SUGAR JUNCTION De
Maikel Cornelis Plug | 4TA | Van Hall Larenstein
verbinding tussen
stad en landschap
Colofon Auteur
Maikel Cornelis Plug 900628003
Opdrachtgever
Van Hall Larenstein te Velp
Titel
THE SUGAR JUNCTION
Ondertitel De verbinding
tussen stad en landschap
Omslag
Sugar Junction square, Illustratie Maikel Plug
Studie
Van Hall Larenstein te Velp, Tuin- & Landschapinrichting Tuinarchitectuur, Tuin- en Landschapinrichting Afstudeerrapport [Masterplan + Deeluitwerking]
Begeleiders Van Hall Larenstein Ard Middeldorp Theo Reesink Natascha van den Ban Lilian van Oosterhoudt Ivar Branderhorst Cees Zoon
Datum
van publicatie
19-06-2015
The sugar Junction de verbinding tussen stad en landschap
Maikel Cornelis Plug
Voorwoord
Geachte lezer, Van harte welkom in mijn afstudeerrapport ‘THE SUGAR JUNCTION’. Dit rapport staat volledig in het teken van het afstudeerproces van de opleiding Tuin- en Landschapinrichting major keuze Tuinarchitectuur. De volgende pagina’s zullen u een volledig beeld geven van de zoektocht naar ontwerpende oplossingen voor het Suikerunie terrein te Groningen. Hierbij staat de thematiek ‘Duurzaamheid als ruimtelijke ontwerpopgave’ centraal. Het afstudeerrapport ‘THE SUGAR JUNCTION’ focust zich op de masterplanfase en de deeluitwerking. Op die manier komt er een logische volgorde in het rapport die stap voor stap de ontwikkeling van het ontwerp laat zien met uiteindelijke doeleinde een helder en strategisch ontwerp dat zich in de komende jaren kan ontwikkelen op het Suikerunie terrein. Eén van de programmavormen binnen het afstuderen betreft het onderzoek naar duurzame ingrepen langs diverse oevers dat wordt ondersteund door het onderzoeksrapport ‘Gebiedstyperende duurzame oevers’. Samen met Mark Hoogendoorn en Tom Bosma is dat rapport tot stand gekomen. Ik wil Mark en Tom via deze weg nogmaals bedanken voor de prettige samenwerking. Naast de prettige samenwerking met mijn medestudenten gaat mijn dank ook uit naar de begeleiders van de afstudeerperiode; Ard Middeldorp Theo Reesink Natascha van den Ban Lilian Oosterhoudt Ivar Branderhorst Cees Zoon Bedankt voor de prettige samenwerking,
Maikel Cornelis Plug
INhoud
Voorwoord | Inhoud ||
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Opgave 9 1.1.1 Programma van eisen en wensen 1.1.1.1 Masterplan Suikerunie terrein 1.1.1.2 Inrichtingsplan deelgebied(en) van het Suikerunie terrein 1.1.1.3 Deeluitwerkingen op detailniveau 1.2 Locatie keuze 9 1.3 Problematiek Suiker unie terrein 10 1.3.1 Uitgangspunten 10 1.4 Doel. 10 1.5 Vraagstelling 10 1.6 Werkwijze
Hoofdstuk 2 Analyse
2.1 Positionering gebied 13 2.2 Bodemstructuur 16 2.3 Infrastructuur 16 2.4 Waterstructuur 17 2.5 Groenstructuur 17 2.6 Stedelijke structuur 18 2.7 Stedelijke functies 18 2.8 Recreatief functies 19 2.9 Het plangebied 19
Hoofdstuk 3 Masterplan
3.1 Visie 21 3.1.1 Waterstructuur 22 3.1.2 Kavelstructuur 22
3.1.3 Groenstructuur 23 4.6 Beplanting 54 Hoofdstuk 6 Grondbalans & Begroting 3.1.4 Infrastructuur 23 4.6.1 Visie 55 6.1 Grondbalans 77 3.1.5 Bodemstructuur. 24 4.6.2 Groene leider 55 6.2 Begroting 77 3.1.6 Wonen/werken vs. Natuur 24 4.6.3 Groene rug 55 3.1.7 Behoud eigen identiteit. 25 4.6.4 Groenstructuur 55 Hoofdstuk 7 Conclusie 81 3.1.8 Concept 25 4.6.5 Vaste planten borders 55 3.2 Masterplan 26 4.7 Beplanting staalkaarten 56 Hoofdstuk 8 Reflectie 83 3.3 Sfeer 29 4.7.1 Visie 56 3.4 Deelgebieden 30 4.7.2 De groene leider 57 3.4.1 bottum up 30 4.8 Staalkaart de groene rug 58 Literatuurlijst 85 3.4.2 Agrarisch wonen aan het lint 32 4.8.1 Beplantingsvisie 58 87 3.4.3 Autarkisch wonen in de natuur 34 4.8.2 De groene leider 59 Bijlage 3.4.4 Vogelweide 36 4.9 Staalkaart woonstraten 60 3.4.5 Laagveenbos 37 4.9.1 Beplantingsvisie 60 3.5 Staalkaart 38 4.9.2 Woonstraten 61 3.5.1 Beplantingsvisie 38 3.5.2 De groenstructuur 39 Hoofdstuk 5 Deeluitwerking 3.6 Strategie 40 5.1 Visie 63 3.6.1 Fasering 1 Current situation. 41 5.2 Deelgebied 64 3.6.2 Fasering 2 Bottum Up. 42 5.3 Sfeer 67 3.6.3 Fasering 3 Living. 43 5.4 Verharding 68 5.4.2 Plein 68 Hoofdstuk 4 Deelgebied 5.4.3 Promonade 68 70 4.1 Visie 45 5.5 Beplanting 5.4.1 Visie 70 4.2 Deelgebied 46 71 4.3 Sfeer 49 5.4.2 Vaste plantenborders 72 4.4 Materialisatie 50 5.6 Meubilair 73 4.4.1 Visie 50 5.7 Verlichting 5.7.1 Lantaarnpalen 73 4.4.2 Infrastructuur 50 5.7.2 Aan schijnende lichtspots 73 4.4.3 Plein 50 4.5 Technische details 52
Hoofdstuk 1 Inleiding
8
1.1
Opgave
Het jaarthema van 2015 voor de afstudeeropdracht voor de ontwerprichtingen tuin- en landschaparchitectuur is gericht op ‘Duurzaamheid als ruimtelijke ontwerpopgave’. Dit is een breed begrip waarvan we de relatie tot het vakgebied van de tuin- en landschapsontwerper nader willen verkennen en concretiseren. Het is de afgelopen jaren een steeds groter begrip geworden. Daarnaast is het een positieve stroom waarin wij anno 2015 beginnen te realiseren dat we de toekomst van ons land/de wereld moeten verbeteren en de aarde onder ons niet moeten leegzuigen, zoals de afgelopen eeuw na de industriële revolutie is gebeurd.
1.1.1 Programma van eisen en wensen Om het masterplan goed in te passen in de grotere context zal ten eerste een analyse en (globale) visie moeten worden opgesteld voor de (potentiële) betekenis van het Suikerunie terrein en de context van het plangebied. Het betreft hierbij: Ruimtelijke en functionele aansluitingen en relaties met de rest van de stad en de directe omgeving van het plangebied; • Bepalen van het mogelijke programma op de korte en lange termijn, inclusief de daarbij behorende ruimtelijke condities en de beoogde sfeer en ambitie met betrekking tot de inrichting. Hierbij wordt expliciet gevraagd om het fenomeen stadslandbouw te verkennen in zijn volle breedte. Deze fase dient te worden vastgelegd in een zo concreet en beeldend mogelijk programma van eisen en wensen op basis waarvan het masterplan kan worden opgesteld. Het is zinvol om hierbij zoveel mogelijk aan te sluiten op bestaand beleid en planvorming.
1.1.1.1 Masterplan Suikerunie terrein (1:2000/1:1000) Vervolgens wordt voor het plangebied een integraal masterplan opgesteld, inclusief de relatie met een aansluiting op de stad. Dit masterplan bevindt zich op de ‘grens’ tussen het abstracte en concrete planniveau. Het is gespecificeerd in de duiding, situering, vormgeving, compositie en beoogde verschijningvorm van de verschillende planonderdelen.
1.1.1.2 Inrichtingsplan deelgebied(en) van het Suikerunie terrein (1:1000/1:500/1:200/1:100) Voor één of meerdere nader te bepalen belangrijke locaties in het masterplan zal in de uitwerkingsfase een gedetailleerd inrichtingsplan worden opgesteld, waarbij profielen, technische principe oplossingen en constructies, objecten, materiaal- en beplantingstoepassingen voldoende duidelijk naar voren worden gebracht. 1.1.1.3 Deeluitwerkingen op detailniveau (1:100 t/m 1:1) Cruciale planonderdelen zullen op een dusdanige manier worden uitgedetailleerd dat de maakbaarheid in relatie tot de beoogde verschijningsvorm wordt aangetoond. De relatie tussen de verschillende schaalniveaus, de thematisering, kosten, technische aspecten, beheer en faseerbaarheid worden gezien als belangrijke aspecten die worden meegenomen in het ontwerpproces. Het toepasbaar maken van het inrichtingsplan hangt voor een belangrijk deel samen met het kunnen uitwerken en doorontwerpen van het ontwerp, waarbij oplossingen en principes worden gegeven voor constructies, detailleringen, samenhangende materiaaltoepassingen. Daarmee moet de uitvoerbaarheid en het investeringsniveau op een zodanige wijze worden aangetoond dat er in principe een voorbereidende uitvoering- of besteksfase aan te koppelen is. De opgave voor het Suikerunie terrein hangt samen met de wensen en eisen van de gemeente Groningen. Dit wordt verder toegelicht in paragraaf 1.3 Problematiek Suikerunie terrein (blz. 10).
1.2 Locatie
keuze
De reden dat er voor deze locatie gekozen is, is omdat je binnen dit plangebied enorme schaalstappen maakt. Van een analyse 1:20000 tot het masterplan formaat 1:5000 en de uiteindelijke details 1:20. Het is een gebied dat momenteel geïsoleerd is van zijn omgeving en wat op dit moment geen potentie heeft om te ontwikkelen. Met de opgave duurzaamheid als ruimtelijke ontwerpopgave in het achterhoofd en het minimale budget dat bij de gemeente Groningen aanwezig is werd de uitdaging om voor dit gebied een spetterend plan te maken alleen maar groter. |||
1.3 Problematiek Suiker
unie terrein
In en rond verschillende Nederlandse steden stagneert de afgelopen jaren de stedelijke ontwikkeling als gevolg van de financiële crisis. In veel stedelijke gebieden komt hierdoor de bouw van nieuwe woongebieden vrijwel stil te liggen en liggen diverse ontwikkelingsgebieden braak. De ontwikkelkracht is dus zwak. Ondertussen ontplooien zich nieuwe initiatieven voor deze locaties en wordt er gezocht naar tijdelijke invullingen die van betekenis kunnen zijn voor omwonenden of voor de stad in zijn geheel. Je zou kunnen zeggen dat de stad een adempauze heeft, waarin particuliere initiatieven de ruimte krijgen om op te bloeien en de overheid niet meer per definitie het initiatief neemt en het roer in handen heeft. (Ferry Streng, 2014) Dit is ook in het geval van de Suikerunie in Groningen (figuur 1.1). Sinds augustus 2011 is de gemeente Groningen eigenaar geworden van het terrein van de Suikerunie, aan de westelijke ringweg in Groningen. De locatie heeft een sterk industrieel karakter, wat is verbonden aan de productie van suiker voor meer dan een eeuw. De traditie van suikerproductie zet zich momenteel door in het twee kilometer westelijker gelegen Hoogkerk. Sinds de gemeente het gebied heeft opgekocht hebben ze er geen directe bestemming voor. Door tegenvallende stedenbouwkundige ontwikkelingen aan de oostkant van Groningen bij Meerstad is de mogelijkheid tot stedenbouwkundige ontwikkelingen aan deze rand van de stad verkleind tot nul. Hierdoor zit de gemeente Groningen met een groot gebied in de maag dat meer geld kost dan dat het oplevert. In mei 2013 heeft de raadscommissie Ruimte en Wonen van de gemeente Groningen een opiniërende bespreking gevoerd met het college over de toekomst van het Suiker fabriek terrein. De raadsfracties hebben aangegeven dat alle initiatieven een kans moeten krijgen en dat ook nieuwe initiatieven mogelijk moeten zijn.
10
1.3.1 Uitgangspunten Na de opiniërende bespreking in de raadscommissie Ruimte en Wonen van mei 2013 is onze opgave
voor het Suikerfabriek terrein als volgt te formuleren: • De tijdelijke exploitatie van het Suikerfabriekterrein moet groeien naar een zo veel mogelijk kostendekkende exploitatie; de boekwaarde van het terrein mag niet toenemen; • Onderdeel van de tijdelijke exploitatie van het Suikerfabriekterrein moeten die geselecteerde initiatieven zijn, die zichzelf kunnen bekostigen en op termijn een positieve bijdrage leveren aan de totale exploitatie van het terrein; • De totale tijdelijke invulling en de afzonderlijke initiatieven moeten een aanvulling zijn op wat elders in de stad gebeurt; • De tijdelijke invulling van het Suikerfabriekterrein moet aantrekkelijk zijn voor veel mensen. Voor verdere toelichting over de bovenstaande punten verwijs ik u naar de projectomschrijving (1415 TA-PROJECTKAART 2 - Suikerunie terrein Groningen 150109.pdf) Daarin staat precies omschreven wat er word verwacht per uitgangspunt.
