Watertoren Lauwerhof - Frank Ruinard en Ron Brummelhuis

Page 1

Watertoren Lauwerhof Afstudeeronderzoek watertoren Lauwerhof te Utrecht Hogeschool van Hall Larenstein Tuin- en landschapsinrichting Major realisatie Tuin- en landschapsarchitectuur VTL4RTVNB Frank Ruinard & Ron Brummelhuis


Colofon Titel:

Watertoren Lauwerhof

Versie:

1.0

Auteurs:

Frank Ruinard Ron Brummelhuis

Opdrachtgever:

Chris Bol

Begeleiding:

Lilian van Oosterhoudt

Drukker:

Repro VHL

2


Watertoren Lauwerhof

Afstudeeronderzoek watertoren Lauwerhof te Utrecht Opdrachtgever: Chris Bol chrisbol@runbox.com

Frb ingenieurs:

Frank Ruinard Ron Brummelhuis frb-ingenieurs@hotmail.com

Opleiding:

Tuin- en landschapsinrichting Hogeschool Van Hall Larenstein

Begeleiding:

Lilian van Oosterhoudt lilian.vanoosterhoudt@wur.nl

Versie: 1.0 3


Voorwoord Eind januari kregen wij, als FRB-Ingenieurs, opdracht om onderzoek te doen naar de haalbaarheid van stadslandbouw in watertoren Lauwerhof te Utrecht. Wij hebben samengewerkt met diverse partijen die wij hierbij dan ook graag onze blijk van dank willen tonen. Als eerste willen wij de opdrachtgever, Chris Bol, bedanken voor de opdracht en het vertrouwen in ons ingenieursbureau. Daarnaast willen wij Lilian van Oosterhoudt bedanken voor haar begeleiding en advisering gedurende ons onderzoek. Rob Roggema willen wij bedanken voor zijn betrokkenheid gedurende het gehele proces. Ook willen wij Freek Rurup bedanken voor zijn inzet ten behoeve van het afstuderen in zowel civieltechnische als financiĂŤle richting. Tot slot willen wij alle mensen bedanken die hebben bijgedragen aan het resultaat van dit onderzoek. Zij zullen in de bronnenlijst benoemd worden. Frank Ruinard & Ron Brummelhuis Velp, 2015

4


5


Samenvatting nederlands Bij het onderzoek zijn diverse methoden toegepast, uiteenlopend van deskresearch tot diepte-interviews. Het onderzoek heeft geleid tot de beantwoording van het belang van initiatiefnemer Chris Bol. De conclusie luidt: “Wanneer Chris Bol watertoren Lauwerhof koopt is het mogelijk om functionele en financiële haalbaarheid van stadslandbouw in te bereiken.”

Initiatiefnemer Chris Bol ontwikkelde in zijn vrije tijd steeds meer interesse op het gebied van urban farming/ stadslandbouw. In deze periode kwam watertoren Lauwerhof in Utrecht in de verkoop. De combinatie van deze ontwikkelingen intrigeerde hem. Eind januari benaderde hij de FRB-Ingenieurs om onderzoek te doen naar de haalbaarheid en mogelijkheden van voedselvoorzieningssystemen in watertoren Lauwerhof te Utrecht. Chris Bol weet momenteel nog niet of stadslandbouw in de watertoren mogelijk is. Daarnaast is onbekend of het financieel haalbaar is. Het belang van de initiatiefnemer is dan ook te achterhalen of het, wanneer hij de watertoren koopt, functioneel en financieel haalbaar is om stadslandbouw te bedrijven in watertoren Lauwerhof te Utrecht. Binnen het onderzoek zijn een aantal doelen gesteld, zowel functioneel als financieel. Allereerst is achterhaald of de watertoren geschikt is voor stadslandsbouw. Daarna is bepaald welke systemen er zijn op het gebied van indoor stadslandbouw en hoe daarmee invulling kan worden gegeven aan de watertoren. Om het functionele aspect van het onderzoek compleet te maken is onderzocht welke (hoeveelheden) gewassen er geproduceerd kunnen worden en welke (hoeveelheden) gewassen worden gevraagd. Na de functionele doelstellingen zijn de financiële doelstellingen onderzocht. Hierbij is gekeken hoe de onderneming wordt vormgegeven en of het financieel haalbaar is.

6


Samenvatting engels Within the research various methods were used, ranging from desk research to indepth interviews. The research led to the answer of the importance of initiator Chris Bol. It concludes: “When Chris Bol buys water tower Lauwerhof it will be possible to achieve functional and financial feasibility of urban agriculture.”

In his spare time initiator Chris Bol developed a growing interest in urban farming / urban agriculture. In the same period the owners of water tower Lauwerhof decided to sell the water tower. The combination of these developments intrigued him. In late January he approached FRB Engineers to study the feasibility and potential of food systems in Lauwerhof water tower in Utrecht. Chris Bol currently doesn’t know whether it’s possible to apply urban agriculture in the water tower. It’s also unknown of it’s financially achievable. The importance of the initiator is therefore to ascertain whether, if he buys the water tower, it is functional and financial feasible to operate urban agriculture in water tower Lauwerhof at Utrecht. Within the research a number of targets have been set, (woorden weggehaald) functional as financial. First is identified if the water tower is suitable for urban agriculture. Then is determined which systems there are in the field of indoor urban agriculture and how to furnish the water tower with these systems. To complete the functional aspect of the study there has been a research to which (amounts) crops can be produced and what (amounts) crops are requested. After the functional objectives there has ben a research of the financial objectives. It specified (woorden weggehaald) how the business design of the company is formed and also if it’s financial feasible.

7


Inhoudsopgave

8


Voorwoord 4 Samenvatting

6

Inhoudsopgave 8 Hoofdstuk 1 Inleiding 10 Aanleiding 12 Hoofdvraag 13 Doelstelling 14 Beperking 15 Methodiek 16 Structuurbeschrijving 16 Onderzoeksopzet 17 Hoofdstuk 2 Watertoren Lauwerhof 18 Deelvraag 1 19 1.1 Mogelijkheden watertoren 20 1.2 Knelpunten watertoren 21 1.3 Mogelijkheden benutten 22 1.4 Knelpunten aanpakken 23 Conclusie deelvraag 1 24 SWOT matrix 25

Hoofdstuk 4 Gewassen 40 Deelvraag 3 41 3.1 Interesse afnemers 42 3.2 Welke gewassen kan de onderneming leveren 42 3.3 Welke hoeveelheden worden gevraagd 44 3.4 Welke hoeveel kan de onderneming leveren 44 Conclusie deelvraag 3 45 Hoofdstuk 5 FinanciĂŤle haalbaarheid 46 Deelvraag 4 47 4.1 Vormgeving onderneming 48 4.2 Business Model Canvas 56 4.3 Externe omgeving 59 4.4 FinanciĂŤle onderbouwing 70 Conclusie deelvraag 4 73 Hoofdstuk 6 Conclusies & Aanbeveling 74

Bijlagen Hoofdstuk 3 Constructies 26 Deelvraag 2 27 Literatuurlijst 2.1 Systemen indoor stadslandbouw 28 2.2 Benodigdheden i.c.m. de systemen 32 2.3 Geschikte systemen voor de watertoren 34 2.4 Invulling watertoren d.m.v. systemen 36 Conclusie deelvraag 2 38

9

Zie rapportage bijlagen onderzoek Zie rapportage bijlagen onderzoek


1

Inleiding

Inleiding Hoofdstuk

10


Dit eindrapport is het resultaat van de afstudeerfase, de afsluiting van de studie aan Hogeschool van Hall Larenstein. Het afstudeerproject is uitgevoerd in de periode van eind januari tot en met 12 juni 2015. Gedurende de afstudeerfase staat het analyseren van een onderzoek ter behoeve van een organisatie centraal. Hieronder een korte toelichting over de indeling van de inleiding. Op de volgende pagina wordt begonnen met de aanleiding. Hierin staat beschreven hoe we aan het onderwerp gekomen zijn en wat de aanleiding van het onderzoek is. Vervolgens wordt de ligging van de watertoren beschreven. Daarna komt de hoofdvraag. Deze vraag zal leiden tot een antwoord waarmee onze opdrachtgever de beslissing kan nemen om zijn bedrijfsidee voort te zetten of niet. De volgende stap is de doelstelling. Hierin wordt het doel van het onderzoek en de doelgroep beschreven. Ook zijn hier de randvoorwaarden en structuurbeschrijving in opgenomen. Dan volgt de beperking. Hierin wordt beschreven welke beperkingen dit onderzoek heeft. Daarna wordt er in methodiek beschreven welke onderzoeksmethoden we hebben gebruikt voor het onderzoek. Tot slot is er een overzicht weergegeven met onze onderzoeksopzet. In dit schema wordt verkort weergegeven welke stappen we hebben ondernomen om tot een eindconclusie te komen.

11


Aanleiding Eind januari werden wij op de hoogte gesteld van een onderzoek naar groeitechnieken voor voedselvoorziening in Rio de Janeiro. Dit project ging echter niet door. Toen er eind januari een ander project kwam naar voedselvoorzieningssystemen werd onze aandacht opnieuw getrokken. Dit niet alleen omdat het onderwerp wederom voedselvoorziening betrof, ook de onderzoeksvraag was veel complexer. Het onderzoek dat ons eind januari werd voorgedragen betrof een onderzoek naar de voedselvoorziening in watertoren Lauwerhof te Utrecht. Dit onderzoek bevatte niet alleen de diverse systemen, de diverse gewassen en de complexiteit van de watertoren, ook de financiĂŤle haalbaarheid speelde een belangrijke rol. Het onderzoek begon bij onze opdrachtgever, Chris Bol. Watertoren Lauwerhof verloor in 2011 haar functie als watermuseum. Hierbij besloot de huidige eigenaar, Vitens, de watertoren in de verkoop te zetten. Chris Bol, die op dat moment steeds meer interesse ontwikkelde op het gebied van stadslandbouw, kreeg het idee om de verkoop en zijn interesse samen te voegen. Zo ontstond het idee van stadslandbouw in watertoren Lauwerhof. Dit rapport bestaat daarom uit een onderzoek naar de haalbaarheid van zijn idee.

12


Ligging Om voorafgaand inzicht te geven in het onderzoek wordt hier de locatie van de watertoren weergegeven. Watertoren Lauwerhof is gelegen binnen de grachten van Utrecht. Dit wil zeggen dat de watertoren tot het centrum van Utrecht behoort. De bereikbaarheid met de auto is lastig, omdat het in het centrum vrij druk is en de parkeerplekken schaars zijn. De watertoren is wel zeer goed bereikbaar vanaf het centraal station. Het is ongeveer tien minuten lopen. Hiernaast is een kaartje toegevoegd waarop de locatie van de watertoren weergegeven is. In het rood is de watertoren weergegeven, linksonder is het centraal station te zien.

Watertoren Lauwerhof Plus Albert Heijn

Universiteit

Centraal Station Utrecht 13


Hoofdvraag Hoe kan functionele en financiële haalbaarheid van stadslandbouw worden bereikt in watertoren Lauwerhof te Utrecht? In de hoofdvraag is er gebruik gemaakt van de volgende termen: Functionele haarbaarheid: In de toren kan stadslandbouw worden toegepast. Financiële haalbaarheid: De onderneming heeft meer opbrengsten dan kosten. Stadslandbouw: “Stadslandbouw is het telen, oogsten en afzetten van voedsel in of in de nabijheid van een stad.” (encyclo, 2013)

“Functionele en financiële haalbaarheid van stadslandbouw in watertoren Lauwerhof kan bereikt worden, verwacht alleen niet dat het een zeer winstgevende onderneming wordt” –Hypothese Frank Ruinard en Ron Brummelhuis

14


Doelstelling

Beperking

Het doel van het onderzoek is om de opdrachtgever, Chris Bol, een toekomstgericht advies te geven. Aan de hand van het antwoord op de hoofdvraag moet hij een beslissing kunnen nemen om zijn bedrijfsidee voort te zetten of niet.

Binnen het onderzoek zijn, vanwege de korte tijdsperiode, een aantal beperkingen opgelegd. Ook is er een beperking ontstaat door licentieovereenkomsten. De beperkingen worden hieronder in het kort omschreven:

Doelgroep

1) Aankoop/onderhoud watertoren wordt niet opgenomen in financiële overzichten. Dit zal initiatiefnemer Chris Bol verzorgen.

De doelgroep waar dit onderzoek voor geschreven is bestaat daarmee voornamelijk uit Chris Bol. Deze rapportage is namelijk specifiek op basis van zijn situatie geschreven. Daarnaast gaat het rapport inzicht geven aan geïnteresseerde en initiatiefnemers op het gebied van stadslandbouwaspecten. Hierbij kan gedacht worden aan omgevingsfactoren, systemen, gewassen en de financiële aspecten.

2) Marktonderzoek is beperkt uitgevoerd. Voor een nog specifiekere conclusie zal uitgebreider marktonderzoek gevoerd moeten worden. 3) Er is geen onderzoek gedaan naar de bereidheid van vrijwilligers. Volgens Chris Bol en vergelijkbare projecten (Roofgarden te Arnhem/ Dakakker te Rotterdam) hoeft dit niet tot problemen te leiden. 4) Referentiestudie bij projecten met vergelijkbare systemen en gewassen is niet mogelijk door licentieovereenkomsten. (Onder meer Plantlab geprobeerd). Daarnaast waren veel projecten wereldwijd en daarmee niet bereikbaar binnen dit onderzoek.

Globale werkwijze en randvoorwaarden Binnen dit onderzoek zal alleen de situatie van Chris Bol en watertoren Lauwerhof worden behandeld. Het onderzoek is zo opgebouwd dat ieder aspect in chronologische volgorde wordt behandeld. Dit betekent dat er gekeken wordt naar de watertoren, de invulling van de watertoren met systemen, de productie van gewassen met de systemen en de financiële haalbaarheid van het totale concept.

5) Particuliere markt niet onderzocht. Voor een specifiekere afweging tussen restaurants en particulieren zou ook de markt van de particulieren onderzocht moeten worden.

15


Methodiek

Structuurbeschrijving

Binnen dit onderzoek zullen een aantal methoden worden toegepast. Met behulp van deze methodes zullen de conclusies op de deelvragen en daarmee de hoofdvraag geformuleerd worden. Op bladzijde 17 zijn de onderzoeksvragen geformuleerd. Hieronder zullen de methodes per deelvraag behandeld worden.

Hiernaast is de onderzoeksopzet van het verslag weergegeven. Als eerst is aan de linkerkant, verticaal gezien, de hoofdvraag geformuleerd. De hoofdvraag is opgedeeld in vier deelvragen. Deze staan genummerd van 1 t/m 4. Binnen de deelvragen vallen elke keer vier subvragen. Deze staan genummerd als 1.1, 1.2 enz. Door antwoord te geven op de subvragen kan er antwoord worden gegeven op de deelvraag. Per deelvraag komt er een antwoord uit. Uiteindelijk kan daaropvolgend de hoofdvraag worden beantwoord. Dit is in dit schema weergegeven met een Go of No Go.

Deelvraag 1: (Eigenschappen watertoren) - Deskresearch - Diepte-interviews (sleutelhouder watertoren / Rob Roggema) - SWOT-Analyse Deelvraag 2: (Systemen indoor stadslandbouw) - Deskresearch - Diepte-interviews (Rob Roggema / Gregg Keeffe) Deelvraag 3: (Gewassen) - Deskresearch - Marktonderzoek (restaurants Utrecht) - Diepte-interviews (Gregg Keeffe / Maaike Olthoff van restaurant MAS) Deelvraag 4: (Bedrijfsvorming / Financieel) - Deskresearch - Waardetheorie van Porter - Ashridge model - Business Model Canvas - DESTEP-Analyse op macroniveau - Marktanalyse op mesoniveau - Bedrijfstakanalyse op microniveau ( = Vijfkrachtenmodel van Porter) - Confrontatiematrix

16


Onderzoeksopzet

17


11

Watertoren Watertoren Lauwerhof Lauwerhof Hoofdstuk

18


Deelvraag 1: Welke mogelijkheden en knelpunten biedt de watertoren ten behoeve van stadslandbouw? Watertoren Lauwerhof te Utrecht biedt een aantal mogelijkheden maar ook een aantal knelpunten ten behoeve van stadslandbouw. In dit hoofdstuk worden deze elementen uitvoerig behandeld. Deze punten kunnen echter ook voor andere ruimtes gebruikt worden met vergelijkbare omstandigheden. Dit maakt het mogelijk voor mensen om zelf stadslandbouw toe te passen in gebouwen. Hierdoor voorzien wij niet alleen de initiatiefnemer voor stadslandbouw in de watertoren in Utrecht van een advies, maar ook andere initiatiefnemers ten behoeve van stadslandbouw in gebouwen.

19


Bezoekers Een andere mogelijkheid die de toren biedt is het ontvangen van bezoekers. De toren is in 2004 verbouwd om aan alle eisen van een museum te voldoen. Dit betekent dat er in de toren bezoekers ontvangen mogen worden. De mogelijkheid tot het creëren van een museum in de toren is hiermee mogelijk. Dit betekent dat mensen ingelicht worden over het principe van stadslandbouw. Naast de bewustwording biedt dit ook mogelijkheden tot extra inkomen, namelijk entreegelden.

Sub-vraag 1.1: Welke mogelijkheden biedt de watertoren? Hoogte De mogelijkheden worden vooral gecreëerd door de hoogte en de doorsnede van de toren. Zo is de watertoren 39 meter hoog en heeft de toren een gemiddelde doorsnede van 8 meter. Doordat de toren zo hoog is zijn er 6 verdiepingen aanwezig en is er een 7e verdieping denkbaar. Dit betekent dat er nu grofweg 300 vierkante meter beschikbaar is. Door een extra verdieping te creëren zou hier nog eens 45 vierkante meter aan kunnen toevoegen. Daarnaast heeft het dak van de watertoren een oppervlakte van 113 vierkante meter. Deze vierkante meters bieden de mogelijkheid om veel gewassen te verbouwen. Hoe meer er verbouwd kan worden, hoe meer opbrengsten er gegenereerd kunnen worden.

