal daarom gebruik maken van de helling van de nieuwe puinduin. De plaatsing van de tribune staat richting het eiland welke als podium kan worden gebruikt (figuur 3.10). Figuur 3.7 laat de sfeer van de tribune zien, met uitzicht op een podium. Daarnaast zie je vanaf de tribune twee belangrijke zichtpunten naar de puinduinen, waarmee het ook direct een gewilde plek wordt om uit te rusten en om even helemaal uit de stedelijke omgeving, in het landschap te zijn. De tribune zal bestaan uit een aantal betonnen blokken welke ingegraven liggen in de duinen. Hierbovenop komt op verschillende plekken hout te liggen waardoor het aangenaam zitten is, ook op de koudere dagen. In figuur 3.8 en 3.9 is te zien hoe de tribune wordt opgebouwd. Deze houten blokken verspringen zodat het een speels karakter krijgt.
m .9
ur 3
figu
1,5 m
Podium
1m Tribune
63
AdriĂ Goula www.landezine.nl
3.2 DUINTRIBUNE
Figuur 3.8; Referentie opbouw duintribune: Central Park-Sant Pere de Ribes
Figuur 3.9; opbouw van de duintribune 3,5 m
Duin
1m
Laagte
Figuur 3.10; plaatsing van de puinduin
64
A
A’
Figuur 3.11; detail plankaart flexibele zone
Figuur 3.12; ontwikkelingssituatie flexibele zone
15 m
A
Figuur 3.13; bestemmingsplan gemeente Den Haag
65
3.3 SPORTHAL
Figuur 3.14; visualisatie dynamische zone
De locatie van het detail is in de analyse van de verdieping bestempeld als ontwikkelingszone. Daarom is de locatie van de tennisvelden gerekend tot de flexibele zone (figuur 3.11), welke op deze pagina verder zal worden uitgewerkt. Op dit moment ligt het gebied er verloren bij en wordt er niets gedaan met de tennisvelden (zie figuur 3.12). Ook in het bestemmingsplan van de gemeente wordt het gebied als ontwikkelingzone gezien (figuur 3.13). De sporthal welke in eerste instantie werd verwijderd om de doorloop van het casco te versterken, wordt nu in de flexibele zone geplaatst. Deze locatie is bij uitstek een betere plek, aangezien het direct aan de Lozerlaan ligt en daardoor een visitekaartje is. Door de verplaatsing kan de gecombineerde sporthal (welke ook onderdak biedt aan een bowlingcentrum) uitbreiden en moderniseren. Om het verharde oppervlak te reduceren wordt er geparkeerd op het dak. Geparkeerde auto’s zullen niet of nauwelijks te zien zijn door een in de architectuur meegenomen rand
in de bebouwing en bomen. De sporthal zal zodanig ingepast worden dat het een natuurlijke overgang biedt met het casco (figuur 3.14). Daarom zal er in het gebied een klein reliĂŤf komen wat refereert naar de duinsfeer. Hierdoor kan ook de grote sporthal deels uit het zicht worden ontnomen. Doordat het gebied openbaar toegankelijk is, kan ook buiten op het grasveld gesport worden door kinderen, en zal er een ontmoetingsplaats komen voor buurtbewoners. Daarnaast vormt deze verbinding de belangrijkste route richting de duinen en zal daarom erg druk bezocht worden door mensen vanuit Den Haag. De bestaande laanstructuur welke in het gebied voorkomt zal blijven aangezien deze een duidelijke richting geeft aan de structuur. De sporthal zal zo veel mogelijk worden omzoomd door beplanting zodat deze niet erg opvalt vanuit de hoger gelegen duinen. Vanaf de Lozerlaan zal echter juist openheid in het gebied komen om zo een duidelijk entree van de sporthal te geven (figuur 3.15).
9m Figuur 3.15; doorsnede flexibele zone 1m
A’
66
COLOFON
De Duurzame Proeftuin Een afstudeerproject over waardebehoud, waardeversterking en flexibele invulling van de stadsrand ten zuiden van Den Haag.
Afstudeerproject Landschapsarchitectuur In opdracht van Hogeschool Van Hall Larenstein Begeleiders Adrian Noortman Cees Zoon Ivar Branderhorst Renzo Veenstra Auteur Mariska Blankespoor Š Dit rapport is vervaardigd door Mariska Blankespoor als afstudeerproject voor Hogeschool Van Hall Larenstein. Alle afbeeldingen in dit rapport zijn gemaakt door de auteur mits anders vermeld. Alle rechten voorbehouden, vermenigvuldiging of enige vorm van gebruik van producten uit dit rapport is niet toegestaan, behalve met toestemming van de auteur.
BRONNEN
Bronnenlijst www.ahn.nl www.maps.google.nl www.bing.com/maps/ www.denhaag.nl www.landezine.com www.skalgubbar.se www.geologievannederland.nl www.natuurkennis.nl www.ruimtelijkeadaptatie.nl www.groenblauwenetwerken.nl www.klimaateffectatlas.nl
68
Mariska Blankespoor Afstudeerproject Landschapsarchitectuur Stadsrand Den Haag Juni 2015, Velp