1.4 Doel. Het doel is een ontwerpvoorstel te ontwikkelen die aan de eisen van de gemeente en instantie voldoet. Met daarbij de gekozen ontwerpopgave vanuit school ‘duurzaamheid als ruimtelijk ontwerpopgave’. Hierbij wordt rekening gehouden met een ontwikkelingsfase van vijftien tot twintig jaar. Daarna is het nog onbekend wat de gemeente Groningen met het gebied wilt doen. In mijn planuitwerkingen ben ik daar nog verder op ingegaan en is er ook een plan aanwezig dat na 2030 toepasbaar is.
1.5 Vraagstelling Hoe kan het Suikerunie terrein in de komende vijftien tot twintig jaar een winstgevend en functioneel terrein worden, met eventuele doorgroeimogelijkheden naar een toekomstig stadsdeel van Groningen? Hoe dit aangepakt gaat worden kunt u lezen in hoofdstuk 2 Analyse (blz 13).
1.6 Werkwijze Tijdens twee bezoeken aan het Suikerunie terrein is het gebied geïnventariseerd. De bevindingen hiervan en met name de analyse zijn terug te vinden in hoofdstuk 2. (blz.13) Daarbij is gekeken naar de stedelijke verbinding en de positionering van het plangebied. Aan de hand van de analyse is er een visie opgesteld die in tekst en beeld uitgelegd wordt. Het masterplan wordt vervolgens in een korte toelichting omschreven. De fasering binnen het plan worden in stappen uitgelegd. In de bijlage zijn alle drie de faseringen onder elkaar te zien. Hierdoor krijgt u een goed beeld van de ontwikkelingen binnen de Suikerunie. In hoofdstuk 3. (blz.21) wordt de visie en het concept toegelicht waarna vervolgens het masterplan wordt gepresenteerd. Deze wordt versterkt door profielen en sfeerbeelden. In hoofdstuk 4. (blz. 45) wordt toegespitst op het deelgebied ‘de industriële zone’. Ook hier wordt met woord en beeld een beeld geschetst en versterkt. Aan de hand daarvan wordt er in hoofdstuk 5.(blz. 63) de schaalstap naar de deeluitwerking van het plein gemaakt. Ook hier geldt net als bij de voorgaande hoofdstukken dat er aan de hand van een visie en concept een plan wordt toegelicht. Dit gebeurt daarnaast met profielen en sfeerbeelden die meer ingaan op beplanting en technische details. In de laatste twee hoofdstukken wordt ingegaan op de grondbalans en de kostenraming van het deelgebied.
Figuur 1-2: Je zou kunnen zeggen dat de stad een adempauze heeft, met als resultaat een oeverwoekerd terrein waar de natuur de momenteel de touwtjes in handen heeft. (Ben ter Mull, 2015)
11
Hoofdstuk 2 Analyse
12
2.1 Positionering
gebied
Het Suikerunie terrein ligt ten westen van de stad Groningen (Figuur 2.1.1). tussen de westelijke ringweg en de oostkant van het dorp Hoogkerk. Het terrein heeft een oppervlakte van 133 hectaren (Figuur 2.1.2). Het terrein wordt begrenst door het Hoendiep kanaal (Figuur 2.1.3). aan de noordzijde, de eerder aangegeven verhoogde ringweg (N370) (Figuur 2.1.4)., Peizerweg en de Johan van Zwedenlaan aan de westzijde. Het terrein wordt doorsneden door het spoor dat tussen Groningen en Leeuwarden ligt (Figuur 2.1.5). Het gebied is sinds 1914 bestempeld als industrieterrein voor de Suikerunie. Het is sinds die tijd afgesloten geweest voor stadjers. In eerste instantie ging dit niet om het gehele gebied van 133 hectare. De Suikerunie begon ooit aan de westzijde van Groningen en is door uitbreidingen die plaatsvonden door de eeuw heen uitgebreid tot het gebied dat het nu is. De stadjers hebben daardoor het gebied zien veranderen van Gronings landschap tot het huidige gebied. Door deze ontwikkelingen is er weinig sociale verbondenheid met de plek. De suikerfabriek heeft echter wel degelijk een intense voetafdruk achtergelaten dat voornamelijk te danken is aan de maanden van de bietencampagne waarbij de schoorstenen op het fabrieksterrein een wee誰ge zoete geur verspreidden. Deze vervelende overheersende geur heeft bij vele stadjers een minder positieve indruk achter gelaten.
13
Figuur 2.1.1: De positie van het plangebied ten opzichte van Nederland, de provincie en de stad Groningen. Figuur 2.1.2: Het voormalige Suikerunie terrein. 133 ha met vijf verschillende zones. Zone 1 Fabrieksterrein Zone 2 Overzijde Hoendiep Zone 3 Noordelijke vloeivelden Zone 4 Zuidelijke vloeivelden Zone 5 Grondberging
3
4
14
2
133 5
ha
1
Figuur 2.1.3: Het Hoendiep Kanaal bevindt zich aan de noordzijde van het gebied en loopt van Groningen tot Zuidhorn. (Mark Hoogendoorn 2015).
Figuur 2.1.4 De randweg (N370) aan de oostzijde van het gebied. De randweg is een barrière tussen de stad en het plangebied. (Maikel Plug 2015)
Figuur 2.1.5. Het spoor snijd dwars door het plangebied heen (Maikel Plug, 2015)
15
Legenda
16
Klei gronden
Zandrug
Veen gronden
Bodemlaag niet te defineren
Legenda
A7
Gebiedsontsluitingswegen
(N370)
Fietspaden in geel
Figuur 2.2.: De bodemstructuur waarin duidelijk is te zien dat een groot deel van het terrein zijn eigen bodemstructuur heeft.
Figuur 2.3: Alle wegen zijn langs het gebied. er gaat er geen 1 door het gebied heen. Dit komt door het isolement.
2.2 bODemstructuur
2.3 infrastructuur
Het gebied is een eeuw lang afgesloten geweest van de natuur en de stad Groningen. Door werkzaamheden en industriĂŤle ontwikkelingen op het terrein is de bodemstructuur van het gebied dusdanig veranderd dat het niet meer overeenkomt met de omliggende landschappelijke bodemstructuren en landschapstypen (Figuur 2.2). Het veen dat omhoog wordt gestuwd vanaf het Drents plateau komt in het zuidelijkste vloeivelden gebied nog op sommige locaties voor. Dit komt met name omdat dit deel van het gebied in de laatste fase van de Suikerunie is ontwikkeld tot vloeivelden. Ten noorden van het gebied ligt een landschap dat voornamelijk bestaat uit zeeklei dat door de eeuwen heen bij dijkdoorbraken is afgezet. Ook deze is nog op enkele gebieden terug te vinden in het gebied. Het is dan ook bijzonder dat deze twee bodemsoorten elkaar oorspronkelijk in dit gebied troffen. Echter door de al eerder genoemde ontwikkelingen is hier weinig tot niets meer van terug te zien en is er een eigen landschaptype ontstaan.
Het gebied wordt ingekaderd door de (N370) en gebiedsontsluitingswegen. Doordat het gebied een eeuw lang is afgesloten geweest, zijn alle gebiedsontsluitingswegen daar omheen gelegd (Figuur 2.3). Dit geldt ook voor voet- en fietsverkeer. Hierdoor is de verbinding tussen Groningen en Hoogkerk maar ook tussen diverse wijken altijd moeilijk geweest.
Legenda
Het Hoendiep kanaal
Recreatie plas
Vloeivelden
Werkende vloeivelden
Legenda
Recreatie gebied
Bestaande EHS
Stadsparken
Figuur 2.4: De verschillende type water, waarbij het Hoendiep kanaal veel waarde heeft en de vloeivelden met name voor de EHS.
Figuur 2.5: De EHS wordt door het isolement van het gebeid onderbroken. Hier liggen kansen voor de toekomst.
2.4 waterstructuur
2.5 grOenstructuur
De waterstructuur rondom het gebied heeft een aantal verschillende functies (Figuur 2.4). In het noorden ligt het Hoendiep kanaal die de stad Groningen met Zuidhorn verbindt en in vroegere tijden functioneerde als vaart voor vrachtschepen. Op het terrein zelf zijn vloeivelden aanwezig die vroeger diende als bezinkingsvelden maar tegenwoordig geen functie meer hebben en een natuurlijke waarde beginnen te krijgen. Binnen het gebied zijn er talloze sloten aanwezig die onder het beheer van poldergemaal de verbetering vallen, van het waterschap Noorderzijlvest. Deze worden door het gemaal afgesloten van het Hoendiep kanaal. Momenteel worden de watergangen/partijen weinig tot niet gebruikt hier zou in de toekomst meer gebruik van gemaakt kunnen worden.
Groningen wordt vanaf de westzijde door twee groene wiggen benaderd. EĂŠn vanuit het noordwesten met een wierdenlandschap de ander vanuit het zuidwesten met een Slagenlandschap. Beide landschappen bereiken echter niet het terrein. Dit komt door de onderbreking van het noordelijk gelegen Hoendiep kanaal en de zuidelijke gelegen (A7). Hierdoor zijn de groene zones rondom het gebied zoals de recreatieplas en het stadspark de enige groene gebieden die met het terrein verbonden kunnen worden. Daarnaast zijn er een aantal bomenlanen/rijen die het gebied naderen of omsingelen deze kunnen gebruikt worden om de (EHS) ecologische hoofd structuur te versterken in het gebied (Figuur 2.5).
17
Legenda
Legenda
Lintbebouwing
De binnenstad
Industrie
Stadspark
Moestuintjes
Figuur 2.6: Bestaande lindbebouwing die een aantal maal onderbroken wordt. Ook het plangebied dient als obstakel. naar de stad toe ligt ook een oud lint dit geeft het toekomstige beeld perspectief.
Figuur 2.7: Industrie, sporthallen, recreatieplassen en het stadspark zijn rondom het gebied terug te vinden. Echter de verbinding van en na is niet altijd prettig.
2.6 steDeliJke
2.7 steDeliJke
structuur
Het gebied ligt op zo’n vijf minuten fietsen van hartje Groningen en het centraal station. Rondom het gebied zijn er een aantal linten met lintbebouwing die het karakter van het Groningse landschap versterken (Figuur 2.6). Deze linten zouden met elkaar verbonden kunnen worden om drie landschapstypen met elkaar te verbinden en een betere doorvoer te ontwikkelen. De naastgelegen wijken zijn uit verschillende bouwstijlen en hebben geen directe koppeling met het gebied.
18
Sportcomplexen
functies
Het gebied wordt aan verschillende kanten omsloten door bestaande industrieĂŤn. Dit geeft een grauw en negatief effect op het gebied. Daarnaast zijn er veel verschillende faciliteiten om te sporten in de naaste omgeving. En de mogelijkheid om te genieten van het stadstrand bij Hoogkerk en het stadspark ligt binnen handbereik. (Figuur 2.7)
Semi natuurlijk Industrieel
Semi natuurlijk - Natuurlijk
Legenda
Wandel en fietsroutes
Natuurgebied
Recreatieplassen
De binnenstad
Figuur 2.8: De verschillende type water, waarbij het Hoendiep kanaal veel waarde heeft en de vloeivelden met name voor de EHS.
Figuur 2.9: Restante van de voormalige Suikerunie fabriek. (Maikel Plug, 2015)
2.8 recreatieve
2.9 het
functies
Rondom het gebied zijn er veel recreatiemogelijkheden. Zo zijn er wandelroutes, fietsroutes. Deze zijn echter door het isolement altijd om het gebied heen geleid. Het gebied biedt mogelijkheden om een nieuw knooppunt te worden en zo routes sneller met elkaar te verbinden (Figuur 2.8).
Ten zuiden van het gebied op twintig minuten fietsen ligt een gigantisch groot natuurgebied, ten westen van het gebied ligt de recreatieplas bij Hoogkerk en ten noorden van de plas ligt een recreatie plas in aanmaak voor watersport.
• • • • •
Figuur 2.9.1: De vloeivelden worden overgenomen door de natuur. (Maikel Plug, 2015)
plangebieD
Op het voorterrein zij nog restante van de voormalige suikerfabriek aanwezig. Met name de het oude fabrieksgebouw en de schoorsteen zijn opvallende elementen (Figuur 2.9). Het gebied is volledig geïsoleerd met maar een enkele ingang tot het industriële gebied en de vloeivelden. Goede locatie voor woon/werk/natuurontwikkeling. Hoendiep duidelijk aanwezig. Krachtige leider. De huidige vloeivelden hebben geen directe functie meer en worden momenteel overgenomen door de natuur (Figuur 2.10).
Ook de stad dient als recreatieve middelpunt waar dagjesmensen naartoe kunnen. 19
Hoofdstuk 3 Masterplan
20
3.1 Visie De Suikerunie te Groningen, een historische plek aan de rand van de stad, een plek waar het rijk is aan Groningse suiker geschiedenis. Een locatie, een gebied dat gaat functioneren als verbinding tussen stad (grijs) en landschap (groen). Een gebied dat momenteel nog afgesloten is van de bewoonde wereld maar binnen korte tijd gaat dienen als knooppunt. Een plek waar initiatiefnemende ondernemers kunnen ontwikkelen, waar stadjers kunnen verblijven, waar toeristen kunnen recreĂŤren en waar de natuur (ecologie) zijn gang kan gaan. Het gebied zal verschillende zones bevatten die elk een andere belevingswaarde zal hebben en een andere doelgroep zal aantrekken. Een knooppunt aan de rand van de stad waardoor de binnenstad van Groningen binnen vijf Ă tien minuten in handbereik ligt. Een plek waar duurzaamheid gestalte krijgt in de zorg voor natuur en landschap. De ultieme locatie waar je binnen vijftien tot twintig jaar kunt wonen, maar ook na een dag studeren, hard werken of huishouden kan genieten van een borrel, hapje of de rust van de groene industriĂŤle omgeving. Een plek die voorheen afgesloten lag tussen stad en landschap maar binnen enkele jaren volop in het leven staat, die mens en natuur samenbrengt. Een plek waar je graag wilt komen en kunt genieten van de verbinding tussen stad en landschap.