Inkomsten Een ander voordeel voor de financiën is het contract met T-mobile. De watertoren fungeert als landlord. Dit betekent dat de eigenaar van de watertoren inkomsten krijgt voor de antenne-installaties van T-Mobile. Dit kan omdat het dak van de watertoren erg hoog is. De installatie genereert ieder jaar €8.000,- aan inkomsten, (T-Mobile, 2015).

Zonnepanelen Naast de oppervlakte en hoogte biedt de toren ook nog andere mogelijkheden. Zo is het dak zeer geschikt voor het toepassen van zonnepanelen. Deze panelen zouden goed kunnen fungeren als bron van energie binnen de toren. Dit betekent dat er minder energie aan de watertoren geleverd hoeft te worden.

Rijksmonument Tot slot is de toren een rijksmonument. Voor rijksmonumenten zijn regels opgesteld. Zo zijn er ook regels verbonden aan onderhoud en verbouwingen. Dit biedt niet alleen een voordeel aan de stad Utrecht, voor het in stand houden van de watertoren, maar biedt ook extra fiscale mogelijkheden voor de eigenaar van de toren. Hierbij kan gedacht worden aan subsidies. Daarnaast biedt de naamsbekendheid van de toren mogelijkheden, mensen weten hierdoor beter waar de toren gelokaliseerd is. Dit is, wanneer de watertoren ingericht wordt tot een museum een groot voordeel, (makelaardij, 2012). Op afbeeldingen 2.0 en 2.1 zijn twee verdiepingen van de watertoren te zien.

Water Naast het feit dat het dak van de toren mogelijkheden biedt voor het opwekken van energie biedt het ook mogelijkheden voor het opvangen van regenwater. Dit regenwater zou gebruikt kunnen worden om de gewassen te voorzien van water. Dit betekent dat er geen tot minder water aan de toren geleverd hoeft te worden. Hierdoor is de toren meer zelfvoorzienend en financieel is dit aantrekkelijker.

20


Sub-vraag 1.2: Welke knelpunten heeft de watertoren? Vorm Het eerste knelpunt is de vorm. De watertoren is rond waardoor niet iedere vierkante meter gebruikt kan worden. Dit biedt een ruimteverlies op wat leidt tot een vermindering van de productiviteit.

Afbeelding 2.0: deel verdieping met links het trappenhuis

Museum Een ander knelpunt is dat de toren is ingericht als museum, daarbij is veel ruimte verloren gegaan aan een trappenhuis (afb. 2.2) en de sanitaire voorziening. Ook lopen er waterleidingen vanuit de kelder naar het waterreservoir. Dit betekent dat op iedere verdieping 4 vierkante meter in beslag genomen wordt door de waterleidingen. Licht Naast de oppervlaktes hebben gewassen over het algemeen ook licht nodig. Dit is een ander knelpunt van de toren. De muren van de toren zijn tot wel 1,5 m dik en er zijn relatief weinig en kleine ramen aanwezig waardoor er weinig licht binnen komt. De lage lichtintensiteit kan het voor beplanting moeilijk maken zich te ontwikkelen.

Afbeelding 2.1: verdieping met balkon

Rijksmonument Doordat de toren fungeert als rijksmonument is het moeilijk om aanpassingen aan de toren door te voeren. Aanpassingen resulteren namelijk in veel papierwerk, (makelaardij, 2012). Ruimte Tot slot is er een nadeel dat er buiten de toren maar twee meter beschikbaar is voor het stallen van fietsen of het plaatsen van meubilair. Er is ook weinig ruimte om te parkeren in de omgeving Afbeelding 2.2: trappenhuis bezit ongeveer 1/3 per verdieping van de toren. 21


Sub-vraag 1.3: Op welke manier kunnen de mogelijkheden maximaal benut worden?

Bezoekers Doordat de toren als museum in gebruik was mogen er bezoekers in de toren worden ontvangen. Als de toren ingericht wordt als museum kan er extra kennis worden gecreeĂŤrd onder de mensen. De bezoekers zouden wel van het bestaan van de toren af moeten weten. Hierbij komt het marketingaspect van het museum kijken. Vooral bij de opening van de toren kan veel naamsbekendheid gecreĂŤerd worden.

In deze paragraaf zal duidelijk worden hoe de mogelijkheden van de toren maximaal benut kunnen worden. In paragraaf 1.1 zijn de mogelijkheden al beschreven, hieronder volgt een opsomming van de mogelijkheden en hoe deze maximaal benut kunnen worden. Hoogte Door gebruik te maken van de hoogte is er een goede mogelijkheid voor stadslandbouw. De oppervlakte in combinatie met de hoogte maakt het mogelijk om een grotere hoeveelheid systemen toe te passen. Per verdieping kunnen de vierkante meters meerdere malen gebruikt worden. Ook is vertical farming een optie (het verticaal produceren van voedsel). Hiermee kan er een hoge productiviteit per vierkante meter ontstaan, (Farming, 2015).

Inkomsten Doordat T-Mobile een contract heeft met de watertoren is er een vaste inkomstenstroom waar vrijwel niets aan gedaan hoeft te worden. Dit vergroot de kans op winstgevendheid. Rijksmonument Tot slot biedt de watertoren, als rijksmonument, mogelijkheden. Zo komen rijksmonumenten in aanmerking voor allerlei fiscale voordelen. Door deze fiscale voordelen kan veel eerder winst worden behaald. (makelaardij, 2012)

Zonnepanelen Het dak van de watertoren is geschikt voor zonnepanelen. Door het dak zoveel mogelijk te bedekken met panelen is de energieopbrengst zo hoog mogelijk. Dit verlaagd de stroomkosten op jaar basis. Water Het dak kan een dubbelfunctie krijgen omdat het ook regenwater kan opvangen. Dit regenwater kan afgevoerd worden naar de watersilo, waar het wordt opgeslagen voordat het wordt gebruikt bij de gewassen.

Afbeelding 2.3: ruimte verlies sanitaire verziening begane grond 22


Sub-vraag 1.4: Op welke manier kunnen de knelpunten aangepakt worden?

Rijksmonument Door de buitenkant van de toren niet te veranderen blijven we buiten de wetgeving van rijksmonumenten. De toren mag binnen de functie boerderij of nutsbedrijf hebben. Dit maakt het mogelijk om stadslandbouw in de toren toe te passen zonder bestemmingswijziging, (erfgoed, 2014).

Naast de maximale benutting van de mogelijkheden moet ook worden gekeken naar de aanpak van de knelpunten. De knelpunten die eerder aan bod kwamen zullen hier nogmaals benoemd worden, nu echter met een duidelijke aanpak van deze knelpunten.

Ruimte Er is weinig ruimte rondom de toren, afb. 2.4. Er zijn weinig mogelijkheden om deze ruimte groter te maken. Daarom kan een oplossing zijn de toren niet als museum maar als productiegebouw te gebruiken. Hierdoor hoeft de watertoren geen gasten te ontvangen wat overal het algemeen ook fietsen of auto’s met zich mee brengt.

Vorm Door de vorm is het moeilijk om installaties te plaatsen. De installaties zijn voornamelijk rechthoekig. Dit probleem kan worden aangepakt door het creĂŤren van rechte wanden. Hierdoor wordt het mogelijk om meerdere installaties naast elkaar te zetten. Museum Het grootste deel van de ruimteverlies zit in drie elementen. De trap, de sanitaire voorziening (afb. 2.3) en de waterleidingen. Deze knelpunten kunnen moeilijk aangepakt worden. Alleen een grote interne verbouwing zou ruimte op kunnen leveren. Als er mogelijkheid blijft tot het ontvangen van bezoekers is de verbouwing geen optie. Dat is alleen een optie wanneer er puur op productie ingericht gaat worden. Licht De dikke muren en weinig (kleine) ramen zorgen voor belemmering van het licht. Er zijn twee oplossingen mogelijk. De eerste is het verbouwen van gewassen die geen licht nodig hebben. De tweede optie is het toepassen van kunstmatig licht, LED verlichting.

Afbeelding 2.4: ruimte om de watertoren zeer minimaal 23


Conclusie deelvraag 1.

De tweede optie is om de watertoren te gebruiken als verkooppunt van gewassen aan omliggende restaurants. Hiermee zou de functie als museum niet langer in stand gehouden worden. Dit betekent dat de eisen die aan een museum gesteld worden niet langer van toepassing zouden zijn. Hierdoor is er meer ruimte om te produceren in geval dit nodig zou zijn. Het doel hierbij is dat er geproduceerd wordt voor de omliggende restaurants. Als er gekozen wordt voor deze optie zal er meer bekend zijn over de afzet van de producten en is het minder noodzakelijk dat er iemand aanwezig is in de watertoren. De inkomsten van de toren zouden voortkomen uit de verkoop van producten aan restaurants en de inkomsten van T-Mobile. Daarnaast zou er binnen deze optie ink bespaard kunnen worden op personeelskosten in vergelijking met de eerste optie.

Met de opsomming van de mogelijkheden en knelpunten van de toren hebben wij onze deelvraag beantwoord. Om goed verder te kunnen gaan met de andere onderzoeksvragen hebben wij in combinatie met de initiatiefnemer Chris Bol en onze adviseur voor stadslandbouw, Rob Roggema, besloten om van de twee opties ter invulling van de toren, slechts een opzet uit te werken. De opties zijn voortgekomen uit de mogelijkheden en knelpunten die hiervoor beschreven werden. De indeling van de toren hangt samen met de functie die de toren draagt. Bij stadslandbouw kon worden gekozen voor twee opties, enerzijds een museum functie waarbij producten verkocht worden aan consumenten, anderzijds een invulling gericht op het produceren van gewassen die verkocht zullen worden aan restaurants in de omgeving. Hieronder zal kort beschreven worden hoe de invulling van de toren zal zijn aan de hand van de betreffende functie die de toren zal dragen.

Door de eigenschappen van de toren te verwerken in een swotmatrix kwam een duidelijk overzicht van de eigenschappen van de toren naar voren. Dit overzicht, tezamen met de twee mogelijkheden van inrichting, hebben wij voorgelegd aan de opdrachtgever. Hierbij hebben wij het advies gegeven te kiezen voor optie 2, het leveren aan restaurants. Dit omdat de watertoren op deze manier minder afhankelijk is van het gedrag van consumenten. Hier stemde onze opdrachtgever mee in. Hiernaast is de voorgelegde swot-matrix weergeven.

Stadslandbouw als museum en verkooppunt. De eerste optie is om de watertoren te gebruiken als een museum en verkooppunt voor stadslandbouw. Hierbij moeten de eigenschappen ten behoeve van een museum bewaard blijven. Zo zullen de sanitaire voorziening behouden blijven en zullen de trappen volgens de museumeisen bewaard blijven. Dit leidt tot een vermindering van de productie maar wel tot extra inkomsten door de betaling van de museumbezoekers. De gewassen die geproduceerd worden in de toren zouden aan omwonende en museumbezoekers verkocht kunnen worden. Dit zou de tweede bron van inkomsten van de toren zijn. De derde inkomstenbron is de antennevoorziening van T-Mobile.

24


25


111

Constructies Constructies

Hoofdstuk

26


Deelvraag 2: Hoe kan, door toepassing van systemen voor stadslandbouw, invulling worden gegeven aan de watertoren? De globale trend van bevolkingsgroei en verstedelijking leidt onherroepelijk tot meer vraag naar voedsel in de stad. Tegelijkertijd is er een trend in de vraag naar duurzaam en/ of lokaal geproduceerd voedsel te herkennen. Het in de stad produceren van voedsel, Urban Farming, kan een antwoord bieden op beide trends, (Oskam, Lange, & Thissen, 2013). Er is vraag naar duurzaam en lokaal geproduceerd voedsel, maar hoe kan deze vraag beantwoordt worden? Dit kan natuurlijk op de ouderwetse manier, namelijk produceren met moestuinen in de stad. Maar er zijn manieren die het produceren van voedsel op een biologische manier veel interessanter maken. Dit wordt mogelijk door diverse systemen. In dit hoofdstuk zullen de systemen voor indoor stadslandbouw behandeld worden. Deze systemen kunnen wellicht ook in de open ruimte toegepast worden. Deze deelvraag zal zich richten op de invulling van watertoren Lauwerhof, daarmee dus enkel gericht op indoor stadslandbouw. Sub-vraag 2.1 zal inzicht geven in de systemen die indoor stadslandbouw mogelijk maken. Sub-vraag 2.2 zal een selectie weergeven van deze systemen. Hierbij is het selectiecriteria voornamelijk de toepasbaarheid van het systeem in de toren.

27


Sub-vraag 2.1: Welke systemen voor indoor stadslandbouw zijn er? In deze sub-vraag worden de systemen ten behoeve van indoor stadslandbouw behandeld. Er zal een korte inleiding en een afbeelding per systeem zijn. De beschrijving en werking per systeem zijn in bijlage 1 opgenomen. 2.1.1 Aquaponic Aquaponic is een voedselproductiesysteem dat conventionele aquacultuur (kweek van waterdieren zoals vissen in tanks) combineert met hydrocultuur (kweken van planten in water), (Vliet, 2014). Op afbeelding 3.0 is een aquaponic systeem te zien.

2.1.2 Aeroponic Aeroponic is het proces van het kweken van planten in een luchtof mistklimaat. Hierbij wordt geen aarde of ander kweekmedium gebruikt, (Eugrowshop, 2015). Op afbeelding 3.1 is een aereoponic systeem te zien.

Afbeelding 3.0: een aquaponic systeem

Afbeelding 3.1: een areoponic systeem 28


2.1.3 Hydroponic drip Een hydroponic is een systeem waarbij de wortels van de gewassen constant in contact staan met water en lucht, (shop, 2008). Op afbeelding 3.2 is het drip systeem te zien. Hierbij druppelt het water van boven de beplanting in het plantbed.

2.1.4 Hydroponic eb and flow De tweede vorm is het eb and flow system. Deze is op afbeelding 3.3 te zien. Hierbij zorgt een wisselende waterstand voor voedselvoorziening van de gewassen.

Afbeelding 3.2: een hydroponic drip systeem

Afbeelding 3.3: een hydroponic eb and flow systeem 29


2.1.5 Nutrient Film Technique (NFT) Een NFT systeem is een systeem waarbij de wortels hangen in het stromende water. Op afbeelding 3.3 is het NFT systeem te zien. Hierbij stroomt het water met het afschot mee naar het laagste punt.

2.1.6 Water cultere systeem Een water culture systeem is een systeem waarbij de gewassen conitu in contact staan met de watertank. De gewassen drijven in waterdoorlatende bakken met behulp van piepschuim. Op afbeelding 3.5 is een water culture systeem te zien.

Afbeelding 3.4: een nutrient film technique systeem

Afbeelding 3.5: een water culture systeem 30


2.1.7 Wick System Het wick systeem werkt doormiddel van een capillaire werking. Er hangen touwen in het water, die het water met de voedingsstoffen, naar boven zuigen. Hier loopt het water het plantbed in. Op afbeelding 3.6 is een wick systeem te zien.

2.1.8 Paddenstoelenbed Paddenstoelen zijn op vele manieren te kweken. Zo kan er gekweekt worden op koffieprut, oude boomstammen, stro enzovoort. Deze methodes zijn mede ontstaan doordat paddenstoelen een ruime toepassing kennen. Op afbeelding 3.6 zijn paddenstoelenbedden te zien.

Afbeelding 3.6: een wick systeem

Afbeelding 3.7: drie paddenstoelenbedden 31


Sub-vraag 2.2: Welke benodigdheden worden veelal toegepast in samenwerking met de systemen voor stadslandbouw? Systemen voor stadslandbouw worden nog veel gemaakt in huiselijke sferen. Toch is er een trend zichtbaar waarbij stadslandbouw ook in economische zin rendabel wordt. Om dit mogelijk te maken worden veelal elementen toegevoegd aan de basissystemen. In deze sub-vraag wordt daarom antwoord gegeven op de vraag welke benodigdheden veelal worden toegepast in samenwerking met de systemen voor stadslandbouw. Systemen die niet toepasbaar zijn in de watertoren worden dan ook niet in deze sub-vraag opgenomen. Deze sub-vraag bevat enkel de op zichzelf staande systemen die een functie hebben binnen het stadslandbouwsysteem. De overige elementen worden hierbij niet behandeld. De werking van de systemen zijn in bijlage 2 opgenomen.

2.2.1 Zonnepanelen De eerste aanvulling op systemen betreft zonnepanelen. De systemen ten behoeve van stadslandbouw vragen vrijwel altijd stroom (zeker in combinatie met pompen of verlichting). Om zo duurzaam mogelijk te zijn is het belangrijk om deze stroom op een duurzame manier op te wekken. Dit kan door de toepassing van zonnepanelen, afbeelding 3.8.

Afbeelding 3.8: zonnepanelen 2.2.2 LED-verlichting Een andere toevoeging op de stadslandbouwsystemen is de toepassing van LED-verlichting. Deze toevoeging kent een groot aantal voordelen. Zo groeien de gewassen sneller. Het rendement per plant/ per vierkante meter ligt daardoor veel hoger. Daarnaast kan er constant gekweekt worden, wat men onafhankelijk maakt van de seizoenen. (Philips, 2014)

32 Afbeelding 3.9: led verlichting


2.2.3 Waterpomp Een onderdeel dat in veel van de systemen naar voren komt is een waterpomp. De waterpomp zorgt voor de circulatie van het water. Het water wordt veelal vanuit een tank richting het plantbed gepompt. Deze circulatie zorgt ook voor extra zuurstof in het water.

2.2.5 Nutriëntpomp Een nutriëntpomp lijk in de basis op de eerder genoemde waterpomp. Een nutriëntpomp zorgt ervoor dat de planten van voeding worden voorzien. Door een ruimte in de pomp worden de nutriënten verzameld en gelijkmatig aan het water toegevoegd.

