Ruimtelijk kwaliteitsplan Berg en Bos - Casper Korteweg en Patrick Hulshof

Page 1

Ruimtelijk Kwaliteitsplan ‘Berg en Bos’

1


2


Auteurs, datum, opdrachtgever Auteurs: G.H.P. Hulshof C.A.G. Korteweg Larensteinselaan 26A 6882 CT Velp (Gld) ghp_worldwide@hotmail.com casperkorteweg@gmail.com

Opdrachtgevers: Gemeente Apeldoorn Eenheid ruimtelijke leefomgeving H. J. M. Kuijpers P.E. Bennink E.J. Mulderij Bezoekadres: Marktplein 1 7311 LG Apeldoorn Postadres: Postbus 9033 7300 ES Apeldoorn

3

Opleiding: Tuin- en Landschapsinrichting Afstudeerrichting Manegament Buitenruimte Begeleider: Frans van den Goorbergh Larensteinselaan26A 6882 Ct Velp (Gld) frans.vandengoorbergh@wur.nl


Colofon Uitgeverij: Repro Stadhuis Apeldoorn Marktplein 1 7311 LG Apeldoorn Uitgegeven op vrijdag 13 juni, 2014 Taalcontrole door: mr. ing. R.S. Hoekstra ing. J. van Zetten G.H.P. Hulshof In samenwerking met: Gemeente Apeldoorn P. Bennink E.J. Mulderij Meer informatie: G.H.P. Hulshof, 06- 28134990 patrickhulshof@gmail.com C.A.G. Korteweg, 06-27898809 casperkorteweg@gmail.com Fotografie: G.H.P. Hulshof C.A.G. Korteweg Oplage: 5 stuks Copyright Š Niets uit deze uitgave mag openbaar worden gemaakt zonder schriftelijke toestemming van de auteurs. 4


Voorwoord Geachte lezer, Voor u ligt het product dat is gemaakt in samenwerking met de gemeente Apeldoorn, Wijkvereniging Berg en Bos en Hogeschool Van Hall Larenstein. De afgelopen vijf maanden is door ons, studenten aan Hogeschool Van Hall Larenstein, gewerkt aan dit document. In dit document wordt ingegaan op de ruimtelijke kwaliteit van de Wijk Berg en Bos. Om de ruimtelijke kwaliteit van Berg en Bos te kunnen bepalen is eerst een onderzoek uitgevoerd om erachter te komen wat ruimtelijke kwaliteit precies inhoudt en welke aspecten deze ruimtelijke kwaliteit bepalen. Het onderzoek heeft ook als doel om een manier in kaart te krengen hoe de ruimtelijke kwaliteit bepaald kan worden op andere locaties. Hiervoor is een stappen-

G.H.P. Hulshof

plan ontwikkeld voor de gemeente Apeldoorn dat toepasbaar is op verschillende locaties. Als proef op de som hebben wij dit toegepast op de wijk Berg en Bos, waarmee duidelijk werd of het stappenplan geschikt is. De uitkomsten van dit onderzoek zijn de basis voor het schrijven van het advies op de ruimtelijke kwaliteit. De ruimtelijke kwaliteit die bepalend is voor het karakter van de wijk Berg en Bos wordt in het adviesdeel vastgelegd, zodat deze ook voor komende generaties behouden blijft. In dit adviesdeel wordt middels een visie, randvoorwaarden en verschillende maatregelen aangegeven waar bepaalde kwaliteiten verbeterd kunnen worden. Met staalkaarten wordt aangegeven binnen welke richtlijnen gewerkt mag worden ter verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.

Handtekening:

Aan de hand van de onderzoeksresultaten is in samenspraak met de wijkvereniging en de gemeente Apeldoorn een langetermijnvisie opgesteld met de daarbij behorende maatregelen voor het gewenste beeld. Wij bedanken de wijkvereniging voor het meewerken en het leveren van hun point of view op de wijk. Wij bedanken Frans van den Goorbergh als begeleidend docent vanuit Van Hall Larenstein. De gemeente Apeldoorn bedanken wij voor het beschikbaar stellen van de faciliteiten. In het bijzonder bedanken wij Petra Bennink, Ernst Jan Mulderij en Henk Kuijpers voor de begeleiding en het leveren van de benodigde informatie.

C.A.G. Korteweg

5

Handtekening:


6


Samenvatting Binnen de gemeente Apeldoorn missen duidelijke uitgangspunten en randvoorwaarden voor omgang met de inrichting van de wijk Berg en Bos. Er is gevraagd om een toekomstvisie op te stellen, waarin duidelijk wordt vastgelegd hoe Berg en Bos ingericht en beheerd dient te worden. Het blijkt dat men zeer tevreden is over de openbare ruimte van Berg en Bos. Aan de hand van dit gegeven is getracht om op een positieve en participatieve wijze de ruimtelijke kwaliteiten van Berg en Bos vast te leggen. Er is een onderzoek uitgevoerd naar het ontwikkelen van een methodiek om de ruimtelijke kwaliteit vast te kunnen leggen. De ontwikkelde methodiek voor het bepalen van de ruimtelijke kwaliteit is positief en participatief toepasbaar en kan gelden als blauwdruk voor meerdere locaties. Dit sluit aan op de randvoorwaarden voor het bepalen van de ruimtelijke kwaliteit gesteld door de gemeente. De ontwikkelde methodiek is getoetst op Berg en Bos, waarbij op participatieve en positieve wijze door de betrokken partijen is aangegeven wat volgens hen de aspecten zijn die de ruimtelijke kwaliteit bepalen, welke behouden en versterkt dienen te worden. De belangrijkste punten die hieruit naar voren zijn gekomen is dat Berg en Bos een zeer kenmerkende eenduidige identiteit heeft, waarbij wonen in het bos

centraal staat. De aspecten die de ruimtelijke kwaliteit bepalen vormen het fundament voor de te inventariseren onderdelen van het advies, waarop een uitgebreide analyse is uitgevoerd. In de analyse zijn onderlinge verbanden gelegd en zijn kansen en bedreigingen voor de toekomst vastgesteld. Uit de conclusie van de analyse blijkt dat vooral het vele groen en de hiërarchische eenduidige opbouw zeer belangrijk is voor de identiteit, maar dat deze wordt aangetast door toegevoegde elementen of gepleegde ingrepen die zorgen voor een verrommeld beeld. De toekomstvisie is gebaseerd op de conclusies van de analyse en beschrijft hoe de identiteit behouden dient te blijven. De visie is opgedeeld in drie thema’s: “Berg en Bos blijft groen”, “Wonen in de natuur” en “Groene identiteit als ruggengraat van de wijk”. Aan de thema’s in de visie is wederom goed zichtbaar dat groen de verbindende factor is in alle aspecten van de ruimtelijke kwaliteit. De randvoorwaarden vanuit de visie dienen als uitgangspunten voor uitwerkingen. Middels een specifieke inventarisatie is vastgesteld dat de profielen van de wegen in combinatie met het groen bepalend zijn voor de eenduidige opbouw in de wijk wat de identiteit bepaald. Aan de hand van goede voorbeelden uit de praktijk zijn staalkaarten opgesteld voor beheer en inrichting van de 7

groenelementen. Vervolgens is gekeken wat er in de huidige situatie omgevormd dient te worden om het eenduidige karakter te behouden en eventueel te versterken, wat is verwerkt in een omvormingskaart Geconcludeerd kan worden dat het overgrote deel van de wijk goed in elkaar zit. Om de identiteit weer goed tot zijn recht te laten komen is het van belang dat de elementen die zorgen voor verrommeling omgevormd worden. De toekomstige inrichtingskaart met de staalkaarten biedt een duidelijk handvat voor de beheerder, om Berg en Bos met al zijn ruimtelijke kwaliteiten te behouden.


8


Inhoudsopgave Hs. 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 11 1.2 Problematiek 11 1.3 Randvoorwaarden vanuit gemeente 11 1.4 Doelstelling 11 1.5 Centrale vraag 11 1.6 Aanpak 11 1.7 Leeswijzer 12 Hs. 2 Onderzoek 2.1 Aanleiding onderzoek 15 2.2 Problematiek 15 2.3 Randvoorwaarden vanuit gemeente 15 2.4 Doelstelling 15 2.5 Centrale vraag 15 2.6 Aanpak achterhalen ruimtelijke kwaliteit 15

Hs. 4 Methodiek toepassen op Berg en Bos 4.1 Inleiding 25 4.2 Resultaten methodiek 25 4.2.1 Stap 1, Lokatie bepaling 25 4.2.2 Stap 2, Globale gebiedsinventarisatie 26 4.2.3 Stap 3, Rol actoren bepalen 31 4.2.4 Stap 4, Uitvoer brainstorm met actoren 32 4.2.5 Stap 5, Invullen matrix 33 4.2.6 Conclusie 40 4.3 Evaluatie / aanbevelingen 42 Hs. 5 Inventarisatie Berg en Bos 5.1 Inleiding 43 5.2 Economische waardenkaart 43 5.3 Functiekaart 45 5.4 Infrastructuurkaart 46 5.5 Ecologische waardenkaart 47 5.6 Groenstructuurkaart 48 5.7 Cultuurhistorische kaart 50

Hs. 3 Vaststellen ruimtelijke kwaliteit 3.1 Inleiding 17 3.2 DefiniĂŤren begrip ruimtelijke kwaliteit 17 3.3 Vergelijkend onderzoek bestaande methoden 18 Hs. 6 Analyse Berg en Bos 3.3.1 Hooijmeier 18 6.1 Inleiding 51 3.3.2 Mattijssen/ dauvellier 19 6.2 Economische waardenkaart 51 3.3.3 Conclusie handvatten voor eigen methodiek 20 6.3 Functiekaart 52 3.4 Ontwerpen eigen methodiek 21 6.4 Infrastructuurkaart 52 3.4.1 Inleiding 21 6.5 Ecologische waardenkaart 53 3.4.2 Stappenplan 21 6.6 Groenstructuurkaart 53 3.4.3 Matrix 23 6.7 Cultuurhistorischekaart 54 6.8 Kansen en bedreigingen 56

9


Hs. 7 Visie Ruimtelijke kwalititeit Berg en Bos 7.1 Inleiding 59 7.2 Berg en Bos blijft groen! 59 7.3 Randvoorwaarden voor uitwerkingen 64

Hs. 9 Conclusies en aanbevelingen 9.1 Inleiding 87 9.2 Antwoord op de centralevraag 87 9.3 Aanbevelingen 88

Hs. 8 Uitwerking advies 8.1 Inleiding 65 8.2 Wegprofielen: 68 8.2.1 Inleiding profielenkaart 68 8.2.2 Inboet beplanting per profiel 68 8.2.3 Randvoorwaarde profielen 71

Bronvermelding 89

8.3 Beplantingstypen staalkaarten: 72 8.3.1 Inleiding beplantingstypen 72 8.3.2 Sortiment 72 8.3.3 Leeftijdsopbouw laanbeplanting 72

Bijlage I. Uitwerking brainstorm tot tabellen II. Definities begrippen matrix Mattijssen III. Straatnamen per wegtypen IV. Eind resultaat Berg & Bos A2 formaat V. Omvormingskaart A2 formaat VI. Getallen voor kostenraming VII. Plan van aanpak adviesdeel VIII. Plan van aanpak onderzoeksdeel

8.4 Staalkaarten beplantingstypen 72 8.4.1 Inleiding 72 8.4.2 Gazon 73 8.4.3 Bomen 74 8.4.4 Bosbeplanting 77 8.4.5 Heesterbeplanting 78 8.4.6 Particuliere beplanting 79 8.5 Omvormingen Berg en Bos 80 8.6 Prioritering omvormingen: 81 8.7 Prioriteit omschrijving 82 8.8 Kostenraming omvorming 84 8.9 Ideale eindbeeld 85 10


Hoofdstuk 1, Inleiding 1.1 Aanleiding

De gemeente Apeldoorn mist duidelijke uitgangspunten en randvoorwaarden voor omgang met de inrichting van de wijk Berg en Bos. Daarbij komt dat niet duidelijk en overzichtelijk is vastgelegd hoe Berg en Bos beheerd dient te worden met het oog op de toekomst. Dit kwam tot uiting bij renovatiewerkzaamheden aan de Sparrenlaan, waarbij een conflict ontstond tussen de burgers en de gemeente. Naar aanleiding van de problematiek omtrent de Sparrenlaan is ons gevraagd om een toekomstig inrichtings en beheerdocument op te stellen. Na uitvoerig gesproken te hebben met zowel medewerkers van de gemeente als wijkbewoners, blijkt dat men zeer tevreden is over de wijk Berg en Bos in de huidige situatie. In overleg met de gemeente is besloten dat wij gaan proberen op een positieve manier de toekomst voor Berg en Bos vast te leggen. Normaal gesproken werkt de gemeente vanuit problematiek naar een oplossing. Deze positieve benadering van het opstellen van een toekomstvisie dient uit te gaan van de ruimtelijke kwaliteiten die Berg en Bos heeft.

1.2 Problematiek

Er is geen methodiek binnen de gemeente Apeldoorn aanwezig om de aspecten van de ruimtelijke kwaliteit te bepalen. Daarnaast is niet concreet genoeg vastgelegd hoe Berg en Bos in

stand gehouden dient te worden voor de toekomst. Het ontbreekt hierbij tevens aan duidelijke randvoorwaarden op het beheer en de inrichting, die handvatten bieden voor uitvoer in de praktijk.

1.3 Randvoorwaarden vanuit gemeente

Positieve benadering uitgaande van de kwaliteiten van een gebied. De methodiek om ruimtelijke kwaliteit te toetsen moet toepasbaar zijn voor diverse locaties binnen Apeldoorn. De methodiek voor bepaling van ruimtelijke kwaliteit moet participatief ingestoken kunnen worden.

1.4 Doelstelling

Ontwikkelen van een methodiek voor het vaststellen van ruimtelijke kwaliteit die kan gelden als format voor meerdere locaties. Het opstellen van een toekomstvisie voor de wijk Berg en Bos ten behoeve van beheer en inrichtingsmogelijkheden. Handvatten bieden voor uitvoering van beheer en inrichting in de praktijk.

1.5 Centrale vraag

Hoe kan de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte bijdragen aan een duurzame instandhouding van de identiteit, zodat deze goed ingericht en beheerd kan worden?

11

1.6 Aanpak

Ten eerste moet een methodiek ontwikkeld worden om de ruimtelijke kwaliteit te kunnen bepalen. Deze methodiek wordt ontwikkeld door middel van het onderzoeken van bestaande methodieken voor het bepalen van ruimtelijke kwaliteit. Met de kennis van dit vergelijkend onderzoek ontwikkelen wij een methodiek die kan dienen als format die toepasbaar is op verschillende locaties binnen Apeldoorn. Het ontwikkelde format wordt getoetst op de wijk Berg en Bos. Na het toepassen van de methodiek wordt geĂŤvalueerd of deze voldoet aan de gestelde randvoorwaarden vanuit de gemeente Apeldoorn. Hiermee zijn de ruimtelijke kwaliteiten benoemd en onderbouwd vastgesteld. Deze dienen als basis van inventarisatie voor het opstellen van een toekomstvisie ten behoeve van beheer en inrichtingsmogelijkheden. De gegevens afkomstig van de inventarisatie worden geanalyseerd, waarbij de onderlinge verbanden en kansen en bedreigingen benoemd worden. Op basis van de conclusies uit de analyse wordt de toekomstvisie opgesteld. Vanuit de visie worden er handvatten opgesteld voor beheer en inrichtingsmogelijkheden. Deze handvatten worden verwerkt in een apart werkdocument.


1.7 Leeswijzer

onderdelen van de inventarisatie die als basis dienen voor de opstelling van de visie. In dit hoofdstuk worden de aspecten die de ruimtelijke kwaliteit bepalen ge誰nventariseerd.

De leeswijzer is schematisch vertaald in een stappenplan, die de gehanteerde methodiek van start onderzoek tot advies weergeeft. (Fig. 1)

Hs. 6 Analyse Berg en Bos In de analyse worden de punten die voortvloeien uit de analyse met elkaar in verband gebracht Tevens worden in dit hoofdstuk de kansen en bedreigingen beschreven op de aspecten die de ruimtelijke kwaliteit bepalen. Uit deze verbanden en de kansen en bedreigingen worden conclusies getrokken die dienen als vertrekpunt voor de visie.

Hs. 2 Onderzoek Dit hoofdstuk beschrijft de noodzaak voor uitvoer van een onderzoek naar een methodiek, waarmee de ruimtelijke kwaliteit vastgesteld kan worden. Hs. 3 Vaststellen ruimtelijke kwaliteit In dit hoofdstuk wordt een definitie gegeven voor het containerbegrip ruimtelijke kwaliteit. Vervolgens wordt een vergelijkend onderzoek beschreven naar verschillende methodieken, waarmee de ruimtelijke kwaliteit bepaald kan worden. Met de uitkomsten van het vergelijkend onderzoek wordt een nieuwe methodiek ontwikkeld voor de gemeente Apeldoorn, waarmee op een positieve en participatieve manier de ruimtelijke kwaliteit bepaald kan worden van diverse locaties. In het laatste deel van hoofdstuk drie wordt de nieuwe methodiek beschreven met de stappen die doorlopen moeten worden om de ruimtelijke kwaliteit te bepalen.

Hs. 7 Visie ruimtelijke kwaliteit Berg en Bos Dit hoofdstuk beschrijft de visie op Berg en Bos voor de komende 30 jaar. De visie is gebaseerd op de aspecten die de ruimtelijke kwaliteit bepalen. Middels deze visie wordt de bestaande ruimtelijke kwaliteit vastgelegd voor behoud of versterking in de toekomst. De visie levert randvoorwaarden voor de uitwerkingen. Hs. 8 Uitwerking advies In dit hoofdstuk wordt de vertaalslag gemaakt van visie naar uitwerkingen die toepasbaar zijn op de praktijk. Deze uitwerkingen splitsen zich op in een advies voor de toekomstige inrichting en het beheersaspect. Het toekomstige beheer wordt uitgewerkt in een toekomstige inrichtingskaart, staalkaarten, profielen met de daarbij behorende kosten en sortiment. Het beheersaspect wordt uitgewerkt middels een maatregelenkaart met de daarbij behorende prioriteitsplanning en omvormingsperiode.

Hs. 4 Methodiek toegepast op Berg en Bos Om de werking van de nieuw ontwikkelde methodiek te bepalen wordt deze in dit hoofdstuk uitgetest op Berg en Bos. Bij de uitvoer van de methodiek wordt het gehele door ons ontwikkelde stappenplan doorlopen, waarmee de ruimtelijke kwaliteit bepaald kan worden. Na de uitvoer volgt een conclusie en evaluatie, waarin de werking van de methodiek wordt besproken.

Hs. 9 Advies en aanbevelingen Na het opstellen van de visie met de uitwerkingen worden in dit hoofdstuk nog algemene adviezen en aanbevelingen gegeven voor een goede instandhouding van de ruimtelijke kwaliteit van Berg en Bos.

Hs. 5 Inventarisatie Berg en Bos Met de toepassing van de methodiek op Berg en Bos zijn de aspecten die de ruimtelijke kwaliteit bepalen vastgesteld. Deze aspecten vormen de 12


Figuur 1, Methodiek / stappenplan van start onderzoek tot Advies

13


14


Hoofdstuk 2, Onderzoek 2.1 Aanleiding (Fig. 2)

Zoals gesteld in het vorige hoofdstuk heeft de gemeente behoefte aan een positieve benadering voor het aanpakken van ruimtelijke vraagstukken. De positieve benadering wil de gemeente bereiken door het vaststellen van de ruimtelijke kwaliteiten van een gebied.

2.2 Problematiek

Binnen de gemeente Apeldoorn is geen methodiek aanwezig, waarmee de ruimtelijke kwaliteit vastgesteld kan worden. Ruimtelijke kwaliteit is een lastig begrip en er is geen eenduidige definitie voor.

2.3 Randvoorwaarden vanuit gemeente

De methodiek om ruimtelijke kwaliteit te toetsen, moet toepasbaar zijn voor diverse locaties binnen Apeldoorn. De methodiek voor bepaling van ruimtelijke kwaliteit moet participatief ingestoken kunnen worden.

2.4 Doelstelling

Het definiĂŤren van het begrip ruimtelijke kwaliteit. Het ontwikkelen van een methodiek voor het bepalen van de ruimtelijke kwaliteit. Deze methodiek moet toepasbaar zijn als format voor diverse locaties.

2.5 Centrale vraag

Met welke methodiek kan de ruimtelijke kwaliteit geanalyseerd worden?

Figuur 2, Abstracte aanduiding waar belandt in het proces

15

2.6 Aanpak

Als eerste wordt de definitie van het begrip ruimtelijke kwaliteit bepaald vanuit wetenschappelijke literatuur. Vervolgens gaan wij een vergelijkend onderzoek uitvoeren in de vorm van een literatuurstudie. Met het vergelijkende onderzoek worden bestaande methodieken om ruimtelijke kwaliteiten te bepalen onderzocht. Uit de literatuurstudie ontwerpen wij een nieuwe methodiek toepasbaar op diverse locaties binnen de gemeente Apeldoorn. Vervolgens wordt de nieuw ontworpen methodiek getoetst op de wijk Berg en Bos te Apeldoorn. Als laatste evalueren wij of de door ons ontworpen methodiek aansluit bij de randvoorwaarden gesteld door de gemeente Apeldoorn.


16


Hoofdstuk 3, Literatuurstudie 3.1 Inleiding (Fig. 3)

Bij het onderzoek naar de verschillende methodieken die er zijn om ruimtelijke kwaliteit te kunnen bepalen, is een afweging gemaakt welke bestaande methodieken voor ons van toepassing kunnen zijn. Tijdens deze zoektocht zijn wij veel bruikbare informatie tegengekomen.

3.2 Definiëren begrip ruimtelijke kwaliteit

Ruimtelijke kwaliteit valt moeilijk te definiëren, het is een vaag begrip wat op veel verschillende manieren geïnterpreteerd kan worden. In de Vijfde Nota Ruimte (SER, 2001) wordt het begrip ruimtelijke kwaliteit bepaald door drie waarden gebaseerd op het gedachtegoed van Vitruvius. Deze drie waarden zijn respectievelijk de gebruikerswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde, waarvan vervolgens geen definitie wordt gegeven. Het definiëren van ruimtelijke kwaliteit wordt wel gedaan door Hooimeijer, die als volgt de begrippen omschrijft in het document kwaliteit in meervoud (Hooimeijer, Kroon, Luttik, 2001) • Gebruikswaarde - functionele geschiktheid, doelmatig gebruik, doelmatige aanleg, doelmatig beheer, samenhang, bereikbaarheid, interferentie • Belevingswaarde - identiteit, diversiteit, herkenbaarheid, zingeving, • Toekomstwaarde - sturende werking, doelmatigheid in de tijd, uitbreidbaarheid, aanpasbaarheid.