21
22
Figuur 3.1.1.: De waterstructuur gaat een aantal behouden blijven en worden versterkt.
Figuur 3.2.1: Lintbebouwing wordt met elkaar verbonden en vormt samen ĂŠĂŠn groot lint die gebieden met elkaar gaat verbinden. Historische verkavelingslijnen keren terug op het industrie gebied.
3.1.1 Waterstructuur - Het behouden van de Hoendiep - Het behouden van de noordelijke vloeivelden - Het verlanden van de zuidelijke vloeivelden - Het ontwikkelen van een knooppunt voor vaarverkeer - Toegang tot de stad over het water versterken
3.1.2 Kavelstructuur - Historische verkaveling (ploeg ID3) versterken - Omliggende kavelstructuren toepassen indien nodig.
Figuur 3.1.3: De EHS gaat met elkaar verbonden worden. de bariĂŠre van het Suikerunie terrein wordt opgeheven. Hierdoor komt er meer natuurbeleving in het gebied.
Figuur 3.1.4: De infrastructuur sluit aan op de ontwikkelingen van de lintbebouwing en verkaveling. Tegelijkertijd biedt het mogelijkheden sneller een ander stadsdeel te bereiken.
3.1.3 Groenstructuur - EHS versterken in het gebied. - Nieuwe bomenlanen/rijen gaan gevecht aan met omgeving - Behoud van bestaande bomen en struiken in gebied.
3.1.4 Infrastructuur - Het gebied laten functioneren als verbinding tussen verschillende wijken - Het versterken van bestaande infrastructuur uit de omgeving. - De zones met elkaar verbinden.
23
24
Figuur 3.1.5: De bodemstructuur gaat de ontwikkelingen in het gebied beinvloeden. Daar waar nog restanten van klei en veen zijn staat natuurontwikkeling voorop.
Figuur 3.1.6: Het gebied gaat een natuurlijke overgang worden tussen stad en landschap. Hierdoor ontstaat er plek voor wonen/werken en natuurontwikkeling.
3.1.5 Bodemstructuur. - De verschillende bodemtype gaan een rol spelen in de uitstraling van de zones
3.1.6 Wonen/werken vs. Natuur Het spoorlijn dat dwars door het gebied heen snijdt geeft de grens aan tussen waar gewoond en gewerkt mag worden en waar de natuur in alle rust kan ontwikkelen.
Figuur 3.1.7: Historische elementen zoals de Suikerfabriek en de schoorsteen blijven behouden in het straatbeeld.
Figuur 3.1.8: Het concept geeft in hoofdlijnen weer hoe stedelijke structuren het gebied intrekken en aan elkaar gekoppeld worden.
3.1.7 Behoud eigen identiteit. Het gebied behoudt ondanks de ontwerpvoorstellen zijn identiteit in de stad. Het industriĂŤle karakter blijft behouden.
3.1.8 Concept Het concept laat zien dat de combinatie van verschillende stedelijke structuren het gebied van de Suikerunie betreden en het gebied een nieuw en duidelijke structuur gaan geven.
25
3.2 Masterplan Bebouwing
Wonen in het voormalige industriegebied, vrije kavels 17500x6000x9700mm,400 kavels.
Lintbebouwing door ontwikkelen binnen de voorgaande ontwikkeling. Autarkisch wonen in de natuur van de vloeivelden behouden.
Infrastructuur
Wegenstructuur aanpassen naar woonverkeer. Wandelpad aanleggen in Groen rug.
Waterstructuur
Het behouden en versterken van de natuur bij de noordelijke vloeivelden. Verlanding van de zuidelijke vloeivelden ten behoeve van de ontwikkeling van het laagveenbos. De ontwikkeling van een jachthaven als ideal knooppunt voor plezierbootjes. Het knooppunt tussen stad of het landschap Stadstrand voor omwonenden en voor Groningen
Groenstructuur
De groene leider heeft al enige tijd gehad om te ontwikkelen en begint zijn vorm alslaan aan te nemen.
De groene rug blijft behouden en gaat dienen als park waar de omwonende hun dagelijkse wandeling kunnen maken Het lint wordt begeleid door een enkel rij statige 1e grootte bomen.
Wandelpromenade verlengen tot punt van de pier/dijk.
2e grootte bomen in de middenbermen van de hoofdwegen behouden.
Nieuwe brug bouwen voor gasten en voor betere doorvoer van boten.
Groene borders op het plein zorgen voor verzachting van de robuste industriĂŤle uitstraling. Daarnaast creĂŤren ze kleine knus plek in het grote geheel.
Plein verharding verder door ontwikkelen vanuit eerste ringen. Combinatie van asfalt en beton. Plein dient voor, evenementen, ontspanningen en ontmoeten. Ontwikkelen van trappen voor de verbinding tussen de promenade en het plein.
Wadi’s gaan aan het uiteinde van de hoofdwegen zorgen voor de afvoer van regenwater. Bosschages in het natuurlijk wonen landschap krijgen de gelegenheid om te ontwikkelen. Rietkragen krijgen bij de zuidelijke vloeivelden de overhand en mogen de vloeivelden doen verlanden. Dit uit stimulans voor het laagveenbos.
Behoud van de vogelweide. Grazers van omwonende boeren onderhouden het land.een enkele keer komt er een maaimachine aan te pas 26
27
Historische bebouwing Plein Kavelstructuur
Infrastructuur Bomenstructuur
Groenstructuur
Waterstructuur
Ontwikkeld Masterplan 2030-Toekomst
28
Figuur 3.2: Masterplan lagenopbouw
Infrastructuur De bestaande linten worden met elkaar verbonden door een verlengd lint dat door het gebied het loopt. De verbinding tussen de stad en het landschap vindt plaats door een wandel/fiets promonade langs het Hoendiep kanaal. Op het oude fabrieksterrein wordt aan de hand van historische verkavelinglijnen een grit ontwikkeld die gaat functioneren als infrastructuur. Daarnaast zijn er paden in natuurlijke vormen die dienen voor fiets- en wandelverkeer. Groenstructuur De promenade wordt met 1e grootte (Fraxinus excelsior) (groene leider) versterkt. Op die manier krijgt de promenade in samenwerking met het Hoendiep kanaal zijn statige uitstraling en gaat het de concurrentie aan met de (N370). De groene rug is de tegenhanger van de groene leider en heeft een natuurlijke uitstraling. De groene rug bestaat uit diverse soorten en maten bomen die in een parkachtige setting worden aangeplant met daaronder een diversiteit aan weelderig gazon, gemaaid gazon en bosplantsoen. 1e grootte (Populus canadensis) worden in een rij aangeplant langs het lint deze versterkt het straatbeeld van het lint en begeleid het lint langs het Hoendiep kanaal. Ten zuiden van de spoorlijn gaat er weinig gebeuren met de landerijen. Deze blijven bestempeld als grasweide voor de flora en fauna. Bij de zuidelijke vloeivelden ontstaat er laagveenbos, dit omdat er op die locatie nog veen aanwezig is in de bodemstructuur en zo een geschikt natuurgebied kan ontstaan in combinatie met de vogelweide die op de restanten van kleigronden liggen. Bebouwing Tussen de wegen van het gestructureerde grit komen in eerste instantie bottum up ondernemingen. In de laatste fase dient de ruimte als kavel percelen en is daar de mogelijkheid om je eigen huis te bouwen op ĂŠĂŠn van de 400 vrije kavels. Langs het lint worden agrarische ondernemers gestimuleerd tot het bouwen van hun ideale woon/werk boerderij. In de natuurlijke zone van de noordelijke vloeivelden worden autarkische woningen gebouwd. Deze moeten geheel zelfvoorzienend zijn en is voor de echt natuurbelever. Waterstructuur Het Hoendiep kanaal wordt in de laatste fase uitgebreid met een jachthaven en een stadstrand. Deze dienen als recreatie en knooppunt tussen de stad en het landschap. De zuidelijke vloeivelden krijgen de gelegenheid om volledig te ontwikkelen tot een moeras waar uiteindelijk een laagveenbos in kan ontstaan. De noordelijke vloeivelden worden door de autarkische bewoners op een natuurlijke wijze beheerd en groeien uit tot een EHS voor vogels en vissen.
3.3 Sfeer Stedelijk Dit gebied is herkenbaar aan de harde strakke lijnen van het grit, de promenade, de groen leider en het gecultiveerde groen van de groene rug.
Figuur 3.3.1: Stedelijk
Figuur 3.3.2: Landelijk
Landelijk Dit gebied is herkenbaar aan de landelijke uitstraling van de kavels met namen door de verschillende type boerderijen de doorkijkjes richting het agrarische land de lange rij met Populieren en de diversiteit aan verschillende type boerderijen. Semi natuurlijk Het gebied oogt natuurlijk maar wie goed kijkt ziet dat er in geleefd wordt. Hier en daar is er een huis te zien tussen het riet en zwevend boven het vloeiveld.
Figuur 3.3: Sfeerkaart waarin duidelijk wordt welke sferen je waar kunt vinden.
Figuur 3.3.3: Semi Natuurlijk
Figuur 3.3.4: Natuurlijk
Natuurlijk De natuur heeft hier volledig de overhand. Allen op de vogelweide wordt een enkele keer door een boer gemaaid om de diversiteit aan ecologie in stand te houden.
29
3.4 DEELGEBIEDEN 3.4.1
bOttum up
Links Figuur 3.4.1.1: Current situation Midden Figuur 3.4.1.2 Bottum up Rechts Figuur 3.4.1.3 Living Deze afbeeldingen zijn geen eindbeelden. Het zijn principe doorsnede. Figuur 3.4.1: Deelgebied aanduiding. Hier ziet u het industrie terrein.
30
Figuur 3.4.1.4: Strip met principe en randvoorwaarden voor de uitstraling van de uitstraling van het gebied. In dit deelgebied hebben de vrije kavels een rooilijn meegekregen en de afmetingen waar het gebouw aan moet voldoen. Verder is men vrij om te ontwikkelen wat ze willen.
31
3.4.2 agrarisch
wOnen aan het lint
Links Figuur 3.4.2.1: Current situation Midden Figuur 3.4.2.2 Bottum up Rechts Figuur 3.4.2.3 Living Deze afbeeldingen zijn geen eindbeelden. Het zijn principe doorsnede. Figuur 3.4.2: Deelgebied aanduiding. Hier ziet u het Agrarisch wonen aan het lint.
32
Figuur 3.4.2.4: Strip met principe en randvoorwaarden voor de uitstraling van de uitstraling van het gebied. In dit deelgebied hebben de vrije kavels een rooilijn meegekregen en de afmetingen waar het gebouw aan moet voldoen. Verder is men vrij om te ontwikkelen wat ze willen.
33
3.4.3 autarkisch
wOnen in De natuur
Links Figuur 3.4.3.1: Current situation Midden Figuur 3.4.3.2 Bottum up Rechts Figuur 3.4.3.3 Living Deze afbeeldingen zijn geen eindbeelden. Het zijn principe doorsnede. Figuur 3.4.3: Deelgebied aanduiding. Hier ziet u het vloeivelden gebied dat wordt bestempeld als het autarkisch wonen in de natuur gebied.
34
Figuur 3.4.3.4: Strip met principe en randvoorwaarden voor de uitstraling van de uitstraling van het gebied. In dit deelgebied hebben de vrije kavels een rooilijn meegekregen en de afmetingen waar het gebouw aan moet voldoen. Verder is men vrij om te ontwikkelen wat ze willen.
35
3.4.4 vOgelweiDe
Links Figuur 3.4.4.1: Current situation Midden Figuur 3.4.4.2 Bottum up Rechts Figuur 3.4.4.3 Living Deze afbeeldingen zijn geen eindbeelden. Het zijn principe doorsnede. Figuur 3.4.4: Deelgebied aanduiding. Hier ziet u het industrie terrein.
36
3.4.5 laagveenbOs
Links Figuur 3.4.5.1: Current situation Midden Figuur 3.4.5.2 Bottum up Rechts Figuur 3.4.5.3 Living Deze afbeeldingen zijn geen eindbeelden. Het zijn principe doorsnede. Figuur 3.4.5: Deelgebied aanduiding. Hier ziet u het industrie terrein.
Figuur 3.4.2: Strip met principe en randvoorwaarden voor de uitstraling van de uitstraling van het gebied. In dit deelgebied hebben de vrije kavels een rooilijn meegekregen en de afmetingen waar het gebouw aan moet voldoen. Verder is men vrij om te ontwikkelen wat ze willen.
37
Figuur 3.5: Hiernaast weergegeven welke groenstructuren de dragers worden van het masterplan en het voormalige Suikerunie terrein.
3.5 Staalkaart 3.5.1 Beplantingsvisie Gestreefd wordt naar een groene plek aan de rand van de stad waar beplanting een belangrijke rol gaat spelen tussen de overgang van stad naar landschap. Groene lijnen die de verharding begeleiden en tegelijkertijd de strijd aan gaan met de harde omgeving daarbuiten. De plek moet je omarmen en prikkelen om daar te verblijven . De natuur heeft grotendeels de overhand maar wordt meer gecultiveerder richting de stad. In het gebied zullen bomenrijen de infrastructuur begeleiden. Daar waar mogelijk sluiten ze aan op historische lijnen uit de omgeving. Hiermee wordt niet alleen de EHS versterkt maar ook het straatbeeld. Om een tegenhanger te ontwikkelen van de (N370) komt er een bomenlaan die groot en robuust is. Solitairen bomen komen in verschillende soorten en maten voor en zorgen voor kleurbeleving in voor en najaar. Daarnaast bieden ze verkoeling op warme zomerse dagen. In de zones rondom de natuur worden op de bomen langs de wegen na geen beplanting aangeplant. Daar waar de natuur zijn gang kan gaan ontwikkelen zich vanzelf zaailingen die uit kunnen groeien tot bosschages of bossen. De uitstraling mag dan ook ruig zijn en zijn er geen harde randvoorwaarde aan gekoppeld.
