‘Handleiding klimplanten’ op constructies, gebouwen en gevels
ijff
l Wesse
Dru y r n e en H s n a S m Koe
2
onderzoek klimplanten
3
Hogeschool Van Hall Larenstein Tuin- & Landschapsinrichting Afstudeerproject richting realisatie Auteurs: Wessel Koemans Henry Druijff Organisatie: Kodruijff’s adviezen, technisch adviesbureau Rijksweg 101 3784 LV Terschuur Tel: 06-12575340 Datum: 11 juni 2015 Opdrachtgever: Van Hall Larenstein
Begeleiding: Hogeschool Larenstein Larensteinselaan 26/A 6882 CT Velp gld Tel: 026 3695695 Contactpersoon: Email: lilian.vanoosterhoudt@wur.nl
onderzoek klimplanten
4
Handtekeningen: Wessel Koemans
Henry Druijff
onderzoek klimplanten
5
Voorwoord Dit rapport is geschreven in het kader van het afstuderen van de opleiding Tuin- & landschapsinrichting realisatie. Henry Druijff en Wessel Koemans vormen samen het technisch adviesbureau ‘Kodruijff’s adviezen’. De afstudeerperiode start in november en zal duren tot en met juni. In de praktijk worden er regelmatig klimplanten toegepast in een ontwerp. Het komt geregeld voor dat het gewenste eindbeeld van de beplanting niet tot zijn recht komt of dat er tijdens het proces problemen ontstaan. Dit heeft mogelijk te maken met het kennisniveau van de ontwerper, architect of landschapsarchitect. In dit onderzoek is onderzocht hoe klimplanten het beste toegepast kunnen worden. Ook is er een beschrijving van veel gemaakte fouten in de praktijk. Wij hadden dit rapport niet kunnen realiseren zonder de hulp van Lilian van Oosterhoudt. Ook willen wij de inzet van Ruud Kempen, Paul Lagenscha, Michel Huisman en Dirk-jan van Stipdonk bedanken. Zonder hun gedeelde ervaringen en informatie hadden wij dit rapport niet kunnen realiseren. Wij willen u graag bedanken namens: Kodruijff’s adviezen, technisch adviesbureau Wessel Koemans Henry Druijff 11 juni 2015
onderzoek klimplanten
6
Samenvatting Regelmatig worden er klimplanten in ontwerpen tegen constructies, gebouwen en gevels toegepast. Het komt geregeld voor dat het gewenste eindbeeld van de beplanting niet tot zijn recht komt. Dit heeft mogelijk te maken met het kennisniveau van de ontwerper, architect of landschapsarchitect. Om fouten te voorkomen en de juiste aanpak te hanteren, hebben wij dit onderzoek uitgevoerd. Het doel van dit onderzoek is een handleiding voor klimplanten te genereren. Klimplanten zijn planten die verticaal omhoog willen groeien. De planten groeien omhoog, doordat ze zich vasthechten of winden om objecten. Sommige klimplanten moeten handmatig aangebonden worden. Er zijn vier projecten onderzocht waarbij klimplanten zijn toegepast: De Afvalstoffendienst in Den Bosch is aangeplant met +/25 verschillende soorten klimplanten. Vijf klimplanten daarvan zijn door ons beoordeeld als ‘zeer goede klimmers’. Deze klimmers hebben alle vijf een hoogte bereikt van zeven meter. Na drie jaar had de beplanting 70 procent van de oppervlakte bedekt. Nu, vier jaar later, bedekt de beplanting een oppervlakte van ongeveer 80 procent. Het beregeningssysteem bij dit project zorgt ervoor dat elke gevel per windrichting apart water krijgt. Op deze manier kan iedere gevel apart gemonitord worden en krijgt elke gevel de juiste hoeveelheid water.
Op de parkeergarages in het High Tech Philips Campus in Eindhoven is er een combinatie van klimplanten in de volle grond en in bakken. De klimplanten uit de volle grond bedekken hoofdzakelijk de wanden. De klimplanten in de bakken hebben het slecht en de meesten zijn dood gegaan. De noordzijde is veruit de slechtst begroeide wand. De blauwe regen en de wilde wingerd hebben een duidelijke overhand in het bedekken van de garagewanden. Het probleem bij dit project is dat elke verdieping apart van regenwater voorzien kan worden. Elke gevel krijgt op deze manier evenveel water. Dat zorgt voor problemen. Bij het project te Heerlen wordt gebruikt gemaakt van een boogconstructie van zeer duurzaam staal, dat lijkt op een halve maan. Onder de bushalte zijn ondergrondse plantenbakken gerealiseerd. Het busstation wordt door één soort klimplant bedekt en dat is de Wisteria floribunda ‘Macrobotrys’. De blauwe regen is nu vijftien meter hoog (maximale hoogte). De laatste twee meter zal de plant aangebonden moeten worden. Het laatste project dat onderzocht is, is het parkeergebouw Westblaak in Rotterdam. Tegen deze gevels zijn betongaaskorven gebruikt. De betongaaskorven zijn bedekt met Hedere Helix. Alle Hedera’s tegen de gevels van het Westblaakgebouw groeien goed en bedekken het gebouw voldoende van groen. Een uitzondering is hierbij de noordgevel. Deze gevel staat verscholen
onderzoek klimplanten
7
tussen gebouwen en kan nauwelijks van zonlicht voorzien worden. Aan de hand van de geanalyseerde projecten hebben wij conclusies kunnen opstellen voor het onderzoek ‘handleiding klimplanten’. Deze conclusies geven samen een samenvattend antwoord op de hoofdvraag. De hoofdvraag luidt: “Wat moet een architect uiteindelijk weten, voordat een constructie, gevel of gebouw bedekt wordt met klimplanten in Nederland?”. Aan de hand van de conclusies uit de deelvragen wordt hier antwoord op gegeven. Als handleiding is een beslisboom bijgevoegd. De beslisboom houdt rekening met windstreken van de gebouwen, toe te passen constructie, type klimplant (en) en vraagt naar wintergroene en winterharde kenmerken. Daaruit krijgt de architect een lijst met beschikbare klimplanten.
onderzoek klimplanten
8
Inhoudsopgave Voorwoord
Blz. 5
Samenvatting
Blz. 7
1. Inleiding 1.1 Leeswijzer 1.2 Onderzoekstype 1.3 Literatuurstudie 1.4 Aanpak onderzoek 1.5 Projectkeuze
Blz. 10 Blz. 13 Blz. 13 Blz. 14 Blz. 14 Blz. 15
2. Wat zijn klimplanten
Blz. 16
3. Afvalstoffendienst ‘s-Hertogenbosch 3.1 Het ontwerp 3.2 Het systeem 3.3 Beplanting 3.4 Het beheer 3.5 Ontwikkeling groeiwijze 3.6 Kosten
Blz. 20 Blz. 22 Blz. 22 Blz. 24 Blz. 24 Blz. 26 Blz. 27
4. High Tech Campus Eindhoven 4.1 Het ontwerp 4.2 Het systeem 4.3 Beplanting 4.4 Het beheer 4.5 Ontwikkeling groeiwijze 4.6 Kosten 4.7 Problemen
Blz. 28 Blz. 31 Blz. 31 Blz. 32 Blz. 33 Blz. 33 Blz. 36 Blz. 36
5. Busstation te Heerlen 5.1 Het ontwerp
Blz. 38 Blz. 41
5.2 Het systeem 5.3 Beplanting 5.4 Het beheer 5.5 Ontwikkeling groeiwijze 5.6 Kosten
Blz. 42 Blz. 42 Blz. 43 Blz. 43 Blz. 43
6. Westblaakgebouw Rotterdam 6.1 Het ontwerp 6.2 Het systeem 6.3 Beplanting 6.4 Het beheer 6.5 Ontwikkeling groeiwijze 6.6 Kosten
Blz. 44 Blz. 46 Blz. 47 Blz. 48 Blz. 50 Blz. 50 Blz. 50
7. Hoofd- en deelvragen
Blz. 52
7.1 Deelvraag 1: Aan welke randvoorwaarden Blz. 54 moet een constructie, gebouw of gevel voldoen om bedekt te kunnen worden met klimplanten? 7.2 Deelvraag 2: Aan welke eisen moeten Blz. 55 bodem, bakken en beregeningssysteem voldoen, zodat een gevel door klimplanten begroeid kan worden? 7.3 Deelvraag 3: In welk tijdbestek kunnen klimplanten een constructie, gebouw of gevel bedekken?
Blz. 59
onderzoek klimplanten
9
7.4 Deelvraag 4: Welke planten zijn het meest Blz. 60 geschikt om een constructie, gebouw of gevel te laten bedekken? 7.5 Deelvraag 5: Welk onderhoud is nodig voor de klimplanten en het beregeningssysteem?
Blz. 62
7.6 Hoofdvraag: Wat moet een architect Blz. 64 uiteindelijk weten voordat een constructie, gevel of gebouw bedekt wordt met klimplanten in Nederland? 7.7 Handleiding beslisboom
Blz. 65
7.8 Aanbevelingen
Blz. 67
Bijlage 1: Bronnen
Blz. 68
Bijlage 2: Interviews Bijlage 3: Tabel klimplanten met eigenschappen en beslisboom
onderzoek klimplanten
10
1. Inleiding
onderzoek klimplanten
11
onderzoek klimplanten
12
Regelmatig worden er in ontwerpen tegen constructies, gebouwen en gevels, klimplanten toegepast. Het komt geregeld voor dat het gewenste eindbeeld van de beplanting niet tot zijn recht komt. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het kennisniveau van de ontwerper, architect of landschapsarchitect. Bij het toepassen van klimplanten zijn er verschillende aspecten belangrijk om een goed resultaat te behalen. Deze aspecten zijn de soortkeuze, de constructie, het materiaal, de bodem en zon/schaduw. Om de ontwerper, architect of landschapsarchitect te behoeden voor veel gemaakte fouten, hebben wij dit onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek hebben wij de bovengenoemde aspecten gebundeld. Hiervan maken wij de ‘Handleiding klimplanten’ inclusief tabellen en een beslisboom. In dit rapport is het mogelijk voor de ontwerper, architect of landschapsarchitect om, aan de hand van de standplaats, de juiste combinatie ‘materialen en soorten’ te kiezen. Afbakening Voor dit onderzoek zijn er vier referentielocaties onderzocht. Wegens beperkte tijd zijn er niet meerdere locaties toegevoegd. Het onderzoeken van meerdere locaties zal ongetwijfeld een exta verdieping geven van de ‘handleiding klimplanten‘. In de aanbevelingen komt dit punt nadrukkelijk aan bod. Er zijn ook een aantal zaken buitengesloten.
Zo zullen er geen klimplanten gemonitord worden wegens tijdgebrek. De klimplanten worden alleen op de huidige status geanalyseerd. Doel onderzoek Het doel van het onderzoek is een ‘handleiding klimplanten’ op te stellen die geschikt is voor ontwerpers, architecten of landschapsarchitecten die houtachtige klimplanten willen toepassen voor het bedekken van constructies, gebouwen of gevels. In deze handleiding wordt er advies gegeven over de vijf manieren hoe klimplanten klimmen, soorten klimplanten, gebruik en toepassing van constructies, beregening en het onderhouden hiervan. In deze handleiding behoeden wij onze doelgroepen ook voor voorkomende fouten die in de praktijk gemaakt zijn. De ontwerpers, architecten of landschapsarchitecten kunnen door middel van deze handleiding een juiste en professionele keuze maken voor het laten bedekken van een constructie, gebouw of gevel met klimplant(en). Ook zien wij graag in de toekomst meer groene gebouwen in Nederland.
onderzoek klimplanten
13
1.1 Leeswijzer Hoofdstuk twee is de basis van het rapport. In dit hoofdstuk staan de vijf manieren beschreven die klimplanten hanteren om omhoog te groeien. Elke groeiwijze heeft zijn eigen materialen of objecten nodig. Dit hoofdstuk vormt de basis, omdat alle vijf manieren van klimmen in deze ‘handleiding klimplanten’ gekoppeld worden aan constructies, gevels en gebouwen. De hoofdstukken drie tot en met zes geven de inhoud van het rapport weer. Hier worden de referentielocaties uitgebreid beschreven. Om de hoofdstukken duidelijk te formuleren is er gebruik gemaakt van een vast stramien. De volgende paragrafen komen in deze volgorde bij alle referentiegebieden aan bod: het ontwerp, het systeem, de beplanting, het beheer en de kosten. In hoofdstuk zeven worden de hoofd- en deelvragen behandeld. De gewonnen informatie uit de inhoud van de ‘handleiding klimplanten‘ zorgt ervoor dat eerst de deelvragen beantwoord worden. Gezamelijk hebben de deelvragen voldoende informatie om de hoofdvraag te beantwoorden.