Afbeelding 3.10: waterpomp

Afbeelding 3.12: nutriëntpomp

2.2.4 Luchtpomp Een andere pomp die in een aantal systemen wordt toegepast is de luchtpomp. De luchtpomp zorgt voor zuurstof in het water. Zuurstof behoort tot de 10 essentiële nutriënten die een gewas nodig heeft om te groeien, (Dier-en-natuur, 2011). Zuurstof is dan ook essentieel voor de groei van gewassen. Zeker binnen de hydrocultuur is dit van toepassing. Vandaar dat een luchtpomp met de daarbij behorende luchtsteen dan ook niet mag ontbreken. (Universiteit, 2012)

2.2.6 Uv-filter Een Uv-filter wordt in vrijwel alle systemen toegepast. Uv-filters worden namelijk toegepast in systemen met water. UV licht is niet chemisch en een oud principe. Door het speciale licht wordt het DNA van de bacterie vernietigd waardoor zij niet meer schadelijk zijn en zich ook niet vastzetten in de installatie. UV licht breekt de bacteriën af voor 99,9%. Zo breekt de filter dus bacteriën af en voorkomt het onder andere legionella, afbeelding 2.10. (IMSO, 2013)

Afbeelding 3.11: luchtpomp

33

Afbeelding 3.13: uv-filter


Sub-vraag 2.3: Welke systemen zijn geschikt voor de watertoren?

systeem geen toegevoegde stoffen verbruikt, met uitzondering van vissenvoer. Dit vissenvoer kan echter ook weer bestaan uit restanten uit restaurants. Hierdoor zou het systeem extra toegevoegde waarde krijgen. Tot slot heeft de aquaponic minimale behoeften van aanvullende systemen.

In deze sub-vraag worden de systemen behandeld die geschikt zijn voor de watertoren. Hierbij is gekeken naar welke systemen goed functioneren. De systemen die nog niet of minder succesvol functioneren gaan niet in de toren toegepast worden.

Hydroponic, Drip System Een ander systeem dat wordt toegepast binnen de watertoren is de hydroponic. In dit geval het Drip systeem. Het drip systeem geeft een stabiele en hoge opbrengst en is daarom erg geschikt voor toepassing in de watertoren. Een ander voordeel van het systeem is de minimale arbeidsintensiteit. Ook is het systeem makkelijk in gebruik.

2.3.1 Systemen Zoals in sub-vraag 2.1 aan bod kwam zijn er een aantal systemen te onderscheiden. Uit deze systemen is op basis van functionaliteit een keuze gemaakt. Hiernaast worden de gekozen systemen benoemd. Ook wordt verteld waarom deze systemen functioneel zijn.

Hydroponic, Nutrient Film Technique (NFT) Naast het drip systeem wordt er nog een ander soort hydroponic toegepast, namelijk het nutrient film technique systeem. Dit systeem wordt veelal NFT genoemd. Het systeem levert goede opbrengsten tegen minimale arbeid. Het NFT heeft daarnaast als voordeel dat het makkelijk toepasbaar is.

Aquaponic De aquaponic zal in de watertoren worden toegepast. Dit omdat het systeem tien keer sneller produceert dan conventionele landbouw en slechts tien procent van het water verbruikt. Ook is de aquaponic makkelijk in gebruik. Een andere reden is dat het

Keuzetabel systemen voor stadslandbouw

Hydroponic

Systeem Productiesnelheid Arbeidsintensiteit Complexiteit systeem Toevoeging middelen Hoeveelheid aanvullende systemen Eindbeoordeling Aquaponic ++ ++ ++ ++ +++++++ Aeroponic + --+ + - Drip ++ ++ + +/+/+++++ - Eb And Flow ++ ++ +/+/+++ - Nutrient Film Technique (NFT) ++ ++ + +/+/+++++ - Water culture + +/+/+/+ ++ - Wick + +/+/+ + +++ Paddenstoelenbed ++ +/++ ++ +++++

Tabel 3.0: keuzetabel systemen voor stadslandbouw 34

G


Paddenstoelenbed Het laatste systeem dat zal worden toegepast is het paddenstoelenbed. Het paddenstoelenbed biedt veel mogelijkheden voor ruimtes die lastig in te delen zijn, voornamelijk de vochtige ruimtes die geheel van licht worden ontzien. Het paddenstoelenbed biedt ook het voordeel dat een wisselwerking met de restaurants kan worden aangegaan. Zo kan de koffieprut van de restaurants worden gerecycled. Ook heeft het systeem minimaal onderhoud, toevoeging van middelen of aanvullende systemen nodig.

Waterpomp De waterpomp is niet weg te denken binnen de toegepaste systemen. Het water moet namelijk circuleren voor een goede werking van het systeem. Om dit water te circuleren (rond te pompen) zal een waterpomp worden toegepast. Deze waterpomp voorkomt daarnaast dat er iedere keer water moet worden afgevoerd en nieuw water moet worden toegevoegd. De pomp zorgt dus voor een verduurzaming van de systemen. De pomp vraagt natuurlijk wel extra stroom, dit zal door toepassing van de zonnepanelen worden beperkt.

2.3.2 Aanvullende systemen In sub-vraag 2.2 kwamen de aanvullende systemen aan bod. Dit zijn de systemen die ervoor zorgen het basissysteem werkt en dus produceert. Hieronder wordt uitgelegd welke aanvullende systemen nodig zijn om de gekozen systemen te doen functioneren.

Luchtpomp Naast de waterpomp zullen er in het geval van de hydroponics ook luchtpompen worden toegepast. Deze luchtpompen zorgen voor een goed zuurstofgehalte in het water. Ook zal het bijdragen aan een betere verdeling van de nutriënten in het water.

Zonnepanelen Allereerst zijn er zonnepanelen nodig. Dit is nodig om de energieverbruikende systemen van stroom te voorzien. Door de toepassing van deze systemen wordt geprobeerd om enkel groene stroom toe te passen. Dit biedt het voordeel dat de toren nog meer in duurzaamheid zal stijgen. Daarnaast biedt het een voordeel dat de kosten omlaag worden gebracht waardoor het break-evenpoint van de onderneming eerder bereikt zal worden.

Nutriëntpomp Een andere pomp die kan worden toegepast is de nutriëntpomp. De pomp zal alleen in de hydroponics worden toegepast. Dit systeem kan dan ook niet zonder de nutriëntpomp omdat de beplanting anders niet van nutriënten voorzien wordt. Uv-filter Het laatste aanvullende systeem is een Uv-filter. Deze filter wordt toegepast om bacteriën te doden maar met name om legionella tegen te gaan. Uit voorzorg zal de Uv-filter zowel worden toegepast bij de aquaponics als bij de hydroponics.

LED-verlichting De LED-verlichting zal worden toegepast boven de aquaponic en hydroponics. Deze combinatie moet ervoor zorgen dat de gewassen erg snel groeien en daarmee weinig vatbaar zijn voor ziektes en ook veel productie leveren. De systemen vragen echter wel stroom. Dit zal voornamelijk worden opgelost door de toepassing van LED-verlichting. 35


Sub-vraag 2.4 Hoe kan, aan de hand van de geschikte systemen, invulling worden gegeven aan de watertoren?

Verdieping 0 Verdieping 0 is de begaande grond van de toren. In de huidige staat kunnen hier gasten worden ontvangen. Deze invulling zal echter veranderen. Zo wordt de begaande grond ingericht op het verwerken van de producten en de mogelijkheid tot het opslaan van een bakfiets. Deze bakfiets maakt de levering van de producten aan de restaurants mogelijk. Afb. 3.15 in de bijlage.

In deze sub-vraag wordt invulling gegeven aan de watertoren. Deze invulling wordt gegeven aan hand van de gekozen systemen uit sub-vraag 2.3. Deze systemen hebben de meeste voordelen en worden daarom in de toren toegepast. De wijze waarop de systemen worden verdeeld over de toren is variabel. Er is in deze sub-vraag echter gekeken naar een zo logische mogelijke indeling. Hierbij is gekeken naar vierkante meters, gewicht, temperatuur, licht en luchtvochtigheid. In deze sub-vraag zal per verdieping worden beschreven hoe de systemen worden toegepast.

Verdieping 1 en 2 Op deze verdiepingen worden de eerste systemen voor het produceren van meerdere gewassen toegepast. Er is gekozen om aquaponics toe te passen. Dit is gedaan omdat dit het zwaarste systeem blijkt te zijn. Beide verdiepingen hebben een betonvloer welke geschikt zijn voor zware systemen. Daarnaast is er op beide verdiepingen relatief veel licht. Dit geeft de vissen, die nodig zijn binnen dit systeem, een natuurlijkere omgeving. Een andere reden dat op 2 verdiepingen na elkaar voor hetzelfde systeem is gekozen is de specialiteit van de vrijwilliger. Zo kan een aquaponic specialist zich richten op verdieping 1 en 2. Dit voorkomt onnodig trap lopen in de toren. Op verdieping 1 is 10m2 aquaponics beschikbaar, op de 2e verdieping is 15m2 beschikbaar. Afb. 3.16 en 3.17 in de bijlage.

Per verdieping zal duidelijk worden welke systemen zijn toegepast. Op de volgende bladzijden volgt een korte toelichting per verdieping. In bijlage 3 is uitgebreiderde toelichting te lezen, ook zijn er afbeeldingen van de indeling per afdeling te zien. In bijlage 3.1 is een technische tekeningen van de watertoren te zien. Verdieping -1 (kelder) Verdieping -1 is de kelder. Deze kelder is heeft geen contact met daglicht. Doordat de kelder onder maaiveld ligt is het in de kelder erg vochtig is. Een goede benutting van deze ruimte is de toepassing van paddenstoelenbedden. Doordat er bij een hoge waterstand ook water in de kelder kan staan moeten de paddenstoelenbedden worden toepast in de vorm van zakken. Deze zakken moeten minimaal 50 centimeter boven het vloerpeil van de kelder hangen. Op afbeelding 3.14 is verdieping -1, de kelder, te zien.

Verdieping 3 en 4 Op deze verdiepingen staan hydroponics. Er is gekozen voor het drip-systeem. Doordat de toren naar boven toe steeds smaller wordt, neemt de doorsnede van de watertoren ook af. Dit heeft tot gevolg dat het bruikbaar oppervlak van de verdieping ook steeds kleiner wordt. De hydroponics hebben redelijk wat ruimte nodig vandaar dat deze op de 3e en 4e verdieping zijn gesitueerd. Op de verdiepingen samen is 24m2 beschikbaar. Dit zal volledig worden verbruikt door de hydroponics. Afb. 3.18 en 3.19 in de bijlage. 36


Verdieping 5 en 6 Verdiepingen 5 en 6 zullen wederom worden ingericht met hydroponics. Dit maal echter met het NFT-systeem (Nutrient Film Technique). De reden dat er gekozen wordt voor dit systeem is de lastige indeling van de verdieping. Zo is het middelste gedeelte van de verdieping open en is slechts een kleine rand bruikbaar. Dit systeem is erg geschikt voor dit soort ruimtes.

Dak Het dak is de laatste ruimte van de toren die benut kan worden. Dit is los van het feit dat op verdieping 7 de kast van de T-mobile is geplaatst. Deze sub-vraag beperkt zich echter tot de systemen en de aanvullende systemen. Vandaar dat de kast van de T-mobile in de financiĂŤle deelvraag aan bod komt. Het dak heeft een oppervlak van 113 m2. Door de rechte vorm van de panelen en de ronde vorm van het dak zal het niet mogelijk zijn om de volledige 113 m2 te benutten. Daarnaast wordt een deel van het dakoppervlak gebruikt om het water af te voeren en op te slaan. Hierdoor gaat 5 m2 van het dak verloren aan de afvoer van regenwater. Er blijft dan nog 108 m2 over. Hiervan kan 65 m2 gebruikt worden t.b.v. zonnepanelen. De overige ruimte zal niet gebruikt kunnen worden. Wel dient de gehele 113 m2 voor het opvangen van regenwater. Dit water kan gebruikt worden voor de systemen. Afb. 3.22 in de bijlage.

Doordat de ruimte erg minimaal is door de indeling van de verdiepingen moet er worden gekozen voor een smal systeem. Het systeem dat wordt toegepast mag dan ook niet breder zijn dan 0,50 meter. Op verdieping 5 is 7,5 m2 beschikbaar en op verdieping 6 is 10 m2 beschikbaar om gewassen te verbouwen. Dit is echter als er slechts 1 laag van het NFT-systeem wordt toegepast. De verdiepingen bieden echter mogelijkheden tot een tweede laag. Dit betekent dat er 15 m2 op verdieping 5 en 20 m2 op verdieping 6 verbouwd kan worden. Afb. 3.20 en 3.21 in de bijlage.

37


Conclusie deelvraag 2. De deelvraag die werd gesteld aan het begin van dit hoofdstuk luidde als volgt: “ Hoe kan, door toepassing van systemen voor stadslandbouw, invulling worden gegeven aan de watertoren? “ Om deze vraag te kunnen beantwoorden is allereerst gekeken welke systemen voor indoor stadslandbouw er zijn. Daarna is gekeken welke aanvullende systemen er niet kunnen ontbreken om het systeem voor indoor stadslandbouw te kunnen laten werken. Daarna is gekeken welke systemen het meest geschikt zijn voor de watertoren. Tot slot is per verdieping beschreven hoe de watertoren zo functioneel mogelijk kan worden ingericht. De conclusie op de deelvraag luidt naar aanleiding van de subvragen als volgt: In de watertoren kunnen diverse systemen worden toegepast. Er is gekozen om een selectie te maken van de vier best functionerende systemen: aquaponic, drip-systeem (hydroponic), NFT-systeem (hydroponic) en tot slot het paddenstoelenbed. De eerste drie systemen vragen om een aantal aanvullende systemen. Deze systemen zijn in sub-vraag 2.2 behandeld, in sub-vraag 2.4 is vermeld waar de aanvullende systemen worden toegepast. Op afbeelding 3.23 is een aanzicht van de toren te zien.

Afbeelding 3.23: vooraanzicht doorsnede toren 38


Indeling systemen stadslandbouw in watertoren Lauwerhof (Afbeelding 3.24)

Afbeelding 3.24: zijaanzicht doorsnede toren 39

Dak

30 m2 zonnepanelen

Verdieping 6

20 m2 NFT-systeem (hydroponic)

Verdieping 5

15 m2 NFT-systeem (hydroponic)

Verdieping 4

12 m2 Drip-systeem (hydroponic)

Verdieping 3

12 m2 Drip-systeem (hydroponic)

Verdieping 2

15 m2 Aquaponic

Verdieping 1

10 m2 Aquaponic

Verdieping 0

Opslag en administratie

Verdieping -1

5 zakken paddenstoelenbed


1v

Gewassen Gewassen

Hoofdstuk

40


Deelvraag 3 Welke (hoeveelheden) gewassen zijn geschikt voor indoor stadslandbouw? In deze deelvraag wordt er ingegaan op de diverse soorten gewassen die geproduceerd worden in de watertoren en de hoeveelheden hiervan. Hiervoor is het allereerst belangrijk te achterhalen in welke producten de afnemers ge誰nteresseerd zijn. Deze resultaten zijn voortgekomen uit een marktonderzoek, bijlage 4.1. Daarna is het van belang te kijken welke gewassen de onderneming kan leveren. Hierbij is het belangrijk te kijken welke producten de systemen kunnen produceren. Wanneer bepaald is wat er gevraagd en aangeboden kan worden, zal er gekeken worden naar de hoeveelheden. In sub-vraag 3.3 zullen de gevraagde hoeveelheden aan bod komen. Hierbij worden de gemiddelden uit het marktonderzoek behandeld. In sub-vraag 3.4 worden de hoeveelheden behandeld die de onderneming kan leveren.

41


3.1 In welke gewassen zijn de afnemers geĂŻnteresseerd?

3.2 Welke gewassen kan de onderneming leveren?

Voor beantwoording van deze deelvraag is marktonderzoek gedaan. Middels enkele bezoeken aan restaurants in de nabije omgeving van de watertoren is er een lijst opgesteld van producten waarnaar de meeste vraag is. De producten die gevraagd worden lopen erg uiteen. Zo zijn er enkele producten die in vrijwel ieder restaurant toegepast worden. Hierbij kan gedacht worden aan elementen als paprika, sla, sperziebonen, enzovoort.

Om deze sub-vraag goed te beantwoorden wordt er eerst gekeken welke gewassen de onderneming met behulp van de systemen kan leveren. Daarna wordt in paragraaf 3.2.2 een selectie gemaakt van de gewassen die de onderneming gaat leveren.

Daarnaast werd gedurende het interview duidelijk dat er een nieuwe trend is binnen de horeca. Dit zijn de eetbare bloemen. Deze bloemen worden als decoratie op het bord verwerkt en zijn daarnaast op te eten. Voorbeelden hiervan zijn koriander, lavendel, oost Indische kers, rozen (blaadjes) en tijm. Dit zijn producten die voor de restaurants erg duur zijn omdat ze veelal uit andere landen komen of erg seizoensgebonden zijn. In bijlage 4.0 is een lijst opgenomen waar de vragen van het marktonderzoek zijn geformuleerd. In bijlage 4.1 is een lijst opgenomen met de diverse gewassen.