38
Fraxinus
excelsior
Populus
canadensis
Acer
campestre
Jan
Feb
Mrt
Apr
Geen
Mei
Jun
Jul
Aug Sep
Okt Nov
Dec
bloei
‘Elsrijk’
3.5.2 De groenstructuur Functie en sfeer Er wordt een duidelijke groenstructuur aangeplant die gaat functioneren als drager voor het gebied. Er zijn drie structuren die in elkaar overlopen en samen een geheel vormen. Zo is er de groene leider (statig), de groene rug(parkachtig), het lint (landelijk) en de woonstraten(statig). Tijd De bomen worden in fasering 2 aangeplant. Tijdens deze aanplant zijn de bomen niet op ware grootte. Doordat fasering 3 vijftien tot twintig jaar later plaatsvindt hebben de bomen de mogelijkheid om te ontwikkelen tot volwassen bomen met meer body. Beheer Omdat de bomen mogen ontwikkelen tot volwassen bomen hoeft er weinig beheer toegepast te worden in de tussenliggende jaren. Belangrijk is dat ze na de aanplant voldoende water krijgen. Wanneer nodig krijgt de boom in kwestie een onderhoudsbeurt maar dit gebeurt enkel en alleen als het echt nodig is. Verder wordt de onderlaag van gazon en bloemrijkgrasland onderhouden met een vastgesteld maaibeheer van de gemeente en ploeg ID3.
Stuks Wetenschapelijke naam Maat Aantal per m² Prijs 200 Fraxinus excelsior 30-35 1 € 500 300 Populus canadensis 25-30 1 € 450 150 Acer campestre ‘Elsrijk’ 20-25 1 € 350
39
3.6 Strategie De volgende drie pagina´s staan in het teken van de faseringen. Deze faseringen laten duidelijk zien welke stappen er genomen moeten worden om bij het gewenste eindresultaat te komen. Hierbij valt op dat met name de grootste veranderingen plaatsvinden op het terrein noordelijk gelegen van het spoorlijn. Er is voor deze strategie gekozen omdat ik van mening ben dat er in deze tijd van crisis een mogelijkheid is om de basis voor de toekomst te ontwikkelen op een duurzame en goedkope manier. Hiermee ben je niet alleen bezig met de huidige ontwikkelingen maar ook met een stukje toekomstvisie voor het plangebied.
3.6.1 Fasering 1 Current situation. De huidige situatie bestaat uit een braakliggend overwoekerd industrieterrein dat op een enkele ondernemer geen functie heeft. Daarnaast neemt de natuur de overhand in de naastgelegen vloeivelden en worden de weide velden bijna tot niet gebruikt. Ploeg ID3 heeft in hun plan meegenomen dat de oude verkavelingstructuur op het industrie terrein terug komt. Om dit als uitgangspunt voor het verdere ontwerpen van fase 2 en fase 3 3.6.2 Fasering 2 Bottum Up. In de tweede fasering die plaats vindt tussen 2015 en 2030 wordt vooral het bottum up initiatief van (ploeg ID3) aangehouden met een aantal toevoegingen. Hierbij is het de bedoeling dat de infrastructuur en belangrijke lijnen zoals bomenlanen en rijen worden aangelegd. Dit basis grit gaat later dienen als woonstraten. In eerste instantie krijgen (startende) ondernemers de mogelijkheid om hun bedrijf hier op te zetten en tijdelijk kantoorpanden
40
te plaatsen. Hierdoor kan de economie van Groningen een boost krijgen. In het agrarische landschap worden sloten gegraven die in het verlengde liggen van de sloten ten zuiden van het spoor. Vervolgens wordt dit gebied voorzien van windsingels en worden de kavels verdeeld. Deze kavels kunnen door startende agrarische ondernemers worden gekocht waarna zij hun eigen bedrijf/woning kunnen oprichten. Deze kavels liggen aan het lint dat is doorgetrokken uit het aansluitende bestaande lint en wordt vervolgens voorbij de noordelijke vloeivelden aan het ander lint gekoppeld. In het gebied van de noordelijke vloeivelden is er in verband met grondwerkzaamheden op het industrieterrein direct de mogelijkheid om autarkische woningen te plaatsen. Hierdoor wordt dit gebied maar eenmalig aangetast en heeft het daarna de rust om verder te ontwikkelen tot natuurgebied. Zuidelijk gelegen van het spoor blijven de weilanden behouden. Er mogen meer grazers van omwonende boeren grazen om zo de ecologie in stand te houden. Daarnaast worden de zuidelijke vloeivelden niet beheerd en mogen ze verlanden. Hierdoor ontstaat er een moeras en kan er vervolgens een laagveenbos ontwikkelen.
3.6.3 Fasering 3 Living. In de laatste fasering ligt de focus met namen op het industrieterrein. De andere deelgebieden ontwikkelen zich verder is omschreven in fasering 2. Het voorterrein daar in tegen ontwikkeld zich tot een woonwijk van de stad Groningen. Daar waar vijftien jaar lang de kantoorpanden van ondernemers hebben gestaan komen vrije kavels voor in de plaats. Je kan het stuk grond van 17500x6000mm kopen en daar vervolgens je eigen ontworpen huis op ontwikkelen. De groenstructuur die aan het begin van fasering 2 is aangeplant is ondertussen groter geworden waardoor de beleving in de straten en langs de wandelpromenade veel sterker is. Ook wordt in deze fase de hand gelegd aan het ontwikkelen van het plein en de wandelpaden. Deze worden ingericht aan de hand van de visie en concept van Hoofdstuk 4 (blz 47).
Fasering 1
Figuur 3.6.1: De huidige situatie van het Suiker unie terrein bestaat uit een grote plaat asfalt en beton en natuur dat de overhand krijgt.
41
Fasering 2
42
Figuur 3.6.2: In fasering 2 worden er kleine stedenbouwkundige ontwikkeling toegepast. Zo wordt het lint doorgetrokken het gebied in en worden er woningen ontwikkeld bij de noordelijke vloeivelden. Het industrie terrein krijgt een duidelijk grit met een belangrijke groenstructuur. Hier gaan de komende vijftien tot twintig jaar bottum up ondernemingen de mogelijkheid krijgen om te ontwikkelen.
Fasering 3
Figuur 3.6.3: Fasering 3 staat in het teken van wonen. De ontwikkeling die in fasering 2 plaatsvonden worden verder doorontwikkeld. Op de locatie waar tijdelijke bottum up kantoorgebouwen stonden worden kavels verkocht en kunnen mensen hun vrije kavel ontwikkelen.
43
Hoofdstuk 4 Deelgebied
44
4.1 Visie De Suikerunie te Groningen, een historische plek aan de rand van de stad, een plek waar het rijk is aan Groningse suiker geschiedenis. Een gebied dat gaat functioneren als verbinding tussen stad (grijs) en landschap (groen). Een gebied dat momenteel nog afgesloten is van de bewoonde wereld maar over vijftien tot twintig jaar gaat dienen als bron van leven. De nieuwste plek waar stadjers kunnen wonen, verblijven, recreĂŤren en waar de natuur zijn intrede doet. Een gebied dat wordt gekenmerkt door zijn industriĂŤle historie en deze uitstraling voort wil zetten. Strakke harde lijnen vormen de basis en worden door ronde en losse vormen onderbroken. Dit wordt het tweede centrum van Groningen. Het wordt een plek waar je na een dag studeren, hard werken of huishouden kan genieten van een borrel, hapje of de rust van de groene industriĂŤle omgeving. Een plek die voorheen afgesloten lag tussen stad en landschap maar binnen enkele jaren volop in het leven staat, die mens en natuur samenbrengt. Een plek waar je graag wilt komen en kunt genieten van de verbinding tussen stad en landschap.
Figuur 3.1.8: Het concept geeft in weer wat de rol van de groene leider gaat zijn in het deelgebied en wat zijn effect gaat zijn op de (N370). De groene rug heeft een natuurlijke vorm en de infrastructuur is gebaseerd op histrosiche verkavelingslijnen.
45
4.2 Deelgebied Bebouwing
Bestaande historische bebouwing Wonen in het voormalige industrie gebied, vrije kavels 17500x6000x9700mm,400 kavels.
Infrastructuur
Hoofdwegen met middenberm en een bomenrij Subwegen met langsparkeervakken
Het behouden en versterken van de natuur bij de noordelijke vloeivelden. De ontwikkeling van een jachthaven als ideal knooppunt voor plezierbootjes. Het knooppunt tussen stad of het landschap
Groenstructuur
De groene leider heeft al enige tijd gehad om te ontwikkelen en begint zijn vorm alslaan aan te nemen.
De groene rug blijft behouden en gaat dienen als park waar de omwonende hun dagelijkse wandeling kunnen maken
Subwegen richting het Hoendiep kanaal blijven vrij van obstakels.
2e grootte bomen in de middenbermen van de hoofdwegen behouden.
Wandel- en fietspromenade langs het Hoendiep kanaal.
Groene borders op het plein zorgen voor verzachting van de robuste industriĂŤle uitstraling. Daarnaast creĂŤren ze kleine knus plek in het grote geheel.
Plein verharding in circels. Een combinatie van verhardings elementen en groene elementen die voor ontspanning en rust zorgen op het plein. Ontwikkelen van trappen voor de verbinding tussen de promenade en het plein.
Nieuwe brug bouwen voor gasten en voor betere doorvoer van boten.
46
Waterstructuur
Wadi’s gaan aan het uiteinde van de hoofdwegen zorgen voor de afvoer van regenwater.
47
Historische bebouwing Plein en promenade
Infrastruuctuur
Bomenstructuur
Groenstructuur
Waterstructuur
Deelgebied 2030-toekomst
48
Figuur 4.2: Deelgebied lagenopbouw
Infrastructuur De verbinding tussen de stad en het landschap vindt plaats door een wandel/fiets promenade langs het Hoendiep kanaal. Op het oude fabrieksterrein wordt aan de hand van historische verkavelinglijnen een grit ontwikkeld die gaat functioneren als infrastructuur. Binnen deze infrastructuur is er onderscheid gemaakt tussen hoofd- en subwegen. Het grit is opgebouwd vanuit de middelste as die enerzijds aanlsluit op de Admiraal de Ruyterlaan en anderzijds op het plein met een directe zichtas op het historische Suikerunie gebouw. De subwegen evenwijdig aan deze hoofdas hebben een ander profiel en bieden ruimte aan parkeren. De reden dat hier parkeervakken zijn toegepast en niet op de hoofdas is omdat de hoofdas vrij moet zijn van ruis wat het beeld naar het plein kan belemeren. Haaks op deze hoofdas zijn zijwegen ontwikkeld. Deze zijwegen zijn ook in hoofd en subwegen ingedeeld en komen om en om terug in het profiel. De basis van de hoofdwegen die uitzicht geven op de groen leider en het Hoendiep kanaal ligt bij een vertakking die de groene leider als enige doorbreekt. Het hart van deze vertakking wordt het hart van de hoofdweg die vervolgens in een regelmaat terugkeert. De bestaande kade en kade verhoging blijven behouden waardoor het karakter van het gebied in stand blijft. Groenstructuur De kade wordt door de groene leider met een 1e grootte boom (Fraxinus excelsior) begeleid. Hierdoor komt er een menselijke schaal in het gebied en krijgt de kade in samenwerking met het Hoendiep kanaal zijn statige uitstraling en gaat het gebruikt worden als promenade. Niet alleen de promenade krijgt hierdoor zijn functie het is de bedoeling dat de Groene leider de concurrentie aangaat met de naastgelegen randweg (N370) die momenteel hoog boven het gebied uit prijkt en aanvoelt als een barriére. De tegenhanger van de groene leider wordt de groene rug. Het wordt een park met een natuurlijke klassieke parkuitstraling. De groene rug bestaat uit diverse soorten en maten bomen die in een parkachtige setting worden aangeplant met daaronder een diversiteit aan weelderig gazon, gemaaid gazon, bloemrijkgazon en bosplantsoen beplanting. Bebouwing Tussen de open ruimtes van het infrastructuur grit worden vanaf 2030 vrije kavels verkocht. In de laatste fase wordt mogelijkheid gecreëerd om je eigen huis te bouwen op één van de 400 vrije kavels. De kavels hebben een afmeting van 17500x6000mm. De koper is vrij om te bouwen wat hij wilt het enige waar hij rekening mee moet houden zijn randvoorwaarden die door de stedenbouwkundige architect zijn vastgesteld. Daarnaast is er een duidelijke rooi waar iedereen zich aan moet houden. Waterstructuur Het Hoendiep kanaal wordt in de laatste fase uitgebreid met een jachthaven en een stadstrand. Deze dienen als recreatie en knooppunt tussen de stad en het landschap. Plein Het plein wordt opgebouwd uit cirkels die het contrast aan gaan met de statige Groene leider. Daarnaast komen er elemeten terug op het plein om zo verbindingen en uitzichten te creëren. Voor verdere informatie verwijs ik u naar Hoofdstuk 5 Deeluitwerking (blz…)
4.3 Sfeer Groene leider Fraxinus excelsior brengt een statig gevoel naar het gebied. In samenwerking met het Hoendiep kanaal begeleid hij de promenade.
Figuur 4.3.1: Fraxinus excelsior als Groen leider
Figuur 4.3.2: De Groene rug
Groene rug De groene rug verzacht de harde rechtlijnigheid van het gebied. Het heeft een natuurlijke parkachtige uitstraling en biedt mogelijkheden tot recreatie. Vrije kavels De vrije kavels mogen door elke koper zelf ontworpen worden. Er zijn randvoorwaarden maar gezien het resultaat van Sporenburg in Amsterdam komt dat wel goed. Robuuste materialen Het materiaalgebruik in het gebied moet robuust en industrieel ogen. Denk hierbij aan beton, asfalt of cortenstaal.