Figuur 3, Abstracte aanduiding waar belandt in het proces

Op de Werkbank Ruimtelijke Kwaliteit heeft Dauvellier de definitie ruimtelijke kwaliteit doorontwikkeld. Hij gebruikt hierbij de begrippen van Hooimeijer, maar stelt dat er iets mist om de ruimtelijke kwaliteit goed te kunnen bepalen. Hierop koppelt hij vier belangen aan de drie waarden, deze belangen zijn respectievelijk economische belangen, sociale belangen, ecologische belangen en culturele 17

belangen. Dauvellier stelt dat ruimtelijke kwaliteit geen vaste definitie heeft vanwege het feit dat deze onderhevig is aan meningen en interpretaties van de verschillende gebruikers. Het begrip is onderhevig aan meningsverschillen, om het begrip concreet te kunnen maken en vast te leggen dient deze op maat gemaakt te worden per locatie. Wij stellen dat het begrip ruimtelijke kwaliteit zeer moeilijk blijkt te definiëren. Dauvellier geeft de meest bruikbare definitie voor ruimtelijke kwaliteitsbepaling die het best aansluit bij de randvoorwaarden van de gemeente Apeldoorn welke wij zullen hanteren. De gegeven definitie is flexibel en goed inpasbaar voor diverse locaties.


3.3 Vergelijkend onderzoek bestaande methodieken

Middels het vergelijkende onderzoek worden verschillende methoden om ruimtelijke kwaliteit te bepalen onderzocht. Met het onderzoek gaan wij bepalen welke methode of delen van methoden goed van toepassing kunnen zijn voor de nieuw te ontwerpen methodiek.

respectievelijk: ruimtelijke diversiteit, economische en maatschappelijke functionaliteit, culturele diversiteit, sociale rechtvaardigheid, duurzaamheid, aantrekkelijkheid en menselijke maat. Volgens de Vijfde Nota ruimte kan aan de hand van deze zeven begrippen ruimtelijke kwaliteit concreet vastgelegd worden in alle ruimtelijke vraagstukken.

3.3.1 Hooijmeier: De Vijfde Nota ruimte van het ministerie van VROM (SER, 2001) stelt dat bepaalde vraagstukken omtrent de openbare ruimte niet voldoende ingevuld kunnen worden. De ruimtelijke kwaliteit wordt volgens de Vijfde Nota Ruimte bepaald door de gebruikswaarde, de belevingswaarde en de toekomstwaarde. Vervolgens koppelt de Vijfde Nota Ruimte hier zeven begrippen aan om de ruimtelijke kwaliteit concreet vast te leggen in alle ruimtelijke vraagstukken, dit zijn

Hooimeijer is de eerste persoon geweest die het begrip ruimtelijke kwaliteit middels een methodiek ging concretiseren, waarbij hij niet uitging van de zeven waarden gesteld in de vijfde nota ruimte. Hooimeijer stelt dat de zeven begrippen vooral gericht zijn op het maatschappelijke politieke vlak en niet op de belangen die gebruikersgroepen nastreven in een gebied. Hooimeijer speelt in op de drie waarden (Tab. 1) die de ruimtelijke kwaliteit vormen, deze waarden zijn gebruikers- belevings- en toekomstwaarden, maar koppelt hier vier belangen aan (Hooimeijer, Kroon & Luttik, 2001).

Ruimtelijke kwaliteit

Economische belangen

Sociale belangen

Ecologische belangen

Culturele belangen

Gebruikerswaarde

Bereikbaarheid Stimulerende effecten Gecombineerd gebruik Slimme plaatskeuze

Inbreng Eerlijke verdeling Keuzemogelijkheden Toegang

Externe veiligheid Schoon milieu Water in balans Ecologische structuur

Keuzevrijheid Culturele verscheidenheid

Belevingswaarde

Imago/uitstraling Aantrekkelijkheid

Gelijkwaardigheid Verbondenheid Sociale veiligheid

Rust en ruimte Schoonheid der natuur Gezonde leefomgeving

Eigenheid Contrastrijke omgeving Schoonheid der cultuur

Toekomstwaarde

Stabiliteit en flexibiliteit Agglomeratie Gebundelde aantrekkelijkheid

Iedereen aan boord Sociaal draagvlak

Ecologische voorraden Gezonde ecosystemen

Erfgoed Integratie Culturele vernieuwing

Matrix Tabel 1, Matrix ruimtelijke kwaliteit Hooijmeijer, 2001 ruimtelijke kwaliteit Hooijmeijer, 2001

18


De vier belangen zijn: economisch, sociaal, ecologisch en cultureel. Deze belangen kunnen gemakkelijk ingepast worden op de waarden die belanghebbende partijen hechten aan de zich op dat moment voordoende ruimtelijke situatie. Hij heeft de waarden onder elkaar gezet en de belangen van links naar rechts gezet. Hieruit ontstaat de opzet van de matrix ruimtelijke kwaliteit, waarmee de ruimtelijke situatie bepaald kan worden aan de hand van de waarden die diverse belanghebbenden voorstaan.

Om de ruimtelijke kwaliteit steeds beter te kunnen vastleggen heeft Dauvellier de matrix doorontwikkeld en verder ontworpen, waardoor deze steeds beter aansluit op ruimtelijke vraagstukken. Hierbij heeft Dauvellier een schema opgesteld met de te nemen stappen om de ruimtelijke kwaliteit goed in kaart te kunnen brengen. Het stappenplan is ingedeeld in vier fases: de initiatief-, visie-, uitvoeringsen gebruikersfase.

De matrix, zoals hierboven aangegeven, wordt gevuld met begrippen die de ruimtelijke kwaliteit vertegenwoordigen. De begrippen die gebruikt worden zijn door Hooimeijer samengesteld aan de hand van interviews met belanghebbenden van diverse locaties. De invulling van de betekenis van de begrippen kunnen per locatie verschillend zijn. Bijvoorbeeld bomen in het stadscentrum vertegenwoordigen een ander belang dan in het bos. Door de interviews met de belanghebbende wordt een groot draagvlak gecreëerd voor het vaststellen van de ruimtelijke kwaliteit.

Initiatieffase Stap 1 Denkkader De matrix ruimtelijke kwaliteit van Hooimeijer wordt gebruikt als inspiratiebron voor verschillende belanghebbenden. Hiermee kunnen de belanghebbenden aangeven wat voor hen de ruimtelijke kwaliteit bepaald. Stap 2 Kwaliteitsprofielen Bij deze stap wordt er gediscussieerd over de in stap één benoemde ruimtelijke kwaliteiten. Stap 3: Programma van wensen Opstellen van gewenste streefbeelden.

3.3.2 Matthijsen & Dauvellier: In de loop van de jaren veranderen de gedachten over de ruimtelijke kwaliteit. Zo zijn de begrippen in de matrix ruimtelijke kwaliteit nooit voor iedere situatie volledig. Het kan zijn dat er begrippen toegevoegd dienen te worden of dat bepaalde begrippen zich niet voordoen. Dit maakt dat de matrix ruimtelijke kwaliteit een levend document is en onderhevig aan de belangen van de gebruikers. Door het aspect tijd kunnen belangen van gebruikers veranderen. Peter Dauvellier maakt duidelijk inzichtelijk dat de matrix ruimtelijke kwaliteit een levend document is. Met zijn bureau ‘Dauvellier planadvies ruimtelijke planning en ontwerp’ heeft dhr. Dauvellier veel verschillende ruimtelijke vraagstukken behandeld op basis van de matrix ruimtelijke kwaliteit van Hooimeijer. Het boek ruimtelijke kwaliteit in de praktijk is hier een voorbeeld van (Dauvellier & Luttik, 2003).

Visiefase Stap 4 Gebiedsanalyse Inventarisatie en analyse op het nieuw te ontwikkelen gebied. Projectgebied bezoeken. Stap 5 Streefbeelden Uitgangspunten vaststellen gebaseerd op aanwezige elementen. Ontwikkel streefbeelden voor de belangrijkste kwaliteitswensen en analyseer deze. Stap 6 Structuurvisie/-plan Ontwikkel een visie voor de toekomstige ontwikkelingen voor het gebied. Schets de ideeën voor de visie uit. 19


Uitvoeringsfase Stap 7 Projectdefinitie Visie uitwerken tot een realistisch uitvoerbaar plan. Stap 8 (Schets-)ontwerp Ontwerp maken vanuit de realistisch uitvoerbare plannen. Stap 9 Realisering Maak een risicoanalyse voor kwaliteitsaspecten in het uitvoeringstraject. Voer gedurende de uitvoeringsfase tussentijdse kwaliteitscontroles uit.

Dit stappenplan is voor het ontwikkelen van een nieuw gebied.

Gebruiksfase Stap 10 Beheersvisie Stel een kwaliteitschecklist op als basis voor het onderhouds- en beheersplan. Stap 11 Monitoring en evaluatie Houd regelmatig gebruikersenquĂŞtes naar de beleving van kwaliteitskenmerken en evalueer deze. Als het nodig is verbeter de kwaliteit op basis van de voortgangsrapportages.   Ruimtelijke kwaliteit

Economische belangen

Sociale belangen

Ecologische belangen

Culturele belangen

Gebruikerswaarde

Bereikbaarheid Ondernemende omgeving Gecombineerd gebruik Veelvormigheid Meerwaarde locatie Imago Aantrekkelijkheid Uitstraling

Toegang Eerlijke verdeling Ontspanning en inspanning Keuzemogelijkheden

Externe veiligheid Schoon milieu Water in balans Ecologische structuur

Keuzevrijheid Culturele verscheidenheid Activiteiten

Veiligheid Ontmoeting Verbondenheid Gelijkwaardigheid Aangename leefomgeving Draagvlak Sociale duurzaamheid Leefbaarheid

Rust en ruimte Schoonheid der natuur Gezonde leefomgeving

Eigenheid Contrastrijke omgeving Schoonheid der cultuur

Ecologische voorraden Gezonde ecosystemen Versterking

Erfgoed Integratie Culturele vernieuwing

Belevingswaarde

Toekomstwaarde

Stabiliteit Flexibiliteit Groei Bundeling Innovatie en differentiatie

Matrix ruimtelijke Tabel 2, Matrix ruimtelijke kwaliteit T. Mattijssen, 2010kwaliteit T. Mattijssen, 2010

20

Na veelvuldige toepassing van de matrix ruimtelijke kwaliteit is door T. Mattijssen een onderzoek uitgevoerd in opdracht van bureau Dauvellier (Mattijssen, 2010). Het onderzoek heeft zich gericht (Tab. 2) op de toepassing van de matrix ruimtelijke kwaliteit door de jaren heen. De uitkomst uit dit onderzoek was dat de begrippen opgesteld door Hooimeijer (zie bijlage I) niet alle aspecten van de ruimtelijke kwaliteit dekken. Als gevolg hiervan is de matrix van Hooimeijer aangevuld met begrippen en een aantal begrippen zijn anders verwoord of samengevoegd. 3.3.3 Conclusie: De ontwikkelde matrix door Mattijssen naar inspiratie van Hooimeijer sluit goed aan bij de manier die de gemeente Apeldoorn wil hanteren om de ruimtelijke kwaliteit in kaart te brengen. De methodiek is op een positieve en toegankelijke manier participatief toe te passen op verschillende locaties binnen de gemeente Apeldoorn. Het stappenplan opgesteld door Dauvellier is ontwikkeld voor gebiedsontwikkeling op basis van ruimtelijke kwaliteit. Dit stappenplan is niet ontwikkeld voor het vastleggen van ruimtelijke kwaliteiten van een bestaand gebied. Om de matrix van Mattijssen goed inpasbaar te maken dient een nieuw stappenplan ontwikkeld te worden voor de gemeente Apeldoorn die de ruimtelijke kwaliteit van een bestaande situatie vastlegt.


3.4 Ontwerpen eigen methodiek

3.4.1 Inleiding: In deze paragraaf wordt de nieuw ontworpen methodiek beschreven voor het bepalen van de ruimtelijk kwaliteit. De informatie die tijdens de literatuurstudie is opgedaan wordt gebruikt om een nieuwe methodiek te ontwerpen. Voor de totstandkoming van de bepalende aspecten voor de ruimtelijke kwaliteit hebben wij een stappenplan ontwikkeld gebaseerd op Dauvellier ’s stappenplan.

Op basis van de matrix ruimtelijke kwaliteit van Mattijssen wordt de ruimtelijke kwaliteit bepaald. De begrippen die Mattijssen heeft gebruikt in zijn matrix worden ook door ons gehanteerd. Voor een goede invulling van de matrix hebben wij een stappenplan ontwikkeld geïnspireerd op het stappenplan ontwikkeld door Dauvellier. Het stappenplan beschrijft hoe voor diverse locaties binnen Apeldoorn de ruimtelijke kwaliteit op een participatieve manier vastgelegd kan worden.

3.4.2 Stappenplan: Als de stappen doorlopen worden die wij hebben Het nieuw ontwikkelde stappenplan maakt het opgesteld vloeien er uiteindelijk gedegen en ondermogelijk om op een participatieve manier de bouwde aspecten uit die de ruimtelijke kwaliteit ruimtelijke kwaliteit te bepalen. Deze nieuwe methode is toepasbaar op diverse locaties binnen bepalen. de gemeente Apeldoorn. Met het doorlopen van Stap 1, Lokatie bepaling dit stappenplan krijg je aan het eind een matrix waarin alle verschillende ruimtelijke kwaliteiten Stel de gebiedsgrenzen van de locatie vast, waarvan de ruimtelijke kwaliteit bepaald gaat worden. Zo naar voren komen. kan het gebied goed afgekaderd worden. De lijn die is ingezet vanuit de Vijfde Nota Stap 2, Globale gebiedsinventarisatie Ruimte en is uitgebouwd door Hooimeijer, Zorg als onderzoeker dat je het gebied in de Dauvellier en Mattijssen wordt door ons doorvingers krijgt op het gebied van beleidsdocumenontwikkeld tot een methode om de ruimtelijke ten, ontstaansgeschiedenis, structuren, opbouw enz. kwaliteit te bepalen van een bestaand gebied. Met het bepalen van de ruimtelijke kwaliteit van Stel daarnaast een actorenanalyse op met daarin alle verschillende partijen die van invloed zijn op een bestaand gebied kunnen wij dit vastleggen de locatie. Het is van belang om de locatie goed te voor de toekomst. Met het vastleggen van de kennen om vervolgens actoren te kunnen bepalen ruimtelijke kwaliteit voor de toekomst kunnen en te weten wat er speelt op de locatie. deze aspecten behouden en versterkt worden. 21

Stap 3, Rol actoren bepalen Bepaal op welke wijze de actoren invloed hebben en krijgen in de besluitvorming van het project. Hiermee wordt bepaald wie betrokken wordt bij het opstellen van het ruimtelijk kwaliteitsplan. Het is belangrijk om te weten hoe de belangen verdeeld zijn bij de start van een project. Dit kan het beste weergegeven worden middels een actorenanalyse. Zie volgende pagina (Fig. 3) In de actorenanalyse wordt uiteengezet welke verschillende partijen er allemaal van belang zijn voor het realiseren van een ruimtelijk kwaliteitsplan. De diverse actoren hebben verschillende belangen en invloeden op de ruimtelijke kwaliteit. De actoren worden één voor één uiteengezet. In de actorenanalyse (Fig. 3) zijn vier kwadranten zichtbaar, waarbij elk kwadrant de soort invloed van de specifieke actor weergeeft. Elke actor is een beïnvloeder, beslisser, uitvoerder of gebruiker. Beïnvloeders: In deze groep actoren bevinden zich vooral partijen die veel invloed kunnen uitoefenen met informatie en adviezen. Zij kunnen de koers van een project sturen. Beslissers: Dit zijn de actoren die bevoegd zijn om besluiten te nemen omtrent het project. Uitvoerders: Deze groep actoren verzorgd het uitvoerende werk van het opstellen van beleid tot de uitvoering op locatie.


Gebruikers: De Gebruikers zijn de actoren die de locatie gebruiken. Dit kan voor verschillende doeleinden zijn. Vervolgens zijn er vier ringen waarin de actor past. Elke ring vertegenwoordigd de rol van de actor.

de totstandkoming van het product. Meebeslissen: Dit zijn de actoren die het uiteindelijke besluit moeten nemen en hier ook de bevoegdheden voor hebben.

Stap 4, Brainstormsessie Nodig de gekozen belanghebbenden samen voor Meeweten: Dit zijn de actoren waarvoor het van een bijeenkomst waar alle belangrijke actoren in belang is dat zij weten wat er speelt en gebeurt in vertegenwoordigd zijn. Voer met deze actoren een brainstormsessie uit. De actoren geven aan de omgeving, maar zij hebben geen invloed. welke aspecten belangrijk zijn voor de ruimtelijke Meedenken: Deze actoren zijn informatiebronnen voor de actoren die meedoen in de opstelling kwaliteit. Leg de matrix van T. Mattijssen voor ter inspiratie. De definities van de begrippen die in de van het product. Meedoen: Dit zijn de actoren die meewerken aan matrix genoemd worden zijn terug te vinden in bijlage II. De genoemde aspecten die de ruimtelijke het product en hiermee veel invloed hebben bij kwaliteiten bepalen worden gedefinieerd door de actoren. Op deze wijze worden op een toegankelijke en participatieve manier de aspecten van de ruimtelijke kwaliteit benoemd en gedefinieerd. Zo komen alle actoren aan bod en ontstaat de basis voor een degelijk plan.

Figuur 3, Voorbeeld actorenanalyse

22

Stap 5, Invullen matrix De uitkomsten van de brainstorm worden geanalyseerd en geschaard onder de begrippen in de matrix van T. Mattijssen. Dit kan gedaan worden in samenwerking met de actoren of door vakdeskundigen vanuit de opdrachtgever. Wellicht is het zo dat niet alle aspecten die de ruimtelijke kwaliteit bepalen geschaard kunnen worden onder de vastgestelde begrippen. In dit geval kunnen begrippen toegevoegd worden aan de matrix, zodat de ruimtelijke kwaliteit op de desbetreffende locatie goed vastgesteld kan worden. Tevens is het zo dat bepaalde begrippen niet van toepassing kunnen zijn op de desbetreffende locatie. Na het invullen van de matrix wordt duidelijk waar de meeste aspecten vanuit de brainstormsessie onder geschaard zijn. De begrippen in de matrix die het meest benoemt zijn, zijn het belangrijkst voor de locatie. De begrippen die niet genoemd zijn, worden niet belangrijk geacht door de actoren. Sommige begrippen kunnen ĂŠĂŠn of twee keer genoemd worden. Deze begrippen zijn wel van belang maar voeren niet de boventoon van de ruimtelijke kwaliteit.


3.4.3 Matrix: De matrix (Tab. 3) is een voorbeeld van hoe het er voor een brainstormsessie kan uitzien. De kolommen met hoe vaak de begrippen naar voren zijn gekomen is nog niet ingevuld. Bij de uitvoer van een brainstormsessie worden de aspecten van de ruimtelijke kwaliteit geschaard onder onderstaande begrippen. Op deze manier wordt duidelijk hoe vaak ieder begrip voorkomt. Dit zal in hoofdstuk vier gedaan worden.

Tabel 3, Nog in te vullen matrix aan de hand van een brainstormsessie

23


24


Hoofdstuk 4, Methodiek toegepast op Berg en Bos 4.1 Inleiding (Fig. 4)

In dit hoofdstuk wordt de door ons ontworpen methodiek toegepast op de wijk Berg en Bos. Wij gaan het stappenplan van hoofdstuk drie gebruiken om de aspecten te achterhalen die de ruimtelijke kwaliteit bepalen. In dit hoofdstuk worden de stappen behandeld en uiteindelijk wordt onze methodiek onder de loep genomen tijdens de evaluatie.

4.2.1 Stap1, Locatie bepaling: Stel de gebiedsgrenzen van de locatie vast waarvan de ruimtelijke kwaliteit bepaald gaat worden, zodat het gebied goed afgekaderd kan worden. Het gebied waar in dit onderzoek de ruimtelijke kwaliteit van bepaald gaat worden is de wijk Berg en Bos (Fig. 5). De wijk Berg en Bos ligt op de overgang van natuurgebied de Veluwe en de stad Apeldoorn. Hieronder op de kaart zijn de gebiedsgrenzen van de wijk aangegeven. De wijk ligt tussen de Amersfoortseweg, de Jachtlaan en de J. C. Wilslaan.

Figuur 4, Abstracte aanduiding waar belandt in het proces

4.2 Resultaten methodiek

De resultaten worden stap voor stap behandeld. Het eindresultaat van de methodiek vormt het beginsel van het advies.

Figuur 5 , Context Berg en Bos

25


4.2.2 Stap 2, Globale gebiedsinventarisatie: Zorg als onderzoeker dat je het gebied in de vingers krijgt op het gebied van beleidsdocumenten, ontstaansgeschiedenis, structuren en opbouw enz. Stel een actorenanalyse op met daarin alle verschillende partijen die te maken hebben met de locatie. Wij hebben verschillende bronnen gebruikt om een goed beeld te krijgen van het projectgebied. Allereerst heeft een gebiedsbezoek plaatsgevonden, waarbij wij een dag fietsend en wandelend de wijk verkend hebben. Vervolgens hebben wij beleidsdocumenten bestudeerd en de ontstaangeschiedenis in kaart gebracht. Tenslotte zijn de verschillende actoren in kaart gebracht en omschreven welke functie iedere actor bekleedt in en om het projectgebied. Bestemmingsplan: Algemeen: Wenselijk karakter van de stad: “Het karakter van Apeldoorn als groene stad moet de leidraad zijn bij het accommoderen van de verschillende functies. Zo mag groei er niet toe leiden dat overal in Apeldoorn compact gebouwd moet worden ten koste van aanwezige groene ruimten en structuren. Het is zelfs zo dat het karakter van Apeldoorn als groene stad hersteld en versterkt moet worden. De ruimte van Apeldoorn moet zo ingericht worden dat er

een balans wordt gevonden tussen intensivering in het centrum en in knopen langs de vervoersassen en verdunning op andere plekken om de verwevenheid van stad en landschap vorm te geven.” Concrete uitgangspunten Berg en Bos: • De wijk Berg en Bos, het samenhangende 30er jarengebied Walterbos inclusief het Rijkskantorengebied tussen de J.F. Kennedylaan en de Schuttersweg, en “De Driehoek” tussen de Jachtlaan, de Laan van Spitsbergen en de Asselsestraat worden aangeduid als “wonen in het landschap”. Dit houdt in dat stad en landschap verweven zijn; • Verdere verdichting vormt in ApeldoornWest een bedreiging voor het aanwezige groene karakter; • Bestaande “parkzones” zijn de begraafplaats Soerenseweg en het Sprengenpark; • Het gebied in de punt tussen de Jachtlaan en de Amersfoortse weg wordt aangeduid als bestaand “gesloten bosgebied”; • Groene lanen in het plangebied zijn de Jachtlaan en de Amersfoortseweg; • Het toeristisch-recreatief complex aan de westzijde van de stad wordt versterkt door kwaliteitsverbetering. Het betreft onder meer Berg en Bos en de Apenheul; • Bestaande bedrijven die passen binnen de woonomgeving worden zoveel mogelijk gehandhaafd; • De Jachtlaan, de J.F. Kennedylaan en de 26

Sprengenweg zijn bestaande hoofdontsluitingswegen en vormen een onderdeel van de ring rond Apeldoorn; • Voor de wijken aan de westzijde van de stad staat behoud van het huidige karakter voorop. In de wijken is veel waardering voor de eigen wijk en heerst een grote buurtgebondenheid. Historie Berg en Bos: In 1887 verwierf de Antwerpse koopman Johannes Cornelis Wils een groot stuk woeste grond van de beleggingsmaatschappij Berg en Bosch. Wils ging voortvarend aan het werk om van zijn landgoed een rendabele onderneming te maken. Op de woeste heidegronden liet hij dennenbossen aanplanten waarvan het hout goed verkocht kon worden aan de Limburgse en Waalse mijnindustrie voor het stutten van de mijngangen. Toen Wils overleed ging het landgoed over naar zijn weduwe, Louise Reusseau. De nabijheid van Paleis het Loo maakte de ontwikkeling van een woonwijk voor de beter gesitueerden aantrekkelijk: voor dat doel werd Villapark het Loo gesticht, aangelegd door de Apeldoornse aannemers Chris en Gerrit Wegerif. In 1917 overleed Louise Reusseau. De gemeenteraad van Apeldoorn heeft toen, op aandringen van burgemeester W. Roosmale Nepveu, het terrein gekocht en de exploitatie zelf ter hand genomen om te voorkomen dat het gebied afgesloten zou


worden en een ongecontroleerde bouwactiviteit plaats zou kunnen vinden. In 1920 presenteerde de Apeldoornse tuinarchitect Karel van Nes zijn stedenbouwkundige plannen voor het landgoed. Van Nes stond een grote tuinstad voor ogen, inclusief het natuurpark. In deze tuinstad moest het mogelijk zijn om in harmonie met de natuur te wonen: grote kavels met ruime woningen aan meanderende lanen moesten zorgen dat iedere straat een eigen karakter had, waar men met een maximum aan privacy temidden van de natuur kon wonen. Van Nes’ plannen werden in 1923 verwerkt in het eerste echte structuurplan voor Apeldoorn: uitbreidingsplan Texeira de Mattos, vernoemd naar de toenmalige wethouder van Openbare Werken. Uitbreidingsplan Berg en Bosch: Het uitbreidingsplan werd in 1923 gepresenteerd en in 1929 vastgesteld. In het uitbreidingsplan van 1923 (dat voor de sector Noord-West in 1921 werd vastgesteld) en de herziening hierop uit 1927 is het partiële uitbreidingsplan Berg en Bosch uit 1919 integraal opgenomen met marginale verschillen als de locatie van de HBS en het al dan niet bebouwen van de noordoostpunt in 1923 en 1927. Het uitbreidingsplan Berg en Bosch voorzag in een verkaveling van het gehele landgoed. Lage bebouwingsdichtheden en ruime kavels moesten het natuurschoon zoveel mogelijk sparen.