3.2.1 Produceren en leveren met systemen Door het gebruik maken van diverse systemen kunnen alle gevraagde gewassen geleverd worden. Elk systeem kan meerdere soorten laten groeien. Op verdieping 2 tot en met 6 staan de aquaponics en hydroponics (drip system en NFT system). Hierop groeien alle groenten, kruiden en eetbare bloemen. De paddenstoelenbedden met koffieprut en zaagsel leveren voornamelijk oesterzwammen. Ook de shiitake kan er goed op groeien. In vergelijking met de shiitake groeit de oesterzwam vele malen sneller. Bij de oesterzwam kan dus ook meer geoogst worden. Zo heeft een shiitake ongeveer drie maanden nodig tot het oogst-klaar is. De oesterzwam kan al na drie weken worden geoogst. Een groot voordeel van de systemen in de watertoren is dat er het hele jaar rond geplant, opgekweekt en geoogst kan worden. Als gewassen op het land geplant worden zijn er bepaalde jaargetijden waarin ze geplant moeten worden. Ook zijn de gewassen daarbij erg afhankelijk van het weer. In de watertoren kan er een gewenst klimaat nagebootst worden. Door meer lichturen groeien de planten harder waardoor de gewassen gemiddeld zo’n 4 keer sneller groeien terwijl ze slechts 10% van het water nodig hebben (in vergelijking met reguliere landbouw). Hierdoor zijn de gewassen niet alleen eerder groter, ook zorgen de ideale groei omstandigheden ervoor dat er haast geen uitval is. Nog een ander voordeel is dat de gewassen geen last hebben 42 van ziektes, ongedierte of onkruid. (aquaplaats, 2014)


Om te bepalen welke gewassen de onderneming zal gaan leveren moeten keuzes worden gemaakt. Hierbij zullen een aantal elementen een rol spelen. Allereerst welke hoeveelheden aan soorten de onderneming wil gaan leveren. Zo kan de onderneming ervoor kiezen om vrijwel alle gevraagde soorten te produceren of slechts een aantal. Hiermee zal ook samenhangen hoeveel restaurants de onderneming van producten kan voorzien.

B Aanvullende gewassen Naast de standaard gewassen zijn er ook gewassen die specifiek op vraag geproduceerd zullen worden. Hieronder vallen de eetbare bloemen. Dit zijn de gewassen die voor de restaurants erg duur zijn om in te kopen omdat ze in Nederland lastig te kweken zijn. Bij de verdeling van de verdiepingen is er gekozen om de aanvullende gewassen op verdieping 4 te realiseren. Deze gewassen zullen bestaan uit koriander en Oost Indische kers. Er is gekozen om slechts een klein deel van de toren met eetbare bloemen te vullen. Dit is gedaan omdat het een aanvulling is op de standaard gewassen die worden geleverd. Daarnaast is het momenteel een trend. Bij het verdwijnen van deze trend moet de onderneming hier niet onder leiden. Vandaar dat dit risico zich beperkt.

3.2.2 Selectie voor levering gewassen Voor een selectie van de gewassen wordt gekeken naar de gewassen die de meeste restaurants gebruiken. Gedurende het marktonderzoek is een beknopte lijst ontstaan van de soorten die ieder restaurant vroeg. Van deze lijst wordt daarna een selectie gemaakt die uit twee elementen bestaat. Enerzijds de gewassen die een restaurant in ieder geval nodig heeft. Daarnaast een selectie van gewassen die door de restaurants gebruikt worden maar veelal duur in aanschaf zijn (“aanvullende gewassen�). Door een selectie van deze producten kan daarna gekeken worden naar de hoeveelheden die gevraagd en geleverd worden (sub-vraag 3.3 en 3.4).

In bijlage 5 is een tabel weergegeven waarin de verdeling van de producten in de toren wordt weergegeven.

A Standaard gewassen Onder de standaard gewassen worden de producten verstaan waar veel restaurants vraag naar hebben. Voorbeelden hiervan zijn de eerder genoemde bladgroenten, bol-/knolgewassen, koolsoorten, peulvruchten, vruchtgroenten, kruiden en paddenstoelen, zie bijlage 4.

43


3.3 Welke hoeveelheden worden gevraagd door de afnemers?

3.4 Welke hoeveelheden kan de onderneming leveren?

Binnen deze sub-vraag is onderzocht welke hoeveelheden er worden gevraagd door de restaurants. Deze gegevens zijn voortgekomen uit het marktonderzoek. Binnen dit marktonderzoek was ĂŠĂŠn van de ondervraagde bereid een bestellijst te sturen. Een lijst die volgens de ondervraagde onderneming representatief was voor vele ondernemingen in Utrecht. Uit het marktonderzoek zijn soorten gewassen naar voren gekomen die behandeld zijn in subvraag 3.1. Daarna is er in sub-vraag 3.2 gekeken welke gewassen de onderneming zal aanbieden. In deze sub-vraag zal er gekeken worden welke hoeveelheden, van de in 3.2 gekozen gewassen, worden gevraagd. Dit wordt mede mogelijk door de bestellijst die tijdens het marktonderzoek is aangeboden.

Nu bepaalt is welke gewassen er worden gevraagd en in welke hoeveelheden, kan er gekeken worden welke hoeveelheden er geleverd gaan worden. De hoeveelheden zullen bepaald worden voor de gekozen soorten in sub-vraag 3.2. Per verdieping wordt er gekeken naar de toe te passen hoeveelheden en de opbrengsten hiervan. Dit zal worden bepaald door te kijken wat de gewassen in de normale omstandigheden per eenheid produceren. Met de systemen die in de watertoren worden toegepast kan gemiddeld 4 keer sneller worden geproduceerd. Alle productieperiodes van buiten zullen dan ook door vier worden gedeeld om te bepalen hoe lang een productieperiode duurt. De opbrengst per oogst is dan gelijk alleen de productiesnelheid ligt hoger.

In bijlage 5.1 is een tabel weergeven met soorten en de betrekkende hoeveelheden.

In bijlage 5.2 is een tabel opgenomen met de productiecapaciteit per week en de vraag van de restaurants per week. De onderneming is in eerste instantie op minimaal gebruik ingedeeld. Het aantal vierkante meters is benut maar door een eventuele toepassing van vertical farming, waarbij de bakken met gewassen boven op elkaar komen in plaats van naast elkaar, zou de productie nog eens verdriedubbeld kunnen worden. Daarnaast is de watertoren verdeeld met de soorten die uit het marktonderzoek naar voren kwamen. Uitgebreider marktonderzoek zou kunnen leiden tot meer diversiteit van soorten en daarmee ook een betere verdeling van de productie.

44


Conclusie deelvraag 3 Welke (hoeveelheden) gewassen zijn geschikt voor indoor stadslandbouw? Vrijwel alle gewassen kunnen worden gekweekt in de systemen voor stadslandbouw. Uit marktonderzoek is echter gebleken in welke producten de doelgroep interesse heeft. Deze producten gaan daarom in de watertoren geproduceerd worden. Aan de vraag van minimaal ĂŠĂŠn restauranthouder kan worden voldaan. Daarnaast is het mogelijk om meerdere restaurants van producten te voorzien. Dit zou kunnen door meer systemen in de watertoren toe te passen. Vooral het verticaal uitbreiden van systemen (vertical farming) is een optie. Daarnaast zou een verbreding van het assortiment en een gelijkwaardige verdeling kunnen leiden tot een bredere levering aan klanten. Het zou hiermee mogelijk worden om voor maximaal drie tot vier restaurants te leveren (afhankelijk van gewassen en de restaurants). In bijlage 5.3 is een tabel opgenomen waarin staat hoeveel gewassen de onderneming kan leveren. Dit is terug gekoppeld aan een leveringscapaciteit per restaurant.

45


v

Financiële Financiële Financi Financië ële le haalbaarheid haalbaarheid Hoofdstuk

46


Deelvraag 4

Daarna worden de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen benoemd en samengevat in een confrontatiematrix. In paragraaf 4.4 Financiële analyse wordt het businessplan, met interne en externe factoren, omgezet tot financiële factoren. In deze paragraaf worden diverse financiële overzichten behandeld. Zo worden de volgende overzichten uitgewerkt: investeringsbegroting, openingsbalans, exploitatiebegroting, break-evenanalyse en de liquiditeitsbegroting. Daarnaast worden de financieringsmogelijkheden benoemd en komen administratieve onderdelen aan bod. Tot slot wordt een risicoanalyse omgesteld.

Hoe kan, in de eerste 10 jaar na oprichting, financiële haalbaarheid van stadslandbouw in de watertoren bereikt worden? Om deze deelvraag te kunnen beantwoorden wordt er een bedrijfsplan opgesteld. Aan de hand van dit bedrijfsplan/ businessplan zal antwoord worden gegeven op de hoofdvraag. Om een onderneming te kunnen starten moeten eerst het bedrijfsidee helder in beeld worden gebracht. Een idee ontstaat veelal door ontwikkeling van een passie. Deze passie moet echter ook worden verwerkt tot een concreet plan. De onderneming zal daarom eerst behandeld worden in paragraaf 4.1 De onderneming. Hier worden de bedrijfseigenschappen, -doelstellingen en -verplichtingen duidelijk. Ook wordt hier de rechtsvorm behandeld. Aan de hand van deze informatie kan het business plan verder worden uitgewerkt. Dit zal gebeuren in paragraaf 4.2 Business Model Canvas. Hierin komen alle onderdelen aan bod die belangrijk zijn binnen een onderneming. Na paragraaf 4.1 en 4.2 is de interne omgeving van het bedrijf dan ook volledig behandeld. In paragraaf 4.3 Externe omgeving wordt dan ook aansluitend gekeken naar de externe omgeving. Er wordt gekeken naar de diverse factoren die van invloed kunnen zijn op de onderneming. Zo wordt er eerst gekeken naar trends. Ook worden diverse analyses uitgevoerd. Belangrijke analyses binnen dit onderzoek zijn de DESTEP-Analyse, de marktanalyse en de bedrijfstakanalyse. 47


4.1 Hoe is de onderneming intern vormgegeven? Het unieke aan dit Unique Selling Point is dat de klant kan bepalen wanneer welke groenten gekweekt moeten worden. Ook kan er bepaald worden wanneer de producten geleverd worden. Daarnaast speelt de lokale productie een grote rol en worden de biologische en duurzame productie op unieke wijze uitgevoerd (binnen de stad Utrecht).

In deze paragraaf wordt de fundatie van de onderneming behandeld. Hierbij kan gedacht worden aan het initiatief, het bedrijfsidee, de doelstellingen van het bedrijf en een aantal administratieve onderdelen. 4.1.1 Initiatief Initiatiefnemer Chris Bol woont in de binnenstad van Utrecht. In zijn vrije tijd was hij bezig met biologisch voedsel en raakte geïnspireerd van het principe indoor stadslandbouw (ook wel urban farming genoemd). Enige tijd later kwam er, in de binnenstad van Utrecht, een monumentale watertoren in de verkoop. Chris Bol bedacht vervolgens om deze twee elementen te combineren. Het idee van stadslandbouw in de watertoren was hiermee geboren.

4.1.3 Onderneming Een onderneming staat nooit op zichzelf. Het is belangrijk fundatie te brengen aan een onderneming. In deze paragraaf wordt de fundatie dan ook behandeld. Hierbij worden allereerst twee modellen uitgewerkt. Te beginnen met de waardetheorie van Porter, gevolgd door het Ashridge waardemodel. Na deze modellen wordt ook de bedrijfsnaam en logo behandeld.

4.1.2 Bedrijfsidee Het bedrijfsidee luidde als volgt:

4.1.3.a Fundatie onderneming Zoals reeds vermeld bestaat de fundatie van een onderneming uit twee modellen. Het eerste model is de waardetheorie van Porter. Hierin worden de primaire en secundaire processen behandeld. Daarna wordt het Ashridge waardemodel toegevoegd, een model dat de missie en visie van een onderneming beschrijft.

“Op een biologische manier gewassen verbouwen in watertoren Lauwerhof te Utrecht om deze biologische gewassen vervolgens onder de mensen te brengen”. Om een nieuw bedrijf in de markt te zetten moet het bedrijf zich ergens op onderscheiden. Dit voorkomt namelijk dat het een vergelijkbaar bedrijf wordt. Het is daarom belangrijk een Unique Selling Point (USP) te hebben. Binnen de onderneming in de watertoren zal dit USP als volgt zijn: “ De klant bepaald welke groenten er wanneer gekweekt worden, waarbij de groeten lokaal, biologisch en duurzaam worden gekweekt.” 48


A Waardetheorie van Porter De waardethorie van Porter beschrijft de primaire en secundaire processen van een onderneming. Het primair proces bevat het proces van waardentoevoeging door het bedrijf. Daarna zullen de secundaire processen behandeld worden. Hierin komen de processen aan bod die niet rechtstreeks tot waardentoevoeging leiden maar wel van belang zijn binnen een organisatie. Deze processen vallen onder te verdelen in diverse onderdelen. Dit zal hieronder behandeld worden. (Vries, 2014) en (Mullwijk, 2015) Primaire processen: De primaire processen bestaan uit een aantal onderdelen. Deze onderdelen worden hieronder behandeld. Per onderdeel zal duidelijk worden hoe het proces een rol speelt binnen de onderneming. Ingaande logistiek Onder ingaande logistiek wordt het ontvangen en opslaan van grondstoffen verstaan. Voor het kweken van gewassen zijn een aantal grondstoffen nodig. Hierbij beginnen we bij de kelder. Hier is koffieprut nodig om de paddenstoelenbedden te laten functioneren. Daarnaast is op verdieping 1 en 2 vissenvoer nodig om de vissen te voeren. Dit zal afkomstig zijn uit de restaurants waar de gewassen aan geleverd worden. Daarnaast is voornamelijk water nodig. Dit water zal worden opgeslagen in een waterreservoir. Tot slot zijn er nutriĂŤnten nodig om de overige systemen van voedingsstoffen te voorzien. Operaties Voor het omzetten van grondstoffen in een product zal een dienst geleverd moeten worden. Deze dienst is de waardetoevoeging aan de grondstoffen. Deze dienst/operatie houdt in dat de onderneming gewassen van zaadjes opkweekt tot verkoopbare groenten. Hiervoor zal arbeid verricht moeten worden. 49

Uitgaande logistiek Onder uitgaande logistiek kan het verspreiden van het eindproduct worden verstaan. In het geval van de onderneming in de watertoren betekent dit het verspreiden van de groenten onder de restaurants. Dit is waar de klanten voor betalen. De klant krijgt een product, groenten, die bij het restaurant worden bezorgd. Dit zal op een duurzame manier gebeuren. Marketing en verkoop Marketing en verkoop omvat alle activiteiten die te maken hebben met de verkoop van het product aan klanten. Hierbij kan gedacht worden aan communicatie en promotie. In het geval van de watertoren kan gedacht worden aan bezichtigingen in de watertoren. Dit maakt het voor restaurants mogelijk om de systemen en gewassen te bekijken. Daarnaast is de mogelijkheid om reclame te maken via Facebook een goede manier om veel mensen te bereiken. Daarnaast moet de duurzame, biologische productie in de watertoren een onderneming worden waar mensen graag onderdeel van willen zijn en waar men graag producten haalt. Ook voor restaurants moet dit extra waarde opleveren. Door restaurants te laten vermelden dat het voedsel uit de watertoren afkomstig is, zal dubbel reclame worden gemaakt. Zowel voor het restaurant zelf als voor de onderneming in de watertoren. Service Onder service worden alle activiteiten na verkoop verstaan. In het geval van de onderneming in de watertoren kan hierbij vooral worden gedacht aan een verbeteringsproces, bijvoorbeeld het bijstellen van de bestellijsten van de restaurants. Daarnaast kan er bij service gedacht worden aan het leveren van vervangende producten in het geval dat de producten in eerste instantie niet naar wens waren, een garantie op versheid.


Secundaire processen: Onder secundaire processen verstaan we de processen die niet direct tot een waardentoevoeging van het product leiden. Deze processen worden hieronder individueel behandeld.

Human resource management Human resource management, ook wel menselijk kapitaal management, staat voor het werven, huren, trainen, ontwikkelen en compenseren van personeel. Binnen de onderneming in de watertoren zal allereerst personeel geworven moeten worden. Dit personeel zal in eerste instantie voornamelijk bestaan uit vrijwilligers die graag op een biologische manier gewassen willen verbouwen. Het personeel zal echter wel getraind moeten worden. Zo zullen ze in de beginfase onbekend zijn met de systemen voor stadslandbouw. Naast het trainen moeten het personeel zich ook kunnen blijven ontwikkelen. Dit zou kunnen door het personeel bijvoorbeeld ook bij de financiële aspecten van de onderneming te betrekken.

Infrastructuur van het bedrijf De ondersteunende activiteit infrastructuur gaat over de infrastructuur binnen de organisatie. Voorbeelden hiervan zijn algemeen- en kwaliteitsmanagement, financieel beheer en boekhouding. Bij algemeen management binnen de onderneming moet gedacht worden aan het management op de processen. De processen moeten zo duurzaam en efficiënt mogelijk zijn. Hierbij moet ook de kwaliteit van de producten in orde blijven. Dit valt onder kwaliteitsmanagement. Dit zal binnen de onderneming gebeuren door controle van de gewassen net voordat ze de watertoren verlaten (naast de controle bij het oogsten). Uiteindelijk moet de klant namelijk hetgeen ontvangen waar hij/zij voor betaald. Dit hangt ook samen met financieel beheer. Kan er, naast efficiëntie en kwaliteit, nog een goede marge op de producten gemaakt worden. Er moet binnen de onderneming gemanaged worden op de inkomsten en uitgave van de onderneming. Zoals de infrastructuur van de onderneming met elkaar samenhangt, hangt ook de boekhouding met het geheel samen. De boekhouding zal inzicht geven in de financiën.

Technologische ontwikkeling Onder technologische ontwikkeling wordt het verbeteren van processen en producten verstaan. Dit kwam ook al even aan bod binnen de infrastructuur van de onderneming. Binnen de onderneming zal echter ten alle tijden gestuurd worden op procesverbetering. Zeker in het begin, wanneer de systemen relatief nieuw zijn, zullen er fouten gemaakt worden. Door elementen binnen de systemen aan te passen kan de kwaliteit van de producten stijgen. Ook kunnen de restauranteigenaren doorgeven waar ze graag verbeteringen zouden zien. Deze verbetering kunnen daarna worden doorgevoerd binnen de bedrijfsprocessen van de onderneming.