1.2 Onderzoekstype Het is belangrijk dat het onderzoekstype helder is voordat een start gemaakt wordt met het uitwerken van het daadwerkelijke onderzoek. Het type onderzoek is doelgericht en geeft het karakter weer van het onderzoek. Het onderzoek dat verricht zal worden is een praktijk gericht kwalitatief onderzoek. Er wordt gekeken naar
de verschillende eigenschappen van de klimplanten en de gebruikte constructies. Daarbij zijn klimaat, bodem, soortkeuze, (beregening-)installaties, standplaats, groeien bloeiwijze onder andere de onderwerpen die moeten bijdragen aan een kwaliteitsplan voor dit onderzoek. Dit type van onderzoeken wordt het veldonderzoek genoemd. Bij het veldonderzoek behoren ook de interviews met de betreffende deskundigen. In hoofdstuk twee ‘Wat zijn klimplanten?’ wordt nader kennis gegeven over de eigenschappen van klimplanten en welke typen klimplanten er zijn. Dit is de literatuurstudie. De literatuurstudie en het veldonderzoek zorgen voor de basis van dit onderzoek. Door middel van dit veldonderzoek en de literatuurstudie kan een antwoord gegeven worden op de deelvragen en de concluderende hoofdvraag. Op deze manier kan de lezer de conclusies bevestigen. Inkadering onderzoek In dit onderzoek worden alleen klimplanten onderzocht die constructies en gevels begroeien. Woningen met sedumdaken, groene geluidsschermen, kant en klare constructies met hedera-hagen en verticale groensystemen vallen buiten dit onderzoek. Tijdens dit onderzoek zullen geen praktijkexperimenten plaatsvinden. Er worden geen bouwwerken gerealiseerd die begroeid worden met klimplanten. Ook het laten groeien van klimplanten worden in dit onderzoek niet gemonitord.
onderzoek klimplanten
14
Dit onderzoek is geen kwantitatief onderzoek. Het verwerken van cijfermatige hoeveelheden is niet van belang in dit rapport. Het gaat ons om de toepassing van klimplanten en constructies, waarbij deze vraag belangrijk is: ‘Op welke manier en met welke hulpmiddelen en informatie, kan er voor architecten een duidelijke en professionele uitleg gegeven worden voor een keuze van klimplanten tegen gevels en constructies?’.
Van de totale gewonnen informatie kan een ‘handleiding klimplanten’ in rapport- en tabelvorm gegenereerd worden.
1.3 Literatuurstudie
Om tot beantwoording van de hoofdvraag te komen, worden de onderstaande deelvragen beantwoord:
Voor het bezoeken van de referentielocaties is eerst een studie gedaan naar de manier van de klimwijze van klimplanten. Klimplanten kunnen namelijk op vier verschillende manieren groeien. De groeiwijze van de klimplanten vormt de basis van dit rapport. In bijlage 1 is een samenvatting van de geraadpleegde bronnen beschreven.
1.4 Aanpak onderzoek Eerst wordt er een verdieping gedaan van het onderzoek door middel van een literatuurstudie en het opzoeken van referentie locaties. Van de ingewonnen informatie kunnen er gerichte hoofd- en deelvragen worden opgesteld. Deze deelvragen worden vervolgens onderverdeeld in sub-deelvragen die gesteld worden aan de geïnterviewde partijen. De interviews worden afgenomen aan (landschaps)architecten, beheerders en aannemers van referentielocaties. Aan de hand van deze informatie kunnen deelvragen beantwoord worden. De deelvragen onderbouwen op hun beurt weer de hoofdvraag.
Onze hoofdvraag luidt: ‘Wat moet een architect uiteindelijk weten voordat een constructie, gevel of gebouw bedekt wordt met klimplanten in Nederland?’
Deelvragen: 1. Aan welke randvoorwaarden moeten een constructie, gebouw of gevel voldoen om bedekt te worden met klimplanten? 2. Aan welke eisen moeten bodem, bakken en beregeningssysteem voldoen, zodat een gevel door klimplanten begroeid kan worden? 3. In welk tijdbestek kunnen klimplanten een constructie, gebouw of gevel bedekken? 4. Welke planten zijn het meest geschikt om een constructie, gebouw of gevel te laten bedekken? 5. Welk onderhoud is nodig voor de klimplanten en het beregeningssysteem?
onderzoek klimplanten
15
1.5 Projectkeuze Voor dit onderzoek zijn de onderstaande referentiegebieden bezocht: Afvalstoffendienst Den Bosch Aannemer: Van Helvoirt Groenprojecten Dit referentiegebied hebben wij van onze begeleider Lilian van Oosterhoudt gekregen. Een veelzijdig project met vele soorten klimplanten op alle windstreken. High Tech Campus Eindhoven Aannemer: Engineering begroeiing garages Dit referentiegebied hebben wij van onze begeleider Lilian van Oosterhoudt gekregen. Een veelzijdig project met vele soorten klimplanten op alle windstreken. Busstation Heerlen Aannemer: Weller Vastgoedontwikkeling BV Een referentiegebied waar Henry Druijff in het verleden regelmatig op de bus stapte. ‘‘Dit project heb ik van ‘niets‘ zien groeien tot een schitterend constructie met klimplanten’’. GS Greenpark Rotterdam Aannemer: Greenface-team Dit project is door ons gevonden op internet. Wij vonden drie projecten te weinig en de constructie was zeer interessant.
onderzoek klimplanten
16
2. Wat zijn klimplanten? Klimplanten zijn planten die verticaal omhoog willen groeien. Dit doen de planten, doordat ze zich vasthechten aan of winden om andere objecten. Het hechten kunnen de klimplanten van nature op meerdere manieren uitvoeren, namelijk met hechtvoeten, hechtwortels, winden (slingeraars), ranken of ze moeten handmatig aangebonden worden.
onderzoek klimplanten
17
onderzoek klimplanten
18
Klimplanten zijn afhankelijk van andere beplanting of objecten om de hoogte in te groeien. Om omhoog te groeien zal de plant zich moeten hechten aan of vast winden om objecten. Klimplanten kunnen dit van nature op meerdere manieren uitvoeren, namelijk via hechtvoeten, hechtwortels, winden (slingeraars), ranken of ze moeten handmatig aangebonden worden. Hechtvoeten (afb. 1) Deze planten hebben geen objecten, draden of voorwerpen nodig om zich vast te maken aan een muur. De plant heeft dunne uitlopers en aan het uiteinde groeien een soort zuignapjes (hechtvoeten). Om te hechten produceren de hechtvoetjes een soort lijm waarmee ze zich aan vrijwel elke ondergrond kunnen vasthechten. Als je de plant wilt verwijderen is het echter erg lastig om deze uitlopers en hechtvoetjes van de muur of houtwerk af te krijgen. Een bekende plant die zich op deze wijze vestigt is de ‘wilde wingerd‘ oftewel de Parthenocissus.
Afb. 1 hechtvoeten van de Parthenocissus (wilde wingerd)
Hechtwortels (afb. 2) Planten met hechtwortels hebben ook geen andere objecten, draden of voorwerpen nodig om zich een weg omhoog te banen. Uit de scheuten en de twijgen van de klimplant groeien kleine hechtwortels die zich hechten op verticale oppervlakten zoals een muur. Een typische klimmer met hechtwortels in de Hedera (klimop) of bijvoorbeeld de Hydrangea anomala petiolaris (klimhortensia). Slingeraars, winden (afb. 3) Deze planten winden zich rechts- of linksdraaiend om hun steun en zijn perfect om langs draden of spijlen te
Afb. 2 hechtwortels van de Hedera (klimop)
onderzoek klimplanten
19
laten groeien. Wat deze planten ook kunnen is hun uitlopers mee te laten zwaaien door de wind (slingeraars), zodat ze hun objecten kunnen vastgrijpen. Als deze planten met een gastplant groeit, zullen ze de andere plant verstikken. Bekende planten zijn de Wisteria (blauwe regen), Humulus (hop) of de Fallopia (bruidssluier). Ranken (afb. 4) Deze planten hechten zich door middel van kleine grijparmen (ranken) aan te maken op de hoofdscheut. Deze scheut groeit naar een bepaalde richting en de ranken zorgen voor de ondersteuning. De ranken hechten zich door de steun vast te grijpen en er omheen te wikkelen. Planten die ranken gebruiken kunnen gerust met een gastplant samen groeien. Ze verstikken de gastplant namelijk niet. De bekendste rankplanten zijn de Clematis, Passiflora (passiebloem) en de Vitis (druif).
Afb. 3 slingeraars, het linksom windende Humulus (hop)
Handmatig aanbinden Sommige klimplanten moeten handmatig aangebonden worden, zodat de plant kan klimmen. Dit zijn bijvoorbeeld de Rosa (roos) en de Rubus (braam). Klimplanten die meters hoog moeten bedekken, kunnen het beste bestaan uit een houtig gewas. Houtachtige gewassen hebben namelijk een lange levensduur en kunnen daarom in stappen omhoog groeien. Ze kunnen in tegenstelling tot de kruidachtige gewassen de winters boven maaiveld overleven en laten alleen hun bladeren en het bladsteeltje vallen. Bij een kruidachtig gewas sterft de plant boven maaiveld helemaal af. De plant zal elk jaar opnieuw moeten beginnen met het groeien.
Afb. 4 ranken van de Vitis (druif)
onderzoek klimplanten
20
3. Afvalstoffendienst ‘s-Hertogenb Een groene gevel die in 2011 is aangeplant met 23 soorten klimplanten. In totaal zullen 1800 planten 2400 m2 gevel bedekken. Behalve het groen ontstaat er ook een hoge biodiversiteit, doordat allerlei vlinders, bijen en andere insecten zich aangetrokken voelen tot de beplanting. Vier jaar na aanplant is de gevel 80% met groen bedekt.
onderzoek klimplanten
21
enbosch
onderzoek klimplanten
22
De gemeentelijke Afvalstoffendienst van ‘s-Hertogenbosch is sinds 2011 gevestigd op het bedrijventerrein Treurenburg in ‘s-Hertogenbosch. Door verschillende toepassingen heeft het nieuwe gebouw een energiebesparing dat een kwart boven de wettelijke norm ligt. Het dak is namelijk helemaal bedekt met zonnepanelen die functioneren als regenopvangsysteem. De gevel van de Afvalstoffendienst is rondom bedekt met klimplanten. Deze groene gevelbeplanting geeft een isolerende werking. Een duurzaam en klimaat neutrale huisvestiging, waar steeds meer vraag naar is. Naast het groen ontstaat er ook een hoge biodiversiteit, doordat allerlei vlinders, bijen en andere insecten zich aangetrokken voelen tot de beplanting. Zelf het personeel plukt de bramen vanuit de groene gevel.
3.1 Het ontwerp Het architectenbureau Hollandsgroen heeft in 2009 de groene wanden voor de Afvalstoffendienst ’s Hertogenbosch ontworpen (afb. 5). Het ontwerp diende technisch uitgewerkt te worden met een beregeningssysteem. Het plan is daarom uithanden gegeven en verder uitgewerkt door Helvoirt Groenprojecten. Het gebouw is grotendeels voorzien van gevelgroen. In totaal gaat het hier om een geveloppervlakte van 2400 vierkante meter. De oostkant van het gebouw heeft een hoogte van tien meter die helemaal bedekt wordt. Aan de west- en de noordkant zijn bloembakken gevestigd in cortenstaal. Hier is de groeihoogte van de planten zeven meter tot het dak, omdat de bloembak ongeveer drie meter hoog is (afb. 5). De zuidkant heeft
Afb. 5 Afvalstoffendienst westkant
alleen bovenaan het dak, drie meter verticaal naar beneden, betongaas met beplanting. De beplanting aan de zuidkant hangt vanuit de bloembak die op het dak staat naar beneden. De oostkant heeft ook een klein stukje hangende planten (afb. 11). Het complex behoort tot één van de grootste groene gebouwen van Nederland.
3.2 Het systeem Aan de rand van het dak zijn ijzeren T-profielen bevestigd, waaraan de constructie hangt (afb. 6). Deze profielen moeten bestand zijn tegen het gewicht van alle betongaasmatten en de hieraan groeiende beplanting. De spouwhaken die gevestigd zitten in de muur, dragen ook gewicht maar zitten hoofdzakelijk als afstandhouders tussen het betongaas en de gevel (afb. 7). Het betongaas
onderzoek klimplanten
23
bij de afvalstoffendienst heeft een maaswijdte van 15 x 15 centimeter. Een kleinere maaswijdte is niet te adviseren, omdat het gewicht aanzienlijk meer wordt. Voor de beplanting heeft de maaswijdte geen invloed. Van Helvoirt Groenprojecten adviseert een grotere maaswijdte, echter zijn deze niet als standaard product leverbaar. De beplanting aan de west- en noordkant zijn gepoot in hoge bloembakken (afb. 5, 8). Deze betonnen bakken hebben een oppervlak van 60 x 60 centimeter. De diepte van de bakken is ongeveer 50 centimeter. De bakken zijn gevuld met bemeste teelaarde die een organisch stofgehalte hebben van acht procent. De oostkant is gepoot in een border met dezelfde bodemsamenstelling van ongeveer 50 centimeter lang en 40 centimeter diep. De border is afgewerkt met worteldoek en daar bovenop met grind (afb. 9).
