VHL aan het Water - Hanneke Louws

Page 1

VHL aan het water

Ontwerp voor een blauwe leefomgeving


Colofon Onderdeel van

4e jaar afstudeerfase, richting tuinarchitectuur, Tuin & Landschapsinrichting, Van Hall Larenstein Velp

Geproduceerd door

Hanneke Louws in samenwerking met Tomas Krizan, Vince Ruitenbeek, Sandor Walinga, Lennart Woelinga

Startdatum project Einddatum prject

02 februari 2015 19 juni 2015

Opdrachtgever

Hogeschool Van Hall Larenstein

Begeleiders

Natascha van den Ban, Ard Middeldorp, Theo Reesink en Lilian Oosterhoudt

Drukker

Repro Van Hall Larenstein te Velp Alle verwerkte informatie en gemaakte producten in het rapport blijven eigendom van Hanneke Louws en Hogeschool VHL. Voor gebruik en publicatie is toestemming vereist van bovenstaande.


VHL aan het water Ontwerp voor een blauwe leefomgeving Afstudeeropdracht; masterplan Potmarge Hanneke louws 19 - juni - 2015


Voorwoord U heeft het ontwerprapport vast dat ik voor de afstudeeropdracht gemaakt heb. De aanleiding voor deze afstudeeropdracht kwam vanuit Hogeschool VHL Leeuwarden, zij zoeken een oplossing voor de inrichtingsproblemen op het terrein. Daarbij is het thema ‘Duurzaamheid’ van belang geweest dit afstudeerjaar. Aan het begin van de opgave leek mij dit een begrip waarbij alles mogelijk was. Gaandeweg werd dit thema steeds meer geintegreerd in de opdracht en het vormt nu een doeltreffend onderdeel in het ontwerp. Voor de eerste fase werkte ik samen met Tomas Krizan, Vince Ruitenbeek, Lennart Woelinga en Sandor Walinga om het terrein te inventariseren. De samenwerking is goed verlopen en heeft dan ook bijgedragen aan de kwaliteit van dit rapport. Vanaf de analyse heb ik zelf aan de opdracht gewerkt, met begeleiding van Ard Middeldorp, Theo Reesink, Natascha van den Ban en Lilian Oosterhoudt. Bij deze wil ik mijn docenten bedanken voor alle bruikbare feedback die ik tijdens de ateliers heb gekregen. Ondanks de drukke periode van het afstuderen kijk ik met een goed gevoel terug op het afgelopen half jaar en heb ik met plezier aan deze opdracht gewerkt. Hanneke Louws


Samenvatting De buitenruimte van Van Hall Larenstein te Leeuwarden is aan herinrichting toe: er is een groene en duurzame uitstraling gewenst. In de huidige situatie wordt het beeld bepaald door verhard oppervlak en geparkeerde auto’s. Het ontwerp is toegespitst op het vergroenen van de omgeving rond het schoolgebouw. Om de groene uitstraling tegemoet te komen wordt beplanting met name in de entreezone en rond verblijfsruimtes toegepast. Hierbij wordt de overgang van het cultuurlijke schoolterrein naar de natuurlijk vormgegeven Potmarge benadrukt. Daarnaast wordt er gezocht naar verankering in de omgeving in combinatie met duurzaamheid. In het ontwerp vormen de oevers van de Potmarge een belangrijke overgangszone waarin recreatie, educatie en ecologie samenkomen. Tevens biedt deze zone kansen om wateroverlast van de rivier tegen te gaan, met het oog op de stijgende waterspiegel. Het entreeplein en de leertuin zijn belangrijke onderdelen van het ontwerp. Het plein is door het intensieve gebruik zeer belangrijk voor de uitstraling. De leertuin staat het meest in contact met de rivier. Deze twee onderdelen zijn nader uitgewerkt, met op het entreeplein een detailuitwerking van een bijzonder onderdeel dat tevens met de overgang naar de rivier te maken heeft. Deze twee hoofdingrepen, het vergroenen van entree en verblijfsgebieden en het integreren en verduurzamen van de oevers, zorgen ervoor dat Hogeschool Van Hall Larenstein klaar is voor de toekomst!


6

Inhoudsopgave Inhoud

blz.

01 Algemene informatie 1.1 Aanleiding en opgave 1.2 Ligging en context 1.3 Programma van Eisen

9 10 11

02 Analyse en visie 2.1 Terreinbezoek 2.2 Entree Potmargezone 2.3 Routing 2.4 Waterbeleving 2.5 Beplanting 2.6 Cultuurhistorie

13 14 15 16 17 18

2.7 Ontwerpuitgangspunten 2.8 Visie en concept

19 20

03 Ontwerp 3.1 Hoofdlijnen Potmarge 3.2 Hoofdlijnen ontwerp 3.3 Ontwerp VHL terrein 3.4 Ontwerp in lagen 3.5 Doorsneden 3.6 Beplanting 3.7 Harde materialen 3.8 Principe profielen 3.9 Impressie 3.10 Uitwerking

23 26 27 28 30 32 34 36 38 39

04 Entreeplein 4.1 Ontwerpuitgangspunten 4.2 Plankaart Entreeplein 4.3 Ontwerpuitleg 4.4 Beplanting 4.5 Beplantingskeuze 4.6 Verlichting 4.7 Afwatering 4.7 Uitwerking detail

41 42 43 44 46 49 50 51


7

05 Leertuin 5.1 Ontwerpuitgangspunten 5.2 Plankaart Leertuin 5.3 Ontwerpuitleg 5.4 Beplanting 5.5 Beplantingskeuze 5.6 Doorsnede 5.7 Impressie

53 54 55 56 58 60 61

06 Detailuitwerking Entreeplein 6.1 Ontwerpuitgangspunten 6.2 Plankaart detail Entreeplein 6.3 Impressie 6.4 Doorsneden 6.5 Beplantingskeuze 6.6 Materiaalkeuze

63 64 65 66 68 72

07 Aanleg 7.1 Kosten 7.2 Grondbalans 7.3 Fasering Bronvermelding

77 78 79

Bijlagen, zie bijlagenmap: - Plankaart ontwerp VHL terrein; - Plankaart detail uitwerking; - Beplantingsplan entreeplein; - Vaklijsten behorend bij beplantingsplannen; - Nadere analyse entreeplein; Beplanting, terreinmeubilair en indeling schoolgebouw; - Globale kostenraming; - Globale grondbalans.


8

01

Algemene informatie De aanleiding voor het ontwerp en de ligging van het plangebied zijn in dit algemene hoofdstuk opgenomen, evenals het plan van eisen.


1.1.1 Aanleiding Vanuit Hogeschool Van Hall Larenstein is de wens een groene en duurzame uitstraling te verkrijgen. Daarnaast zijn er een aantal andere factoren die meespelen. Er diverse ontwikkelingen gaande; Wetsus heeft een modern kantoor laten bouwen en het terrein is in samenspel met het water ingericht. Ook opvangcentrum Zienn en zorgcentrum Palet zijn bezig met het herinrichten van het terrein. De buitenruimte van Van Hall Larenstein zal opnieuw ingericht worden om de gewenste uitstraling te verkrijgen. 1.1.2 Opgave Het maken van een ontwerp voor de buitenruimte rondom Van Hall Larenstein, AOC Nordwinn en de Johannes de Doperkerk, inclusief aansluiting met de omgeving. Dit ontwerp is gebaseerd op verkregen informatie van studenten van de minor Gebiedsgericht Werken en het rapport met Programma van Eisen. Met deze informatie en een gerichte analyse is een visie gevormd die de basis is voor het totale ontwerp en de uitwerking. 1.1.3 Probleemstelling De huidige uitstraling van het terrein is erg grijs. Er is veel verharding, en bijna overal op het terrein bepalen geparkeerde auto’s het beeld. Door de benodigde ruimte voor parkeren is er weinig ademruimte op het terrein zelf. Daarnaast dateert het vorige ontwerp uit begin jaren ‘90 en de buitenruimte is qua vormgeving aan herinrichting toe.

1.1 Aanleiding en opgave Het terrein ligt in de Potmargezone, pal naast de rivier. Er is echter weinig relatie tussen aanliggende kavels en de rivier. Ook onderling is er weinig samenhang tussen diverse kavels, en veel hebben een ontoegankelijke uitstraling. Hierdoor zijn de ingangen tot de Potmarge weinig uitnodigend. 1.1.4 Risicoinventarisatie Voor het creeren van mogelijkheden is het terrein van tuinderij De Haan mee genomen in het ontwerp. Hierdoor krijgt het terrein van Van Hall Larenstein meer aansluiting met de omgeving en is er meer ruimte voor recreatie. Hierbij is tevens rekening gehouden met wensen van het Commenius College, de eigenaar van deze grond. 1.1.5 Leeswijzer In dit hoofdstuk wordt de ligging en het programma van eisen behandeld. De gerichte analyse is beschreven in hoofdstuk twee, evenals de visie en het concept. Het totaalontwerp voor de Potmargezone en het ontwerp voor Van Hall Larenstein zijn opgenomen in hoofdstuk drie, met in hoofdstuk vier en vijf uitwerkingen van het ontwerp. In hoofdstuk zes is de detailuitwerking beschreven. Naast deze onderdelen komen ook kosten en fasering van bepaalde delen aan bod in hoofdstuk zeven, met in de bijlage aanvullende informatie. Ook zijn plankaarten, plantlijsten en een beplantingsplan in de bijlage terug te vinden.

9


10

1.2 Ligging en context

1.2.1 Ligging Van Hall Larenstein ligt in de hoofdstad van Friesland, Leeuwarden. Binnen deze stad is een zone aangeduid als de Potmargezone, de hogeschool is hier onderdeel van.

Nederland

De Potmarge is een rivier die verbonden is met de grotere waterstructuren van de stad. Het gebied van de Potmargezone bedekt slechts een gedeelte van de rivier. Dit deel ligt ten zuidoosten van de binnenstad, en heeft hier een goede verbinding mee. In deze zone liggen diverse terreinen aan de noord- en zuidkant van de rivier, waaronder het terrein van de hogeschool. 1.2.2 Terrein Op het terrein van de hogeschool staan een aantal gebouwen. Het schoolgebouw van Van Hall Larenstein is in het midden gesitueerd. Aan de oostkant staat het AOC en aan de westkant een accountantskantoor en de Johannes de Doperkerk.

Fig. 1.1 Ligging van het VHL-terrein


1.3.1 Programma van Eisen Informatie is afkomstig vanuit de rapporten ‘Programma van Eisen’ trap 1 en ‘Gebiedsontwikkeling’ trap 2 1.3.2 Aanwezige partijen op terrein Larenstein: Hogeschool Van Hall Larenstein Vergroenen en verduurzamen terrein; Meer groen op Agora plein voor een zachtere uitstraling/ aangename verblijfsruimtes creëren; Meer groen op parkeerplaatsen en terreinen rond vleugels; Duidelijke entrees voor de hogeschool; Inspelen op de Culturele Hoofdstad 2018; BREEAM certificaat niveau 5 behalen; Meer samenwerken met onderwijsinstellingen in de Potmargezone. De geparkeerde auto’s aan het zicht onttrekken; De Potmarge betrekken bij het terrein; Een eigen identiteit creëren. AOC Nordwin Leertuin en tuinen tussen de vleugels herinrichten; Meer onderhoud toepassen in de omgeving; Leerplek ontwikkelen op terrein van Tuinderij De Haan; Meer ruimte bij de hoofdingang realiseren. Meer samenwerken met onderwijsinstellingen in de Potmargezone; Leerlingen inzetten in de wijk; BREEAM certificaat niveau 5 behalen. Aansluiten op inrichting VHL; Eigen verblijfsruimtes inrichten. Accountantskantoor Mogelijkheid tot zakenafspraak op het plein.