50


Verwerving / Inkoop Onder verwerving/inkoop wordt de inkoop van grondstoffen en bedrijfsmiddelen verstaan. De grondstoffen die de onderneming nodig heeft zijn zeer minimaal. Er kan gedacht worden aan water, dit zal via de watermaatschappij worden geleverd. Maar doordat het waterreservoir bovenin de toren benut wordt door het opvangen van regen, zal dit ook minimaal zijn. Er is alleen water van de watermaatschappij nodig om het water in het reservoir op een minimaal peil te houden zodat deze niet leeg komt te staan. De nutriënten die nodig zijn voor de gewassen en de zaadjes van de gewassen zullen echter wel bij een leverancier vandaan komen. Voor de inkoop van producten gaat een selectie van leverancier vooraf. Hierbij is het wederom belangrijk dat er op duurzaamheid gelet wordt. Bij de inkoop moet dan ook de kwaliteit van de leverantie in de gaten gehouden worden. Niet alleen de kwaliteit van de producten maar ook de prijs en de service van de leverantie zijn belangrijk. B Ashridge waardemodel Het Ashridge waardemodel bestaat uit een viertal elementen. Allereerst het doel van de onderneming en daarnaast de waarden, gedragsnormen en strategie van de onderneming. (ICSB, 2013) en (Modellensite.nl, 2014) Doel Het doel beschrijft waarvoor de onderneming op aarde is. Het weergeeft de identiteit van de onderneming. Het doel van de onderneming wordt dan ook wel de missie van de onderneming genoemd. De missie van de onderneming in de watertoren luidt als volgt: “ Een regionale groentenleverancier die, door middel van indoor stadslandbouw, duurzame en biologische groenten kan produceren en leveren tegen een marktconforme prijs. “ 51

Het doel van de onderneming op (middel)lange termijn wordt ook wel de visie genoemd. De visie is op de toekomst gericht en laat zien waar de onderneming voor gaat. De visie van de onderneming luidt: “ Over 12 maanden heeft de onderneming de eerste biologische gewassen, naar tevredenheid van de klant, geproduceerd en geleverd. “ Waarden De waarden van de onderneming beschrijven de overtuigingen en morele principes achter de cultuur van het bedrijf. Hierbij komen de normen en waarden van de onderneming aan bod. Deze waarden beschrijven voornamelijk de normen en waarden binnen de zakelijke wereld. Hierbij kan gedacht worden aan de wijze van handelen en de omgang met het milieu. De waarden binnen de onderneming zullen allereerst geformuleerd worden richting de andere bedrijven waar de onderneming zaken mee doet. Zo zal de onderneming er altijd bij gebaat zijn esthetisch te handelen met overige bedrijven. Hieronder wordt de maatschappelijke verantwoordelijkheid voor het waarmaken van ethische normen verstaan. De bedoeling is daarnaast om een goed functionerende samenwerking op te bouwen tussen de ondernemingen. Ook milieubewustheid valt onder de waarden van de onderneming. Hiermee wordt bedoeld dat de onderneming er alles aan zal doen om de schade aan het milieu te beperken of verder terug te dringen.


Ook speelt de betrouwbaarheid en klantgerichtheid een grote rol. Zo moeten de restaurants op de onderneming kunnen vertrouwen. Een onderneming zonder klanten heeft geen bestaansrecht. Het doel van de onderneming is dan ook om klanten ten alle tijden tevreden te houden. Gedragsnormen Onder de gedragsnormen van de onderneming worden richtlijnen beschreven waar iedere werknemer van de onderneming zich aan moet houden. Het zijn de interne normen en waarden. Deze normen en waarden vormen de leidraad van de dagelijkse activiteiten. Binnen de onderneming vallen eerlijkheid, respect en betrokkenheid onder de gedragsnormen. Dit zijn de elementen waar iedere werknemer zich aan moet houden. Zo moet men eerlijk onderling kunnen praten. Eerlijkheid kan namelijk ook leiden tot een verbetering van de onderneming. Naast eerlijkheid moeten alle werknemers respect voor elkaar hebben. Binnen de onderneming zal iedereen zijn best doen om het proces te laten functioneren. Toch zullen er fouten gemaakt worden. Wanneer men elkaar hierbij met respect behandeld zal de kwaliteit van de onderneming stijgen. Zonder respect ontstaat een uiteengevallen onderneming. Tot slot is ook de betrokkenheid van de werknemers bij de onderneming van belang. Betrokkenheid bij de onderneming kan betekenen dat werknemers mogelijkheden zien waar de werkgever ze niet zag. Voor de werkgever is het belangrijk de werknemers ook bij de onderneming te betrekken. Dit kan bijvoorbeeld door de werknemers verantwoordelijkheid te geven en ook door fouten te laten maken. Hierdoor ontwikkelen de werknemers zichzelf en zijn ze daar dankbaar voor. Deze dankbaarheid zal zich ook uiten in betrokkenheid bij de onderneming. 52

Strategie De strategie is de weg waarlangs het doel bereikt moet worden. In de strategie geeft de onderneming weer hoe de doelen op (middel)lange termijn worden bereikt. De strategie beschrijft dus hoe de visie van een onderneming bereikt kan worden. De visie van de onderneming luidde: “ Over 12 maanden heeft de onderneming de eerste biologische gewassen, naar tevredenheid van de klant, geproduceerd en geleverd. “ Deze visie kan bereikt worden door de volgende strategie toe te passen. Allereerst moet de onderneming beschikken over de mogelijkheid om de watertoren te kunnen gebruiken als productieruimte. Daarnaast moet de onderneming beschikken over systemen voor stadslandbouw. Hiermee kan de watertoren worden ingericht volgens het inrichtingsplan dat voortkwam uit deelvraag 2. Hier is natuurlijk personeel voor nodig. Dit personeel zal voornamelijk op vrijwillige basis geworven moeten worden. De combinatie van de watertoren, de systemen en het personeel moet zorgen voor productie. De klanten zullen bereikt worden door middel van marketing. Wanneer de producten, de prijs van de producten en de service goed verricht worden zal de klant naar verwachting tevreden zijn. Wanneer al deze elementen binnen 12 maanden na aanvang van het idee ( 12 januari 2015) kunnen worden gerealiseerd zal de visie als geslaagd worden beschouwd.


4.1.3.b Bedrijfsnaam De bedrijfsnaam moet allesomvattend zijn. Met allesomvattend wordt bedoeld waar de onderneming voor staat. Wat doet de onderneming precies. Daarnaast moet de bedrijfsnaam duidelijk maken dat het om een bijzondere onderneming gaat. Een onderneming die op een biologische/duurzame manier gewassen verbouwd in een watertoren. De naam moet daarnaast ook pakkend en makkelijk bespreekbaar zijn. Dit maakt mond tot mond reclame ook mogelijk. De naam waar vrijwel direct aan gedacht werd was BIO-Tower. Een biologische toren.

Nu de onderneming een bedrijfsnaam en een bedrijfslogo heeft voldoet het vrijwel aan alle elementen om het bedrijf kenbaar te maken onder de restaurants. Toch moeten de restaurants bij het horen van de bedrijfsnaam ook extra informatie kunnen vinden over de onderneming en wellicht contact met de onderneming kunnen opnemen. Vandaar dat er ook een website en een emailadres is opgesteld. De naam van de website luidt als volgt: www.bio-tower.nl De naam van het emailadres is hieronder opgenomen:

Om het bedrijf fundatie te geven kon naast de bedrijfsnaam ook het bedrijfslogo niet ontbreken. Wederom moest ook het logo allesomvattend zijn. Ook het logo moest laten zien dat het ging om voedselproductie in een watertoren. Het resultaat van het logo is hieronder te zien, afbeelding 4.1.

info@bio-tower-utrecht.nl 4.1.4 Bedrijfsdoelstelling In deze paragraaf zullen zes doelstellingen voor de aankomende drie jaar worden geformuleerd. De doelstellingen zullen betrekking hebben het produceren en leveren van biologische groenten. Deze zes doelstellingen zijn opgebouwd uit drie kwalitatieve en drie kwantitatieve doelstellingen. In de eerste sub-paragraaf zullen de kwalitatieve doelstellingen worden behandeld. In de tweede sub-paragraaf de kwantitatieve doelstellingen. (Nijmegen, 2013) 4.1.4.a Kwalitatieve doelstellingen Doelstelling 1: Mond tot mond reclame creëren onder de inwoners en restaurants in de omgeving van de watertoren. De belangrijkste reclame bij een bedrijf dat zich beperkt tot een bepaalde regio is de mond tot mond reclame. Hierdoor kunnen extra opdrachtaanvragen en vrijwilligers aangetrokken worden. Deze doelstelling is maar op één manier haalbaar, namelijk door nette diensten en producten en een goede service te bieden. Deze doelstelling is dan ook realiseerbaar binnen drie jaar na de start van het bedrijf.

Afbeelding 4.1: logo bio-tower 53


Doelstelling 2: Een vaste klantenkring verzamelen die zorgt voor stabiele inkomsten. Een belangrijk onderdeel voor een leverancier is het kunnen leveren aan een vaste groep mensen. Dit geeft de minste onzekerheid gedurende de onderneming. Om te zorgen dat de klanten bij de onderneming blijven is het van belang dat zowel de prijs, de kwaliteit als de service van het bedrijf beter zijn dan bij de concurrent. Hierbij zou de prijs een kleinere rol kunnen spelen door het leveren van een extreem duurzaam en biologisch product.

4.1.4.b Kwantitatieve doelstellingen Doelstelling 1: Binnen drie jaar is de kostprijs van groenten met 10% afgenomen. Deze doelstelling zal haalbaar zijn naarmate de onderneming meer controle en inzicht heeft in de systemen. Bij de start van de onderneming zullen de systemen relatief nieuw zijn in gebruik en zal er meer tijd in zitten. Naarmate de systemen beter gebruikt kunnen worden zal de productie toenemen. Hierdoor nemen de kosten van de groenten af. De doelstelling is dan ook om de kostprijs van de groenten binnen 3 jaar met 10% te laten dalen.

Doelstelling 3: Een team van werknemers verzamelen dat zich volledig inzet voor het bestaan van de duurzame en biologische onderneming. Naast de bekendheid onder de klanten door mond tot mond reclame en het creĂŤren van een vaste klantenkring moet een team van werknemers ervoor zorgen dat het bedrijf zichzelf waarmaakt. Het is dan ook van belang dat de onderneming (BIO-Tower) een team van enthousiaste werknemers verzameld dat zich volledig inzet voor het bestaan van de onderneming. Dit zal in de eerste drie jaar na oprichting ook haalbaar zijn. Natuurlijk zijn bij de start van de onderneming ook enthousiaste medewerkers nodig. Na drie jaar wordt echter verwacht dat er een selectie overblijft.

Doelstelling 2: De eerste drie jaar de omzet jaarlijks met 5% laten stijgen. Deze doelstelling richt zich niet op de kosten maar op de opbrengsten. In de eerste drie jaar zal de onderneming zichzelf moeten ontwikkelen. Ook zal de afzet richting de klanten bij de start van de onderneming nog niet maximaal zijn. Daarom zal geprobeerd worden de afzet de eerste drie jaar jaarlijks met 5% te verhogen. Dit zal ook tot gevolg hebben dat de omzet jaarlijks met 5% zal stijgen. Doelstelling 3: In het eerste jaar minimaal 3 restaurants naar tevredenheid kunnen voorzien van biologische groenten. Deze doelstelling richt zich op de klanten. In het eerste jaar zal een afzet van biologische producten verkocht moeten worden. Om het risico te verspreiden is het voor de onderneming verstandig om aan minimaal 3 restaurants te leveren. Er zal naar gestreefd worden om in het eerste jaar deze 3 restaurants al te bereiken.

54


4.1.5 Rechtsvorm Iedere onderneming is anders opgebouwd, heeft een ander doel en daarmee ook een andere rechtsvorm. Een rechtsvorm is de juridische status van een onderneming, in het bijzonder van belang voor de aansprakelijkheid van de leiding en de eigenaren van de onderneming. Er kan gekozen worden uit de volgende rechtsvormen: BV , NV , CV , VOF , eenmanszaak , vereniging en de stichting.

andere regels dan voor vele andere rechtsvormen. Zo betaald een stichting geen vennootschapsbelasting als de winst jaarlijks onder de €15.000,- blijft of over 4 gezamenlijke jaren onder de €75.000,-. (www.bdo.nl, 2013) (belastingdienst, 2015) Verzekeringen Een stichting bestaat uit een bestuur. Een stichting heeft geen leden. Een bestuurder is in principe niet in loondienst bij de stichting. Wanneer iemand niet in loondienst is iemand ook geen werknemer maar vrijwilliger. Dit betekent dat de vrijwilligers niet onder de werknemersverzekeringen vallen. (ondernemersplein, 2014)

De rechtsvorm hangt samen met het doel van de onderneming. De onderneming in de watertoren heeft niet het doel om winst te maken of uit te keren. Daarnaast wil de initiatiefnemer vooral een maatschappelijk doel bereiken met de onderneming. Namelijk het produceren en leveren van biologisch voedsel zonder bestrijdingsmiddelen. De rechtsvorm die past bij een onderneming zonder winstoogmerk met een maatschappelijk doel is de stichting. (mkbservicedesk, 2013)

Aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van de vennoten/bestuurders is afhankelijk of men te maken heeft met een rechtspersoon of een natuurlijk persoon. Een stichting is een rechtspersoon. Dit betekent dat de bestuurders in principe niet aansprakelijk zijn voor de schulden. Er zijn wel uitzonderingen op deze regel. Bestuurders zijn bijvoorbeeld wel aansprakelijk bij wanbestuur of als de stichting niet is ingeschreven in het handelsregister. (ondernemersplein, 2014)

4.1.6 Bedrijfsverplichtingen De bedrijfsverplichtingen van een onderneming zijn afhankelijk van de rechtsvorm en de brancheverplichtingen. De rechtsvorm, een stichting, brengt een aantal verplichtingen met zich mee. Daarnaast zijn er ook voorwaarden vanuit de horecabranche waaraan voldaan moet worden. Deze verplichtingen worden hieronder behandeld.

Inventaris- en goederenverzekering De onderneming heeft allerlei materialen en systemen om te kunnen produceren. De inventaris- en goederenverzekering dekt de schade aan de systemen en elektronica. Schade die is ontstaan door bijvoorbeeld brand of inbraak. De kosten van deze verzekering bedragen ongeveer €50,- (www.vuysters.nl, 2014)

Belasting Belasting kan zowel worden betaald bij aanschaf van producten. Daarnaast kan er belasting worden betaald over de onderneming zelf. De belasting die wordt betaald bij de aanschaf van producten kan worden teruggevorderd. Daarnaast is er nog de belasting over de onderneming. In het geval van de stichting bestaat dit uit vennootschapsbelasting. Voor een stichting gelden echter 55


4.2 Hoe kan het business model canvas worden toegepast op de onderneming?

4.2.2 Waardepropositie (bijlage 6.2) “De waardepropositie is de reden dat klanten het ene bedrijf boven het andere verkiezen”. (Pigneur, Business Model Generatie , 2014)

Dit hoofdstuk bevat de bedrijfstechnische en financiële aspecten van de onderneming. Een onderneming waarbij stadslandbouw in de watertoren centraal staat. Het hoofdstuk zal worden vormgegeven aan de hand van het Business Model Canvas (BMC). Alle onderdelen (bouwstenen) van het BMC zullen in aparte paragraven behandeld worden. In dit hoofdstuk zal veelal verwezen worden naar de literatuur uit het boek Business Model Generatie van Alexander Osterwalder en Yves Pigneur. (Pigneur A. O., Business Model Generatie, 2014)

Welke waarde levert de onderneming aan de klant? De onderneming levert waarde door nieuwheid, performance, customization en merk/ status. Dit voegt waarde toe aan de producten voor de biologische restaurants en winkels. In welke klantbehoefte voorziet de onderneming? De onderneming voorziet in duurzaam en lokaal geproduceerd voedsel. De onderneming werkt klantgericht en let op de eisen van de klant.

In de volgende paragrafen is per onderdeel een citaat opgenomen en vervolgens wordt het geheel met twee vragen en antwoorden samengevat. De uitgebreidere uitleg bevindt zich in bijlage 6.

4.2.3 Kanalen (bijlage 6.3) “Communicatie-, distributie- en verkoopkanalen vormen het raakvlak van een bedrijf met zijn klanten. Kanalen zijn raakpunten met klanten die een belangrijke rol spelen in de klantervaring”. (Pigneur, Business Model Generatie, 2014)

4.2.1 Klantsegmenten (bijlage 6.1) “Klanten vormen het hart van elk businessmodel. Zonder (winstgevende) klanten kan geen enkel bedrijf lang overleven”. (Pigneur, Business Model Generatie , 2014)

Via welke kanalen willen de klantsegmenten worden bereikt? Klanten willen persoonlijk benaderd worden en willen verzekerd zijn van een goede levering. Een levering van verse producten en een levering voor meerdere keren in een week.

Voor wie creëert de onderneming waarde? De onderneming creëert waarde voor biologische winkels en restaurants. Dit doet de onderneming door biologische producten te leveren.

Welke kanalen werken het beste? Binnen de onderneming behoort ook een duurzame manier van kanalen als het gaat om distributie. De kanalen communicatie en verkoop moeten ten alle tijden beoordeeld en besproken kunnen worden. Kanalen die in de buurt komen van een samenwerking leiden tot de beste resultaten.

Wie zijn de belangrijkste klanten van de onderneming? De belangrijkste klanten voor de onderneming zijn de biologische winkels en restaurants. Uit marktonderzoek blijkt onder deze klantsegmenten veel interesse te zijn naar de biologische producten. 56


4.2.4 Klantrelaties (bijlage 6.4) “Een bedrijf moet duidelijk vaststellen wat voor soort relatie het wil aangaan met elk Klantsegment. Relaties kunnen uiteenlopen van persoonlijk tot geautomatiseerd”. (Pigneur A. O., 2014)

Voor wat betalen de klanten op dit moment? De biologische winkels en restaurants betalen nu al voor biologische producten. Ze betalen echter ook voor de langdurige transport. Dit zou bij de onderneming in de watertoren niet het geval zijn doordat het lokaal geproduceerd wordt en per fiets wordt geleverd. Daarnaast betaald T-mobile aan meerdere instanties geld om hun zendmast te mogen plaatsen. Dit gebeurt momenteel ook al bij de watertoren.