Afb. 6 ophangsysteem
Het water voor de planten wordt opgevangen op het dak van de Afvalstoffendienst. Al dit water wordt daarna naar een voorraadtank geleid en opgeslagen. Dit hemelwater wordt gefilterd en daarna gebruikt om de auto’s te wassen en de klimplanten water te geven. Van Helvoirt Groenprojecten heeft het beregeningssysteem geïnstalleerd, dat ervoor zorgt dat de planten in droogteperiodes voldoende water krijgen. Het systeem bestaat uit vier beregeningscomputers, zodat elke gevel gericht op een windrichting een eigen groep heeft. De groep bestaat uit één lange druppelslang die in de bloembak of border langs het gebouw ligt. Als er te veel water
Afb. 7 spauwhaken
onderzoek klimplanten
24
in de bakken komt, kan dat via een ontwateringsgat wegdruppelen. Bovenop het dak meet een regenmeter de neerslag, zodat er gericht water gegeven kan worden.
3.3 Beplanting Voor het aanplanten van de gevels (april 2011) zijn er 23 soorten toegepast met een totaal van 1800 stuks klimplanten (afb. 10). Om omhoog te groeien, gebruiken de planten het betongaas om zich te hechten. Van de 23 soorten die er geplant zijn, wordt verwacht dat er 10 Ă 15 dominante soorten overblijven en uiteindelijk zorgen voor een compleet groen eindbeeld. De klimop zorgt als enige plant in de winter voor een groen beeld. De beplanting is afkomstig van een plaatselijke kweker uit de regio waar Helvoirt groenprojecten is gevestigd.
Afb. 8 westkant
3.4 Het beheer De beplanting wordt met een hoogwerker twee keer per jaar gesnoeid en de klimplanten worden in het betongaas gebonden. Het beregeningssysteem wordt vijf keer per jaar gecontroleerd. Hieronder staat de omschrijving van de vijf beheerrondes: 1ste ronde na de winter: - aansluiten en testen systeem 2de, 3de en 4de ronde in het voorjaar en de zomer: - controle en bijstellen systeem 5de ronde in het najaar: - doorblazen (tegen kapotvriezen) en afsluiten systeem Elk jaar wordt de beplanting in de bloembakken (westzijde) bemest. Bovenop de aarde wordt een
Afb. 9 oostkant
onderzoek klimplanten
25
Afvalstoffendienst Treurenberg 's-Hertogenbosch Soorten Rubus henryi
Totaal status geplant klimplant zon half scha opmerkingen braam 150 x x
Rubus fruticosus 'Evergreen' Rubus emerald 'n Carpet Lonicera japonica div cult. Clematis armandii Passiflora caerulea Lonicera henryi Lonicera heckrottii 'American Beauty' Lonicera tellmanniana
36 88 36 105 60 93
Pyracantha coccinea div cult.
210
Wisteria in soorten Jasminum nudiflorum
67 88
Hedera in soorten Amplelopsis orientalis Clematis flammula Clematis alpina div. cult Periploca gracaea
280 36 35 55 167
Akebia quinata Aristolochia durior Hydrangea anomale petiolaris Rosa kiftsgate Rosa 'Apple Blosom
67 43 62 36 43
Parthenocissus quinquefolia
(++) = zeer goede klimmer,
+ + ++ +
43
++
++ +/-
x x
+
(+) = goede klimmer,
x
x
+
++
x
x
-
++ 1800
x
x x x x
x x x x
x x x x
x
x x x
x x x
x
x x
braam, groeit tot 3 meter hoog braam, kamperfoelie, 1 meter hoog, wordt overwoekerd kamperfoelie, groeit tot het dak kamperfoelie, groeit tot de helft van de gevel kamperfoelie, groeit tot het dak vuurdoorn, trage groei, 1 meter hoog, wordt overwoekerd blauwe regen, zeer snelle groeier, zeer dominant, groeit tot het dak maximaal 2 meter hoog klimop, wintergroen, winterhard, matige groeier oosterse wingerd
transparante snelle groeier, groeit tot het dak witte klimroos roze klimroos transparante snelle groeier, groeit tot het dak
(+/-) = matige klimmer,
= niet gezien/verdwenen = wel aangeplant/stond niet in de geleverende plantenlijst
(-) = slechte klimmer,
Afb. 10 beplantingsoverzicht
onderzoek klimplanten
26
laagje van 3 tot 4 centimeter schimmelcompost van hout en takken gelegd. Aan de andere windstreken van het gebouw is deze bemesting niet nodig, omdat hier voldoende bemeste teelaarde aanwezig is.
3.5 Ontwikkeling groeiwijze Tijdens de aanleg is ervoor gekozen de beplanting met een hoogte van 180 centimeter aan te planten. Na drie jaar heeft de beplanting 70 procent van de oppervlakte bedekt. Nu, vier jaar later, bedekt de beplanting een oppervlakte van +/- 80 procent. Er is geen onderscheid te maken van de ontwikkeling van de beplanting. Bij de noordkant moet de beplanting naar beneden groeien. Dit is niet meegenomen in de bedekkingspercentage, omdat dit een onnatuurlijke vorm van groeien is. Op 28 mei 2015 is het plangebied bezocht en is de huidige status van beplanting geanalyseerd. Op afbeelding 10 is de plantenlijst weergegeven met de aangeplante soorten. De planten met grijze vakken zijn door ons niet geconstateerd en beoordeeld. Op donderdag 28 mei 2015 hebben wij het plangebied bezocht en de volgende soorten zijn door ons beoordeeld als ‘zeer goede klimmers‘: - Lonicera henryi - Lonicera tellmanniana - Wisteria in soorten - Akebia quinata - Parthenocissus quinquefolia
Afb. 11 oostkant, hangend systeem
Deze planten hebben de zeven meter hoogte bereikt. De Wisteria is van deze planten het meest dominant, omdat de plant breed uitgroeit en een meter uitsteekt van het betongaas (afb. 8). De lonicera’s zijn ook nadrukkelijk aanwezig (zie afb. 12). De Hedera (klimop) staat in dit rijtje, omdat het een trage groeier is. Vier jaar na aanplant is de Hedera maar drie meter hoog. De plant kiest de makkelijkste weg om te groeien en in dit geval is dat de hoogte en de breedte. Hij grijpt zich makkelijk vast aan het betongaas. Het voordeel van de Hedera is dat de plant wintergroen is (afb. 13).
onderzoek klimplanten
27
Afb. 12 oostkant bovenkant dak
3.6 Kosten De onderstaande bedragen zijn inclusief arbeid en materiaal, exclusief btw. De cortenstalen bakken zijn niet meegenomen. - het betongaas kost € 150,-/m2 - beplanting tegen betongaas € 25,-/m1 - bloembakken € 150,-/m1 Bemeste teelgrond € 55,-/m1 Irrigatiesysteem € 10.000,-
Afb. 13 oostkant Hedera
onderzoek klimplanten
28
4. High Tech Campus Eindhoven Het High Tech Campus Eindhoven is het laboratorium van Philips waar allerlei nieuwe producten en technologieĂŤn worden ontwikkeld. Op dit terrein zijn zes parkeergarages gerealiseerd die bekleed zijn met klimplanten. De klimplanten zijn gepoot in de grond en in bloembakken van vier verdiepingen. De parkeergrage is ongeveer 14 meter hoog. De beplanting krijgt water via een beregeningssysteem. onderzoek klimplanten
29
onderzoek klimplanten
30
Het High Tech Campus Eindhoven is het natuurkundig laboratorium van Philips. Hier worden onder andere nieuwe chips, intelligente pillen, nieuwe zonneenergiesystemen en andere producten en technologieën ontwikkeld. Dagelijks werken hier meer dan 10.000 onderzoekers, ontwikkelaars en ondernemers van verschillende nationaliteiten. Eind jaren negentig heeft Philips het plan opgevat om meerdere locaties in Eindhoven op één plek te centreren. Dit is de plek geworden waar de huidige Philips Campus is gevestigd. Op het één vierkante kilometer grote terrein waren al meerdere laboratoria en researchcentra gevestigd. In 2007 kreeg het terrein een eigen afrit van de A2 en is besloten het terrein landschappelijk te vernieuwen. Opdrachtgever Philips Vastgoed heeft Juurlink & Geluk, gespecialiseerd in stedenbouw en landschap, aangesteld om het terrein opnieuw in te delen. Het terrein zal in verschillende landschapstypen worden ingedeeld, waarbij de plaatselijke Brabantse Beemddal wordt teruggebracht. Van Stipdonk Landschapsinrichting is de beheerder van het gehele buitenterrein, met betrekking tot het groen, in High Tech Campus te Eindhoven. Juurlink & Geluk is als stedelijke ontwerper en landschapsarchitect het bureau dat onder andere het beplantingsplan voor de parkeergarages heeft gemaakt. Afb. 14 links zuidkant, rechts oostkant
onderzoek klimplanten
31
4.1 Het ontwerp Het concept is een natuurlandschap waarbij auto’s niet langer bepalend mogen zijn. De zes parkeergarages, waarin in elk ruimte is voor 650 auto’s, worden als landschappelijke elementen vormgegeven. De parkeergarages, van ongeveer veertien meter hoog, worden bekleed met klimplanten die ervoor zorgen dat het gebouw in het landschap opgaat. Overdag filteren de transparante gevels licht en ‘s nachts stralen ze licht uit. De eerste parkeergarage is opgeleverd in 2001 en drie parkeergarages in 2008. De vijfde parkeergarage in 2013 en er is ook nog een zesde parkeergarage gerealiseerd in 2015. Deze zesde parkeergarage is door Stipdonk Landschapsinrichting met klimplanten aangeplant. De andere parkeergarages zijn door een andere aannemer van klimplanten voorzien. De zesde parkeergarage heeft ook een gewijzigd beplantingsplan ten opzichte van de andere parkeergarages. Tegenwoordig heeft Stipdonk al het groen van de parkeergarages in beheer.
Afb. 15 Parthenocissus in het najaar
gen zijn gepoot in composiet betonnen bakken (afb.17). De bakken zijn gevuld met een soort daktuinsubstraat. Dit substraat bestaat uit lavastenen gemengd met kleine steentjes (afb. 16).
4.2 Het systeem
De klimplanten in de bloembakken en in de grond krijgen water via een beregeningssysteem. In tegenstelling tot de projecten ‘Afvalstoffendienst Den Bosch’ en ‘Greenface Rotterdam’ wordt dit water op een andere manier verkregen.
De wanden van de parkeergarage, behalve de begane grond, bestaan uit schanskorven die opgevuld zijn met keien (afb. 14). De begane grond tot de eerste verdieping bestaat alleen uit een staalconstructie, waarbij de beplanting niet in bloembakken zit maar gepoot is in de volle grond (afb. 15). De beplanting op de verdiepin-
Het hemelwater van al de daken en het verhard oppervlak van het gehele Campus terrein, wordt opgevangen in de grote vijver van de Campus. Bij een te veel aan water in de vijver, wordt dit met een overstort afgevoerd naar de beek ‘De Dommel’. Deze beek ligt
Van alle parkeergarages onderzoeken wij voornamelijk de parkeergarages uit 2001 en 2008. Bij de nieuwere parkeergarages zijn de planten ook nog klein.
onderzoek klimplanten
32
buiten het Campus terrein. Het water uit de vijver wordt niet alleen naar de Dommel afgevoerd, maar ook naar de vijvers op het terrein. Deze vijvers zijn de waterbron van de parkeergarages. Via een pompinstallatie op de begane grond van de parkeergarage, wordt het water uit de vijver onttrokken. Daarna wordt het water gefilterd en naar de bloembakken en de planten in de grond gepompt. Via druppelslangen die door de bakken lopen, krijgen de planten dan water. Omdat sommige bakken niet helemaal tegen elkaar aan staan, zijn de gaten van de druppelslangen tussen de bakken dichtgemaakt. Indien dit niet gebeurt, druppelt het water naar beneden op de straat. Bij de in- en uitgang gaf dit druppelende water problemen bij bezoekers van de parkeergarages. Elke beregeningsgroep is gekoppeld aan een verdieping. Het probleem dat hieruit ontstaat, is dat er niet afzonderlijk per windstreek water gegeven wordt. In de zomer kan het namelijk behoorlijk warm worden. De oost-, west-, en vooral de zuidkant vragen meer water dan de noordkant. Deze situatie heeft er al een aantal keer toe geleid dat de noordkant teveel water krijgt in de zomer, zodat de planten verdrinken. Mede door deze reden groeit de oost-, west,- en noordkant ook slechter dan de andere kanten van de parkeergarages. De tijdsduur van het watergeven in de zomer per dag bedraagt ongeveer 2,5 uur per verdieping. Het watergeven wordt ‘s nachts gedaan, zodat het druppelen in de ochtend voorbij is.
Afb. 16 vulling bloembakken
4.3 De beplanting Wij onderzoeken vier parkeergarages, omdat de overige twee te nieuw zijn. Van deze vier parkeergarages worden alle zijden bedekt met klimplanten. Om omhoog te groeien, grijpt of wikkelt de beplanting zich aan het betongaas. Al het gebruikte beplantingsmateriaal komt uit Nederland en is aangeplant met de maat 100-125 centimeter. De beplanting die gebruikt is, wordt onderverdeeld in de volgende soorten: - Hedera helix 50% - Hedera colchica 50% - Hydrangea anomala ‘Petiolaris’ - Parthenosissus quinqefolia - Parthenocissus tricuspidata - Wisteria sinensis - Wisteria sinensis ‘Alba‘
onderzoek klimplanten
33
De nieuwste parkeergarage is aangeplant door Stipdonk Landschapsinrichting. Het beplantingsmateriaal is afkomstig uit Nederland en is ook aangeplant met de maat 100125 centimeter. Vanwege het budget is er gekozen om maar drie klimplanten per strekkende meter te planten. Ook zijn de klimplanten alleen aangeplant op maaiveldniveau en op één verdieping, halverwege de garage.