1.3 Programma van Eisen

Friese Milieu Federatie Voorplein gebruiken als ontmoetingsplek en festiviteiten van organisaties uit de hele Potmargezone; De plek zichtbaar maken vanaf de Oostergoweg; Meer zichtbaar maken van de Potmarge; Buitenruimte aan de achterkant van de kerk betrekken (eventueel door water tot de kerk door te trekken zodat de kerk aan het water ligt); Grasvelden vervangen door kruidenrijk grasland; Natuurvriendelijke oevers; Mogelijkheid tot zakenafspraak op het plein. 1.3.3 Overige aanwezige partijen in de Potmargezone: Wetsus Meer samenhang in de gehele zone; Een gebied met technologische en ecologische uitstraling (onderwijs en onderzoek gaan hierbij vóór ecologie); Meer samenwerken met onderwijsinstellingen in de Potmargezone; BREEAM certificaat niveau 5 behalen. Aansluiting met VHL en AOC Nordwin. Gemeente Leeuwarden Activiteit voor de Culturele Hoofdstad 2018 laten plaatsvinden in de Potmargezone; Sloepenroute realiseren; Meer gebruik van de Potmargezone door aanlegsteigers en voorzieningen in de toekomst; Bebouwingsvrije zone realiseren in de oevers van de Potmarge; Groen, stadslandbouw en water zijn belangrijk in het gebied; Meer samenhang in de gehele zone; Bovenstaande in combinatie met eigenaren realiseren.

Commenius College Tuinderij De Haan gebruiken als sportveld in de toekomst; Meer veiligheid in de Potmargezone.

Omliggende woonwijken Verbinding van de Potmargezone met de wijk ‘Achter de Hoven’ verbeteren; Ontmoetingsplek bij de watercampus; Water van de Potmarge meer in de wijk trekken; Verwijderen of minstens aan het zicht onttrekken van hekwerken. Meer (eetbaar) groen in de Potmargezone; Stadslandbouw op het terrein van Palet of Zienn in samenwerking met de instellingen. Zorgcentrum palet Semi-openstelling van het terrein; Nieuwbouw ontwerpen in samenwerking met buurtbewoners, in combinatie met stadslandbouw. Opvangcentrum Zienn Een leefbare omgeving voor haar cliënten en omwonenden, met daarin: Eetbaar groen voor de bewoners; Veilige wandelroutes in groene omgeving; Plek om te vissen voor de bewoners. (C.lienten hebben een korte actieradius). Tuinderij De Haan Eigenaresse heeft aangegeven niet te willen deelnemen aan plannen, over enkele jaren zal zij met pensioen gaan en verlaat het terrein, waarna de gepachte grond weer eigendom is van Commenius College.

11


02

Analyse en visie Terreinbezoek en nadere analyse zijn vormend geweest voor de visie op het totale gebied en het terrein van Hogeschool VHL


2.1 Terreinbezoek

2.2.1 Eerste indruk Een eerste indruk is heel belangrijk, dit geldt ook voor de buitenruimte van Hogelschool Van Hall Larenstein. Voor deze buitenruimte geldt dat hij erg stenig en functioneel overkomt. Bijna de gehele ruimte lijkt uit parkeerplaatsen te bestaan, zowel langs de Oostergoweg als op het hoofdplein en het gedeelte aan de zuidkant.

Fig. 2.1 Het huidige entreeplein is geen uitnodigende of representatieve locatie voor VHL

Delen die niet in gebruik zijn als parkeerplaats zijn alsnog verhard, het weinige groen dat aanwezig is bestaat uit smalle haagjes en kleine oppervlaktes met gazon. De totale uitstraling past niet bij het moderne schoolgebouw of de historische kerk. Daarnaast staat er nĂłg een gebouw aan het voorplein, een accountantskantoor uit de jaren ‘60. Er zijn veel toegangen, maar het maakt niet uit vanaf welke kant het terrein betreden wordt: de uitstraling laat veel te wensen over. In dit hoofdstuk zullen belangrijke onderdelen van de analyse besproken worden, met als doel de knelpunten te achterhalen zodat de gewenste uitstraling werkelijkheid kan worden!

Fig. 2.2 Aan de zuidkant van het terrein is enkel ruimte voor parkeren

13


14

2.2 Entree Potmargezone 2.2.1 Betekenis van de Potmargezone Ten opzichte van Leeuwarden zijn diverse grotere parken te vinden in de buurt van de Potmargezone. De reden dat mensen naar de Potmargezone komen is dat deze voor omliggende wijken het makkelijkst te bereiken is. Het is een veel gebruikt uitloopgebied. Daarnaast is de sterke verbondenheid met het water een belangrijke trekpleister.

2.2.2 Bereikbaarheid De Potmarge is goed bereikbaar vanuit het centrum en het station. Deze onderdelen liggen op loopafstand. Ook vanaf het water is het gebied bereikbaar. Er gaat een recreatieve vaarroute over het water van de Potmarge. 2.2.3 Entrees Potmargezone Het gebied is het meest in gebruik door omliggende wijken, deze bereiken de Potmarge via de entrees zoals op het bovenaanzicht. Voornamelijk fietsers en wandelaars hebben toegang tot het gebied.

Rengerspark Park

Prinsentuin

Westerpark

Uitloopgebied Potmarge

Abbingapark

Froskepolle

Fig. 2.3 Kaart met groene gebieden in Leeuwarden

2.2.4 Inrichting entrees Entrees zijn vaak onduidelijk en onaantrekkelijk. Dit komt door weinig uitnodigende entrees. Er staan hekwerken dicht op het pad, vaak aan beide zijden. Op enkele plekken ligt de entree verscholen tussen bebouwing of de entree is gecombineerd met parkeerplaatsen. 2.2.5 Verbeterpunten Entrees vanuit de wijken moeten verbeterd worden door het verwijderen en/ of aan het zicht onttrekken van hekwerken en parkeerplaatsen. Fig. 2.4 Ontoegankelijke uitstraling door hekwerken bij de entrees op het terrein

Fig. 2.5 Ontoegankelijke uitstraling door hekwerken bij de entrees van de Potmargezone


15 P

P

2.6.1 Snel verkeer Wat autoverkeer betreft is de routing onlogisch. De meeste bezoekers parkeren op het terrein aan de zuidkant, waarvoor ze moeten omrijden vanaf de Oostergoweg.

P

P

P

P

2.3 Routing

P

P P

P

P

P

P P

Fig. 2.6 Kaart met routing

2.6.2 Parkeren Het terrein aan de zuidkant is niet de enige plek waar geparkeerd kan worden. Ook aan de voorkant en op het hoofdplein wordt geparkeerd. Hiernaast zijn de o.a. parkeerplaatsen, entrees en verblijfsruimtes afgebeeld. Er is te zien dat deze elkaar vaak overlappen. Dit zorgt ervoor dat verblijfsruimtes weinig kwaliteit bezitten. Ook zijn entreegebieden vaak gecombineerd met parkeerplaatsen. Hierdoor is de uitstraling van het terrein niet groen of uitnodigend. Op omliggende terreinen is ruimte vrij voor parkeren. 2.6.3 Langzaam verkeer Er lopen doorgaande en recreatieve routes door het gebied. De ruimte hiervoor wordt gedeeld op erg smalle paden. De huidige verkeersdruk is te groot voor deze paden, waardoor fietsers en wandelaars elkaar in de weg zitten. Langs de Oostergoweg ontreken fiets- en wandelpaden totaal, waardoor platgetrapte paden zijn ontstaan.

Fig. 2.7 De entree aan de achterkant van VHL heeft een grijze en stenige uitstraling

Fig. 2.8 De entree van AOC Nordwinn is verstopt achter bijgebouwen en hekwerken

2.6.4 Verbeterpunten Het verspreiden van parkeersdruk over omliggende terreinen creert ruimte voor groene, uitnodigende entrees en verblijfsruimtes. Hiervoor is het van belang parkeergelenheid aan het zicht te onttrekken. Het toevoegen en verbreden van langzame verkeersroutes en het verbeteren van de autoroute om het terrein op te komen.


16

2.4 Waterbeleving

2.2.1 Potmarge Het water is duidelijk aanwezig in het gebied van de Potmarge. De rivier slingert door het landschap wat een natuurlijke uitstraling geeft. De oevers zijn begroeid met riet en opgaande, inheemse beplanting. De rivier staat in connectie met de grachtengordel van de binnenstad. Voor de sloepenroute die de gemeente graag zou realiseren zijn de toegangen tot de Potmarge te laag, v.n. onder het spoor. Wel is er een doorgaande praamroute door het gebied.

Terrein Wetsus

Waterspeeltuin

Potmarge

2.2.2 Hogeschool VHL De Potmarge gaat ter hoogte van het voorplein van Larenstein over in rietvelden, het loopt door tot het met een harde rand gescheiden wordt van het plein zelf. 2.2.3 Andere terreinen Het terrein van Wetsus is onlangs heringericht. In het nieuwe ontwerp is water sterk aanwezig, het heeft een moderne vormgeving en er zijn diverse verblijfsplekken aan het water. Ook in de aanwezige speeltuin speelt water een grote rol. Speeltoestellen vormen samen met het water een aantrekkelijke speelaanleiding.

Fig. 2.9 Kaart met waterstructuur

2.2.5 Verbeterpunten De Potmarge zorgt voor structuur en een sterke identiteit, op de terreinen zelf is weinig water aanwezig. Het terrein van Wetsus en de speeltuin zijn nauw verbonden met het water, deze interactie wordt gemist op het terrein van VHL, daarnaast is meer verblijfskwaliteit in combinatie met water gewenst. Fig. 2.10 Watergang als grens tussen terreinen

Fig. 2.11 Ecologisch ingerichte oever


2.5 Beplanting

2.3.1 Groenstructuur De algemene indruk van de Potmargezone is vrij groen, wel is dit voornamelijk (semi-)privĂŠgroen, wat uit gazon bestaat. Dit is afgescheiden met hekwerken, en op sommige plaatsen met een dichte rand beplanting. Rietvegetatie Leertuin AOC

Gemaaid gazon

Bomenlanen en rijen geven structuur in de zone. Langs de Oostergoweg is een stevige laan geplaatst, en veel toegangswegen tot de Potmarge worden gekenmerkt door een enkele rij kleinere bomen. 2.3.2 Ecologie De oevers van de Potmarge zijn groen. Beplanting langs de oevers is inheems, het bestaat uit rietkragen afgewisseld met opgaande beplanting. 2.3.3 Beplanting VHL Op het terrein van VHL is weinig groen aanwezig. Voornamelijk bij entreegebieden en verblijfsruimtes wordt dit gemist. Het aanwezige groen bestaat uit de leertuin, en een dierenweide. Deze gebieden hebben weinig interactie met de omgeving. Ook zijn er rietkragen aan de noordzijde. De rede voor het gebrek aan groen is het ruimtegebrek, grote delen van het terrein zijn in beslag door bebouwing en parkeerplaatsen.

Fig. 2.12 Kaart met groenstructuur

2.3.4 Verbeterpunten In het gehele gebied kan de structuur versterkt worden, met langs de Potmarge een ecologische structuur. Om meer groen te realiseren op het terrein is er ruimte nodig. Daarnaast moet groen ingezet worden bij entrees en verblijfsruimtes. Ook moet groen meer interactie krijgen met de omgeving. Fig. 2.13 Leertuin mist interactie met omgeving

Fig. 2.14 Groene omgeving langs de Potmarge

17


18

2.6 Cultuurhistorie

2.5.1 Waterstructuur Haaks op de rivier zijn een aantal waterlopen te zien. Deze dienden als afscheiding tussen de diverse kavels. De kavelstructuur van toen is nog steeds terug te zien, maar de watergangen zijn of verdwenen, of ze hebben hun functie afgestaan aan hekwerken.

Historie 1849

2.5.2 Cultuurhistorische bebouwing Op de vruchtbare gronden langs de rivier werd in vroeger tijden veel verbouwd in kassen. Van deze tuinderijen is alleen tuinderij De Haan over, en de eigenaren daarvan gaan binnenkort met Historie 1849 pensioen. Dit gebied bevindt zich aan de noordzijde van het VHL terrein. Op het VHL terrein zelf staat de Johannes de Doperkerk, dit is een rijksmonument. Aan de zuidkant van de school staat een historisch huis. Beide gebouwen zijn bijzonder en karakteristiek.