Wat voor soort relatie verwacht elk van de klantsegmenten dat de onderneming met ze zal aangaan en onderhouden? Er zijn drie verschillende klantrelaties mogelijk. Afhankelijk van de wensen van de klant kan hier op in gespeeld worden. Door op de eisen van de klant in te spelen kan in deze relatie constante tevredenheid bereikt worden.

4.2.6 Key Resources (bijlage 6.6) “Elk businessmodel vereist key resources. Deze resources maken het voor een onderneming mogelijk om een Waardepropositie te creëren en te bieden, markten te bereiken, relaties te onderhouden met klantsegmenten en inkomsten te verdienen. De key resources kunnen fysiek, financieel, intellectueel of menselijk zijn. De key resources kunnen in eigendom van de onderneming zijn of worden geleased, of worden verkregen bij key partners”. (Pigneur A. O., 2014)

Hoe zijn de klantrelaties geïntegreerd in de rest van het businessmodel? De klantrelaties vormen een belangrijk onderdeel van het businessmodel. Ze zijn bepalend voor de manier van ondernemen. Duurzaamheid en klantenservice staan centraal binnen de onderneming. Dit komt ook in de klantrelaties tot uiting. 4.2.5 Inkomstenstromen (bijlage 6.5) “Als klanten het hart van een businessmodel vormen, zijn de Inkomstenstromen de slagaderen. De bouwsteen Inkomstenstromen representeert de cash die een bedrijf genereert uit elk Klantsegment”. (Pigneur A. O., 2014)

Welke key resources vereist de waardepropositie? De waardepropositie vereist allendrie de key resources. Zowel fysiek, intellectueel als human resources. Fysiek bevat de toren, de systemen en de fiets. Intellectueel bevat de kennis van de systemen en gewassen. Dit de human resource ook met een aanvulling door de toepassing van vrijwilligers.

Voor welke waarde zijn de klanten echt bereid te betalen? Klanten zijn bereid te betalen voor duurzame producten. Hierbij kunnen ze kiezen deze producten zelf te kweken en de voorziening te huren of om het volledig uit te besteden aan de onderneming. Daarnaast is T-mobile bereid te betalen voor de locatie en de hoogte van de toren. Hiervoor betalen ze abonnementsgelden aan de onderneming. 57


4.2.8 Key Partners (bijlage 6.8) “De bouwsteen Key Partners beschrijft het netwerk van leveranciers en partners die zorgen dat het businessmodel werkt. Weinig bedrijven bezitten alle resources, of voeren alle activiteiten uit, die door hun businessmodel worden omschreven. In plaats daarvan breiden zij hun eigen capaciteiten uit, door op andere bedrijven te vertrouwen voor het leveren van bepaalde resources of het uitvoeren van bepaalde activiteiten”. (Pigneur A. O., Business Model Generatie, 2014)

Welke key resources vereisen de klantrelaties? De klantrelaties vereisen ook alle key resources. Zonder de systemen en de toren zou er geen lokale duurzame productie zijn. Zonder de intellectualiteit kan er geen vertrouwen naar de klanten worden opgebouwd. De klant kan dan namelijk niet vertrouwen op de hoeveelheid en kwaliteit. Ook human resource is van belang. De vrijwilligers houden de prijs naar de klantrelaties in evenwicht met de rest van de markt. 4.2.7 Kernactiviteiten (bijlage 6.7) “De Bouwsteen Kernactiviteiten beschrijft de belangrijkste dingen die een bedrijf moet doen om te zorgen dat zijn businessmodel werkt. Elk businessmodel vereist een aantal kernactiviteiten. Dit zijn de belangrijkste acties die een bedrijf moet ondernemen om met succes te opereren”. (Pigneur A. O., Business Model Generatie, 2014).

Wie zijn de key partners van de onderneming? De key partners van de onderneming bestaan uit de leveranciers van elementen die nodig zijn voor de werking van de systemen. Daarnaast zijn er de partners (restaurants) waarmee een wisselwerking wordt aangegaan voor het hergebruiken van voedselafval. Wat levert de samenwerking met de key partners de onderneming op? De samenwerking met de key partners levert voor de onderneming in de watertoren op dat de systemen voor stadslandbouw kunnen functioneren. De samenwerking levert voor de restaurants op dat de afvalkosten kunnen worden verlaagd. Dit maakt zowel het restaurant als de onderneming extra duurzaam.

Welke kernactiviteiten worden vereist door de waardepropositie? Kernactiviteiten die zorgen voor waardepropositie bestaan uit productie en probleemoplossing. Productie van gewassen en probleemoplossing van schaarse producten. Welke kernactiviteiten worden vereist door de klantrelaties? Productie wordt in ieder geval vereist door de klantrelaties. Zonder productie kunnen zij niets verkopen. Daarnaast biedt probleemoplossing in de schaarse producten hun een financieel voordeel.

58


Hierbij worden alle factoren van de externe omgeving behandeld. Hierop volgt de marktanalyse, dit zal een beknopte weergave geven van de markt waar de onderneming zich op richt. Daarna zal een bedrijfstakanalyse worden verricht. Deze analyse bestaat uit het vijfkrachtenmodel van Porter. Aanvullend aan deze analyse wordt een sterkte-zwakte analyse en een kansenbedreigingen analyse verricht. Dit mond vervolgens uit in een confrontatiematrix.

4.2.9 Kostenstructuur “Deze bouwsteen beschrijft de belangrijkste kosten die worden gemaakt wanneer vanuit een bepaald businessmodel wordt gewerkt�. (Pigneur A. O., Bussines Model Generatie , 2014) Wat zijn de belangrijkste kosten die inherent zijn aan het businessmodel? De belangrijkste kosten binnen businessmodel zijn de kosten voor het personeel en de kosten voor gas/water/licht. Hierbij wordt uitgegaan dat de kosten van de aanschaf van de toren niet worden meegenomen. Ook de aanschaf van de systemen is hierbij niet meegenomen. De kosten van de systemen zullen later in een investeringsbegroting wel tot uiting komen.

4.3.1 Trends In deze sub-paragraaf worden de trends behandeld op het gebied van voedselproductie. Hierbij wordt een tweedeling gemaakt in de trends. Enerzijds is er de trends van particulieren om zelf op een duurzame manier voedsel te verbouwen, ook wel stadslandbouw genoemd. Daarnaast is er de trend van urban farming of indoor stadslandbouw. Hierbij worden de gewassen in gebouwen verbouwd door middel van diverse systemen.

Welke key resources / kernactiviteiten zijn het duurst? De duurste key resources zijn de fysieke resources en de human resources. Zo zijn de kosten voor de systemen erg hoog en zullen eventuele maandelijkse personeelskosten ook op het kostenplaatje drukken. De kernactiviteit productie is wellicht de duurste variabele kosten. Al zal dit in verhouding relatief laag zijn.

De eerste trend die momenteel gaande is is de productie van stadslandbouw. Dit is voornamelijk actief door de groeiende vraag naar duurzame producten. Duurzaamheid is een steeds belangrijker element binnen de samenleving. Dit geldt ook voor biologische producten. Daarnaast speelt het veilige gevoel van mensen een belangrijke rol. Voedsel dat men zelf produceerd is bekend bij de mensen. Ze hoeven niet bang te zijn voor allerlei toevoegingen aan het product. Vandaar dat zelfgekweekte producten een trend zijn. (Ruimte, 2014)

4.3 Hoe speelt de onderneming in op de externe omgeving? In deze sub-vraag zal getoond worden hoe de externe omgeving van invloed is op de onderneming in de watertoren. Deze subvraag zal beantwoord worden door een aantal analyses toe te passen op de externe omgeving van de onderneming. Deze analyses worden in de volgende volgorde behandeld. Allereerst zullen de trends in beeld gebracht worden waar de onderneming mee te maken heeft. Daarna zal een DESTEPanalyse worden uitgevoerd. 59


Dit kan ook betekenen dat er meer vraag is naar biologische producten of naar het eten in restaurants waar met biologische producten gekookt wordt. Hieronder is een artikel van het CBS opgenomen dat de urbanisatie beschrijft.

De tweede trend die zich momenteel afspeelt is de trend van urban farming of indoor stadslandbouw. Dit komt voornamelijk doordat er veel kantoorgebouwen in de steden leeg komen te staan. Dit in combinatie met de urbanisatie, trek naar de steden, van de bevolking brengt mogelijkheden. Deze mogelijkheden ontstaan door de groeiende vraag naar biologisch, lokaal gekweekte producten en de leegstaande ruimtes. Door de groeiende vraag naar biologische producten en de beschikbare ruimtes in kantoorgebouwen kunnen groenten in de stad gekweekt worden. (Inge Oskam, 2013)

Sinds 2009 is de bevolkingsgroei meer geconcentreerd in de grote gemeenten. Tussen 2009 en 2014 groeide de bevolking met 344 duizend inwoners. Bijna driekwart daarvan vond plaats in de dertig gemeenten die per 1 januari 2014 100 duizend of meer inwoners tellen. Dat duidt erop dat het proces van verstedelijking doorgaat. In deze dertig grootste gemeenten wonen per 1 januari 2014 6,0 miljoen inwoners. Vijf jaar geleden woonden er nog 5,7 miljoen inwoners. Vooral de vier grote steden groeien. Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht namen een groot gedeelte van de groei voor hun rekening. Sinds 2009 vond 37 procent van de totale Nederlandse bevolkingsgroei plaats in deze vier grote steden. In de periode 2004-2009 was dit aandeel slechts 21 procent. Sinds 2009 is de verstedelijking van Nederland in de vorm van concentratie van de bevolking in de vier grote steden dus doorgegaan. (Statistiek, 2014)

4.3.2 DESTEP-analyse In deze sub-paragraaf worden de DESTEP-analyse behandeld. Dit is een analyse op het grootste niveau, beter bekend als macroniveau. De DESTEP-analyse is een handig ezelsbruggetje waarbij iedere letter staat voor een macro-omgevingsvariabele. Iedere letter, en dus iedere factor, zal in een aparte sub-paragraaf behandeld worden. Hieronder zal in het kort de uitleg van iedere letter weergeven worden. D = Demografische factoren, E = Economische factoren , S = Sociale factoren, T = Technologische factoren, E = Ecologische factoren, P = Politieke-juridische factoren. (Adamo, 2013)

4.3.2.b Economische factoren De economische factoren hebben betrekking op de conjunctuur van een land, de werkgelegenheid, de koopkracht, enzovoort. De economische factoren worden in deze sub-paragraaf behandeld.

4.3.2.a Demografische factoren Demografische factoren hebben te maken met de samenstelling van de bevolking en kenmerken van het ondernemersklimaat. Deze factoren zullen in deze sub-paragraaf behandeld worden.

De belangrijkste pijlers binnen de analyse van de economische factoren zijn de werkgelegenheid en de koopkracht van de bevolking. Hieronder zullen deze twee elementen dan ook worden behandeld aan de hand van gegevens die zijn verstrekt door het CBS.

De belangrijkste demografische factor voor de onderneming in de watertoren is de trek naar de steden. Dit leidt namelijk tot meer mensen in de stad Utrecht.

60


Werkgelegenheid De werkgelegenheid geeft een goed beeld van de werkende Nederlander. Door een daling van de werkloosheid zal over het algemeen ook betekenen dat het uitgavepatroon van de persoon veranderd. Dit zou ertoe kunnen leiden dat men vaker uit eten gaat, of kiest voor biologische producten boven nietbiologische producten. Uit cijfers van het CBS blijkt dan ook dat de werkloosheid van mei tot en met september 2014 iedere maand gedaald is. (Statistiek, www.cbs.nl, 2014)

Naast de persoonlijke netwerken is het netwerken via internet een belangrijk item. Uit onderzoek blijkt dat 9 van de 10 Nederlanders gebruik maakt van social media. Bijna alle Nederlanders tussen de 15 en 39 jaar maken gebruik van social media. Ook een groot deel van mensen tussen de 40 en 79 maakt gebruikt van social media. Hierbij maakt in de leeftijdscategorie 40 – 64 jaar 42% gebruik van social media. De onderneming kan zich met de acquisitie dus goed op social media richten. (Oosterveer, 2014) 4.3.2.d Technologische factoren Onder technologische factoren wordt de ontwikkeling van de techniek verstaan. Voor de onderneming in de watertoren zal dit gaan om de ontwikkelingen van systemen op het gebied van indoor stadslandbouw. Deze technologische factoren worden in deze sub-paragraaf benoemd.

Koopkracht De inatie is lichtelijk gedaald. Dit komt door de verlaging van de benzineprijzen. Door de daling van de inatie neemt de koopkracht toe. Hierdoor zullen mensen dus eerder besluiten iets te kopen, en kunnen ze het ook kopen. Dit is ook gunstig voor de onderneming in de watertoren. Dit kan namelijk betekenen dat mensen sneller uit eten zullen gaan waardoor de omzet van de onderneming in de watertoren ook kan toenemen. (Statistiek, www.cbs.nl, 2014)

De technologische ontwikkelingen binnen urban farming hebben hun resultaat getoond. Zo zijn er diverse soorten systemen en zijn er ook veel aanvullende systemen die tezamen zorgen voor een maximale productie (zie ook deelvraag 2).Vanuit bedrijven en Hogescholen wordt echter nog dagelijks onderzoek uitgevoerd. Onderzoek naar verbeteringen binnen de systemen voor voedselproductie. Veel van deze projecten worden geheimgehouden vanwege licentieovereenkomsten. Vandaar dat er enkel wat gezegd kan worden over informatie die hogescholen publiceren over de innovatie binnen de systemen. Ook de Hogeschool van Amsterdam houdt zich hier, naast Hogeschool VHL, mee bezig. Dit blijkt uit de tekst hieronder.

4.3.2.c Sociale factoren Onder de sociale factoren van de bevolking wordt de levensstijl van de bevolking verstaan, evenals de sociale netwerken en de invloed van de media. Deze sociale factoren worden in deze subparagraaf behandeld. Onder sociale netwerken kan zowel het persoonlijke netwerken worden verstaan waarbij men elkaar in het echt treft, of het online netwerken waarbij men elkaar op internet treft. Bij het persoonlijk netwerken kan gedacht worden aan de regelmatige voorlichtingen over voedsel. Dit kan zowel vanuit de restaurants georganiseerd worden als vanuit de onderneming. 61


Komend jaar richt het SSFF programma van de Hogeschool van Amsterdam zich op het uitvoeren van een pilot, waarbinnen technische ontwikkeling en prototyping van een Urban Farm concept de basis vormen voor verdere ontwikkeling van Urban Farms op productieniveau. Ontwikkeling en toepassing van innovatieve led-verlichting, hydroponische systemen en sensortechologie zijn onderwerpen die deel uitmaken van de pilot. (sustainablesystemsforfood, 2013)

4.3.2.f Politiek-juridische factoren Politieke en juridische factoren hebben betrekking op nieuwe wetgeving vanuit de politiek. Nieuwe wet- en regelgeving kan voor een onderneming tot kansen en bedreigingen leiden. Politiekjuridische factoren die voor de onderneming in de watertoren van toepassing zijn zullen in deze sub-paragraaf behandeld worden. Op het gebied van de politiek of juridische factoren is weinig verandering. Zo zijn er geen nieuwe wetten of wijzigingen in wetten. Wel is het lastig om te bepalen aan welke wet- en regelgeving men zich binnen stadlandbouw moet houden. Dit vond Land & Co uit Wageningen ook. Hiervoor verzamelden zij een wetten. Deze wetten bestaan uit regelgeving op het gebied van voedselveiligheid, milieu, water, handel, ruimtegebruik, enzovoort. Hier zal later in sub-paragraaf 4.4.7 verder op in worden gegaan. (Helmer Wieringa, 2014)

4.3.2.e Ecologische factoren In deze sub-paragraaf zullen de ecologische factoren behandeld worden. Hierbij kan gedacht worden aan factoren op het gebied van milieu en natuur. Duurzaamheid, milieu en natuur zijn factoren die een steeds grotere rol gaan spelen/ al spelen in de samenleving. De ecologische factoren zullen in deze paragraaf aan bod komen. De ecologische factoren als duurzaamheid en biologisch spelen de laatste jaren een belangrijke rol binnen de samenleving. Ook binnen de voedselproductie is lokaal en biologisch geproduceerd voedsel een belangrijk item. Verse producten van dichtbij, betekent gisteren op het land en vandaag op het bord. Ze worden niet bespoten met chemische middelen. Hierdoor wordt het milieu ook niet aangetast.

4.3.3 Marktanalyse DESTEP was op macroniveau, de marktanalyse is op mesoniveau. Dit betekent dat gekeken wordt naar de concurrentie binnen de bedrijfstak. Daarnaast zal gekeken worden naar het gedrag van de klant. Het onderzoek is opgebouwd in drie sub-paragraven. Zo zal 4.3.3a inzicht geven in de Markonderzoeksopzet, zal 4.3.3b de resultaten behandelen en zal 4.3.3c het marktonderzoek evalueren. (Adamo, 2013)

Daarnaast betekent lokaal geproduceerd voedsel dat er minder transport nodig is. Minder transport betekent minder uitstoot. Minder uitstoot is daarbij weer goed voor het milieu. (biologischinzeeland, 2012)

4.3.3a Marktonderzoeksopzet In deze sub-paragraaf komt de marktonderzoeksopzet aan bod. Dit bestaat uit de aanleiding van het marktonderzoek, de onderzoeksvragen, de externe partijen, de doelstellingen bij het onderzoek en tot slot de betrouwbaarheid van het onderzoek.

62


A Aanleiding onderzoek De markt waar de onderneming op gericht zal worden bestaat uit restaurants. Hierbij moet echter wel gecontroleerd worden of deze markt ook daadwerkelijk interesse heeft in de producten. Om dit te controleren wordt een kleinschalig marktonderzoek gehouden onder een aantal restauranthouders in de regio van de watertoren.