Naast woningen voor gegoeden, middenstanders én arbeiders waren de bouw van een winkelcentrum, museum, ziekenhuis, drie kerken en diverse scholen in het plan opgenomen. openbare ruimte: • Het eentonige en melancholie oproepende dennenbos van Berg en Bosch werd, overeenkomstig aantrekkelijke plaatsen als Laren, Blaricum en Wapenveld, in het plan voorzien van enkele open zonnige terreinen en meer afwisseling in aanplant (aanvullende aanplant met loofbomen, brem, jeneverbes en andere wilde planten); • Op verschillende plaatsen verspreid over het gehele plangebied werden grote terreinen gereserveerd als publieke natuurterreinen in de vorm van wandelbossen, en bewust niet in de vorm van aangelegde parken; daarnaast werden kleine terreinen op stadsbeeldbepalende plaatsen aangewezen die nooit bebouwd zouden mogen worden; • Om het bos als hoofdkarakter van het gebied ook na de exploitatie te behouden, zijn uitgespaarde bosstroken en op de binnenterreinen gelegen boomgroepen in het plan opgenomen; dit netwerk van bosstroken en paden verbond de groengebieden onderling; • Enkele voor bebouwing bestemde bospercelen zouden niet worden uitgegeven totdat de nieuwe aanplant in de omgeving genoeg volgroeid zou zijn om het verlies van genoemde bospercelen te dragen; • De groene terreinen structureerden het 27

gebied: ze scheidden de drie sectoren van elkaar; • Het groene terrein van de gemeentelijke waterleiding aan de Amersfoortseweg bleef vrij van bebouwing; • De verharding bestond uit straten met ruim opgezette kruisingen en veelsprongen (pleinen en rotondes).


Actoren: Het is belangrijk om te weten hoe de belangen verdeeld zijn bij de start van een project, dit wordt weergegeven in een een actorenanalyse (Fig. 6). In de actorenanalyse wordt uiteengezet welke verschillende partijen belangrijk zijn voor het realiseren van een ruimtelijk kwaliteitsplan. De diverse actoren hebben verschillende belangen en invloeden op de ruimtelijke kwaliteit. De actoren worden hieronder één voor één uiteengezet. In de afbeelding is te zien welke invloed iedere specifieke actor heeft. In de vier kwadranten zijn de beïnvloeders, beslissers, uitvoerders en de gebruikers onderverdeeld. Beïnvloeders: In deze groep actoren komen vooral partijen voor die veel invloed kunnen uitoefenen met informatie en adviezen. Zij kunnen de koers van een project sturen. Beslissers: Dit zijn de actoren die bevoegd zijn om besluiten te nemen aangaande het project. Uitvoerders: Deze groep actoren verzorgd het uitvoerende werk van het opstellen van beleid, tot de uitvoering op locatie. Gebruikers: De gebruikers zijn de actoren die de locatie gebruiken. Dit kan voor verschillende doeleinden zijn. Vervolgens zijn er vier ringen waarin de actor past. Elke ring vertegenwoordigd de rol van de actor.

actorenanalyse. De cijfers corresponderen met de actoren onder de afbeelding.

Meeweten: Dit zijn de actoren waarvoor het van belang is dat zij weten wat er speelt en gebeurt in de omgeving, maar zij hebben geen invloed. Meedenken: Deze actoren zijn informatiebronnen voor de actoren die meedoen in maken van het product. Meedoen: Dit zijn de actoren die meewerken aan het product en hiermee veel invloed hebben bij de totstandkoming van het product. Meebeslissen: Dit zijn de actoren die het uiteindelijke besluit moeten nemen en hier ook de bevoegdheden voor hebben. Op deze manier zijn de verschillende actoren ingedeeld in de

Figuur 6, Ingevulde actorenanalyse

1. Wijkvereniging 2. Individuele bewoner 3. Gemeenteraad 4. Wethouder stadsdeel Noord West 5. Stadsdeelbeheerder 6. Wijkbeheerder 7. Beleidsmakers openbare ruimte 28

8. Adviseurs 9. Rijksoverheid en provinciale overheid 10. Natuurorganisaties 11. Toeristen 12. Recreatiepark eigenaren 13. Lokale media


1. Wijkvereniging De wijkvereniging heeft een grote invloed op de totstandkoming en de uiteindelijke werking van het ruimtelijke kwaliteitsplan. Feit is dat het gaat om de eigen leefomgeving, waar men graag hun eigen wensen en belangen toonbaar wil maken. De wijkvereniging kan vanuit de praktijk aangeven hoe de dagelijkse realiteit is en kan op een positieve manier de totstandkoming van het ruimtelijk kwaliteitsplan be誰nvloeden door actief mee te denken.

5. Stadsdeelbeheerder De stadsdeelbeheerder is namens de wethouder verantwoordelijk voor het functioneren van de ruimtelijke kwaliteit in het stadsdeel Noordwest. In actieve samenwerking met de wijkbeheerder en de beleidsmakers wordt beslist hoe het ruimtelijk kwaliteitsplan opgesteld en operatief gemaakt dient te worden, zodat deze goed kan functioneren voor de wijk Berg en Bos. Vervolgens worden deze stappen teruggekoppeld met de wethouder, met zijn bevoegdheid als eindverantwoordelijke.

2. Individuele bewoners De individuele bewoner is een gebruiker van de openbare ruimte, maar is niet vertegenwoordigd middels de wijkvereniging. Doch dienen deze individuen als gebruikers van de eigen leefomgeving goed op de hoogte gehouden te worden van veranderingen. Bij ontevredenheid over de planvorming kunnen de individuele burgers dit tijdig kenbaar maken.

6. Wijkbeheerder De wijkbeheerder zorgt voor de instandhouding van de ruimtelijke kwaliteit en vervult hierbij de rol van uitvoerder. Bij de totstandkoming van het ruimtelijk kwaliteitsplan levert de wijkbeheerder de input over het beheren van de ruimtelijke kwaliteit en denkt mee over de invulling van het ruimtelijk kwaliteitsplan.

3. Gemeenteraad De raad is de gemeentelijke volksvertegenwoordiging. Zij beslissen of het ruimtelijk kwaliteitsplan voldoet en kan gelden als een bindend document voor instandhouding van de ruimtelijke kwaliteit. De raad vertegenwoordigd de individuele bewoners die niet verenigd zijn in de wijkvereniging. Daarmee vertegenwoordigen zij het algemeen belang.

7. Beleidsmakers openbare ruimte De beleidsmakers zijn een belangrijk onderdeel van het ambtelijk apparaat. Zij zijn het eerste aanspreekpunt van de burgers en kunnen snel problematiek vaststellen in de openbare ruimte. In overleg met de wethouders wordt een voorstel gemaakt die voorgelegd wordt aan de gemeenteraad. De gemeenteraad beslist of het noodzakelijk is dat er een oplossing voor het probleem bedacht dient te worden. Het ruimtelijk kwaliteitsplan geeft een invulling aan het probleem dat er geen duidelijke richtlijnen zijn voor het in stand houden van de ruimtelijke kwaliteit in Berg en Bos. De beleidsmakers nemen de rol van uitvoering van het uitwerken van het ruimtelijk kwaliteitsplan op zich en werken actief mee aan de totstandkoming van het document, welke door de wethouder voorgelegd kan worden aan de gemeenteraad.

4. Wethouder stadsdeel noordwest De wethouder van het stadsdeel Noordwest is het belangrijkste orgaan van het dagelijks bestuur. De wethouder geeft de opdracht tot het opstellen en het operationeel houden van het ruimtelijk kwaliteitsplan. Hierbij wordt hij bij de opstelling en de werking van het ruimtelijk kwaliteitsplan op de hoogte gehouden door het ambtelijk apparaat. Bij de totstandkoming en het zich aandienen van problemen rondom het ruimtelijk kwaliteitsplan is de wethouder de persoon die meebeslist en meewerkt aan verandering. 29


8. Adviseurs De adviseurs geven in opdracht van de beleidsmakers een professionele invulling aan de totstandkoming van het ruimtelijk kwaliteitsplan. De adviseurs hebben een grote invloed op de manier waarop het ruimtelijk kwaliteitsplan wordt opgesteld bezien vanuit professioneel oogpunt. Zij werken daarnaast actief mee aan de totstandkoming van het product. Het ruimtelijk kwaliteitsplan wordt door de adviseurs als adviesdocument aangeleverd, welke door de beleidsmakers als basis ingezet kan worden voor het operationeel maken van het document.

12. Eigenaren recreatieparken Voor deze actor is het van belang te weten welke ontwikkelingen er gaande zijn in de buurt van zijn recreatiepark. 13. Lokale media De lokale media be誰nvloeden de publieke opinie. Zij zijn een belangrijk orgaan in de verspreiding van de voortgang over de totstandkoming en het functioneren van het ruimtelijk kwaliteitsplan. Door de lokale media goed op de hoogte te houden van de voortgang wordt het ruimtelijke kwaliteitsplan voor een groot publiek inzichtelijk wat de invloed benadrukt.

9. Rijksoverheid en Provinciale overheid De Rijksoverheid en de Provinciale overheid hebben vaste kaders in de vorm van wetgevingen, waarbinnen het ruimtelijk kwaliteitsplan tot stand gebracht dient te worden. Op deze wijze be誰nvloeden zij de planvorming middels een vastgesteld kader en kunnen indien nodig optreden als meedenkend orgaan bij de totstandkoming van het ruimtelijk kwaliteitsplan. 10. Natuurorganisaties Gezien het feit dat de wijk Berg en Bos aan de rand ligt van een natura 2000-gebied en ook de wijk zelf als ecologisch waardevol wordt gezien, hebben zij invloed bij de opstelling van het ruimtelijk kwaliteitsplan. Door de natuurorganisaties mee te laten denken over de totstandkoming van het ruimtelijk kwaliteitsplan en de geldende natuurwetgeving in acht te houden, kunnen ontevredenheden over de planvorming tijdig meegenomen worden. 11. Toeristen Rondom de woonwijk Berg en Bos bevindt zich een groot scala aan recreatieve voorzieningen. Deze trekken veel toeristen aan. De trekpleisters liggen aan de rand van de wijk, maar maken wel gebruik van de ruimte die de woonwijk biedt in de vorm van infrastructuur. Op deze wijze zijn zij gebruikers van de openbare ruimte. 30


4.2.3 Stap 3, Rol actoren bepalen: Bepaal op welke wijze actoren invloed (Fig. 7) hebben en krijgen in de besluitvorming van het project. Hiermee wordt bepaald wie betrokken wordt bij het opstellen van het ruimtelijk kwaliteitsplan. Zet deze actoren in de juiste schil van de actorenanalyse. Hiermee bepaal je welke invloed iedere actor krijgt tijdens de planvorming. In deze stap wordt bepaald welke actoren allemaal mee gaan doen in de besluitvorming van het proces. Het is mogelijk om inspraak van individuele burgers toe te laten of juist niet. Een manier van burgerinspraak is het organiseren van bijeenkomsten of het houden van een enquĂŞte en/of interviews. Handiger is om een georganiseerde groep burgers te hebben waar een afvaardiging in zit die de burgerbelangen behartigt. Dit kan door het opstarten van een wijkvereniging of een werkgroep. Dit is voor de gemeente handig en overzichtelijk. Zo hoeft de gemeente niet in te gaan op individuele problematiek. Wij hebben er in dit project voor gekozen om de wijkvereniging te kiezen als belangrijke informatiebron. Buiten deze partij hebben wij binnen de gemeente meerdere adviesbronnen gebruikt. Wij hebben de beleidsmedewerkers, architecten, stedenbouwers en beheerders geĂŻnterviewd om meer informatie te krijgen over de wijk Berg en Bos. Figuur 7, Rol verdeling van de actoren in het proces

1. Wijkvereniging 2. Individuele bewoner 3. Gemeenteraad 4. Wethouderstadsdeel Noord West 5. Stadsdeelbeheerder 6. Wijkbeheerder 7. Beleidsmakers openbare ruimte

31

8. Adviseurs 9. Rijksoverheid en provinciale overheid 10. Natuurorganisaties 11. Toeristen 12. Recreatiepark eigenaren 13. Lokale media


Resultaat brainstorm ruimtelijke kwaliteit Oude bomen Historische lanen Grasbermen Bosrijk gebied Ecologie in de tuin Rustgebied Ruimte tussen bebouwing Wonen in het bos Natuurgebied om de hoek Met de bepaalde actoren hebben we een brainLaagbouw stormsessie gehouden. Wij hebben dit gedaan door middel van interviews. Alle informatie die Waterwingebied wij hier uit hebben ontvangen zijn in een begrip- Brede wegenprofiel Wilden dieren pen/ termen lijst gevoegd. Al deze begrippen zeggen iets over de kwaliteit van de wijk Berg en Grindopritten Bos. Bij stap vijf gaan we de begrippen onderver- Architectuur Historisch landschapsstructuur delen en klusteren onder de begrippen die ontHistorische zichtlijnen wikkeld zijn door T. Mattijssen en Hooimeijer. Verbondenheid met de stad Apeldoorn Waardeverhogende omgeving voor vastgoed Meerwaarde locatie Recreatieve voorzieningen Goede ontsluiting Goed bereikbaar Hoge tevredenheid bewoners Eenheid van de openbare ruimte Unieke locatie Wijkvereniging Diersoorten vanaf de rode lijst Schone omgeving Schuine grasbermen 4.2.4 Stap 4, Uitvoer brainstorm met actoren: Voeg de gekozen actoren samen in een bijeenkomst waar alle belangrijke actoren in vertegenwoordigt zijn. Voer met deze werkgroep een brainstormsessie uit. De werkgroep geeft aan welke aspecten belangrijk zijn voor de ruimtelijke kwaliteit. Leg de matrix van T. Mattijssen naar een idee van Hooimeijer voor ter inspiratie.

32

Tevreden over beheer Historische beplanting Openheid van particuliere tuinen Homogeniteit in stedenbouwkundige en architectonische uitwerking Ecologische structuur loopt over iedere kavel Oude stukken bos Inheemse beplanting Hooggelegen gebied Openbare verlichting Bebouwing gemaskeerd door boomkronen


Aspecten van de ruimtelijke kwaliteit afkomstig van de brainstorm 1. Oude bomen In Berg en bos komen veel oude bomen voor. Deze hebben een hoge economische en culturele belevingswaarden, waarbij ze het gebied een aantrekkelijk en eigen karakter geven. Daarnaast leveren de bomen een grote gebruikerswaarde voor de ecologische structuur. 2. Historische lanen De historische lanen vormen een belangrijk onderdeel van de belevingswaarde op cultureel vlak, de brede wegen met de robuuste bomen geven het gebied een geheel eigen karakter. De oude lanen vormen daarnaast ook een onderdeel voor de toekomst, want het bevat een belangrijk onderdeel van het erfgoed wat in stand gehouden dient te worden vanuit cultureel belang.

4.2.5 Stap 5, Invullen matrix: De uitkomsten van de brainstorm worden geschaard onder de begrippen in de matrix van T. Mattijssen. Wellicht is het zo dat niet alle aspecten die de ruimtelijke kwaliteit bepalen geschaard kunnen worden onder de vastgestelde begrippen. In dit geval kunnen begrippen toegevoegd worden aan de matrix, zodat de ruimtelijke kwaliteit op de desbetreffende locatie goed vastgesteld kan worden. Tevens is het zo dat bepaalde begrippen niet van toepassing zijn op de desbetreffende locatie. In deze stap van het onderzoek wordt alle informatie die uit de vorige stappen naar voren zijn gekomen ingedeeld in de matrix. De aspecten van de ruimtelijke kwaliteit die uit de brainstorm zijn gekomen worden geschaard onder de begrippen van Mattijssen. Er zijn begrippen samengevoegd en verfijnd. Alle definities die gebruikt worden in de matrix worden gedefinieerd aan de hand van de locatie. De definitie van deze begrippen kunnen per onderzoekslocatie verschillen. Het is een op maat gemaakte matrix met de hoofdlijnen van Hooimeijer en Mattijssen.

3. Grasbermen De grasbermen vormen sinds het aanleggen van Berg en Bos een belangrijk onderdeel van de ruimtelijke structuur. Ze zorgen in samenwerking met de wegen en de bomenlanen voor eenduidigheid in de wijk. Ze bevatten dan ook een hoge culturele belevingswaarde voor de eigenheid van het gebied, een ecologische gebruikerswaarde voor de ecologische structuur en een culturele toekomstwaarde voor het behoud van het erfgoed. 4. Bomenlanen Langs het merendeel van de wegen bevinden zich veelal oude bomenlanen. Deze vormen een ecologische gebruikerswaarde van de ecologische structuur voor de aanwezige fauna. De bomenlanen bevatten ook een sociale, ecologische en culturele belevingswaarde voor een aangename en gezonde leefomgeving, maar ook vormen ze een belangrijk onderdeel van de eigenheid van de wegopbouw in combinatie met de grasbermen. Verder bevatten ze een belangrijk onderdeel van de culturele toekomstwaarde in het gebied. Ze vormen onderdeel van het erfgoed in de wijk wat behouden dient te 33


worden voor de toekomst.

sociale, ecologische en culturele belevingswaarde. De mensen betalen graag voor een aangename leefomgeving met veel natuurschoon die een geheel eigen karakter bevat.

5. Ecologie in de tuin Tussen de percelen bevinden zich stukken bos in eigendom van particulieren die bestempeld zijn als onbebouwd erf/tuin of natuurgebied. Op deze stukken mag de beplanting niet verwijderd worden en anders geldt een herplantplicht. Apeldoorn bestempelt deze stukken als belangrijk onderdeel van de ecologische gebruikerswaarde voor de ecologische structuur als groene verbinding voor de aanwezige flora en fauna. Daarnaast bevat het een ecologische toekomstwaarde als onderdeel van een gezond ecosysteem.

9. Natuurgebied om de hoek Berg en bos is gelegen aan de flank van de Veluwe wat een beschermd natura 2000-gebied is. Vanwege het feit dat Berg en Bos is gelegen in het bos voelt het voor de bewoners alsof ze op de Veluwe wonen. De omgeving van de wijk bevat een sociale belevingswaarde en toekomstwaarde, het is een aangename leefomgeving die bijdraagt aan het welzijn van de mensen waarvan de zekerheid bestaat dat dit ook in de toekomst nog zo is. Daarnaast telt ook de ecologische belevingswaarde mee in de vorm van het gevoel dat men zich in een gezonde leefomgeving bevindt.

6. Rustgebied Vanwege het feit dat Berg en Bos geheel is opgetrokken in het bos zonder drukke recreatieve voorzieningen in de woonwijk, wordt gezorgd voor een zeer rustige woonomgeving. Dit zorgt voor een sociale en ecologische belevingswaarde van het gebied wat zich uit in een aangename leefomgeving waar bewoners kunnen uitrusten en ontspannen.

10. Brede laagbouw en smalle hoogbouw gemaskeerd door groen Om het gevoel van wonen in het bos goed te kunnen behouden zijn bij de oprichting strikte bouwvoorschriften opgesteld, zodat de bebouwing niet de overhand krijgt. Hoogbouw dient smal en hoog opgaand te zijn en brede gebouwen dienen laag opgezet te zijn. Dit wordt gehandhaafd door de welstandscommissie. Zo kan het groen altijd voor het merendeel de bebouwing maskeren, zodat het gevoel van wonen in het bos behouden blijft. Dit zorgt voor een culturele en economische belevingswaarde, want de bewoners zijn bereid om te betalen voor de aantrekkelijkheid en het eigen karakter van de woonomgeving. Daarnaast is het een belangrijke toekomstwaarde, want de bebouwingsopzet van de wijk is historisch bepaald en valt onder erfgoed van de wijk wat behouden dient te worden.

7. Ruimte tussen bebouwing De bouwkavels van Berg en Bos zijn zeer ruim van opzet, waardoor de bewoners veel private ruimte hebben. Dit zorgt voor een economische belevingswaarde van het gebied, want bewoners vinden de ruime opzet van de kavels met de grote hoeveelheid ruimte die daarmee gepaard gaat zeer aantrekkelijk. 8. Identiteit: Wonen in het bos Berg en Bos is in de jaren dertig ontstaan als luxe villawijk gesitueerd in het bos in de nabijheid van paleis het Loo. Dit maakt de wijk uniek in Apeldoorn, wat een specifieke doelgroep aantrekt die graag wil wonen in een rustige bosrijke omgeving. Wonen in het bos is het belangrijkste aspect van de identiteit van de wijk. Het vormt dan ook een belangrijke economische,

11. Waterwingebied In een gedeelte van Berg en Bos wordt drinkwater voor consumptie gewonnen. Dit gegeven is van belang voor de ecologische gebruikerswaarde en toekomstwaarde, het milieu waar het water gewonnen wordt dient schoon 34


te zijn en schoon te blijven als ecologische voorraad voor de toekomst.

heid van het gebied.