Waterontlasting

van veenstreken ten zuidoosten van Leeuwarden Voor piekbuien en hoogwater river

Fig. 2.15 De enige overgebleven tuinderij

2.5.3 Verbeterpunten Waterlopen kunnen weer als afscheiding dienen om het gebied een meer toegankelijke en uitnodigende uitstraling te geven.

Verkaveling

van diverse rakken, rechtlijnig vervanging van hekwerken (waar mogelijk)

De cultuurhistorische bebouwing moet behouden worden en een meer prominente plek krijgen in het ontwerp. Fig. 2.16 Historische kaart van de Potmargezone uit 1849

Fig. 2.17 Johannes de Doperkerk uit 1933


2.7.1 Probleemstelling - Grijze uitstraling; - veel verharding en parkeergelegenheid; - weinig ruimte voor groen; - achterhaalde inrichting. - Weinig interactie met rivier (geldt ook voor andere terreinen); - weinig samenhang tussen kavels onderling; - ontoegankelijke uitstraling van Potmargezone. 2.7.2 Hoofdpunten kansen Potmargezone - Toegankelijke uitstraling verbeteren; - Potmarge als uitloopgebied behouden en versterken; - Inrichten als groene en blauwe omgeving. 2.7.3 Hoofdpunten kansen VHL terrein - Groene en duurzame uitstraling realiseren; - Inrichten als groene en blauwe leeromgeving; - Interactie met de Potmarge realiseren; - Toegankelijke uitstraling verbeteren.

2.7 Ontwerpuitgangspunten

2.7.4 Kansen per onderdeel Entrees en uitloopgebied - parkeerplaatsen afscheiden van entrees; - hekwerken verwijderen en vervangen door waterlopen; - versterken van groenstructuur en daarmee de samenhang langs paden in de Potmargezone (niet afhankelijk van privégroen); - versterken van ecologische structuur langs rivier; - toevoegen van meer wandelroutes en verbreden van huidige gemengde verkeersroutes. Water - Het realiseren van aantrekkelijke verblijfsruimtes aan het water; - ruimte en aanleiding creeren voor een evenement van de Culturele Hoofdstad; - een zachte, natuurlijke overgang tussen het terrein van VHL en de Potmarge realiseren; - de bestaande vorm van de Potmarge behouden; - veel voorkomende watertypen (poelen) als basis voor wateroppervlak op het terrein; - water voornamelijk bij de Watercampus betrekken.

Ruimte (routing, bebouwing en beplanting) - Parkeeropgave integraal benaderen, terreinen in de omgeving inzetten; - parkeergelegenheid aan het zicht onttrekken; - verbeteren van toegang VHL terrein voor autoverkeer; - verplaatsen van onlogisch geplaatste bijgebouwen; - cultuurhistorisch waardevolle bebouwing behouden. - Gericht beplanting toevoegen bij entreegebieden en verblijfsplaatsen; - verzachten van de harde randen van bebouwing, zonder deze te ‘verstoppen’ achter groen; - meer interactie tussen de leertuin en directe omgeving; - het terrein van tuinderij De Haan inzetten voor uitbreiding recreatie en educatie, en voor de verankering van VHL in de Potmargezone; - Ecologie stimuleren langs de Potmarge.

19


20

2.8 Visie en concept

2.8.1 Visie op de Potmarge Structuur en eenheid Om het groene karakter van de Potmargezone te behouden en versterken wordt een groen raamwerk opgezet. Deze structuur maakt een diverse invulling van terreinen mogelijk waarbij het gebied eenheid behoudt. Water zorgt voor structuur die versterkt wordt door ecologisch ingerichte randen. Uitnodigende entrees De groene structuur zorgt voor uitnodigende entrees. Water vervangt hekwerken en komt daardoor waar mogelijk tot de entree. Functie Er is ruimte voor zowel recreatie en educatie als ecologie, waardoor de zone een functionele groene zone in de stad vormt. Het gebied behoud zijn karakter als uitloopgebied. Ter verbetering wordt er meer ruimte voor wandel- en fietsverkeer gerealiseerd. Educatie wordt vermengd met recreatieve functies voor verankering van het VHL terrein. Het terrein van Tuinderij de Haan is meegenomen in het ontwerp om de uitstraling en indeling van de Potmargezone te verbeteren. Culturele hoofdstad 2018 Waterkennis is een van de hoofdthema’s van de Culturele Hoofdstad. De groene ruimte van de watercampus en de ruimte op het hoofdplein van VHL zijn ideale plaatsen voor een evenement. In het ontwerp wordt ruimte en aanleiding gegeven voor een evenement, de invulling van dit evenement wordt verder vrij gelaten.

Fig. 2.18 Conceptafbeelding


21 2.8.2 Visie op het VHL terrein Water als beleving en duurzaamheid Tussen de rivier en het terrein van VHL komt meer interactie. Verlaagde oevers en verblijfsruimtes aan het water versterken de beleving en recreatie. Met name de Watercampus krijgt een verbinding hebben met de rivier, op het entreeplein van VHL is water subtiel aanwezig. Vormgeving wordt afgestemd op veel voorkomende watertypen, en heeft daarbij ook verbinding met ecologische structuren. Belevingswaarde van groen Voor het verkrijgen van de gewenste groene en duurzame uitstraling is het van belang om groen op de juiste plaatsen in te zetten. Met name entrees en de verblijfsruimtes krijgen een groene boost.

Fig. 2.19 VHL als groene en blauwe leeromgeving

Entreegebieden krijgen een representatieve uitstraling waarbij parkeren en hekwerken uit het zicht verdwijnen. Verblijfsruimtes krijgen door het groen verblijfskwaliteit, zeker wanneer ook water betrokken is bij de inrichting. Inrichting en verankering Een meer logische routing resulteerd in een verbeterde toegang voor autoverkeer en het entreeplein minder opgedeeld door de fietsroute. De fietsroute langs de leertuin verplaatst naar de overzijde zodat meer interactie mogelijk is tussen VHL en de Potmarge.

Ruimte en bijgebouwen Het verplaatsen van diverse bijgebouwen en een ruim aantal parkeerplaatsen creĂŤert ademruimte voor onmisbare ingrepen. De zichtbaarheid van de hoofdingang van het AOC verbeterd, en er ontstaat een representatieve entree vanaf de Oostergoweg. Voor de ontwerpingrepen zal een duurzame oplossing worden gezocht zodat VHL zich in 2017 daadwerkelijk de duurzaamste hogeschool van Nederland kan noemen.


03

Ontwerp Dit ontwerphoofdstuk bevat hoofdlijnen voor zowel de Potmargezone als voor het terrein van Hogeschool VHL. Voor de totale buitenruimte is de inrichting, beplanting en harde materialen in grote lijnen bepaald.


3.1 Hoofdlijnen Potmarge

Fig. 3.1 Referentiebeelden van de gewenste uitstraling en gebruik

23


24

Centrum

DR

P DR

Station

Werken

Educatie Educatie P

P

P

Wonen

DR

Recreatie

P

Wonen

Werken

Recreatie

Educatie Wonen

P

Wonen DR

DR

Fig. 3.2 Vlekkenplan voor de Potmargezone


25 3.2.1 Referentiebeelden De gewenste sfeer en uitstraling van de Potmarge is groen en natuurlijk. Er is ruimte voor recreatie in combinatie met het aanwezige water, zowel voor buurtbewoners als studenten en werknemers. 3.2.2 Hoofdlijnen Potmargezone De uitstraling van de entrees wordt verbeterd door structuur toe te voegen langs de bestaande paden. Zowel een groene als blauwe structuur zorgt voor een uitnodigend beeld. Dit geldt voor de Potmargezone ĂŠn het terrein van VHL. Langs de Potmarge zelf worden de oevers natuurlijk ingericht om recreatie en ecologie te stimuleren. Ook wordt hiermee ruimte voor water gecreerd en ontstaat interactie met aanliggende terreinen.

Fig. 3.3 Functieverdeling

Routing wordt v.n. verbeterd voor voetgangers, en parkeren wordt integraal benaderd zodat ruimte voor een groene inrichting ontstaat in de Potmargezone. Daarnaast zijn plaatsen aangewezen waar aanleiding komt voor een evenement voor de Culturele Hoofdstad. 3.2.3 Functieindeling Voor een kleiner gebied is onderscheidt gemaakt in functies. De hoofdfuncties zijn recreatie, educatie, watertechnologie en entreegebied. Elke (bestaande) functie heeft een eigen ruimte. Door deze te benoemen kunnen ze versterkt worden in het ontwerp, en er wordt gezocht naar een relatie tussen deze functies.


26

3.2 Hoofdlijnen ontwerp Oude indeling; knelpunten

P

P P

P

P

P P

P

P

P

Parkeren bij entree en verblijfsplaatsen Groen is minimaal aanwezig Groen is minimaal aanwezig Voorspelbare indeling, 4 evengrote Omrijden vanaf Oostergoweg kwarten Geen natuurlijke overgang

Leertuin afgescheiden van omgeving Weinig ruimte tussen gebouwen

Ontoegankelijke uitstraling; hekwerken Weinig recreatie mogelijk Parkeren gecombineerd met entree

NIieuwe indeling; kansen benut

P

P P

P

Groene entree Groene verblijfsruimten Logische entree vanaf Oostergoweg Fig. 3.4 Ontwerpuitleg op locatie

Sterke relatie water en watercampus Groene en duurzame uitstraling Natuurlijke overgang naar Potmarge

P

Leertuin geintegreerd met omgeving Zichtlijnen aangezet Natuurlijke overgang naar Potmarge Recreatie en ecologie versterkt

Toegankelijke uitstraling Educatieve functies ook recreatief Natuurlijke overgang naar Potmarge


3.3 Ontwerp VHL terrein

Fig. 3.5 Plankaart VHL terrein op hoofdlijnen

27


28

3.4 Ontwerp in lagen

3.4.1 Waterbeleving Zicht op het water - Vanaf verblijfsplaatsen - Subtiel aanwezig op terrein VHL - Meer relatie tussen Kerk en Potmarge

Natuurlijke overgang cultuur / natuur - Leertuin sterk geintegreerd met omgeving - Zachtere overgang op Entreeplein Water bij entrees - Uitnodigende entree door scheiden terreinen met (bestaande) watergangen Culturele Hoofdstad - Ruimte en aanleiding bij Wetsus en VHL

Fig. 3.6 Ontwerpuitleg; waterbeleving

3.4.2 Routing Snel autoverkeer - Aansluiting tussen Oostergoweg en parkeerplaats Ruimte voor wandelaars - Fietspaden verbreed, netwerk uitgebreid Aanwezigheid van fietsers - Fietspad blijft op entreeplein, zonder tweedeling van ruimte Meer relatie met water - Paden waar mogelijk aan noordzijde van Potmarge

Fig. 3.7 Ontwerpuitleg; routing


29 3.4.3 Groenstructuur Ecologie langs Potmarge - Open structuur, inheemse beplanting Groene entrees - Eerste indruk belangrijk Groene verblijfsplaatsen - Zicht op groen en zitten tussen groen Samenhang - Parkachtige hoofdopzet - Structuur aan zuidkant

Fig. 3.8 Ontwerpuitleg; groenstructuur

3.4.4 Ruimte creeeren Parkeren aan het zicht onttrekken - Geen parkeren bij entree- en verblijfsruimtes - Verplaatsen naar binnenzijde terreinen (VHL ĂŠn Commenius)

P

P P

Parkeren integraal benaderen - Watercampus samenvoegen - Terrein westkant Oostergoweg inzetten

P

P

Fig. 3.9 Ontwerpuitleg; ruimte creeeren

Bijgebouwen verplaatsen - Verankering door mengen functies - Dierenverblijven naast waterspeeltuin als recreatief punt - Gedeelte bestaande kas als leerplek - Ingang AOC beter zichtbaar - Ruimte voor groene entree VHL