Figuur 4.3: Zichtlijn op het Suiker unie gebouw
Figuur 4.3.3: Vrije kavels
Figuur 343.4: Robuuste materialen
49
4.4 Materialisatie 4.4.1 Visie De materialen die toegepast gaan worden moeten zoveel mogelijk uit het gebied zelf komen. Dit geeft het gebied sfeer mee en laat het duidelijk merken waar het zich heeft verankerd. Op die manier blijft het voor stadjers maar ook voor toeristen een plek die niet zomaar ontwikkeld is. Alle materialen die in het gebied worden toegepast zijn robuust. Denk hierbij aan asfalt, beton en cortenstaal. Hierdoor komt het stoere industriĂŤle karakter nog meer naar voren. De infrastructuur zal ruim worden opgezet en krijgt tot tegenstelling van de rest van het gebied een sfeer zoals deze voorkomt in omliggende woonstraten uit de zeehelden buurt. Dit houdt in dat de materialen bestaan uit betontegels, betontrottoirbanden en gebakken keiformaat stenen. Er vanuit gaand dat het een woongebied is met een maximale snelheid van 45 kilometer per uur heeft doen besluiten dat er geen fietspaden aanwezig zijn. Fietsen is toegestaan op de rijbaan. Het meubilair wordt op dezelfde manier toegepast als alle andere materialen die in het gebied gebruikt gaan worden. Denk hierbij aan beton en cortenstaal. Wanneer het om zitgedeeltes gaat zal het FSC hout betreffen. Het gebied zal worden voorzien van twee type verlichting. Het gaat hier om algemene verlichting zoals straatlantaarnpalen en sfeerverlichting zoals grondspots.
4.4.2 Infrastructuur Twee belangrijke elementen binnen de infrastructuur liggen dicht bij elkaar. Het mag echter niet gebeuren dat ze elkaar gaan beĂŻnvloeden. Het gaat in dit geval om de brug en de promenade. De promenade wordt in dit geval vrij neutraal en behoudt zijn pure karakter. De brug daarentegen is nieuw en mag uitbundig zijn. Deze zal in grote lijnen de verbinding zijn voor dagjesmensen en je moet het gevoel krijgen dat je in het gebied van de Suikerunie terecht komt. Dit houdt in dat de materialen indien mogelijk de materialen robuust zijn. Het is tevens belangrijk dat de brug geen
50
belemmering geeft aan vaarverkeer en dat het zicht vanaf de brug richting het terrein open is. De Infrastructuur in het gebied wordt ingedeeld aan de hand van hoofd en subwegen. Dit heeft met zichtlijnen te maken die vrij moeten blijven van ruis en altijd uitzicht bieden op elementen uit de omgeving.
4.4.3 Plein Het plein gaat dienen als evenementen plein. Hierdoor is het in grote lijnen verhard. De aanwezig beplanting zorgt voor intieme plek rondom de uitkijkschoorsteen en waaiert uit naar de randen van het plein. Hierdoor wordt de harde zwart/grijze, asfalt/betonlaag iets rustiger en ingetogen. Voor meer informatie over het plein verwijs ik u door naar hoofdstuk 5 Deeluitwerking (blz 63)
Figuur 4.4.2.1: De brug
Figuur 4.4.2.2: Promenade
Figuur 4.4.2.3: Hoofdwegen
Figuur 4.4.2.4: Subwegen
Figuur 4.4.3.1: Uitkijkpunt
Figuur 4.4.3.2: Beton verharding
Figuur 4.4.3.3: Asfaltverharding
Figuur 4.4.3.3: Cortenstalen plantenborders
51
HOOFDWEGEN Figuur 4.5. Technisch detail van de verschillende straatprofielen in het plangebied. In deze wegen wordt onderscheid gemaakt in hoofd- en subwegen.
Gemengd tweerichtingsverkeer met middenberm Aan te vullen grond
Afschot 2% Op één oor, richting middenberm
4.5 technische
beton trottoirtegels Halfsteensverband 300x300x50mm
Details
In(figuur 4.5) is te zien welk type bestrating wordt toegepast in het deelgebied. Er is onderscheid gemaakt tussen de hoofd en subwegen. Hoofdwegen zijn voorzien van een dubbele rijbaan met daar tussen een middenberm. In deze middenberm komt een bomenrij van Acer campestre ‘Elsrijk’ te staan. De rijbaan ligt op één oor en heeft langs de trottoirband van de middenberm een vierdubbele strek. Hier worden de grote hoeveelheden regenwater (die gecentreerd worden richting de hoofdwegen) begeleid naar de wadi’s waar het water infiltreert. De subwegen worden in twee categorieën ingedeeld. Het smalle profiel bestaande uit een tweerichtingsverkeer rijbaan. Deze staat haaks op de hoofdwegen en heeft zicht op de groene leider en de groene rug. Het profiel is ton rond en langs de trottoirband komt een dubbele strek voor het begeleiden van regenwater.
45°
0.1 0.25
Afschot 2% Op één oor, richting middenberm Straatzand Ongebonden steenfundering Zand voor zandbed
0.25
Trottoirband beton 130/150x250x1000mm grijs
Gebakken klinker keiformaat Keperverband 200x100x80mm Terra Marrone bruin Bloemrijke middenberm
1.5
3.5
2.0
3.5
UTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
Het brede profiel ligt evenwijdig aan het Hoendiep kanaal. Dit profiel biedt ruimte aan auto’s om te parkeren. Hierdoor blijven de hoofdwegen en de smalle subwegen vrij van stilstaand ruis en belemmerd dat de zichtlijnen naar belangrijke elementen uit het gebied niet. Het profiel van de brede subwegen is ton rond op de rijbaan en de langsparkeervakken liggen op één oor richting de rijbaan. Hierdoor kan het regenwater in de verdiepte (klik) strekgoten richting de hoofdwegen (Figuur 4.5.1) waar het water vervolgens kan weglopen naar de wadi’s.
52
Ongeroerde grond Ontgravingslijn
Figuur 4.5.1: De afvoer van het regenwater ligt allemaal gericht op de hoofdwegen. Vanaf deze wegen wordt het water naar wadi’s in de groene leider toe geleid.
1.5
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
SUBWEGEN
FI
Tweerichtingsverkeer zonder parkeren
Vr
Afschot 2% Ton rond profiel, Ongeroerde grond
0.1 0.25
45°
0.25
Ontgravingslijn
1.5
1.5
Straatzand Ongebonden steenfundering
Ongeroerde grond
Zand voor zandbed
Ontgravingslijn
6.0
1.5
1
Tweerichtingsverkeer met langsparkeren Afschot 2% Op één oor Richting rijbaan
beton trottoirtegels Halfsteensverband 300x300x50mm
Afschot 2% Ton rond profiel, 0.1 0.25
45°
0.25
La
Afschot 2% Op één oor Richting rijbaan
Straatzand Ongebonden steenfundering
Ongeroerde grond
Zand voor zandbed
Ontgravingslijn
Trottoirband beton 130/150x250x1000mm grijs
Gebakken klinker keiformaat Keperverband 200x100x80mm Terra Marrone bruin Gebakken klinker keiformaat Keperverband 200x100x80mm Terra fiora bruin/geel
1.5
1.8
4.8
1.8
1.5 53
Figuur 4.6.3: De groene rug als tegenhanger van de groene leider. Een natuurlijk park met solitairen bomen. Figuur 4.6.2: De groene leider wordt een belangrijke statige lijn in het gebied en gaat het gevecht aan met de randweg (N370), De uitstraling wordt die van een bomenlaan waar een fietspad doorheen geleid wordt.
54
Figuur 4.6.4: De hoofdwegen worden voorzien van een middenberm met daarin 2e grootte bomen (Acer campestre ‘Elsrijk’)
4.6 Beplanting 4.6.1 Visie Gestreefd wordt naar een groene plek aan de rand van de stad waar beplanting een belangrijke rol gaat spelen tussen de overgang van stad naar landschap. Groenen lijnen die de verharding begeleiden en tegelijkertijd de strijd aan gaan met de harde omgeving daarbuiten. De plek moet je omarmen en prikkelen om daar te verblijven. De natuur heeft grotendeels de overhand maar wordt meer gecultiveerder richting de stad. In het gebied zullen bomenrijen de infrastructuur begeleiden. Daar waar mogelijk sluiten ze aan op historische lijnen uit de omgeving. Hiermee wordt niet alleen de EHS versterkt maar ook het straatbeeld. Om een tegenhanger te ontwikkelen van de (N370) komt er een bomenlaan die groot en robuust is. Solitaire bomen komen in verschillende soorten en maten voor en zorgen voor kleurbeleving in voor- en najaar. Daarnaast bieden ze verkoeling op warme zomerse dagen. In de zones rondom de natuur worden op de bomen langs de wegen na geen beplanting aangeplant. Daar waar de natuur zijn gang kan gaan ontwikkelen zich vanzelf zaailingen die uit kunnen groeien tot bosschages of bossen. De uitstraling mag dan ook ruig zijn en zijn er geen harde randvoorwaarden aan gekoppeld.
4.6.2 Groene leider De groene leider gaat een belangrijke rol spelen bij het begeleiden van het fietspad en de promenade langs het Hoendiep kanaal. Daarnaast dient de groene leider als tegenhanger van de duidelijk aanwezige randweg (N370). Het zijn 1e grote bomen die een brede rond/ovale kroon hebben en een grillige uitstraling. De bomen worden tot vijf meter opgekroond. De onderbegroeiing van deze groene leider is goed te onderhouden en is voorzien van waterinfiltratie zones.
4.6.5 Vaste planten borders De vaste plantenborders worden voorzien van diverse soorten vaste planten met een maximale hoogte van 2000mm. Voor verder toelichting van de vaste planten border zie paragraaf 5.4 Van hoofdstuk 5 (blz. 70).
4.6.3 Groene rug De groene rug staat in contrast met de statige groene leider. In dit gebied waan je, je in een parkzone waar diverse 1e, 2e en 3e grootte bomen staan. Het zijn bomen die in het voor en najaar kleur door middel van herfstkleur, vruchten en bloei sfeer geven aan de omgeving. De groene rug verzacht de strakke statige omgeving. 1e grootte bomen worden solitair toegepast waarna de 2e en 3e grootte bomen in groepen aangeplant mogen worden. De bomen worden niet opgekroond mits er een voetpad onder de boomkroon door loopt. In dat geval wordt de boom tot 3500mm opgekroond. De onderbegroeiing bestaat uit bosplantsoen en uit een gazon met plekken van intensief en extensief maaibeheer. 4.6.4 Groenstructuur De groenstructuur die terug te vinden is in de straten bestaat voornamelijk uit bomen. 2e grootte bomen worden in de middenbermen van de hoofdwegen aangeplant en zorgen zo voor hiĂŤrarchie in de infrastructuur. De bomen zijn opgekroond tot vijf meter. De onderbegroeiing is rijk aan bloemen en zal eens in de zoveel tijd onderhouden moeten worden.
55
Figuur 4.7: Hiernaast weergegeven de gewenste uitstraling van de groene leider langs de promonade.
4.7 Beplanting
staalkaarten
4.7.1 Visie Gestreefd wordt naar een statige strakke groenstrook waar 1e grootte bomen het heft in handen nemen. Ze zijn in samenhang van het Hoendiep kanaal, het leidende onderdeel van de promenade en gaat de concurrentie aan met de kruisende randweg (N370). De bomen hebben een korte bloei in het voorjaar en verkleuren mooi in het najaar (herfst). De bomen zijn goed bestemd tegen vochtigheid en kunnen in de volle zon vertoeven. Belangrijk is dat de bomen aansluiten op de groenstructuur die aanwezig is in de stad. Het is daarom belangrijk dat het inheemse soorten zijn die goed in het straatbeeld van groningen passen. De boomkronen zijn breed ovaal om body te geven aan de laan en zijn op een hoogte van vijf meter opgekroont. De onderbegroeing blijft strak en statig en krijgt op enkele plekken ruige zones. Ruige zones sluiten aan op de straten die haaks op de groene leider liggen. Op die manier gaat de groene leider op die locaties dienen als waterinvultratie zone.
56
Fraxinus
excelsior
Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug Sep
Okt Nov
Dec
4.7.2 De groene leider Functie en sfeer De groene leider krijgt een belangrijke rol. De functie van de groene leider is het begeleiden van de promenade van de stad naar het landschap en andersom. Daarnaast gaat hij de concurrentie aan met de kruisende randweg (N370) Tijd De bomenlaan (Fraxinus excelsior) wordt in fasering 2 aangeplant met het formaat 35-40. Tijdens de aanplant zijn de bomen nog niet op ware grootte. Doordat fasering 3 vijftien tot twintig jaar later plaats vindt hebben de bomen de mogelijkheid om te ontwikkelen in de richting van volwassen bomen. Zo hebben de bewoners straks meer beschutting en een straatbeeld met meer waarde. Beheer Omdat de bomen mogen ontwikkelen tot volwassen bomen hoeft er weinig beheer toegepast te worden in de tussenliggende jaren. Belangrijk is dat ze na de aanplant voldoende water krijgen. De onderlaag bestaat uit gemaaid gazon en ruig gazon bij de wadi’s. Het maaibeheer moet door de gemeente en ploeg ID3 worden vastgesteld. Gestreefd wordt naar een maaibeheer van één keer per week.
Stuks Wetenschapelijke naam Maat Aantal per m² Prijs 200 Fraxinus excelsior 30-35 1 € 500
57
Figuur 4.8: Hiernaast weergegeven de gewenste uitstraling van de groene rug langs de provinciale weg ‘Laan van 1940 - 1945’.