12. Grindopritten Vanuit de historie waren alle opritten naar de woningen en de terreinen rondom de woningen voorzien van wit grind. Ook in de huidige situatie is het gewenst om een eenduidig beeld van opritten richting de woningen te behouden. Dit valt onder de culturele belevingswaarde en toekomstwaarde. De grindopritten dragen bij aan de eenheid van de wegopbouw in de vorm van brede straten, grasbermen met opritten van grind wat de eigenheid bepaalt en wat behouden dient te worden in het kader van cultureel erfgoed.

16. Historische zichtlijnen (Valkenberglaan) De Valkenberglaan is een laan van enkele eeuwen oud en leidde naar wat destijds de Galgenberg was. Koning Willem II die destijds op paleis het Loo woonde vond het aanzicht op de berg met de galgen niet aantrekkelijk en veranderde de naam in Valkenberg en onttrok deze aan het zicht. Hieruit resulteert de naam Valkenberglaan. De Valkenberglaan met de daarbij behorende Valkenberg is cultureel erfgoed en vormt een waardevolle zichtlijn wat voor de toekomst behouden dient te blijven, daarom valt de Valkenberglaan onder de culturele toekomstwaarde en belevingswaarde.

13. Bijzondere architectuur Een aantal gebouwen is opgenomen op de lijst van monumenten van Apeldoorn. Het betreft markante gebouwen ontworpen door bekende ontwerpers. Deze monumentale gebouwen vallen onder de culturele toekomstwaarde, want het betreft cultureel erfgoed wat behouden dient te worden voor de toekomst.

17. Berg en Bos tussen stad en natuur Berg en Bos ligt aan de rand van de stad Apeldoorn en aan de rand van de Veluwe. Zo zijn de bewoners van Berg en Bos stadsbewoners, maar leven feitelijk midden in de natuur. Het gebied bevat een economische belevingswaarde, het is een aantrekkelijke en unieke plek in Apeldoorn waar mensen voor willen betalen. Daarnaast heeft het een economische en sociale toekomstwaarde, de kwaliteiten voor dit gebied dienen in stand gehouden of versterkt te worden zodat het ook een leefbare omgeving blijft voor de toekomst.

14. Bijzondere bomen Een aantal bomen is opgenomen op de lijst van bijzondere bomen, wat ze een beschermde status oplevert. Hiervoor geldt dat ze alleen bij hoge uitzondering gekapt mogen worden en dat een herplantplicht geldt. Deze bomen vallen onder de culturele toekomstwaarde en vormen cultureel erfgoed van de wijk, dat zo lang mogelijk in stand gehouden dienen te worden

18. Waardeverhogende omgeving voor vastgoed De locatie van Berg en Bos is uniek in Apeldoorn en omgeving. Dit maakt dat het een belangrijke economische gebruikerswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde bevat betreffende de woonhuizen. De locatie heeft een bijzonder imago, waarbij wonen in het bos aan de rand van de stad een grote meerwaarde levert wat stabiel behouden dient te worden voor de toekomst.

15. Historische landschapsstructuur Van origine is Berg en Bos stuifzandgebied welke is aangekocht voor de productie van dennen voor de mijnbouw. Tegenwoordig wordt de locatie op de flank van de Veluwe met de vele oude dennen als zeer waardevol beschouwd. Het bevat een grote culturele belevingswaarde en toekomstwaarde, het landschap is belangrijk cultureel erfgoed en bepaald de eigen35


19. Diverse recreatieve voorzieningen gecentreerd rondom het woongebied Aan de rand van Berg en Bos bevinden zich veel diverse vormen van recreatieve voorzieningen. Zo bevindt zich er het stadspark Berg en Bos bestemd voor geheel Apeldoorn, maar ook de Apenheul wat een attractie is voor bewoners van geheel Nederland. Feit dat ze zich aan de rand van de woonwijk Berg en Bos hebben gevestigd of al zaten, zorgt ervoor dat de kern van rust voorzien blijft. De recreatieve voorzieningen bevatten een sociale, culturele en economische gebruikswaarde met een belangrijke economische toekomstwaarde. De diverse voorzieningen zijn geplaatst aan de rand van de woonwijk wat zorgt voor zo min mogelijk hinder bij de diverse doelgroepen. Men kan geheel naar eigen wens gebruik maken van het gebied, dit gegeven dient op dezelfde wijze vastgehouden te worden voor de toekomst.

de gebruikers van de recreatieve voorzieningen naar de locatie. Dit zorgt voor een goede economische en sociale gebruikerswaarde van het gebied, zowel voor de bewoners als de gebruikers is het gebied goed toegankelijk en bereikbaar. 22. Hoge tevredenheid bewoners De bewoners geven aan dat ze zeer tevreden zijn met de huidige omstandigheden van de openbare ruimte en hoe deze in stand gehouden wordt. Dit levert belangrijke sociale en economische toekomstwaarden op, de tevredenheid van de bewoners levert een groot draagvlak voor de huidige ruimtelijke voorzieningen wat stabiliteit biedt voor de toekomst. 23. Eenheid van de openbare ruimte De huidig aanwezige eenheid van de openbare ruimte vormt een belangrijk onderdeel van de eigenheid van Berg en Bos. Dit draagt bij aan de ecologische en culturele belevingswaarde van Berg en Bos. De eenheid zorgt voor rust en ruimte wat de eigenheid van het gebied bepaald.

20. Diverse vormen van Inspanning/ontspanning Rondom Berg en Bos zijn diverse vormen van inspanning en ontspanning mogelijk voor de bewoners. Zo zijn er sportverenigingen gelegen aan de rand, het stadspark, het kristalbad, de Apenheul, paleis het Loo en de wijk zelf biedt vele mogelijkheden voor een ommetje. Dit zorgt voor een sociale en culturele gebruikswaarde met een ecologische en sociale belevingswaarde en een sociale toekomstwaarde. De vele vormen van ontspanning en inspanning zorgen voor een aangename en gezonde leefomgeving wat ook voor de toekomst gewaarborgd dient te blijven om de leefbaarheid vast te houden.

24. Wijkvereniging Gezamenlijk is binnen het gebied wijkvereniging Berg en Bos bestaande uit bewoners actief betrokken bij alle zaken die zich afspelen binnen en rondom hun leefomgeving. Bijzonder is dat 90% van de huishoudens is aangesloten bij deze vereniging. Dit gegeven levert een sociale belevingswaarde en toekomstwaarde, want de mensen voelen zich sterk verbonden met hun leefomgeving en vormen een breed draagvlak. 25. Diersoorten binnen de wijk De verbinding tussen de Veluwe en het vele groen in de woonwijk zorgt ervoor dat vele dieren het gebied kunnen betreden en bestempelen tot onderdeel van hun eigen leefgebied, zoals bijvoorbeeld de das. Dit levert ecologische gebruikerswaarden, belevingswaarden en toekomstwaarden op, want meer diersoorten binnen de wijk betekend een goede ecologische structuur

21. Goede bereikbaarheid middels diversiteit aan wegtypen De wijk is goed bereikbaar voor de bewoners en de omliggende recreatieve voorzieningen. Zo zijn er een aantal snelwegen die gemakkelijk te bereiken zijn middels de provinciale wegen. Binnen het gebied levert een diversiteit aan wegtypen die goed hiĂŤrarchisch zijn onderverdeeld de bewoners en 36


wat duidt op een gezond ecosysteem wat behouden dient te worden. Dit zorgt voor een nog intensievere beleving van de schoonheid der natuur. 26. Schone leefomgeving Het vele groen en de verbinding met de Veluwe zorgt voor een ecologische gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde. Een schoon milieu zorgt voor een goede leefomgeving met ecologische voorraden die bewaard dienen te blijven wat het gevoel van een gezonde leefomgeving waarborgt.

30. Gebiedseigen beplanting De beplanting in het gebied is zoveel mogelijk gerelateerd aan de ondergrond en de cultuurhistorie. Dit draagt bij aan de culturele belevingswaarde en de ecologische gebruikswaarde en toekomstwaarde. De beplanting typeert de eigenheid van het gebied en zorgt voor een goede ecologische structuur. De ecologische structuur maakt onderdeel uit van een gezond ecosysteem aansluitend op de Veluwe wat gewaarborgd dient te worden voor de toekomst.

27. Schuine grasbermen Langs de kanten van een aantal wegen bevinden zich schuine grasbermen. De schuine grasbermen hebben een ecologische gebruikerswaarde, want door de droge zandondergrond is een vegetatie ontstaan van bijzondere grassen wat als ecologisch waardevol is bestempeld en waar bijzondere dieren op leven.

31. Openbare verlichting Alle wegen zijn voorzien van lichtmasten wat bijdraagt aan de sociale gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van het gebied. De verlichting geeft de mensen een veilig gevoel in de eigen woonomgeving en maakt het woongebied goed toegankelijk. Dit dient ook voor de toekomst gewaarborgd te blijven, zodat de woonomgeving goed leefbaar blijft.

28. Historische beplanting Eind 1800 is Berg en Bos ingeplant met dennenbomen voor de mijnbouw. In de huidige situatie zijn oude exemplaren van deze dennen nog steeds op vele locaties terug te vinden. Dit heeft een culturele belevingswaarde en toekomstwaarde, want de dennen bepalen de eigenheid van het gebied. Daarnaast zijn ze cultureel erfgoed van het gebied en om het dennenbestand in ere te houden is het project plant eens een den in het leven geroepen.

32. Diverse scholen In het gebied is een lagere school en een middelbare school aanwezig. Dit draagt bij aan de sociale gebruikerswaarde van het gebied, want het gebied levert keuzemogelijkheden voor meerdere soorten doelgroepen om zich in de wijk te vestigen. 33. Sportieve voorzieningen Aan de rand van de wijk zijn diverse sportvoorzieningen aanwezig, zoals een klimbos, tennisbanen, voetbalvelden en een openluchtzwembad. Dit levert een bijdrage aan de sociale en culturele gebruikerswaarde van het gebied, want er zijn keuzemogelijkheden voor diverse vormen van sport en activiteiten. Ook levert het een sociale toekomstwaarde, want het verhoogt de leefbaarheid van de bewoners wat behouden dient te worden.

29. Openheid van particuliere erven en tuinen in relatie met openbaar groen Het openbaar groen en het particulier groen is goed met elkaar verweven. Hierdoor is het gevoel van wonen in het bos overal voelbaar en merkbaar. Dit kenmerkt de sociale belevingswaarde, want mensen voelen zich sterk verbonden met de eigen leefomgeving. 37


37. Parkeervergunningzone Om ervoor te zorgen dat het eenduidige straatbeeld van brede straten met grasbermen en bomen niet verloren gaat door vol geparkeerde bermen met auto’s is een parkeervergunningszone ingesteld. Dit draagt bij aan de economische en culturele belevingswaarde van de woonomgeving, de uitstraling en eigenheid van het gebied zijn op deze wijze goed zichtbaar.

34. Veel onbebouwde ruimten ingevuld met groen Voor een goede instandhouding van het groenbestand zijn een aantal zones aanwezig die permanent vrij dienen te blijven van bebouwing. Dit draagt bij aan de ecologische gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde, maar ook aan de culturele en economische belevingswaarde. Zo blijft de ecologische structuur en de schoonheid van de natuur behouden wat stabiel of versterkt dient te worden als behoud voor de toekomst. Daarnaast wordt het groene karakter benadrukt, wat de aantrekkelijkheid van het gebied weergeeft.

38. Duurzame energiebronnen Onder het begrip duurzame energiebronnen verstaan wij het gebruik / toepassen van energie reducerende maatregelen. Dit kan zijn een extra isolatie of het gebruik van zonnepanelen. Dit zijn ontwikkelingen die overal toegepast beginnen te worden. Bijvoorbeeld het gebruik van zonnepanelen en het wonen in het bos zijn tegenstrijdige zaken, waarbij duidelijk afgekaderd moet worden wat de mogelijkheden zijn.

35. Instandhouding bomenbestand privé en openbaar Het bomenbestand is het meest kenmerkend voor Berg en Bos. Het bevat een economische belevingswaarde en toekomstwaarde, want de bomen vormen het imago van de wijk wat stabiel behouden dient te blijven voor de toekomst. Daarnaast bevat het een sociale toekomstwaarde, want de burgers dragen het bijzondere karakter van bosrijke omgeving en willen dit op eigen terrein en in de openbare ruimte behouden. Als laatste bevat het een culturele belevingswaarde en toekomstwaarde, de relatie tussen privé en openbaar groen is een sterke eigenschap en maakt deel uit van het cultureel erfgoed. 36. Natuurbeleving De natuur kan optimaal beleefd worden, doordat de wijk gelegen is aan de rand van een natura 2000-gebied. De connectie met de Veluwe en de wijk is zeer sterk door het vele groen wat aanwezig is tussen de huizen. Dit heeft een belangrijke ecologische belevingswaarde en toekomstwaarde, want de schoonheid der natuur kan overal optimaal beleefd worden wat voor de toekomst behouden en versterkt dient te worden.

38


Uitleg over grote matrix: Op de matrix (Tab. 4) zijn de nummers ingevuld die corresponderen met de aspecten van de ruimtelijke kwaliteit, die hiervoor benoemd en omschreven zijn op blz. 33-38. De aspecten van de ruimtelijke kwaliteit zijn geschaard onder de begrippen in de matrix opgesteld door Mattijssen. De definities

Tabel 4, Uitkomsten van de brainstormsessie

van de begrippen opgesteld door Mattijssen staan in bijlage II. Eenzelfde aspect van de ruimtelijke kwaliteit kan in een aantal gevallen geschaard worden onder meerdere begrippen. Cijfers in een donkere kleur zijn ondergeschaard bij meerdere begrippen in de tabel. Zo komt nr. 35 5x voor in de tabel bij imago, stabiliteit, draagvlak, eigenheid en erfgoed.

39


4.2.6 Conclusie: Algemeen In de matrix staan de verschillende begrippen die belangrijk zijn voor de ruimtelijke kwaliteit. Uit de matrix halen wij de belangrijkste begrippen om de ruimtelijke kwaliteit te kunnen bepalen. Dit zijn de volgende begrippen: Aantrekkelijkheid, Stabiliteit, Aangename leefomgeving, Leefbaarheid, Ecologische structuur, Schoonheid der natuur, Eigenheid en erfgoed. Deze begrippen zijn opgevallen in de matrix vanwege het feit dat er vier aspecten van de ruimtelijke kwaliteit of meer ondergeschaard zijn vanuit de brainstormsessie. De conclusie laat de belangrijkste verbanden zien tussen de begrippen met de daarbijbhorende aspecten van de ruimtelijke kwaliteit. De begrippen waar minder dan vier aspecten van de ruimtelijke kwaliteit onder geschaard zijn, vormen niet de belangrijkste aspecten van de ruimtelijke kwaliteit maar worden wel benoemd in de visie. Bijvoorbeeld het begrip 11. Waterwingebied is iets waar niet aan voorbij kan worden gegaan, maar vormt geen toonaangevend element voor de ruimtelijke kwaliteit. Zo zijn er meerdere aspecten die wel meegenomen moeten worden naar de visie. De lege vlakken van de matrix zijn begrippen die geen raakvlak hebben met aspecten van de ruimtelijke kwaliteiten afkomstig uit de brainstorm. Bij het door ons uitgevoerde onderzoek is

bijvoorbeeld gebleken dat het begrip culturele diversiteit binnen de wijk geen aspecten van de ruimtelijke kwaliteit bevat afkomstig uit de brainstorm. De acht aspecten die als belangrijkst zijn gebleken uit ons onderzoek, zijn het begin voor de volgende stap in het proces tot een ruimtelijk kwaliteitsplan. Deze aspecten zijn de punten die geĂŻnventariseerd dienen te worden in de wijk Berg en Bos. Aantrekkelijkheid Aantrekkelijkheid bevat zes aspecten van de ruimtelijke kwaliteit en benadrukt de economische belevingswaarde van het gebied. Aantrekkelijkheid wordt omschreven als een schaarse mooie plek, welke zich op desbetreffende wijze terugbetaald. Als ruimtelijke kwaliteitsaspecten zijn genoemd wonen in het bos als identiteit, de typerende oude bomen, de kenmerkende hoogbouw en laagbouw, de ruime opzet van de wijk, de onbebouwde groene zones en de unieke locatie tussen stad en natuur. Deze aspecten samen maken Berg en Bos tot een bijzondere en schaarse plek in Apeldoorn met een hoge belevingswaarde, waar men altijd toe bereid blijft om voor te betalen. Stabiliteit Stabiliteit bevat vier aspecten van de ruimtelijke kwaliteit en geeft de economische toekomstwaarde van het gebied weer. Het begrip stabiliteit wordt omschreven als het behoud van bestaande kwaliteiten die op een duurzame manier behouden 40

dienen te blijven. De volgende ruimtelijke kwaliteitsaspecten zijn genoemd die aansluiten bij het begrip stabiliteit: Berg en Bos tussen stad en natuur, waardeverhogende omgeving voor vastgoed, instandhouding bomenbestand privĂŠ en openbaar en een hoge tevredenheid van de bewoners. De bijzondere omgeving tussen stad en natuur met een sterke relatie tussen openbaar en privaat groen in de woonwijk zorgen voor een hoge waarde van het vastgoed en bepalen de keuze van mensen om zich in deze omgeving te vestigen. Aangename leefomgeving Aangename leefomgeving bevat vijf aspecten van de ruimtelijke kwaliteit en geeft de sociale belevingswaarde weer. De definitie van aangename leefomgeving is de bijdrage van de leefomgeving aan het welzijn van de mensen. Als ruimtelijke kwaliteitsaspecten worden hierbij de volgende genoemd: bomenlanen, rustgebied, wonen in het bos als identiteit, natuurgebied om de hoek en diverse vormen van inspanning/ontspanning. De groene leefomgeving zorgt voor het gevoel dat men zich bevindt in een gezonde leefomgeving. De woonwijk levert rust met aan de rand mogelijkheden voor inspanning en ontspanning. Dit zorgt ervoor dat mensen ongedwongen in hun eigen leefomgeving kunnen doen wat ze zelf willen wat het welzijn bevorderd.


Leefbaarheid Leefbaarheid bevat vijf aspecten van de ruimtelijke kwaliteit en benadrukt de sociale toekomstwaarde van het gebied. Leefbaarheid wordt omschreven als een gebied dat ook in de toekomst aangenaam blijft voor gebruikers, waarbij kwaliteiten worden behouden en eventueel ontwikkeld of versterkt. De genoemde ruimtelijke kwaliteitsaspecten die hierbij genoemd worden zijn: natuurgebied om de hoek, Berg en Bos tussen stad en natuur, diverse vormen van ontspanning/inspanning, openbare verlichting en sportieve voorzieningen. Belangrijk is dat de natuurlijke omgeving met diverse vormen van inspaning en ontspanning in Berg en Bos behouden en eventueel mogelijk versterkt blijft voor de toekomst. De openbare verlichting draagt bij aan het sociale veiligheidsaspect. Leefbaarheid is een breed begrip en dient behouden te blijven voor de toekomst voor een sociale en veilige leefomgeving.

ecologische structuur benadrukken is het volgende genoemd: oude bomen, grasbermen, bomenlanen, ecologie in de tuin, diersoorten binnen de wijk, schuine grasbermen, gebiedseigen beplanting en veel onbebouwde ruimten ingevuld met groen. De diversiteit en sterke onderlinge verbinding aan groentypen op zowel privaat als openbaar terrein draagt sterk bij aan een goed ingerichte en bruikbare leefruimte voor dieren en planten. Daarnaast levert het bestempelen van gebieden binnen de wijk als natuur of erf/tuin zonder bebouwing een bescherming van de ecologische structuur op. Schoonheid der natuur De term schoonheid der natuur bevat vier aspecten van de ruimtelijke kwaliteit en geeft de ecologische belevingswaarde weer. De definitie van schoonheid der natuur is: de natuurlijke schoonheid en zuiverheid van de omgeving dragen bij aan het welzijn. Als aspecten van de ruimtelijke kwaliteit die de schoonheid der natuur benadrukken zijn: Identiteit, diersoorten binnen de wijk, veel onbebouwde ruimten ingevuld met groen en natuurbeleving in de wijk. Vanuit het ecologische belang is dit een groot en belangrijk onderdeel van de wijk. De wijk onderscheid zich met deze kenmerken en heeft veel schoonheid in de natuur.

Ecologische structuur De term ecologische structuur bevat acht aspecten van de ruimtelijke kwaliteit en geeft de ecologische gebruikerswaarde van het gebied weer. De definitie van ecologische structuur is het versterken van de leefruimte middels inrichting voor planten en dieren. Hierbij is onderlinge Eigenheid verbinding van groene ruimten een voorwaarde. Eigenheid bevat 14 aspecten van de ruimtelijke kwaliteit en geeft de culturele belevingswaarde Als aspecten van de ruimtelijke kwaliteit die de 41

weer. De definitie van eigenheid is: het bijzondere karakter van een plek moet worden behouden en benut. Voortbouwend op de bestaande kenmerken van de eigen omgeving. De aspecten van de ruimtelijke kwaliteit die eigenheid benadrukken zijn: identiteit, oude bomen, eenheid van de openbare ruimte, gebiedseigen beplanting, onbebouwde ruimte ingevuld met groen, in stand houden van het totale bomenbestand, parkeervergunningszone, historische lanen, historische beplanting, grindopritten, grasbermen, bijzondere architectuur en de landschapsstructuur. Bovenstaande aspecten benadrukken het bijzondere karakter van Berg en Bos, wat zorgt voor een hoge beleving van de leefomgeving. Dit moet behouden blijven. Erfgoed Cultureel erfgoed bevat elf aspecten van de ruimtelijke kwaliteit en geeft de culturele toekomstwaarde weer. Erfgoed wordt gedefinieerd als een onvervangbare kwaliteit. De aspecten van ruimtelijke kwaliteit die het erfgoed benadruikken zijn: historische lanen, historische beplanting, grindopritten, grasbermen, bijzondere architectuur en de landschapsstructuur. Deze aspecten van de ruimtelijke kwaliteit hebben grote culturele belangen en zijn onvervangbaar. Ze zijn dan ook belangrijk om te behouden voor de toekomst, want eenmaal verdwenen is voorgoed verdwenen.


4.3 Evaluatie en aanbevelingen (Fig. 8) Na het uitvoeren van ons onderzoek voor bepaling van de ruimtelijke kwaliteit houden wij een evaluatie op onze ontwikkelde methodiek. De stappen die wij hebben genomen om de ruimtelijke kwaliteit te kunnen bepalen hebben wij als goed ervaren. De methodiek leent zich bij uitstek voor het participatief bepalen van de ruimtelijke kwaliteit van een locatie. Bij onze uitvoer van het onderzoek zijn wij uitgegaan van bepalingen vastgelegd in beleidsplannen, interviews met gemeenteambtenaren en een interview met enkele afgevaardigden van de wijkvereniging. Wij bevelen aan dat voor het opstellen van een der-

Figuur 8, Abstracte aanduiding waar belandt in het proces

gelijk ruimtelijk kwaliteitsplan of een langetermijnvisie van een gebied, inzet van burgerparticipatie in een vroeg stadium zorgt voor een breed gedragen plan. Daarbij is deze methodiek zeer toegankelijk voor alle betrokken actoren en de meningen van de publieke opinie kunnen snel opgenomen worden. Komt bij dat het relatief snel uitvoerbaar is, waarbij toch zeer veel partijen binnen korte tijd benaderd kunnen worden. Daarnaast bevelen wij aan om een goede betrokkenheid van alle actoren gedurende de gehele planvorming te behouden. Een goede methode hiervoor is om een werkgroep samen te stellen waarin van elke belangrijke actor een of twee afgevaardigden plaatsnemen. Zo krijgt iedere actor de mogelijkheid om actief mee te denken en werken bij de totstandkoming van een ruimtelijk kwaliteitsplan. Bij de uitvoer van ons onderzoek is geen werkgroep samengesteld. Wij hebben als adviseurs de wijkvereniging en werknemers van de gemeente Apeldoorn benaderd. Overige actoren zijn niet actief mee genomen in de planvorming. Door op deze wijze een traject van planvorming in te zetten krijgt zowel ieder individu als een gehele groep de mogelijkheid om vroegtijdig kenbaar te maken wat door hen gezien wordt als een aspect van de ruimtelijk kwaliteit. De onderlinge discussie tussen de betrokken actoren kan al veel problematiek in een vroegtijdig stadium voorkomen, wat 42

uiteindelijk zorgt voor een breed gedragen plan die niet door ĂŠĂŠn enkele organisatie maar gezamenlijk is opgesteld. Dit zorgt voor een positieve benadering van het tot stand komen van een ruimtelijke kwaliteitsplan.