30

3.5 Doorsneden Kerk

1

15

25

15

2 0,5

Houten vlonder

Zijgeul

Potmarge

Verlaagde oever

Terrein Wetsus

Commenius College

VHL, vleugel 1

2 50

35

5

15

5

2

15

75

40

1

Park; leertuin

Verlaagde oever; leertuin

Potmarge

Fiets/ wandelpad Trimbaan

Sportveld

Plein Commenius

VHL, vleugel 3

3 25

Park; leertuin

5

15

15

Verlaagde oever; leertuin

3

2

1

5

Potmarge

20

40

Trimbaan

25

Bestaande kas; leslokaal

Trimbaan

15

Heesterafscheiding

20

Parkeerplaats Commenius

Fig. 3.10 Doorsneden van gevel tot gevel

VHL, kantine

Wetsus

7

Bassin

28

Plein

10

Trappen

34

Water- en oeverplanten

3,5

Vlonderpad

25

Verlaagde oever; ecologie

15,5

25

Zijgeul

Eiland

15

Potmarge

2

Terrein Wetsus


Park; leertuin

Verlaagde oever; leertuin

Potmarge

Trimbaan

Bestaande kas; leslokaal

Trimbaan

Heesterafscheiding

Parkeerplaats Commenius

31

VHL, kantine

Wetsus

4 28

7

Plein

Bassin

Water- en oeverplanten

25

Vlonderpad

15,5

25

Verlaagde oever; ecologie

Zijgeul

15

Eiland

2

Potmarge

Terrein Wetsus

Wetsus

5

Watergang (bestaand)

56

Sportveld

Klein sportveld

Bestaande kas; leslokaal

Kantoor

VHL, vleugel 1

3

Trimbaan

7,5

21

Dierenverblijf

VHL, vleugel 2

15

Fietspad Watergang

23

25

Gazon

Verhard (fiets)pad

3.5.1 Doorsneden Voor het integreren van de terreinen met de Potmarge zijn vier van deze doorsneden van gevel tot gevel getekend. Hier is te zien dat de ecologische zone een andere inrichting heeft dan de omgeving. Door het betrekken van het terrein van Tuinderij de Haan vormt het gebied een samenhangend geheel.

3

42

Water- en oeverplanten

Vlonderpad

20

Binnentuin

De andere twee doorsneden zijn met de Potmarge mee getekend. Een doorsnede op het terrein van VHL geeft de groene entree en een binnentuin weer. De doorsnede daarboven laat de educatieve indeling zien, met het sportveld, de kas en het dierenverblijf.

5

6

Fig. 3.11 Locatie doorsneden

3

Oostergoweg

3,5

7,5

1,5

1 7

2

2

6

20

42

4

Terrein Wetsus

57

1

5

Trappen

3,5

34

10

2

5

Watergang

Waterspeeltuin


32

3.6 Beplanting

3.6.1 Groene en duurzame uitstraling Uitgangspunten - Groene en duurzame uitstraling realiseren; beleving van groen bij entree en verblijfsruimtes - Versterken van pluspunten: zicht op het water behouden, ecologie versterken - Mindere punten verbergen: bebouwing verzachten en parkeren verbergen. 3.6.2 Behoud en nieuwe aanplant Een aantal grote maten bomen zal behouden blijven. Voor de planten in de leertuin zal ook een nieuwe plek gezocht worden, aangezien het te leren sortiment niet aangepast wordt. Veel beplanting wordt nieuw aangeplant, aangezien veel verharde delen omgevormd worden in beplante delen. Zie de bijlage voor een nadere analyse van de huidige groenstructuur van het entreeplein en vergelijking met de toekomstige situatie. 3.6.3 Beleving van seizoenen Veel beplanting heeft een natuurlijke uitstraling die bij de omgeving van Leeuwarden past, deze beplanting is niet jaarrond groen en vergroot de seizoensbeleving door het tonen van de boomsilhouetten. Door het toepassen van grote vlakken gazon blijft het terrein een groene uitstraling behouden. Vanaf het vroege voorjaar tot eind zomer is een subtiele bloei aanwezig over het hele terrein. In de leertuin zal dit effect veel meer aanwezig zijn. In de herfst kleuren bomen en heesters diep oranjerood, wat bijzonder kleurt bij roodbruine gevel.

3.6.4 Beheer Alle delen 1 hebben een hoger onderhoudsniveau; het gazon wordt intensief gemaaid. Daar staat tegenover dat de aanwezige bomen en heesters weinig onderhoud nodig hebben.

3.6.7 Uitstraling per locatie De gewenste uitstraling is sterk afhankelijk van de invulling en beleving van beplanting. Hiervoor is per gebied een passende invulling gezocht, waarbij samenhang voorop staat.

Deel 2 wordt extensief onderhouden. Om de vegetatie in stand te houden wordt er 1 รก 2x per jaar gemaaid in de zomer. Het maaisel wordt afgevoerd in de omgeving. Het aantal boomvormende soorten wordt beperkt gehouden waarbij zichtlijnen vrij blijven.

- 1a Entree en verblijf Voor het gehele terrein is een basis gekozen, een open, parkachtige opzet. Bij entreegebieden en verblijfsruimtes is de belevingswaarde hoger.

3.6.5 Doelgroep Vanwege het (gewenste) hoge gebruik van de groene omgeving is de opzet eenvoudig en toegankelijk. Er is gekozen voor een parkachtige opzet waarbij eigen invulling mogelijk is. Buitenrecreatie wordt hierdoor gestimuleerd. Voornamelijk studenten en werknemers maken hiervan gebruik. 3.6.6 Kleur en textuur Groentinten staan centraal, met subtiele, frisse kleuren als aanvulling. In de leertuin zijn diverse kleurtinten toegepast vanwege de educatieve functie. Deze worden ingedeeld op kleur, met aansluitende kleuren op de overgang naar andere delen. Inheemse beplanting sluit aan met subtiele kleuren, v.n. in de tinten wit, geel en paars. Qua textuur staan grote, grove bladeren van planten en bomen tegenover fijne grasachtigen en/ of fijnbladige bomen.

- 1b Leertuin In de leertuin staat educatie voorop, en wijkt de invulling af door de aanwezigheid van diverse beplantingstypen. - 1c Parkeerplaats Op de parkeerplaats is de beleving geremd door het functionele aspect van de ruimte, maar de beplanting verhoogd ook hier de totale belevingswaarde. - 2 Natuurlijke oever Langs de Potmarge is gekozen voor een totaal afwijkende uitstraling. De natuurlijke uitstraling van de inheemse beplanting staat in contrast met het gecultiveerde, parkachtige groen rond de gebouwen. De locatie van de diverse delen is in beeld gebracht op de plattegrond. De referentiebeelden geven een indicatie van het gewenste beeld en de sfeer.


33

Parkeerplaats Sportveld Klein sportveld

Trimbaan

Leslokaal AOC

Verblijfsplek FMF Parkeerplaats

Dierenverblijven

2 - Natuurlijke oever Zijgeul

Waterspeeltuin Verlaagde oever; leertuin

Water- en oeverbeplanting Park; leeruin Entree 1a

- Basis; entree

1 b - Basis; leertuin

Opslag

Entree en verblijfsplein

Entree AOC Kantine

Entree

Entreeplein

Verblijfsplek VHL

Verblijfsplek AOC

Fietsenstalling Parkeerplaats 1c - Basis; parkeerplek

Fietsenstalling Subentree

Fig. 3.13 Plattegrond met locatie

Fig. 3.12 Referentiebeelden voor sfeerimpressie


34

3.7 Harde materialen

3.7.1 Gewenste uitstraling Voor de gewenste groene en duurzame uitstraling is de hoeveelheid harde materialen en de duurzame uitstraling van belang. Daarnaast is een eenheid in materialen gewenst om het uitstralingsniveau te verhogen. De totale uitstraling wordt gekenmerd door eenvoud, strakke vormen en ook door natuurlijke materialen. Kleuren zijn vergrijsd en neutraal, zodat de beplanting extra in het oog springt. Zie de volgende pagina voor een impressie van de gewenste materialen en kleur. 3.7.2 Duurzame inbreng Ook de harde materialen sluiten aan bij het thema duurzaamheid. Dit door materiaal te herbruiken, mits het bij de visie en gewenste uitstraling aansluit. Zowel verharding als terreinmeubilair wordt dan gebruikt. Bij nieuw materiaal wordt rekening gehouden met de transportafstand en de levensduur. 3.7.3 Hergebruik en nieuwe materialen Veel aanwezige verharding wordt hergebruikt in het ontwerp. Betonklinkers worden opnieuw toegepast op de parkeerplaats, en gebakken klinkers op het entreeplein. Bij andere entreegebieden worden betonklinkers verruilt voor gebakken klinkers voor het verhogen van het uitstralingsniveau. t wordt v.n. toegepast bij entreegebieden van het VHL gebouw. Terreinmeubilair zal grotendeels vervangen worden om het uitstralingsniveau te verhogen.

3.7.4 Aanlsuiting op bestaande omgeving De keuze voor het hergebruik van de bruinrode klinkers is gemaakt omdat de kleur aansluit bij het schoolgebouw. Daarnaast wordt er meer hout toegepast als overgang naar het natuurlijk ingerichte deel langs de Potmarge. Ook dit materiaal heeft relatie met het schoolgebouw. De vijverconstructie op het hoofdplein blijft behouden, maar zal geschikt gemaakt worden voor water- en oeverbeplanting als natuurlijke overgang naar de Potmarge. 3.7.5 Terreinmeubilair Het terreinmeubilair sluit aan op de gewenste uitstraling. De vormgeving en de materiaalkeuze is eenvoudig en gebruiksvriendelijk. Verlichting Langs doorgaande routes worden lichtmasten geplaatst. Op belangrijke verblijfsplekken en rond de kerk wordt sfeerverlichting toegepast. Afwatering Smalle delen wateren af op beplanting. Op grote delen verharding zullen straatkolken worden toegepast. Bijzondere afwatering gebeurd door middel van open goten, zoals op het entreeplein. Afscheiding Er worden zo min mogelijk hekwerken toegepast op het terrein. Op plekken waar afscheiding gewenst is wordt eerst gekeken of dit opgelost kan worden d.m.v. een watergang. Bij verharde entrees of bij gebrek aan ruimte wordt een onopvallend type hekwerk ingezet.

Fietsenstalling Voor een overkapping word een kas met open zijkanten toegepast, dit verwijst mede naar de tuinderij. De grote verscheidenheid aan fietsenrekken en beugels wordt teruggebracht naar een type (per fietsenstalling). Dit draagt bij aan eenheid. Het type dat het meest aanwezig is in de huidige situatie wordt als uitgangspunt genomen. Overig Vlaggenmasten worden behouden, en krijgen een plek in het ontwerp. Paaltjes worden vervangen door oplossing met een toegankelijke uitstraling, zoals hoogteverschil of subtiele afscheiding.


35

Fig. 3.14 Verharding

Fig. 3.15 Terreiinmeubilair


afm. planken 36

3.8 Principe proďŹ elen

Profielen 53.8.1 Van veel voorkomende verhardingsprofielen zijn

eikenhout, lichtbruin

1,5

1,5

3,5

principes opgesteld. In de principes is de breedte en de opbouw af te lezen. 3.8.2 Parkeren Er zijn twee typen parkeerplaatsen, een voor te parkeren auto’s en een voor te parkeren fietsen. Fietsparkeren gebeurd met een dubbele strook, met daarin een tweezijdig fietsenrek. Voor het autoparkeren is tevens een dubbele strook gekozen, met daartussen een grasbaan van 2m breed. Keuzes zijn gebaseerd op ruimtebesparing. 3.8.3 Verharde paden 1,5 Hoofdpaden zijn breder dan zijpaden, maar de breedte van het hoofdpad is variabel. Standaard wordt er 5m toegepast, behalve bij rijwegen waar 6m toegepast wordt. Ook het materiaal is variabel. Dit is afhankelijk van de locatie, zie de plankaart.