4.4 Het beheer De filters in de vijvers worden één keer per maand schoongemaakt. De vijvers vangen veel troep op, onder andere bladafval en algengroei. Hierdoor raakt het filter van de vijver regelmatig verstopt en kan het watergeven belemmerd worden. In de groeiperiode van de klimplanten vindt er een wekelijkse controle plaats voor het watergeefsysteem.
Afb. 17 composite betonnen bakken
4.5 Ontwikkeling groeiwijze
Bij het pompsysteem in de parkeergarage P3 west is een zandfilter toegepast om het hemelwater te filteren. Volgens Stipdonk is het gebruik met hemelwater en een filter duurder dan water geven met leidingwater. Met leidingwater heeft ontstoppen geen kans en is er geen dure investering nodig zoals een filter.
Het lijkt erop dat het substraat in de bakken geen goede vulling is voor de klimplanten. Het bestaat uit lava dat gemengd is met kleine steentjes (afb 16). Het voordeel van substraat met lava is dat het relatief licht is. Het aandeel organische delen zal dan ook relatief klein zijn en dan oogt het ook niet als humeuze grond.
Eén keer per jaar worden de gevels gesnoeid met een hoogwerker. De jonge uitschieters van de klimplanten worden waar nodig ingebonden aan de gaaskorven. In de parkeergarage worden de bakken onkruidvrij gemaakt en worden de klimplanten, die naar binnen groeien, teruggesnoeid. Drie medewerkers van Stipdonk zijn dan ongeveer een week bezig met het onderhoud van één parkeergarage.
Hieronder de aangeplante soorten gericht op een windrichting. Bij de gevels zijn de gemiddelde bedekkingspercentages weergegeven. noordkant: - Hedera helix - Hedera colchica - Hydrangea anomala ‘Petiolaris’
15%
onderzoek klimplanten
34
De beplanting aan de noordkant is erg sumier, terwijl de gekozen soorten wel op een schaduwkant kunnen leven. Omdat elke verdieping één beregeningsgroep heeft, staan de planten waarschijnlijk te nat. De Hydrangea anomala ‘Petiolaris’ heeft gele bladeren, wat een symptoom is van een te nat wortelgestel (afb. 21). Op afbeelding 22 is de Hedera colchica te zien. Deze plant heeft het goed naar zijn zin op de noordkant. De standplaats van de plant is echter wel de grond. De meeste klimplanten in de bloembakken op de noordzijde zijn dood gegaan. oostkant: - Parthenosissus quinqefolia - Parthenocissus tricuspidata - Wisteria sinensis - Wisteria sinensis ‘Alba‘
15%
De oostkant gevels, behalve parkeergarage p4 oost, staan er slecht bij. De meeste planten zijn doodgegaan. Als de gevel bedekt is, komt dat vanuit planten uit de volle grond en dan voornamelijk Wisteria. De bedekking moet voornamelijk van planten komen uit de bloembakken, omdat er aan de oostkanten ingangen zitten. De oostkant van de parkeergarage p4 oost is niet meegenomen in de bedekkingspercentage (afb. 18). De parkeergarage krijgt, vergeleken met de andere oostkanten, vollop ochtendzon. Dit komt omdat hij op de hoek van de rij staat. Ook kunnen de planten bijna allemaal uit de grond groeien. Waarschijnlijk is deze gevel
Afb. 18 oostkant parkeergarage p4
onderzoek klimplanten
35
daarom voor maar liefst 65% bedekt. De oostkant van parkeergarage p4 is ook de enige gevel waarbij de klimplanten schuin naar de zon groeien (afb. 20). zuidkant: - Parthenosissus quinqefolia - Parthenocissus tricuspidata - Wisteria sinensis - Wisteria sinensis ‘Alba‘
80 %
Bij de zuidkant is de Wisteria erg dominant. De Wisteria is ook de enige plant die vanuit de bodem de derde verdieping kan bereiken (afb. 24). De stam van Wisteria is op afbeelding 24 dikker dan een volwassen onderarm van een man.
Afb. 19 westkant, wisteria uit grond
De Parthenocissus groeit op de zuidmuur ook uitbundig. Wel heeft de plant, met als standplaats de bodem, moeite om over de bloembakken heen te groeien, in tegenstelling tot de Wisteria. De plant kan over de eerste bloembak heen groeien, daarna niet meer. De Parthenocissus die in een bloembak groeit, kan niet over de bloembak daarboven groeien, zie afbeelding 24 links eerste verdieping. Van de beplanting op de zuidgevels is ongeveer 75% afkomstig uit de grond en 25% uit de bakken. Dit betekent dat 25% van de gevel begroeit is met klimplanten die hun wortelgestel hebben opgeslagen in de bloembakken met het substraat. Omdat de klimplanten op het zuiden meer water verdampen, kan dat wel eens de reden zijn dat de planten minder nat staan en beter groeien.
Afb. 20 zuidkant volgroeid
onderzoek klimplanten
36
westkant: - Parthenosissus quinqefolia - Parthenocissus tricuspidata - Wisteria sinensis - Wisteria sinensis ‘Alba‘
15%
Ook de westkant staat er slecht bij en de meeste planten zijn dood gegaan. Als de gevel bedekt is, komt dat vanuit planten uit de volle grond. Dit is voornamelijk de Wisteria. De westkant heeft meerdere ingangen. Er is daarom weinig ruimte voor planten die groeien uit de grond. Er is nauwelijks verschil te zien tussen de parkeergarage van 2001 en 2008.
Afb. 21 Gele bladeren van de klimhortensia
4.6 Kosten Bij dit project was het niet mogelijk om de kosten van de realisatie en aanplant op te vragen.
4.7 Problemen Doordat alle verdiepingen op één beregeningsgroep zijn aangesloten, krijgen de planten aan de oost-, west-, en noordgevel te veel water. De problemen die ontstaan, de planten krijgen een slecht wortelgestel en last van geel blad. Mogelijk is dit de reden waarom deze zijdes, in combinatie met arme bodemvoeding, het slecht doen. Op afbeelding 21 staat de Hydrangea anomala ‘Petiolaris’ (klimhortensia) met gele bladeren.
Afb. 22 Hedera colchica
onderzoek klimplanten
37
Afb. 23 zuidkant
Afb. 24 Wisteria bereikt een hoogte van 9 meter
onderzoek klimplanten
38
5. Busstation Heerlen Het centraal station van Heerlen wordt omgedoopt tot het Maankwartier (2010-2016). Het busstation dat hier onderdeel van is, was in 2010 gerealiseerd. In de 22 stalen spanten van de constructie is Wisteria floribunda ‘Macrobotrys’ aangeplant. De plant zal uiteindelijk de hele constructie bedekken. Na vijf jaar is de plant al vijtien meter hoog gegroeid. De laatste meters worden met de hand aangebonden. onderzoek klimplanten
39
onderzoek klimplanten
40
In de jaren negentig was Heerlen een troosteloos station waar veel overlast was van drugscriminelen. De loop- en fietstunnel die onder het station ligt, werd als de meest gevaarlijke plek van de stad beschouwd. De Nederlandse Spoorwegen heeft in deze jaren met samenwerking van de gemeente en AM/Multi plannen gemaakt om het station te herontwikkelen. Het station moet uitgebreid worden met winkels en kantoren om de stad aantrekkelijker te maken en drugscriminelen een halt toe te roepen. Echter was er in deze goede tijd geen geld voor financiering.
Via de media melde zich een lokale kunstenaar genaamd Michel Huisman. Huisman is geen architect maar toch wist hij met zijn ontwerp de meerderheid van de lokale politiek te overtuigen. Het project werd doorgezet onder de naam ‘Het Maankwartier‘. Het Maankwartier moet het centrum van Heerlen over het spoor heen met de noordkant van de stad verbinden (afb. 25). Het Maankwartier wordt een kleine stad die gevestigd zit in de stad. Het Maankwartier bezit een compleet nieuw station, winkelcentrum, cafés, een
Afb. 25 Maankwartier Heerlen
onderzoek klimplanten
41
hotel, terrassen, kantoren en woningen. De hoofdontwikkelaars van het Maankwartier zijn woningstichting Weller en de gemeente Heerlen. In het najaar van 2010 werd er gestart met de bouw van het Maankwartier en de verwachting is dat eind 2016 alles gereed is.
5.1 Het ontwerp Het busstation bestaat uit een stalen boogconstructie, dat aan de kopse kanten lijkt op een halve maan. Elke zijde van de constructie bestaat uit elf staanders van staal. De stalen overkapping heeft een hoogte van zeventien meter en moet helemaal bedekt worden met de Wisteria floribunda ‘Macrobotrys’. Op afbeelding 26 is het busstation nog in aanbouw.
Afb. 26 Busstation Heerlen
onderzoek klimplanten
42
5.2 Het systeem De stalen constructie is duurzaam gefabriceerd door het staal thermisch te verzinken en te poeder-coaten. De constructie krijgt hierdoor een dikke beschermlaag. Dit zorgt ervoor dat er geen onderhoud meer nodig is aan het staal van de constructie. Onderhoud kan in de toekomst overigens alleen uitgevoerd worden als de beplanting ‘helemaal’ verwijderd wordt. Dat zou erg zonde zijn, omdat de Wisteria jaren nodig heeft om weer te herstellen. Tussen de spanten zitten kabels die ervoor zorgen dat er open ruimtes ontstaan van 60 bij 60 centimeter. De plant kan zich winden aan de kabels om ruimtes tussen de spanten te bedekken. De mensen die wachten voor de bus, kunnen zich onder het dak van het bushokje droog houden. Een andere functie van het dak, is het vangen van regenwater voor de planten. Onder de bestrating van de bushokjes zit namelijk een bak van ongeveer 3 meter breedt en 60 centimeter hoog. De onderste 10 centimeter van de bak is gevuld met hydrokorrels, hier wordt het water in opgevangen. Bovenop de hydrokorrels ligt een worteldoek en daar bovenop ligt tuinaarde voor de planten. Het worteldoek zorgt ervoor dat er geen menging van grond en hydrokorrels plaatsvindt. Onderaan de bak zit een overstort, zodat overtollig regenwater afgevoerd wordt.
Afb. 27 het busstation in bloei
5.3 Beplanting De ontwerper (Michel Huisman) heeft zich goed laten informeren over het toepassen van de juiste soort klimplant. Er is bewust niet gekozen voor wintergroene klimplanten. Wanneer een wintergroene klimplant de constructie bedekt, dan is de windvang van een dergelijke constructie per jaar twee keer zo belastend. In de winter zijn overigens ook de meeste windvlagen en die worden vermeden met ‘niet‘ wintergroene klimplanten. Een andere reden is dat wintergroene klimplanten sneeuw op kunnen vangen. Deze verzwaart de constructie en bij dooiperiodes valt de sneeuw op het trottoir. Dit kan bovenop de reizigers vallen!
onderzoek klimplanten
43
Er is gekozen voor de Wisteria floribunda ‘Macrobotrys’. Deze plant wordt rechtstreeks geïmporteerd uit Italië en krijgt bloemtrossen van maar liefst 60 centimeter lang. De plant was bij aanplant 450 centimeter hoog en had een dikte van ongeveer acht centimeter. Om omhoog te groeien, grijpt de plant met zijn scheuten objecten vast (slingeraars). Een nadeel van de Wisteria is, dat het een plant is met giftige eigenschappen. De zaden en peulen van deze plant zijn namelijk giftig, echter groeien deze zaden en peulen pas bij een hoogte van 4 meter. Hier kunnen kleine kinderen niet bij komen. Michel Huisman: ‘‘De Taxus en de klimop zijn ook giftig en worden ook in het openbaar toegepast’’. De Gemeente Heerlen heeft daarin toegestemd. Wisteria floribunda ‘Macrobotrys’ staat bekend om een rechtswindende klimplant die zelfs stalen gaasmatten uit elkaar drukt. De constructie van het busstation is van zeer dik staal gemaakt en de Wisteria kan hierdoor geen schade aanrichten.
5.4 Het beheer Eén keer per jaar worden de planten, met behulp van een hoogwerker, in de constructie gewikkeld. Wisteria is een rechts windende plant die van nature 15 meter hoog groeit. De constructie is 17 meter hoog en met de laatste twee meter zal de plant geholpen moeten worden.
5.5 Ontwikkeling groeiwijze
Afb. 28 betonprofiel
te gebruiken die afkomstig waren uit Italië. Per jaar groeien de planten iets meer dan twee meter en na vijf jaar, na aanplant, zijn de planten +/- 15 meter hoog. Van nature groeien de planten niet hoger dan 15 meter en zullen de planten met de laatste meters geholpen moeten worden, om de gehele constructie te bedekken.
5.6 Kosten De planten zijn rechtstreeks uit Italië gekomen en hebben een leeftijd van +/- 10 jaar en kosten € 400,- per stuk. De gehele constructie kost € 1.250.000,-. De prijzen bovenstaande prijzen zijn exclusief btw.