Hoofdstuk 5, Inventatisatie Berg en Bos 5.1 Inleiding (Fig. 9)

In dit hoofdstuk worden de begrippen die naar voren zijn gekomen uit het onderzoek tastbaar gemaakt in de inventarisatie van verschillende onderwerpen. De begrippen die niet veel naar voren zijn gekomen kunnen wel van belang zijn voor Berg en Bos. Alle belangrijke begrippen komen in de inventarisatie aan bod. De inventarisatie is onderverdeeld onder de volgende paragrafen. Een economische waardenkaart, infrastructuurkaart, functiekaart, ecologische structuurkaart, groenstructuurkaart en een cultuurhistorische kaart. Met deze onderwerpen kunnen we de ruimtelijke kwaliteit goed in beeld brengen. Verder komt in het volgende hoofdstuk de analyse op alle verbanden in de wijk aan bod.

5.2 Economische waardekaart

Uit de matrix zijn de volgende begrippen gekomen bereikbaarheid, gecombineerd gebruik, meerwaarde locatie, imago, aantrekkelijkheid, uitstraling, stabiliteit en bundeling. Deze begrippen zijn naar voren gekomen bij de economische belangen en houden onderling verband met elkaar (Fig. 10). In de afbeelding zijn de verschillende aspecten van de ruimtelijke kwaliteit afgebeeld die het economische belang vertegenwoordigen. De woningen die in berg en bos staan zijn meer waard vanwege de omgeving en de verschillende recreatieve voorzieningen die rondom de wijk gelegen zijn. Zo bevat het bos een meerwaarde voor de locatie en bepaalt dit de uitstraling van een boomrijk gebied dat door de hele wijk terug te vinden is. Tevens is dit tekenend voor het imago dat de wijk heeft. Aantrekkelijkheid van de wijk Berg en Bos zit vooral in de rijkdom aan groen. Deze rijkdom aan oude bomen en ruimte tussen de bebouwing dat is opgevuld met stukken bos maakt dat de wijk een algemene waardeverhoging krijgt. Vooral de particuliere huiseigenaren zien dat terug in de waarde van het bezit. De recreatieve voorzieningen zijn goed bereikbaar en de wijk is goed omsloten met wegen.

Figuur 9, Abstracte aanduiding waar belandt in het proces

43

De aanwezigheid van groen in de nabijheid van de twee scholen is voor de scholen een meerwaarde en levert economische voordelen op. De groene omgeving heeft een positieve werking op mensen en daarmee ook op de kinderen die daar op school zitten.


Figuur 10, Economische waardenkaart met de verschillende economische activiteiten

44


5.3 Functiekaart

Binnen de woonwijk komen als voorzieningen (Fig. 11) alleen een basisschool, een middelbare school en drie tennisverenigingen voor. Duidelijk is dat de wijk alleen bestemd is voor wonen zonder drukke voorzieningen. De wijk wordt aan alle zijden omringd door druk bezochte toeristische attracties. Het stadspark Berg en Bos is vooral bedoeld voor de bewoners van geheel Apeldoorn en omstreken. Het stadspark bevat diverse recreatieve voorzieningen, zoals een klimbos en goede wandelgelegenheden. Daarnaast herbergt het stadspark ook de Apenheul wat publiek trekt vanuit geheel Nederland. Verder bevinden zich rondom de wijk attractiepark Koningin Julianatoren en paleis het Loo welke tevens publiek trekken vanuit geheel Nederland.

Figuur 11, Functiekaart met de verschillende functies

45


5.4 Infrastructuurkaart (Fig. 12)

Wegen zijn er uiteraard voor het ontsluiten van al het verkeer dat in de wijk komt en wat er door- of omheen reist. De wegen in de wijk hebben ook invloed op de beleving van de wijk. Zo creĂŤren de lange rechte wegen een open en wijds gevoel. De zijstraten hiervan zijn daarentegen allemaal gebogen, dit geeft juist een knus gevoel. Zo heeft iedere weg een vergelijkbare functie maar een eigen identiteit. Hoofdontsluiting: De ring van Apeldoorn die over de Jachtlaan loopt ligt aan de rand van de wijk. Vanuit deze ring lopen drie belangrijke wegen die het verkeer Apeldoorn uitleiden. Dit zijn de Amersfoortseweg, Soerenseweg en de J.C. Wilslaan. Deze wegen zijn van belang om de stad te kunnen ontsluiten. Ook zijn deze wegen van belang voor het bereiken van de verschillende trekpleisters in en rondom de wijk. Buurtontsluiting: Er lopen een aantal lange buurtontsluitingswegen in de wijk. Deze wegen, zoals de Wildernislaan, lopen door de hele wijk. De buurtwegen zijn veelal kort en gebogen. Door de korte en gebogen vorm van de wegen heeft het hier een rustige en knusse uitstraling. De buurtontsluitingswegen komen voor op verschillende schaalniveaus. Er zijn wegen met aan weerszijden een berm van soms vijf meter breed. Dieper de wijk bevinden zich kleine straatjes zoals de Lijsterlaan, met hele smalle bermen van anderhalve meter. Historische wegen: De Valkenberglaan is een van de historische wegen in de wijk Berg en Bos. Deze weg is aangelegd ten tijde van de oprichting van Het Lo. Deze weg is een directie verbinding van paleis het Loo naar de Valkenberg en vormt een belangrijke historische zichtlijn. Figuur 12, Infrastructuurkaart

46


5.5 Ecologische structuurkaart

Structuur: Door deze stukken bos in combinatie met de laanstructuren hebben de dieren van het bos veel bewegingsruimte. De lanen functioneren als snelwegen voor vogels en kleine zoogdieren. De rood/roze gebieden zijn gebieden waar geen natura-2000 geldt maar het zijn wel bosrijke bieden met open en gesloten stukken bos. Deze gebieden worden als parken aangeduid in het bestemmingsplan.

Berg en Bos is gelegen tussen de stad en het natura 2000-gebied de Veluwe (Fig. 13). Hiermee speelt de wijk een sleutelrol in de verbinding van de stad met de natuur hier omheen. De wijk staat bekent om de verscheidenheid van natuur in de achtertuin. Deze natuurbeleving is een extra kwaliteit van de wijk, waar het aanwezige groen een belangrijke rol in speelt. De dichte bossen in het natura 2000-gebied zitten vol met dieren die op de rode lijst staan. Bomenlanen: De bomenlanen staan in de kaart aangegeven op twee niveaus. Er zijn bomenlanen die staan genoemd als stadsstructuur, zoals de Amersfoortseweg, en er zijn lanen op wijkniveau aangegeven. De Soerenseweg is hier een voorbeeld van. Bosstroken: Deze bosstroken zijn overblijfselen van het oorspronkelijke bos. De stukken bos tussen de woningen hebben een extra beschermde status. Voor deze bomen worden geen kapvergunningen verleend. De stukken zijn van belang voor kleine zoogdieren en vogels. Door deze structuur hebben de dieren een extra stuk leefruimte, samen met de bewoners van de wijk. Mede door deze structuur hebben de dieren de mogelijkheid meer toe te treden tot de kern van Apeldoorn. Door de bosgebieden tussen de woningen blijft er een deel van het van oorspronkelijke bos in tact.

Figuur 13, Ecologische structuurkaart

47


5.6 Groenstructuurkaart Groentypen De groenstructuurkaart (Fig. 14) geeft goed de diversiteit aan groentypen weer. Opvallend is dat de diversiteit aan groentypen vooral ontstaat door de wisselende naamgeving of elementen die toegevoegd zijn. Zo zijn er drie verschillende bermtypen, namelijk gazon, gazon met paaltjes en gazon met bomen ongestructureerd. Deze bermen bevatten hiernaast nog meer diversiteiten, want zowel het gazon als het gazon met paaltjes kunnen laanbomen bevatten. Daarnaast zijn er ook nog gazonbermen die in enkele gevallen hagen bevatten. Uiteindelijk zijn er dus zes verschillende bermtypen aanwezig, wat wordt veroorzaakt door toevoeging van elementen. Het principe van eenzelfde type groen met verschillende naamgevingen is aanwezig bij de vele snippers groen die verspreidt liggen over de gehele wijk en gezamenlijk ĂŠĂŠn groenstructuur vormen. Er zijn delen groen die tussen de woningen liggen en in privĂŠbezit zijn van de bewoners. In sommige gevallen worden deze delen natuurgebied genoemd en in andere gevallen erf/ tuin onbebouwd. De naamgeving van beide typen is anders, maar ze zien er geheel hetzelfde uit. Ook voor stadsbos en bosplantsoen geldt dit. Bos Verder komen er twee typen bos voor in het gebied, dit zijn respectievelijk bos parken en plantsoenen en bos natuurterrein. Het ene type bos maakt onderdeel uit van het stadspark Berg en Bos en het andere type bos maakt onderdeel uit van natura 2000-gebied. Overig groen Als laatste komt er nog op enkele plaatsen in de wijk siergroen voor in de vorm van sierheesters of wisselbeplanting in potten.

48


Figuur 14, Huidige groenstructuurkaart

49


5.7 Cultuurhistorische kaart (Fig. 15)

In de huidige situatie zijn nog een aantal wegen en groenstructuren intact gebleven sinds 1845. Het betreft hierbij vooral een aantal belangrijke zichtassen die kenmerkend zijn voor de wijk en een aantal belangrijke verbindingswegen, zoals de Soerenseweg, de Jachtlaan, de Amersfoortseweg en de Valkenberglaan. Een aantal van deze wegen waren al voorzien van laanbeplanting, maar dit kwam veel minder voor dan in het huidige straatbeeld. Vooral rondom paleis het Loo zijn nog een aantal oude structuren aanwezig die ook nu nog steeds onderdeel uitmaken van het paleis.

De Amersfoortseweg, Valkenberglaan en Jachtlaan zijn evenals de Koning Lodewijklaan, Loolaan en Zwolseweg gebaseerd op een sterrenbos dat omstreeks 1750 ontstaan is. Bewoning was er nauwelijks. De voorlopers van deze wegen waren rechte wandelpaden die op de Valkenberg samenkwamen met een pad naar Paleis Het Loo. Ook andere paden, waarvan er enkele op luchtfoto’s nog te zien zijn, maakten deel uit van dit stelsel. De Valkenberg, een verhoging die gebruikt werd voor valkerij en als galgenberg, werd vanaf de 19e eeuw macaber gevonden en met beplanting aan het zicht onttrokken. Anno 2009 ligt de heuvel verscholen en is van de zichtlijnen nauwelijks iets over. Kenmerkend voor de bebouwing is de architectuur, waaraan architecten als Gerrit Rietveld, Wildschut en de Apeldoorners Henk en Chris Wegerif belangrijke bijdragen hebben geleverd. Centraal bij de aanleg van de wijk stond het wonen in een parkachtige omgeving. Door het vele groen zijn veel vogelsoorten aanwezig en worden de tuinen regelmatig bezocht door eekhoorns, egels, vossen en soms wilde zwijnen of een das. Aan de noordzijde van de wijk was tot in de jaren vijftig het sanatorium Berg en Bosch gevestigd; hier konden Tbc-patiÍnten in de gezonde buitenlucht kuren. Deze instelling is echter reeds jaren geleden verplaatst naar Bilthoven. In het Orderbos, een bosgebied ten zuidwesten van de wijk, werd in de jaren dertig Natuurpark Berg & Bos gevestigd. Binnen dit park werd begin jaren zeventig de Apenheul aangelegd. Iets zuidelijker ligt Sportpark Berg en Bos, onder andere de thuisbasis van voetbalclub AGOVV. Aan de noordzijde van Berg en Bos bevindt zich attractiepark Julianatoren.

Figuur 15, Cultuurhistorischekaart

50


Hoofdstuk 6, Analyse Berg en Bos 6.1 Inleiding (Fig. 16)

In dit hoofdstuk worden alle bevindingen die zijn gedaan bij de inventarisatie van hoofdstuk vijf geanalyseerd op verbanden. Deze verbanden zullen per geïnventariseerd onderwerp aanwezig zijn, maar ook tussen de verschillende onderwerpen.

Figuur 16, Abstracte aanduiding waar belandt in het proces

6.2 Groenstructuur

Uit de inventarisatie wordt duidelijk dat er veel groen aanwezig is en dat dit zeer belangrijk is voor de gehele wijk. Een aantal beplantingstypen in de wijk zijn identiek, maar worden in de groenstructuurkaart anders benoemd. Dit kan uiteindelijk problemen opleveren voor de handhaving van het groen in de wijk, doordat uiteindelijk onduidelijkheid ontstaat over de status van de beplanting. Zo zijn er in de wijk de beheergroepen bosplantsoen en stadsbos. In de praktijk is er geen wezenlijk verschil tussen deze beide beheergroepen, want ze bestaan beide uit heesters met bomen. Dit heeft als gevolg dat in beheerplannen voor beide groepen een omschrijving van het beheer gegeven dient te worden, wat uiteindelijk op hetzelfde neerkomt. Dit zorgt voor onnodig veel werk van de beleidsmakers, maar het kan ook zorgen voor verwarring bij de beheerders. Zo geldt ook dat gewenst is dat de wegen een eenduidige uitstraling hebben wat vanuit historisch perspectief de identiteit van de wijk bepaald. Aanvankelijk geldt hiervoor brede met grasbermen en bomen met een sterk hiërarchisch karakter. Bij veel straten is het uitgangspunt goed, maar geldt wel dat er meerdere typen door elkaar gebruikt worden wat alsnog voor een rommelige aanblik zorgt. Sommige wegen bestaan uit grasbermen met bomen afgewisseld met enkele stukken berm waar zich een incidentele struik in bevindt. Deze struiken wor51

den door de beheerder gehandhaafd vanwege het feit dat niet duidelijk is of het nu stadsbos, bosplantsoen of een grasberm betreft. Deze incidentele gehandhaafde struiken zorgen ervoor dat het eentonige beeld van de wegprofielen aangetast is. Voor de toekomst is het van belang dat de eenduidigheid in de straten gehandhaafd wordt, waarbij de incidentele struik plaats dient te maken voor grasbermen om de identiteit te waarborgen. Daarnaast wordt het karakter van de grasbermen aangetast door de parkeerproblematiek afkomstig van stadspark Berg en Bos. De auto’s parkeren in de bermen waar geen parkeervergunningszone geldt. Dit zorgt voor aantasting van de identiteit door de vele auto’s die in het straatbeeld verschijnen, waarbij tevens de bermen beschadigd worden wat zorgt voor een verloederde aanblik. In de gehele wijk wordt een strak beleid gevoerd over het handhaven van oude bomen in lanen, op privéterreinen en in stukken bos. De oude bomen vormen het belangrijkste onderdeel van de identiteit en het cultureel erfgoed van de wijk, want het creëert het gevoel van wonen in het bos. Wenselijk is dat er permanent een bestand van oude bomen in de wijk aanwezig blijft om dit gevoel te waarborgen. Momenteel bestaat het grootste deel van het bomenbestand uit dennenbomen op de particuliere terreinen en bosstroken van de gemeente. Andere oude bomen


bevinden zich vooral in de lanen. Om dit bestand te waarborgen is het van belang dat tijdig begonnen wordt met het opbouwen van leeftijdsfasering in het bomenbestand. De oude bomen bevatten allen ongeveer een gelijke leeftijd, waardoor aftakeling op een gelijk moment kan optreden. Om te voorkomen dat de wijk in korte tijd ontdaan is van de oude bomen door aftakeling dient een leeftijdsfaseringsplan opgesteld te worden, waarbij ook rekening gehouden wordt met de monocultuur die het bomenbestand bevat. Bij de kap van oude bomen dient ten alle tijde de kapvergunning gehanteerd te worden. Dit om te voorkomen dat mensen te veel bomen kappen wat de identiteit kan schaden. De kap van de oude bomen dient weloverwogen te gebeuren, zodat er niet onnodig bomen verdwijnen. Dennen zijn voor de identiteit van de wijk van groot belang, maar vanuit ecologisch oogpunt bevatten ze weinig toevoeging voor de fauna. Daarnaast is het zo dat bij het uitbreken van een ziekte onder de dennen veel groen zal verdwijnen. Het is verstandig om de soortendiversiteit in de lanen en de overige groenpercelen te verhogen om monocultuur te voorkomen. Conclusie: Geconcludeerd kan worden dat het van belang is dat de status van de diverse beheergroepen duidelijk vastgelegd dienen te worden, waarbij zo mogelijk beheergroepen samengevoegd worden. Dit vergemakkelijkt de instandhouding van het

groen door beheerders in de toekomst, waardoor de identiteit beter gewaarborgd kan worden. Daarbij is het van belang dat de eenduidigheid teruggebracht wordt in de straatprofielen, waarbij individuele beplantingstypen en afscheidingselementen tussen berm en weg die afbreuk doen aan het straatbeeld worden omgevormd. Verder is het wenselijk om gefaseerde verjonging van het bomenbestand in te voeren, met inpassing van een grotere diversiteit aan beplantingstypen. Hierdoor wordt aftakeling van oude bomen in een kort tijdsbestek voorkomen.

6.3 Cultuurhistorie

De meest zichtbare cultuurhistorische aspecten betreffen de aspecten die de eigenheid van het gebied benadrukken en de identiteit van de wijk vormen. Deze cultuurhistorische elementen zijn hoofdzakelijk allen bepaald bij de plaatsing van Berg en Bos in het dennenbos aan de flank van de Veluwe en worden tegenwoordig nog het meest gewaardeerd. Hierbij draait het om de oude dennenbomen, de bomenlanen, de eenduidige en eentonige uitstraling van de wegen, de bijzondere architectuur en veel persoonlijke ruimte. Juist deze aspecten worden sterk gewaardeerd door de bewoners en zorgt ervoor dat men juist voor Berg en Bos kiest om zich te vestigen wat het belang aanduidt van de instandhouding. Wat ook in acht gehouden dient te worden is de waarborging van historische structuren die al 52

eeuwen onderdeel uitmaken van het gebied, maar minder zichtbaar aanwezig zijn. Belangrijk hierbij is de Valkenberglaan met de daarbij behorende Valkenberg die de connectie met Paleis het Loo aanduidt. Juist deze connectie zorgde bij aanleg van de wijk maar ook in de huidige situatie voor status en aanzien. Daarnaast zijn een aantal verbindingswegen, zoals de Soerenseweg en de Apeldoornseweg, al eeuwen in gebruik. Dit is in de huidige context niet terug te vinden, maar het zijn oude verbindingsroutes die in stand gehouden dienen te worden. Conclusie: Over de cultuurhistorie kan gezegd worden dat het gedachtegoed wat de ontwerper bij aanleg van Berg en Bos heeft ge誰mplementeerd in stand gehouden dient te worden. Het bepaald de identiteit van de wijk die mensen zeer aanspreekt, waardoor ze bewust kiezen voor die bijzondere woonomgeving met het vele groen en de rust. Daarnaast dient ook waar mogelijk de historie van voor de aanleg gewaarborgd voor de toekomst te blijven.

6.4 Functie

Uit de inventarisatie komt duidelijk naar voren dat Berg en Bos naast scholen en tennisverenigingen geen andere functies kent dan wonen. Belangrijke ruimtelijke kwaliteit is het centreren van drukke toeristische attracties aan de rand van de woonwijk, zoals stadspark Berg en Bos en


Koningin Julianatoren. Op deze wijze kan men activiteiten ondernemen, zonder dat mensen gehinderd worden die van de rust genieten. Het is van belang dat deze scheiding van functies in stand blijft, want de rust dient in de woonwijk behouden te blijven. Zowel paleis het Loo als de Apenheul als Koningin Julianatoren trekken bezoekers vanuit geheel Nederland. Een aantal dagen per jaar pieken de bezoekersaantallen, waardoor de parkeerplaats niet toereikend is voor de drukte. Het gaat hierbij om de parkeervoorziening van het stadspark met de Apenheul, want de Koningin Julianatoren en paleis het Loo hebben eigen parkeervoorzieningen. Tijdens deze pieken wordt de J.C. Wilslaan ingezet als extra parkeervoorziening. Niet alle mensen maken hier gebruik van, waardoor ze op zoek gaan naar een parkeerplek binnen de woonwijk. Dit leidt tot ergernis onder de bewoners, want de ruim opgezette straatprofielen met de karakteristieke grasstroken zijn geen parkeervoorziening. Als oplossing geldt deels een parkeervergunningszone, maar buiten deze zone worden andere methoden toegepast. Zo zijn er delen waar paaltjes staan, mensen planten jonge dennen, op enkele plekken staan hagen en er zijn ook burgers die zelf afscheidingselementen plaatsen. Op deze wijze ontstaat een rommelig aanzicht in de wijk waarbij de samenhang en eentonigheid die de identiteit bepaald geleidelijk verdwijnt. Commissis vanuit de gemeente zijn

druk bezig met oplossingen voor deze parkeerproblematiek. Conclusie: Het is van belang dat de duidelijke scheiding tussen wonen en recreëren gescheiden blijft. Dit zorgt ervoor dat de rust die geldt als sterke kwaliteit van de woonwijk behouden blijft. Zo kan iedereen op geheel eigen wijze gebruik maken van de eigen leefomgeving. Daarnaast is het van belang dat de commissie voor de parkeerproblematiek een oplossing aandraagt.

6.5 Economische waarde

Vanuit de inventarisatie komt goed naar voren dat de economische waarde vooral bepaald wordt door de identiteit van de omgeving, zoals deze bij aanleg door de ontwerper is ontwikkeld. Berg en Bos is geheel ingericht als villadorp naast het statige paleis het Loo, waarbij wonen in het bos centraal staat. Economische activiteiten draaien goed in de natuur van de Veluwe en aan de rand van de woonwijk, maar exploitatie van drukke economische ondernemingen binnen de woonwijk doen het imago en daarmee de waarde van het vastgoed teniet. Mensen kiezen voor een woning in Berg en Bos voor de rust en ruimte en de unieke locatie, waardoor deze woningen permanent een hoge waarde zullen behouden. Conclusie: De hoge economische waarde van het gebied wordt bepaald door de goede scheiding van wonen in een 53

rustige leefomgeving en recreëren aan de rand van de woonwijk in de natuur. Hierdoor zit men elkaar niet in de weg en blijven de sterke waarden van zowel het vastgoed als de recreatie en rust behouden wat zo dient te blijven in de toekomst.