4

4 Fig. 3.16 Parkeren, fiets

1,5

3.8.4 Vlonderpaden Ook voor de vlonderpaden geldt dat de breedte variabel is. Voor vlonderdelen in het fietspad is de breedte 3,5m, voor vlonderpaden op het terrein zelf wordt een breedte van 3m aangehouden. Voor de zijpaden geldt een breedte van 1,5m Fietsgedeelten wijken tevens af door het toepassen van een reling aan waterzijden. dubbelzijdig falco In hoofdstukrek 6 zijn detailuitwerkingen van de vlonderpaden opgenomen.

dubbelzijdig rek falco

5 Fig. 3.17 Parkeren, auto

reling

afm. keiformaat 10x20x9

1,5


37

afm. planken afm. planken

eikenhout, lich eikenhout, lichtbruin

5

3,5

5

Fig. 3.18 Verharde paden, hoofdpad

1,5

1,5

Fig. 3.20 Vlonderpaden, hoofdpad

1,5

Fig. 3.19 Verharde paden, zijpaden

4

4

reling reling

3,5

1,5

1,5

1,5

Fig. 3.21 Vlonderpaden, zijpad

5

5


38

3.9 Impressie

Fig. 3.22 Impressie van het entreeplein

3.9.1 Groene entree Om het groene imago van de hogeschool te verbeteren is een groene uitstraling van de entreezone onmisbaar. Door de parkachtige opzet oogt de entree toegankelijk, en biedt de groene omgeving verder van de weg af ruimte voor verblijf. Fig. 3.23 Huidige situatie


3.10 Uitwerking

3.10.1 Doorontwerp Het ontwerp op hoofdlijnen (schaal 1:1000) is uitgewerkt tot een inrichtingsplan (schaal 1:500). Twee deelgebieden daarvan zijn meer gedetailleerd uitgewerkt en deze worden toegelicht in dit ontwerprapport.

Entreeplein

Leertuin

Fig. 3.24 Plaats uitwerking 1:500

3.10.2 Entreeplein en leertuin In de volgende hoofdstukken wordt het ontwerp voor het entreeplein en de leertuin behandeld. De keuze voor deze gebieden heeft te maken met de interactie tussen de rivier en het terrein van VHL die belangrijk is voor het totaalontwerp.

39


04

Entreeplein Het entreeplein vormt een belangrijk voor de gewenste uitstraling vanwege intensief gebruik. Dit gebied is nader uitgewerkt op gebied van ontwerpoplossingen, beplantingskeuze en keuze van harde materialen.


4.1 Ontwerpuitgangspunten 4.1.1 Groene en duurzame uitstraling - Zicht op beplanting en Potmarge vanaf verblijfsruimtes; - zachte overgang van cultuurlijk naar natuurlijk deel; - natuurlijke overgang naar de leertuin; - sterke beleving van beplanting bij de entree; - ruimtes worden gevormd door beplanting.

4.1.2 Beleving van water - Waterelement voor een bijzondere overgang; - duurzaam aspect en zichbare techniek geintegreerd; - versterken van verblijfskwaliteit; - subtiele aanwezigheid. 4.1.3 Functionele aspecten - Duidelijke entrees door eigen ruimte voor kerk en VHL; - inrichting voor gebruik als verblijfs- en evenementenruimte; - logische routing voor gebruikers; - fietsroute subtiel aanwezig/ afgescheiden; - harde materialen hebben een natuurlijke of neutrale uitstraling.

Fig. 4.1 Concept entreeplein

Deze punten zijn afgeleidt uit een nadere analyse, zie de bijlage voor deze analyse van beplanting, terreininrichting en bebouwing.

41


42

4.2 Plankaart Entreeplein

Fig. 4.2 Plankaart uitwerking incl. legenda Zie bijlage voor plankaart 1:500


Verblijfsplek Commenius

4.3 Ontwerpuitleg

4.3.1 Ontwerp entreeplein Het concept is in het ontwerp terug te zien door Parkeerplaats middel van onderstaande punten Sportveld

Trimbaan

Klein sportveld Leslokaal AOC

Verblijfsplek FMF

Dieren4.3.3 Ruimte/ massa verblijven

Zijgeul

Water- en oeverbeplanting

4.3.2 Routing De verharding is toegespitst op routing en zo functioneel vriendelijk voor de gebruiker. Ook beslaat deze daardoor zo weinig mogelijk oppervlak. De fietsroute loopt over het plein, deze wordt subtiel gescheiden van loopgedeelten door de plaatsing van bomen in de verharding.

Verlaagde oever; leertuin Fig. 4.4 Ontwerpuitleg entreeplein, ruimte/ massa Park; leeruin

Entree

Als entree- en verblijfsplein zijn ruimtes belangrijk voor de beleving. Boomkronen scheiden diverse ruimtes van elkaar, wat betekend dat er op oogWaterspeeltuin hoogte voldoende zicht blijft en er tegelijkertijd een groene omgeving ontstaat. Er zijn drie ruimtes van elkaar te onderscheiden: een verblijfsruimte voor VHL, een voor de kerk, en een orientatieruimte waarlangs de doorgaande route loopt. Zichtlijnen worden gestuurd door lagere beplanting. Opslag

Entree en verblijfsplein

Entree AOC Kantine

Entree

Entreeplein

Verblijfsplek VHL

Verblijfsplek AOC

Fietsenstalling Parkeerplaats

Fig. 4.3 Ontwerpuitleg entreeplein, routing

Fig. 4.5 Ontwerpuitleg entreeplein, functie

4.3.4 Functie De functie heeft sterk te maken met de keuze van inrichting. Het entreegedeelte wordt bepaald door een groene uitstraling zodat het terrein toegankelijk en duurzaam overkomt. Aan de andere zijde wordt de Potmarge op een subtiele en natuurlijke manier bij het plein betrokken, dit gebeurd door een cultuurlijk waterelement dat via een vijverconstructie overgaat in de natuurlijke oever. Daartussen bevindt zich een (korte) verblijfszone, waarbinnen men zicht heeft op beide delen. Fietsenstalling Entree

43


44

4.4 Beplanting

4. . 1 a - Entree en verblijf Door het toepassen van bomen in gazon ontstaat een eenvoudige, parkachtige opzet. Dit geeft een open en groen beeld, wat zeker bij entree- en verblijfsplekken belangrijk is voor de groene uitstraling. Bij deze twee plekken wordt de basis aangevuld met bolgewassen en kleinere opvallende, bomen. Op de overgang naar het natuurlijke deel worden water- en oeverplanten toegepast. Op sommige delen zorgen heestergroepen voor camouflage van bebouwing. Het groen verzacht de harde randen van de bebouwing.

Fig. 4.6 Referentiebeeld entree en verblijf

4. . 1c - Parkeerplaats Bomen, deels opgesteld in laanvormige structuur, zorgen voor stevige structuur en een formele entree. Waar mogelijk wordt gazon toegepast om de basis door te zetten, zeker op de parkeerplaats is het functionele aspect meer aanwezig. De geparkeerde fietsen worden aan het zicht onttrokken door middelhoge hagen en klimplanten. Geparkeerde auto’s bevinden zich daar achter, of achter een parkachtige opzet van bomen en heesters.

Fig. 4.7 Referentiebeelden parkeerplaats en hoofdentree


45

Beplantingstypen / gelaagdheid - Bomen 1e / 2e / 3e gr. (meerstammig) - Gazon - Bolgewassen, water-/ oeverplanten Ruimtelijk Bomen vormen een transparant groen dak zodat de ruimte onder (een groep) bomen voelbaar is. Dit is met name bij de entrees, waar bomen met de kroon over het pad hangen, en heesters voor zicht op ooghoogte beperken. Door het verschil in beleving van ruimtes wordt de groene uitstraling versterkt. De ruimte op verblijfsplekken is vrij open waardoor een toegankelijke sfeer ontstaat. Ook zichtlijnen naar entrees en het water zijn vrij. Entree Basis Fig. 4.8 Principe doorsnede en plattegrond

Beplantingstypen / gelaagdheid - Bomen 1e / 2e gr. - Hagen/ heesters, middelhoog (ca. 1,2m) - Gazon - Klimplanten Ruimtelijk De enkele bomenrij benadrukt de hoofdstructuur. Aanliggende delen zijn ingevuld met de open parkachtige opzet, zie boven voor ruimtelijkheid daarvan. Het functionele aspect in dit deel geeft meer afscheiding tussen ruimtes dan in andere delen. Haaks op de hoofdroute staan hagen die de aanliggende ruimte opdelen zodat parkeren en verblijven gescheiden zijn. Fig. 4.9 Principe doorsnede en plattegrond

Verblijf


46

4.5 Beplantingskeuze

4.5.1 Algemeen Locatie Entreeplein en entreezone tot Oostergoweg. Natuurlijke bomen en heesters aansluitend op deze locatie zijn te vinden bij paragraaf 6.5.4 Beplantingstypen en beeld, zie paragraaf 4.4 Beplanting. Sophora japonica

Cornus kousa

Cornus kousa

Verschil met natuurlijk deel Hogere sierwaarde dan inheemse beplanting, bloei, bijzondere vormen, variatie in bloem- en bladvorm. Tijdsaspect Bomen hebben een langer nodig om het gewenste eindbeeld te bereiken, daarom wordt aangeplant met grote maten op het entreeplein. Na aanplant duurt het ca. 10 - 15 jaar voor het eindbeeld is bereikt. 4.5.2 Uitgangspunten - Bomen met hoge sierwaarde door rode herfstkleur; - 1e en 2e grootte bomen; - Fijne en grove bladstructuur; - Ovaal tot ronde kroon, normale tot transparante kroon; - Heesters vullen dit aan met bloei en- of vruchten;

Pterocarya fraxinifolia

Acer negundo

Acer buergerianum

Amelanchier lamarckii

Fraxinus angustifolia ‘Raywood’

Indicatie onderbeplanting

Malus toringo var. sargentii

Toegepaste soorten in boomspiegels: zie beplantingsplan, pagina 48.

- Bij verblijfsruimtes hogere sierwaarde door toepassen van bloeiende, meerstammige bomen; - 3e grootte bomen; - Deze bomen hebben een breedronde tot vaasvormige kroon.

- Allium ‘Mount Everest’ - Aquilegia vulgaris ‘White Barlow’ - Geranium maccrorhizum ‘Spessart’ - Luzula nivea - Symphytum grandiflora Syringa vulgaris ‘Madame Lemoine’ Fig. 4.10 Soortkeuze


47

i i

b b

A.l. A.l.

A.n. b b

b

i

b

S.j.

i

i i

i

A.b.

A.n.

C.k.A.n. A.n.

S.v.’ML‘

S.j.

i

A.b.

A.b. S.v.’ML‘

S.v.’ML‘

A.b.

Zie volgende pagina voor plantprincipes m.b.t. de plaatsing van de bomen. Zie de bijlage voor de vaklijst incl. aantallen en groepsgroottes, ook voor onderbegroeiing.

F.a.’R’

A.n.

4.5.3 Concept beplanting entreeplein In de entreezone worden heesters toegepast ter versterking van de groene beleving en om de bebouwing te verzachten. Op het entreeplein geven bomen met herfstkleur meer beleving. Daarnaast is gekozen voor bomen met frisgroen blad, losse en/ of brede kronen om de groene (en natuurlijke) uitstraling tegemoet te komen. Bij VHL en de kerk wordt een bijzondere 1e grootte boom met herfstkleur toegepast, om beide verblijfsruimtes en de entree aan te duiden. Meerstammige, bloeiende bomen benadrukken de bijzondere overgang.

b

A.n.

P.f. P.f.

C.k.

A.b. S.j.

A.n. A.n. S.v.’ML‘

S.v.’ML‘ A.n.

i = inheems, zie paragraaf 6.4 b = bestaand

Fig. 4.11 Plankaart boom- en heesterstructuur

S.j.

A.b.

A.l.

A.b. C.k.

F.a.’R’

i M.tvs. M.tvs. A.l.

A.n. S.j. A.b.