4.8 Staalkaart
de groene rug
4.8.1 Beplantingsvisie Gestreefd wordt naar een natuurlijke parkachtige setting waar diverse bomen staan in grootte, vorm en kleur. Het gebied is een tegenhanger van de statige groene leider en gaat om die reden natuurlijk ogen. De groene rug gaat het gebied omarmen en de natuur de mogelijkeid bieden zijn intreden te maken. Tegelijkertijd biedt het de mogelijkheid voor bewoners om te recreëren. De bomen zijn van verschillende grootte, vorm en kleur. Zo worden er bomen toegepast met bloei in diverse perioden en zijn er ook bomen die aanwezig zijn vanwege hun mooie herfstkleur. Bomen met een grote brede kroon bieden schaduw aan recreanten. De bomen van de groene rug hoeven niet aan te sluiten op de groenstructuur die aanwezig is in de stad. De onderbegroeing is voorzien van bosplantsoen bloemrijkgrasland, ruiggrasland en strak gemaaid gazon. Het bosplantsoen gaat met name dienen als beschutting van de laan van 1940 - 1945 die onder de (N370) ligt. Wanneer je door deze zone loopt moet je het gevoel krijgen dat je door een park wandelt en dat je even weg bent uit het industriële en rechtlijnige omgeving.
Stuks Wetenschapelijke naam Maat Aantal per m² Prijs 11 Quercus rubra 25-30 1 € 11 Aesculus hippocastanum 20-25 1 € 30 Betula utilis ‘Doorenbos 10-12 1 € 22 Betula nigra 10-12 1 € 25 Amelanchier arborea ‘Robin Hill’ 6-8 1 € 58
400 350 200 200 100
Quercus Aesculus
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug Sep
Okt Nov
Dec
utilis
Betula
nigra
Amelanchier Crataegus
‘Doorenbos
arborea
x media
Tijd De bomen worden in fasering 2 aangeplant. Bij de aanplant worden de bomen klein neergezet. Hierdoor kunnen ze goed gronden en kunnen ze uitgroeien in de vorm en maat die ze willen. Hierdoor heeft het park in 2030 al meer identiteit gekregen in zijn omgeving. Het bosplantsoen wordt aangeplant en mag met enige beheer zijn gang gaan. De graslanden worden ingezaaid om vervolgens onderhouden te worden. In fasering 3 worden deze nog een keer goed onderhanden genomen.
‘Robin Hill’
‘Paul’s Scarlet’
campestre
Alnus
glutinosa
Cornus
alba
‘Sibirica’
Amelanchier
lamarckii
4.8.2 De groene leider Functie en sfeer Er wordt een natuurlijke parkachtige sfeer ontwikkeld die door middel van diverse bomen en onderbegroeing wordt gerealiseerd. De onderbegroeing is varierend van bloemruikgrasland tot strakke gazons en biedt voor mens en natuur een hoop plezier.
hippocastanum
Betula
Acer
Jan
rubra
Beheer De bomen mogen ontwikkelen tot de vorm die ze zelf aannemen. Na de aanplant hebben ze water nodig. Het bosplantsoen wordt met enig regelmaat onderhouden om dit niet uit te laten groeien tot wild opschot. De gazons worden gemaaid en in 2030 opnieuw ontwikkelt. Dan met en mix van diverse soorten grasland.
Stuks Wetenschapelijke naam Maat Aantal per m² Prijs 37 Crataegus x media ‘Paul’s Scarlet’ 8-10 1 € 300 Acer campestre 80/120 5 € 300 Alnus glutinosa 80/120 4 € 300 Cornus alba ‘Sibirica’ 80/120 7 € 300 Amelanchier lamarckii 80/120 3 €
150 0,60 0,50 1,20 1,00 59
Figuur 4.9: Hiernaast weergegeven de gewenste uitstraling van de woonstraten met namen die van de hoofdwegen.
4.9 Staalkaart
woonstraten
4.9.1 Beplantingsvisie Gestreefd wordt naar een statige strakke hoofdwegen die goed te onderscheiden zijn van subwegen. De bomen zijn van 2e grootte formaat en hebben een strakke uitstraling. Deze moeten goed tegen verdrukking kunnen en ideaal zijn voor straten. Daarnaast moeten ze aansluiten op de bomen uit de straatprofielen van de zeehelden buurt. De bomen hebben een korte bloei in het voorjaar en verkleuren mooi in het najaar (herfst). De boomkronen zijn smal ovaal, opgaand en zijn vrij gesloten. Hierdoor krijgen de straten meer statigheid. De bomen worden opgekroond tot een hoogte van zes meter in verband met de rijhoogte van vrachtverkeer. De onderbegroeiing krijgt kleur maar is vrij simpel en bestaat niet uit vaste planten of heesters.
60
Acer
campestre
‘Elsrijk’
Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug Sep
Okt Nov
Dec
4.9.2 Woonstraten Functie en sfeer Een strakke statige bomenrij in de hoofdstraten begeleidt de rechtlijnigheid. Door de bomen wordt er een duidelijk onderscheid gemaakt tussen hoofd en subwegen. De middenbermen worden aangeplant met bloemrijkgrasland voor kleurbeleving in de straten. Tijd De bomen worden in fasering 2 aangeplant. Door ontwikkelingen van bottum up ondernemers kunnen ze niet te groot aangeplant worden. Ze mogen wel verder ontwikkelen tot volwassen bomen, zodat de straten met bomenrijen in de laatse fasering en sterkere uitstraling krijgen. Beheer Omdat de bomen mogen ontwikkelen tot volwassen bomen hoeft er weinig beheer toegepast te worden in de tussenliggende jaren. Belangrijk is dat ze na de aanplant voldoende water krijgen. Wanneer nodig krijgt de boom in kwestie een onderhoudsbeurt maar dit gebeurt enkel en alleen als het echt nodig is. Verder wordt de onderlaag bloemrijkgrasland onderhouden met een vastgesteld maaibeheer van de gemeente en ploeg ID3.
Stuks Wetenschapelijke naam Maat Aantal per m² Prijs 150 Acer campestre ‘Elsrijk’ 20-25 1 € 350
61
Hoofdstuk 5 Deeluitwerking
62
5.1 Visie
en concept
The Sugar Junction wordt het tweede centrum van Groningen. Het wordt een plek waar je na een dag studeren, hard werken of huishouden kan genieten van een borrel of hapje op het terras of de rust van de groene industriële omgeving. Een plek die voorheen afgesloten lag tussen stad en landschap maar binnen enkele jaren volop in het leven staat, die mens en natuur samenbrengt. Een plek waar je graag wilt komen en kunt genieten van de verbinding tussen stad en landschap. Het plein wordt daarom zo functioneel mogelijk ingericht. Het wordt een openbare plek met veel ruimte waar op één locatie een intieme plek wordt gecreëerd. Het wordt een plek met een industrieel karakter die het contrast aangaat met de harde lijnen van de groene leider en de promenade. Het wordt een plek waar de lijn nooit op zal houden en waar het contact tussen het historische gebouw en het Hoendiep kanaal blijft behouden. Een plek die de ruimte biedt aan evenementen zoals festivals, markten en dorpsfeesten. Het wordt een plek wat gaat functioneren als knooppunt tussen de overgang van de stad naar het landschap niet alleen letterlijk maar ook figuurlijk je moet het kunnen voelen, ruiken, proeven en zien. Een nieuwe brug zorgt voor een verbinding tussen het plein en de overkant van het Hoendiep kanaal. De brug is zo ontworpen dat deze mee doet op het plein en tegelijkertijd functioneel is voor boten en voet en fietsverkeer. De uitstraling van het plein is robuust en wordt grof opgezet. Hoofdlijnen zijn duidelijk aanwezig en worden op sommige momenten onderbroken door beplanting die zorgt voor een verzachtende effect. Materialen worden net als elders op het terrein in de zelfde stijl aangebracht.
Figuur 3.1.8: De groene leider behoudt ook hier zijn status en krijgt voorang op de overgang tussen het plein en de promenade. Het plein gaat contrasteren met de rechtlijnigheid van de groene leider. Beplanting wordt in mindere maten toegevoegd om concurentie met de groene leider te voorkomen. De groene rug loopt achter het gebouw langs en gaat rustig op in het plein.
63
5.2 Deelgebied Bebouwing
Historische gebouw Historische schoorsteen Historisch bijgebouw
Infrastructuur
Betonverharding Asfalt verharding Betonnen tulud afgang richting promenade Promenade van stelconplaten Trappen richting de promonade van FSC hardhout. Nieuwe brug opgebouwd uit dragende elementen in diverse maten. Het wandeldek bestaat uit FSC hardhout en het fietspad wordt voorzien van verzinktstalen roosters met natuurlijkogende gravel Een natuurlijk gerecycled leemfietspad dat tussen de bomen door loopt.
64
Waterstructuur
Het Hoendiep kanaal waar boten varen of aanmeren aan de kade van de promenade
Groenstructuur
De groene leider wordt onderdeel van het plein en blijft leidend in zijn geheel De groene rug als groene zone achter het grote plein. zorgt voor rust in de robuuste uitstraling van het plein. De vaste planten borders brengen kleur in het plein en verzachten de robuuste uitstraling van het plein. Ze waaieren uit naar buiten waardoor het plein geen directe harden rand heeft. De plantenborders zorgen ook voor intimiteit.
Elementen
Uitkijktoren waar vandaan de binnenstad van Groningen met zijn Martinitoren en het landschap zijn te zien Verhoogde plantenborders van cortenstaal met zitelementen er in bewerkt Ruige lantaarnpalen met lichtspots die het plein verlichten
65
Historische bebouwing
Vaste plantenborders
Plein Het plein is opgebouwd uit cirkels die vanaf een historische locatie (grote schoorsteen) weglopen naar buiten. De cirkels gaan het contrast aan met de harde strakke lijnen van de groene leider, de boulevard en het infrastructurele grit. Daarnaast hebben rechte lijnen een begin en een eindpunt. Cirkels daarentegen hebben geen begin of eindpunt en symboliseren op deze wijze de nieuwe het hergebruik van een historisch gebied dat keer op keer transformeert. Groenstructuur De groenstructuur op het plein bestaat uit vaste planten borders, de groene leider die de overgang tussen het plein en promenade transparant maakt en de groene rug. Hierdoor ontstaan er drie werelden die samen ĂŠĂŠn geheel vormen. De groene leider houdt de overhand als het gaat om groen op of rond het plein. Om die reden worden er geen bomen op het plein aangeplant. Deze zouden gaan concurreren met de groene leider en rug.
Asfalt verharding
Beton verharding
Padenstructuur Groene rug
Groene leider
Het Hoendiep kanaal
Deeluitwerking
De vaste plantenborders zijn verhoogd en worden door cortenstalen randen en zitelementen afgewerkt. De borders worden in de zelfde lijnen van de bestrating aangelegd. Om meer privacy aan het terrein te geven wordt vanaf de historische locatie van de grote schoorsteen verschillende borders achter elkaar in een ritme aangelegd. Op die manier ontstaan kleine ruimtes waar men zich terug kan trekken van het gigantische plein. Uiteindelijk waaieren de borders uit tot aan de rand van het plein waardoor de menselijke schaal en de overgang tussen de wijk en het plein leefbaar wordt. De beplanting die in de vaste planten borders aanwezig is worden in grote groepen aangeplant. Dit omdat het plein van groot formaat is en de uitstraling van het plein net zoals elders in het gebied robuust moet zijn. De beplanting is divers in hoogte en kleur en verzacht de harde uitstraling van de pleinverharding. De groene rug die op sommige locaties zijn intreden doet op het plein bestaat uit diverse soorten en maten bomen die in een parkachtige setting worden aangeplant met daaronder een diversiteit aan weelderig gazon, gemaaid gazon, bloemrijkgazon en bosplantsoen beplanting. Bebouwing De bestaande gebouwen van het voormalige Suikerunie gebouw blijven behouden en worden in de avonduren opgelicht. Het zicht naar de gebouwen is wordt bijna tot niet onderbroken, alleen beplanting krijgt daarbij de voorkeur. Boulevard De boulevard behoudt zijn robuuste uitstraling die in de huidige situatie aanwezig is. Deze wordt bereikt via trappen of taludhellingen. Brug De brug gaat het plein met de parkeerplaats aan de overzijde verbinden en wordt in een vloeiende beweging vanuit het plein door de groene leider heen geleid. De brug wordt hoog genoeg om vaarverkeer er onder door te laten varen.
66
Figuur 5.2: Deeluitwerking lagenopbouw
5.3 Sfeer Het plein Heeft een robuust maar verzachtend karakter. De lijnen contrasteren met de rechtlijnige omgeving maar de beplanting brengt deze statigheid terug.
Figuur 5.3.1: Fraxinus excelsior als groen leider
Figuur 5.3.2: Vaste planten borders met banken
Groene leider Geeft een transparante doorkijk richting het Hoendiep kanaal. en breekt de grote grijze vlakte van het plein. Vaste plantenborders De vaste plantenborders worden in grote groepen beplant. Langs de randen worden banken gerealiseerd. De brug Heeft een vloeiende vorm en is geschikt voor voet- en fietsverkeer. Hij is functioneel opgebouwd en biedt ruimte voor boten om door te varen.
Figuur 5.3: Ronden lijnen gaan het contrast aan met de rechtlijnige omgeving.
Figuur 5.3.3: De functionele brug
Figuur 5.3.4: Promenade
Promenade Behoudt zijn huidige stoere uitstraling van grote Stelcon platen, en de verhoogde kade. Bestaande trappen worden gerenoveerd.