6.6 Infrastructuur

Een aantal belangrijke wegen in Berg en Bos heeft een historische verleden. De Valkenberglaan is één van deze historische lanen die karakteristiek zijn voor de wijk en hiermee belangrijk om te behouden. De Valkenberglaan refereert aan het koningshuis en is aantrekkelijk voor bewoners. De ontsluiting van de wijk is goed, afgezien van een aantal momenten per jaar. Op deze momenten loopt de wijk vol met auto’s van recreanten. De recreanten willen via de wijk stadspark Berg en Bos bereiken of zijn op zoek naar een parkeerplek waar niet voor betaald hoeft te worden. Gezien het feit dat wanneer de parkeervoorziening van stadspark Berg en Bos vol is op de J.C. Wilslaan geparkeerd wordt gaat men op zoek in de wijk naar eigen alternatieven. Men parkeert in de bermen wat ten koste gaat van de identiteit, want de grasbermen worden kapot gereden. Als reactie hierop plaatsen zowel bewoners als de gemeente verschillende afscheidingen wat het beeld aantast. Het aanbod van wegen is voldoende voor een goede ontsluiting van de wijk. De verschillende


wegbreedtes zijn kloppend voor de functie waar ze voor bedoeld zijn. De hoofdontsluitingswegen zijn groots en wijd opgezet en de toegangswegen op buurtniveau zijn smaller en meer besloten. Conclusie: Belangrijk is dat het verschil tussen de wegen duidelijk zichtbaar blijft zonder dat de aantrekkelijkheid aangetast wordt. De breed opgezette wegen met grasbermen en bomen moeten blijven bestaan. De infrastructuur zit voor de wijk goed in elkaar, alleen is het niet berekend op de piekbelasting van de recreanten.

6.7 Ecologische structuur

Er is een hoge ecologische waarde in de wijk Berg en Bos. De ecologische structuren (Fig. 17) zichtbaar op naastgelegen pagina tussen de Veluwe en de binnenstad zijn goed verbonden en functioneren goed. De ruime opzet van de wijk zorgt voor veel ruimte voor groen. Het feit dat deze ruimte ook daadwerkelijk benut wordt voor groen zorgt voor een rustige en groene wijk waar mensen en dieren weinig last van elkaar hebben. Hierdoor is er veel flora en fauna die gebruik maakt van de wijk, zodat de ecologische waarden hoog zijn en blijven. Dit zorgt ervoor dat mensen de natuur optimaal kunnen beleven in de eigen leefomgeving, deze hoge waardering zorgt voor economische waardeverhoging. De ecologische structuren die door Berg en

Bos lopen gaan over openbare terreinen en privé gronden. De bomenlanen die langs de wegen staan vormen rechte verbindingen die door de wijk heen lopen. De bomenlanen in combinatie met stukken privé groen en openbaar groen verbinden de Veluwe met het groen in de stadskern. De aanwezige stukken groen op zowel privé als openbaar terrein zijn overgebleven restanten van het dennenbos, zoals deze eind 19e eeuw is aangelegd voor mijnbouwproductie. Deze bomen bepalen het karakter en grotendeels de identiteit, wat men zeer aantrekkelijk vindt aan de wijk. Ook voor de flora en fauna is deze aanwezigheid van groen aantrekkelijk, maar feit blijft dat het veelal oude bomen zijn van gelijke leeftijd. Om ten allen tijde oude bomen in de wijk te kunnen behouden dient gefaseerd het bomenbestand vervangen te worden. Hierdoor ontstaat een leeftijdsfasering in het sortiment, waarmee de ecologie en de identiteit gewaarborgd kan worden. Feit is dat het bomenbestand hoofdzakelijk bestaat uit dennen, wat weinig waarde bevat voor de ecologie en een monocultuur in stand houdt. Bij toekomstige uitbraak van ziekten onder dennen kan dit tot desastreuze gevolgen leiden voor het bomenbestand. In toekomstige situaties is het beter om een gevarieerd sortiment aan beplantingstypen in te voeren waarmee dit voorkomen wordt. Op deze wijze wordt het bomenbestand en daarmee de ecologie beter gewaarborgd voor de toekomst. 54

Conclusie: De ecologische waarde heeft middels de hoge natuurbeleving door bewoners een sterk verband met de economische waarde. De structuren die aanwezig zijn functioneren goed en het is van belang deze te behouden om achteruitgang te mijden. Het vele groen dient gewaarborgd en versterkt te worden, zodat de ecologie en de identiteit van het gebied in stand blijft. Daarbij is het van belang dat er leeftijdsfasering en diversiteit aan bomen ingevoerd wordt, zodat het bomenbestand in stand gehouden kan worden voor de toekomst.


6.8 Kansen en bedreigingen

Vanuit de analyse en de conclusies die daarbij getrokken zijn komen er kansen en bedreigingen naar voren. De kansen en bedreigingen zijn per begrip genoemd. Niet bij elk begrip komen er kansen nog bedreigingen naar voren. Hier zijn de vakken ook leeg gebleven. Deze kansen en bedreigingen dienen als belangrijke informatie voor het vormen van de visie. Kansen kunnen aangegrepen worden en bedreigingen onschadelijk gemaakt.

Figuur 17, Conclusie ecologische structuur

55


Tabel 5.1, Kansen en bedreigingen

56


Tabel 5.2, Kansen en bedreigingen

57


58


Hoofdstuk 7, Visie op Berg en Bos 7.1 Inleiding (Fig. 18)

7.2 Berg en Bos blijft groen!

De visie beschrijft de toekomst van Berg en Bos, waarmee de ruimtelijke gewaarborgd wordt. De conclusies van de analyse vormen de uitgangspunten waarop de visie wordt gebaseerd. De visie beschrijft de aspecten van de ruimtelijke kwaliteit waaraan kaders en randvoorwaarden worden gekoppeld. Deze kaders en randvoorwaarden zorgen voor waarborging of versterking van de aspecten van de ruimtelijke kwaliteit. Vervolgens geeft de visie ook richtlijnen, waarmee de aspecten van de ruimtelijke kwaliteit gehandhaafd of versterkt kunnen worden. Uiteindelijk worden de randvoorwaarden beknopt bij elkaar gezet. De randvoorwaarden vormen de bindende factor voor het advies dat op basis van de visie wordt opgesteld.

Rustig wonen in een unieke groene omgeving: Economische waarde De woningen binnen Berg en Bos vertegenwoordigen permanent een hoge waarde vanwege de unieke rustige, ruime en groene omgeving (Afb. 1). De bosrijke omgeving met het vele groen en de smalle hoogbouw en brede laagbouw op ruime kavels is een belangrijk aspect van de ruimtelijke kwaliteit en geeft de bewoners het gevoel dat ze wonen in het bos. Berg en Bos bevindt zich tussen stad en natuur wat uniek is voor Apeldoorn. Het groene karakter met de rust en ruimte met de karakteristieke bebouwing moet behouden blijven, zodat de economische waarde die het vastgoed vertegenwoordigd niet Afbeelding 2, Gescheiden functies aangegeven met bebording daalt in de toekomst.

Figuur 18, Abstracte aanduiding waar belandt in het proces

Afbeelding 1, Woning omgeven door bossige beplanting

59

Scheiding functies De goede scheiding van functies is een belangrijke ruimtelijke kwaliteit van Berg en Bos en moet behouden blijven. De toeristische attracties (Afb. 2) rondom de woonwijk trekken veel bezoekers vanuit Apeldoorn en geheel Nederland die gebruik maken van park Berg en Bos met de Apenheul, het Kristalbad en het klimbos. Verder zijn de Julianatoren en Paleis het Loo ook grote trekpleisters. Deze toeristische attracties zijn gecentreerd rondom het woongebied van Berg en Bos. De scheiding tussen wonen en recreĂŤren moet zo blijven om te voorkomen dat de rust van de bewoners in de woonwijk verstoord wordt.


Eenduidige oplossing parkeren De toeristen maken gebruik van de infrastructuur in de woonwijk, wat op piekdagen leidt tot parkeerproblematiek (Afb. 3). Dit zorgt voor sterke verstoring van de rust en het groene karakter, wat belangrijke aspecten zijn van de ruimtelijke kwaliteit. De gemeente heeft een commissie in het leven geroepen die zich bezig houdt met het oplossen van de parkeerproblematiek. Zij zullen in de toekomst met oplossingen komen die de parkeerproblematiek tegengaan.

Afbeelding 3, Waarschuwingsbord parkeervergunningszone

Wonen in de natuur: Ecologische structuur De opzet van het groen maakt een belangrijk deel uit van het ecologische netwerk in en om de woonwijk wat behouden dient te blijven. In de wijk komen stukken oud dennenbos voor in eigendom van particulieren of de gemeente die bestempeld zijn als natuur of erf/tuin waarin niet gebouwd mag worden. Deze stukken groen in combinatie met bomenlanen, particuliere tuinen, bossen en grasbermen zijn belangrijke aspecten van de ruimtelijke kwaliteit. Ze vormen samen een belangrijk ecologisch netwerk voor de aanwezige flora en fauna (Afb. 5), waarbij iedere vorm van beplanting van belang is. De aanwezige hoeveelheid groen dient behouden of vergroot te worden, zodat de ecologische structuur en vooral de binding tussen wonen en natuur niet verloren Afbeelding 4, Brede asfaltweg gaat. Om de ecologische structuur te versterken is het van belang dat afgestapt wordt van monoVeiligheid cultuur en dat de beplanting gefaseerd verjongd De combinatie van een rustige woonwijk met brede wordt met ecologisch waardevolle beplanting. asfaltwegen (Afb. 4) leidt tot rijgedrag met hoge Daarnaast mogen de stukken oud dennenbos snelheden. Deze hoge snelheden leiden tot onveilig- tussen de woningen niet bebouwd worden. Zo heid en onnodig geluidsoverlast in de wijk. In de blijft de ecologische structuur behouden voor de toekomst moet bij vervanging van de asfaltwegen toekomst met een grote variatie aan beplantingsop rustige woonstraten het wegdek versmald wortypen. den en de bermen verbreed. Op deze wijze zal het groene karakter van de wijk versterkt worden en de verkeersoverlast verminderen. Dit zorgt voor een versterking van de ruimtelijke kwaliteitsaspecten rust en veiligheid. 60

Afbeelding 5, Mens en natuur naast elkaar


Bijzondere flora en fauna In de wijk komt bijzondere flora en fauna (Afb. 6) voor die uniek is in Apeldoorn wat behouden moet blijven voor de toekomst. De wijk bevat een aantal aspecten van de ruimtelijke kwaliteit die de bijzondere flora en fauna benadrukken. Dit zijn respectievelijk rode lijstsoorten, schuine grasbermen met een bijzondere grasvegetatie en oude beplanting. De oude beplanting en schuine grasbermen zijn bijzonder, want ze trekken dieren en planten aan van de rode lijst die zich daar kunnen vestigen. De bijzondere flora en fauna in combinatie met veelvoorkomende natuurlijke elementen zorgt voor extra natuurbeleving bij de bewoners. De schuine grasbermen en oude beplanting moeten in stand gehouden worden, zodat ook in de toekomst de rode lijstsoorten nog steeds kunnen leven in Berg en Bos.

Afbeelding 6, Het vliegend hert

Afbeelding 7, Waterwingebied

Ecologische voorraden Het waterwingebied (Afb. 7) is een belangrijk aspect van de ruimtelijke kwaliteit van Berg en Bos wat behouden moet blijven. Het is van groot belang dat er geen bodemverontreiniging plaatsvindt in Berg en Bos, want de gehele woonwijk fungeert als verzamellocatie van het water. Verontreiniging van de bodem is zeer schadelijk voor het drinkwater en een schone leefomgeving wat niet voor mag komen. Al het hemelwater dient de mogelijkheid te krijgen om via de bermen en tuinen in de bodem te zijgen. Dit vergroot de watervoorraad van het waterwingebied. 61

Groene identiteit als ruggengraat van de wijk: Inrichting en profiel van de wegen De eenduidige inrichting van de wegen (Afb. 8) met grasbermen, bomen en grindopritten, is een belangrijk ruimtelijk kwaliteitsaspect die bepalend is voor de identiteit wat behouden moet blijven. Er is een duidelijke hiĂŤrarchie aanwezig in de profielen van de wegen, die bij de aanleg van de wijk in de jaren 30 is bepaald. Hierbij gaat het vooral om de breedte van het profiel, waarbij het uitgangspunt bij alle wegen doorgaans asfalt met aan weerszijden gazon met bomen is. In de huidige situatie is vaak gerommeld met de opzet van de wegen door toevoeging van elementen die de identiteit aantasten. De status van de beheergroepen is niet duidelijk vastgelegd, waardoor het voor de beheerder moeilijk is om in de praktijk de eenduidigheid van het groen vast te houden. De eenduidigheid van de wegen en de hiĂŤrarchie moeten duidelijk worden teruggebracht in het straatbeeld. De wegen moeten bestaan uit gras-

Afbeelding 8, Grasbermen, bomen en grintopritten


Cultuurhistorische beplanting De cultuurhistorische beplanting bepaalt de identiteit van de wijk en is zeer belangrijk om te behouden en sterk te verankeren voor de toekomst. De belangrijkste cultuurhistorische beplantingstypen in de woonwijk zijn erfbeplanting, grasbermen met Afbeelding 9, Wandelpaden door de berm bermen die met voldoende profiel laanbomen of laanbomen, grasbermen met versprongen bomenrijen en stukjes oud dennenbos (Afb. 10) tussen de bomen in verschoven bomenrijen bevatten. De zeer brede profielen bevatten in de huidige situ- woningen. Vooral de beplanting van oude dennenbossen geeft de bewoners de link met het cultuuratie wandelpaden (Afb. 9) achter de beplanting historische verleden van het ontstaan van de wijk. langs bestaande uit gazon of zand. Deze paden Dit gevoel van wonen in een cultuurhistorisch bos dienen behouden te blijven, zodat men gebruik wordt sterk gewaardeerd. kan maken van het groen voor een optimale De herplant van oude stukjes dennenbos dient natuurbeleving in de woonomgeving. In zeer voldaan te worden met gemengde beplanting van smalle bermen dienen geen bomen toegepast te naald en loofbos, zodat de identiteit van dennenbos worden, of zeer wijd uit elkaar in versprongen behouden blijft, monocultuur voorkomen wordt verband. In ecologische verbindingszones dient stadsbos gehandhaafd of toegepast te worden, of en de ecologie versterkt wordt. Bij de oude stukjes er dienen voor het merendeel inheemse laanbo- dennenbos dient de gehele beplanting in één keer men geplaatst of gehandhaafd te worden. In alle verwijderd en herplant te worden. Het kapbeleid dient bij verwijdering van particuliere bomen gegevallen dienen de opritten naar de woningen handhaafd te worden, zodat de eindbeslissing altijd uit grind te bestaan. Het maaien of toepassen van beplanting en elementen door particulieren genomen wordt door groenexperts. De laanbomen dienen gefaseerd vervangen te worden, waarbij herin de bermen verstoord het beeld, wat alleen plant plaatsvindt met bomen van hetzelfde geslacht uitgevoerd dient te worden door de gemeente. Daarnaast dient de status van de beheergroepen maar met andere soorten. Op deze wijze krijgt de goed vastgelegd te worden, zodat een goed werk- laan een eenduidige uitstraling zonder dat een monocultuur ontstaat. Inboet bij lanen is niet gewenst, bare situatie voor de beheerder in de praktijk want deze dienen van gelijke leeftijd te zijn voor ontstaat. de beeldvorming. Met de gefaseerde vervanging ontstaat een diversiteit aan leeftijdsopbouw, zodat er altijd jonge en oude laanbeplanting in de wijk 62

Afbeelding 10, Cultuurhistorische beplanting, Dennen

aanwezig is. Bij de versprongen laanbeplanting mag wel inboet plaatsvinden. De versprongen laanbeplanting benadrukt het bos, waarin ook oude en jonge bomen door elkaar voorkomen. Langs cultuurhistorische lanen, zoals de Valkenberglaan (Afb. 11), dient de laanbeplanting te bestaan uit één soort. De erfbeplanting levert een belangrijke bijdrage aan de groene uitstraling van de wijk. Om het groene karakter te behouden is het wenselijk dat groen gaat voor steen.

Afbeelding 11, Cultuurhistorische hogergelegen berm


Duurzaamheid De groene identiteit is een belangrijk aspect van ruimtelijke kwaliteit wat voorrang krijgt op nieuwe technieken om duurzame energie (Afb. 12) op te wekken. Zonnepanelen werken optimaal als ze volledig zon vangen. Bij het integreren van zonnepanelen in Berg en Bos zullen deze altijd schaduw ondervinden van de bomen. De bomen bepalen de groene identiteit van de wijk en mogen niet gekapt (Afb. 13) worden voor het opwekken van zonne-energie.

Afbeelding 12, Zonne-energie vs. identiteit

Afbeelding 13, Bomen planten t.b.v. identiteit

63


7.3 Randvoorwaarden

- Het groene karakter met de rust en ruimte met de karakteristieke bebouwing moet behouden blijven voor behoud van de economische waarde van het vastgoed. - De scheiding tussen wonen en recreëren moet behouden blijven. - Versmallen asfalt bij vervanging wegen op rustige woonstraten. - Ieder type beplanting is van belang voor de ecologische structuur. Het groenareaal dient goed behouden of indien mogelijk versterkt te worden. - Gefaseerd de beplanting verjongen met ecologisch waardevolle beplanting, waarbij afgestapt wordt van monocultuur. - Stukken bos tussen de woningen mogen niet bebouwd worden. - De schuine grasbermen en oude beplanting moeten in stand gehouden worden. - Er mag geen bodemverontreiniging plaatsvinden in Berg en Bos. - Al het hemelwater dient de mogelijkheid te krijgen om in de bodem te zijgen. - De hiërarchie tussen de diverse wegtypen dient duidelijk zichtbaar te zijn. - Brede wegen met voldoende profiel moeten laanbomen (Afb. 14) of laanbomen in verschoven verband bevatten. - Wegen met breed profiel dienen wandelpaden in de bermen te bevatten.

- In zeer smalle bermen geen laanbomen toepassen, of laanbomen in zeer breed versprongen verband toepassen. - In ecologische verbindingszones dient stadsbos of overwegend inheemse laanbomen gehandhaafd of toegepast te worden. - In alle gevallen dienen de opritten naar de woningen uit grind te bestaan. - De gemeente verzorgt het onderhoud van de bermen. Het plaatsen van elementen, beplanting of het maaien van de bermen door particulieren is niet gewenst. - De status van de beheergroepen dient goed en duidelijk vastgelegd te worden. - Bij herplant van een oud stukje dennenbos dient dit in één keer geheel te gebeuren met gemengde beplanting van loofbomen en naaldbomen. - Het kapbeleid dient bij verwijdering van particuliere bomen gehandhaafd te worden. - De laanbomen dienen gefaseerd vervangen te worden, waarbij herplant plaatsvindt met bomen van hetzelfde geslacht maar met andere soorten. - Inboet is bij gewone lanen niet gewenst en bij versprongen lanen wel. - Langs cultuurhistorische lanen dient de laanbeplanting te bestaan uit één soort. - In de tuinen is het wenselijk dat steen gaat voor groen. - De bomen bepalen de groene identiteit van de wijk en mogen niet gekapt worden voor het opwekken van zonne-energie. 64

Afbeelding 14, Laanbomen in winterbeeld


Hoofdstuk 8, Advies uitwerkingen Berg en Bos 8.1 Inleiding (Fig. 19)

In dit hoofdstuk komen alle uitwerkingen aan bod. De uitwerkingen zijn gebaseerd op de randvoorwaarden afkomstig van de visie. Om de randvoorwaarden vanuit de visie bruikbaar te maken voor toepassing in de praktijk, worden deze verwerkt in staalkaarten voor beplantingen. Om de staalkaarten goed te kunnen laten aansluiten op de locatie was het nodig om locatie specifieke gegevens op te nemen. Van alle wegen zijn de huidige beplantingstypen, de staat van beplanting en de profielbreedtes opgenomen. De profielbreedtes zijn verwerkt in een wegprofielkaart.

Op basis van onze bevindingen zijn per wegtype wenselijke beplantingstypen en profielbreedtes aangewezen die aansluiten op de randvoorwaarden vanuit de visie voor toekomstige inrichting. Dit zijn de uitgangspunten voor de staalkaarten die dienen als voorbeeld voor de gehele wijk. Aan de hand van de staalkaarten gebaseerd op de aangewezen profielbreedtes en beplantingstypen zijn er delen van Berg en Bos die niet voldoen aan de eisen. De stukken die niet voldoen aan de eisen dienen omgevormd te worden, wat vervolgens staat weergegeven in de omvormingskaart. De omvormingen hebben niet allemaal dezelfde prioriteit. In een prioriteringskaart wordt aangegeven welke delen van Berg en Bos wanneer omgevormd moeten worden.

Figuur 19, Abstracte aanduiding waar belandt in het proces

65

De omvormingen worden in vier prioriteringen aangeduid. Per omvormingsmaatregel wordt een kostenraming gemaakt voor extra inzicht. Op de toekomstige inrichtingskaart is te zien wat het eindbeeld van de wijk zal zijn bij het toepassen van al deze omvormingsmaatregelen. Per omvormingsprioriteit wordt een kostenraming gemaakt voor extra inzicht.


Beoogt eindbeeld Berg en Bos: Na het uitvoeren van alle omvormingen ziet Berg en Bos er als volgt uit. Verderop in het hoofdstuk wordt uiteen gezet welke omvormingen er nodig zijn om dit ideaalbeeld te verwezenlijken. De identiteit en sfeer (Afb. 15, 16,17 & 18) van de wijk zal versterkt worden met alle omvormingen. Zie bijlage III voor de grote uitvouwversie van deze kaart.