Fig. 4.12 Concept bomen


48 4.5.4 Boomspiegels Rustig beeld Op het entreeplein is een diversiteit aan boomsoorten te vinden, als reactie hierop geven de boomspiegels een rustig beeld. Dit sluit tevens aan op het rustige beeld van het gazon. Afmeting versus soortkeuze Er zijn twee typen boomspiegels: grote vakken (5x 5m) en kleine vakken (2,5x 2,5m of 1x 1m). De grote vakken worden verdeeld in drie ongelijke vakken door middel van organische lijnen voor een natuurlijker beeld. De kleine vakken worden ingeplant met een soort, om het beeld rustig te houden. Bij groepjes bomen waarbij dezelfde boomsoort voorkomt wordt in die vakken ook dezelfde onderbegroeiing toegepast (zie principes bomen). Seizoensbeleving De gekozen soorten zijn deels wintergroen, en bevatten een subtiele bloei. Twee keer per jaar is de beleving vergroot door het toevoegen van strooiplanten. In elk vak zorgen deze voor bloei in het voorjaar Heesters 2:1 en de vroege zomer. In de zomer zijn het de waterplanten die de aandacht trekken. S.v. S.v. C.k. Kleine bomen 1 soort per groep

Heesters 2:1 S.v.

S.v.

C.k.

Kleine bomen 1 soort per groep 1 soort klein + 1 soort klein + 1 soort klein 1 soort groot 1 soort heester

Fig. 4.13 Principe plaatsing van bomen

Fig. 4.14 Beplantingsplan boomspiegels 1:100 1 soort klein + 1 soort klein +

1 soort klein


4.6 Verlichting

4.6.1 Toegankelijkheid Om het entreeplein ook toegankelijk te houden in de avonduren is een globaal verlichtingsplan opgesteld, zie de plankaart hiernaast.

4.6.2 Functionele verlichting Langs de hoofdpaden zijn lichtmasten geplaatst voor om de route de gehele dag toegankelijk te houden. Deze verlichting belicht de fietsroute en de wandelroute richting de hoofdingang van VHL en de kerk. 4.6.3 Sfeerverlichting Om bepaalde onderdelen te onderscheiden van het geheel is op deze plaatsen sfeerverlichting toegepast. Op het entreeplein zijn diverse onderdelen waar de sfeerverlichting terugkomt. De meerstammige bomen op de bijzondere overgang worden aangelicht met spotjes voor een bijzonder effect. Dit wordt ook toegepast bij de hoofdingang van VHL en de kerk, en verblijfsplaatsen rond de kerk. Om de historische kerk te benadrukken zijn drie mooie kanten van het gebouw aangelicht met spotjes. Daarnaast wordt de fietsroute begeleidt door op een paar plekken spotjes onder bomen naast het pad te plaatsen. Op deze plekken zijn minder spotjes toegepast dan op de bijzondere plekken.

Fig. 4.15 Plankaart verlichting

49


50

4.7 Afwatering

4.7.1 Afwatering Entreeplein Op het entreeplein is een redelijk oppervlak verharding aanwezig. Om dit oppervlak vrij te houden van wateroverlast is een afwateringsplan opgesteld, zie de plankaart hiernaast.

Verblijfsplek FMF

4.7.2 Beleving van Parkeerplaats water Door het gebruik van open goten onstaat een transparant systeem, wat de beleving van het water vergroot. Het overgrote deel van het water wordt aan de oppervlakte geloosd. Enkel rond de kerk komt het water in een kolk terrecht. De keuze hiervoor is vanwege de fietsroute die er omheen loopt, deze moet zo min mogelijk oneffenheden bevatten. 4.7.3 Richting van afwateren Afschot aan de zijkant van de verharding zorgt voor afwatering op gazon of in de waterconstructie. Vanaf de kerk wordt het water geloosd op een open goot die op beide uiteinden in een kolk eindigd. Op het plein van VHL wordt eveneens afgewaterd op een open goot. Deze goot loosd het water op de metalen waterconstructie die het naar de vijverconstructie leidt. Vanaf daar zorgt de overstort ervoor dat het water in de Potmarge belandt. Midden op het plein wordt water naar beide open goten geloodsd.

Zijgeul

Water- en oeverbeplanting

Entree Richting van afschot Open goot

Entree en verblijfsplein

Kolk

Kantine Fig. 4.16 Plankaart afwatering

Entreeplein

Verblijfs-

Fietsen-


4.8 Uitwerking detail

4.8.1 Doorontwerp Het inrichtingsplan (schaal 1:500) is uitgewerkt tot een detailuitwerking (schaal 1:100). 4.8.2 Bijzondere overgang Deze uitwerking is gemaakt voor de bijzondere overgang die zich op het entreeplein bevindt. De keuze voor dit gebied heeft te maken met de complexiteit van de uitwerking, (hoogteverschillen, diverse constructies, beplanting e.d.), en het gebied is daarnaast een belangrijk onderdeel van het ontwerp.

In het volgende hoofdstuk komt eerst het inrichtingsplan voor de leertuin aan bod, in hoofdstuk 6 wordt de detailuitwerking behandeld.

Fig. 4.17 Plaats detailuitwerking

51


05

Leertuin De leertuin vormt een belangrijk voor de gewenste uitstraling door de interactie met de Potmarge. Dit gebied is nader uitgewerkt op gebied van ontwerpoplossingen, beplantingskeuze en keuze van harde materialen.


5.1 Ontwerpuitgangspunten 5.1.1 Groene en duurzame uitstraling - Groene verbinding tussen VHL en AOC, incl. zicht op beplanting vanaf beide delen; - verblijf- en lesmogelijkheden in een groene omgeving; - naast het educatieve aspect is recreatie mogelijk door parkachtige opzet; - ruimtes worden gevormd door beplanting.

5.1.2 Beleving van water - Interactie met Potmarge als versterking educatie; - versterken ecologie en ruimte voor waterstijging t.b.v. duurzaamheid; - zachte overgang van cultuurlijk naar natuurlijk deel d.m.v. beplantingstypen en hoogteverschil; - zicht naar het water, ook vanaf binnenruimte; - verblijfmogelijkheid aan het water. 5.1.3 Functionele aspecten - Cultuurlijk en natuurlijk deel is bepalend voor vormgeving paden, hoofdpaden strak vormgegeven met natuurlijke materialen; - inrichting voor gebruik als educatieve tuin, m.b.t. keuze voor indeling; beplantingstype; kleur, etc.; - harde materialen hebben een natuurlijke of neutrale uitstraling. Fig. 5.1 Concept leertuin

Deze punten zijn afgeleidt uit een nadere analyse, zie de bijlage voor deze analyse van beplanting, terreininrichting en bebouwing.

53


54

5.2 Plankaart Leertuin

Fig. 5.2 Plankaart Leertuin incl. legenda Zie bijlage voor plankaart 1:500


5.3 Ontwerpuitleg

5.3.1 Ontwerp Het concept is in het ontwerp terug te zien door middel van onderstaande punten.

Waterplanten Oeverplanten Vaste planten Waterplanten Bomen en heesters Waterplanten Oeverplanten

Oeverplanten Coniferen

Vaste planten en varens schaduw/ halfschaduw Kuipplanten en perkgoed

Klimplanten in fietsenstalling Meer kuipplanten in kas

Fig. 5.3 Ontwerpuitleg, beplantingstypen

5.3.2 Beplantingstypen Vanwege het educatieve aspect zijn veel diverse beplantingstypen aanwezig. Een indeling hiervan zorgt voor het behoud van de samenhang. Langs het hoofdpad is de parkachtige opzet door gezet, en langs de verlaagde oever van de Potmarge zorgen vaste plantenborders voor een natuurlijke overgang. 5.3.3 Ruimte en massa Ruimtevormende beplanting is ingezet voor een varierende omgeving. Grote ruimtes langs het hoofdpad worden afgewisseld met kleinere, intieme ruimtes tussen de vleugels en kleinere ruimtes langs de Potmarge met zicht op de rivier. Vanaf het hoofdpad zijn een aantal sterke zichtlijnen uitgezet richting de kerk, het nieuwe gebouw van Wetsus en de tuinderij. 5.3.4 Routing Om meer interactie te realiseren tussen het de leertuin en de Potmarge is het fietspad naar de overzijde van de Potmarge verplaatst.

Fig. 5.4 Ontwerpuitleg, massa/ ruimte

Fig. 5.5 Ontwerpuitleg, routing

In de leertuin zelf is enkel ruimte voor de voetganger. Deze wordt via hoofdpaden door de tuin geleidt, en verbindt VHL en het AOC met elkaar. De hoofdstructuur bevat twee paden die eindigen met een zichtpunt langs de Potmarge. Zijpaden ontsluiten de borders van de leertuin, deze lopen aan de zuidzijde met de vorm van het gebouw mee, en aan de noordzijde met de vorm van de Potmarge.

55


56

5.4 Beplanting

5.4.1 Leertuin Parkachtige opzet, waarbij de opbouw sterk is gebaseerd op de basis. Deze wordt vanwege het educatieve aspect aangevuld met andere typen beplanting. Langs het hoofdpad is de beplanting ruimtevormend door solitaire heesters en heestergroepen, deze versterken zichtlijnen. Aan de rivierzijde zorgen vaste planten voor een overgang naar de natuurlijke vegetatie. De leertuin is zowel recreatief (wandelpark) als educatief (leren van plantensoorten) te gebruiken.

Fig. 5.6 Referentiebeelden leertruin

5.4.2 Natuurlijke oever De begroeiing bestaat voornamelijk uit een lage, inheemse kruidachtige laag. Deze laat zicht op de Potmarge vrij en geeft een natuurlijke uitstraling. Op enkele plekken staan opgaande pionierssoorten die voor een spannend beeld zorgen door het begeleiden van zichtlijnen. Ook schermen deze de ligweides af van de omgeving. Qua functie is deze ruimte zeer divers. Het versterkt educatie, recreatie, ecologie en geeft ruimte voor een teveel aan water.

Fig. 5.7 Referentiebeelden natuurlijke oever


57

Beplantingstypen / gelaagdheid - Bomen 1e / 2e / 3e gr. - Heesters, hoog en laag - Vaste planten en perkgoed, bolgewassen - Gazon Ruimtelijk De ruimtelijke opzet is gebaseerd op de parkachtige basisopzet. Bij de entrees wordt groen dicht langs de paden aangeplant zodat een duidelijke ruimte ervaren wordt. De hoofdruimtes en de ruimtes bij de rivier worden gescheiden door heestergroepen. Wel zijn er diverse zichtlijnen richting het water en bijzondere aspecten in de omgeving. Tussen de vleugels van VHL zijn kleine intieme ruimtes te vinden als contrast op de hoofdruimtes. Fig. 5.8 Principe doorsnede en plattegrond

Beplantingstypen / gelaagdheid - Boomvormers en losse heesters (pioniersvegetatie) (2e) / 3e gr. - Kruidenrijk grasland - Oevervegetatie Ruimtelijk De lage oever grenst direct aan de leertuin. Meer richting het water is de ruimte opgedeeld door enkele boomgroepen en ontstaan grotere open ruimtes. Binnen deze ruimtes staan solitaire bomen en kleine boomgroepen die een spannend beeld geven. Het kleine hoogteverschil benadrukt het verschil tussen beide ruimtes.


58

5.5 Beplantingskeuze

5.5.1 Algemeen Locatie Leertuin, op hoger deel van de overgangszone naar de ecologische beplanting. Beplantingstypen Heesters (structuur) Vaste planten en bollen Beeld Een tuinachtige border dient ter overgang tussen bomen en heesters in gazon en kruidenrijk grasland. De hoogte is ca. 1 - 1.5 m, in combinatie met de heesters vormt het ruimtes (zie concept). De hoofdkleur in dit deel is wit en geel, als accentkleuren dienen frisgroen en oranje. Tijdsaspect Na oplevering van het terrein duurt het ca. twee groeiseizoenen voor het eindbeeld is bereikt.

Leucojum vernum

Phlomis russeliana

Alchemilla mollis

Doronicum orientale

Geum coccineum ‘Borisii’

Viburnum opulus ‘Roseum’

Helleborus orientalis sp.