In het najaar van 2010 is het busstation gerealiseerd en zijn de planten aangeplant. Er is gekozen om alleen de beste planten, met een standaard hoogte van vier meter,
onderzoek klimplanten
44
6. Westblaakgebouw Rotterdam De groene gevel is in opdracht door West-Star Management B.V. in 2010 gerealiseerd. Het ontwerp, een 5000 m2 groene gevel, zal als hij helemaal bedekt is de grootste groene gevel van Europa zijn. De beplanting bestaat uit Hedera en is wintergroen. In 2015 is de gevel in totaal voor ongeveer 40 procent bedekt.
onderzoek klimplanten
45
m
onderzoek klimplanten
46
Het project GreenPark is een parkeergarage in het stadscentrum van Rotterdam. Onder de Rotterdammers is het beter bekend als het Westblaakgebouw. De opdrachtgever -West-Star Management B.V.- wilde dat het imago en de herkenning van de parkeergarage verbeterd werd. Om dit te realiseren is er besloten om het gebouw te bedekken met groen. De gemeente Rotterdam hecht grote waarde aan verduurzaming van de omgeving en aan verbetering van de luchtkwaliteit. Gemeente Rotterdam heeft daarom 25% subsidie verstrekt voor dit project. De opdracht was om dit gebouw te transformeren tot een groenere zelfreinigende machine in de stad Rotterdam. Zonder deze gift zou het project voor de opdrachtgever te duur zijn geweest en waren de plannen geannuleerd. De doelstelling is dat drie a vier jaar na aanleg de 5000 m2 gevel van de parkeergarage bedekt zal zijn. Het Westblaakgebouw zal dan de grootste groene gevel van Europa zijn. Het project is in september 2010 opgeleverd. Voor het plaatsen van een groene gevel zal er altijd een bouwvergunning aangevraagd moeten worden.
6.1 Het ontwerp De doelstelling is het gebouw helemaal te bedekken met groen en uit te lichten in de stad. Om het gebouw architectonisch te versterken, is er gekozen om als basis verticale groene lijnen tegen het gebouw te plaatsen (zie afb 29). Om de statische verticale lijnen te breken
Afb. 29 verticale groene lijnen
en het aanzicht speelser te maken zijn er ook diagonale korven geplaatst. Door de bakken te variĂŤren van diepte (20 en 40 centimeter) wordt er een reliĂŤf aangebracht in de gevel. De horizontale openingen worden niet bedekt, deze functioneren voor de benodigde ventilatie. Er is bewust gekozen om de wanden van de parkeergarage niet te bedekken met gaasmatten. De eerste jaren geeft dit namelijk een minder mooi beeld en de verticale gaaskorfconstructie zal in het ontwerp wegvallen. Een andere reden is dat de Hedera zichzelf kan hechten door middel van hechtwortels. Er is bewust gekozen om tegen de gevel Hedera (klimop) te planten. Deze soort is wintergroen en heeft geen bladverlies.
onderzoek klimplanten
47
6.2 Het systeem Het gebouw bestaat uit een verticale gaaskorfconstructie met daarin kunststof bakken (zie afb. 30). Deze bakken (40 x 40x 40 centimeter) zijn met strippennen vastgemaakt aan de gevel en bezitten elk vier planten. Elke verticale constructie en verdieping heeft op de begane grond een bak. In de bakken zit een substraat op basis van ‘aarde’ waar de nodige korrels doorheen zijn gemend. De korrels zijn water bindend en hebben een langzaam afgevend vermogen. De gaasmatten hebben een maaswijdte van 10 x 10 centimeter. Op de begane grond is echter gekozen voor een maaswijdte 5 x 5 centimeter (zie afb. 31). Het beklimmen van de constructie, in combinatie met de aanplant van een hulst, wordt hiermee belemmerd.
Afb. 30 de plantenbakken
Bovenop het dak van de parkeergarage wordt al het regenwater opgevangen en via buizen naar de wateropvang geleid. In de parkeergarage zijn er altijd auto’s die olie lekken en het regenwater vervuilen. Om het regenwater te kunnen hergebruiken moet het daarom eerst gefilterd worden van de olie. Het sediment van de olie zal moeten worden afgevoerd (zie afb. 32). Na het filteren komt het in de waterbufferopvang die bestaat uit grote zakken die onder het maaiveldniveau liggen. De zakken zullen zich nooit helemaal vullen. Indien er een hevige regenbui is, is er altijd nog ruimte en wordt er voorkomen dat het gemeentelijk riool in één keer wordt overbelast. Mocht er overtollig regenwater in de buffertanks aanwezig zijn, dan kan dat gecontroleerd
Afb. 31 maaswijdte 5x5 centimeter
onderzoek klimplanten
48
afgevoerd worden op het riool. De buffertanks zijn voorzien van een overstort op het gemeenteriool. Al het gefilterde regenwater wordt dan via leidingen naar de plantenbakken gepompt en via druppelaars in de plantenbakken geloosd. Het water dat niet door de planten wordt opgenomen, zal via het riool weer worden afgevoerd (afb. 32). Het water is namelijk niet recyclebaar vanwege de mogelijke aanwezigheid van ziektes en ziekte-verspreiding. Elke ‘gevel’ is gericht op een windstreek en bezit elk een eigen beregeningsgroep die afzonderlijk wordt gemonitord. Als het nodig is, krijgen de planten automatisch extra plantenvoeding. Een monitoringssysteem houdt dit in de gaten. De vraag naar water is per windstreek, door de stand van de zon, verschillend. De beplanting die groeit aan de zuidkant, vraagt met droge periodes meer water dan de beplanting aan de andere windstreken. De vochtigheid wordt met sensoren in de gaten gehouden en bij te veel droogte wordt er computergestuurd water gegeven. Wanneer er een breuk of ontstopping in het leidingsysteem zit, kan dit worden gesignaleerd. Ontstoppingen, scheuren of andere gebreken worden door het monitorsysteem snel opgespoord. De computer geeft namelijk een defect in het systeem aan, zodat het systeem stilgelegd wordt. Dit systeem kan ook op afstand bediend worden door het bedrijf dat het beregeningssysteem heeft ontworpen en aangelegd.
6.3 Beplanting De Hedera helix is van nature een klimplant die zich hecht met hechtwortels. Ook kan de plant zich een weg omhoog vinden, doordat hij door de vierkante spijlen heen groeit. Tegen de betonplaten hecht de Hedera zich met kleine hechtwortels. De plant is zeer makkelijk, sterk en wintergroen. Ook laat hij niet tot zeer weinig bladeren vallen. De aanplant maat van de klimplanten is 180/200 centimeter. De keuze op Hedera is mede gevallen, omdat de plant een positieve bijdrage levert aan het klimaat en de luchtkwaliteit in de stad. De Hedera vangt fijnstof en CO2 op en zorgt dus voor luchtzuivering in stad. 25 vierkante meter groene gevel met Hedera filtert evenveel fijnstof als een volwassen boom. De gevel filtert gelijk aan 1250 volwassen bomen! In de bakken die zich op maaiveld hoogte bevinden groeit de hulst. De hulst met het stekelige blad weerhoudt mensen om in de stalen korfconstructie te klimmen (afb. 31). Ook de Flora en Fauna spelen een grote rol bij dit project. Er is meerdere keren een torenvalk gesignaleerd. Er bevinden zich talloze duivennesten en de Vlaamse gaai voelt zich er ook goed thuis.
onderzoek klimplanten
49
Afb. 32 wateropvangsysteem
onderzoek klimplanten
50
Afb. 33 westkant
Afb. 34 zuidkant
6.4 Het beheer
6.6 Kosten
Na de aanleg van de groene gevel, zorgt Greenface drie jaar gratis voor het onderhoud. Twee keer per jaar wordt er met drie man, waarvan twee in een hoogwerker, de planten ingebonden en gesnoeid. De horizontale luchtgaten van de parkeergarage mogen niet begroeid worden.
De prijs van het totale project is € 400.000,- exclusief btw. De gemeente heeft 25 procent van deze kosten gesubsidieerd. Na de aanleg zorgt Greenface voor drie jaar gratis onderhoud. De beplanting heeft onderhoud nodig om het eindresultaat te bereiken.
6.5 Ontwikkeling groeiwijze
Het bevloeiingssysteem is vervuild geraakt door algen, waardoor de sproeiertjes verstopt komen te zitten. De gaten zijn om die reden groter geboord waardoor het probleem van algengroei niet meer aanwezig is. In 2013 is 25 procent (afb. 35) van de oostgevel kapot gegaan. Dit heeft volgens Greenface te maken met de onverwachte strenge vorstperiode in het voorjaar. In de media werd het project als ‘Flop‘ beschouwd.
Het uitgangspunt was dat de parkeergarage na drie jaar bedekt zal zijn. Deze doelstelling is echter niet gelukt. De beplanting heeft na vijf jaar ongeveer 40 procent bedekt (afb 33, 34, 35, 36). Dit komt omdat de Hedera de makkelijkste weg kiest om te groeien. Dit is verticaal omhoog via het betongaas. Als de plant het betongaas bedekt heeft, zal het de breedte in gaan.
6.7 Problemen
onderzoek klimplanten
51
Afb. 35 oostkant
Afb. 36 noordkant
Als de beplanting op de noordkant helemaal ingesloten is, krijgt het geen ochtendzon (afb. 36). De Hedera, een echte schaduwplant, die deze noordmuur moet bedekken, groeit nauwelijks. Als Paul Lagenscha hiervan had geweten, had hij deze noordmuur niet beplant.
onderzoek klimplanten
52
7. Hoofd- en deelvragen Aan de hand van de gewonnen informatie kunnen de deelvragen beantwoord worden. De deelvragen onderbouwen gezamenlijk, op hun beurt, de hoofdvraag. Van de totale informatie kan een ‘handleiding klimplanten’ en een ‘Tabel klimplanten met eigenschappen‘ in rapport- en tabelvorm gegenereerd worden.
onderzoek klimplanten
53
onderzoek klimplanten
54
7.1 Deelvraag 1: Aan welke randvoorwaarden moet een constructie, gebouw of gevel voldoen om bedekt te kunnen worden met klimplanten?
om objecten heen winden (slingeraars) of gebruiken ranken. (afb. 3, 4) Deze soorten klimplanten hebben staaldraden, spijlen of bijvoorbeeld betongaas, nodig om zich vast te pakken en omhoog te groeien.
De windrichting bij een constructie, gebouw of gevel, is bepalend voor het poten van een plantensoort. De windrichting zorgt voor een verschil van het aantal zonuren per dag. Als een klimplant geplaatst wordt op een windrichting waar het zich niet lekker voelt, zal deze plant het minder goed doen. Er dient hier rekening mee gehouden te worden.
Bij drie locaties wordt gebruikt gemaakt van betongaas, zodat alle soorten klimplanten gemakkelijk omhoog kunnen groeien. Bij het busstation Heerlen kan de ‘Wisteria’ (slingeraar) zich gemakkelijk vastgrijpen aan de horizontale staaldraden en de holle spanten.
Het komt voor dat meerdere kanten van een gebouw ingesloten zijn door andere gebouwen, objecten of bomen waardoor er alleen maar schaduw, of hoofdzakelijk schaduw op een constructie, gebouw of gevel voorkomt. Als de beplanting op de noordkant helemaal ingesloten is, krijgt het geen ochtendzon. Ons advies is dan om aanplant te vermijden. Het Westblaak gebouw in Rotterdam is hier het voorbeeld van. (afb. 36) De Hedera, een echte schaduwplant, die deze noordmuur moet bedekken, groeit nauwelijks. Als Paul Lagenscha hiervan had geweten, had hij deze noordmuur niet beplant. Als een constructie, gebouw of gevel begroeid moet worden, zal er worden gekeken naar de klimwijze van de plant (afb. 37). Soorten klimplanten die gebruik maken van hechtvoeten of hechtwortels (afb. 2,3) hebben geen objecten of staaldraden nodig om zich een weg omhoog te banen. Deze soort klimplanten groeien tegen een kale muur. De meeste klimplanten groeien, doordat ze zich
Planten zoals rozen zullen handmatig aangebonden moeten worden. Deze groep klimplanten grijpt of windt zich niet zelf vast aan objecten of verticale muren. Conclusie en aanbevelingen Wij adviseren op noordmuren, waar de plant geen ochtendzon krijgt, of muren die helemaal omsloten zijn geen beplanting. Zelfs de Hedera (klimop) op het Westblaak gebouw, waar de plant de juiste hoeveelheid water en voeding krijgt, doet het slecht. De beste manier om een constructie, gebouw of gevel te laten begroeien is door gebruik te maken van betongaas. Alle soorten klimplanten, behalve handgeleide klimmers, kunnen zelfstandig omhoog groeien. Bij constructies, zoals het busstation Heerlen, waar onderdoor gelopen kan worden, mag het dak niet begroeid worden met wintergroene klimplanten. De planten kunnen sneeuw vasthouden en dat kan onverwachts vallen. Dit kan mensen verwonden. Wanneer een wintergroene klimplant de constructie bedekt, dan is de windvang van een
onderzoek klimplanten
55
deelvraag 1:
Aan welke randvoorwaarden moeten een constructie, gebouw en gevel voldoen om bedekt te worden?
klimwijze planten: muur Hechtvoeten + Hechtwortels + Slingeraars, winden Ranken Handmatig aanbinden (+) = ja of goed, (+/-) = matig,
betongaas trespa platen staaldraden/spijlen palen min. 7x7 cm + + +/+ +/+/+ + + + + + +/(-) = slecht, (±) = soms niet of soms wel
Afb. 37
dergelijke constructie per jaar twee keer zo belastend. In de winter zijn overigens ook de meeste windvlagen en die worden vermeden met ‘niet‘ wintergroene klimplanten. Bij het busstation Heerlen kunnen aan de constructie ook ijspegels ontstaan. Deze zullen verwijderd moeten worden.