Figuur 20, Beoogt einbeeld Berg & Bos na omvormingen

66


Afbeelding 15, Laanbomen

Afbeelding 17, PrivĂŠ natuurbossen

Afbeelding 16, Overgang van het bos naar de woonwijk

Afbeelding 18, Wijd opgezette lanen met cultuurhistorische dennen

67


8.2 Wegprofielen:

8.2.1 inleiding profielenkaart Op deze kaart staan de verschillende wegtyperingen van de wijk Berg en Bos. Elk wegtype heeft een eigen profiel. De verschillende profielen van de wegen zijn onderverdeeld in vier wegtyperingen. Bij de verdeling van de wegtypen is een soort gemiddelde genomen. Bij het nemen van dit gemiddelde speelden verschillende factoren een rol. De factoren die bepalend zijn voor de verdeling zijn de wegbreedte en de breedte van de erfgrens tot erfgrens. De bermbreedte is ondergeschikt aan de wegbreedte, omdat de wegbreedte bepalender is voor het beeld. De berm kan namelijk ook opgevuld zijn met beplanting, waardoor de ruimte anders ervaren wordt. aan de hand hiervan zijn de wegtyperingen onderverdeeld. De wegtyperingen zijn aangegeven op figuur 21. De straatnamen per wegtype staan in bijlage IV. 8.2.2 Profielen van diverse wegtypen Hoofdontsluitingswegen stadswegen De stadswegen vallen niet onder de wijk Berg en Bos maar grenzen hier wel aan. Deze wegen maken deel uit van het stadsniveau. A- profiel (Fig. 21) Deze profielen hebben een profielbreedte tussen de 20 en 30 meter. De weg is tussen de zes en zeven meter breed. B- profiel (Fig. 22) Deze profielen hebben een profielbreedte tussen de 10 en 19 meter. De weg is tussen de vier en zes meter breed. C- profiel (Fig. 23) Deze profielen hebben een profielbreedte tussen de acht en 14 meter. De weg is tussen de vier en vijf meter breed. D- profiel (Fig. 24) Deze profielen hebben een profielbreedte tussen de zes en acht meter. De weg is tussen de drie en vier meter breed. Figuur 21, Aanduidingskaart wegprofielen

68


Figuur 21, A-profiel

Figuur 22, B-profiel

Figuur 23, C-Profiel

69


Figuur 24, D-Profiel

70


8.2.3 Randvoorwaarden wegprofielen - De wegprofielen in de wijk Berg en Bos zijn wijd opgezet. - De wegen moeten gemaakt zijn van donkergrijs asfalt. - De fietspaden die op de weg gesitueerd zijn moeten enkel met belijning aangegeven worden. - De wandelpaden die langs de wegen lopen moeten een natuurlijke ondergrond hebben. Dit kunnen gemaaide stroken gras of zandpaden zijn. - De entrees van de openbare weg naar de opritten van de privĂŠterreinen moeten van grind zijn. Dit grind moet voldoen aan het volgende uiterlijk (Afb. 19). De grindopritten zijn cultuurhistorisch kenmerkend voor de identiteit van de wijk. - De bermen zijn vanuit cultuurhistorisch

oogpunt met gras en bomen. De heuvelachtige bermen (Afb. 20) zijn cultuurhistorisch en mogen niet afgevlakt of opgevuld worden met grond.

Afbeelding 19, Grintopritten

Afbeelding 21, Stadsbos ontstaan uit bosplantsoen

Afbeelding 20, Cultuurhistorische bermen

- De wegen aan de rand van het bos zijn met stadsbos ingevuld (Afb. 21). De ecologische structuren in de wijk zijn ook ingevuld met stadsbos. - Indien mogelijk niet planten op kabels en leidingen. - Bij wegwerkzaamheden eventuele geplande werkzaamheden aan het openbaar groen meenemen. - Bermen met een breedte van 0-1m geen bo men plaatsen, particuliere beplanting is voldoende.

71


Beplantingen 8.3 Beplantingstypen staalkaarten

8.3.2 Sortiment: De beplantingen in de wijk moeten een ecologische 8.3.1 Inleiding: of een cultuurhistorisch toegevoegde waarde hebIn de huidige situatie komen veel verschillende ben. Hierbij zijn de volgende soorten een optie: beplantingstypen op een relatief kleine oppervlakte voor. Vanuit de visie wordt eenduidigheid Boomsoorten: - Quercus robur (Zomereik) aangegeven als uitgangspunt voor de toekomQuercus petrea (Wintereik) stige inrichting van Berg en Bos. De beplantings- - - Betula pendula (ruwe berk) typen zijn teruggebracht tot de onderstaande - Betula pubescens (zachte berk) groepen: - Sorbus aucuparia (Lijsterbes) - Gazon; - Fagus sylvatica (Gewone beuk) - Laanbomen; - Fagus sylvatica ‘Atropurperea’ (Rode beuk) - Verschoven bomenrijen; - Fagus sylvatica ‘Riversii’ (Rode beuk) - Bomenrijen en heesters; - Pseudotsuga menziesii (Douglasspar) - Stadsbos; - Pinus sylvesterus (Grove den) - Sierheesters; - Robinia pseudoacasia (Gewone acacia) - Natuurbos erf/ tuin zonder bebouwing. - Tilia europea (Europese linde) Deze beplantingstypen worden uitgewerkt tot - Larix kaempferi (Larix) staalkaarten. In de staalkaarten komen de volHeestersoorten: gende punten aan bod: sortimentskeuze, sfeer- Amelangier lamarchii (Krenteboompje) beelden en randvoorwaarden beheer. - Frangula alnus (Vuilboom) - Rubus fruticosus (Gewone braam) - Vaccinum vitus-ideae (Rode bosbos) - Vaccinium myrtillus (Blauwe bosbes) - Rhododenderon ponticum (Rhodo) - Ilex aquifolium (Gewone hulst) - Hedera helix (Klimop) - Taxus baccatta (Taxus) Kruiden/varensoorten: Deze soorten hoeven niet aangeplant te woorden aangezien deze komen aanwaaien vanuit het bos of 72

andere plekken waar ze al gevestigd zijn. Berkenbomen komen als laan niet goed tot uiting met een kwakkelend beeld. De Berk heeft wel een hoge ecologische waarde. Verstandig is om de boom toe te passen als soort bij de verschoven bomenrijen en niet als laanboom. 8.3.3 Leeftijdsopbouw laanbeplanting: De wegen die aangemerkt zijn als A & B wegen moeten een gelijke leeftijdsopbouw hebben. Dit is om de eenduidigheid van de laan te versterken. Bij de versprongen bomenrij is dit anders omdat hier het bos wordt na gebootst en er staan immers oude en jonge bomen in het bos.

8.4 Staalkaarten beplantingstypen

8.4.1 Inleiding In de staalkaarten voor de beplantingstypen staat duidelijk omschreven hoe ieder beplantingstype er uit moet zien en welke sfeer het uit moet stralen. Aan ieder beplantingstype zijn randvoorwaarden gekoppeld met beheermaatregelen voor inrichting en toepassing in de praktijk. De volgende beplantingstypen worden uitgewerkt in staalkaarten: - Gazon; - Bomen; - Bosplantsoen; - Heesterbeplanting; - Particuliere beplanting;


8.4.2 Gazon

- Bij kale plekken groter dan één m2 dient deze opnieuw ingezaaid te worden.

Gras: Omschrijving: Het gras (Afb. 22) komt overwegend naar voren in de vorm van grasbermen. De grasbermen zijn belangrijke dragers van de identiteit en bepalen het eenduidige karakter. De grasbermen dienen niet zeer intensief gemaaid te worden, zodat ze een natuurlijker uiterlijk krijgen en beter aansluiten bij de bosrijke omgeving. In de grasbermen dienen geen ongewenste elementen of beplantingen geplaatst te worden, mits deze zijn toegevoegd in overeenstemming met de gemeente en een functie bekleden als wegelement.

Beheermaatregelen schuin gras: - twee x per jaar maaien en maaisel afvoeren. - Bij kale plekken groter dan één m2 dient deze opnieuw ingezaaid te worden.

Schuin gras: Omschrijving: Naast het vlakke gras komt er ook gras voor onder een helling (Afb. 23) in de vorm van schuine grasbermen. Deze zijn historisch en benadrukken het cultureel erfgoed van de wijk. Daarnaast hebben de schuine grasbermen een hoge ecologische waarde vanwege de droge grasvegetatie die veel bijzondere flora en fauna herbergt. Deze dienen extensief beheerd te worden, zodat deze bijzondere flora en fauna niet verloren gaat.

Afbeelding 22, Grasberm

Randvoorwaarden: - Het gazon dient alleen gemaaid te worden door de gemeente voor behoud van het eenduidige karakter. - De schuine grasbermen mogen niet afgevlakt worden. - Er dienen geen ongewenste elementen of beplantingen in de gras bermen geplaatst te worden. Beheermaatregelen gewoon gras: - 10 x per jaar maaien en maaisel afvoeren. - 4x per jaar bijmaaien met een bosmaaier.

Afbeelding 23,

73


Laanbomen driehoeksverband: Omschrijving: Op zeer smalle wegprofielen is weinig ruimte voor aanplant van een bomenlaan. Om toch bomenlanen te kunnen toepassen om het eenduidige karakter te behouden dienen deze in een wijd driehoeksverband geplaatst te worden. Op deze wijze hebben de bomen ruimte om goed te kunnen groeien zonder groeiproblematiek in de toekomst. Bij deze lanen is inboet van de laanbomen toegestaan, want deze vorm van laanbeplanting komt alleen voor op wegprofielen van het type C & D.

8.4.3 Bomen Laanbomen: Omschrijving: De laanbomen zijn de structuurdragers van het openbaar groen. In combinatie met de grasbermen zorgen zij voor het eenduidige karakter die de identiteit van de wijk bepaald. De laanbomen staan in twee rijen aan weerszijden van de straat geplant op een gelijke onderlinge afstand. Aansluitend op het wegprofiel zijn de laanbomen gesitueerd, zodat zij onder goede omstandigheden kunnen groeien wat resulteert in een optimaal eindbeeld. Om ervoor te zorgen dat bij uitbraak van ziekten een groot deel van het bomenbestand verdwijnt dient monocultuur tegengegaan te worden. Alleen bij historische lanen is monocultuur toegestaan, zodat het cultureel erfgoed goed zichtbaar blijft in het straatbeeld. Om het beeld van de lanen goed te kunnen vasthouden dient gefaseerde verjonging plaats te vinden onder de lanen. Zo ontstaan in de toekomst lanen van diverse leeftijden wat de ecologie verhoogt, maar zo blijven er ook altijd oude lanen aanwezig in de wijk. De lanen dienen niet ingeboet te worden maar geheel vervangen te worden bij uitval van een dergelijk percentage bomen. Deze percentages zijn gekoppeld aan de diverse wegprofielen.

Afbeelding 24, Laanbomen

Randvoorwaarden: - De laanbomen dienen van gelijke leeftijd te zijn. - Monocultuur dient tegengegaan te worden - De lanen dienen te bestaan uit ĂŠĂŠn geslacht met meerdere soorten. Dit geldt niet voor historische lanen. - Bij lanen in ecologische verbindingszones dient 60% van het toege paste sortiment te bestaan uit inheemse beplanting. - Inboet is niet gewenst bij laanbomen die zich bevinden op wegpro fiel A of B. Beheermaatregelen laanbomen: - De bomen moeten minimaal 1,5 meter van de weg geplant worden. - De bomen mogen onderling niet dichter dan drie meter op elkaar geplant worden. - De bomen mogen onderling niet verder dan tien meter uit elkaar geplant worden. - Er mogen niet meer dan tien dezelfde bomen op een rij geplant worden. - Bij de A-wegen moet de laan opnieuw aangeplant worden als 40% van de bomen is uitgevallen. - Bij de B-wegen moet de laan opnieuw aangeplant worden als 60%

Afbeelding 25, Laanbomen driehoeksverband

74


-

van de bomen is uitgevallen. Bij de C- en D-wegen mogen bomen die uitgevallen zijn ingeboet worden, zonder dat de bomen van dezelfde leeftijd zijn.

seling in open en gesloten zorgt voor een verhoogde natuurbeleving.

Beheermaatregelen laanbomen driehoeksverband: - De bomen moeten minimaal 1,5 meter van de weg geplant worden. - De bomen mogen onderling niet dichter dan tien meter op elkaar geplant worden. - De bomen mogen onderling niet verder dan 20 meter uit elkaar geplant worden. - Bij de C- en D-wegen mogen bomen die uitgevallen zijn ingeboet worden, zonder dat de bomen van dezelfde leeftijd zijn. Verschoven bomenrij: Omschrijving: De verschoven bomenrij zorgt voor een extra beleving van wonen in het bos. De verschoven bomenrijen bevinden zich op de breedste wegprofielen en lopen van oost naar west dwars door de wijk. De verschoven bomenrij geeft een impressie van het bos weer. Ze bestaan uit diverse leeftijden en staan op onregelmatige manier aangeplant langs de straat. Vaak vinden ze hierbij aansluiting op stadsbos of bos, waardoor ze extra benadrukt worden als bosachtige beplanting. Daarnaast leveren ze als robuuste groenstructuur een belangrijke bijdrage aan het ecologische netwerk. Verschoven bomenrij en heesters: Omschrijving: Voor dit beplantingstype geldt hetzelfde als bij de normale verschoven bomenrij, alleen is er bij dit type een toevoeging van heesterbeplanting. De heesterbeplanting wordt in groepen tussen de verschoven bomenrijen aangeplant wat zorgt voor een afwisselend open en gesloten beeld. Deze afwis-

Afbeelding 26, Verschovenbomenrij

Afbeelding 27, Verschoven bomenrij en heesters

75


Randvoorwaarden: - De laanbomen dienen ongestructureerd aangeplant te worden. - Variatie in leeftijd van de bomen benadrukt de uitstraling van het bos. - Inboet bij laanbeplanting is toegestaan voor stimulans leeftijdsfasering. - De lanen zijn onderdeel van het ecologische netwerk, waardoor minimaal 60% van de laanbomen dient te bestaan uit inheemse beplanting. - De soorten van de heestergroepen mogen willekeurig gemengd worden.

- - - -

Beheermaatregelen verschoven bomenrij: - 1,5 meter plantafstand vanaf de weg. - De bomen onderling mogen niet verder dan 10 meter uitelkaar geplant worden. - De bomen moeten 2 meter of meer uit elkaar geplant worden. - De soortmenging mag niet meer dan 10 de zelfde soorten naast elkaar zijn. - Bij grote groepen van 10 bomen mag de eerste 100 meter herhaald worden. Beheermaatregelen verschoven bomenrij en heesters: - 1,5 meter plantafstand vanaf de weg. - De bomen onderling mogen niet verder dan 10 meter uitelkaar geplant worden. - De bomen moeten 2 meter of meer uit elkaar geplant worden. - De soortmenging mag niet meer dan 10 de zelfde soorten naast elkaar zijn. - Bij grote groepen van 10 bomen mag de eerste 100 meter herhaald worden. 76

De heestergroepen mogen niet groter zijn 15 meter in lengte. De heestergroepen mogen niet kleiner zijn dan acht vierkante meter. Er moet een strook gazon van minstens een meter zijn tussen de weg en de heesters. Inboet van heesterbeplanting bij uitval van meer dan 30%.


8.4.4 Bosbeplantingen

die wonen in het bos benadrukt. Daarnaast leveren ze een belangrijke bijdrage aan de ecologische structuur, want de bosjes in combinatie met de overige beplantingstypen vormt het ecologische netwerk. De oude dennen in de bosjes die juist de identiteit benadrukken bevinden zich in de laatste levensfase, waardoor gefaseerde verjonging plaats dient te vinden. Zo zijn er uiteindelijk in de wijk stukjes bos aanwezig tussen de woningen van diverse leeftijden, waardoor altijd de identiteit van een bosrijke omgeving gewaarborgd blijft. Daarnaast dient de herplant voldaan te worden met gemengde beplanting, zodat naast de waarborging van de identiteit de ecologie versterkt wordt.

Stadsbos Omschrijving: Het stadsbos is een belangrijk onderdeel van het ecologische netwerk, maar draagt ook sterk bij aan het bosrijke karakter die de identiteit bepaald. Het stadsbos bevat een grote diversiteit aan beplantingstypen bestaande uit kruiden heesters en bomen wat de natuurlijke gelaagdheid van een bos weergeeft. Het stadsbos bevindt zich hoofdzakelijk langs de wegen op brede profielen, op grote kruisingen of op stukken waar een goede aansluiting bestaat met particuliere terreinen. Voor een zo natuurlijk mogelijk karakter die past binnen de identiteit van wonen in het bos dient het stadsbos te bestaan uit inheemse beplanting. Hierbij is ruimte voor spontane ontwikkeling van diverse soorten, zolang deze niet invasief en exotisch zijn. Randvoorwaarden: - De beplanting bestaat uit inheems sortiment. - De gelaagdheid van een bos met kruiden, heesters en bomen dient in stand gehouden te worden. Beheermaatregelen: - Het stadsbos dient iedere 6 jaar afgezet te worden. - Het stadsbos mag niet overkoken op de straat. - Invasieve en exotische soorten dienen verwijderd te worden.

Afbeelding 28, Stadsbos

Natuurterrein, erf/tuin onbebouwd Omschrijving: Deze natuurterreinen en onbebouwde stukken erf/tuin bevinden zich tussen de woningen. Deze stukken bestaan uit overgebleven oude stukken bos ten tijde van het ontstaan van de woonwijk. Deze zijn veelal in eigendom van particulieren en vormen het belangrijkste onderdeel van de identiteit

Afbeelding 29, Natuurterrein, erf/ tuin onbebouwd

77


8.4.5 Heesterbeplantingen

Randvoorwaarden: - Bij herplant dient de beplanting te bestaan uit gemengde beplanting van naaldbomen en loofbomen. - Het kapbeleid en de herplantplicht dienen goed gehanteerd te worden.

Sierheesters Omschrijving: De sierheesters komen op enkele plaatsen voor op grote kruisingen binnen de wijk en bestaan hoofdzakelijk uit rododendrons met daarin al dan niet een boom. De sierheesters dienen te bestaan uit rhododendrons wat de cultuurhistorie van de villawijk in het bos en de binding met paleis het Loo weergeeft.

Beheermaatregelen: - Herplant dient plaats te vinden als 60% van de oude beplanting is uitgevallen. - De herplant dient voldaan te worden met 40% naaldbomen en 60% inheemse loofbomen. - De bomen dienen per soort groepsgewijs aangeplant te worden met minimaal drie en maximaal zeven bomen per groep. - De nieuwe aanplant dient te bestaan uit minimaal twee soorten inheemse loofbomen en twee soorten naaldbomen. - Aanplanten in wildverband met een maximum onderlinge plantafstand van vijf meter.

Randvoorwaarden: - De sierheesters dienen te bestaan uit rododendrons Beheermaatregelen: - Inboet bij heesterbeplanting bij uitval van meer dan 30% - De beplanting mag niet overkoken op de straat.

Afbeelding 30, Heesterbeplanting

78


8.4.6 Particuliere beplantingen Particuliere tuinen Omschrijving: De particuliere tuinen leveren een grote bijdrage aan het groene karakter van Berg en Bos. Alle vormen van beplanting al dan niet gecultiveerd zorgen voor een versterking van de natuurlijke uitstraling die Berg en Bos tot een unieke woonlocatie maakt. Het is vrij voor de bewoners om de tuin naar eigen smaak in te richten, waarbij het wenselijk is dat groen gaat voor steen. Daarnaast dient de beplanting van de bewoners op het eigen erf te blijven en niet in het openbaar groen, zodat het eenduidige karakter behouden blijft. Randvoorwaarden: - In de tuinen is het wenselijk dat groen gaat voor steen. - De bewoners dienen geen beplanting op grond van de gemeente Apeldoorn te plaatsen.

Afbeelding 31, Particuliere beplanting

79


8.5 Omvormingen Berg en Bos:

Op deze kaart (Fig. 25) is te zien welke beplantingstypen omgevormd moeten worden. Dit zijn de omvormingen die nodig zijn om het ideaalbeeld te krijgen in de wijk Berg en Bos. De omvormingen staan aangegeven in rode vlakken. De ondergrond van deze kaart is de huidige situatie. Een vergroot exemplaar is bijgevoegd in bijlage V.

Figuur 25, Omvormingskaart

80


8.6 Prioritering omvormingen:

Om het ideaalbeeld te krijgen moeten de omvormingen doorlopen worden. Het omvormen heeft vier prioriteiten (Fig. 26), zodat automatisch een leeftijdsfasering tot stand komt in de nieuwe aangeplante bomen. Ook is het financieel aantrekkelijk om de werkzaamheden te verspreiden over verschillende perioden. Om de eerste slag te slaan worden in het eerste jaar de gemakkelijke kleine omvormingen uitgevoerd die zorgen voor snel zichtbaar resultaat. Bij voorkomende overige werkzaamheden dient de beplanting meegenomen te worden ongeacht de prioriteit. Overige werkzaamheden hebben geen hoge prioriteit en worden aangemerkt als prioriteit vijf.

Figuur 26, Prioritering omvormingskaart

81


8.7 Prioriteit omschrijving

Om het gewenste eindbeeld te krijgen moet de huidige situatie op sommige delen omgevormd worden. Deze omvormingen hebben verschillende prioriteiten. Bij iedere prioritering komen diverse omvormingswerkzaamheden voor. Deze werkzaamheden zijn uiteenlopend van het vervangen van gehele lanen tot het omvormen van bosplantsoen in gazon. De periode waarin deze werkzaamheden plaatsvinden kan variĂŤren. Het is namelijk verstandig bij overige werkzaamheden aan de openbare ruimte gelijk de beplanting mee te nemen. Met deze manier van werk combineren met werk kunnen veel kosten bespaard worden. Door het toepassen van deze methode kunnen lanen die aagemerkt staan als prioriteit IV als eerst aan de beurt komen. Voor de eerste omvormingsfase worden vooral de gemakkelijke zaken omgevormd in de wijk. In de opvolgende jaren worden grotere en ingrijpende stappen ondernomen om het gewenste eindbeeld te verwezenlijken. Deze worden genomen aan de hand van de wegprofielen. De priotiteiten liggen als eerst bij de A- profielen en zo vervolgens de B- profielen en de C & D Profielen.

Prioriteit I: Om een snelle verandering teweeg te brengen in het uiterlijk van de wijk is het goed om allereerst de kleine omvormingen te bewerkstelligen. Voorbeelden hiervan zijn het verwijderen van slecht ontwikkelde bomen en het omvormen van bosplantsoen naar gazon. Dit soort omvormingen geldt voor de volgende wegen: - Valkenberglaan Hier worden de losse stukje stadsbos en bosplantsoen omgevormd tot gazon met laanbomen. - Dennenlaan Op deze laan staan een aantal slecht ontwikkelde bomen die verwijderd moeten worden. - Grindberglaan Langs deze laan staan een aantal hagen die verwijderd moeten worden. Daarnaast staat er een groepje slecht ontwikkelde boompjes die verwijderd moeten worden. Op de plekken waar gerooid is moet gras worden ingezaaid. - Soerenseweg Deze weg wordt van begin tot eind omgevormd met de gewenste beplantingstypen. Dit houd in dat alle begroeiing wordt verwijderd en ingezaaid met gras. Op grote delen is dit al het geval dus met deze ingreep krijgt de weg het open en wijde aanzicht terug. - Juniperlaan Hier wordt een klein stuk gazon omgevormd tot stadsbos. 82

Prioriteit II: Bij prioriteit II worden de andere A-wegen omgevormd. Hier staan vijf jaar voor gepland, zo is er de mogelijkheid om ieder jaar een deel te doen of alles in een keer. - Wildernislaan Alle verschillende soorten bermen in deze laan worden samengevoegd tot een groot stuk verschoven bomenrijen met als onderbeplanting sierheesters. Het middelste gedeelte van de laan wordt ongevormd tot verschoven bomenrijen met gazon als onderbeplanting. - Bosweg Het gedeelte van de Juniperlaan tot aan de Seringenlaan krijgt een gazon met verschoven bomenrij. Vanaf de Seringenlaan tot aan de Jachtlaan worden er stukken met gazon en laanbomen toegevoegd voor een eenduidig beeld.  


Prioriteit III: Bij prioriteit III worden alle B- wegen omgevormd tot het gewenste eindbeeld. - Vonderlaan Deze laan moet omgevormd worden in een laan met driehoekverband, zodat de bomen ver uit elkaar komen te staan. Op deze wijze wordt nog wel het gevoel van een laan ervaren, maar dan met zo min mogelijk ruimte. De bomen moeten uit de eerste of tweede orde bestaan. De onderbegroeiing blijft gazon. - Sparrenlaan Hier geldt hetzelfde als bij de Vonderlaan. - Magnolialaan Het gazon moet worden ingezaaid op de plekken waar het nu nog stadsbos is. De vervanging van de bomen komt bij prioriteit vijf. - Jasmijnlaan Het gazon wordt omgevormd tot stadsbos. Dit kan doormiddel van successie of doormiddel van aanplant. - Korte kijkerweg Het verwijderen van de huidige bomen en deze vervangen. De onderbegroeiing blijft gazon.