C Externe partijen Deze externe partijen zullen binnen het marktonderzoek buiten beschouwing worden gelaten. Dit onderdeel zal namelijk in paragraaf 4.3.4 Bedrijfstakanalyse behandeld worden. D Onderzoeksdoelstellingen De doelstellingen van het onderzoek hangen sterk samen met de onderzoeksvragen. De doelstellingen formuleren wat de onderneming probeert te achterhalen, met de vragen wordt gekeken of de doelstellingen haalbaar zijn.

B Onderzoeksvragen Binnen het marktonderzoek zal vooral gekeken worden naar de mogelijke interesse onder de restauranteigenaren. Hier zijn de onderzoeksvragen dan ook op gericht. Deze onderzoeksvragen zijn per e-mail naar de restaurants verstuurd waarna telefonisch een afspraak is gemaakt om langs te komen voor een interview. Dit interview is dan ook in de restaurants afgenomen. Een aantal vragen uit dit onderzoek zijn hieronder opgenomen. Het volledige interview is in bijlage 4.1 opgenomen.

E Betrouwbaarheid onderzoek Het marktonderzoek is kleinschalig uitgevoerd. Dit is gedaan omdat het een van de vele onderdelen is binnen het onderzoek. Niet ieder onderdeel kan volledig worden uitgewerkt. Dit is dan ook een beperking binnen ons onderzoek. Wel is besloten toch een marktonderzoek te doen om te kijken of er vraag is naar de biologische producten. Dit marktonderzoek geeft een kijk op de interesse onder de restaurants aan het begin van het onderzoek. Het businessplan was toen nog matig uitgevoerd en dit was voor sommige restaurants dan ook de reden dat ze er niets in zagen. Van de 25 omliggende restaurants hebben we 10 restaurants ondervraagd. Hiervan had ruim de helft interesse of zagen ze mogelijkheden. Doordat minimaal een derde van de restaurants is ondervraagd heeft het onderzoek redelijke houvast. Het onderzoek is daarmee ook redelijk betrouwbaar. Voor nog meer betrouwbaarheid zou het onderzoek breder (meer restaurants) en dieper (diepgaande ondervraging) uitgevoerd moeten worden.

Hoofdvraag: Bent u ge誰nteresseerd in het afnemen van biologische producten? (zo ja, waarom?) Deelvragen: Wat voor groenten zou u willen afnemen? Wat weet u van de afkomst van uw huidige producten? Wat bent u bereid te betalen voor biologisch en lokaal gekweekte groenten? Wat levert het totale concept van BIO-Tower uw onderneming voor meerwaarde? 63


4.3.3b Resultaten marktonderzoek In deze sub-paragraaf worden de resultaten van het marktonderzoek behandeld. Hierbij worden de doelgroepen behandeld en worden conclusies gegeven op de deelvragen. A Doelgroepen Binnen het marktonderzoek zullen wij ons richten op de restaurants in de omgeving van watertoren Lauwerhof. Dit wordt gedaan omdat restaurants meer zekerheid van afzet geven dan particuliere verkoop in de watertoren. Binnen het onderzoek hebben wij ons gericht op de 25 restaurants die in de nabije omgeving van de watertoren gelegen zijn. Daarnaast hebben deze restaurants ook overeen dat ze biologische producten gebruiken. Hierdoor weten we voorafgaand als dat de restaurants geïnteresseerd zijn in biologisch voedsel. Hierdoor wordt gehoopt zo min mogelijk tijd te verspillen binnen het onderzoek. In bijlage ‌ is de lijst van restaurants opgenomen. B Conclusies deelvragen In sub-paragraaf 3.3.3a werden de hoofdvraag en deelvragen van het marktonderzoek omschreven. Deze deelvragen zullen hiernaast behandeld worden aan de hand van de gehouden interviews.

Wat weet u van de afkomst van uw huidige producten? De restauranthouders weten veelal niet exact waar hun voedsel vandaan komt. Wel kunnen ze vaak omschrijven dat het biologisch is en uit welk land het komt. Ook weten ze wanneer welke producten gekweekt worden omdat dit veelal sterk samenhangt met de prijs van de producten. Waarom de producten echter biologisch zijn kunnen ze niet exact vertellen, met uitzondering van de restaurants die sommige producten zelf verbouwen. Daarnaast komt het voedsel vaak van ver buiten Utrecht. Dit is, in vergelijking met lokaal geproduceerd voedsel, niet duurzaam. Wat bent u bereid te betalen voor biologisch en lokaal gekweekte groenten? De meeste restaurants geven aan dat ze bereid zijn een marktconforme prijs te betalen in ruil voor de biologisch en lokaal gekweekte producten. Ze geven ook aan dat ze voor biologische producten vaak lichtelijk meer betalen dan voor niet-biotische producten. De prijs die ze voor andere biologische producten betalen willen ze ook betalen voor de producten uit de watertoren. Ze geven hierbij al aan dat de prijs vaak al aan de hoge kant is en dat dit niet nog hoger kan.

Wat levert het totale concept van BIO-Tower uw onderneming Wat voor groenten zou u willen afnemen? voor meerwaarde? De restauranthouders hebben een brede interesse qua groenten. De restaurants zien voornamelijk de meerwaarde van BIO-Tower Er is vraag naar veelvoorkomende groenten zoals sla, (cherry) door de biologische en lokale productie. Ook het afstemmen tomaten en rucola. Ook zijn er enkele restauranthouders die van productie wordt als een voordeel gezien. Zo vertellen ze juist geintresseerd zijn in producten die van verre komen of waar ook over eetbare bloemen. Deze bloemen worden als versiering moeilijk aan te komen is. Hierbij valt te denken aan eetbare gebruikt en zijn vaak erg prijzig. Doordat ze zelf kunnen aangeven bloemen. wat ze willen laten produceren door de BIO-Tower kan dat ze wellicht geld schelen. Dit zien zij ook als een meerwaarde van de onderneming. Daarnaast bleek uit het marktonderzoek dat 64 veel restaurants net op zoek waren naar een nieuwe biologische


leverancier. Het concept werd goed ontvangen en de restaurants waren dan ook geënthousiasmeerd van het idee.

De bedrijfstakanalyse beschrijft de externe organisaties waar de onderneming in de watertoren mee te maken krijgt. Om deze externe organisaties goed in beeld te brengen wordt voor de bedrijfstakanalyse het vijfkrachtenmodel van Porter uitgewerkt. Iedere onderdeel van het vijfkrachtenmodel brengt risico’s met zich mee. Dit zal in de onderdelen hieronder duidelijk worden. (Porter, 2013) Afbeelding 4.3, vijfkrachtenmodel.

4.3.3c Evaluatie marktonderzoek Na uitvoering van een marktonderzoek is het gebruikelijk te evalueren op het onderzoek zelf. Bij de evaluatie kwam een groot deel overeen met de knelpunten die binnen de betrouwbaarheid van het onderzoek aan bod kwamen. Zo vinden wij dat het marktonderzoek een goed beeld geeft van de vraag naar biologische producten en hebben we beter inzicht gekregen in de producten die gevraagd worden. Wel is het marktonderzoek kleinschalig uitgevoerd en zou voor beter inzicht in de markt een uitgebreider onderzoek moeten worden uitgevoerd. 4.3.4 Bedrijfstakanalyse DESTEP was op macroniveau, de marktanalyse op mesoniveau, nu wordt met de bedrijfstakanalyse geanalyseerd op microniveau. Na deze analyse zijn alle niveaus behandeld en kan aan de hand van sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen een confrontatiematrix worden opgesteld. Afbeelding 4.2 model destap.

Afbeelding 4.3: Vijfkrachtenmodel

Afbeelding 4.2: Destap op verschillende niveau’s

65


4.3.4d Substituten Onder substitutiegoederen worden goederen verstaan die vervangbaar zijn. Complementaire goederen daarintegen zijn niet vervangbaar. De producten afkomstig uit de watertoren zijn dus substitutiegoederen. Zo is biologisch lokaal geproduceerd voedsel vervangbaar voor biologisch of niet-biologisch voedsel. Dit is dan ook een risico voor de onderneming. Daarnaast kan het leiden tot kansen. Wanneer de restaurants inzien hoe biologisch de producten zijn, kan het zijn dat ze geen andere producten meer willen. Wanneer de restaurants de producten uit de watertoren als onvervangbaar gaan zien worden de producten van BIO-Tower complementaire goederen in plaats van substitutiegoederen. Dit hoopt de onderneming dan ook te bereiken.

4.3.4a Huidige concurrenten De huidige concurrenten van BIO-Tower bestaan uit de biologische leveranciers. Deze leveranciers leveren momenteel de producten aan de restaurants. Deze huidige concurrentie zal BIO-Tower bij de start van de onderneming dan ook moeten bestrijden. Anders zal de onderneming geen kans maken bij de restaurants en daardoor ook geen bestaansrecht hebben. 4.3.4b Nieuwe concurrenten Onder nieuwe concurrenten verstaan we in dit geval zowel bedrijven die biologisch voedsel kunnen leveren als bedrijven die door middel van stadslandbouwsystemen lokaal voedsel produceren. Het aantal leveranciers op het gebied van biologisch voedsel zal wellicht nog verder groeien. Doordat BIO-Tower zich onderscheid door middel van stadslandbouw zal deze nieuwe concurrentie, naar verwachting, minimale schade aan de onderneming brengen. Een ander verhaal is het als er een nieuwe concurrent op de markt komt die ook systemen voor stadslandbouw gebruikt om lokaal voedsel te produceren. Als de eigenschappen gelijk worden met die van de concurrent zal BIO-Tower zich moeten onderscheiden op het gebied van service of prijs.

4.3.4e Afnemers Tot slot wordt er binnen het vijfkrachtenmodel van Porter gekeken naar de afnemers. In dit geval heeft dat betrekking op de restaurants. Het risico bestaat dat de restaurants een andere leverancier vinden en overstappen. Dit kan een groot probleem opleveren voor de onderneming in de watertoren. Vandaar dat de onderneming haar productie zal spreiden over een aantal restaurants. Wanneer een restaurant besluit over te stappen van leverancier zal de impact voor BIO-Tower beperkt blijven.

4.3.4c Leveranciers Binnen het vijfkrachtenmodel van Porter wordt ook gekeken naar leveranciers. Het aantal leveranciers is in het geval van BIOTower erg minimaal. Het biedt daardoor ook minimale kansen of bedreigingen.

4.3.5 Sterktes en zwaktes Sterktes en zwaktes hebben betrekking op interne factoren. Ze worden binnen deze sub-vraag behandeld omdat ze tezamen met kansen en bedreigingen een goed overzicht geven van de onderneming. Dit zal in 4.3.7 in een confrontatiematrix worden samengevoegd. De interne factoren zijn aan het licht gekomen gedurende het marktonderzoek.

66


De laatste zwakte die de restauranteigenaren beschreven was de verhouding tussen de gevraagde en aangeboden hoeveelheid. Zo werd eraan getwijfeld of Bio-Tower wel aan de vraag van de restauranthouders kon voldoen.

4.3.5a Sterktes De restauranthouders geven aan dat een sterkte van de onderneming is dat ze lokaal produceren. Dit maakt de transport duurzamer, het zorgt namelijk voor minder uitstoot. Daarnaast vinden ze het idee van leveren met een bakfiets erg positief.

4.3.6 Kansen en bedreigingen Naast de sterktes en zwaktes (intern) zijn er ook kansen en bedreigingen (extern) voor de onderneming. Hieruit zal blijken welke mogelijkheden er zijn om de onderneming succesvol te maken en welke elementen het idee tot een eind kunnen brengen.

Een andere sterkte die de restauranthouders zien bij de onderneming is de manier van produceren. Het toepassen van systemen voor stadslandbouw om daarmee snel en zonder bestrijdingsmiddelen te produceren is zeer aantrekkelijk.

4.3.6a Kansen Biologisch voedsel speelt een steeds grotere rol binnen de samenleving. Ook de restauranteigenaren zijn zich hiervan bewust. Dat de Bio-Tower biologische producten zou kunnen leveren wordt positief ontvangen.

Het sterkste punt van de onderneming vonden de restauranthouders toch het initiatief en de bedrijfsopzet. Namelijk dat het bedrijf ten alle tijden zijn best zal doen om zo duurzaam mogelijk te zijn, gekeken naar People, Planet, Profit. Dat het niet op alle vlakken zal lukken te achterhalen hoe duurzaam het exact is begrijpen de restauranthouders ook.

Een andere kans is urbanisatie, het trek van mensen naar de steden. Dit kan er toe leiden dat er meer mensen in de stad komen te wonen. Dit zou kunnen leiden tot vollere restaurants en daarmee ook meer zekerheid van afzet.

4.3.5b Zwaktes Ook zijn er tijdens het marktonderzoek elementen naar voren gekomen die door de restauranteigenaren als zwakte/nader uit te werken werden ervaren. Zo twijfelde een van de eigenaren aan de winstgevendheid van de onderneming. Dit is later dan ook verklaart dat dit niet het doel is van de onderneming.

De laatste kans is de conjunctuur van Nederland. Dit geeft aan hoe de werkgelegenheid en koopkracht vormgegeven is. Momenteel is hier een stijgende lijn te zien. Dit kan ook betekenen dat mensen vaker uit eten gaan en daarmee ook bereid zijn biologisch te eten. Dit zou positief zijn voor Bio-Tower.

Een andere zwakte die werd omschreven is de betrouwbaarheid in levering. Een van de eigenaren was niet bekend met de systemen en vond het daarom spannend om op deze systemen te vertrouwen.

67


4.3.6b Bedreigingen Bedreigingen komen voort uit een aantal externe factoren. Voornamelijk factoren waar de onderneming geen grip op heeft. Een voorbeeld hiervan is de concurrentie. Wat doen de huidige concurrenten? Gaan ze ook meer duurzaam produceren of systemen voor stadlandbouw toepassen? Maar ook nieuwe concurrentie telt als een bedreiging. Zo kunnen er nieuwe concurrenten op de markt komen die het concept van Bio-Tower kopiĂŤren. Een ander gevaar is het eindigen van de trend van biologisch voedsel. Het is lastig te zeggen of de consument de vraag naar biologisch voedsel nog lang zal doorzetten. Deze veranderende vraag zou een bedreiging kunnen vormen voor de onderneming. Tot slot is een volgende economische crisis een bedreiging. Ook al gaat het volgens het CBS momenteel goed met Nederland, is de kans op een daling van de koopkracht nog steeds aanwezig. Dit zou ook negatieve gevolgen kunnen hebben voor de vraag naar de biologische producten en daarmee negatieve gevolgen voor de onderneming.

negatief gescoord. Dit betekent dat de onderneming, op de genoemde aspecten, meer kansen heeft dan bedreigingen. Dit is positief voor een startende onderneming. Strategie S-K In het vlak waar sterktes en kansen bij elkaar komen worden vele plussen gescoord. Dit komt omdat het beide positieve factoren zijn. Op een aantal elementen wordt neutraal gescoord. Dit komt omdat de elementen onderling nauwelijks of geen raakvlak hebben. Hier hoeft dan ook geen strategie gevormd te worden. Strategie S-B De combinatie van sterktes en bedreigingen leidt tot een aantal positieve en een aantal negatieve punten. De positieve punten zijn positief omdat ze BIO-Tower onderscheiden van andere ondernemingen. De andere elementen zijn negatief of neutraal. Het einde van de trend heeft men echter niet in handen. Hier kan ook vrijwel niets tegen ondernomen worden. De economische crisis zou echter wel op gestuurd kunnen worden. Hier wordt namelijk uitgegaan dan men in die situatie minder te besteden zou hebben. Door de prijzen scherp te houden zou voorkomen kunnen worden dat een economische crisis leidt tot bedreiging voor de onderneming.

4.3.7 Confrontatiematrix In deze paragraaf worden de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen samengevat in een matrix, de confrontatiematrix. Strategie K-Z De confrontatiematrix lijkt op een SWOT-matrix. Het verschil is De strategie K-Z heeft geen invloed op de winstgevendheid. Alle echter dan de confrontatiematrix ook aangeeft welke interne kansen zouden namelijk een positieve invloed kunnen hebben op en externe factoren in combinatie goed of niet goed zijn. Deze de winstgevendheid van de onderneming. De andere elementen combinaties weergeven nog duidelijker wat de positieve en scoren neutraal. Dit komt omdat de betrouwbaarheid van negatieve kanten van de onderneming zijn. Aan de hand hiervan de systemen en van de afzet niet samenhangt met de andere kunnen ook strategieĂŤn worden geformuleerd. Dit zal gebeuren elementen. Hier hoeft dan ook geen strategie voor te worden over die vier vlakken die normaal ook zichtbaar zijn binnen geformuleerd. een SWOT-matrix. Te beginnen met strategie S-K (Sterktes en Kansen).n de confrontatiematrix wordt meer positief dan 68


Economische crisis

Einde trend

Concurrentie

Conjunctuur

Urbanisatie

STERKTES

Einde trend

Economische crisis

ZWAKTES

Concurrentie

Duurzame onderneming

Conjunctuur

Geen bestrijdingsmiddelen

Urbanisatie

Duurzaamheid transport

+

+/-

+

-

-

3

2

+/-69

+

-

+/-

3

1

+

+/-

-

3

1

Trend Biologisch voedsel

STERKTES

TERN

INTERN

Trend Biologisch voedsel

Strategie B-Z Confrontatiematrix De laatste strategie heeft betrekking op de EXTERN bedreigingen en zwaktes. Deze combinatie KANSEN BEDREIGINGEN scoort veelal het laagst omdat het beide negatieve factoren zijn. In dit geval leidt BIO - Tower vooral de concurrentie tot bedreigingen voor de + onderneming. Wanneer interne zwaktes namelijk niet worden aangepakt zal de klant overstappen TOTAAL naar de concurrent. Het is hierbij vooral belangrijk Duurzaamheid + + +/+ 3 2 om zo snel mogelijk betrouwbaarheid van transport systemen en afzet te kunnen geven. De strategie Geen ++ +/- +/+ +/3 1 hierbij is dan ook om minimaal ĂŠĂŠn persoon met bestrijdingsmiddelen kennis actief te laten zijn in de watertoren. Die Duurzame + +/- + + +/3 1 persoon kan ervoor zorgen dat de systemen en onderneming afzet vertrouwen geven. Naast concurrentie is Winstgevendheid + + + 3 3 vooral winstgevendheid een zwakte. Dit komt ook Betrouwbaarheid van omdat de bedreigingen allendrie een financieel +/+/- +/+/+/0 1 systemen aspect hebben. Ze hebben daarmee invloed op de Betrouwbaarheid van +/+/- +/+/+/0 1 winstgevendheid. Allereerst is niet het doel van afzet de onderneming om winst te maken. Dit betekent 5 2 2 3 0 0 + ook dat de zwakte, die voorkwam vanuit de TOTAAL 0 0 0 3 3 3 restaurants, niet perse een zwakte hoeft te zijn. Wanneer dit wel als zwakte gezien wordt zal er een Beoordelingscriteria Tabel 4.0: Confrontatiematrix strategie voor geformuleerd worden. De strategie Confrontatiematrix hierbij is dat er goed gestuurd moet worden op EXTERN ++ Zeer positief de kosten en opbrengsten van de onderneming. KANSEN BEDREIGINGEN + Positief Dit zou ertoe kunnen leiden dat de bedreigingen BIO -op Tower nauwelijks tot geen invloed hebben de zwakte + van winstgevendheid.