7.2 Deelvraag 2: Aan welke eisen moeten bodem, bakken en beregeningssysteem voldoen, zodat een gevel door klimplanten begroeid kan worden? Het is belangrijk dat planten in bakken en in grond gepoot worden met een voedselrijke humusbodem. Zowel de bakken als de bodem moeten waterdoorlatend zijn. Wanneer planten te natte voeten (wortels) hebben, krijgen de planten last van wortelrot waardoor er een slecht wortelgestel ontstaat. Ook de bladeren van de planten worden geel. Dit probleem doet zich voor in het High Tech Campus Eindhoven (afb. 21)
In het Philips campus in Eindhoven zijn de composiete betonbakken gevuld met een soort daktuinsubstraat. Dit substraat bestaat uit lava dat gemengd is met kleine steentjes (afb. 16). Een voordeel van het gebruik van lava is dat de vulling relatief licht is. Het substraat oogt echter niet als een humeuze voedselrijke grond maar bestaat hoofdzakelijk uit ‘kleine‘ steentjes. Vermoedelijk is dit , samen met het vele water, de reden dat de klimplanten het uit de bakken slecht doen. Er wordt wel ieder jaar, via het watergeefsysteem, vloeibare mest toegediend. Dit is echter niet voldoende. De bakken van de parkeergarage in Rotterdam zijn gevuld met een substraat op basis van ‘aarde’ gemengd met de korrels. Deze korrels zijn waterbindend en hebben een langzaam-afgeven vermogen. De Hedera’s die in deze bakken groeien, krijgen elk jaar door middel van vloeibare mest hun voeding.
onderzoek klimplanten
56
Het Westblaak gebouw bestaat uit acht verdiepingen met negen niveaus aan plantenbakken. Het gebouw is na vijf jaar voor ongeveer 40 procent bedekt. De andere 60 procent die niet bedekt is, is lastig om te laten begroeien. De plant had in drie jaar ook de horizontale schotten moeten bedekken. Dit is voor de plant erg lastig, omdat het in eerste instantie de makkelijkste weg neemt om te groeien. Als de schotten van betongaas waren geweest, was het bedekkingpercentage ongetwijfeld hoger geweest. De noordkant van het ‘Westblaakgebouw’ wordt niet meegenomen in dit percentage. Deze kant is omringd door hoge gebouwen en krijgt geen zon. Achteraf had deze kant niet beplant moeten worden. Langs de westgevel en de zuidgevel wordt bij de Afvalstoffendienst in Den Bosch gebruikt gemaakt van een bakkensysteem waarbij de planten omhoog groeien. In de bakken en de plantenborders is een laag van 60 centimeter bemeste teelaarde toegepast. Deze aarde heeft een organisch stofgehalte van acht procent. Elk jaar worden de bakken en plantenborders aangevuld met schimmelcompost van hout en takken. De 60 centimeter teelaarde in de plantenborders en het bakkensysteem, zorgen ervoor dat de klimplanten voldoende wortelruimte hebben om de gevel te bedekken. Na vier jaar heeft de beplanting de gevel aan elke zijde voor 80 procent bedekt (de noordkant niet meegerekend). Er is echter geen onderscheid te maken in de ontwikkeling van de beplanting op de gevels. Alle gevels waarbij de beplanting omhoog groeit, doen het goed.
Bij de noordkant moet de beplanting naar beneden groeien. Dit is niet meegenomen in het bedekkingspercentage, omdat dit een onnatuurlijke groeiwijze is. De bedekking tegen de Afvalstoffendienst wordt gerealiseerd door klimplanten die in één bak groeien, in tegenstelling tot het Westblaakgebouw en Philips Campus Eindhoven waarbij de bedekking door meerdere bakken op verschillende niveaus wordt gerealiseerd. Bij het busstation in Heerlen, gerealiseerd in 2010, is er een oplossing bedacht waarbij de helft van de beplanting in bakken geplant zijn, onder de verharding. De bakken zijn ongeveer drie meter breed, gevuld met teelaarde met daaronder substraat. In totaal is het een hoogte van ongeveer 60 centimeter. Bovenop de teelaarde is een cunetlaag aangebracht t.b.v. de trottoirtegels. De planten hebben geen extra voeding nodig, gezien de groei en ontwikkeling van de klimplant. De Wisteria floribunda ‘Macrobotrys’ groeit uitstekend en is na vijf jaar, vijftien meter hoog geworden. Het beregingssysteem Water geven aan planten is niet zo moeilijk, maar wanneer je te maken hebt met veel strekkende meters bloembakken, zal je een beregeningssysteem moeten installeren. De projecten in Eindhoven, Rotterdam en Den Bosch hebben te maken met beregeningssystemen die op verschillende manieren zijn toegepast. Het beregeningssysteem is helemaal computergestuurd en in bezit van een regenmeter.
onderzoek klimplanten
57
deelvraag 2: factoren:
Wat zijn de belangrijkste factoren waar aan een constructie, gebouw of gevel aan moet voldoen? opmerkingen: voor hoge gebouwen zijn bakken nodig om het hele gebouw te laten bedekken neem humus voedselrijke aarde dat waterdoorlatend is bij planten in de volle grond is niet noodzakelijk neem schoon water voor het beregeningsysteem, leidingen kunnen verstoppen
+/plantenbakken bodem / grondsoort ++ watergeefsysteem + water van ++ beregeningsysteem standplaats tegen gebouw noord: weinig klimplanten groeien in de schaduw standplaats tegen gebouw ++ in de halfschaduw groeien de meeste planten oost: niet alle planten kunnen tegen de warme zuidmuur, de Hedera bij standplaats tegen gebouw +/de Afvalstoffendienst doet het slecht op deze kant zuid: standplaats tegen gebouw ++ in de halfschaduw groeien de meeste planten west: voeding 2 keer per jaar bemesten, in het voorjaar en de zomer ++ constructie bekleed met betongaas ++ (+) = ja of goed, (-/+) = matig, (-) = slecht, (Âą) = soms niet of soms wel Afb. 38
High Tech Philips Campus: Dit is een beregeningssysteem dat water geeft aan alle gevels tegelijk. Het water bestaat uit overtollig regenwater dat omhoog gepompt wordt naar alle verdiepingen. De waterbuffer van deze parkeergarages bevindt zich in de vorm van vijverbakken langs de gebouwen. De vijvers zijn een pluspunt voor de buitenruimte, maar vangen ook veel bladafval en ander vuil. Door de vervuiling en algengroei, raken de pompen en de druppelslangen regelmatig verstopt. Het is verstandig om de bloembakken tegen elkaar aan te zetten, zodat
men geen last heeft van vallende druppels. Westblaakgebouw Rotterdam: Dit beregeningssysteem is het meest geavanceerde ten opzichte van de systemen in Den Bosch en Eindhoven. Op het dak van de parkeergarage wordt al het water opgevangen. Dit water wordt onder maaiveldniveau gefilterd en ontdaan van olie, vetten en andere afvalstoffen. Dit water wordt vervolgens naar grote bufferzakken geleid en opgeslagen. Iedere gevel, gericht op een windstreek, is apart aangesloten op een computergestuurd beregeningssysteem met regenmeter.
onderzoek klimplanten
58
De regenmeter op het gebouw meet of er regen gevallen is en of het nodig is om te druppelen. Als het nodig is, krijgen de planten automatisch extra plantenvoeding. Een monitorings-systeem houdt dit in de gaten. Ontstoppingen, scheuren of andere gebreken worden snel door de computer opgespoord. De computer geeft namelijk een defect in het systeem aan, zodat het systeem stil gelegd wordt. Dit systeem kan ook op afstand bediend worden door het bedrijf die het beregeningssysteem heeft ontworpen en aangelegd.
Bij het Philips Campus zijn de bakken gevuld met een humusarm substraat, gemengd met grind (afb. 16). De planten in de bakken zijn, in combinatie met ‘waarschijnlijk‘ te veel water bijna allemaal dood. Wij denken, dat te veel water niet de oorzaak is, omdat het substraat goed waterdoorlatend is. Bij bloembakken van 40 x 40 x 40 centimeter hebben vier Hedera’s voldoende groeiruimte, zoals bij het Westblaakgebouw.
De gaten in de druppelleidingen waren in het begin te klein. Door algengroei waren de te kleine gaten verstopt geraakt. De gaten moesten groter geboord worden om de verstoppingen te verhelpen.
Bij het planten van klimplanten in de verharding is het verstandig teelaarde onder het cunet aan te brengen. Bij de afvalstoffendienst zijn de klimplanten aan de oostkant gepoot in een border met bemeste teelaarde van ongeveer 50 centimeter lang en 40 centimeter diep.
Afvalstoffendienst Den Bosch: Elke gevel, dat gericht is naar een windstreek, wordt apart bevloeid met water. Via deze manier kan ervoor gezorgd worden dat elke gevel niet te teveel, of te weinig water krijgt. Het regenwater wordt opgevangen via het dak van de Afvalstoffendienst. Dit water wordt opgeslagen in een voorraadtank. Dit water wordt vervolgens gefilterd en gebruikt voor het beregenen van de planten. Bovenop het dak staat één regenmeter, zodat er gericht water gegeven kan worden.
Als een beregeningssysteem wordt toegepast, is het belangrijk dat iedere gevel, gericht op een windstreek, apart water gegeven kan worden. Als er hemelwater gebruikt moet worden, moet het water schoon zijn. Water dat vuil is, moet namelijk gefilterd worden. De kans op verstoppingen van de druppelslangen is namelijk groot. Het schone water kan het beste opgeslagen worden in afgesloten ruimtes, zodat het water niet meer vervuild raakt en de planten schoon water hebben.
Conclusies en aanbevelingen Bij het aanbrengen van bakken raden wij aan om een humusrijke vulling te gebruiken dat waterdoorlatend is. Meng de humus met substraat dat waterbindend is en een langzaam afgevend vermogen heeft.
Als bakken niet tegen elkaar aan gemonteerd zijn, kan de druppelslang er langs druppelen. Bij het High Tech Philips Campus gaf dit problemen, omdat voorbijgangers nat werden. Deze gaten moeten dichtgemaakt worden, bijvoorbeeld door er een spijker in te doen. Ook is het
onderzoek klimplanten
59
verstandig om ’s morgens en ‘s avonds te druppelen, zodat het water de tijd heeft om in de grond te zakken en bij zonnig weer niet meteen verdampt. Een regenmeter voorkomt dat de planten onnodig te veel water krijgen, wat uiteindelijk slecht is voor de planten. Dit probleem doet zich voor in het High Tech Philips Campus.
7.3 Deelvraag 3: In welk tijdbestek kunnen klimplanten een constructie, gebouw of gevel bedekken? Dit is afhankelijk van de soort beplanting, constructie en de groeiomstandigheden. De ene plant groeit van nature sneller dan de andere. Er is echter één plant die het snelst groeit en heel dominant is; de Wisteria (blauwe regen). Dit is door deze plant bewezen op drie van de referentielocaties. Een Wisteria die zich lekker voelt, zoals bij het Busstation in Heerlen, groeide ongeveer twee meter per jaar. Van nature wordt deze plant maximaal vijftien meter hoog en dan stopt hij met groeien. De Wisteria die op het High Tech Philips Campus tegen de parkeergarage is aangeplant, groeit ongeveer 1,5 meter per jaar en onder slechte bodemomstandigheden (arme zanderige grond). Bij de Afvalstoffendienst heeft de plant de zeven meter hoogte van het dak bereikt. Deze hoogte had de plant bij ons eerste bezoek (2014) ook bereikt. De plant groeit minimaal 1,5 meter per jaar. De Wisteria is niet wintergroen. De Lonicera tellmanniana en de Lonicera henryi hebben, net als de Wisteria, binnen vier jaar, zeven meter hoogte
bereikt. Dat betekent dat de plant een groeisnelheid heeft van rond de 1,5 meter per jaar. Deze Lonicera’s zijn niet wintergroen. De Lonicera tellmanniana wordt maximaal zeven meter hoog. De Lonicera henryi kan een hoogte rond de tien meter bereiken. De Parthenocissusen is trager als de Wisteria, maar is met een groeisnelheid van ongeveer één meter per jaar toch een snelle groeier. De plant zal ongeveer zeven meter hoog worden. Als de plant op een goede standplaats staat, met volle zon, kan hij 1,5 meter per jaar groeien. Het Westblaakgebouw in Rotterdam is na vijf jaar voor ongeveer 45 procent bedekt. De andere 55 procent die niet bedekt is, is lastig om te laten begroeien. De plant had in drie jaar ook de horizontale schotten moeten bedekken. Dit is voor de plant erg lastig, omdat het in eerste instantie de makkelijkste weg neemt om te groeien. Als de schotten van betongaas waren geweest, was het bedekkingspercentage ongetwijfeld hoger geweest. Een Hedera is een relatief trage groeier met ongeveer één meter per jaar. Het voordeel van de plant is dat hij als één van de weinigen wintergroen is en zichzelf kan hechten met hechtwortels. Overigens, kan de plant op elke standplaats groeien. De Hedera helix, met het donkere blad, kan een hoogte van twintig meter bereiken.
onderzoek klimplanten
60
Conclusies en aanbevelingen Als een constructie, gebouw of gevel snel bedekt moet worden, zijn de Wisteria’s, Lonicera’s en de Parthenocissusen de meest geschikte planten. Deze planten groeien tussen de één en de twee meter per jaar. Voor Wisteria’s en Lonicera’s (slingeraars) is het beter om betongaas te gebruiken (afb. 37). Het voordeel van de Parthenocissusen is dat hij zich met hechtvoetjes zelfstandig kan hechten. Voor een wintergroene bedekking is Hedera helix met een groeisnelheid van 0,5 tot een meter per jaar de juiste plant.