Prioriteit IV: Bij het omvormen van de C&D- wegen is het minder rigoureus, aangezien hier de leeftijdsopbouw verschillend mag zijn. De soorten hoeven niet hetzelfde te zijn en het uiterlijk is meer bosrijk, vanwege de variatie aan leeftijd en soorten. - Groene kijkerweg In deze laan kunnen nieuwe bomen worden ingeboet. De onderbegroeiing voldoet en moet behouden blijven. - Berkenlaan De berkenbomen dienen verwijderd en vervangen te worden worden door een ander soort. De onderbegroeiing blijft gazon. - Het Bergje Hier moeten de uitgevallen bomen ingeboet worden. - Lijsterbeslaan De bomen blijven staan, maar het gazon wordt omgevormd tot stadsbos.

Toekomstige werkzaamheden Deze lanen zijn vitaal en hoeven niet direct omgevormd te worden. In deze lanen zijn nog dermate kleine gaten van uitgevallen bomen dat de omvorming op een veel later moment plaats dienen te vinden. Er staan nu nog meer dan voldoende bomen om een degelijke laan te vormen. Dit geldt voor de volgende lanen. - 2e Beukenlaan - Burgermeester van Roosmale Nepveu- laan - Genistalaan - 1e Beukenlaan - Exelsalaan - Zwarte kijkerweg - Vliegerlaan - Larixlaan - Lindelaan - Elzenlaan - Acacialaan - Douglaslaan - Montanalaan - Eikenlaan - Ahornlaan Als de juiste hoeveelheid bomen is uitgevallen worden deze lanen herplant. Dit moet gebeuren volgends de gestelde randvoorwaarden vastgelegd in de staalkaarten.

83


8.8 Geschatte kostenraming

De geschatte kosten voor de omvormingen van de wijk Berg en Bos zijn opgenomen in (tab. 5). De eenheidsprijzen zijn niet de eenheidsprijzen van de gemeente Apeldoorn maar dit zijn eenheidsprijzen die door Van Hall Larenstein zijn aangereikt van bureau Smits en Rintsma. Zie bijlage VI. De hoeveelheden die gebruikt zijn voor het uitrekenen van de omvormingen zijn geschat.

Tabel 5, Geschatte kostenraming

84


8.9 Ideale eindbeeld

Op kaart (Fig. 27) ziet u het ideale eindbeeld voor de wijk Berg en Bos. Dit eindbeeld zal bereikt worden na na het uitvoeren van de verschillende omvormingsfasen. Het gevoel van het wonen in het bos met de cultuurhistorische elementen zal hersteld zijn. De leeftijdsopbouw met gevarieerde beplanting zal de ecologie en de identiteit waarborgen voor de toekomst.

Figuur 27, Ideaalbeeld Berg & Bos na omvormingen

85


86


Hoofdstuk 9, Conclusies en aanbevelingen 9.1 Inleiding (Fig. 28)

In dit hoofdstuk worden de conclusies gegeven en aanbevelingen gedaan aan de hand van het gehele adviesdocument. Bij de conclusie wordt antwoord gegeven op de centrale vraag die wij ons aan het begin hebben gesteld. Aan de hand van de bevindingen die wij hebben gedaan gedurende het proces, zijn wij elementen tegengekomen die meer aandacht of onderzoek kunnen gebruiken. Die onderwerpen worden bij de aanbevelingen besproken.

9.2 Antwoord op de centrale vraag Hoe kan de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte bijdragen aan een duurzame instandhouding van de identiteit, zodat deze goed ingericht en beheerd kan worden? Met de door ons ontwikkelde methodiek kan zeer goed de ruimtelijke kwaliteit van een openbare ruimte bepaald worden. Door participatief met de betrokken partijen vast te stellen wat in hun optiek de ruimtelijke kwaliteit bepaald, was het mogelijk om op een positieve manier het gebied te belichten. Voor Berg en Bos geldt dat de tevredenheid van de bewoners zeer hoog is over de ruimtelijke kwaliteit. De openbare ruimte is zeer goed ingericht en functioneert goed. Op enkele plekken is verrommeling opgetreden wat zorgt voor aantasting van de identiteit en het eenduidige karakter. In de toekomstvisie kon goed middels de ruimtelijke kwaliteit vastgelegd worden hoe de identiteit van Berg en Bos gewaarborgd kan worden. Door de elementen die zorgen voor verrommeling om te vormen, kan het eenduidige karakter dat de identiteit bepaald goed teruggebracht worden. Met de opstelling van strakke randvoorwaarden vanuit de visie, zijn deze omvormingen goed door te voeren in de praktijk voor toekomstige inrichting en beheer.

Figuur 28, Abstracte aanduiding waar belandt in het proces

87

Door op een participatieve, positieve en toegankelijke methode de ruimtelijke kwaliteit in kaart te brengen, is de instandhouding van de identiteit van Berg en Bos gewaarborgd voor de toekomst.


9.3 Aanbevelingen Voor de oude bosjes tussen de woningen is vastgesteld dat deze verjongd moeten worden, waarbij monocultuur wordt tegengegaan en ook toekomstige generaties kunnen blijven genieten van de bosrijke omgeving. Deze bosjes leveren een zeer belangrijke bijdrage aan de instandhouding van de bosrijke uitstraling van Berg en Bos. Aanbevolen wordt om de staat van de bosjes in kaart te brengen en er een toekomstplan wordt opgesteld die aansluit op de staalkaart gemaakt voor dit type groen. Aanbevolen wordt om bij planvorming in de toekomst de positieve benadering vast te houden, maar met meer inpassing van participatie. Aanvankelijk zal planvorming bij opstart meer vertraging oplopen, omdat veel partijen gehoord moeten worden. Bij de goedkeur en uitvoering van de plannen zal het veel tijd besparen, want de meningen zullen grotendeels gelijk zijn. Verder is het van belang dat de bewoners van Berg en Bos inzien dat het groen een zeer belangrijke waarde vertegenwoordigd in de leefomgeving. Hierdoor zullen ze het groen blijven waarderen en bijdragen aan de instandhouding van het groene karakter.

88


Bronvermelding Inleiding: Tijdens het uitvoeren van het onderzoek hebben wij een aantal bronnen gebruikt. De gebruikte bronnen staan vermeld onder de paragraaf literatuurlijst. In het rapport staan meerder afbeeldingen. Vrijwel alle afbeeldingen, figuren en tabellen zijn gemaakt door G.H.P. Hulshof & C.A.G. Korteweg. De afbeeldingen en figuren die niet van onze hand afkomstig zijn, komen van het internet. Deze afbeeldingen en figuren staan vermeld in de paragraaf afbeeldingen & figuren.

Literatuurlijst: (SER, 2001) Sociaal-Economische Raad, 2001, Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening 2000/2020 Publicatienummer 7, Den Haag, , Minister van Volkshuisvesting (Hooimeijer, Kroon, Luttik, 2001) Hooimeijer & Kroon & Luttik, P. & H. & J., 27-062001, ‘Kwaliteit in meervoud’, Waddinxveen, Drukkerij A-twee. (Dauvellier & Luttik, 2003) Dauvellier & Luttik, P & J, mei 2003, Ruimtelijke kwaliteit in praktijk, Wageningen, Alterra, Habiforum. (Mattijssen, 2010) Mattijssen, T, juni 2010, Onderzoeksdossier: Het benoemen van ruimtelijke kwaliteit, Wageningen

89

Afbeeldingen & figuren: Afbeelding 5, Mens en natuur naast elkaar http://www.emigreren-naar-zweden.com/wildzwijn.html Afbeelding 6, Het vliegend hert http://www.boschfoto.nl/html/breedbeeld/breedbeeldfotos/vliegend_hert_3.html Corné van den Bosch Afbeelding 12, Zonne energie vs. identiteit http://linkmaat.nl/duurzaam/75-het-aantal-zonnepanelen-in-nederland-is-het-afgelopen-jaarverdubbeld Afbeelding 13, Bomen planten t.b.v. identiteit http://oud.ijsselhoeven.nl/sslphp/sslframe. php?fnn=projectgroen Figuur 3, Voorbeeld actorenanalyse http://centraalutrechthva.blogspot.nl/2013/05/ wat-is-eenactorenanalyse-in-een.html Mathijs Doornberg Figuur 10, Economischewaardenkaart met de verschillende econimische activiteiten http://www.out2fun.nl/de-apenheul/apeldoorn/ http://www.bergenbosschool.nl/ http://apeldoorntennis.nl/verenigingen/t.c-bergen-bosch/ http://www.theshabbyshed.nl/brocante-apeldoorn/


90


Bijlage I, Defenities begrippen matrix Mattijssen Economische gebruikswaarden Bereikbaarheid - Gebied is goed bereikbaar voor gebruikers, klanten en toeleveraars. Gecombineerd gebruik - Het is handig als je veel zaken op één plek kunt afhandelen. Gecombineerd gebruik levert (tijd)winst op voor gebruikers en bedrijven. Ondernemende omgeving – Activiteiten en bedrijvigheid hebben een stimulerend effect op de omgeving. Veelvormigheid – Een diversiteit aan economische activiteiten en afwisseling van economische milieus heeft een meerwaarde voor het gebied. Meerwaarde locatie – Secundaire vestigingsfactoren en een juiste locatiekeuze geven een stimulans aan economische activiteiten in de omgeving en zorgen dat activiteiten goed gedijen. Economische belevingswaarden Imago - Het imago van een gebied is een belangrijk visitekaartje en draagt bij aan het ‘verkopen’ ervan. Uitstraling - Zichtbare aspecten die bepalend zijn voor de beeldvorming van een gebied dragen bij aan het imago en de aantrekkelijkheid. Aantrekkelijkheid - Mooie plekken zijn schaars en daardoor duur. Ze trekken veel gebruikers aan en betalen zichzelf daardoor terug.

Economische toekomstwaarden Stabiliteit - Bestaande kwaliteiten blijven op een duurzame manier behouden. Flexibiliteit - Er is en blijft ruimte voor ontwikkeling en om in te spelen op veranderingen in de omgeving. Groei - Ontwikkeling, investering en versterking van de omgeving zorgen ervoor dat economische groei ook op de lange termijn kan worden gewaarborgd. Bundeling – Een bundeling van gelijksoortige en verschillende activiteiten in de omgeving zorgt voor meer aantrekkelijkheid voor gebruikers en ondernemers. Innovatie en differentiatie - Door zich te blijven vernieuwen en onderscheiden kan een gebied ook in de toekomst aantrekkelijk blijven voor economische activiteiten. Sociale gebruikswaarden Toegang - Iedereen moet even gemakkelijk gebruik kunnen maken van de voorzieningen en kwaliteiten die de ruimte biedt. Eerlijke verdeling - De kosten en baten van de inrichting van de ruimte worden eerlijk verdeeld. Dit gaat niet alleen om geld, maar ook om plezier of hinder of benodigde tijd. Ontspanning en inspanning - De mogelijkheid voor ontspanning en activiteiten draagt bij aan het welzijn van gebruikers van de ruimte. 91

Keuzemogelijkheden - De omgeving biedt keuzemogelijkheden voor verschillende sociale groepen en leefstijlen. Sociale belevingswaarden Gelijkwaardigheid - Pas als mensen de kwaliteitsverschillen en gebruiksmogelijkheden van de ruimte als rechtvaardig beleven is er sociale waardering. Verbondenheid - In de beleving van bewoners en gebruikers biedt de plek emotionele en sociale binding. Een plek om van te houden en van te genieten. Veiligheid - Mensen voelen zich veilig in de openbare ruimte. Onveiligheid maakt delen ervan ontoegankelijk. Ontmoeting - Het gebied biedt mensen de mogelijkheid om samen te komen. Aangename leefomgeving - De omgeving draagt bij aan het welzijn van mensen. Sociale toekomstwaarden Sociale duurzaamheid - Het creëren en onderhouden van sociale verhoudingen draagt bij aan het toekomstbestendig maken van de gemeenschap. Belangrijk is dat de ruimte ook mogelijkheden biedt voor randgroepen. Draagvlak - Voldoende draagvlak voor voorzieningen en ruimtelijke inrichting is belangrijk om stabiliteit te kunnen garanderen.


Leefbaarheid - Het gebied blijft ook in de toekomst aangenaam voor gebruikers. Kwaliteiten blijven behouden en worden ontwikkeld en versterkt. Ecologische gebruikswaarden Externe veiligheid - Mensen worden zo weinig mogelijk blootgesteld aan risico’s. Denk aan gevaarlijke stoffen, overstromingen, vlieg- of andere rampen. Schoon milieu - Een schone omgeving is een voorwaarde voor veel gebruiksvormen. Je kunt bijvoorbeeld geen drinkwater meer winnen, niet meer wonen en spelen als het milieu vervuild is. Water in balans - De wijze van inrichting en beheer van de ruimte draagt bij aan het voorkomen van verdroging en wateroverlast. Ecologische structuur - De inrichting van het gebied versterkt de leefruimte van planten en dieren. Onderlinge verbinding van groene ruimten is daarvoor een voorwaarde. Ecologische belevingswaarden Rust en ruimte - Het gebied biedt de mogelijkheid ongestoord te genieten van rust en ruimte. Schoonheid der natuur - De natuurlijke schoonheid en zuiverheid van de omgeving dragen bij aan het welzijn. Gezonde leefomgeving - Niet alleen het meetbare effect telt. Het gevoel in een gezonde omgeving te zijn is net zo belangrijk.

Ecologische toekomstwaarden Ecologische voorraden - De ruimte is onze provisiekast, met voorraden water, natuur, bodem en grondstoffen. Die natuurlijke hulpbronnen moeten we koesteren, ook in dit gebied. Gezonde ecosystemen - Gezonde ecosystemen zijn noodzakelijk voor het voortbestaan van de voorraden. Ieder gebied levert daaraan een bijdrage. Versterking - Door uitbreiding, vernieuwing en verbetering van natuurgebieden, voorraden en vormen van landgebruik kan een kwalitatieve en kwantitatieve meerwaarde gerealiseerd worden. Culturele gebruikswaarden Keuzevrijheid - Er moet voor elk wat wils te vinden zijn in de openbare ruimte. Mensen met verschillende leefstijlen moeten er zich thuis voelen en ‘de ruimte krijgen’. Culturele verscheidenheid - verscheidenheid in culturele vormen en uitingen verrijkt de ruimte en levert nieuwe culturele energie. Activiteiten - Een plaats biedt ruimte voor uitingen van cultuur en ook voor actieve deelname en beleving. Culturele belevingswaarden Eigenheid - Het bijzondere karakter van een plek moet worden behouden en benut. Voortbouwen op de bestaande kenmerken van de eigen omgeving. Schoonheid der cultuur - Veel mensen worden door de esthetiek van een plek geraakt en gemotiveerd. 92

Contrastrijke omgeving - Een ruimte zit vol contrasten, bezit schoonheid en eigenheid. Denk aan contrasten tussen bebouwde en groene ruimten, tussen agrarische en natuurlijke gebieden, tussen natte en droge plekken. Culturele toekomstwaarden Erfgoed - Cultureel erfgoed is een onvervangbare kwaliteit: een voorraad informatie. Eenmaal verdwenen betekent daarbij: voorgoed verdwenen. Integratie - Nieuwe cultuuruitingen krijgen een plek in de stad en groene ruimte. Zo ontstaan nieuwe landschappen en broedplaatsen voor cultuur. Culturele vernieuwing - Ruimte is in beweging. Door integratie van nieuwe elementen ontstaat een levendige en uitdagende omgeving.


Bijlage II, Uitwerking brainstorm tot tabellen In de grote matrix is te zien welke punten belangrijk zijn voor het bepalen van de ruimtelijke kwaliteit. De definities die het meest naar voren zijn gekomen zijn het belangrijkst voor de ruimtelijke kwaliteit.

Sociale toekomstwaarden 9. Natuurgebied om de hoek

Draagvlak Sociale duurzaamheid

17. Berg en Bos tussen stad en natuur 20. Diverse vormen van ontspanning en inspanning 22. Hoge tevredenheid bewoners 24. Wijkvereniging 31. Openbare verlichting 33. Sportieve voorzieningen

x x x x x x

35. Instandhouding bomenbestand privĂŠ en openbaar Sociale gebruikerswaarden

Toegang

19. Diverse recreatieve voorzieningen gecentreerd rondom het woongebied 20. Diverse vormen van ontspanning en inspanning 21. goede bereikbaarheid middels diversiteit aan wegtypen 31. Openbare verlichting 32. Diverse scholen 33. Sportieve voorzieningen Sociale belevingswaarden 4. Bomenlanen 6. Rustgebied 8. Identiteit: wonen in het bos 9. Natuurgebied om de hoek 20. Diverse vormen van ontspanning en inspanning 24. Wijkvereniging 29. Openheid van particuliere erven en tuinen in relatie met het openbaar groen 31. Openbare verlichting

93

Eerlijke verdeling

Leefbaarheid x

x Ontspanning en inspanning

Keuzemogelijkheden

x x x x x x Veiligheid

Ontmoeting

Verbondenheid

Gelijkwaardigheid

Aangename leefomgeving x x x x x

x

x x


Economische toekomstwaarden 17. Berg en Bos tussen stad en natuur 18. Waarde verhogende omgeving voor vastgoed 19. Diverse recreatieve voorzieningen gecentreerd rondom het woongebied 22. Hoge tevredenheid bewoners 35. Instandhouding bomenbestand privĂŠ en openbaar

Stabiliteit

Flexibiliteit

Bundeling

Innovatie en differentiatie

x x

x x x

Economische gebruikerswaarden Bereikbaarheid 18. Waarde verhogende omgeving voor vastgoed 19. Diverse recreatieve voorzieningen gecentreerd rondom het woongebied 21. Goede bereikbaarheid middels diversiteit aan wegtypen

Groei

Ondernemende omgeving

Gecombineerd gebruik

Veelvormigheid

Meerwaarde locatie x

x x

94


Economische belevingswaarden 1. Oude bomen 7. Ruimte tussen bebouwing 8. Identiteit: wonen in het bos 10. Brede laagbouw en smalle hoogbouw gemaskeerd door groen 17. Berg en Bos tussen stad en natuur 18. Waarde verhogende omgeving voor vastgoed 34. Veel onbebouwde ruimten ingevuld met groen 35. Instandhouding bomenbestand privĂŠ en openbaar 37. Parkeervergunningszone Ecologische toekomstwaarden 5. Ecologie in de tuin 11. Waterwingebied 25. Diersoorten binnen de wijk 26. Schone leefomgeving 30. Gebiedseigen beplanting 34. Veel onbebouwde ruimten ingevuld met groen 36. Natuurbeleving

Imago

Aantrekkelijkheid x x x

Uitstraling

x x x x

x x Ecologische voorraden

Gezonde ecosystemen x

Versterking

x x x x x x

95


Ecologische gebruikerswaarden 1. Oude bomen 3. Grasbermen 4. Bomenlanen 5. Ecologie in de tuin 11. waterwingebied 25. Diersoorten binnen de wijk 26. Schone leefomgeving 27. Schuine grasbermen 30. Gebiedseigen beplanting 34. Veel onbebouwde ruimten ingevuld met groen

Externe veiligheid

Ecologische belevingswaarden 4. Bomenlanen 6. Rustgebied 8. Identiteit: wonen in het bos 9. Natuurgebied om de hoek 20. Diverse vormen van ontspanning en inspanning 23. Eenheid van de openbare ruimte 25. Diersoorten binnen de wijk 26. Schone leefomgeving 34. Veel onbebouwde ruimten ingevuld met groen 36. Natuurbeleving

Rust en ruimte

Schoon milieu

Water in balans

x x

Schoonheid der natuur

Gezonde leefomgeving x

Culturele toekomstwaarden 2. Historische lanen 3. Grasbermen 4. Bomenlanen 10. Brede laagbouw en smalle hoogbouw gemaskeerd door groen x 12. Grind opritten 13. Bijzondere architectuur 14. Bijzondere bomen 15. Historische landschapsstructuur x 16. Historische zichtlijen (Valkenberglaan) 28. Historische beplanting 35. Instandhouding bomenbestand privĂŠ en openbaar

x x x

x x

x x

96

Erfgoed x x x x x x x x x x x

Integratie

Culturele vernieuwing


culturele gebruikerswaarden

Keuzevrijheid

Culturele verscheidenheid

Activiteiten

19. Diverse recreatieve voorzieningen gecentreerd rondom het woongebied 20. Diverse vormen van ontspanning en inspanning 33. Sportieve voorzieningen

Culturele belevingswaarden 1. Oude bomen 2. Historische lanen 3. Grasbermen 4. Bomenlanen 8. Identiteit: wonen in het bos 10. Brede laagbouw en smalle hoogbouw gemaskeerd door groen 12. Grindopritten 15. Historische landschapsstructuur 16.Historische zichtlijnen (Valkenberglaan) 16. Eenheid van de openbare ruimte 23. Historische beplanting 30. Gebiedseigen beplanting 34. Veel onbebouwde gebieden ingevuld met groen 35. Instandhouding bomenbestand privĂŠ en openbaar 37. Parkeervergunningszone

x x x

eigenheid x x x x x

contrastrijke omgeving

schoonheid der cultuur

x x x x x x x x x x

97


98


Bijlage III, Eindbeeld Berg & Bos

99


100


Bijlage IV, Straatnamen per wegtypering Hoofdontsluitingswegen stadswegen De stadswegen vallen niet onder de wijk Berg en Bos maar grenzen hier wel aan. Deze wegen maken deeluit van het stadsniveau. Jachtlaan Amersfoortseweg A- wegen Deze wegen zijn met een profielbreedte van tussen de 20 en 30 De weg ligt zelf rond de 7 en 6 meter breed. Valkenberglaan Wildernislaan 2e Beukenlaan Bosweg Soerenseweg Felualaan Burgermeester van Roosmalen Nepveulaan Riebuslaan Grintberglaan B- wegen Deze wegen zijn met een profielbreedte van tussen 10 en 19. De weg ligt zelf rond de 6, 5 en 4 meter breed. Genistalaan 1e Beukenlaan Vondellaan Sparrenlaan Pijnboomlaan Cederlaan

D- wegen Deze wegen zijn met een profielbreedte van tussen 8 en minder. De weg ligt rond de 4 en 3 meter breed. Eikenlaan Dennenlaan Coniferenlaan Lijsterlaan Ahornlaan Hazelaarlaan

Seringenlaan Exelsalaan Juniperlaan Callunalaan Zwarte kijkerweg Vliegerlaan Magnolialaan Jasmijnlaan Larixlaan Lindelaan Korte kijkerweg Elzenlaan Acacialaan Douglaslaan C- wegen Deze wegen zijn met een profielbreedte van tussen 14 en 8. De weg ligt rond de 5 en 4 meter breed. Montanalaan Vijfspronglaan Groene kijkerweg Berkenlaan Het bergje

101


102


Bijlage V, Omvormingskaart

103


104


Bijlage VI, Getallen voor de kostenraming

105


106


Bijlage VII, Plan van aanpak adviesdeel

107


108


Bijlage VIII, Plan van aanpak onderzoeksdeel

109


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.