+ ++

+/-

+

+/-

+

TOTAAL

+/-

Normaal Negatief

--

Zeer negatief

Be

++ +

+/ --


4.4.2 Financieringsmogelijkheden (bijlage 6.11) De financieringsmogelijkheden geven weer hoe de investeringen worden gefinancierd. Dit vormt de passiva zijde van de balans (rechterzijde balans). Deze balanszijde wordt onderverdeeld in 3 elementen. Allereerst het Eigen vermogen van de onderneming. Daarnaast de schulden op de lange termijn (vreemd vermogen lang) en de schulden op de korte termijn (vreemd vermogen kort). Door paragraaf 4.4.1 en 4.4.2 te combineren ontstaat de openingsbalans die in 4.4.3 behandeld zal worden. Net als bij de investeringsbegroting zal er in deze paragraaf een uitgebreide uitleg worden gegeven. In paragraaf 4.4.3 zal dit beknopt worden weergeven.

4.4 Hoe is de onderneming financieel opgebouwd? In deze sub-vraag zullen alle financiële aspecten worden behandeld. Dit zal bestaan uit een aantal financiële overzichten. Ook zullen er een aantal zakelijke formaliteiten behandeld worden. 4.4.1 Investeringsbegroting (bijlage 6.10 en 6.18) Om BIO-Tower te kunnen starten zullen er kosten gemaakt moeten worden. Deze kosten bij de start zullen namelijk leiden tot opbrengsten. De kosten/uitgaven gemaakt worden voor de bezittingen van een onderneming. Deze bezittingen komen later tot uiting op de balans (overzicht van bezittingen en schulden). Het is daarom ook handig de investeringsbegroting net zo op te bouwen als de linkerzijde van de balans (activa of bezittingen). Deze zijde bestaat uit vaste activa en vlottende activa. Onder vlottende activa worden ook de liquide middelen verstaan. Om tot een investeringsbegroting te komen is gekeken naar de benodigdheden van de onderneming. Daarna is op internet gezocht naar prijzen van deze benodigdheden. Hierdoor wordt een realistisch beeld van de totale investering getoond.

4.4.3 Openingsbalans (bijlage 6.12) Voor de openingsbalans worden de elementen van de vorige twee paragrafen samengevat. Hierdoor is een goed beeld weergeven van de bezittingen en schulden bij de start van de onderneming. De onderneming zal starten per … vandaar dat dit ook de datum van de openingsbalans is. 4.4.4 Exploitatiebegroting (bijlage 6.13) De exploitatiebegroting geeft een overzicht van de kosten en opbrengsten van de onderneming. Dit zijn de verwachtingen die vooraf zijn bekeken, o.a. met behulp van het marktonderzoek. De exploitatiebegroting zal worden gegeven voor de aankomende 10 jaar. Hierdoor wordt een goed overzicht gegeven voor het beantwoorden van de hoofdvraag.

In deze paragraaf zullen de investeringen in een uitgebreide weergave worden getoond. In 4.4.3 zal de beknopte versie te zien zijn volgens de officiële richtlijnen.

70


4.4.7 Administratie, boekhouding en wetgeving Voor de administratie en boekhouding kunnen allerlei programma’s worden aangeschaft. Dit zijn programma’s die veel werk vereenvoudigen. De programma’s zijn echter gemaakt voor ondernemingen in het algemeen. Er zal dus geen programma zijn dat perfect aansluit op de onderneming in de watertoren. Ook de kosten van een softwarepakket zijn veelal erg hoog. Dit betekent ook dat het langer zal duren voor een breakevenpoint bereikt kan worden. Vandaar dat er is besloten geen softwarepakket aan te schaffen voor de onderneming. Dit kan dan ook goed doordat er niet veel derden zijn ten behoeve van de onderneming. Vandaar dat de administratie en boekhouding door de bedrijfsleider verricht zal worden. Dit zal gebeuren met behulp van een zakelijk Microsoft pakket.

4.4.5 Break-evenanalyse (bijlage 6.14) De break-evenanalyse is een belangrijk onderdeel binnen het financiële geheel. Dit is namelijk het doel dat de onderneming wil proberen te halen. Binnen de break-evenanalyse wordt onderzocht wanneer het break-evenpoint bereikt zal worden. Dit is het punt dat de kosten en opbrengsten van de onderneming gelijk zijn en dus geen winst of verlies wordt gemaakt. Het break-evenpoint wordt bepaald door de vaste kosten te delen door de verkoopkoopprijs verminderd met de variabele kosten. De formule hiervan ziet er als volgt uit: Break-evenpoint = Vaste kosten / (verkoopprijs – variabele kosten) Voor de onderneming in de watertoren nemen we een gemiddelde verkoopprijs en gemiddelde variabele kosten.

De boekhouding is in tegenstelling tot de administratie een complexer geheel van werkzaamheden. Het is dan ook aan te raden deze werkzaamheden te laten uitvoeren door een boekhouder. Hierbij zal de boekhouder voornamelijk de opdracht hebben om de aangeleverde stukken te controleren. Ook zal de boekhouder verantwoordelijk zijn voor de jaaroverzichten.

4.4.6 Liquiditeitsbegroting (bijlage 6.15) De liquiditeitsbegroting weergeeft een overzicht van verwachte inkomsten en uitgaven. Deze begroting wordt net als de exploitatiebegroting weergeven over een periode van 10 jaar. Het verschil ten opzichte van de exploitatiebegroting is dat uitgave en inkomsten daadwerkelijk zijn verricht. Kosten en opbrengsten kunnen daarentegen betrekking hebben op een ander moment. Het zijn inkomsten of uitgave in het heden, verleden of de toekomst.

Naast de administratie en boekhouding zal de wetgeving een rol spelen binnen de onderneming. De wijzigingen in de wetgeving met betrekking op het ondernemerschap zullen door de boekhouder worden onderhouden. Naast de zakelijke wet- en regelgeving is er voor de horecabranche een wet- en regelgeving. Dit kan worden opgevangen door de eis te stellen dat de bedrijfsleider kennis moet hebben van de horecabranche. Daarnaast zal de bedrijfsleider op de hoogte moeten blijven van de actuele wetgeving. Dit kan bijvoorbeeld door het lezen van vakbladen. 71


4.4.8 Leveringsvoorwaarden en klachtenbeleid Deze paragraaf geeft inzicht in de leveringsvoorwaarden en het klachtenbeleid. Voor de leveringsvoorwaarden geldt dat BIOTower voornamelijk de leveringsvoorwaarden zal volgen die ook voor andere horecagelegenheden gelden. Dit gaat volgens de Algemene Leveringsvoorwaarden Koninklijke Horeca Nederland. De leveringsvoorwaarden die de onderneming ernaast stelt zijn als volgt: * De gewassen zijn maximaal 12 uur voor bezorging geoogst. * De gewassen worden bezorgd per bakfiets * De klant krijgt een niet goed, geld terug garantie in geval de producten bij bezorging niet aan de beloofde kwaliteit voldoen.

Het klachtenformulier zal maandelijks als bijlage worden meegestuurd met de mail. Wanneer een klacht serieuze vormen begint aan te nemen kan dit formulier worden ingevuld en kan er een gesprek worden aangevraagd. Gedurende dit gesprek is er vanuit beide partijen mogelijkheid om eisen te doorlopen. Dit klachtenbeleid kan voorkomen dat BIO-Tower een klant verliest. 4.4.9 Risicoanalyse Na alle bedrijfsaspecten die in de voorgaande paragrafen aan bod gekomen zijn kan er tot slot een risicoanalyse worden opgesteld. Deze risicoanalyse heeft betrekking op de risico’s die gedurende de paragrafen behandeld zijn. De risico’s bieden een bedreiging om de onderneming te doen mislukken.

* Indien BIO-Tower door omstandigheden (overmacht) niet aan haar leveringsverplichting kan voldoen worden deze leveringen uitgesteld tot een maximum van een week. * BIO-Tower is niet verantwoordelijk voor de producten na de levering ervan.

Risico 1: Energieverbruik hoger dan verwacht Binnen de financiële paragraaf van deelvraag 4 wordt, aan de hand van gegevens, een schatting gedaan van de energieopbrengsten en het energieverbruik. Wanneer dit in werkelijkheid hoger zou uitpakken dan is gecalculeerd zou dit kunnen drukken op het resultaat van de onderneming.

Naast de algemene leveringsvoorwaarden en de aanvullende leveringsvoorwaarden, heeft BIO-Tower ook een eigen klachtenbeleid. Hierin zal duidelijk worden hoe wordt omgegaan met klachten.

Dit risico is nauwelijks tot niet te voorkomen. Pas bij toepassing van de systemen zal duidelijk worden hoe deze verhouding is. Er kan voorafgaand alleen worden uitgegaan dat de verstrekte gegevens van de leveranciers correct zijn.

BIO-Tower zal ernaar streven klachten zo snel mogelijk op te lossen. Om klachten te voorkomen worden voorafgaand aan de samenwerking duidelijk afspraken gemaakt. Wanneer de gunning voor de levering is verricht zal er maandelijks geëvalueerd worden naar eventuele klachten. Door dit periodiek te doen worden ernstige klachten op tijd achterhaald. Mocht dit alles toch niet baten dan is er nog het klachtenformulier.

Risico 2: Gebrek aan kennis Een andere risico is het mogelijke gebrek aan kennis. Wanneer er geen vrijwilligers worden gevonden met kennis van de systemen kan dit betekenen dat de kennis zal ontbreken binnen de onderneming. Hierdoor zouden de vrijwilligers zich moeten ontwikkelen. 72


Conclusie deelvraag 4 Hoe kan, in de eerste 10 jaar na oprichting, financiële haalbaarheid van stadslandbouw in de watertoren bereikt worden?

Dit kost tijd en daarmee duurt het langer voordat de eerste opbrengsten gecreëerd kunnen worden. Ook zou het aannemen van iemand met kennis kunnen leiden tot extra kosten die drukken op het resultaat.

Binnen dit onderzoek betreft financiële haalbaarheid het bereiken van break-even. Dit kan in de eerste 10 jaar na oprichting worden bereikt. Dit wordt mogelijk door een aantal aspecten die geconcludeerd zijn in de sub-vragen 4.1 t/m 4.4. Hierin zijn zowel interne als externe factoren aan bod gekomen waarmee rekening gehouden moet worden. Daarnaast is in subvraag 4.2 duidelijk geworden hoe het businessplan vormgegeven zal worden.

Dit risico kan worden beperkt door de deadline voor de eerste opbrengsten te verleggen naar de tweede maand. Hiermee krijgt de stichting de mogelijkheid om haar vrijwilligers te laten wennen aan de systemen. Wanneer ze de systemen onder controle hebben kunnen er producten worden afgezet. Risico 3: Spel vraag en aanbod Een risico dat vrijwel iedere onderneming loopt. Maar in geval van een trend kan dit risico extra zwaar meewegen. Zo kan de vraag vanuit de restaurants dalen, waardoor er minder kan worden afgezet of tegen een lagere prijs. Daarnaast kan het aanbod, denk aan concurrentie, toenemen. Dit heeft ook gevolgen voor de afzet en/of de prijs van de producten.

Tot slot is in sub-vraag 4.4 het financiële onderdeel van de onderneming behandeld. Hiermee is aangetoond dat de productie in de watertoren niet tot break-even zal leiden. Wel kan een kostenneutrale, zelfs winstgevende, onderneming worden opgericht. Dit wordt mogelijk doordat er geen personeelskosten worden gemaakt. Daarnaast wordt het mogelijk door de extra opbrengsten van de T-mobile. Zonder deze twee factoren zou de onderneming verliesgevend zijn.

Dit risico kan worden verholpen door extra service te bieden en de stichting te laten onderscheiden ten opzichte van andere ondernemingen. Risico 4: Vrijwilligers Tot slot zijn ook vrijwilligers een risisco. Het kan zijn dat er geen of te weinig vrijwilligers gevonden worden. Ook kost het tijd om een groep vrijwillligers goed te laten functioneren. Meestal willen ze enkele uren werken week/maand werken. Een voordeel daarvan is dat je ze heel gericht kan invullen waar je extra steun kan gebruiken.

73


v111

Conclusies Conclusies & aanbeveling aanbeveling Hoofdstuk

74


75


Hoe kan functionele en financiële haalbaarheid van stadslandbouw worden bereikt in watertoren Lauwerhof te Utrecht?

b) Financiële haalbaarheid van stadslandbouw in watertoren Lauwerhof te Utrecht.

Het antwoord op de onderzoeksvraag is, net als de hoofdvraag zelf, tweeledig. Zo wordt er gekeken naar het functionele en financiële aspect van stadslandbouw in watertoren Lauwerhof te Utrecht. De conclusie op de functionele haalbaarheid bestaat uit een samenvatting van deelvraag 1 t/m 3. De conclusie op de financiële haalbaarheid bestaat uit de beantwoording van deelvraag 4.

Deelvraag 4 weergeeft een viertal sub-vragen die tezamen de gehele bedrijfstechnische kant van het onderzoek en de onderneming laten zien. Hierbij wordt antwoord gegeven op de bedrijfsvorming en de financiële aspecten. De bedrijfsvorming is ingericht in samenspraak met de opdrachtgever. Het antwoord op de hoofdvraag komt grotendeels voort uit de laatste subvraag van deelvraag 4, de financiële paragraaf. Voorafgaand aan het onderzoek is gesteld dat het behalen van break-even (kosten en opbrengsten zijn gelijk) voldoende is om hetbedrijfsidee als financieel haalbaar te verklaren. In paragraaf 4 is geconcludeerd dat de productie/afzet die leidt tot een break-evenpoint niet bereikt kan worden. Er zou hiermee ook geen kostenneutrale onderneming kunnen ontstaan. Door een zendmast van de T-mobile in de watertoren worden er echter toch voldoende opbrengsten gecreëerd om het bedrijfsidee financieel haalbaar te maken. Op basis van vrijwilligers kan er zelfs winst worden gemaakt.

a) Functionele haalbaarheid van stadslandbouw in watertoren Lauwerhof te Utrecht. In deelvraag 1 is gebleken dat de watertoren een aantal mogelijkheden en knelpunten biedt ten opzichte van stadslandbouw. De toren biedt ondanks de knelpunten zeker mogelijkheden voor het verbouwen van gewassen. Het tweede onderdeel dat van belang is voor de functionele haalbaarheid zijn de systemen voor indoor stadslandbouw (deelvraag 2). In deze deelvraag is geconcludeerd dat er systemen zijn voor stadslandbouw en dat er, met een selectie van die systemen, invulling kan worden gegeven aan de watertoren. Tot slot werd er gekeken naar het eindresultaat van de functionele haalbaarheid, namelijk de productie van gewassen (deelvraag 3). Deze deelvraag gaf inzicht in de diverse gewassen en welke soorten en hoeveelheden gevraagd worden. Daarnaast werd geconcludeerd dat, met de voorgaande gegevens van deelvraag 1 en 2, vrijwel alle gewassen te produceren zijn. Aan de hand van de eerste drie deelvragen kan geconcludeerd worden dat functionele haalbaarheid van stadslandbouw in watertoren Lauwerhof te Utrecht mogelijk is.

De conclusie op de hoofdvraag luidt dan ook: Functionele haalbaarheid van stadslandbouw in watertoren Lauwerhof te Utrecht kan bereikt worden doordat de watertoren en de systemen geschikt zijn voor de productie van de gewassen. Financiële haalbaarheid wordt mogelijk door een juiste bedrijfsvorming in combinatie met zowel de omzet vanuit de verkoop van gewassen als inkomsten van de T-mobile. ht dit alles toch niet baten dan is er nog het klachtenformulier.

76


Aanbeveling De aanbeveling vanuit FRB-Ingenieurs luidt als volgt: “Initiatiefnemer Chris Bol kan, bij een selectie van de juiste vrijwilligers en eigen inzet, een onderneming starten die gewassen produceert in watertoren Lauwerhof te Utrecht. Het bedrijfsidee berust echter wel op een aantal risico’s. Zo is het bedrijfsidee zelf niet kostenneutraal, maar wordt het haalbaar door de opbrengsten van de T-mobile en de inzet van vrijwilligers. Het doel van Chris Bol is het kweken van gewassen met behulp van systemen voor stadslandbouw (zonder bestrijdingsmiddelen). Hierbij was het voor hem belangrijk geen kosten te maken aan de onderneming. Aangezien er in dit onderzoek geconcludeerd is dat er zelfs een kleine winst haalbaar is luidt het advies om de onderneming te starten. “

77


78


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.