7.4 Deelvraag 4: Welke planten zijn het meest geschikt om een constructie, gebouw of gevel te laten bedekken? De Parthenocissusen en de Hedera’s zijn twee soorten, die bij de bezochte constructies, gebouwen en gevels, veruit het best, de gebouwen bedekken. Deze twee soorten bekleden de hele constructie, gebouw of gevel met een dicht tapijt van bladeren (afb. 34). De Hedera wordt bij alle locaties toegepast, behalve bij het station Heerlen. De Hedera kan met zijn hechtwortels op alle voorwerpen hechten, behalve spijldraden. De plant overwoekert alles wat hij tegenkomt. Het voordeel is dat de plant wintergroen is en het hele jaar bedekt. Een nadeel van Hedera is dat de plant niet te combineren valt met andere planten.
Een mooiere herfstkleur dan de Parthenocissus (pagina 65) is er bijna niet. Deze klimplant hecht zich met zijn hechtvoetjes en is in staat hele muren of schuttingen te bedekken. Waar de plant groeit, bedekt hij alles met een dicht tapijt van bladeren. De plant kan wel twintig meter hoog worden en is niet wintergroen. Conclusie en aanbevelingen De snelste bedekker is de Wisteria met een groeisnelheid van twee meter per jaar. Het nadeel is dat deze plant een transparante bedekker is. De Hedera en de Parthenocissus zijn de beste bedekkers, omdat zij elk object helemaal bedekken. Je kunt namelijk niet meer door het tapijt van bladeren heen kijken. De planten kunnen beide zonder hulpmiddelen op elk verticaal vlak groeien. De Parthenocissus is niet wintergroen en de Hedera is dat daarentegen wel. Het nadeel van deze planten is dat ze na het verwijderen altijd sporen van het hechten achterlaten. Er wordt veel gezegd dat de Hedera vocht uit muren onttrekt wat uiteindelijk voor broze voegen zorgt. Dit is niet waar, de Hedera gebruikt zijn hechtwortels alleen om te hechten en haalt het water uit de grond of neemt het op via de huidmondjes onderaan het blad. De plant is dus geen parasiet en zorgt zelfs voor extra isolatie! Onze mening is dat de Hedera de beste plant voor bedekking van gebouwen is.
onderzoek klimplanten
61
deelvraag 4: klimplanten: Rubus henryi Rubus fruticosus 'Evergreen' Rubus emerald 'n Carpet Passiflora caerulea Lonicera japonica div cult. Clematis armandii Lonicera henryi Pyracantha coccinea div cult. Jasminum nudiflorum Amplelopsis orientalis Clematis flammula Clematis alpina div. cult Lonicera tellmanniana Periploca gracaea Akebia quinata Aristolochia durior Hydrangea anomale petiolaris Rosa kiftsgate Rosa 'Apple Blosom' hedera helix 'arborescens' Wisteria floribunda 'Macrobotrys' Hedera: 50% Hedera helix 50% Hedera colchica Hydrangea Afb. 39
anomale 'Petiolaris' Lonicera periclimenum 'Serotina' Parthenosissus quinqefolia Wisteria sinensis Wisteria sinensis 'Alba' (+) = ja of goed, (-/+) = matig,
Wat zijn de meest geschikte planten voor het laten bedekken van een constructie, gebouw of gevel?
+ + + + + + ++ ++ ++
+ + ++ ++ ++ (-) = slecht,
eigenschappen: braam, zeer winterhard, bodem vaag braam, zeer winterhard, bodem vaag, groen blijvend braam, zeer winterhard, bodemvaag, kleinblad matig winterhard, kamperfoelie, zeer winterhard groenblijvend kamperfoelie, zeer winterhard, winter groen vuurdoorn, zeer winterhard groeit matig oosterse wingerd, goed winterhard goed winterhard, wit goed winterhard, blauw kamperfoelie, zeer winterhard melkwingerd, matig winterhard schijnaugurk, goed winterhard, bodem vaag pijpbloem, goed winterhard klimhortensia, goed winterhard witte klimroos roze klimroos klimop, wintergroen, winterhard blauwe regen, zon klimop, wintergroen, winterhard
klimhortensia, winterhard wilde kamperfoelie, vochtig humusrijk wilde wingerd, snelle groei, winterhard blauwe regen, zon blauwe regen, zon
(Âą) = soms niet of soms wel
onderzoek klimplanten
hedera helix 'arborescens' Wisteria floribunda 'Macrobotrys' Hedera: 50% Hedera helix 50% Hedera colchica Hydrangea anomale 'Petiolaris' Lonicera periclimenum 'Serotina' Parthenosissus quinqefolia Wisteria sinensis Wisteria sinensis 'Alba' (+) = ja of goed, (-/+) = matig,
++ ++
klimop, wintergroen, winterhard blauwe regen, zon
++
klimop, 62 wintergroen, winterhard
+ + ++ ++ ++ (-) = slecht,
klimhortensia, winterhard wilde kamperfoelie, vochtig humusrijk wilde wingerd, snelle groei, winterhard blauwe regen, zon blauwe regen, zon
(±) = soms niet of soms wel
Afb. 40
7.5 Deelvraag 5: Welk onderhoud is nodig voor de klimplanten en het beregeningssysteem? Bij het onderhoud wordt bij alle locaties de beplanting minimaal elk jaar gesnoeid en in de groeirichting geleid. Het eindresultaat wordt mede bepaald, doordat er aandacht geschonken wordt aan het leiden en aanbinden. Bij het busstation Heerlen groeit de Wisteria (blauwe regen) maar tot 15 meter hoog, terwijl de top van de halve maan 17 meter hoog is. Van nature zal de Wisteria deze laatste twee meter niet bereiken. Om de halve maancirkel helemaal te bedekken en het eindresultaat van volledige bedekking te bereiken, moeten de scheuten handmatig in de constructie gewikkeld of aangebonden worden. De blauwe regen wordt één keer per jaar gesnoeid en geleid. Het Westblaakgebouw te Rotterdam en De Afvalstoffendienst in Den Bosch, krijgen jaarlijks twee snoeibeurten. De andere twee locaties: High Tech Campus Eindhoven en Busstation Heerlen worden maar één keer per jaar gesnoeid.
Bij de afvalstoffendienst wordt de beplanting twee keer per jaar gesnoeid, omdat er aan twee zijdes van het gebouw (noord- en west) voertuigen rijden. De beplanting mag niet het zicht belemmeren of over de weg groeien. Bij het High Tech Campus Eindhoven wordt één keer per jaar gesnoeid, omdat er gazons rondom de garages liggen. Het uitsteken van de beplanting zorgt niet voor belemmering van voertuigen of personen. Bij de halve maan van het busstation in Heerlen is één keer per jaar goed snoeien voldoende, omdat het de eigenschap van Wisteria is dat hij omhoog wil groeien. De lange scheuten groeien vooral boven de twee meter. De eerste twee à drie meter van de plant is kaal en lijkt op een boomstam zonder takken. De beheerder ontkomt er uiteraard niet aan dat hij meerdere hangende takken weg zal moeten knippen die over het voetpad hangen. Bij het snoeien van de halve maan wordt vormsnoei toegepast en de scheuten worden aangebonden. De beregeningssystemen worden bij alle locaties, behalve bij het busstation Heerlen, toepast. Deze systemen hebben elk jaar meerde keren onderhoud en controle nodig.
onderzoek klimplanten
63
Als het winter wordt, mag er geen water in de leidingen zitten. Door middel van perslucht wordt het water uit de leidingen geblazen. De leidingen kunnen in de winter namelijk kapot vriezen. Ook worden de systemen afgesteld en meerdere keren per jaar gecontroleerd. Een goed filter of grond- en kraanwater voorkomt vuil water in de leidingen. Bij twee locaties moesten deze problemen verholpen worden!
kunnen vriezen. Gebruik altijd schoon water om verstoppingen te vermijden.
Conclusies en aanbevelingen Welke beplanting er ook gebruikt wordt; er is minimaal één keer per jaar een snoeibeurt nodig. Bij het Philips campus in Eindhoven wordt één keer per jaar gesnoeid, terwijl de Hedera helix op sommige plaatsen meters de parkeervakken ingroeien. Dit is ook het geval bij het Gs Greenpark Rotterdam. Bij het Greenpark Rotterdam is naar onze mening twee keer per jaar snoeien een noodzaak. Bij minder onderhoud zal de Hedera de horizontale openingen van de verdiepingen vernauwen en de ventilatie van de parkeergarage belemmeren. Het onderhoud is afhankelijk van de locatie en het beeld dat een opdrachtgever voor ogen heeft. Wel kunnen wij stellen, dat twee keer snoeien per jaar, bij alle projecten maximaal is. De beregeningsystemen hebben wel meerdere keer een controle beurt nodig. Het belangrijkste is dat de slangen elk najaar doorgespoten worden met lucht, zodat de slangen in de winter water/vocht vrij zijn en niet kapot
onderzoek klimplanten
64
7.6 Hoofdvraag: Wat moet een architect uiteindelijk weten voordat een constructie, gevel of gebouw bedekt wordt met klimplanten in Nederland?
- Indien er meerdere verschillende klimwijze gebruikt worden, is betongaas altijd het beste materiaal. Neem voor het beton een zo groot mogelijke maaswijdte, zodat de klimconstructie het minste gewicht heeft.
Als een ontwerper, architect of landschapsarchitect een gevel wil laten bedekken kunnen er makkelijk fouten ontstaan. Bij het lezen van de volgende punten kunnen deze fouten worden voorkomen. Bij het doorlopen van de punten is het handig de beslisboom er bij te houden.
3: Wat zijn de nadelen van het bedekken van een gevel met hechtwortels en hechtvoeten? - Een nadeel van deze groep is dat als de beplanting verwijderd wordt, de beplanting hechtvoeten of hechtwortels achterlaten die moeilijk te verwijderen zijn.
1: Naar welke kant is de gevel gericht die bedekt moet worden? - Indien dit het noorden is, zijn er maar een aantal planten die hier kunnen groeien. Als de noordgevel over zeer zware schaduw beschikt, adviseren wij de gevel niet te laten bedekken met klimplanten. De praktijk heeft uitgewezen dat zelfs de Hedera niet tot zijn recht komt.
4: De mogelijke gevaren van het bedekken van een constructie met klimplanten. - Wanneer een wintergroene klimplant een constructie bedekt, dan is de windvang van een dergelijke constructie per jaar twee keer zo belastend. In de winter zijn overigens ook de meeste windvlagen en die worden vermeden met ‘niet‘ wintergroene klimplanten. - Wintergroene klimplanten kunnen sneeuw opvangen. Deze verzwaart de constructie en bij dooiperiodes valt de sneeuw op het trottoir. Dit kan bovenop de reizigers vallen! - Aan constructies kunnen ijspegels komen te hangen die kunnen vallen. Deze zullen verwijderd moeten worden.
2: Welke klimwijze hanteer ik en welk materiaal hoort daarbij? - Hechtvoeten en hechtwortels: groeien tegen elke oppervlakte omhoog (zie afb. 37). Staaldraden en spijlen zijn geen succes. - Slingeraars/winden en ranken: deze klimplanten groeien alleen tegen betongaas en tegen spijlen of draden. - Handmatig aanbinden: rozen vallen onder deze klimwijze. Deze groep is zeer arbeidsintensief.