Trollius alabaster

Rudbeckia fulgida ‘Goldsturm’

Overige toegepaste soorten: - Actaea simplex ‘White Pearl’ - Ammi majus - Geranium maccrorhizum ‘Spessart’ en endressii ‘Trevor Bath’ en pratense ‘Plenum Album’ - Geum rivale ‘Album’ - Hydrangea paniculata ‘Limelight’ - Leucojum aestevium ‘Gravetye Giant’ - Lunnaria annua ‘Alba’ - Luzula nivea Fig. 5.9 Soortkeuze

Echinacaea purpurea ‘Alba’

5.5.2 Beheer In ca. fabruari/ maart, voor de uitloop van nieuw blad, dode resten verwijderen. Onkruiden wieden, bij voorkeur met de hand. Open plekken aanvullen indien nodig. Water geven bij droogte. 5.5.3 Uitgangspunten Educatie is het belangrijkste onderdeel; - De soorten zijn toepasbaar en representatief voor het huidige tijdsbeeld; - De toepassing van de soorten is leesbaar door de opstelling in bordervorm; - Qua beplantingstype, sfeer en hoogte draagt het bij aan de overgang tussen cultuur en natuur; - Kleuren sluiten aan bij de opgestelde structuur; - Gestreefd wordt naar een jaarrond aantrekkelijk beeld;

Kniphofia ‘Wayside Flame’

Anemone x hybrida ‘Honorine Jobert’


59 5.5.4 Beplantingsplan De beplanting bestaat voornamelijk uit vaste planten, deze worden op enkele plaatsen aangevuld met heesters om structuur te versterken. Parkeerplaats De organische vakindeling en het toe te passen wildverband versterkt de overgangszone van cultuur naar de natuurlijk ingerichte oever.

Er is gekozen voor een opbouw van laag naar hoog, de lagere rand rondom bedraagd ca. 1m. De groepsgrootte is ca. 3 - 4m2. Plein Commenius Verblijf

5.5.5 Indeling op kleur Vanwege het educatieve aspect zijn zeer diverse kleuren aanwezig in de leertuin. Structuur hierin Parkeerplaats geeft een aangenaam, samenhangend beeld. Kleuren worden ingedeeld Sportveld volgens onderstaande afbeelding. Klein Zie de bijlage voor de vaklijst incl. aantallen en sportveld Leslokaal groepsgroottes. AOC Eiland

Verblijfsplek kerk

Trimbaan +0.5

Dierenverblijven

+0.0

Parkeerplaats +1.0

Zijgeul WP -0.5 -0.5

Verlaagde oever; leertuin -0.5

+0.0 +0.5 -0.5

-0.1 +0.9 -0.4

Plein kerk Verblijf

-0.2 +1.0

Water- en oeverbeplanting Entree

+1.0

Park; leeruin -0.5

-0.2

-0.4

+0.9 +1.0

WP bak +0.0

Opslag -0.1 +0.9

+1.0

Plein VHL Entree en verblijf

Kantine

5.10 Beplantingsplan 1:100 Entreeplein Entree

Verblijfsplek VHL

Fig. 5.11 Ontwerpuitleg, kleur Fietsenstalling VHL Parkeerplaats

Plein AOC Verblijf


60

5.6 Doorsnede

Fig. 5.12 Doorsnede leertuin

Doorsne

de

Fig. 5.13 Locatie doorsnede

5.6.1 Doorsnede In de doorsnede is de overgang naar het ecologische deel te zien, inclusief hoogteverschil. De border van de leertuin loopt op een natuurlijke manier over in de spontane vegetatie die langs de Potmarge opkomt. Tussen beide delen ligt een graspad zodat de educatieve border ontsloten is. Daarnaast zijn er een aantal zijpaden van halfverharding zodat de borders ook bij nat weer bereikbaar blijven.


5.7 Impressie

Fig. 5.14 Impressie van de leertuin

5.7.1 In de impressie is de toekomstige parkachtige en natuurlijke opzet van de leertuin te zien. De flauwe oever is op een natuurlijke manier geintegreerd in het geheel, met op bepaalde plekken van het flauwe talud ligweides. De leertuin is bereikbaar vanaf het entreeplein, en subpaden lopen tot aan het water. Fig. 5.15 Huidige situatie

61


06

Detailuitwerking Entreeplein De bijzondere overgang is een belangrijk onderdeel van het ontwerp en is nader uitgewerkt op gebied van technische ontwerpoplossingen, beplantingskeuze en keuze van harde materialen.


6.1 Ontwerpuitgangspunten 6.1.1 Groene en duurzame uitstraling - Bij verblijfsruimtes beplanting inzetten met extra sierwaarde voor vergroten van beleving; - water- en oeverbeplanting met sierwaarde als cultuurlijke overgang naar natuurlijke, inheemse vegetatie; - zichtlijnen richting de Potmarge vrijhouden van beplanting op ooghoogte; 6.1.2 Beleving van water - Overgang benadrukken met bijzonder waterelement; - verblijfskwaliteit versterken; - beleving versterken van bestaande opvang en overstort van water; - uitbreiden van zichtbare techniek. 6.1.3 Functionele aspecten - Hoogteverschil draagt bij aan overgang; - subtiele aanduiding van rijrichting fietsers door plaatsing van bomen - Terreininrichting als subtiele scheiding verblijfsen evenementenruimte; - harde materialen met natuurlijke uitstraling als overgang naar natuurlijk deel;

Fig. 6.1 Concept

63


64

6.2 Plankaart detail Entreeplein

Fig. 6.2 Plankaart detailuitwerking Zie bijlage voor plankaart 1:100


6.3 Impressie

Fig. 6.3 Impressie entreeplein

65


66

6.4 Doorsneden

Fig. 6.4 Doorsnede entreeplein W-O


67 In de bestaande waterconstructie worden keerwanden aangebracht op een beschermlaag. Op deze manier is het mogelijk om beplanting aan te brengen voor een natuurlijk effect. Dit draagt tevens bij aan de gewenste groene uitstraling.

Doorsn

ede W-O

Doorsn ede Z-N

6.4.1 Doorsneden In beide doorsneden is een hoogteverschil te zien, in doorsnede W-O is het hoogteverschil vrij hard, en in doorsnede Z-N is dit trapsgewijs opgevangen. Deze trapsgewijze overgang draagt bij aan de overgang van cultuur naar natuur. Aan de bovenzijde van de trappen wordt verharding toegepast en onderaan is hout toegepast.

Fig. 6.5 Locatie doorsneden

Fig. 6.6 Doorsnede entreeplein Z-N


68

6.5 Beplantingskeuze

6.5.1 Algemeen Locatie De overgang van cultuur naar het natuur op het entreeplein Beplantingstypen Water- en oeverplanten Beeld Natte vegetatie. Voornamelijk aaneengesloten planten, waar hier en daar water door te zien is. Op enkele plekken bevind zich een groter stuk open water, als bij een plas- dras situatie.

Hippuris vulgaris

Butomus umbellatus

Sparganium erectus

Verschil natuurlijk deel Hogere sierwaarde dan inheemse beplanting, bloei, bijzondere vormen, variatie in bloem- en bladvorm en aansluitende kleuren. Tijdsaspect Na aanplant duurt het ca. twee groeiseizoenen voor het eindbeeld is bereikt. 6.5.2 Uitgangspunten - Soorten met sierwaarde, zie boven; - Enkele soorten met natuurlijke uitstraling voor overgang naar natuurlijk deel; - Soorten met een waterzuiverend vermogen (bron: Constructing Landscape); - Variatie aan bladvorm, fijne en grove structuren; - Bij elkaar passende, subtiele kleuren, lichte, frisse tinten. Enkele soorten met een opvallende kleur, die elkaar opvolgen in bloeitijd.

Juncus effuses

Iris laevigata ‘Snowdrift’

Iris pseudacorus

Hottonia palustris

Sagittaria sagittifolia Fig. 6.7 Soortkeuze

Schoenoplectus lacustris

Nymphaea ‘Pygmaea Alba’

Lysimachia vulgaris


69 6.5.3 Beplanting als overgang Vanaf het vlonderterras loopt de beplanting over naar het natuurlijke deel. Om dit te benadrukken zijn cultuurlijke oeverplanten toegepast langs de vlonder. Hierin zijn veel grassen toegepast die richting de rivier de boventoon voeren, i.c.m. de lissen die ook in het natuurlijke deel voorkomen. 6.5.4 Groepsgrootte Het vlonderterras vormt een ruimte waar veel mensen verblijven. Hier speelt de beplanting op in door kleinere groepsgrootte toe te passen. Richting de rivier worden deze vakken steeds groter om uiteindelijk over te gaan in de gemengde vegetatie. In het water, vak B8, zijn de grootste groepen toegepast. 6.5.5 Beheer waterplanten Beplanting wordt in vak B8 in mindere aantallen aangeplant, beheer zorgt ervoor dat de vijver niet dichtgroeit zodat zicht op het wateroppervlak instant blijft. Eens per jaar wordt dit onderhouden. 6.5.6 Aanplant Voor het uitzetten van de beplanting is een grid van 2 x 2m in de plankaart te zien. Delen waarin geen grid is getekend zijn aangegeven met bemating. Zie de bijlage voor de vaklijst incl. aantallen en groepsgroottes.

Fig. 6.8 Beplantingsplan, zie doorsneden voor zijaanzicht met hoogte Zie bijlage voor plankaart 1:100


70 6.5.7 Algemeen Locatie Langs de Potmarge Beplantingstypen Water- en oeverplanten, kruidachtige planten, Bomen en heesters 3e gr. Beeld De basis bestaat uit een bloemrijk grasland met overloop naar oeverbegroeiing. Het vlak is aaneengesloten, met op enkele plaatsen langs de waterlijn kleine wateroppervlakken als bij een plas- dras situatie. Losse, open bomen en heesters staan verspreid als solitair of kleine groep voor een spannend beeld. Hiernaast zijn speficieke soorten te zien, dit is een indicatie van de verwachte spontane vegetatie. Dit is niet compleet, natuurlijke vegetatie bevat een grote soortenrijkdom. Ook kan de vegetatie afwijken van deze soorten.

Anthriscus sylvestris

Ranunculus acris

Symphythum officinale

Arrhenatherum elatius

Caltha palustris

Glyceria fluitans

Lythrum salicaria

Tijdsaspect Na aanplant duurt het ca. twee groeiseizoenen voor het eindbeeld is bereikt. 6.5.8 Beheer 1 a 2 keer maaien per jaar, in zomermaanden zodat er geen rietvorming voorkomt. Maaisel verspreiden in de omgeving voor verschraling ( mede om brandnetels en braamstruiken te voorkomen). Boomvormende soorten beperken. Zichtlijnen en ligweides vrijhouden.

Iris pseudacorus

Dactylis glomerata

Heracleum sphondylium

Plantago lanceolata Fig. 6.9 Soortkeuze

Silene dioica

Geranium robertianum

6.5.9 Uitgangspunten - Ecologisch aspect door inheemse vegetatie - Spontane vegetatie - Huidige oevervegetatie dient als indicatie


71

Alnus glutinosa

Sambucus racemosa

Alnus glutinosa

Salix caprea en Salix cinerea

Salix cinerea


72

6.6 Materiaalkeuze

Voor materiaalvisie en impressie, zie paragraaf 3.7 Harde materialen. 6.5.1 Verharding Bestaande materialen Voor de ondergrond is de bestaande gebakken klinker gebruikt, in straatverband die het ontwerp versterkt. Natuurlijke materialen Op de overgang is materiaal met een natuurlijke uitstraling gekozen. Europees (en tropisch) hardhout is verwerkt tot een vlonderterras en vlonderpad. Voor de fundering (die in contact staat met grond of water) is tropisch hardhout gekozen vanwege de langere levensduur. Wel moet dit materiaal voldoen aan een FSC-keurmerk. De lichte kleur van eikenhout sluit aan bij de houten delen van het gebouw. 6.5.2 Terreininrichting Zitelementen In de zitelementen komt het Europees hardhout terug voor samenhang in materialen. Er zijn twee typen zitelementen toegepast, lange banken met leuning en korte banken zonder leuning. Deze zijn breed genoeg om aan beide kanten gebruikt te worden. Door het hoogteverschil is het mogelijk zitranden toe te passen. Beide zitmogelijkheden zijn van donker eikenhout om zich te onderscheiden van de houten loopgedeelten.