67
5.4 Verharding 5.4.2 Plein Het plein wordt voorzien van cirkels. Deze cirkels zijn opgebouwd uit in het werk gestort beton en het bestaande asfalt. Wanneer het asfalt niet op de bestemming voorkomt dan wordt dit toegepast. Verder wordt er een plint rondom de uitkijkschoorsteen geplaatst van cortenstaal met daarin het logo van het gebied. Dit punt staat symbool voor the Sugar junction. 5.4.3 Promenade De promenade wordt voorzien van Stelcon platen. Op vele plaatsen is dit al aanwezig vanwege de huidige situatie. Echter over vijftien jaar zijn deze platen toe aan vervanging en om die reden wordt er aangeraden om tegen die tijd de verharding op die locatie te vervangen. De verhoogde promenade daarentegen bestaat uit een massiefe betonplaat. Deze krijgt in dezelfde periode van vervangende toplaag zodat deze mooi egaal is voor voetgangers en ander belanghebbende.
68
Figuur 5.4.2.1: Uitstraling plein
Figuur 5.4.2.2: Betonverharding
Figuur 5.4.2.3: Asfaltverharding
Figuur 5.4.2.4: Cortenstalen strip
Figuur 5.4.3.1: Uitstraling promenade
Figuur 5.4.3.2: Stelcon platen
Figuur 5.4.3.3: Bestaande elementen in kademuur
Figuur 5.4.3.4: Trappen worden gerenoveerd met cortenstaal
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT 0.3
+1.30 +1.30
+7.60
2.0
2.0
Stelconplaten, 2000x2000x140mm, Blokverband, Grijs
4.0
1.3
+1.35
+7.60
Bestaande Kade
+1.50
11.6
7.0
+1.35
+1.65
+1.35
+1.80 +1.95
+2.25
Traptreden In werkgestorte, Gewapend beton,
+2.65
Afdeklaag van FSC hout lengtex140x30mm
+2.40 +2.80
+1.50
In werkgestorte, Gewapend betonverharding, Lengtex5000x3000x140mm, Gebouchardeerde afwerking
+1.75
+1.60
+2.00
+2.95
+3.25 +3.40 +3.40
+1.35
+2.40
0.5
+1.75 +1.90
+2.40
+6.60
+6.60
+2.25
Wandeldek, Solideck速70, FSC hardhouten balken, 3000x70x70mm, Eurocode 1 NEN-EN-1991-2, EN 338
Fietsdek, Streetlife Artdeck速, 1200x1000x40mm, Verzinktstalen persrooster gevuld met verlijmde EPDM rubberkorrel, Zachtgeel, Eurocode 1 NEN-EN-1991-2
+1.90
5.0
3.0 +2.40
+3.30
Duurzaam beton/leemfietspad, KoTRec TL1, Lengtex2600x200mm, Natuurlijk zachtgeel
+3.30
+3.30
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
+2.10
+3.10
+1.35
Brug, Buisligger met spanten Hoofddrager buis O508x25
+3.20
3.1 3.0 2.6 +5.60
+5.60
+3.30
+3.20 Streklaag, dubbele strek, Gebakken klinker keiformaat, Halfsteensverband, 200x100x80mm, Terra Fiore bruin/geel
Van Hall Larenstein
MARCONISTRAAT 68 1973 PL IJMUIDEN T. +31 (0)255 52 02 48 MAIKEL.C.PLUG@GMAIL.COM
STUDENT
MAIKEL PLUG
Beton opsluitband, 1000x100x200mm Grijs
LET OP: Hoogte peilen zijn vanaf een 0 punt gemeten. Dit nulpunt is het Hoendiep met een NAP waarde van -0.90. Voor technische details van de balustrade, de verbinding met het land en de opbouw van de brug zie PROFIEL A-A', DETAIL BRUGRAILING en DETAIL OPBOUW BRUG
TITEL
BRUG
OPDRACHTGEVER
VAN_HALL_LARENSTEIN
Figuur 5.4.3: Technische uitwerking van de overgang tussen het plein naar de promenade en de brug die daar overheen loopt. Inclusief het leemfietspad dat tussen de laan van de groene loper ligt.
STD. NO
FORMAAT
900628003 A3
PROJECT
SUIKER_UNIE_GRONINGEN
TEKENINGNAAM SCHAAL DATUM
DETAIL 3
1:100
19-06-2015
69
PRODUCED BY AN AUTODESK EDUCATIONAL PRODUCT
Figuur 5.5: Hiernaast weergegeven de gewenste uitstraling van de vaste plantenborders. Waarin een patroon is verwerkt van de hoeveelheid blauw, roze, wit, lichtgroen en donkergroen. Elke kleur staat voor een aantal planten die in die strook aangeplant mogen worden. Per vak mag maar één plant uit de desbetreffende kleur worden geplant.
5.5 Beplanting 5.5.1 Visie Gestreefd wordt naar een plein met een robuuste uitstraling door middel van de gebruikte materialen. Echter de beplanting moet er voor zorgen dat het grote grijze plein wordt verzacht en zo een menselijke maat krijgt in de zin van menselijk in een woonomgeving. De beplanting zal dan ook met name zachte kleuren hebben die in verschillende bloeitijden bloeien en elkaar goed afwisselen. Om niet alleen maar kleur in de borders te hebben worden er grassen en hagen toegevoegd. Deze worden in de neutrale groene kleur aangeplant. Hierdoor wordt voorkomen dat bloeiende beplanting gaat overheersen in het straatbeeld. Daarnaast tast het op die manier in mindere maten de groene leider die het terrein passeert aan. De beplanting in de borders mag maximaal 200mm hoog worden en zal in grote groepen worden aangeplant. Om concurrentie met de Groene leider te voorkomen worden er geen bomen op het plein aangeplant. Deze zijn terug te vinden in de groene rug die achter het Suikerunie gebouw langs loopt.
70
Stuks per vak Wetenschapelijke naam Maat Aantal per m² Prijs (5000x1000mm) 45 Salvia nemorosa ‘Mainacht’ P9 9 € 1,60 45 Lupinus ‘Gallery Blue’ P9 9 € 2,00 45 Veronicastrum virginicum ‘Fascination’ P9 9 € 2,10 45 Francoa sonchifolia P9 9 € 2,60 80 Ajuga reptans ‘Rosea’ P7 16 € 1,15 45 Astrantia major ‘Roma’ P9 9 € 2,30
Salvia
‘Mainacht’
nemorosa
Jan
Feb
Mrt
Apr
Mei
Jun
Jul
Aug Sep
Okt Nov
Dec
Lupinus ‘Gallery Blue’ Veronicastrum Francoa Ajuga
virginicum
‘Fascination’
sonchifolia
reptans
‘Rosea’
Astrantia
major
Anaphalis
triplinervis
Veronicastrum Saponaria
‘Roma’ ‘Sommerschnee’
prostrata
ocymoides
Molinia caerulea ‘Karl Foerster’
‘Alba’
‘Alba’
subsp. arundinacea
Sesleria
caerulea
Carpinus
betulus
5.5.2 Vaste plantenborders Functie en sfeer De vaste plantenbordes worden aangeplant op het grote grijze plein. Daar gaan ze functioneren als verzachtende elementen. De kleuren die gebruikt worden brengen een fleurige en verzachtende sfeer op het plein. Daarnaast zorgen de borders voor intieme plekjes op het plein waar men zich even kan terug trekken. Tijd De borders worden ontwikkeld en aangeplant in fasering 3. Na het aanplanten is het zaak dat de beplanting water krijgt en goed onderhouden blijft. Beheer De plantenborders worden met enig regelmaat onderhouden. Wanneer een plant is uitgebloeid worden de afgestorven delen er uit gehaal en twee keer per jaar in het voor en het najaar vindt er een grote onderhoudsbeurt plaats. Verder is het van belang dat onkruid uit de borders gehouden blijft. Het onderhoud is intensief door de stroken die worden gerealiseerd. Wanneer planten sterven en er grote leegtes ontstaan wordt er aangeraden om het opnieuw aan te planten. dit om overwoekering van andere kleuren en stroken tegen te gaan.
Stuks per vak Wetenschapelijke naam Maat Aantal per m² Prijs (5000x1000mm) 45 Anaphalis triplinervis ‘Sommerschnee’ P9 9 € 1,60 45 Veronicastrum prostrata ‘Alba’ P9 9 € 2,10 80 Saponaria ocymoides ‘Alba’ P7 16 € 0,90 35 Molinia caerulea subsp. arundinacea‘Karl Foerster’ C1 7 € 5,50 45 Sesleria caerulea P9 9 € 3.60 25 Carpinus betulus C1,5 5 € 5,00 71
5.6 Meubilair Met het ontwerpen van de meubels is er rekening gehouden met de uitstraling en het comfort. Zo zijn de banken ontworpen in samenhang met de intieme plekken langs de plantenborders. Daarbij is rekening gehouden dat de verhoogde plantenborders een robuuste uitstraling hebben van cortenstaal en dat om die reden de het zitvlak deels moet uitsteken. De zitvlakken worden voorzien van FSC hardhouten balken 500x70x150mm. Rugleuningen worden op enkel locaties aan de constructie bevestigd. Uitstraling en comfort is gelijk aan de zitvlakken. Er zijn geen vaste tafels op het terrein aanwezig. Mocht er een horecagelegenheid in het oude Suikerunie gebouw aanwezig zijn dan heeft deze de gelegenheid om tafels en stoelen op het plein te plaatsen. Hier hangen wel een aantal randvoorwaarden aan. - uitstraling is robuust - materiaal komt overeen met materiaal op het plein - staat niet in belangrijke loop of zichtlijnen.
Figuur 5.6.1: Rough&ready rechte bank op promenade, Uitwerking met cortenstaal.
Figuur 5.6.1: Streetlife rough&ready curved bank in groene rug, Uitwerking met cortenstaal.
Figuur 5.6.1: Principe afwerking vaste plantenborders.
Figuur 5.6.1: Cortenstalen fietsbeugels.
Figuur 5.6.1: Cortenstalen prullenbakken.
Figuur 5.6.1: Cortenstalen cirkel voor Sugar Junction Patroon.
De afvalbakken in de openbare ruimte zijn zijn van het type FalcoAntico. Normaalgesproken wordt deze opgetrokken uit thermisch verzinkt staal, uitgevoerd in sierlijke strips. In het geval van de Sugar Junction wordt deze techniek uitgevoerd met cortenstaal om zo de sfeer en eenheid op het plein te behouden
72
5.7 Verlichting De verlichting wordt op het plein op twee manieren toegepast. Zo worden de historische gebouwen en de historische schoorsteen van onderaf verlicht met spots. Het plein zelf wordt door ontworpen lantaarnpalen met diverse spotlights verlicht. Deze spotlights staan in verschillende richting zodat er vanuit één plek meerdere locaties tegelijk aangelicht kunnen worden. Figuur 5.7.1: Lichtspots van staal
Figuur 5.7.2: technische mogelijkheid
5.7.1 Lantaarnpalen De lantaarnpalen zijn hoog en hebben een grove industrieël karakter. Ze zijn voorzien van spotlights die het plein in drie richtingen beschijnen. Ze staan aan de randen van het plein om zo het plein goed te kunnen verlichten. Spotlights: High performance Floodlights, Luminaire.
5.7.2 Aan schijnende lichtspots Deze spots worden gebruikt om de historische bebouwing aan te schijnen. Hiermee wordt een mysterieuze sfeer gecreërd. Figuur 5.7: Sfeerkaart waarin duidelijk wordt welke sferen er worden gecreëerd met de verlichting.
Figuur 5.7.3: Het aanschijnen van historische bebouwing.
Figuur 5.7.4: Grondspot uitstraling
Spots: Turo MTH RR inbouw grondstraler
73
74
Figuur 5.8: Het Sugar junction square wordt het symbool van het gebied. Het plein wordt het knooppunt tussen de stad en het landschap. De uitstraling is robuust maar wordt verzacht door de plantenborders.
Figuur 5.8.1: Ook in de avonduren gaat het plein dienen als verblijfsplek voor jong en oud en zijn er mogelijkheden tot evenementen.
75
Hoofdstuk 6 Grondbalans & Begroting
76
6.1 Grondbalans Het plan The Sugar Junction wordt in drie fases toegelicht in dit rapport. Echter de ontwikkelingen in het gebied vinden plaats in fasering 2 en fasering 3. Voor het maken van een grondbalans is er gekeken naar de fasering waarin het meeste gebeurt. Aangezien dit in fasering 2 plaatsvindt is deze uitgewerkt in de grondbalans. In deze fase worden grote delen van het industriële terrein aangepakt. Er worden twee groene zones ontwikkeld (de groene rug en de groene leider). Daarnaast wordt aan de hand van historische verkavelinglijnen de infrastructuur aangelegd. Omdat in de huidige situatie het gebied bestaat uit één grote beton- asfaltlaag is er ook mee genomen hoeveel puin weg gebroken moet worden voordat er vuile grond ontgraven kan worden. Gezien de grootte van het terrein wordt er rekening gehouden met de aanvoer van voedselrijke schone grond. Deze wordt in fasering 2 uit de vloeivelden gebaggerd. Op die manier kunnen daar de ontwikkelingen voor autarkische woningen ook in gang worden gezet en wordt dat gebied na afronding niet meer aangeraakt. Zo kan de natuur daar vervolgens volledig zijn gang gaan zonder gestoord te worden tijdens de ontwikkelingen van fasering 3. In fasering drie worden de uiteindelijke definitieve ontwikkelingen afgerond. Dit houdt in dat het plein wordt gerealiseerd en daar komt ook puin en vuile grond bij vrij. Deze zijn in de grondbalans meegenomen. Deze grond en puin zal afgevoerd moeten worden. De grond en het mengranulaat uit fasering 1 wordt opgeslagen in de geluidswal en de ondergrond van de infrastructuur. Daarnaast kan het puin worden gerecycled tot een leem/beton product dat in de wandel/fietspaden wordt hergebruikt. Hierdoor wordt er zo veel mogelijk gestreefd naar een gesloten grondbalans.