5: Het nadeel van de Wisteria - Deze plant wordt ook wel de wurgplant genoemd. De plant heeft zo’n krachtige groei dat het materialen kan wurgen en uiteindelijk vernielen. Een Wisteria drukt met gemak een plastic regenpijp kapot.
onderzoek klimplanten
65
6: Welke planten kunnen gebruikt worden zonder klimconstructie? - De Parthenocissus klimt met hechtvoeten en groeit één tot anderhalve meter per jaar. De plant kan ongeveer zeven meter hoog worden en is niet wintergroen. - Hedera soorten groeien met hechtwortels en overwoekeren alles wat ze tegenkomen. Het voordeel is dat de plant wintergroen is en het hele jaar bedekt. Een nadeel van Hedera is dat de plant niet te combineren valt met andere planten. - Hydrangea anomala ‘Petiolaris’ groeit op elke noord-, oost- en westmuur. De plant klimt met hechtwortels en groeit een halve meter per jaar. Groeihoogte +/- 9 meter. Stap 7: Waar moet bij bakken op gelet worden? - Gebruik in de bloembakken waterdoorlatende humus en voedselrijke aarde. Maak in de bloembakken ook gaten, zodat teveel water eruit kan druppelen. Stap 8: Waar moet op gelet worden bij het aanleggen van een beregeningssysteem? - Elke windrichting heeft een eigen beregeningsgroep. Indien alle of meerdere windrichtingen op één groep gevestigd zijn, kan het volgende probleem ontstaan: Op het zuiden verdampt het water sneller dan op het noorden. Op het noorden komt geen zon, dus verdamping vindt er nauwelijks plaats. Het gevolg van één beregeningssgroep is dat de planten op het noorden te veel water krijgen en kunnen verzuipen. - Let op dat de druppelslangen niet naar beneden kunnen
lekken, zodat mensen die onder de bakken lopen nat worden. Een oplossing is in de nacht of in de ochtend water geven. - Gebruik schoon en gefilterd water, zodat de gaten in de druppelslangen niet verstopt kunnen raken. Stap 9: Wat is het benodigde onderhoud van de klimplant en het beregeningssysteem? - De beplanting heeft minimaal één keer per jaar een snoeibeurt nodig en maximaal twee. - De beregeningsslangen hebben meerdere keren per jaar onderhoud nodig. Het belangrijkste is dat de slangen elk najaar doorgespoten worden met lucht, zodat de slangen in de winter water/vocht vrij zijn en niet kapot kunnen vriezen.
7.7 Handleiding beslisboom Het eindresultaat van dit gehele onderzoek is een beslisboom met de bijbehorende tabel ‘De klimplanten en eigenschappen’. Dit is een hulpmiddel voor de architect om te toetsen bij het aanplanten van klimplanten tegen gevels in hun eigen toekomstige projecten. Deze tabel is gebaseerd op klimplanten uit de projecten die wij onderzocht hebben. Al deze klimplanten en hun verschillende groeiomstandigheden per project zijn in deze tabel tot een compact antwoord weergegeven.
onderzoek klimplanten
66
Uitleg beslisboom: Stap 1: In de beslisboom begint u altijd met een gebouw wat u wilt aankleden met klimplanten.
lichtblauwe kleur, de oost- en westgevel (halfschaduw) een lichtgrijze kleur en de zuidgevel (volle zon) een gele kleur.
Stap 2: Vervolgens wordt er gevraagd naar welke constructie u wilt gebruiken?
De 28 klimplanten die in de beslisboom staan weergegeven zijn de planten die gebruikt zijn bij de 4 bezochten projecten. Er is geen klimplant toegepast die niet in één van deze 4 projecten voorkomen. De tabel met klimplanten is dus geen eigen selectie, maar is te relateren aan de onderzochte projecten. De eigenschappen van de klimplanten zijn ten eerste gekoppeld aan onze eigen waarnemingen. Vervolgens zijn de eigenschappen van de planten aangevuld door middel van literatuuronderzoek. Het combineren van onze eigen waarnemingen en de literatuuronderzoeken, zorgen voor betrouwbare informatie die in de tabel ‘klimplanten en eigenschappen’ staan opgesomd. De doelgroep van deze tabel moet zich wel bewust zijn van het feit dat onze waarnemingen (van de eigenschappen van de klimplanten) gebaseerd zijn op de situaties in de 4 projecten.
Stap 3: Als derde stap kijkt u welke typen klimplanten gekoppeld zijn aan de constructie. In het geval met de constructies van betongaas zijn alle typen klimplanten toepasbaar. Stap 4: Wanneer u een klimplant heeft weten te koppelen aan een type klimplant, dan kunt u kiezen uit een winterharde of wintergroene klimplant. Stap 5: Na stap 4 kunt u kijken of er winterharde en/of wintergroene klimplanten aanwezig zijn. Stap 6: Wanneer u geen cijfers ziet, is er geen klimplant mogelijk uit onze opgestelde lijst. Wanneer er één of meerdere cijfers zijn gegeven dan kunt u de tabel ‘De klimplanten en eigenschappen’ gebruiken om de juiste klimplant op te zoeken. * Opmerking: de gekozen klimplanten bij stap 6, zijn gekoppeld aan de gevel waarbij deze klimplanten kunnen groeien. Deze klimplanten zijn dus gekoppeld aan een schaduwkant (noordgevel), een halfschaduwkant (oosten westgevel) en de zonnige kant (de zuidgevel). In de beslisboom geeft de noordgevel (schaduw) een
onderzoek klimplanten
67
7.8 Aanbevelingen
klimplant(en). Deze kan vervolgens in de tabel gezet worden en gekoppeld worden aan de beslisboom.
Betrouwbaarheid Bij dit onderzoek zijn vier locaties onderzocht. Om dit onderzoek betrouwbaarder te maken, zullen er meerdere locaties onderzocht moeten worden. Praktijkexperiment In een nader onderzoek zal een dergelijk concept in de praktijk bestudeerd moeten worden, zodat juiste uitspraken over het beheer en financiĂŤle situatie kunnen worden gedaan. Burgers Burgers zullen het meeste van het groen beleven ongeacht dit positief of negatief is. Er is in dit rapport geen onderzoek gedaan naar maatschappelijke belangen. Een nader onderzoek zou kunnen uitwijzen wat de belangen van de burger zijn. Bodemvoeding bloembakken Er zou een extra verdiepingsslag gemaakt kunnen worden voor de bodemvoeding van de bloembakken. Beslisboom Een aanbeveling zou kunnen zijn: De tabel ‘De klimplanten en eigenschappen’ kan uiteraard aangevuld worden met meerdere klimplanten. Wanneer u andere soorten klimplanten wilt toepassen die niet in deze tabel voorkomen, raden wij u aan om een plantendeskundige te raadplegen. Deze persoon kan een betrouwbaar beeld geven van de eigenschappen van de door uw gekozen
onderzoek klimplanten
68
Bronnen
onderzoek klimplanten
69
onderzoek klimplanten
70
Websites: - geraadpleegd januari 2015 Bron: http://www.greenbuildingaward.nl/award1. asp?id=6 - geraadpleegd januari 2015 Bron: http://www.bouwwereld.nl/bouwkennis/gevelsvolgens-nico/grootste-groene-gevel-geflopt/ www.greenface.nl - geraadpleegd februari 2015 Bron: http://www.nationalestaalprijs.nl/archief/2012/ projecten/karakteristieke-stalen-bouwdelen/greenparkrotterdam-parkeergarage-thornico-building - geraadpleegd november 2014 Bron: http://www.greenbuildingaward.nl/award1. asp?id=151 - geraadpleegd november 2014 Bron: http://www.eindhoven.nl/ruimtelijkeplannen/ plannen/NL.IMRO.0772.80022-/NL.IMRO.0772.800220104/t_NL.IMRO.0772.80022-0104_2.2.html - geraadpleegd december 2014 Bron: http://www.greenbuildingaward.nl/award1. asp?id=232
- geraadpleegd januari 2015 Bron: http://www.heerlen.nl/maankwartier Afbeeldingen openingspagina hoofdstukken: -pagina 10 en 11; afbeelding hoofdstuk 1. Inleiding Bron: http://i2.wp.com/www.stadslevenamsterdam.nl/ wp-content/uploads/2014/03/groene-gevels-margaretenhoehe1-2.jpg -pagina 16 en 17 ; afbeelding hoofdstuk 2. Wat zijn klimplanten? Bron: https://tuincoach.files.wordpress.com/2010/08/ dscf2662.jpg -pagina 20 en 21; afbeelding hoofdstuk 3. Afvalstoffendienst ‘s-Hertogenbosch Bron: http://www.pelserfilmproducties.nl/bedrijfsfilmsvoor-afvalstoffendienst-gemeente-den-bosch/ -pagina 16 ; afbeelding Afvalstoffendienst Bron: http://www.pelserfilmproducties.nl/bedrijfsfilmsvoor-afvalstoffendienst-gemeente-den-bosch/ -pagina 28 en 29; afbeelding hoofdstuk 4. High Tech Campus Eindhoven Bron: http://www.skyscrapercity.com/showthread. php?t=307623&page=2
- geraadpleegd januari 2015 Bron: http://www.ftm.nl/column/maankwartier-steventaf-waanzinkwartier/
onderzoek klimplanten
71
-pagina 38 en 39; afbeelding hoofdstuk 5. Busstation Heerlen Bron: http://limburg.roverlokaal.nl/site/wat-doen-wijmainmenu-28/ruim-baan-mainmenu-42/99-michel-huisman-over-het-maankwartiier.html -pagina 44 en 45; afbeelding hoofdstuk 6. GS Greenpark Rotterdam Bron: http://www.greenface.nl/nl/projecten/gs-greenpark-rotterdam.html -pagina 52 en 53; afbeelding hoofdstuk 7. Hoofd- en deelvragen Bron: http://www.tuincentrum-demolen.be/media/img/ pics/_original/shutterstock_223327636.jpg -Bronnen Bron: http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/5/51/Wilder_Wein_(Parthenocissus_tricuspidata,_ Green_Spring)_17_Oktober.JPG Afbeeldingen inhoud hoofdstukken: De afbeeldingen die niet mee genomen zijn bij deze bronnen zijn zelf op de referentielocatie d.m.v. een camera verzamelt en toegevoegd. -pagina 18; afbeelding 1: hechtvoeten van de Parthenocissus (wilde wingerd) Bron: http://2.bp.blogspot.com/_fXGMZTHjGOs/TJC8rCXbaI/AAAAAAAAAx8/3ZYhhnhJ4o0/s1600/parthenocissus +quinquefolia,+sneeuw+(1000)a-600-8s.jpg
-pagina 18; afbeelding 2: hechtwortels van de Hedera (klimop) Bron: http://images.slideplayer.nl/8/2020200/slides/ slide_21.jpg -pagina 19; afbeelding 3: slingeraars, het linksom windende Humulus (hop) Bron: http://siteofnature.com/wp-content/uploads/2012/03/img_21F.jpg -pagina 19; afbeelding 4: ranken van de Vitis (druif) Bron: http://upload.wikimedia.org/wikipedia/ commons/0/0c/Druivenrank_Glorie_van_Boskoop_(Vitis_vinifera).jpg -pagina 22; afbeelding 5: Afvalstoffendienst westkant Bron: http://www.pelserfilmproducties.nl/wp-content/ uploads/2012/08/Afvalstoffendienst-614x238.jpg -pagina 23; afbeelding 6: ophangsysteem Bron: Lilian van Oosterhoudt, begeleider vanuit ‘Van Hall Larenstein’ -pagina 23; afbeelding 7: spauwhaken Bron: Lilian van Oosterhoudt, begeleider vanuit ‘Van Hall Larenstein’ -pagina 25; afbeelding 10: beplantingsoverzicht (dit tabel is niet orgineel meer). Bron: Ruud Kempen, commercieel manager ‘Van Helvoirt Groenprojecten bv’
onderzoek klimplanten
72
-pagina 31; afbeelding 15: Parthenocissus in het najaar Bron: Lilian van Oosterhoudt, begeleider vanuit ‘Van Hall Larenstein’ -pagina 40; afbeelding 25: Maankwartier Heerlen Bron: http://www.woneninmaankwartier.nl/ files/8714/1649/4554/ligging-kaart-maankwartier.jpg -pagina 41; afbeelding 26: busstation Heerlen Bron: https://c2.staticflickr.com/4/3785/10500940233_4 17c44e575_b.jpg -pagina 42; afbeelding 27: het busstation in bloei Bron: https://twitter.com/wielb/status/59918382757200 6912 -pagina 46; afbeelding 29: verticaal groen Bron: https://www.flickr.com/photos/ topaas/4987932230/in/photostream/ -pagina 49; afbeelding 32: wateropvangsysteem Bron: http://www.greenface.nl/files/kc%20waterbuffering-%20nl.pdf
Afvalstoffendienst Den Bosch: Persoon: Ruud Kempen Functie: Commercieel Manager Bedrijf: van Helvoirt Groenprojecten Datum interview: 04-12-2014 Parkeergarage Rotterdam Westblaak: Persoon: Paul Lagenscha Functie: Architect Bedrijf: Kuhne en Co Datum interview: 04-02-2015 Busstation Heerlen: Persoon: Functie: Bedrijf: Datum interview:
Michel huisman Kunstenaar Niet van toepassing 19-02-2015
Parkeergarages High Tech Campus Eindhoven: Persoon: Dirk-jan van Stipdonk Functie: Directeur Bedrijf: Van Stipdonk Landschapsinrichting Datum interview: 10-02-2015
onderzoek klimplanten
73
onderzoek klimplanten
74
Colofon Auteur(s) en vormgever(s): Wessel Koemans In opdracht van: Opleiding Tuin & Landschapsinrichting 4e jaar Larensteinse laan 26A 6882 CT Velp gld Van Hall Larenstein Drukker: Repro van Hall Larenstein 120 grams papier Calibri body Copyright: Niets uit deze opgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm, of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur. Uitgave: 1e druk Velp, 11-06-2015