6.5.3 Houten elementen Afschot Door het voorkomen van wateroverlast is geen afwerking nodig voor de houten delen. Afschot voor de dekdelen is 0,02 p/m. De delen liggen op een oor richting oppervlaktewater. Bij water aan beide zijden wordt de richting in het werkveld bepaald. Deze mate van afschot geldt ook voor de leuning zodat ook hierop geen water blijft staan. Horizontale delen van het zitelement worden tevens op deze manier bevestigd.

Fig. 6.10 Waterelement - RVS geborsteld

Ruimte tussen houten delen Tussen alle dekdelen (vlonder en zitelement) wordt een kier van 1mm aangehouden voor het werken van het hout. Reling en spanwijze Op bepaalde plaatsen gaat de doorgaande route over het water, hierbij is een reling onmisbaar. Om de impact van deze reling zo laag mogelijk te houden is gekozen voor relatief smalle houten delen en staaldraad van 3mm. De spandraden die in de reling verwerkt zijn worden aan de uiteinden gespand door middel van een metalen draadspanner. Aanhechting van de staanders van de reling gebeurd door middel van een metalen aanhechting aan zowel boven als onderzijde, aan beide kanten van de staander.

Fig. 6.11 Vlonderpad - licht eikenhout, staaldraad

Fig. 6.12 Zitelement - donker eikenhout, zelfdichtend lichtgrijs beton

Fig. 6.13 Materiaalimpressie


73

Fig. 6.14 Detail reling vlonderpad Zijaanzicht met fundering in paragraaf 6.4 Doorsneden

Fig. 6.15 Detail zitelement


74

Open goot Gebakken straatbaksteen Keiformaat, bruinrood 5 strekken, afschot 0.02 p/m

RVS waterelement Gezandstraald Rand 50mm en 3 strekken straatbaksteen

ds.1 +1.0

Schaal 1:20

ds.2

ds.3

ds.6

+0.97

+0.98 +0.95

+0.92

WP +0.92 +0.90

+0.72

WP +0.72 +0.70

1,5

ds.5

ds.4

+0.52

WP +0.52 +0.50

ds.6

3,2

1,5

+0.10

WP +0.02 +0.05

+0.00

2,00 3,2

ds.5

3,2

2,5

-0.60

1,5

0,5

2,05

1,4

0,5 0,5

11

0,5

1,1

0,5

ds.2

2,00

3,00

1

ds.3

2,5

3,10

7,5

Schaal 1:100 ds.1

Fig. 6.16 Detail waterelement 2

6,5

7,5

RVS waterelement Gezandstraald, 3mm dik Rand 50mm, klik 10mm Diepte 50mm Lassen nader te bepalen

0,90 0,5 0,50

1,50

1

2,5

ds.4


75

+1.00 +0.99

RVS plaat Dikte 3mm, afm. divers RVS buisprofiel aan 2 zijden Dikte 3mm, afm. 50x 50mm

WP +0.97 +0.95

Fundering Zandcement stabilisatie Zand voor zandbed, tot 400mm

2

0,3

+1.00 +0.99 +0.98

Open goot, 10mm klik

Schaal 1:50

6.5.4 Waterelement Zie paragraaf 6.4 Doorsneden voor zijaanzicht met informatie. Het waterelement is tot in detail uitgewerkt. Afmetingen, hoogtepeilen en materiaalspecificatie is in de technische tekeningen hiernaast af te lezen. Daarbij is een overzicht inclusief twee doorsneden weergegeven van het waterelement, en een doorsnede van de open goot die op het waterelement afwaterd. De aansluiting van deze goot op het waterelement is te zien in de doorsnede met alle delen van het verval. De plaats van deze doorsnede is in het overzicht te zien.

0,5

In deel 5 van deze doorsnede is een van de houten ‘stapstenen’ te zien. Ook rond dit object wordt de 5mm rand RVS aangebracht.

Fig. 6.17 Zijaanzicht waterelement en open goot

6.5.5 Verlichting Als functionele verlichting is gekozen voor een lichtmast met een modern uiterlijk dat aansluit bij de visie qua kleur en uitstraling. Deze verlichting valt net buiten de deeluitwerking, maar is van belang voor de totale inrichting. Fig. 6.18 Functionele verlichting, lichtmast

Sfeerverlichting wordt o.a. aangebracht in de boomspiegels rond de verblijfsplek van VHL. Bij de meerstammige bomen komen drie spotjes en overige bomen worden aangelicht me twee spotjes. Beide typen verlichting bevat LED licht, om het duurzame aspect te vertegenwoordigen.

Fig. 6.19 Sfeerverlichting, spotjes


07

Aanleg Om het ontwerp te realiseren zijn kosten, grondverzet en fasering van het gehele plan in grote lijnen uitgezet.


7.1 Kosten

7.1.1 Totaalkosten voor project De kosten van het totale project zijn beperkt gehouden door de grote hoeveelheid groen oppervlak. De verhouding tussen groen en grijs is ca. 60% groen versus 40% grijs oppervlak.

7.1.3 Globale kostenraming De detailuitwerking van het entreeplein is uitgewerkt tot het niveau waarop een globale kostenraming gemaakt kan worden. Deze raming is een indicatie van de uiteindelijke kosten. Aan de raming kunnen geen rechten worden verbonden.

De totale oppervlak groen: 3,5 ha Bij een bedrag van € 40,- p/m² is het totaalbedrag aan groen oppervlak € 1.400.000,-

De globale kostenraming is niet representatief voor het gehele terrein. Er is gekozen om een bijzonder ontwerpdeel uit te werken, de kosten hiervan vallen hoger uit dan in de rest van het terrein.

De totale oppervlak grijs: 2,3 ha Bij een bedrag van € 80,- p/m² is het totaalbedrag aan grijs oppervlak € 1.840.000,Totale kosten voor het herinrichten van de buitenruimte bedragen € 3.240.000,Hiermee komt de gemiddelde prijs p/m² op € 42,dit is een relatief laag bedrag. Deze bedragen zijn een schatting, er zijn geen rechten aan verbonden. De uiteindelijke kosten kunnen hoger of lager bedragen. 7.1.2 Grote posten Grote kostenposten zijn de volgende: - Af te graven grond langs de Potmarge; - Waterconstructie op het entreeplein; - Te verplaatsen dierenverblijven en kasconstructie; - Vlonderterras en paden. Deze ingrepen zijn tegelijkertijd bepalend als belangrijke ontwerpingreep.

7.1.4 Conclusies globale kostenraming De prijs p/m² van de raming bedraagd € 65,-. Dit wijkt af van de geschatte kosten door enkele relatief dure posten: - Aanbrengen waterconstructie; - Aanbrengen vlonderterras en pad; - Aanbrengen grondkering t.b.v. hoogteverschillen; - Leveren van oeverplanten. Om de kosten te beperken kan in overleg gekozen worden voor een goedkopere oplossing. Dit kan ten koste gaan van de gewenste uitstraling. De globale kostenraming is in de bijlage te vinden.

77


78

7.2 Grondbalans

7.2.1 Afgraven en ophogen Om het ontwerp te realiseren zullen bepaalde delen afgegraven worden, en andere delen opgehoogd. De grondbalans geeft een globale indruk van de aan of af te voeren grond. Er wordt gestreefd naar een gesloten grondbalans. Dit houdt in dat er geen grond afgevoerd hoeft te worden, en komt hiermee het duurzame aspect tegemoet. Daarnaast worden zo de kosten beperkt. 7.2.2 Conclusie globale grondbalans Uit de opgestelde grondbalans is af te lezen dat volgens de hoogtepeilen uit het masterplan meer grond ontgraven zal worden dan dat er wordt opgehoogd. Voor dit overschot is een oplossing gezocht. Er is berekend hoeveel grond er op het terrein zelf gespreid kan worden. Hiervoor is de totale oppervlakte van de leertuin genomen als spreidingsgebied. Overige delen zijn buiten beschouwing gelaten zodat de randen van bebouwing vrij blijven i.v.m. uitgangen en deze delen het huidige peil kunnen behouden. De totale hoeveelheid is te groot om op het terrein zelf te spreiden. Het is mogelijk om op het terrein van tuinderij de Haan de overige grond te spreiden, aangezien de ontwerpplannen hier geen hinder van ondervinden. De grondbalans is in de bijlage te vinden.

Ontgraven Ophogen

Fig 7.1 Plankaart grondbalans


7.3 Fasering

7.3.1. Uitgangspunten De realisatie van het gehele project neemt veel financiele middelen in beslag. Daarnaast zijn er speciale omstandigheden zoals de Culturele Hoofdstad in 2018. Ook zijn er meerdere partijen die grondbezit in handen hebben, waaronder VHL, AOC, Commenius, en Gemeente Leeuwarden.

Parkeerplaats in omgeving

Entree noord

Entree noord Sportvelden Leslokalen in kas

A

Parkeerplaats in omgeving Verblijf Kerk

Vooraf Eerste fase Tweede fase Derde fase Vierde fase Vijfde fase Initiatief van Commenius A B

Eerste stap van fase Tweede stap van fase

Fig 7.2 Plankaart fasering

Entree west

Verlaagde oever, zijgeul en eiland

Dierenverblijven A

In de faseringsplankaart hiernaast is het gebied opgedeeld in zones, deze zijn ingedeeld in fases. Voor de start van de herinrichting wordt ruimte gecreerd door het parkeren z.s.m. te verplaatsen. De eerste fase bestaat uit het vergroenen van de entreegebieden, waarna gestart wordt met het gebied langs de Potmarge waarbij automatisch aanliggende zones aan bod komen.

Leertuin Verblijf VHL

Entree zuid

B

Verblijf AOC Parkeerplaats op terrein

7.3.2 Prioriteiten Om te bepalen welke ingreep de eerste zal zijn zijn de volgende prioriteiten gesteld: - Het verkrijgen van een groene en duurzame uitstraling; - bijdragen aan de Culturele Hoofdstad;

B

Entree oost

Bij de herinrichting van de derde en vierde fase is er een A en B zone aangewezen. Gestart wordt met zone A, zodat ruimte ontstaat in zone B. 7.3.3 Werkperiode Voorbereidende werkzaamheden beginnen enkele maanden voor de zomervakantie. In de vakantie wordt gewerkt aan de entreezone, zodat zo weinig mogelijk gebruikers hinder ondervinden. Ook worden paden voor zover mogelijk pas opgebroken als de nieuwe routing afgerond is. Er zal een wegomleiding worden uitgezet voor de periode dat de route niet bruikbaar is.

79


Bronvermelding

Rapporten - Rapport Trap 1 Programma van Eisen Gebiedsontwikkeling Hogeschool VHL Leeuwarden - Rapport Trap 2 Duurzame Gebiedsontwikkeling Potmarge - Onderzoek met Vince Ruitenbeek en Tomas Krizan Duurzame en beleefbare Watersystemen Literatuur - Constructing Landscape - GWW kosteninformatie 2008 - Werkkostenboek 2011, Grond weg en waterbouw - Boot & Co Boomkwekerijen - Hét groene handboek Afbeeldingen Alle afbeeldingen zijn geproduceerd door auteur, tenzij vermeld. Afbeeldingen t.b.v. visie, beplantings- en materiaalindicatie van diverse internetsites - Fig. 1.1 - 2.16 - 2.19 - 3.1 - 3.12 - 3.14 - 3.15 4.6 - 4.7 - 4.10 - 5.7 - 5.9 - 6.7 - 6.9 Afbeelding van ontwerpbureau’s - Fig. 3.1 Juulink en Geluk - High Tech Campus Eindhoven - Fig. 5.6 Delva, Haarlemmermeer Fotomateriaal Foto’s zijn gemaakt door auteur en Tomas Krizan.

Alle verwerkte informatie en gemaakte producten in het rapport blijft eigendom van Hanneke Louws en Hogeschool VHL. Voor gebruik en publicatie is toestemming vereist van bovenstaande.

Bijlagen

Inhoud bijlagenmap: - Plankaart ontwerp VHL terrein 1:500; - Plankaart detail uitwerking 1:100; - Beplantingsplan entreeplein 1:100; - Vaklijsten behorend bij beplantingsplannen; - Nadere analyse entreeplein; Beplanting, terreinmeubilair en indeling schoolgebouw; - Globale kostenraming; - Globale grondbalans.




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.