Berekening Op te breken puin: Hergebruik mengranulaat in cunet:
21180 m³ 9125 m³
Puin over:
12055 m³
Te ontgraven grond: Op te hogen grond in geluidswal:
35300 m³ 29070 m³
Grond over:
6230 m³
Het overige puin kan zoals al werd aangegeven in de fiets en wandelpaden die door de groene leider en rug lopen terugkomen. Het grond daar in tegen zal afgevoerd moeten worden.
6.2 Begroting In de bijlage (begroting deelgebied) is de begroting terug te vinden. In de begroting is rekening gehouden met materiaal en arbeidskosten en machinekosten. Daarnaast is de begroting begroot op het industriële deelgebied.
Grond wat over is moet gecontroleerd worden bij een erkend verwerkingsbedrijf, hiervoor moet een schoongrond verklaring worden aangevraagd. 77
Figuur 6.1: De hiernaast weergegeven foto laat zien wat er zou moeten gebeuren wanneer dit plan wordt uitgevoerd. De bestaande situatie bestaat uit één grote asfalt laag met overwoekerend groen. Dit moet vervolgens verwijderd worden voordat er graafwerkzaamheden plaats kunnen vinden. (Ben ter Mull, 2015)
Vaste plantenborders 2000 m²
Plein 17000 m²
Infrastruuctuur 19500 m²
Geluidswal 7300 m²
Groenstructuur 51100 m²
Deelgebied fasering 3, 2030 - toekomst 142500 m²
Deelgebied Huidige situatie 142500 m²
78
Figuur 6.2: Grondbalans in laagopbouw met het aantal vierkante meters.
Omschrijving
Groenstructuur Infrastructuur Plein Vaste plantenborders Geluidswal Totaal
oppervlakte profiel (m²)
Opbreken bestaande Vrijkomend Ontgravingsverhardingslaag puin (m³) diepte vervuilde grond (m) Diepte (m)
51100 19500 17000 2000
0,3 0,3 0,3 0,3
15330 5850 5100 600
7300
0,3
2190 29070
0,5 0,5 0,5 0,5
Opslag Aanvullen Vrijkomend Hoogte Zand voor Voedselrijk Voedselrijk Mengranulaat Mengranulaat Zand voor vervuilde geluidswal capaciteit geluidswal (m³) (m) (m³) grond (m³) (m) zandbed (m) zandbed(m³) e grond (m) e grond 25550 9750 8500 1000
0,25 0,25 4,3
44800
4875 4250
0,25 0,25
4875 4250
0,5
25550
1
2000
31390 31390
9125
9125
27550
Figuur 6.3: Grondbalans. Er is extra rekening gehouden met het opbreken van de beton/asfalt laag.
79
Hoofdstuk 7 Conclusie
80
Dit afstudeer project stond in het teken van het herinrichtingsplan voor het voormalig Suikerunie terrein te Groningen. Het gebied is in 2011 opgekocht door de gemeente Groningen maar heeft door de crisis en andere ontwikkelingen geen functie gekregen. Hierdoor ligt het terrein braak en kost het meer geld dan dat het oplevert. Het gebied ligt momenteel geĂŻsoleerd tussen twee landschapstype, Hoogkerk en Groningen en tussen verschillende infrastructuren. Hierdoor heeft het gebied zijn eigen identiteit en staat het los van zijn omgeving. Omdat het gebied zo geĂŻsoleerd ligt en geen bestemming heeft in de huidige stedelijke structuur is het de uitgelezen mogelijkheid om het gebied te ontwikkelen in de richting van een nieuw knooppunt voor de stad Groningen. Dit knooppunt krijgt door stedelijke structuren zoals bomenlanen, lintbebouwing en een grit dat is opgebouwd uit historische verkavelinglijnen zijn vorm. Hierdoor wordt het gebied voor diverse doelgroepen interessant. Aan de hand van een tweetal faseringen van minimaal vijftien jaar wordt het gebied ontwikkeld van leeg en duur tot vol leven en interessant voor stadjers. Fasering 2 biedt tijdelijke plekken voor bottum up ondernemers om zo de crisis en de leegstand tegen te gaan. Vervolgens ontstaat er een woonmilieu dat verder ontwikkeld kan worden tot een stadsdeel van Groningen. Het deelgebied bestaat uit een aantal hoofdstructuren. Zo wordt er een stevige robuuste laan aangeplant die de robuuste promenade begeleid. Deze laan concurreert met de kruisende N370 en moet er voor zorgen dat deze minder aandacht krijgt. Er wordt een grit van wegen aangelegd om je door het gebied heen te verplaatsen. Aan de hand van dat grit worden bouwblokken ontwikkeld waar vrije kavels voor ondernemende bewoners komen. Hoe deze verder worden ontwikkeld is aan de bewoners die hun huis zelf mogen ontwerpen. Als tegenhanger voor de statige uitstraling van de groene leider (de robuuste laan) komt er een groene rug die het gebied omarmt en de overgang tussen het landschap en de stedelijke statigheid verzacht. . Het plein wordt ingericht aan de hand van de huidige industriĂŤle uitstraling om zoveel mogelijk van de oude sfeer te behouden. Alle harde materialen zijn robuust en worden in grote gebaren ontwikkeld. De verzachting ligt bij de vaste plantenborders waar grote groepen vaste planten
in worden aangebracht. Deze groepen doen mee met de robuuste uitstraling maar de structuur en de fijnheid van de beplanting verzacht het geheel. Daarnaast waaieren de borders uit naar buiten om op die manier de harde overgang tussen het plein en het grit te verzachten. Om dit project te realiseren en een kans van slagen te geven is het van belang dat de groenstructuur en de infrastructuur ontwikkeld worden. Hiervoor moeten grondwerkzaamheden plaatsvinden bij het puinruimen en de ontgraving van verontreinigde grond. Daarnaast moet grond uit de vloeivelden worden aangevoerd om de bodemstructuur te voorzien van voedselrijke grond. Daarna kunnen bomen worden aangeplant en de bestrating worden aangelegd. Van daaruit kan het project verder door ontwikkelen tot een nieuwe wijk binnen de stad Groningen. Dit plan past goed bij de vraag van de gemeente. Op deze manier behoudt het gebied zijn oude sfeer door de robuuste kenmerken te behouden en verder uit te bouwen met daarbij behorende beplanting en het gebruik van robuuste materialen. Daarnaast zal het gebied veel doelgroepen aanspreken waardoor het gebied een goede aantrekkingskracht heeft op de stadjers en winstgevend zal worden.
81
Hoofdstuk 8 Reflectie
82
Afstuderen De afgelopen jaren werk je met een hoop docenten naar dit moment toe. Je begint bij de basis met plakken en knippen in het eerste leerjaar. Daarna techniek en je major keuze in het tweede jaar. Je major en je stage in het derde en vervolgens specialiseer je, jezelf een half jaar lang in iets anders, in mijn geval Architectuur wat ontzettend nuttig is geweest qua werkdruk voor mijn afstudeerfase. En dan komt het moment dat je gaat afstuderen. Het voelt als gister dat we begonnen met de Dhaka introductie week maar in werkelijkheid ligt het zo’n vijf maanden achter ons. De afgelopen periode is een heftige maar ontzettend leerzame periode geweest. Eerst is er een keuze gemaakt voor het gebied waarna je na zes weken een masterplan inlevert die de basis gaat vormen van de rest van het project. Het onderzoeksthema is ‘Duurzaamheid als ruimtelijke ontwerpopgave’. Waarbij er dus eerst vastgesteld moet worden wat duurzaamheid is en wat je er mee zou kunnen doen in je plan. Tijdens het onderzoek doe je veel nieuwe informatie op en kijk je specifiek naar jouw onderzoekthema. Dit thema gericht op duurzaamheid zet je hele gedachten uit je masterplan fase even in een ander perspectief. Vervolgens kom je bij uitwerkingsfase. In eerste instantie dacht ik ‘oh, dat doe ik wel even, tijd zat’, maar weet inmiddels dat hier veel meer bij komt kijken en dat je als ontwerper eigenlijk nooit tijd over hebt. Ik ben nu al weken achtereen bezig met het ontwerpen, doorontwerpen, ontwikkelen en uitschrijven van de juiste producten en met de deadline in het vooruitzicht begint het toch wel een beetje te kriebelen.
Het thema ‘Duurzaamheid als ruimtelijke ontwerpopgave’ Wat moet ik daar nou mee? Dat heeft toch te maken met producten recyclen? Door eerst het thema duidelijk te krijgen kon ik beter analyseren en vanuit de analyse schetsen maken. Dat er nu (19-06-2016) een totaal plan uit is komen rollen wat daar mee te maken heeft had ik toen nooit gedacht. Het thema heeft mij aan het begin meerdere keren laten struikelen. Zo ben ik enthousiast begonnen en een duurzaam golfterrein gaan ontwerpen, met de gedachte ‘dat wordt het helemaal’. Dat bleek toch anders te moeten, kwam ik na de eerste begeleiding met Ard en Ivar achter. Het is vallen en opstaan, maar juist daar leer je van. En hierdoor ben ik mij nog meer in het thema gaan verdiepen en
heb ik het nog meer eigen proberen te maken. Ik hoop dat duurzaamheid dan ook terug te zien is in mijn producten.
Aanbevelingen Het masterplan is nog niet volledig, ik zou nog weken door kunnen ontwerpen. Als ontwerper is er eigenlijk nooit een einde. Ook in dit plan. Neem de ontwikkelingen van de kavels. Het zijn vrije kavels die door particulieren eigenhandig ontworpen mogen worden. Maar wat nou precies de ontwerpuitgangspunten zijn dat is nog maar de vraag. Dit zal samen met een stedenbouwkundig architect verder gedefinieerd moeten worden. Maar zo is er ook het onderhoud en beheer van de beplanting. Veel hiervan is uitgewerkt en is een beheer voor geschreven. Toch zijn er locaties waar nog niets over gezegd kan worden omdat die afhankelijk zijn van de gemeente en ploeg ID3. Dit zijn kleine voorbeelden van een aantal punten die nog beslist moeten worden door derden. Toekomst Met veel plezier heb ik aan dit project gewerkt. Zoals ik al aangaf was het niet altijd rozengeur en manenschijn en was het vallen en weer opstaan. Dit gebeurt vaker in het ontwerpproces ook wel kill your darlings genoemd. Met oog op de toekomst, wil ik één ding vaststellen binnen dit ontwerp. Ik vind het heel belangrijk dat de dragers van dit ontwerp overeind blijven. Hierbij denk ik aan de bomenstructuur en de infrastructuur. Aan de hand van die twee structuren kan het gebied een meerwaarde worden voor de stad Groningen. Ik heb enorm veel geleerd tijdens dit proces en heb gemerkt dat mijn ervaring aan de Academie van Bouwkunst mij hebben geholpen om beter met de werkdruk om te gaan. In de toekomst zou ik me nog meer willen ontwikkelen in het ontwerpproces en meer leren over bijvoorbeeld stedenbouw om een nog beter product neer te zetten.
83
Literatuurlijst
84
Boeken
Het ontwerp van de openbare ruimte De kern van de stedebouw in het perspectief van de eenentwintigste eeuw Han Meyer, Frank de Josselin de Jong, MaartenJan Hoekstra ISBN 978 90 5875 164 5 NUR 923
Documentaties
Diktaat Materialisatie , Velp, januari 2011, Vakgroep (civiele) techniek Diktaat Technisch teken, Velp, oktober 2004, M.w. Forkink-de Bruijn, C.H.M Idink, Vakgroep Planuitwerking
Internet
sites
https://www.pinterest.com http://www.streetlife.nl/nl/home https://www.google.nl http://www.groundlevel.nl/ http://www.bomenonline.nl/Assortiment/Categorie.asp?Group=Bosplantsoen&Cri=Vorm&ID= 8&Page=1&XXL=&Alpha=&Lang=NE http://www.vdberk.nl/sortiment http://www.appeltern.nl/nl/plantenencyclopedie/ http://bylandt.com/straatbaksteen/assortiment/ http://www.ahn.nl/pagina/het-ahn/het-ahn.html http://www.overbruggen.eu/ http://handel.kks.nl/hst/k08r08z/kks.nsf/Main/Projecten%20Nederlands%20Duurzaam%20 %22betonpad%22%20gemaakt%20van%20leem%20in%20Joure?opendocument http://www.agri-beton.nl/betonplaten/?gclid=CjwKEAjwtYSsBRCDx6rM1v_ uqmsSJAAZgf2qgEh4WGLCMcMFNqepDN1p5oyANPhkyEXvOzfnbqg4fxoCucXw_wcB http://www.mug.nl/milieu/geotechnisch_en_milieutechnisch_asfalt_en_verhardingsonderzoek. http://aeguerre.free.fr/Public/Windows/NoniMapView/index.php?ln=EN&ctx=download http://www.groeneruimte.nl/dossiers/ehs/home.html
Foto’s
De foto´s die in dit rapport zijn opgenomen zijn van; Ben ter mull, 2015 Mark Hoogendoorn, 2015 Maikel Plug, 2015 De naamvermelding staat onder de foto’s geschreven
Illustraties
Alle illustraties zijn door Maikel Plug zelf geilustreerd. Hierbij zijn de volgende programma’s gebruikt; • Autocad, • Illustrator, • Photoshop, • Artlandis, • Sketch up
85
Bijlage
86
BIJLAGE 1. Masterplan fasering A0 2. Gebiedsprinciepes A1 3. Deelgebied A2 4. Bestrating details A2 5. Detail fietstunnel A3 6. Profielen fietstunnel A3 7. Deeluitwerking A2 8. Detail overgang groene leider - hoofdweg A3 9. Detail brug A3 10. Profiel A-A’ brug A3 11. Detail brugopbouw A2 12. Technische tekening railing A3 13. Kostenbegroting A4 14. Grondbalans A3 15. Beplanting lijst. A4
87